Compendium, de geloofsbelijdenis

239
Compendium van de Catechismus v/d Katholieke Kerk DEEL 1 - De Geloofsbelijdenis

description

Het Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk werd op 28 juni 2005 door Paus Benedictus XVI goedgekeurd en bevat de leer van de Katholieke Kerk zoals die in het Tweede Vaticaans Concilie opnieuw werd bevestigd. Dit eerste deel behandelt de geloofsbelijdenis of de "twaalf artikelen van het geloof" die teruggaat tot de vroegste tijden van het Christendom.

Transcript of Compendium, de geloofsbelijdenis

Page 1: Compendium, de geloofsbelijdenis

1

Compendium

van de

Catechismus

v/d Katholieke Kerk DEEL 1 - De Geloofsbelijdenis

Page 2: Compendium, de geloofsbelijdenis

Antwoord uit Compendium http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=663]

De bijbehorende vraag uit het Compendium

2

Nummer vraag

Toelichting bij antwoord:

- Bijbelcitaat (Willibrordvertaling, zie http://www.willibrordbijbel.nl/?b=59)

- Citaat uit traditie of leergezag van RK Kerk (Catechismus van de Katholieke Kerk: zie http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=1).

Indeling (sectie, hoofdstuk, paragraaf)

Structuur Bron compendium: http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=663

Overeenkomende nummers uit Catechismus van de Katholieke Kerk (CKK)

Page 3: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 3 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk DE GELOOFSBELIJDENIS

DEEL 1 - De Geloofsbelijdenis

Deze miniatuur stelt de hele

reeks van zes scheppings-

dagen voor tot en met de

bekoring van de stamouders

BIJBEL VAN SOUVIGNY,

Miniatuur over de scheppingsdagen,

Bibliothèque Municipale, Moulins

Page 4: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 4 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

“Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer

en alles in wijsheid gemaakt,

de aarde is vol van uw schepsels.

Maar ook in de zee, zo diep en zo wijd,

is het een gewemel van dieren,

ontelbaar, grote en kleine.

Daar zwemmen geweldige monsters rond.

Leviathan laat Gij daar spelen. -

En al deze dieren verwachten van U

dat Gij ze voedt op hun tijd.

Wat Gij voor hen uitstrooit verzamelen zij,

ze worden verzadigd als gij uw hand opent.

Verheerlijk, mijn ziel, de Heer”

(Ps. 104, 24-28.35).

DE GELOOFSBELIJDENIS

DEEL 1 - De Geloofsbelijdenis

Page 5: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 5 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

De Kerk looft in de Paasnacht de Heer voor het nog groter werk van de verlossing van de mensheid en de wereld:

“Almachtige eeuwige God,

Gij zijt wonderbaar in de ordening van al uw werken.

Laat allen die door U verlost zijn begrijpen

dat de schepping van de wereld in den beginne,

overtroffen is op het einde der tijden,

toen Christus, ons paaslam, is geslacht.”

DE GELOOFSBELIJDENIS

DEEL 1 - De Geloofsbelijdenis

Page 6: Compendium, de geloofsbelijdenis

God die oneindig volmaakt en gelukkig is in zichzelf, heeft volgens een plan van zuivere goedheid in vrijheid de mens geschapen, om hem te laten delen in zijn eigen gelukzalig leven. Toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God de Vader zijn Zoon gezonden als Verlosser en Redder van de mensen, die in zonde gevallen waren, om hen in zijn Kerk samen te roepen, opdat zij door de werking van de Heilige Geest zijn aangenomen kinderen, en erfgenamen van zijn eeuwige gelukzaligheid zouden worden.

Welk plan heeft God met de mens?

7-1-2013 6 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

1

De diepste grond van de menselijke waardigheid

is gelegen in de roeping van de mens tot gemeenschap met God.

DE GELOOFSBELIJDENIS

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven

Page 7: Compendium, de geloofsbelijdenis

God zelf heeft, door de mens naar zijn beeld te scheppen, in zijn hart het verlangen gegrift om Hem te zien.

Ook al wordt dit verlangen dikwijls miskend, God houdt niet op de mens naar zich toe te trekken, opdat hij leeft, en in Hem die volheid vindt van waarheid en geluk, waarnaar hij zonder ophouden op zoek is.

Van nature en krachtens roeping is de mens dus een godsdienstig wezen, dat in staat is in gemeenschap te treden met God.

Deze intieme en vitale band met God, verleent de mens zijn fundamentele waardigheid.

Waarom leeft in de mens het verlangen naar God?

7-1-2013 7 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

2

"Groot zijt Gij, Heer, en alle lof waardig . Want Gij hebt ons gemaakt voor U

en onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U." (H. Augustinus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 26-30; 44-45

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 1: De mens is bekwaam door God aangesproken te worden

Page 8: Compendium, de geloofsbelijdenis

Als hij uitgaat van de schepping, dat wil zeggen van de wereld en van de menselijke persoon, kan de mens, met alleen maar zijn verstand, God met zekerheid kennen als oorsprong en doel van het heelal, en als het hoogste goed, waarheid en oneindige schoonheid.

Hoe kan men God kennen met alleen maar het licht van het verstand?

7-1-2013 8 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

3

“Want wat een mens van God kan weten, is in feite onder hen bekend; God zelf heeft het hun geopenbaard. Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbare wezen door de

rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid”.

(Hand. 14, 15.17)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 31-36; 46-47

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 1: De mens is bekwaam door God aangesproken te worden

Page 9: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 9 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Ondervraag de schoonheid van de aarde

ondervraag de schoonheid van de zee

ondervraag de schoonheid van de onmetelijke lucht die ons omgeeft

ondervraag de schoonheid van de hemel (…)

Ondervraag dit alles.

Dit alles antwoordt u: zie hoe schoon wij zijn!

Hun schoonheid is een belijdenis (confessio)

Wie anders heeft deze schepselen die onveranderlijk schoon zijn,

gemaakt dan Hij die onveranderlijk schoon (pulcher) is?

(H. Augustinus)

DE GELOOFSBELIJDENIS

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 1: De mens is bekwaam door God aangesproken te worden

Page 10: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zoekt hij met alleen maar het licht van het verstand God te kennen, dan stuit de mens op tal van moeilijkheden.

Bovendien kan hij niet uit zichzelf in de intimiteit van het mysterie van God binnengaan.

Daarom heeft God hem met zijn Openbaring willen verlichten, niet alleen over waarheden die het menselijk begrip te boven gaan, maar ook over godsdienstige en zedelijke waarheden die voor het verstand op zichzelf wel toegankelijk zijn, maar die zo door allen gemakkelijk, met vaste zekerheid en zonder risico van dwaling, kunnen worden gekend.

Is het licht van het verstand alleen voldoende om het mysterie van God te kennen?

7-1-2013 10 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

4

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 37-38

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 1: De mens is bekwaam door God aangesproken te worden

Page 11: Compendium, de geloofsbelijdenis

Men kan over God tot alle mensen en met alle mensen spreken,

als men uitgaat van de volmaaktheden van de mens en van de andere schepselen, die een afspiegeling zijn, – zij het een beperkte – van de oneindige volmaaktheid van God.

Maar toch moeten wij ons spreken voortdurend zuiveren van beelden, en van wat er onvolmaakt aan is, omdat we goed weten dat het oneindige mysterie van God nooit uitputtend verwoord kan worden.

Hoe kan men spreken over God?

7-1-2013 11 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

5

Wij kunnen van God niet begrijpen wat Hij is,

Maar slechts wat Hij niet is,

en in welke verhouding de andere wezens tot Hem staan.

(H. Thomas van Aquino)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 39-43; 48-49

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 1: De mens is bekwaam door God aangesproken te worden

Page 12: Compendium, de geloofsbelijdenis

In zijn goedheid en wijsheid openbaart God zich aan de mensen.

In de gebeurtenissen en in zijn woorden openbaart Hij zichzelf en zijn heilsplan, dat Hij van alle eeuwigheid in Christus voor de mensheid heeft vastgesteld.

Dit plan houdt in: alle mensen door de genade van de Heilige Geest deelgenoten te maken aan zijn goddelijk leven, opdat zij aangenomen kinderen zouden zijn in zijn eniggeboren Zoon.

Wat openbaart God aan de mensen?

7-1-2013 12 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

6

Want Hij heeft ons het geheim van zijn wil bekend gemaakt,

overeenkomstig het besluit dat Hij in Christus had genomen.

(Ef. 1,9)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 50-53; 68-69

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens ARTIKEL 1 - De openbaring van God

Page 13: Compendium, de geloofsbelijdenis

Vanaf het begin openbaart God zich aan onze stamouders, Adam en Eva, en roept hen tot een innige gemeenschap met Hem.

Na hun zondeval houdt Hij niet op zich aan hen te openbaren en belooft Hij voor al hun nakomelingen het heil.

Na de zondvloed sluit Hij met Noach een verbond, tussen Hem en alle levende wezens.

Wat zijn de eerste fases van de openbaring van God?

7-1-2013 13 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

7

“Als de boog in de wolken staat, zal Ik hem zien en daarbij denken aan het altijddurend verbond tussen God en alle levende wezens, alles wat op de aarde leeft.”

(Gen. 12,3)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 54-58; 70-71

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens ARTIKEL 1 - De openbaring van God

Page 14: Compendium, de geloofsbelijdenis

God kiest Abram uit, door hem weg te roepen uit zijn land om van hem "de vader van een menigte volken" (Gen. 17, 5) te maken, en door hem te beloven in hem "alle geslachten op aarde" (Gen. 12, 3) te zullen zegenen.

De nakomelingen van Abraham, zullen de bewaarders zijn van de goddelijke beloften, aan de Aartsvaders gedaan. God heeft Israël tot zijn uitverkoren volk gevormd, door het uit de slavernij van Egypte te redden. Hij sluit er zijn verbond op de Sinaï mee en geeft het door Mozes zijn wet. De profeten kondigen een radicale verlossing van het volk aan, en een heil dat alle volken in een nieuw en eeuwig verbond zal omvatten. Uit het volk Israël, uit de stam van koning David, zal de Messias geboren worden: Jezus.

Wat zijn de volgende fases van de openbaring van God?

7-1-2013 14 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

8

“Om u zullen alle geslachten op aarde zich gezegend noemen.”

(Gen. 12,3)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 59-64; 72

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens ARTIKEL 1 - De openbaring van God

Page 15: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat is de fase die verwezenlijkt is in het vleesgeworden Woord, Jezus Christus, middelaar en de volheid van de openbaring.

Omdat Hij de eniggeboren mensgeworden Zoon van God is, is Hij het volmaakte en definitieve Woord van de Vader.

Met de zending van de Zoon en de gave van de Geest is voortaan de openbaring geheel en al voltooid, ook al zal het geloof van de Kerk in de loop der eeuwen geleidelijk aan de strekking ervan nog moeten gaan begrijpen.

Wat is de volledige en definitieve fase van de openbaring van God?

7-1-2013 15 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

9

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 65-66; 73

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens ARTIKEL 1 - De openbaring van God

"Sinds Hij heeft ons zijn Zoon gegeven heeft, die zijn enige en uiteindelijke Woord is,

heeft God ons geen ander meer te geven. Hij heeft in dit éne Woord alles gezegd in één keer.

Méér heeft Hij niet te zeggen." (H. Johannes van het Kruis)

Page 16: Compendium, de geloofsbelijdenis

Hoewel zij niet tot de geloofsschat behoren, kunnen ze wel helpen datzelfde geloof te beleven, als ze maar duidelijk op Christus gericht blijven.

Het leergezag van de Kerk, aan wie het toekomt zulke privé-openbaringen te beoordelen, kan er daarom geen aanvaarden, die beweren de definitieve openbaring die Christus is, te overtreffen of te verbeteren.

Welke waarde hebben privé-openbaringen?

7-1-2013 16 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

10

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 67

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens ARTIKEL 1 - De openbaring van God

Page 17: Compendium, de geloofsbelijdenis

God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis komen van de waarheid" (1 Tim. 2, 4), dat wil zeggen: van Jezus Christus.

Daarvoor is het noodzakelijk dat Christus aan alle mensen verkondigd wordt, zoals Hij zelf heeft opgedragen: "Gaat uit over de hele wereld en maakt alle volken tot mijn leerlingen" (Mt. 28, 19).

Dat gebeurt in de Apostolische Overlevering.

Waarom en hoe moet de goddelijke openbaring worden doorgegeven?

7-1-2013 17 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

11

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 74

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 18: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Apostolische Overlevering is het doorgeven van de boodschap van Christus, wat sinds het begin van het christendom gebeurt door de prediking, het getuigenis, de instellingen, de eredienst en de geïnspireerde geschriften. De apostelen hebben aan hun opvolgers, de bisschoppen, - en door hen aan alle geslachten tot aan de voleinding der tijden, - datgene doorgegeven, wat ze van Christus ontvangen, en door de Heilige Geest geleerd hebben.

Waarin bestaat de Apostolische Overlevering?

7-1-2013 18 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

12

De kerk bestendigt in haar leer, leven en eredienst alles wat zij is,

en alles wat zij gelooft, en zij geeft dit door aan alle geslachten

(DV. 8)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 75-79; 83; 96; 98

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 19: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Apostolische Overlevering gebeurt op twee manieren:

• door de levende doorgave van het Woord van God - ook gewoonweg ‘overlevering’ genoemd - en

• door de Heilige Schrift, die dezelfde verkondiging van het heil is, maar dan op schrift gesteld.

Hoe gebeurt de Apostolische Overlevering?

7-1-2013 19 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

13

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 76

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 20: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Overlevering en de heilige Schrift zijn nauw met elkaar verbonden en hebben deel aan elkaar.

Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig en maken dit vruchtbaar, en komen voort uit dezelfde goddelijke bron.

Samen vormen zij het ene heilige geloofsgoed, waaruit de Kerk haar zekerheid put over al de geopenbaarde waarheden.

Welke verhouding bestaat er tussen de Overlevering en de heilige Schrift?

7-1-2013 20 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

14

“…Weet wel, Ik ben met jullie, alle dagen,

tot aan de voleinding van de wereld.”

(Mt. 28, 20)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 80-82; 97

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 21: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het geloofsgoed is door de apostelen toevertrouwd aan de Kerk in haar totaliteit.

Het gehele Godsvolk neemt, bijgestaan door de heilige Geest en geleid door het Leergezag van de Kerk, met zijn bovennatuurlijke geloofszin de goddelijke openbaring in ontvangst, begrijpt haar steeds beter en past haar toe op het leven.

Aan wie is het geloofsgoed toevertrouwd?

7-1-2013 21 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

15

“Timoteüs, bewaar wat u is toevertrouwd, en keer u af van het banaal en leeg geredeneer en de opwerpingen van de zogenaamde gnosis.”

(1. Tim. 6, 20)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 84; 91-94; 99

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 22: Compendium, de geloofsbelijdenis

De authentieke interpretatie van dit geloofsgoed komt alleen toe aan het levende Leergezag van de Kerk, d.w.z. aan de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome, en aan de bisschoppen in gemeenschap met hem.

Aan het Leergezag, dat in dienst van het Woord van God het zekere charisma van de waarheid bezit, komt het ook toe om dogma's te definiëren: dat zijn formuleringen van de waarheden die in de goddelijke openbaring vervat zijn. Dit gezag strekt zich ook uit tot de waarheden die noodzakelijkerwijs met de openbaring in verband staan.

Aan wie komt het toe het geloofsgoed op authentieke wijze te interpreteren?

7-1-2013 22 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

16

“Wie naar jullie luistert, luistert naar Mij, en wie jullie afwijst, wijst Mij af; maar wie Mij afwijst, wijst Hem af die Mij gezonden heeft”

(Lc. 10, 16)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 85; 90-100

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 23: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij zijn zo nauw met elkaar verbonden en verenigd, dat geen van hen bestaat zonder de anderen.

Samen dragen ze, elk op zijn eigen wijze, onder de werking van de Heilige Geest, werkdadig bij tot het heil van de mensen.

Welke verhouding bestaat er tussen de Schrift, de Overlevering en het Leergezag?

7-1-2013 23 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

17

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 95

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring

Page 24: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat God zelf er de auteur van is.

De heilige Schrift wordt daarom geïnspireerd genoemd, en leert zonder dwaling die waarheden, welke voor ons heil noodzakelijk zijn.

De Heilige Geest heeft de menselijke auteurs geïnspireerd, die datgene opgetekend hebben wat Hij ons heeft willen leren.

Toch is het christelijk geloof geen "godsdienst van het boek", maar de godsdienst van het Woord van God, "niet van een geschreven en stom woord, maar van het mensgeworden, levende Woord". (H. Bernardus van Clairvaux).

Waarom leert de heilige Schrift de Waarheid?

7-1-2013 24 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

18

“Toen opende Hij hun verstand om de Schriften te begrijpen.”

(Lc. 24, 45)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 105-108; 135-136

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 25: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Heilige Schrift moet gelezen en verklaard worden met de hulp van de Heilige Geest en onder leiding van het leergezag van de Kerk, aan de hand van drie criteria:

1. aandacht voor de inhoud en de eenheid van de hele Schrift;

2. de Schrift lezen in de levende traditie van de Kerk;

3. eerbiediging van de analogie van het geloof, d.w.z. van de onderlinge samenhang van de geloofswaarheden.

Hoe moet men de heilige Schrift lezen?

7-1-2013 25 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

19

Een middeleeuws distichon vat de vier betekenissen als volgt samen: de letter leert de gebeurtenissen, de allegorie wat men moet geloven, de morele

betekenis wat men moet doen en de anagogie waarheen men moet streven

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 109-119; 137

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 26: Compendium, de geloofsbelijdenis

De canon van de Schrift is de volledige lijst van de heilige geschriften, zoals de apostolische overlevering die aan de Kerk heeft doen kennen.

Deze canon omvat 46 geschriften van het Oude Testament en 27 geschriften van het Nieuwe.

Wat is de canon van de Schrift?

7-1-2013 26 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

20

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 120; 138

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 27: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 27 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Voor het Oude Testament zijn dit: • Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, • Jozua, Rechters, Ruth, • de twee boeken Samuël, • de twee boeken Koningen, • de twee boeken Kronieken, • Ezra en Nehemia, Tobit, Judit, Ester, • de twee boeken Makkabeeën, • Job, • Psalmen, • Spreuken, • Prediker, • Hooglied, • Wijsheid, Wijsheid van Jezus Sirach, • Jesaja, Jeremia, Klaagliederen, Baruch, Ezechiël, Daniël, Hosea, Joël, Amos,

Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggai, Zacharias, Maleachi Noot: Vroege profeten; late profeten zijn: grote profeten (3), en kleine profeten (12)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 120; 138

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 28: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 28 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Voor het Nieuwe Testament zijn dit:

• de evangelies van Matteus, Marcus, Lucas en Johannes,

• de Handelingen van de apostelen,

• de brieven van Paulus:

o aan de christenen van Rome,

o de eerste en de tweede brief aan de christenen van Korinte,

o de brief aan de Galaten,

o de brief aan de christenen van Efeze, Filippi en Kolosse,

o de eerste en de tweede brief aan de christenen van Tessalonica,

o de eerste en de tweede brief aan Timoteus,

o de brief aan Titus, aan Filemon; de brief aan de Hebreeën,

• de brief van Jakobus,

• de eerste en de tweede brief van Petrus,

• de drie brieven van Johannes,

• de brief van judas en

• de Apokalyps

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 120; 138

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 29: Compendium, de geloofsbelijdenis

De christenen vereren het Oude Testament als waarachtig het woord van God: al zijn geschriften zijn door God geïnspireerd en houden een blijvende waarde.

Zij leggen getuigenis af van de goddelijke pedagogie van de reddende liefde van God.

Zij zijn vooral geschreven om de komst van Christus voor te bereiden, de Redder van heel de wereld.

Hoe belangrijk is het Oude Testament voor de christenen?

7-1-2013 29 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

21

De kerk heeft altijd krachtig de gedachte afgewezen van het Oude Testament te verwerpen onder voorwendsel dat het door het Nieuwe Testament

achterhaald zou zijn (Marcionisme).

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 121; 123

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 30: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het Nieuwe Testament, waarvan het centrale onderwerp Jezus Christus is, verschaft ons de definitieve waarheid van de goddelijke openbaring.

