Concurrentie, de klant is koning
-
Upload
studio-van-pelt -
Category
Documents
-
view
214 -
download
0
description
Transcript of Concurrentie, de klant is koning
Conc urrent i e :de klant is ko n i n g
Conc urre n t i e
A.W. Kist, directeur-generaal
M e d e d i n g i n g s a u t o r i t e i t :
‘Zodra we ‘nee’ zeggen
tegen prijsafspraken,
zeggen we eigenlijk ‘ja’
tegen consumenten die
teveel moeten betalen
of die te weinig keuze
hebben’.
C o n c u r r e n t i e ?
Wat is concurrentie eigenlijk? Het komt er in het kort op neer datbedrijven met elkaar strijden om de gunst van de klant. Zo ontstaanprikkels om producten te maken die in prijs en kwaliteit beter zijn dandie van anderen.Stel dat er maar één bedrijf actief is in een bepaalde markt. Dat bedrijfkan een hoge prijs vragen of slechte kwaliteit leveren. De klant heefttoch geen keus, of het product nu te duur is of niet. Consumenten lopenbij het ontbreken van concurrentie dus het risico op te dure producten,producten van een matige kwaliteit of producten die (hopeloos) ver-ouderd zijn. Pas als een nieuw bedrijf met een beter of een goedkoperproduct op de markt komt, worden de bestaande aanbiedersgedwongen daarop in te spelen. Concurrentie betekent dus straksbetere en goedkopere producten en meer vernieuwing.
Concurrentie1
C o n c u rrentie: de klant is ko n i n g
Dhr. Schnepper, ambtenaar
Gemeentewerken Rotterdam:
‘Door aannemers met elkaar te laten concurrerenbesparen wij zo’n veertientot vijftien procent op onze
bouwkosten. De Erasmusbrug, bijvoor-
beeld, was geraamd op 182miljoen. Maar na een aan-besteding is hij voor 138
miljoen neergezet.’(Intermediair 18-12-97)
2 Concurrentie
Concurrentie betekent werk
Concurrentie is ook belangrijk voor de werkgelegenheid. Van oudsherconcurreren Nederlandse bedrijven natuurlijk ook op buitenlandsemarkten. Steeds meer bedrijven worden actief in steeds meer landen.En steeds meer buitenlandse bedrijven willen hun product verkopen inNederland. De buitenlandse handel neemt dus alleen maar in betekenistoe. Daarmee ook de buitenlandse concurrentie. Bedrijven die zichbeschermen tegen concurrentie, lopen een groot risico de slag teverliezen als ze later wel te maken krijgen met internationale concur-rentie. Dan verliezen ze marktaandeel en moeten ze inkrimpen. Kortom:gebrek aan concurrentie vandaag kost Nederland morgen banen.
Concurrentie: minder overheid?
Concurrentie betekent niet dat de overheid dezaak op z’n beloop laat. De overheid blijft despelregels bepalen en houdt toezicht. Dit is
vooral te zien in openbare nutssectoren zoalsbijvoorbeeld telefonie, streekvervoer en
electriciteit. Deze diensten werden of wordengeleverd door overheidsbedrijven die hiervooreen alleenrecht hadden. Het nadeel daarvan isdat een dergelijk bedrijf geen rekening hoeft tehouden met wat de klant wil; deze kan immers
nergens anders terecht. Maar de overheidhoeft die diensten natuurlijk niet zelf te leverendoor een eigen bedrijf. Wel moet de overheidervoor zorgen dat iedereen die diensten kan
krijgen tegen een aanvaardbare prijs. Dat kandoor invoering van een vorm van concurrentie
waarbij de overheid bepaalt wat en hoe ermoet worden geleverd. Bedrijven kunnen danconcurreren om wie de dienst mag leveren. En
krijgen door de concurrentie prikkels omrekening te houden met de wensen van de
consument. Zo is door invoering vanconcurrentie bij de bedrijven die electriciteitleveren een prijsdaling van circa 10 procent
mogelijk.
