mILIEU Compact #22... · 2014. 12. 10. · innovatief algoritme dat wordt gekoppeld aan de...

24
SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS COMPACT MILIEU 1 Uitgelicht Jaaropbrengsten windturbines Statistiekwebsite WindStats geeſt voortaan van iedere windturbine in Nederland de geschatte jaarlijkse elektriciteitsproductie. De opbrengsten worden berekend door middel van een innovatief algoritme dat wordt gekoppeld aan de gemiddelde windsnelheden in heel Nederland. De verkregen jaaropbrengsten wijken gemiddeld slechts 2% af van de werkelijke opbrengst. Voor kleinere windturbines, met een ashoogte tot 50 meter, kan de individuele afwijking groter zijn. Dit komt omdat wind dichter bij de grond minder goed te voorspellen is. De afwijking zal met hulp van werkelijke opbrengstgegevens in de toekomst verkleind worden. Informatie: http://windstats.boschenvanrijn.nl Lancering ‘Nederland Kantelt’ Jan Rotmans heeſt het netwerk Nederland Kantelt gelanceerd. Het nieuwe netwerk wil zichtbaar maken hoe breed en groot de ver- nieuwingsbeweging in Nederland is. Elders in dit nummer meer over het initiatief. Coalitie tegen klimaatverandering Bedrijven, overheden en maatschappelijke orga- nisaties hebben een belangrijke stap gezet op weg naar de klimaattop in Parijs volgend jaar. Zij hebben zich verenigd in de Nederlandse Klimaatcoalitie. De partijen gaan samen initia- tieven nemen om klimaatneutraal te worden, zie elders in dit nummer. Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst Foto: Michiel Wijnbergh Warmtekrachtkoppeling (WKK) staat economisch sterk onder druk. Dit blijkt uit de studie ‘Toekomst WKK en warmtevoorziening industrie en glas- tuinbouw’. Naar verwachting draaien in 2020 met name eenheden die volcontinue moeten draaien niet kostendekkend. Deze beslaan ca. 20% van het opgestelde WKK-vermogen. De marktpositie van flexibele WKK-installaties is wat beter. De ongunstige marktpositie wordt veroorzaakt door factoren als een hoge gasprijs, een lage elektriciteitsprijs en een lage prijs van CO2- emissierechten. Nummer 22 Jaargang 26 9 december 2014

Transcript of mILIEU Compact #22... · 2014. 12. 10. · innovatief algoritme dat wordt gekoppeld aan de...

  • SELECTIE VAN HET BELANGRIJKSTE MILIEUNIEUWS

    compactmILIEU

    mILIEU compact

    124

    UitgelichtJaaropbrengsten windturbines

    Statistiekwebsite WindStats geeft voortaan van iedere windturbine in Nederland de geschatte jaarlijkse elektriciteitsproductie. De opbrengsten worden berekend door middel van een innovatief algoritme dat wordt gekoppeld aan de gemiddelde windsnelheden in heel Nederland. De verkregen jaaropbrengsten wijken gemiddeld slechts 2% af van de werkelijke opbrengst. Voor kleinere windturbines, met een ashoogte tot 50 meter, kan de individuele afwijking groter zijn. Dit komt omdat wind dichter bij de grond minder goed te voorspellen is. De afwijking zal met hulp van werkelijke opbrengstgegevens in de toekomst verkleind worden. Informatie: http://windstats.boschenvanrijn.nl

    Lancering ‘Nederland Kantelt’

    Jan Rotmans heeft het netwerk Nederland Kantelt gelanceerd. Het nieuwe netwerk wil zichtbaar maken hoe breed en groot de ver-nieuwingsbeweging in Nederland is. Elders in dit nummer meer over het initiatief.

    Coalitie tegen klimaatverandering

    Bedrijven, overheden en maatschappelijke orga-nisaties hebben een belangrijke stap gezet op weg naar de klimaattop in Parijs volgend jaar. Zij hebben zich verenigd in de Nederlandse Klimaatcoalitie. De partijen gaan samen initia-tieven nemen om klimaatneutraal te worden, zie elders in dit nummer.

    Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst

    Foto: Michiel Wijnbergh

    Warmtekrachtkoppeling (WKK) staat economisch sterk onder druk. Dit blijkt uit de studie ‘Toekomst WKK en warmtevoorziening industrie en glas-tuinbouw’. Naar verwachting draaien in 2020 met name eenheden die volcontinue moeten draaien niet kostendekkend. Deze beslaan ca. 20% van het opgestelde WKK-vermogen. De marktpositie van flexibele WKK-installaties is wat beter. De ongunstige marktpositie wordt veroorzaakt door factoren als een hoge gasprijs, een lage elektriciteitsprijs en een lage prijs van CO2-emissierechten.

    Nummer 22Jaargang 26 9 december 2014

  • milieu milieucompact compact

    2 3

    BedrIjf

    Bedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties eens over verminderen stikstofdepositie

    Natuur en Milieufederatie Zuid Holland, Natuur-monumenten, Stichting Duinbehoud, Zuid-Hollands Landschap, Staatsbosbeheer en Rotterdams Milieucentrum hebben met het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs, de belangenorganisatie van het bedrijfsleven in de Rotterdamse haven, een overeenkomst gesloten om de deposities van stikstofverbindingen in de Rijnmondregio en omgeving terug te dringen. De uitstoot van stikstofverbindingen door onder andere landbouw, industrie en verkeer veroorzaakt schade aan de natuur als die in het milieu terechtkomt. Door extra maatregelen te nemen worden natuurgebieden (met name de duinen) minder belast en dat draagt er tevens aan bij dat de haven zich kan blijven ontwikkelen.

    Eerste stap is dat de ondertekenaars het komende driekwart jaar onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van mogelijke (extra) maatregelen om de stikstofdeposities in natuurgebieden te beperken. Daarbij wordt gekeken naar maatregelen in de industrie, land- en tuinbouw en verkeer (met name scheepvaart) en tevens welke bronnen de natuurgebieden het meest belasten. Ook onderzoeken partijen de opzet van een regionale stikstofbank, waarin de resultaten van maatregelen kunnen worden bijgehouden. Op basis van de onderzoeken worden doelen gesteld voor de vermindering van stikstofdeposities en afspraken gemaakt over effectieve en haalbare maatregelen. De resultaten worden geregistreerd en in overleg ingezet voor deels nieuwe ontwikkeling en deels depositievermindering in de natuurgebieden. Steven Lak, voorzitter van Deltalinqs: “Het bedrijfsleven wil bijdragen aan een beperking van de milieubelasting, maar wil vooral de onzekerheden bij de vergunningverlening voor nieuwe ontwikkelingen beperken. Dat willen we bereiken met deze integrale aanpak. Het doel is helder: zo kosteneffectief mogelijk de stikstofdeposities naar beneden brengen, terwijl bedrijven zich kunnen ontwikkelen.”

    Vanwege de landelijke schaal van de problematiek werkt het Rijk al enige jaren met de provincies aan de voorbereiding van de Programmatische Aanpak

    Stikstof (PAS). Ook dat nationale programma kent een dubbeldoelstelling: de instandhouding van beschermde natuur én ontwikkeling van de economie. Natuur- en milieuorganisaties en bedrijfsleven in de Rijnmondregio willen daar een herkenbare regionale bijdrage aan leveren en tevens minder afhankelijk zijn van landelijke programma’s. Deltalinqs, 14-11-2014

    Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld

    VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer heeft op 25 november de nieuwe brochure over het Global Compact Netwerk Nederland (GCNL) ontvangen uit handen van GCNL-voorzitter André van Heemstra. Met de publicatie ‘Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld’ wil het netwerk meer bekendheid geven aan zijn werk. Het GCNL sluit aan bij een initiatief van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Deelnemende bedrijven verplichten zich om de tien universele, door de VN uitgedragen principes op het gebied van mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding toe te passen. Daarbij krijgen zij ondersteuning en hulpmiddelen vanuit de VN en het lokale netwerk. Naast bedrijven kunnen ook NGO’s participeren

    UN Global Compact is ’s werelds grootste, op vrijwillige deelname gebaseerde initiatief op het gebied van duurzaam ondernemen. Wereldwijd zijn ruim 12.000 bedrijven en NGO’s uit meer dan 150 landen aangesloten. In Nederland kent het GCNL ruim 100 participanten en wordt het secretariaat gefaciliteerd vanuit VNO-NCW. Informatie: www.gcnetherlands.nl Nieuwsbrief VNO-NCW, 27-11-2014

    Renault-Nissan Alliantie verkoopt 200.000ste elektrische auto

    De Renault-Nissan Alliantie heeft zijn 200.000ste volledig elektrische auto verkocht. Totaal hebben de elektrische auto’s van Renault en Nissan, met een marktaandeel van 58% marktleider wat betreft de wereldwijde verkoop van zero emissie auto’s, zo’n 4 miljard emissieloze kilometers gereden. Dat staat gelijk aan een brandstofbesparing van 200 miljoen liter wanneer dezelfde afstand met traditioneel aangedreven voertuigen zou worden afgelegd en is voorkomen dat er 450 miljoen kilogram CO2 werd uitgestoten. Persbericht Renault Nederland, 26-11-2014

    2 3

    Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, in-dien zij niet twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk zijn opgezegd. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van Milieu Compact, aanvaardt de uitgever noch de redactie enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor gevolgen daarvan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.ISSN 1385-6464.

