Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden...

67

Transcript of Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden...

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 2

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 3

Voorwoord

Allereerst: complimenten voor jou dat je de PEP-Methode hebt aangeschaft. Het

geeft aan dat je bezig bent om een bewustere en betere opvoeder te worden voor

je kinderen.

In ons werk zien wij dagelijks ouders ‘struggelen’ met lastige opvoedsituaties. Wat

blijkt, is dat ouders vaak wel weten wat er moet gebeuren, maar dat ze niet goed

weten hoe ze het moeten aanpakken. Ze vinden het vervelend dat hun kind brutaal

is, en willen dat dit stopt, maar hoe pak je zoiets aan?

Marlou werkt als mentor en groepsleidster in de kinderpsychiatrie, en Anja werkt

als pedagoog/ ambulant begeleider met jongeren met gedragsproblemen. Zowel

vanuit de praktijk als vanuit de literatuur beschikken wij over waardevolle kennis.

Onze wens was om ouders praktische handvatten te bieden, waar ze gelijk mee aan

de slag kunnen. Er zijn al zoveel boeken over geschreven, vol met droge stof over

wat opvoeden is, hoe je het kunt doen, en wat daarbij belangrijk is. Wat we zelf

vaak missen in die boeken, zijn concrete handvatten en tips, dingen waarmee je

meteen resultaat ziet! Wij wilden ouders strategieën, en technieken aanleren,

waarmee ze direct resultaat zouden zien. Zo gezegd, zo gedaan, de PEP-Methode

was geboren.

Het opvoeden van kinderen vraagt veel van ouders en gaat altijd door. Daarbij

veranderen kinderen, en hun behoeften, snel. Daarom is het niet wonderlijk dat

ouders soms ‘vastlopen’ in de opvoeding of in specifieke opvoedsituaties. Iedere

ouder heeft wel eens vragen en voelt zich wel eens onzeker.

De PEP-methode kan gezien worden als een Oppepper om weer verder te kunnen.

Praktisch, zodat je er direct mee aan de slag kan en Positief, omdat dat prettig is én

tot de beste resultaten leidt!

Je bent niet de enige ouder die soms een oppepper kan gebruiken!

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 4

Het is niet jouw schuld dat je het soms even niet weet met je kind, dit is namelijk

heel logisch! Ouder worden is namelijk niet zo moeilijk, ouder zijn is dit echter wel.

En toch heb je daar waarschijnlijk nooit een goede uitleg over gehad, laat staan een

handleiding.. En de uitleg díe je hebt gehad, gaat meestal over baby’s. Kersverse

ouders worden begeleid door een kraamverzorgster en door het consultatiebureau,

maar de echte ‘problemen’ en moeilijkheden beginnen vaak zodra je kindje een

peuter wordt…

Daarom is het wel een complimentje waard dat je zélf op zoek gaat naar informatie

en manieren om jouw kind zo goed mogelijk op te voeden en om het thuis weer

gezellig te maken!

Geniet van je kinderen!

Marlou Wijmans en Anja Wils

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 5

Inhoudsopgave

Voorwoord 3

Inhoudsopgave 4

Wat heeft de PEP-methode je te bieden? 7

1. Gedrag wordt aangestuurd door emotie 8

1.1 Een emotionele band opbouwen 8

Liefde en aandacht 9

1.2 Contact 9

Lichamelijk contact 10

Emotioneel beschikbaar zijn 10

Tijd voor elkaar 11

1.3 Kijken naar de reden van gedrag 12

1.4 Ontwikkeling en verwachtingen 13

Praten met je kind 14

1.5 Signalen herkennen 15

2. Meest gemaakte fouten door ouders 17

2.1 Waarom nee niet werkt 17

2.2 ‘Volwassenenlogica’ gebruiken 18

2.3 Onverwacht aankondigen (en verwachten dat dat werkt) 19

2.4 ‘Niet’ zeggen 20

3. Zo verminder je opvoedstress 24

3.1 Doe wat je zegt en zeg wat je doet 24

3.2 Negeren 26

3.3 Voorkom driftbuien en woedeaanvallen 27

3.4 Voorkom brutaal gedrag 29

4. Realistische verwachtingen 32

4.1 Gewenst gedrag voordoen 32

4.2 Wat kan jouw kind? 33

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 6

o ADHD 33

o Autisme 34

o PDD-nos 35

o Hechtingsstoornis 36

o Angst/stemmingsstoornis 36

4.3 Opvoeden is niet altijd leuk 37

5. Gedrag positief beïnvloeden 38

5.1 Belonen 38

o Complimentjes geven 39

5.2 Straffen 39

6. Controle hebben en houden 44

6.1 Consequent zijn 44

6.2 Structuur 44

o Belang van structuur 45

6.3 Visuele ondersteuning 47

6.4 Zorgen voor jezelf 48

Bijlagen: 51

Bijlage 1: Een beloningsplan maken 51

Bijlage 2: Visuele ondersteuning, zo doe je dat! 51

Kant en klare voorbeelden van beloningsplannen 59

10-stappenplan planbord maken 67

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 7

Wat ga je leren in de PEP-Methode?

Het doel van dit boek is om je te laten ervaren dat door eenvoudige maatregelen

opvoeden leuker én gemakkelijker kan worden. Want ondanks dat opvoeden soms

pittig is en je wellicht wel eens met je handen in het haar zit, zijn je kinderen ook

het mooiste en meest bijzondere wat je hebt. Waarschijnlijk juist daarom hebben

wij er ook alles voor over om onze kinderen gelukkig te zien! En ons geluk hangt

nauw samen met hoe gelukkig onze kinderen zijn..

We gaan je in dit E-book handvatten geven, die ervoor zullen zorgen dat je de

opvoeding van je kind(eren) als leuker gaat ervaren. Je gaat leren hoe je om kunt

gaan met specifiek probleemgedrag van je kind, zoals driftbuien en brutaliteit. Je

gaat leren welke technieken je kunt gebruiken om het gedrag van je kind positief

om te buigen. Je gaat leren wat écht van belang is om je kind het beste mee te

geven voor later. Ook leer je hoe je meer uit de opvoeding van je kind kunt halen.

Na het lezen van dit E-book zal je meer kennis hebben over opvoeden, je zult je

zekerder voelen, en met meer zelfvertrouwen kunnen opvoeden. Je zult meer het

gevoel hebben dat jij degene bent die de controle heeft, en niet je kind! Ook zul je

ervaren (en hopelijk accepteren) dat opvoeden nou eenmaal niet altijd alleen maar

leuk is.. Door dit alles, zal je een betere opvoeder zijn voor je kinderen, en met meer

gemak lastige opvoedsituaties het hoofd bieden.

We wensen je veel profijt van de PEP-Methode!

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 8

1. Gedrag wordt aangestuurd door emotie

We zijn geneigd te reageren op het gedrag dat de ander laat zien, zowel bij kinderen

als bij volwassenen. Dat is ook logisch; dat is immers hetgeen dat het meest

duidelijk is. Toch is dat vaak helemaal niet de boodschap die de ander (onbewust)

over probeert te brengen. Wellicht heb je dit zelf ook wel eens; geïrriteerd reageren

omdat je eigenlijk gewoon een rotdag hebt bijvoorbeeld.. Bij kinderen is dit nog

sterker; een kind dat ontzettend boos wordt omdat hij niet mag computeren, heeft

wellicht eigenlijk iets vervelends meegemaakt op school. Of een kind dat maar niet

stil kan zitten en erg druk is, is misschien eigenlijk erg blij omdat hij bijna jarig is.

Door je kind goed te kennen en te kijken naar gedrag én de reden van bepaald

gedrag, kun je de band versterken en vanuit daar beter opvoeden.

1.1 Een emotionele band opbouwen met je kind

De meeste ouders hebben van nature een hechte en sterke band met hun kind.

Deze band ontstaat bij moeders vaak al vóórdat het kind geboren is, tijdens de

zwangerschap dus. Bij vaders ontstaat deze band meestal snel na de geboorte en

vanaf dat moment wordt de band bij beide ouders alleen maar sterker.

In de ideale situatie verloopt dit automatisch; ouders hoeven er niet bewust moeite

voor te doen. Zij houden vanzelf van hun kind en reageren op een natuurlijke

manier op de behoeften van hun kindje. Dat noemen we een goede hechting; de

ouders hechten zich aan hun baby en andersom.

Door een goede hechting kan de mens als soort voortbestaan; als ouders niet

zouden reageren op behoeften van hun kind, door ze bijvoorbeeld niet te voeden

als ze honger hebben, dan zou een kindje waarschijnlijk niet overleven.

Toch gaat dit niet altijd vanzelf. Tegenwoordig zijn mensen wat verder verwijderd

van hun oerinstincten en oergedrag. Soms is het dus wél nodig moeite te doen om

een band met je baby te krijgen. Ook als er dingen anders gaan dan verwacht kan

dit zo zijn. Bijvoorbeeld doordat een kindje gehandicapt blijkt of intensieve zorg

nodig heeft (zoals bij te vroeg geboren kindjes), of een huilbaby is. Of omdat de

moeder last heeft van een (postnatale)depressie, (financiële of andere) zorgen

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 9

heeft, een zware bevalling heeft gehad of een ander beeld had van moeder worden

dan het blijkt te zijn. De hechting verloopt dan minder soepel.

De basis voor een goede hechting van kinderen wordt gelegd in de eerste twee

levensjaren. Een goede hechting tussen kind en ouders, zorgt ervoor dat een kind

zijn ouders vertrouwd. Daardoor voelt een kind zich veilig en vanuit deze goede

hechting leert een kind mensen te vertrouwen en is het in staat ook met andere

mensen in zijn omgeving een relatie op te bouwen, ook op latere leeftijd.

Uit onderzoek blijkt dat kinderen die geen goede band hebben met hun ouders (of

ten minste één van de ouders) en niet goed gehecht zijn, vaker probleemgedrag

vertonen en problemen in de ontwikkeling ervaren.

Door te investeren in een gezonde, goede emotionele band, leer je je kind nog

beter kennen (en je kind jou ook!). Dat maakt de omgang met elkaar gemakkelijker.

Dat geldt voor kinderen van alle leeftijden.

o Liefde en aandacht

Een goede band met je kind staat en valt met de liefde en aandacht die je als ouder

geeft. Het bieden van liefde en aandacht is een basisvoorwaarde voor een goede

opvoeding.

Een kind is in staat zich te ontwikkelen tot een zelfstandig en evenwichtig persoon

als het zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt door zijn ouders of opvoeders.

Kinderen met gedragsproblemen of een gedragsstoornis krijgen vaak veel negatieve

aandacht. Door hun gedrag wordt er veel op ze gemopperd, wat ongewenst gedrag

nog meer versterkt. Voor ouders van kinderen met gedragsproblemen is het soms

moeilijk om liefde en positieve aandacht te geven aan hun kind. Toch is dit

ontzettend belangrijk, om positief gedrag te bevorderen.

1.2 Contact

Contact hebben met je kind is dé manier om een goede band te creëren en te

onderhouden. Dit houdt in dat je reageert op signalen die je kind afgeeft én dat je

zelf contact maakt met je kind.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 10

Reageren op signalen van je kind betekent dat je signalen ziet en er iets mee doet.

Bijvoorbeeld je kind troosten als hij huilt of voedt als hij honger heeft. Maar ook

terug lachen als je kind naar je lacht is een reactie op een signaal van je kind.

Dit gebeurd dus vanaf baby af aan, maar blijft voor altijd doorgaan! Behoeften van

kinderen veranderen, maar het blijft je voornaamste taak als ouder om in de

(basis)behoeften van je kind te voorzien.

o Lichamelijk contact

Lichamelijk contact is een belangrijk onderdeel van contact hebben. Hoewel we het

ons wellicht niet altijd bewust zijn, is lichamelijk contact een van de eerste

levensbehoeften van mensen! Zeker bij baby’s, maar ook voor kinderen (en

volwassenen) moet deze behoefte niet onderschat worden. Niet voor niets geven

mensen elkaar een hand of zoenen als vorm van begroeting of afscheid. Ook

kinderen zoeken lichamelijke nabijheid als zij zich bijvoorbeeld verdrietig voelen of

pijn hebben (tegen mama aan komen staan, kusje op de zere plek etc..).

Niet iedereen is even lichamelijk ingesteld en dat is niet erg. Als je kind echter naar

jou toekomt en hier behoefte aan heeft, is het belangrijk daarop te reageren. Dit

hoeft niet altijd uitgebreid knuffelen te zijn, een arm om je kind heen slaan kan ook

voldoende zijn. Belangrijk is in ieder geval dat het kind niet afgewezen wordt.

Lichamelijk contact kan op veel manieren en gaat vaak vanzelf. Belangrijk is dat het

natuurlijk voelt en niet geforceerd (omdat het nu eenmaal ‘moet’). Je kunt in spel

lichamelijk contact maken, door bijvoorbeeld met je kind te stoeien of te kietelen.

Je kunt je kind optillen of op je rug dragen, maar je kunt ook lekker knus tegen

elkaar aan zitten terwijl jullie bijvoorbeeld een boekje lezen of tv kijken.

Ook lichamelijke verzorging kan contact stimuleren; zoals je kind insmeren met een

olie na het douchen/badderen of (liefdevol) de haren van je kind borstelen.

o Emotioneel beschikbaar zijn

Het is dus belangrijk dat een kind zich niet afgewezen voelt. Een jonge baby zoekt al

instinctief contact, bijvoorbeeld door het hoofdje richting de ouder/verzorger te

draaien. Een iets oudere baby zal lachen naar de ouder en zo blijven kinderen

contact zoeken. Kleuters vragen vaak heel veel aandacht en zoeken hun ouders veel

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 11

op. ‘Mama, kijk eens wat ik kan?!’ komt iedere moeder waarschijnlijk bekend voor..

Emotioneel beschikbaar zijn betekent niet altijd aandacht geven als een kind hierom

vraagt. Dat is soms ook niet haalbaar en kinderen kunnen er best mee omgaan als

dit even niet kan. Waar het om gaat is dat je reageert op je kind. Bijvoorbeeld door

terug te lachen naar je baby (maar ook naar je oudere kind!), en door antwoord te

geven aan je kind. Als je dit soort signalen negeert, voelt een kind zich afgewezen en

dat is (als dit vaak en/of veel voorkomt) schadelijk voor het zelfbeeld van een kind.

o Tijd voor elkaar

Een ander belangrijke bijdrage aan een goede (emotionele) band met je kind is tijd

met elkaar doorbrengen. En dat is iets wat er soms bij in dreigt te schieten. Tijd is

namelijk schaars, omdat we het vaak erg druk hebben. Veel ouders werken en een

goede balans vinden tussen werk en gezin, blijkt zo gemakkelijk nog niet. Naast

werk en gezin hebben we nog een sociaal leven, een huishouden en eigenlijk

moeten we ook nog sporten.. Al met al is dit veel; zeker als je kind probleemgedrag

vertoont.