Daarin vormen de vier evangelies van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, omdat zij het voornaamste getuigenis zijn over het leven en de leer van Jezus, het hart van heel de Schrift, en nemen in de Kerk een unieke plaats in.

Hoe belangrijk is het Nieuwe Testament voor de christenen?

7-1-2013 30 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

22

“Het is bovenal het hele evangelie dat mij gedurende mijn gebed voedsel geeft;

hierin vind ik alles wat nodig is voor mijn arme ziel.

Ik ontdek er steeds nieuw licht, verborgen en mysterieuze betekenissen.”

(H. Teresia van het Kind Jezus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 124-127; 139

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 31: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Schrift is één, omdat het Woord van God één is, één ook het heilsplan van God, en één de goddelijke inspiratie van beide Testamenten.

Het Oude Testament bereidt het Nieuwe voor, en het Nieuwe vervult het Oude: de twee verlichten elkaar.

Welke eenheid is er tussen het Oude en het Nieuwe Testament?

7-1-2013 31 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

23

“Het nieuwe Testament is verborgen in het Oude Testament en het Oude Testament wordt in het Nieuwe Testament onthuld”

(H. Augustinus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 128-130; 140

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 32: Compendium, de geloofsbelijdenis

De heilige Schrift geeft aan het leven van de Kerk steun en kracht.

Voor de kinderen van de Kerk is zij vastheid in het geloof, en voedsel en bron van geestelijk leven.

Zij is de ziel van de theologie en van de pastorale prediking.

De psalmist zegt: "Uw Woord is een lamp voor mijn voeten, het is een licht op mijn pad." (Ps. 119, 105).

Daarom spoort de Kerk aan tot de veelvuldige lezing van de Heilige Schrift, want “de Schriften niet kennen, betekent Christus niet kennen" (H. Hiëronymus).

Welke functie vervult de heilige Schrift in het leven van de Kerk?

7-1-2013 32 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

24

“De Schriften niet kennen,

betekent Christus niet kennen."

(H. Hiëronymus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 103-104; 131-133; 141

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 2: God ontmoet de mens

ARTIKEL 3 - De heilige Schrift

Page 33: Compendium, de geloofsbelijdenis

De mens, ondersteund door de goddelijke genade, antwoordt met de gehoorzaamheid van het geloof, wat inhoudt dat hij zich volledig aan God toevertrouwt en zijn Waarheid aanneemt, omdat zij gewaarborgd wordt door Hem die de Waarheid zelf is.

Hoe antwoordt de mens op God die zich openbaart?

7-1-2013 33 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

25

“Door Hem heb ik de genade van het apostelschap ontvangen,

om ter wille van zijn naam

onder alle volken mensen tot de gehoorzaamheid van het geloof te brengen”

(Rom. 1, 5)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 142-143

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 1 - Ik geloof

Page 34: Compendium, de geloofsbelijdenis

Er zijn vele getuigen, maar twee in het bijzonder: Abraham, die "God heeft geloofd " (Rom. 4, 3) toen hij op de proef werd gesteld, en altijd gehoorzaamde aan de roepstem van God, en die daarom geworden is tot "vader van allen die geloven" (Rom. 4, 11.18); en de maagd Maria, die de gehoorzaamheid van het geloof tijdens heel haar leven op de meest volmaakte manier heeft verwezenlijkt: "Fiat mihi secundum Verbum tuum – Mij geschiede naar uw Woord." (Lc. 1, 38).

Hoe antwoordt de mens op God die zich openbaart?

7-1-2013 34 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

26

"Fiat mihi secundum Verbum tuum –

Mij geschiede naar uw Woord."

(Lc. 1, 38)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 144-149

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 1 - Ik geloof

Page 35: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het betekent, zich tot God zelf bekennen, door zich aan Hem toe te vertrouwen en in te stemmen met alle door Hem geopenbaarde waarheden, omdat God de Waarheid is.

Het betekent geloven in één God in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Wat betekent voor de mens in God geloven?

7-1-2013 35 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

27

“Er kwam een wolk die hen overdekte, en er klonk een stem uit de wolk:

‘Dit is mijn geliefde Zoon; luister naar Hem’.”

(Mc. 9,7)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 150-152; 176-178

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 1 - Ik geloof

“Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven.

Niemand kent de Zoon behalve de Vader, en niemand kent de Vader behalve de Zoon, en ieder aan wie de Zoon Hem heeft willen onthullen”

(Mt. 11.27)

Page 36: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het geloof, een onverdiende gave van God en toegankelijk voor wie er nederig om vragen, is de bovennatuurlijke deugd die noodzakelijk is om gered te worden.

Een daad van geloof is een menselijke daad, dat wil zeggen een daad van het menselijk verstand dat vrijwillig instemt met de goddelijke waarheid, daartoe gedreven door de wil die door God wordt bewogen.

Bovendien is het geloof zeker, omdat het gegrondvest is op het Woord van God; het is werkzaam “in liefde" (Gal. 5, 6); het is onophoudelijk in de groei door het luisteren naar het Woord van God en door het gebed.

Het geeft ons een voorsmaak van de hemelse vreugde.

Welke zijn de kenmerken van het geloof?

7-1-2013 36 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

28

“Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Gelukkig ben jij, Simon Barjona; niet vlees en bloed

hebben jou dat onthuld, maar mijn Vader in de hemel.”

(Mt. 16, 17) DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 153-165; 179-180; 183-184

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 1 - Ik geloof

Page 37: Compendium, de geloofsbelijdenis

Hoewel het geloof het verstand te boven gaat, kan er nooit sprake zijn van een werkelijke tegenstelling tussen geloof en verstand, omdat beide hun oorsprong hebben in God.

Het is dezelfde God, die de mens zowel het licht van het verstand, als ook het geloof schenkt.

Waarom bestaat er tussen geloof en wetenschap geen tegenstelling?

7-1-2013 37 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

29

"Ik geloof om te begrijpen en

ik begrijp om beter te geloven" (H. Augustinus).

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 159

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 1 - Ik geloof

Page 38: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het geloof is een persoonlijke daad, omdat het een vrij antwoord van de mens is op God, die zich openbaart.

Maar tegelijkertijd is het een kerkelijke daad, die zich uitdrukt in de belijdenis: "Wij geloven".

Het is immers de Kerk die gelooft; zij gaat zo door de genade van de Heilige Geest vooraf aan het geloof van de afzonderlijke christen, brengt het voort en voedt het.

Daarom is de Kerk de Moeder en Lerares.

Waarom is het geloof zowel een persoonlijke als een kerkelijke daad?

7-1-2013 38 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

30

"Niemand kan God als Vader hebben

als hij de Kerk niet als moeder heeft"

(H. Cyprianus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 166-167

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 2 - Wij geloven

Page 39: Compendium, de geloofsbelijdenis

De geloofsformules zijn belangrijk omdat zij, het mogelijk maken

• om de waarheden van het geloof tot uitdrukking te brengen,

• ze eigen te maken,

• ze te vieren en

• samen met anderen te beleven,

door het gebruik van een gemeenschappelijke taal.

Waarom zijn de geloofsformules belangrijk?

7-1-2013 39 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

31

Wij geloven niet in de formules, maar in de werkelijkheden die ze uitdrukken

en die het geloof ons toestaat 'aan te raken'.

De (geloofs)daad van de gelovige blijft niet staan bij de formulering,

maar bij de zaak zelf‘

(H. Thomas van Aquino)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 170-171

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 2 - Wij geloven

Page 40: Compendium, de geloofsbelijdenis

Hoewel de Kerk bestaat uit mensen die van elkaar verschillen in taal, cultuur en riten, belijdt zij eenstemmig het ene geloof, dat zij van de ene Heer ontvangen heeft en dat door de ene Apostolische Overlevering wordt doorgegeven.

Zij belijdt één God – Vader, Zoon en Heilige Geest – en leert een en dezelfde heilsweg.

Daarom geloven wij, één van hart en één van ziel, al wat vervat ligt in het overgeleverde of geschreven woord van God, en door de Kerk wordt voorgehouden als goddelijk geopenbaard.

In hoeverre bestaat er slechts één geloof van de Kerk?

7-1-2013 40 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

32

“…één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop,

waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één doop.

Eén God en Vader van allen, die is boven allen, met allen en in allen.”

(Ef. 4, 4-6)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 172-175; 182

Sectie 1: Ik Geloof – Wij Geloven Hoofdstuk 3: Het antwoord van de mens aan God

ARTIKEL 2- Wij geloven

Page 41: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 41 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk DE GELOOFSBELIJDENIS

DEEL 1 - De Geloofsbelijdenis

Het Kruis als de Levensboom,

detail uit het apsismozaïek

(12de eeuw). Basiliek San

Clemente, Rome, met

vriendelijke toestemming van

de Ierse paters Dominicanen.

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof

Page 42: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 42 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Dit oude mozaïek van de basiliek van de heilige Clemens in Rome, viert de overwinning van het Kruis, het centrale geheim van het christelijke geloof.

Het laat de weelderige bloei zien van een acanthusstruik, van waaruit naar alle kanten talrijke ranken zich vertakken met hun bloemen en vruchten.

De levenskracht van deze plant wordt geschonken door het kruis van Jezus, wiens offer de herschepping betekent van de mensheid en van de kosmos.

Jezus is de nieuwe Adam, die door het mysterie van zijn lijden, dood en verrijzenis de mensheid doet opbloeien, door haar te verzoenen met de Vader.

Rondom de lijdende Christus zijn er twaalf witte duiven, die de twaalf apostelen voorstellen.

Aan de voet van het kruis staan Maria en Johannes, de leerling die Hij liefhad:

”Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling:

Zie daar uw moeder. En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis” (Joh. 19, 26-27).

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof

Page 43: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 43 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Bovenaan strekt zich de hand uit van de Vader, die een zegekrans aanbiedt aan zijn Zoon, die de dood overwonnen heeft door zijn paasmysterie.

Aan de voet van de plant bestrijdt een klein hert de slang van het kwaad.

Aan deze plant, die de boom van de verlossing voorstelt, ontspringt een bron van opborrelend water, die leven geeft aan vier beken, die de vier evangelies symboliseren, waaraan de gelovigen hun dorst lessen, zoals de herten aan de

bronnen van levend water.

De Kerk wordt hier voorgesteld als een hemelse tuin, die zijn leven ontvangt van Jezus, de ware boom des levens.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof

Page 44: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 44 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

De apostolische geloofsbelijdenis

Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde,

en in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,

die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;

die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven;

die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden;

die opgestegen is ten hemel; zit aan de rechterhand van God,

de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen oordelen

de levenden en de doden.

Ik geloof in de heilige Geest, de heilige katholieke Kerk,

de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden,

de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven.

Amen.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 45: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 45 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Symbolum Apostolicum

Credo in Deum, Patrem omnipotentem, Creatorem caeli et terra,

et in Jesum Christum, Filium Ejus unicum, Dominum nostrum:

qui conceptus est de Spiritu Sancto, natus ex Maria Virgine,

passus sub Pontio Pilato, crucifixus, mortuus, et sepultus:

descendit ad inferos; tertia die resurrexit a mortuis;

ascendit ad caelos, sedet ad dexteram Dei

Patris omnipotentis: inde venturus est

judicare vivos ad mortuos.

In Spiritum Sanctum, sanctam Ecclesiam catholicam,

Sanctorum communionem, remissionem peccatorum,

carnis resurrectionem, vitam aeternam.

Amen.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 46: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 46 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Geloofsbelijdenis van Nicea – Constantinopel (1)

Ik geloof in één God

de almachtige Vader

Schepper van hemel en aarde,

van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.

En in één Heer, Jezus Christus,

eniggeboren Zoon van God,

vóór alle tijden geboren uit de Vader.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 47: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 47 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Geloofsbelijdenis van Nicea – Constantinopel (2)

God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God.

Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader,

en door wie alles geschapen is.

Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil

uit de hemel neergedaald.

Hij heeft het vlees aangenomen

door de heilige Geest uit de Maagd Maria

en is mens geworden.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 48: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 48 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Geloofsbelijdenis van Nicea - Constantinopel (3)

Hij werd voor ons gekruisigd,

Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus

en is begraven.

Hij is verrezen op de derde dag,

volgens de Schriften.

Hij is opgevaren ten hemel:

zit aan de rechterhand van de Vader.

Hij zal wederkomen in heerlijkheid

om te oordelen levenden en doden

en aan zijn rijk komt geen einde.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 49: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 49 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Geloofsbelijdenis van Nicea – Constantinopel (4)

Ik geloof in de heilige Geest

die Heer is en het leven geeft

die voortkomt uit de Vader en de Zoon;

die met de Vader en de Zoon

tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt;

die gesproken heeft door de profeten.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 50: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 50 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Geloofsbelijdenis van Nicea - Constantinopel (5)

Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk.

Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.

Ik verwacht de opstanding van de doden

en het leven van het komend rijk.

Amen.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 51: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 51 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Symbolum Nicænum Constantinopolitanum (1)

Credo in unum Deum, Patrem omnipoténtem,

Factórem cæli et terræ, visibílium ómnium et invisibílium

Et in unum Dóminum Iesum Christum,

Fílium Dei unigénitum et ex Patre natum ante ómnia sæcula:

Deum de Deo, Lumen de Lúmine,

Deum verum de Deo vero,

génitum, non factum, consubstantiálem Patri:

per quem ómnia facta sunt;

qui propter nos hómines et propter nostram salútem, descéndit de cælis,

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 52: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 52 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Symbolum Nicænum Constantinopolitanum (2)

et incarnátus est de Spíritu Sancto ex María Vírgine et homo factus est,

crucifíxus étiam pro nobis sub Póntio Piláto, passus et sepúltus est,

et resurréxit tértia die secúndum Scriptúras,

et ascéndit in cælum, sedet ad déxteram Patris, Deum verum de Deo vero,

et íterum ventúrus est cum glória, iudicáre vivos et mórtuos,

cuius regni non erit finis.

Credo in Spíritum Sanctum, Dóminum et vivificántem,

qui ex Patre Filióque procédit,

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 53: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 53 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Symbolum Nicænum Constantinopolitanum (3)

qui cum Patre et Fílio simul adorátur et conglorificátur, qui locútus est per prophétas.

Et unam sanctam cathólicam et apostólicam Ecclésiam.

Confíteor unum Baptísma in remissiónem peccatórum.

Et exspécto resurrectiónem mortuórum, et vitam ventúri sæculi.

Amen.

DE GELOOFSBELIJDENIS

SECTIE 2 - De belijdenis van het christelijk geloof Het Credo

Page 54: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat zijn formules in artikelen onderverdeeld, ook "geloofssymbola" of "Credo" genoemd, waarmee de Kerk vanaf haar eerste begin haar geloof samenvattend heeft uitgedrukt en doorgegeven, in een voor alle gelovigen bindende en gemeenschappelijke taal.

Wat zijn geloofsbelijdenissen?

7-1-2013 54 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

33

“Want als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is,

en uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt,

zult u gered worden.”

(Rom. 10, 9)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 185-188; 192-197

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof

Het Griekse woord 'symbolon' duidde de helft van een gebroken voorwerp aan (b.v. een zegel) dat men aanbood als een teken van herkenning. De gebroken gedeelten

werden weer samengevoegd om de identiteit van de drager te verifiëren. Het geloofssymbolon is dus een teken van herkenning en van gemeenschap onder de

gelovigen

Page 55: Compendium, de geloofsbelijdenis

De oudste zijn de geloofsbelijdenissen bij het Doopsel.

Omdat het Doopsel toegediend wordt "in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest" (Mt. 28, 19), worden de geloofswaarheden die daarbij beleden worden, ingedeeld overeenkomstig hun verwijzing naar de drie personen van de Allerheiligste Drie-eenheid.

Wat zijn de oudste geloofbelijdenissen?

7-1-2013 55 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

34

De geloofsbelijdenis bestaat dus uit drie delen:

1. 'In het eerste deel wordt de eerste goddelijke Persoon en het wonderbare werk van de schepping behandeld;

2. in het tweede deel de tweede goddelijke Persoon en het mysterie van de verlossing van de mensen;

3. in het derde deel de derde goddelijke Persoon, beginsel en bron van onze heiliging'.

(Catech. R. 1,1,4)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 189-191

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof

Page 56: Compendium, de geloofsbelijdenis

De belangrijkste zijn de geloofsbelijdenis van de apostelen, die de oude doopbelijdenis is die de Kerk van Rome gebruikte;

en de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, vrucht van de twee Eerste Oecumenische Concilies van Nicea (325) en Constantinopel (381) en tot op de dag van vandaag nog steeds gemeenschappelijk aan alle grote kerken van Oost en West.

Wat zijn de belangrijkste geloofsbelijdenissen?

7-1-2013 56 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

35

'Deze geloofsbelijdenis is het geestelijk zegel,

het is de overdenking van ons hart en de voortdurend aanwezige hoedster,

het is stellig de schat van onze ziel'.

(H. Ambrosius)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 193-196

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof

Page 57: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat de bevestiging "ik geloof in God " de meest fundamentele is,

de bron van alle andere waarheden over de mens en de wereld,

en van heel het leven van ieder die in Hem gelooft.

Waarom begint de geloofsbelijdenis met: "Ik geloof in God "?

7-1-2013 57 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

36

De artikelen van het Credo hangen alle af van het eerste artikel, precies zoals bij de Tien geboden de negen andere een nadere uitleg zijn van het eerste.

De andere artikelen doen ons God beter kennen, zoals Hij zich steeds meer aan de mensen geopenbaard heeft.

(Catech. R. 1,2,2)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 198-199

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 58: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat Hij zich aan het volk Israël heeft geopenbaard als de Enige, toen Hij zei: "Luister, Israël, de Heer is onze God, de Heer alleen!" (Dt. 6, 4); "Ik ben God en niemand anders" (Jes. 45, 22). Jezus zelf heeft dit bevestigd toen Hij zei, dat God "de enige Heer" is (Mc. 12, 29).

Belijden, dat ook Jezus en de Heilige Geest God en Heer zijn, brengt in de ene God geen enkele scheiding aan.

Waarom belijden wij één God?

7-1-2013 58 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

37

Jezus antwoordde:

“Het eerste is dit: Luister Israël, de Heer onze God is de enige Heer.

u zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel,

met heel uw verstand en met heel uw kracht.”

(Mc. 12, 29,30)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 200-202; 228

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

“Als God niet uniek is, is Hij geen God.” (Tertullianus)

Page 59: Compendium, de geloofsbelijdenis

God openbaart zich aan Mozes als de levende God, als “de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob" (Ex. 3, 6).

God openbaart aan diezelfde Mozes ook zijn mysterievolle naam "Ik ben die is” (YHWH). De onuitsprekelijke Naam van God werd al in de tijd van het Oude Testament door het woord Heer vervangen.

Wanneer Jezus dan ook in het Nieuwe Testament Heer wordt genoemd, verschijnt Hij als waarachtig God.

Met welke Naam openbaart God zich?

7-1-2013 59 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

38

En Hij vervolgde: ‘Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham,

de God van Isaak en de God van Jakob.’

Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God op te zien.

(Ex. 3, 6)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 203-205; 230-231

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 60: Compendium, de geloofsbelijdenis

Terwijl alle schepselen al wat zij zijn en al wat zij hebben, van Hem ontvangen hebben, is Hij alleen de volheid van het zijn en van alle volmaaktheid.

Hij is de "Hij die Is", zonder begin en zonder einde. Jezus openbaart dat ook Hij de goddelijke naam draagt: "Ik ben". (Joh 8, 28)

"Is" God alleen?

7-1-2013 60 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

39

Daarom ging Jezus verder: ‘Wanneer u de Mensenzoon omhoog geheven hebt, dan zult u begrijpen dat Ik het ben en dat Ik niets uit Mijzelf doe;

alleen datgene wat de Vader Mij geleerd heeft, dat verkondig Ik.

