Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

40
Eindconferentie Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units STA VOOR JE VAK! 28 november 2013

description

Op 28 november 2013 staat Medisch Spectrum Twente voor het derde jaar in het teken van Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units. Deze conferentiebrochure geeft een samenvatting van alle inspirerende verbeterprojecten.

Transcript of Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

Page 1: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

Eindconferentie

Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units

STA VOOR JE VAK!28 november 2013

Page 2: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

2

ColofonDatumNovember 2013

Oplage 500 stuks

(Eind)redactieMarieke van Dort Jolande Hellenkamp Linda LigtenbergPaul Oosterholt Lidy SchoolkateBPU-begeleiders

FotografieMedische Fotografie Medisch Spectrum Twente

Concept, vormgeving, (hoofd)redactieGeen Blad voor de Mond BV, Enschedewww.geenbladvoordemond.nl

DrukwerkVerhaag Drukkerij BV, Oldenzaalwww.verhaag.nl

Voor vragen, opmerkingen en ervaringen:

Medical School Twente en Medisch Spectrum Twente T (053) 4 87 22 41E [email protected]

Academie Gezondheidszorg Saxion T (053) 4 87 19 66E [email protected]

www.mst.nl www.saxion.nl

Page 3: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

3

Inhoudsopgave

05 Voorwoord

06 Projectleiding

07 Adviesgroep

08 Bestuurder Saxion

09 Bestuurder Medisch

Spectrum Twente

10 A2 Cardio-Thoracale chirurgie

11 A3 Heelkunde

12 A4 Longgeneeskunde

13 A5 Orthopedie

14 B4 Neurochirurgie / neurologie

15 C3 Vaatchirurgie

16 C4 Longgeneeskunde

17 D2 Cardiochirurgie

18 D3 Acute Opname Afdeling

19 D4 Neurologie

20 E2 Cardiologie

21 E3 MDL-Reumatologie

22 E4 Hematologie / oncologie

23 F3 Algemeen interne,

infectieziekten, endocrinologie

24 F3 Algemeen interne,

infectieziekten, endocrinologie

25 G3 Psychiatrie

26 Inspiratiebezoek Birmingham

28 GB Nefrologie

29 Verloskamers en Kraamafdeling

30 Neonatologie

31 Dialyse

32 Gynaecologie

33 Kinderafdeling

34 Urologie en KNO

35 Spoedeisende Hulp (SEH)

36 Coaches Saxion

Symbool druppel

Veranderingen in organisaties worden

wel eens vergeleken met een druppel

die in het water valt; een rimpeling in

het water of dynamiek. De vaart of

stuwkracht kan als verrijkend of als

bedreigend worden gezien. Rimpels

staan symbolisch voor de motivatie

voor de beoogde verandering,

de keerzijde is weerstand. Binnen

dit project, vanuit het bottom-up

principe, is de dynamiek altijd gezien

als een stuwkracht die vanuit de teams

komt, dit geeft empowerment aan de

medewerkers. Het laat verpleegkundig

leiderschap in zijn beste vorm zien. De

uitdaging voor leidinggevenden is om

de juiste leiderschapsstijl toe te passen

om de dynamiek vast te houden.

Page 4: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

Voorwoord

Het begon exact twee jaar geleden met een minisymposium

‘Verpleegkundig excelleren, sta voor je vak’. Na een succesvol

innovatieproject binnen de klinische afdeling orthopedie tussen

MST en de Academie Gezondheidszorg van Saxion, namen de

Raden van Bestuur het besluit tot ziekenhuisbrede invoering van

de BPU op alle 25 verpleegafdelingen.

Samen met de Academie Gezondheidszorg van Saxion is

een scholingsprogramma voor verpleegkundigen tot BPU-

begeleider ontwikkeld. In totaal zijn 56 verpleegkundigen van 25

verpleegafdelingen opgeleid. Het is een groot succes geworden!

In hetzelfde tijdsbestek nam MST deel aan de pilot Excellente

zorg, gebaseerd op het Amerikaanse ‘Magnet Hospitals’ concept.

Het concept richt zich met name op de samen hang tussen een

hoge mate van arbeidstevredenheid bij de verpleegkundige,

de grote aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt en excellente

verpleegkundige zorg. BPU sluit hier uitstekend op aan.

Tijdens de halfwegconferentie op 28 november 2012,

presenteerden 46 BPU-begeleiders van zeventien verschillende

afdelingen de eerste resultaten in de vorm van een poster, film

of voordracht. Het fundament voor Verpleegkundig leiderschap

was gelegd. Het was ook indrukkend te constateren dat veelal

multidisciplinaire processen aanleiding zijn geweest voor het

initiëren van verbeterprojecten.

Vandaag wordt Verpleegkundig leiderschap door bekende

sprekers in een breder perspectief geplaatst, vanuit de positie

van patiënt, verpleegkundige en leidinggevende. U krijgt te

horen dat Excellente zorg wordt geleverd door bekwame en

gemotiveerde verpleegkundigen. Met deze conferentiebrochure

geven we u graag de kans om nog meer kennis te nemen van alle

verbeterprojecten.

Als laatste hoop ik dat u vandaag geïnspireerd geraakt, zodat

u als professional in uw eigen werkomgeving zelf het initiatief

neemt of indien u leidinggevende bent, dat u de verpleegkundige

de benodigde regelruimte geeft om samen tot excellente zorg

te komen!

Lidy Schoolkate,

Projectleider Excellente zorg MST

Vandaag, op 28 november 2013, staat Medisch Spectrum Twente alweer voor het

derde achtereenvolgende jaar in het teken van Verpleegkundig leiderschap vanuit

Best Practice Units. Bij de zogenoemde ‘BPU’ wordt bottom-up aan verbeterprocessen

gewerkt. Een professionaliseringsslag vanaf de werkvloer. Verpleegkundigen worden

gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van zorgverlening,

opleiding en onderzoek.

Succes!

4

Page 5: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

5

Allereerst hebben we een kernteam BPU geformeerd. Dit team

houdt zich bezig met de ontwikkeling van de BPU-scholing, de

implementatiefase en het signaleren van behoefte.

Als eerste opdracht is een profiel van de BPU-begeleider

opgesteld. Daarna zijn alle leidinggevenden van MST bijgepraat

over het belang van de Best Practice Unit ontwikkeling en

aansluitend is de werving gestart. In september 2011 is een

kleine delegatie naar Birmingham gegaan om aldaar een bezoek

te brengen aan University Hospital Coventry & Warwickshire

en Birmingham City University, om te leren van de Engelse

gezondheidszorg, hoe zij omgaan met veranderingen en

vernieuwingen. Dit was een groot succes en daarom werd het

bezoek nog twee keer herhaald. De laatste keer is ook

een bezoek aan ‘Nurse Led Hospital’ gebracht. Dit

ziekenhuis wordt gerund door verpleegkundigen.

In november 2011 is gestart met een mini-

symposium, de scholing voor BPU-begeleiders

startte een maand later. In totaal zijn vijf groepen

verpleegkundigen geschoold, wat neer kwam

Na het succes van de Best Practice Unit (BPU) van het RAAK-project bij de afdeling

Orthopedie is besloten om dit project ziekenhuisbreed uit te te rollen in 2011. Na het

ontwikkelen van een kapstoknotitie, een plan van aanpak en een definitief akkoord,

zijn we van start gegaan.

Projectleiding

Verpleegkundig excelleren vanuit Best Practice Units

op 56 verpleegkundigen van 25 verpleegafdelingen. In drie

maanden tijd, met acht bijeenkomsten van vier uur, zijn tijdens

de scholingen de volgende onderwerpen behandeld: Innovatie,

Evidence Based Practice, Begeleiden van veranderingen /

Verpleegkundig leiderschap, Opstellen verbeterplan, Van doel

naar resultaat naar indicator, Groepsdynamica, Publiceren en

Presenteren en als afsluiting van de scholing de

presentatie van het implementatieplan. Na de

scholing werden de BPU-begeleiders het eerste jaar

ondersteund door een coach van Saxion die helpt bij

het implementatieplan door vragen te stellen, mee

te denken en te adviseren. Ook is een adviesgroep

opgericht die ondersteuning verleent bij onderzoek

en implementatieprocessen.

Trots zijn we op de erkenning van het NIAZ en het

feit dat STZ het project ‘een parel’ voor het ziekenhuis vindt. Niet

alleen de inhoudelijke onderwerpen zijn tot leven gekomen, ook

de persoonlijke ontwikkeling van verpleegkundigen is zichtbaar.

Deze ideeën en de realisatie vormen de verdere inhoud van deze

glossy. Via deze weg willen we alle betrokkenen bedanken voor

hun inzet bij de BPU-ontwikkeling!

Trot

s

Marieke van Dort

programmamanager BPU MST

Paul Oosterholt

projectleider BPU Saxion

Page 6: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

6

Adviesgroep

Adviesgroep Best Practice Units

Belangrijke leerpunten worden al

gegeven bij het formuleren van de

onderzoeksvraag. Als de onderzoeksvraag

niet goed is opgesteld, achtervolgt dat

je gedurende het hele traject. Epidemiologen

Marjolein Brusse en Job van der Palen, die de onderzoeksfase

ondersteunen, zien het aantal consulten stijgen. Sandra Koster

adviseert over het doen van onderzoek door verpleegkundigen.

Na het formuleren van de onderzoeksvraag wordt ondersteuning

verleend voor weergave van de onderzoeksresultaten. Daarnaast

wordt de adviesgroep ingezet vanwege hun netwerk, zodat BPU-

De adviesgroep BPU ondersteunt BPU-begeleiders

in de ontwikkeling binnen de eigen afdeling, maar

ook buiten de eigen afdeling. De adviesgroep komt

tenminste vier keer per jaar bij elkaar op verzoek

van de BPU-begeleiders. De BPU-begeleiders

kunnen hun idee, implementatieplan,

onderzoeksvragen en producten,

zoals folders, richtlijnen,

presentaties en publicaties

voorleggen ter beoordeling

en advies.

begeleiders weten bij wie ze moeten aankloppen,

bijvoorbeeld als ze vastlopen bij de implementatie.

Vooral HR-adviseur Astrid Jurgens en Adviseur

kwaliteit en veiligheid Marianne Kooistra geven tips en

handreikingen voor het bereiken van een andere insteek.

Verder draagt de adviesgroep vooral bij aan de inhoudelijke

kennis rondom het BPU-traject, groepsdynamica en

implementatiestrategieën. Paul Oosterholt en Marieke van Dort

worden regelmatig ingeschakeld om tips en trucs te geven en om

het verbeteridee vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.

Het stellen van vragen helpt om met een helicopter view naar de

verandering te kijken.

We zien dat er gebruik wordt gemaakt van de ondersteuning

van de adviesgroep. De leden van de adviesgroep hebben als

gastdocent kennisgemaakt met de scholingsgroepen tijdens de

BPU-scholing. Dit werkt drempelverlagend om daarna contact

te zoeken. Het is leuk om ‘out of the box’ te denken en om

te adviseren met een team dat qua samenstelling heel divers

is. Binnen MST zou veel meer gewerkt moeten worden met

expertteams aanvullend op een project.

Kernteam

Best Practice Units

Page 7: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

7

Sandra Koster

[email protected]

Ik ben werkzaam als

verpleegkundig specialist

binnen de thoraxchirurgie en

daarnaast een dag per week

werkzaam als verpleegkundig onderzoeker. Mijn affiniteit

binnen (verpleegkundig) onderzoek ligt hoofdzakelijk op

het gebied van de ouderenzorg met onderwerpen als

delirium, functieverlies en vallen.

Astrid Jurgens-Gotink

[email protected]

Als HR-adviseur houd ik mij bezig met advisering ten aanzien

van allerlei personeelsaangelegenheden. Onderwerpen als

ontwikkeling, cultuur en groepsdynamiek komen daar bij aan

bod. Daarnaast heb ik een

rol in een aantal MST-brede

onderwerpen, waaronder

BPU, om bij te dragen aan de

ontwikkeling van een goed HR

MST-beleid en ook de verbinding

tussen theorie / beleid en de

praktijk, de werkvloer, te borgen.

Marianne Kooistra

[email protected]

Na mijn studie Gezondheids-

wetenschappen, werk ik nu

ruim twee jaar binnen MST als

adviseur Kwaliteit & Veiligheid

bij de Stafdienst Kwaliteit & Veiligheid. Binnen MST houd

ik me bezig met ziekenhuisbrede onderwerpen. Zo

coördineer ik ons patiëntervaringenonderzoek (de CQI-

Ziekenhuizen), de interne NIAZ-audits en het DBS. Tevens

ben ik project leider CQI-Z voor Santeon. Tot slot houd ik me

bezig met kwetsbare ouderen, enkele protocollen, zaken

rond het levenseinde.

