mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande...

24
SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS COMPACT MILIEU 1 Uitgelicht Hogere opbrengst zonnepanelen in 2014 In 2014 waren er ruim 1.800 zonuren, ongeveer 200 meer dan gemiddeld. Uit berekeningen van Milieu Centraal blijkt dat de opbrengst van zon- nepanelen hierdoor vijf procent hoger was dan in een gemiddeld jaar. Voor heel Nederland is de extra opbrengst vergelijkbaar met het stroom- verbruik van ongeveer 13.000 huishoudens. Sterke daling aanhang natuurorganisaties Natuur- en milieuorganisaties zien hun aan- hang sterk dalen. Onderzoek van Vroege Vogels toont aan dat in 2014 het aantal donateurs en le- den met ruim 60.000 is verminderd. De groene aanhang is terug op het niveau van 1998. In to- taal hebben de ruim honderd grote en landelijke organisaties nu 3.635.266 leden en donateurs. De grootste organisatie blijſt het Wereld Natuur Fonds, maar dat verliest wel 22.800 donateurs. Van alle groene clubs staat twee derde op verlies. Minder afval aan de straat Nederlanders hebben in 2013 wekelijks 9,5 ki- logram afval aan de straat gezet. Dat is bijna een halve kilo minder dan in 2012. Sinds 2008 daalt de hoeveelheid afval per Nederlander gestaag. In 2008 werd per week nog 10,8 kilo opgehaald. Zeeuwen zetten wekelijks 13,3 kilo afval aan de straat en zijn daarmee de koplo- pers. Inwoners van Overijssel zetten wekelijks het minste afval aan de straat, namelijk 8,9 kilo. Nieuw vloersysteem doorbraak in klimaattechniek Foto: Michiel Wijnbergh Uniwarm, deelnemer van het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo), heeft een nieuwe, duurzame klimaatvloer ontwikkeld. De zogeheten RIHO PCM-klimaatvloer, gebaseerd op Phase Change Materials (PCM’s), is een doorbraak in kli- maattechniek. Door toepassing van deze vloer kan het verwar- mingsvermogen van een gebouw met maar liefst 50% worden teruggebracht. Hierdoor volstaat een veel kleinere warmtebron, waardoor een HR-ketel of gasaansluiting zelfs overbodig kunnen zijn. Ook zorgt een RIHO PCM-vloer voor een constantere binnentemperatuur. Nummer 1 Jaargang 27 13 januari 2015

Transcript of mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande...

Page 1: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS

compactmILIEU

mILIEU compact

124

UitgelichtHogere opbrengst

zonnepanelen in 2014

In 2014 waren er ruim 1.800 zonuren, ongeveer 200 meer dan gemiddeld. Uit berekeningen van Milieu Centraal blijkt dat de opbrengst van zon-nepanelen hierdoor vijf procent hoger was dan in een gemiddeld jaar. Voor heel Nederland is de extra opbrengst vergelijkbaar met het stroom-verbruik van ongeveer 13.000 huishoudens.

Sterke daling aanhang natuurorganisaties

Natuur- en milieuorganisaties zien hun aan-hang sterk dalen. Onderzoek van Vroege Vogels toont aan dat in 2014 het aantal donateurs en le-den met ruim 60.000 is verminderd. De groene aanhang is terug op het niveau van 1998. In to-taal hebben de ruim honderd grote en landelijke organisaties nu 3.635.266 leden en donateurs. De grootste organisatie blijft het Wereld Natuur Fonds, maar dat verliest wel 22.800 donateurs. Van alle groene clubs staat twee derde op verlies.

Minder afval aan de straat

Nederlanders hebben in 2013 wekelijks 9,5 ki-logram afval aan de straat gezet. Dat is bijna een halve kilo minder dan in 2012. Sinds 2008 daalt de hoeveelheid afval per Nederlander gestaag. In 2008 werd per week nog 10,8 kilo opgehaald. Zeeuwen zetten wekelijks 13,3 kilo afval aan de straat en zijn daarmee de koplo-pers. Inwoners van Overijssel zetten wekelijks het minste afval aan de straat, namelijk 8,9 kilo.

Nieuw vloersysteem doorbraak in klimaattechniek

Foto: Michiel Wijnbergh

Uniwarm, deelnemer van het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo), heeft een nieuwe, duurzame klimaatvloer ontwikkeld. De zogeheten RIHO PCM-klimaatvloer, gebaseerd op Phase Change Materials (PCM’s), is een doorbraak in kli-maattechniek.

Door toepassing van deze vloer kan het verwar-mingsvermogen van een gebouw met maar liefst 50% worden teruggebracht. Hierdoor volstaat een veel kleinere warmtebron, waardoor een HR-ketel of gasaansluiting zelfs overbodig kunnen zijn. Ook zorgt een RIHO PCM-vloer voor een constantere binnentemperatuur.

Nummer 1Jaargang 27 13 januari 2015

Page 2: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

2 3

BEDRIJF

In 2015 opnieuw fiscaal voordeel voor milieu-investeringen

Op 30 december is de Energielijst 2015 gepubliceerd. De lijst bevat meer dan 160 energiebesparende tech-nieken die in aanmerking komen voor de Energie-in-vesteringsaftrek (EIA). De EIA is een fiscale regeling die bedrijven fiscaal voordeel biedt bij het nemen van energiebesparende maatregelen. In 2015 is het EIA-budget € 106 miljoen. Met deze regeling stimuleert het ministerie van Economische Zaken duurzaam on-dernemen. Vanaf 1 januari 2015 komen verschillende vormen van energiezuinige koeling van serverruimten in aanmerking voor fiscaal voordeel. Bij koeling van serverruimten kan in veel gevallen aanzienlijk energie worden bespaard. Ondernemers kunnen ook de EIA aanvragen voor technieken die niet specifiek op de lijst staan, maar die wel voldoende energie besparen.

Op 30 december is ook de Milieulijst 2015 gepubli-ceerd. Op de lijst staan alle milieu-investeringen die in aanmerking komen voor de Milieu-investerings-aftrek (MIA) en/of de Willekeurige Afschrijving Mi-lieu-investeringen (Vamil), de fiscale stimulerings-regelingen van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Financiën. Bedrijven die investeren in technieken die op de Milieulijst staan, kunnen tot 36% van de investeringskosten aftrekken van hun fiscale winst. Ieder jaar past de Rijksdienst voor On-dernemend Nederland (RVO.nl) de Milieulijst aan de nieuwe ontwikkelingen aan.

In de afgelopen jaren kwamen duurzame gebouwen voor zowel MIA als Vamil in aanmerking. In 2015 ko-men investeringen in duurzaam bouwen alleen nog voor MIA in aanmerking. De termijn voor afgifte van de vereiste certificaten is op verzoek van de markt verruimd.

De regeling biedt in 2015 ook fiscaal voordeel voor het toepassen van natuurlijke koudemiddelen in be-staande koelinstallaties. Een nu gebruikt koudemid-del, dat een stof bevat die de ozonlaag aantast en een groot broeikaseffect heeft, mag per 1 januari niet meer worden toegepast in koelinstallaties.

Investeren in elektrische en hybride auto’s wordt in 2015 eveneens fiscaal ondersteund. Daar-

voor hanteren de regelingen net als in 2014 een maximumbedrag per auto. Hybride auto’s met dieselmotoren komen niet meer in aanmer-king, omdat die nog te veel schadelijke stof-fen uitstoten. Informatie: www.rvo.nl/miavamil rvo.nl

Nieuw vloersysteem doorbraak in klimaattechniek

Uniwarm, deelnemer van het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo), heeft een nieuwe, duurzame klimaatvloer ontwikkeld. De zogeheten RIHO PCM-klimaatvloer, gebaseerd op Phase Chan-ge Materials (PCM’s), is een doorbraak in klimaat-techniek. Het vloersysteem is op basis van deze technologie voorzien van geïntegreerde verwarming en koeling voor respectievelijk koude en warme maanden. PCM’s in de vloer fungeren als een soort thermische accu, die bij een specifieke temperatuur thermische energie kan opslaan: de RIHO PCM-kli-maatvloer neemt vanaf 23 graden warmte op - en buffert deze - en geeft bij een temperatuur lager dan 23 graden warmte af. 1kg PCM heeft hetzelfde cu-mulatieve vermogen als 30 kg beton.

De duurzame kwaliteiten van de nieuwe klimaat-vloer zijn ongekend. Door toepassing van deze vloer kan het verwarmingsvermogen van een ge-bouw met maar liefst 50% worden teruggebracht. Hierdoor volstaat een veel kleinere warmtebron, waardoor een HR-ketel of gasaansluiting zelfs overbodig kunnen zijn. Ook zorgt een RIHO PCM-vloer voor een constantere binnentemperatuur. Een PCM-vloer is universeel toepasbaar in (meer-laagse) woningbouw en utiliteitsbouw en in zowel nieuwbouw-, herbestemmings- als renovatieprojec-ten. Op een RIHO PCM-vloer kan elk type vloer-bedekking worden gelegd. De totale opbouwhoogte bedraagt slechts 36 millimeter, maar bij bepaalde bestaande vloertypes is slechts een opbouwlaag nodig van 18 millimeter Informatie: www.icdubo.nl Persbericht ICDuBo, 05-01-2015

FrieslandCampina voert prestatieafhankelijke duurzaamheidstoeslag in

Met ingang van 2015 ontvangen leden-melkvee-houders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina afhankelijk van hun duurzaamheidsprestaties een toeslag. In de praktijk betekent dit dat ‘Foqus planet’, het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma van de zuivelcoöperatie, naar een systeem met scherpere basiseisen gaat, inclusief herstelkans en een belo-

2 3

Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, in-dien zij niet twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk zijn opgezegd. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van Milieu Compact, aanvaardt de uitgever noch de redactie enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor gevolgen daarvan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.ISSN 1385-6464.

Jan de GraafHoofdredacteur

Louise van den BroekEindredacteur

Jan van den BroekSenior adviseur Omgevingsrecht

Robert DonkersCoördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel

Thieu KortenSpecial advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)

John ZigenhornJurist Stichting Advisering Bestuurs-rechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening

Redactieadres DG CommunicatiePostbus 1581600 AD Enkhuizen0228-326068graafcom@wxs.nlwww.dgcommunicatie.nlwww.milieucompact.nl

Abonnementen Milieu Compact verschijnt 23x per jaar. Ieder nummer telt 24-pagina’s geordend en samengevat milieunieuws. Ook ontvangt u ieder kwartaal een handig overzicht van de voort-gang van Europese wetgeving. Daarnaast heeft u toegang tot het unieke online-archief van tien jaargangen Milieu Compact. Een abonnement op het meest complete milieutijd-schrift van Nederland kost € 549,- p/j (excl. 6% BTW).

INHOUDBEDRIJFIn 2015 opnieuw fiscaal voordeel voor milieu-investeringen 3Nieuw vloersysteem doorbraak in klimaattechniek 3FrieslandCampina voert prestatieafhankelijke duurzaamheidstoeslag in 3Overname door Ramboll van consultancyfirma ENVIRON 4

SCHALIEGASStart onderzoek naar gevolgen schaliegaswinning voor watersysteem 4

OVERHEIDStart innovatieve proef met zonnepanelen op geluidsschermen 5Provincie Noord-Holland investeert extra in groen gas en duurzaam innoveren 5Minder stikstof in natuurgebieden 5Gaswinning Groningen extra verminderd, woningen sneller verstevigd 6Friesland tegen windmolens in IJsselmeer 6Breda gaat voor duurzaam bodemgebruik 6Dwingender beleid nodig voor energiebesparing in bestaande gebouwen 6

KLIMAATBELEIDVoorstellen voor klimaatbeleid stap vooruit 7Mondiale CO2-uitstoot bereikt nieuw record, maar groei gaat langzamer 7

LUCHTKWALITEITGemeente Leiden neemt 20 elektrische scooters in gebruik 8Luchtkwaliteit in Nederland steeds beter 8Natuur en Milieufederatie start campagne schonere lucht 8

DUURZAME ONTWIKKELINGGPR Gebouw Certificaat nu ook door expert aan te vragen 9Digitaal platform biedt mogelijkheid mee te praten over duurzaamheid en verstedelijking 9Greenchoice en Windunie verstevigen samenwerking 9Pectine en brandstof uit koffiepulp en -drab 10Overheden en bedrijven kunnen van elkaar leren bij duurzaamheidsrapportages 10

HANDHAVINGAanpassing meetnormen aan Europese horizontale normen 11Normontwerp veiligheidsbeheerssysteem voor buisleidingsystemen 11Publieksvriendelijke samenvattingen inspectierapporten 11

EUROPESE UNIEBrussel bereikt akkoord over vangstquota 12Kwart Europese bevolking blootgesteld aan schadelijke verkeerslawaai 12Nederland pleit voor snelle aanpak uitstoot broeikasgassen 12

INTERNATIONAALComputermodel ontwikkeling CO2 in de atmosfeer 13

WETENSCHAP Industriële restwarmte kan opbrengst blauwe energie verdrievoudigen 13KU Leuven verovert plaats in Europese innovatiegemeenschappen rond grondstoffen en gezondheid 13Verband tussen autisme en luchtvervuiling tijdens zwangerschap 14

PUBLICATIESStabilisatie aantal biologische landbouwbedrijven 14Opnieuw daling elektriciteitsproductie 14Ontwerpen voor een veilige omgeving 15Energieneutraal maken woning kost maximaal 35.000 euro 15

BERICHTENRecordaantal deelnemers aan Energiestrijd Zorghuizen 15

RECHTSPRAAKCapaciteit van asfaltcentrale en puinbreker moet beperkt 16Evaluatie Bestuurlijke Lus Awb en internationale rechtsvergelijking 16Bestemmingsplan gasontvangstation en externe veiligheid 16Vaststelling veiligheidscontour Europoort en Landtong 17Windturbine en verzoek om stellen maatwerkvoorschriften 17Omgevingsvergunning voor verwerken asbesthoudend staalschroot en Kaderrichtlijn 18Bestemmingsplan bedrijventerrein en persoonlijk belang appellant 18Vergunning Ontgrondingenwet en advies Commissie voor de milieueffectrapportage 18Bestemmingsplan en bezonningseisen woningen 19Bestemmingsplan en uitbreiding intensieve veehouderij in extensiveringsgebied 19Aanleg Noord/Zuidlijn en tegemoetkoming voor langdurige overlast 19Tracébesluit A2 ‘s-Hertogenbosch-Eindhoven en gevolgen voor 19Natura 2000-gebied Bestemmingsplan horeca en vaststelling maatwerkvoorschriften 19

OMGEVINGSVERGUNNING / WABOProvincies en gemeenten stellen kwaliteitseisen aan omgevingsdiensten 19Resultaten Nationale Dag van de Omgevingswet 2014 gebundeld 20Amendement dringt aan op verplicht advies Commissie mer voor alle project-MER procedures 20ChristenUnie wil verplichte gemeentelijke omgevingsvisie in Omgevingswet 21

WET EN REGELGEVINGAanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 gewijzigd 21Wijziging kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw 21Dijksma gaat regeldruk natuurwet beter in beeld brengen 22Nalevingsverslagen van de geluidproductieplafonds langs rijkswegen en spoorwegen 22

Page 3: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

2 3

BEDRIJF

In 2015 opnieuw fiscaal voordeel voor milieu-investeringen

Op 30 december is de Energielijst 2015 gepubliceerd. De lijst bevat meer dan 160 energiebesparende tech-nieken die in aanmerking komen voor de Energie-in-vesteringsaftrek (EIA). De EIA is een fiscale regeling die bedrijven fiscaal voordeel biedt bij het nemen van energiebesparende maatregelen. In 2015 is het EIA-budget € 106 miljoen. Met deze regeling stimuleert het ministerie van Economische Zaken duurzaam on-dernemen. Vanaf 1 januari 2015 komen verschillende vormen van energiezuinige koeling van serverruimten in aanmerking voor fiscaal voordeel. Bij koeling van serverruimten kan in veel gevallen aanzienlijk energie worden bespaard. Ondernemers kunnen ook de EIA aanvragen voor technieken die niet specifiek op de lijst staan, maar die wel voldoende energie besparen.

Op 30 december is ook de Milieulijst 2015 gepubli-ceerd. Op de lijst staan alle milieu-investeringen die in aanmerking komen voor de Milieu-investerings-aftrek (MIA) en/of de Willekeurige Afschrijving Mi-lieu-investeringen (Vamil), de fiscale stimulerings-regelingen van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Financiën. Bedrijven die investeren in technieken die op de Milieulijst staan, kunnen tot 36% van de investeringskosten aftrekken van hun fiscale winst. Ieder jaar past de Rijksdienst voor On-dernemend Nederland (RVO.nl) de Milieulijst aan de nieuwe ontwikkelingen aan.

In de afgelopen jaren kwamen duurzame gebouwen voor zowel MIA als Vamil in aanmerking. In 2015 ko-men investeringen in duurzaam bouwen alleen nog voor MIA in aanmerking. De termijn voor afgifte van de vereiste certificaten is op verzoek van de markt verruimd.

De regeling biedt in 2015 ook fiscaal voordeel voor het toepassen van natuurlijke koudemiddelen in be-staande koelinstallaties. Een nu gebruikt koudemid-del, dat een stof bevat die de ozonlaag aantast en een groot broeikaseffect heeft, mag per 1 januari niet meer worden toegepast in koelinstallaties.

Investeren in elektrische en hybride auto’s wordt in 2015 eveneens fiscaal ondersteund. Daar-

voor hanteren de regelingen net als in 2014 een maximumbedrag per auto. Hybride auto’s met dieselmotoren komen niet meer in aanmer-king, omdat die nog te veel schadelijke stof-fen uitstoten. Informatie: www.rvo.nl/miavamil rvo.nl

Nieuw vloersysteem doorbraak in klimaattechniek

Uniwarm, deelnemer van het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo), heeft een nieuwe, duurzame klimaatvloer ontwikkeld. De zogeheten RIHO PCM-klimaatvloer, gebaseerd op Phase Chan-ge Materials (PCM’s), is een doorbraak in klimaat-techniek. Het vloersysteem is op basis van deze technologie voorzien van geïntegreerde verwarming en koeling voor respectievelijk koude en warme maanden. PCM’s in de vloer fungeren als een soort thermische accu, die bij een specifieke temperatuur thermische energie kan opslaan: de RIHO PCM-kli-maatvloer neemt vanaf 23 graden warmte op - en buffert deze - en geeft bij een temperatuur lager dan 23 graden warmte af. 1kg PCM heeft hetzelfde cu-mulatieve vermogen als 30 kg beton.

De duurzame kwaliteiten van de nieuwe klimaat-vloer zijn ongekend. Door toepassing van deze vloer kan het verwarmingsvermogen van een ge-bouw met maar liefst 50% worden teruggebracht. Hierdoor volstaat een veel kleinere warmtebron, waardoor een HR-ketel of gasaansluiting zelfs overbodig kunnen zijn. Ook zorgt een RIHO PCM-vloer voor een constantere binnentemperatuur. Een PCM-vloer is universeel toepasbaar in (meer-laagse) woningbouw en utiliteitsbouw en in zowel nieuwbouw-, herbestemmings- als renovatieprojec-ten. Op een RIHO PCM-vloer kan elk type vloer-bedekking worden gelegd. De totale opbouwhoogte bedraagt slechts 36 millimeter, maar bij bepaalde bestaande vloertypes is slechts een opbouwlaag nodig van 18 millimeter Informatie: www.icdubo.nl Persbericht ICDuBo, 05-01-2015

FrieslandCampina voert prestatieafhankelijke duurzaamheidstoeslag in

Met ingang van 2015 ontvangen leden-melkvee-houders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina afhankelijk van hun duurzaamheidsprestaties een toeslag. In de praktijk betekent dit dat ‘Foqus planet’, het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma van de zuivelcoöperatie, naar een systeem met scherpere basiseisen gaat, inclusief herstelkans en een belo-

2 3

Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, in-dien zij niet twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk zijn opgezegd. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van Milieu Compact, aanvaardt de uitgever noch de redactie enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor gevolgen daarvan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.ISSN 1385-6464.

Jan de GraafHoofdredacteur

Louise van den BroekEindredacteur

Jan van den BroekSenior adviseur Omgevingsrecht

Robert DonkersCoördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel

Thieu KortenSpecial advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)

John ZigenhornJurist Stichting Advisering Bestuurs-rechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening

Redactieadres DG CommunicatiePostbus 1581600 AD Enkhuizen0228-326068graafcom@wxs.nlwww.dgcommunicatie.nlwww.milieucompact.nl

Abonnementen Milieu Compact verschijnt 23x per jaar. Ieder nummer telt 24-pagina’s geordend en samengevat milieunieuws. Ook ontvangt u ieder kwartaal een handig overzicht van de voort-gang van Europese wetgeving. Daarnaast heeft u toegang tot het unieke online-archief van tien jaargangen Milieu Compact. Een abonnement op het meest complete milieutijd-schrift van Nederland kost € 549,- p/j (excl. 6% BTW).

INHOUDBEDRIJFIn 2015 opnieuw fiscaal voordeel voor milieu-investeringen 3Nieuw vloersysteem doorbraak in klimaattechniek 3FrieslandCampina voert prestatieafhankelijke duurzaamheidstoeslag in 3Overname door Ramboll van consultancyfirma ENVIRON 4

SCHALIEGASStart onderzoek naar gevolgen schaliegaswinning voor watersysteem 4

OVERHEIDStart innovatieve proef met zonnepanelen op geluidsschermen 5Provincie Noord-Holland investeert extra in groen gas en duurzaam innoveren 5Minder stikstof in natuurgebieden 5Gaswinning Groningen extra verminderd, woningen sneller verstevigd 6Friesland tegen windmolens in IJsselmeer 6Breda gaat voor duurzaam bodemgebruik 6Dwingender beleid nodig voor energiebesparing in bestaande gebouwen 6

KLIMAATBELEIDVoorstellen voor klimaatbeleid stap vooruit 7Mondiale CO2-uitstoot bereikt nieuw record, maar groei gaat langzamer 7

LUCHTKWALITEITGemeente Leiden neemt 20 elektrische scooters in gebruik 8Luchtkwaliteit in Nederland steeds beter 8Natuur en Milieufederatie start campagne schonere lucht 8

DUURZAME ONTWIKKELINGGPR Gebouw Certificaat nu ook door expert aan te vragen 9Digitaal platform biedt mogelijkheid mee te praten over duurzaamheid en verstedelijking 9Greenchoice en Windunie verstevigen samenwerking 9Pectine en brandstof uit koffiepulp en -drab 10Overheden en bedrijven kunnen van elkaar leren bij duurzaamheidsrapportages 10

HANDHAVINGAanpassing meetnormen aan Europese horizontale normen 11Normontwerp veiligheidsbeheerssysteem voor buisleidingsystemen 11Publieksvriendelijke samenvattingen inspectierapporten 11

EUROPESE UNIEBrussel bereikt akkoord over vangstquota 12Kwart Europese bevolking blootgesteld aan schadelijke verkeerslawaai 12Nederland pleit voor snelle aanpak uitstoot broeikasgassen 12

INTERNATIONAALComputermodel ontwikkeling CO2 in de atmosfeer 13

WETENSCHAP Industriële restwarmte kan opbrengst blauwe energie verdrievoudigen 13KU Leuven verovert plaats in Europese innovatiegemeenschappen rond grondstoffen en gezondheid 13Verband tussen autisme en luchtvervuiling tijdens zwangerschap 14

PUBLICATIESStabilisatie aantal biologische landbouwbedrijven 14Opnieuw daling elektriciteitsproductie 14Ontwerpen voor een veilige omgeving 15Energieneutraal maken woning kost maximaal 35.000 euro 15

BERICHTENRecordaantal deelnemers aan Energiestrijd Zorghuizen 15

RECHTSPRAAKCapaciteit van asfaltcentrale en puinbreker moet beperkt 16Evaluatie Bestuurlijke Lus Awb en internationale rechtsvergelijking 16Bestemmingsplan gasontvangstation en externe veiligheid 16Vaststelling veiligheidscontour Europoort en Landtong 17Windturbine en verzoek om stellen maatwerkvoorschriften 17Omgevingsvergunning voor verwerken asbesthoudend staalschroot en Kaderrichtlijn 18Bestemmingsplan bedrijventerrein en persoonlijk belang appellant 18Vergunning Ontgrondingenwet en advies Commissie voor de milieueffectrapportage 18Bestemmingsplan en bezonningseisen woningen 19Bestemmingsplan en uitbreiding intensieve veehouderij in extensiveringsgebied 19Aanleg Noord/Zuidlijn en tegemoetkoming voor langdurige overlast 19Tracébesluit A2 ‘s-Hertogenbosch-Eindhoven en gevolgen voor 19Natura 2000-gebied Bestemmingsplan horeca en vaststelling maatwerkvoorschriften 19

OMGEVINGSVERGUNNING / WABOProvincies en gemeenten stellen kwaliteitseisen aan omgevingsdiensten 19Resultaten Nationale Dag van de Omgevingswet 2014 gebundeld 20Amendement dringt aan op verplicht advies Commissie mer voor alle project-MER procedures 20ChristenUnie wil verplichte gemeentelijke omgevingsvisie in Omgevingswet 21

WET EN REGELGEVINGAanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 gewijzigd 21Wijziging kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw 21Dijksma gaat regeldruk natuurwet beter in beeld brengen 22Nalevingsverslagen van de geluidproductieplafonds langs rijkswegen en spoorwegen 22

Page 4: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

4 5

water en schaliegaswinning. Ook levert het on-derzoek meer kennis over de diepe ondergrond in Nederland; kennis die van belang is met het oog op de toenemende drukte in de ondergrond. Persbericht NWO, 19-12-2014

OVERHEID

Start innovatieve proef met zonnepanelen op geluidsschermen

Milieuwinst plus opwekken van hernieuwbare ener-gie verenigen met wegaanleg en –beheer. Deze innovatieve combinatie start de Provincie Limburg voor de eerste keer aan de provinciale weg N281. De opgewekte energie kan tot wel 30 huishoudens jaarlijks van elektriciteit voorzien. “We verwachten dat duurzame energieopwekking in combinatie met onze infrastructuur in de toekomst steeds vaker wordt toegepast”, stelt gedeputeerde Erik Koppe.

