Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... ·...

40
Congres Kennisbasis Groene en Blauwe Ruimte Wageningen, 1 september 2009 Conflicterend ruimtegebruik buiten Europa

Transcript of Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... ·...

Page 1: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Congres Kennisbasis Groene en Blauwe RuimteWageningen, 1 september 2009

Conflicterend ruimtegebruik buiten Europa

Page 2: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Colofon

Uitgave van Alterra, Wageningen University OmgevingswetenschappenBezoekadres: Droevendaalsesteeg 3, 6708 PB Wageningen, Gebouw 100 + 101 Postadres: Postbus 47, 6700 AA WageningenTelefoon: + 31 317 48 01 00www.alterra.wur.nlwww.wur.nl

Thematrekker KB1: Paul Opdam, Alterra Wageningen UROrganisatie en coördinatie congres: Bert Harms, Alterra Wageningen URLogistieke organisatie: Marion Bogers, Erica Hiddes, Cees Niemeijer enInge Koning, Alterra Wageningen URTekst: Marion de Boo, wetenschapsjournalist, BleiswijkCartoons: Esther Mosselman, Zwaar Water creatief bureau, AmsterdamEindredactie: Anne Oosterbaan en Bert Harms, Alterra Wageningen URFoto’s: Alterra Wageningen UR en Jannes StolteVormgeving: Wageningen UR, Communication ServicesDruk: Digigrafi, WageningenOplage: 250 exemplarenInformatie bestelling: extra boekjes kunt u bestellen door een mail testuren naar: [email protected]

© Alterra 2009

Page 3: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Conflicterend ruimtegebruik buiten Europa

Congres Kennisbasis Groene en Blauwe RuimteWageningen, 1 september 2009

Page 4: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Duurzame ontwikkeling van de Groene en Blauwe Ruimte ineen veranderende wereld. Dat is het centrale thema van het kennisbasis onderzoekprogramma KB1. Dankzij succesvolle initiatieven van onderzoekers gebeurt een deel van dit onder-zoek buiten Europa. Wat is er zo speciaal aan die projecten? Welke strategische kennisvragen liggen er aan ten grondslag? Waarom zijn ze typisch voor kennisbasisonderzoek? En hoe kun- nen we de samenhang tussen de diverse projecten versterken? Zulke vragen komen aan bod op het tweede KB1 congres in Wageningen. Het congres is niet alleen bedoeld om Wageningse kennis op diverse terreinen te etaleren, maar ook om onder-zoeksvragen te formuleren voor de middellange termijn.

Kennisbasis: Vernieuwende wetenschap voorde kennis van morgen

Als centraal thema op het tweede KB1 congres kozen wij het conflicterend ruimtegebruik buiten Europa. Prangende vragen zijn er genoeg. Hoe ziet een duurzame wereld eruit? Wat zijnde randvoorwaarden? Hoe maak je afwegingen tussen People, Planet, Profit? Welke scenario’s zijn denkbaar en hoe kunnenwe die realiseren? Hoe reageren we op de noodzaak mondiaal voldoende voedsel te produceren, de biodiversiteit duurzaamte gebruiken en tegelijkertijd ook de CO2 emissies terug te dringen? Dwars door al deze vragen heen speelt steeds de concurrentie om land en water. Die groene en blauwe ruimtezijn bij uitstek Wagenings domein.

Page 5: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

3

Dit is alweer onze tweede KB1dag. Daarmee mogen wij spreken van een traditie. KB staat voor kennisbasis. Zo noemen wij bin-nen Wageningen het strategisch onderzoek. Strategisch onder-zoek doe je niet alleen aan je bureau, maar vooral ook doormet elkaar te praten, af te stemmen, beelden uit te wisselen. Vandaag gebeurt dat in een brede setting, met mensen uit het veld en met deskundigen van buiten Wageningen. De groene en blauwe ruimte zijn bij uitstek Wageningse domeinen, maar ook externe experts hebben een grote inbreng op dit congres.

De programmering van het Wageningse kennisbasisonderzoek heeft veel vrijheidsgraden. We horen graag hoe de buitenwacht tegen onze kennisvragen en ambities aankijkt. Dankzij de discus-sies op ons eerste KB1 congres en de reflectie op onze con-clusies door Anita Wouters, Directeur-Generaal van LNV, hebben

we onze KB1 agenda voor de komende jaren flink kunnen aanscherpen. Die lijn trekken we dit jaar graag verder door.

Ditmaal is ons congresthema de problematiek van de groeneen blauwe ruimte buiten Europa. Daar liggen enorme problemen, uitdagingen èn kennisvragen. Bij klimaatproblemen draait hetom water, maar er zitten nog veel meer interessante aspecten aan vast. Klimaat- en waterproblemen bedreigen grote gebieden wereldwijd. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont, net als de Nederlanders, in sterk verstedelijkte delta’s. Juist daar vinden we ook de belangrijkste voedselproductie, de rijkste biodiversiteit en de grootste economische waarden. De discus-sie over klimaat en water verschuift dan ook steeds meer naar een discussie over ruimtelijke vraagstukken. Uiteindelijk moetde ruimtelijke inrichting nieuwe kansen scheppen om functies zo te combineren dat er een goede kwaliteit van de leefomgeving wordt gegarandeerd. Waarom zouden we dat niet aan elke wereldburger op deze aardbol gunnen?

Waarom zouden we niet elke wereld- burger een goede leefomgeving gunnen?

Nederlanders zijn graag geneigd te denken dat zij heel veel weten. En die kennis venten ze graag uit. Laten we vooral niet vergeten dat het enorme reservoir aan kennis elders in de wereld ons enorm kan verrijken. Nederlanders leven in eendelta – een land als Indonesië telt echter 6000 delta’s in alle denkbare schakeringen. Vietnamezen hebben hun eigen kennis en kunde razend knap geïntegreerd met internationale expertise. In het stroomgebied van de Nijldelta zien we een indrukwek-kende afstemming van politieke en bestuurskundige belangen. Ook in San Francisco en elders in de VS liggen gouden kansen om onze eigen kennis te verrijken. Laten we onze kennisvragen nog scherper stellen en nog beter formuleren om daarmee bijte dragen aan een betere leefomgeving.

Kees Slingerland (Algemeen directeur van de Environmental Sciences Groupvan Wageningen UR).

“Wereldwijd liggen gouden kansen om onze eigen kennis te verrijken!”

Welkomstwoord

Page 6: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

4

De kennisbasis omvat het strategisch onderzoek in Wageningen, uitgevoerd in opdracht van LNV, in samenwerking met veleandere partijen, veelal via cofinanciering. De periode 2010-2013 kent een dubbele doelstelling. Enerzijds willen we onderzoek doen dat zich leent voor publicatie in internationale toptijdschrif-ten. Anderzijds willen we ons voorbereiden op de kennisvragen van morgen, om toekomstige problemen op te lossen.Duurzame ontwikkeling blijft het Leidmotief bij de besluitvorming over het organiseren van onze ruimte, met als grote drivers klimaatsverandering, urbanisatie en andere veranderingen in het

ruimtegebruik. In grote delen van Europa en ook daarbuitenleidt bestuurlijke decentralisatie tot grote veranderingen in de bestuurlijke organisatie.

Het gaat altijd om waarde – als het niets oplevert, hoef je het niet te doen

De komende jaren gaan we veel meer nadruk leggen op hetintegreren van kennis om onze ambities echt waar te maken.We gaan de ruimte meer beschouwen als een sociaal- econo-misch systeem. Het gaat immers niet alleen om de fysieke ruimte. Bewoners reageren op allerlei economische en sociale prikkels. Tegelijkertijd kunnen aanpassingen in de fysieke ruimte economische, ecologische en sociale waarden creëren, die van belang zijn voor allerlei partijen. Het gaat altijd om waarde – als het niets oplevert, hoef je het niet te doen. Wie wil waarin in-vesteren? En wie heeft waar profijt van? Dit speelt op diverse schaalniveaus. We willen de komende jaren onze kennis overhet fysieke systeem verbinden met onze kennis over het men-selijk handelen.

Paul Opdam (Wageningen UR).

Inleiding op de studiedag“Om onze ambities ècht waar te maken moeten we kennis over fysieke ruimte èn menselijk handelen beter integreren”

Page 7: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

5

Het KB1 programma heeft drie speerpunten, namelijk Veer-kracht, Ecosysteem & Landschapsservices en Kennisbenutting en kennisproduktie. We moeten korte- en lange termijnbelangen op elkaar afstemmen. En we streven ernaar om de diverse schaalniveaus waarop onderzoekers zich bewegen beter te integreren. Op www.kennisonline.wur.nl is hierover veel meer informatie te vinden.

Ecosystemen, landschappen, netwerken

Ondergrond

- besluitvorming- (zelf)sturing- adaptive management- wet- en regelgeving

- beeldvorming- planning- ontwerp

- kosten-baten- verdelen financiën

Fysieke structuur functie

Lange termijn effecten, onzekerheid

Samenhang tussen schaalniveaus

waarde

PP

P

MarienLand/zoet water

Sociale dimensie

Planning,regelgeving,financieren,organiseren

Fysiek - Ecologische dimensie

Economische dimensie

Urbanisatie

Ruimtegebruik Klimaat

verand

ering

Best

uurli

jke

dece

ntra

lisat

ie

KB1: “Ruimte” duurzaam ontwikkelen

Page 8: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

6

In 2050 zitten we met 8 miljard mensen op deze planeet. Tegelijkertijd groeit de welvaart, met name in Azië. De stijgende vraag naar voedsel, water, grondstoffen en energie legt steeds meer druk op milieu en biodiversiteit. Onze ecologische voet-afdruk en ons ruimtebeslag worden steeds groter. De klimaats-verandering wordt mede gedreven door de economische ont-wikkeling. Wereldwijd is per inwoner ongeveer 1,8 hectare landbouwgrond beschikbaar. De Nederlander gebruikt gemid-deld 4,4 hectare, de Amerikaan 9,6. Het Chinese gebruik valt met 1,6 hectare per inwoner nu nog binnen de norm. Maar als de Chinezen op dezelfde grote voet gaan leven als de Ameri-

kanen, heeft China alle beschikbare landbouwgrond in de wereld voor zichzelf nodig. Deze verdelingsproblematiek leidt tot toe-nemende politieke spanningen tussen noord en zuid, oost en west, maar ook op lokale en regionale schaal.

Het opraken van de olie leidt tot geopolitieke inspanningen om sterkere strategische posities op de energiemarkt in te nemen. Zo gaat LNV zijn activiteiten in Noord-Afrika uitbreiden. Men wil toegang tot de Noord-Afrikaanse gasvoorraden, in ruil voor ondersteuning op het gebied van voedselzekerheid.

Nederland zal niet meer de normkunnen stellen

Intussen verschuift het machtsevenwicht in de wereld richting Azië. Nederland zal als klein land in de westerse wereld niet meer de norm kunnen blijven stellen. Bovendien worden systemen steeds meer dynamisch en instabiel, mede doorde klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen.

Oplossingsrichtingen die bijdragen aan duurzame ontwikkeling moeten recht doen aan ecologische en sociaal-economische doelstellingen. Leidend is het concept People, Planet, Profit.De landbouw en zijn ruimtebeslag zijn een onderdeel van het probleem, maar ook van de oplossing. Voor praktische oplos-singen moeten we kennis genereren.

De directie Internationale Zaken van LNV investeert jaarlijks6 miljoen euro in beleidsondersteunend onderzoek. Daaronder verstaan we bijvoorbeeld gegevens aanleveren voor de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD) of voor grote klimaatconferenties, maar ook bilaterale samenwerkings- projecten. Sleutelfactor voor succes is een intensieve dialoog

“Kennis- en beleidsvragen over duurzaam land-en watergebruik”Welke beleidsthema’s zijn richtinggevend in de internationale politieke discussie?

Henk de Jong (Min. LNV, adjunct-directeur Internationale Zaken).

Page 9: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

7

tussen alle betrokkenen, naast lokale overheden en bedrijven vaak ook Wageningse onderzoekers.

Ik pleit ervoor om de dialoog tussen LNV en WUR te intensiveren

Daarom pleit ik ervoor om de dialoog tussen LNV en WUR te intensiveren. Krijn Poppe is als Chief Scientific Officer op econo-misch terrein aangesteld. Maar ook op wetenschappelijk terrein is meer dialoog mogelijk over de vraag waar Nederland succes-vol strategisch kan interveniëren in de internationale agenda. Samen kunnen we kennisvragen identificeren, geschikte onder-zoeksprogramma’s ontwerpen en zoeken naar manieren om die kennis succesvol te implementeren.

Om in 2050 8 miljard mensen tekunnen voeden is een kennisintensieve, duurzame landbouw nodig

Onze beleidsspeerpunten zijn het verhogen van de duurzame landbouwproductiviteit en voedselzekerheid, en het verbeteren van land- en watermanagement. In Ethiopië blijken kleine boeren met hun oppervlaktebevloeiing de grootste watergebruikers.De beste manier om het watersysteem te verbeteren is het ondersteunen van de boeren bij het vinden van efficiëntere irrigatietechnieken. Een land als Vietnam kent weer heel andere problemen, met name flash floods als gevolg van klimaatsver-andering, waarbij het water binnen enkele uren acht tot negen meter kan stijgen.

Het gebruik van dierlijke eiwitten staat internationaal minder ter discussie dan in Nederland. De productie van een kilo dierlijk eiwit vergt een veel groter ruimtebeslag dan van een kilo plantaardig eiwit. Als de wereldbevolking en de welvaart blijven groeien, komen we straks gigantisch veel hectares tekort. Anderzijds lenen niet alle gronden waar nu vee graast zich voor plantaardige productie, alleen al wegens watergebrek. Deze discussie vraagt de nodige voorzichtigheid.

Een mooi voorbeeld van beleidsondersteunend onder- zoek, gefinancierd door een publiek-privaat partnerschap, betreft duurzame theeproductie in Kenia. In het project ‘Sustainable Tea Development’ werken allerlei partijen samen, van kleine boeren, Unilever en de Lipton Tea Company, tot ministeries, Wageningse kennisinstitutenen NGO’s, zoals de Rainforest Alliance. Samen werkenze aan een duurzame keten, gebruikmakend van de brede Wageningse kennis over de theeketen, de fysieke ruimte en het watergebruik.