Marjolein Brusse

[email protected]

Job van der Palen

[email protected]

Wij zijn als epidemiologen

werkzaam bij Medical School

Twente. Daar ondersteunen wij bij vragen over een onder-

zoeksopzet, het ont werpen van

een onderzoeks protocol, de manier

van data verzameling, statistiek en

het opschrijven van resultaten in

een verslag of artikel. Maak tijdig

in je onder zoeksfase gerust een

afspraak voor onze ondersteuning.

Paul Oosterholt

[email protected]

Ik ben verpleegkundig specialist

(MANP) GGZ, en als docent

ver bonden aan Saxion. Na mijn

Masteropleiding Advanced

Nursing Practice (MANP) van Saxion heb ik onderzoek gedaan

naar Best Practice Innovaties binnen zorginstellingen. Ik werk

als docent aan de MANP opleiding, hbo-v, differentiatie GGZ

en als projectleider BPU. Mijn uitdaging als projectleider is om

de deelnemers vanuit de eigen kwaliteiten bewust te laten

worden van de omgevingsfactoren die veranderingen kunnen

blokkeren en van daaruit adequate oplossingen te bedenken.

Marieke van Dort-Methorst

[email protected]

Binnen de BPU-ontwikkeling vervul ik de rol van program ma -

manager BPU vanuit Medical School Twente. In MST ben ik

als beleidsadviseur Zorgopleidingen actief en tevens

betrokken bij diverse MST-brede onderwerpen en ver-

ander projecten. Mijn verpleegkundige en verplegings -

wetenschappelijke achter grond

is hierbij van grote waarde.

Theorie, praktijk en onderzoek

bij elkaar brengen door kennis

te delen en verpleegkundig

leiderschap te tonen is de

mooie uitdaging!

Adviesgroepleden

Page 8: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

8

Met tevredenheid kijken wij terug op het verloop van het BPU Excellente zorg. Voor

Saxion is het mogen bijdragen aan het BPU-programma een verrijking om, met en voor

verpleegkundige professionals, veranderings- en innovatieprocessen te bespreken en

te analyseren. Het programma biedt niet alleen voor onderzoekers en docenten, maar

ook steeds meer voor onze studenten, een geweldige omgeving om praktijkgericht hun

deskundigheid te bevorderen.

Voor studenten is het uitermate aantrekkelijk om in

opleidingsfase een bijdrage middels toegepast onderzoek te

mogen leveren aan de verbetering van patiëntenzorg. Op deze

manier leiden we in gemeenschappelijkheid zorgprofessionals

op, die niet alleen kunnen inspelen op de huidige kwaliteitseisen,

maar zich uitermate bewust zijn van de complexiteit van

veranderingen in de nabije toekomst.

In het project zijn de afgelopen twee jaren ongeveer zestig

verpleegkundigen geschoold om als BPU-facilitator op hun

eigen verpleegafdeling veranderingen te kunnen

doorvoeren. Daarbij enerzijds ondersteunt door

hbo-v studenten die ‘evidence’ middels

onderzoek leverden, anderzijds gecoacht

door docenten vanuit Saxion om met

obstakels en tegenslag om te gaan. Zelf

heb ik mogen ervaren dat een interessant

onderdeel van het scholingstraject

bestond uit even ‘out of the box’ te gaan

door een bezoek te brengen aan Engeland.

Waar onder de bezielende leiding van

Bestuurder Saxion

Buren

prof. Joy Notter en Inge Geerink University Hospital Coventry

& Warwickshire (CWUH) en Birmingham City University werd

bezocht. Verpleegkundigen van MST kregen de kans een

dagdeel mee te werken op een afdeling van dit universitaire

ziekenhuis. Door afstand te nemen van de eigen omgeving

en zich te verdiepen in het zorgsysteem van een andere

samenleving wordt een basis gelegd voor nieuwe inzichten

en andere toepassingen in de praktijk van alle dag.

Het is een succesvol project gebleken met volop kansen

om verder te ontwikkelen en uit te breiden. Met het oog

op de veranderingen in onze samenleving zullen wij,

MST en Saxion, samen op moeten trekken om excellente

verpleegkundigen af te leveren. Verpleegkundigen die om

kunnen gaan met de verzakelijking van patiëntenzorg, waarbij

meten en bewijsvoering wordt gecombineerd met goede

zorg voor patiënten en naasten. De verpleegkundige van

de toekomst is communicator, samenwerker, organisator,

gezondheidsbevorderaar, reflectief beroepsbeoefenaar,

praktijkonderzoeker en professional (V&V 2020, deel 3, 2012).

Een mooie uitdaging!

Drs. Rients Jorna

Saxion

(Wnd) Directeur Academie

Gezondheidszorg

Page 9: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

9

Bestuurder Medisch Spectrum Twente

Samen verbeteren

Voor MST is het BPU-project in meerdere opzichten belangrijk.

De patiëntenzorg wordt geoptimaliseerd dankzij het maximaal

gebruik van de kennis en expertise van zorgprofessionals.

Daarnaast zorgt het project voor persoonlijke ontwikkeling van

de medewerkers, die dankzij de samenwerking met Saxion een

opleiding kunnen volgen, leren hoe praktijk gericht onderzoek

verricht moet worden en hoe het is om ver antwoordelijkheid

te nemen in het verbeteren van zorgprocessen. MST maakt

op die manier optimaal gebruik van de aanwezigheid van

vakinhoudelijk leiderschap en expertise en creëert voor zichzelf

een aantrekkelijk werkgeverschap, waardoor zowel patiënten

als zorgprofessionals voor MST kiezen. Bovendien is het BPU-

project een uitstekend praktijkvoorbeeld dat aansluit bij de

ambitie om het beste verbeterziekenhuis van Nederland

te zijn.

We zijn zeer trots op het aantal gepassioneerde

verpleegkundigen dat met daadkracht een BPU-project heeft

opgepakt. We zijn ook trots op de leidinggevenden, die vanuit

een coachende rol ruimte hebben gegeven aan en zijn ingegaan

op de behoefte van de BPU-begeleiders.

BPU is één van de projecten binnen MST, die in 2010 zijn opgezet onder de noemer Excellente zorg en

is onderdeel van de hele verbetercyclus binnen MST. In de kapstoknotitie ‘Verpleegkundig excelleren

in MST’ is richting gegeven aan de vele initiatieven die rondom excellente zorg zijn gestart, zoals het

coachingstraject voor verpleegkundigen en de ontwikkeling van onderzoekslijnen. Het BPU-project is

echter het ultieme project waar de acht magneetkenmerken van excellente zorg samen komen, waaronder

autonomie en mogelijkheden tot leren en ontwikkeling die leiden tot verpleegkundig leiderschap.

Aandacht voor verbetering en dit met daadkracht omzetten in

veranderingen, is een hele uitdaging. Onderbouwd met

gedegen onderzoek, heeft het BPU-project geleid tot grote

verbeteringen voor de patiëntenzorg. ‘Verpleegkundig

leiderschap sta voor je vak’, een beter passende naam kon er

niet aan worden gegeven! Het zou fantastisch zijn als deze

verbeterbeweging gecontinueerd wordt binnen ons ziekenhuis,

maar ook daar buiten. Door het organiseren van deze conferentie

hopen we ook andere zorginstellingen tot actie aan te zetten,

opdat de totale landelijke patiëntenzorg verbeterd wordt en

daarnaast het beroep van verpleegkundige interessant(er)

wordt. Dat laatste is met het oog op de vergrijzing, zeker

geen onbelangrijke wens.

Hopelijk enthousiasmeert deze conferentie jullie en zet

het aan tot nog meer dynamiek op het gebied van het

verbeteren van de patiëntenzorg. Het BPU-project heeft

bij ons in ieder geval aangetoond dat verpleegkundigen

zelf in staat zijn om verbeteringen door te voeren, op basis

van de combinatie van zowel wetenschappelijke als eigen

vakinhoudelijke kennis, ervaring en leiderschap.

Bas Leerink

Medisch Spectrum Twente

Voorzitter Raad van Bestuur

Page 10: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

10

werd, werden er ad hoc noodoplossingen gemaakt

die niet overlegd waren. De communicatie verliep

veelal top-down. Dat hebben we omgedraaid en

met de kennis en kunde van de werkvloer zijn we

tot een oplossing gekomen. Daar zijn we trots op.

Het voordeel voor de patiënt is dat eenduidig

handelen zorgt voor heldere communicatie, wat de

patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg ten goede

komt. De patiënt weet nu bij aankomst en vertrek

van de HCK wat er gedaan gaat worden en gedaan is en kan zo

nodig vragen stellen ter geruststelling. Tevens vergroot het een

positieve werksfeer wat indirect ook invloed heeft op de zorg

voor de patiënt.

De VIM-meldingen omtrent de communicatie, samenwerking en

patiëntveiligheid willen wij met minimaal 50% laten dalen. Het

dient als indicator en heeft een signaalfunctie. Wij verwachten

dat de samenwerking tussen de verschillende disciplines positief

verbeterd door de invoering van de richtlijnen.

Wij blijven meedenken in de veranderingsprocessen op de

werkvloer en hopen op erkenning van het

belang van de inzet en betrokkenheid

van verpleegkundigen bij het

invoeren van veranderingen. We

moeten blijven communiceren

met de verschillende betrokken

disciplines, opdat we allemaal

hetzelfde doel nastreven

en uitdragen.

Door overdrachtsmomenten te integreren binnen het bestaande

zorgpad van de verschillende cardiologische ingrepen, levert dit

een eenduidige overdracht op van en naar de HCK. Daarmee

worden onvolledige overdrachten ondervangen en wordt de

multidisciplinaire samenwerking versterkt. Bovendien waarborgt

het de patiëntveiligheid en bevordert het de kwaliteit van

A2 Cardio-Thoracale chirurgie

Verbeterplan voorcommunicatie

zorg. We hebben collega’s gecoacht en gestimuleerd om de

communicatie te verbeteren en te werken volgens de nieuwe

werkwijze, inclusief verbetertrajecten waarbij we ook het

verpleegkundig team hebben betrokken. Voor ons was het

de uitdaging om de regie in handen te houden. Doordat de

behoeftevraag voor verbetering van de werkwijze steeds groter

Wij hebben een communicatieverbeterplan opgesteld om onduidelijkheden in

de overdracht weg te nemen tussen de afdelingen A2 (interventiecardiologie) en

HCK (hartcatheterisatie kamers). Dat er communicatie-issues zijn, blijkt onder

meer uit de enquête en het aantal Veilig Incident Meldingen (VIM).

Krista Jaspers

[email protected]

Suzan Wessels

[email protected]

Elisa van Zonneveld

[email protected]

Hea

rt f

or B

PU

Page 11: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

11

Veranderingen doorvoeren in een grote organisatie houdt in

dat je te maken hebt met verschillende belangen en meerdere

partijen. Voor ons is het een leerpunt dat we de betrokken

partijen beter in kaart brengen, zodat we op de hoogte zijn bij

wie we waarvoor moeten zijn. En we leren wat de standpunten

van de betrokken partijen zijn.

Het doel is om te komen tot gestandaardiseerde verpleegkundige

verslaglegging, zodat iedereen volgens dezelfde richtlijnen

rapporteert en vooral ook om een beter overzicht te krijgen over

de patiënt. In overleg met de adviseur kwaliteit en veiligheid,

verpleegkundige, arts en verpleegkundige specialisten hebben

we bepaald aan welke punten de richtlijnen moeten voldoen.

Naarmate in meerdere lagen van de organisatie bekend werd

dat ons project inhield dat er een aanpassing gemaakt moest

worden in het digitale verpleegkundige dossier, ging de

stafdienst kwaliteit en veiligheid hier niet mee akkoord.

Zij vonden dat rapportage voor alle afdelingen uniform

moest zijn. Helaas kunnen we nu niet achterhalen

of onze opgestelde richtlijnen daadwerkelijk meer

overzicht over de patiënt gaat geven, en of de

communicatie zal verbeteren. Nu proberen we middels

een andere route het belang van ons project aan te tonen, met

het oog op het verbeteren van de patiënttevredenheid en de

continuïteit van zorg. Middels een goed overzicht over de patiënt

kunnen we immers ook veiliger werken.