(Joh. 8, 28)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 212-213; 229

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 61: Compendium, de geloofsbelijdenis

Wanneer God zijn naam openbaart, maakt Hij de rijkdommen bekend die in zijn onuitsprekelijk mysterie vervat liggen: Hij alleen is, van oudsher en voor altijd, degene die de wereld en de geschiedenis overstijgt. Hij heeft de hemel en de aarde geschapen. Hij is de trouwe God, die zijn volk altijd nabij is om het te redden. Hij is de Heilige bij uitstek, "rijk aan erbarming" (Ef. 2, 4) en altijd bereid om te vergeven. Hij is het geestelijke Wezen, alles overstijgend, almachtig, eeuwig, persoonlijk, volmaakt. Hij is waarheid en liefde.

Waarom is de Openbaring van Gods naam belangrijk?

7-1-2013 61 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

40

"God is het oneindig volmaakte Wezen,

de allerheiligste Drieëenheid"

(H. Turibius van Mogrovejo)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 206-213

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 62: Compendium, de geloofsbelijdenis

God is de waarheid zelf, en als zodanig bedriegt Hij zichzelf niet, en kan Hij niet bedriegen. Hij "is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis" (1 Joh. 1, 5). De eeuwige Zoon van God, de mensgeworden Wijsheid, werd in de wereld gezonden "om getuigenis af te leggen van de waarheid." (Joh. 18, 37)

In welke zin is God de waarheid?

7-1-2013 62 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

41

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 214-217; 231

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 63: Compendium, de geloofsbelijdenis

God openbaart zich aan Israël als degene wiens liefde groter is dan die van een vader of moeder voor hun kinderen, of dan die van een bruidegom voor zijn bruid. In zichzelf is Hij "Liefde" (1 Joh. 4, 8.16), die zich volmaakt en om niet wegschenkt. "Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat de wereld door Hem zou worden gered." (Joh. 3, 16-17) Door zijn Zoon en de heilige Geest te zenden openbaart God dat Hijzelf eeuwige uitwisseling van liefde is.

Hoe openbaart God dat Hij liefde is?

7-1-2013 63 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

42

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 218-221

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 64: Compendium, de geloofsbelijdenis

Geloven in de ene en enige God, brengt met zich mee: besef hebben van zijn grootheid en majesteit; leven in dankzegging jegens Hem; altijd op Hem vertrouwen, zelfs bij tegenspoed; de eenheid en de ware waardigheid van alle mensen erkennen, geschapen als zij zijn naar zijn Beeld; op de juiste manier gebruik maken van wat door Hem geschapen is.

Wat brengt geloven in één God met zich mee?

7-1-2013 64 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

43

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 222-227; 229

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 1: Ik geloof in God

Page 65: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven is het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid. De christenen worden gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Wat is het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven?

7-1-2013 65 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

44

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 232-236

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 2: De Vader

Page 66: Compendium, de geloofsbelijdenis

God heeft wel sporen van zijn drie-ene wezen nagelaten in de schepping en in het Oude Testament, maar zijn diepste wezen als heilige Drie-eenheid vormt een mysterie dat voor het menselijk verstand alleen niet toegankelijk is, evenmin voor het geloof van Israël, vóór de menswording van Gods Zoon en de zending van de heilige Geest.

Dit mysterie werd door Jezus Christus geopenbaard, en vormt de bron van alle andere mysteries.

Kan het mysterie van de Allerheiligste Drie-eenheid met het menselijke verstand alleen gekend worden?

7-1-2013 66 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

45

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 237

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 2: De Vader

Page 67: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus Christus openbaart ons, dat God "Vader" is: niet alleen als Schepper van de wereld en van de mens, maar vooral omdat Hij van alle eeuwigheid in zijn schoot de Zoon voortbrengt, die zijn Woord is, "de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen" (Heb. 1, 3).

Wat openbaart Jezus Christus ons over het mysterie van de Vader?

7-1-2013 67 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

46

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 237

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 2: De Vader

Page 68: Compendium, de geloofsbelijdenis

Hij is de derde persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid.

Hij is God, één met en gelijk aan de Vader en de Zoon.

Hij "gaat uit van de Vader" (Joh. 15, 26), die als beginsel zonder begin, de oorsprong is van heel het leven van de Drie-eenheid.

Hij komt ook voort uit de Zoon (Filioque), omdat de Vader Hem als eeuwige Gave meedeelt aan de Zoon.

Door de Vader en door de mensgeworden Zoon gezonden, leidt de heilige Geest de Kerk tot de kennis van “de volle waarheid" (Joh. 16, 13).

Wie is de Heilige Geest, ons door Jezus Christus geopenbaard?

7-1-2013 68 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

47

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 243-248; 263-264

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 2: De Vader

Page 69: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk drukt haar geloof in de Drie-eenheid uit, wanneer zij één God belijdt in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest.

De drie goddelijke personen zijn één enige God, want ieder van hen is identiek met de volheid van de enige en ondeelbare goddelijke natuur.

Zij zijn werkelijk van elkaar onderscheiden door de betrekkingen waarmee zij naar elkaar verwijzen: de Vader brengt de Zoon voort, de Zoon wordt door de Vader voortgebracht, de heilige Geest komt voort uit de Vader en de Zoon.

Hoe drukt de Kerk haar geloof in de Drie-eenheid uit?

7-1-2013 69 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

48

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 249-256; 265-266

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 2: De Vader

Page 70: Compendium, de geloofsbelijdenis

Ondeelbaar in hun éne wezen, zijn de goddelijke personen ook ondeelbaar in hun handelen: de Drie-eenheid heeft slechts één en hetzelfde handelen. Maar binnen het ene goddelijke handelen is iedere persoon aanwezig op de wijze die hem eigen is in de Drie-eenheid.

Hoe werken de drie goddelijke personen?

7-1-2013 70 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

49

"O mijn God, Drieëenheid, die ik aanbid, (...)

Breng mij tot rust en stilte -

mijn hart een hemel voor U,

een geliefd huis waar Gij rusten kunt!

Dat ik U daar nooit alleen laat:

ik wil bij U zijn met heel mijn wezen,

heel wakker in geloof, heel en al aanbidding,

helemaal prijsgegeven aan uw scheppende kracht!"

(Z. Elisabeth van de Drieëenheid).

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 257-260; 267

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 2: De Vader

Page 71: Compendium, de geloofsbelijdenis

God heeft zich geopenbaard als "de sterke, de machtige" (Ps. 24, 8), als Degene voor wie "niets onmogelijk" is (Lc. 1, 37).

Zijn almacht is universeel, vol mysterie, en openbaart zich in de schepping van de wereld uit het niets, en van de mens uit liefde, maar vooral in de menswording en de verrijzenis van zijn Zoon, in het geschenk ons als zijn kinderen aan te nemen, en in de vergeving van de zonden.

Daarom richt de Kerk haar gebed tot de "almachtige, eeuwige God" (“Omnipotens sempiterne Deus ... ").

Wat betekent het, dat God almachtig is?

7-1-2013 71 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

50

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 268-274; 275-278

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 3: De Almachtige

Page 72: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat de schepping het fundament is van alle goddelijke heilsplannen; zij laat de almachtige en wijze liefde zien van God; zij is de eerste stap in de richting van een verbond van de enige God met zijn volk; zij is het begin van de heilsgeschiedenis, die in Christus zijn hoogtepunt heeft; zij is een eerste antwoord op de fundamentele vragen van de mens naar zijn oorsprong en zijn doel.

Waarom is het belangrijk om te bevestigen: "In het begin schiep God hemel en aarde" (Gen. 1, 1)?

7-1-2013 72 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

51

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 279-281; 282-289; 315

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 73: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn het enige en ondeelbare beginsel van de wereld, ook al wordt het werk van de schepping van de wereld vooral aan God de Vader toegeschreven.

Wie heeft de wereld geschapen?

7-1-2013 73 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

52

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 290-292; 316

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 74: Compendium, de geloofsbelijdenis

De wereld is voor de glorie van God geschapen, die zijn goedheid, waarheid en schoonheid heeft willen laten zien en heeft willen meedelen. Het uiteindelijke doel van de schepping is dat God in Christus "alles in allen" kan zijn (1 Kor. 15, 28), tot zijn glorie en tot onze zaligheid.

Waartoe is de wereld geschapen?

7-1-2013 74 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

53

"De glorie van God is immers de levende mens,

en het leven van de mens is immers de aanschouwing van God."

(H. Ireneüs).

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 293-294; 319

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 75: Compendium, de geloofsbelijdenis

God heeft het heelal uit vrije wil met wijsheid en liefde geschapen.

De wereld is niet het product van een of andere noodzaak, van een blind lot of van het toeval.

God heeft "uit het niet" ("ex nihilo" (2 Mak. 7, 28)) een geordende en goede wereld geschapen, die Hij oneindig overstijgt.

God houdt zijn schepping in stand en ondersteunt haar, terwijl Hij haar de mogelijkheid geeft te handelen en haar naar haar voltooiing leidt door middel van zijn Zoon en van de heilige Geest.

Hoe heeft God het heelal geschapen?

7-1-2013 75 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

54

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 295-301; 317-320

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 76: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij bestaat in de beschikkingen, waarmee God zijn schepselen tot de uiteindelijke volmaaktheid leidt, waartoe Hij ze geroepen heeft.

God is de soevereine oorsprong van zijn heilsplan.

Maar om dit plan te verwezenlijken bedient Hij zich ook van de medewerking van zijn schepselen.

Tegelijkertijd schenkt Hij zijn schepselen de waardigheid zelf te handelen, en elkaars oorzaak te zijn.

Waarin bestaat de goddelijke voorzienigheid?

7-1-2013 76 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

55

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 301-306; 321

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 77: Compendium, de geloofsbelijdenis

In respect voor zijn vrijheid, geeft God de mens de mogelijkheid en verlangt Hij van hem mee te werken door zijn handelen, zijn gebeden, maar ook door zijn lijden, terwijl Hij in hem "zowel het willen als het doen tot stand brengt om zijn heilsplan te verwezenlijken" (Fil. 2, 13).

Hoe werkt de mens mee met de goddelijke Voorzienigheid?

7-1-2013 77 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

56

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 307-308; 322-323

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 78: Compendium, de geloofsbelijdenis

Op deze vraag, tegelijkertijd smartelijk maar ook vol mysterie, kan alleen het christelijk geloof in zijn geheel een antwoord geven.

God is op geen enkele manier, direct noch indirect, de oorzaak van het morele kwaad.

Hij verheldert het mysterie van het kwaad door zijn Zoon Jezus Christus, die gestorven en verrezen is om het grote morele kwaad te overwinnen, dat de zonde van de mensheid is, en dat de wortel is van alle andere kwaad.

Als God almachtig is en voorzienigheid, hoe kan dan het kwaad bestaan?

7-1-2013 78 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

57

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 309-310; 324; 400

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 79: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het geloof geeft ons de zekerheid dat God het kwaad nooit zou toelaten, als Hij niet uit datzelfde kwaad het goede zou laten voortkomen.

God heeft dit al op wonderbare wijze gedaan in de dood en de verrijzenis van Christus: uit het ergste morele kwaad, het vermoorden van zijn Zoon, heeft Hij het allergrootste goed laten voortkomen: de verheerlijking van Christus en onze verlossing.

Waarom laat God het kwaad toe?

7-1-2013 79 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

58

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 311-314; 324

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 4: De Schepper

Page 80: Compendium, de geloofsbelijdenis

De heilige Schrift zegt: “In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Gen. 1, 1). In haar geloofsbelijdenis verkondigt de Kerk dat God de Schepper is van al wat zichtbaar en onzichtbaar is, van alle geestelijke en stoffelijke wezens, dat wil zeggen van de engelen en van de zichtbare wereld, en in het bijzonder van de mens.

Wat heeft God geschapen?

7-1-2013 80 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

59

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 325-327

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 81: Compendium, de geloofsbelijdenis

De engelen zijn louter geestelijke schepselen, niet lichamelijke, onzichtbare, onsterfelijke, persoonlijke wezens, begiftigd met verstand en wil.

Terwijl zij God voortdurend aanschouwen van aangezicht tot aangezicht, verheerlijken zij Hem, dienen zij Hem, en zijn zij Zijn boodschappers bij de vervulling van de heilszending voor alle mensen.

Wie zijn de engelen?

7-1-2013 81 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

60

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 328-333; 350-351

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 82: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk verenigt zich met de engelen om God te aanbidden; zij roept hun bijstand in en viert van sommige liturgisch de gedachtenis.

Hoe zijn de engelen aanwezig in het leven van de Kerk?

7-1-2013 82 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

61

"Iedere gelovige wordt door een engel ter zijde gestaan

om hem naar het Leven te geleiden."

(H. Basilius de Grote)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 334-336; 352

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 83: Compendium, de geloofsbelijdenis

Door het verhaal van de “zes dagen” van de schepping, doet de Heilige Schrift ons de waarde kennen van het geschapene en zijn gerichtheid op de lof van God en op de dienst aan de mens.

Elk ding dankt zijn bestaan aan God, van Wie het zijn eigen goedheid en volmaaktheid, zijn eigen wetten en zijn plaats in de wereld ontvangt.

Wat leert de Heilige Schrift over de schepping van de zichtbare wereld?

7-1-2013 83 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

62

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 337-341

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 84: Compendium, de geloofsbelijdenis

De mens is het hoogtepunt van de zichtbare schepping in zoverre hij geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis.

Welke plaats heeft de mens in de schepping?

7-1-2013 84 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

63

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 343-344; 353

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 85: Compendium, de geloofsbelijdenis

Tussen de schepselen bestaat er een door God gewilde onderlinge afhankelijkheid en hiërarchie.

Tegelijkertijd bestaat er tussen de schepselen een eenheid en solidariteit, omdat allen dezelfde Schepper hebben, allen door Hem worden bemind en op zijn heerlijkheid zijn geordend.

De wetten eerbiedigen die staan ingeschreven in de schepping, en de verhoudingen die voortvloeien uit de natuur der dingen, is dan ook een beginsel van wijsheid en een fundament van de moraal.

Wat voor band bestaat er tussen de schepselen onderling?

7-1-2013 85 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

64

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 343-344; 353

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 86: Compendium, de geloofsbelijdenis

7-1-2013 86 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

Geprezen zijt Gij, Heer, met al uw schepselen

Vooral zuster zon, die de dag is, en door wie Gij ons verlicht.

En zij is schoon en stralend met grote glans:

van U, Allerhoogste is zij het zinnebeeld.

Geprezen zijt Gij, mijn Heer, om zuster water

die zeer nuttig en nederig en kostbaar en rein is….

Geprezen zijt Gij, mijn Heer, om onze zuster, moeder aarde

Die ons onderhoudt en voedt

En verscheidene vruchten voortbrengt

Samen met kleurrijke bloemen en gras

Prijst en zegent de Heer en dankt Hem

En dient Hem in grote nederigheid

(H. Franciscus van Assisi)

DE GELOOFSBELIJDENIS

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 87: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het scheppingswerk vindt zijn hoogtepunt in het nog grotere werk van de verlossing.

Met het verlossingswerk begint in feite de nieuwe schepping, waarin alles zijn volledige zin en zijn voltooiing zal hervinden.

Welke verhouding bestaat er tussen het scheppingswerk en het verlossingswerk?

7-1-2013 87 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

65

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 345-349

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 5: De hemel en de aarde

Page 88: Compendium, de geloofsbelijdenis

De mens is geschapen naar het beeld van God, in de zin dat Hij in staat is in vrijheid zijn eigen Schepper te kennen en lief te hebben.

Hij is het enige schepsel op aarde dat God om zichzelf heeft gewild en dat Hij geroepen heeft met Hem zijn goddelijk te leven delen in de kennis en in de liefde.

Omdat hij naar het beeld van God geschapen is, heeft de mens de waardigheid van een persoon: hij is niet iets, maar iemand, in staat zichzelf te kennen, zich in vrijheid te geven en in gemeenschap te treden met God en andere personen.

In welke zin is de mens “als beeld van God” geschapen?

7-1-2013 88 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

66

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 355-357

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 89: Compendium, de geloofsbelijdenis

God heeft alles voor de mens geschapen, maar de mens is geschapen om God te kennen, te dienen en te beminnen, om Hem in deze wereld heel de schepping in dankzegging aan te bieden, en om verheven te worden tot het leven met God in de hemel.

Alleen in het mysterie van het mensgeworden Woord wordt het mysterie van de mens op de juiste wijze belicht.

Want de mens is voorbestemd om getrouw het beeld weer te geven van de mensgeworden Zoon van God, die het volmaakte “beeld van de onzichtbare God” is (Kol. 1, 15).

Waartoe heeft God de mens geschapen?

7-1-2013 89 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

67

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 358-359; 381

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 90: Compendium, de geloofsbelijdenis

Alle mensen vormen de eenheid van het mensengeslacht, vanwege hun gemeenschappelijke oorsprong die zij van God hebben.

God heeft bovendien “heel het mensengeslacht uit één doen ontstaan” (Hand. 17, 26).

Vervolgens hebben allen een en dezelfde Redder, en zijn allen geroepen om te delen in het eeuwig geluk van God.

Waarom vormen de mensen een eenheid?

7-1-2013 90 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

68

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 360-361

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 91: Compendium, de geloofsbelijdenis

De menselijke persoon is een wezen dat tegelijk lichamelijk en geestelijk is.

In de mens vormen de geest en de stof één enkele natuur.

Deze eenheid is zo diep dat, dank zij het geestelijke beginsel dat de ziel is, het lichaam dat stoffelijk is, een menselijk en levend lichaam wordt, en deelheeft aan de waardigheid van het beeld van God.

Hoe vormen in de mens de ziel en het lichaam een eenheid?

7-1-2013 91 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

69

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 362-365; 382

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 92: Compendium, de geloofsbelijdenis

De geestelijke ziel komt niet van de ouders, maar wordt direct door God geschapen en is onsterfelijk. Wanneer zij zich in het uur van de dood van het lichaam scheidt, vergaat zij niet; en zij zal zich opnieuw met het lichaam verenigen op het ogenblik van de uiteindelijke verrijzenis.

Wie geeft de ziel aan de mens?

7-1-2013 92 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

70

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 366-368; 382

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 93: Compendium, de geloofsbelijdenis

Man en vrouw zijn door God geschapen in een gelijke waardigheid als menselijke personen, en tegelijkertijd in een wederzijdse aanvulling ten opzichte van elkaar doordat zij mannelijk en vrouwelijk zijn.

God heeft hen voor elkaar gewild om een gemeenschap van personen te vormen. Samen zijn ze ook geroepen het menselijk leven door te geven, door in het huwelijk “één vlees” te worden (Gen. 2, 24; letterlijk), en om als “rentmeesters” van God de aarde te onderwerpen.

Welke verhouding heeft God bepaald tussen de man en de vrouw?

7-1-2013 93 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

71

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 369-373; 383

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 94: Compendium, de geloofsbelijdenis

Bij de schepping van de man en de vrouw had God hun een bijzondere deelname gegeven aan zijn eigen goddelijk leven, in heiligheid en rechtvaardigheid. Naar Gods plan had de mens niet hoeven te lijden noch te sterven. Bovendien heerste er een volkomen harmonie in de mens zelf, tussen het schepsel en de Schepper, tussen man en vrouw, alsook tussen het eerste mensenpaar en heel de schepping.

Wat was naar Gods plan de oorspronkelijke toestand van de mens?

7-1-2013 94 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

72

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 374-379; 384

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 6: De mens

Page 95: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de geschiedenis van de mens is de zonde aanwezig.

Deze realiteit wordt slechts ten volle duidelijk in het licht van de goddelijke Openbaring en vooral in het licht van Christus, de Redder van alle mensen, die de genade mateloos heeft doen zijn, juist daar waar de zonde heeft gewoekerd.

Hoe is de realiteit van de zonde te verstaan?

7-1-2013 95 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

73

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 385-390

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 7: De zondeval

Page 96: Compendium, de geloofsbelijdenis

Met deze uitdrukking duidt men aan dat Satan en de andere demonen, over wie de Heilige Schrift en de Overlevering van de Kerk spreken, ofschoon ze door God als goede engelen geschapen waren, zich in slechte engelen veranderd hebben, omdat zij in vrije en onherroepelijke keuze God en zijn Rijk hebben afgewezen, en daarmee de hel hebben doen ontstaan.

Zij proberen de mens te betrekken in hun opstand tegen God; maar God bevestigt in Christus zijn zekere overwinning over de Boze.