Naast de energieopbrengst, die varieert van 0,05 tot 0,15 euro per kWh, is nadrukkelijk ook sprake van maatschappelijke winst in de vorm van reductie van CO2-uitstoot en geluidsreduc-tie die bijdragen aan de kwaliteit van de leef-omgeving. Gedurende dit proefproject wordt gemonitord wat de kosten en de baten zijn, de gevolgen voor beheer- en onderhoud én de mo-gelijkheden voor toepassingen op andere locaties. Persbericht provincie Limburg, 17-12-2014

Provincie Noord-Holland investeert extra in groen gas en duurzaam innoveren

De provincie Noord-Holland gaat extra investeren in de stimulering van de productie van groen gas. De uitvoeringsregeling GroenGas loopt sinds eind 2013 en is bedoeld voor de uitwerking van projec-ten die zijn gericht op de productie, het transport of gebruik van groen gas of bio-LNG, maar waar-bij de initiatiefnemers moeite hebben om de fase tussen onderzoek en daadwerkelijke uitvoering financieel rond te krijgen. De belangstelling voor de regeling is dusdanig groot, dat de provincie heeft besloten om het budget op te hogen tot € 200.000 (was € 100.000). Via de Uitvoeringsre-geling kan maximaal € 25.000 euro aan subsidie worden aangevraagd, waarbij als eis geldt dat het

project voor minimaal 50% met privaat geld wordt gefinancierd. Aanvragen kunnen tot 31 december 2015 worden ingediend bij de provincie. Zie het subsidieloket op www.noord-holland.nl voor meer informatie.

Daarnaast zet de provincie Noord-Holland vanaf 1 januari 2015 de subsidieregeling ‘duurzaam renoveren Noord-Holland’ open. In totaal komt 1 miljoen euro beschikbaar voor de renovatie van bestaande woningen die gebouwd zijn in 2000 of daarvoor. Met de regeling wil de provincie wo-ningen energiezuiniger maken én tegelijkertijd de bouwsector een impuls geven. Het gaat dan niet om standaardmaatregelen, zoals het aanbren-gen van een zonnepaneel of spouwmuurisolatie, maar om vergaande maatregelen. De minimale investering bedraagt 25.000 euro, waarbij de pro-vincie 20% bijdraagt in de kosten (tot maximaal 10.000 euro voor de ‘nul op de meter’). De sub-sidie kan worden aangevraagd door woningeige-naren en verhuurders. De regeling loopt tot 1 juli 2016. Zie voor meer informatie over de regeling en de voorwaarden het subsidieloket van de pro-vincie Noord-Holland op www.noord-holland.nl. Persberichten provincie Noord-Holland, 18/19-12-2014

Minder stikstof in natuurgebieden

Staatssecretaris Dijksma (EZ) en de provincies zijn het eens over de uitwerking van de Program-matische Aanpak Stikstof (PAS). Vanaf 10 janu-ari 2015 liggen het ontwerp programma aanpak stikstof, de milieueffectrapportage en de gebieds-analyses ter inzage. Belanghebbenden kunnen dan hierop reageren. Met de PAS pakken ver-schillende overheden de stikstofproblematiek ge-zamenlijk aan: de ministeries van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu, Defensie en de provincies. Bij de uitvoering van de PAS werken ook waterschappen mee.

In Nederland zijn meer dan 115 Natura 2000-ge-bieden die een te hoge belasting van stikstof hebben. Dat komt door economische activitei-ten als landbouw, verkeer en industrie. De PAS vermindert de stikstofbelasting in deze gebie-den. Daarnaast vergroten ecologische maatre-gelen de draagkracht van Natura 2000-gebieden. Daarmee worden economische activiteiten in en rondom Natura 2000-gebieden mogelijk gemaakt. Persbericht EZ, 19-12-2014

4 5

ning voor duurzaamheidsprestaties. De scherpere basiseisen betekenen onder meer. dat per 1 janu-ari 2015 een verbod op het gebruik van compost of gecomposteerd materiaal ingaat. Voldoet een lid niet in voldoende mate aan de basiseisen, dan geldt een herstelperiode van vier weken. Bij het uitblijven van herstel volgt melkweigering. Daarnaast wor-den onaangekondigde beoordelingen ingevoerd. Gebruik van de KringloopWijzer wordt verplicht bij melkveebedrijven met een fosfaatoverschot.

Met Foqus planet wil FrieslandCampina bijdragen aan het behalen van sectordoelen voor 2020. Hier-toe wordt in 2015 gestart met zes indicatoren op het gebied van diergezondheid en –welzijn, biodi-versiteit & milieu en klimaat & energie waarvan de resultaten meetbaar zijn. Daarbij loont het resultaat, niet de inspanning. Aan het resultaat per indicator worden punten toegekend en deze leiden tot een totale puntenscore. De hoogte van de toeslag is af-hankelijk van de totale geleverde hoeveelheid melk en het totaal aantal behaalde punten. De toeslag wordt gefinancierd door een pro forma inhouding van 0,25 euro per 100 kg geleverde melk.

Ook wordt de weidegangpremie verhoogd naar 1 euro per 100 kg melk. Deze verhoging, die bo-venop de bijdrage van 0,50 euro per 100 kg melk uit de onderneming komt, wordt betaald uit een coöperatieve regeling. De inhouding be-draagt 0,35 euro per 100 kg melk. Dit betekent dat melkveebedrijven die geen weidegang toe-passen financieel gaan bijdragen aan het behoud van weidegang. De bijdrage aan deelweidegang wordt verhoogd naar 0,46 euro per 100 kg melk. Persbericht FrieslandCampina, 17-12-2014

Overname door Ramboll van consultancyfirma ENVIRON

Ramboll neemt in de VS gebaseerde en wereldwijd actieve consultancyfirma ENVIRON over en lijft daarmee ruim 1.500 milieu- en gezondheidsweten-schappelijke specialisten in, verspreid over 21 lan-den. ENVIRON is één van ‘s werelds meest voor-aanstaande consultancyfirma’s op het gebied van milieu- en gezondheid. Om speerpuntdiensten te kunnen bieden op het gebied van site-oplossingen, luchtkwaliteitsmanagement, due diligence, gezond-heidswetenschappen, milieu-impactevaluaties en waterdiensten, combineert de firma een op weten-schap gebaseerde aanpak met zakelijke consultan-cyvaardigheden.

Dankzij de overname treedt Ramboll binnen in de wereldwijde elite op het gebied van milieudiensten. De overname plaatst de Scandinavische consul-tancyfirma wereldwijd in de top-10 van vooraan-staande milieuadviesbureaus. De firma telt we-reldwijd 2.700 experts op het gebied van milieu, gezondheid en water, en heeft een in totaal een personeelsbestand van 12.500 medewerkers ver-spreid over 35 landen. Op het moment van de overname, bedroeg het gezamenlijke kapitaal van Ramboll en ENVIRON ruim DKK 10 miljard (1,7 miljard USD), waarvan 34% buiten Scandinavië wordt gegenereerd. Op basis van de omzet zullen de Verenigde Staten, na Denemarken, Noorwe-gen en Zweden, de vier na grootste markt vormen. Persbericht Ramboll, 17-12-2014

SCHALIEGAS

Start onderzoek naar gevolgen schaliegaswinning voor watersysteem

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappe-lijk Onderzoek (NWO) start met KWR Watercycle Research Institute een vierjarig onderzoekspro-gramma op het gebied van ‘Schaliegas en Water’. Het programma richt zich op onderzoek naar de mi-lieurisico’s voor het watersysteem bij productie van schaliegas in Nederland, mogelijkheden om deze risico’s te ondervangen en de werking van nationale en internationale wettelijke kaders.

Watermanagement is bij de ontwikkeling van pro-ductielocaties voor schaliegaswinning een kritische factor. Vooral in de beginfase zijn grote volumes water nodig voor het zogenaamde ‘fracken’ van de winningen. Met fracken worden scheurtjes in de schaliehoudende laag gemaakt, door water met zand en chemicaliën onder hoge druk in te bren-gen. Zo kan het schaliegas met minder weerstand gewonnen worden. Vragen die daarbij rijzen, heb-ben te maken met veranderingen in de grondwa-terkwaliteit door het fracken en met de kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van vrijkomend produc-tiewater.

Met het onderzoek willen de partijen bijdragen aan de afwegingen en besluitvorming rond de mogelijke risico’s en beheersmogelijkheden voor

Page 5: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

4 5

water en schaliegaswinning. Ook levert het on-derzoek meer kennis over de diepe ondergrond in Nederland; kennis die van belang is met het oog op de toenemende drukte in de ondergrond. Persbericht NWO, 19-12-2014

OVERHEID

Start innovatieve proef met zonnepanelen op geluidsschermen

Milieuwinst plus opwekken van hernieuwbare ener-gie verenigen met wegaanleg en –beheer. Deze innovatieve combinatie start de Provincie Limburg voor de eerste keer aan de provinciale weg N281. De opgewekte energie kan tot wel 30 huishoudens jaarlijks van elektriciteit voorzien. “We verwachten dat duurzame energieopwekking in combinatie met onze infrastructuur in de toekomst steeds vaker wordt toegepast”, stelt gedeputeerde Erik Koppe.

Naast de energieopbrengst, die varieert van 0,05 tot 0,15 euro per kWh, is nadrukkelijk ook sprake van maatschappelijke winst in de vorm van reductie van CO2-uitstoot en geluidsreduc-tie die bijdragen aan de kwaliteit van de leef-omgeving. Gedurende dit proefproject wordt gemonitord wat de kosten en de baten zijn, de gevolgen voor beheer- en onderhoud én de mo-gelijkheden voor toepassingen op andere locaties. Persbericht provincie Limburg, 17-12-2014

Provincie Noord-Holland investeert extra in groen gas en duurzaam innoveren

De provincie Noord-Holland gaat extra investeren in de stimulering van de productie van groen gas. De uitvoeringsregeling GroenGas loopt sinds eind 2013 en is bedoeld voor de uitwerking van projec-ten die zijn gericht op de productie, het transport of gebruik van groen gas of bio-LNG, maar waar-bij de initiatiefnemers moeite hebben om de fase tussen onderzoek en daadwerkelijke uitvoering financieel rond te krijgen. De belangstelling voor de regeling is dusdanig groot, dat de provincie heeft besloten om het budget op te hogen tot € 200.000 (was € 100.000). Via de Uitvoeringsre-geling kan maximaal € 25.000 euro aan subsidie worden aangevraagd, waarbij als eis geldt dat het

project voor minimaal 50% met privaat geld wordt gefinancierd. Aanvragen kunnen tot 31 december 2015 worden ingediend bij de provincie. Zie het subsidieloket op www.noord-holland.nl voor meer informatie.

Daarnaast zet de provincie Noord-Holland vanaf 1 januari 2015 de subsidieregeling ‘duurzaam renoveren Noord-Holland’ open. In totaal komt 1 miljoen euro beschikbaar voor de renovatie van bestaande woningen die gebouwd zijn in 2000 of daarvoor. Met de regeling wil de provincie wo-ningen energiezuiniger maken én tegelijkertijd de bouwsector een impuls geven. Het gaat dan niet om standaardmaatregelen, zoals het aanbren-gen van een zonnepaneel of spouwmuurisolatie, maar om vergaande maatregelen. De minimale investering bedraagt 25.000 euro, waarbij de pro-vincie 20% bijdraagt in de kosten (tot maximaal 10.000 euro voor de ‘nul op de meter’). De sub-sidie kan worden aangevraagd door woningeige-naren en verhuurders. De regeling loopt tot 1 juli 2016. Zie voor meer informatie over de regeling en de voorwaarden het subsidieloket van de pro-vincie Noord-Holland op www.noord-holland.nl. Persberichten provincie Noord-Holland, 18/19-12-2014

Minder stikstof in natuurgebieden

Staatssecretaris Dijksma (EZ) en de provincies zijn het eens over de uitwerking van de Program-matische Aanpak Stikstof (PAS). Vanaf 10 janu-ari 2015 liggen het ontwerp programma aanpak stikstof, de milieueffectrapportage en de gebieds-analyses ter inzage. Belanghebbenden kunnen dan hierop reageren. Met de PAS pakken ver-schillende overheden de stikstofproblematiek ge-zamenlijk aan: de ministeries van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu, Defensie en de provincies. Bij de uitvoering van de PAS werken ook waterschappen mee.

In Nederland zijn meer dan 115 Natura 2000-ge-bieden die een te hoge belasting van stikstof hebben. Dat komt door economische activitei-ten als landbouw, verkeer en industrie. De PAS vermindert de stikstofbelasting in deze gebie-den. Daarnaast vergroten ecologische maatre-gelen de draagkracht van Natura 2000-gebieden. Daarmee worden economische activiteiten in en rondom Natura 2000-gebieden mogelijk gemaakt. Persbericht EZ, 19-12-2014

4 5

ning voor duurzaamheidsprestaties. De scherpere basiseisen betekenen onder meer. dat per 1 janu-ari 2015 een verbod op het gebruik van compost of gecomposteerd materiaal ingaat. Voldoet een lid niet in voldoende mate aan de basiseisen, dan geldt een herstelperiode van vier weken. Bij het uitblijven van herstel volgt melkweigering. Daarnaast wor-den onaangekondigde beoordelingen ingevoerd. Gebruik van de KringloopWijzer wordt verplicht bij melkveebedrijven met een fosfaatoverschot.

Met Foqus planet wil FrieslandCampina bijdragen aan het behalen van sectordoelen voor 2020. Hier-toe wordt in 2015 gestart met zes indicatoren op het gebied van diergezondheid en –welzijn, biodi-versiteit & milieu en klimaat & energie waarvan de resultaten meetbaar zijn. Daarbij loont het resultaat, niet de inspanning. Aan het resultaat per indicator worden punten toegekend en deze leiden tot een totale puntenscore. De hoogte van de toeslag is af-hankelijk van de totale geleverde hoeveelheid melk en het totaal aantal behaalde punten. De toeslag wordt gefinancierd door een pro forma inhouding van 0,25 euro per 100 kg geleverde melk.

Ook wordt de weidegangpremie verhoogd naar 1 euro per 100 kg melk. Deze verhoging, die bo-venop de bijdrage van 0,50 euro per 100 kg melk uit de onderneming komt, wordt betaald uit een coöperatieve regeling. De inhouding be-draagt 0,35 euro per 100 kg melk. Dit betekent dat melkveebedrijven die geen weidegang toe-passen financieel gaan bijdragen aan het behoud van weidegang. De bijdrage aan deelweidegang wordt verhoogd naar 0,46 euro per 100 kg melk. Persbericht FrieslandCampina, 17-12-2014

Overname door Ramboll van consultancyfirma ENVIRON

Ramboll neemt in de VS gebaseerde en wereldwijd actieve consultancyfirma ENVIRON over en lijft daarmee ruim 1.500 milieu- en gezondheidsweten-schappelijke specialisten in, verspreid over 21 lan-den. ENVIRON is één van ‘s werelds meest voor-aanstaande consultancyfirma’s op het gebied van milieu- en gezondheid. Om speerpuntdiensten te kunnen bieden op het gebied van site-oplossingen, luchtkwaliteitsmanagement, due diligence, gezond-heidswetenschappen, milieu-impactevaluaties en waterdiensten, combineert de firma een op weten-schap gebaseerde aanpak met zakelijke consultan-cyvaardigheden.

Dankzij de overname treedt Ramboll binnen in de wereldwijde elite op het gebied van milieudiensten. De overname plaatst de Scandinavische consul-tancyfirma wereldwijd in de top-10 van vooraan-staande milieuadviesbureaus. De firma telt we-reldwijd 2.700 experts op het gebied van milieu, gezondheid en water, en heeft een in totaal een personeelsbestand van 12.500 medewerkers ver-spreid over 35 landen. Op het moment van de overname, bedroeg het gezamenlijke kapitaal van Ramboll en ENVIRON ruim DKK 10 miljard (1,7 miljard USD), waarvan 34% buiten Scandinavië wordt gegenereerd. Op basis van de omzet zullen de Verenigde Staten, na Denemarken, Noorwe-gen en Zweden, de vier na grootste markt vormen. Persbericht Ramboll, 17-12-2014

SCHALIEGAS

Start onderzoek naar gevolgen schaliegaswinning voor watersysteem

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappe-lijk Onderzoek (NWO) start met KWR Watercycle Research Institute een vierjarig onderzoekspro-gramma op het gebied van ‘Schaliegas en Water’. Het programma richt zich op onderzoek naar de mi-lieurisico’s voor het watersysteem bij productie van schaliegas in Nederland, mogelijkheden om deze risico’s te ondervangen en de werking van nationale en internationale wettelijke kaders.

Watermanagement is bij de ontwikkeling van pro-ductielocaties voor schaliegaswinning een kritische factor. Vooral in de beginfase zijn grote volumes water nodig voor het zogenaamde ‘fracken’ van de winningen. Met fracken worden scheurtjes in de schaliehoudende laag gemaakt, door water met zand en chemicaliën onder hoge druk in te bren-gen. Zo kan het schaliegas met minder weerstand gewonnen worden. Vragen die daarbij rijzen, heb-ben te maken met veranderingen in de grondwa-terkwaliteit door het fracken en met de kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van vrijkomend produc-tiewater.

Met het onderzoek willen de partijen bijdragen aan de afwegingen en besluitvorming rond de mogelijke risico’s en beheersmogelijkheden voor

Page 6: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

6 7

de kennis of motivatie aanwezig om te voldoen aan de wettelijke eis om alle energiebesparingsmaatrege-len te nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Deze verplichting wordt ook onvoldoende gehand-haafd. Bij koopwoningen vordert de energiebespa-ring gestaag, maar – ondanks subsidies en andere stimulerende maatregelen – toch nog te langzaam. De huursector heeft een eigen convenant, met de doelstelling dat in 2020 de gemiddelde huurwoning energielabel B heeft. Individuele woningcorporaties voelen zich echter niet gebonden aan dit convenant, dat is gesloten tussen hun koepelorganisaties en de overheid.

Met het bestaande beleid, waaronder energiebelas-ting, energielabels voor woningen en andere wet- en regelgeving, en ondanks veelbelovende innovaties zoals nul-op-de-meter woningen, worden de energie-besparingsdoelen waarschijnlijk niet gehaald. Er zijn meer dwingende maatregelen nodig om bestaande woningen en gebouwen sneller energiezuinig te krij-gen. Het PBL beveelt daarom aan nu reeds te be-denken welke dwingender regels kunnen worden ingevoerd. Uit de evaluatie blijkt dat een groot deel van de ondervraagde woningeigenaren, huurders en gebouwbeheerders van utiliteitgebouwen vindt dat de overheid een stap verder mag gaan dan nu ge-beurt. Zij zijn vóór regels om bestaande gebouwen energiezuiniger te maken.

Als reactie op het PBL-rapport heeft het kabinet laten weten nu geen nieuwe of dwingender maatregelen te overwegen. De focus ligt op de afgesproken acties in het Energieakkoord. Of er eventueel na 2020 aan-vullende maatregelen zouden moeten komen, wordt meegenomen in een verkenning. Daarbij ziet het kabi-net in ieder geval niets in fiscale maatregelen; het be-lastingstelsel moet immers juist eenvoudiger worden. www.pbl.nl / Persbericht Ministerie van BZK, 19-12-2014

KLIMAATBELEID

Voorstellen voor klimaatbeleid stap vooruit

Het PBL noemt de voorstellen die recentelijk zijn ge-formuleerd door China, Europa en de VS tijdens de klimaattop in Lima een belangrijke stap voorwaarts in internationaal klimaatbeleid. VNO-NCW en MKB-

Nederland zijn het met het planbureau eens. De ondernemingsorganisaties zijn met name tevreden over het feit dat nu voor het eerst is afgesproken dat alle VN-landen hun broeikasgasemissies terug zullen brengen. Bij de klimaattop in Kyoto in 1997 deden alleen de westerse landen toezeggingen. Voor eind maart volgend jaar moeten alle landen hun plannen bekend maken. Positief zijn de onder-nemingsorganisaties ook over de afspraken die zijn gemaakt over hulp aan ontwikkelingslanden. De rijke landen zullen deze landen in hun klimaatbe-leid financieel en praktisch (technologie) helpen. Daartoe wordt het Green Climate Fund verder uit-gewerkt.

Wel blijft onduidelijk of alle inspanningen voldoende zijn om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het jammer dat nog niet duidelijk is wat er gebeurt als de doelstelling niet wordt gehaald. Ook is het nog de vraag of er straks sprake zal zijn van een internationaal gelijk speelveld ten aanzien van het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en de kosten die daar mee gemoeid zijn.

Een nieuwe studie gepubliceerd in Nature Climate Change, met betrokkenheid van het PBL, toont mogelijke scenario’s voor toekomstig klimaatbeleid ter ondersteuning van de onderhandelingsproces-sen tussen Lima nu en Parijs in 2015. De model-len kijken naar scenario’s zonder klimaatbeleid, naar scenario’s gebaseerd op de huidige beleids-voorstellen en naar meer ambitieuzere scenario’s gericht op het tweegradendoel. Daarnaast publi-ceerde het PBL een ‘policy brief’ waarin wordt in-gegaan op de consequenties van vertraging in de formulering van internationaal klimaatbeleid. pbl.nl / Nieuwsbrief VNO-NCW, 19-12-2014

Mondiale CO2-uitstoot bereikt nieuw record, maar groei gaat langzamer

In 2013 bereikte de mondiale uitstoot van kooldi-oxide (CO2) door het gebruik van fossiele energie en cementproductie een nieuw record. Dit werd vooral veroorzaakt door de voortdurende groei van het energiegebruik in de opkomende economieën van de laatste tien jaar. De uitstoot groeide in 2013 echter langzamer (2%) dan gemiddeld in de tien jaren daarvoor (3,8% per jaar sinds 2003, exclu-sief de kredietcrisisjaren). Dit wijst op een verdere ontkoppeling van mondiale CO2-emissies en eco-nomische groei, vooral door de lagere emissiegroei

6 7

Gaswinning Groningen extra verminderd, \woningen sneller verstevigd

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft ge-signaleerd dat in het gebied rond Loppersum - waar de winning in 2014 met 80% is verminderd - ook de seismiciteit is verminderd. Daarentegen is in het zuiden van het veld, waar de aardgaswinning sinds 2012 met 31% is gestegen, de seismiciteit juist ver-meerderd. Hoewel op basis van deze gegevens nog geen harde conclusies zijn te trekken, adviseert SodM de winning in het zuiden (Hoogezand-Sappe-meer) te verminderen van 13,0 miljard m3 in 2014 naar 9,9 miljard m3 in 2015. Geadviseerd wordt in lijn hiermee de totale winning in 2015 met 3,1 mil-jard m3 te verminderen ten opzichte van 2014. Voor de rest van het winningsgebied heeft SodM vastge-steld dat de seismiciteit stabiel is gebleven.