De valkuil is dan ook om de tijd die je met je kind doorbrengt, niet daadwerkelijk

met je kind door te brengen. Maar met je gedachten bijvoorbeeld op je werk of

ondertussen je to-do-lijstje aan het afwerken.. Of, tegenwoordig ook vaak aan de

orde, ondertussen op je laptop of telefoon bezig zijn. Daarmee mis je de quality

time met je kind en die is nou juist zo ontzettend belangrijk.

Het kost veel tijd en energie om persoonlijke aandacht te schenken, die energie

hebben ouders niet altijd. Als je na een dag hard werken thuiskomt of als je een

drukke periode doormaakt, dan is het ook begrijpelijk dat je het liefste wilt

neerploffen.

Anderzijds is het ook zo dat je, door het doen van leuke dingen met je kind, zult

ervaren dat je weer energie krijgt! Daarnaast voelt je kind zich geliefd en dát zorgt

vaak voor meer gezelligheid en rust in huis.

Gerichte tijd voor elkaar hoeft niet altijd uren achter elkaar te duren. Plan om

te beginnen een vast moment per dag in, waarin je gericht tijd voor je kind (vrij)

maakt. Kijk wat goed bij jou en je kind past. Het is niet de bedoeling dat het als

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 12

een verplichting voelt, maar juist als een fijn moment voor je kind én voor

jezelf. Dit hoeft dus niet per se lang te duren, kwaliteit is belangrijker dan

kwantiteit!

1.3 Kijken naar de reden van gedrag

Het is van belang proberen na te gaan waarom een kind zich gedraagt zoals het

zich gedraagt. Het is goed om dit te doen als je kind zich ‘goed’ of gewoon

gedraagt. Waarschijnlijk doe je dan als ouder ook iets goed! Bijvoorbeeld

zorgen voor een veilige, prettige omgeving, je kind het gevoel geven dat het

gewaardeerd wordt etc.

Maar ook als je kind zich niet gedraagt zoals je dat zou willen en/of

probleemgedrag vertoont, is het belangrijk te kijken wat de reden hiervan zou

kunnen zijn.

Je kunt ervan uitgaan dat geen enkel kind er zelf (oprecht) plezier aan beleefd

om het (ongewenste) gedrag te vertonen. Ook al is het soms moeilijk te

geloven, met name als een kind je uitdaagt met een grote grijns op zijn

gezicht… Toch vinden kinderen het écht fijner als papa of mama niet boos op ze

wordt en als het gezellig is. Hier hebben ze jouw hulp dan bij nodig.

Ongewenst gedrag is eigenlijk een manier om aandacht te vragen voor wat het

kind op dat moment nodig heeft. Hoewel ongewenst gedrag niet goedgekeurd

hoeft te worden, kun je proberen het te begrijpen en te vertalen.

In de eerste plaats is het dus van belang te onderzoeken wáár het ongewenste

gedrag van een kind vandaan komt en waarom een kind gedrag blijft herhalen.

Soms kom je hier niet helemaal uit. Vaak zijn er meerdere redenen of oorzaken

van bepaald gedrag. Als je niet achter de precieze reden van het gedrag kan

komen, kijk dan wat je wél opvalt. Vertoont je kind het gedrag op specifieke

momenten? Bij bepaalde mensen wel en bij anderen niet? Wat probeert je kind

voor elkaar te krijgen? Hoe reageer jij?

Het is hierbij van belang dat je niet alleen kijkt naar ongewenst gedrag, maar ook

naar momenten waarop je kind zich goed gedraagt. Hoe komt het dat je kind

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 13

gezellig aan tafel zit, terwijl dit normaal vaak ongezellig verloopt? Gaat er wellicht

iets anders dan anders? Wat doe jij? Ben je meer ontspannen? Geef je je kind een

complimentje? Leid je je kind af door gezellig ergens over te kletsen?

Ongewenst gedrag valt vaak meer op, en daar zul je dus ook meer opletten. Dat is

zonde, want je wilt juist dat gewenst gedrag toeneemt! En als je weet wat ervoor

zorgt om dit toe te laten nemen, kun je dit vaker doen! Daar kom je achter door na

te denken over wat jij (en anderen in de omgeving van je kind) doet op zulke

momenten.

Als je een beter beeld hebt van het gedrag, kun je je kind hier beter in begeleiden.

Als je kind bijvoorbeeld steeds een driftbui krijgt als hij naar bed moet, kan dit

komen omdat je kind bang is in het donker.. Dan biedt geruststellen en een

nachtlampje uitkomst!

In veel gezinnen komt het voor dat kinderen niet willen eten, vaak bij het

avondeten. Na een ongezellige ‘maaltijd’ krijgt je kind voor het bedtijd is, toch

maar een broodje.. Het kind vindt brood lekkerder en zal warm eten blijven

weigeren. Door het geven van een broodje, houd je onbedoeld de ongezellige

sfeer aan tafel in stand. Je kind ‘wint’ daar immers iets mee (niet hoeven eten).

1.4 Ontwikkeling en verwachtingen

De ontwikkeling verloopt bij ieder kind anders. Dit hangt onder andere samen met

het land en de cultuur waarin een kind opgroeit, het karakter van het kind,

leefomstandigheden, normen en waarden, opvoedstijl van ouders en

levenservaringen die een kind meemaakt.

Er zijn ook een aantal aspecten die ieder kind en ouder doorloopt in de

ontwikkeling. Denk aan angst ervaren, loslaten, omgaan met teleurstelling,

succeservaringen opdoen, nieuwe contacten aangaan, vriendschap, conflicten

krijgen, verdriet en ga zo maar door.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 14

Sommige aspecten hiervan komen bij bepaalde leeftijden gemiddeld vaker naar

voren. Denk bijvoorbeeld aan de zogenaamde ‘peuterpuberteit’ waarin het zinnetje

‘Ik ben twee en ik zeg nee’, herkenbaar is.

Ook ervaren ouders vaak veranderingen in gedrag van hun kind, zodra deze naar de

basisschool gaat, wat soms best even slikken is voor ouders. Wel is dit heel logisch;

tijdens deze fase moeten kinderen zich veel meer zien te redden zonder hun

ouders. Ze komen in aanraking met kinderen en volwassenen met allerlei

verschillende meningen, normen/waarden en gedrag. Vaak gaan kinderen hierdoor

zelf ook wat meer experimenteren.

Veranderingen in gedrag én in de band die je hebt met je kind, horen er bij en zijn

dus normaal. Het kan jou echter wel aan het twijfelen brengen. Door veel aandacht

en tijd aan je kind te blijven besteden, kun je stappen in de ontwikkeling van je kind

sámen met je kind maken. Natuurlijk is het je kind die zich ontwikkelt, maar als

ouder kun je je ook mee ontwikkelen en zo blijven voorzien in de (wisselende)

behoeften die je kind heeft.

o Praten met je kind

Volwassenen (ouders, leerkrachten etc.) verwachten vaak van kinderen dat zij

vertellen wat er aan de hand is als er iets aan de hand is. Som kan praten over

ongewenst gedrag van je kind veel opleveren. Misschien kan je kind zelf uitleggen

wat er aan de hand is. Zo maak je je kind mede verantwoordelijk voor het

probleemgedrag en kun je samen een oplossing zoeken. Probeer niet te oordelen,

dat werkt niet motiverend voor een kind.

Soms komen kinderen een heel eind, maar vaak is vertellen wat je dwars zit heel erg

moeilijk voor een kind. Het is het proberen waard, maar je kunt een kind niet

forceren om te vertellen wat er is, dat werkt niet. Soms lukt het een kind niet uit te

leggen wat er is; dat is niet zo raar.

Een kind voelt dat er iets is en gedraagt zich daarnaar. Aan gedrag is te merken dat

er iets aan de hand is. Wij (volwassenen) vragen dan vaak wat er is en verwachten

dan ook dat een kind het vertelt. Dat lukt dus soms wel, maar vaak ook niet.

Daarvoor moet je namelijk een heleboel stappen nemen. Je moet het gevoel dat je

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 15

hebt kunnen plaatsen (ik ben verdrietig, bang, boos, voel me schuldig, maak me

zorgen etc.). Vervolgens moet je weten waar dat gevoel vandaan komt (ruzie gehad

op school, bang dat ouders doodgaan, niet eerlijk dat zusje meer aandacht krijgt

etc.). En dan moet je er ook nog de juiste woorden voor vinden en het op een

adequate wijze kunnen duidelijk maken. Dat vraagt om een heleboel vaardigheden

die bij kinderen simpelweg meestal nog niet ontwikkeld zijn. Voor veel volwassenen

is dit zelfs nog erg lastig!

Door dingen bespreekbaar te maken, leert je kind dit stapje voor stapje te

ontwikkelen. Het is dus niet het idee dat je denkt; dat kan mijn kind niet, dus ik

praat er niet over, maar wel dat je je bewust bent van datgene wat je van je kind

vraagt. Daar moet je je verwachtingen soms voor bijstellen.

1.5 Signalen herkennen

Zoals hierboven te lezen is, is écht contact hebben met je kind dus enorm

belangrijk. Dat hoeft echt niet door dagelijks zware gesprekken te voeren met je

kind; in tegendeel! Praten over dingen is voor kinderen vaak nog erg moeilijk, zoals

hierboven uitgelegd wordt.

Gelukkig is er meer dan taal alleen om je kind te kunnen begrijpen. Zo laten

kinderen in spel vaak zien waar zij mee zitten. Echter, alleen als zij zich veilig genoeg

voelen. Dus samen met je kind spelen, kan je een hoop informatie geven én het kan

een mooi moment zijn waarop je echt aandacht voor je kind hebt.

Kinderen geven veel signalen af, sommige duidelijker dan andere. Zo is huilen een

heel duidelijk signaal; daarmee geeft een kind aan verdrietig, bang of boos te zijn of

iets niet te willen. Maar door goed naar je kind te kijken en te luisteren, kun je veel

meer signalen oppikken.

Dat kan ook als je het over probleemgedrag hebt erg handig zijn. Achter veel

opstandig gedrag zit bijvoorbeeld angst of onbegrip.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 16

In bovenstaand voorbeeld geeft Max duidelijke signalen af, waar moeder op dat

moment geen oog voor heeft. Pas nadat de situatie geëscaleerd is, wordt duidelijk

wat er eigenlijk aan de hand is. Wellicht had moeder de driftbui en het verdriet

kunnen voorkomen, door even tijd te nemen om te vragen wat er aan de hand is.

Max stopte met meewerken toen moeder noemde dat hij naar de BSO moest. Door

hier aandacht aan te besteden (dus gehoor te geven aan de signalen die Max geeft),

had moeder begrip kunnen tonen en duidelijkheid kunnen geven.

Het valt echter niet mee om altijd signalen op te pikken en hier adequaat op te

reageren. Maar door hier bewust mee om te gaan en in je achterhoofd te houden

dat er vaak een reden achter bepaald gedrag zit, kun je dit oefenen. Dan zie je al

waar je wel en niet op in zou moeten gaan. Want natuurlijk vertonen alle kinderen

ook wel eens vervelend gedrag dat simpelweg begrensd moet worden.

Max moet naar school en moet zijn schoenen aan doen. Ondertussen vertelt

moeder dat hij na school naar de BSO gaat. Max reageert geïrriteerd en wil

ineens niet meer meewerken. Hij weigert zijn schoenen aan te doen. Moeder

heeft hier helemaal geen tijd voor en reageert ook geïrriteerd; ze zegt dat

Max NU zijn schoenen aan moet doen. Max wordt alleen maar bozer en

moeder ook.. Uiteindelijk krijgt Max een enorme driftbui, wat uitmondt in een

groot verdriet waarin Max snikt niet naar de BSO te willen, omdat hij dan niet

weet wie hem uit school haalt.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 17

2. Meest gemaakte fouten door ouders

Ouders hebben het beste met hun kind voor en houden ontzettend veel van hun

kind. Zij hebben dan ook alles voor ze over en doen hun best. Des te meer

frustrerend is het als het niet gaat zoals je wilt! In dit hoofdstuk beschrijven we

een aantal onderwerpen die de meeste ouders onbewust niet handig aanpakken.

Door hier bewust van te worden, zul je op een gemakkelijke manier meer voor

elkaar krijgen bij je kind.

2.1 Waarom nee niet werkt

Nee, nee en nog eens nee! Kinderen krijgen als antwoord of reactie vaak een ‘nee’.

‘Dat is toch duidelijk?’, zul je wellicht denken.. NEE dus!

Door het woord ‘nee’ vaak te gebruiken, maakt dit geen indruk meer op je kind. Op

een gegeven moment horen ze het simpelweg niet meer.. Dit gaat niet bewust,

maar gebeurt vanzelf. Zelfs bij volwassen!

Ons brein is gericht op verandering. Denk maar eens aan het verkeer; je let wel op

als je auto rijdt, maar je neemt niet al het gedrag van ander verkeer in je op. Totdat

er iets onverwachts gebeurd of er iets anders gaat dan anders, zoals een hond die

de weg over rent of een auto die plotseling op de rem gaat; dan heb je je volle

aandacht erbij!

Ditzelfde principe geldt voor kinderen die te vaak ‘nee’ te horen krijgen. Dat werkt

na een poosje simpelweg niet meer. Dan is het dus aan jou als ouder om ergens

ander mee te komen, waarmee je wél de aandacht van je kind trekt. Een goede

truc is datgene wat je wilt, om te draaien. Dus in plaats van ‘nee’ zeg je wat je wel

wilt.

Zeg bijvoorbeeld eens ‘Wat fijn dat je stopt met zeuren’.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 18

2.2 ‘Volwassenenlogica’ gebruiken

Wij, volwassenen, bekijken de wereld voor een groot deel vanuit logica. En zo

benaderen we onze kinderen ook. En dáár gaan we dus de mist is, want kinderen

hebben zo hun eigen logica! Als je kind bijvoorbeeld weigert te eten, dan gaan wij

uitleggen dat eten zo belangrijk is en gezond.. Dit zegt een kind echter vrij weinig;

hij heeft gewoon nu even geen zin in eten…

Of als je kind zijn speelgoed niet wil delen; we leggen dan uit dat dit niet aardig is en

dat hij toch wel zijn speelgoed moet delen.. Dat sluit echter niet aan op de emotie

en gedachten van het kind; namelijk ‘ík wil met mijn speelgoed spelen’.

Of ‘Je mag nu geen chips, want dan heb je straks geen honger voor het avondeten’.

Dat maakt een kind niet zoveel uit, waarom zou je kind het belangrijk vinden om

honger te hebben tijdens het avondeten terwijl hij chips toch veel lekkerder vind?

De kunst is dus om je kind op een andere manier te motiveren dan met

(volwassen)logica. Dat kun je bereiken door het belang van je kind te benadrukken

en door aan te sluiten op de belevingswereld van je kind. Kinderen hebben vaak nog

veel fantasie. Zeker tot het zevende jaar ongeveer maken kinderen weinig

onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Natuurlijk hoef je niet altijd helemaal

mee te gaan in de fantasie wereld van je kind, maar door hierop aan te sluiten kun

je soms veel bereiken. Een mooie reden om er zelf ook weer eens lekker op te los te

fantaseren ;) Want soms maakt fantasie en kunnen dromen het leven een stuk

kleurrijker; kijk maar hoe je kind ervan geniet!