    Jan de GraafHoofdredacteur

    Louise van den BroekEindredacteur

    Jan van den BroekSenior adviseur Omgevingsrecht

    Robert DonkersCoördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel

    Thieu KortenSpecial advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)

    John ZigenhornJurist Stichting Advisering Bestuurs-rechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening

    Redactieadres DG CommunicatiePostbus 1581600 AD Enkhuizen0228-326068graafcom@wxs.nlwww.dgcommunicatie.nlwww.milieucompact.nl

    Abonnementen Milieu Compact verschijnt 23x per jaar. Ieder nummer telt 24-pagina’s geordend en samengevat milieunieuws. Ook ontvangt u ieder kwartaal een handig overzicht van de voort-gang van Europese wetgeving. Daarnaast heeft u toegang tot het unieke online-archief van tien jaargangen Milieu Compact. Een abonnement op het meest complete milieutijd-schrift van Nederland kost € 549,- p/j (excl. 6% BTW).

    InHOUdBEDRIJFBedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties eens over verminderen stikstofdepositie 3Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld 3Renault-Nissan Alliantie verkoopt 200.000ste elektrische auto 3Platform voor energieopslag opgericht 4Meerjarenafspraken resulteren in forse energiebesparing 4Gulpener wint MVO Nederland Award 4Kieszon krijgt mega zonnestroomproject 5

    SCHALIEGASOnderzoek belicht wereldwijde effecten van schaliegaswinning 5

    OVERHEIDAkkoord over winnen van grondstoffen uit afvalwater 5Nederland helpt vakantiebestemmingen verduurzamen 6Samen op weg naar schoon stedelijk vervoer 6Twee Green Deals voor schonere zee en strand 6

    KLIMAATBELEIDNederlandse coalitie tegen klimaatverandering van start 7

    LuCHTKWALITEITLuchtvervuiling kost veel Europese levens 7

    ENERGIE AKKOORDWinnaars Stook je rijk-Trofee 2014 8

    WET EN REGELGEVINGNieuwe regels opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks 8Geluidplafondkaart milieubeheer gewijzigd 9Actualisering verwijzingen normdocumenten bodemkwaliteit 9

    OMGEVINGSVERGuNNING / WABOTweede Kamer vraagt om juridisch advies over Omgevingswet 9Wabo op belangrijke onderdelen gewijzigd en aangevuld 9

    RECHTSPRAAKVergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor uitbreiding en wijziging veehouderij 10Besluit tot vaststelling bestemmingsplan en luchtverontreiniging 10Hoogste toelaatbare waarden geluidbelasting en terugbrengen geluidbelasting 11Invorderingsbesluit en begrip laad- en losactiviteiten 11Bestemmingsplan en afstand tussen fruitboomgaard en gevoelige bestemmingen 12Vaststelling ten hoogste toelaatbare waarde geluidbelasting vanwege spoorweg 12

    Ontheffing van in artikel 11 en 13 Flora- en faunawet opgenomen verboden 13Verzoek handhavend optreden tegen bevestiging zonnepanelen op asbesthoudende dakplaten 13Plaatsingsplan voor ondergrondse restafvalcontainers en indienen zienswijzen 13

    DuuRZAME ONTWIKKELINGCONO Kaasmakerij wint ARC14 Architectuur Award. 14Dopper Original eerste waterfles met Cradle to Cradle certificaat 14Meer dan 2 miljoen Nederlanders bedrogen met sjoemelstroom 15Nieuwe warmtecentrale maakt fikse reductie CO2-uitstoot mogelijk 15Greenchoice wil fors inzetten op samen opwekken groene stroom 15Koning opent blauwe energiecentrale Afsluitdijk 16

    EuROPESE uNIEEU roept op om begin 2015 ambitieuze klimaatdoelstellingen bekend te maken 16Meedingen naar Natura 2000-prijs 17Interface imponeert Europese Commissie met recycling van visnetten 17Europese regio’s wijzen op belang van EU-luchtwetgeving 17

    INTERNATIONAALInvesteren in schoner koken in Afrika 18

    PuBLICATIESHandreiking Duurzaam Aanbesteden Groenafval 18Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst 19Hoge kwaliteit van leven in Nederland beperkt houdbaar 19

    WETENSCHAP UV/H2O2-proces voor drinkwaterbehandeling kan fors goedkoper 20Milieuvriendelijk nylon produceren uit afvalhout 20Nederland benadert ecosysteemdiensten anders dan Vlaanderen en Engeland 20Onderzoekers vinden manier om zaagsel om te zetten in benzine 21Nieuwe coating is geschikt voor energiezuinige airconditioning 21TU Delft krijgt miljoenen voor onderzoek offshore windenergie 21

    BERICHTENLancering netwerk ‘Nederland Kantelt’ 22Winnaars Milieuscriptieprijs 2014 22Nieuwe Richtlijn Lichthinder NSVV 22

  • milieu milieucompact compact

    2 3

    BedrIjf

    Bedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties eens over verminderen stikstofdepositie

    Natuur en Milieufederatie Zuid Holland, Natuur-monumenten, Stichting Duinbehoud, Zuid-Hollands Landschap, Staatsbosbeheer en Rotterdams Milieucentrum hebben met het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs, de belangenorganisatie van het bedrijfsleven in de Rotterdamse haven, een overeenkomst gesloten om de deposities van stikstofverbindingen in de Rijnmondregio en omgeving terug te dringen. De uitstoot van stikstofverbindingen door onder andere landbouw, industrie en verkeer veroorzaakt schade aan de natuur als die in het milieu terechtkomt. Door extra maatregelen te nemen worden natuurgebieden (met name de duinen) minder belast en dat draagt er tevens aan bij dat de haven zich kan blijven ontwikkelen.

    Eerste stap is dat de ondertekenaars het komende driekwart jaar onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van mogelijke (extra) maatregelen om de stikstofdeposities in natuurgebieden te beperken. Daarbij wordt gekeken naar maatregelen in de industrie, land- en tuinbouw en verkeer (met name scheepvaart) en tevens welke bronnen de natuurgebieden het meest belasten. Ook onderzoeken partijen de opzet van een regionale stikstofbank, waarin de resultaten van maatregelen kunnen worden bijgehouden. Op basis van de onderzoeken worden doelen gesteld voor de vermindering van stikstofdeposities en afspraken gemaakt over effectieve en haalbare maatregelen. De resultaten worden geregistreerd en in overleg ingezet voor deels nieuwe ontwikkeling en deels depositievermindering in de natuurgebieden. Steven Lak, voorzitter van Deltalinqs: “Het bedrijfsleven wil bijdragen aan een beperking van de milieubelasting, maar wil vooral de onzekerheden bij de vergunningverlening voor nieuwe ontwikkelingen beperken. Dat willen we bereiken met deze integrale aanpak. Het doel is helder: zo kosteneffectief mogelijk de stikstofdeposities naar beneden brengen, terwijl bedrijven zich kunnen ontwikkelen.”

    Vanwege de landelijke schaal van de problematiek werkt het Rijk al enige jaren met de provincies aan de voorbereiding van de Programmatische Aanpak

    Stikstof (PAS). Ook dat nationale programma kent een dubbeldoelstelling: de instandhouding van beschermde natuur én ontwikkeling van de economie. Natuur- en milieuorganisaties en bedrijfsleven in de Rijnmondregio willen daar een herkenbare regionale bijdrage aan leveren en tevens minder afhankelijk zijn van landelijke programma’s. Deltalinqs, 14-11-2014

    Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld

    VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer heeft op 25 november de nieuwe brochure over het Global Compact Netwerk Nederland (GCNL) ontvangen uit handen van GCNL-voorzitter André van Heemstra. Met de publicatie ‘Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld’ wil het netwerk meer bekendheid geven aan zijn werk. Het GCNL sluit aan bij een initiatief van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Deelnemende bedrijven verplichten zich om de tien universele, door de VN uitgedragen principes op het gebied van mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding toe te passen. Daarbij krijgen zij ondersteuning en hulpmiddelen vanuit de VN en het lokale netwerk. Naast bedrijven kunnen ook NGO’s participeren

    UN Global Compact is ’s werelds grootste, op vrijwillige deelname gebaseerde initiatief op het gebied van duurzaam ondernemen. Wereldwijd zijn ruim 12.000 bedrijven en NGO’s uit meer dan 150 landen aangesloten. In Nederland kent het GCNL ruim 100 participanten en wordt het secretariaat gefaciliteerd vanuit VNO-NCW. Informatie: www.gcnetherlands.nl Nieuwsbrief VNO-NCW, 27-11-2014

    Renault-Nissan Alliantie verkoopt 200.000ste elektrische auto

    De Renault-Nissan Alliantie heeft zijn 200.000ste volledig elektrische auto verkocht. Totaal hebben de elektrische auto’s van Renault en Nissan, met een marktaandeel van 58% marktleider wat betreft de wereldwijde verkoop van zero emissie auto’s, zo’n 4 miljard emissieloze kilometers gereden. Dat staat gelijk aan een brandstofbesparing van 200 miljoen liter wanneer dezelfde afstand met traditioneel aangedreven voertuigen zou worden afgelegd en is voorkomen dat er 450 miljoen kilogram CO2 werd uitgestoten. Persbericht Renault Nederland, 26-11-2014

    2 3

    Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, in-dien zij niet twee maanden voor het verstrijken van de abonnementstermijn schriftelijk zijn opgezegd. Hoewel uiterste zorg is besteed aan de inhoud van Milieu Compact, aanvaardt de uitgever noch de redactie enige aansprakelijkheid voor onvolledigheid of onjuistheid of voor gevolgen daarvan. Verveelvoudigen en openbaarmaking van Milieu Compact is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.ISSN 1385-6464.