Door de verbeterde communicatie tussen professionals onderling,

voelt de patiënt zich vertrouwd en veilig. Verpleegkundig

Het BPU-traject ‘verpleegkundige verslaglegging’ betekent voor ons dat we samen

met ons team, vanuit ons positivisme en enthousiasme, de mogelijkheid creëren

om vanuit onze rol als verpleegkundige de kwaliteit van zorg te verbeteren.

Naam---

Beroep & afdeling---

A3 Heelkunde

Door positivisme onze cirkel van invloed vergroten

Loes Oude Vrielink

[email protected]

Anneke Raaben

[email protected]

Inn

over

endleiderschap wordt gestimuleerd. Verpleegkundigen

leren van elkaar en leren dat ze direct invloed uit

kunnen oefenen op de zorg voor de patiënt. Als

enthousiasme uitgedragen wordt, is een afdeling

meer in de belangstelling en is het aantrekkelijk

om op die afdeling te werken. We zijn trots op het

vertrouwen in onszelf en dat we door dit positivisme

onze cirkel van invloed hebben vergroot.

We zien als toekomstdroom dat verpleegkundigen

die op onze afdeling werken, de kwaliteit van zorg op de eerste

plek hebben staan en dat ze vanuit dat besef beslissingen maken

en verbeteringen inzetten. Dankzij de bottom-up management-

benadering, oefen je vanaf de werkvloer invloed uit op het

zorgproces van de patiënt, waardoor de patiënttevredenheid

zal toenemen.

Page 12: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

12

Aan ons de taak om te bekijken waarom de afspraak uit het

klinisch pad niet wordt nagekomen en waar verbeteringen

aangebracht moeten worden. We zijn vol overgave aan de slag

gegaan. Ter verbetering van de afdeling hebben we collega’s

gestimuleerd en geënthousiasmeerd om het maximale uit zichzelf

te halen.

We hebben gekozen voor het doorvoeren van een wijziging in

het klinisch pad en de ontslagprocedure. Bovendien willen wij alle

disciplines opnieuw informeren over de juiste werkwijze van het

klinisch pad. Bij uitvoering van de juiste manier, blijkt het namelijk

wel degelijk haalbaar dat de patiënten rond de zevende dag naar

huis kunnen.

We hebben geleerd elke dag opnieuw kritisch naar

het zorgproces te kijken en daarbij te zoeken naar

accenten die verbeterd kunnen worden, om

zodoende de kwaliteit van zorg te optimaliseren.

We zijn trots op de hoeveelheid energie die we

in dit project hebben gestoken en op het resultaat

dat de BPU met zich heeft meegebracht voor de afdeling, het

ziekenhuis en de verpleegkundige beroepsgroep. De patiënt

ziet dagelijks een positief en enthousiast team klaar staan

waarop ze kan vertrouwen dat wij het maximale er uit halen.

De verpleegkundigen hebben zelf de regie in handen om dingen

te kunnen veranderen op basis van onderzoek. Hierdoor krijgt de

gehele verpleegkundige beroepsgroep een boost!

Wij hopen dat door middel van de veranderingen die

aangebracht worden met de BPU, iedereen het nut, plezier en de

uitdaging ziet om hiermee aan de slag te gaan!

Onze tip: Laat je informeren en kijk wat je zelf kunt doen om

deel uit te maken van deze druppel! Iedereen kan hierin wat

betekenen en voor iedereen is een rol weggelegd. Blijf kritisch

kijken naar het zorgproces en naar je eigen handelen.

Conform het klinisch pad, moet een COPD-patiënt na zeven dagen worden

ontslagen. Wij hebben geconstateerd dat die afspraak niet wordt nagekomen.

Een klinisch pad bestaat uit multidisciplinaire afspraken voor een specifieke

patiëntencategorie die in een dossier worden vastgelegd.

Wendy Bokxem

[email protected]

Robert Davina

[email protected]

Inn

over

end

A4 Longgeneeskunde

Opnieuw informeren over de juiste werkwijze

Page 13: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

13

DEMO, de dagevaluatie met de patiënt, als uit het

ontslaggesprek worden geanalyseerd en besproken

in een werkbespreking. Mogelijke veranderingen

kunnen hierdoor snel doorgevoerd worden. Met

dit alles wordt niet alleen de patiënttevredenheid

verbeterd, maar ook de werksfeer met de collega’s

onderling.

We hopen dat al deze maatregelen uiteindelijk

tot minder klachten leiden en dat patiënten met een

goed gevoel terugkijken op hun opname in Medisch

Spectrum Twente.

Alleen al door jezelf klantvriendelijk te profileren, kun je het

verschil zijn voor een positieve ervaring van de patiënt. Hou het

klein, hou het bij jezelf!

We zijn gaan werken aan de hand van DEMO: Dag Evaluatie

Medewerkers Onderling. Middels DEMO werden we ons bewust

van onze eigen houding ten opzichte van de patiënt, maar ook

ten opzichte van elkaar. Daarnaast zorgt DEMO er voor dat het

geven van feedback in het team gemakkelijker is geworden.

We zijn ook gestart met de dagevaluatie met de patiënt. De

patiënt krijgt iedere dag de mogelijkheid om positieve en

negatieve ervaringen uit te spreken waarop direct actie kan

worden ondernomen. Door het starten met spiegelgesprekken

kregen we beter inzicht in de ervaringen van de patiënt op onze

afdeling en de verbeteringen die zij graag zouden willen zien.

Heel belangrijk voor ons was het

onderdeel groepsdynamica.

Hoe reageren mensen op

elkaar, waarop reageren ze,

waarom wel en waarom

niet.

Wij zijn trots op het feit

dat DEMO een vast deel

van de werkdag is en dat het gedragen wordt door het team.

De meeste collega’s zijn enthousiast en zien de meerwaarde

er van in. We bespreken de knelpunten, zodat we ze kunnen

verbeteren of veranderen. Ook hebben we geconstateerd dat het

aantal ontslagevaluaties dat wordt afgenomen sterk is verhoogd,

dat vinden we erg positief. Verbeterpunten vanuit zowel

Als BPU-project zijn wij op onze verpleegafdeling aan de slag gegaan met het

onderwerp ‘klantvriendelijkheid’. Doordat dit project voor de hele afdeling

geldt, wordt het ook breed gedragen door het team en konden aanpassingen

makkelijk geïmplementeerd worden.

A5 Orthopedie

DEMO is nu een vast onderdeel van de werkdag

Gerardi Hooijsma

[email protected]

Diane ter Huurne

[email protected]

Henriëtte van Blaaderen

[email protected]

Exc

elle

nte

zor

g

Page 14: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

14

We zijn begonnen met het opstellen van een werkinstructie voor

de Vista® kraag. In deze instructie staat het medisch beleid en

een stappenplan voor de verpleegkundige. Deze werkinstructie

gaan wij implementeren en komt (later) beschikbaar in het DBS

(Document Beheer Systeem).

Uit de vragenlijsten (gericht aan SEH, IC, D4 en B4) blijkt dat de

B4 Neurochirurgie / neurologie

Eenduidig beleid zorgt voor enthousiasme

verpleegkundigen niet voldoende frequent in aanraking komen

met de Vista® kraag, om er echt bedreven in te geraken. Dit

met uitzondering van de afdeling B4, die we voor dit onderzoek

naar een expertfunctie willen tillen. Verpleegkundigen van B4

krijgen een scholing rondom de Vista® kraag en moeten deze

jaarlijks herhalen, zodat ze bekwaam blijven om deze specifieke

handeling te kunnen blijven uitvoeren. De eerste scholingsronde

Voor ons BPU-project hebben we ons ten doel gesteld om eenduidig beleid

op te stellen voor de conservatieve behandeling van wervelfracturen. Er is

namelijk nog geen documentatie of beleidsvoering hieromtrent.

Gea Koerssen

[email protected]

Manon Krol

[email protected]

Sharon van der Tuin

[email protected]

Ste

ek je

nek

uitnemen wij voor onze rekening, waarbij we

deskundigen inschakelen zoals de neurochirurg en

de leverancier van de kragen. Beiden tonen interesse

en bereidwilligheid.

In het begin van ons project liepen we tegen veel

weerstand van onze collega’s aan, maar naarmate

het project vorderde draaide dat om en moest het

team zelfs getemperd worden in hun enthousiasme.

Het liefst zou men de werkinstructie en de instructie-

kaart nu al willen gebruiken! Wij zijn echter van mening dat dit

pas kan wanneer men de scholing heeft ondergaan. Deze moet

nog ingepland worden. Hoe om te gaan met weerstanden en hoe

mensen in het proces van verandering mee te krijgen is voor

ons leerzaam en uitdagend geweest.

Wij zijn nu al trots op wat we bereikt hebben en daar draagt

de positieve feedback die we kregen van ons team, de

neurochirurgen en het management aan bij. Als afdeling zijn we

ook trots dat wij op het gebied van de cervicale wervelfractuur

de expertfunctie gaan invullen. De patiënt profiteert er ook van,

doordat hij goed geïnformeerd, geïnstrueerd en voorbereid

huiswaarts gaat.

In het kader van ons BPU-onderwerp

willen we nog graag een

patiënten folder ontwikkelen

en de voorlichting extramuraal

uitbreiden, zodat we ook de

wijkverpleegkundige op de

hoogte stellen.

Page 15: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

15

Het doormaken van een delier is een nare ervaring voor de

patiënt en zijn naaste(n) en het geeft een hoge werkdruk voor

de verpleegkundige. Vaak kwam de verpleegkundige pas in actie

nadat de patiënt de eerste tekenen van verwardheid vertoonde.

Door middel van het geven van klinische lessen hebben we de

kennis omtrent de verpleegkundige preventieve maatregelen

vergroot. Dit hebben we gedaan naar aanleiding van een

nulmeting, waaruit bleek dat er een kennistekort bestond

ten aanzien van de inzet van preventieve verpleegkundige

interventies ter voorkoming van een delier. Ook de

verpleegkundigen van de preoperatieve screening kregen

een klinische les aangeboden. Zij signaleren als

eerste dat een patiënt een verhoogd risico

heeft op een delier en kunnen direct

actie ondernemen. We hebben

een nieuwe voorlichtingsfolder

ontwikkeld voor de patiënt en

zijn naaste(n), met preventieve

maatregelen voor opname in

het ziekenhuis.

Het hele BPU-traject was een leertraject voor ons en een

uitdaging om stap voor stap aan verbeteringen te werken. We

hebben geleerd dat we veel kunnen bereiken door samen te

werken met collega’s van andere disciplines. We zijn trots op ons

team. Zij stonden open voor veranderingen en feedback. Ook

steunden zij ons in het verbetertraject.

Voor ons BPU-project stellen we de delirante patiënten binnen onze

vaatchirurgische patiëntencategorie centraal, met als doel de bewustwording van

het eigen handelen en de inzet van preventieve maatregelen te verhogen van de

verpleegkundigen in het team.

Naam---

Beroep & afdeling---

C3 Vaatchirurgie

Streven naar minder delirante patiënten

Bew

ust

wor

din

g

Rita Schotman

[email protected]

Inge Slagman

[email protected]

Door betere inzet van preventieve maatregelen en

bewustwording van verpleegkundig handelen, wordt

er betere kwaliteit van zorg gegeven. Uiteindelijk

zijn er minder (ernstige) delirante patiënten op

de afdeling. Door vroegsignalering hopen we op

tijd interventies toe te passen, zodat als het delier

zich aandient dit niet erger wordt voor de patiënt.

Het verminderde aantal delirante patiënten leidt

uiteindelijk tot een lagere werkdruk en meer plezier

in het werk. Minder delirante patiënten betekent

ook minder complicaties en een kortere ligduur. Uiteindelijk zal

dit samen kostenverlagend werken voor MST.

Onze droom is dat we door middel van metingen kunnen

aantonen dat het aantal delirante patiënten ook daadwerkelijk

verminderd is en de kwaliteit van zorg daarmee verbeterd.

Page 16: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

16

Annelien Meier

[email protected]

Janneke Nooteboom

[email protected]

De extra handelingen zijn vervelend voor de ex-patiënt en

diens betrokkenen, de thuiszorgmedewerkers en de zieken-

huismedewerkers die de oproep ontvangen. Behalve een

verslechtering van ons imago, hebben de oproepen als gevolg

dat het verstoring oplevert bij de patiëntenzorg op dat moment.

Er kan niet altijd antwoord gegeven worden op de vraag van de

ex-patiënt of thuiszorgmedewerkers omdat niet alle benodigde

informatie meer voorhanden is.