“Logica brengt je van A naar B. Fantasie brengt je overal” – Einstein-

Bijvoorbeeld: ‘Je kind moet zijn schoenen aan, maar kan deze niet vinden. Hij wil

dan maar laarzen aan doen, maar dat vind jij niet goed. Je kind vindt dat maar stom

en is niet gemotiveerd om mee te zoeken.. Tót jullie veranderen in spionnen, die

onzichtbare super-zoek-brillen opzetten en zo de verdwenen schoenen opsporen!’

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 19

2.3 Onverwachts aankondigen (en verwachten dat dat werkt)

Een kind dat in zijn spel zit en plotseling zijn speelgoed moet opruimen, kan

weigeren en boos worden. Het kind geeft daarmee aan dat deze boodschap te

onverwachts komt.

Kinderen kunnen niet altijd direct (juist) reageren op een verandering. Dat heeft

ermee te maken dat kinderen situaties nog niet goed aan zien komen.

Volwassenen kijken regelmatig op de klok, plannen hun dag en weten wat er op

welk moment gaat, moet, of zou kunnen gebeuren. Voor kinderen komt dit soms

onverwachts; zij hebben tijd nodig om te ‘schakelen’. Daarbij beheersen zij nog

onvoldoende vaardigheden om hun emoties te reguleren.

Het levert enorm veel op om hier aandacht aan te besteden. Door je kind even te

waarschuwen wat je over een poosje van je kind verwacht, geef je je kind de

ruimte zich hierop voor te bereiden. Dat kan in alle situaties! Ga er niet vanuit dat

dingen logisch zijn voor je kind, bijvoorbeeld door te denken dat je kind bedenkt

dat jullie bijna gaan eten als jij aan het koken bent. Natuurlijk weet je kind dat

jullie gaan eten als jij kookt, maar dat wil nog niet zeggen dat een kind ook kan

overzien hoe lang dat duurt. Het is dus handig te benoemen wanneer het eten

bijna klaar is.

Je kunt een kind bijvoorbeeld tien minuten van tevoren waarschuwen, dan na

twee minuten nog een keer. Hoewel een kind nog niet altijd precies weet hoe lang

dit is, begrijpen ze wel dat dit bijna is. Zeker als je dit regelmatig doet. Je kunt ook

noemen hoe laat, bij wat oudere kinderen of wijzers op de klok aanwijzen bij

jongere kinderen. Een andere manier van waarschuwen van tevoren is noemen

wat je kind nog kan doen voor jullie weggaan of aan tafel gaan. Bijvoorbeeld: nog

één keer van de glijbaan en dan gaan we of nog één keer game over gaan en dan

afsluiten.

Wat ook helpt om je kind te laten stoppen met een activiteit, of bijvoorbeeld mee

naar huis te krijgen vanuit een speeltuin of andere leuke plek, is eerst contact

maken. Vanuit een positieve verstandshouding reageren kinderen beter op een

boodschap en zullen zij positiever reageren.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 20

Bij het krijgen van een onverwachte boodschap of opdracht, reageren kinderen

dus vaak afwijzend. Simpelweg omdat ze dit niet aan hadden zien komen en

omdat ze tijd nodig hebben om te schakelen. Dus even ‘in’ de belevingswereld van

je kind kruipen en vanuit dit positief contact de boodschap overbrengen, is een

simpele techniek die een hoop strijd voorkomt!

Wij (volwassenen) hebben een hoger tempo dan kinderen!

Door daar rekening mee te houden en aan te sluiten op het tempo van je kind,

voorkom je veel ongewenst gedrag!

2.4 ‘Niet’ zeggen

Het woord ‘niet’ heeft een vergelijkbaar effect als het woord ‘nee’, en toch

gebruiken ouders het woord ‘niet’ heel vaak. Logisch, want je reageert vaak op

gedrag dat zich voordoet en die reactie geef je direct en snel, zonder daar eerst lang

over na te denken. En dat moet ook; als je kind de weg over wil rennen, is directe

actie noodzakelijk en dat geldt in de meeste situaties.

Toch werkt het niet om het woord ‘niet’ vaak te gebruiken. Simpelweg om het feit

dat kinderen dit niet horen. Dat klink wellicht raar, maar is echt waar. Kinderen

horen vaak alleen het laatste deel van een zin, zeker als zij niet hun volledige

concentratie erbij hebben.

Lees de volgende zinnen maar eens hardop:

Niet op de bank springen!

Niet de weg oversteken!

Niet je vieze handen in je mond doen!

Welk gedrag kun je vervolgens verwachten? Juist; op de bank springen, de weg

oversteken en de handen in de mond..

Door het gedrag te benoemen dat je niet wilt, leg je de volledige focus van een kind

op dat gedrag. Zelfs als een kind het woordje ‘niet’ heeft gehoord, is de kans groot

dat hij het gedrag toch zal gaan uitvoeren. Dat is immers wat er nu in het hoofd van

het kind zit.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 21

Je kunt dit probleem gemakkelijk oplossen door het woordje ‘niet’ zoveel mogelijk

te vermijden. Alleen al door het niet meer zo vaak te gebruiken, zul je meer effect

merken als je het dan toch een keer gebruikt.

Wat je dus moet proberen is het gedrag te noemen dat je wél wilt van je kind op dat

moment. Zoals:

Ga zitten op de bank

Stoppen bij de weg

Handen uit je mond

Daarmee leg je de focus op het gedrag dat je wilt zien en is de kans groot dat je kind

dit gedrag ook zal vertonen.

Probeer maar eens:

Denk niet aan tomatensoep. Waar denk je nu aan? Inderdaad… ;)

2.5 Belonend reageren, ook al is dit straffend bedoeld..

Wat ouders vaak niet begrijpen is waarom kinderen bepaald gedrag steeds maar

weer blijven vertonen, terwijl ze nog zo gezegd hebben dat ze ermee moeten

stoppen…

Dat is natuurlijk ook erg frustrerend en maakt je als ouder soms moedeloos. ‘Ik kan

net zo goed tegen de muur praten’ is iets wat we van veel ouders te horen krijgen.

Het gedrag van kinderen is grofweg in te delen in gewenst gedrag en ongewenst

gedrag. Gewenst gedrag is gedrag dat we graag zien, zoals rustig in de bus zitten of

met bestek eten. Ongewenst gedrag is gedrag dat als storend of vervelend gezien

wordt. Het effect van gedrag, het gevolg ervan, bepaalt of een kind het gedrag zal

herhalen of niet. Dit effect kan van alles zijn, zoals een prettig gevoel, aandacht,

controle etc. De omgeving van het kind is hierbij een bepalende factor. Bijvoorbeeld

de manier waarop ouders reageren op bepaald gedrag. Dit reageren gebeurt

automatisch, het is onderdeel van de interactie die je hebt met je kind. Hier ben je

je vaak niet eens van bewust.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 22

Een bekende uitspraak van de beroemde communicatiewetenschapper Paul

Watzlawick is de volgende: ‘Je kunt niet niet communiceren’. Hiermee bedoelde hij

dat je altijd communiceert door middel van gedrag.

Dus zelfs als je iemand negeert, is dat een vorm van communicatie. Door middel van

dat gedrag (het negeren) wil je de ander iets duidelijk maken, bijvoorbeeld: ‘Ik stel

niet op prijs wat je doet’, of: ‘Ik ben boos op je’.

Een aantal voorbeelden van communicatie waarmee het gedrag van een kind (al

dan niet onbewust) beïnvloed wordt:

Ryan (4) struikelt over zijn knuffel en valt op zijn billen. Het ziet er grappig uit en

zijn ouders lachen erom, Ryan lacht zelf het hardst mee! Vervolgens doet hij drie

keer achter elkaar net alsof hij weer over zijn knuffel struikelt…

Anna (13) moet na 21.00 uur haar lampje uitdoen. Al drie avonden doet ze dit pas

tegen 21.30. Haar vader heeft het wel door, maar zegt niets omdat hij hoopt dat ze

zelf haar verantwoordelijkheid neemt. Anna denkt echter dat haar ouders het niet

in de gaten hebben en maakt daar graag gebruik van.

Petra (12) ratelt aan één stuk door over school. Petra vertelt elk detail, zoals dat de

docent zijn veter ging strikken tijdens Engels. De ouders van Petra laten haar

begaan, eigenlijk zijn ze blij dat Petra iets vertelt over school, want de meeste

pubers doen dat niet. Doordat Petra weinig reactie van haar ouders krijgt, blijft ze

praten, en herhaalt ze een aantal dingen. Ze heeft het idee dat haar ouders haar

niet ontvangen.

Stephan (10) vraagt een aantal keer aan zijn moeder of hij naar buiten mag. Zijn

moeder is al een tijd aan het bellen en reageert er niet op. Uiteindelijk schreeuwt

Stephan de vraag nogmaals, waarop moeder gebaart dat hij kan gaan. Stephan trekt

de conclusie: ‘de volgende keer kan ik beter direct schreeuwen in plaats van zo lang

te wachten..’

Vooral als ouders hun kind straf hebben gegeven is het soms onbegrijpelijk waarom

een kind het toch wéér doet.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 23

Meestal komt dit doordat het gedrag het kind blijkbaar toch íets oplevert, want

anders zou een kind er wel mee stoppen. Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld;

aandacht (ook al is deze negatief). Soms ervaren kinderen negatieve aandacht nog

altijd beter dan geen aandacht. Of de straf die volgt is een ‘leuke straf’ zoals naar de

eigen kamer moeten (waar een televisie staat..). Maar het kan ook een bepaald

gevoel van veiligheid geven (de reactie die volgt op het gedrag is voorspelbaar en

dus veilig).

Daarom is het advies ‘Zorg dat probleemgedrag meer een probleem voor je kind

wordt in plaats van voor jou’. Dat bereik je door na te denken over de consequentie

die volgt op het gedrag van je kind. Wat levert dit jouw kind op?

Een mooi voorbeeld is ouders die achter hun kind aanrennen als ze bijvoorbeeld

wegrennen buiten of van tafel weggaan tijdens het eten. Wat ouders vaak doen is

erachter rennen, een kind proberen te grijpen en dan nét niet snel genoeg zijn…

Kinderen gieren het dan vaak uit; dit is een enorm spannend spelletje in hun ogen

en ook lachwekkend.

Ondertussen heb jij het zweet op je voorhoofd staan en dat je kind er zo’n lol in

heeft, werkt ook niet bepaald goed op je humeur..

Wat meer effect heeft is niet achter je kind aan gaan. Benoemen dat je kind zo

bijvoorbeeld straks nog alleen aan tafel moet zitten, of dat je de toetjes opruimt als

er toch geen kind aan tafel zit, of dat er zo weinig tijd is om straks nog iets leuks te

doen. Ondertussen vertel je wel wat je van je kind verwacht (duidelijkheid). Als

verder jouw houding rustig is en er volgt dus weinig reactie vanuit jou; dan is de lol

er snel af. Dit vraagt nogal wat geduld, maar maakt wel dat het gedrag sneller

afneemt én dat het jou een stuk minder energie kost!

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 24

3. Zo verminder je opvoedstress

Wellicht heb je vóórdat je zelf ouder was, wel eens geoordeeld over andere ouders

en hun kinderen. Als je een driftige peuter in de supermarkt tekeer zag gaan of in de

bus zat en meekreeg hoe brutaal een kind antwoord gaf aan zijn moeder.. Zo wordt

mijn kind later nóóit, heb je misschien wel eens gedacht…

Tót je zelf ouder werd Nu sta je zelf wellicht wel eens met het schaamrood op je

kaken en ben je blij als je kinderen liggen te slapen en jij even helemaal niets hoeft..

Tja opvoedstress; daar heeft iedere ouder wel eens last van! Met name met

driftbuien en brutaliteit hebben veel ouders moeite. Vandaar dat we daar in dit

hoofdstuk aandacht aan besteden.

3.1 Doe wat je zegt en zeg wat je doet

Aan deze zin kan veel waarde gehecht worden. Er staat eigenlijk ‘wees consequent’

(doe wat je zegt) en ‘wees duidelijk’ (zeg wat je doet). Dit zijn basisvoorwaarden in

de opvoeding.

Dit klinkt misschien logisch, maar is voor veel ouders een valkuil! Uit frustratie of

onmacht zeg je wel eens dingen die je niet waarmaakt. Dat weet je vaak op het

moment dat je het zegt al wel.. Een aantal voorbeelden:

Micha plaagt zijn zusje steeds door haar barbies af te pakken. Ouders zeggen dat hij

op moet houden, maar hij blijft doorgaan. Vader zegt dat Micha niet mee mag naar

de bruiloft (waar ze straks met het gezin heen gaan) als hij nu niet ophoudt! In

werkelijkheid gaat het gezin, mét Micha, wel naar de bruiloft. Ouders vinden het

helemaal geen optie om niet te gaan. Ze hebben er juist zin in en uiteraard kan

Micha niet alleen thuis blijven.

Rochelle speelt buiten en wil niet komen als haar moeder haar roept. Als moeder

naar haar toe komt, rent ze gewoon weg! Moeder roept dat als ze nú niet komt, ze

nooit meer buiten mag spelen!! In werkelijkheid mag Rochelle natuurlijk ooit wel

weer buiten spelen. Nooit meer buiten spelen is geen reële straf en bovendien ook

voor moeder geen prettig vooruitzicht..

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 25

Arthur vraagt tijdens het winkelen om van alles. Hij pakt dingen en gooit ze in de

kar, terwijl moeder zegt dat hij niets krijgt. Ze legt de spullen terug in de schappen,

maar Arthur gooit het gewoon weer terug in de kar. Moeder zegt dat als hij nog één

ding pakt hij op zijn verjaardag (over twee weken) niks krijgt!

In werkelijkheid heeft moeder al cadeautjes gekocht en geniet ze er juist van om

Arthur te verassen op zijn verjaardag! Bovendien komt er ook visite met cadeautjes.

Bovenstaande reacties van ouders zijn best herkenbaar. Ik denk dat iedere ouder

wel eens met ‘dreigementen’ aan komt die niet reëel zijn. Vaak werken dergelijke

uitspraken in eerste instantie wel. Als een kind echt gelooft dat hij of zij geen

cadeautjes op zijn/haar verjaardag krijgt, dan is de kans aanwezig dat hij schrikt en

stopt met het gedrag. Het werkt echter vaak alleen voor het moment, wat dan ook

prettig is natuurlijk, maar wat je graag wilt is dat je kind leert om gewenst gedrag te

vertonen! Je wilt namelijk niet steeds corrigeren. Dreigen is dus een korte termijn

oplossing.