3 Concurrentie
ConcurrentieGezonde concurrentie
Bedrijven moeten op een gezonde manier met elkaar wedijveren. Deoverheid maakt daarom spelregels. Bijvoorbeeld om te voorkomen datarbeidsomstandigheden, veiligheid of milieu in het gedrang komen.Sommige diensten of producten zijn ook zo essentieel dat iedereen ertegen een redelijke prijs over moet kunnen beschikken, bijvoorbeeldgezondheidszorg en electriciteit. De overheid maakt dan spelregels diede toegankelijkheid en de kwaliteit garanderen.
Goede spelregels kunnen concurrentie niet in alle gevallen garanderen.Bedrijven kunnen bijvoorbeeld onderlinge prijsafspraken maken waar-door de consument te veel betaalt. Ook kunnen gevestigde onderne-mers proberen nieuwkomers te weren. Ook tegen dit soort praktijkentreedt de overheid op.
In het busvervoer worden de eerste voorzichtige stappen gezet naar watconcurrentie. Het bedrijf dat de beste
kwaliteit levert mag voor een bepaalde tijd het busvervoer leveren. In een deel van
Limburg wordt het busvervoer nu door eennieuw bedrijf verzorgd. Uit onderzoek blijktdat de tevredenheid van de klanten groter
is geworden. Vooral de klantvriendelijkheid van de chauffeurs is toegenomen. Ook de
werknemers zijn tevreden, zij hebben meerplezier in het werk gekregen. De situatie in
Limburg is geen uitzondering. Ook in Drentheheeft een bedrijf aangeboden voor hetzelfde
geld 40 procent meer diensten te kunnenleveren dan vroeger.
Een consument
op Schiphol:
‘Als je ziet dat exactdezelfde cd in de VS vaak
eenderde tot de helftgoedkoper is dan in
Nederland, kan het nietanders of de Nederlandsehandel houdt de prijzen
kunstmatig hoog. Gelukkigkun je ze ook bestellen via
het Internet in de VS. Dat is bij een paar cd’s perzending al ruim lonend.’
4 Concurrentie
Misbruik van speelruimte?
De overheid is op twee manieren actief als het om concurrentie gaat.Aan de ene kant verandert zij de wetten wanneer die concurrentiebelemmeren, waardoor meer speelruimte voor bedrijven ontstaat. Aan de andere kant gaat de overheid het misbruik van die speelruimtet e g e n .Daarom geldt sinds 1 januari 1998 de nieuwe Mededingingswet. Dezewet bevordert gezonde concurrentie. De nieuwe wet is strenger dan de oude. Bedrijven mogen geen afspraken met elkaar maken die deconcurrentie beperken. Dit is het zogenaamde kartelverbod. Daarnaastkunnen bedrijven een te groot aandeel op een markt verwerven. Zij kunnen daarvan misbruik maken door bijvoorbeeld te hoge prijzente rekenen. Het misbruik maken van zo’n machtspositie is nu verboden.Fusies van grote bedrijven worden daarom voortaan ook gecontroleerd.Een nieuwe instelling, de Nederlandse Mededingingsautoriteit, ziet toeop de naleving van de nieuwe regels. Burgers en bedrijven die zichbenadeeld voelen, kunnen hier met hun klachten terecht.
KPN-topman
Wim Dik:
‘Als je de enige aanbiedervan telefoondiensten bent,
is er geen druk om teveranderen. We kregen
vroeger nooit klachten overde kosten van telefonie.Maar op een gegeven
moment vraagt er iemandof het ook goedkoper kan.
Het antwoord was:unverfroren ja!’
(NOS-journaal 02-09-97)
Winkeltijden:
consument profiteert
Sinds juni 1996 mogen winkeliers hun zaaktussen zes uur ’s ochtends en tien uur
’s avonds open houden. Bovendien mogen de winkels vaker op zondag open. Ruim eenkwart van de bevolking maakt gebruik van
de koopzondagen. Meer dan de helft profiteert van de ruimere openingstijden ’s avonds. Een uitkomst voor mensen die
overdag werken en voor degenen die werk en zorgtaken combineren.