Onze onderzoeksresultaten liggen bij Transferpunt. Zij regelen

het inschakelen van de nazorg voor patiënten die na

ziekenhuis opname naar huis gaan. Transferpunt

neemt onze punten mee in de ontwikkeling

van het digitale verpleegkundige

nazorgformulier.

Door veranderingen binnen ons eigen

team en binnen MST, bleken onze vooraf

bedachte denkbeelden over ons plan

niet haalbaar te zijn. Hierdoor hebben

Uit ons onderzoek blijkt dat op onze afdeling de verpleegkundige niet een duidig

omgaat met de ontslagprocedure van de COPD-patiënt. Daardoor ont staan

hiaten in de overdracht van het ziekenhuis naar de thuissituatie. Hierdoor bellen

patiënten of de thuiszorg met regelmaat na ontslag van de patiënt voor aanvullende

informatie terug naar onze afdeling. Dit is gemiddeld één telefoontje per drie ontslagen.

C4 Longgeneeskunde

Hiaten wegnemen rondom ontslagoverdracht

we geleerd flexibel om te gaan met ons project en niet te veel

en tegelijk te verwachten van de organisatie, ons team en het

tijdschema.

Het resultaat is een eenduidige digitale overdracht, zodat

ook nieuwe medewerkers of medewerkers die van afdeling

veranderen, op dezelfde manier werken. Als de overdracht op de

juiste manier verloopt, merkt de patiënt hier juist niks van en zijn

er geen hiaten.

We zijn er trots op dat we ons voordeel hebben gedaan met de

ontwikkelingen binnen het ziekenhuis op het gebied van de ont-

slagprocedure, door contacten te leggen met andere afdelingen.

Wij hebben geleerd om flexibel om te gaan met veranderingen

en niet alles gelijk te willen regelen. Wij streven er naar om verder

te gaan met het onderwerp ontslagprocedure, waarin nog veel te

verbeteren valt. Bijvoorbeeld medicatie bij ontslag.

Daarnaast is het onze missie om veranderingen ziekenhuisbreed

uit te dragen en niet alleen binnen de eigen afdeling te houden.

Invl

oed

Page 17: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

17

Een IKP wordt gebruikt bij een ‘gecompliceerde patiënt’, die

bijvoorbeeld een lange opname op de Intensive Care met

meerdere complicaties heeft gehad. Op dit moment zijn we bezig

met de uitvoering van het kiezen van de juiste oplossingsrichting.

We hebben op basis van de gezondheidspatronen van Gordon

een enquête gehouden om duidelijk te krijgen wat de huidige

situatie is en welke onder werpen verpleegkundigen belangrijk

vinden. Daarnaast doen we een literatuurstudie naar de eisen

waar een verpleegplan / klinisch pad aan moet voldoen. We

inventariseren tevens bij andere zieken huizen hoe zij omgaan

met de documentatie rondom gecompliceerde patiënten.

Door middel van scholing leer je hoe je een

projectplan moet schrijven en implementeren,

hoe je draagvlak creëert in je team en

hoe de organisatie in elkaar steekt qua

samenwerking tussen verschillende

disciplines. Bovendien versterkt dit de

motivatie, doordat je als verpleegkundige zelf

kan werken aan een verbeterpunt waar jij en je

Met ons BPU-project willen we op de cardiochirurgie een bijdrage leveren aan de

verbetering van het Individueel Klinisch Pad (IKP), bij patiënten die een coronair

bypass en / of hartklepoperatie hebben ondergaan. Als verpleeg kundigen de patiënt

niet kennen, is de informatie uit het verpleegkundig dossier (IKP) afdoende voor een

goed overzicht van de actuele verpleegsituatie.

D2 Cardiochirurgie

Helderheid in verpleegsituatie ‘gecompliceerde patiënt’

collega’s al langere tijd tegenaan lopen. Ook draagt het sterk bij

aan je persoonlijke ontwikkeling.

We zijn trots dat ons ziekenhuis tijd en geld investeert om ver-

pleegkundigen verder te laten ontwikkelen. De patiënt merkt dit

ook en voelt zich veiliger wanneer er eenduidig

gewerkt wordt en hij weet dat de verpleegkundigen

op de hoogte zijn van zijn situatie. Binnen de af deling

zal de medewerkerstevredenheid ook stijgen en

dankzij de betere kwaliteit van zorg wordt de ligduur

van deze patiëntencategorie verkort. Daar komt nog

bij dat de patiënt zijn of haar goede ervaringen deelt

met derden, waardoor er aantrekkingskracht ontstaat

om naar MST te komen voor een behandeling. Door

de samenwerking met het zieken huis, kan Saxion

studen ten hbo-verpleegkunde voor onderzoeks activiteiten

inzetten binnen de BPU.

Wij hopen dat het door ons ontwikkelde document wordt

doorgevoerd binnen alle afdelingen van MST, maar ook in

de rest van alle (Santeon) ziekenhuizen!

Kan

s

Elise Coes

[email protected]

Iris Schoemaker

[email protected]

Page 18: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

18

Wouter Bruil

[email protected]

Hester Wittebroek

[email protected]

Naar aanleiding van de resultaten van ons onderzoek, zijn de

volgende conclusies te trekken. Het maakt qua uitzetfouten

nauwelijks verschil of je ’s nachts of overdag de medicatie

uitzet. Wel is gebleken dat het voor onze afdeling erg prettig

is om overdag de medicatie uit te zetten doordat er overdag

een grotere personeelsbezetting is. Overdag kan de medicatie

ook direct worden opgehaald bij de apotheek, of worden

meegenomen door familie.

We zijn er achter gekomen dat het medicatieproces niet alleen

een verpleegkundige taak is. Vanwege de kennis, ervaring en

tijd moet het bij voorkeur weer terug worden gegeven aan de

apotheek. De niet-storen-hesjes geven rust tijdens het

uitdelen van de medicatie.

Vooraf dachten we dat er veel minder

fouten zouden gemaakt worden wanneer

de medicatie niet ’s nachts maar overdag

uitgezet wordt. Dit is echter niet het geval.

Daardoor moesten we verder uitzoeken wat

het daadwerkelijke probleem was. Dat het

Voor ons BPU-project streven we naar een veilig en betrouwbaar medicatie-

proces. Het komt namelijk vaak voor dat er uitzetfouten gemaakt worden

of dat de medicatie überhaupt niet is uitgezet. Met ons plan willen we daar

verandering in aanbrengen.

D3 Acute Opname Afdeling

Medicatieproces teruggeven aan apotheek

medicatieproces volgens ons geen verpleegkundige taak is, mag

geen reden zijn om fouten te maken. Tijdens ons project kwamen

we er ook achter dat er veel medicatie werd weggegooid,

doordat de medicatie soms pas op de afdeling kwam nadat de

patiënt alweer naar huis was. Samen met de apotheek zijn we tot

de oplossing gekomen van voortzetting van de thuismedicatie.

Cijfers lieten zien dat we een flinke kostenreductie hadden

binnen de afdeling.

We hebben aandacht geschonken aan de bewustwording van

de verpleegkundigen, over de risicovolle handeling van het

medicatieproces zodat er veiliger gewerkt wordt en minder

fouten worden gemaakt.

Onze toekomstdroom is dat alle processen rondom medicatie

van opname tot aan ontslag goed en veilig wordt geregeld,

onder andere door het terug te geven aan de personen die

daarvoor de meeste kennis in huis hebben. Wij denken dan aan

de apothekersassistenten. Zij kunnen het hele medicatieproces

bewaken. Ook op de afdeling en inclusief het verifiëren, het

uitzetten en de communicatie met de patiënt voor ontslag.

Dra

agvl

ak c

reër

en

Page 19: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

19

Zel

fon

tplo

oiin

g

Suzanne Boxem

[email protected]

Elly Kollenstart

[email protected]

Er was geen evidence based protocol op de afdeling D4 en

binnen MST. Daarnaast is er ook onvoldoende aansluiting van

de ziekenhuisfase naar de revalidatiefase. Daarnaast is er bij

verpleegkundigen en artsen geen eenduidigheid ten aanzien

van zorgverlening aan contusio cerebri patiënten.

We willen de volgende punten verbeteren:

■ een evidence based protocol maken voor patiënten

met een contusio cerebri;

■ betere interdisciplinaire samenwerking binnen MST / D4;

■ beter samenwerking met Het Roessingh.

We willen dat deze patiëntencategorie eenduidige zorg krijgt,

zodat de continuïteit en kwaliteit van zorg gewaarborgd blijft,

dankzij dit protocol.

Het leereffect voor ons: hoe laat je projectmatig je idee en plan

tot stand komen. We hebben geleerd hoe je innovaties imple-

men teert binnen je eigen team en hoe je duidelijke presentaties

geeft om je team te informeren over de vorderingen van je

project.

Wij zijn actief geweest in het ontwikkelen van een protocol voor mensen

met een hersenkneuzing (contusio cerebri). Daarnaast proberen we met

Het Roessingh een samenwerking te creëren, om zo een procedure te

ontwikkelen, waarbij acute fase aansluit op de revalidatiefase.

D4 Neurologie

Juiste zorg op maat voor patiënten met hersenkneuzing

We zijn trots dat het project op een goede wijze is aangepakt,

dankzij een goede planning en aan de hand van een stappenplan.

Het project is enthousiast ontvangen, waardoor ons team ook

goed meewerkte. Het opgezette protocol is uiteindelijk in

gezamenlijkheid tot stand gekomen, waarmee de kwaliteit voor

patiënten met een contusio cerebri verbeterd is. Wij hebben

hierbij weinig weerstand ondervonden. Eenduidig beleid van

zorg, zodat de continuïteit en kwaliteit van zorg gewaarborgd

wordt. Zorg op maat!

We willen een ziekenhuisbreed evidence based practice protocol

voor contusio cerebri patiënten maken, met een onderzoeksplan

en een beleidsadvies van Saxion studenten.

We willen dat het protocol goed wordt gehanteerd

en we zijn er trots op dat het protocol is

opgenomen in het Document Beheer Systeem

(DBS), zodat patiënten met een contusio cerebri

de juiste zorg op maat krijgen. Ook wensen we

dat andere (Santeon) ziekenhuizen er op langere

termijn gebruik van kunnen maken.

Page 20: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

20

Onze cijfers hebben we vergeleken met landelijke cijfers en met

behulp van een epidemioloog geanalyseerd. Met deze cijfers en

onze literatuurstudie zijn wij gekomen tot de volgende doelen:

■ juistheid indicatie;

■ reductie in het gebruik en tijdsduur van canules;

■ terugdringen opnametijd en kosten;

■ patiëntencomfort verhogen door alertheid op gebruik van canules;

■ reductie werkbelasting personeel;

■ een hogere alertheid op en preventiebijscholing over

(beginnende) flebitis.

De incidentie van flebitis lag op onze afdeling al onder het

landelijk gemiddelde. Toch willen we het aantal verder

terugdringen door aandacht te geven aan het

vernieuwde protocol ‘Inbrengen / verwijderen

van een perifere canule’. Ook organiseerden we

klinische lessen en deden we mee aan symposia

en conferenties. We hebben posters met de do’s

and don’ts opgehangen en FIP-pasjes uitgereikt.

FIP staat voor flebitis Identificatie Pas. Deze pasjes

hebben we zelf ontwikkeld en zijn gebaseerd op

Vanuit de werkvloer kwamen steeds meer signalen dat ‘canule gerelateerde

bloedbaaninfecties’ (flebitis) een frequent voorkomende complicatie is. Om dit

signaal te onderbouwen hebben we gedurende een periode van zes maanden

gemeten hoe vaak flebitis voor komt en welke factoren hier een rol in spelen.

E2 Cardiologie

Tijdig signaleren en preventie van flebitis

de WIP-richtlijnen. Op de voorkant staan de hygiënemaatregelen

en op de achterkant vroegtijdig signaleren van flebitis. Alle

verpleegkundigen op de afdeling hebben deze pas gekregen om

de alertheid te verhogen. Daarnaast hebben we kritisch gekeken

naar de indicatie van het gebruik van canule en het type canule

(diameter zo klein mogelijk) en of een centraal veneuze lijn te

overwegen is. Door preventie van flebitis wordt veel ongemak

bij de patiënt weggenomen. Flebitis kan leiden tot extra onder-

zoeken, behandelingen, verlenging van de opnameduur, afname

van patiënttevredenheid en extra werkbelasting voor het

personeel. Hierdoor kunnen de kosten van het ziekenhuis ook

flink oplopen. Ten aanzien van het voorkomen van flebitis is er

een positieve tendens ontstaan. Verder hopen we dat het gebruik

van de verschillende canules actueel en bespreekbaar blijft. We

hebben geleerd stapsgewijs en gestructureerd een project op

te zetten. Bruikbare kennis te vergaren en te vergelijken. We

zijn trots op het kunnen toepassen van de verkregen kennis. Bij

het bepalen van het BPU-onderwerp moet er draagvlak op de

werkvloer zijn. Betrek collega’s en stakeholders vanaf het begin

bij het proces. Maak gebruik van de kennis en expertise binnen je

team maar kijk ook organisatiebreed én daarbuiten.