In bovenstaand voorbeeld gaat Micha gewoon mee naar de bruiloft, mag Rochelle

misschien de dag erna weer naar buiten en krijgt Arthur een boel mooie cadeaus op

zijn verjaardag… Zij kunnen daardoor de indruk hebben gekregen dat zij niet hoeven

te stoppen met hun gedrag als papa of mama (of juf, opa, tante etc.) dat zegt. De

consequentie die genoemd wordt, wordt immers niet uitgevoerd. Een kind neemt je

dan uiteindelijk niet meer serieus. Daarnaast weet een kind niet waar het aan toe is,

wat vaak leidt tot juist méér ongewenst gedrag.

Het is dus de moeite waard om stil te staan bij de consequentie die je geeft naar

aanleiding van gedrag van je kind. Als het voor een kind duidelijk is wat er gebeurd

als hij of zij niet luistert (of gedrag juist wel of niet vertoont), zal een kind beter

luisteren. Dat wordt pas écht duidelijk voor een kind als het kind ervaart hoe het

gaat.

In bovenstaande voorbeelden zouden dat de volgende consequenties kunnen zijn:

Micha moet vijf minuten op de trap zitten. Vervolgens sorry tegen zijn zusje zeggen

en zelf iets kiezen om te doen. Als hij vervolgens toch weer plaagt, moet hij

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 26

opnieuw vijf minuten op de trap zitten. Door samen te bedenken wat hij kan gaan

doen, help je hem om niet weer te gaan plagen.

Rochelle mag een dag(deel) niet buiten spelen. De eerstvolgende keer dat zij weer

buiten mag spelen, maakt moeder van tevoren duidelijke afspraken met haar.

Met Arthur maakt moeder duidelijke afspraken (waarbij ze hem op kindhoogte

aankijkt zodat de boodschap goed overkomt). Arthur mag helpen boodschappen die

ze wél nodig hebben in de kar te leggen. Eventueel mag Arthur als hij goed heeft

geholpen (en geluisterd) een toetje, iets drinken, broodbeleg, pastasaussmaak of

wat dan ook uitkiezen.

Doen wat je zegt en zeggen wat je doet geldt zowel voor negatieve als positieve

consequenties. Dus zowel de consequentie die je geeft als je kind ongewenst gedrag

vertoont (als je je bord niet leeg eet, krijg je geen toetje), als de belofte die je doet

als je kind gewenst gedrag vertoont (als je een kwartier zelf speelt, gaan we daarna

samen een spelletje doen). Zo weet je kind waar het aan toe is en zo maak je het

haalbaar voor jezelf om consequent te zijn.

3.2 Negeren

Bij ongewenst kun je ervoor kiezen dit te negeren. Dit kan een goede reactie zijn als

een kind je probeert uit te dagen en als het niet nodig is direct straf te geven.

Immers kan te vaak straffen een negatief effect hebben (ook op de lange termijn).

Ook kom je door op elk gedrag in te gaan, snel in een negatieve spiraal terecht. Je

kind doet iets wat niet mag, jij reageert negatief, je kind reageert negatief op jouw

negatieve reactie en daar reageer jij weer negatief op. Daarom kan het soms goed

zijn gedrag te negeren; dat is soms lastig, maar levert je uiteindelijk meer energie op

en maakt dat het ongewenste gedrag sneller stopt dan wanneer er steeds een

(negatieve) reactie op volgt.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 27

Met bepaald gedrag wil een kind een reactie bij je uitlokken. Het is handig te

bedenken waarom een kind dit doet, is er bijvoorbeeld eigenlijk iets anders aan de

hand? Voelt je kind zich niet prettig? Heeft je kind moeite zich te uiten? Als je dit

weet, kun je beter reageren. Het wil echter niet zeggen dat je het ongewenste

gedrag hoeft te accepteren; zo leert een kind immers geen ander gedrag aan.

Wanneer je gedrag wel of niet negeert hangt samen met jouw eigen normen en

waarden en met je opvoedingsstijl. Trek hier duidelijke grenzen in en houd je hier

ook aan. Als jij ‘stomme moeder’ nog wel door de vingers kan zien, kun je ervoor

kiezen dit te negeren. Als dit over jouw grens gaat, kun je hier wél op reageren en

eventueel een consequentie geven.

Waar jouw grens ligt kan alleen jijzelf bepalen! Wat hierbij belangrijk is, is dat je hier

bewust mee omgaat. Wat is je doel? Wat wil je bereiken?

Negeren werk dus vooral goed als je kind bewust een reactie bij je probeert uit te

lokken. Gedrag waarvan je kind weet dat je het niet goedkeurt. Ook is het belangrijk

dat je niet je kind als persoon negeert, maar het gedrag dat je niet wilt negeert. Dus

als je kind weer positief gedrag laat zien, dan kun je daar weer op reageren. Zo

merkt je kind heel duidelijk effect; namelijk op leuk gedrag volgt een leuke reactie

en op niet leuk gedrag volgt geen reactie. Dan maken kinderen vaak de draai naar

positief gedrag snel weer.

3.3 Voorkom driftbuien en woedeaanvallen

Een driftbui of woedeaanval; iedere ouder wordt er wel eens mee geconfronteerd.

Met name peuters zijn hier goed in, maar ook kleuters kunnen er nog wat van.

Normaal gesproken nemen driftbuien vanaf de basisschoolleeftijd ook weer wat af.

Naarmate kinderen ouder worden leren zij meer vaardigheden aan en worden zij

ook verbaal sterker. Met andere vaardigheden en een grotere woordenschat,

kunnen zij zichzelf duidelijk maken zonder daarbij al hun pure emotie eruit te

gooien. Bij sommige kinderen, met name sommige kinderen met een psychiatrische

stoornis, houden deze woedeaanvallen langer aan.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 28

En een driftbui komt helaas nooit goed uit… Zeker niet als je even snel

boodschappen aan het doen bent, als je de deur uit moet of als je zelf even niet zo

lekker in je vel zit. Daar houden kinderen helaas geen rekening mee.

Belangrijk is dat je ingaat op het gedrag dat je kind laat zien en dat je dát begrenst.

En dus niet de emotie die het kind op dat moment ervaart. Boos zijn mag namelijk;

heel boos zijn ook. Keihard schreeuwen, met dingen gooien en anderen pijn doen,

dát wil je niet.

Een driftbui komt meestal omdat een kind iets moet wat het niet wil of omdat het

iets wil wat niet mag of kan/lukt.

Een driftbui voorkomen begint met het tonen van begrip. Dat is iets anders dan het

gedrag goedkeuren! Begrip tonen wil zeggen dat je laat merken aan je kind dat je

hem begrijpt. Dit doe je door te benoemen wat er gebeurd en wat dat voor je kind

betekent. Bijvoorbeeld: ‘ik snap dat je heel graag nu buiten wilt spelen en dat je het

jammer vind dat dat nu niet mag.’ Of: ‘Ik merk aan je dat je helemaal geen zin hebt

om mee te gaan naar de winkel en dat je het niet eerlijk vindt dat je oudere zus niet

mee hoeft’.

Dit noemen we een gevoelsreflectie geven. Een gevoelsreflectie is niets anders dan

het gevoel van je kind benoemen in je eigen woorden.

Als een kind zich begrepen voelt en erkenning krijgt voor zijn gevoel, geeft dat vaak

al een stukje rust. De techniek van het geven van gevoelsreflecties is een hele

efficiënte. Je kind voelt zich serieus genomen én het draagt bij aan jullie onderlinge

band (jij doet immers moeite om je kind te begrijpen en toont dit begrip).

Verder helpt het om te noemen wat er wel mag of kan. Dus bijvoorbeeld wanneer

een kind wel mag buiten spelen of dat hij mag kiezen of hij in de winkel in een kar

mag zitten of een mandje mag trekken. Voor een kind kan een gebod of verbod

voelen als het einde van de wereld. Dat komt omdat een kind leeft in het nu en op

dít moment niet krijgt wat hij wil of iets moet doen wat hij niet wil. Door uit te

leggen wanneer het wel kan of een keuze te geven, krijgt het kind weer enige

controle over de situatie en dat kan helpen.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 29

Tot slot is het heel belangrijk, maar ook erg lastig soms (!), om zelf rustig te blijven.

Door kalm te blijven en dit uit te stralen, zal je kind ook sneller kalmeren. Door zelf

ook geïrriteerd te reageren, te schreeuwen of juist heel nerveus te worden, zal de

onrust alleen maar toenemen.

Ook krijgt je kind dan veel gedaan met een driftbui. Als een kind consequent ervaart

dat het niet veel zin heeft om ontzettend boos te worden, zal dit uiteindelijk

afnemen. Natuurlijk niet in één keer en helemaal, want het zijn emoties die spelen

en niet per se gedrag om iets voor elkaar te krijgen.

Wel is het zo dat een kind snel leert met een driftbui iets voor elkaar te krijgen als

dit soms het geval is. Als je bijvoorbeeld in de winkel bent en je kind wil iets hebben

en jij zegt dat dat niet mag, dan moet je je daar ook aan houden. Als een kind dan

namelijk een driftbui krijgt en jij geeft het kind dan toch maar wat hij wilt, dan zal je

kind dit een volgende keer gaan inzetten.

Hoewel het soms verleidelijk is om dit wel te doen, hoe vervelend is het immers als

je kind zo tekeer gaat in de winkel?! Toch loont het om niet toe te geven, daarmee

zullen driftbuien niet ingezet worden om iets voor elkaar te krijgen.

Bedenk eens wat jou helpt als je boos, chagrijnig of geïrriteerd bent.. Iemand die

nog wat olie op het vuur gooit? Iemand die van alles van jou gaat eisen op dat

moment? Of iemand die rustig blijft?

3.4 Voorkom brutaal gedrag

Brutaal gedrag is iets waar alle ouders, in meer of mindere mate, mee

geconfronteerd worden. Brutaliteit is een breed begrip. Daarom is het van belang

eerst helder te hebben wat dit bij jullie thuis inhoudt. Door dit duidelijk te hebben,

kun je dit namelijk ook duidelijk naar je kind uitleggen.

Soms is de grens tussen brutaliteit en assertief gedrag niet heel duidelijk. De meeste

ouders willen dat hun kinderen leren voor zichzelf op te komen en een beetje

bijdehand zijn wordt ook vaak wel gewaardeerd.

We stimuleren kinderen de wereld te ontdekken, een mening te vormen, zelf na te

denken en een zelfstandig, autonoom mens te worden. Tegelijkertijd verwachten

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 30

we van kinderen dat ze gehoorzaam zijn en aannemen en doen wat wij zeggen. Dit

is een tegenstrijdige boodschap.

Dat wil niet zeggen dat je dus, in jouw ogen, brutaal gedrag maar moet accepteren,

maar wel dat je je bewust bent van hetgeen we onze kinderen leren. Het is vrij

logisch dat de grens voor kinderen niet vanzelfsprekend duidelijk is.

Door aan je kind uit te leggen wat jij brutaal vindt, stel je grenzen. Dan kun je je kind

er ook gemakkelijker op aanspreken als hij deze grens overgaat en dus wel brutaal

is.

Brutaliteit is gedrag dat soms lastig te corrigeren is. Wat hierbij helpt zijn afspraken.

Maak met je kind(eren) bespreekbaar hoe jullie als gezin met elkaar omgaan.

Bedenk van tevoren wat jij/jullie als ouders een passende consequentie vinden als

je kind toch brutaal is. Bijvoorbeeld even ergens alleen moeten zitten (time out), in

plaats van in de woonkamer waar het gezellig is. Dit kun je ook letterlijk zo

benoemen: ‘Hier is het gezellig. Jij bent nu brutaal en dat vind ik niet gezellig.

Daarom ga jij nu op de gang zitten. Als jij ook weer vriendelijk kunt praten kun je

terug komen’. Zo maak je het brutale gedrag een probleem van jouw kind; hij heeft

er last van even niet in de kamer te mogen zijn.

Zoals eerder genoemd reageren kinderen vanuit emotie. Daar kun je als ouder op

inspelen. Als jij iets tegen je kind zegt, maakt het veel uit hóe je dit zegt. Met een

vriendelijke, rustige benadering is de kans op een vriendelijke, rustige reactie vele

malen groter.

Ouder: ‘Sjongejonge, je hebt wéér de deur niet achter je kont dicht gedaan!!’ Kind:

‘Nou en?!’

of:

Ouder: ‘Je bent vergeten de deur achter je dicht te doen’. Kind: ‘O ja..’

Soms is voorkomen van brutaal gedrag lastig, met name als het een soort gewoonte

is geworden en hierdoor veel negativiteit ontstaan is.

Ook hier geldt weer dat het ongewenste gedrag het snelst afneemt als het

gewenste gedrag beloond wordt. Dat is natuurlijk best lastig als je het hebt over

brutaliteit. Het is immers normaal als een kind gewoon antwoord geeft of reageert

en niet brutaal. Toch levert het veel op door dit te benadrukken.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 31

Bijvoorbeeld in situaties waarin je kind meestal brutaal reageert. Als dit dan niet het

geval is, kun je dat benoemen en bijvoorbeeld een complimentje geven. Het kan

ook helpen dit voor te bespreken. Als je kind bijvoorbeeld (bijna) altijd brutaal

reageert als jij zegt dat de computer of televisie uit moet, dan kun je vóór dat je

kind deze aanzet benoemen dat je wilt dat hij op een gewone manier reageert als jij

zegt dat ie uit moet (dus vriendelijk, rustig en niet brutaal). Als dit dan lukt, kun je je

kind hiervoor belonen.

Het kan ook helpen om een beloningsplan te maken, waarmee je het gewenste

gedrag (niet brutaal, dus vriendelijk praten/reageren) benadrukt. Hier kun je voor

kiezen als je het gedrag echt als een probleem ervaart en als andere manieren van

ermee omgaan niet geholpen hebben. In bijlage 1 lees je uitgebreid hoe je dit aan

kunt pakken.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 32

4. Realistische verwachtingen

In het eerste hoofdstuk staat al beschreven dat je je verwachtingen moet aanpassen

aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van jouw kind. Dit hoofdstuk gaat over

realistische verwachtingen. Door goed aan te sluiten op je kind, weet je wat je (al)

wel van je kind kan verwachten en wat (nog) niet. Daarmee kun je een boel

probleemgedrag voorkomen!

Bij sommige dingen die je van je kind verwacht heeft je kind wellicht nog hulp

nodig. Dat zal je kind je niet letterlijk vertellen, maar blijkt vaak uit gedrag. Een veel

voorkomende reactie op ongewenst gedrag of probleemgedrag is dit afkeuren.

Daardoor ontstaat strijd en het lost het probleem vaak niet op. Daarom is het goed

stil te staan bij datgene wat jij van je kind vraagt of verwacht en de reactie van jouw

kind hierop.

4.1 Gewenst gedrag voordoen

Jij bent de belangrijkste persoon voor jouw kind.