    Jan de GraafHoofdredacteur

    Louise van den BroekEindredacteur

    Jan van den BroekSenior adviseur Omgevingsrecht

    Robert DonkersCoördinator Stedelijk Milieubeleid Directoraat-Generaal Milieu Europese Commissie, Brussel

    Thieu KortenSpecial advisor Dutch Employers Coorperation Programma (DECP)

    John ZigenhornJurist Stichting Advisering Bestuurs-rechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening

    Redactieadres DG CommunicatiePostbus 1581600 AD Enkhuizen0228-326068graafcom@wxs.nlwww.dgcommunicatie.nlwww.milieucompact.nl

    Abonnementen Milieu Compact verschijnt 23x per jaar. Ieder nummer telt 24-pagina’s geordend en samengevat milieunieuws. Ook ontvangt u ieder kwartaal een handig overzicht van de voort-gang van Europese wetgeving. Daarnaast heeft u toegang tot het unieke online-archief van tien jaargangen Milieu Compact. Een abonnement op het meest complete milieutijd-schrift van Nederland kost € 549,- p/j (excl. 6% BTW).

    InHOUdBEDRIJFBedrijfsleven en natuur- en milieuorganisaties eens over verminderen stikstofdepositie 3Vanuit gedeelde waarden naar een betere wereld 3Renault-Nissan Alliantie verkoopt 200.000ste elektrische auto 3Platform voor energieopslag opgericht 4Meerjarenafspraken resulteren in forse energiebesparing 4Gulpener wint MVO Nederland Award 4Kieszon krijgt mega zonnestroomproject 5

    SCHALIEGASOnderzoek belicht wereldwijde effecten van schaliegaswinning 5

    OVERHEIDAkkoord over winnen van grondstoffen uit afvalwater 5Nederland helpt vakantiebestemmingen verduurzamen 6Samen op weg naar schoon stedelijk vervoer 6Twee Green Deals voor schonere zee en strand 6

    KLIMAATBELEIDNederlandse coalitie tegen klimaatverandering van start 7

    LuCHTKWALITEITLuchtvervuiling kost veel Europese levens 7

    ENERGIE AKKOORDWinnaars Stook je rijk-Trofee 2014 8

    WET EN REGELGEVINGNieuwe regels opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks 8Geluidplafondkaart milieubeheer gewijzigd 9Actualisering verwijzingen normdocumenten bodemkwaliteit 9

    OMGEVINGSVERGuNNING / WABOTweede Kamer vraagt om juridisch advies over Omgevingswet 9Wabo op belangrijke onderdelen gewijzigd en aangevuld 9

    RECHTSPRAAKVergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor uitbreiding en wijziging veehouderij 10Besluit tot vaststelling bestemmingsplan en luchtverontreiniging 10Hoogste toelaatbare waarden geluidbelasting en terugbrengen geluidbelasting 11Invorderingsbesluit en begrip laad- en losactiviteiten 11Bestemmingsplan en afstand tussen fruitboomgaard en gevoelige bestemmingen 12Vaststelling ten hoogste toelaatbare waarde geluidbelasting vanwege spoorweg 12

    Ontheffing van in artikel 11 en 13 Flora- en faunawet opgenomen verboden 13Verzoek handhavend optreden tegen bevestiging zonnepanelen op asbesthoudende dakplaten 13Plaatsingsplan voor ondergrondse restafvalcontainers en indienen zienswijzen 13

    DuuRZAME ONTWIKKELINGCONO Kaasmakerij wint ARC14 Architectuur Award. 14Dopper Original eerste waterfles met Cradle to Cradle certificaat 14Meer dan 2 miljoen Nederlanders bedrogen met sjoemelstroom 15Nieuwe warmtecentrale maakt fikse reductie CO2-uitstoot mogelijk 15Greenchoice wil fors inzetten op samen opwekken groene stroom 15Koning opent blauwe energiecentrale Afsluitdijk 16

    EuROPESE uNIEEU roept op om begin 2015 ambitieuze klimaatdoelstellingen bekend te maken 16Meedingen naar Natura 2000-prijs 17Interface imponeert Europese Commissie met recycling van visnetten 17Europese regio’s wijzen op belang van EU-luchtwetgeving 17

    INTERNATIONAALInvesteren in schoner koken in Afrika 18

    PuBLICATIESHandreiking Duurzaam Aanbesteden Groenafval 18Warmtekrachtkoppeling wacht onzekere toekomst 19Hoge kwaliteit van leven in Nederland beperkt houdbaar 19

    WETENSCHAP UV/H2O2-proces voor drinkwaterbehandeling kan fors goedkoper 20Milieuvriendelijk nylon produceren uit afvalhout 20Nederland benadert ecosysteemdiensten anders dan Vlaanderen en Engeland 20Onderzoekers vinden manier om zaagsel om te zetten in benzine 21Nieuwe coating is geschikt voor energiezuinige airconditioning 21TU Delft krijgt miljoenen voor onderzoek offshore windenergie 21

    BERICHTENLancering netwerk ‘Nederland Kantelt’ 22Winnaars Milieuscriptieprijs 2014 22Nieuwe Richtlijn Lichthinder NSVV 22

  • milieu milieucompact compact

    4 5

    en ambitieus beleid aangetoond dat met MVO het milieu en de samenleving erop vooruitgaan en tegelijkertijd het bedrijf sterker en veerkrachtiger wordt.” Gulpener is de eerste bierbrouwer die besloot alleen milieuvriendelijk verbouwde grondstoffen te gebruiken. Baanbrekend in de sector was dat Gulpener een lokaal samenwerkingsverband heeft opgezet met boeren uit de regio.

    Gulpener, tapijtfabrikant Interface en De Vegetarische Slager eindigden op basis van ruim 4.000 publieksstemmen op respectievelijk de eerste, tweede en derde plaats. De andere genomineerden waren Alliander, DSM, ECOstyle, Triodos Bank, Unilever en Van Houtum. Persbericht MVO Nederland Award, 01-12-02014

    Kieszon krijgt mega zonnestroomproject

    Kieszon, het dochterbedrijf van Greenchoice en International Solar, heeft een grote overeenkomst afgesloten met staalbedrijf ThyssenKrupp Materials Nederland voor het bouwen van een mega zonnestroomproject van 2,3 miljoen kWh. Het project bestaat uit ongeveer 9.000 zonnepanelen en is daarmee meteen ook één van de grootste zonnestroomprojecten van Nederland. KiesZon investeert in de zonne-installaties en zorgt voor de ontwikkeling en exploitatie. Voorjaar 2015 start de bouw. De 9.000 panelen worden verspreid over twee locaties: 6.000 voor de vestiging van ThyssenKrupp in Veghel en 3.000 voor die in Zwijndrecht. Het project is mede mogelijk dankzij een SDE+ subsidie. ThyssenKrupp gaat voor haar zonnestroom ongeveer hetzelfde betalen als voor haar huidige niet-groene stroom. KiesZon is de eerste tien jaar eigenaar van de zonnepanelen, daarna gaat het eigendom over op ThyssenKrupp Materials Nederland. Persbericht Greenchoice, 02-12-2014

    ScHAlIegAS

    Onderzoek belicht wereldwijde effecten van schaliegaswinning

    Friends of the Earth Europe heeft het rapport ‘Fracking Frenzy’ gepubliceerd over de wereldwijde ontwikkeling van schaliegasboringen. In Nederland zijn boringen naar schaliegas voorlopig op de lange

    baan geschoven, in de Verenigde Staten in de schaliegasboom over zijn hoogtepunt heen, maar buiten de westerse wereld gaan de ontwikkelingen in razend tempo door. Met grote risico’s voor het klimaat en de watervoorziening voor miljoenen mensen. De belangrijkste conclusies van dit rapport:• schaliegasboringen hebben een negatief effect

    op klimaatverandering, onder andere door methaanlekkages;

    • schaliegasboringen zijn wereldwijd een grote bedreiging voor de beschikbaarheid van schoon water uit ondergrondse aquifers;

    • Shells boringen in Tunesië zullen een negatief effect hebben op de beschikbaarheid van drinkwater voor onder andere landbouw vormen een bedreiging voor de Intercalaire Aquifer die 4 miljoen mensen in de Maghreb van water voorzien. Ook in Zuid-Afrika wordt de watervoorziening bedreigd;

    • Shell is in China actief in de Sichuan regio die bekend staat om het voorkomen van krachtige aardbeving. Schaliegasboringen kunnen daar aardbevingen veroorzaken;

    • De ‘indigenous people’ in zowel Zuid-Afrika als Argentinië worden niet geconsulteerd door Shell bij schaliegasboringen en hun rechten worden geschonden.