Erik Mast

[email protected]

Marloes Schoppink

[email protected]

Pro

fess

ion

alis

erin

g

Page 21: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

21

Binnen het team zijn duidelijke richtlijnen en afspraken gemaakt:

■ voorbespreken artsenvisite en alle verpleegkundige

overdrachten alleen in een daarvoor geschikte ruimte

(deur sluiten);

■ realiseer je welke vragen je de patiënt tijdens de artsenvisite bij

de patiënt op de kamer wilt stellen. Creëer een aparte ruimte

bij erg privacygevoelige vragen;

■ tijdens de artsenvisite wordt het bezoek van medepatiënten

verzocht de kamer te verlaten;

■ deuren sluiten van patiëntenkamers tijdens de artsenvisite en

bij andere overleg- of zorgmomenten met de patiënt;

■ geen mobiele telefoongesprekken op de gang of in

patiëntenkamers.

Door de richtlijnen te communiceren binnen het team kwam er

bewustwording en besef dat onze houding ook moest wijzigen.

Wij zijn trots op de film ‘Privacy van de patiënt’, hierin laten wij

zien wat de huidige en wenselijke situatie is. Aan de reacties

op de film merken we dat het probleem door zorgverleners

herkend wordt. Over privacy met betrekking tot hoorbare

patiëntengegevens is nog maar weinig geschreven. Wij hopen,

door dit onderwerp onder de aandacht te brengen en uit te

Op de afdeling MDL-Reumatologie kwam naar voren dat patiënten het als negatief

ervaren dat ze patiëntengegevens horen die niet voor hen bestemd zijn. Het team heeft

gezamenlijk besloten om een verbetertraject te starten.

E3 MDL-Reumatologie

Hoorbare patiëntgegevens: ongehoord!

dragen, als ziekenhuis een voorloper te zijn.

Binnen opleidingen moet aandacht besteed worden aan hoe

om te gaan met hoorbare privacygevoelige gegevens. Ons

toekomstideaal is dat de film wordt opgenomen binnen de

algemene introductie van MST. Patiënten zullen ervaren dat

zorgverleners respectvol en vertrouwelijk met hun gegevens

omgaan. Persoonlijk zijn wij door de BPU-scholing gegroeid in

communicatie, inzicht, relativeren en uitdragen. Dit kunnen wij in

de toekomst gebruiken om veranderprocessen te begeleiden.

Bew

ust

wor

din

g

Teamhoofd Marty Oude Luttikhuis

Dankzij dit BPU-project, is er op de afdeling E3 veel meer

aandacht voor de privacy van de patiënt. Elke medewerker

is bewuster van zijn handelen met betrekking tot

gevoelige informatie. Ook medici en paramedici

doen automatisch mee, waardoor je wel van een

cultuurverandering kunt spreken. Ik heb veel

waardering voor de wijze waarop onze BPU-

begeleiders dit onderwerp op een professionele

wijze hebben aangepakt!

Ellen Hassink

[email protected]

Anita Mulder

[email protected]

Page 22: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

22

Wij wilden dit onderzoeken door het afnemen van interviews

met medewerkers van verschillende ziekenhuizen in Nederland.

Ook hebben wij een literatuurstudie gedaan. Wij hebben

verschillende keren telefonisch contact gehad met Arno Mank

(nurse researcher AMC). Hij heeft veel geschreven over dit

onderwerp. Naar aanleiding van de uitkomsten van de interviews

E4 Hematologie / oncologie

Meer vrijheid, maar ook minder kans op infectiesDe doelstelling van ons BPU-project was het versoepelen van het beleid rondom

beschermende isolatie op de afdeling hematologie / oncologie E4. Tot voor kort werden

patiënten tijdens de omgekeerde isolatie continu verpleegd met schorten en handschoenen

aan. Ook mochten patiënten gedurende de neutropene periode de kamer niet verlaten.

en gesprekken met dr. Schaafsma, hebben we besloten om ons

isolatiebeleid naast het beleid van het LUMC te leggen. Na het

uitvoeren van een nulmeting, hebben we besloten de volgende

zaken te veranderen:

■ patiënten worden alleen nog door verpleegkundigen verzorgd,

die geen andere contactgeïsoleerde patiënten verzorgen;

■ het 100% dragen van schorten en handschoenen

afschaffen. Alleen handschoenen, disposable

schorten en mondmasker dragen bij intensief

contact;

■ patiënten mogen buiten bezoektijden twee

keer een half uur op de gang lopen, mits zij een

mondmasker dragen;

■ handhygiëne moet met 100% geborgd worden;

■ deuren van de patiëntenkamers blijven dicht;

■ geen handen meer geven aan patiënten.

Door de veranderingen die we hebben doorgevoerd, ervaart de

patiënt meer vrijheid, minder psychische belasting en is er minder

kans op infecties. Dit uit zich onder andere in meer aandacht voor

de patiënt en hogere kwaliteit van zorg. We zouden het geweldig

vinden om de uitkomsten van ons onderzoek landelijk kenbaar te

maken, bijvoorbeeld door middel van een artikel in een medisch

tijdschrift of een posterpresentatie ten tijde van een congres.

Wij hebben door dit project geleerd samen te werken met de

artsen en andere disciplines. Tevens hebben we contacten gelegd

met andere ziekenhuizen en daar ons voordeel mee gedaan

(netwerken). Maar ook het schrijven van goede rapportages en

het verzorgen van goede presentaties is een leereffect geweest.

We zijn trots dat we een gedegen onderzoek hebben

uitgevoerd en daardoor een goede rapportage hebben

geschreven. Dit heeft ons vele complimenten opgeleverd.

We hebben de kwaliteitszorg op de afdeling E4 naar

een hoger plan getild. Wel hebben we gemerkt dat het

verrichten van onderzoek veel tijd en energie kost. Het

maken van een goede planning is daarom belangrijk.

In

spir

eren

d

Bianca Fischer

[email protected]

Jacqueline Polman

[email protected]

Page 23: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

23

We zagen dat er vaak extra zorg geregeld moest worden voordat

patiënten naar huis konden of dat ze helemaal niet meer naar

huis konden. Dit is niet goed voor het welbevinden van de

patiënt en kwaliteit van leven zoals de patiënt die ervaart.

Als BPU-begeleider heb ik een onderzoek naar dit onderwerp

opgezet, geïmplementeerd en geëvalueerd. Door het

eerder inzetten van fysiotherapie en het aanbieden van

activiteitenbegeleiding heeft de afdeling geprobeerd functie-

verlies bij oude patiënten te voorkomen of te beperken.

Vaak werd fysiotherapie pas later tijdens de opname ingezet,

waardoor er al (langer) sprake was van functieverlies. Voor de

activiteitenbegeleiding wordt gebruik gemaakt van vrijwilligers,

hierdoor blijven de kosten beperkt.

Onze organisatie is door dit onderzoek wakker geschud. Men

heeft ingezien dat er heel wat verbeterpunten zijn ten aanzien

van de zorg voor de oudere patiënt. Voor het ziekenhuis en de

gezondheidszorg betekent het een daling in het percentage

oudere patiënten met functieverlies, een daling van de ligduur en

dus een daling van de kosten.

Op onze afdeling viel het de verpleegkundigen op dat veel oudere zorgvragers

weinig gestimuleerd werden tot activiteiten. Patiënten lagen veel in bed,

verveelden zich en vielen overdag in slaap, waardoor hun dag- en nachtritme

omdraaide. Hierdoor hebben deze patiënten een verhoogde kans op decubitus,

vallen, ondervoeding én het ontwikkelen van functieverlies.

F3 Algemeen interne, infectieziekten, endocrinologie

Functieverlies bij oudere patiënten is te voorkomen

Rap

op

’t h

oes

an

Ik hoop dat mijn onderzoek er toe leidt dat binnen MST

er meer aandacht komt voor de kwaliteit van zorg voor

de oudere zorgvrager. Daarnaast zou ik graag zien dat dit

onderzoek binnenkort herhaald wordt binnen een grotere

patiëntenpopulatie, het liefst in Santeon-verband. Op deze

manier kan er nog meer bewijs worden verzameld wat betreft

het nut en de noodzaak van de genoemde interventies. Op de

langere termijn zou ik graag zien dat er binnen het ziekenhuis

een geriatrisch team wordt geformeerd om de kwaliteit van zorg

voor de oudere zorgvrager te centraliseren en te verbeteren.

We moeten ons blijven realiseren wat de impact van een

ziekenhuisopname voor de oudere zorgvrager is

en met welke mogelijke risico’s deze opname

gepaard gaat.

Dorien van Workum -

Maarseveen

[email protected]

Page 24: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

24

De meeste Veilig Incident Meldingen (VIM) bestonden uit

valincidenten. De verpleegkundigen hadden het gevoel dat

ondanks de verpleegkundige interventies (bijvoorbeeld bed laag,

rekken omlaag, bed tegen de muur, snoeren van de grond,

goede schoenen) patiënten alsnog vielen door onvoldoende

toezicht. Daarom bekijken we nu gezamenlijk of valpreventieve

hulpmiddelen in combinatie met verpleegkundige interventies

leiden tot minder valincidenten. Het project bevindt zich in

de onderzoeksfase. Met het team zijn we tot een kernvraag

gekomen en hebben we gezocht naar passende interventies.

Mijn taak is het bijhouden van literatuur met betrekking tot

nieuwe ontwikkelingen binnen valpreventie en het daadwerkelijk

in praktijk brengen van valpreventieve hulpmiddelen.

Voor ons is nu al duidelijk dat het erg

belangrijk is dat wanneer je tegen een

knelpunt aanloopt, je onderzoekt hoe

dit knelpunt is ontstaan. Ook als je een

verbetering wilt aanbrengen, moet je dit

weloverwogen en goed beargumenteerd

richting je teamhoofd / collega’s en

andere disciplines beargumenteren. Ook al

F3 Algemeen interne, infectieziekten, endocrinologie

Valpreventie: voel je veilig in het ziekenhuisBinnen de afdeling Infectieziekten en Endocrinologie ligt de gemiddelde

leeftijd van de patiënt boven 65 jaar. Uit onderzoek is gebleken dat patiënten in

deze categorie een hoger valrisico hebben.

kost het extra tijd, veranderingen aanbrengen kan iedereen,

mits de ideeën goed worden onderbouwd. Ik ben er trots op dat

mijn collega’s enthousiast zijn over het onderwerp en benieuwd

zijn naar het effect van de valpreventieve hulpmiddelen. Voor

de patiënten moeten de maatregelen gaan leiden tot een lager

valrisico en meer toezicht. Hopelijk leiden de uitkomsten van ons

project op den duur tot de implementatie van valpreventieve

hulpmiddelen voor heel MST, waardoor de kwaliteit van zorg en

veiligheid van de patiënt nog beter wordt gewaarborgd. En als

één van de belangrijkste neveneffecten hopen we dat familie,

patiënten en verpleegkundigen zich nog veiliger gaan voelen in

ons ziekenhuis.

Vei

ligh

eid

24

Eva Smitshoek

[email protected]

Page 25: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

25

Tijdens de nulmeting werd vastgesteld dat er op dat moment

geen eenduidige zorg werd geleverd aan patiënten met een

depressie. Vanuit het team werd vaak gevraagd om duidelijkheid

en een eenduidige aanpak voor de begeleiding van depressieve

patiënten.

De volgende punten zijn inmiddels op de afdeling gerealiseerd:

■ een standaard verpleegplan dat werkbaar is binnen de

klinische setting;

■ de ontwikkeling van een nieuw plan ten aanzien van

familieparticipatie;

■ het gebruik van foldermateriaal over psycho-educatie;

■ de implementatie van een suïcide quickscan;

■ het updaten van het bestaande

EVV (Eerste Verantwoordelijke

Verpleegkundige) gesprek.