In lijn met de SodM-bevindingen heeft het kabinet besloten de gaswinning in Groningen in 2015 extra te verminderen. De totale gaswinning gaat hierdoor van 42,5 miljard m3 in 2014 naar 39,4 miljard m3 in 2015, een vermindering met 7,3%. Ook wordt er het komende jaar fors ingezet op het versterken van woningen. In 2015 is capaciteit beschikbaar om 3.000 woningen te versterken, in 2016 is er capaci-teit voor 5.000 woningen. In aanvulling op het Cen-trum Veilig Wonen (CVW) gaat een overheidsenti-teit in de regio het uitvoeringsproces ondersteunen. Persbericht EZ, 16-12-2014

Friesland tegen windmolens in IJsselmeer

Provinciale Staten van Friesland gaan niet akkoord met de aanleg van een groot windmolenpark in het IJsselmeer, het Windpark Fryslân. Eerst moet goed worden uitgezocht of een lange rij windmolens op en langs de Afsluitdijk haalbaar is. Pas al dat niet het geval is, komt het windpark weer in beeld. Friesland moet in 2020 op basis van afspraken met het Rijk 530 megawatt windenergie produceren. Volgens het provinciebestuur is dat niet mogelijk door alleen mo-lens te plaatsen op het vasteland. Daarom wil het in het IJsselmeer langs de kust van Zuidwest-Friesland een windmolenpark aanwijzen van ruim 300 mega-watt, goed voor zo’n honderd grote turbines. Maar een meerderheid van de Staten ziet dat niet zitten. Gedeputeerde Staten heeft nu de opdracht meege-kregen om bij minister Kamp van Economische Za-ken te pleiten voor een onderzoek naar windmolens op de Afsluitdijk. De minister zei eerder al dat de Af-sluitdijk geen optie is. Er zijn al jaren veel protesten

tegen een groot windpark in het IJsselmeer, vooral uit de hoek van de milieubeweging, de toeristische sector, de visserij en gemeenten langs de kust. Trouw, 17-12-2014

Breda gaat voor duurzaam bodemgebruik

Het College van B&W van Breda heeft het ‘bodem-masterplan’ vastgesteld om zo de bodem te be-schermen tegen schadelijke zaken en te benutten voor duurzame energie. Met het plan zet Breda in op de aanpak van bodemverontreiniging en worden regels opgesteld voor activiteiten waarmee scha-delijke stoffen in de bodem kunnen komen, zoals schaliegaswinning. “De bodem is vaak onderbe-licht”, stelt wethouder Selçuk Akinci. “Nu wordt in een project of plan vaak alleen rekening gehouden met bovengrondse zaken. Ondertussen wordt het ook steeds drukker in de ondergrond. Dat wordt nog wel eens over het hoofd gezien, terwijl er veel kansen in de Bredase bodem zitten, van duurzame warmte- en koudeopslag tot schoon drinkwater. Dat moeten we beschermen en verstandig benutten.”

Met dit bodemmasterplan zet de Brabantse gemeen-te op hoofdlijnen de volgende doelen nastreven.1. Ruimte: regie op de ondergrond en delen van

kennis, prioriteitenstelling en aandacht in ruim-telijke plannen, wat problemen en vertraging in projecten voorkomt.

2. Energie: het stimuleren van duurzame vormen van bodemenergie en het remmen van niet duurzame technieken en methodes.

3. Bodem: een betere bescherming van bodem en schoon (grond)water tegen schadelijke ac-tiviteiten, voorkomen dat verontreinigingen on-nodige drempels voor ontwikkelingen vormen.

Het Bodemmasterplan kunt u inzien/downloaden via http://goo.gl/uLkJIJ Persbericht gemeente Breda, 24-12-2015

Dwingender beleid nodig voor energiebespa-ring in bestaande gebouwen

Energiebesparing in bestaande gebouwen blijft ach-ter bij de gestelde doelen. Dit blijkt uit een evaluatie van het huidige energiebesparingsbeleid voor de gebouwde omgeving, ‘Energie besparen gaat niet vanzelf’, van het PBL (Planbureau voor de Leefom-geving). Dit heeft verschillende oorzaken. Bij grotere bedrijven en instellingen (kantoren, winkels, scholen, zorginstellingen en ziekenhuizen) is vaak onvoldoen-

Page 7: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

6 7

de kennis of motivatie aanwezig om te voldoen aan de wettelijke eis om alle energiebesparingsmaatrege-len te nemen die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Deze verplichting wordt ook onvoldoende gehand-haafd. Bij koopwoningen vordert de energiebespa-ring gestaag, maar – ondanks subsidies en andere stimulerende maatregelen – toch nog te langzaam. De huursector heeft een eigen convenant, met de doelstelling dat in 2020 de gemiddelde huurwoning energielabel B heeft. Individuele woningcorporaties voelen zich echter niet gebonden aan dit convenant, dat is gesloten tussen hun koepelorganisaties en de overheid.

Met het bestaande beleid, waaronder energiebelas-ting, energielabels voor woningen en andere wet- en regelgeving, en ondanks veelbelovende innovaties zoals nul-op-de-meter woningen, worden de energie-besparingsdoelen waarschijnlijk niet gehaald. Er zijn meer dwingende maatregelen nodig om bestaande woningen en gebouwen sneller energiezuinig te krij-gen. Het PBL beveelt daarom aan nu reeds te be-denken welke dwingender regels kunnen worden ingevoerd. Uit de evaluatie blijkt dat een groot deel van de ondervraagde woningeigenaren, huurders en gebouwbeheerders van utiliteitgebouwen vindt dat de overheid een stap verder mag gaan dan nu ge-beurt. Zij zijn vóór regels om bestaande gebouwen energiezuiniger te maken.

Als reactie op het PBL-rapport heeft het kabinet laten weten nu geen nieuwe of dwingender maatregelen te overwegen. De focus ligt op de afgesproken acties in het Energieakkoord. Of er eventueel na 2020 aan-vullende maatregelen zouden moeten komen, wordt meegenomen in een verkenning. Daarbij ziet het kabi-net in ieder geval niets in fiscale maatregelen; het be-lastingstelsel moet immers juist eenvoudiger worden. www.pbl.nl / Persbericht Ministerie van BZK, 19-12-2014

KLIMAATBELEID

Voorstellen voor klimaatbeleid stap vooruit

Het PBL noemt de voorstellen die recentelijk zijn ge-formuleerd door China, Europa en de VS tijdens de klimaattop in Lima een belangrijke stap voorwaarts in internationaal klimaatbeleid. VNO-NCW en MKB-

Nederland zijn het met het planbureau eens. De ondernemingsorganisaties zijn met name tevreden over het feit dat nu voor het eerst is afgesproken dat alle VN-landen hun broeikasgasemissies terug zullen brengen. Bij de klimaattop in Kyoto in 1997 deden alleen de westerse landen toezeggingen. Voor eind maart volgend jaar moeten alle landen hun plannen bekend maken. Positief zijn de onder-nemingsorganisaties ook over de afspraken die zijn gemaakt over hulp aan ontwikkelingslanden. De rijke landen zullen deze landen in hun klimaatbe-leid financieel en praktisch (technologie) helpen. Daartoe wordt het Green Climate Fund verder uit-gewerkt.

Wel blijft onduidelijk of alle inspanningen voldoende zijn om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het jammer dat nog niet duidelijk is wat er gebeurt als de doelstelling niet wordt gehaald. Ook is het nog de vraag of er straks sprake zal zijn van een internationaal gelijk speelveld ten aanzien van het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en de kosten die daar mee gemoeid zijn.

Een nieuwe studie gepubliceerd in Nature Climate Change, met betrokkenheid van het PBL, toont mogelijke scenario’s voor toekomstig klimaatbeleid ter ondersteuning van de onderhandelingsproces-sen tussen Lima nu en Parijs in 2015. De model-len kijken naar scenario’s zonder klimaatbeleid, naar scenario’s gebaseerd op de huidige beleids-voorstellen en naar meer ambitieuzere scenario’s gericht op het tweegradendoel. Daarnaast publi-ceerde het PBL een ‘policy brief’ waarin wordt in-gegaan op de consequenties van vertraging in de formulering van internationaal klimaatbeleid. pbl.nl / Nieuwsbrief VNO-NCW, 19-12-2014

Mondiale CO2-uitstoot bereikt nieuw record, maar groei gaat langzamer

In 2013 bereikte de mondiale uitstoot van kooldi-oxide (CO2) door het gebruik van fossiele energie en cementproductie een nieuw record. Dit werd vooral veroorzaakt door de voortdurende groei van het energiegebruik in de opkomende economieën van de laatste tien jaar. De uitstoot groeide in 2013 echter langzamer (2%) dan gemiddeld in de tien jaren daarvoor (3,8% per jaar sinds 2003, exclu-sief de kredietcrisisjaren). Dit wijst op een verdere ontkoppeling van mondiale CO2-emissies en eco-nomische groei, vooral door de lagere emissiegroei

6 7

Gaswinning Groningen extra verminderd, \woningen sneller verstevigd

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft ge-signaleerd dat in het gebied rond Loppersum - waar de winning in 2014 met 80% is verminderd - ook de seismiciteit is verminderd. Daarentegen is in het zuiden van het veld, waar de aardgaswinning sinds 2012 met 31% is gestegen, de seismiciteit juist ver-meerderd. Hoewel op basis van deze gegevens nog geen harde conclusies zijn te trekken, adviseert SodM de winning in het zuiden (Hoogezand-Sappe-meer) te verminderen van 13,0 miljard m3 in 2014 naar 9,9 miljard m3 in 2015. Geadviseerd wordt in lijn hiermee de totale winning in 2015 met 3,1 mil-jard m3 te verminderen ten opzichte van 2014. Voor de rest van het winningsgebied heeft SodM vastge-steld dat de seismiciteit stabiel is gebleven.

In lijn met de SodM-bevindingen heeft het kabinet besloten de gaswinning in Groningen in 2015 extra te verminderen. De totale gaswinning gaat hierdoor van 42,5 miljard m3 in 2014 naar 39,4 miljard m3 in 2015, een vermindering met 7,3%. Ook wordt er het komende jaar fors ingezet op het versterken van woningen. In 2015 is capaciteit beschikbaar om 3.000 woningen te versterken, in 2016 is er capaci-teit voor 5.000 woningen. In aanvulling op het Cen-trum Veilig Wonen (CVW) gaat een overheidsenti-teit in de regio het uitvoeringsproces ondersteunen. Persbericht EZ, 16-12-2014

Friesland tegen windmolens in IJsselmeer

Provinciale Staten van Friesland gaan niet akkoord met de aanleg van een groot windmolenpark in het IJsselmeer, het Windpark Fryslân. Eerst moet goed worden uitgezocht of een lange rij windmolens op en langs de Afsluitdijk haalbaar is. Pas al dat niet het geval is, komt het windpark weer in beeld. Friesland moet in 2020 op basis van afspraken met het Rijk 530 megawatt windenergie produceren. Volgens het provinciebestuur is dat niet mogelijk door alleen mo-lens te plaatsen op het vasteland. Daarom wil het in het IJsselmeer langs de kust van Zuidwest-Friesland een windmolenpark aanwijzen van ruim 300 mega-watt, goed voor zo’n honderd grote turbines. Maar een meerderheid van de Staten ziet dat niet zitten. Gedeputeerde Staten heeft nu de opdracht meege-kregen om bij minister Kamp van Economische Za-ken te pleiten voor een onderzoek naar windmolens op de Afsluitdijk. De minister zei eerder al dat de Af-sluitdijk geen optie is. Er zijn al jaren veel protesten

tegen een groot windpark in het IJsselmeer, vooral uit de hoek van de milieubeweging, de toeristische sector, de visserij en gemeenten langs de kust. Trouw, 17-12-2014

Breda gaat voor duurzaam bodemgebruik

Het College van B&W van Breda heeft het ‘bodem-masterplan’ vastgesteld om zo de bodem te be-schermen tegen schadelijke zaken en te benutten voor duurzame energie. Met het plan zet Breda in op de aanpak van bodemverontreiniging en worden regels opgesteld voor activiteiten waarmee scha-delijke stoffen in de bodem kunnen komen, zoals schaliegaswinning. “De bodem is vaak onderbe-licht”, stelt wethouder Selçuk Akinci. “Nu wordt in een project of plan vaak alleen rekening gehouden met bovengrondse zaken. Ondertussen wordt het ook steeds drukker in de ondergrond. Dat wordt nog wel eens over het hoofd gezien, terwijl er veel kansen in de Bredase bodem zitten, van duurzame warmte- en koudeopslag tot schoon drinkwater. Dat moeten we beschermen en verstandig benutten.”

Met dit bodemmasterplan zet de Brabantse gemeen-te op hoofdlijnen de volgende doelen nastreven.1. Ruimte: regie op de ondergrond en delen van

kennis, prioriteitenstelling en aandacht in ruim-telijke plannen, wat problemen en vertraging in projecten voorkomt.

2. Energie: het stimuleren van duurzame vormen van bodemenergie en het remmen van niet duurzame technieken en methodes.

3. Bodem: een betere bescherming van bodem en schoon (grond)water tegen schadelijke ac-tiviteiten, voorkomen dat verontreinigingen on-nodige drempels voor ontwikkelingen vormen.

Het Bodemmasterplan kunt u inzien/downloaden via http://goo.gl/uLkJIJ Persbericht gemeente Breda, 24-12-2015

Dwingender beleid nodig voor energiebespa-ring in bestaande gebouwen

Energiebesparing in bestaande gebouwen blijft ach-ter bij de gestelde doelen. Dit blijkt uit een evaluatie van het huidige energiebesparingsbeleid voor de gebouwde omgeving, ‘Energie besparen gaat niet vanzelf’, van het PBL (Planbureau voor de Leefom-geving). Dit heeft verschillende oorzaken. Bij grotere bedrijven en instellingen (kantoren, winkels, scholen, zorginstellingen en ziekenhuizen) is vaak onvoldoen-

Page 8: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

8 9

inmiddels in de top 3 van veroorzakers van ziek-ten en sterfte, samen met overgewicht en roken. Wonen langs een snelweg staat bijvoorbeeld gelijk aan het roken van 17 sigaretten per dag. Vooral kin-deren, ouderen en inwoners van steden zijn extra kwetsbaar. Via de site www.GezondOpPad.nl en een TV spotje worden Utrechters opgeroepen om vaker ‘gezond op pad te gaan’ en voor kleinere af-standen de auto te laten staan. Daarnaast worden gemeenten middels een petitie opgeroepen maat-regelen te treffen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Verderop in de campagne promoot de NMU het fiet-sen met een speciaal ontwikkelde app die fietski-lometers bijhoudt. Voor iedere 100 gereden kilo-meters krijgen Utrechters korting bij ondernemers in de regio. Naast inwoners en politici worden ook grote bedrijven benaderd om de campagne te om-armen en om fietsers beter te belonen en autoritten te ontmoedigen. Het doel van de campagne is om de uitstoot van (ultra)fijnstof en roet te verminderen. Persbericht Natuur en Milieufederatie Utrecht, 18-12-2014

DUURZAME ONTWIKKELING

GPR Gebouw Certificaat nu ook door expert aan te vragen

Sinds begin dit jaar kan een gebouw of gebouwont-werp gecertificeerd worden met GPR Gebouw. Een mooie manier om duurzaamheid officieel aan te to-nen. Op verzoek van gebruikers kan vanaf nu een GPR Gebouw Certificaat ook door de GPR Gebouw Expert aangevraagd en uitgereikt worden. Voorheen was dit voorbehouden aan de GPR Gebouw Asses-sor, maar de drempel om hiervoor een onafhankelijke partij te moeten inschakelen bleek in de praktijk vaak reden om dan geen certificaat te willen. Na uitvoerig overleg is besloten om ook GPR Gebouw Experts de mogelijkheid te bieden om GPR Gebouw Certificaten aan te vragen en uit te reiken. Om de kwaliteit van de GPR Gebouw Certificaten te blijven borgen, wordt de controle op de GPR Gebouw-berekeningen van GPR Gebouw Experts geïntensiveerd.

GPR Gebouw Assessoren blijven vanzelfspre-kend ook gerechtigd om Certificaten aan te

vragen en uit te reiken. Daarnaast is de rol van toetser als onafhankelijke partij bij aanvra-gen van MIA\Vamil voor duurzame gebouwen voorbehouden aan GPR Gebouw Assessoren. Persbericht W/E adviseurs, 17-12-2014

Digitaal platform biedt mogelijkheid mee te pra-ten over duurzaamheid en verstedelijking

Men verwacht dat de wereldbevolking in 2050 zo’n 2,5 miljard mensen hoger zal liggen dan nu. Van de 11 miljard aardbewoners zal zo’n 70% in een stedelijke omgeving wonen. Het is dan ook nood-zakelijker dan ooit om de discussie aan te gaan over de manier waarop we onze steden zowel aan-genaam als milieuvriendelijk houden. Het nieuwe platform Urban-hub wil die discussie aanzwenge-len. De site ‘www.urban-hub.com’ herbergt een digitaal platform dat ThyssenKrupp Elevator heeft gelanceerd op het Smart City Expo World Con-gress in Barcelona. Het platform is gelanceerd om de discussie te voeden over hoe mensen hun stad vormgeven en hoe duurzame ontwikkelingen het best kunnen worden geïntegreerd in deze tijd van snelle urbanisatie. Urban-hub.com biedt tal van ideeën over duurzame stedelijke ontwikkeling, van openbaar vervoer tot nieuwbouw en infrastructuur. Ook worden er voorbeelden getoond van beziens-waardigheden en nieuwbouwprojecten met een duurzame insteek en zijn er profielschetsen te vin-den van pioniers op dit gebied.

In de eerste fase zal het platform beschikbaar zijn in Engels, Duits, Frans, Spaans en Portugees, later zal ook het Mandarijn worden toegevoegd. Urban-hub.com is geschikt voor alle interfaces en is te bekijken op pc’s, tablets en smartphones. Persbericht ThyssenKrupp Elevator, 05-01-2015

Greenchoice en Windunie verstevigen samen-werking

75 leden van Windunie, windmolens en windpar-ken, hebben hun windenergie gebundeld aange-boden aan de markt. Greenchoice deed hen de beste aanbieding, zowel in prijs als flexibiliteit. De windmolenaars zijn hiermee de komende jaren verzekerd van een goede prijs voor hun windener-gie en van nauwe samenwerking met een betrouw-bare duurzame energieleverancier. Greenchoice zet met de overeenkomst een grote stap op weg naar haar doel om in 2020 100% van haar duur-zame energie uit Nederland te halen. Mede dankzij

Staatsblad 2-7-2014, nummer 239

8 9

van China. China, de VS en de EU blijven de top-3 uitstoters van CO2 met aandelen van respectieve-lijk 29%, 15% en 11% in het wereldtotaal. Na jaren van gestage afname groeide in 2013 de uitstoot in de VS weer met 2,5%; met een daling van 1,4% in 2013 bleef in de EU de uitstoot verder afnemen.

Dit zijn enkele van de belangrijkste uitkomsten van het jaarlijkse rapport ‘Trends in global CO2 emis-sions’, dat het PBL (Planbureau voor de Leefom-geving) en het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie hebben uitgebracht. Het rapport is gebaseerd op recente resultaten van de Emission Database for Global Atmospheric Research (EDGAR) en de meest recente statis-tieken over energiegebruik en andere activiteiten. pbl.nl

LUCHTKWALITEIT

Gemeente Leiden neemt 20 elektrische scooters in gebruik

De gemeente Leiden hanteert een Luchtkwaliteits-plan waarin verschillende maatregelen zijn opge-nomen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Omdat verkeer de belangrijkste bron van luchtverontreini-ging is, stimuleert Leiden elektrisch vervoer en fiets-gebruik om minder uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof te realiseren. In dit kader heeft de gemeente onlangs 20 elektrische GOVECS-scooters in gebruik genomen. Ze zullen in de gemeentelijke garage on-der andere de plaats innemen van huidige vervoers-middelen die nog op fossiele brandstoffen rijden. De GOVECS-scooter is drie jaar achtereen gekozen tot ‘European E-scooter of the Year’. De scooters zullen worden ingezet voor handhaving en toezicht. Tevens zijn enkele scooters gereserveerd voor gemeente-personeel wanneer zij op stap moeten.

Zonnepanelen op de daken van twee ves-tigingen zorgen voor de complete stroom-voorziening van de nieuwe elektrische vloot. Persbericht gemeente Leiden, 18-12-2014

Luchtkwaliteit in Nederland steeds beter

Voor het vijfde jaar op rij is de lucht in Nederland schoner geworden. Dat blijkt uit de monitorings-

rapportage Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Bijna overal in Nederland ligt de stikstofdioxidevervuiling en de uitstoot van fijn-stof ruim onder de grenswaarden. De luchtkwaliteit verbeterde vooral doordat nieuwe auto’s schonere uitlaatgassen uitstoten. Uit de rapportage blijkt bo-vendien dat de ingezette maatregelen tegen vervui-ling ervoor zorgen dat de knelpunten in 2015 vrijwel zijn opgelost. Berekeningen laten zien dat over-schrijding van stikstofdioxide dan nog maar langs 9 kilometer wegen voorkomt, voornamelijk in de bin-nensteden van Rotterdam en Amsterdam.

De luchtvervuiling door het wegverkeer zal verder afnemen omdat nieuwe auto’s, bussen en vracht-wagens steeds schoner worden. Ook wordt geke-ken hoe het aantal nieuwe dieselpersonenauto’s op de weg kan worden beperkt, omdat deze het groot-ste probleem zijn voor de uitstoot van stikstofoxiden in de binnensteden. In de veehouderij gaan stren-gere eisen gelden voor nieuw te bouwen stallen, zodat steeds minder omwonenden van de boerde-rijen last hebben van vervuilende stofdeeltjes. Het vrachtvervoer en busvervoer wordt steeds schoner, mede door strengere nieuwe normen die worden gesteld aan de voertuigen. De transportsector toont bovendien zelf initiatief om steeds schoner te gaan rijden. Zo hebben vijftig partijen onlangs afspraken gemaakt de binnensteden te gaan bevoorraden met zo schoon mogelijke voertuigen. Vijf regio’s hebben een subsidie gekregen om te gaan rijden met scho-ne waterstofbussen in het openbaar vervoer.

Uit de resultaten van 2014 blijkt dat 111 woningen die in de buurt van boerderijen liggen, te kampen hebben met te hoge waardes fijn stof. Deze knel-punten worden nu aangepakt door een nieuwe regeling, waardoor strenge emissie-eisen gaan gelden voor de veehouders die hun stal willen uitbreiden. Daarnaast voeren provincies en ge-meenten beleid dat er op is gericht de luchtver-vuiling door de veehouderij snel op te lossen. Persbericht IenM, 16-12-2014

Natuur en Milieufederatie start campagne scho-nere lucht

De Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) start een meerjarencampagne om de luchtkwaliteit en de gezondheid van Utrechters te verbeteren. Maar liefst een op de acht Nederlanders sterft vroegtij-dig door luchtvervuiling. Dat percentage ligt voor Utrecht zelfs hoger. Daarmee staat luchtvervuiling

Page 9: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

8 9

inmiddels in de top 3 van veroorzakers van ziek-ten en sterfte, samen met overgewicht en roken. Wonen langs een snelweg staat bijvoorbeeld gelijk aan het roken van 17 sigaretten per dag. Vooral kin-deren, ouderen en inwoners van steden zijn extra kwetsbaar. Via de site www.GezondOpPad.nl en een TV spotje worden Utrechters opgeroepen om vaker ‘gezond op pad te gaan’ en voor kleinere af-standen de auto te laten staan. Daarnaast worden gemeenten middels een petitie opgeroepen maat-regelen te treffen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Verderop in de campagne promoot de NMU het fiet-sen met een speciaal ontwikkelde app die fietski-lometers bijhoudt. Voor iedere 100 gereden kilo-meters krijgen Utrechters korting bij ondernemers in de regio. Naast inwoners en politici worden ook grote bedrijven benaderd om de campagne te om-armen en om fietsers beter te belonen en autoritten te ontmoedigen. Het doel van de campagne is om de uitstoot van (ultra)fijnstof en roet te verminderen. Persbericht Natuur en Milieufederatie Utrecht, 18-12-2014

DUURZAME ONTWIKKELING

GPR Gebouw Certificaat nu ook door expert aan te vragen

Sinds begin dit jaar kan een gebouw of gebouwont-werp gecertificeerd worden met GPR Gebouw. Een mooie manier om duurzaamheid officieel aan te to-nen. Op verzoek van gebruikers kan vanaf nu een GPR Gebouw Certificaat ook door de GPR Gebouw Expert aangevraagd en uitgereikt worden. Voorheen was dit voorbehouden aan de GPR Gebouw Asses-sor, maar de drempel om hiervoor een onafhankelijke partij te moeten inschakelen bleek in de praktijk vaak reden om dan geen certificaat te willen. Na uitvoerig overleg is besloten om ook GPR Gebouw Experts de mogelijkheid te bieden om GPR Gebouw Certificaten aan te vragen en uit te reiken. Om de kwaliteit van de GPR Gebouw Certificaten te blijven borgen, wordt de controle op de GPR Gebouw-berekeningen van GPR Gebouw Experts geïntensiveerd.