Leren begint met imiteren. De eerste pogingen tot nadoen moeten beloond

worden, ook al zijn ze niet helemaal goed gegaan. Vaak gaat dit vanzelf, want een

kind dat gedrag of handelingen nadoet vinden we vaak aandoenlijk. Zoals een

peuter zijn eerste woordjes uitspreekt, ook als deze nog niet ‘volmaakt’ zijn,

belonen we deze vaak met een enthousiaste reactie.

Dit is een aspect om je als ouder of opvoeder bewust van te zijn. Het geldt

andersom echter ook! Zo hoor ik wel eens ouders tegen hun kinderen schreeuwen,

dat ze niet zo moeten schreeuwen!! Een dubbele boodschap eigenlijk; een ouder

schreeuwt namelijk zelf en doet hiermee het ongewenst gedrag voor. De boodschap

is echter dat een kind niet moet schreeuwen…

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 33

4.2 Wat kan jouw kind?

Om te weten wat je wel en niet van je kind kunt verwachten, moet je weten hoe

jouw kind in elkaar zit en wat sterke en minder sterke punten van jouw kind zijn.

Natuurlijk (en gelukkig ) is ieder kind uniek. Dat maakt realistische verwachtingen

echter lastiger; dingen die het ene kind goed kan, zijn voor een ander kind erg

moeilijk.

Zo zijn sommige kinderen snel met hun taalontwikkeling, waardoor ze zichzelf

verbaal duidelijk kunnen maken. Terwijl andere kinderen van nature veel overzicht

hebben en hierdoor in tien minuten hun kamer hebben opgeruimd. Weer een ander

kind is zelfstandig en kleed zich met vier jaar al helemaal zelf aan, terwijl een ander

kind van acht hier nog hulp nodig bij heeft.

Het is dus belangrijk om te kijken wat sterke en minder sterke kanten en

vaardigheden van jouw kind zijn en daar verwachtingen op aan te passen.

Ook dien je je verwachtingen aan te passen aan gedrag en eventuele

gedragsstoornis van je kind. Hoewel geen kind hetzelfde is, kunnen er wel algemene

kenmerken overeen komen. Daarom hebben we hieronder in het kort veel

voorkomende gedragsstoornissen beschreven.

o ADHD

Kinderen met ADHD hebben moeite om de wereld om hen heen te ordenen. Ze

zijn geneigd overal op te reageren en hebben moeite zich te concentreren. Deze

kinderen gaan overal enthousiast op af.

Vaak zijn de kinderen overbewegelijk. Er is vaak sprake van impulsief gedrag, soms

gaat dit gepaard met agressie en luidruchtigheid. Bovendien is hun aandacht

vluchtig. Hierdoor wordt auditieve informatie (gesproken informatie) minder goed

onthouden dan auditieve informatie in combinatie met visuele informatie.

Kinderen met ADHD zijn vaak lieve, gevoelige kinderen, vanwege hun gedrag

krijgen zij vaak negatieve reacties vanuit hun omgeving. Het is belangrijk om de

positieve kanten van het kind te benadrukken, dat zorgt voor een beter gevoel en

meer rust voor het kind. Dit is soms echter best moeilijk.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 34

Goed om rekening mee te houden (en je verwachtingen eventueel op aan te

passen ) is dat kinderen met ADHD tijd moeilijk kunnen inschatten. Ook hebben

zij meer moeite om zich op een natuurlijke manier aan te passen aan hun

omgeving. Ongelukjes zitten voor kinderen met ADHD niet in een klein hoekje,

maar in elk hoekje ;) Veel van het gedrag dat soms als vervelend wordt ervaren, is

niet bewust vervelend bedoeld.

o Autisme

De hoofdkenmerken van deze stoornis zijn beperkingen in de sociale interacties,

beperkingen in de communicatie, beperkte en zich herhalende stereotype

patronen van gedrag/belangstelling en activiteiten. Kinderen met ASS hebben

moeite met het grote geheel te overzien en daar de juiste betekenis aan te geven.

Het gevolg is dat de wereld er voor hen chaotisch uit ziet. Dat leidt vaak tot

onaangepast gedrag, bijvoorbeeld heel veel aandacht eisen en dominant aanwezig

zijn of juist minimaal aanwezig zijn; teruggetrokken en moeilijk te bereiken.

Daarnaast is het plannen en organiseren van taken een probleem; een kind met

autisme weet vaak niet wie, wat, waar, wanneer en hoe. Ook hebben kinderen

met ASS moeite met het invoelen en begrijpen van andere mensen.

Het inzetten van pictogrammen is zeer nuttig bij kinderen (en volwassenen) met

autisme.

Pictogrammen kunnen kinderen met Autisme helpen de omgeving en de tijd te

structureren. Hier hebben zij veel behoefte aan. Als dingen onduidelijk zijn of als

het kind vragen heeft, kan een kind behoorlijk onrustig zijn. Er is dan vaak moeilijk

contact te krijgen.

Als dingen wél duidelijk zijn, zit een kind met Autisme lekkerder in zijn of haar vel.

Als de omgeving van een kind met Autisme ‘autismevriendelijk’ is, is een kind met

Autisme meestal ook vriendelijk.

Handig om rekening mee te houden, en verwachtingen op aan te passen, is het

daadwerkelijk niet vanzelfsprekend begrijpen van andere mensen en/of situaties.

Bij kinderen met Autisme is er vaak sprake van onmacht en niet van onwil. Ook is

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 35

het handig deze kinderen extra tijd te gunnen om te schakelen; dit is iets waar zij

vaak moeite mee hebben.

o PDD-nos

PDD-nos is een autisme aanverwante stoornis. Kinderen met PDD-nos hebben

veelal sociale problemen, ze ervaren moeite in de omgang met anderen. Er is wel

sprake van contact en communicatie, maar dit gebeurt meestal op een wat

onhandige manier. Niet voor niets worden kinderen met PDD-nos vaak ‘sociaal

onhandig’ genoemd. Ze hebben weinig begrip en gebruik van non-verbale

signalen. Ook zijn deze kinderen vaak veeleisend en kunnen dwingend overkomen.

Kinderen met PDD-nos kunnen de sociale omgeving niet in goed perspectief zien.

Ze kunnen gebeurtenissen maar moeilijk in de goede tijd plaatsen. Daarom

hebben veel kinderen met PDD- nos moeite met een gebeurtenis, die misschien

pas over een maand plaatsvindt. De hele maand wordt hun gedrag dan beïnvloed

door deze op zich misschien niet eens belangrijke gebeurtenis.

Een ander belangrijk kenmerk van PDD-nos, evenals van klassiek autisme, is dat

taal veelal letterlijk genomen wordt. Dit kan soms grappige situaties opleveren.

Het kan echter ook voor vervelende situaties zorgen. Een kind dat niet begrijpt wat

er bedoeld word, kan onzeker en gefrustreerd raken. Ook bijvoorbeeld als anderen

moeten lachen om een grapje, waar het kind niets van begrijpt.

Goed om rekening mee te houden, en verwachtingen op aan te passen, is de

duidelijkheid waar deze kinderen baat bij hebben. Alle kinderen vinden het prettig

om te weten waar ze aan toe zijn, maar voor kinderen met PDD-nos is dit extra

belangrijk. Ook valt op dat ze vaak snel ‘patronen’ maken van gedrag en/of

situaties. Als een kind normaal melk drinkt bij het eten en voor één keer ranja

mag, kan dit de volgende dag voor enorme strijd zorgen. Het kind snapt dan niet

waarom hij dan geen ranja mag. Het omgaan met uitzonderingen kan dus lastig

zijn; als je dit wel een keer doet (wat natuurlijk nooit helemaal te voorkomen is),

leg dit er dan duidelijk bij uit.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 36

o Hechtingsstoornis

Een kind zoekt instinctief contact om te kunnen overleven, normaal gesproken

reageert een ouder hierop en wordt aan de (basis)behoefte van het kind voldaan.

Dan is er sprake van gehechtheid. Soms gaat er echter iets anders in de

ontwikkeling van het kind of komen er onverwachte situaties voor, zoals we ook in

hoofdstuk 1 beschreven hebben. Een moeder is bijvoorbeeld, om wat voor reden

dan ook, (tijdelijk) niet in staat optimaal voor het kind te zorgen. Of een ander

belangrijk persoon valt weg uit het leven van het kind of een kind verhuist vaak

naar andere plaatsen. Zo zijn er meer voorbeelden te bedenken.

Het kind ontwikkelt onvoldoende vertrouwen en kan zich niet juist binden;

kinderen kunnen dan onveilig gehecht raken. Dit leidt vaak tot ongewenste

gedragingen en gevoelens (angst, agressie, onbegrip, eenzaamheid etc.).

Handig om rekening mee te houden en verwachtingen op aan te passen, is dat een

basisgevoel van veiligheid kan ontbreken. Dat maakt de wereld onvoorspelbaar en

ook mensen onvoorspelbaar of zelfs onbetrouwbaar, in de beleving van het kind.

Het is dus belangrijk dat wat je van een kind vraagt, duidelijk en voorspelbaar is.

Als het kind opstandig reageert, kan dit komen doordat het beangstigend is voor

het kind.

o Angst/stemmingsstoornis

Ieder kind is wel eens bang of angstig, dat is normaal en hoort bij het opgroeien. Er

zijn verschillende soorten angst. Als pathologische angst bij kinderen niet kan

worden toegeschreven aan (onderdeel van) andere stoornissen of een lichamelijke

oorzaak, kan de diagnose angststoornis gesteld worden door een psychiater.

Kinderen met deze stoornis zijn alert, onrustig, angstig en voelen zich niet veilig.

Bij een stemmingsstoornis is er sprake van een verstoorde (grond)stemming. Hier

valt bijvoorbeeld depressie onder. Voor kinderen met een dergelijke stoornis, is

het belangrijk om aandacht te besteden aan wat wel goed gaat. Het gaat vaak

beter met deze kinderen als ze zich meer ontspannen en veilig voelen. Dat zorgt

voor rust.

Daar kun je dus je verwachtingen op aanpassen. Als een kind boos, opstandig of

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 37

afwerend reageert, kan het simpelweg teveel gevraagd zijn. Dan kan het helpen

extra hulp te bieden, bijvoorbeeld door iets samen te doen.

4.3 Opvoeden is niet altijd leuk

Ook is het goed eens stil te staan bij jouw idee over ouder zijn in het algemeen.

Tegenwoordig voeden de meeste ouders autoritatief op. Dat houdt in dat ze tussen

permissief (toegevend) en autoritair inzitten. Begrippen als betrokken, begripvol,

controlerend en grenzenstellend horen hierbij.

De meeste ouders vinden het belangrijk dat het gezellig is thuis en dat ze goed met

hun kinderen kunnen opschieten. Sommige ouders noemen hun kind liefkozend

hun ‘vriendje’.

Natuurlijk is er niets mis mee te streven naar gezelligheid en een vriendelijke

manier van met elkaar omgaan. Als ouder moet je je echter wel beseffen dat

opvoeden niet altijd leuk en gezellig is. Het is namelijk heel normaal en onderdeel

van opvoeden om af en toe streng te moeten zijn of straf te moeten geven.

Kinderen hebben behoefte aan duidelijke grenzen en zoeken deze grenzen soms (of

vaak) op. Een ouder moet deze grenzen dus aangeven en reageren op

grensoverschrijdend gedrag. Kinderen zijn er niet op uit om jou persoonlijk te

pesten, kwetsen of irriteren, maar dit is wel hoe het soms kan voelen als ouder.

Dan kan het helpen om je te realiseren dat je kind het soms nodig heeft om

duidelijke grenzen te ervaren. Door deze te geven ben je een goede ouder, ook als

dat betekent dat het af en toe niet heel gezellig is.

Het belangrijkste is dat je kind wel altijd de kans krijgt zichzelf te corrigeren. Dus als

je kind een grens over is gegaan en je hebt hier een consequentie (of straf) op laten

volgen, dan is de laatste stap het weer goed maken. Dan is er weer ruimte voor

gezelligheid.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 38

5. Gedrag positief beïnvloeden

Je hebt ondertussen al een heleboel informatie gelezen waarmee je opvoeden

leuker en gemakkelijker kunt maken. Hopelijk begrijp je bepaald gedrag van je kind

en van jezelf al beter.

Door bijvoorbeeld een goede band te creëren met je kind, heb je automatisch al

positiever contact met je kind. In dit hoofdstuk gaan we in op manieren waarmee je

het gedrag van je kind op een positieve manier kunt beïnvloeden.

5.1 Belonen

Er zijn grofweg drie reacties die je een kind geeft op zijn gedrag. Dat zijn ‘Belonen,

Straffen en Negeren’. In hoofdstuk drie staat uitgelegd wat negeren inhoudt en

wanneer dit een passende reactie is. Hier gaan we uitgebreider in op straffen en

belonen.

Belonen werkt beter dan straffen. Zoals eerder genoemd in dit boek, werkt het

namelijk beter om de focus te leggen op gedrag dat je wél wilt dan op gedrag dat je

niet wilt. Door gewenst gedrag te belonen, zal een kind dit gedrag meer/vaker gaan

vertonen; er volgt immers een fijne reactie op!

Belonen kan op allerlei manieren. Het gaat erom dat er een positieve reactie volgt

op het (gedrag van het) kind. Een glimlach, een duim omhoog, een cadeautje, een

dikke knuffel en ga zo maar door.

Als er sprake is van ongewenst gedrag dat langere tijd aanhoud en waarbij op een

‘gewone’ manier reageren niet (voldoende) werkt, dan kun je kiezen om een

zogenaamd beloningsplan te maken voor jouw kind. In bijlage 1 staat uitgebreid

beschreven hoe je dit aanpakt!

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 39

o Complimentjes geven

Een krachtige en effectieve manier van belonen is het geven van complimentjes.

Door een compliment te geven op momenten dat een kind lief aan het spelen is,

word dit gedrag beloond. Een kind voelt zich goed als het complimenten krijgt en zo

word gewenst gedrag gestimuleerd.

Het is echter niet alleen voordelig dat het gewenste gedrag toeneemt en ongewenst

gedrag afneemt, ook het zelfvertrouwen van kinderen neemt toe. Kinderen die straf

krijgen voelen zich afgewezen.

5.2 Straffen

Belonen is dus de meest efficiënte manier om gedrag toe te laten nemen. Soms is

straf geven echter nodig, bijvoorbeeld als een kind grenzen overschrijd. Dat doet

ieder kind wel eens en is heel normaal. Het is dan ook heel normaal dat je als ouder

af en toe straf moet geven. Dat heeft alles te maken met grenzen geven. Soms

voelen ouders zich schuldig als zij ‘streng’ zijn of hun kind straffen. Door een kind

een duidelijke grens te geven, bied je echter juist wat een kind soms nodig heeft.

Straffen heeft alles te maken met begrenzen en aan de duidelijkheid en begrenzing

van ouders hebben kinderen veel behoefte.

Met begrenzen wordt bedoeld dat je je kinderen duidelijk aangeeft wat er van

hen verwacht wordt. Met andere woorden, wat wel mag en wat niet mag.