Wat betekent de val van de engelen?

7-1-2013 96 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

74

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 391-395; 414

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 7: De zondeval

Page 97: Compendium, de geloofsbelijdenis

De mens, verleid door de duivel, heeft in zijn hart het licht van het vertrouwen in zijn Schepper laten uitgaan, en in ongehoorzaamheid aan Hem, heeft hij “gelijk aan God” willen zijn, maar dan zonder God en niet volgens God.

Daarmee verloren Adam en Eva onmiddellijk voor zichzelf en voor al hun nakomelingen, de oorspronkelijke genade van de heiligheid en van de rechtvaardigheid.

Waarin bestaat de eerste zonde van de mens?

7-1-2013 97 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

75

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 396-403; 415-417

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 7: De zondeval

Page 98: Compendium, de geloofsbelijdenis

De erfzonde, waarin alle mensen geboren worden, is een staat van gemis van de oorspronkelijke heiligheid en rechtvaardigheid.

Het is een zonde die wij “meekrijgen” maar niet hebben “begaan”.

In deze staat is de mens van geboorte af aan. Het is geen persoonlijke daad. Omdat alle mensen uit een en dezelfde oorsprong zijn, wordt deze staat van gemis op de nakomelingen van Adam overgedragen met de menselijke natuur, “niet door navolging maar door voortplanting”.

Dit doorgeven van de erfzonde is een mysterie dat wij niet ten volle kunnen begrijpen.

Wat is de erfzonde?

7-1-2013 98 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

76

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 404; 419

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 7: De zondeval

Page 99: Compendium, de geloofsbelijdenis

Ten gevolge van de erfzonde is de menselijke natuur weliswaar niet geheel verdorven, maar wel in haar natuurlijke krachten gewond, onderworpen aan onwetendheid, aan het lijden, aan de heerschappij van de dood, en is zij geneigd tot zonde. Deze neiging heet concupiscentie (begeerlijkheid)

Welke andere gevolgen roept de erfzonde op?

7-1-2013 99 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

77

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 405-409; 413-418

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 7: De zondeval

Page 100: Compendium, de geloofsbelijdenis

Na de eerste zonde werd de wereld overstroomd door zonden, maar God heeft de mens niet overgelaten aan de macht van de dood.

Integendeel: hij heeft hem op mysterievolle manier voorzegd - in het “proto-evangelie” (Gen. 3, 15) - dat het kwaad overwonnen en de mens uit zijn zondeval overeind geholpen zou worden.

Dit is de eerste aankondiging van de Messias, de Verlosser.

Daarom zal de zondeval zelfs “gelukkige schuld” genoemd worden, “waaraan wij de Verlosser danken”

Wat heeft God na de eerste zonde gedaan?

7-1-2013 100 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

78

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 410-412; 420-421

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 1: Ik geloof in God de Vader

ARTIKEL 1 - "Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde“ Paragraaf 7: De zondeval

Page 101: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat is de aankondiging van Jezus Christus, de “Zoon van de levende God” (Mt. 16, 16), gestorven en verrezen.

Ten tijde van koning Herodes en van keizer Augustus heeft God de beloften die Hij aan Abraham en zijn nakomelingen gedaan had, in vervulling doen gaan, door “zijn Zoon” te zenden, “geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, opdat Hij hen die onder de wet stonden, zou bevrijden, opdat wij de rang van zonen zouden verkrijgen.” (Gal. 4, 4-5).

Wat is de Blijde Boodschap voor de mensen?

7-1-2013 101 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

79

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 422-424

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

Page 102: Compendium, de geloofsbelijdenis

Vanaf het begin hadden de eerste leerlingen het vurig verlangen Jezus Christus te verkondigen, met de bedoeling om alle mensen te brengen tot het geloof in Hem.

Ook vandaag wordt uit de liefdevolle kennis van Christus het verlangen geboren om te evangeliseren en te catechiseren, dat wil zeggen in zijn Persoon heel het heilsplan van God te onthullen, en de mensheid te brengen tot de gemeenschap met Hem.

Hoe wordt de Blijde Boodschap verspreid?

7-1-2013 102 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

80

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 425-429

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

Page 103: Compendium, de geloofsbelijdenis

De naam “Jezus”, die door de engel op het ogenblik van de Aankondiging werd gegeven, betekent "God redt”.

Hij drukt zijn identiteit uit en zijn zending, “want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden” (Mt. 1, 21).

Petrus bevestigt: “Er is geen andere naam onder hemel aan de mensen gegeven, waarin wij gered moeten worden” (Hand. 4, 12).

Wat betekent de naam “Jezus “?

7-1-2013 103 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

81

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 430-435; 452

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 2 - "En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer“

Page 104: Compendium, de geloofsbelijdenis

De naam “Jezus”, die door de engel op het ogenblik van de Aankondiging werd gegeven, betekent "God redt”.

Hij drukt zijn identiteit uit en zijn zending, “want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden” (Mt. 1, 21).

Petrus bevestigt: “Er is geen andere naam onder hemel aan de mensen gegeven, waarin wij gered moeten worden” (Hand. 4, 12).

Wat betekent de naam “Jezus “?

7-1-2013 104 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

81

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 430-435; 452

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 2 - "En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer“

Page 105: Compendium, de geloofsbelijdenis

“Christus” in het Grieks, “Messias” in het Hebreeuws, betekent “Gezalfde”. Jezus is de Christus omdat Hij door God gewijd en met de heilige Geest gezalfd is voor zijn zending als Verlosser.

Hij is de Messias, door Israël verwacht en door de Vader in de wereld gezonden.

Jezus heeft de titel van Messias aanvaard, maar de betekenis ervan nader uitgelegd: “uit de hemel neergedaald” (Joh. 3, 13), gekruisigd en vervolgens verrezen, is Hij de lijdende dienstknecht van God, die zijn leven geeft “als losprijs voor velen” (Mt. 20, 28).

Van de naam Christus komt onze naam christen.

Waarom wordt Jezus “Christus” genoemd?

7-1-2013 105 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

82

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 436-440; 453

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 2 - "En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer“

Page 106: Compendium, de geloofsbelijdenis

Hij is dat in een unieke en volmaakte zin. Bij zijn Doop en bij de Gedaanteverandering wijst de stem van de Vader Jezus aan als zijn “welbeminde Zoon”. Door zichzelf voor te stellen als de Zoon die “de Vader kent” (Mt. 11, 27), bevestigt Hij zijn unieke en eeuwige relatie met God als zijn Vader. Hij is “de eniggeboren Zoon van God” (1 Joh. 4, 9), de tweede persoon van de Drie-eenheid. Hij staat centraal in de apostolische prediking: de apostelen “hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt” (Joh. 1, 14).

In welke zin is Jezus de eniggeboren Zoon van God?

7-1-2013 106 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

83

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 441-445; 454

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 2 - "En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer“

Page 107: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de Bijbel betekent deze titel gewoonlijk de soevereine God.

Jezus geeft zichzelf deze titel, en openbaart zijn goddelijke soevereiniteit door zijn macht over de natuur, de demonen, de zonde en de dood, en vooral door zijn verrijzenis.

De eerste christelijke belijdenissen verklaren, dat de macht, de eer en de heerlijkheid, die men aan God de Vader verschuldigd zijn, ook eigen zijn aan Jezus: God ”heeft Hem de naam verleend die boven alle namen is” (Fil. 2, 9). Hij is de Heer van de wereld en van de geschiedenis, de Enige aan wie de mens zijn persoonlijke vrijheid geheel mag onderwerpen.

Wat betekent de titel “Heer”?

7-1-2013 107 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

84

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 446-451; 455

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 2 - "En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer“

Page 108: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Zoon van God heeft door het werk van de heilige Geest het vlees aangenomen in de schoot van de maagd Maria, voor ons mensen en omwille van ons heil; dat wil zeggen: om ons, zondaars, met God te verzoenen; om ons zijn oneindige liefde te doen kennen; om voor ons voorbeeld van heiligheid te zijn; om ons “deel te laten krijgen aan Gods eigen wezen” (2 Pt. 1, 4).

Waarom is de Zoon van God mens geworden?

7-1-2013 108 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

85

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 456-460

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 109: Compendium, de geloofsbelijdenis

Met het woord “incarnatie” benoemt de Kerk het mysterie van de wonderbare eenwording van de goddelijke en de menselijke natuur in de ene goddelijke Persoon van het Woord.

Om ons heil te tot stand te brengen, is de Zoon van God “vlees geworden” (Joh. 1, 14), en is zo waarlijk mens geworden.

Het geloof in de incarnatie is het kenmerkend voor het christelijk geloof.

Wat betekent het woord “incarnatie”?

7-1-2013 109 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

86

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 461-463; 483

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 110: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus is onscheidbaar ware God en ware mens, in de eenheid van zijn goddelijke Persoon.

Hij, de Zoon van God, die “geboren niet geschapen, één in wezen met de Vader” is, is waarlijk mens geworden zonder op te houden God te zijn, onze Heer.

Hoe is Jezus Christus ware God en ware mens?

7-1-2013 110 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

87

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 464-466; 469

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 111: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het Concilie van Chalcedon leert te belijden: “één en dezelfde Zoon, onze Heer Jezus Christus, volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens, bestaande uit een verstandelijke ziel en een lichaam, één in wezen met de Vader overeenkomstig zijn godheid, één in wezen met ons overeenkomstig zijn mensheid, ‘in alles gelijk aan ons, behalve in de zonde’ (Hebr. 4, 15); geboren uit de Vader vóór alle eeuwen overeenkomstig zijn godheid, en deze laatste dagen voor ons en tot ons heil geboren uit de maagd Maria, Moeder van God, overeenkomstig zijn mensheid”.Jezus is onscheidbaar ware God en ware mens, in de eenheid van zijn goddelijke Persoon. Hij, de Zoon van God, die “geboren niet geschapen, één in wezen met de Vader” is, is waarlijk mens geworden zonder op te houden God te zijn, onze Heer.

Wat leert hierover het Concilie van Chalcedon?

7-1-2013 111 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

88

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 467

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 112: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij drukt dat uit, door te bevestigen dat Jezus Christus ware God en ware mens is, met twee naturen, de goddelijke en de menselijke, die niet met elkaar vermengd zijn maar verenigd, in de Persoon van het Woord.

Daarom moet alles in de mensheid van Jezus - de wonderen, het lijden en de dood - toegeschreven worden aan zijn goddelijke Persoon, die handelt door de menselijke natuur die Hij aanneemt.

Hoe drukt de Kerk het mysterie van de incarnatie uit?

7-1-2013 112 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

89

“Eniggeboren Zoon en Woord van God,

Gij zijt onsterfelijk en voor ons heil hebt Gij U verwaardigd

mens te worden uit de heilige Moeder van God en altijd maagd Maria...,

Gij die één van de heilige Drie-eenheid zijt,

verheerlijkt met de Vader en de heilige Geest,

red ons!”

(Byzantijnse liturgie van de H. Johannes Chrysostomos)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 464-469; 479-481

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 113: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Zoon van God heeft een lichaam aangenomen, dat bezield werd door een menselijke, redelijke ziel.

Met zijn menselijk verstand heeft Jezus veel door ervaring geleerd. Maar ook als mens had de Zoon van God een innige en onmiddellijke kennis van God, zijn Vader.

Hij drong ook door tot de geheime gedachten van de mens en kende ten volle de eeuwige heilsbeschikkingen die Hij was komen openbaren.

Had de mensgeworden Zoon van God een ziel met menselijke kennis?

7-1-2013 113 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

90

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 470-474; 482

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 114: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus heeft een goddelijke wil en een menselijke wil.

Tijdens zijn aardse leven heeft de Zoon als mens datgene gewild wat Hij als God samen met de Vader en de heilige Geest tot ons heil besloten had.

De menselijke wil van Christus volgt zonder weerstand of verzet zijn goddelijke wil, of beter: is daaraan onderworpen.

Hoe stemmen de goddelijke en de menselijke wil van het vleesgeworden Woord overeen?

7-1-2013 114 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

91

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 475-482

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 115: Compendium, de geloofsbelijdenis

Christus heeft een waarachtig menselijk lichaam aangenomen, waardoor de onzichtbare God zich zichtbaar heeft gemaakt.

Om die reden kan Christus in de heilige afbeeldingen voorgesteld en vereerd worden.

Heeft Christus een waarachtig menselijk lichaam?

7-1-2013 115 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

92

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 476-477

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 116: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus heeft ons met een menselijk hart gekend en liefgehad.

Zijn hart, dat omwille van ons heil werd doorboord, is het symbool van die oneindige liefde, waarmee Hij de Vader en iedere mens liefheeft.

Wat betekent het hart van Jezus?

7-1-2013 116 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

93

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 478

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 1: Gods Zoon is mens geworden

Page 117: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij betekent dat de maagd Maria de eeuwige Zoon in haar schoot ontvangen heeft door de werking van de heilige Geest en zonder toedoen van een man: “De heilige Geest zal over u komen” (Lc. 1, 35), sprak de engel bij de Aankondiging.

“Ontvangen van de heilige Geest”: wat betekent deze uitdrukking?

7-1-2013 117 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

94

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 484-486

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 118: Compendium, de geloofsbelijdenis

Maria is werkelijk de Moeder van God omdat zij de Moeder is van Jezus (Joh. 2, 1; Joh. 19, 25).

Hij die ontvangen is van de heilige Geest, en die werkelijk haar Zoon is geworden, is in feite de eeuwige Zoon van God de Vader.

Zelf is Hij God.

“Geboren uit de maagd Maria”: waarom is Maria werkelijk de Moeder van God?

7-1-2013 118 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

95

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 495; 509

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 119: Compendium, de geloofsbelijdenis

God heeft Maria vóór alle tijden en uit pure genade uitgekozen om de Moeder van zijn Zoon te worden: om deze zending te kunnen vervullen, werd zij onbevlekt ontvangen.

Dit betekent dat Maria door de genade van God en met het oog op de verdiensten van Jezus Christus gevrijwaard is van de erfzonde vanaf haar ontvangenis.

Wat betekent “onbevlekte ontvangenis”?

7-1-2013 119 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

96

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 487-492; 508

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 120: Compendium, de geloofsbelijdenis

Door de genade van God is Maria heel haar leven lang van elke persoonlijke zonde gevrijwaard.

Zij is “vol van genade” (Lc. 1, 28), “de Geheel Heilige”.

Wanneer de engel haar aankondigt dat zij “de Zoon van de Allerhoogste” (Lc. 1, 32) ter wereld zal brengen, geeft zij met “de gehoorzaamheid van het geloof” (Rom. 1, 5) vrij haar instemming.

Zij geeft zich geheel aan de persoon en het werk van haar Zoon, Jezus, en omhelst met heel haar ziel de goddelijke heilswil.

Hoe werkt Maria met Gods heilsplan mee?

7-1-2013 120 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

97

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 493-494; 508-511

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 121: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat betekent dat Jezus in de schoot van de Maagd alleen door de kracht van de heilige Geest ontvangen is, zonder tussenkomst van een man.

Hij is Zoon van de hemelse Vader naar zijn goddelijke natuur, en zoon van Maria naar zijn menselijke natuur, maar waarlijk Zoon van God in beide naturen, omdat er in Hem slechts één enkele Persoon is, namelijk de goddelijke.

Wat betekent de maagdelijke ontvangenis van Jezus?

7-1-2013 121 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

98

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 496-498

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 122: Compendium, de geloofsbelijdenis

In die zin dat zij “maagd gebleven is toen zij haar zoon ontving, maagd toen zij hem baarde, maagd toen zij hem droeg, maagd toen zij Hem voedde aan haar borst, altijd maagd”.

Waar in de evangelies sprake is van “broeders en zusters van Jezus”, betreft het daarom naaste verwanten van Jezus, volgens uitdrukking die in de heilige Schrift gebruikelijk is.

In welke zin is Maria “altijd Maagd”?

7-1-2013 122 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

99

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 499-507; 510

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 123: Compendium, de geloofsbelijdenis

Maria heeft één enkele zoon, Jezus, maar in Hem strekt zich haar geestelijk moederschap uit tot alle mensen die Hij is komen redden.

Gehoorzaam aan de zijde van de nieuwe Adam, Jezus Christus, is de Maagd de nieuwe Eva, de ware moeder van de levenden, die met moederlijke liefde meewerkt aan hun geboorte en aan hun vorming in de orde der genade.

Als Maagd en Moeder is zij het beeld en de meest volmaakte verwezenlijking van de Kerk.

Op welke manier is het geestelijk moederschap van Maria universeel?

7-1-2013 123 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

100

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 501-507; 511

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 2: “… Die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria”

Page 124: Compendium, de geloofsbelijdenis

Heel het leven van Christus is openbaringsgebeuren.

Wat in het aardse leven van Jezus zichtbaar is, leidt naar zijn onzichtbare mysterie, vooral naar het mysterie van zijn goddelijk zoonschap: “Wie Mij ziet, ziet de Vader” (Joh. 14, 9).

Bovendien, ook al wordt het heil voltooid door het Kruis en de Verrijzenis, toch is heel het leven van Christus heilsmysterie, want al wat Jezus heeft gedaan, gezegd en geleden, had tot doel de gevallen mens te redden en hem te herstellen in zijn roeping als kind van God.

In welke zin is heel het leven van Christus mysterie?

7-1-2013 124 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

101

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 512-521; 561-562

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 125: Compendium, de geloofsbelijdenis

Vóór alles is er een eeuwenlange verwachting die wij herbeleven, wanneer we de liturgie van de advent vieren.

Naast de vage verwachting, die Hij in het hart van de heidenen heeft gewekt, heeft God de komst van zijn Zoon voorbereid door middel van het oude Verbond, tot aan Johannes de Doper, die de laatste en de grootste is van de profeten.

Hoe werden de mysteries van Jezus voorbereid?

7-1-2013 125 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

102

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 522-524;

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 126: Compendium, de geloofsbelijdenis

• Met Kerstmis openbaart zich de heerlijkheid van de Hemel in de zwakheid van een kind; de besnijdenis van Jezus is teken van zijn toebehoren tot het joodse volk en voorafbeelding van ons Doopsel; • De Epifanie is de openbaring van de Messiaskoning van Israël aan alle volkeren; • Bij zijn opdracht in de tempel komt in Simeon en Anna heel de verwachting van Israël tot een ontmoeting met zijn Redder; • De vlucht naar Egypte en de moord op de onschuldige kinderen kondigen aan dat heel het leven van Christus in het teken van de vervolging zal staan; • Zijn terugkeer uit Egypte herinnert aan de Uittocht en stelt Jezus voor als de nieuwe Mozes: Hij is de ware en definitieve bevrijder.

Wat leert het evangelie over de mysteries van de geboorte en de kinderjaren van Jezus?

7-1-2013 126 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

103

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 525-530; 563

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 127: Compendium, de geloofsbelijdenis

Tijdens zijn verborgen leven in Nazaret blijft Jezus in de stilte van een gewoon bestaan.

Zo stelt Hij ons in staat in gemeenschap met Hem te zijn in de heiligheid van een dagelijks leven, dat doortrokken is van gebed, eenvoud, arbeid en gezinsliefde.

Zijn onderdanigheid aan Maria en aan Jozef, zijn voedster-vader, is een beeld van zijn kinderlijke gehoorzaamheid aan de Vader. Maria en Jozef nemen het Mysterie van Jezus met geloof in zich op, ook al begrijpen zij het niet altijd.

Welke les leert ons het verborgen leven van Jezus in Nazaret?

7-1-2013 127 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

104

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 531-534; 564

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 128: Compendium, de geloofsbelijdenis

Om een begin te maken met zijn openbaar leven en als een voorteken van het doopsel van zijn dood: zo aanvaardt Hij, hoewel Hij zelf zonder zonde is, dat Hij bij de zondaars wordt gerekend, Hij, “het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt” (Joh. 1, 29).

De Vader roept Hem uit tot zijn “Zoon, de veelgeliefde” (Mt. 3, 17), en de heilige Geest daalt over Hem neer.

Het doopsel van Jezus is een voorafbeelding van ons Doopsel.

Waarom ontvangt Jezus van Johannes het “doopsel van bekering tot vergeving van de zonden” (Lc. 3, 3)?