GPR Gebouw Assessoren blijven vanzelfspre-kend ook gerechtigd om Certificaten aan te

vragen en uit te reiken. Daarnaast is de rol van toetser als onafhankelijke partij bij aanvra-gen van MIA\Vamil voor duurzame gebouwen voorbehouden aan GPR Gebouw Assessoren. Persbericht W/E adviseurs, 17-12-2014

Digitaal platform biedt mogelijkheid mee te pra-ten over duurzaamheid en verstedelijking

Men verwacht dat de wereldbevolking in 2050 zo’n 2,5 miljard mensen hoger zal liggen dan nu. Van de 11 miljard aardbewoners zal zo’n 70% in een stedelijke omgeving wonen. Het is dan ook nood-zakelijker dan ooit om de discussie aan te gaan over de manier waarop we onze steden zowel aan-genaam als milieuvriendelijk houden. Het nieuwe platform Urban-hub wil die discussie aanzwenge-len. De site ‘www.urban-hub.com’ herbergt een digitaal platform dat ThyssenKrupp Elevator heeft gelanceerd op het Smart City Expo World Con-gress in Barcelona. Het platform is gelanceerd om de discussie te voeden over hoe mensen hun stad vormgeven en hoe duurzame ontwikkelingen het best kunnen worden geïntegreerd in deze tijd van snelle urbanisatie. Urban-hub.com biedt tal van ideeën over duurzame stedelijke ontwikkeling, van openbaar vervoer tot nieuwbouw en infrastructuur. Ook worden er voorbeelden getoond van beziens-waardigheden en nieuwbouwprojecten met een duurzame insteek en zijn er profielschetsen te vin-den van pioniers op dit gebied.

In de eerste fase zal het platform beschikbaar zijn in Engels, Duits, Frans, Spaans en Portugees, later zal ook het Mandarijn worden toegevoegd. Urban-hub.com is geschikt voor alle interfaces en is te bekijken op pc’s, tablets en smartphones. Persbericht ThyssenKrupp Elevator, 05-01-2015

Greenchoice en Windunie verstevigen samen-werking

75 leden van Windunie, windmolens en windpar-ken, hebben hun windenergie gebundeld aange-boden aan de markt. Greenchoice deed hen de beste aanbieding, zowel in prijs als flexibiliteit. De windmolenaars zijn hiermee de komende jaren verzekerd van een goede prijs voor hun windener-gie en van nauwe samenwerking met een betrouw-bare duurzame energieleverancier. Greenchoice zet met de overeenkomst een grote stap op weg naar haar doel om in 2020 100% van haar duur-zame energie uit Nederland te halen. Mede dankzij

Staatsblad 2-7-2014, nummer 239

8 9

van China. China, de VS en de EU blijven de top-3 uitstoters van CO2 met aandelen van respectieve-lijk 29%, 15% en 11% in het wereldtotaal. Na jaren van gestage afname groeide in 2013 de uitstoot in de VS weer met 2,5%; met een daling van 1,4% in 2013 bleef in de EU de uitstoot verder afnemen.

Dit zijn enkele van de belangrijkste uitkomsten van het jaarlijkse rapport ‘Trends in global CO2 emis-sions’, dat het PBL (Planbureau voor de Leefom-geving) en het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie hebben uitgebracht. Het rapport is gebaseerd op recente resultaten van de Emission Database for Global Atmospheric Research (EDGAR) en de meest recente statis-tieken over energiegebruik en andere activiteiten. pbl.nl

LUCHTKWALITEIT

Gemeente Leiden neemt 20 elektrische scooters in gebruik

De gemeente Leiden hanteert een Luchtkwaliteits-plan waarin verschillende maatregelen zijn opge-nomen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Omdat verkeer de belangrijkste bron van luchtverontreini-ging is, stimuleert Leiden elektrisch vervoer en fiets-gebruik om minder uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof te realiseren. In dit kader heeft de gemeente onlangs 20 elektrische GOVECS-scooters in gebruik genomen. Ze zullen in de gemeentelijke garage on-der andere de plaats innemen van huidige vervoers-middelen die nog op fossiele brandstoffen rijden. De GOVECS-scooter is drie jaar achtereen gekozen tot ‘European E-scooter of the Year’. De scooters zullen worden ingezet voor handhaving en toezicht. Tevens zijn enkele scooters gereserveerd voor gemeente-personeel wanneer zij op stap moeten.

Zonnepanelen op de daken van twee ves-tigingen zorgen voor de complete stroom-voorziening van de nieuwe elektrische vloot. Persbericht gemeente Leiden, 18-12-2014

Luchtkwaliteit in Nederland steeds beter

Voor het vijfde jaar op rij is de lucht in Nederland schoner geworden. Dat blijkt uit de monitorings-

rapportage Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Bijna overal in Nederland ligt de stikstofdioxidevervuiling en de uitstoot van fijn-stof ruim onder de grenswaarden. De luchtkwaliteit verbeterde vooral doordat nieuwe auto’s schonere uitlaatgassen uitstoten. Uit de rapportage blijkt bo-vendien dat de ingezette maatregelen tegen vervui-ling ervoor zorgen dat de knelpunten in 2015 vrijwel zijn opgelost. Berekeningen laten zien dat over-schrijding van stikstofdioxide dan nog maar langs 9 kilometer wegen voorkomt, voornamelijk in de bin-nensteden van Rotterdam en Amsterdam.

De luchtvervuiling door het wegverkeer zal verder afnemen omdat nieuwe auto’s, bussen en vracht-wagens steeds schoner worden. Ook wordt geke-ken hoe het aantal nieuwe dieselpersonenauto’s op de weg kan worden beperkt, omdat deze het groot-ste probleem zijn voor de uitstoot van stikstofoxiden in de binnensteden. In de veehouderij gaan stren-gere eisen gelden voor nieuw te bouwen stallen, zodat steeds minder omwonenden van de boerde-rijen last hebben van vervuilende stofdeeltjes. Het vrachtvervoer en busvervoer wordt steeds schoner, mede door strengere nieuwe normen die worden gesteld aan de voertuigen. De transportsector toont bovendien zelf initiatief om steeds schoner te gaan rijden. Zo hebben vijftig partijen onlangs afspraken gemaakt de binnensteden te gaan bevoorraden met zo schoon mogelijke voertuigen. Vijf regio’s hebben een subsidie gekregen om te gaan rijden met scho-ne waterstofbussen in het openbaar vervoer.

Uit de resultaten van 2014 blijkt dat 111 woningen die in de buurt van boerderijen liggen, te kampen hebben met te hoge waardes fijn stof. Deze knel-punten worden nu aangepakt door een nieuwe regeling, waardoor strenge emissie-eisen gaan gelden voor de veehouders die hun stal willen uitbreiden. Daarnaast voeren provincies en ge-meenten beleid dat er op is gericht de luchtver-vuiling door de veehouderij snel op te lossen. Persbericht IenM, 16-12-2014

Natuur en Milieufederatie start campagne scho-nere lucht

De Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) start een meerjarencampagne om de luchtkwaliteit en de gezondheid van Utrechters te verbeteren. Maar liefst een op de acht Nederlanders sterft vroegtij-dig door luchtvervuiling. Dat percentage ligt voor Utrecht zelfs hoger. Daarmee staat luchtvervuiling

Page 10: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

10 11

HANDHAVING

Aanpassing meetnormen aan Europese horizontale normen

Door het verschijnen van een aantal nieuwe Euro-pese normen op het gebied van milieu moeten ook Nederlandse normen worden aangepast. De afgelo-pen jaren zijn er aanpassingen doorgevoerd in nor-men voor anorganische meetmethoden. Nu zijn er wederom twee normen met meetmethoden herzien: NEN 5776 en NEN 6961.

De Nederlandse norm NEN 5776 ‘Bodem - Bepaling van ijzer, aluminium en fosfor in een ammoniumoxa-laat-oxaalzuurextract voor het vaststellen van de fos-faatverzadiging’ is aangepast aan de implementatie van de voorbehandeling van monsters volgens de Europese NEN-EN 16179:2012 ‘Slib, behandeld bio-afval en bodem - Richtlijn voor monstervoorbehan-deling’. Daarnaast is de stabiliteit van de zoutzuurop-lossing verbeterd.

NEN 6961 ‘Milieu - Ontsluiting met salpeterzuur en zoutzuur (koningswater) voor de bepaling van ge-selecteerde elementen in water, waterbodem, slib, slibhoudend water, luchtstof, grond en bouwstoffen’ is aangepast aan de Europese normen voor konings-water ontsluiting. De Europese normen zijn leidend voor de matrices grond, slib, bioafval en water. Voor het resterende toepassingsgebied kan NEN 6961 worden gebruikt. De titel van de norm is dan ook aangepast tot ‘Milieu - Ontsluiting met salpeterzuur en zoutzuur (koningswater) voor de bepaling van ge-selecteerde elementen. Daarnaast is de informatieve bijlage “ontsluiting in een open systeem” is gesplitst om naast een glazen systeem ook een verwarmings-blok met wegwerpvaatjes systeem toe te voegen. Persbericht NEN, 19-12-2014

Normontwerp veiligheidsbeheerssysteem voor buisleidingsystemen

NEN 3655 is de opvolger van de in 2009 gepubli-ceerde NTA 8000. Door te voldoen aan NEN 3655 wordt invulling gegeven aan de plicht volgens arti-kel 4 van het Besluit externe veiligheid buisleidin-gen (Bevb) om technisch en organisatorisch alles te doen wat redelijkerwijs mag worden verwacht om lekkages en ongevallen te voorkomen. Plus om de

gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens en van het milieu zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Met de herziening van NTA 8000 is, vanwege de positieve ervaringen, besloten om de NTA als een NEN-norm uit te brengen. Het normontwerp voor een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) voor buisleidingsystemen voor het transport van gevaarlijke stoffen is ter openbare kritiek gepu-bliceerd. Doordat bedrijfsleven en overheid geza-menlijk de NEN 3655 vaststellen, wordt bevorderd dat het wettelijke kader van de overheid en de af-spraken binnen de sector nauw op elkaar aanslui-ten. Hierdoor kan het buisleidingsysteem volgens de laatste inzichten en met een minimum aan wettelijke regels veilig worden geëxploiteerd. Belanghebben-den kunnen tot 1 maart 2015 commentaar indie-nen op NEN 3655 via www.normontwerpen.nen.nl. Persbericht NEN, 18-12-2014

Publieksvriendelijke samenvattingen inspectie-rapporten

Vanaf oktober 2014 worden burgers op een publieks-vriendelijke manier geïnformeerd over inspecties bij Brzo-bedrijven. Op de website Brzoplus.nl staan de eerste samenvattingen van de inspectierapporten. De voornaamste reden voor de publicatie is de EU-richtlijn Seveso III, die inhoudt dat burgers goed geïnformeerd moeten zijn over de staat van de veiligheid van be-drijven in hun directe leefomgeving. Uiterlijk op 1 juni 2015 moet de richtlijn van kracht zijn in de Nederland-se wetgeving. Risicovolle bedrijven moeten voldoen aan veiligheidsmaatregelen die zijn vastgelegd in het Besluit Risico Zware Ongevallen (Brzo). Deze bedrij-ven worden elk jaar geïnspecteerd. De inspecties zijn steekproeven en per inspectie wordt gecontroleerd op vooraf bepaalde onderwerpen. De resultaten van de inspecties bij deze bedrijven worden in rapporten vastgelegd. De inspectiediensten hebben ervoor ge-kozen om samenvattingen te maken. Zij geven op een begrijpelijke manier inzicht in de resultaten van de in-specties. In de samenvatting staat informatie over de controles, de resultaten en de overtredingen. Ook de zaken die bij het bedrijf op orde zijn staan in de samen-vatting. Is er een overtreding? Dan geeft de samenvat-ting een indicatie van de ernst van de overtreding.

Naast de samenvattingen publiceert de DCMR op korte termijn ook handhavingsbeschikkin-gen, zoals een last onder dwangsom of stilleg-ging. Het streven is om deze vorm van publi-ceren een provinciebrede invulling te geven. Nieuwsbrief DCMR, 05-01-2015

10 11

de ‘Pool’ van Windunie komt in 2015 al 75% van de groene stroom van Greenchoice van eigen bo-dem. Rob Kouwenberg van Windunie: “Met het ge-zamenlijk aanbod van de windstroom wil Windunie voor haar leden een optimale prijs realiseren. Voor agrariërs, het grootste deel van onze leden, is dit een bekende tactiek die ook bij aanbod van suiker en melk wordt gevolgd. De Pool was voor ons een logische stap als bemiddelaar van stroomcontrac-ten. We zijn blij met afnemer Greenchoice, waar-mee we al jaren samenwerken. Greenchoice heeft de juiste uitstraling op de markt en biedt ons de beste garanties.”

Windunie en Greenchoice sluiten hiermee ook de keten van stroomproducent naar stroomklant. Dankzij de samenwerking komt de stroom van de windmolen direct bij de eindgebruiker. Dat levert flinke voordelen op: minder tussenschakels en be-tere afstemming van productie op afname. Zo krijgt de producent een gegarandeerde goede prijs voor de geleverde energie. En de klant weet zeker dat de 100% duurzame energie uit Nederland komt. Persbericht Greenchoice, 17-12-2014

Pectine en brandstof uit koffiepulp en -drab

De wereldwijde koffieconsumptie veroorzaakt veel drab en - in koffieproducerende landen - bergen milieuvervuilende pulp. Twee bedrijven hebben in-gezet op de verwaarding hiervan tot brandstof en pectine. In het artikel ‘Koffiekringloop sluit zich’, gepubliceerd in Chemie Magazine, is te lezen dat pectine - die gewonnen kan worden uit kof-fiepulp - geschikt is als emulgator en stabilisator voor voedingsmiddelen en medicijnen. ‘Pectine zit bijvoorbeeld in jams, drinkyoghurt en vruchtenre-pen als Sultana.’ Uit de drab blijken biodiesel en biomassa-pellets gewonnen te kunnen worden.

Chemie Magazine meldt dat de wereldwijde kof-fieconsumptie (500 biljoen kopjes koffie per jaar) jaarlijks 25 miljoen ton afval koffiedrab geeft. Bij verbranding veroorzaakt dit jaarlijks 19 miljoen ton CO2-emissie. Daarnaast blijft nog eens zo’n 17,4 miljoen pulp achter in de exporterende lan-den (2013). Dit ontstaat nadat de bes uit de boon is gehaald: slechts de helft van het gewicht - de bes dus - wordt gebruikt. De pulp wordt niet ver-brand, maar vaak in de natuur gedumpt. Er komt methaangas vrij en schadelijke stoffen lekken in rivieren, meren en de bodem. Of het wordt, aldus Berichten Buitenland, in de grond gestort waarna

de aarde verzuurt. In het artikel ‘Start-up Pect-cof valideert Koffiereststromen’ is te lezen dat het ‘grensverlegger’ Pectcof lukt om de koffiepulp tot 96% te verwaarden.

Aan de andere kant van de Noordzee is nu een run op koffiedrab. In Londen haalt Bio-bean koffiedrab op bij lokale koffieshops en fabrieken waar oplos-koffie wordt gefabriceerd. Uit de drab worden bio-massa-pellets en biodiesel gehaald: de koffiedrab wordt gedroogd en de dieselolie wordt geschei-den via hexaan-extractie. Het restant, in gewicht 80 tot 85 procent van de gedroogde drab, wordt omgezet in biomassa-pellets. De diesel en pellets worden gebruikt om de stadsbussen op te laten rijden en Londense gebouwen mee te verwarmen. Nieuwsbrief Groen Kennisnet, 05-01-2015

Overheden en bedrijven kunnen van elkaar le-ren bij duurzaamheidsrapportages

Voor veel grote bedrijven is het gebruikelijk ge-worden om een duurzaamheidsrapportage uit te brengen. Deze informatie wordt in toenemende mate gebruikt door ‘rating agencies’ in hun be-oordeling van deze bedrijven. Ook nationale overheden rapporteren steeds vaker over eco-nomische, sociaal-maatschappelijke en milieu-aspecten van het land. Uit een analyse van het PBL blijkt dat, hoewel overheden en bedrijven aparte systemen hebben ontwikkeld, zij een aan-tal uitdagingen delen. Voorbeelden zijn het kop-pelen van milieu en economie, en het vinden van oplossingen om lastige thema’s als ecosystemen en biodiversiteit te monitoren. Het beter afstem-men van publieke en private systemen kan hel-pen deze uitdagingen op te lossen, maar ook om de bijdrage van bedrijven aan mondiale doelen zichtbaar te maken en overheden in staat te stel-len de duurzaamheidsprestaties van bedrijven beter te monitoren. Hoewel er nog steeds veel verschillen bestaan tussen thema’s en indicatoren die landen in hun duurzaamheidsrapportages ge-bruiken worden deze steeds beter vergelijkbaar. Deze harmonisatie is onder andere te danken aan de raamwerken die door de VN en statistici zijn afgesproken. Tegelijkertijd blijven er uitdagingen bestaan, zoals het gebruik van deze rapportages door beleidsmakers en het monitoren van duur-zaamheidseffecten buiten de eigen landsgrenzen. www.pbl.nl

Page 11: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

10 11

HANDHAVING

Aanpassing meetnormen aan Europese horizontale normen

Door het verschijnen van een aantal nieuwe Euro-pese normen op het gebied van milieu moeten ook Nederlandse normen worden aangepast. De afgelo-pen jaren zijn er aanpassingen doorgevoerd in nor-men voor anorganische meetmethoden. Nu zijn er wederom twee normen met meetmethoden herzien: NEN 5776 en NEN 6961.

De Nederlandse norm NEN 5776 ‘Bodem - Bepaling van ijzer, aluminium en fosfor in een ammoniumoxa-laat-oxaalzuurextract voor het vaststellen van de fos-faatverzadiging’ is aangepast aan de implementatie van de voorbehandeling van monsters volgens de Europese NEN-EN 16179:2012 ‘Slib, behandeld bio-afval en bodem - Richtlijn voor monstervoorbehan-deling’. Daarnaast is de stabiliteit van de zoutzuurop-lossing verbeterd.

NEN 6961 ‘Milieu - Ontsluiting met salpeterzuur en zoutzuur (koningswater) voor de bepaling van ge-selecteerde elementen in water, waterbodem, slib, slibhoudend water, luchtstof, grond en bouwstoffen’ is aangepast aan de Europese normen voor konings-water ontsluiting. De Europese normen zijn leidend voor de matrices grond, slib, bioafval en water. Voor het resterende toepassingsgebied kan NEN 6961 worden gebruikt. De titel van de norm is dan ook aangepast tot ‘Milieu - Ontsluiting met salpeterzuur en zoutzuur (koningswater) voor de bepaling van ge-selecteerde elementen. Daarnaast is de informatieve bijlage “ontsluiting in een open systeem” is gesplitst om naast een glazen systeem ook een verwarmings-blok met wegwerpvaatjes systeem toe te voegen. Persbericht NEN, 19-12-2014

Normontwerp veiligheidsbeheerssysteem voor buisleidingsystemen

NEN 3655 is de opvolger van de in 2009 gepubli-ceerde NTA 8000. Door te voldoen aan NEN 3655 wordt invulling gegeven aan de plicht volgens arti-kel 4 van het Besluit externe veiligheid buisleidin-gen (Bevb) om technisch en organisatorisch alles te doen wat redelijkerwijs mag worden verwacht om lekkages en ongevallen te voorkomen. Plus om de

gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens en van het milieu zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Met de herziening van NTA 8000 is, vanwege de positieve ervaringen, besloten om de NTA als een NEN-norm uit te brengen. Het normontwerp voor een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) voor buisleidingsystemen voor het transport van gevaarlijke stoffen is ter openbare kritiek gepu-bliceerd. Doordat bedrijfsleven en overheid geza-menlijk de NEN 3655 vaststellen, wordt bevorderd dat het wettelijke kader van de overheid en de af-spraken binnen de sector nauw op elkaar aanslui-ten. Hierdoor kan het buisleidingsysteem volgens de laatste inzichten en met een minimum aan wettelijke regels veilig worden geëxploiteerd. Belanghebben-den kunnen tot 1 maart 2015 commentaar indie-nen op NEN 3655 via www.normontwerpen.nen.nl. Persbericht NEN, 18-12-2014

Publieksvriendelijke samenvattingen inspectie-rapporten

Vanaf oktober 2014 worden burgers op een publieks-vriendelijke manier geïnformeerd over inspecties bij Brzo-bedrijven. Op de website Brzoplus.nl staan de eerste samenvattingen van de inspectierapporten. De voornaamste reden voor de publicatie is de EU-richtlijn Seveso III, die inhoudt dat burgers goed geïnformeerd moeten zijn over de staat van de veiligheid van be-drijven in hun directe leefomgeving. Uiterlijk op 1 juni 2015 moet de richtlijn van kracht zijn in de Nederland-se wetgeving. Risicovolle bedrijven moeten voldoen aan veiligheidsmaatregelen die zijn vastgelegd in het Besluit Risico Zware Ongevallen (Brzo). Deze bedrij-ven worden elk jaar geïnspecteerd. De inspecties zijn steekproeven en per inspectie wordt gecontroleerd op vooraf bepaalde onderwerpen. De resultaten van de inspecties bij deze bedrijven worden in rapporten vastgelegd. De inspectiediensten hebben ervoor ge-kozen om samenvattingen te maken. Zij geven op een begrijpelijke manier inzicht in de resultaten van de in-specties. In de samenvatting staat informatie over de controles, de resultaten en de overtredingen. Ook de zaken die bij het bedrijf op orde zijn staan in de samen-vatting. Is er een overtreding? Dan geeft de samenvat-ting een indicatie van de ernst van de overtreding.

Naast de samenvattingen publiceert de DCMR op korte termijn ook handhavingsbeschikkin-gen, zoals een last onder dwangsom of stilleg-ging. Het streven is om deze vorm van publi-ceren een provinciebrede invulling te geven. Nieuwsbrief DCMR, 05-01-2015

10 11

de ‘Pool’ van Windunie komt in 2015 al 75% van de groene stroom van Greenchoice van eigen bo-dem. Rob Kouwenberg van Windunie: “Met het ge-zamenlijk aanbod van de windstroom wil Windunie voor haar leden een optimale prijs realiseren. Voor agrariërs, het grootste deel van onze leden, is dit een bekende tactiek die ook bij aanbod van suiker en melk wordt gevolgd. De Pool was voor ons een logische stap als bemiddelaar van stroomcontrac-ten. We zijn blij met afnemer Greenchoice, waar-mee we al jaren samenwerken. Greenchoice heeft de juiste uitstraling op de markt en biedt ons de beste garanties.”