Kinderen weten vaak goed wat de regels zijn in en om huis, het is aan jou om

deze regels te bewaken. Hoewel de meeste kinderen niet letterlijk zullen

zeggen dat ze het fijn vinden als er duidelijke regels zijn, is dit wel het geval.

Kinderen zijn volop in ontwikkeling en er gebeurd enorm veel in hun hoofdjes.

De wereld om hen heen is al onvoorspelbaar genoeg en soms lastig te

begrijpen. Daarom is het voor kinderen fijn als ouders hierin orde scheppen

door regels uit te leggen en grenzen te stellen.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 40

Ook kinderen die zeuren zijn vaak op zoek naar een duidelijke grens. Ze zullen

doorgaan totdat je ze een duidelijke grens aangeeft.

Waar de grens ligt is voor iedere ouder persoonlijk. Iedereen heeft eigen

gewoonten en geeft deze door aan zijn of haar kind. Het belangrijkste is dat de

regels helder zijn en dat ze consequent worden nageleefd. Het is verwarrend voor

een kind als iets de ene keer wel geaccepteerd word en een andere keer niet. Dat

zorgt voor onrust.

Regels worden niet altijd als ‘regels’ gezien, het gaat hier ook over gedrag dat

wel of niet getolereerd wordt, zoals rekening houden met elkaar.

Het is belangrijk dat duidelijk is voor het kind waarom het straf krijgt en dat het kind

weet dat het zelf niet stout is, maar stout doet.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 41

Keur dus niet je kind als persoon af, maar het gedrag dat je kind op dat moment

vertoont. Je doet dit door het ongewenste gedrag te benoemen, bijvoorbeeld ‘ik

vind het onaardig dat je speelgoed afpakt, in plaats van ‘jij bent onaardig. Door het

gedrag af te keuren en niet je kind zelf, geef je de mogelijkheid om het gedrag te

veranderen. Als je zegt dat een kind niet aardig is (en vooral als dit vaker gezegd

word) dan zal een kind dit op een gegeven moment zo gaan ervaren. Gevolg is dat

een kind minder gemotiveerd is om zich anders te gedragen. Onbewust kan een

kind gaan denken dat het toch niets uitmaakt, want ‘ik ben nou eenmaal niet

aardig’. Als een kind vaak gestraft wordt en weinig beloond, dan krijgt het kind een

minderwaardig gevoel en neemt het zelfvertrouwen af.

Wordt een kind juist vaak beloond en minder vaak gestraft, dan zal het

zelfvertrouwen toenemen. En een kind met vertrouwen in zichzelf zit lekker in zijn

vel. Dat zorgt ervoor dat een kind prettiger in de omgang is, gemotiveerder om te

luisteren en zich beter staande kan houden.

Een straf waar veel ouders voor kiezen is het geven van een time-out. Dit kan

goed werken; ook bij jonge kinderen. Het betekent dat je een kind verplicht

even uit de situatie te gaan. Dat werkt vaak goed, omdat het een kind niet altijd

zelf lukt te stoppen met het ongewenste gedrag. Door een kind uit de situatie

te halen, doorbreek je het gedrag. Het is aan te raden een vaste plek te hebben

waar het kind heen moet als je een time out geeft. Bijvoorbeeld op de trap, op

een stoeltje in de keuken of gang etc.

Kijk altijd eerst of je kind er zelf heen gaat als jij dit zegt, als dit niet het geval is

kun je je kind bij zijn hand pakken en naar de time-out plek toe brengen. Vertel

aan je kind waarom hij hier nu moet zitten en hoe lang (meestal twee minuten).

Het kan helpen om een wekkertje te zetten, zodat het duidelijk is wanneer de

tijd voorbij is. Vervolgens ga je naar je kind toe (je kind dus niet naar jou). Vraag

aan je kind of hij nog weet waarom hij hier zit. Als hij iets bij een ander heeft

gedaan (pijn, schelden, stuk maken etc.). dan kun j ervoor kiezen je kind

excuses aan te laten bieden. Als het weer lukt, kun je je kind van de time-out

plek af laten komen. Doe dit als het ook klaar is; het is belangrijk dat je kind de

kans krijgt zijn gedrag aan te passen. Na een time out maak je een ‘nieuwe

start’ en moet je dus als ouder niet meer boos blijven op je kind.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 42

5.3 Alternatieven bieden voor ongewenst gedrag

Als je een kind vertelt dat het iets niet mag (doen), is het handig erbij te vertellen

wat het kind wél mag (doen). Op die manier geef je een alternatief voor het

ongewenste gedrag, namelijk het gewenste gedrag. Daar hebben kinderen behoefte

aan. Een kind wil graag weten wat er verwacht word. Door het ongewenste gedrag

te corrigeren weet het kind wat het niet moet doen. Door vervolgens het gewenste

gedrag te benoemen, weet het kind wat het wel mag doen. Hier volgt een

voorbeeldsituatie:

In bovenstaande voorbeelden worden alternatieven gegeven voor het ongewenste

gedrag, waardoor de kans groot is dat het ongewenste gedrag sneller stopt.

Nina (10) rent druk door de woonkamer. Ze schopt een paar keer tegen haar bal.

Moeder zegt dat ze dit niet mag doen. Nina doet het vervolgens weer. Moeder

maakt contact met Nina en zegt dat ze niet in huis mag voetballen. Ze mag wel

haar schoenen aandoen en even in de tuin gaan voetballen.

Thijmen (4) zet de kraan in het toilet hard open waardoor het water alle kanten

op spettert. Vader zegt dat dat niet mag en laat Thijmen al het water

droogmaken. Dan vraagt hij of Thijmen wil afwassen; dán mag hij namelijk wel

met water spelen en knoeien.

Lynn (7) schreeuwt tegen haar broertje dat hij van haar speelgoed af moet

blijven. Moeder zegt dat ze niet zo moet schreeuwen. Moeder vraagt of Lynn

het ook op een vriendelijke toon kan vragen, omdat haar broertje daar ook

beter naar luistert.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 43

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 44

6. Controle hebben en houden

Je hebt nu veel informatie opgedaan over opvoeden. Nu is het zaak dat je dit gaat

toepassen en vast blijft houden. Om dit voor elkaar te krijgen (en te houden)

bespreken we in dit hoofdstuk een aantal onderwerpen die hierbij belangrijk zijn.

6.1 Consequent zijn

“Zeg wat je doet, en doe wat je zegt.”

Daar is die zin weer. Zoals gezegd is dit een ontzettend belangrijk aspect van

opvoeden. Het begint met een goede band met je kind en vanuit dit contact is

zeggen wat je doet en doen wat je zegt zo’n beetje de basis van opvoeden. Dit

klinkt misschien logisch, maar is voor veel ouders een valkuil! Uit frustratie zeg

je wel eens dingen die je niet waarmaakt. Dat weet je vaak op het moment dat

je het zegt al wel.. Als het voor een kind duidelijk is wat er gebeurt als hij niet

luistert (of gedrag juist wel of niet vertoont), zal een kind beter luisteren. Dat

wordt pas écht duidelijk voor een kind als het kind ervaart hoe het gaat.

Doen wat je zegt en zeggen wat je doet geldt zowel voor negatieve als positieve

consequenties. Dus benoem wat een consequentie is bij ongewenst gedrag en wat

de beloning is bij gewenst gedrag.

Een beloning is hier breed op te vatten. Het gaat erom dat je kind weet wat de

gevolgen van zijn gedrag zijn. Een ‘beloning’ is ook dat het gezelliger voor je kind is

als jij niet streng hoeft te zijn.

De consequenties die je verbindt aan gedrag, moet je ook waarmaken; dan doe je

wat je zegt. Zo weet je kind waar het aan toe is en zo maak je het haalbaar voor

jezelf om consequent te zijn.

Een ander voorbeeld om eens bij stil te staan is het doen van betekenisloze

uitspraken, bedoeld om je kind zich te laten gedragen. We zeggen soms dingen als:

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 45

‘Gedraag je’, of ‘Doe nou even gewoon’, maar hoe doet een kind dat? Wat

verwachten we eigenlijk van een kind als we dergelijke uitspraken doen? Soms weet

een kind natuurlijk best wat je bedoeld als je dergelijke uitspraken doet. Toch werkt

het beter als je benoemd welk gedrag je verwacht.

6.2 Structuur

We gebruiken vaak het woord ‘structuur’. Met name hulpverleners, leerkrachten,

opvoedkundigen etc. benadrukken massaal hoe belangrijk het bieden van structuur

is en wij sluiten ons hierbij aan. Maar wát is structuur eigenlijk?

In de van Dale (Nederlands woordenboek) wordt het als volgt omschreven: ‘Manier

waarop een samengesteld geheel is opgebouwd’. Zonder dat je je er erg bewust van

bent, zit er structuur in veel dingen. Zoals een vergadering op het werk: hoewel

iedere vergadering anders is, is de structuur vaak ongeveer hetzelfde (het verloopt

meestal op ongeveer dezelfde manier).

Een ander voorbeeld is zoiets simpels als stofzuigen. Vaak heb je een bepaalde

manier van hoe je dit doet (bijvoorbeeld eerst in de keuken, met een ander

opzetstukje de bank, de stofzuiger die je op dezelfde plek terug zet etc.). Zonder

dat je je er bewust van bent, ben je voorspelbaar bezig en heb je een bepaalde

structuur aangebracht.

Vaak heb je pas in de gaten hoe gestructureerd dingen zijn als er wordt afgeweken

van de structuur. Als de bus die je dagelijks neemt, ineens een andere afslag

neemt (omdat er bijvoorbeeld aan de weg gewerkt word), dan merk je dat er

onrust ontstaat in de bus.

Structuur is dus een breed begrip. Wij gaan in op structuur in de opvoeding. Wat

betekent structuur voor een kind?

o Belang van structuur

Als er structuur is voor een kind, weet het kind waar het aan toe is. Dat geeft

overzicht in een situatie. Overzicht is voorspelbaarheid. Ieder kind heeft behoefte

aan structuur, rust en regelmaat. Uiteraard is rust soms ver te zoeken bij kinderen

;) Daarom is het belangrijk dat jij als ouder, af en toe zorgt voor rustmomenten.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 46

Voorspelbaarheid biedt houvast en overzicht in de dagelijkse gang van zaken.

Daarnaast zorgt dit ervoor dat een kind (basis)vertrouwen ontwikkelt in zijn

ouders en andere volwassenen. Dat zorgt voor een gevoel van veiligheid, wat een

belangrijke voorwaarde is voor een optimale ontwikkeling.

Het ontbreken van overzicht en structuur zorgt voor een onveilig/ onzeker of

onrustig gevoel. Het bieden van structuur aan kinderen zorgt voor rust. Net als

veel volwassenen willen kinderen graag weten waar ze aan toe zijn, zodat ze

kunnen anticiperen op de situatie. Volwassenen zijn in staat zichzelf te

structureren om zo het onzekere/ onveilige gevoel weg te nemen, of anders

gezegd zijn wij in staat met de situatie om te gaan. Voor een kind is dit vaak

lastiger. Hij of zij heeft hier hulp bij nodig.

Volwassenen plannen eigenlijk continue zonder het zelf te beseffen. In je hoofd

(en bijvoorbeeld agenda) neem je je dag door en maak je plannen. Zo bedenk je

bijvoorbeeld wat een handige volgorde is om activiteiten uit te voeren. Kinderen

zien dingen minder goed aankomen. Zij kunnen nog geen klokkijken of doen dit

minder vaak. Zij kunnen tijd minder goed inschatten en zien weinig beperkingen.

Dat is heel normaal gedrag. Het doel van dit boek is ook niet om dat te

veranderen, want een kind moet gewoon een kind kunnen zijn. Het wordt echter

wel lastig als kinderen ongewenst gedrag gaan vertonen als gevolg van onbegrip

en/of frustratie. Daarom is het belangrijk om structuur te bieden!

Een aantal voorbeelden:

* Als je weet dat je over 10 minuten gaat eten, ga je niet de ramen wassen. Een

kind is aan het spelen en heeft niet in de gaten dat hij over 10 minuten gaat eten,

daarom begint ie aan een groot bouwwerk van blokken.

* Je bent moe en hebt de volgende dag een volle agenda, je besluit op tijd naar

bed te gaan. Een kind zit boekjes te lezen en heeft helemaal geen zin om naar bed

te gaan. Hij kan niet overzien dat hij de volgende ochtend vroeg op moet staan en

daarom nú op tijd moet slapen.

* Je vriendin belt, maar je staat op het punt om de deur uit te gaan. Je spreekt af

later even terug te bellen. Een kind wil graag buitenspelen, maar moet over vijf

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 47

minuten mee naar de kapper. Hij snapt niet waarom hij nu naar de kapper moet en

niet mag buitenspelen.

Soms heeft een kind moeite om aan te geven dat hij of zij een situatie lastig of

onduidelijk vindt. Als kinderen moeilijk kunnen omgaan met een situatie, kan er

ongewenst gedrag vertoont worden.

Structuur zit hem dus vooral in voorspelbaarheid. Dat zorgt voor rust en voor een

veilig/ontspannen gevoel.

Voorspelbaarheid zit bijvoorbeeld in het hebben van bepaalde vaste gewoonten en

rituelen, bijvoorbeeld op dezelfde manier naar bed brengen. Maar ook in de

interactie tussen jou en je kind. Dus de manier waarop jij reageert. Natuurlijk zijn

we allemaal mensen en geen opvoed-robots. De ene keer zul je dan ook sneller

geïrriteerd zijn terwijl je een andere keer meer kan hebben van je kinderen. In de

basis is het echter wel belangrijk dat je ongeveer op dezelfde manier reageert; dus

bijvoorbeeld niet de ene dag hard lachen als je kind een boer laat en de volgende

dag ontzettend boos worden. Door ongeveer hetzelfde te reageren, hetzelfde

gedrag wel of niet te accepteren, schep je namelijk geen verwarring en ben je

voorspelbaar.

6.3 Visuele ondersteuning

Visualiseren is een hulpmiddel om structuur te bieden. Visualiseren betekent

uitbeelden (zichtbaar maken). Visualiseren helpt om tijd te ordenen en de dag of

situatie te overzien. Voor kinderen (en volwassenen!) die moeite hebben met het

verwerken en opslaan van informatie kan het een steun zijn. Afbeeldingen zijn over

het algemeen meer opvallend dan tekst. Daarnaast doen afbeeldingen een appèl op

een ander deel van het geheugen dan tekst. Voor kinderen kun je met behulp van

pictogrammen visuele ondersteuning bieden. Deze pictogrammen kun je

bijvoorbeeld weergeven op een magneetbord, oftewel een planbord. Ook kan er

op een planbord gebruik gemaakt worden van foto’s van personen of objecten.

Bijvoorbeeld een foto van de oppas. Deze kan dan op het planbord gehangen

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 48

worden op het moment dat de oppas komt, zo is dat heel duidelijk te zien voor een

kind.