    Persbericht Milieudefensie, 01-12-2014

    OverHeId

    Akkoord over winnen van grondstoffen uit afvalwater

    Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het ministerie van Economische Zaken, de Unie van Waterschappen en STOWA hebben de Green Deal Grondstoffen ondertekend. De overeenkomst moet het winnen van grondstoffen uit afvalwater door waterschappen verder brengen. Uit afvalwater kan naast fosfaat onder andere ook cellulose, polymeren, alginaat en CO2 worden gewonnen. Bedrijven kunnen deze grondstoffen opnieuw gebruiken. Er zijn vele mogelijke toepassingen: fosfaat als groene meststof voor de landbouw, cellulose voor asfalt en CO2 voor tuinbouwkassen of de procesindustrie.

    Via de Energie- en Grondstoffenfabriek, een gezamen-

    4 5

    Platform voor energieopslag opgericht

    Energieopslag is voor zowel huishoudens als bedrijfsleven van groot belang voor de overgang naar schone, betrouwbare en betaalbare energie. Experts verwachten een explosieve groei van de energieopslagcapaciteit in de komende tien jaar. Om inzicht te houden in de snelle ontwikkelingen op het gebied van energieopslag en om innovaties rond energieopslag succesvol te laten zijn, is vanuit het FME Cluster Energie het platform Energy Storage NL opgericht. Op dit moment bestaat het platform uit ruim dertig partijen uit het bedrijfsleven en de wetenschap, waaronder Siemens, TU-Delft, SMA, DNV-GL, ECN, DIFFER, WaterstofNet, IF-Technologies, TNO, Enexis, Alliander.

    De markt voor energieopslag groeit gemiddeld met 40% per jaar en op dit gebied wordt voortdurend geïnnoveerd, bijvoorbeeld door omzetting van elektriciteit in gas via plasmatechnologie of door de inzet van slimme (nano)materialen in nieuwe opslagtechnieken. Om innovaties succesvol te laten zijn, is samenwerking van groot belang. Het platform Energy Storage NL draagt bij aan het verbinden en mobiliseren van de verschillende bedrijven en organisaties. Aangezien veel onderzoek en wetgeving op gebied van energie opslag uit Europa komt, gaat Energy Storage NL ons land ook vertegenwoordigen in de European Association for Storage of Energy. Persbericht FME, 27-11-2014

    Meerjarenafspraken resulteren in forse energiebesparing

    Ruim 1.100 bedrijven, van gieterijen en papierfabrieken tot ICT-bedrijven en vervoerders, hebben vorig jaar gezamenlijk evenveel energie bespaard als het gebruik van 340.000 huishoudens. Dit blijkt uit de resultaten van de Meerjarenafspraak energie-efficiency 2001-2020 (MJA3) en de Meerjarenafspraak energie-efficiency ETS-ondernemingen (MEE). Beide meerjarenafspraken hebben tot doel de energie-efficiëntie in de industrie te vergroten. In 2013 leverde de MJA3 een energiebesparing op van 10,5 PJ, een efficiëntieverbetering van 4% ten opzichte van 2012. De MEE realiseerde een energiebesparing van 12,3 PJ, een efficiëntieverbetering van 2,1% ten opzichte van 2012. De convenanten leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen uit het Energieakkoord voor duurzame groei. Sinds de

    ondertekening van de MJA3 (2008) en de MEE (2009) hebben de deelnemende bedrijven een totale energiebesparing gerealiseerd van 71,3 PJ, wat gelijk staat aan het jaarlijkse energieverbruik van circa 1 miljoen huishoudens.

    Het MEE-convenant is bedoeld voor grote industriële bedrijven die verplicht meedoen aan het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (ETS). MJA3 is de opvolger van MJA1 (1992) en MJA2 (2000) en is bedoeld voor niet-ETS-ondernemingen, van gieterijen en betonfabrieken tot ICT-bedrijven en vervoerders. De 1.111 deelnemers aan de MJA3 en MEE gebruiken samen 829 PJ primaire energie. Dit is 80% van het industriële energiegebruik en een kwart van het totale energiegebruik in Nederland. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) faciliteert bedrijven bij energiebesparing en is verantwoordelijk voor de monitoring en rapportage. Een resultatenbrochure biedt een volledig overzicht en een analyse van de resultaten in 2013.

    In 2013 is het MEE-convenant geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de aanpak van het convenant een goede basis biedt om energie-efficiëntie te vergroten. De toegevoegde waarde zit in het langetermijnperspectief, in het inzicht in de prestaties en mogelijkheden bij bedrijven en in de netwerkfunctie. De evaluatie wees ook uit dat de MEE aan kracht kan winnen door de afspraken minder vrijblijvend te maken. Daarom is met de industrie afgesproken om de kwaliteit van de Energie Efficiëntie Plannen te verbeteren en consequenties te verbinden aan het niet naleven ervan. Ook wordt kennisontwikkeling en kennisdeling beter ondersteund. rvo.nl

    Gulpener wint MVO Nederland Award

    De Limburgse bierbrouwerij Gulpener heeft de MVO Nederland Award gewonnen. Zowel het publiek als de jury wezen het familiebedrijf aan als de onderneming die in de afgelopen tien jaar het meest toonaangevend is geweest op het gebied van duurzaam ondernemen. De jury roemde Gulpener vooral om de integrale benadering van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Juryvoorzitter Jan-Peter Balkenende: “Gulpener staat door haar integrale benadering van people, planet en profit model voor wat in de 21e eeuw van een bedrijf mag worden verwacht.” Volgens Balkenende is Gulpener een inspirerende koploper. “Het bedrijf heeft door een jarenlang consistent

  • milieu milieucompact compact

    4 5

    en ambitieus beleid aangetoond dat met MVO het milieu en de samenleving erop vooruitgaan en tegelijkertijd het bedrijf sterker en veerkrachtiger wordt.” Gulpener is de eerste bierbrouwer die besloot alleen milieuvriendelijk verbouwde grondstoffen te gebruiken. Baanbrekend in de sector was dat Gulpener een lokaal samenwerkingsverband heeft opgezet met boeren uit de regio.

    Gulpener, tapijtfabrikant Interface en De Vegetarische Slager eindigden op basis van ruim 4.000 publieksstemmen op respectievelijk de eerste, tweede en derde plaats. De andere genomineerden waren Alliander, DSM, ECOstyle, Triodos Bank, Unilever en Van Houtum. Persbericht MVO Nederland Award, 01-12-02014

    Kieszon krijgt mega zonnestroomproject

    Kieszon, het dochterbedrijf van Greenchoice en International Solar, heeft een grote overeenkomst afgesloten met staalbedrijf ThyssenKrupp Materials Nederland voor het bouwen van een mega zonnestroomproject van 2,3 miljoen kWh. Het project bestaat uit ongeveer 9.000 zonnepanelen en is daarmee meteen ook één van de grootste zonnestroomprojecten van Nederland. KiesZon investeert in de zonne-installaties en zorgt voor de ontwikkeling en exploitatie. Voorjaar 2015 start de bouw. De 9.000 panelen worden verspreid over twee locaties: 6.000 voor de vestiging van ThyssenKrupp in Veghel en 3.000 voor die in Zwijndrecht. Het project is mede mogelijk dankzij een SDE+ subsidie. ThyssenKrupp gaat voor haar zonnestroom ongeveer hetzelfde betalen als voor haar huidige niet-groene stroom. KiesZon is de eerste tien jaar eigenaar van de zonnepanelen, daarna gaat het eigendom over op ThyssenKrupp Materials Nederland. Persbericht Greenchoice, 02-12-2014

    ScHAlIegAS

    Onderzoek belicht wereldwijde effecten van schaliegaswinning

    Friends of the Earth Europe heeft het rapport ‘Fracking Frenzy’ gepubliceerd over de wereldwijde ontwikkeling van schaliegasboringen. In Nederland zijn boringen naar schaliegas voorlopig op de lange

    baan geschoven, in de Verenigde Staten in de schaliegasboom over zijn hoogtepunt heen, maar buiten de westerse wereld gaan de ontwikkelingen in razend tempo door. Met grote risico’s voor het klimaat en de watervoorziening voor miljoenen mensen. De belangrijkste conclusies van dit rapport:• schaliegasboringen hebben een negatief effect

    op klimaatverandering, onder andere door methaanlekkages;

    • schaliegasboringen zijn wereldwijd een grote bedreiging voor de beschikbaarheid van schoon water uit ondergrondse aquifers;

    • Shells boringen in Tunesië zullen een negatief effect hebben op de beschikbaarheid van drinkwater voor onder andere landbouw vormen een bedreiging voor de Intercalaire Aquifer die 4 miljoen mensen in de Maghreb van water voorzien. Ook in Zuid-Afrika wordt de watervoorziening bedreigd;

    • Shell is in China actief in de Sichuan regio die bekend staat om het voorkomen van krachtige aardbeving. Schaliegasboringen kunnen daar aardbevingen veroorzaken;

    • De ‘indigenous people’ in zowel Zuid-Afrika als Argentinië worden niet geconsulteerd door Shell bij schaliegasboringen en hun rechten worden geschonden.