Windunie en Greenchoice sluiten hiermee ook de keten van stroomproducent naar stroomklant. Dankzij de samenwerking komt de stroom van de windmolen direct bij de eindgebruiker. Dat levert flinke voordelen op: minder tussenschakels en be-tere afstemming van productie op afname. Zo krijgt de producent een gegarandeerde goede prijs voor de geleverde energie. En de klant weet zeker dat de 100% duurzame energie uit Nederland komt. Persbericht Greenchoice, 17-12-2014

Pectine en brandstof uit koffiepulp en -drab

De wereldwijde koffieconsumptie veroorzaakt veel drab en - in koffieproducerende landen - bergen milieuvervuilende pulp. Twee bedrijven hebben in-gezet op de verwaarding hiervan tot brandstof en pectine. In het artikel ‘Koffiekringloop sluit zich’, gepubliceerd in Chemie Magazine, is te lezen dat pectine - die gewonnen kan worden uit kof-fiepulp - geschikt is als emulgator en stabilisator voor voedingsmiddelen en medicijnen. ‘Pectine zit bijvoorbeeld in jams, drinkyoghurt en vruchtenre-pen als Sultana.’ Uit de drab blijken biodiesel en biomassa-pellets gewonnen te kunnen worden.

Chemie Magazine meldt dat de wereldwijde kof-fieconsumptie (500 biljoen kopjes koffie per jaar) jaarlijks 25 miljoen ton afval koffiedrab geeft. Bij verbranding veroorzaakt dit jaarlijks 19 miljoen ton CO2-emissie. Daarnaast blijft nog eens zo’n 17,4 miljoen pulp achter in de exporterende lan-den (2013). Dit ontstaat nadat de bes uit de boon is gehaald: slechts de helft van het gewicht - de bes dus - wordt gebruikt. De pulp wordt niet ver-brand, maar vaak in de natuur gedumpt. Er komt methaangas vrij en schadelijke stoffen lekken in rivieren, meren en de bodem. Of het wordt, aldus Berichten Buitenland, in de grond gestort waarna

de aarde verzuurt. In het artikel ‘Start-up Pect-cof valideert Koffiereststromen’ is te lezen dat het ‘grensverlegger’ Pectcof lukt om de koffiepulp tot 96% te verwaarden.

Aan de andere kant van de Noordzee is nu een run op koffiedrab. In Londen haalt Bio-bean koffiedrab op bij lokale koffieshops en fabrieken waar oplos-koffie wordt gefabriceerd. Uit de drab worden bio-massa-pellets en biodiesel gehaald: de koffiedrab wordt gedroogd en de dieselolie wordt geschei-den via hexaan-extractie. Het restant, in gewicht 80 tot 85 procent van de gedroogde drab, wordt omgezet in biomassa-pellets. De diesel en pellets worden gebruikt om de stadsbussen op te laten rijden en Londense gebouwen mee te verwarmen. Nieuwsbrief Groen Kennisnet, 05-01-2015

Overheden en bedrijven kunnen van elkaar le-ren bij duurzaamheidsrapportages

Voor veel grote bedrijven is het gebruikelijk ge-worden om een duurzaamheidsrapportage uit te brengen. Deze informatie wordt in toenemende mate gebruikt door ‘rating agencies’ in hun be-oordeling van deze bedrijven. Ook nationale overheden rapporteren steeds vaker over eco-nomische, sociaal-maatschappelijke en milieu-aspecten van het land. Uit een analyse van het PBL blijkt dat, hoewel overheden en bedrijven aparte systemen hebben ontwikkeld, zij een aan-tal uitdagingen delen. Voorbeelden zijn het kop-pelen van milieu en economie, en het vinden van oplossingen om lastige thema’s als ecosystemen en biodiversiteit te monitoren. Het beter afstem-men van publieke en private systemen kan hel-pen deze uitdagingen op te lossen, maar ook om de bijdrage van bedrijven aan mondiale doelen zichtbaar te maken en overheden in staat te stel-len de duurzaamheidsprestaties van bedrijven beter te monitoren. Hoewel er nog steeds veel verschillen bestaan tussen thema’s en indicatoren die landen in hun duurzaamheidsrapportages ge-bruiken worden deze steeds beter vergelijkbaar. Deze harmonisatie is onder andere te danken aan de raamwerken die door de VN en statistici zijn afgesproken. Tegelijkertijd blijven er uitdagingen bestaan, zoals het gebruik van deze rapportages door beleidsmakers en het monitoren van duur-zaamheidseffecten buiten de eigen landsgrenzen. www.pbl.nl

Page 12: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

12 13

INTERNATIONAAL

Computermodel ontwikkeling CO2 in de atmosfeer

Een hoge resolutie computermodel van NASA laat zien hoe CO2 in de atmosfeer gedurende een jaar rond de aarde reist. In de simulatie is te zien hoe CO2-concentraties door de wind worden ver-plaatst. Het computermodel laat ook het verschil in CO2-niveau zien tussen het noordelijke en het zuidelijke halfrond en doorheen de seizoenen door-dat plantengroei een deel van de CO2 opneemt. De visualisatie is een product van het computer-model GEOS-5 dat door wetenschappers van het NASA Goddard ruimtevaartstation is gemaakt. In de simulatie genaamd ‘Nature Run’ wordt weten-schappelijke data ingevoerd over CO2-uitstoot veroorzaakt door zowel de mens als de natuur. Op basis van de data creëert het model een simulatie. www.energieoverheid.nl

WETENSCHAP

Industriële restwarmte kan opbrengst blauwe energie verdrievoudigen

Blauwe energie, die opgewekt kan worden door zoet en zout water met elkaar te mengen, kan een veel hogere energieopbrengst hebben als het zoe-te water vooraf wordt verwarmd. Dit verwarmen is mogelijk met restwarmte van bijvoorbeeld data-centra of koelcentrales. Dat blijkt uit berekeningen van theoretische natuurkundigen van de Universi-teit Utrecht. Zij beschrijven hun vondst in het we-tenschappelijke tijdschrift Physical Review Letters.

Blauwe energie is een duurzame en schone vorm van energie, die opgewekt wordt door zoet en zout water met elkaar te mengen. Het opwekken van blauwe energie kan overal gebeuren waar zoet en zout water elkaar op een natuurlijke manier tegen-komen, bijvoorbeeld een rivier die in zee stroomt of bij de Afsluitdijk. Als het zoete water vooraf-gaand aan de vermenging met zout water wordt verwarmd tot 50 graden, kan er twee keer meer energie worden opgewekt. Wordt het zoete water

tot 80 graden verwarmd, dan levert dit zelfs een verdrievoudiging op.

Elke liter rivierwater die de zee instroomt kan in theorie een hoeveelheid energie opwekken die gelijk is aan een waterval of dam van ongeveer 200 meter hoog. Op mondiale schaal kan blauwe-energieopwekking worden toegepast die over-eenkomt met 2.000 kerncentrales. En op Neder-landse schaal kan blauwe energie - dankzij onze riviermondingen en de Afsluitdijk - 30% van de benodigde elektriciteit leveren. In de afgelopen jaren is wereldwijd veel onderzoek gedaan om deze energie ook in de praktijk te kunnen op-wekken. Echter, tot nu toe werd steeds gewerkt bij een watertemperatuur van zo’n 10 tot 20 gra-den, zowel voor het zoete als het zoute water. Persbericht Universiteit van Utrecht, 5 januari 2015

KU Leuven verovert plaats in Europese innova-tiegemeenschappen rond grondstoffen en ge-zondheid

Het Europees Instituut voor Innovatie & Techno-logie (EIT) heeft twee nieuwe kennis- en innova-tiegemeenschappen in de domeinen ‘grondstoffen’ en ‘gezondheid’ goedgekeurd. Een uitgebreid net-werk van bedrijven en onderwijs- en kennisinstel-lingen slaan hiervoor de handen in elkaar. Eén van de regionale expertisecentra voor grondstoffen komt in Leuven. EIT is een orgaan van de Euro-pese Unie dat onderzoek, innovatie, technologie en ondernemerschap stimuleert. Dat doet EIT via Knowledge and Innovation Communities (KIC’s): gemeenschappen over de grenzen heen, waar-binnen expertisepartners rond een bepaald thema samenwerken. Het zijn zowel academische en in-dustriële partners als onderzoeksinstellingen, die samen de innovatieve capaciteit van de Europese lidstaten versterken. Sinds 2011 gebeurt dat al voor de thema’s klimaatverandering, hernieuwba-re energie en ICT. Vanaf 2015 wil het EIT nieuwe domeinen aanboren via twee bijkomende KIC’s, voor grondstoffen (‘raw materials’) en gezondheid (‘health’). Het instituut verleende daarvoor op 9 de-cember zijn formele steun aan twee internationale consortia.

In het domein grondstoffen gaf het EIT de voor-keur aan het consortium ‘RawMatTERS’, waaraan meer dan 100 partners uit 22 Europese lidstaten bijdragen. Het consortium heeft het ambitieuze doel om de huidige Europese afhankelijkheid van

12 13

EUROPESE UNIE

Brussel bereikt akkoord over vangstquota

In Brussel is een akkoord bereikt over de vangst-mogelijkheden voor vissers in de EU voor 2015. Nederlandse vissers mogen in 2015 maximaal eenzelfde hoeveelheid tong, rog, tarbot en griet, tongschar en witje, schar en bot en zilversmelt vangen als dit jaar. Ook het aantal dagen dat gevist kan worden blijft gelijk. Het akkoord is conform het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) voor een duurzame visserij. Staatssecretaris Dijksma (EZ) is blij dat er voor het komende jaar goede en werkbare afspraken zijn gemaakt voor de vissers: “Vissers hebben brood op de plank no-dig. Tegelijk moeten we blijven werken aan een rij-ker en duurzaam visbestand in onze wateren. Dit akkoord laat zien dat een combinatie van ecologie en economie goed mogelijk is.”

Gelijke visquota zijn in het licht van een duur-zame visserij mogelijk. De lidstaten zijn mede op aandringen van Nederland een zogenoemde roll-over (status quo) van de Total Allowable Cat-ches (TAC) van deze vissoorten overeengeko-men. De Europese Commissie had reducties van de vangstmogelijkheden voorgesteld. Om een goede balans te bereiken tussen het aantal zeedagen (dagen dat een vistuig niet in de ha-ven ligt) en de toegestane vangsthoeveelheden en het vermijden van een voortijdige sluiting van de visserij is tegemoet gekomen aan het Neder-landse verzoek om de zeedagen gelijk te houden. Persbericht Ministerie van Economische Zaken, 17-12-2014

Kwart Europese bevolking blootgesteld aan schadelijke verkeerslawaai

Meer dan 125 miljoen Europeanen - één op de vier - worden blootgesteld aan niveaus van weg-verkeerslawaai boven wettelijke richtlijnen. Dit blijkt uit de evaluatie ‘‘Noise in Europe 2014’,’ van het European Environment Agency (EEA). De overlast veroorzaakt een reeks van gezond-heidsproblemen. Het rapport analyseert de blootstelling aan geluidsniveaus en de daaruit voortvloeiende milieu- gezondheidsproblemen. Verkeerslawaai ergert bijna 20 miljoen Europe-

anen en verstoort de slaap van naar schatting acht miljoen. Omgevingslawaai is ook gekop-peld aan ongeveer 43.000 ziekenhuisopnamen, 900.000 gevallen van hypertensie en tot 10.000 voortijdige sterfgevallen. Het wegverkeer is de belangrijkste bron van geluidshinder in Europa, aldus het rapport, gevolgd door de spoorwegen, luchthavens en industrie. Grotere steden zijn luidruchtiger. Informatie: http://goo.gl/QwACqw Persbericht EEA, 19-12-2014

Nederland pleit voor snelle aanpak uitstoot broeikasgassen

De lidstaten van de Europese Unie maakten eind oktober afspraken om te zorgen dat in 2030 mi-nimaal 40 procent minder schadelijke broeikas-gassen worden uitgestoten. Om dit doel te halen moet vooral de industrie flinke stappen zetten. Als aanvulling op de Europese afspraken spreekt Ne-derland zich nu samen met 14 andere Europese landen uit haast te maken met nieuw klimaatbe-leid. Staatsecretaris Mansveld (IenM) heeft haar handtekening gezet onder een gezamenlijke ver-klaring, gericht aan de pas aangetreden Europese Commissie, waarin onder andere wordt gepleit de zogeheten stabiliteitsreserve van het emissie-handelssysteem al in 2017 in te voeren in plaats van 2021. Dit betekent dat nieuwe emissierechten niet op de markt komen maar in reserve worden gehouden. Deze vermindering van het overschot aan emissierechten, moet uiteindelijk zorgen voor een hogere prijs voor het uitstoten van broeikas-gassen.

In de Green Growth Group trekken 14 milieumi-nisters uit de EU en Noorwegen samen op voor een ambitieus klimaatbeleid. De milieuministers komen ongeveer zes keer per jaar samen om de voortgang van het Europese klimaatbeleid te bespreken. Staatssecretaris Mansveld neemt na-mens Nederland deel aan deze Green Growth Group. In het verleden hebben zij al met succes gepleit voor versterking van het Europese emis-siehandelssysteem, doordat de Europese Com-missie gehoor gaf aan hun oproep om tijdelijk een aantal rechten uit de markt te halen. Met de eerdere invoering van de stabiliteitsreser-ve zou dit een definitieve vorm kunnen krijgen. Persbericht Ministerie van IenM, 18-12-2014

Page 13: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

12 13

INTERNATIONAAL

Computermodel ontwikkeling CO2 in de atmosfeer

Een hoge resolutie computermodel van NASA laat zien hoe CO2 in de atmosfeer gedurende een jaar rond de aarde reist. In de simulatie is te zien hoe CO2-concentraties door de wind worden ver-plaatst. Het computermodel laat ook het verschil in CO2-niveau zien tussen het noordelijke en het zuidelijke halfrond en doorheen de seizoenen door-dat plantengroei een deel van de CO2 opneemt. De visualisatie is een product van het computer-model GEOS-5 dat door wetenschappers van het NASA Goddard ruimtevaartstation is gemaakt. In de simulatie genaamd ‘Nature Run’ wordt weten-schappelijke data ingevoerd over CO2-uitstoot veroorzaakt door zowel de mens als de natuur. Op basis van de data creëert het model een simulatie. www.energieoverheid.nl

WETENSCHAP

Industriële restwarmte kan opbrengst blauwe energie verdrievoudigen

Blauwe energie, die opgewekt kan worden door zoet en zout water met elkaar te mengen, kan een veel hogere energieopbrengst hebben als het zoe-te water vooraf wordt verwarmd. Dit verwarmen is mogelijk met restwarmte van bijvoorbeeld data-centra of koelcentrales. Dat blijkt uit berekeningen van theoretische natuurkundigen van de Universi-teit Utrecht. Zij beschrijven hun vondst in het we-tenschappelijke tijdschrift Physical Review Letters.

Blauwe energie is een duurzame en schone vorm van energie, die opgewekt wordt door zoet en zout water met elkaar te mengen. Het opwekken van blauwe energie kan overal gebeuren waar zoet en zout water elkaar op een natuurlijke manier tegen-komen, bijvoorbeeld een rivier die in zee stroomt of bij de Afsluitdijk. Als het zoete water vooraf-gaand aan de vermenging met zout water wordt verwarmd tot 50 graden, kan er twee keer meer energie worden opgewekt. Wordt het zoete water

tot 80 graden verwarmd, dan levert dit zelfs een verdrievoudiging op.

Elke liter rivierwater die de zee instroomt kan in theorie een hoeveelheid energie opwekken die gelijk is aan een waterval of dam van ongeveer 200 meter hoog. Op mondiale schaal kan blauwe-energieopwekking worden toegepast die over-eenkomt met 2.000 kerncentrales. En op Neder-landse schaal kan blauwe energie - dankzij onze riviermondingen en de Afsluitdijk - 30% van de benodigde elektriciteit leveren. In de afgelopen jaren is wereldwijd veel onderzoek gedaan om deze energie ook in de praktijk te kunnen op-wekken. Echter, tot nu toe werd steeds gewerkt bij een watertemperatuur van zo’n 10 tot 20 gra-den, zowel voor het zoete als het zoute water. Persbericht Universiteit van Utrecht, 5 januari 2015

KU Leuven verovert plaats in Europese innova-tiegemeenschappen rond grondstoffen en ge-zondheid

Het Europees Instituut voor Innovatie & Techno-logie (EIT) heeft twee nieuwe kennis- en innova-tiegemeenschappen in de domeinen ‘grondstoffen’ en ‘gezondheid’ goedgekeurd. Een uitgebreid net-werk van bedrijven en onderwijs- en kennisinstel-lingen slaan hiervoor de handen in elkaar. Eén van de regionale expertisecentra voor grondstoffen komt in Leuven. EIT is een orgaan van de Euro-pese Unie dat onderzoek, innovatie, technologie en ondernemerschap stimuleert. Dat doet EIT via Knowledge and Innovation Communities (KIC’s): gemeenschappen over de grenzen heen, waar-binnen expertisepartners rond een bepaald thema samenwerken. Het zijn zowel academische en in-dustriële partners als onderzoeksinstellingen, die samen de innovatieve capaciteit van de Europese lidstaten versterken. Sinds 2011 gebeurt dat al voor de thema’s klimaatverandering, hernieuwba-re energie en ICT. Vanaf 2015 wil het EIT nieuwe domeinen aanboren via twee bijkomende KIC’s, voor grondstoffen (‘raw materials’) en gezondheid (‘health’). Het instituut verleende daarvoor op 9 de-cember zijn formele steun aan twee internationale consortia.

In het domein grondstoffen gaf het EIT de voor-keur aan het consortium ‘RawMatTERS’, waaraan meer dan 100 partners uit 22 Europese lidstaten bijdragen. Het consortium heeft het ambitieuze doel om de huidige Europese afhankelijkheid van

Page 14: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

14 15

einden, zoals stadsverwarming, proceswarmte in de industrie of verwarming in tuinbouwkassen. Ten opzichte van 2012 daalde de elektriciteitsproduc-tie uit WKK met 6 procent tot 50 miljard kWh. 2013 is daarmee het vierde achtereenvolgende jaar dat elektriciteit uit WKK daalt. In totaal is elektriciteit uit warmtekrachtvermogen sinds 2009 met 21 procent gedaald.

Net als in 2012 werd er in 2013 meer steenkool en minder aardgas ingezet voor elektriciteitsproductie: de inzet van steenkool steeg met ruim 4 procent, die van aardgas daalde met bijna 3 procent. De stij-ging van de steenkoolinzet hangt enerzijds samen met een gedaalde inzet van biomassa. Deze daalde vooral vanwege het aflopen van subsidies voor het meestoken. Anderzijds daalden in 2013 de prijzen voor steenkool sterk, terwijl de prijs van aardgas na-genoeg niet veranderde. Per saldo daalde de totale inzet van fossiele brandstoffen in de elektriciteits-productie met bijna 1 procent. Desondanks bleef, vooral door de ingebruikname van nieuwe centrales met een hoog rendement, de elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen nagenoeg onveranderd op bijna 83 miljard kWh. Het aandeel van elektriciteit uit fossiele brandstoffen kwam daarmee in 2013 op 82 procent van de totale elektriciteitsproductie, bijna 2 procentpunt meer dan in 2012. Het aandeel hernieuwbare elektriciteit bleef per saldo steken op 12 procent: elektriciteit uit zon en wind steeg sterk in 2013, elektriciteit uit biomassa daalde juist. cbs.nl

Ontwerpen voor een veilige omgeving

Stedenbouwers en architecten hebben met veel aspecten en regels te maken bij hun ontwerpen. Denk maar eens aan juridische zaken, natuur en milieu, archeologie, parkeernormen en duurzaam-heid. Externe veiligheid schiet er regelmatig bij in. Op het laatste moment moet er dan nog gere-kend en getekend worden om binnen de normen te blijven. Terwijl het in een druk bevolkt land als Nederland van groot belang is dat mensen veilige wonen en werken naast het goederenspoor, in de nabijheid van opslag van chemische stoffen of de snelweg. Om daar verandering in te brengen is het boek ‘Ontwerpen voor een veilige omgeving’ uit-gebracht. Het boek is een initiatief van de Regio-teams binnen het landelijke Verbeterprogramma Groepsrisico. De veiligheidsexperts en steden-bouwers die in deze teams samenwerken, willen graag laten zien dat die samenwerking kan leiden

tot slimme en mooie oplossingen waar iedereen beter van wordt.

Volgens Tjerk Ruimschotel, voorzitter van de Be-roepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwers en Planologen (BNSP), wordt het hoog tijd dat zijn vakgenoten meer aandacht besteden aan veiligheid. “Van oudsher stond veiligheid voorop als een stad werd gebouwd met een vestingmuur en de nodige afstand van het kruithuis. In de loop van de jaren zijn we de focus op veiligheid helemaal kwijt geraakt. Het is hoog tijd dat daarin verandering komt. Het is de plicht van ontwerpers dat mensen niet alleen mooi, duurzaam en betaalbaar wonen en werken. Ze moeten bovenal zorgen dat mensen veilig zijn.” http://verbeterprogrammagroepsrisico.nl

Energieneutraal maken woning kost maximaal 35.000 euro

Urgenda heeft de brochure ‘Ons huis energieneu-traal - Praktijkvoorbeelden van bestaande wonin-gen’ gepubliceerd. Hierin laat de organisatie zien dat een doorsnee huis energieneutraal gemaakt kan worden voor maximaal € 35.000,-. Dat is het bedrag wat een gemiddeld Nederlands gezin in 15 jaar kwijt is aan energiekosten. De woningen vari-eren van kleine rijtjeshuizen tot vrijstaande stolpen en van monumenten tot twee-onder-een-kap-wo-ningen. Voor elk huis is een oplossing bedacht die is toegesneden op het huis en zijn bewoners.

De eerste huizen zijn gereed en verzameld in de brochure. Urgenda gaat, in samenwerking met ASN Bank, verder met het energieneutraal maken van huizen op onder andere Texel.

Informatie: www.urgenda.nl/energieneutraal Persbericht Urgenda, 17-12-2014

BERICHTEN

Recordaantal deelnemers aan Energiestrijd Zorghuizen

Ruim 12.000 ouderen en medewerkers in 40 zorg-huizen door heel Nederland gaan tijdens de Ener-giestrijd Zorghuizen, van 22 december 2014 t/m 21 maart 2015, met elkaar de strijd aan om zoveel mo-

14 15

grondstoffen om te buigen in een strategische kracht. Eén van de zes regionale expertisecentra van de nieuwe KIC Raw Materials komt in Leuven. Het centrum zal zich specialiseren in recyclage, urban mining, het herwinnen van metalen en mi-neralen uit industriële residuen, lichtgewichtmate-rialen, sea floor mining en kringloopeconomie. Na een overgangsjaar in 2015 wordt verwacht dat het centrum operationeel zal zijn vanaf het voorjaar van 2016.

Voor de categorie ‘gezondheid’ werd het con-sortium ‘Innolife’ als winnaar uitgekozen, een samenwerking tussen 144 partners uit 14 EU-landen. InnoLife wil zich specifiek richten op een gezonde levensstijl en actief ouder worden, zowel qua onderzoek als flankerend ondernemerschap. http://nieuws.kuleuven.be

Verband tussen autisme en luchtvervuiling tij-dens zwangerschap

Wetenschappers hebben een verband gevon-den tussen luchtvervuiling en autisme. Wanneer een zwangere vrouw wordt blootgesteld aan veel luchtvervuiling, is de kans twee keer zo groot dat haar kind autistisch is. De wetenschappers, ver-bonden aan de Harvard School of Public Health, hebben 245 autistische kinderen en 1.522 andere kinderen onderzocht. Ze analyseerden onder meer de blootstelling van de moeder aan luchtvervui-ling. Op basis van het thuisadres van de moeder vonden wetenschappers al snel een verband. De grootste boosdoener is fijnstof. Dit zijn in de lucht zwevende deeltjes kleiner dan tien micrometer. Ons bloed neemt fijnstof op, waardoor het schade kan aanrichten in ons lichaam. Op veel plekken in Europa worden de normen voor fijnstof overschre-den, vooral langs drukke wegen door uitstoot van voertuigen.