Page 10: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

8

Het recente rapport “Toekomstverkenning Schaarste en Transitie” van de Raad voor de Duurzame Leefomgeving, een onderraad van de ministerraad, behandelt kennisvragen overde schaarstedriehoek voedsel, water en energie. De discussie draait om beter begrip van de schaarsten en hun samenhang. Dit rapport signaleert eveneens een groeiende dynamiek en instabiliteit van systemen, ook op economisch gebied.Een belangrijke vraag is hoe we transities kunnen versnellen. Het antwoord zal in Nederland, Afrika of Azië telkens anders zijn. Ook daar is een rol voor de Wageningse kennisbasis weggelegd. Minder ruimtebeslag is alleen haalbaar met een hoogtechnologische, eco-efficiënte landbouw. Daar zitten allerlei sociale invalshoeken aan, getuige de discussies over varkensflats. Afrika heeft behoefte aan kleinschalige, kennis-

intensieve en duurzame landbouw. Daarvoor zijn op politiek en sociaal vlak misschien wel grotere veranderingen nodig dan louter op economisch en technologisch vlak. Denk aan onder-wijsinstituten, publieke investeringen, sociale structuren, aande traditionele vormen van watergebruik en toegangsrechten tot water, aan de noodzaak om buffers te blijven reserveren voor droge jaren.

Het echte probleem is het gebrek aan internationale politieke wil

Het doorvoeren van zoveel veranderingen is geweldig complex. Alleen als we daarin slagen zal de aarde in 2050 8 miljard mensen kunnen voeden en ruimte overhouden voor biodiversi-teit. Als we doorgaan op de huidige weg, blijven er hooguit postzegeltjes natuurgebied over. Ik ben er vrij optimistischover dat men de juiste kennis zal kunnen genereren. Grootste struikelblok is het gebrek aan internationale politieke wil. De wetenschap kan een grote bijdrage aan de bewustwording leveren door aannemelijk te maken dat er ècht grote verande-ringen nodig zijn.

© 2009 Zwaar Water, Esther Mosselman, [email protected]. De afgebeelde tekeningen mogen - met naamsvermelding van Zwaar Water - worden gebruikt door WUR voor publikaties gerelateerd aan de bijeenkomst in Wageningen op 1 spetemberi 2009. Voor elk ander gebruik door elke andere partij is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zwaar Water vereist. Er zijn zowel hoge resulutie (300 dpi, vor drukwerk) tiff en jpeg bestanden als lagere resolutie gif en jpeg bestanden beschikbaar op de aangeleverde CD-ROM. NB Niet de bestanden uit dit PDF document gebruiken, deze zijn te laag van resolutie. pagina 2 van 11

Page 11: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

9

Wouter Lincklaen Arriens (Asian Development Bank; Lead Water Resources Specialist).

De rol van banken verandert. Banken zijn niet langer alleen ver-strekkers van geld, maar steeds vaker ook intermediairs bij het ontwikkelen van kennis. Een rol als intermediair bij financiering èn als kennismakelaar is expliciet onderdeel van de ADB-strate-gie tot 2020. Daarom ondersteunt de ADB de ontwikkeling van zogenoemde ‘Knowledge Hubs’, regionale kennisnetwerken, bijvoorbeeld op het gebied van watervraagstukken, in samen-werking tussen tal van partijen. Wageningen focust steeds meer op science for impact. Daarom hebben ADB partners grote

belangstelling voor de Wageningse expertise op het gebied van waterbeheer en willen graag samenwerken. Diverse netwerken bieden grote mogelijkheden.

Hoewel het internationale beleid veel aandacht heeft voor Afrika, leeft het grootste deel van de wereldbevolking in Azië. Wat Azië doet – of nalaat – heeft mondiaal een gigantische impact. Aziëis de bakermat van veel innovatief denken. Tegenwoordig komen decanen van topuniversiteiten als Harvard, Oxford en Cambridge

“Concurrerende land- en waterclaims inveranderende rivierdelta’s”Hoe onderzoeks- en kennispartnerschappen tot betere investeringen leiden

Page 12: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

10

hun licht opsteken in Singapore. Ook multinationals verplaatsen hun R & D centra naar Singapore. Dit alles duidt op een funda-mentele machtsverschuiving in de wereld.

Onze klanten vragen niet alleen om financiering, maar steeds vaker ook om kennis

De ADB is in 1966 opgericht als ontwikkelingsbank. Wij hebben 67 lidstaten, waarvan 48 in Azië en in landen rond de Grote Oceaan. Tussen 2005 en 2008 steeg het bedrag dat wij uitlenen van 6 naar 11 miljard dollar per jaar. Onze rol verschuift. Naast intermediair bij financiering van projecten om de armoede in de wereld te bestrijden wordt onze bank ook steeds meer kennis-makelaar. Duurzame ontwikkeling hoort expliciet tot onze stra-tegische doelen voor 2020. Daarbij spelen wij een steeds gro-tere rol als intermediair op kennisgebied. Onze klanten vragen niet alleen om financiering, maar steeds vaker ook om kennis. Naast leningen voor waterprojecten omvat ons Water Financing Program technology assessment, beurzen en garanties en steun aan regionale kennisnetwerken.

Modellenbouwers zouden hun modellen zo snel mogelijk aan beleidsmakers moeten voorleggen

Voor waterprojecten hebben landen die deelnemen in de ADB tot nog toe 43 miljoen US dollar toegezegd in de Water Financing Partnership Facility. Nederland en Australië zijn de grootste donoren. Daarnaast krijgen we onder meer financiële steun van Spanje, Oostenrijk, Noorwegen. We investeren in uiteenlopende waterprojecten op het platteland, in de stad en op stroom-gebiedniveau (rural, urban and basin water). Op het platteland investeren we in gezondheid en levensstandaard, bijvoorbeeld via betere irrigatie. In de steden ondersteunen we een duurzame groei, bijvoorbeeld door aanleg van riolering. Op stroomgebieds-niveau investeren we in integraal waterbeheer, gezonde rivieren

en kustzones en aanpassing aan klimaatsverandering. Interes-sant is dat de ADB ook regelmatig topoverleg over waterbeheer organiseert voor Aziatisch-Pacifische politici en bestuurders met water in hun portefeuille, zoals premiers, ministers van financiën en milieuministers. Want veel beslissingen over waterbeheer worden nu eenmaal buiten de eigenlijke watersector genomen. Naast het gebruikelijke topoverleg voor waterministers houden we nu ook een speciaal topoverleg over waterzaken voor veilig-heidsministers. Dit is een belangrijk nieuw initiatief. Modellenbou-wers zouden hun modellen zo snel mogelijk aan beleidsmakers moeten voorleggen.

Omdat veel landen in onze regio voor dezelfde uitdagingen en problemen op watergebied staan is in 2003 het Asia-Pacific Water Forum (APWF) opgericht. Er zijn drie sleutelthema’s: water financiering & capaciteitsopbouw, het voorkomen en bestrijden van rampen – hetgeen in het dichtbevolkte Azië met zijn vele overstromingen extreem belangrijk is – en ontwikkeling van de blauw-groene ruimte.De APWF onderhoudt een uitgebreid waterkennisnetwerk met diverse regionale “knooppunten”, zogenoemde knowledge hubs. De beeldspraak van de hub als centraal knooppunt in een net-werk is ontleend aan de luchtvaart. Het is een plek waar je langs moet om je einddoel te bereiken. Azië beschikt over zeer veel kennis, maar die is nogal versnipperd. Daarom vervullen nu erkende topinstituten een rol als knowledge hub. Zij adopteren een bepaald kennisprobleem – zoals bijvoorbeeld grondwater-vervuiling – en onderhouden een regionaal kennisnetwerk rondom dit onderwerp.

© 2009 Zwaar Water, Esther Mosselman, [email protected]. De afgebeelde tekeningen mogen - met naamsvermelding van Zwaar Water - worden gebruikt door WUR voor publikaties gerelateerd aan de bijeenkomst in Wageningen op 1 spetemberi 2009. Voor elk ander gebruik door elke andere partij is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zwaar Water vereist. Er zijn zowel hoge resulutie (300 dpi, vor drukwerk) tiff en jpeg bestanden als lagere resolutie gif en jpeg bestanden beschikbaar op de aangeleverde CD-ROM. NB Niet de bestanden uit dit PDF document gebruiken, deze zijn te laag van resolutie. pagina 3 van 11

Page 13: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

1111

De ADB ondersteunt regionale samenwerking via diverse stake-holder kennisnetwerken, waaronder een apart netwerk voor de media (Asian Water Wire), als dienstverlening aan journalisten die vaak niet in de complexe materie van het waterbeheer gespecia-liseerd zijn. Een andere grote sponsor van de kennisnetwerken is het UNESCO-IHE instituut in Delft. Het UNESCO-IHE is in Azië zeer bekend. Veel mensen onderhouden er contacten mee of hebben er ooit gestudeerd. De Hollandse waterexpertise geniet in Azië een uitstekende reputatie. De naam ‘Wageningen’zegt Aziatische watermanagers echter minder. Daarom doen Wageningse kennisinstituten er goed aan hun activiteiten op watergebied te promoten als onderdeel van de Nederlandse waterinitiatieven. In Azië hecht men waarde aan grote, interna-tionaal erkende kennisinstituten.Wageningse ingenieurs zijn in een unieke positie om complexe knelpunten in Azië te helpen oplossen. Om te beginnen is erde irrigatieproblematiek. Falende bureaucratie draagt bij aan ernstige grondwatertekorten. De kwetsbare delta’s zijn gevoelig voor klimaatsverandering. Daarom is hier een grote rol weggelegd voor Wageningse irrigatie-experts die van huis uit gewend zijn om het irrigatievraagstuk niet als een louter techni-sche kwestie te benaderen, maar er met een brede blik naarte kijken. Zulke mensen zijn erg schaars. De innovaties die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd hebben bepaald niet opgele-verd wat er van verwacht werd. Op dit gebied zijn dramatische veranderingen nodig. We moeten terug naar de tekentafel om nieuwe kleine en middelgrote irrigatiesystemen te ontwerpen, met een radicaal ander beheer. Welke ondersteuning hebben kleine irrigatieschema’s van hogerhand nodig om irrigatie zowel effectief als efficiënt te maken?

De snel uitdijende steden kampen met slechte watervoorziening, gebrekkige riolering en ernstige vervuiling. Het klinkt ongeloof-lijk, maar de helft van de Aziaten beschikt niet over adequate riolering. De waterzuivering schiet ernstig tekort. Kuststeden worden bedreigd door overstromingen. In de ruimtelijke orde-ning zijn integrale ontwikkelingsprogramma’s nodig om in bestaande en nieuwe standswijken een adequate sanitatie te realiseren, ‘van toilet tot rivier’, om zowel de steden als het benedenstrooms gebied leefbaar te houden. In grote delen van Azië is stedelijk afvalwater tegenwoordig de grootste bron van vervuiling van de rivieren.

Ook het integraal waterbeheer kent grote uitdagingen. Hier is mijn voornaamste aanbeveling om uitgevoerde projecten te analyseren. Was de aanpak effectief? Waren de stakeholders tevreden? In hoeverre pasten de projecten in het concept People, Planet, Profit? We moeten de sleutelfactoren voor succes identificeren.

Voorbeelden werken krachtig en snel

Tenslotte zou ik willen adviseren om goed na te gaan wat de sterkste kanten zijn in het Wageningse wateronderzoek. Concentreer u op de dingen waar u ècht erg goed in bent.Laat succesvolle projecten zien waarin uw aanpak zich aantoon-baar heeft bewezen. Maak slim gebruik van de hefboomwerking van geslaagde voorbeeldprojecten. Voorbeelden werken krach-tig en snel. En inventariseer de mogelijkheden van nieuwe formules om kosten te delen.

Page 14: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

12

Landdynamiek is nog niet zo’n ingeburgerde term. De meeste beoefenaars van dit vakgebied zijn opgeleid als bodemkundigen. Geleidelijk kreeg men steeds meer behoefte aan een bredere blik op de dynamiek van het landschap. Daarbij komen naast fysischeook sociaal-economische aspecten van het landgebruik aan bod.Twee grote onderzoeksprogramma’s die de leerstoelgroepLanddynamiek samen met partners uitvoert zijn het project ‘Com-peting Claims on Natural Resources’ en het ‘Trade-off Analysis Programma’. Eerste vraagstelling is altijd: Welke ruimtelijke inter-acties spelen hier? Wat willen mensen in zo’n regio? Welk effect hebben activiteiten op locatie A op locatie B en vice versa? Zo kan gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bovenloop stroom-opwaarts bijvoorbeeld leiden tot afnemende waterkwaliteit verder stroomafwaarts. En dat kan weer zijn weerslag hebben op de

kwaliteit van drinkwater en irrigatiewater. In dit voorbeeld is sprake van “eenrichtingsverkeer”, maar ook “tweerichtings-verkeer” komt voor.

Het van hogerhand instellen van een nationaal park om de natuur te beschermen kan een massale volksverhuizing in gang zetten naar aangrenzende regio’s die toch al dichtbevolkt waren en al onder hoge druk stonden. Voor de instelling van het Greater Limpopo Transfrontier Park op de grens van Mozam-bique, Zimbabwe en Zuid-Afrika moesten 20.000 mensen verhuizen. Intussen zien we in diezelfde regio flinke buitenlandse investeringen in grote suikerrietplantages voor bio-energie en suikerproductie. Zo zijn er voortdurend conflicten op het gebied van landgebruik. Het onderzoek naar bedrijfssystemen betreft zowel ontwikke-lingen in de ruimte als in de tijd. In een land als Senegal valt te voorzien dat de landbouw het door klimaatsverandering steeds moeilijker zal krijgen, met als eindbeeld afnemende bodemkwali-teit en verwoestijning. Bij een verstandig landgebruik, waarbij het organische stofgehalte van de bodem zorgvuldig op peil

Conceptueel kader voor conflicterend ruimtegebruik

Jetse Stoorvogel (Wageningen University, Leerstoelgroep Landdynamiek).

© 2009 Zwaar Water, Esther Mosselman, [email protected]. De afgebeelde tekeningen mogen - met naamsvermelding van Zwaar Water - worden gebruikt door WUR voor publikaties gerelateerd aan de bijeenkomst in Wageningen op 1 spetemberi 2009. Voor elk ander gebruik door elke andere partij is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zwaar Water vereist. Er zijn zowel hoge resulutie (300 dpi, vor drukwerk) tiff en jpeg bestanden als lagere resolutie gif en jpeg bestanden beschikbaar op de aangeleverde CD-ROM. NB Niet de bestanden uit dit PDF document gebruiken, deze zijn te laag van resolutie. pagina 8 van 11

Page 15: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

blijft, kan de ontwikkeling echter heel anders verlopen en danzal de landbouw in het gebied behouden kunnen blijven.