    Persbericht Milieudefensie, 01-12-2014

    OverHeId

    Akkoord over winnen van grondstoffen uit afvalwater

    Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het ministerie van Economische Zaken, de Unie van Waterschappen en STOWA hebben de Green Deal Grondstoffen ondertekend. De overeenkomst moet het winnen van grondstoffen uit afvalwater door waterschappen verder brengen. Uit afvalwater kan naast fosfaat onder andere ook cellulose, polymeren, alginaat en CO2 worden gewonnen. Bedrijven kunnen deze grondstoffen opnieuw gebruiken. Er zijn vele mogelijke toepassingen: fosfaat als groene meststof voor de landbouw, cellulose voor asfalt en CO2 voor tuinbouwkassen of de procesindustrie.

    Via de Energie- en Grondstoffenfabriek, een gezamen-

    4 5

    Platform voor energieopslag opgericht

    Energieopslag is voor zowel huishoudens als bedrijfsleven van groot belang voor de overgang naar schone, betrouwbare en betaalbare energie. Experts verwachten een explosieve groei van de energieopslagcapaciteit in de komende tien jaar. Om inzicht te houden in de snelle ontwikkelingen op het gebied van energieopslag en om innovaties rond energieopslag succesvol te laten zijn, is vanuit het FME Cluster Energie het platform Energy Storage NL opgericht. Op dit moment bestaat het platform uit ruim dertig partijen uit het bedrijfsleven en de wetenschap, waaronder Siemens, TU-Delft, SMA, DNV-GL, ECN, DIFFER, WaterstofNet, IF-Technologies, TNO, Enexis, Alliander.

    De markt voor energieopslag groeit gemiddeld met 40% per jaar en op dit gebied wordt voortdurend geïnnoveerd, bijvoorbeeld door omzetting van elektriciteit in gas via plasmatechnologie of door de inzet van slimme (nano)materialen in nieuwe opslagtechnieken. Om innovaties succesvol te laten zijn, is samenwerking van groot belang. Het platform Energy Storage NL draagt bij aan het verbinden en mobiliseren van de verschillende bedrijven en organisaties. Aangezien veel onderzoek en wetgeving op gebied van energie opslag uit Europa komt, gaat Energy Storage NL ons land ook vertegenwoordigen in de European Association for Storage of Energy. Persbericht FME, 27-11-2014

    Meerjarenafspraken resulteren in forse energiebesparing

    Ruim 1.100 bedrijven, van gieterijen en papierfabrieken tot ICT-bedrijven en vervoerders, hebben vorig jaar gezamenlijk evenveel energie bespaard als het gebruik van 340.000 huishoudens. Dit blijkt uit de resultaten van de Meerjarenafspraak energie-efficiency 2001-2020 (MJA3) en de Meerjarenafspraak energie-efficiency ETS-ondernemingen (MEE). Beide meerjarenafspraken hebben tot doel de energie-efficiëntie in de industrie te vergroten. In 2013 leverde de MJA3 een energiebesparing op van 10,5 PJ, een efficiëntieverbetering van 4% ten opzichte van 2012. De MEE realiseerde een energiebesparing van 12,3 PJ, een efficiëntieverbetering van 2,1% ten opzichte van 2012. De convenanten leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen uit het Energieakkoord voor duurzame groei. Sinds de

    ondertekening van de MJA3 (2008) en de MEE (2009) hebben de deelnemende bedrijven een totale energiebesparing gerealiseerd van 71,3 PJ, wat gelijk staat aan het jaarlijkse energieverbruik van circa 1 miljoen huishoudens.

    Het MEE-convenant is bedoeld voor grote industriële bedrijven die verplicht meedoen aan het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (ETS). MJA3 is de opvolger van MJA1 (1992) en MJA2 (2000) en is bedoeld voor niet-ETS-ondernemingen, van gieterijen en betonfabrieken tot ICT-bedrijven en vervoerders. De 1.111 deelnemers aan de MJA3 en MEE gebruiken samen 829 PJ primaire energie. Dit is 80% van het industriële energiegebruik en een kwart van het totale energiegebruik in Nederland. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) faciliteert bedrijven bij energiebesparing en is verantwoordelijk voor de monitoring en rapportage. Een resultatenbrochure biedt een volledig overzicht en een analyse van de resultaten in 2013.

    In 2013 is het MEE-convenant geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de aanpak van het convenant een goede basis biedt om energie-efficiëntie te vergroten. De toegevoegde waarde zit in het langetermijnperspectief, in het inzicht in de prestaties en mogelijkheden bij bedrijven en in de netwerkfunctie. De evaluatie wees ook uit dat de MEE aan kracht kan winnen door de afspraken minder vrijblijvend te maken. Daarom is met de industrie afgesproken om de kwaliteit van de Energie Efficiëntie Plannen te verbeteren en consequenties te verbinden aan het niet naleven ervan. Ook wordt kennisontwikkeling en kennisdeling beter ondersteund. rvo.nl

    Gulpener wint MVO Nederland Award

    De Limburgse bierbrouwerij Gulpener heeft de MVO Nederland Award gewonnen. Zowel het publiek als de jury wezen het familiebedrijf aan als de onderneming die in de afgelopen tien jaar het meest toonaangevend is geweest op het gebied van duurzaam ondernemen. De jury roemde Gulpener vooral om de integrale benadering van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Juryvoorzitter Jan-Peter Balkenende: “Gulpener staat door haar integrale benadering van people, planet en profit model voor wat in de 21e eeuw van een bedrijf mag worden verwacht.” Volgens Balkenende is Gulpener een inspirerende koploper. “Het bedrijf heeft door een jarenlang consistent

  • milieu milieucompact compact

    6 7

    Wereldwijd komt ongeveer 80 procent van het zwerfvuil op zee van het land en 20 procent van scheepvaart en visserij. Voor de Noordzee is deze verhouding 60 procent van het land en 40 procent van scheepvaart en visserij (Strandmonitor). Drijvend zwerfvuil op zee bestaat voor ongeveer driekwart uit plastic. Vissen eten elk jaar tussen de 12 en 24 miljoen kilo plastic. Persbericht IenM, 20-11-2014

    KlImAAtBeleId

    Nederlandse coalitie tegen klimaatverandering van start

    Bedrijven, overheden en maatschappelijke orga-nisaties hebben een belangrijke stap gezet op weg naar de klimaattop in Parijs volgend jaar. Zij hebben zich verenigd in de Nederlandse Klimaat- coalitie, waarmee de partijen samen initiatieven nemen om klimaatneutraal te worden. Dit meldt staatssecretaris Mansveld (IenM) in een brief aan de Tweede Kamer. Bijna 50 partijen, waaronder toonaangevende bedrijven als DSM, FrieslandCampina en Philips, hebben zich al aangesloten. Ook veel midden- en kleinbedrijven en grote gemeenten als Utrecht, Haarlem en Nijmegen zitten al in de Nederlandse Klimaatcoalitie.

    Alle deelnemende partijen komen met ideeën en gaan benoemen wat hun inzet is op korte termijn voor een klimaatneutrale bedrijfsvoering. De coalitie groeit snel en laat zien dat klimaatactie het succesvolst is als alle partijen samenwerken aan klimaatneutrale oplossingen. De recreatieparken van Landal Greenparks zetten bijvoorbeeld in op energiebesparing en kiezen ook voor meer duurzame energie om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Aannemersbedrijf Dijkhuis spreekt de ambitie uit om in 2020 voornamelijk nog te bouwen met bouwmaterialen die uit de directe omgeving komen.