5 Concurrentie
Geen valse concurrentie door de overheid
De overheid is zelf ook vaak aanbieder van producten en diensten enkan op die manier een concurrent zijn van particuliere bedrijven. Of kan haar overheidsbevoegheden misbruiken om opdrachten binnente halen. Zo beklaagde een hotelondernemer zich over de commerciëleactiviteiten van de plaatselijke brandweer. Het corps voerde alsambtelijke dienst een veiligheidscontrole uit en adviseerde de hoteliervervolgens dringend om bij diezelfde brandweer een - dure - alarm-installatie aan te schaffen.In dit soort gevallen ontstaat ook het risico dat overheidsinstellingenbelastinggeld gebruiken om te concurreren met particuliere bedrijven.Dit gaat ten koste van ‘gewone’ bedrijven die hier niet tegenop kunnen.Dat is oneerlijke concurrentie. De overheid gaat hiertegen dan ookmaatregelen treffen.
Minimumprijzen: de
consument betaalt!
Jarenlang heeft de overheid minimumprijzenvastgesteld voor onder meer brood en melk.Het idee was dat minimumprijzen de kleine
winkelier zouden beschermen tegen deconcurrentie van het grootwinkelbedrijf.
Grote supermarkten zouden immers kunnenstunten met brood- en melkprijzen. Dekeerzijde van dit beleid was wel dat de
consument te veel betaalde. Daarom zijn deminimumprijzen in 1993 toch afgeschaft. De prijzen van deze producten daalden
vervolgens flink. Zo daalde de prijs van eenliter halfvolle melk van f 1,20 naar f 1,00.
De fietsenhandel maakte vroeger afsprakenover de hoogte van de prijzen. Sinds deprijsafspraken zijn verboden daalde de
gemiddelde prijs van een fiets van 800 guldennaar 710 gulden. In de ene winkel kan een fiets van hetzelfde merk en type nu 150 tot
200 gulden goedkoper zijn dan in een andere winkel.
6 Concurrentie
Consumentenbond:
‘Wij zijn voorstander vankeuzevrijheid, zodat de
consument zélf kan beslissen wat het beste
is voor hemzelf’.
ConcurrentieConcurrentie tussen
makelaars werkt
Tot 1994 mochten makelaars in onroerendgoed onderling afspraken maken over hun
tarieven. Dit leidde ertoe dat de prijzen die deconsument betaalde meestal onnodig hoog
waren. Zulke afspraken zijn nu niet meertoegestaan. Uit onderzoek blijkt dat kopers en
verkopers die nu met hun makelaar over deprijs onderhandelen, daar vaak succes meehebben. Prijsconcurrentie tussen makelaars
begint dus vruchten af te werpen.
7 Concurrentie
C o l o f o n
‘Concurrentie: de klant is koning’ is een uitgave van het Ministerie van Economische Zaken.Meer exemplaren zijn te bestellen bij de afdeling Informatie &Nieuwsvoorziening, Postbus 201012500 EC ‘s-Gravenhagetelefoon 070 - 379 88 20fax 070 - 379 72 87Internet: http://info.minez.nl/
mei 1998
Ontwerp: Studio Van Pelt, Amsterdam
Wat levert concurrentie op?
Concurrentie, wat koop ik er nou eigenlijkvoor? Die vraag wordt vaak gesteld. Het
Ministerie van Economische Zaken heeft datlaten uitrekenen voor “de concurrentietoets
1997”. De conclusie was duidelijk. Als marktenbeter werken is er in Nederland op de lange
termijn een winst van circa dertig miljardgulden te behalen. Dat is per gezin een bedrag van f 4000,- ! Daar kun je toch
leuke dingen mee doen…