Multifunctioneel landgebruik wint steeds meer terrein. Naast primaire landbouwproductie zijn tal van andere elementenvan belang, zoals het leveren van waterdiensten, CO2 fixatieen – met name in meer ontwikkelde streken – het koesterenvan de cultuurhistorische waarde van het landschap.In Zuid-Afrika deed onze leerstoelgroep onderzoek naar land-gebruik en watervoorziening in opdracht van de stad Johannes-burg. De stad betrekt haar drinkwater uit een stuwmeer. Aan de bovenloop bevindt zich het Royal Natal National Park. Verder stroomafwaarts liggen achtereenvolgens gemeenschappelijke weidegronden, kleinschalige gemengde bedrijven, grootschalige veehouderij, intensieve geïrrigeerde teelten en tenslotte een afgedamd stuwmeer, waaruit Johannesburg haar drinkwater betrekt. Om de watervoorziening op peil te houden is de stad bereid om boeren in het Tugela stroomgebied te betalen voor ‘blauwe diensten’, in ruil voor een efficiëntere productie waarbij zuiniger met water wordt omgesprongen. Wij onderzochten hoeveel je ze dan moet betalen en wat dat oplevert in termen van waterbeschikbaarheid. Onze conclusie was dat sommige boeren sowieso bereid zijn om efficiënter met water om tegaan als ze daartoe de kans krijgen, ook zonder extra beloning. Naarmate de beloning hoger wordt, zullen meer collega’s vol-gen. Uiteindelijk stuit je op een limiet, waarboven de efficiency niet verder zal stijgen, ook al blijf je de beloning verhogen.

De tijdsschaal verdient meer aandacht

De tijdschaal verdient meer aandacht bij het bestuderen van bedrijfssystemen. Het ontwikkelen van toekomstvisies voor een bepaalde regio vergt heel ander onderzoek dan het ontwikkelen van een visies op de toedeling van het grondgebruik voor de korte termijn.Als we onderzoeksconclusies over landgebruik opschalen van bedrijfsniveau naar regionaal niveau, wordt het beeld snel com-plexer. Je moet rekening gaan houden met dorpen en industrie. Een land als Kenia telt 1300 inwoners per vierkante kilometer. Ook als de boeren zich op bedrijfsniveau kunnen redden, blijven

hun productiemethodes op nationaal niveau ontoereikend als bron van bestaan. Daarom zullen er meer alternatieve inkomsten-bronnen moeten komen. Voor Kenia hebben wij diverse alterna-tieve armoedeontwikkelingsscenario’s ontwikkeld. We hebben uiteenlopende landbouwkundige ontwikkelingsprogramma’s bekeken. We hebben bijvoorbeeld het resultaat doorgerekend van efficiënter omgaan met dierlijke mest, waardoor er meer stikstof voor de gewassen beschikbaar komt. We hadden voorspeld dat dit heel gunstig zou uitpakken voor de landbouw-productie in de regio. In de praktijk echter viel dat nogal tegen. Want zodra boeren over meer mest beschikken, blijken ze over te schakelen op de maïsteelt. Zo’n cash crop levert meer geld op. Maar in meer dan de helft van de jaren was het eigenlijk te droog om maïs te telen. Daardoor ging de streek er economisch niet op vooruit. Landgebruikers reageren soms anders op econo- mische prikkels dan verwacht. Daardoor zullen regionale ontwik- kelingsprogramma’s niet altijd het gestelde doel bereiken.

We moeten onze modellen niet steeds maar complexer willen maken

Voordat je een model voor duurzame ontwikkeling kunt maken zullen we eerst beter in de vingers moeten krijgen wat nu pre-cies de sturende factoren bij de huidige ontwikkeling zijn. Daarbij past echter een waarschuwing. Wetenschappers zijn geneigd om hun modellen steeds groter en complexer te maken en er steeds meer in te stoppen. Vaak kost het al een jaar of drie om zo’n model in een gegeven situatie operationeel te krijgen. Dan schiet je je doel voorbij. In de praktijk worden de simpelste mo-dellen het meest gebruikt – waarbij de gebruikers niet zeldende gemaakte aannames al weer vergeten zijn. Bovendien zullen we beter moeten definiëren hoe we de vele aspecten van een duurzame ontwikkeling feitelijk waarderen.

13

Page 16: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

‘Transdisciplinariteit’ is een nieuw buzzwoord in de wetenschap. In de praktijk heeft juist Wageningen hier al een rijke ervaring mee. Bij transdisciplinair onderzoek werken onderzoekersvanuit verschillende alfa-, bèta- en gammadisciplines niet alleen met elkaar samen, maar ze betrekken daar ook de kennis en behoeften van allerlei partijen van buiten de wetenschap bij, zoals boeren, lokale overheden en NGO’s. Hier valt nog een kwaliteitsslag te maken. Alterra onderzoekt welke theoretische concepten en methoden daarvoor nodig zijn.

Dit is een fundamenteel andere vorm van kennismanagement dan tot nog toe gebruikelijk. Alle partijen zijn kennisdragersen kennisleveranciers. Vooral maatschappelijke vraagstukken met veel actoren en waar kennisonzekerheid, conflicterende belangen en conflicterende waarden een grote rol spelen, vragen om een transdisciplinaire aanpak. Samenwerking met

maatschappelijke partijen vergroot bovendien de kans op succesvolle implementatie van onderzoeksresultaten in de maatschappij en draagt daarmee bij aan innovatie. Tot nogtoe is de rol van niet-wetenschappers bij het formuleren van onderzoeksvragen gering. Niet alleen omdat het voor niet-wetenschappers lastig is om dat goed te doen, maar ook om-dat binnen de huidige financieringsstructuren niet-wetenschap-pers niet op de loonlijst staan. Transdisciplinair onderzoek maakt gebruik van unieke kennis over ecosystemen en locale structuren. Het gaat om kennis die zonder de inbreng van de niet-wetenschappers nooit verworven zou zijn.

Transdisciplinair onderzoek levert unieke kennis die zonder de inbreng van niet-wetenschappers nooit verworven zou zijn

In de praktijk werken wetenschappers natuurlijk al veel langer samen met niet-wetenschappers. De ervaring leert dat het een lastige manier van werken is. Daarom gebeurt er nu methodo-

14

Knelpunten en kansen van transdisciplinair onderzoek

Annemarie Groot (Alterra, Centrum Water en Klimaat).

© 2009 Zwaar Water, Esther Mosselman, [email protected]. De afgebeelde tekeningen mogen - met naamsvermelding van Zwaar Water - worden gebruikt door WUR voor publikaties gerelateerd aan de bijeenkomst in Wageningen op 1 spetemberi 2009. Voor elk ander gebruik door elke andere partij is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zwaar Water vereist. Er zijn zowel hoge resulutie (300 dpi, vor drukwerk) tiff en jpeg bestanden als lagere resolutie gif en jpeg bestanden beschikbaar op de aangeleverde CD-ROM. NB Niet de bestanden uit dit PDF document gebruiken, deze zijn te laag van resolutie. pagina 6 van 11

Page 17: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

logisch onderzoek. Wat zijn de verschillende praktijken, wat zijn de voordelen en knelpunten van deze aanpak? Daarover hebben wij vijftien Wageningse onderzoekers ondervraagd.

Om meer van transdisciplinair onderzoek te kunnen leren is wetenschappelijk onderzoek nodig. Een knelpunt is dat trans-disciplinair onderzoek blijft hangen op casus specifieke kennis. Om wetenschappelijke te kunnen publiceren is het nodig omook meer generieke kennis te expliciteren. Dat kan bijvoorbeeld door te kijken wat leerpunten zijn in de casus die ook relevant zijn voor anderen Als we dat leerproces beter organiseren, krijgt onze kennis nog meer impact in de maatschappij. Integratievan concepten en methoden is broodnodig om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken.

Juist door integratie kun je een innovatie-slag maken

Het denken over wetenschap en over de vraag hoe je weten-schap moet beoefenen verandert voortdurend. De trend gaat van mono-, via multi- en interdisciplinair naar transdisciplinair. Goed transdisciplinair onderzoek omvat ook goed disiciplinairen interdisciplinair onderzoek.We willen complexe vraagstukken niet meer opsplitsen in deel-problemen, maar in al hun complexiteit aanpakken, waarbij vaak veel actoren, tegengestelde belangen en conflicterende waarden in het spel zijn. Pas bij succesvolle toepassing van wetenschap-pelijke kennis in de maatschappij kun je echt spreken van inno-vatie. Juist door integratie kun je een innovatieslag maken.Veel Wageningse onderzoekers die buiten Europa werkzaam

zijn, kennen een sterke normatieve drive. Ze willen graag maat-schappelijk relevant bezig zijn en verwachten dat transdiscipli-nair onderzoek onderzoeksresultaten bruikbaarder en relevanter maakt. Als relatieve vreemdelingen in het buitenland, in een onbekende culturele context, stellen zij zich graag bescheiden op. Ze willen zich niet verheven voelen boven de mensen waar-op hun onderzoek betrekking heeft, maar daar democratisch,op voet van gelijkheid, mee omgaan. Een organisatie zoals de WOTRO staat hiervoor open en financiert tegenwoordig metho-den om samen met niet-wetenschappers onderzoeksvragen te formuleren. Feit blijft dat stakeholders bij belangenconflicten er vaak niet zo zeer op uit zijn om mee te doen aan onderzoek, maar vooral om hun eigen belangen voor het voetlicht te brengen. Maar bij onvoldoende interactie met de stakeholders, levert onderzoek soms te weinig innovatieve kennis op. Sommige Wageningse onderzoekers signaleren een gebrekaan ondersteunende theorieën en methoden. Daarbij blijft het lastig om casus-specifieke kennis te generaliseren. Maar goed wetenschappelijk onderzoek kun je altijd publiceren. Het is een grote uitdaging voor ons kennisprogramma om de integratievan kennis te stimuleren, op niveau van methodieken, theorieën, bridging concepts, of ten aanzien van de producten die het onderzoek gaat opleveren. Alleen dan zullen we verder komen.

15

Knelpunten en kansen van transdisciplinair onderzoek

De juiste mix:

VaardighedenKennis en inzicht

Motivatie

Houding enpersoonskenmerken

DoenDenken

Willen

Zijn

Page 18: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Henk Wösten (Alterra), Jolanda van den Berg (LEI), Jan Verhagen (PRI) en Peter van der Meer (Alterra).

Wereldwijd zijn er vele belangrijke drijfveren voor veranderingen in het landgebruik. Denk aan bevolkingstoename, prijsschom-melingen van landbouw- en houtproducten, economische groei, armoede, politieke en institutionele factoren. De komende jaren zal ook de klimaatsverandering via mitigerende en adaptatie-maatregelen zijn weerslag hebben op het landgebruik. Bossen verdwijnen, het areaal marginale landbouwgronden en zoge-noemde waste lands groeit. Als voorbeeld Indonesië waar het bosareaal is afgenomen van 130 miljoen hectare in 1975 tot86 miljoen hectare in 2004. In diezelfde periode nam het land-bouwareaal slechts toe van 38 tot 48 miljoen hectare. Opvallend genoeg nam vooral het areaal land voor oliepalmproductie sterk toe, van 0.2 tot 6.1 miljoen hectare. Mede door de groeiende vraag naar oliepalm als biobrandstof kan in Indonesië de CO2 emissie toenemen met zo’n 590 ton CO2 per jaar. Uitbreiding van de oliepalmproductie zet bestaande bossen en venen nog meer onder druk en leidt tot extra CO2-emissies. Een beter alternatief is het productiever maken van reeds gedegradeerde gronden om daar dan oliepalmen te telen.De hamvraag is of de palmolie bijdraagt aan de economische ontwikkeling op lokaal en regionaal niveau. Mogelijk interessante alternatieven zijn de fondsen voor mitigatie van effecten van klimaatsverandering, zoals REDD (Reduced Emissions from Deforestation and Forest Degradation), carbon credits onderhet Kyoto verdrag, en biorights. Met dergelijke fondsen kan ook de lokale bevolking inkomsten genereren uit het behoud vanbossen en venen.

Thema 1: Landgebruik en klimaatsverandering

Het opstellen van een Master Plan voor herstel en revitalisatie van het voormalige megarijstgebied in centraal Kalimantan, Indonesië is illustratief voor de zoektocht naar een evenwicht tussen People, Planet en Profit. De grote uitdaging is om twee Millenniumdoelstellingen, namelijk reductie van armoede en honger enerzijds en duurzaam gebruik van natuurlijke hulp-bronnen anderzijds, met elkaar te verzoenen in plaats van verstrikt te raken in een situatie waarin beide doelstellingen elkaar bijten.

Thema 1, uit de discussie:• Hoe zal klimaatsverandering migratie patronen beïnvloeden?• Hoe kunnen we effectief adaptatie en mitigatie maatregelen

combineren binnen het landgebruik?• Hoe krijgen we landgebruikveranderingen op de politieke

agenda?• Klimaat – landgebruik: wat is oorzaak en gevolg?• REDD is gebaseerd op welvaartsverschil; hoe lang werkt dat?• Hoe breng je klimaat en duurzame ontwikkeling bij elkaar

(proces, methode, tools)?• Hoe zorg je ervoor dat REDD-geld op goede plek terecht

komt?• Breng gefragmenteerde WUR kennis bij elkaar voor de

ontwikkeling van een WUR approach van REDD methodo-logie in de vorm van een KB1 project (Kalimantan).

16

Page 19: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

17

Key is if economic development at local and regional level will be promoted by oil palm expansion or that funding mechanisms for climate change mitigation such as REDD and carbon credits are interesting alternatives for the local people.

Alternative funding mechanisms bring new opportunities.

The challenge is to combine the realization of Millennium Development Goals 1: Reduction of poverty and hunger, and 7: Sustainable use of natural resources, instead of getting trapped in a situation where they oppose each other.

How can local people benefit best?

Poster Thema 1: Landgebruik en KlimaatsveranderingHenk Wösten, Jolanda van den Berg, Jan Verhagen & Peter van der Meer

Worldwide land use changes are driven by: • Population increase • Fluctuating commodity prices • Economic growth • Poverty • Political and institutional factors

In addition climate change, for instance through adaptation and mitigation strategies, is likely to affect land use planning over the coming years.

Thus far these changes have lead to decrease in forest areas, marginal increase in agricultural land and substantial increase in waste lands.

Oil palm cultivation areas expand rapidly.

Expectations are that increase in the demand of oil palm as biofuel will put more pressure on forest areas and peatlands leading to extra CO2 emissions. Alternatively, production intensification will focus on better use of existing waste lands.