    De ASN Bank heeft in 2030 niet alleen een klimaatneutrale bedrijfsvoering, maar wil ook dat het geld zo wordt uitgeleend dat het geen impact heeft op het klimaat. De Nederlandse Spoorwegen laten in 2018 alle treinen op groene stroom rijden, waarmee 1,2 miljoen treinreizen per dag klimaatneutraal zijn.

    Bij de klimaattop van de Verenigde Naties moeten volgend jaar december in Parijs nieuwe mondiale afspraken worden gemaakt om klimaatverandering te beperken. De deelnemers aan de Nederlandse Klimaatcoalitie dragen bij aan gezamenlijk klimaatoplossingen en worden daarmee in de aanloop naar Parijs een voorbeeld voor landen waarin minder actief wordt samengewerkt tussen de verschillende partijen. Nederland laat hiermee bovendien met hun initiatieven aan de andere landen zien dat het economisch slim is om te investeren in klimaatinnovatie en groene groei.

    Bedrijven die zich willen aansluiten bij de Nederlandse Klimaatcoalitie kunnen zich richten tot MVO-Nederland (www.mvonederland.nl). Gemeenten, provincies en waterschappen kunnen terecht bij het Klimaatverbond Nederland (www.klimaatverbond.nl) en NGO’s bij Stichting Natuur en Milieu (www.natuurenmilieu.nl). Persbericht IenM, 18-11-2014

    lUcHtKwAlIteIt

    Luchtvervuiling kost veel Europese levens

    Hoewel de luchtvervuiling in Europa langzaam afneemt, zijn in 2011 nog altijd zo’n 400.000 mensen voortijdig gestorven door vooral fijnstof en ozon. Dat blijkt uit een rapport van het Europees Milieuagentschap (EEA). Volgens dat rapport sterven er in Nederland jaarlijks zo’n 13.000 mensen door de vieze lucht. Het Nederlandse RIVM acht die cijfers echter niet realistisch, zo liet onderzoeker Paul Fischer desgevraagd weten. Er gaan volgens het RIVM in Nederland per jaar zo’n 3.000 mensen enkele weken of maanden eerder dood door luchtvervuiling. Dat zijn vooral wat zwakkere mensen. Ook de 400.000 doden in Europa worden door het Nederlandse instituut in twijfel getrokken.

    Uit de EEA-cijfers blijkt ook dat Nederland het in vergelijking met Europa lang niet slecht doet als het aankomt op luchtvervuiling. In geen enkele Nederlandse stad werd bijvoorbeeld in 2012 de norm overschreden voor de hoeveelheid fijnstof, ozon of benzopyraan. Wel werden op enkele meetpunten in Amsterdam en Rotterdam een te hoge concentratie stikstofdioxide gemeten. Anderzijds wordt Europawijd zo’n 95 procent

    6 7

    lijk waterschapsinitiatief, werken de waterschappen al samen aan het winnen van energie. In 2011 werd hiertoe een Green Deal Energiefabrieken getekend. Van de ongeveer 80 afvalwaterwaterzuiveringen waar biogas wordt gewonnen zijn er inmiddels 7 omgebouwd tot Energiefabrieken. Op een aantal installaties wordt ook al fosfaat gewonnen uit het afvalwater.

    Met de Green Deal Grondstoffen starten de waterschappen kansrijke demonstratieprojecten die van aanbesteding tot realisatie door het Rijk worden ondersteund en gevolgd om van te leren. Het Rijk neemt belemmeringen in regelgeving weg en zoekt actief mee naar oplossing van allerlei praktische problemen, bijvoorbeeld rond vergunningverlening. Met deze investeringen zijn vele tientallen miljoenen euro gemoeid. De STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterschappen) investeert daarnaast miljoenen in onderzoek naar nieuwe technieken. Het Rijk heeft toegezegd te helpen met het vinden van aanvullende financiering. Tot slot komt er een pakket met activiteiten voor het hoger onderwijs rond het thema. Persbericht UVW, 20-11-2014

    Nederland helpt vakantiebestemmingen verduurzamen

    De Nederlandse overheid en tien bedrijven en organisaties slaan de handen ineen voor groenere en schonere vakantiebestemmingen wereldwijd. Minister Kamp (EZ) en staatssecretaris Mansveld (IenM) hebben daartoe de Green Deal Duurzaam Toerisme ondertekend, evenals de directeuren van onder meer TUI Benelux, Corendon en Zoover. Om duurzaam toerisme op grote schaal te stimuleren is hierover onafhankelijke informatie nodig.

    Het betreft geen nieuw duurzaamheidsprogramma voor vakantiebestemmingen. Zulke programma’s bestaan al, zoals QualityCoast, QualityDestination en ECO-XXI. Het gaat bij deze Green Deal om het gezamenlijk verbeteren van die programma’s en om het delen van goede praktijkvoorbeelden. Het ontwikkelen van een breed gedragen set van duurzaamheidscriteria voor wereldwijde bestemmingen staat voorop. Deze criteria hebben betrekking op cultuur, natuur, gastvrijheid, groene economie en beleid. Ze worden nu zichtbaar gemaakt voor consumenten. Hiertoe is inmiddels een database opgebouwd met gedetailleerde

    informatie over de duurzaamheid van wereldwijd meer dan duizend vakantiebestemmingen: De Global Sustainable Tourism Review (GSTR). Persbericht Green Deal Duurzaam Toerisme, 25-11-2014

    Samen op weg naar schoon stedelijk vervoer

    Staatssecretaris Mansveld (IenM) heeft, samen met meer dan vijftig partijen die betrokken zijn bij de bevoorrading van steden, de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek ondertekend. Doel is deze steden schoner en veiliger te maken door in 2025 zoveel mogelijk soorten vervoer op de weg te hebben die geen schadelijke stoffen uitstoten. Daarnaast kijken ze vooral naar een betere benutting en innovatie van bestaande logistieke stromen, zodat er minder kilometers in de stad gereden worden. Onder de ondertekenaars zijn gemeenten, vervoerders, verladers, autofabrikanten, ondernemings-, branche- en belangenorganisaties.

    De steden die de Green Deal ondertekenen geven bedrijven de ruimte nieuwe technologieën in de praktijk uit te proberen, zoals elektrische aandrijving en waterstof als brandstof. Doel is om van de experimenten op kleine schaal te leren en de successen zo snel mogelijk te delen met andere gemeenten en bedrijven. Persbericht IenM, 21-11-2014

    Twee Green Deals voor schonere zee en strand

    Er moet minder zwerfafval in de Noordzee belanden. Het Rijk, de visserij- en de strandsector gaan zich samen op een creatieve en innovatieve manier inspannen om de ‘plastic soep’ aan te pakken. Daartoe ondertekenden de betrokken partijen twee Green Deals, waarin zij zich verbinden aan concrete plannen. Zo leveren vissersschepen opgevist huishoudelijk afval gescheiden in en organiseert de strandsector opruimacties. Het Rijk maakt zich binnen de deal sterk voor nationale en internationale uitwisseling van kennis en het verkennen van kansen voor (co)financiering. Vanuit de visserijsector tekent VisNed de deal. Ook hebben zeven visserijhavens, de gemeenten Urk en Den Haag, twee afvalinzamelaars, Stichting De Noordzee en Stichting ProSea marine education de deal getekend. Samen gaan zij de strijd aan met zwerfafval op de Nederlandse stranden. Het streven is dat strandbezoekers in 2020 aanzienlijk minder afval - variërend van lege patatbakjes tot sigarettenpeuken - achterlaten.

  • milieu milieucompact compact

    6 7

    Wereldwijd komt ongeveer 80 procent van het zwerfvuil op zee van het land en 20 procent van scheepvaart en visserij. Voor de Noordzee is deze verhouding 60 procent van het land en 40 procent van scheepvaart en visserij (Strandmonitor). Drijvend zwerfvuil op zee bestaat voor ongeveer driekwart uit plastic. Vissen eten elk jaar tussen de 12 en 24 miljoen kilo plastic. Persbericht IenM, 20-11-2014

    KlImAAtBeleId

    Nederlandse coalitie tegen klimaatverandering van start

    Bedrijven, overheden en maatschappelijke orga-nisaties hebben een belangrijke stap gezet op weg naar de klimaattop in Parijs volgend jaar. Zij hebben zich verenigd in de Nederlandse Klimaat- coalitie, waarmee de partijen samen initiatieven nemen om klimaatneutraal te worden. Dit meldt staatssecretaris Mansveld (IenM) in een brief aan de Tweede Kamer. Bijna 50 partijen, waaronder toonaangevende bedrijven als DSM, FrieslandCampina en Philips, hebben zich al aangesloten. Ook veel midden- en kleinbedrijven en grote gemeenten als Utrecht, Haarlem en Nijmegen zitten al in de Nederlandse Klimaatcoalitie.