7-1-2013 128 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

105

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 535-537; 565

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 129: Compendium, de geloofsbelijdenis

De bekoringen van Jezus in de woestijn hernemen de bekoringen van Adam in het paradijs en van Israël in de woestijn.

Satan bekoort Jezus in zijn gehoorzaamheid aan de zending die Hem door de Vader is toevertrouwd.

Christus, de nieuwe Adam, weerstaat hem, en zijn overwinning kondigt de overwinning aan van zijn lijden: die uiterste gehoorzaamheid van zijn kinderlijke liefde.

De Kerk verenigt zich met dit mysterie, heel in het bijzonder gedurende de liturgische Veertigdagentijd.

Wat openbaren de bekoringen van Jezus in de woestijn?

7-1-2013 129 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

106

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 538-540; 566

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 130: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus nodigt alle mensen uit tot deelname aan het Rijk van God.

Ook de ergste zondaar wordt geroepen zich te bekeren en de oneindige barmhartigheid van de Vader te aanvaarden.

Het Rijk behoort hier op aarde al aan degenen die het met een deemoedig hart in zich opnemen.

Het is aan hen, dat de geheimen ervan geopenbaard worden.

Wie zijn er uitgenodigd deel te krijgen aan het Rijk van God, dat Jezus verkondigt en verwezenlijkt?

7-1-2013 130 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

107

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 541-546; 567

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 131: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus laat zijn woord vergezeld gaan van tekenen en wonderen om te getuigen dat het koninkrijk aanwezig is in Hem, de Messias.

Maar hoewel Hij enkele mensen geneest, is Hij niet gekomen om alle kwaad hier op aarde op te heffen, maar om ons vóór alles te bevrijden uit de slavernij van de zonde.

Het uitdrijven van demonen kondigt aan, dat zijn Kruis zal zegevieren over “de vorst dezer wereld” (Joh. 12, 31).

Waarom maakt Jezus het koninkrijk openbaar door tekenen en wonderen?

7-1-2013 131 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

108

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 547-550; 567

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 132: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus kiest de Twaalf uit, als toekomstige getuigen van zijn verrijzenis, en doet hen delen in zijn zending en in zijn gezag om onderricht te geven, zonden te vergeven, de Kerk op te bouwen en te besturen.

In dit college ontvangt Petrus “de sleutels van het rijk der hemelen” (Mt. 16, 19) en neemt er de eerste plaats in, met de zending het geloof ongeschonden te bewaren en zijn broeders te bevestigen.

Wat voor gezag verleent Jezus aan zijn apostelen in het Rijk Gods?

7-1-2013 132 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

109

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 551-553; 567

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 133: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de gedaanteverandering verschijnt vóór alles de Drie-eenheid: “De Vader in de stem, de Zoon in de mens, de heilige Geest in de lichtende wolk”.

Terwijl Hij met Mozes en Elia spreekt over “zijn heengaan” (Lc. 9, 31), laat Jezus zien dat de weg naar zijn heerlijkheid over het kruis loopt, en geeft Hij een voorproef van zijn verrijzenis en van zijn glorievolle komst, “die ons armzalig lichaam zal herscheppen en het gelijkvormig zal maken aan zijn verheerlijkt lichaam” (Fil. 3, 21).

Welke betekenis heeft de Gedaanteverandering?

7-1-2013 133 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

110

“Gij hebt een andere gedaante aangenomen op de berg en, voor zover zij daartoe in staat waren, hebben uw leerlingen de heerlijkheid aanschouwd van U, Christus, God,

opdat zij, wanneer zij U gekruisigd zouden zien, zouden begrijpen dat Uw lijden vrijwillig was en zij aan de wereld zouden verkondigen dat Gij werkelijk de uitstraling

van de Vader zijt.” (Byzantijnse liturgie)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 554-556; 568

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 134: Compendium, de geloofsbelijdenis

Op de vastgestelde tijd besluit Jezus op te gaan naar Jeruzalem, om er zijn lijden te ondergaan, te sterven en te verrijzen.

Als de Messiaskoning, die duidelijk maakt dat het Rijk Gods is gekomen, trekt Hij, gezeten op een ezel, zijn stad binnen.

Hij wordt er ontvangen door de kleinen, wier toejuiching hernomen wordt in het Sanctus van de Eucharistieviering: “Gezegend Hij die komt in de naam des Heren! Hosanna (red ons)!” (Mt. 21, 9).

De liturgie van de Kerk opent de Goede Week met de viering van deze intocht in Jeruzalem.

Hoe gebeurt de messiaanse intocht in Jeruzalem?

7-1-2013 134 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

111

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 557-560; 569-570

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God

ARTIKEL 3 - "Jezus Christus is ontvangen van de heilige Geest, geboren uit de maagd Maria“ Paragraaf 3: De mysteries van het leven van Christus

Page 135: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het paasmysterie van Jezus, dat zijn lijden en sterven, zijn verrijzenis en zijn verheerlijking omvat, staat centraal in het christelijk geloof, omdat het heilsplan van God eens en voor al in vervulling is gegaan in de verlossende dood van zijn Zoon, Jezus Christus.

Hoe belangrijk is het Paasmysterie van Jezus?

7-1-2013 135 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

112

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 571-573

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven"

Page 136: Compendium, de geloofsbelijdenis

Enkele leiders van Israël beschuldigden Jezus ervan, te ageren tegen de Wet, tegen de tempel, en in het bijzonder tegen het geloof in de ene God, omdat Hij zich uitriep tot de Zoon van God.

Daarom leverden zij Hem uit aan Pilatus, opdat deze Hem ter dood zou veroordelen.

Op grond van welke beschuldigingen werd Jezus veroordeeld?

7-1-2013 136 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

113

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 574-576

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 1: Jezus en Israël

Page 137: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus heeft de Wet, die God aan Mozes gegeven heeft op de Sinaï, niet afgeschaft maar tot vervulling gebracht, terwijl hij haar zijn definitieve interpretatie gaf.

Hij is de goddelijke Wetgever, die deze Wet op volmaakte wijze ten uitvoer brengt.

Bovendien brengt Hij, als trouwe dienstknecht van God, met zijn verzoenend sterven het enige offer dat in staat is vergeving te bewerken voor “alle zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven” (Hebr. 9, 15).

Hoe gedroeg Jezus zich ten opzichte van de Wet van Israël?

7-1-2013 137 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

114

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 577-582; 592

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 1: Jezus en Israël

Page 138: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus werd er van beschuldigd de tempel vijandig gezind te zijn.

Maar Hij heeft hem geëerbiedigd als de woning van zijn Vader, en er een aanzienlijk deel van zijn onderricht aan gewijd.

Maar Hij heeft er ook, in samenhang met zijn dood, de verwoesting van aangekondigd, en zichzelf voorgesteld als de definitieve woning van God onder de mensen.

Wat was de houding van Jezus ten opzichte van de tempel?

7-1-2013 138 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

115

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 583-586; 593

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 1: Jezus en Israël

Page 139: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus heeft het geloof in de enige God nooit weersproken, ook niet toen Hij het bij uitstek goddelijke werk verrichtte, dat de Messiaanse beloften vervulde, en dat Hem openbaarde als zijnde aan God gelijk: de vergeving van de zonden.

De vraag van Jezus om in Hem te geloven en zich te bekeren, maakt het mogelijk het tragische onbegrip te begrijpen van het Sanhedrin, dat meende dat Jezus als godslasteraar de dood verdiende.

Heeft Jezus het geloof van Israël in de enige God en Redder weersproken?

7-1-2013 139 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

116

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 587-591; 594

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 1: Jezus en Israël

Page 140: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het lijden en de dood van Jezus kunnen niet zonder onderscheid alle destijds levende Joden worden aangerekend, noch de andere Joden, die later gekomen zijn, in tijd en ruimte.

Iedere individuele zondaar, iedere mens dus, is in werkelijkheid oorzaak en instrument van het lijden van de Verlosser, en nog schuldiger zijn degenen die, vooral als het christenen zijn, herhaaldelijk in de zonde terugvallen of behagen scheppen in de ondeugden.

Wie is verantwoordelijk voor de dood van Jezus?

7-1-2013 140 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

117

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 595-598

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 141: Compendium, de geloofsbelijdenis

Om alle mensen, die vanwege de zonde ten dode stonden opgeschreven, met zich te verzoenen, heeft God het liefdevolle initiatief genomen zijn Zoon te zenden, opdat Hij zich voor de zondaars aan de dood zou uitleveren.

Omdat de dood van Jezus in het Oude Testament was aangekondigd, in het bijzonder als offer van de lijdende dienstknecht, stierf Hij “volgens de Schriften”.

Waarom hoort de dood van Christus tot het plan van God?

7-1-2013 141 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

118

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 599-605; 619

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 142: Compendium, de geloofsbelijdenis

Heel het leven van Christus is een vrijwillige offergave aan de Vader, om diens heilsplan te vervullen.

Hij geeft zijn leven “als losprijs voor velen” (Mc. 10, 45), en verzoent zo heel de mensheid met God.

Zijn lijden en sterven laten zien hoe zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument is van de liefde van God, die het heil van alle mensen wil.

Op welke wijze heeft Christus zichzelf als offergave aan de Vader aangeboden?

7-1-2013 142 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

119

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 606-609; 620

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 143: Compendium, de geloofsbelijdenis

Bij het laatste avondmaal met de apostelen, op de vooravond van zijn lijden, anticipeert Jezus op de vrijwillige offergave van zichzelf, dat wil zeggen:

Hij duidt deze in tekenen aan en brengt haar al van te voren tot stand:

“Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt” (Lc. 22, 19).

“Dit is mijn bloed, dat... vergoten wordt” (Mt. 26, 28).

Zo stelt Hij op datzelfde ogenblik de Eucharistie in als “gedachtenis” (1 Kor. 11, 25) van zijn offer, en stelt Hij zijn apostelen aan tot priesters van het Nieuwe Verbond.

Hoe komt bij het laatste avondmaal deze offergave van Jezus tot uitdrukking?

7-1-2013 143 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

120

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 610-611; 621

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 144: Compendium, de geloofsbelijdenis

Ondanks de afschuw die de dood oproept in de geheel heilige mensheid van Hem, die de “leidsman ten leven” (Hand. 3, 15) is, stemt de menselijke wil van de Zoon van God toch in met de wil van de Vader: om ons te redden, is Jezus bereid onze zonden in zijn lichaam te dragen door “gehoorzaam te worden tot de dood” (Fil. 2, 8).

Wat gebeurt er bij de doodsangst in de tuin van Getsemane?

7-1-2013 144 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

121

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 612

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 145: Compendium, de geloofsbelijdenis

Jezus heeft vrijwillig zijn leven gegeven als zoenoffer, dat wil zeggen:

Hij heeft onze zonden goedgemaakt door de volmaakte gehoorzaamheid van zijn liefde tot de dood.

Deze “liefde tot het uiterste” (Joh. 13, 1) van de Zoon van God, verzoent heel de mensheid met de Vader.

Het Paasoffer van Christus koopt dus alle mensen vrij, op een unieke, volmaakte en definitieve wijze, en opent voor hen de gemeenschap met God.

Wat zijn de uitwerkingen van het kruisoffer van Christus?

7-1-2013 145 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

122

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 613-617; 622-623

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 146: Compendium, de geloofsbelijdenis

Door zijn leerlingen op te roepen hun kruis op zich te nemen en Hem te volgen wil Jezus hen die er het eerst profijt van hebben deelgenoot maken van zijn verlossend offer.

Waarom roept Jezus zijn leerlingen op hun kruis op te nemen?

7-1-2013 146 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

123

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 618

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 2: Jezus is gekruisigd en gestorven

Page 147: Compendium, de geloofsbelijdenis

Christus heeft een ware dood gekend en een ware begrafenis. Maar de goddelijke kracht heeft zijn lichaam gevrijwaard voor het bederf.

In welke toestand was het lichaam van Christus toen het in het graf lag?

7-1-2013 147 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

124

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 624-630

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 4 - "Jezus Christus heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven“ Paragraaf 3: Jezus Christus is begraven

Page 148: Compendium, de geloofsbelijdenis

Deze “hel” - anders dan de hel van de verdoemden - was de toestand van allen, goede of slechten, die vóór Christus waren gestorven.

Jezus heeft zich met zijn ziel, die verbonden bleef met zijn goddelijke Persoon, in het dodenrijk gevoegd bij de rechtvaardigen, die uitzagen naar hun Verlosser om eindelijk tot de aanschouwing van God te geraken.

Na door zijn dood, zowel de dood als de duivel, “de vorst van de dood” (Hebr. 2, 14), te hebben overwonnen, heeft Hij de rechtvaardigen bevrijd die uitzagen naar hun Verlosser, en voor hen de poorten van de hemel geopend.

Wat is de “hel” waarin Jezus is neergedaald?

7-1-2013 148 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

125

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 632-637

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 1: Christus is nedergedaald ter helle

Page 149: Compendium, de geloofsbelijdenis

De verrijzenis is de hoogste waarheid van ons geloof in Christus, en vertegenwoordigt samen met het kruis een wezenlijk onderdeel van het Paasmysterie.

Welke plaats heeft de verrijzenis van Christus in ons geloof?

7-1-2013 149 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

126

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 632-637

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 1: Christus is nedergedaald ter helle

Page 150: Compendium, de geloofsbelijdenis

Behalve door het wezenlijke teken van het lege graf, is van de verrijzenis van Jezus ook getuigd door de vrouwen, die het eerst Hem ontmoet hebben en die Hem aan de apostelen hebben verkondigd.

Daarna is Jezus “verschenen aan Kefas (Petrus) en daarna aan de Twaalf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk” (1 Kor. 15, 5-6) en aan nog anderen.

De apostelen kunnen de verrijzenis niet verzonnen hebben, want deze scheen hun onmogelijk: Jezus heeft hen zelfs een verwijt gemaakt om hun ongeloof.

Welke “tekenen” getuigen van de verrijzenis van Jezus?

7-1-2013 150 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

127

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 639-644; 656-657

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 2: Hij is de derde dag verrezen uit de doden

Page 151: Compendium, de geloofsbelijdenis

Ook al is de verrijzenis een historisch gebeuren, dat zich door tekenen liet vaststellen en dat door getuigenissen werd bevestigd, gaat zij als de intrede van de mensheid van Christus in de heerlijkheid van God, boven het historische uit als mysterie van het geloof.

Daarom openbaarde de verrezen Christus zich niet aan de wereld, maar aan zijn leerlingen, en maakte hen tot zijn getuigen voor het volk.

Waarom is de verrijzenis tegelijkertijd ook een transcendent gebeuren?

7-1-2013 151 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

128

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 647; 656-657

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 2: Hij is de derde dag verrezen uit de doden

Page 152: Compendium, de geloofsbelijdenis

De verrijzenis van Christus is geen terugkeer tot het aardse leven.

Zijn verrezen lichaam is hetzelfde dat gekruisigd is en de tekenen draagt van het lijden, maar het deelt al in het goddelijk leven met de eigenschappen van een verheerlijkt lichaam.

Daarom staat het de verrezen Jezus volledig vrij aan zijn leerlingen te verschijnen, zoals en waar Hij wil, en onder verschillende gedaanten.

In welke toestand bevindt zich het verrezen lichaam van Jezus?

7-1-2013 152 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

129

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 645-646

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 2: Hij is de derde dag verrezen uit de doden

Page 153: Compendium, de geloofsbelijdenis

De verrijzenis van Christus is een transcendent werk van God.

De drie Personen zijn er samen werkzaam, op de wijze die ieder eigen is: de Vader openbaart zijn macht; de Zoon “neemt” het leven dat Hij vrijwillig heeft gegeven “weer terug” (Joh. 10, 17), door zijn ziel te herenigen met zijn lichaam, dat de Geest levend maakt en verheerlijkt.

In hoeverre is de verrijzenis een werk van de heilige Drie-eenheid?

7-1-2013 153 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

130

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 648-650

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 2: Hij is de derde dag verrezen uit de doden

Page 154: Compendium, de geloofsbelijdenis

De verrijzenis vormt het hoogtepunt van de incarnatie.

Zij bevestigt de godheid van Christus, evenals alles wat Hij gedaan en geleerd heeft, en verwezenlijkt alle beloften die God ons gedaan heeft.

Bovendien is de Verrezene, als Overwinnaar over zonde en dood, het beginsel van onze rechtvaardiging en onze verrijzenis: nu al bewerkt Hij voor ons de genade van het kindschap door aanname, dat ons werkelijk doet delen in zijn leven als eniggeboren Zoon; vervolgens zal Hij later, op het einde der tijden, ons lichaam doen verrijzen.

Wat zijn de zin en de heilsbetekenis van de verrijzenis?

7-1-2013 154 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

131

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 651-655; 658

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 5 - "Jezus Christus is neergedaald ter helle, de derde dag verrezen uit de doden“ Paragraaf 2: Hij is de derde dag verrezen uit de doden

Page 155: Compendium, de geloofsbelijdenis

Veertig dagen nadat Hij zich aan de apostelen had getoond met de trekken van een gewone, menselijke natuur, die zijn heerlijkheid als Verrezene verborgen hielden, stijgt Christus ten hemel op en zet Hij zich neer aan de rechterhand van de Vader.

Hij is de Heer, die voortaan met zijn menselijke natuur heerst in de eeuwige heerlijkheid van de Zoon, en die onophoudelijk voor ons pleit bij de Vader.

Hij zendt ons zijn Geest, en geeft ons de hoop dat wij ons eens bij Hem zullen voegen, omdat Hij voor ons een plaats heeft bereid.

Wat betekent de Hemelvaart?

7-1-2013 155 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

132

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 659-667

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 6 - "Jezus Christus is opgestegen ten hemel, zit aan de rechterhand van God de almachtige Vader"

Page 156: Compendium, de geloofsbelijdenis

Als Heer van de kosmos en van de geschiedenis, en als Hoofd van zijn Kerk, blijft de verheerlijkte Christus op mysterievolle wijze op aarde, waar zijn Rijk als kiem en begin al aanwezig is in de Kerk.

Eens zal Hij wederkomen in heerlijkheid, maar de tijd kennen wij niet. Daarom leven wij in waakzaamheid, terwijl wij bidden: “Kom, Heer” (Openb. 22, 20).

Hoe regeert Jezus, de Heer, nu?

7-1-2013 156 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

133

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 668-674; 680

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 7 - "Vandaar zal Hij komen oordelen, de levenden en de doden“

Page 157: Compendium, de geloofsbelijdenis

Na de laatste kosmische beving van deze wereld, die voorbijgaat, zal de glorievolle komst van Christus aanbreken met de definitieve overwinning van God in de Parousie, en met het laatste oordeel.

Zo zal het Rijk van God tot voltooiing komen.

Hoe zal de glorievolle komst van de Heer zich verwezenlijken?

7-1-2013 157 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

134

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 675-677; 680

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 7 - "Vandaar zal Hij komen oordelen, de levenden en de doden“

Page 158: Compendium, de geloofsbelijdenis

Christus zal de mensen oordelen met de macht die Hij verworven heeft als Verlosser van de wereld, die gekomen is om de mensen te redden.

De geheimen van de harten zullen worden onthuld, evenals het gedrag van eenieder tegenover God en de naaste.

Iedere mens zal overeenkomstig zijn werken ofwel met leven worden overladen, ofwel voor eeuwig worden veroordeeld.

Zo wordt “de gehele omvang van de volheid van de Christus” (Ef. 4, 13) verwezenlijkt, waarbij “God alles in allen” zal zijn (1 Kor. 15, 28).

Hoe zal Christus de levende en de doden oordelen?

7-1-2013 158 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

135

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 678-679; 681-682

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 2: "Ik geloof in Jezus Christus, de enige Zoon van God"

ARTIKEL 7 - "Vandaar zal Hij komen oordelen, de levenden en de doden“

Page 159: Compendium, de geloofsbelijdenis

Geloven in de heilige Geest betekent: de derde Persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid belijden, die voortkomt van de Vader en de Zoon, en die “met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt”.

De Geest werd “in ons hart gezonden” (Gal. 4, 6) opdat wij het nieuwe leven van kinderen van God zouden ontvangen.

Wat wil de Kerk zeggen wanneer zij belijdt: “Ik geloof in de heilige Geest”?