Drainage transforms peatlands from a carbon sink to a carbon source.

Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering

Henk Wösten, Jolanda van den Berg, Peter van der Meer & Jan Verhagen

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Tel: 0317 - 48 16 53 E-mail: [email protected]

Worldwide land use changes are driven by: Population increase Fluctuating commodity prices Economic growth Poverty Political and institutional factors In addition climate change, for instance through adaptation and mitigation strategies, is likely to affect land use planning over the coming years. Thus far these changes have lead to decrease in forest areas, marginal increase in agricultural land and substantial increase in waste lands.

Oil palm cultivation areas expand rapidly

Expectations are that increase in the demand of oil palm as biofuel will put more pressure on forest areas and peatlands leading to extra CO2 emissions. Alternatively, production intensification will focus on better use of existing waste lands.

Drainage transforms peatlands from a carbon sink to a carbon source

Key is if economic development at local and regional level will be promoted by oil palm expansion or that funding mechanisms for climate change mitigation such as REDD and carbon credits are interesting alternatives for the local people.

Alternative funding mechanisms bring new opportunities

The challenge is to combine the realization of Millennium Development Goals 1: Reduction of poverty and hunger, and 7: Sustainable use of natural resources, instead of getting trapped in a situation where they oppose each other. How can local people benefit best?

Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering

Henk Wösten, Jolanda van den Berg, Peter van der Meer & Jan Verhagen

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Tel: 0317 - 48 16 53 E-mail: [email protected]

Worldwide land use changes are driven by: Population increase Fluctuating commodity prices Economic growth Poverty Political and institutional factors In addition climate change, for instance through adaptation and mitigation strategies, is likely to affect land use planning over the coming years. Thus far these changes have lead to decrease in forest areas, marginal increase in agricultural land and substantial increase in waste lands.

Oil palm cultivation areas expand rapidly

Expectations are that increase in the demand of oil palm as biofuel will put more pressure on forest areas and peatlands leading to extra CO2 emissions. Alternatively, production intensification will focus on better use of existing waste lands.

Drainage transforms peatlands from a carbon sink to a carbon source

Key is if economic development at local and regional level will be promoted by oil palm expansion or that funding mechanisms for climate change mitigation such as REDD and carbon credits are interesting alternatives for the local people.

Alternative funding mechanisms bring new opportunities

The challenge is to combine the realization of Millennium Development Goals 1: Reduction of poverty and hunger, and 7: Sustainable use of natural resources, instead of getting trapped in a situation where they oppose each other. How can local people benefit best?

Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering

Henk Wösten, Jolanda van den Berg, Peter van der Meer & Jan Verhagen

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Tel: 0317 - 48 16 53 E-mail: [email protected]

Worldwide land use changes are driven by: Population increase Fluctuating commodity prices Economic growth Poverty Political and institutional factors In addition climate change, for instance through adaptation and mitigation strategies, is likely to affect land use planning over the coming years. Thus far these changes have lead to decrease in forest areas, marginal increase in agricultural land and substantial increase in waste lands.

Oil palm cultivation areas expand rapidly

Expectations are that increase in the demand of oil palm as biofuel will put more pressure on forest areas and peatlands leading to extra CO2 emissions. Alternatively, production intensification will focus on better use of existing waste lands.

Drainage transforms peatlands from a carbon sink to a carbon source

Key is if economic development at local and regional level will be promoted by oil palm expansion or that funding mechanisms for climate change mitigation such as REDD and carbon credits are interesting alternatives for the local people.

Alternative funding mechanisms bring new opportunities

The challenge is to combine the realization of Millennium Development Goals 1: Reduction of poverty and hunger, and 7: Sustainable use of natural resources, instead of getting trapped in a situation where they oppose each other. How can local people benefit best?

Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering

Henk Wösten, Jolanda van den Berg, Peter van der Meer & Jan Verhagen

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Tel: 0317 - 48 16 53 E-mail: [email protected]

Worldwide land use changes are driven by: Population increase Fluctuating commodity prices Economic growth Poverty Political and institutional factors In addition climate change, for instance through adaptation and mitigation strategies, is likely to affect land use planning over the coming years. Thus far these changes have lead to decrease in forest areas, marginal increase in agricultural land and substantial increase in waste lands.

Oil palm cultivation areas expand rapidly

Expectations are that increase in the demand of oil palm as biofuel will put more pressure on forest areas and peatlands leading to extra CO2 emissions. Alternatively, production intensification will focus on better use of existing waste lands.

Drainage transforms peatlands from a carbon sink to a carbon source

Key is if economic development at local and regional level will be promoted by oil palm expansion or that funding mechanisms for climate change mitigation such as REDD and carbon credits are interesting alternatives for the local people.

Alternative funding mechanisms bring new opportunities

The challenge is to combine the realization of Millennium Development Goals 1: Reduction of poverty and hunger, and 7: Sustainable use of natural resources, instead of getting trapped in a situation where they oppose each other. How can local people benefit best?

Page 20: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

18

Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering Kennisvragen Henk Wösten, Jolanda van den Berg, Peter van der Meer & Jan Verhagen

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Tel: 0317 - 48 16 53 E-mail: [email protected]

Kennisvraag

People

Wat zijn de gevolgen voor de kwetsbare, lokale bevolking,als door klimaatverandering voedselzekerheid en de lokale economie onder druk komen te staan?

Planet

Hoe combineren we de verschillende biofysische componenten in hun sociaal-economische context, tot integrale klimaatbestendige ontwikkelingsplannen?

Profit

Wie is eigenaar van de koolstof in bestaande veenbos-ecosystemen? Wie krijgt bij REDD-betaling het geld in handen: lokale gemeenschappen, overheden, of concessie-houders?

Motivatie/verantwoording/toelichting

De armste mensen in de armste landen zijn het vaakst slachtoffer van de gevolgen van klimaatverandering.

Verschillende disciplines (hydrologie - landbouw) sluiten vaak niet goed aan, waardoor het lastig is om ruimtelijke verbanden te leggen.

Iedereen praat over REDD, maar gaat het ook echt gebeuren?

Poster Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering - KennisvragenHenk Wösten, Jolanda van den Berg, Jan Verhagen & Peter van der Meer

Kennisvraag

People• Wat zijn de gevolgen voor de kwetsbare, lokale bevolking,

als door klimaatverandering voedselzekerheid en de lokale economie onder druk komen te staan?

Planet• Hoe combineren we de verschillende biofysische com-

ponenten in hun sociaal-economische context, tot integrale klimaatbestendige ontwikkelingsplannen?

Profit• Wie is eigenaar van de koolstof in bestaande veenbos-

ecosystemen? Wie krijgt bij REDD-betaling het geld in handen: lokale

gemeenschappen, overheden, of concessie-houders?

Thema 1: Landgebruik en Klimaatsverandering Kennisvragen Henk Wösten, Jolanda van den Berg, Peter van der Meer & Jan Verhagen

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Tel: 0317 - 48 16 53 E-mail: [email protected]

Kennisvraag

People

Wat zijn de gevolgen voor de kwetsbare, lokale bevolking,als door klimaatverandering voedselzekerheid en de lokale economie onder druk komen te staan?

Planet

Hoe combineren we de verschillende biofysische componenten in hun sociaal-economische context, tot integrale klimaatbestendige ontwikkelingsplannen?

Profit

Wie is eigenaar van de koolstof in bestaande veenbos-ecosystemen? Wie krijgt bij REDD-betaling het geld in handen: lokale gemeenschappen, overheden, of concessie-houders?

Motivatie/verantwoording/toelichting

De armste mensen in de armste landen zijn het vaakst slachtoffer van de gevolgen van klimaatverandering.

Verschillende disciplines (hydrologie - landbouw) sluiten vaak niet goed aan, waardoor het lastig is om ruimtelijke verbanden te leggen.

Iedereen praat over REDD, maar gaat het ook echt gebeuren?

Motivatie/verantwoording/toelichting

De armste mensen in de armste landen zijn het vaakst slachtof-fer van de gevolgen van klimaatverandering.

Verschillende disciplines (hydrologie - landbouw) sluiten vaakniet goed aan, waardoor het lastig is om ruimtelijke verbanden te leggen.

Iedereen praat over REDD, maar gaat het ook echt gebeuren?

Page 21: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Coen Ritsema, Simone Verzandvoort en Rudi Hessel (Alterra), René Verburg, Irina Bezlepkina en Jolanda van den Berg (LEI), Leo Stroosnijder (Wageningen University, Departement Omgevingswetenschappen).

Thema 2: Landdegradatie en verwoestijning

Onder landdegradatie en verwoestijning verstaan we het verlies van biologische of economische productiviteit van land. Dit is een mondiaal, complex probleem. De oorzaak is een van gebied tot gebied wisselende combinatie van sociale, economische, politieke en natuurlijke factoren, zoals hoge bevolkingsdruk of niet duurzaam land- of watergebruik.Oprukkende verwoestijning bedreigt meer dan 250 miljoen mensen in hun bestaan. De zogenoemde drylands beslaan meer dan 40 procent van het aardoppervlak, hier woont meer dan35 procent van de wereldbevolking. 10 tot 20 procent vande drylands heeft nu al te lijden onder verwoestijning. Door

klimaatsverandering zullen de frequentie, lengte en ernst van bestaande droogteperiodes toenemen, terwijl er ook nieuwe droogteperiodes bijkomen.Verwoestijning kan zich uiten in allerlei vormen zoals erosie, overstroming, overbegrazing, ontbossing, droogte en verzou-ting. Vaak treft verwoestijning mensen in de derde wereld het hardst, omdat zij weinig alternatieven hebben voor hun levens-onderhoud. Verwoestijning kan leiden tot verlies van inkomenen werkgelegenheid, voedselveiligheid en gezondheid. Dit kan migratiestromen in gang zetten.De millennium ecosystem assessment heeft tot nieuwe initia-tieven geleid. Wereldwijd draaien nu zo’n 40 grote internationale onderzoeken naar verwoestijning. De nadruk ligt op monitoren en modelleren, veel minder aandacht gaat uit naar preventie en het creëren van bewustwording en draagvlak.Maatregelen tegen verwoestijning hebben vaak een sociaal aspect. Ze dragen bij aan regio-ontwikkeling. Met name fra-giele aride en semi-aride ecosystemen verdienen een integrale beschermingsaanpak om verdere degradatie te voorkomen. Daarvoor moeten we alternatieve landgebruiksvormen en be-heerstrategieën ontwikkelen, gebaseerd op participatie van wetenschappers én stakeholders.Het EU-project DESIRE heeft als doelstelling om maatregelen te vinden voor het bestrijden van verwoestijning en landdegradatie, in samenwerking met stakeholders. Wereldwijd zijn 16 onder-zoeksgebieden geselecteerd, die samen een compleet beeld geven van de problematiek.Wageningse onderzoekers voeren diverse DESIRE-projecten uit. Ze sluiten aan bij de strategieën die lokale gemeenschappen zelf ontwikkelen om verwoestijning tegen te gaan, zoals het bouwen van stenen muurtjes, het maken van compost of het planten van Eucalyptus. Wetenschappers onderzoeken of het ècht werkt. Men kijkt bijvoorbeeld naar beter gebruik van regenwater, een betere wateropslagcapaciteit van de bodem en een efficiënter watergebruik door planten.

19

Page 22: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Thema 2, uit de discussie:• Serieuzer kijken naar verzouting.• Opmerkelijk dat NL blijkbaar goed is in verwoestijning.• Hoe kan onderzoek een zinvolle betrokkenheid van stakehol-

ders faciliteren?• Wat is de invloed van veranderende consumptiepatronen op

landgebruik.• WUR is goed in systeemdenken; gebruik het!• Onderzoek niet alleen richten op delta’s, maar juist ook op

achterland om migratie naar stad te beperken.• Recent onderzoek laat zien 24% gaat achterui, maar 16%

gaat vooruit. Oorzaak onbekend.

• Nader onderzoek naar sterke regionale verschillen in drijvende krachten.

• Temporele variabiliteit vertroebelt waarnemingen. (jaren 90 groene sahel).

• Projectie van normen uit rijke landen kan leiden tot verkeer-de beeldvorming, bv. NGOs tegen kunstmest (verwarring milieu met voedsel problem).

• Koppel desertificatie aan food security.• Wat is het effect van de Nederlandse agro industrie op

landdegradatie?

20

Page 23: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

21

Poster Thema 2: Landdegradatie en verwoestijningCoen Ritsema, Simone Verzandvoort, Rudi Hessel, René Verburg, Irina Bezlepkina, Jolanda van den Berg & Leo Stroosnijder

Research projects from Wageningen UR have strong characteristics to help remediation on the ground:

Stakeholder involvementStakeholders adressed include land managers, local scientsts, regional governments and policy makers. Land managers are involved at various levels of the research (identifying, selecting, trialing remediation strategies, dissemination). The UNCCD is adressed in the DESIRE project.

Policy effectsPolicy effects are incorporated and quantified in modelling frameworks (DESIRE, LUPIS) to assess effects of remedia-tion strategies.

Capacity buildingIn all projects, local scientists and land managers are trained on aspects of sustainable land management, in using models and in facilitating stakeholder meetings.

Variety of instrumentsA variety of instruments has been developed and applied in WUR projects: participatory methods for identifying, docu-menting and selecting SLM measures, for land use planning, and modeling frameworks to assess the effects of SLM strategies.

IntegrationWUR projects in LDD research have a strong focus on the integration of different domains within science (biophysical/ technical vs socio-economical), the use of indigenous knowledge on SLM strategies, and the integration between scientists from developed and developing countries.

UpscalingDESIRE is one of the first research initiatives upscaling biophysical and socio-economic assessments of remediation strategies to regional and global scales.

In search for remediation on the ground

Land degradation and desertification imply the reduction of ability of land to provide ecosystem services vital for human existence, specifically in dry areas. Causes derive from combi-nations of social, political, economic and natural factors which vary from region to region. Examples are population pressureor policies leading to the unsustainable use of water or land.

Scientists believe that 10 to 20% of the world’s drylands are affected by desertification (MA, 2005). There is a great deal at stake - safeguarding the livelihoods of more than 250 million people living in dryland regions. But the crucial question is: can desertification, initiated and exacerbated by climate change,be remediated?

The largest international initiative for remediation is the UNCCD. It has yielded limited results in the past decades, and needs support from science in guiding the way to getting remediation strategies implemented on the ground.

Local solutions should be the departure point for reaching success in remediating desertification on a global level.

Sound scientific evidence of implementation on the ground is required for an increased public support for and investment in the mission of the UNCCD.