Van een aantal patiënten hebben we

inmiddels feedback ontvangen dat

ze het als zeer prettig ervaren dat het

verpleegplan met ze werd besproken,

De psychiatrieafdeling van MST gaat in de toekomst werken aan de hand van drie

pijlers: stemmingsstoornissen, angst- en paniekstoornissen en psychosomatische

stoornissen. Wij hebben ervoor gekozen om aan de slag te gaan met het onderwerp

‘depressie’, behorend tot de pijler stemmingsstoornissen.

G3 Psychiatrie

Betrokken bij de eigen behandeling

Sam

enw

erki

ng

zodat ze betrokken worden bij hun eigen behandeling. Dit

is uiteraard erg belangrijk, want zorg draait om de patiënt.

Dankzij een duidelijk omschreven stappenplan, voeren alle

verpleegkundigen dezelfde begeleiding uit bij dezelfde patiënt.

Hetgeen zorgt voor stabiliteit en rust. Ziekenhuisbreed zal de

nieuwe aanpak niet direct zichtbaar zijn. Dit komt doordat het

stappenplan is ontwikkeld voor de begeleiding van

een depressieve patiënt. Deze vorm van zorg vindt

alleen plaats op de afdeling psychiatrie. Op andere

afdelingen waar een patiënt is opgenomen waarbij

een depressie aan de orde is, zal de begeleiding in

eerste instantie gericht zijn op het somatische deel.

Het verpleegplan depressie zal daarom in deze vorm

voor andere afdelingen van geringe waarde zijn.

Het project is op dit moment nog niet ten einde.

De familieparticipatie en suïcide quickscan worden

nog geïmplementeerd. Daarnaast wordt ook gekeken naar de

andere pijlers, zoals angst en paniek. De belangrijkste tip is om

te blijven communiceren met het gehele team. Door te blijven

communiceren en het onderwerp levend te houden, verlopen

implementaties beter. Je kunt de feedback makkelijker verwerken

om op die wijze tot het beste resultaat te komen.

Petra Dogger

[email protected]

Marijke Waanders

[email protected]

Page 26: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

26

Studiereis BirminghamJaarlijks gaat een aantal verpleeg-

kundigen en leidinggevenden van MST

voor een studiereis naar Birmingham.

Aldaar wordt met een breed gezelschap

ervaren wat de aanwezigheid doet van

een werkomgeving waarin verpleeg-

kundigen gestimuleerd worden

verantwoordelijkheid te nemen voor

de kwaliteit van de zorgverlening,

opleiding en onderzoek.

Een kort verslag van de studiereis

2013, aan University Hospital Coventry

& Warwickshire, Birmingham City

University, Mental Health Trust

Birmingham, Nurse led hospital

Kidderminster.

Psychiatrie

In het Universiteitsziekenhuis

Coventry & Warwickshire

kent men geen psychiatrische

afdeling of PAAZ. Men kent

een psychiatrisch team dat in

consult kan worden gevraagd.

Door de Engelse organisatie van

de geestelijke gezondheidszorg

wordt een groot deel van de zorg

verleend in de thuissituatie of in

een soort poliklinische setting.

Anne-marie Heusinkveld,

PAAZ

Page 27: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

27

Nurse Led Hospital

Een kijkje in het ziekenhuis te Kidderminster (Nurse Led

Hospital), leerde ons hoe een ziekenhuis gerund kan worden

door enkel verpleegkundigen en NP-ers. Zij leveren daar

minder complexe zorg waar geen arts aan te pas komt. De

patiënten ervaren de zorg als goed en zeer patiëntgericht.

Er heerst weinig ontevredenheid, wat blijkt uit een gering

aantal klachten. Mocht er een complexe zorgvrager komen,

dan wordt de patiënt doorverwezen naar een ziekenhuis in

omgeving. Wat een droom om daar te mogen werken zeg!

Sharon van der Tuin, Manon Krol en Gea Mulder

B4 Neurochirurgie

Nazorg

De verpleegkundigen in het universiteitsziekenhuis Coventry &

Warwickshire regelen rondom de nazorg eigenlijk niets zelf. Zij

hebben ‘social workers’ die alles regelen rondom het ontslag. Wel

proberen ze bij opname een inschatting te maken hoe lang een

patiënt moet blijven en of er na ontslag extra zorg nodig is. Dit

is vergelijkbaar met het transferpunt van MST, maar het verschil

is dat de verpleegkundigen in Nederland de zorg inventariseren

en een overdracht schrijven. In Coventry & Warwickshire schrijft

de arts een ontslagbrief die met de patiënt meegaat en waarin

is beschreven welke medicatie de patiënt moet gebruiken. Een

verpleegkundige overdracht kent men niet.

Wendy van Boxem- Diekman

Verpleegkundige A4 Longgeneeskunde

Page 28: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

28

De vragen die wij onszelf hebben gesteld om tot een heldere

werkwijze te komen zijn:

■ wat verwachten wij als verpleegkundigen van de

contactpersoon?

■ wat zijn de wettelijke regels als het gaat om het verstrekken

van informatie aan (niet) contactpersonen?

■ zijn de patiënt en zijn contactpersoon wel voldoende

geïnformeerd tijdens de opname?

We wilden bereiken dat er een eenduidige manier van

communiceren met de contactpersoon wordt nageleefd.

Daarvoor hebben wij een brochure ontwikkeld die bij opname

wordt overhandigd aan de contactpersoon en de patiënt.

Zo kunnen zij bijvoorbeeld nalezen wat het inhoudt om

contactpersoon van een patiënt te zijn en bij wie ze

met vragen terecht kunnen. Tevens is er voor de

verpleegkundigen en artsen van de afdeling een

richtlijn opgesteld die ingaat op de communicatie

met de contactpersoon en de regels en

afspraken hieromtrent. Hierdoor werken alle

verpleegkundigen en artsen op dezelfde manier.

De brochure bevalt erg goed in de praktijk,

Wij hebben een verbeterproject opgezet binnen de afdeling Nefrologie

omtrent de communicatie door verpleegkundigen en artsen met de (eerste)

contactpersoon van de patiënt.

GB Nefrologie

Optimale communicatie met patiënt en contactpersoon

voor zowel de patiënt en de contactpersoon als voor de

verpleegkundigen. Door te werken aan het project hebben

we veel geleerd over essentiële aspecten van communicatie

tijdens een opname. Het is belangrijk om altijd in de gaten te

houden dat zowel de patiënt als de contactpersoon voldoende

geïnformeerd worden over de stand van zaken. Vraag regelmatig

aan de patiënt of alles nog duidelijk is ten aanzien van zijn of

haar ziektebeeld en behandeling. En als laatste, pols regelmatig

bij de contactpersoon en patiënt samen of er behoefte is aan een

gesprek met de (zaal)arts.

Door het invoeren van de richtlijn is de eenduidigheid binnen

de communicatie met de contactpersonen flink verbeterd.

Tevens vinden er momenteel meer gesprekken plaats tussen

de arts, de patiënt en de contactpersoon, waardoor

contactpersonen meer tevreden zijn over de manier van

communiceren. De patiënt wordt beter voorgelicht over de gang

van zaken op de afdeling, maar vooral ook over zijn of haar

aandoening en de ziekenhuisopname. Het effect dat we beogen

is dat de brochure en de richtlijn in de toekomst ziekenhuisbreed

worden ingezet, zodat optimale communicatie ontstaat met de

patiënt en de contactpersoon.

Com

mu

nic

atie

Inge Borkent

[email protected]

Sandra de Gier

[email protected]

Page 29: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

29

We zijn begonnen met het opzetten van het project TBTILAT

(The Best Things In Life Aren’t Things), waarbij de focus ligt op

bewustwording van het gedrag van zorgverleners naar patiënt.

Hierbij is het belangrijk om termen als hoffelijkheid, gastvrijheid,

compassie of patiëntgerichtheid niet alleen te gebruiken, maar

ook concreet te maken.

We hebben dit op verschillende manieren onder de aandacht

gebracht. Zo zijn er nieuwsbrieven voor collega’s opgesteld,

waarin we voorbeelden gaven van patiënten en daarnaast

theoretische achtergronden gaven die voor een groot deel

kwamen uit van het boek van Fred Lee ‘Als

Disney de baas was in uw ziekenhuis,

9½ dingen die u anders zou doen’.

Daarnaast bleek het invoeren van

‘Tijd voor Tienen’ heel effectief

te zijn; aan het einde van een

werkdag geef je in één minuut

aan een collega aan waar je

hem of haar een 10 voor geeft.

Door veranderende visies op de inhoudelijke invulling van de zorg, wordt de nadruk

steeds meer gelegd op ‘meten en weten’. De patiënt beoordeelt zijn ziekenhuisverblijf

echter niet alleen op het medisch handelen, maar ook op de manier waarop ze als

persoon wordt behandeld. Het verschil hierin kan worden gemaakt door kleine

dingen of door bijzondere dingen die niet worden verwacht.

Verloskamers en Kraamafdeling

Kleine dingen die het grote verschil maken

Bew

ust

wor

din

g

Buiten je kaders denken en nieuwe uitdagingen aangaan, geeft

een kick en brengt jezelf ook veel positiefs. We zijn trots op

het feit dat het merendeel van onze collega’s zo positief heeft

gereageerd op het BPU-onderwerp en de manier van werken

is gaan toepassen. In de loop van het project kwam er vanuit

het team steeds meer creativiteit en dachten

we meer out of the box. Ook zijn we trots dat

de patiënttevredenheid duidelijk is gestegen.

In zes maanden tijd is de patiënttevredenheid

(weergegeven als rapportcijfer) toegenomen van

8,25 naar 8,73. En het percentage patiënten dat

de zorg met een 10 waardeerde nam toe van 8,7%

naar 28,5%.

Extra persoonlijke aandacht voor de patiënt leidt tot

optimaler herstel (reductie van stress, het aantal ligdagen

en de hoeveelheid medicatie) en effectievere zorg (betere

onderlinge samenwerking tussen collega’s en minder

klachten en claims) en versterkt de reputatie van Medisch

Spectrum Twente. Het levert meer loyale patiënten en

werknemers op.

Ilse Arav

[email protected]

Helga Teunissen-Borkes

[email protected]

Page 30: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

30

We hebben infectiepreventie opgedeeld in acht subdoelen,

waarvan we er inmiddels twee hebben opgepakt in het kader van

BPU. Het eerste subdoel werd het voorkomen en behandelen van

‘rode billen’ (luierdermatitis). Als tweede subdoel werd gekozen

voor het uniform werken rondom en reinigen van de bedplek

(eilandverpleging). Middels literatuuronderzoek en veldonderzoek

zijn we gekomen tot een eenduidig beleid voor beide subdoelen.

Neonatologie

Infectiepreventie bij een kwetsbare patiëntengroepDe afdeling neonatologie kent een kwetsbare patiëntengroep, waarbij infectiepreventie

een belangrijk speerpunt is. Op de afdeling was veel onduidelijkheid onder

verpleegkundigen over diverse aspecten van infectiepreventie.

Gro

ei

Implementatie van dit nieuwe beleid op de afdeling heeft

geleid tot mooie resultaten, minder discussie en een viertal

nieuwe protocollen op de werkvloer. De implementatie van

het vernieuwde protocol ‘rode billen’ heeft geleid tot een

vermindering van de ernst en een significante vermindering

van luierdermatitis. Dit geeft meer comfort (minder pijn) voor

de neonaat, en bevordert het groeien en een sneller ontslag.

De nieuwe werkwijze rondom het tweede subdoel

heeft geleid tot eenduidigheid in het omgaan

en reinigen van materialen rondom de bedplek.

Binnenkort wordt er een instructiefilm gemaakt voor

(nieuwe) medewerkers over het schoonmaken van

de couveuses. Voor de neonaat betekent dit dat er

gewerkt wordt volgens de laatste richtlijnen, om zo

kruisinfecties te voorkomen.

Als BPU-begeleider hebben we kennis gemaakt met

de vele mogelijkheden binnen onze eigen organisatie, denk aan

epidemiologen die kunnen ondersteunen bij ‘evidence based

nursing’. Door samenwerking met studenten van Saxion op de

afdeling was het mogelijk om sneller te komen tot uitwerkingen

van literatuurstudie en metingen. Door een posterpresentatie

met als onderwerp infectiepreventie die we hebben gegeven

tijdens een minisymposium in MST over BPU, hebben ook

externe partijen kennis gemaakt met MST. Eind 2012, tijdens

het symposium ‘Zorg rond de pasgeborene’, hebben we met

een aangepaste versie van deze poster de Truus van Lier prijs

gewonnen.