    Alle deelnemende partijen komen met ideeën en gaan benoemen wat hun inzet is op korte termijn voor een klimaatneutrale bedrijfsvoering. De coalitie groeit snel en laat zien dat klimaatactie het succesvolst is als alle partijen samenwerken aan klimaatneutrale oplossingen. De recreatieparken van Landal Greenparks zetten bijvoorbeeld in op energiebesparing en kiezen ook voor meer duurzame energie om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Aannemersbedrijf Dijkhuis spreekt de ambitie uit om in 2020 voornamelijk nog te bouwen met bouwmaterialen die uit de directe omgeving komen.

    De ASN Bank heeft in 2030 niet alleen een klimaatneutrale bedrijfsvoering, maar wil ook dat het geld zo wordt uitgeleend dat het geen impact heeft op het klimaat. De Nederlandse Spoorwegen laten in 2018 alle treinen op groene stroom rijden, waarmee 1,2 miljoen treinreizen per dag klimaatneutraal zijn.

    Bij de klimaattop van de Verenigde Naties moeten volgend jaar december in Parijs nieuwe mondiale afspraken worden gemaakt om klimaatverandering te beperken. De deelnemers aan de Nederlandse Klimaatcoalitie dragen bij aan gezamenlijk klimaatoplossingen en worden daarmee in de aanloop naar Parijs een voorbeeld voor landen waarin minder actief wordt samengewerkt tussen de verschillende partijen. Nederland laat hiermee bovendien met hun initiatieven aan de andere landen zien dat het economisch slim is om te investeren in klimaatinnovatie en groene groei.

    Bedrijven die zich willen aansluiten bij de Nederlandse Klimaatcoalitie kunnen zich richten tot MVO-Nederland (www.mvonederland.nl). Gemeenten, provincies en waterschappen kunnen terecht bij het Klimaatverbond Nederland (www.klimaatverbond.nl) en NGO’s bij Stichting Natuur en Milieu (www.natuurenmilieu.nl). Persbericht IenM, 18-11-2014

    lUcHtKwAlIteIt

    Luchtvervuiling kost veel Europese levens

    Hoewel de luchtvervuiling in Europa langzaam afneemt, zijn in 2011 nog altijd zo’n 400.000 mensen voortijdig gestorven door vooral fijnstof en ozon. Dat blijkt uit een rapport van het Europees Milieuagentschap (EEA). Volgens dat rapport sterven er in Nederland jaarlijks zo’n 13.000 mensen door de vieze lucht. Het Nederlandse RIVM acht die cijfers echter niet realistisch, zo liet onderzoeker Paul Fischer desgevraagd weten. Er gaan volgens het RIVM in Nederland per jaar zo’n 3.000 mensen enkele weken of maanden eerder dood door luchtvervuiling. Dat zijn vooral wat zwakkere mensen. Ook de 400.000 doden in Europa worden door het Nederlandse instituut in twijfel getrokken.

    Uit de EEA-cijfers blijkt ook dat Nederland het in vergelijking met Europa lang niet slecht doet als het aankomt op luchtvervuiling. In geen enkele Nederlandse stad werd bijvoorbeeld in 2012 de norm overschreden voor de hoeveelheid fijnstof, ozon of benzopyraan. Wel werden op enkele meetpunten in Amsterdam en Rotterdam een te hoge concentratie stikstofdioxide gemeten. Anderzijds wordt Europawijd zo’n 95 procent

    6 7

    lijk waterschapsinitiatief, werken de waterschappen al samen aan het winnen van energie. In 2011 werd hiertoe een Green Deal Energiefabrieken getekend. Van de ongeveer 80 afvalwaterwaterzuiveringen waar biogas wordt gewonnen zijn er inmiddels 7 omgebouwd tot Energiefabrieken. Op een aantal installaties wordt ook al fosfaat gewonnen uit het afvalwater.

    Met de Green Deal Grondstoffen starten de waterschappen kansrijke demonstratieprojecten die van aanbesteding tot realisatie door het Rijk worden ondersteund en gevolgd om van te leren. Het Rijk neemt belemmeringen in regelgeving weg en zoekt actief mee naar oplossing van allerlei praktische problemen, bijvoorbeeld rond vergunningverlening. Met deze investeringen zijn vele tientallen miljoenen euro gemoeid. De STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterschappen) investeert daarnaast miljoenen in onderzoek naar nieuwe technieken. Het Rijk heeft toegezegd te helpen met het vinden van aanvullende financiering. Tot slot komt er een pakket met activiteiten voor het hoger onderwijs rond het thema. Persbericht UVW, 20-11-2014

    Nederland helpt vakantiebestemmingen verduurzamen

    De Nederlandse overheid en tien bedrijven en organisaties slaan de handen ineen voor groenere en schonere vakantiebestemmingen wereldwijd. Minister Kamp (EZ) en staatssecretaris Mansveld (IenM) hebben daartoe de Green Deal Duurzaam Toerisme ondertekend, evenals de directeuren van onder meer TUI Benelux, Corendon en Zoover. Om duurzaam toerisme op grote schaal te stimuleren is hierover onafhankelijke informatie nodig.

    Het betreft geen nieuw duurzaamheidsprogramma voor vakantiebestemmingen. Zulke programma’s bestaan al, zoals QualityCoast, QualityDestination en ECO-XXI. Het gaat bij deze Green Deal om het gezamenlijk verbeteren van die programma’s en om het delen van goede praktijkvoorbeelden. Het ontwikkelen van een breed gedragen set van duurzaamheidscriteria voor wereldwijde bestemmingen staat voorop. Deze criteria hebben betrekking op cultuur, natuur, gastvrijheid, groene economie en beleid. Ze worden nu zichtbaar gemaakt voor consumenten. Hiertoe is inmiddels een database opgebouwd met gedetailleerde

    informatie over de duurzaamheid van wereldwijd meer dan duizend vakantiebestemmingen: De Global Sustainable Tourism Review (GSTR). Persbericht Green Deal Duurzaam Toerisme, 25-11-2014

    Samen op weg naar schoon stedelijk vervoer

    Staatssecretaris Mansveld (IenM) heeft, samen met meer dan vijftig partijen die betrokken zijn bij de bevoorrading van steden, de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek ondertekend. Doel is deze steden schoner en veiliger te maken door in 2025 zoveel mogelijk soorten vervoer op de weg te hebben die geen schadelijke stoffen uitstoten. Daarnaast kijken ze vooral naar een betere benutting en innovatie van bestaande logistieke stromen, zodat er minder kilometers in de stad gereden worden. Onder de ondertekenaars zijn gemeenten, vervoerders, verladers, autofabrikanten, ondernemings-, branche- en belangenorganisaties.

    De steden die de Green Deal ondertekenen geven bedrijven de ruimte nieuwe technologieën in de praktijk uit te proberen, zoals elektrische aandrijving en waterstof als brandstof. Doel is om van de experimenten op kleine schaal te leren en de successen zo snel mogelijk te delen met andere gemeenten en bedrijven. Persbericht IenM, 21-11-2014

    Twee Green Deals voor schonere zee en strand

    Er moet minder zwerfafval in de Noordzee belanden. Het Rijk, de visserij- en de strandsector gaan zich samen op een creatieve en innovatieve manier inspannen om de ‘plastic soep’ aan te pakken. Daartoe ondertekenden de betrokken partijen twee Green Deals, waarin zij zich verbinden aan concrete plannen. Zo leveren vissersschepen opgevist huishoudelijk afval gescheiden in en organiseert de strandsector opruimacties. Het Rijk maakt zich binnen de deal sterk voor nationale en internationale uitwisseling van kennis en het verkennen van kansen voor (co)financiering. Vanuit de visserijsector tekent VisNed de deal. Ook hebben zeven visserijhavens, de gemeenten Urk en Den Haag, twee afvalinzamelaars, Stichting De Noordzee en Stichting ProSea marine education de deal getekend. Samen gaan zij de strijd aan met zwerfafval op de Nederlandse stranden. Het streven is dat strandbezoekers in 2020 aanzienlijk minder afval - variërend van lege patatbakjes tot sigarettenpeuken - achterlaten.