Support and political commitment to institutional reforms at national and international levels are key to combating desertification.

Thema 2: Landdegradatie en verwoestijning Coen Ritsema (Alterra), Simone Verzandvoort (Alterra), Rudi Hessel (Alterra), René Verburg (LEI), Irina Bezlepkina (LEI), Jolanda van den Berg (LEI) & Leo Stroosnijder (WU-DOW)

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 65 00 E-mail: [email protected]

In search for remediation on the ground

Land degradation and desertification imply the reduction of ability of land to provide ecosystem services vital for human existence, specifically in dry areas. Causes derive from combinations of social, political, economic and natural factors which vary from region to region. Examples are population pressure or policies leading to the unsustainable use of water or land. Scientists believe that 10 to 20% of the world’s drylands are affected by desertification (MA, 2005). There is a great deal at stake - safeguarding the livelihoods of more than 250 million people living in dryland regions. But the crucial question is: can desertification, initiated and exacerbated by climate change, be remediated? The largest international initiative for remediation is the UNCCD. It has yielded limited results in the past decades, and needs support from science in guiding the way to getting remediation strategies implemented on the ground.

Research projects from Wageningen UR have strong characteristics to help remediation on the ground:

Stakeholder involvement Stakeholders adressed include land managers, local scientsts, regional governments and policy makers. Land managers are involved at various levels of the research (identifying, selecting, trialing remediation strategies, dissemination). The UNCCD is adressed in the DESIRE project. Policy effects Policy effects are incorporated and quantified in modelling frameworks (DESIRE, LUPIS) to assess effects of remediation strategies. Capacity building In all projects, local scientists and land managers are trained on aspects of sustainable land management, in using models and in facilitating stakeholder meetings. Variety of instruments A variety of instruments has been developed and applied in Wageningen UR projects: participatory methods for identifying, documenting and selecting SLM measures, for land use planning, and modeling frameworks to assess the effects of SLM strategies. Integration WUR projects in LDD research have a strong focus on the integration of different domains within science (biophysical/ technical vs socio-economical), the use of indigenous knowledge on SLM strategies, and the integration between scientists from developed and developing countries. Upscaling DESIRE is one of the first research initiatives upscaling biophysical and socio-economic assessments of remediation strategies to regional and global scales.

Local solutions should be the departure point for reaching success in remediating desertification on a global level. Sound scientific evidence of implementation on the ground is required for an increased public support for and investment in the mission of the UNCCD. Support and political commitment to institutional reforms at national and international levels are key to combating desertification.

Thema 2: Landdegradatie en verwoestijning Coen Ritsema (Alterra), Simone Verzandvoort (Alterra), Rudi Hessel (Alterra), René Verburg (LEI), Irina Bezlepkina (LEI), Jolanda van den Berg (LEI) & Leo Stroosnijder (WU-DOW)

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 65 00 E-mail: [email protected]

In search for remediation on the ground

Land degradation and desertification imply the reduction of ability of land to provide ecosystem services vital for human existence, specifically in dry areas. Causes derive from combinations of social, political, economic and natural factors which vary from region to region. Examples are population pressure or policies leading to the unsustainable use of water or land. Scientists believe that 10 to 20% of the world’s drylands are affected by desertification (MA, 2005). There is a great deal at stake - safeguarding the livelihoods of more than 250 million people living in dryland regions. But the crucial question is: can desertification, initiated and exacerbated by climate change, be remediated? The largest international initiative for remediation is the UNCCD. It has yielded limited results in the past decades, and needs support from science in guiding the way to getting remediation strategies implemented on the ground.

Research projects from Wageningen UR have strong characteristics to help remediation on the ground:

Stakeholder involvement Stakeholders adressed include land managers, local scientsts, regional governments and policy makers. Land managers are involved at various levels of the research (identifying, selecting, trialing remediation strategies, dissemination). The UNCCD is adressed in the DESIRE project. Policy effects Policy effects are incorporated and quantified in modelling frameworks (DESIRE, LUPIS) to assess effects of remediation strategies. Capacity building In all projects, local scientists and land managers are trained on aspects of sustainable land management, in using models and in facilitating stakeholder meetings. Variety of instruments A variety of instruments has been developed and applied in Wageningen UR projects: participatory methods for identifying, documenting and selecting SLM measures, for land use planning, and modeling frameworks to assess the effects of SLM strategies. Integration WUR projects in LDD research have a strong focus on the integration of different domains within science (biophysical/ technical vs socio-economical), the use of indigenous knowledge on SLM strategies, and the integration between scientists from developed and developing countries. Upscaling DESIRE is one of the first research initiatives upscaling biophysical and socio-economic assessments of remediation strategies to regional and global scales.

Local solutions should be the departure point for reaching success in remediating desertification on a global level. Sound scientific evidence of implementation on the ground is required for an increased public support for and investment in the mission of the UNCCD. Support and political commitment to institutional reforms at national and international levels are key to combating desertification.

Page 24: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

22

Use of indigenous knowledge, inclusion of policy, dissemination

Scientific activities (data collection, processing, modeling)

Dissemination, education

Thema 2: Landdegradatie en verwoestijning Kennisvragen Coen Ritsema (Alterra), Simone Verzandvoort (Alterra), Rudi Hessel (Alterra), René Verburg (LEI), Irina Bezlepkina (LEI), Jolanda van den Berg (LEI) & Leo Stroosnijder (WU-DOW)

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 6 500 E-mail: [email protected]

Stakeholders

Local communities

Scientists

International

Regional

Remediation strategies

Local

NGOs

Use strategies developed by and with local communities From there, up to higher levels: modelling effects of remediation

strategies or policy AND reaching stakeholders Establish and maintain during relationships between stakeholders and

scientists: a catalyst role for NGOs

Poster Thema 2: Landdegradatie en verwoestijning - KennisvragenCoen Ritsema, Simone Verzandvoort, Rudi Hessel, René Verburg, Irina Bezlepkina, Jolanda van den Berg & Leo Stroosnijder

• Use strategies developed by and with local communities

• From there, up to higher levels: modelling effects of remediation strategies or policy AND reaching stakeholders

• Establish and maintain during relationships between stakeholders and scientists: a catalyst role for NGOs

Use of indigenous knowledge, inclusion of policy, dissemination

Scientific activities (data collection, processing, modeling)

Dissemination, education

Page 25: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

De groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart doen de vraag naar voedsel, energie en grondstoffen stijgen. Er komt steeds meer concurrentie om grond voor voedsel, biobrandstof-fen en andere belangrijke ‘ecosysteemdiensten’. Zulke groene en blauwe diensten tellen steeds zwaarder mee bij afwegingen tussen economische rationaliteit (wat waar te produceren tegen de laagste productiekosten?) en mogelijke consequenties voor natuur, biodiversiteit, landschap en milieu. Steeds vaker komen bedrijfsleven en overheden tot afspraken over meer duurzame productie en handel. Voorbeelden zijn de rondetafelbijeenkom-sten over palmolie en soja. Met afspraken over High Conser-vation Value Areas (HCVA’s) kan men ecologisch kwetsbare gebieden ontzien. Tegelijkertijd groeit de aandacht voor sociaal-culturele waarden, die tussen landen, of tussen bevolkingsgroe-pen, sterk kunnen verschillen. Dat draagt bij aan de toenemende spanning tussen landbouwproductie enerzijds en biodiversiteit, milieu, en watervoorziening anderzijds.De grote uitdaging is om alle benodigde op biomassa gebaseer-de producten te leren produceren zonder dat dit ten koste gaat van belangrijke ecosystemen en essentiële goederen en eco-systeemdiensten, zoals koolstofopslag, beschikbaarheid van water, schoon drinkwater, vruchtbare bodems, vruchten en ander voedsel, schone lucht en biodiversiteit. Een belangrijke

vraag is ook hoe men de ongewenste terugkoppelingen kan voorkomen die – soms onverwacht – ontstaan als we ons op maar één claim concentreren.

Thema 3, uit de discussie:• Hoe bestuur/instituties te interesseren voor duurzaam

gebruik ecosysteem diensten?• Beter begrip van ecosysteem processen: effect van

landgebruik op biodiversiteit.• Welke biodiversiteitsindicatoren zijn nodig om iets te

zeggen over consequenties?• Meer kennis over extreme, natuurlijke dynamiek en de

menselijke invloed daarvan.• Meer aandacht voor stakeholder analyse.• Wat zijn de belangrijkste drivers achter verandering in

land gebruik?• Hoe case study resultaten vertalen naar lessen voor

andere gebieden?• Hoe wordt landgebruik bepaald door machtsverhoudingen?• Hoeveel biodiversiteit hebben we nodig?• Meer kennis nodig over versterken relatie biodiversiteit

en economische ontwikkeling door: eco-efficientie en op welke schaal?

• Wat is eco-efficient: agroparken, biologische landbouw, scheiden of verweven van functies?

• Meer kennis nodig over relatie biodiversiteit en niet- westerse culturen.

• Lokale kennis inzetten als te weinig gegevens beschikbaar zijn.

• Ervaring vanuit NL/Europa gebruiken om met lokale kennis processen op gang te brengen.

• Meer inzicht nodig van (locale) bestuurlijke processen.• Meer aandacht voor participatieve benadering.

Eric Arets, Rob Jongman, David Kleijn, Peter van der Meer en Bas Pedroli (Alterra), Cora van Oosten (Wageningen University) en Irina Bezlepkina (LEI).

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik

23

Page 26: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

24

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik

Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Concurrentie om natuurlijke hulpbronnen Groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart

doet vraag naar voedsel, energie en grondstoffen toenemen

Daardoor toenemende concurrentie om grond voor voedsel, biobrandstoffen en andere belangrijke diensten die ecosystemen leveren

Nadelige gevolgen: bodemdegradatie watertekort verlies biodiversiteit

Wat bepaalt lokale vormen van landgebruik?

Water purificationRich biodiversity

High value timber

Attractive scenery, tourism

Ancestral homeland

Subsistence farm land

Commercial farm land

Bio-fuel production

Grazing land

Human settlement

Sub-soil richness

Global commodity prices

Environmental NGO lobby

Public opinion

Global environmental policy

Global financial markets

Political stability

Flood regulation

Water purificationRich biodiversity

High value timber

Attractive scenery, tourism

Ancestral homeland

Subsistence farm land

Commercial farm land

Bio-fuel production

Grazing land

Human settlement

Sub-soil richness

Global commodity prices

Environmental NGO lobby

Public opinion

Global environmental policy

Global financial markets

Political stability

Flood regulation

Onderzoek bij DLO/Wageningen UR aan biodiversiteit in relatie tot land gebruik en duurzame ontwikkeling

Onderzoek vanuit verschillende perspectieven (ecologisch, economisch, sociaal, politiek)

Multidisciplinaire aanpak Mix van case studies en modellering Betrokkenheid van belanghebbenden Enkele conclusies

Biodiversiteit moet integraal onderdeel uitmaken van strategieën voor duurzame ontwikkeling

Resultaten laten zien dat het belangrijk is om onderzoek op verschillende schaalniveaus met elkaar te verbinden

Effecten van landgebruikverandering op biodiversiteit niet altijd goed te onderbouwen

Institutionele context is belangrijk, maar vaak moeilijk te realiseren

Beschikbaarheid gegevens, zowel over biodiversiteit als over landgebruik is beperkt

Land Use Functions (LUPUS project)

Abiotic resources Biotic resources Ecosystem processes

Industry & Land based services production Infrastructure

Provision of work Human health Food securityEc

onom

icEn

viron

men

tal

Soci

al

Concurrentie om natuurlijke hulpbronnen

• Groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart doet vraag naar voedsel, energie en grondstoffen toenemen;

• Daardoor toenemende concurrentie om grond voor voedsel, biobrandstoffen en andere belangrijke diensten die eco- systemen leveren;

• Nadelige gevolgen: • bodemdegradatie; • watertekort; • verlies biodiversiteit.

Wat bepaalt lokale vormen van landgebruik?

Onderzoek bij DLO/WUR aan biodiversiteit in relatie tot land gebruik en duurzame ontwikkeling

• Onderzoek vanuit verschillende perspectieven (ecologisch, economisch, sociaal, politiek).

• Multidisciplinaire aanpak • Mix van case studies en modellering• Betrokkenheid van belanghebbenden

Land Use Functions (LUPUS project)

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik

Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Concurrentie om natuurlijke hulpbronnen Groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart

doet vraag naar voedsel, energie en grondstoffen toenemen

Daardoor toenemende concurrentie om grond voor voedsel, biobrandstoffen en andere belangrijke diensten die ecosystemen leveren

Nadelige gevolgen: bodemdegradatie watertekort verlies biodiversiteit

Wat bepaalt lokale vormen van landgebruik?

Water purificationRich biodiversity

High value timber

Attractive scenery, tourism

Ancestral homeland

Subsistence farm land

Commercial farm land

Bio-fuel production

Grazing land

Human settlement

Sub-soil richness

Global commodity prices

Environmental NGO lobby

Public opinion

Global environmental policy

Global financial markets

Political stability

Flood regulation

Water purificationRich biodiversity

High value timber

Attractive scenery, tourism

Ancestral homeland

Subsistence farm land

Commercial farm land

Bio-fuel production

Grazing land

Human settlement

Sub-soil richness

Global commodity prices

Environmental NGO lobby

Public opinion

Global environmental policy

Global financial markets

Political stability

Flood regulation

Onderzoek bij DLO/Wageningen UR aan biodiversiteit in relatie tot land gebruik en duurzame ontwikkeling

Onderzoek vanuit verschillende perspectieven (ecologisch, economisch, sociaal, politiek)

Multidisciplinaire aanpak Mix van case studies en modellering Betrokkenheid van belanghebbenden Enkele conclusies

Biodiversiteit moet integraal onderdeel uitmaken van strategieën voor duurzame ontwikkeling

Resultaten laten zien dat het belangrijk is om onderzoek op verschillende schaalniveaus met elkaar te verbinden

Effecten van landgebruikverandering op biodiversiteit niet altijd goed te onderbouwen

Institutionele context is belangrijk, maar vaak moeilijk te realiseren

Beschikbaarheid gegevens, zowel over biodiversiteit als over landgebruik is beperkt

Land Use Functions (LUPUS project)

Abiotic resources Biotic resources Ecosystem processes

Industry & Land based services production Infrastructure

Provision of work Human health Food security

Econ

omic

Envir

onm

enta

lSo

cial

Enkele conclusies

• Biodiversiteit moet integraal onderdeel uitmaken van strate-gieën voor duurzame ontwikkeling.