Pictogrammen kun je gratis downloaden, een aanrader is de site: www.sclera.be.

Het doel van een pictogram is om kinderen iets duidelijk te maken. Het moet

overzichtelijk voor een kind zijn, zodat het kind weet wat er van hem verwacht

wordt en wat er gaat gebeuren.

Bij (jonge) kinderen spreken plaatjes en voorwerpen meer aan dan geschreven

taal. Bij jonge kinderen zijn de hersenen nog niet volgroeid en lezen kost meer

moeite voor de hersenen dan het zien en herkennen van plaatjes. Daarnaast is taal

vluchtig, het kan door kinderen moeilijker vastgehouden worden dan beelden.

Niet voor niets zijn kinderboeken voorzien van illustraties. Dit neemt meestal af,

naarmate de leeftijd van het kind toeneemt.

In bijlage 2 staat uitgebreid beschreven hoe je een planbord het beste in kunt

zetten.

6.4 Zorgen voor jezelf

Het klinkt een beetje cliché, maar goed zorgen voor jezelf is echt belangrijk! Een

gemiddelde ouder krijgt behoorlijk wat voor de kiezen. Zorg voor de kinderen,

werken, huishouden, administratie en noem maar op. Een ouder van een kind

dat probleemgedrag vertoont krijgt extra te verduren. Gelukkig krijgen we er

veel voor terug en vind je vaak de draai wel. Toch is opvoeden niet altijd leuk en

het kost behoorlijk wat energie.

Daarom is het niet meer dan logisch dat je af en toe even moet opladen. Als je

daar geen gehoor aan geeft, ben je sneller moe, geïrriteerd en minder aan het

genieten. Dat is erg jammer; niet alleen voor jezelf, maar ook voor je kinderen

ben je een minder leuke ouder dan je zou willen zijn.

Door alle drukte van de dag, schiet goed voor jezelf zorgen er nogal eens bij in..

Herkenbaar?

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 49

Begrijpelijk, maar niet nodig! Goed voor jezelf zorgen is ontzettend belangrijk

en wordt vaak onderschat!

Goed voor jezelf zorgen kan op allerlei manieren. Het belangrijkste is dat jij er

een goed gevoel van krijgt en dat je af en toe echt even kan opladen en nieuwe

energie opdoet.

Dat kan door af en toe momenten voor jezelf in te plannen en hier ook bewust

mee om te gaan. Een dagje naar de sauna? Of echt even lekker zitten en

genieten van een kopje koffie… Een uurtje je bed in als de kinderen op school

zijn? Sporten? Of liever winkelen met een vriendin? Bewuste momenten voor

jezelf creëren, daar gaat het dus om. Van die tijd mag je dan ook echt genieten!

Je zult merken dat je er weer tegenaan kan als je dit soort momentjes

regelmatig inpland!

Voor jezelf zorgen betekent ook je grenzen bewaken. Bijvoorbeeld nee zeggen

wanneer je iets niet wilt, in plaats van nee denken en toch maar doen… Dit is

lastig voor veel mensen, met name voor moeders is dit een valkuil!

Kun je een dag extra werken? We zoeken nog hulpmoeders op school.. Heb je

tijd om mijn overhemd te strijken? Wanneer gaan we weer eens naar het

zwembad?

Er wordt vaak een beroep op je gedaan, en wij zijn geneigd niet te kijken óf dat

kan, maar te kijken hóe dat kan. En dat gaat vaak ten koste van onszelf.. Waar

uiteindelijk niemand iets aan heeft. Zeg dus nee als je iets eigenlijk niet wilt en

vraag om hulp als je dat zelf eens kunt gebruiken!

Een leuke tip die verassend veel op kan leveren, en met name voor moeders

werkt is de volgende:

Besteed eens extra aandacht aan je uiterlijk. Er goed uit zien doet namelijk

wonderen! Je voelt je lekker en dat straal je uit.

Een kleine verandering kan al grote gevolgen hebben. Het gaat er natuurlijk niet

om dat anderen je mooier vinden, maar het gaat om het gevoel dat je hier zelf

van krijgt! Meer zelfvertrouwen, vrolijkheid en energie.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 50

Bovendien straal je meer en ervaren ook anderen jou positiever en dat krijg je

terug! Er zijn talloze voorbeelden op te noemen om jezelf even op te pimpen!

Voor moeders (en vaders) met weinig of veel tijd en met een groot en minder

groot budget. Hieronder een aantal tips om je op ideeën te brengen:

* Ga eens naar de sauna/wellness. Of sluit je eens een avondje op in je

badkamer. Verwen jezelf met een maskertje, scrub, ontspannende douche of

bad enz.

Koop eens iets nieuws voor jezelf, iets wat je erg mooi vindt, maar normaal niet

zo snel zou kopen. Bijvoorbeeld iets waarvan je altijd bij ánderen denkt: ‘Dat is

mooi!’, maar denkt dat het niets voor jou is. Waarom zou dat niets voor jou

zijn?

6.4 Blijf kalm!

Last but not least, blijf kalm! We sluiten af met deze paragraaf, niet omdat dit

een onbelangrijk deel is, maar juist omdat het de gehele inhoud van dit boek

omvat!

Als ouder moet je het zien vol te houden, dag in dag uit. En het idee is dat je

geniet van je kinderen en van het opvoeden van jouw kinderen. Dan moet je je

dus niet te snel gek laten maken!

Het is niet alleen prettig voor jezelf als het je lukt rustig te blijven, maar je

bereikt er ook absoluut meer mee!

Door zelf rustig en kalm te blijven, óók als je kind van alles uit de kast haalt, zal

je kind ook sneller weer rustig worden.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 51

Bijlagen:

Bijlage 1: Een beloningsplan maken

Bijlage 2: Visuele ondersteuning, zo doe je dat!

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 52

Bijlage 1: Een beloningsplan

In hoofdstuk 5 beschreven we het belang van gedrag belonen, om gewenst gedrag

te laten toenemen. Soms is er bepaald gedrag dat vaak terugkomt bij kinderen. Als

het niet lukt om dit te doorbreken, kan een beloningsplan de oplossing zijn. Dit kan

naar eigen behoefte gemaakt en gebruikt worden. Hieronder wordt uitgelegd waar

een beloningsplan aan moet voldoen, hoe je dit aan kunt pakken en er staan een

aantal voorbeelden van beloningsplannen.

Duidelijkheid

Een beloningsplan moet duidelijk zijn. Zowel voor het kind als voor

ouders/opvoeders. Voor ouders houdt dit vooral in dat zij het plan consequent

kunnen uitvoeren. Als een kind een beloningsplan heeft om ’s avonds niet uit bed te

komen, dan moet de werkwijze helder zijn.

Volwassenen die betrokken zijn bij het plan, zoals beide ouders maar ook

grootouders of oppas, moeten het plan op een eenduidige manier uitvoeren. Het is

namelijk verwarrend voor een kind als het plan verschillend uitgevoerd wordt,

omdat het dan niet meer duidelijk is voor het kind. Als een kind bijvoorbeeld van

moeder direct na het gewenste gedrag (bijvoorbeeld speelgoed opruimen) een

sticker mag plakken is het handig als anderen dit ook doen. Want als bijvoorbeeld

vader ervoor kiest om na het eten in één keer alle stickers te plakken, dan kan dit

verwarrend zijn.

Ook moeten ouders en opvoeders onderling afspreken wat er precies van het kind

verwacht word en wanneer een beloning verdiend is.

Voor het kind moet uiteraard duidelijk zijn wat er verwacht wordt. Het is beter om

er positieve woorden aan te geven, dus bijvoorbeeld: ‘Ik praat aardig en zacht’, in

plaats van: ‘Ik mag niet schreeuwen’. Benadruk dus vooral het gedrag wat wél

gewenst is.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 53

Het is handig het beloningsplan uit te leggen op een rustig moment. Je kunt

uitleggen waarom jullie dit plan gaan uitvoeren, bijvoorbeeld door te benoemen dat

het ongewenste gedrag voor jullie allemaal niet leuk is, óók niet voor het kind zelf.

Het zou daarom fijn zijn als het lukt om het gewenste gedrag te laten zien en daar

gaan jullie je kind bij helpen. We raden aan om een beloningsplan te visualiseren,

door tekeningentjes te maken of plaatjes op te zoeken op internet. Op

www.sclera.be kun je gratis pictogrammen downloaden om de informatie te

verduidelijken. Om er zeker van te zijn dat je kind het plan goed begrepen heeft,

kun je vragen of hij of zij het plan uit kan leggen.

Haalbaarheid

Het klinkt erg logisch dat een beloningsplan ‘haalbaar’ moet zijn, maar dit is toch

ingewikkelder dan het lijkt. Wat je als ouder graag wil is dat het ongewenste gedrag

stopt, het liefst direct. Toch is het van groot belang het tempo van het kind aan te

houden. Het beste effect kan behaald worden als het plan enerzijds uitdagend is

voor het kind; het kind moet enige moeite doen om een beloning te verdienen.

Anderzijds moet het kind de beloning wel kunnen halen. Als het doel te hoog

gesteld is en het kind dit dus niet kan behalen, dan raakt je kind gedemotiveerd en

zal het plan niet het gewenste effect hebben.

Een kind kan hier onzeker en/of gefrustreerd van worden en het ongewenste

gedrag zal waarschijnlijk niet afnemen, al dan niet toenemen. Soms is het dan ook

nodig het einddoel in kleinere stappen te knippen. Het doel ‘netjes aan tafel mee-

eten’ is bijvoorbeeld nogal breed geformuleerd en bevat veel aspecten. Om het

einddoel te halen kunnen er kleinere doelen gesteld worden, zoals: aan tafel blijven

zitten, met bestek eten, van al het eten een hapje proeven etc. Als een kind moeite

heeft met deze losse aspecten en dus niet netjes/gezellig mee eet aan tafel, dan is

het doel netjes mee eten waarschijnlijk niet in één keer haalbaar.

Een voorwaarde om netjes mee te eten is dat het kind daadwerkelijk aan tafel zit.

Dat zou dus een eerste doel kunnen zijn: ‘ik blijf aan tafel zitten tijdens de maaltijd’.

Dat is een haalbaar doel voor de meeste kinderen.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 54

Van belang is dus dat ook ouders zich in eerste instantie op dit deel van het

einddoel richten. Dat betekent in dit geval dat zij het kind motiveren om te blijven

zitten en het kind belonen als dit is gelukt, zelfs al heeft het kind alleen maar

chagrijnig aan tafel gezeten zonder te eten. Het is best lastig voor ouders om dan

alsnog een beloning te geven (welke is vastgelegd in het plan), want het kind heeft

echter de sfeer aan tafel behoorlijk verpest.

Toch heeft het kind gedaan wat er verwacht werd volgens het plan en zodoende het

doel behaald. Door een kind hiervoor te belonen, wordt dit gedrag gestimuleerd en

zo kan het plan langzaam uitgebreid worden naar het te behalen einddoel. Door

een dergelijk einddoel in kleinere doelen te knippen, bereiken ouders uiteindelijk

wat zij willen en is het plan duidelijk en haalbaar voor het kind.

Duur en frequentie

Een beloningsplan is een middel dat tijdelijk ingezet kan worden. Het idee is dat een

beloningsplan wordt ingezet als een kind vaak ongewenst gedrag laat zien en de

‘gewone’ reactie van ouders hierop niet (voldoende) werkt. Afhankelijk van het kind

en het gedrag of de situatie waarvoor het plan gemaakt word, kan bepaald worden

hoe lang het plan duurt.

Het is belangrijk om het ‘bijzondere’ aan een beloningsplan in stand te houden en

dus niet té vaak een beloningsplan in te zetten. Als een kind voor elke ongewenste

situatie direct een plan krijgt, zal de werking ervan verminderen. Het wordt dan

gewoon en dat werkt minder motiverend. Het is mede hierom slim om een plan

goed te laten aansluiten bij het probleem(gedrag), zodat het belonen gevarieerd

blijft en dus zo goed mogelijk ontvangen wordt door het kind. Denk bijvoorbeeld

aan stickers plakken in een schemaatje, een lekker toetje als het kind goed gegeten

heeft, samen iets gezelligs doen als het kind zijn taak goed volbracht heeft etc.

Termijn van de beloning

Een beloning moet niet té gemakkelijk te verdienen zijn, maar zeker ook niet te

moeilijk. Het werkt vaak goed als een kind de beloning niet lang na het gewenste

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 55

gedrag ontvangt. Dit hangt af van de persoonlijkheid van het kind, de leeftijd,

gemotiveerdheid etc.

Vaak is de reactie van ouders al een beloning op zich. Als je laat merken dat je blij

en trots bent, zal je kind waarschijnlijk mee gaan in dit enthousiasme. Dat werkt

stimulerend, het helpt een kind om het gewenste gedrag nog een keer te vertonen.

Een kind met bijvoorbeeld ADHD zal vaak aan een plan herinnerd moeten worden,

aangezien de concentratieboog vaak kort is. Snel resultaat helpt kinderen die snel

afgeleid zijn om een beloning te verdienen. Dat kan bijvoorbeeld in een plan waarbij

een kind na het goede gedrag een sticker mag opplakken. Na vijf stickers krijgt het

kind een cadeautje of andere beloningsvorm.

Soorten beloningen

Er zijn verschillende manieren om te belonen. Hieronder worden er een aantal

toegelicht.

Diploma

Als je ervoor kiest iets tastbaars te geven als beloning en voor iets anders wilt

kiezen dan een cadeautje, is een diploma een leuk idee. Met een diploma heeft een

kind ‘bewijs’ voor het behaalde resultaat. Je kunt zelf creatief aan de slag gaan en

het diploma op maat maken voor je kind én passend voor datgene waarvoor het

kind beloond wordt. Er bestaat echter ook een site waar je gemakkelijk een diploma

op maat kunt maken. Je kunt hier een titel invullen voor een diploma, de naam van

je kind en eventueel extra informatie. Je kunt het diploma naar smaak aanpassen

qua stijl en kleur. Het adres is www.diplomamaker.nl

Tip: Let er ook bij het maken van diploma’s op dat je het gewenste gedrag/resultaat

positief benoemd. Dus bijvoorbeeld: Lea kan goed in bed blijven als het bedtijd is!

(i.p.v. Lea mag niet uit bed komen).

Cadeautje

Bijna ieder kind is dol op het krijgen van cadeautjes en deze vorm van belonen

werkt dan ook vaak goed. Hierbij is het van belang dat je als ouder de focus op het

gewenste gedrag hebt. Het kind zal namelijk vooral op het cadeautje gefocust zijn.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 56

Herhaal daarom regelmatig wat er verwacht wordt van het kind en waarom. De

grote en waarde van een cadeau kun je natuurlijk zelf bepalen.

Als je een beloningsplan maakt en een cadeautje wil geven als beloning, dan werkt

het goed om met stickers te plakken of hokjes af te kruisen. Want het is nogal veel

als een kind na iedere keer het gewenste gedrag te vertonen, een cadeautje krijgt!