7-1-2013 159 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

136

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 683-686

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

Page 160: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de ondeelbare Drie-eenheid zijn de Zoon en de heilige Geest wel onderscheiden, maar niet te scheiden.

Van in den beginne tot aan het einde van de tijden namelijk, zendt de Vader wanneer Hij zijn Zoon zendt ook zijn Geest, die ons met Christus verenigt door het geloof, opdat wij als aangenomen kinderen God Vader mogen noemen (Rom. 8, 15).

De Geest is onzichtbaar maar wij kennen Hem aan zijn handelen, wanneer Hij ons het Woord openbaart en in de Kerk werkt.

Waarom zijn de zending van de Zoon en de zending van de Geest niet te scheiden?

7-1-2013 160 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

137

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 687-690; 742-743

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 161: Compendium, de geloofsbelijdenis

“Heilige Geest” is de eigennaam van de derde Persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid.

Jezus noemt hem ook de Paracleet (trooster, helper) en Geest der Waarheid. Het Nieuwe Testament noemt Hem bovendien Geest van Christus, Geest des Heren, Geest van God, Geest der heerlijkheid, Geest van de belofte.

Welke benamingen zijn er voor de heilige Geest?

7-1-2013 161 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

138

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 691-693

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 162: Compendium, de geloofsbelijdenis

Met het woord profeten worden hier al degenen bedoeld die door de heilige Geest werden geïnspireerd om te spreken in naam van God.

De Geest leidt de profetieën van het Oude Testament naar hun volledige vervulling in Christus, van wie Hij het mysterie in het Nieuwe Testament onthult.

Wat betekent het dat de Geest “gesproken heeft door de profeten”?

7-1-2013 162 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

140

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 687-688; 702-716

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 163: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Geest vervult Johannes de Doper, de laatste profeet van het Oude Testament, die onder zijn werking wordt gezonden om “een welbereid volk te vormen voor de Heer” (Lc. 1, 17), en om de komst aan te kondigen van Christus, de Zoon van God: degene op wie hij de Geest heeft zien neerdalen en blijven rusten, en “die doopt met de heilige Geest” (Joh. 1, 33).

Wat bewerkt de heilige Geest in Johannes de Doper?

7-1-2013 163 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

141

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 717-720

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 164: Compendium, de geloofsbelijdenis

De heilige Geest brengt In Maria al de verwachtingen van de komst van Christus en de voorbereiding daarop in het Oude Testament tot voltooiing.

Op een unieke manier vervult Hij haar met genade, en maakt haar maagdelijkheid vruchtbaar om de Zoon van God geboren te doen worden in het vlees.

Hij maakt haar tot moeder van de “gehele Christus”, dat wil zeggen tot moeder van Jezus, het Hoofd, en van de Kerk, zijn Lichaam.

Maria is op Pinksterdag bij de Twaalf aanwezig, wanneer de Geest de “eindtijd” inluidt, door de Kerk te voorschijn te doen treden.

Wat is het werk van de Geest in Maria?

7-1-2013 164 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

142

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 721-726; 744

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 165: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Zoon van God is door de zalving van de Geest in zijn menszijn tot Messias gewijd vanaf zijn menswording.

Hij openbaart Hem in zijn onderricht, terwijl Hij de belofte vervult die aan de vaderen is gedaan, en deelt Hem aan de Kerk mee in haar geboorte-uur, door over zijn apostelen te blazen na zijn verrijzenis.

Welke verhouding bestaat er tussen de Geest en Christus Jezus in zijn aardse zending?

7-1-2013 165 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

143

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 727-730; 745-746

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 166: Compendium, de geloofsbelijdenis

Vijftig dagen na zijn verrijzenis, op pinksterdag, stort de verheerlijkte Jezus Christus de Geest in overvloed uit, en maakt Hij Hem kenbaar als goddelijke Persoon, zodat de heilige Drie-eenheid nu ten volle is geopenbaard.

De zending van Christus en van de Geest wordt de zending van de Kerk, gezonden om het mysterie van de drie-ene gemeenschap te verkondigen en te verbreiden.

Wat gebeurt er op Pinksteren?

7-1-2013 166 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

144

"Wij hebben het ware licht gezien, wij hebben de hemelse Geest ontvangen,

wij hebben het ware geloof gevonden: wij aanbidden de ondeelbare Drie-eenheid,

want Zij is het die ons gered heeft.“

(Byzantijnse liturgie, Troparion van de vespers van Pinksteren)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 731-732; 738

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 167: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Geest bouwt, bezielt en heiligt de Kerk: als Geest van liefde geeft Hij aan de gedoopten de goddelijke gelijkenis terug die door de zonde verloren was gegaan, en doet hen leven in Christus, van het leven zelf van de heilige Drie-eenheid.

Hij zendt hen uit, om te getuigen van de waarheid van Christus, en stemt hen af op elkaar in hun onderlinge taken, opdat allen “de vrucht van de Geest” (Gal. 5, 22) dragen.

Wat doet de Geest in de Kerk?

7-1-2013 167 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

145

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 733-741; 747

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 168: Compendium, de geloofsbelijdenis

Door middel van de sacramenten deelt Christus aan de ledematen van zijn lichaam zijn Geest mee en de genade van God, die vruchten draagt in het nieuwe leven overeenkomstig de Geest.

De heilige Geest tenslotte is de Leraar van het gebed.

Hoe werken Christus en zijn Geest in de harten van de gelovigen?

7-1-2013 168 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

146

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 738-741

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 8 - "Ik geloof in de heilige Geest"

Page 169: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het betekent het volk, dat God bijeenroept en van de uiteinden der aarde verzamelt, om de vergadering te vormen van hen die door het geloof en het Doopsel kinderen van God worden, ledematen van Christus en tempel van de heilige Geest.

Wat betekent het woord Kerk?

7-1-2013 169 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

147

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 748-752; 777-804

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 1: De Kerk in Gods heilsbeschikking

Page 170: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de Heilige Schrift vinden wij veel beelden die verschillende, elkaar aanvullende aspecten beklemtonen van het mysterie van de Kerk.

Het Oude Testament geeft de voorkeur aan beelden die samenhangen met het volk van God.

De voorkeur van het Nieuwe Testament gaat uit naar beelden die samenhangen met Christus als het Hoofd van dit volk dat zijn Lichaam is; en aan die welke zijn ontleend aan het herdersleven (schaapstal, kudde, schapen), aan het leven op het land (akker, olijfboom, wijngaard), aan de huizenbouw (woning, steen, tempel), en aan het gezinsleven (bruid, moeder, gezin).

Zijn er andere namen en beelden waarmee de Bijbel de Kerk aanduidt?

7-1-2013 170 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

148

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 753-757

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 1: De Kerk in Gods heilsbeschikking

Page 171: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk vindt haar oorsprong en voltooiing in het eeuwig heilsplan van God. Zij werd in het Oude Verbond voorbereid met de uitverkiezing van Israël, teken van de toekomstige vereniging van alle volken.

Gegrondvest door het woord en de werkzaamheid van Jezus Christus, werd zij vooral verwezenlijkt door zijn verlossende dood en zijn verrijzenis.

Zij werd vervolgens zichtbaar als mysterie van heil door de uitstorting van de heilige Geest op Pinksterdag.

Zij zal op het einde der tijden worden voltooid als de hemelse vergadering van alle verlosten.

Waarin vindt de Kerk haar oorsprong en voltooiing?

7-1-2013 171 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

149

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 758-766; 778

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 1: De Kerk in Gods heilsbeschikking

Page 172: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het is de zending van de Kerk om onder alle volkeren het Rijk van God aan te kondigen en te vestigen, dat door Jezus Christus werd ingeluid.

Op aarde is zij de kiem en het begin van dit heilzame Rijk.

Wat is de zending van de Kerk?

7-1-2013 172 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

150

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 767-769

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 1: De Kerk in Gods heilsbeschikking

Page 173: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk is een mysterie, in zoverre in haar zichtbare werkelijkheid een geestelijke, goddelijke werkelijkheid aanwezig en werkzaam is, die alleen maar met de ogen van het geloof is waar te nemen.

In welke zin is de Kerk een mysterie?

7-1-2013 173 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

151

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 770-773; 779

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 1: De Kerk in Gods heilsbeschikking

Page 174: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat betekent dat de Kerk teken en instrument is van de verzoening en de gemeenschap van heel de mensheid met God, en van de eenheid van heel het menselijk geslacht.

Wat betekent het dat de Kerk universele Sacrament van heil is?

7-1-2013 174 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

152

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 774-776; 780

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 1: De Kerk in Gods heilsbeschikking

Page 175: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk is het volk van God, omdat het God heeft behaagd de mensen niet afzonderlijk te heiligen en te redden, maar door hen tot één enkel volk te maken, verenigd in de eenheid van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.

Waarom is de Kerk het volk van God?

7-1-2013 175 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

153

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 774-776; 780

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 176: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dit volk, waarvan men lid wordt door het geloof in Christus en door het Doopsel, heeft als oorsprong God de Vader, als hoofd Jezus Christus, als levensstand de waardigheid en de vrijheid van de kinderen Gods, als wet het nieuwe gebod van de liefde, als zending de opdracht om het zout der aarde en het licht der wereld te zijn, en als doel het Rijk van God, dat op aarde reeds begonnen is.

Wat zijn de kenmerken van het volk van God?

7-1-2013 176 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

154

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 782

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 177: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het volk van God deelt in de priesterlijke taak van Christus, in zoverre de gedoopten door de heilige Geest gewijd worden om geestelijke offers op te dragen; het deelt in zijn profetische taak in zoverre het door de bovennatuurlijke geloofszin onwankelbaar het geloof aanhangt, er zich in verdiept en ervan getuigt; het deelt in de koninklijke taak door de dienstbaarheid, in navolging van Christus die, ofschoon koning van het heelal, zich tot dienaar maakte van allen, bovenal van de armen en de lijdenden.

In welke zin deelt het volk van God in de drie functies van Christus, als Priester, Profeet en Koning?

7-1-2013 177 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

155

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 783-786

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 178: Compendium, de geloofsbelijdenis

Door de heilige Geest verenigt de gestorven en verrezen Christus zijn gelovigen innig met zichzelf.

Daardoor worden de christengelovigen, in zoverre zij bovenal door de Eucharistie nauw met Hem verbonden zijn, ook onderling in liefde verenigd, door samen één lichaam te vormen, de Kerk, waarvan de eenheid zich verwerkelijkt in de verscheidenheid van ledematen en functies.

Op welke wijze is de Kerk het lichaam van Christus?

7-1-2013 178 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

156

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 787-791; 805-806

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 179: Compendium, de geloofsbelijdenis

Christus is “het hoofd van het lichaam dat de Kerk is” (Kol. 1, 18).

De Kerk leeft van Hem, in Hem en voor Hem.

Christus en de Kerk vormen samen “de gehele Christus”.

“Hoofd en ledematen zijn, om zo te zeggen, één en dezelfde mystieke persoon”.

Wie is het hoofd van dit lichaam?

7-1-2013 179 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

157

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 792-795; 807

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 180: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat de Heer zelf zich heeft aangeduid als “de bruidegom” (Mc. 2, 19), die de Kerk heeft liefgehad en haar door een eeuwig Verbond aan zich gebonden heeft.

Hij heeft zichzelf voor haar gegeven om haar te zuiveren met zijn bloed en “haar te heiligen” (Ef. 5, 26), en tot vruchtbare moeder te maken van alle kinderen van God.

Terwijl de uitdrukking “lichaam” de eenheid doet uitkomen van het “hoofd” met de ledematen, benadrukt het woord “bruid” het onderscheid van beiden in een persoonlijke relatie.

Waarom wordt de Kerk de bruid van Christus genoemd?

7-1-2013 180 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

158

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 796-808

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 181: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat de heilige Geest in het lichaam woont dat de Kerk is: in zijn Hoofd en in zijn ledematen; bovendien bouwt Hij de Kerk op in de liefde, door het woord van God, de sacramenten, de deugden en de charismata.

Waarom wordt de Kerk tempel van de heilige Geest genoemd?

7-1-2013 181 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

159

"Wat onze geest, ik bedoel onze ziel, is voor onze ledematen,

dat is de heilige Geest voor de ledematen van Christus,

voor het lichaam van Christus dat de Kerk is”

(H. Augustinus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 797-798; 809-810

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 182: Compendium, de geloofsbelijdenis

De charismata zijn bijzondere gaven van de heilige Geest, geschonken aan individuele personen voor het welzijn van de mensen, voor de noden van de wereld en in het bijzonder voor de opbouw van de Kerk; aan haar leergezag komt het toe ze te beoordelen.

Wat zijn de charismata?

7-1-2013 182 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

160

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 799-801

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 2: De Kerk - volk van God, lichaam van Christus, tempel van de heilige Geest

Page 183: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk is één omdat zij als oorsprong en voorbeeld de eenheid heeft van de ene God in de drie-eenheid van de Personen; als stichter en hoofd Jezus Christus, die de eenheid van alle volkeren herstelt in één lichaam; als ziel de heilige Geest, die alle gelovigen verenigt in de gemeenschap in Christus.

Zij heeft één enkel geloof, één enkel sacramenteel leven, één enkele apostolische opvolging, een gemeenschappelijke hoop en dezelfde liefde.

Waarom is de Kerk één?

7-1-2013 183 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

161

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 811-815; 866

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 184: Compendium, de geloofsbelijdenis

De ene Kerk van Christus, als een in de wereld gestichte en geordende gemeenschap, verwezenlijkt zich in (subsistit in) de katholieke Kerk, die bestuurd wordt door de opvolger van Petrus en door de bisschoppen in gemeenschap met hem.

Alleen door haar kan men de volheid volheid van de heilsmiddelen verkrijgen. Want de Heer heeft alle goederen van het Nieuwe Verbond alleen aan het apostelcollege toevertrouwd, waarvan Petrus het hoofd is.

Waar bestaat de ene Kerk van Christus?

7-1-2013 184 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

162

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 816; 870

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 185: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de Kerken en kerkelijke gemeenschappen die zich van de volle gemeenschap van de katholieke Kerk hebben afgescheiden, komt men veel elementen van heiliging en waarheid tegen.

Al deze goede elementen komen van Christus en tenderen naar de katholieke eenheid.

De leden van deze Kerken en Gemeenschappen zijn door het Doopsel in Christus ingelijfd: wij erkennen hen daarom als broeders en zusters.

Hoe moet men de niet-katholieke christenen beschouwen?

7-1-2013 185 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

163

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 817-819

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 186: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het verlangen om de eenheid van alle christenen te herstellen is een gave van Christus en een oproep van de heilige Geest.

Het gaat heel de Kerk aan, en verwerkelijkt zich in de bekering van het hart, het gebed, de wederzijdse broederlijke kennismaking, en de theologische dialoog.

Hoe kan men zich voor de eenheid van de christenen inzetten?

7-1-2013 186 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

164

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 817-819

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 187: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk is heilig in zoverre de Allerheiligste God aan haar oorsprong staat; Christus heeft zichzelf voor haar overgeleverd, om haar te heiligen en haar heiligend te maken; de heilige Geest bezielt haar met de liefde.

In haar bevindt zich de volheid van de heilsmiddelen.

De heiligheid is de roeping van al haar leden en het doel van heel haar werkzaamheid.

De Kerk telt onder haar leden de Maagd Maria en talloze heiligen als voorbeelden en voorsprekers.

De heiligheid van de Kerk is de bron van de heiliging van haar kinderen, die hier op aarde erkennen dat zij allen zondaars zijn en steeds bekering en loutering nodig hebben.

In welke zin is de Kerk heilig?

7-1-2013 187 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

165

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 867

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 188: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk is katholiek, dat wil zeggen universeel, omdat Christus in haar tegenwoordig is: “Daar waar Christus is, daar is de katholieke Kerk”

Zij verkondigt het volledige en onvervalste geloof; zij draagt en bedient de volheid van de heilsmiddelen; zij is uitgezonden naar alle volken van alle tijden en culturen.

Waarom wordt de Kerk katholiek genoemd?

7-1-2013 188 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

166

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 817-819

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 189: Compendium, de geloofsbelijdenis

Katholiek is iedere particuliere Kerk (dat wil zeggen een diocees of een eparchie) die gevormd wordt door een gemeenschap van christenen die, wat betreft het geloof en de sacramenten, in gemeenschap zijn met hun bisschop, die in de apostolische successie gewijd is, en met de Kerk van Rome, die “voorzit in de liefde” (H. Ignatius van Antiochië).

Is ook de particuliere Kerk katholiek?

7-1-2013 189 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

167

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 832-835

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 190: Compendium, de geloofsbelijdenis

Alle mensen horen op verschillende wijze tot, of zijn gericht op de katholieke eenheid van het volk van God.

Volledig in de Kerk ingelijfd is degene die, terwijl hij de Geest van Christus heeft, met haar verenigd is door de banden van de geloofsbelijdenis, de sacramenten, de kerkelijke leiding en de gemeenschap (communio).

De gedoopten die deze katholieke eenheid niet ten volle verwerkelijken, bevinden zich in een zekere, zij het onvolmaakte gemeenschap met de katholieke Kerk.

Wie behoort tot de katholieke Kerk?

7-1-2013 190 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

168

“Doch geen mens wordt gered die, hoewel hij bij de Kerk is ingelijfd, in de liefde niet volhardt en in de schoot van de Kerk wel 'met het lichaam',

maar niet 'met zijn hart' aanwezig blijft".

(Lumen Gentium, 14)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 836-838

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 191: Compendium, de geloofsbelijdenis

De katholieke Kerk erkent haar band met het joodse volk in het feit dat God het als eerste van allen heeft uitgekozen om zijn woord te ontvangen.

Aan het joodse volk "behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt Christus voort naar het vlees" (Rom. 9, 4-5).

In onderscheid met de andere niet-christelijke godsdiensten, is het joodse geloof al een antwoord op de openbaring van God in het Oude Verbond.

In welke relatie staat de katholieke Kerk tot het joodse volk?

7-1-2013 191 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

169

“ik bedoel de Israëlieten. Hun behoort het kindschap, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt

Christus lijfelijk voort, Hij die God is, boven alles verheven en geprezen tot in eeuwigheid! Amen.”

(Rom. 9, 4-5)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 839-840

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 192: Compendium, de geloofsbelijdenis

Er is een band, die vóór alles gegeven is door de gemeenschappelijke oorsprong en het gemeenschappelijke doel van het menselijk geslacht.

De katholieke Kerk erkent dat wat er zich aan goeds en waars bevindt in de andere godsdiensten, van God komt en een straal is van zijn waarheid; dat het kan voorbereiden op de ontvangst van het evangelie, en naar de eenheid kan stuwen van de mensheid in de Kerk van Christus.

Welke band bestaat er tussen de katholieke Kerk en de niet-christelijke godsdiensten?

7-1-2013 192 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

170

"Immers, alle volken vormen één gemeenschap;

zij hebben één oorsprong, omdat God heel het menselijk geslacht over de gehele oppervlakte van de aarde deed wonen;

zij hebben ook één einddoel: God, wiens voorzienigheid, bewijzen van goedheid en heilsbeschikkingen zich uitstrekken tot allen, totdat de uitverkorenen verenigd zullen

worden in de heilige stad". (Vat II, Nostra Aetate)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 841-845

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 193: Compendium, de geloofsbelijdenis

Deze uitdrukking betekent dat alle heil komt van Christus het Hoofd, door middel van de Kerk, die zijn Lichaam is.

Daarom kunnen diegenen niet gered worden, die de Kerk kennen als door Christus gesticht en voor het heil noodzakelijk, maar die toch niet tot haar toetreden of in haar volharden.

Tegelijkertijd kunnen, dank zij Christus en zijn Kerk, diegenen het eeuwig heil verkrijgen, die zonder eigen schuld het evangelie van Christus en zijn Kerk niet kennen, maar die met een oprecht hart God zoeken en onder de invloed van de genade zich inspannen zijn wil te volbrengen, zoals zij die gekend wordt door de stem van het geweten.

Wat betekent de uitdrukking: “Buiten de Kerk geen heil”?

7-1-2013 193 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

171

“… en zonder het geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn; wie bij God wil komen, moet geloven dat Hij bestaat en dat Hij allen beloont die Hem zoeken.”