• Resultaten laten zien dat het belangrijk is om onderzoek op verschillende schaalniveaus met elkaar te verbinden.

• Effecten van landgebruikverandering op biodiversiteit niet altijd goed te onderbouwen.

• Institutionele context is belangrijk, maar vaak moeilijk te realiseren.

• Beschikbaarheid gegevens, zowel over biodiversiteit als over landgebruik is beperkt.

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik

Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Concurrentie om natuurlijke hulpbronnen Groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart

doet vraag naar voedsel, energie en grondstoffen toenemen

Daardoor toenemende concurrentie om grond voor voedsel, biobrandstoffen en andere belangrijke diensten die ecosystemen leveren

Nadelige gevolgen: bodemdegradatie watertekort verlies biodiversiteit

Wat bepaalt lokale vormen van landgebruik?

Water purificationRich biodiversity

High value timber

Attractive scenery, tourism

Ancestral homeland

Subsistence farm land

Commercial farm land

Bio-fuel production

Grazing land

Human settlement

Sub-soil richness

Global commodity prices

Environmental NGO lobby

Public opinion

Global environmental policy

Global financial markets

Political stability

Flood regulation

Water purificationRich biodiversity

High value timber

Attractive scenery, tourism

Ancestral homeland

Subsistence farm land

Commercial farm land

Bio-fuel production

Grazing land

Human settlement

Sub-soil richness

Global commodity prices

Environmental NGO lobby

Public opinion

Global environmental policy

Global financial markets

Political stability

Flood regulation

Onderzoek bij DLO/Wageningen UR aan biodiversiteit in relatie tot land gebruik en duurzame ontwikkeling

Onderzoek vanuit verschillende perspectieven (ecologisch, economisch, sociaal, politiek)

Multidisciplinaire aanpak Mix van case studies en modellering Betrokkenheid van belanghebbenden Enkele conclusies

Biodiversiteit moet integraal onderdeel uitmaken van strategieën voor duurzame ontwikkeling

Resultaten laten zien dat het belangrijk is om onderzoek op verschillende schaalniveaus met elkaar te verbinden

Effecten van landgebruikverandering op biodiversiteit niet altijd goed te onderbouwen

Institutionele context is belangrijk, maar vaak moeilijk te realiseren

Beschikbaarheid gegevens, zowel over biodiversiteit als over landgebruik is beperkt

Land Use Functions (LUPUS project)

Abiotic resources Biotic resources Ecosystem processes

Industry & Land based services production Infrastructure

Provision of work Human health Food security

Econ

omic

Envir

onm

enta

lSo

cial

Poster Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruikEric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Page 27: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

25

Poster Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik - KennisvragenEric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

• Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingenbiodiversiteit, en hoe dit gemonitored kan worden

• Maatregelen om biodiversiteit te behouden• Remote sensing

• Biodiversiteitindicatoren• Meenemen van natuurlijke

dynamiek• Duurzame ecologische

netwerken

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

• Institutionele en sociaal economische context

• Biodiversiteit in relatie to duurzaam levensonderhoud

• Innovatieve financiering-mechanismen

• Communicatie met platforms en ronde tafels

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

Thema 3: Biodiversiteit, land- en watergebruik Kennisvragen Eric Arets, Irina Bezlepkina, Rob Jongman, David Kleijn, Peter v.d. Meer, Cora van Oosten & Bas Pedroli

Alterra - Wageningen UR Postbus 47 Tel: 0317 - 48 70 52 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Diagnostiek biodiversiteitafname en methodiek voor het vinden van

realistische remedies

Ecosysteem diensten, Bestuur en Institutionele

ontwikkeling

Duurzame biodiversiteit

1

2 3

Ruimtelijke samenhang en schaling in land- en

waterbeheer voor duurzame biodiversiteit

Prioriteiten richting een onderzoeksagenda binnen KB1

Relatie tussen landgebruik, klimaatsveranderingen biodiversiteit en hoe dit gemonitored kan worden

Maatregelen om biodiversiteit te behouden Remote sensing

Biodiversiteitindicatoren Meenemen van natuurlijke dynamiek Duurzame ecologische netwerken

Institutionele en sociaal economische context

Biodiversiteit in relatie tot duurzaam levensonderhoud

Innovatieve financiering-mechanismen

Communicatie met platforms en ronde tafels

Page 28: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

De grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt. Zij kennen een lange bewoningsgeschiedenis vanwege hun vruchtbare landbouwgronden en hun goede verbindingen met het achter-land en overzeese gebieden. Delta’s vormen een rijke, maar kwetsbare woonomgeving. Wereldwijd staan delta’s onder grote druk vanwege de klimaatproblematiek, de sterk groeiende wereldbevolking en de bijbehorende economische ontwikkeling.Na recente rampen in de delta’s van New Orleans en Birma klinkt de roep om duurzame strategieën om de delta’s leefbaar te houden. Urgente problemen zijn bodemdaling en zeespiegelstij-ging, kustafslag, verzilting, bodem- en waterverontreiniging, rivierdynamiek, overstromingen vanuit zee en overstromingen van rivieren.Belangrijke oorzaken zijn het verstoren van de natuurlijke dynamiek van de delta’s en het onderbreken van de water- en sedimentstromen die vroeger voor een gezond evenwichttussen opbouw en afbraak zorgden.Tot nog toe domineren technologische oplossingen, gerichtop de korte termijn, met ongewenste neveneffecten en een beperkte houdbaarheid. Bij het zoeken naar duurzame oplos-

singen moeten alle stakeholders betrokken zijn. De grote vraag is of Wageningen een alternatieve strategie kan ontwikkelen, waarin natuurlijke deltadynamiek en ecologisch functioneren samengaan met duurzame landbouw en veilige bewoning van deltagebieden.Een zeer geschikte oplossing zijn agroparken, waarin verschil-lende agro- en non-agroketens geclusterd zijn. Industriële eco-logie krijgt veel aandacht. Agroparken dragen bij aan duurzame ontwikkeling via lage kosten, hoge milieu-efficiency en goede werk- en leefomstandigheden voor mensen èn dieren. Hun pro-ductiviteit is hoog en het ruimtebeslag gering. Dichtbevolkte delta’s hebben een grote consumentenvraag en een goede infrastructuur. Tegelijkertijd moeten de bewoners spaarzaam omspringen met ruimte en natuurlijke hulpbronnen. Voor een dergelijke systeeminnovatie is samenwerking tussen kennis-instellingen, overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijfs-leven essentieel. Momenteel werkt WUR aan agropark-projecten in Nederland, India en China.

Thema 4, uit de discussie:• Waar ligt de grens tussen stedelijk en landelijk?• Urgentie van verschillende problemen. Wanneer ingrijpen?• Is er een probleem of gaat het alleen om verdeling?• In ontwikkelingslanden ontbreken data en middelen voor

onze aanpak.• Ecologie verdient aandacht en kan veiligheid ondersteunen.• Delta en agroparken: goede combinatie!• Hoe moeten agroparken in delta’s worden georganiseerd?• Genoeg vlees voor 16 miljoen mensen; het gaat erom

hoe je het produceert.• Nederland: gidsland.• Agroparken: strategie en agenda nodig. Doel is beleids-

innovatie met lange termijn doorzicht; bijproduct van het doel is kennis.

Bart Makaske, Peter Smeets en Henk Wolfert (Alterra).

Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s

26

Page 29: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s

Bart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 16 09 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Delta’s: een kwetsbaar fysisch milieu

De grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt en vormen een rijke, maar kwetsbare, woonomgeving. Op dit moment staan delta’s wereldwijd onder grote druk, vanwege de klimaatproblematiek, de sterk groeiende wereldbevolking en de daarbij behorende economische ontwikkeling. Er zijn zeven urgente problemen: bodemdaling en zeespiegelstijging kustafslag verzilting bodem- en waterverontreiniging rivierdynamiek overstromingen vanuit zee overstromingen vanuit de rivier

De Nijldelta De Mississippidelta Verschillende typen beheer om delta’s leefbaar te houden: technologisch beheer - het kunstmatig ophogen van vitale delen

van de delta en het oprichten van harde kustverdedigingswerken en rivierdijken

half-natuurlijk beheer - het gericht gebruiken van deelprocessen in de natuurlijke deltadynamiek in combinatie met technolo-gische maatregelen

natuurlijk beheer - het toelaten van een volledig natuurlijke deltadynamiek

De Gele Rivier-delta: project geslaagd, doel gemist

Probleem: watertekort waardoor biodiversiteit in belangrijke stepping Stone in oost-aziatische trekroute wordt bedreigd

Red-Crowned Crane Yellow River Delta

Aanpak: uitgebreid goed-werkend modelinstrumentarium opgeleverd om scenario's door te rekenen

Struikelblok: breed, vooraf overeengekomen, overleg om realistische scenario's op te stellen echter nooit van de grond gekomen (competing claims, governance)

Resultaat: bureaucratie, ambtelijke verkokering en gevestigde belangen zorgen er effectief voor dat ontwikkelde tool nooit zijn doel zal dienen of zelfs misbruikt wordt

Grote opkomst bij Chinese stakeholdermeeting, maar zonder resultaat

Metropolitane landbouw in delta’s

Een agropark is een systeeminnovatie in agroproductie, -verwerking en -logistiek. Door ruimtelijke clustering van verschillende agro- en non-agroketens en de toepassing van industriële ecologie, draagt een agropark bij aan duurzame ontwikkeling, via lage kosten, hoge milieu-efficiency en goede werk- en leefomstandigheden voor mensen en dieren. De productiviteit is hoog en het ruimtebeslag gering. Dat maakt agroparken zeer geschikt voor dichtbevolkte delta’s, met een grote consumentenvraag, goede infrastructuur en waar tegelijkertijd spaarzaam omgesprongen moet worden met ruimte en natuurlijke hulpbronnen. Samenwerking tussen Kennisinstelingen, Overheid, Maatschappelijke organisaties en Bedrijfsleven is essentieel voor deze systeeminnovatie (KOMBI).

Momenteel werkt Alterra aan agropark projecten in Nederland, India en China.

Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s

Bart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 16 09 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Delta’s: een kwetsbaar fysisch milieu

De grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt en vormen een rijke, maar kwetsbare, woonomgeving. Op dit moment staan delta’s wereldwijd onder grote druk, vanwege de klimaatproblematiek, de sterk groeiende wereldbevolking en de daarbij behorende economische ontwikkeling. Er zijn zeven urgente problemen: bodemdaling en zeespiegelstijging kustafslag verzilting bodem- en waterverontreiniging rivierdynamiek overstromingen vanuit zee overstromingen vanuit de rivier

De Nijldelta De Mississippidelta Verschillende typen beheer om delta’s leefbaar te houden: technologisch beheer - het kunstmatig ophogen van vitale delen

van de delta en het oprichten van harde kustverdedigingswerken en rivierdijken

half-natuurlijk beheer - het gericht gebruiken van deelprocessen in de natuurlijke deltadynamiek in combinatie met technolo-gische maatregelen

natuurlijk beheer - het toelaten van een volledig natuurlijke deltadynamiek

De Gele Rivier-delta: project geslaagd, doel gemist

Probleem: watertekort waardoor biodiversiteit in belangrijke stepping Stone in oost-aziatische trekroute wordt bedreigd

Red-Crowned Crane Yellow River Delta

Aanpak: uitgebreid goed-werkend modelinstrumentarium opgeleverd om scenario's door te rekenen

Struikelblok: breed, vooraf overeengekomen, overleg om realistische scenario's op te stellen echter nooit van de grond gekomen (competing claims, governance)

Resultaat: bureaucratie, ambtelijke verkokering en gevestigde belangen zorgen er effectief voor dat ontwikkelde tool nooit zijn doel zal dienen of zelfs misbruikt wordt

Grote opkomst bij Chinese stakeholdermeeting, maar zonder resultaat

Metropolitane landbouw in delta’s

Een agropark is een systeeminnovatie in agroproductie, -verwerking en -logistiek. Door ruimtelijke clustering van verschillende agro- en non-agroketens en de toepassing van industriële ecologie, draagt een agropark bij aan duurzame ontwikkeling, via lage kosten, hoge milieu-efficiency en goede werk- en leefomstandigheden voor mensen en dieren. De productiviteit is hoog en het ruimtebeslag gering. Dat maakt agroparken zeer geschikt voor dichtbevolkte delta’s, met een grote consumentenvraag, goede infrastructuur en waar tegelijkertijd spaarzaam omgesprongen moet worden met ruimte en natuurlijke hulpbronnen. Samenwerking tussen Kennisinstelingen, Overheid, Maatschappelijke organisaties en Bedrijfsleven is essentieel voor deze systeeminnovatie (KOMBI).

Momenteel werkt Alterra aan agropark projecten in Nederland, India en China.

27

• Struikelblok: breed, vooraf overeengekomen, overleg om realistische scenario’s op te stellen echter nooit van de grond gekomen (competing claims, governance).

• Resultaat: bureaucratie, ambtelijke verkokering en gevestigde belangen zorgen er effectief voor dat ontwikkelde tool nooit zijn doel zal dienen of zelfs misbruikt wordt.

Metropolitane landbouw in delta’sEen agropark is een systeeminnovatie in agroproductie, -ver- werking en -logistiek. Door ruimtelijke clustering van verschil-lende agro- en non-agroketens en de toepassing van industriële ecologie, draagt een agropark bij aan duurzame ontwikkeling, via lage kosten, hoge milieu-efficiency en goede werk– en leef- omstandigheden voor mensen en dieren. Samenwerking tussen Kennisinstelingen, Overheid, Maatschappelijke organisaties en Bedrijfsleven is essentieel voor deze systeeminnovatie (KOMBI).

Delta’s: een kwetsbaar fysisch milieuDe grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt en vormen een rijke, maar kwetsbare, woonomgeving. Op dit moment staan delta’s wereldwijd onder grote druk, vanwege de klimaat-problematiek, de sterk groeiende wereldbevolking en de daarbij behorende economische ontwikkeling. Er zijn zeven urgente problemen:• bodemdaling en zeespiegelstijging;• kustafslag;• verzilting;• bodem- en waterverontreiniging;• rivierdynamiek;• overstromingen vanuit zee;• overstromingen vanuit de rivier.

Verschillende typen beheer om delta’s leefbaar te houden:• technologisch beheer – het kunstmatig ophogen van

vitale delen van de delta en het oprichten van harde kust-verdedigingswerken en rivierdijken;

• half-natuurlijk beheer – het gericht gebruiken van deel-processen in de natuurlijke deltadynamiek in combinatie met technologische maatregelen;

• natuurlijk beheer – het toelaten van een volledig natuurlijke deltadynamiek.