Dat het onderwerp landelijke aandacht

heeft gekregen, blijkt uit het feit

dat andere ziekenhuizen

inmiddels informatie bij ons

hebben opgevraagd. Het heeft

MST op de kaart gezet en de

moge lijk heden voor verpleeg-

kundigen om hier te groeien

doen toenemen.

Hermien Boulogne

[email protected]

Tanya Butcher

[email protected]

Marion Wissink

[email protected]

Page 31: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

31

Dialyse

Vochtgebruik in kaart gebracht: oorzaak en gevolg

We willen onze patiënten ondersteunen om de vochtinname

tussen twee dialyses zoveel mogelijk te beperken, zodat men

zich voor, na en vooral ook tijdens de dialyse beter voelt. Ook

streven we er naar dat de patiënt op zijn streefgewicht (ideale

drooggewicht) uitkomt, zodat extra dialyse niet nodig is.

De patiënt is ons uitgangspunt en vanuit hun ideeën, meningen

en opmerkingen gaan we een plan opstellen om samen met de

patiënt tot een goede samenwerking te komen en zo samen een

oplossing / reden te vinden voor een te groot vochtgebruik en

deze aan te pakken.

We willen samen met de patiënt tot een plan

komen om het opnemen van te veel

vocht tussen twee dialyses in een

week te beperken. De patiënt moet

dit zelf doen en met name voor

de thuissituatie willen we tips en

aanwijzingen geven hoe ermee om

te gaan. We staan nog middenin

het project en inventariseren nu de

feedback van de patiënten, waarom zij

Ons BPU-project richt zich op het ondersteunen van de patiënten in hun

dialysebehandeling en dan vooral op het gebied van therapietrouw, zodat we

daarmee een verbetering creëren van het welbevinden van de patiënt.

zich moeilijk kunnen houden aan de vochtbeperking. Het geeft

meer inzicht in hun proces van ‘ziek zijn’ en wat daar voor hen bij

komt kijken. Met name het sociale aspect is voor hen van grote

invloed, hoe reageert de omgeving op hun ziekte en therapie.

Daarnaast gaan drie hbo-verpleegkunde studenten onze enquête

afnemen, waaruit we hopelijk kunnen achterhalen wat de

oorzaken zijn van het grote vochtgebruik.

Als het goed is, zal de patiënt aan het eind van

ons project ondersteuning krijgen om de

vochtinname te beperken. Dit kan betekenen dat

onze patiënten niet extra hoeven te dialyseren om

op hun streefgewicht uit te komen. Op lange

termijn zal dit klachten, zoals hartfalen en dyspneu

kunnen verminderen.

We hebben als toekomstdroom om een gezondere

toekomst voor onze patiëntendoelgroep te

bewerkstelligen. We willen het belang van de patiënten voorop

blijven stellen en samen met de patiënt, een goede behandeling

starten en vervolgen. Zij kunnen aangeven wat hen bezighoudt.

Samen kom je dan tot een zo optimaal mogelijk behandelplan

voor beide partijen, waarin staat wat je van elkaar verwacht en

mag verwachten.

Eb

en o

verv

loed

Wilma Geerling

[email protected]

Paulien Kolkman

[email protected]

Liset Kraaijenvanger

[email protected]

Page 32: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

32

Gynaecologie

Nauwkeurige registratie van de vochtbalans voorkomt problemen

We vroegen ons af of nauwkeurige registratie van in- en

output deze problemen vroegtijdig kan ondervangen. We

hebben het initiatief genomen om dit verder te onderzoeken

en om een protocol ‘Vochtbalans’ te ontwikkelen. Omdat

er geen eenduidigheid was en geen goede afspraken over

verantwoordelijkheden, moest er een richtlijn komen. Uit ons

onderzoek bleek dat er onvoldoende informatie bestond over

de vochtbalans. Om nauwkeurige registratie van de vochtbalans

te optimaliseren hebben we een richtlijn / werkinstructie en een

patiënteninformatiefolder ontwikkeld. Het viel ons vooral op dat

collega’s enthousiast mee gingen denken, toen duidelijk werd dat

met hun inbreng ook daadwerkelijk iets gedaan ging worden.

Het verbeteren van de situatie rondom een onderwerp dat

betrekking heeft op het dagelijks werk spreekt aan.

Naar onze mening is een belangrijke voorwaarde

hiervoor wel dat het onderwerp actueel en relevant

is. Betrokkenen moeten goed geïnformeerd

worden over het doel, de manier waarop dit

doel wordt gerealiseerd en welke bijdrage

door henzelf geleverd kan worden. Regelmatig

Na een grote (abdominale / laparotomie) operatie is het mogelijk dat patiënten

problemen ondervinden die verklaard kunnen worden door onder- of overvulling

van het vaatbed. Deze problemen uiten zich onder andere in benauwdheid, oedeem,

slechte saturatie, lage tensie en krappe urineproductie. In de praktijk bleek dat in

dat geval de vochtbalans niet altijd volledig was.

Eve

nw

ich

t

voortgangsinformatie geven is hierbij belangrijk net als inbreng

vanuit het team.

Het traject dat we hebben doorlopen, betekent in ieder geval

een kwaliteitsverbetering voor onze afdeling. De nieuwe

werkwijze is geïnitieerd door mensen van de werkvloer. Dit

motiveert en daardoor wordt de procedure breed gedragen. In

de praktijk betekent dit een verbetering van de registratie van de

vochtbalans. Dit vermindert mogelijk de risico’s op complicaties.

We zijn trots op het resultaat dat we hebben neergezet. Er

is nu meer aandacht voor de registratie van de vochtbalans.

Collega’s spreken elkaar erop aan en communiceren beter over

de vochtbalans. Ook is er meer duidelijkheid doordat er afspraken

zijn gemaakt wie verantwoordelijk is op welk moment. De patiënt

krijgt in de toekomst een duidelijke informatiefolder, waardoor zij

ook zelf kunnen bijdragen aan het voorkomen van problemen na

een operatie. Daarnaast kunnen de richtlijn en de patiëntenfolder

worden uitgebreid tot een ‘ziekenhuisbreed’ protocol voor alle

specialismen van MST.

Ilse ter Borch

[email protected]

Marjolein Otto

[email protected]

Page 33: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

33

Goo

dby

e

Zowel de ochtendvisite als de terugkoppeling nemen tijd in

beslag. Hierdoor werd het ontslag vaak pas in de loop van de dag

bekend. Ditzelfde geldt voor kinderen die ‘ongezien’ naar huis

mogen. Er werd veelal adhoc besloten tot ontslag. Dit betekent

vaak onvoorbereide ouders, die thuis nog niet alles geregeld

hebben, veel vragen hebben en het soms niet zien zitten om naar

Kinderafdeling

Ontslagprocedure zieke kinderen efficiënter ingerichtDe kinderverpleegkundigen waren niet tevreden over de bestaande ontslagprocedure rondom

zieke kinderen. Mondeling gemaakte afspraken werden niet nageleefd. Ter voorbeeld, de

arts-assistent beoordeelt de zieke kinderen vóór de ochtendvisite. Bij de ochtendvisite is de

kinderarts aanwezig en na afloop vindt de terugkoppeling tussen arts en arts-assistent plaats.

huis te gaan. Daarnaast heeft het onder andere gevolgen voor

het tijdig aanvragen van medische middelen / materialen en het

regelen van thuismedicatie. Wij hebben het initiatief genomen

tot het optimaliseren van de directe patiëntenzorg. Het coachen

en stimuleren van collega’s, zorgde er voor dat het hele team

betrokken was bij dit proces. Na analyse van de nulmeting is

er een procedure met betrekking tot de visite

ontwikkeld en ingevoerd om de doorstroming

van de patiënten te versnellen. Deze procedure is

in samenspraak met de kinderartsen opgesteld.

Op deze manier wordt er eenduidig gewerkt.

Door de ontwikkelde procedure en gemotiveerde

medewerkers verloopt de patiëntendoorstroming

vlotter en is de medewerkertevredenheid

toegenomen. Uit analyse van de nulmeting komt

naar voren dat 99% van de ouders / patiënten

tevreden is over de ontslagprocedure. We hopen dat door de

invoering van de procedure de patiënttevredenheid gelijk blijft

of toeneemt. Dit moet blijken uit de nameting. Het ontslag-

traject bevat daarnaast nog andere verbeterpunten, waaronder

pedagogische nazorg, een kindernazorgformulier, het ontslag-

gesprek, het contact transferpunt en medicatie / recepten.

Teamhoofd Sonja Stienstra

Onze BPU-ers hebben op een gedegen en ludieke manier

geïnventariseerd welk project opgepakt kon worden op

onze afdeling. De hoge respons maakte duidelijk dat

een afgebakend project rondom de ontslagprocedure

gewenst was. De meningen rondom deze

procedure zijn gepeild bij ouders /

verzorgers, verpleegkundigen,

kinderartsen en arts-assistenten.

De uitkomsten van het project

zijn een prima afspiegeling en

zorgen voor verbetering van

onze afdeling.

Jacqueline Broeze

[email protected]

Ingrid Exterkate

[email protected]

Susan Scholten

[email protected]

Page 34: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

34

Veel patiënteninformatie is onbedoeld hoorbaar rondom de

balie en de patiëntenkamers, van gesprekken die achter de

balie plaatsvinden. Naar aanleiding van een enquête onder de

medewerkers van de afdeling bleek het onderwerp ‘privacy van

de patiënt’ een van de grootste knelpunten. Ook tijdens een

spiegelbijeenkomst met patiënten kwam dit naar voren.

De volgende verbeterpunten zijn inmiddels ingevoerd:

■ tijdens de overdracht die in de koffiekamer plaatsvindt, is de

deur gesloten;

■ telefonische nacontrole vindt niet plaats achter de balie, maar

in de koffiekamer / het dagverblijf met de deur dicht;

■ de late dienst leest in een afgesloten ruimte, indien mogelijk in

het dagverblijf;

■ tijdens de artsenvisite zijn de deuren van de patiëntenkamers

gesloten;

■ het voorbespreken van de patiënten met de specialist vindt in

een aparte ruimte plaats;

■ slechtnieuwsgesprekken met patiënt en familie vindt in een

aparte ruimte plaats, tenzij de patiënt alleen ligt op de kamer;

■ twee van de vier computers die achter de balie stonden zijn

naar het kantoor verplaatst.

De verpleegafdeling Urologie en KNO bevindt zich in het VKC (Vrouw Kind Centrum).

Dit gebouw is ovaalvormig en dat levert volgens de medewerkers van de afdeling

problemen op wat betreft de privacy van de patiënt.

Urologie en KNO

Bewust omgaan met patiëntprivacy

Marieke Davina

[email protected]

Alexandra Kieftenbelt

[email protected]

Wij hebben deze oplossingsrichting gekozen, omdat

het een verandering is van de werkwijze van de medewerkers.

Er hebben geen grote verbouwingen plaatsgevonden en er zijn

geen kosten gemaakt om de verbeterpunten door te voeren

en de nieuwe werkwijze te borgen. Daarnaast hebben we veel

geleerd over het implementeren van een verbeterplan en het

gemotiveerd houden van collega’s.

Het was geweldig om te zien dat alle collega’s van de afdeling,

inclusief de medisch specialisten, bereid waren om mee te

werken aan het project. Er heeft echt een bewustwordingsproces

plaatsgevonden. Medewerkers gaan voorzichtiger om met

privacygevoelige informatie en wijzen elkaar op de juiste

handelswijze, daar zijn wij erg trots op! Daarnaast hopen we

dat dit proces wordt doorgetrokken binnen MST, zodat alle

medewerkers opletten wat er wordt gezegd op de gang of

achter de balie.

En

thou

sias

me

Page 35: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

35

Spoedeisende Hulp (SEH)

Alcohol- en drugsintoxicatie: een toenemend probleem

Om informatie te verzamelen hebben we verschillende

specialisten op het gebied van alcohol en drugs geïnterviewd,

zowel binnen MST als daarbuiten. We hebben goede

werkafspraken gemaakt met de verslavingsarts, verpleegkundig

specialist en casemanager binnen Tactus. Ons streven is om op

1 juni 2014 een ‘evidence based’ stroomschema aan te bieden

aan de spoedeisende hulp, de samenwerkende artsen en Tactus.

Door het gebruik van dit stroomschema is de zorg die wij bieden

aan mensen met een alcohol- en / of drugsintoxicatie inzichtelijk

voor elke hulpverlener. Tevens volgen er klinische lessen voor

SEH-verpleegkundigen om de kennis rondom alcohol en drugs

te vergroten. Dit alles moet uiteindelijk leiden tot minder SEH-

bezoeken voor de patiënt.