(Hebr. 11, 6)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 846-848

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 194: Compendium, de geloofsbelijdenis

Omdat de opdracht van Christus luidt: "Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest” (Mt. 28, 19).

Deze missionaire opdracht van de Heer heeft als bron de eeuwige liefde van God, die zijn Zoon en zijn Geest gezonden heeft, omdat Hij “wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen" (1 Tim. 2, 4).

Waarom moet de Kerk het evangelie verkondigen aan heel de wereld?

7-1-2013 194 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

172

“Dit is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen.”

(1 Tim. 2, 3-4)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 849-851

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 195: Compendium, de geloofsbelijdenis

Geleid door de heilige Geest zet de Kerk in de loop van de geschiedenis de zending van Christus zelf voort.

Daarom moeten de christenen aan allen Blijde Boodschap verkondigen die Christus heeft gebracht, door zijn weg te volgen, en bereid te zijn, zelfs tot het offer van zichzelf, tot aan het martelaarschap toe.

Op welke wijze is de Kerk missionair?

7-1-2013 195 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

173

“De elf leerlingen trokken naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had aangewezen. Toen ze Hem zagen, vielen ze op de knieën, sommigen twijfelden.

Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.

Ga, en maak alle volkeren tot leerling;

doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest,

en leer hun alles onderhouden wat Ik jullie geboden heb.

Weet wel, Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld.’ “

(Mt. 28, 16-20) DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 852-856

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 196: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk is apostolisch:

• vanwege haar oorsprong, omdat zij is gebouwd op “het fundament van de apostelen” (Ef. 2, 20);

• vanwege haar onderricht, dat het onderricht van de apostelen is;

• vanwege haar structuur, in zoverre zij tot aan de wederkomst van Christus door de apostelen onderricht, geheiligd en geleid wordt, dank zij hun opvolgers, de bisschoppen, in gemeenschap met de opvolger van Petrus.

Waarom is de Kerk apostolisch?

7-1-2013 196 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

174

“…gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten,

waarvan Christus Jezus zelf de hoeksteen is.”

(Ef. 2, 20)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 857; 869

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 197: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het woord apostel betekent gezondene.

Jezus, de gezondene van de Vader, riep twaalf van zijn leerlingen tot zich, en stelde hen aan als zijn apostelen, terwijl Hij hen tot de getuigen van zijn verrijzenis maakte en tot de fundamenten van zijn Kerk.

Hij gaf hun de opdracht zijn zending voort te zetten, met de woorden: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21), en met de belofte bij hen te zullen zijn tot aan de voleinding der wereld.

Waarin bestaat de zending van de apostelen?

7-1-2013 197 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

175

“Hij ging de berg op en riep bij zich wie Hij wilde, en ze kwamen naar Hem toe. Hij stelde er twaalf aan, die Hij ook apostelen noemde, met de bedoeling dat ze Hem

zouden vergezellen, en uitgezonden zouden worden om te verkondigen.”

(Mc. 3, 13-14)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 858-861

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 198: Compendium, de geloofsbelijdenis

De apostolische successie is de overdracht, door het Sacrament van de Wijding, van de zending en de volmacht van de apostelen aan hun opvolgers, de bisschoppen.

Dank zij deze overdracht blijft de Kerk in gemeenschap van geloof en leven verbonden met haar oorsprong, terwijl zij door de eeuwen heen voor de verspreiding van het rijk van Christus op aarde heel haar apostolaat ordent.

Wat is de apostolische successie?

7-1-2013 198 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

176

“Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Alleen wie met Mij verbonden blijft – zoals Ik met hem – draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets.”

(Joh. 15, 5)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 861-865

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 3: De ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk

Page 199: Compendium, de geloofsbelijdenis

Christengelovigen zijn zij die, ingelijfd in Christus door middel van het Doopsel, tot ledematen van het volk van God zijn gemaakt.

Ieder naar eigen staat delend in de priesterlijke, profetische en koninklijke taak van Christus, zijn zij geroepen de zending uit te voeren, die God aan de Kerk heeft toevertrouwd.

Tussen hen bestaat een ware gelijkheid in hun waardigheid als kinderen van God.

Wie zijn de christengelovigen?

7-1-2013 199 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

177

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 871-872

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

"Tussen alle christengelovigen, en wel krachtens hun wedergeboorte in Christus, bestaat een ware gelijkheid in waardigheid en handelen, waardoor allen, ieder

overeenkomstig de eigen plaats en taak, aan de opbouw van het lichaam van Christus meewerken". (Codex Iuris Canonici, can. 208)

Page 200: Compendium, de geloofsbelijdenis

In de Kerk zijn er krachtens goddelijke instelling gewijde bedienaren, die het Sacrament van de Wijding hebben ontvangen en die de hiërarchie van de Kerk vormen.

De andere worden leken genoemd.

Uit elk van deze beide groepen komen gelovigen die zich op bijzondere wijze aan God toewijden door de professie van de evangelische raden van kuisheid in het celibaat, armoede en gehoorzaamheid.

Hoe is het volk van God samengesteld?

7-1-2013 200 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

178

“…er is in de kerk verscheidenheid van bediening, maar eenheid van zending.

Aan de apostelen en hun opvolgers is door Christus de opdracht toevertrouwd om in zijn naam en door zijn macht te onderwijzen, te heiligen en te besturen.

De leken, het priesterlijke, profetische en koninklijke ambt van Christus deelachtig geworden, vervullen echter een eigen taak in de zending van het gehele volk van God

in de Kerk en in de wereld". (Vat. II, Apostolicam Actuositatem 2)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 873; 934

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 201: Compendium, de geloofsbelijdenis

Christus heeft de kerkelijke hiërarchie ingesteld, met de zending om in zijn naam het volk van God te weiden, en hiervoor heeft Hij haar gezag gegeven. De hiërarchie is samengesteld uit de gewijde bedienaren: de bisschoppen, de priesters en de diakens.

Dank zij het Sacrament van de Wijding handelen de bisschoppen en de priesters bij de uitoefening van hun bediening in de naam en in de persoon van Christus, het Hoofd.

De diakens dienen het volk van God in de diaconie (dienst) van het Woord, van de liturgie en van de naastenliefde.

Waartoe heeft Christus de kerkelijke hiërarchie ingesteld?

7-1-2013 201 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

179

“Maar hoe kunnen zij iemand aanroepen in wie zij niet geloven? Hoe kunnen ze in iemand geloven zonder van Hem te hebben gehoord? Hoe kunnen ze over iemand horen, als niemand Hem verkondigt? En hoe kunnen ze verkondigen, als ze niet zijn

gezonden? … Het geloof komt dus voort uit de boodschap, en de boodschap geschiedt in opdracht van Christus.” (Rom. 10, 14,15,17)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 874-876; 935

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 202: Compendium, de geloofsbelijdenis

Naar het voorbeeld van de twaalf apostelen, door Christus uitgekozen en samen uitgezonden, staat de eenheid van de leden van de kerkelijke hiërarchie in dienst van de gemeenschap van alle gelovigen.

Iedere bisschop oefent, als lid van het bisschoppencollege, zijn ambt uit in gemeenschap met de Paus, en wordt zijn deelgenoot in de zorg voor de universele Kerk.

De priesters oefenen hun ambt uit binnen het priestercollege van de particuliere Kerk, in gemeenschap met de bisschop en onder zijn leiding.

Hoe wordt de collegiale dimensie van het kerkelijk ambt verwezenlijkt?

7-1-2013 202 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

180

“…dat ze allen één mogen zijn. Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de heerlijkheid waarin U Mij hebt laten delen, opdat ze één mogen zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen zoals U in Mij; dat hun eenheid volkomen mag zijn, zodat de wereld kan erkennen dat U Mij hebt gezonden en dat U hen hebt liefgehad met de liefde die U Mij

hebt toegedragen.” (Joh. 17, 21-23) DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 877

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 203: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het kerkelijk ambt heeft ook een persoonlijk karakter, in zoverre krachtens het Sacrament van de Wijding ieder verantwoordelijk is ten overstaan van Christus, die hem persoonlijk heeft geroepen en hem de zending heeft verleend.

Waarom heeft het kerkelijk ambt ook een persoonlijk karakter?

7-1-2013 203 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

181

“Jezus antwoordde: ‘Als Ik hem wil laten blijven tot aan mijn komst,

wat gaat jou dat dan aan? Volg Me maar!’ “ (Joh. 21, 22)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 878-879

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

“De volgende dag, toen Hij besloten had om naar Galilea te gaan, ontmoette Hij Filippus. ‘Volg Mij’, zei Jezus tegen hem.” (Joh. 1, 43)

“Hij sprak hen aan: ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem.” (Mt. 4, 19-20)

Page 204: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Paus, bisschop van Rome en opvolger van Petrus, is het blijvend en zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid van de Kerk.

Hij is de plaatsvervanger van Christus, het hoofd van het bisschoppencollege en herder van heel de Kerk, waarover hij krachtens goddelijke instelling de volledige, hoogste, rechtstreekse en universele macht heeft.

Welke zending heeft de Paus?

7-1-2013 204 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

182

“Ik zeg jou: jij bent Petrus; op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen,

en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen.

Ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen,

en wat je op aarde bindt zal ook in de hemel gebonden zijn,

en wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

(Mt. 16, 18-19)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 880-882; 937-937

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 205: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het bisschoppencollege, in gemeenschap met de paus en nooit zonder hem, oefent eveneens de hoogste en volledige macht uit over de Kerk.

Wat is de taak van het bisschoppencollege?

7-1-2013 205 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

183

“Toen ze gegeten hadden vroeg Jezus aan Simon Petrus: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief, meer dan de anderen hier?’ ‘ Ja, Heer,’ zei hij, ‘U weet dat ik van U houd.’

Daarop zei Jezus: ‘Zorg dan voor mijn kudde.’ Nogmaals vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief?’ ‘

Ja, Heer,’ zei hij, ‘U weet dat ik van U houd.’ Daarop zei Jezus: ‘Wees dan een herder voor mijn schapen.’

Nog een derde keer vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van Mij?’ Het deed Petrus pijn dat Hij hem voor de derde keer vroeg of hij van Hem hield, en hij

zei: ‘Heer, U die alles weet, U beseft toch wel dat ik van U houd.’ Daarop zei Jezus: ‘Zorg dan voor mijn schapen.”

(Joh. 21, 15-17)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 883-885

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 206: Compendium, de geloofsbelijdenis

De bisschoppen hebben, in gemeenschap met de paus, de plicht om aan allen getrouw en met gezag het evangelie te verkondigen, als authentieke getuigen van het apostolisch geloof, bekleed met het gezag van Christus.

Door de bovennatuurlijke geloofszin hangt het volk van God het geloof onwankelbaar aan, onder de leiding van het levend leergezag van de Kerk.

Hoe vervullen de bisschoppen hun taak om te onderrichten?

7-1-2013 206 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

184

“Hij zei hun: ‘Trek heel de wereld door om aan elk schepsel de goede boodschap te verkondigen.”

(Mc. 16,15)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 888-890; 939

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 207: Compendium, de geloofsbelijdenis

De onfeilbaarheid verwerkelijkt zich, wanneer de paus van Rome krachtens zijn gezag als opperste herder van de Kerk, of het bisschoppencollege in gemeenschap met de paus, vooral wanneer het in een oecumenisch concilie bijeen is, in een definitieve uitspraak een leer afkondigen inzake geloof of zeden; en ook wanneer de paus en de bisschoppen, bij het uitoefenen van het gewone leergezag, eensgezind een leer als definitief voorhouden.

Met zulke onderrichtingen moet iedere gelovige in de volgzaamheid van het geloof instemmen.

Wanneer is het leergezag onfeilbaar?

7-1-2013 207 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

185

Wanneer de Kerk door middel van haar opperste leergezag iets voorhoudt "als door God geopenbaard te geloven" en als leer van Christus, dan "moet men met de

gehoorzaamheid van het geloof dergelijke definities aanvaarden".

(Dei Verbum, 10; Lumen Gentium, 25)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 891

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 208: Compendium, de geloofsbelijdenis

De bisschoppen heiligen de Kerk door de genade van Christus uit te delen door de bediening van het woord en de Sacramenten, in het bijzonder van de Eucharistie, en ook door hun gebed, hun voorbeeld en hun werk.

Hoe oefenen de bisschoppen de taak uit om te heiligen?

7-1-2013 208 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

186

“Speel niet de baas over hen die aan uw zorgen zijn toevertrouwd,

maar wees een voorbeeld voor de kudde.”

(1 Pt. 5,3)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 893

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 209: Compendium, de geloofsbelijdenis

Als lid van het bisschoppencollege draagt iedere bisschop op collegiale wijze de zorg voor alle particuliere kerken en voor geheel de Kerk, samen met de andere bisschoppen in vereniging met de paus.

De bisschop aan wie een particuliere Kerk wordt toevertrouwd, bestuurt deze met het gezag van zijn eigen, gewone en onmiddellijke, heilige macht, uitgeoefend in naam van Christus, de goede Herder, in gemeenschap met heel de Kerk en onder leiding van de opvolger van Petrus.

Hoe oefenen de bisschoppen hun taak uit om te besturen?

7-1-2013 209 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

187

“Volgt allen de bisschop, zoals Jezus Christus zijn Vader, en

volgt allen het priestercollege als zijn apostelen: en eerbiedigt de diakens als Gods wet. Laat niemand iets van wat de Kerk aangaat, buiten de bisschop om doen.”

(H. Ignatius van Antiochië)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 886-887; 894-896; 938

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 210: Compendium, de geloofsbelijdenis

De lekengelovigen hebben als bijzondere roeping het koninkrijk van God te zoeken, door de tijdelijke werkelijkheid te belichten en te ordenen volgens de wil van God. Zo geven zij gestalte aan de oproep tot heiligheid en apostolaat, die gericht is aan alle gedoopten.

Welke roeping hebben de lekengelovigen?

7-1-2013 210 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

188

“De christengelovigen-leken bevinden zich in het leven van de kerk in de meest vooruit geschoven linie: dankzij hen is de kerk het levensbeginsel van de samenleving. Daarom

moeten vooral zij zich er steeds duidelijker van bewust zijn dat zij niet alleen tot de kerk behoren, maar de kerk zijn, d.w.z. de gemeenschap van gelovigen op aarde onder

leiding van het ene hoofd, de paus, en de bisschoppen in gemeenschap met hem. Zij zijn de kerk.”

(Pius XII . toespraak op 20 februari 1946)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 897-900; 940

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 211: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij hebben daaraan deel door hun leven, vooral in de Eucharistie, op te dragen als een geestelijk offer “dat welgevallig is aan God door Jezus Christus” (1 Pt. 2, 5), met alle werkzaamheden, gebeden en apostolische initiatieven, het gezinsleven en het dagelijkse werk, de geduldig verdragen moeilijkheden van het leven, en de lichamelijke en geestelijke ontspanning. Op die manier dragen ook de leken, toegewijd aan Christus en door de heilige Geest gewijd, de wereld zelf op aan God.

Hoe hebben de leken deel aan de priesterlijke taak van Christus?

7-1-2013 211 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

189

“Laat u als levende stenen opbouwen tot een geestelijke tempel,

tot een heilig priesterschap dat geestelijke offers opdraagt,

die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus.”

(1 Pt, 2, 5)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 901-903

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 212: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij hebben daaraan deel door steeds meer het woord van Christus in geloof aan te nemen, en het aan de wereld te verkondigen met het getuigenis van hun leven en met het woord, door evangeliseringswerk en door catechese. Een dergelijke evangelisatie krijgt een bijzondere uitwerking door het feit dat zij gebeurt in de gewone levensomstandigheden.

Hoe hebben zij deel aan zijn profetische taak?

7-1-2013 212 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

190

“Naargelang van de kennis, de deskundigheid en het aanzien dat zij genieten, hebben de leken het recht, zelfs ook soms de plicht, hun mening over wat het welzijn van de

Kerk aangaat aan de gewijde Herders kenbaar te maken en deze, met behoud van de zuiverheid van geloof en zeden en van de eerbied jegens de Herders, en rekening

houdend met het algemeen nut en de waardigheid van de personen, aan de overige christengelovigen bekend te maken.” (Codex Iuris Canonici, can. 212)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 904-907; 942

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

“Het geloofsonderricht is de taak van iedere prediker en zelfs van iedere gelovige.”

(H. Thomas van Aquino)

Page 213: Compendium, de geloofsbelijdenis

De leken hebben deel aan de koninklijke zending van Christus, doordat zij van Hem de macht ontvangen hebben om in zichzelf en in de wereld de zonde te overwinnen, door zelfverloochening en heiligheid van leven.

Zij oefenen verschillende bedieningen uit ten dienste van de gemeenschap, en doordringen de aardse activiteiten van de mens en de instellingen van de maatschappij met morele waarde.

Hoe hebben zij deel aan zijn koninklijke taak?

7-1-2013 213 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

191

“Wie zijn lichaam onderwerpt en zichzelf beheerst zonder zijn ziel door hartstochten te laten overweldigen, die kan terecht koning genoemd worden,

omdat hij zich met een zekere koninklijke macht in bedwang houdt;

omdat hij zichzelf weet te sturen, en kan beoordelen wat zijn eigen recht is,

zal hij niet verstrikt raken in schuld en zich hals over kop storten in de zonde.”

(H. Ambrosius)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 908-913; 943

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 214: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het gewijde leven is een door de Kerk erkende levensstaat.

Het is een vrij antwoord op een bijzondere oproep van Christus, waarin de gewijden zich geheel aan God toewijden en naar de volmaaktheid van de liefde streven, daartoe bewogen door de heilige Geest.

Een dergelijke toewijding wordt gekenmerkt door de beoefening van de evangelische raden.

Wat is het gewijde leven?

7-1-2013 214 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

192

Het aan God gewijde leven wordt gekenmerkt door de publieke professie van de evangelische raden van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid,

in een blijvende door de Kerk erkende staat van leven.

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 914-930; 944

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Want er zijn eunuchen die zo uit de moederschoot geboren zijn, en er zijn eunuchen die door de mensen zo gemaakt zijn, en er zijn eunuchen die zichzelf zo gemaakt hebben

omwille van het koninkrijk der hemelen. Wie dat kan, moet het begrijpen. (Mt. 19, 12)

Page 215: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het gewijde leven draagt bij aan de zending van de Kerk door een volledige toewijding van zichzelf aan Christus en aan de broeders en zusters, en door getuigenis te geven van de hoop op het hemels koninkrijk.

Wat draagt het gewijde leven bij aan de zending van de Kerk?

7-1-2013 215 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

193

Aangezien het volk van God hier immers geen blijvende woonplaats heeft, maar op zoek is naar de toekomstige, daarom laat de religieuze staat (...) niet alleen de hemelse goederen die reeds in deze wereld aanwezig zijn, aan alle gelovigen zien,

maar legt hij ook getuigenis af van het nieuwe en eeuwige leven dat Christus voor ons verworven heeft door de verlossing en kondigt hij de toekomstige verrijzenis en de

heerlijkheid van het hemels koninkrijk aan.

(Lumen Gentium 44)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 931-933; 945

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 4: De christengelovigen - hiërarchie, leken, gewijd leven

Page 216: Compendium, de geloofsbelijdenis

Deze uitdrukking betekent op vóór alles de gemeenschappelijk deelname van alle leden van de Kerk aan de heilige zaken (sancta): het geloof, de Sacramenten, vooral de Eucharistie, de charismata en de andere geestelijke gaven.

Deze gemeenschap wortelt in de liefde die “niet zichzelf zoekt” (1 Kor. 13, 5), maar die de gelovige er toe beweegt “alles gemeenschappelijk” (Hand. 4, 32) te bezitten, ook de eigen materiële goederen, ten dienste van de armen.

Wat betekent de uitdrukking “gemeenschap van de heiligen”?

7-1-2013 216 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

194

“…Wanneer één lichaamsdeel lijdt, delen alle andere in het lijden;

wordt één lichaamsdeel geëerd, dan delen alle andere in die vreugde.

Welnu, u bent het lichaam van Christus,

en ieder van u is van dit lichaam een onderdeel.”