De Gele Rivier-delta: project geslaagd, doel gemist• Probleem: watertekort waardoor biodiversiteit in belangrijke

stepping Stone in oost-aziatische trekroute wordt bedreigd.• Aanpak: uitgebreid goed-werkend modelinstrumentarium

opgeleverd om scenario’s door te rekenen.

Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s

Bart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 16 09 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Delta’s: een kwetsbaar fysisch milieu

De grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt en vormen een rijke, maar kwetsbare, woonomgeving. Op dit moment staan delta’s wereldwijd onder grote druk, vanwege de klimaatproblematiek, de sterk groeiende wereldbevolking en de daarbij behorende economische ontwikkeling. Er zijn zeven urgente problemen: bodemdaling en zeespiegelstijging kustafslag verzilting bodem- en waterverontreiniging rivierdynamiek overstromingen vanuit zee overstromingen vanuit de rivier

De Nijldelta De Mississippidelta Verschillende typen beheer om delta’s leefbaar te houden: technologisch beheer - het kunstmatig ophogen van vitale delen

van de delta en het oprichten van harde kustverdedigingswerken en rivierdijken

half-natuurlijk beheer - het gericht gebruiken van deelprocessen in de natuurlijke deltadynamiek in combinatie met technolo-gische maatregelen

natuurlijk beheer - het toelaten van een volledig natuurlijke deltadynamiek

De Gele Rivier-delta: project geslaagd, doel gemist

Probleem: watertekort waardoor biodiversiteit in belangrijke stepping Stone in oost-aziatische trekroute wordt bedreigd

Red-Crowned Crane Yellow River Delta

Aanpak: uitgebreid goed-werkend modelinstrumentarium opgeleverd om scenario's door te rekenen

Struikelblok: breed, vooraf overeengekomen, overleg om realistische scenario's op te stellen echter nooit van de grond gekomen (competing claims, governance)

Resultaat: bureaucratie, ambtelijke verkokering en gevestigde belangen zorgen er effectief voor dat ontwikkelde tool nooit zijn doel zal dienen of zelfs misbruikt wordt

Grote opkomst bij Chinese stakeholdermeeting, maar zonder resultaat

Metropolitane landbouw in delta’s

Een agropark is een systeeminnovatie in agroproductie, -verwerking en -logistiek. Door ruimtelijke clustering van verschillende agro- en non-agroketens en de toepassing van industriële ecologie, draagt een agropark bij aan duurzame ontwikkeling, via lage kosten, hoge milieu-efficiency en goede werk- en leefomstandigheden voor mensen en dieren. De productiviteit is hoog en het ruimtebeslag gering. Dat maakt agroparken zeer geschikt voor dichtbevolkte delta’s, met een grote consumentenvraag, goede infrastructuur en waar tegelijkertijd spaarzaam omgesprongen moet worden met ruimte en natuurlijke hulpbronnen. Samenwerking tussen Kennisinstelingen, Overheid, Maatschappelijke organisaties en Bedrijfsleven is essentieel voor deze systeeminnovatie (KOMBI).

Momenteel werkt Alterra aan agropark projecten in Nederland, India en China.

Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s

Bart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 16 09 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Delta’s: een kwetsbaar fysisch milieu

De grote delta’s in de wereld zijn veelal dichtbevolkt en vormen een rijke, maar kwetsbare, woonomgeving. Op dit moment staan delta’s wereldwijd onder grote druk, vanwege de klimaatproblematiek, de sterk groeiende wereldbevolking en de daarbij behorende economische ontwikkeling. Er zijn zeven urgente problemen: bodemdaling en zeespiegelstijging kustafslag verzilting bodem- en waterverontreiniging rivierdynamiek overstromingen vanuit zee overstromingen vanuit de rivier

De Nijldelta De Mississippidelta Verschillende typen beheer om delta’s leefbaar te houden: technologisch beheer - het kunstmatig ophogen van vitale delen

van de delta en het oprichten van harde kustverdedigingswerken en rivierdijken

half-natuurlijk beheer - het gericht gebruiken van deelprocessen in de natuurlijke deltadynamiek in combinatie met technolo-gische maatregelen

natuurlijk beheer - het toelaten van een volledig natuurlijke deltadynamiek

De Gele Rivier-delta: project geslaagd, doel gemist

Probleem: watertekort waardoor biodiversiteit in belangrijke stepping Stone in oost-aziatische trekroute wordt bedreigd

Red-Crowned Crane Yellow River Delta

Aanpak: uitgebreid goed-werkend modelinstrumentarium opgeleverd om scenario's door te rekenen

Struikelblok: breed, vooraf overeengekomen, overleg om realistische scenario's op te stellen echter nooit van de grond gekomen (competing claims, governance)

Resultaat: bureaucratie, ambtelijke verkokering en gevestigde belangen zorgen er effectief voor dat ontwikkelde tool nooit zijn doel zal dienen of zelfs misbruikt wordt

Grote opkomst bij Chinese stakeholdermeeting, maar zonder resultaat

Metropolitane landbouw in delta’s

Een agropark is een systeeminnovatie in agroproductie, -verwerking en -logistiek. Door ruimtelijke clustering van verschillende agro- en non-agroketens en de toepassing van industriële ecologie, draagt een agropark bij aan duurzame ontwikkeling, via lage kosten, hoge milieu-efficiency en goede werk- en leefomstandigheden voor mensen en dieren. De productiviteit is hoog en het ruimtebeslag gering. Dat maakt agroparken zeer geschikt voor dichtbevolkte delta’s, met een grote consumentenvraag, goede infrastructuur en waar tegelijkertijd spaarzaam omgesprongen moet worden met ruimte en natuurlijke hulpbronnen. Samenwerking tussen Kennisinstelingen, Overheid, Maatschappelijke organisaties en Bedrijfsleven is essentieel voor deze systeeminnovatie (KOMBI).

Momenteel werkt Alterra aan agropark projecten in Nederland, India en China.

Red-Crowned Crane. Yellow River Delta.

Poster Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’sBart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Entrepreneurship goes for profit

Knowledge isabout reputation

Politicians gofor power

Goverment Entrepreneurship

Knowledgeinstitutions NGO’s

Page 30: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

28

Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s Kennisvragen Bart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Alterra - Wageningen UR Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: 0317 - 48 16 09 - Fax: 0317 - 41 90 00 E-mail: [email protected]

Algemeen

Kan Wageningen een strategie ontwikkelen voor menselijk gebruik van deltagebieden, waarin natuurlijke deltadynamiek en ecologisch functioneren samengaan met duurzame landbouw en veilige bewoning? Welke kennis is nodig voor strategie-ontwikkeling? In hoeverre vragen verschillen tussen delta’s om verschillende strategieën? Landbouw

Hoe geven we vorm aan landbouw in verdrinkende delta’s? Welk perspectief bieden agroparken voor duurzame inrichting en ontwikkeling van dichtbevolkte delta’s in arme landen? Hoe kunnen wij een third space inrichten, waarin onze expliciete kennis in de vorm van wetenschappelijke inventies,

samen met de tacit knowledge van overheden en ondernemers kan worden omgezet in innovaties? Ecologie

Wat is de toekomst van de natuur in verstedelijkende delta’s? Hoe kunnen natuur en veiligheid in deltagebieden samengaan? Is (herstel van) natuurlijke deltadynamiek haalbaar en wenselijk? Waterbeheer en veiligheid

Zijn onze Nederlandse oplossingen voor waterbeheer en veiligheid wereldwijd bruikbaar? Hoe moet waterbeheer en veiligheid (bestuurlijk) worden georganiseerd? Hoe om te gaan met verzilting? Hoe moet schaars water verdeeld worden over verschillende functies?

Poster Thema 4: Landbouw en water in verstedelijkte delta’s - KennisvragenBart Makaske, Henk Wolfert & Peter Smeets

Landbouw• Hoe geven we vorm aan landbouw in verdrinkende delta’s?

• Welk perspectief bieden agroparken voor duurzame inrichting en ontwikkeling van dichtbevolkte delta’s in arme landen?

• Hoe kunnen wij een third space inrichten, waarin onze expliciete kennis in de vorm van wetenschappelijke inventies, samen met de tacit knowledge van overheden en onder-nemers kan worden omgezet in innovaties

Ecologie• Wat is de toekomst van de natuur in verstedelijkende delta’s?

• Hoe kunnen natuur en veiligheid in deltagebieden samengaan?

• Is (herstel van) natuurlijke deltadynamiek haalbaar en wen-selijk?

Waterbeheer en veiligheid• Zijn onze Nederlandse oplossingen voor waterbeheer en

veiligheid wereldwijd bruikbaar?

• Hoe moet waterbeheer en veiligheid (bestuurlijk) worden georganiseerd?

• Hoe om te gaan met verzilting?

• Hoe moet schaars water verdeeld worden over verschillende functies?

Algemeen

Kan Wageningen een strategie ontwikkelen voor menselijk gebruik van deltagebieden, waarin natuurlijke deltadynamiek en ecologisch functioneren samengaan met duurzame landbouw en veilige bewoning? Welke kennis is nodig voor strategieontwikkeling? In hoeverre vragen verschillen tussen delta’s om verschillende strategieën?

Page 31: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

29

Hoe dient de onderzoeksagenda voor 2010 en verder er uit te zien? Over deze vraag discussiëren zes panelleden onder leiding van LEI-onderzoeker Eelke Wielinga. Hij polst hun opvattingen over het belang van de gekozen onderzoeksthema’s en vraagt suggesties voor de uitvoering van onderzoek naar deze thema’s. Zijn de onderzoeksthema’s voldoende wetenschappelijk van karakter, passend binnen het KennisBasisprogramma? En in hoeverre gaat het om ‘typisch Wageningse’ thema’s?

Wat is de panelleden vandaag het meest opgevallen?Pieter Vaandager meent dat kennis alleen zinvol is als die toe-pasbaar is. Hij refereert aan de presentatie van een Chinees onderzoek, waarbij de vraag opkwam: ‘Zouden de Chinezen hier nog iets mee doen?’ Wij denken van niet.” Wouter Lincklaen Arriens vindt dat we niet alleen in sessies, maar ook radiaal moeten denken. Hij is blij met de nadruk op het nut van lokale kennis. “Azië kent zeer grote geografische verschillen en cul-tuurverschillen en een enorme diversiteit in subregio’s.” Niels Louwaars noemt het een kennisvraag hoe je het beste met die diversiteit kunt omgaan, zoals bijvoorbeeld met verschillen in fysieke omgeving of in bestuursstijlen. “Internationale vergelij-kingen kunnen zeer waardevolle kennis en nieuwe strategische waarden opleveren.” Gespreksleider Wielinga signaleert veel aandacht voor processen, zoals bestuursprocessen en de onderzoeksprocessen zelf en hij ziet vrij veel monodisciplinaire onderwerpen en juist weinig inter- of transdisciplinaire onder-werpen op de onderzoeksagenda. Chris de Visser brengt de grote maatschappelijke thema’s uit het ochtendprogramma in

Forumdiscussie met inbreng vanuit de zaalWat zijn nu de ècht belangrijke kennisvragen?

Samenstelling panelWouter Lincklaen Arriens, ADB, Lead Water ResourcesNiels Louwaars, Clusterleider BO International SamenwerkingPieter Vaandrager, Beleidsmedewerker LNVChris de Visser, KB thematrekker Duurzame LandbouwPier Vellinga, KB thematrekker KlimaatsveranderingKrijn Poppe, KB thematrekker Transitieprocessen, instituties, bestuur en beleid

Discussieleider Eelke Wielinga (LEI).

Page 32: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

3030

herinnering, zoals de vraag hoe men voedselzekerheid en waterzekerheid kan inpassen in het landschap. “Zulke vragen kwamen in het middagprogramma niet meer zo duidelijk aan bod.” Wèl heeft De Visser waardering voor de royale aandacht voor gammakennis. “Om ècht effect te bereiken heb je dat immers nodig.” Krijn Poppe signaleert grote en daarmee zeer relevante thema’s. “Maar zulke grote vragen los je niet op in één project. “De wereld wordt op dit congres vooral benaderd als een organisatorische opgave en minder als een technologisch probleem. Vergeet niet dat de delta’s gevormd zijn door hon-derden, zo niet duizenden jaren van ‘microgedrag’. Daarom is meer onderzoek nodig om dergelijk microgedrag beter te kun-nen begrijpen: “Wat doet zo’n deltabewoner nou? Zo’n Chinese boer werkt misschien de helft van zijn tijd in kolenmijnen en de landeigenaar woont misschien duizenden kilometers verderop.” Ook wil Poppe aandacht voor feed-backmechanismen naar de beleidsmakers, want aan rapporten die niet worden gelezen heb je niks. Pier Vellinga vraagt zich af of de invalshoek ‘competing claims’ niet teveel suggereert dat men de grond maar voor één doel tegelijk zou kunnen gebruiken. “Bij de Wereldbank luidt dè slogan voor bescherming van biodiversiteit: Use it or loose it.”We moeten aanhaken bij de ambities van mensen die slimme bestuurlijke oplossingen verzinnen om voedselzekerheid te com-bineren met duurzaam beheer van biodiversiteit. Ook water-

en energievoorziening moet je zien te combineren met natuur-behoud. En dat moet je dan zowel institutioneel als technisch slim managen. Ik pleit voor een operationele in plaats van een louter diagnostische aanpak. Daarvoor lijken trefwoordenals ‘duurzaam gebruik’ en ‘bestaanszekerheid’ relevanter dan ‘competing claims’.” Vaandrager haakt daarop in met de opmer-king dat agroparken, zoals ‘varkensflats’, waartegen vaak grote maatschappelijke weerstand bestaat, nooit van de grond komen zolang men alleen focust op wat er mogelijk is om de nadelente verzachten zonder daarbij ook de grote voordelen te onder-strepen.

Wouter Lincklaen Arriens: “One science does not fit all.”