Hoewel autisme deels erfelijk is, speelt luchtvervui-ling ook een rol. “Vooral in het derde trimester van de zwangerschap heeft luchtvervuiling een belang-rijke invloed op de ontwikkeling van autisme”, con-cludeert onderzoeker Marc Weisskopf. “We hebben veel andere mogelijke verklaringen bekeken, maar die bleken allemaal niet juist te zijn.” Vorig jaar bleek ook al dat blootstelling aan verkeersgerelateerde luchtvervuiling op jonge leeftijd significante invloed heeft op hogere hyperactiviteit op de leeftijd van 7. www.scientias.nl

PUBLICATIES

Stabilisatie aantal biologische landbouwbedrijven

Op 1 april 2014 waren er in Nederland volgens de Landbouwtelling 1412 biologische landbouwbedrij-ven. Dit is 2,2 procent van de landbouwbedrijven en schommelt al vier jaar op rij rond dit percentage. In totaal hebben de biologische bedrijven 49,8 dui-zend hectare biologische cultuurgrond in gebruik (2,7 procent van het totaal). Het areaal biologische landbouw daalde met 0,2 procent ten opzichte van 2013, het totale landbouwareaal kromp met 0,5 pro-cent. Het areaal biologische akkerbouw steeg met 7 procent. Verder was er een lichte toename van het areaal grasland en groenvoeder (+0,7 procent). Voor tuinbouw onder glas en opengrond namen de arealen af met respectievelijk 10 procent en bijna 2 procent. Het grootste deel van de oppervlakte biologische landbouw is grasland en groenvoeder (luzerne en snijmaïs). Met 36,6 duizend hectare is dit bijna drie kwart van het totale areaal biologische landbouw.

De ontwikkelingen in de biologische veehoude-rij lopen flink uiteen. Ten opzichte van 2013 is het aantal biologische varkens en kippen (vooral leg-kippen) toegenomen. Opgemerkt moet worden dat het aantal biologische varkens vergeleken met de totale varkensstapel van geringe beteke-nis blijft (0,6 procent). Het aantal biologisch ge-houden schapen nam sterk af en het aantal gei-ten kwam iets lager uit. Bij de runderen (vooral melkvee) was de daling met 0,2 procent minimaal. cbs.nl

Opnieuw daling elektriciteitsproductie

In 2013 bedroeg de elektriciteitsproductie in Neder-land 101 miljard kWh, bijna 2 procent minder dan een jaar eerder. Het is het derde achtereenvolgende jaar waarin de elektriciteitsproductie daalt. De da-ling van de productie hangt samen met een hogere import van elektriciteit. In 2013 werd ruim 3 procent meer elektriciteit geïmporteerd dan in 2012. De ex-port bleef nagenoeg gelijk. In Nederland wordt elek-triciteit vooral geproduceerd door verbranding van fossiele brandstoffen. Door toepassing van warm-tekrachtkoppeling (WKK) kan de warmte die daarbij ontstaat, nuttig worden gebruikt voor andere doel-

Page 15: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

14 15

einden, zoals stadsverwarming, proceswarmte in de industrie of verwarming in tuinbouwkassen. Ten opzichte van 2012 daalde de elektriciteitsproduc-tie uit WKK met 6 procent tot 50 miljard kWh. 2013 is daarmee het vierde achtereenvolgende jaar dat elektriciteit uit WKK daalt. In totaal is elektriciteit uit warmtekrachtvermogen sinds 2009 met 21 procent gedaald.

Net als in 2012 werd er in 2013 meer steenkool en minder aardgas ingezet voor elektriciteitsproductie: de inzet van steenkool steeg met ruim 4 procent, die van aardgas daalde met bijna 3 procent. De stij-ging van de steenkoolinzet hangt enerzijds samen met een gedaalde inzet van biomassa. Deze daalde vooral vanwege het aflopen van subsidies voor het meestoken. Anderzijds daalden in 2013 de prijzen voor steenkool sterk, terwijl de prijs van aardgas na-genoeg niet veranderde. Per saldo daalde de totale inzet van fossiele brandstoffen in de elektriciteits-productie met bijna 1 procent. Desondanks bleef, vooral door de ingebruikname van nieuwe centrales met een hoog rendement, de elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen nagenoeg onveranderd op bijna 83 miljard kWh. Het aandeel van elektriciteit uit fossiele brandstoffen kwam daarmee in 2013 op 82 procent van de totale elektriciteitsproductie, bijna 2 procentpunt meer dan in 2012. Het aandeel hernieuwbare elektriciteit bleef per saldo steken op 12 procent: elektriciteit uit zon en wind steeg sterk in 2013, elektriciteit uit biomassa daalde juist. cbs.nl

Ontwerpen voor een veilige omgeving

Stedenbouwers en architecten hebben met veel aspecten en regels te maken bij hun ontwerpen. Denk maar eens aan juridische zaken, natuur en milieu, archeologie, parkeernormen en duurzaam-heid. Externe veiligheid schiet er regelmatig bij in. Op het laatste moment moet er dan nog gere-kend en getekend worden om binnen de normen te blijven. Terwijl het in een druk bevolkt land als Nederland van groot belang is dat mensen veilige wonen en werken naast het goederenspoor, in de nabijheid van opslag van chemische stoffen of de snelweg. Om daar verandering in te brengen is het boek ‘Ontwerpen voor een veilige omgeving’ uit-gebracht. Het boek is een initiatief van de Regio-teams binnen het landelijke Verbeterprogramma Groepsrisico. De veiligheidsexperts en steden-bouwers die in deze teams samenwerken, willen graag laten zien dat die samenwerking kan leiden

tot slimme en mooie oplossingen waar iedereen beter van wordt.

Volgens Tjerk Ruimschotel, voorzitter van de Be-roepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwers en Planologen (BNSP), wordt het hoog tijd dat zijn vakgenoten meer aandacht besteden aan veiligheid. “Van oudsher stond veiligheid voorop als een stad werd gebouwd met een vestingmuur en de nodige afstand van het kruithuis. In de loop van de jaren zijn we de focus op veiligheid helemaal kwijt geraakt. Het is hoog tijd dat daarin verandering komt. Het is de plicht van ontwerpers dat mensen niet alleen mooi, duurzaam en betaalbaar wonen en werken. Ze moeten bovenal zorgen dat mensen veilig zijn.” http://verbeterprogrammagroepsrisico.nl

Energieneutraal maken woning kost maximaal 35.000 euro

Urgenda heeft de brochure ‘Ons huis energieneu-traal - Praktijkvoorbeelden van bestaande wonin-gen’ gepubliceerd. Hierin laat de organisatie zien dat een doorsnee huis energieneutraal gemaakt kan worden voor maximaal € 35.000,-. Dat is het bedrag wat een gemiddeld Nederlands gezin in 15 jaar kwijt is aan energiekosten. De woningen vari-eren van kleine rijtjeshuizen tot vrijstaande stolpen en van monumenten tot twee-onder-een-kap-wo-ningen. Voor elk huis is een oplossing bedacht die is toegesneden op het huis en zijn bewoners.

De eerste huizen zijn gereed en verzameld in de brochure. Urgenda gaat, in samenwerking met ASN Bank, verder met het energieneutraal maken van huizen op onder andere Texel.

Informatie: www.urgenda.nl/energieneutraal Persbericht Urgenda, 17-12-2014

BERICHTEN

Recordaantal deelnemers aan Energiestrijd Zorghuizen

Ruim 12.000 ouderen en medewerkers in 40 zorg-huizen door heel Nederland gaan tijdens de Ener-giestrijd Zorghuizen, van 22 december 2014 t/m 21 maart 2015, met elkaar de strijd aan om zoveel mo-

Page 16: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

16 17

tot een kwetsbaar object geldt. De rechtszekerheid vereist in het algemeen dat bestaand legaal gebruik overeenkomstig de bestaande situatie wordt opge-nomen in een bestemmingsregeling. Gelet op het feit dat in dit geval sprake is van een wooncomplex dat, gelet op de daaraan toegekende aanduidingen voor zorgwoningen en een verpleeghuis, een kwetsbaar object in de zin van het Activiteitenbesluit milieube-heer is en gelet op de tussen het gasontvangstation en het wooncomplex bestaande afstand van onge-veer 14 meter, als gevolg waarvan in ruime mate de in het Activiteitenbesluit milieubeheer genoemde veiligheidsafstand van 25 meter wordt overschreden, is het in het plan toekennen van de bestemming ‘Be-drijf – Gasontvangstation’ aan de gronden waarop het gasontvangstation is gelegen, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dermate onaan-vaardbaar dat deze bestemming niet kan blijven voortbestaan. De omstandigheid dat wat het aspect gevaar betreft uit de QRA kan worden afgeleid dat - ondanks de korte afstand tussen het gasontvang-station en het wooncomplex - het groepsrisico en het plaatsgebonden risico in dit geval aanvaardbaar zijn, kan, wat hier ook van zij, daaraan niet afdoen. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201311000/1/R2

Vaststelling veiligheidscontour Europoort en Landtong

Bij besluit van 4 februari 2014 hebben de colleges van gedeputeerde staten van Zuid-Holland en van burgemeester en wethouders van Rotterdam de vei-ligheidscontour Europoort en Landtong vastgesteld. In figuur 3 op p. 6 van het bestreden besluit zijn de 10-6-contouren voor het plaatsgebonden risico van de bestaande inrichtingen op basis van de ten tijde van de vaststelling van de veiligheidscontour gel-dende vergunningen met oranje vlekken weergege-ven. Alle oranje vlekken in figuur 3 liggen binnen de vastgestelde veiligheidscontour. Anders dan appel-lant sub 2 en anderen betogen, volgt uit artikel 14, eerste lid, van het Bevi niet dat de veiligheidscontour niet ruimer mag worden vastgesteld dan de reeds vergunde 10-6-contouren voor het plaatsgebonden risico van de bestaande inrichtingen binnen de vei-ligheidscontour. Daarbij is tevens van belang dat op grond van het derde lid, onder a, bij de vaststelling van de veiligheidscontour de met betrekking tot de desbetreffende inrichting en het gebied waarin die inrichting is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de externe veiligheid kunnen worden betrokken. De

colleges hebben de ligging van de veiligheidscon-tour afgestemd op de uitbreidingsmogelijkheden die zijn opgenomen in het bestemmingsplan, dat ten tijde van het nemen van het bestreden besluit reeds was vastgesteld. Naar het oordeel van de Afdeling staat artikel 14, eerste lid, van het Bevi hieraan niet in de weg. De ruimtelijke aanvaardbaarheid van de in het bestemmingsplan opgenomen uitbreidings-mogelijkheden staat in deze procedure niet ter beoordeling. De Afdeling verwijst hiervoor naar de beoordeling van de beroepen van appellant sub 1 en appellant sub 2 en anderen tegen de vaststelling van het bestemmingsplan in zaak nr. 201402731/1/R6. Gelet op het voorgaande bestaat geen grond voor het oordeel dat de veiligheidscontour in strijd met artikel 14, eerste lid, van het Bevi is vastgesteld. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201402739/1/R6

Windturbine en verzoek om stellen maatwerk-voorschriften

Bij besluit van 19 april 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon het verzoek van appellant om het stellen van maat-werkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.14a van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor een windturbine, afgewezen. Bij besluit van 29 april 2013 heeft het col-lege het door appellant daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 4 april 2014 heeft de rechtbank het door appellant daartegen in-gestelde beroep ongegrond verklaard. Anders dan appellant betoogt, biedt artikel 3.14a, derde lid, van het Activiteitenbesluit wel een mogelijkheid om maat-werkvoorschriften te stellen. Het krachtens dit artikellid stellen van maatwerkvoorschriften betreft echter een bevoegdheid en geen verplichting. De omstandighe-den dat het bevoegd gezag in de door appellant aan-gehaalde uitspraken ervoor heeft gekozen om geen gebruik te maken van deze bevoegdheid en dat de Af-deling heeft geoordeeld dat het dit in redelijkheid kon doen, betekent niet dat een bevoegd gezag nooit ge-bruik zou kunnen maken van de bevoegdheid. Zoals de Afdeling heeft overwogen in voormelde uitspraak van 19 juni 2013, biedt artikel 3.14a de mogelijkheid om bij maatwerkvoorschrift andere waarden vast te stellen in het geval dat de omgeving wordt gekenmerkt door een laag referentieniveau van het omgevingsge-luid. De rechtbank heeft in hetgeen appellant heeft aangevoerd dan ook terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat artikel 3.14a onverbindend is. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 10-12-2014, nr. 201403936/1/A4

16 17

gelijk energie te besparen met behoud van comfort. Initiatiefnemers Meneer de Leeuw, Urgenda en Ha-bion dagen bewoners, medewerkers, management en zelfs mensen in de buurt uit zich gezamenlijk in te zetten voor de bewuste gedragsverandering. Op een creatieve en persoonlijke manier leveren zij in drie maanden tijd een positieve bijdrage aan het mi-lieu en worden kosten bespaard. Zo bespaarde het winnende zorghuis van vorig jaar in drie maanden tijd maar liefst € 11.000 op de energierekening. Kijk voor een overzicht van alle deelnemende zorghui-zen op www.energiestrijd.nl/zorghuizen.

Zonder voorinvestering, maar dankzij bewustwor-ding, gedragsverandering en een verfijnde instelling van collectieve installaties kunnen zorghuizen flinke resultaten boeken. De afgelopen winter gingen zes-tien zorghuizen de strijd aan. In drie maanden tijd bespaarden zij gemiddeld 13% op hun energiever-bruik, zonder daarbij in te leveren op het comfort. Voor de 1900 zorghuizen in Nederland zou dit om-gerekend kunnen resulteren in een jaarlijkse be-sparing van ruim 25 miljoen euro. In een tijd dat de zorg steeds duurder wordt en zorghuizen aan alle kanten met bezuinigingen worden geconfronteerd, is dit een belangrijke besparingspost. Energiebe-sparing levert zo een bijdrage aan betaalbare zorg. Persbericht Urgenda, 19-12-2014

RECHTSPRAAK

Capaciteit van asfaltcentrale en puinbreker moet beperkt

De capaciteit van de asfaltcentrale en puinbreker van Dura Vermeer in Nijmegen moet worden be-perkt. Dit stelt de Raad van State in een beroep van de Gelderse Natuur en Milieufederatie en lokale milieu- en bewonersorganisaties tegen de actuali-satie van het bestemmingsplan bedrijventerrein Ka-naalhavens. De Raad stelt dat er ten onrechte geen maximum is gesteld aan de productie- en verwer-kingscapaciteit van de bedrijven. Volgens de Raad heeft de gemeente Nijmegen onvoldoende gemo-tiveerd dat met een onbeperkte capaciteit van de asfaltcentrale en de puinbreker een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is gegarandeerd voor de nabij gelegen woningen. Dit onderdeel van het bestem-mingsplan is vernietigd. Er zal voor dit onderdeel

een nieuwe procedure moeten worden gestart. Persbericht Gelderse Natuur en Milieufederatie, 18-12-2014

Evaluatie Bestuurlijke Lus Awb en internationa-le rechtsvergelijking

De bestuurlijke lus is het meest vernieuwende, maar wellicht ook het meest omstreden instrument in de kist met ‘finaliseringsgereedschap’ van de rechter. Inmiddels is meer dan vier jaar ervaring opgedaan met dit nieuwe instrument. Mede op verzoek van beide Kamers van de Staten Generaal is onderzocht welke ervaringen met de lus zijn opgedaan. Uit de evaluatie blijkt dat de bestuurlijke lus in de praktijk haar plaats heeft veroverd in de gereedschapskist van instrumenten die kunnen worden gebruikt om geschillen sneller (dan vroeger) finaal te beslechten. Het is een instrument dat, in vergelijking met andere afdoeningsmodaliteiten, een minder ruim toepas-singsterrein heeft en pas uit de kist wordt gehaald als de andere afdoeningsmodaliteiten niet inzetbaar zijn. Dan doet het echter doorgaans wat het moet doen. De invoering van de lus heeft bijgedragen aan een doelmatiger en doeltreffender bestuurspro-cesrecht, zij het dat de betekenis van dit instrument verhoudingsgewijs beperkt is en juist in zaken over infrastructuurprojecten weinig bijdraagt aan snel-lere en definitieve geschilbeslechting. Tussen de onderzochte rechterlijke colleges, met name tussen de rechtbanken, doen zich aanzienlijke verschillen voor in de frequentie van de toepassing van de lus. www.wodc.nl, 2014

Bestemmingsplan gasontvangstation en exter-ne veiligheid

Bij besluit van 25 september 2013 heeft de raad van de gemeente Baarn het bestemmingsplan ‘Baarn Noord’ vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Aan de hand van de resultaten van de QRA heeft de raad beoordeeld of ter plaatse van het wooncomplex een aanvaardbaar woon- en leefkli-maat bestaat voor wat betreft het aspect gevaar ten gevolge van het gasontvangstation. Daarbij heeft de raad aansluiting gezocht bij de systematiek voor de beoordeling van het groepsrisico en het persoonsge-bonden risico die in het Bevi is opgenomen. Vaststaat dat het gasontvangstation geen inrichting is waarop het Bevi van toepassing is en dat, gezien de capaci-teit van het gasontvangstation, ingevolge artikel 3.12 van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het gas-ontvangstation een veiligheidsafstand van 25 meter

Page 17: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

16 17

tot een kwetsbaar object geldt. De rechtszekerheid vereist in het algemeen dat bestaand legaal gebruik overeenkomstig de bestaande situatie wordt opge-nomen in een bestemmingsregeling. Gelet op het feit dat in dit geval sprake is van een wooncomplex dat, gelet op de daaraan toegekende aanduidingen voor zorgwoningen en een verpleeghuis, een kwetsbaar object in de zin van het Activiteitenbesluit milieube-heer is en gelet op de tussen het gasontvangstation en het wooncomplex bestaande afstand van onge-veer 14 meter, als gevolg waarvan in ruime mate de in het Activiteitenbesluit milieubeheer genoemde veiligheidsafstand van 25 meter wordt overschreden, is het in het plan toekennen van de bestemming ‘Be-drijf – Gasontvangstation’ aan de gronden waarop het gasontvangstation is gelegen, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dermate onaan-vaardbaar dat deze bestemming niet kan blijven voortbestaan. De omstandigheid dat wat het aspect gevaar betreft uit de QRA kan worden afgeleid dat - ondanks de korte afstand tussen het gasontvang-station en het wooncomplex - het groepsrisico en het plaatsgebonden risico in dit geval aanvaardbaar zijn, kan, wat hier ook van zij, daaraan niet afdoen. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201311000/1/R2

Vaststelling veiligheidscontour Europoort en Landtong

Bij besluit van 4 februari 2014 hebben de colleges van gedeputeerde staten van Zuid-Holland en van burgemeester en wethouders van Rotterdam de vei-ligheidscontour Europoort en Landtong vastgesteld. In figuur 3 op p. 6 van het bestreden besluit zijn de 10-6-contouren voor het plaatsgebonden risico van de bestaande inrichtingen op basis van de ten tijde van de vaststelling van de veiligheidscontour gel-dende vergunningen met oranje vlekken weergege-ven. Alle oranje vlekken in figuur 3 liggen binnen de vastgestelde veiligheidscontour. Anders dan appel-lant sub 2 en anderen betogen, volgt uit artikel 14, eerste lid, van het Bevi niet dat de veiligheidscontour niet ruimer mag worden vastgesteld dan de reeds vergunde 10-6-contouren voor het plaatsgebonden risico van de bestaande inrichtingen binnen de vei-ligheidscontour. Daarbij is tevens van belang dat op grond van het derde lid, onder a, bij de vaststelling van de veiligheidscontour de met betrekking tot de desbetreffende inrichting en het gebied waarin die inrichting is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de externe veiligheid kunnen worden betrokken. De

colleges hebben de ligging van de veiligheidscon-tour afgestemd op de uitbreidingsmogelijkheden die zijn opgenomen in het bestemmingsplan, dat ten tijde van het nemen van het bestreden besluit reeds was vastgesteld. Naar het oordeel van de Afdeling staat artikel 14, eerste lid, van het Bevi hieraan niet in de weg. De ruimtelijke aanvaardbaarheid van de in het bestemmingsplan opgenomen uitbreidings-mogelijkheden staat in deze procedure niet ter beoordeling. De Afdeling verwijst hiervoor naar de beoordeling van de beroepen van appellant sub 1 en appellant sub 2 en anderen tegen de vaststelling van het bestemmingsplan in zaak nr. 201402731/1/R6. Gelet op het voorgaande bestaat geen grond voor het oordeel dat de veiligheidscontour in strijd met artikel 14, eerste lid, van het Bevi is vastgesteld. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201402739/1/R6

Windturbine en verzoek om stellen maatwerk-voorschriften

Bij besluit van 19 april 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon het verzoek van appellant om het stellen van maat-werkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.14a van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor een windturbine, afgewezen. Bij besluit van 29 april 2013 heeft het col-lege het door appellant daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 4 april 2014 heeft de rechtbank het door appellant daartegen in-gestelde beroep ongegrond verklaard. Anders dan appellant betoogt, biedt artikel 3.14a, derde lid, van het Activiteitenbesluit wel een mogelijkheid om maat-werkvoorschriften te stellen. Het krachtens dit artikellid stellen van maatwerkvoorschriften betreft echter een bevoegdheid en geen verplichting. De omstandighe-den dat het bevoegd gezag in de door appellant aan-gehaalde uitspraken ervoor heeft gekozen om geen gebruik te maken van deze bevoegdheid en dat de Af-deling heeft geoordeeld dat het dit in redelijkheid kon doen, betekent niet dat een bevoegd gezag nooit ge-bruik zou kunnen maken van de bevoegdheid. Zoals de Afdeling heeft overwogen in voormelde uitspraak van 19 juni 2013, biedt artikel 3.14a de mogelijkheid om bij maatwerkvoorschrift andere waarden vast te stellen in het geval dat de omgeving wordt gekenmerkt door een laag referentieniveau van het omgevingsge-luid. De rechtbank heeft in hetgeen appellant heeft aangevoerd dan ook terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat artikel 3.14a onverbindend is. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 10-12-2014, nr. 201403936/1/A4

Page 18: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

18 19

een aantal percelen in de gemeente Druten. De Afdeling stelt voorop dat de vraag of voor de on-derhavige ontgronding een m.e.r.-plicht geldt, in het kader van deze procedure niet meer relevant is, nu in opdracht van de initiatiefnemer reeds een MER is opgesteld. Voor zover de stichting heeft betoogd dat bij het opstellen van dit MER ten onrechte geen advies is gevraagd aan de Commissie voor de mili-eueffectrapportage, overweegt de Afdeling het vol-gende. Ingevolge artikel 7.24, eerste lid, van de Wet milieubeheer, deelt degene die een activiteit wil on-dernemen, aangewezen krachtens de artikelen 7.2, eerste lid, onder a, onder b in samenhang met arti-kel 7.18 of 7.6, eerste lid, en die voornemens is een aanvraag in te dienen tot het nemen van een besluit, aangewezen krachtens artikel 7.2, derde of vierde lid, of 7.6, derde lid, en waarop afdeling 3.4 van de Awb en een of meer artikelen van afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing zijn, dat voor-nemen schriftelijk mee aan het bevoegd gezag. In-gevolge het tweede lid brengt het bevoegd gezag op verzoek van de aanvrager advies uit inzake de reikwijdte en het detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieueffectrapport. Ingevolge het derde lid kan bij afwezigheid van een verzoek als bedoeld in het tweede lid het bevoegd gezag ambts-halve advies uitbrengen. Ingevolge het vierde lid is, in afwijking van deze paragraaf, paragraaf 7.9 van overeenkomstige toepassing op de voorbereiding van een milieueffectrapport, ten aanzien van een activiteit als bedoeld in het eerste lid, dat betrek-king heeft op een besluit als bedoeld in dat lid en voor welke activiteit tevens: a. een besluit is vereist waarvoor op grond van artikel 19f, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 een passende beoordeling moet worden gemaakt, b. een besluit is vereist dat mede uitvoering geeft aan artikel 2.1, eerste lid, onder c, juncto artikel 2.12, eerste lid, on-der a, onder 3˚, of het tweede lid, van de Wet alge-mene bepalingen omgevingsrecht, of c. een plan is vereist als bedoeld in artikel 14.4b. De onderhavige vergunning is met toepassing van afdeling 3.4 van de Awb en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer tot stand gekomen. Gelet op het bepaalde in artikel 7.24, eerste lid, van de Wet milieubeheer is de pro-cedure als bedoeld in paragraaf 7.8 van de Wet mi-lieubeheer van toepassing. Op grond van deze pro-cedure is geen advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage vereist. Niet gebleken is van omstandigheden als bedoeld in artikel 7.24, vier-de lid, van de Wet milieubeheer. Het betoog faalt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201400652/1/R4