(1 Kor. 12, 26-27)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 946-953; 960

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 5: De gemeenschap van de heiligen

Page 217: Compendium, de geloofsbelijdenis

Deze uitdrukking slaat ook op de gemeenschap die er is onder de heilige personen (sancti): dat wil zeggen onder hen die door de genade verenigd zijn met de gestorven en verrezen Christus.

Sommigen zijn pelgrims hier op aarde op; anderen zijn uit dit leven heengegaan en zijn aan hun loutering bezig, daarbij geholpen door onze gebeden; anderen tenslotte genieten reeds van de heerlijkheid van God en spreken voor ons ten beste.

Allen tezamen vormen in Christus één gezin, de Kerk, tot lof en heerlijkheid van de Drie-eenheid.

Welke betekenis heeft de uitdrukking gemeenschap van de heiligen nog meer?

7-1-2013 217 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

195

"Derhalve wordt de verbondenheid van hen die op weg zijn, met diegenen die in de vrede van Christus ontslapen zijn, geenszins onderbroken,

integendeel: volgens het eeuwenoud geloof van de Kerk wordt zij nog versterkt door de uitwisseling van geestelijke goederen". (Lumen Gentium, 49, 3)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 954-959; 961-962

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 5: De gemeenschap van de heiligen

Page 218: Compendium, de geloofsbelijdenis

De heilige maagd Maria is Moeder van de Kerk in de orde van de genade, omdat zij Jezus ter wereld heeft gebracht, de Zoon van God, Hoofd van het lichaam dat de Kerk is.

Bij zijn sterven aan het kruis heeft Jezus haar aan de leerling als Moeder aangewezen met deze woorden: “Zie daar, uw Moeder” (Joh. 19, 27).

In welke zin is de heilige Maagd Maria Moeder van de Kerk?

7-1-2013 218 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

196

Door bij de boodschap het "fiat" uit te spreken

en in te stemmen met het mysterie van de menswording,

werkt Maria reeds mee met heel het werk dat haar Zoon moet verrichten.

Waar Hij Heiland en hoofd van het mystiek lichaam is, daar is zij overal moeder.

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 963-966; 973

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 6: Maria – Moeder van Christus, Moeder van de kerk

Page 219: Compendium, de geloofsbelijdenis

Na de Hemelvaart van haar Zoon helpt zij de eerstelingen van de Kerk met haar gebeden.

Ook na haar tenhemelopneming gaat zij door met ten beste te spreken voor haar kinderen, met voor allen een voorbeeld in geloof en liefde te zijn, en met het uitoefenen op hen van een heilzame invloed, die voortvloeit uit de overvloed van Christus’ verdiensten.

De gelovigen zien in haar een beeld van en een vooruitlopen op de verrijzenis die hen wacht, en roepen haar aan als voorspreekster, helpster, bijstand en middelares.

Hoe helpt de Maagd Maria de Kerk?

7-1-2013 219 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

197

“Maria heeft op heel bijzondere wijze meegewerkt aan het werk van de Verlosser

door haar gehoorzaamheid, geloof, hoop en haar vurige liefde

om het bovennatuurlijk leven van de ziel te herstellen. Daarom is zij,

in de orde van de genade, onze moeder geworden". (Lumen Gentium 61)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 967- 970

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 6: Maria – Moeder van Christus, Moeder van de kerk

Page 220: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat is een bijzondere eredienst, maar verschilt wezenlijk van de eredienst van aanbidding, die alleen aan de heilige Drie-eenheid wordt gebracht.

Deze eredienst van speciale verering vindt haar bijzondere uitdrukking in de liturgische feesten die aan de Moeder van God gewijd zijn, en in het gebed tot Maria, zoals de rozenkrans, die een samenvatting is van heel het evangelie.

Wat voor eredienst wordt de heilige Maagd gebracht?

7-1-2013 220 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

198

“…Voortaan prijzen alle generaties mij gelukkig,”

(Lc. 1, 48)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 971

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 6: Maria – Moeder van Christus, Moeder van de kerk

Page 221: Compendium, de geloofsbelijdenis

Wanneer de Kerk naar Maria kijkt, die geheel heilig is en reeds met ziel en lichaam verheerlijkt, beschouwt zij in haar, wat zij zelf op aarde geroepen is te zijn, en wat zij zal zijn in het hemels vaderland.

Hoe is de heilige Maagd Maria het eschatologische beeld van de Kerk?

7-1-2013 221 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

199

"Wij geloven dat de allerheiligste moeder van God, de nieuwe Eva,

de moeder van de Kerk, vanuit de hemel haar rol van moeder ten opzichte van de ledematen van Christus voortzet".

(Credo van het volk van God, 15)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 972; 974-975

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 9 - "Ik geloof in de heilige Katholieke Kerk“ Paragraaf 6: Maria – Moeder van Christus, Moeder van de kerk

Page 222: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het eerste en belangrijkste Sacrament voor de vergeving van de zonde is het Doopsel.

Voor de zonden die na het Doopsel zijn begaan, heeft Christus het Sacrament van de verzoening of boete ingesteld, waardoor de gedoopte weer met God en de Kerk verzoend wordt.

Hoe worden de zonden vergeven?

7-1-2013 222 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

200

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 976-980; 984-985

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 10 - "Ik geloof in de vergeving van de zonden“

"Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping.

Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden."

(Mc. 16, 15-16)

”Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij,

zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt,

een nieuw leven zouden gaan leiden.”

(Rom. 6, 4)

Page 223: Compendium, de geloofsbelijdenis

De Kerk heeft de zending en de macht om zonden te vergeven omdat Christus zelf haar die verleend heeft: “Ontvangt de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven” (Joh. 20, 22-23).

Waarom heeft de Kerk de macht om zonden te vergeven?

7-1-2013 223 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

201

“En dit alles komt van God, die ons door Christus met zich heeft verzoend en ons de dienst van de verzoening heeft toevertrouwd.” (2 Kor. 5, 18)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 981-983; 986-987

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 10 - "Ik geloof in de vergeving van de zonden“

“…en dat in zijn naam de bekering zou worden verkondigd aan alle volken, tot vergeving van zonden. Jullie zullen hiervan getuigen, te beginnen in Jeruzalem.”

(Lc. 24, 47-48)

“Toen kwam Petrus bij Hem en zei: ‘Heer, hoe vaak moet ik mijn broeder vergeven als hij mij iets misdoet? Tot zeven keer toe?’ Jezus zei hem: ‘Niet tot zeven keer toe, zeg Ik

je, maar tot zeventig maal zeven keer toe.” (Mt. 18, 21-22)

Page 224: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het woord lichaam (vlees) duidt de mens aan in zijn zwakte en sterfelijkheid: “Het vlees is de spil van het heil” (Tertullianus).

Wij geloven in God, die de Schepper is van het vlees;

wij geloven in het Woord, dat vleesgeworden is om het vlees te verlossen;

wij geloven in de verrijzenis van het vlees, als de voltooiing van de schepping en verlossing van het vlees.

Wat betekent het woord lichaam (vlees)?

7-1-2013 224 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

202

En als de Geest van Hem die Jezus van de doden heeft opgewekt, in u woont,

zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan,

ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken

door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft

(Rom. 8, 11)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 988-990; 1015

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 11 - "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam"

Page 225: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dat betekent dat de uiteindelijke staat van de mens niet alleen de geestelijke, van het lichaam gescheiden ziel is, maar dat ook ons sterfelijk lichaam weer levend zal worden.

Wat betekent de “verrijzenis van het lichaam”?

7-1-2013 225 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

203

“Hoe kunnen dan sommigen onder u beweren dat er geen opstanding van de doden bestaat? Als er geen opstanding van de doden bestaat, is ook Christus niet verrezen.

En wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en uw geloof eveneens (...). Maar zo is het niet!

Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn

(1 Kor. 15, 12-14.20)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 990-991

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 11 - "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam"

Page 226: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zoals Christus waarlijk verrezen is uit de doden en voor altijd leeft, zo zal Hij zelf allen op de laatste dag tot leven wekken, met een onvergankelijk lichaam: “Die het goede deden zullen te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel” (Joh. 5, 29).

Welke verhouding is er tussen de verrijzenis van Christus en onze verrijzenis?

7-1-2013 226 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

204

“In de doop zijt gij met Hem begraven, maar ook met Hem verrezen,

door uw geloof in de kracht van God, die Hem uit de doden deed opstaan (...).

Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is,

daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods"

(Kol. 2, 12; Kol. 3, 1).

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 988; 1002-1003

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 11 - "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam"

Page 227: Compendium, de geloofsbelijdenis

Door de dood, de scheiding van de ziel en het lichaam, gaat het lichaam tot ontbinding over, terwijl de ziel, die onsterfelijk is, Gods oordeel tegemoet gaat, en erop wacht weer verenigd te worden met het lichaam, wanneer dat bij de wederkomst van de Heer in een veranderde gestalte zal verrijzen.

Het hoe van de verrijzenis gaat ons voorstellingsvermogen en ons verstand te boven.

Wat gebeurt er bij de dood met onze ziel en ons lichaam?

7-1-2013 227 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

205

Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam verrijst.

Als er een natuurlijk lichaam bestaat, bestaat er ook een geestelijk lichaam.”

(1. Kor. 15, 42-44)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 992-1004; 1016-1018

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 11 - "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam"

Page 228: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het betekent sterven in Gods genade, zonder doodzonde.

Wie in Christus gelooft en zijn voorbeeld navolgt, kan zo de eigen dood omvormen tot een daad van gehoorzaamheid en liefde jegens de Vader: “Hoe waar is dit woord: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij met Hem leven” (2 Tim. 2, 11).

Wat betekent sterven in Christus Jezus?

7-1-2013 228 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

206

“Ik sterf niet, ik ga het leven binnen”

(H. Teresia van het Kind Jezus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1005-1014; 1019

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

ARTIKEL 11 - "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam"

“Ik wil God zien en om Hem te zien, moet is sterven”

(H. Teresia van het Kind Jezus)

“Mijn aardse verlangen is gekruisigd; (…) er is in mij een levend water dat murmelt en binnen in mij zegt: “Kom naar de Vader”.

(H. Ignatius van Antiochië)

Page 229: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het eeuwige leven is het leven dat onmiddellijk na de dood begint.

Het zal geen einde kennen.

Het zal voor iedere mens voorafgegaan worden door een bijzonder oordeel door Christus, de rechter over levenden en doden, dat zal worden bevestigd door het laatste oordeel.

Wat is het eeuwig leven?

7-1-2013 229 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

207

“Vertrek, christen, uit deze wereld, in de naam van God, de almachtige Vader, die u geschapen heeft; in de naam van Jezus Christus, de Zoon van de levende God, die voor

u geleden heeft; in de naam van de heilige Geest, die in u is uitgestort; heden zij uw plaats in de vrede en uw woning in het heilige Sion, bij God, met de heilige Moeder van God, de maagd Maria, met de heilige Jozef en met alle engelen en heiligen van

God. (...) Keer terug tot uw Schepper die u uit het stof van de aarde heeft gevormd. De heilige Maria, de engelen en alle heiligen, mogen u tegemoet komen hij uw heengaan

uit dit leven. (...) Moogt gij uw Verlosser zien van aangezicht tot aangezicht (...).“

(De ziekenzalving)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1020

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 230: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het is het oordeel van de onmiddellijke vergelding, die ieder na zijn dood in zijn onsterfelijke ziel ontvangt, overeenkomstig zijn geloof en zijn werken. Deze vergelding bestaat in de toegang tot de gelukzaligheid van de hemel, onmiddellijk dan wel na een evenredige loutering, of tot de eeuwige verdoemenis in de hel.

Wat is het bijzonder oordeel?

7-1-2013 230 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

208

“Toen kwam de arme te sterven; de engelen droegen hem in de schoot van Abraham. Ook de rijke stierf, en werd begraven.”

(Lc. 16,22)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1021-1022; 1051-1052

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Daarop zei hij: ‘Jezus, vergeet mij niet wanneer U in uw koninkrijk komt.’

Hij zei tegen hem: ‘Ik beloof je, vandaag nog zul je bij Mij zijn in het paradijs.’

(Lc. 23, 42-43)

Page 231: Compendium, de geloofsbelijdenis

Onder “hemel” verstaat men de staat van het hoogste en definitieve geluk. Wie in de genade van God sterven en geen verdere loutering nodig hebben, worden verenigd rond Jezus en Maria, met de engelen en met de heiligen.

Zo vormen zij Kerk van de hemel, waar zij God “van aangezicht tot aangezicht” (1 Kor. 13, 12) zien, met de Allerheiligste Drie-eenheid in een gemeenschap van liefde leven, en voor ons ten beste spreken.

Wat verstaat men onder “hemel”?

7-1-2013 231 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

209

“De Vader is naar zijn wezen en in waarheid het Leven.

Over alles stort Hij door zijn Zoon en in de heilige Geest zijn hemelse gaven uit.

Maar het eeuwig leven heeft Hij in zijn mensenliefde

zeker en vast beloofd aan ons mensen”

(H. Cyrillus van Jeruzalem)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1023-1026; 1053

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 232: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het vagevuur is de staat van degenen die in vriendschap met God sterven, maar die, ofschoon zij van hun eeuwigheid verzekerd zijn, nog loutering nodig hebben om in de hemelse gelukzaligheid binnen te gaan.

Wat is het vagevuur?

7-1-2013 232 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

210

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1030-1031; 1054

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

“Als iemand de Mensenzoon weerspreekt, zal het hem vergeven worden.

Maar als iemand de heilige Geest weerspreekt, zal het hem niet vergeven worden, niet in deze tijd en niet in de komende.”

(Mt. 12,31)

Op grond van deze uitspraak kunnen wij aannemen dat bepaalde zonden vergeven kunnen worden in deze wereld, maar andere in de komende wereld.

(H. Gregorius de Grote)

Page 233: Compendium, de geloofsbelijdenis

Krachtens de gemeenschap van de heiligen kunnen de gelovigen die noch bezig zijn met hun aardse pelgrimstocht, de zielen in het vagevuur helpen door voor hen voorbeden op te dragen, vooral het eucharistisch offer, maar ook aalmoezen, aflaten en werken van boetvaardigheid.

Hoe kunnen wij de zielen in het vagevuur helpen?

7-1-2013 233 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

211

“Laten wij hun nu hulp bieden en ons om hun nagedachtenis bekommeren.

Als immers de kinderen van Job door het offer van hun vader gereinigd zijn (Job, 1, 5-8) waarom twijfelt gij er dan aan dat onze offers voor de doden

hun enige troost verschaffen? (...)

Laten wij dus niet moe worden hulp te bieden aan hen die heengegaan zijn en onze gebeden voor hen op te dragen.”

(H. Johannes Chrysostomus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1032; 1055

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 234: Compendium, de geloofsbelijdenis

Zij bestaat in de eeuwige verdoemenis van diegenen die uit vrije keuze in doodzonde sterven.

De ergste straf van de hel bestaat in het eeuwig gescheiden zijn van God.

In Hem alleen immers kan de mens het leven en het geluk vinden, waartoe hij geschapen is en waarnaar hij streeft.

Christus vat deze werkelijkheid samen in de woorden: “Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur!” (Mt. 25, 41).

Waarin bestaat de hel?

7-1-2013 234 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

212

“De mens zonder liefde is nog in het gebied van de dood.

Ieder die zijn broeder haat, is een moordenaar,

en u weet dat een moordenaar het eeuwig leven niet blijvend in zich heeft.”

(1 Joh. 3, 14-15)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1033-1035; 1056-1057

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 235: Compendium, de geloofsbelijdenis

God wil weliswaar “dat allen tot inkeer komen” (2 Pt. 3, 9), maar hij heeft de mens vrij geschapen en met een eigen verantwoordelijkheid, en Hij respecteert zijn keuzes.

Het is daarom de mens zelf die zich in volkomen autonomie vrijwillig uitsluit van de gemeenschap met God als hij tot aan zijn dood in de doodzonde volhardt en de barmhartige liefde van God afwijst.

Hoe gaat het bestaan van de hel samen met de oneindige goedheid van God?

7-1-2013 235 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

213

“Ga binnen door de nauwe poort.

Want wijd is de poort en breed is de weg die naar de ondergang leidt;

er zijn vele mensen die daarlangs gaan.

Hoe nauw is de poort en hoe smal de weg die naar het leven leidt;

er zijn maar weinig mensen die hem vinden.”

(Mt. 7, 13-14)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1036-1037

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 236: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het laatste (algemene) oordeel zal bestaan in een vonnis tot gelukzalig leven of tot eeuwige verdoemenis, dat de Heer Jezus bij zijn wederkomst als rechter over levenden en doden, zal vellen over de “rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Hand. 24, 15) die allen voor Hem bijeengebracht zullen zijn.

Na het laatste oordeel zal het verrezen lichaam deel krijgen aan de vergelding, die de ziel in het bijzonder oordeel heeft ontvangen.

Waarin zal het laatste oordeel bestaan?

7-1-2013 236 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

214

“Ik heb mijn hoop gevestigd op God en evenals deze mannen hier verwacht ik dat er een opstanding zal zijn van rechtvaardigen en onrechtvaardigen.”

(Hand. 24, 15)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1038-1041; 1058-1059

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 237: Compendium, de geloofsbelijdenis

Dit laatste oordeel zal plaatshebben aan het einde van de wereld, waarvan alleen God dag en uur kent.

Wanneer zal dit oordeel plaatshebben?

7-1-2013 237 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

215

“Wees daar niet verwonderd over: er komt een uur waarop allen die in het graf liggen zijn stem zullen horen en eruit zullen komen; wie goed hebben gedaan zullen opstaan om te leven, wie kwaad hebben gedaan zullen opstaan om veroordeeld te worden”

(Joh. 5, 29)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1040

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

“Wanneer de Mensenzoon komt, bekleed met zijn heerlijkheid en rondom Hem alle engelen, dan zal Hij plaatsnemen op de troon van zijn heerlijkheid.

Alle volkeren zullen vóór Hem bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. De schapen zal Hij aan

zijn rechterhand opstellen, de bokken aan zijn linkerhand.”

“Zij zullen naar de eeuwige straf gaan, maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven” (Mt. 25, 31-33,46)

Page 238: Compendium, de geloofsbelijdenis

Na het laatste oordeel zal ook het heelal zelf, verlost uit de slavernij van de vergankelijkheid, delen in de heerlijkheid van Christus, bij het aanbreken van de “nieuwe hemel” en de “nieuwe aarde” (2 Pt. 3, 13).

Daarmee zal het rijk Gods zijn volheid bereiken, dat wil zeggen de definitieve verwezenlijking van Gods heilsplan om “in Christus alles onder één hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde”.

God zal dan “alles in allen” zijn (1 Kor. 15, 28), in het eeuwig leven.

Wat houdt de hoop in op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde?

7-1-2013 238 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

216

Ook de schepping verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen(...). Maar zij is niet zonder hoop, want ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der

vergankelijkheid (...). Wij weten immers dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd door. En niet alleen zij, ook wij zelf, die toch reeds de eerstelingen van de

Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten over ons eigen lot, zolang wij nog wachten op de verlossing van ons lichaam {Rom. 8,19.23}.

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1042-1050; 1060

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest" ARTIKEL 12 - "Ik geloof in het eeuwig leven”

Page 239: Compendium, de geloofsbelijdenis

Het hebreeuwse woord Amen, waarmee ook het laatste boek van de heilige Schrift, enige gebeden van het Nieuwe Testament en de liturgische gebeden van de Kerk sluiten, betekent ons vertrouwvolle en onbeperkte “ja” op wat wij beleden hebben te geloven, terwijl wij volledig vertrouwen op Hem die het definitieve "Amen" is: (Openb. 3, 14): Christus, de Heer.

Wat betekent het Amen waarmee onze geloofsbelijdenis sluit?

7-1-2013 239 Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk

217

“Laat de geloofsbelijdenis voor u als een spiegel zijn.

Bekijk uzelf, of u alles gelooft, wat u belijdt te geloven en

verheug u iedere dag om uw geloof.”

(H. Augustinus)

DE GELOOFSBELIJDENIS CKK 1061-1065

Sectie 2: De belijdenis van het christelijk geloof Hoofdstuk 3: “Ik geloof in de heilige Geest"

"Amen"