Dan loop je ook het risico dat een kind alleen nog maar luistert als het een

cadeautje krijgt en daarmee schiet je het doel natuurlijk voorbij. Het idee is het

doorbreken van negatief gedrag en niet om je kind aan te leren dat het overal een

cadeautje voor krijgt..

Je kunt kiezen of het kind al weet wat het cadeautje is of dat het een verassing is.

Voor veel kinderen is het echter wel moeilijk om te gaan met verassingen.

Daarnaast werkt het vaak meer motiverend als kinderen weten waar ze het voor

doen. Sommige kinderen kunnen wel goed omgaan met verassingen, dat kun je zelf

uiteraard het beste inschatten.

Uitstapje/activiteit

Bij deze vorm van belonen kun je je kind goed betrekken. Wat vind je kind leuk om

te doen? Je kunt samen een activiteit doen, zoals een spelletje spelen of een film

kijken. Of je kunt ervoor kiezen om een uitstapje te doen.

Leuk aan deze vorm van belonen is dat je de beloning goed kunt laten aansluiten op

het gedrag waarvoor de beloning verdiend kan worden.

Vind je kind zwemles bijvoorbeeld niet leuk en is het iedere keer hetzelfde drama

voordat je kind goed en wel in het zwembad is? Wil het kind daarentegen wel graag

vrij zwemmen in het zwembad? Dan kun je een kind motiveren om zonder boosheid

naar zwemles te gaan door als beloning een keer naar het zwembad te gaan

(bijvoorbeeld na 3 keer zwemles).

Of ruimt je kind zijn speelgoed nooit op en wil je dat dit gebeurt aan het einde van

de dag? Een beloning kan zijn dat je nadat er opgeruimd is, samen even gaat

voetballen met een zachte bal in huis. Dat kan immers alleen als er geen speelgoed

op de grond ligt…

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 57

Compliment

Een compliment geven is een zeer eenvoudige manier van belonen, maar daardoor

niet minder effectief! Een compliment kan heel persoonlijk zijn en de ander laten

stralen! Mooi aan een complimentje is dat je het precies kunt laten aansluiten op

het kind én op de situatie. Als een kind bijvoorbeeld iets zwaars optilt, kun je

zeggen: ‘wauw, ik wist niet dat jij zó sterk was!’

Of als een kind moeite heeft met wiskunde en een zes gehaald heeft op een toets,

‘ik ben hartstikke trots dat je deze moeilijke toets in één keer gehaald hebt, je hebt

echt je best gedaan!’ Ook handig aan complimenteren is dat het gedurende de hele

dag kan.

Natuurlijk moet het wel ‘echt’ blijven en moeten de complimentjes gemeend zijn,

maar als je er op let, zijn er veel gelegenheden voor!

Wij hebben een e-book geschreven over het geven van complimenten. Het heet

‘Opgroeien door complimenten, zin en onzin’ Dit e-book kun je hier downloaden.

Fiches

Fiches uitdelen werkt net zo als stickers plakken. Dit kan goed gebruikt worden als

er vaak een mogelijkheid tot belonen is; dus dat het gewenste gedrag gedurende de

dag verwacht wordt.

Een voorbeeld is dat ouders een kind willen leren om naar iemand te kijken als

diegene iets zegt. Deze sociale vaardigheid kan de hele dag geoefend worden. Je

kunt er dan voor kiezen om het kind iedere keer als het naar iemand kijkt zodra

diegene praat, een fiche te geven. Het kind spaart zo dus fiches op (dit kunnen ook

flippo’s, papiertjes, paperclips enz. zijn!).

Aan het einde van de dag of van een dagdeel, kunnen de fiches geteld. Je kunt

bijvoorbeeld afspreken dat een kind bij tien fiches een beloning verdiend.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 58

7-Stappenplan Met dit 7-stappenplan maak je eenvoudig een beloningsplan op maat!

Stap 1: Ga na of het gedrag van je kind een dusdanig probleem is om een

beloningsplan te maken. Komt het gedrag vaker voor? Helpt ‘gewoon’ reageren niet

voldoende?

Stap 2: Bedenk wat je precies wil bereiken met het plan en hoe het plan er uit moet

komen te zien. Wat spreekt je kind aan?

Stap 3: Bedenk een passende beloning voor het gewenste gedrag. Wat past bij jou

en je kind? Wat sluit aan op de situatie? Kinderen zijn vaak al met weinig tevreden,

en beloon liever niet met eten.

Stap 4: Maak het plan! Kies je ervoor dit op de computer* te doen of ga je zelf

creatief aan de slag? Je kunt ook zelf vakken maken op gekleurd A4 of A5 karton.

Stap 5: Zorg ervoor dat alle benodigde materialen aanwezig zijn (plan, beloning,

stickers, fiches, pictogrammen etc.)

Stap 6: Kies een rustig moment uit om het plan aan je kind uit te leggen.

Stap 7: Voer het plan uit! Beloon je kind als het het gewenste gedrag vertoont!

Succes

TIP! Bij bijvoorbeeld de Action worden er veel stickers verkocht in alle soorten en

maten, zelfs motivatie-stickers zijn hier te verkrijgen!

* Op de computer kun je in Word werken. Om een tabel te maken klik je op

‘invoegen’ en dan op ‘tabel’. Daar kun je met de muis aanwijzen hoeveel hokjes je

wilt. Door in een hokje op ‘enter’ te drukken, kun je het hokje groter maken. Een

dergelijke tabel kun je gebruiken om stickers in te plakken of hokjes af te kruisen.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 59

Kant en klare voorbeelden van beloningsplannen

Luna

Luna (11 jaar) heeft een hekel aan tandenpoetsen. Ze doet dit het liefste niet en

anders zo snel mogelijk. Ook de tandarts heeft geconstateerd dat Luna’s gebit niet

in goede staat is. Haar ouders hebben nu een zandlopertje gekocht die twee

minuten loopt. Het plan is dat Luna haar tanden drie keer per dag grondig poetst

zolang de zandloper loopt. Luna heeft autisme. Haar ouders hebben het plan

gevisualiseerd, omdat Luna veel behoefte heeft aan duidelijkheid. De

pictogrammen zijn afkomstig van www.sclera.be.

Luna mag elke keer als ze goed heeft gepoetst een sticker plakken in het vakje. Bij

de zesde en twaalfde sticker mag ze een cadeautje uitkiezen (t.w.v. €1,50). De

gevisualiseerde stappen die Luna moet doorlopen kunnen eventueel blijven hangen

nadat het plan is afgerond, ter ondersteuning.

1. Ik doe tandpasta op

mijn tandenborstel

2. Ik draai de

zandloper om

3. Ik poets mijn tanden: voorkant,

achterkant, hoeken, kiezen. Als al het zand

aan de onderkant zit, ben ik klaar met

poetsen

4. Ik spoel mijn

tandenborstel schoon

onder de kraan

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 60

Ik poets mijn tanden goed schoon in twee minuten!

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 61

Tyrone

Een ander voorbeeld is Tyrone (9 jaar). Tyrone speelt graag spelletjes op zijn

Nintendo DS (computer). De meeste kinderen uit zijn klas hebben zo’n ding en

moeder en oma (waar Tyrone bij woont) vinden het prima dat hij ermee speelt.

Vervelend is echter dat Tyrone vaak gefrustreerd raakt als het niet lukt zoals hij het

wil.

Tyrone wordt dan chagrijnig, opstandig en soms agressief. Oma heeft voorgesteld

om de DS dan af te pakken, maar moeder denkt dat Tyrone dan nog bozer wordt en

wil hem nog een kans geven. Daarom hebben ze besloten een beloningsplan te

maken voor Tyrone. Ze hebben met Tyrone de volgende afspraken gemaakt: hij mag

twee keer per dag een half uur op zijn DS spelen. Als het Tyrone lukt om tijdens het

spelen niet agressief en opstandig te worden, kan hij een kwartier extra speeltijd

verdienen. Iets wat Tyrone graag wil! Ook is met Tyrone afgesproken wat hij kan

doen als het niet lukt, in eerste instantie proberen rustig te blijven en niet op te

geven. Als Tyrone merkt dat het erg lastig is, legt hij de DS weg en gaat hij even met

een zachte bal in de gang voetballen. Moeder en Oma helpen hem herinneren aan

deze afspraken. Hier hoort het volgende schema bij:

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 62

Ik blijf vriendelijk terwijl ik op mijn DS speel

Eerste half uur JA NEE

Tweede half uur JA NEE

Kwartier extra verdiend! JA NEE

Eerste half uur JA NEE

Tweede half uur JA NEE

Kwartier extra verdiend! JA NEE

Eerste half uur JA NEE

Tweede half uur JA NEE

Kwartier extra verdiend! JA NEE

Eerste half uur JA NEE

Tweede half uur JA NEE

Kwartier extra verdiend! JA NEE

Eerste half uur JA NEE

Tweede half uur JA NEE

Kwartier extra verdiend! JA NEE

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 63

Milan

Milan (3) houdt niet van fruit. De babyhapjes at hij vroeger wel, maar stukjes fruit

weigert hij te eten. Vader en moeder hebben al van alles geprobeerd, fruit in

andere gerechten verwerken, voordoen, verschillende soorten fruit aanbieden,

straffen enz. Milan is gek op auto’s en ouders willen dat Milan met behulp van een

beloningsplan fruit gaat eten.

Hieronder staat een appel afgebeeld die in dit geval als beloningsplan zou kunnen

worden gebruikt. Deze appel kan uitgeprint, maar ouders kunnen ook zelf een appel

tekenen. Onder de appel staan autootjes afgebeeld. Deze autootjes mag Milan op

de appel plakken als hij fruit heeft geproefd. Het is een te groot doel om Milan in

één keer een heel stuk fruit te laten eten. Dus mag Milan na iedere keer dat hij fruit

geproefd heeft een auto op de appel plakken (dit kunnen ook stickers zijn). Ouders

bieden twee keer per dag fruit aan. Na 4 keer plakken (dus 4 keer proeven) krijgt

Milan een speelgoedautootje.

Het plan wordt hierna iets moeilijker gemaakt, door een stukje fruit eten te belonen

met een autootje plakken (in plaats van alleen een hapje proeven).

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 64

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 65

Bijlage 2: Visuele ondersteuning; zo doe je dat!

Visuele ondersteuning gaat vaak onbewust, maar kan doelbewust ingezet worden.

Elk kind kan baat hebben bij visuele ondersteuning. Een planbord kan ingezet

worden om de dag te overzien, maar pictogrammen kunnen ook gebruikt worden

om bepaalde vaardigheden aan te leren. Bijvoorbeeld naar de wc gaan. Kinderen

gaan naar de wc omdat ze moeten poepen of plassen. Tijdens en na een

toiletbezoek moeten ze echter aan veel dingen denken! Doorspoelen, handen

wassen etc. Vaak vergeten kinderen wel een paar dingen of is de wc na hun bezoek

een bende. Voor deze kinderen (en hun ouders ;)) kunnen pictogrammen uitkomst

bieden!

Op de wc zitten Wc papier gebruiken Doorspoelen Handen wassen

Voorbeeld van een dagplanning weergegeven in picto’s:

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 66

Het is aan te raden elke dag met je kind de dagplanning te doorlopen, voor je kind

is dan duidelijk wat er die dag van hem of haar verwacht wordt. We raden aan,

voor zover het mogelijk is, dit ’s ochtends en ’s middags te doen. Dit hoeft niet

heel uitgebreid; het werkt vaak goed als je je kind vraagt het planbord hardop op

te lezen (dus de plaatjes die je hebt opgehangen, oplezen). Zo controleer je gelijk

of het duidelijk genoeg is voor je kind. Als je merkt dat je kind gedurende de dag

even niet meer weet wat de bedoeling is, kun je je kind wijzen op het planbord. Dit

merk je bijvoorbeeld als je kind onrustig is of veel of steeds dezelfde vragen stelt

(wanneer komt de oppas?, Mag ik al buitenspelen?). Wat belangrijk is bij het

verwijzen naar het planbord, is dat dit op een eenduidige manier gebeurd. Dus als

er meerdere volwassenen een kind ondersteunen in het gebruik van een planbord,

moeten zij dit op eenzelfde manier toepassen. Op die manier blijft het

voorspelbaar voor kinderen en zullen zij het planbord sneller en beter begrijpen.

Hieronder volgt een voorbeeld:

Dex speelt met zijn autootjes.

Dex: mama, mag ik buiten spelen?

Moeder: Kom eens mee naar het planbord, wat staat er op? (wijst aan)

Dex: spelen en dan broodje eten

Moeder: Goed zo, dus kan je nu buiten spelen?

Dex: nee, maar ik wil buitenspelen

Moeder: ja, maar op het planbord staat dat het niet kan. Zullen we kijken wanneer

het wel kan?

Één van de doelen van het planbord is dat je kind leert zelfstandig te zijn. Voor

instructies is hij niet meer afhankelijk van jou, maar je kind kan zelf kijken wat er

gaat gebeuren en wat er van hem verwacht wordt. De kans bestaat dat je kind

afhankelijk wordt van het planbord. In wezen is dit geen probleem, je kunt er uit

opmaken dat je kind erg veel behoefte had aan duidelijke structuur. Daarnaast is

het van belang dat je kind niet meer steeds van alléén jou afhankelijk is, en

daarmee van subjectiviteit (jouw instructies komen immers onverwacht voor een

kind, hij heeft het gevoel hier geen controle op te hebben), maar van een objectief

planbord.

Copyright © Marlou en Anja | Alle rechten voorbehouden | Opeenrijtje.com 67

10 – Stappenplan

Met dit 10-stappenplan kun je aan de slag met pictogrammen!

Stap 1: schaf alle benodigde materialen aan

Stap 2: ga naar www.sclera.be en download alle pictogrammen die je wilt gaan

gebruiken. Bekijk welke pictogrammen passen bij jou en jouw kind en voor welke

activiteiten/situaties pictogrammen wenselijk zijn. Bekijk vervolgens hoe je ze af

wilt drukken (zwart/wit, wit/zwart, met een gekleurd randje etc.). Hiervoor staan

programma’s op www.sclera.be. Print alles uit.

Stap 3: lamineer de uitgeprinte pictogrammen (met een lamineermachine of

met een strijkijzer)

Stap 4: knip de pictogrammen uit (of eventueel met een snijmachine).

Stap 5: plak magneettape of magneetjes op de achterkant van de

pictogrammen

Stap 6: knip eventueel (pas)foto’s op maat, lamineer deze en plak er een

magneetje achter

Stap 7: introduceer het planbord aan je kind

Stap 8: bedenk hoe de dag er (ongeveer) uit gaat zien voor je kind, zoek

vervolgens de juiste pictogrammen erbij

Stap 9: Zet de pictogrammen in de juiste volgorde uit op het planbord (van links

naar rechts), met eventueel klokjes erboven

Stap 10: neem samen met je kind de dag door en verwijs zo nodig naar het

planbord