Uitspraken op website Milieu Compact

De volgende recente uitspraken zijn op de website van Milieu Compact in te zien (knop ‘Archief’): Bestemmingsplan en bezonningseisen woningen ABRS 03-12-2014, nrs. 201307050/1/R4 en 201403325/2/R4 Bestemmingsplan en uitbreiding inten-sieve veehouderij in extensiveringsgebied zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201310979/1/R3 Aanleg Noord/Zuidlijn en tegemoetko-ming voor langdurige overlast ABRS 03-12-2014, nr. 201403314/1/A2 Tracébesluit A2 ‘s-Hertogenbosch-Eindho-ven en gevolgen voor Natura 2000-gebied ABRS 10-12-2014, nrs. 201110075/4/R4 en 201201853/3/R4 Bestemmingsplan horeca en vaststelling maatwerkvoorschriften ABRS 10-12-2014, nr. 201402003/1/R3

OMGEVINGS- VERGUNNING / WABO

Provincies en gemeenten stellen kwaliteitseisen aan omgevingsdiensten

De 29 omgevingsdiensten in Nederland verlenen milieuvergunningen aan (risico)bedrijven en con-troleren of bedrijven zich aan de regels houden. De diensten voeren die taken uit op regionaal niveau en in opdracht van provincies en gemeenten. Om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en hand-having te verbeteren, stellen provincies en gemeen-ten gezamenlijk kwaliteitseisen aan hun omgevings-diensten. Deze kunnen per dienst verschillen. Alleen voor de zes omgevingsdiensten die toezien op de

18 19

Omgevingsvergunning voor verwerken asbest-houdend staalschroot en Kaderrichtlijn

Bij besluit van 16 september 2013 hebben gedepu-teerde staten van Zuid-Holland een omgevingsver-gunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepa-lingen omgevingsrecht voor het nemen van proeven voor de duur van één jaar met het verwerken van in lichte mate asbesthoudend staalschroot in de staals-melterij van Nedstaal B.V. te Alblasserdam. Bij uit-spraak van 14 april 2014 heeft de rechtbank het door het college daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. De Afdeling stelt voorop dat de proeven het smelten van licht asbesthoudend staalschroot in-houden. Het uitgangspunt daarbij is dat het asbest ontleedt en het staal geschikt wordt gemaakt voor hergebruik. Anders dan het college ter zitting heeft betoogd, betreft het smelten van asbesthoudend staalschroot één activiteit en is het verwijderen van asbest geen afzonderlijke handeling die naast het smelten van het staalschroot wordt verricht. Bij de beantwoording van de vraag of de proeven moeten worden aangemerkt als een verwijderingshandeling of een handeling van nuttige toepassing, moet het smelten van asbesthoudend staalschroot dan ook als één handeling worden beschouwd. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 13 augustus 2003 in zaak nr. 199901635/2), heeft het Hof van Justitie in zijn beschikking van 27 februari 2003 in de gevoegde zaken C-307/00 tot en met C-311/00 voor recht verklaard dat een behandeling van afvalstoffen niet gelijktijdig kan worden aange-merkt als verwijdering en als nuttige toepassing. Ge-let daarop is het smelten van asbesthoudend staal-schroot ofwel een handeling van nuttige toepassing, ofwel een verwijderingshandeling. Niet in geschil is dat het smelten van het asbesthoudend staalschroot is gericht op het hergebruiken van het staal en dat de proeven daarom kunnen worden aangemerkt als een handeling van nuttige toepassing als bedoeld in bijlage II, onder R4, van de Kaderrichtlijn afvalstof-fen, te weten de terugwinning van metalen en me-taalverbindingen. Gelet daarop kunnen de proeven niet tevens worden aangemerkt als een verwijde-ringshandeling. Reeds daarom bestaat geen aanlei-ding voor het oordeel dat de proeven moeten worden beschouwd als een verwijderingshandeling in de zin van bijlage I, onder D9, van de Kaderrichtlijn afval-stoffen. Het antwoord op de vraag of de staalslak-ken en filterkoek die bij de proeven ontstaan, zon-der meer voor nuttige toepassing kunnen worden aangewend, is daarbij niet relevant. Gelet op het

voorgaande is de rechtbank terecht tot de conclusie gekomen dat de proeven niet kunnen worden be-schouwd als de verwijdering van asbest in de zin van bijlage I onder D9 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 10-12-2014, nr. 201404297/1/A4

Bestemmingsplan bedrijventerrein en persoon-lijk belang appellant

Bij besluit van 13 juni 2013 heeft de raad van de ge-meente Delft het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Delft Noord’ vastgesteld. Appellant sub 2 woont op een afstand van ongeveer 1.170 m van de grenzen van het plangebied en het terrein van DSM. Vanuit zijn woning heeft appellant sub 2 geen zicht op de betrokken percelen. Mede gelet op de aard en om-vang van de ruimtelijke ontwikkelingen die op het door appellant sub 2 bestreden plandeel mogelijk worden gemaakt is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. Appellant sub 2 heeft aangevoerd dat hij hinder ondervindt van de gistgeur die door DSM wordt uitgestoten. Hierin zijn echter geen feiten of omstandigheden gelegen in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks de afstand van meer dan 1 km een objectief en persoonlijk be-lang van appellant sub 2 rechtstreeks door het be-sluit zou worden geraakt. Gezien de geringe kans op voor een geurpanel waarneembare geur als gevolg van het plan ter plaatse van de woning van appel-lant sub 2 heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat hij, naar objectieve maatstaven gemeten, als gevolg van het plan hinder van enige betekenis ondervindt (ver-gelijk de uitspraak van de Afdeling van 22 oktober 2014, in zaak nr. 201402260/1/A3). Voor zover ap-pellant sub 2 aanvoert dat zijn echtgenote hinder en gezondheidsklachten van de geur ondervindt, over-weegt de Afdeling dat deze, wat daar van zij, niet kunnen leiden tot het aannemen van een persoonlijk belang van appellant sub 2. Door of namens de echt-genote van appellant sub 2 is geen beroep ingesteld. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 10-12-2014, nr. 201308511/1/R4

Vergunning Ontgrondingenwet en advies Com-missie voor de milieueffectrapportage

Bij besluit van 25 november 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland een ver-gunning onder voorschriften als bedoeld in de Ont-grondingenwet verleend voor het ontgronden van

Page 19: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

18 19

een aantal percelen in de gemeente Druten. De Afdeling stelt voorop dat de vraag of voor de on-derhavige ontgronding een m.e.r.-plicht geldt, in het kader van deze procedure niet meer relevant is, nu in opdracht van de initiatiefnemer reeds een MER is opgesteld. Voor zover de stichting heeft betoogd dat bij het opstellen van dit MER ten onrechte geen advies is gevraagd aan de Commissie voor de mili-eueffectrapportage, overweegt de Afdeling het vol-gende. Ingevolge artikel 7.24, eerste lid, van de Wet milieubeheer, deelt degene die een activiteit wil on-dernemen, aangewezen krachtens de artikelen 7.2, eerste lid, onder a, onder b in samenhang met arti-kel 7.18 of 7.6, eerste lid, en die voornemens is een aanvraag in te dienen tot het nemen van een besluit, aangewezen krachtens artikel 7.2, derde of vierde lid, of 7.6, derde lid, en waarop afdeling 3.4 van de Awb en een of meer artikelen van afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing zijn, dat voor-nemen schriftelijk mee aan het bevoegd gezag. In-gevolge het tweede lid brengt het bevoegd gezag op verzoek van de aanvrager advies uit inzake de reikwijdte en het detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieueffectrapport. Ingevolge het derde lid kan bij afwezigheid van een verzoek als bedoeld in het tweede lid het bevoegd gezag ambts-halve advies uitbrengen. Ingevolge het vierde lid is, in afwijking van deze paragraaf, paragraaf 7.9 van overeenkomstige toepassing op de voorbereiding van een milieueffectrapport, ten aanzien van een activiteit als bedoeld in het eerste lid, dat betrek-king heeft op een besluit als bedoeld in dat lid en voor welke activiteit tevens: a. een besluit is vereist waarvoor op grond van artikel 19f, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 een passende beoordeling moet worden gemaakt, b. een besluit is vereist dat mede uitvoering geeft aan artikel 2.1, eerste lid, onder c, juncto artikel 2.12, eerste lid, on-der a, onder 3˚, of het tweede lid, van de Wet alge-mene bepalingen omgevingsrecht, of c. een plan is vereist als bedoeld in artikel 14.4b. De onderhavige vergunning is met toepassing van afdeling 3.4 van de Awb en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer tot stand gekomen. Gelet op het bepaalde in artikel 7.24, eerste lid, van de Wet milieubeheer is de pro-cedure als bedoeld in paragraaf 7.8 van de Wet mi-lieubeheer van toepassing. Op grond van deze pro-cedure is geen advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage vereist. Niet gebleken is van omstandigheden als bedoeld in artikel 7.24, vier-de lid, van de Wet milieubeheer. Het betoog faalt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201400652/1/R4

Uitspraken op website Milieu Compact

De volgende recente uitspraken zijn op de website van Milieu Compact in te zien (knop ‘Archief’): Bestemmingsplan en bezonningseisen woningen ABRS 03-12-2014, nrs. 201307050/1/R4 en 201403325/2/R4 Bestemmingsplan en uitbreiding inten-sieve veehouderij in extensiveringsgebied zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-12-2014, nr. 201310979/1/R3 Aanleg Noord/Zuidlijn en tegemoetko-ming voor langdurige overlast ABRS 03-12-2014, nr. 201403314/1/A2 Tracébesluit A2 ‘s-Hertogenbosch-Eindho-ven en gevolgen voor Natura 2000-gebied ABRS 10-12-2014, nrs. 201110075/4/R4 en 201201853/3/R4 Bestemmingsplan horeca en vaststelling maatwerkvoorschriften ABRS 10-12-2014, nr. 201402003/1/R3

OMGEVINGS- VERGUNNING / WABO

Provincies en gemeenten stellen kwaliteitseisen aan omgevingsdiensten

De 29 omgevingsdiensten in Nederland verlenen milieuvergunningen aan (risico)bedrijven en con-troleren of bedrijven zich aan de regels houden. De diensten voeren die taken uit op regionaal niveau en in opdracht van provincies en gemeenten. Om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en hand-having te verbeteren, stellen provincies en gemeen-ten gezamenlijk kwaliteitseisen aan hun omgevings-diensten. Deze kunnen per dienst verschillen. Alleen voor de zes omgevingsdiensten die toezien op de

Page 20: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

20 21

(waarin wordt gekeken of het maken van een MER nodig is) aan de orde. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om aanleg van luchthavens, de winning van opper-vlaktedelfstoffen uit de landbodem, en de oprichting van kernenergiecentrales. Juist voor die projecten is het wenselijk om een onafhankelijke waarborg in te bouwen dat de milieuinformatie juist en volledig is voordat het bevoegd gezag een besluit neemt. TK 2014/15, 33 962, nr. 10, 17-12-2014

ChristenUnie wil verplichte gemeentelijke om-gevingsvisie in Omgevingswet

Carla Dik-Faber (ChristenUnie) heeft op 17 decem-ber 2014 een amendement voorgesteld om gemeen-ten te verplichten een omgevingsvisie op te stellen. Artikel 3.1 Omgevingswet verplicht het Rijk en de provincies al tot het opstellen van een omgevings-visie, maar voor gemeenten is gebruik van dit instru-ment vrijwillig.

In haar toelichting vermeldt Dik-Faber dat een derge-lijke strategische integrale visie ook van belang is op lokaal niveau. Dit biedt de gebruikers meer duidelijk-heid bij hun investeringen en plannen. Voor bouwers, ontwikkelaars en burgers is voorspelbaarheid van de overheid van belang. Met een omgevingsvisie wordt het helder waar de gemeente haar prioriteiten legt. De omgevingsvisie geeft een gewenste ontwikke-lingsrichting aan voor de (midden)lange termijn. Een omgevingsvisie daagt zo burgers en bedrijven uit deze visie mede gestalte te geven. Het is daarmee een essentieel instrument in de overstap van toela-tingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. Een ver-plichte visie is per saldo geen extra last voor gemeen-ten. Het sluit immers aan bij de huidige verplichte structuurvisie en het feit dat de meeste gemeenten ook vrijwillige plannen hebben op het gebied van mi-lieu, verkeer en vervoer, natuur en water. Ook bij een verplichte omgevingsvisie is er dus een aanzienlijke reductie in het aantal strategische plannen.

Een verplichte gemeentelijke omgevingsvisie biedt een waarborg voor de samenhang van het beleid voor de fysieke leefomgeving en kan voorts onder-bouwing bieden voor de begroting van de gemeente. Een omgevingsvisie is vormvrij en bindt alleen het bestuursorgaan. In de gemeentelijke omgevingsvisie kan de gemeenteraad de gewenste omgevingskwa-liteit voor de langere termijn beschrijven, inclusief de cultuurhistorie en dit relateren aan de beschikbare informatie over de bestaande omgevingskwaliteiten. TK 2014/15, 33 962, nr. 9, 17-12-2014

WET EN REGELGEVING

Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 gewijzigd

Met ingang van 1 januari 2015 geldt de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 4 december 2014, nr. IENM/BSK-2014/260083, tot wijziging van de ‘Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investerin-gen 2009’. Deze regeling strekt tot vervanging van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling wil-lekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009. In die bijlage zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) categorieën bedrijfsmiddelen aangewezen die voor willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (hierna: Vamil) of milieu-investeringsaftrek (hierna: MIA) in aanmerking komen.

Met het instrument Vamil worden investeringen in bedrijfsmiddelen, die in het belang zijn van de be-scherming van het Nederlandse milieu, fiscaal gesti-muleerd. Het gaat hierbij om niet-gangbare bedrijfs-middelen, waarvan de marktintroductie door deze regeling ondersteund wordt. Ook het instrument MIA is een fiscale stimulering voor investeringen in be-drijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescher-ming van het Nederlandse milieu. Een deel van de in 2014 in de bijlage opgenomen bedrijfsmiddelen wordt niet meer opgenomen in de Milieulijst 2015. Zo wordt voor bepaalde bedrijfsmiddelen verdere stimu-lering van de marktintroductie via de Vamil niet meer noodzakelijk geacht. Daarnaast is een deel van de in de Milieulijst 2015 opgenomen bedrijfsmiddelen ge-wijzigd ten opzichte van 2014. Ook zijn er ten opzich-te van 2014 nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen in de Milieulijst 2015 die in aanmerking komen voor MIA of Vamil. Het budget voor de Vamil bedraagt voor 2015 € 38 miljoen. Het voor de MIA beschikbare budget voor 2015 bedraagt € 93 miljoen. Per mel-ding dient de investering ten minste € 2.500 te bedra-gen om in aanmerking te komen voor MIA of Vamil. Staatscourant nr. 36122, 30-12-2014

Wijziging kostenverevening reductie CO2-emis-sies glastuinbouw

Op 1 januari 2015 is in werking getreden het Besluit

20 21

grote chemische bedrijven moeten de provincies zorgen voor één uniform eisenpakket. Dit staat in de wijziging van het wetsvoorstel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) die staatssecretaris Mansveld (IenM) mede namens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met de wetswijziging moet de VTH in Nederland verder worden geprofessionaliseerd en moet de kwaliteit worden verbeterd. “Door zelf de ei-sen vast te stellen kunnen gemeenten en provincies die in één omgevingsdienst deelnemen samen be-palen welke kwaliteit zij verlangen voor hun burgers, bedrijven en leefomgeving”, aldus staatssecretaris Mansveld.

Het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) werken aan een modelverordening voor kwaliteitseisen die hun leden kunnen gebruiken. Kwaliteitseisen kunnen gaan over de opleiding, de kennis en ervaring van het personeel en over het verloop van een proces: hoe dient een vergunningaanvraag verwerkt te wor-den. Niet alle vergunning- en controletaken liggen bij een omgevingsdienst. Gemeenten kunnen zelf bij-voorbeeld de vergunningen voor bouwen en slopen door particulieren blijven verlenen en controleren als ze dat willen. Hoe ze de kwaliteitseisen van deze ta-ken vastleggen, is aan hen. Alleen als blijkt dat die beoogde kwaliteitsverbetering via de gemeenten en provincies niet tot stand komt, kan staatssecre-taris Mansveld besluiten de voorschriften uit de mo-delverordening in landelijke regels vast te leggen. Persbericht ministerie van IenM, 18-12-2014

Resultaten Nationale Dag van de Omgevingswet 2014 gebundeld

‘Schaven aan een megawet in wording’. Dat is de titel van de VVM-uitgave waarin in woord en beeld wordt teruggeblikt op de derde Nationale Dag van de Om-gevingswet 2014. Het eerste exemplaar is door Jos Dolstra, voorzitter van de organiserende VVM-sectie Milieurecht en Praktijk, overhandigd aan Tjeerd van Dekken, voorzitter van de Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu. Ook een groot aan-tal commissieleden toonde hun belangstelling voor de uitgave door acte de présence te geven en een exemplaar in ontvangst te nemen. De commissiele-den namen ruim de tijd om met de VVM-vertegen-woordiging van gedachten te wisselen.

Harmonisering van de regels voor de fysieke leefom-geving. Dát beoogt de Omgevingswet. De wet treedt,

als alles volgens plan verloopt, in 2018 in werking. Is men goed op weg? Tijdens de derde editie van de Dag van de Omgevingswet is op 2 oktober in het Zuid-Hollandse provinciehuis met ruim 300 deelne-mers de balans opgemaakt. Tijdens allerlei sessies zijn met name de milieuaspecten grondig belicht.

Naast pluspunten kwamen tijdens het drukbezochte symposium ook allerlei zaken naar voren die na-drukkelijke aandacht verdienen, aldus de VVM, het netwerk van milieuprofessionals. Gebeurt dit niet, dan dreigen meerdere milieubelangen niet goed te worden geborgd. Overigens benadrukt de VVM dat er voldoende kansen zijn om tot een goed eindre-sultaat te komen, te meer daar milieu vanaf het be-gin volwaardig in het wetsvoorstel is meegenomen. Wel dienen hiertoe alle zeilen te worden bijgezet. ´Schaven aan een megawet in wording´ biedt hier-toe voor alle betrokkenen tal van aanknopingspun-ten. De uitgave is voor € 7,50 (incl. verzendkos-ten) per mail te bestellen: [email protected] o.v.v. de titel of gratis te downloaden via www.vvm.info. Persbericht VVM, 18-12-2014

Amendement dringt aan op verplicht advies Com-missie mer voor alle project-MER procedures

Carla Dik-Faber (ChristenUnie) en Stientje van Veld-hoven (D’66) hebben op 17 december 2014 een amendement voorgesteld om het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage verplicht te stellen voor alle project-MER procedures. In hun toelichting merken de indieners op, dat het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage voor project-MER op dit moment verplicht is bij com-plexe projecten. De Omgevingswet maakt dit advies facultatief. Deze bepaling zoals vastgelegd in het voorgestelde artikel 16.45 lid 1 Omgevingswet heeft volgens de indieners geen toegevoegde waarde, aangezien de Commissie voor de milieueffectrap-portage nu ook al, zonder wettelijke grondslag, vrij-willig om advies kan worden gevraagd. De reden om het advies verplicht te stellen is, dat in de afgelopen jaren is gebleken dat voor slechts een tiental pro-jecten per jaar advies van de Commissie mer niet verplicht is, omdat deze projecten niet als complex worden gezien dan wel op bijlage II van de Crisis- en herstelwet staan. Niettemin gaat het om projecten waarvan de Europese wetgever op voorhand heeft geoordeeld dat sprake is van aanzienlijke milieuge-volgen (bijlage I van de Europese M.e.r.-richtlijn). Om die reden is een met meer waarborgen omkleedde procedure dan een simpele m.e.r.-beoordeling

Page 21: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

20 21

(waarin wordt gekeken of het maken van een MER nodig is) aan de orde. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om aanleg van luchthavens, de winning van opper-vlaktedelfstoffen uit de landbodem, en de oprichting van kernenergiecentrales. Juist voor die projecten is het wenselijk om een onafhankelijke waarborg in te bouwen dat de milieuinformatie juist en volledig is voordat het bevoegd gezag een besluit neemt. TK 2014/15, 33 962, nr. 10, 17-12-2014

ChristenUnie wil verplichte gemeentelijke om-gevingsvisie in Omgevingswet

Carla Dik-Faber (ChristenUnie) heeft op 17 decem-ber 2014 een amendement voorgesteld om gemeen-ten te verplichten een omgevingsvisie op te stellen. Artikel 3.1 Omgevingswet verplicht het Rijk en de provincies al tot het opstellen van een omgevings-visie, maar voor gemeenten is gebruik van dit instru-ment vrijwillig.

In haar toelichting vermeldt Dik-Faber dat een derge-lijke strategische integrale visie ook van belang is op lokaal niveau. Dit biedt de gebruikers meer duidelijk-heid bij hun investeringen en plannen. Voor bouwers, ontwikkelaars en burgers is voorspelbaarheid van de overheid van belang. Met een omgevingsvisie wordt het helder waar de gemeente haar prioriteiten legt. De omgevingsvisie geeft een gewenste ontwikke-lingsrichting aan voor de (midden)lange termijn. Een omgevingsvisie daagt zo burgers en bedrijven uit deze visie mede gestalte te geven. Het is daarmee een essentieel instrument in de overstap van toela-tingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. Een ver-plichte visie is per saldo geen extra last voor gemeen-ten. Het sluit immers aan bij de huidige verplichte structuurvisie en het feit dat de meeste gemeenten ook vrijwillige plannen hebben op het gebied van mi-lieu, verkeer en vervoer, natuur en water. Ook bij een verplichte omgevingsvisie is er dus een aanzienlijke reductie in het aantal strategische plannen.

Een verplichte gemeentelijke omgevingsvisie biedt een waarborg voor de samenhang van het beleid voor de fysieke leefomgeving en kan voorts onder-bouwing bieden voor de begroting van de gemeente. Een omgevingsvisie is vormvrij en bindt alleen het bestuursorgaan. In de gemeentelijke omgevingsvisie kan de gemeenteraad de gewenste omgevingskwa-liteit voor de langere termijn beschrijven, inclusief de cultuurhistorie en dit relateren aan de beschikbare informatie over de bestaande omgevingskwaliteiten. TK 2014/15, 33 962, nr. 9, 17-12-2014

WET EN REGELGEVING

Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 gewijzigd

Met ingang van 1 januari 2015 geldt de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 4 december 2014, nr. IENM/BSK-2014/260083, tot wijziging van de ‘Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investerin-gen 2009’. Deze regeling strekt tot vervanging van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling wil-lekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009. In die bijlage zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) categorieën bedrijfsmiddelen aangewezen die voor willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (hierna: Vamil) of milieu-investeringsaftrek (hierna: MIA) in aanmerking komen.

Met het instrument Vamil worden investeringen in bedrijfsmiddelen, die in het belang zijn van de be-scherming van het Nederlandse milieu, fiscaal gesti-muleerd. Het gaat hierbij om niet-gangbare bedrijfs-middelen, waarvan de marktintroductie door deze regeling ondersteund wordt. Ook het instrument MIA is een fiscale stimulering voor investeringen in be-drijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescher-ming van het Nederlandse milieu. Een deel van de in 2014 in de bijlage opgenomen bedrijfsmiddelen wordt niet meer opgenomen in de Milieulijst 2015. Zo wordt voor bepaalde bedrijfsmiddelen verdere stimu-lering van de marktintroductie via de Vamil niet meer noodzakelijk geacht. Daarnaast is een deel van de in de Milieulijst 2015 opgenomen bedrijfsmiddelen ge-wijzigd ten opzichte van 2014. Ook zijn er ten opzich-te van 2014 nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen in de Milieulijst 2015 die in aanmerking komen voor MIA of Vamil. Het budget voor de Vamil bedraagt voor 2015 € 38 miljoen. Het voor de MIA beschikbare budget voor 2015 bedraagt € 93 miljoen. Per mel-ding dient de investering ten minste € 2.500 te bedra-gen om in aanmerking te komen voor MIA of Vamil. Staatscourant nr. 36122, 30-12-2014

Wijziging kostenverevening reductie CO2-emis-sies glastuinbouw

Op 1 januari 2015 is in werking getreden het Besluit

20 21

grote chemische bedrijven moeten de provincies zorgen voor één uniform eisenpakket. Dit staat in de wijziging van het wetsvoorstel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) die staatssecretaris Mansveld (IenM) mede namens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met de wetswijziging moet de VTH in Nederland verder worden geprofessionaliseerd en moet de kwaliteit worden verbeterd. “Door zelf de ei-sen vast te stellen kunnen gemeenten en provincies die in één omgevingsdienst deelnemen samen be-palen welke kwaliteit zij verlangen voor hun burgers, bedrijven en leefomgeving”, aldus staatssecretaris Mansveld.