Wat is nu de grote opgave voor het onderzoek?Vaandrager ziet het als grootste uitdaging om technologische innovatie geaccepteerd te krijgen bij het bedrijfsleven, bij NGOs en elders. Lincklaen Arriens vindt dat Wageningen dient aan te sluiten bij onderzoek waar Nederland ècht heel goed in is, zoals het omgaan met land en water. “Belangrijk is ook om modellen van land tot land aan te passen, waarbij Nederlandse onderzoe-kers op metaniveau de randvoorwaarden aangeven, terwijl lokale

Page 33: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

31

onderzoekers de details invullen. “One science doesn’t fit all.” Louwaars ziet aanknopingspunten om verschillende Wageningse programma’s goed op elkaar te laten aansluiten en samen met lokale partners operationeel te maken. “Vandaag zijn veel inte-ressante ‘beginnetjes’ en operationele gammakennis gepresen-teerd. Ik zie daar geen strategische kennisvragen.”Volgens Poppe denkt men in het buitenland bij ‘Holland’ inder-daad vooral aan delta’s, water, aan voedsel en eventueel aan veiligheid en recht. “Hier kunnen wij internationaal een verschil maken. Mij spreekt het ‘hub systeem’ van de ADB erg aan. Overigens kunnen wij in Wageningen bètavragen gemakkelijker methodologisch boven water krijgen dan gammavragen. Feitis ook dat Nederlanders van consensus houden en niet erg ge-voelig zijn voor hiërarchie. Wij kunnen in het buitenland goed gammaonderzoek doen, maar je moet er dan wel cultureelsensitief op zijn.”

31

© 2009 Zwaar Water, Esther Mosselman, [email protected]. De afgebeelde tekeningen mogen - met naamsvermelding van Zwaar Water - worden gebruikt door WUR voor publikaties gerelateerd aan de bijeenkomst in Wageningen op 1 spetemberi 2009. Voor elk ander gebruik door elke andere partij is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zwaar Water vereist. Er zijn zowel hoge resulutie (300 dpi, vor drukwerk) tiff en jpeg bestanden als lagere resolutie gif en jpeg bestanden beschikbaar op de aangeleverde CD-ROM. NB Niet de bestanden uit dit PDF document gebruiken, deze zijn te laag van resolutie. pagina 9 van 11

Page 34: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Hoe relevant zijn de themavragen?

Landgebruik en klimaatsveranderingEen belangrijke vraag is: Hoe zal klimaatsverandering migratie-patronen beïnvloeden? Volgens Vaandrager zitten we in een tijdsklem. Volgens Poppe is REDD niet alleen gebaseerd op welvaartsverschillen, maar ook op schaarsteverschillen.

Leo Stroosnijder: “De absorptiecapaciteit van veel ontwikkelingslanden om kennis op te nemen is gering.”

Vanuit de zaal merkt onderzoeker Leo Stroosnijder op dat hijna 20 jaar transdisciplinair onderzoek, met name in ontwikke-lingslanden, tot de conclusie is gekomen dat men hiermee inderdaad geweldig veel kennis kan verzamelen. “De absorptie-capaciteit van ontwikkelingslanden om al die kennis te gebrui-ken blijkt ondanks vele inspanningen om in samenwerking met NUFFIC tot capacity building te komen is echter zeer gering.We moeten dus niet alleen nieuwe kennisvragen formuleren, maar ook zorgen dat die kennis in het land zelf wordt opgepakt.” Wielinga ziet echter ook goede voorbeelden. “Zoals Benin,een land dat na 15 jaar capacity building in samenwerkingmet Wageningen nu zelf goede promovendi aflevert.” Volgens

Louwaars is het gebrek aan absorptiecapaciteit in veel ont- wikkelingslanden meer een ontwikkelingsprobleem dan een onderzoeksprobleem.

Landdegradatie en verwoestijningEr zal serieuzer naar verzouting moeten worden gekeken. Ook verwoestijning is een sterk thema van het Nederlandse onder-zoek. Volgens De Visser wordt een Sahelland als Niger al weer groener. “Hoe komt dat en hoe exporteer je die aanpak naar buurlanden?” Lincklaen Arriens is geïnteresseerd in de vraag hoe geldstromen gelinkt zijn aan research. Hij signaleert een gewel- dige behoefte aan kennis en er gaat heel veel geld om. “Klanten en partners van de ADB zijn erg geïnteresseerd in kennis, al zijn de vraagstellingen soms meer praktisch van aard. Maar dat kunnen wèl goede aanknopingspunten zijn voor vragen van meer fundamentele aard.” Hij ziet goede kansen voor samenwerking met de lokale kenniscentra van ADB. De Visser benadrukt dat het doel van een KB-programma toch moet zijn om uit aparte cases generieke kennis van een hoger niveau te genereren, die ook voor nieuwe cases zijn waarde heeft. “Kennis en inzicht moeten centraal staan in een KB-programma.”

32

Page 35: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

33

Vellinga pleit voor ‘om het hoekje denken’. “Als de voedselprijzen met 50 procent stijgen, wat betekent dat dan voor de platte-landsontwikkeling? Zulke vragen zou de WUR moeten oppakken. Je ziet nu soms land degraderen doordat de voedselprijs telaag is.”

Pier Vellinga: “We moeten om het hoekje denken.”

Biodiversiteit en land- en watergebruikEen belangrijke vraag is volgens De Visser hoe we biodiversiteit slim kunnen gebruiken in combinatie met andere functies en hoewe überhaupt slimmer kunnen omgaan met natuurlijke hulpbron-nen. Lincklaen Arriens vindt het functioneren van ecosystemen een enorm belangrijke vraagstelling. “Zeker in het licht vanhet grote soortenverlies in het zich snel ontwikkelende Azië.We moeten beter wetenschappelijk kunnen onderbouwen hoe ernstig het is als soorten verloren gaan en die boodschapuitdragen aan het publiek.”

Peter Smeets: “Bij transdisciplinariteit is kennis een bijproduct.”

Landbouw en water in verstedelijkte delta’sAls de welvaart blijft groeien, zouden alleen al de Chinezen alle landbouwgrond in de wereld voor zichzelf nodig hebben. Inten-sivering van de productie is dus hard nodig. Dit thema spreekt volgens De Visser erg aan. Volgens Louwaars is fundamenteel onderzoek nodig naar de vraag wat nu echt eco-efficiënt is.Een interessante discussie ging over de vraag of kennis moet worden ontwikkeld omwille van de kennis zelf. Volgens Peter Smeets is kennis tegenwoordig een ‘bijproduct’ in transdiscipli-naire projecten. Het voornaamste doel van veel wetenschappe-lijk onderzoek binnen WUR zijn systeeminnovatie binnen de groene en blauwe ruimte en beleidsinnovatie binnen het ministerie van LNV. Onderzoekers krijgen een rol als kennis-werkers, er komt steeds meer focus op leerprocessen. Vellinga vindt de opvatting van ‘kennis als bijproduct’ voor een kennis-instituut wel wat ver gaan. Ook De Visser houdt staande dat er

© 2009 Zwaar Water, Esther Mosselman, [email protected]. De afgebeelde tekeningen mogen - met naamsvermelding van Zwaar Water - worden gebruikt door WUR voor publikaties gerelateerd aan de bijeenkomst in Wageningen op 1 spetemberi 2009. Voor elk ander gebruik door elke andere partij is uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Zwaar Water vereist. Er zijn zowel hoge resulutie (300 dpi, vor drukwerk) tiff en jpeg bestanden als lagere resolutie gif en jpeg bestanden beschikbaar op de aangeleverde CD-ROM. NB Niet de bestanden uit dit PDF document gebruiken, deze zijn te laag van resolutie. pagina 9 van 11

ook kennis omwille van de kennis moet worden ontwikkeld. Poppe wil nog een ander kennisprobleem delen, namelijk hoewe in onze eigen delta het Krammer-Volkerak, inmiddels een ecologisch rampgebied, weer gezond kunnen maken. Een andere belangrijke vraag is hoe we van Nederland uiteindelijk weer iets moois kunnen maken.

Page 36: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

34

Henk de Jong, adjunct-directeur van de directieinternationale zaken van LNV“Oplossingsgericht bezig zijn”

“Het KB-congres en met name de lezing over transdisciplinair onderzoek bevestigen mijn stelling dat het in de toekomst niet zozeer om technische oplossingen gaat, maar om politieke wil en implementatie. In de praktijk heeft transdisciplinair onder-zoek zijn waarde allang bewezen. Wetenschappers hoeven niet per se de kar zelf te trekken; in een land als Ethiopië gebeurt dat ‘stakeholder-breed’. Als je lokale overheden en bijvoorbeeld de landbouwraad, er als ‘matchmaker’ bij betrekt, levert dat een bijdrage van onderop aan de politieke wil. Het is belangrijk om ook financiers bij de implementatie te betrekken. De benadering van transdisciplinair onderzoek is nu al heel goed toepasbaar, al zijn er nog methodologische vragen. Ook valt er erg veel te leren door vergelijkingen tussen landen. Een voorbeeld: Vietnam pakt allerlei onderzoeksconclusies meteen op, terwijl Indonesië lijkt te verzanden in institutionele discussies. Ik vind het erg belangrijk om oplossingsgericht te denken en te onderzoeken wat er nodig is om oplossingen te implementeren. Er liggen nog veel kennisvragen. Laten we vooral kwesties oppakken waar Nederland echt goed in is. Daarbij hoort ook de systeem-benadering. We moeten meer gebruik maken van lokale kennis en meer internationaal samenwerken met andere sterke groepen in plaats van alles zelf te willen doen.”

Page 37: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Het congres laat ten eerste zien dat een eerste vereiste voor internationaal KennisBasis-onderzoek rond competing claimsis dat tenminste KB1 en KB4, KB7 en KB10 samen program-meren. De ruimtelijke ontwikkeling van de groenblauwe ruimtein zich ontwikkelende landen gaat altijd primair over bestaans-bronnen voor mensen, dus over voedsel. Dat is niet de “scope” van KB1. De kwaliteit van de leefomgeving staat hoger in de piramide van Maslow. Daarom kan men voedsel en vezel-productie niet losweken uit de ruimtelijke problematiek, zoals

we in de indeling van KB thema’s doen, integendeel. Samen-werking over de grenzen van KB thema’s kan door relevante projecten in verschillende KB-thema’s te koppelen. Daar-voor moeten we kunnen sturen in de middelen van instituten.Hierover is overleg gaande op WUR niveau.Een tweede leerpunt is dat niet technische oplossingen, enevenmin governance, maar juist de koppeling tussen die twee de beste basis is voor “science for impact”. Dit is een universeel principe. Zoals Wouter Lincklaen Arriens van de Asian Develop-

Reactie van Paul Opdam

35

Page 38: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

36

ment Bank zegt, governance of physical systems is een kern-begrip. Dat moeten we plaatsen in systeemdenken, alom erkend als sterk punt van de WUR. Ruimtelijke systemen zijnop te vatten als Social-Physical Systems: systemen waarbij fysieke en sociale componenten op elkaar reageren en inwer-ken. In de wetenschappelijke literatuur is dit een opkomend, maar nog pril concept. Je vind het ook terug in het IPOP speer-punt Scaling and governance. De nieuwe themabeschrijvingvan KB1 kiest het concept van Socio-Ecological systems als uitgangspunt. Ook voor KB7 zou dit een conceptueel uitgangs-punt kunnen zijn. Daarmee zou het Kennisbasisprogramma meer samenhang krijgen.

Het congres laat zien dat aparte speerpunten of thema’s voor internationaal onderzoek inderdaad niet gewenst zijn. ‘Interna-tionaal’ is een verrijking voor KB1 en een wetenschappelijke noodzaak. De problemen zijn mondiaal vergelijkbaar. Generieke aspecten van kennisontwikkeling zijn zowel voor Nederland, voor de Europese Unie als daarbuiten relevant. Wat Jetse Stoorvogel liet zien over modelvoorspellingen voor Afrikaanse boeren die overschakelen op ecosysteem services kun je zo toepassen in de Achterhoek, alleen zijn we hier, voor zover ik weet, nog niet op dat idee gekomen.

Ik had als “aha Erlebnis” dat het vanuit wetenschappelijke optiek een verrijking is om “cases” in Nederland, Europa en de rest van de wereld onderling te vergelijken. Daarmee leren we meer over de vraag onder welke culturele, politieke en overige om-standigheden onze kennis en methoden al of niet relevant, legitiem en effectief zijn. Internationale projecten zijn dus binnen de speerpunten van KB1 nodig om onderzoekers te behoeden voor een te smalle visie op de impact van hun science. Voor wetenschappelijke publicaties met veel internationale impactzit hier interessante stof die ik ga verkennen en oogsten.

Voor KB1 betekent dit: opbouwen van reeksen van cases en analyse daarvan. Maar die moeten we dan wel in hetzelfde wetenschappelijk kader plaatsten. Geschikt hiervoor zijn brug-concepten als duurzame ruimtelijke ontwikkeling, social-ecolo-gical systems, synergie tussen lokale en generieke kennis.Verder is vandaag gewezen op het grote belang van het com-

bineren van lokale kennis en inzichten met generieke weten-schappelijke kennis. Dringt dit inzicht al voldoende in ons KB1-programma door? Transdisciplinair werken is een belang-rijke wetenschappelijke methode ten behoeve van ‘science for impact’. Hier is methodiekontwikkeling nodig.

En tot slot is een belangrijke conclusie dat onderzoekers hun modellen steeds beter, steeds completer, steeds complexeren dus steeds onbruikbaarder maken. Bruikbare modellenzijn eenvoudig en bieden de mogelijkheid om er lokale kennis en inzichten in te stoppen. Al met al was dit een zeer verhelde-rende dag!

Page 39: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Colofon

Uitgave van Alterra, Wageningen University OmgevingswetenschappenBezoekadres: Droevendaalsesteeg 3, 6708 PB Wageningen, Gebouw 100 + 101 Postadres: Postbus 47, 6700 AA WageningenTelefoon: + 31 317 48 01 00www.alterra.wur.nlwww.wur.nl

Thematrekker KB1: Paul Opdam, Alterra Wageningen UROrganisatie en coördinatie congres: Bert Harms, Alterra Wageningen URLogistieke organisatie: Marion Bogers, Erica Hiddes, Cees Niemeijer enInge Koning, Alterra Wageningen URTekst: Marion de Boo, wetenschapsjournalist, BleiswijkCartoons: Esther Mosselman, Zwaar Water creatief bureau, AmsterdamEindredactie: Anne Oosterbaan en Bert Harms, Alterra Wageningen URFoto’s: Alterra Wageningen UR en Jannes StolteVormgeving: Wageningen UR, Communication ServicesDruk: Digigrafi, WageningenOplage: 250 exemplarenInformatie bestelling: extra boekjes kunt u bestellen door een mail testuren naar: [email protected]

© Alterra 2009

Page 40: Conflicterend ruimtegebruik buiten Europacontent.alterra.wur.nl/webdocs/internet/corporate/... · 2009. 12. 14. · de klimaatsverandering en door wisselvallige voedselprijzen. Oplossingsrichtingen

Congres Kennisbasis Groene en Blauwe RuimteWageningen, 1 september 2009

Conflicterend ruimtegebruik buiten Europa