We zijn er trots op dat we een samenwerkingsverband hebben

opgezet tussen Tactus en MST. In de toekomst worden deze

afspraken hopelijk ook met andere instanties vastgelegd. Dit

alles in combinatie met een druk werk- en sociaal leven, heeft

er voor gezorgd dat de afgelopen tijd pittig was (en in ieder

geval tot juni 2014 ook zo blijft), maar het resultaat mag er

Op de Spoedeisende Hulp (SEH) bestond geen eenduidigheid over het verlenen van

(na)zorg bij mensen met een alcohol- en / of drugsintoxicatie. Dit is een groeiende

patiëntengroep, waarvoor nog geen interne afspraken zijn gedefinieerd. Mede

hierdoor is de ligduur van deze patiënten erg lang. Wij vonden het noodzakelijk om

deze situatie te verbeteren. Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de afdeling.

zeker zijn. Uiteindelijk hopen we dat het stroomschema niet

alleen in ons ziekenhuis gebruikt wordt, maar ook in andere

(Santeon) ziekenhuizen. Geef verpleegkundigen tijd en ruimte om

verantwoording te nemen het beroep verder te ontwikkelen en er

ontstaan mooie plannen!

Kw

alit

eit

verb

eter

en

Teamhoofd Monique Poessé-Vennevertloo

De zorg voor patiënten met een alcohol- en / of

drugsintoxicatie brengt unieke problemen met zich mee.

Door een praktische tool te ontwikkelen, willen we

deze zorg zo eenduidig mogelijk uitvoeren

en daarmee een veilige omgeving en

zorgaanbod te borgen voor zowel

patiënten, SEH-verpleegkundigen

als artsen. Een intensief project,

dat duidelijk heeft gemaakt wat

het betekent om als ketenpartners

samen te werken.

Rebecca Hagreis

[email protected]

Hilga Peeters

[email protected]

Page 36: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

36

Dé waarheid bestaat niet en dé goede oplossing dus ook niet.

Een verkenning van het probleem en een analyse waarmee

literatuuronderzoek wordt verricht, helpen om een keuze te

maken voor de best practice oplossing van een afdelingsprobleem

waar iedereen mee kan werken. Voordat deze stappen worden

genomen moet een degelijk plan worden geformuleerd, waarin

het probleem staat beschreven en het beoogde resultaat SMART

wordt geformuleerd. Daarnaast wordt tijdens de instructie en

coaching veel aandacht besteed aan methoden van onderzoek,

hoe je vragenlijsten en interviews het beste kunt opzetten en hoe

je de uitkomsten het beste kunt analyseren en interpreteren.

Leren onderzoeken

Met alleen wat coaching en begeleiding kunnen

verpleegkundigen niet tot voldoende motivatie en resultaten

De weg is minstens zo belangrijk als het doelHoe kom je erachter wat op een verpleegafdeling

de beste werkwijze is? Hoe breng je op een posi-

tieve manier een verbetering teweeg in een team

ver pleegkundigen? Hoe lang duurt het eigenlijk

voordat een praktijkprobleem zodanig is onder-

zocht, bijgesteld en voor de toekomst vastgelegd

dat je echt kunt spreken van een Best Practice

Unit (BPU)?

komen. Belangrijk is dat zij daarnaast leren hoe ze bijvoorbeeld

een goede literatuurstudie moeten verrichten, en dat ze

worden bijgeschoold in onderzoeksmethoden. Ook belangrijk

is hoe de uitkomsten in een heldere en voor collega’s

begrijpelijke stijl op papier worden zet. Om die redenen zijn

diverse leerzame lesochtenden uitgevoerd door de docenten

van Saxion in coproductie met verpleegkundigen, artsen

en beleidsmedewerkers van MST. Ook de voorbeelden die

zijn verkregen tijdens een excursie naar de Universiteit van

Birmingham en het Coventry Warwick University Hospital

in Engeland hebben bijgedragen aan de inzichten hoe de

eigen best practice het beste kan worden ontwikkeld. Tot

slot zijn individuele- en groepscoachingssessies voor de BPU-

verpleegkundigen uitgevoerd door de Saxion docenten.

Heiligt het doel alle middelen?

Dat goede hygiëne van levensbelang is voor de veiligheid van

de patiënt en voor het imago van het ziekenhuis, dat weet

iedereen. Maar wat is nu wel werkzaam bij omgekeerd geïsoleerd

verplegen en wat niet, of behoort misschien wel tot overbodige

rituelen? Kan gesteld worden dat het doel, het bereiken van

optimale isolatieveiligheid alle middelen heiligt, of is het beter

om alle voor- en nadelen van omgekeerd geïsoleerd verplegen

te verkennen en van daaruit de best werkzame praktijk te

gaan formuleren? Bepaald geen vragen die gemakkelijk te

beantwoorden zijn en het heeft de BPU-verpleegkundigen van

afdeling E4 dan ook heel wat studie en onderzoek gekost om

een werkwijze te formuleren die verantwoord genoeg is om

voor te kunnen leggen aan de afdelingsleiding en de artsen.

Dat geldt ook voor het adequaat volgen van het klinisch pad bij

COPD-patiënten: hoe zorg je ervoor dat je enerzijds flexibel kunt

Page 37: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

37

‘Een voorbeeld voor vakgenoten’

Sylvia Vonk-Klaassen

Gedurende een jaar ben ik coach van een aantal

BPU-trajecten geweest. Daarnaast ben ik betrokken

geweest bij het voorafgaande RAAK-project

‘Naadloze zorg voor de oudere orthopedische

patiënt’ van de BPU-afdeling Orthopedie A5. Het

afgelopen jaar hebben 19 studenten op negen BPU’s

onderzoek gedaan. Momenteel zijn er elf studenten

bezig met een praktijkgericht onderzoek. Bijzonder

trots ben ik op wat BPU-verpleegkundigen, door hun

enthousiasme en eigen professionele ontwikkeling,

bereiken op hun afdeling, in MST maar ook landelijk

doordat ze hun kennis verspreiden op symposia.

Maar ook trots op de samenwerking tussen studenten

hbo-verpleegkunde en de BPU-verpleegkundigen.

De studenten doen praktijkgericht onderzoek ten

behoeve van de BPU en de verpleegkundigen ont-

wikkelen tegelijkertijd verpleegkundig leiderschap in

het streven naar excellente zorg. Mijn droom is om

nog meer ver pleegkundigen op te leiden tot BPU-

verpleeg kundigen. Ik hoop dat we de samenwerking

tussen hbo-v studenten, BPU-verpleegkundigen en

docenten van Saxion kunnen continueren. Het is

een prachtig voorbeeld hoe aankomende en huidige

professionals samen werken aan het bereiken van

excellente evidence based zorg en daarmee ook aan

hun eigen professionele ontwikkeling. Hiermee zijn

ze een voorbeeld voor hun vakgenoten.

Hans Schreurs

Truus Spijker

Sylvia Vonk

Coaches Saxion

Page 38: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

omgaan met de ontslagdatum van patiënten en tegelijkertijd

toch kunt zorgen voor een goed geplande overstap van de kliniek

naar de thuissituatie? Een goed uitgeschreven klinisch ontslagpad

geeft immers een duidelijk overzicht van het te bereiken

patiëntdoel en de tijdsplanning, maar als een patiënt een dag

eerder al voldoende is opgeknapt dan kun je toch moeilijk

zeggen: ‘U kunt nog niet naar huis, want het klinisch pad laat dat

niet toe’. Een puzzel voor de BPU-verpleegkundigen van afdeling

A4 en een onderwerp waarnaar grondig onderzoek is verricht,

wat zeker zal leiden tot een beter planbare ontslagprocedure van

COPD-patiënten.

Goede protocollen en heldere brochures

Als een patiënt wordt opgenomen en weer ontslagen dan speelt

in de tussenliggende tijd de contactpersoon van de patiënt een

belangrijke rol. Maar wie mag nu - al of niet telefonisch -

informatie over de patiënt opvragen? Alleen de partner, of

juist ook die belangrijke mantelzorger? En wie wordt gebeld

als er iets met de patiënt aan de hand is? En wat mag van de

contactpersoon verwacht worden als het gaat om het zorgen

voor schone kleding en het transport van de kliniek naar thuis of

een andere instelling? Een dankbare en mooie klus voor de BPU-

verpleegkundigen van afdeling GB. Goede protocollen zijn door

hen ontwikkeld en heldere informatiebrochures voor de patiënten

en contactpersonen. Een uitkomst die goed te gebruiken

is voor andere afdelingen en ziekenhuizen. Een interessant

veranderingsproject is ook de verbetering van de privacy van

de patiënt op de afdeling. Menig patiënt hoort veelvuldig

informatie over al of niet bij name genoemde lotgenoten

zijn kamer binnen dwarrelen. De bouw van de afdeling,

bijvoorbeeld hoe patiëntenkamers en de verpleegkundige balie

zijn gesitueerd, maar ook gewoontes in overdrachtssituaties

spelen een belangrijke rol hierin. Welke haalbare verbeteringen

kunnen worden aangebracht, en welke afspraken over omgaan

met privacygevoelige patiëntinformatie zullen in de toekomst

daadwerkelijk stand kunnen houden? De verpleegkundigen

van de afdelingen Urologie en MDL-Reumatologie hebben zich

met verve op dit probleem gestort en door hen vernieuwde

protocollen en een demonstratie dvd zullen in de toekomst hun

dienst gaan bewijzen aan het hele ziekenhuis.

‘Een prachtig project’

Truus Spijker

Ik deel graag mijn ervaringen met het werken met de

BPU-begeleiders, om aan de buitenwereld kenbaar te

maken hoe inventief en voortvarend zoveel verschil-

lende verpleegkundigen hebben gewerkt. Wat ik zag

waren enthousiaste professionals die met hart en ziel

het onderwerp dat zij hadden uitgekozen uitwerkten,

samen met hun afdelingsteam en studenten van

Saxion. De onderwerpen waren zeer verschillend, maar

allemaal cruciaal voor een kwalitatief goede zorg aan

patiënten. Zo vind ik het inventief en getuigen van

goed observatiever mogen als verpleeg kundigen het

belang zien van het goed bijhouden van de vocht-

balans na een grote buikoperatie. Er is gewerkt aan

een protocol dat geïmplementeerd kan worden op de

afdeling. Tevens is er een informatie folder ontwikkeld

voor de familie van de patiënt en werd scholing

opgezet voor de team leden. Kortom: een prachtig

project dat terecht het predicaat ‘excellent’ mag

krijgen. Maar ook het project met als doel het bewerk-

stelligen van ketenzorg voor patiënten met contusio

cerebri (hersenkneuzing) mag ‘excellent’ genoemd

worden. Andere Santeon ziekenhuizen, artsen van

MST en het team van de afdeling werden ingeschakeld

om in samenhang een nieuw protocol te ontwikkelen

om optimale zorg voor deze categorie patiënten

te kunnen garanderen. Ook het vervolgtraject naar

revalidatie, welke veelal plaatsvindt in Het Roessingh,

werd onder de loep genomen. Klasse dus!

38

belangrijke kwaliteitsverbetering? Zoals bij elke vorm van

kwaliteitsmanagement geldt ook hier: begin opnieuw!

Inventariseer welk volgend probleem op de afdeling nijpend

genoeg is om aan te pakken. En zoek in de literatuur naar

evidence based informatie om het probleem te lijf te gaan

zo dat een nóg betere BPU zal ontstaan. Met de huidige groepen

BPU-verpleegkundigen kan MST erop aan dat deze continue

kwaliteitsverbeteringscyclus een perpetuum mobile is.

‘Geniet en… begin opnieuw!’

Hans Schreurs

Als na hard werken het doel is bereikt, dan is het belangrijk

om even grondig (na) te genieten van het resultaat. Eigenlijk is

het nog belangrijker om van het hele ontwikkelingstraject te

genieten. Immers: de weg is belangrijker dan het doel. Maar

wat als je dan zover bent en met zijn allen tevreden constateert

dat de resultaten van het BPU-project hebben geleid tot een

Page 39: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

39

In november 2011 is

‘Verpleegkundig leiderschap

vanuit Best Practice Units, sta

voor je vak!’ gestart.

Page 40: Conferentiebrochure 'Verpleegkundig leiderschap vanuit Best Practice Units'

Hartelijk dank aan allen die dit mooie traject met passie, daadkracht en aandacht mogelijk hebben gemaakt!

Raad van Bestuur Medisch Spectrum Twente

College van Bestuur Saxion