Het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) werken aan een modelverordening voor kwaliteitseisen die hun leden kunnen gebruiken. Kwaliteitseisen kunnen gaan over de opleiding, de kennis en ervaring van het personeel en over het verloop van een proces: hoe dient een vergunningaanvraag verwerkt te wor-den. Niet alle vergunning- en controletaken liggen bij een omgevingsdienst. Gemeenten kunnen zelf bij-voorbeeld de vergunningen voor bouwen en slopen door particulieren blijven verlenen en controleren als ze dat willen. Hoe ze de kwaliteitseisen van deze ta-ken vastleggen, is aan hen. Alleen als blijkt dat die beoogde kwaliteitsverbetering via de gemeenten en provincies niet tot stand komt, kan staatssecre-taris Mansveld besluiten de voorschriften uit de mo-delverordening in landelijke regels vast te leggen. Persbericht ministerie van IenM, 18-12-2014

Resultaten Nationale Dag van de Omgevingswet 2014 gebundeld

‘Schaven aan een megawet in wording’. Dat is de titel van de VVM-uitgave waarin in woord en beeld wordt teruggeblikt op de derde Nationale Dag van de Om-gevingswet 2014. Het eerste exemplaar is door Jos Dolstra, voorzitter van de organiserende VVM-sectie Milieurecht en Praktijk, overhandigd aan Tjeerd van Dekken, voorzitter van de Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu. Ook een groot aan-tal commissieleden toonde hun belangstelling voor de uitgave door acte de présence te geven en een exemplaar in ontvangst te nemen. De commissiele-den namen ruim de tijd om met de VVM-vertegen-woordiging van gedachten te wisselen.

Harmonisering van de regels voor de fysieke leefom-geving. Dát beoogt de Omgevingswet. De wet treedt,

als alles volgens plan verloopt, in 2018 in werking. Is men goed op weg? Tijdens de derde editie van de Dag van de Omgevingswet is op 2 oktober in het Zuid-Hollandse provinciehuis met ruim 300 deelne-mers de balans opgemaakt. Tijdens allerlei sessies zijn met name de milieuaspecten grondig belicht.

Naast pluspunten kwamen tijdens het drukbezochte symposium ook allerlei zaken naar voren die na-drukkelijke aandacht verdienen, aldus de VVM, het netwerk van milieuprofessionals. Gebeurt dit niet, dan dreigen meerdere milieubelangen niet goed te worden geborgd. Overigens benadrukt de VVM dat er voldoende kansen zijn om tot een goed eindre-sultaat te komen, te meer daar milieu vanaf het be-gin volwaardig in het wetsvoorstel is meegenomen. Wel dienen hiertoe alle zeilen te worden bijgezet. ´Schaven aan een megawet in wording´ biedt hier-toe voor alle betrokkenen tal van aanknopingspun-ten. De uitgave is voor € 7,50 (incl. verzendkos-ten) per mail te bestellen: [email protected] o.v.v. de titel of gratis te downloaden via www.vvm.info. Persbericht VVM, 18-12-2014

Amendement dringt aan op verplicht advies Com-missie mer voor alle project-MER procedures

Carla Dik-Faber (ChristenUnie) en Stientje van Veld-hoven (D’66) hebben op 17 december 2014 een amendement voorgesteld om het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage verplicht te stellen voor alle project-MER procedures. In hun toelichting merken de indieners op, dat het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage voor project-MER op dit moment verplicht is bij com-plexe projecten. De Omgevingswet maakt dit advies facultatief. Deze bepaling zoals vastgelegd in het voorgestelde artikel 16.45 lid 1 Omgevingswet heeft volgens de indieners geen toegevoegde waarde, aangezien de Commissie voor de milieueffectrap-portage nu ook al, zonder wettelijke grondslag, vrij-willig om advies kan worden gevraagd. De reden om het advies verplicht te stellen is, dat in de afgelopen jaren is gebleken dat voor slechts een tiental pro-jecten per jaar advies van de Commissie mer niet verplicht is, omdat deze projecten niet als complex worden gezien dan wel op bijlage II van de Crisis- en herstelwet staan. Niettemin gaat het om projecten waarvan de Europese wetgever op voorhand heeft geoordeeld dat sprake is van aanzienlijke milieuge-volgen (bijlage I van de Europese M.e.r.-richtlijn). Om die reden is een met meer waarborgen omkleedde procedure dan een simpele m.e.r.-beoordeling

Page 22: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

22 23

Nationale omgevingswetgeving in behandelingStand van zaken 31 december 2014

Door mr.dr. J.H.G. van den Broek

Inge

dien

d

Wet

svoo

rste

l

TK/E

K-n

umm

er

Wet

svoo

rste

l en

MvT

(Ein

d)ve

rsla

g

Not

a n.

a.v.

het

ver

slag

Mon

delin

ge b

ehan

delin

g

Aan

geno

men

TK

Wet

svoo

rste

l EK

(Ein

d)ve

rsla

g

Mem

orie

van

ant

woo

rd

Mon

delin

ge b

ehan

delin

g

Sta

atsb

lad

Inw

erki

ngtre

ding

Dat

um la

atst

e st

uk

Omgevingsvergunning16-6-14 Omgevingswet 33962 17-12-14

Wabo13-2-14 Wijziging Wabo (verbetering vergunningverlening,

toezicht en handhaving)33872 26-8-14

Wet milieubeheer9-11-94 Duurzaam geproduceerd hout 23982 9-7-02

3-2-00 Wijziging duurzaam geproduceerd hout 26998 14-9-00

14-10-02 Wijziging duurzaam geproduceerd hout 28631 27-1-05

17-12-13 Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer, hernieuwbare brandstofeenheden en elektronisch register hernieuwbare energie vervoer

33834 455 Zie KB 28-11-14

1-4-14 Wijziging Wm en Wet VROM BES ivm TK 33 906 33907 24-6-14

24-9-14 Wijziging Mijnbouwwet, Wm en Wed ivm richtlijn 2013/30/EU (veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten)

34041 3-11-14

Waterwet27-6-14 Herstel van wetstechnische gebreken alsmede andere

wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op of in verband met het terrein van infrastructuur en milieu (Reparatiewet infrastructuur en milieu 2014)

33976 2-12-14

Natuur20-8-12 Wet natuurbescherming 33348 15-12-14

19-6-13 Wijz Nbw 1998 (PAS) 33669 419 Zie KB 7-11-14

Algemene wet bestuursrecht10-9-13 Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht 33727 10-10-14

Overige4-12-06 Grondwetswijziging zorgplicht dieren 30900 29-5-07

27-2-08 Voorstel Duyvendak beperking emissies kolencentrales 31362 20-5-10

5-7-12 Wet open overheid (Woo) 33328 15-8-13

14-6-13 Wijziging wet aansprakelijkheid kernongevallen 33660129 534

27-3-14 11-12-14

1-9-14 Wet aanpak woonoverlast 34007 1-9-14

5-11-14 Wet bestrijding maritieme ongevallen 34069 5-12-14

1-12-14 Wijz Wet luchtvaart ivm invoering nieuw normen- en handha-vingsstelsel geluidhinder Schiphol

34098 1-12-14

22 23

van 17 december 2014 tot wijziging van het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuin-bouw onder meer in verband met opheffing bedrijfsli-chamen en de overname van taken. In titel 15.13 van de Wet milieubeheer (Wm) is het kostenverevenings-systeem ter beperking van de CO2-emissies door de glastuinbouwsector opgenomen. Het Besluit kos-tenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw (Besluit kostenverevening) strekt tot uitvoering van de artikelen die in die titel zijn opgenomen. Het onder-havige besluit wijzigt het Besluit kostenverevening in verband met onderstaande wijzigingen van de Wm.

Met de inwerkingtreding van de ‘Wet opheffing be-drijfslichamen’ zijn de bedrijfslichamen en daarmee het Productschap Tuinbouw opgeheven. In verband hiermee wordt de uitvoering van het kostenvereve-ningssysteem overgenomen door de Minister. Daar-toe bepaalt het gewijzigde artikel 4 van het Besluit kostenverevening dat de Minister nadere regels vast-stelt ten behoeve van de uitvoering van de artikelen 15.51 en 15.52 van de Wm. Daarnaast was in artikel 15.52 van de Wm bepaald dat indien de op grond van artikel 15.51, derde lid, van de Wm vastgestelde hoeveelheid emissies (CO2-emissieruimte) wordt overschreden door de glastuinbouwsector, de inrich-tingen die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie een vergoeding verschuldigd zijn. Dit was uitgewerkt in artikel 2 van het Besluit kostenverevening. De in dat artikel aange-wezen categorie betrof inrichtingen die in het kalen-derjaar waarop de vergoeding betrekking heeft 305 ton CO2 of meer emitteren. Vanaf 1 januari 2015 zijn de inrichtingen die in een kalenderjaar minder dan 305 ton CO2 emitteren ook een vergoeding verschul-digd. Dit houdt in dat alle inrichtingen als bedoeld in artikel 15.51 van de Wm bij overschrijding door de glastuinbouwsector van de CO2-emissieruimte een vergoeding verschuldigd zijn. Derhalve komt artikel 2 van het Besluit kostenverevening te vervallen.

Op 1 januari 2015 is tevens in werking getreden de Re-geling van de Staatssecretaris van Economische Za-ken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot kos-tenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw (Regeling kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw). Op grond van artikel 4 van het Besluit kostenverevening kan de Minister van Economische Zaken regels stellen over de uitvoering van het kosten-vereveningssysteem. Deze regels zijn opgenomen in de artikelen 3 en 4 van de Regeling kostenverevening. Staatsblad 572 en 575, 24-12-2014; Staatscourant 29-12-2014

Dijksma gaat regeldruk natuurwet beter in beeld brengen

Op advies van Actal, het Adviescollege toetsing re-geldruk, gaat staatssecretaris Dijksma van Econo-mische Zaken de regeldruk van het voorstel voor de Wet natuurbescherming beter in beeld brengen. Actal constateerde namelijk na onderzoek dat de toelichting bij de voorgestelde wijzigingen van het wetsvoorstel niet een volledig beeld geeft van de regeldruk. Zo worden in de toelichting niet alle maatregelen genoemd die effect hebben op de re-geldruk, zoals de uitbreiding van het bereik van te beschermen soorten en de mogelijkheid om een ‘bijzonder provinciaal natuurgebied’ aan te wijzen. Ook constateert het college dat bij maatregelen die wel in de toelichting worden genoemd, bere-keningen van de regeldruk ontbreken. ‘Doordat er geen compleet beeld is gegeven van de regeldru-keffecten kunnen wij niet vaststellen of en in hoe-verre deze wetswijziging de beoogde merkbare vermindering van regeldruk voor bedrijven en bur-gers verwezenlijkt. Het is daarom belangrijk dat dit complete beeld er alsnog komt,’ schreef Actal in een brief aan Dijksma. In de Wet natuurbescher-ming wil het kabinet de Natuurbeschermingswet, de Flora- en faunawet en de Boswet laten opgaan. De nieuwe wet zou in 2015 in werking moeten treden. SC Online, 24 november 2014

Nalevingsverslagen van de geluidproductiepla-fonds langs rijkswegen en spoorwegen

Op 16 december 2014 hebben de minister en staatssecretaris van IenM de Tweede Kamer de eerste verslagen gestuurd over de naleving van de geluidproductieplafonds langs rijkswegen en spoorwegen. Met deze verslagen van Rijkswa-terstaat en ProRail informeren de bewindslieden de Tweede Kamer onder andere over de gecon-stateerde overschrijdingen in 2013 en dreigende overschrijdingen van geluidproductieplafonds in de nabije toekomst. Naast de beide nalevings-verslagen is een nota van bevindingen aangebo-den. Daarin wordt een samenvatting gegeven van de nalevingsverslagen en wordt hier tevens een duiding aan gegeven. De jaarlijkse levering van een verslag over de naleving van de geluidpro-ductieplafonds is vanaf 2014 één van de nieuwe wettelijke verplichtingen van de nieuwe geluid-wetgeving SWUNG (Wet milieubeheer, hoofd-stuk 11), die op 1 juli 2012 in werking is getreden. TK 16-12-2014, 32 252, nr. 55

Page 23: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

22 23

Nationale omgevingswetgeving in behandelingStand van zaken 31 december 2014

Door mr.dr. J.H.G. van den Broek

Inge

dien

d

Wet

svoo

rste

l

TK/E

K-n

umm

er

Wet

svoo

rste

l en

MvT

(Ein

d)ve

rsla

g

Not

a n.

a.v.

het

ver

slag

Mon

delin

ge b

ehan

delin

g

Aan

geno

men

TK

Wet

svoo

rste

l EK

(Ein

d)ve

rsla

g

Mem

orie

van

ant

woo

rd

Mon

delin

ge b

ehan

delin

g

Sta

atsb

lad

Inw

erki

ngtre

ding

Dat

um la

atst

e st

uk

Omgevingsvergunning16-6-14 Omgevingswet 33962 17-12-14

Wabo13-2-14 Wijziging Wabo (verbetering vergunningverlening,

toezicht en handhaving)33872 26-8-14

Wet milieubeheer9-11-94 Duurzaam geproduceerd hout 23982 9-7-02

3-2-00 Wijziging duurzaam geproduceerd hout 26998 14-9-00

14-10-02 Wijziging duurzaam geproduceerd hout 28631 27-1-05

17-12-13 Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer, hernieuwbare brandstofeenheden en elektronisch register hernieuwbare energie vervoer

33834 455 Zie KB 28-11-14

1-4-14 Wijziging Wm en Wet VROM BES ivm TK 33 906 33907 24-6-14

24-9-14 Wijziging Mijnbouwwet, Wm en Wed ivm richtlijn 2013/30/EU (veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten)

34041 3-11-14

Waterwet27-6-14 Herstel van wetstechnische gebreken alsmede andere

wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op of in verband met het terrein van infrastructuur en milieu (Reparatiewet infrastructuur en milieu 2014)

33976 2-12-14

Natuur20-8-12 Wet natuurbescherming 33348 15-12-14

19-6-13 Wijz Nbw 1998 (PAS) 33669 419 Zie KB 7-11-14

Algemene wet bestuursrecht10-9-13 Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht 33727 10-10-14

Overige4-12-06 Grondwetswijziging zorgplicht dieren 30900 29-5-07

27-2-08 Voorstel Duyvendak beperking emissies kolencentrales 31362 20-5-10

5-7-12 Wet open overheid (Woo) 33328 15-8-13

14-6-13 Wijziging wet aansprakelijkheid kernongevallen 33660129 534

27-3-14 11-12-14

1-9-14 Wet aanpak woonoverlast 34007 1-9-14

5-11-14 Wet bestrijding maritieme ongevallen 34069 5-12-14

1-12-14 Wijz Wet luchtvaart ivm invoering nieuw normen- en handha-vingsstelsel geluidhinder Schiphol

34098 1-12-14

22 23

van 17 december 2014 tot wijziging van het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuin-bouw onder meer in verband met opheffing bedrijfsli-chamen en de overname van taken. In titel 15.13 van de Wet milieubeheer (Wm) is het kostenverevenings-systeem ter beperking van de CO2-emissies door de glastuinbouwsector opgenomen. Het Besluit kos-tenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw (Besluit kostenverevening) strekt tot uitvoering van de artikelen die in die titel zijn opgenomen. Het onder-havige besluit wijzigt het Besluit kostenverevening in verband met onderstaande wijzigingen van de Wm.

Met de inwerkingtreding van de ‘Wet opheffing be-drijfslichamen’ zijn de bedrijfslichamen en daarmee het Productschap Tuinbouw opgeheven. In verband hiermee wordt de uitvoering van het kostenvereve-ningssysteem overgenomen door de Minister. Daar-toe bepaalt het gewijzigde artikel 4 van het Besluit kostenverevening dat de Minister nadere regels vast-stelt ten behoeve van de uitvoering van de artikelen 15.51 en 15.52 van de Wm. Daarnaast was in artikel 15.52 van de Wm bepaald dat indien de op grond van artikel 15.51, derde lid, van de Wm vastgestelde hoeveelheid emissies (CO2-emissieruimte) wordt overschreden door de glastuinbouwsector, de inrich-tingen die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie een vergoeding verschuldigd zijn. Dit was uitgewerkt in artikel 2 van het Besluit kostenverevening. De in dat artikel aange-wezen categorie betrof inrichtingen die in het kalen-derjaar waarop de vergoeding betrekking heeft 305 ton CO2 of meer emitteren. Vanaf 1 januari 2015 zijn de inrichtingen die in een kalenderjaar minder dan 305 ton CO2 emitteren ook een vergoeding verschul-digd. Dit houdt in dat alle inrichtingen als bedoeld in artikel 15.51 van de Wm bij overschrijding door de glastuinbouwsector van de CO2-emissieruimte een vergoeding verschuldigd zijn. Derhalve komt artikel 2 van het Besluit kostenverevening te vervallen.

Op 1 januari 2015 is tevens in werking getreden de Re-geling van de Staatssecretaris van Economische Za-ken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot kos-tenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw (Regeling kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw). Op grond van artikel 4 van het Besluit kostenverevening kan de Minister van Economische Zaken regels stellen over de uitvoering van het kosten-vereveningssysteem. Deze regels zijn opgenomen in de artikelen 3 en 4 van de Regeling kostenverevening. Staatsblad 572 en 575, 24-12-2014; Staatscourant 29-12-2014

Dijksma gaat regeldruk natuurwet beter in beeld brengen

Op advies van Actal, het Adviescollege toetsing re-geldruk, gaat staatssecretaris Dijksma van Econo-mische Zaken de regeldruk van het voorstel voor de Wet natuurbescherming beter in beeld brengen. Actal constateerde namelijk na onderzoek dat de toelichting bij de voorgestelde wijzigingen van het wetsvoorstel niet een volledig beeld geeft van de regeldruk. Zo worden in de toelichting niet alle maatregelen genoemd die effect hebben op de re-geldruk, zoals de uitbreiding van het bereik van te beschermen soorten en de mogelijkheid om een ‘bijzonder provinciaal natuurgebied’ aan te wijzen. Ook constateert het college dat bij maatregelen die wel in de toelichting worden genoemd, bere-keningen van de regeldruk ontbreken. ‘Doordat er geen compleet beeld is gegeven van de regeldru-keffecten kunnen wij niet vaststellen of en in hoe-verre deze wetswijziging de beoogde merkbare vermindering van regeldruk voor bedrijven en bur-gers verwezenlijkt. Het is daarom belangrijk dat dit complete beeld er alsnog komt,’ schreef Actal in een brief aan Dijksma. In de Wet natuurbescher-ming wil het kabinet de Natuurbeschermingswet, de Flora- en faunawet en de Boswet laten opgaan. De nieuwe wet zou in 2015 in werking moeten treden. SC Online, 24 november 2014

Nalevingsverslagen van de geluidproductiepla-fonds langs rijkswegen en spoorwegen

Op 16 december 2014 hebben de minister en staatssecretaris van IenM de Tweede Kamer de eerste verslagen gestuurd over de naleving van de geluidproductieplafonds langs rijkswegen en spoorwegen. Met deze verslagen van Rijkswa-terstaat en ProRail informeren de bewindslieden de Tweede Kamer onder andere over de gecon-stateerde overschrijdingen in 2013 en dreigende overschrijdingen van geluidproductieplafonds in de nabije toekomst. Naast de beide nalevings-verslagen is een nota van bevindingen aangebo-den. Daarin wordt een samenvatting gegeven van de nalevingsverslagen en wordt hier tevens een duiding aan gegeven. De jaarlijkse levering van een verslag over de naleving van de geluidpro-ductieplafonds is vanaf 2014 één van de nieuwe wettelijke verplichtingen van de nieuwe geluid-wetgeving SWUNG (Wet milieubeheer, hoofd-stuk 11), die op 1 juli 2012 in werking is getreden. TK 16-12-2014, 32 252, nr. 55

Page 24: mILIEU Compact 2015... · 2015. 1. 13. · Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1385-6464. Jan de Graaf Hoofdredacteur

milieu milieucompact compact

1

AGENDA

23-01-2015: De hongerige stad: Van boer tot bordWe zijn onze binding met het eten op ons bord volledig kwijt. Is een meer rechtstreekse handel tussen consument en boer de oplossing? Deze avond staat het verkorten van de voedselketen in de regio Amsterdam centraal. Is het echt nodig? En zo ja, hoe zet je een succesvol regionaal voedselnetwerk op? De toegang is gratis.

12-02-2015: ISO voor complianceIn een wereld waarin het afleggen van verantwoording, het voldoen aan complexe wet- en regelgeving en het aantonen van een duurzaam georganiseerd bedrijfsproces van alsmaar groeiend belang is, is een systematische aanpak van het verzekeren van verantwoord ondernemen bijna onmisbaar geworden, voor zowel de betrokken organisatie als de dienstdoende toezichthouder.

23/24/25-02-2015: Plastics Recycling 2015Entering its 10th year, Plastics Recycling 2015 is the exclusive gathering for plastics recycling professionals from around the world. The conference takes place February 23-25 at the Hyatt Regency in Dallas, Texas.

12-03-2015: Investeren in een groene buitenruimteHoe kunnen we er voor zorgen dat het gesprek en de besluitvorming over groene investeringen in stedelijke omgeving succesvol ingezet worden? Welke actuele kennis en ontwikkelingen op het terrein van stedelijke ontwikkeling, waarde van groen, gedrag en ‘groene’ businessmodellen dragen hieraan bij? Als u wilt bijdragen aan het verankeren van groen in de besluitvorming, kom dan naar de werkconferentie op 12 maart 2015 in Almere. Deelname is gratis.

19-03-2015: Gemeentelijk Afvalcongres 2015 Op donderdag 19 maart vindt het Gemeentelijk Afvalcongres 2015 plaats in DeFabrique in Utrecht, met dit jaar als thema: De regie houden. Tijdens het congres wordt u wederom meegenomen in alle nieuwe ontwikkelingen en taken op het gebied van gemeentelijk afvalbeheer, regie en materiaalketens. Het congres is bedoeld voor zowel gemeentelijke beleidsambtenaren als voor andere geïnteresseerden.

19-03-2015: International conference on biobased textiles and plasticsBiobased thermoplasts play an increasingly important role in the European plastics industry. Each year, the growth in volumes of produced biopolymers exceeds 10%. New applications are being developed continuously, with ever increasing demands on mechanical properties, durability and additional functionality.

21-03-2015: Landelijke CompostdagDe Vereniging Afvalbedrijven en de Branche Vereniging Organische Reststoffen organiseren ieder jaar de Landelijke Compostdag in samenwerking met veel leden en gemeenten. De volgende Landelijke Compostdag vindt plaats op zaterdag 21 maart 2015.

25/26-03-2015: Circulaire EconomieHet traditionele business model van vraag-maak-aanbod legt een steeds grotere druk op schaarse grondstoffen. Ook de veiligheid van ontginning, productie en transport is een wereldwijde uitdaging. Kortom, er moet iets veranderen. Daarom vindt op initiatief van de Smart Circle op 25 & 26 maart 2015 het Circulaire Economie Event plaats.

09-04-2015: Jaarcongres Biobased Industry 2015Op donderdag 9 april 2015 vindt in Delft de 2e editie van jaarcongres Biobased Industry plaats. Diverse topsprekers uit de sector zullen van zich laten horen.

15/16-04-2015: Asbestos 2015Ahoy Rotterdam staat op 15 & 16 april 2015 in het teken van asbest. De branche is in de breedste zin vertegenwoordigd: van het verwijderen tot inventariseren en onderzoek, tot en met sanering en opslag. Daarnaast zijn ook brancheorganisaties, certificerende instellingen en fabrikanten van asbest vervangende producten op Asbestos 2015 vertegenwoordigd.

29/30-04-2015: Environmental Technology for ImpactThe Environmental Technology for Impact conference (ETEI2015) will bring together the most eminent, international speakers on Environmental Technology for Impact – Recovery of valuable resources from waste and wastewater. The conference is an excellent opportunity for researchers, industry representatives and end-users to meet and interact.

24

Meer informatie over deze en andere bijeenkomsten: www.milieucompact.nl