  • milieu milieucompact compact

    8 9

    het opslaan van afgewerkte olie worden gekozen. Staatscourant 2014 nr. 33243, 27-11-2014)

    Geluidplafondkaart milieubeheer gewijzigd

    Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/232495 tot wijziging van de Regeling geluidplafondkaart milieubeheer. Om een nieuw deel van een weg of een nieuwe weg onder de systematiek van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer te laten vallen, dient de weg te worden opgenomen op de geluidplafondkaart in de bijlage behorende bij artikel 1 van de regeling. Er geldt geen wettelijk voorschrift voor het tijdstip waarop de aan te leggen weg op de kaart moet worden geplaatst. Vanwege het feit dat het ontwerptracébesluit tevens de referentiepunten en bijbehorende geluidproductieplafonds voor het nieuwe tracé zal moeten bevatten, moet aanpassing van de kaart in ieder geval plaatsvinden voordat het ontwerptracébesluit ter inzage wordt gelegd. Op deze nieuwe geluidplafondkaart zijn de nieuwe Rijksweg 24 en de doortrekking van Rijksweg 16 naar Rijksweg 13 opgenomen. Staatscourant 2014 nr. 33974, 27-11-2014

    Actualisering verwijzingen normdocumenten bodemkwaliteit

    Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/255553, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2015.1). Deze regeling geeft een technische invulling van de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin is onder andere geregeld op welke wijze de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie wordt bepaald en aan de daarvoor geldende normen wordt getoetst. Ook geeft de regeling invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen of bedrijven. In de Regeling bodemkwaliteit zijn deze werkzaamheden aangewezen. Daarbij wordt voor elke werkzaamheid aangegeven volgens welke normdocumenten de werkzaamheid moet worden verricht. De normdocumenten vormen de grondslag voor het verlenen van certificaten en

    erkenningen. Zij worden door het bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en de overheid samen opgesteld. Dit systeem beperkt de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum. Het stelsel van beoordelingsrichtlijnen, kwaliteitsverklaringen en certificaten levert onder meer een wettelijk bewijsmiddel. Staatscourant 2014 nr. 33763, 27-11-2014

    OmgevIngS- vergUnnIng / wABO

    Tweede Kamer vraagt om juridisch advies over Omgevingswet

    De Tweede Kamer wenst over de Omgevingswet een onafhankelijk juridisch advies in te winnen bij een externe partij. De vraagstelling luidt: ‘Hoe heeft de regering de voornaamste opmerkingen van de Afdeling Advisering van de Raad van State over de Omgevingswet meegenomen in het wetsvoorstel Omgevingswet en in het Nader Rapport c.q. welk effect (sterk/zwak) mag van de genomen en voorgestelde maatregelen worden verwacht? Met welke bijeffecten moet daarbij eventueel rekening gehouden worden?’

    In een brief van 14 november 2014 heeft de minister van IenM de Tweede Kamer een tabel gestuurd waarin gestructureerd, kort en bondig, inzichtelijk is gemaakt welke opmerkingen de Raad van State in zijn advies heeft gemaakt ten aanzien van het ontwerp van het wetsvoorstel Omgevingswet. Ook staat aangegeven op welke wijze de regering die opmerkingen heeft geadresseerd. Tweede Kamer, 14-11-2014, 33 962, nr. 7, en 19-11-2014, 33 962, nr. 8

    Wabo op belangrijke onderdelen gewijzigd en aangevuld

    Op 1 november 2014 is in werking getreden het Besluit van 3 oktober 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal artikelen van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet. Hetzelfde geldt voor diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet

    Staatsblad 2-7-2014, nummer 239

    8 9

    van de stadsbewoners nog altijd blootgesteld aan te hoge waarden van ten minste één vervuilende stof in de lucht. Dat zorgt voor gezondheidsproblemen zoals hart- en vaartziekten, longaandoeningen en bepaalde vormen van kanker, die uiteindelijk levens kosten. Overigens liepen de concentraties van de voornaamste veroorzakers van die sterfgevallen - fijnstof en ozon - de afgelopen jaren gemiddeld gezien terug in Europa. Dat geldt niet voor de concentratie benzopyreen, een stof die vooral vrijkomt bij het stoken van hout en biomassa, bijvoorbeeld in energiecentrales. Doordat het gebruik van biomassa de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen en er in Europa meer gekookt wordt op houtovens, is de hoeveelheid benzopyreen in de Europese lucht in tien jaar tijd met 21 procent toegenomen. Het inademen van te hoge concentraties benzopyreen kan kanker veroorzaken. Trouw, 19-11-2014

    energIe AKKOOrd

    Winnaars Stook je rijk-Trofee 2014

    De Stook je rijk-Trofees 2014 zijn dit jaar gegaan naar corporatie De Sleutels uit Leiden, huurdersorganisatie De Klink uit Nijmegen en gemeenteraad van Den Haag. Zij hebben zich volgens de jury het beste ingezet voor energiebesparing in de huursector. ‘Stook je rijk’ is een project van de Natuur en Milieufederaties, Milieucentrum Rotterdam en de Woonbond. Bij het project hebben in twaalf steden rondetafels plaatsgevonden. Doel van dit lokaal driepartijenoverleg met raadsleden, alle corporaties en huurdersorganisaties is energiebesparing in de huurvoorraad te bespreken en te versnellen.

    De bijeenkomsten hebben veel nieuwe inzichten opgeleverd. Dankzij het project zijn de deelnemers zich bewust geworden van te lage lokale doelstellingen en een te laag tempo. De doelstellingen in de gemeentelijke woonvisies en prestatieafspraken komen nog niet overeen met die van het Energieakkoord. Het tempo van de energiebesparing dient met gemiddeld 50% omhoog. Er is een grote spreiding qua tempo onder de corporaties. Onder de genomineerde corporaties zijn een aantal die het tempo dat noodzakelijk is om het Energieakkoord te halen overtreffen.

    Meer transparantie over de voortgang van energiebesparing bij corporaties is gewenst. De verslaglegging over energiebesparing in jaarverslagen is nog onder de maat. In de jaarverslagen wordt geen verband met de doelstellingen van het Energieakkoord gelegd. De Natuur en Milieufederaties vragen branchevereniging Aedes om hun leden aan te zetten hier meer werk van te maken. Ook willen zij meer inzicht in de investeringsplannen en prognose van corporaties. Op die manier wordt duidelijker waar de schoen wringt.

    Ook in 2015 wordt het project Stookjerijk voortgezet. Dit jaar is intensief samengewerkt met de Woonbond. In 2015 wordt de samenwerking uitgebreid met branchevereniging Aedes en de VNG. Persbericht Gelderse Natuur en Milieufederatie, 20-11-2014

    wet en regelgevIng

    Nieuwe regels opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks

    Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/254579, tot wijziging van de Activiteitenregeling milieubeheer (opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks). Deze wijzigingsregeling is bedoeld om een versoepeling door te voeren in de voorschriften voor het opslaan van afgewerkte olie in bovengrondse opslagtanks. Met ingang van 1 januari 2015 is het overgangsrecht verlopen voor veel oude opslagtanks die voor 1 januari 2000 zijn geïnstalleerd. Volgens de voorschriften die tot 1 januari 2015 golden, moesten deze tanks gekeurd worden en na goedkeuring worden voorzien van een nieuw certificaat op grond van de door het College van Deskundigen (CvD) opgestelde Beoordelingsrichtlijn (hierna: BRL K903). Dit betekende voor veel tanks dat ze vervangen moesten worden. Gebleken is echter dat de veiligheidseisen te streng waren. Door met ingang van 1 januari 2015 de versoepeling door te voeren wordt bereikt dat een aantal oude opslagtanks nog gebruikt mag worden, mits ze aan de overgebleven voorschriften inzake de bescherming van de bodem en het oppervlaktewater voldoen. Ook mag bij vervanging voor een ongecertificeerde (goedkopere) tank voor

  • milieu milieucompact compact

    8 9

    het opslaan van afgewerkte olie worden gekozen. Staatscourant 2014 nr. 33243, 27-11-2014)

    Geluidplafondkaart milieubeheer gewijzigd

    Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/232495 tot wijziging van de Regeling geluidplafondkaart milieubeheer. Om een nieuw deel van een weg of een nieuwe weg onder de systematiek van hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer te laten vallen, dient de weg te worden opgenomen op de geluidplafondkaart in de bijlage behorende bij artikel 1 van de regeling. Er geldt geen wettelijk voorschrift voor het tijdstip waarop de aan te leggen weg op de kaart moet worden geplaatst. Vanwege het feit dat het ontwerptracébesluit tevens de referentiepunten en bijbehorende geluidproductieplafonds voor het nieuwe tracé zal moeten bevatten, moet aanpassing van de kaart in ieder geval plaatsvinden voordat het ontwerptracébesluit ter inzage wordt gelegd. Op deze nieuwe geluidplafondkaart zijn de nieuwe Rijksweg 24 en de doortrekking van Rijksweg 16 naar Rijksweg 13 opgenomen. Staatscourant 2014 nr. 33974, 27-11-2014

    Actualisering verwijzingen normdocumenten bodemkwaliteit

    Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/255553, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2015.1). Deze regeling geeft een technische invulling van de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin is onder andere geregeld op welke wijze de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie wordt bepaald en aan de daarvoor geldende normen wordt getoetst. Ook geeft de regeling invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen of bedrijven. In de Regeling bodemkwaliteit zijn deze werkzaamheden aangewezen. Daarbij wordt voor elke werkzaamheid aangegeven volgens welke normdocumenten de werkzaamheid moet worden verricht. De normdocumenten vormen de grondslag voor het verlenen van certificaten en

    erkenningen. Zij worden door het bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en de overheid samen opgesteld. Dit systeem beperkt de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum. Het stelsel van beoordelingsrichtlijnen, kwaliteitsverklaringen en certificaten levert onder meer een wettelijk bewijsmiddel. Staatscourant 2014 nr. 33763, 27-11-2014

    OmgevIngS- vergUnnIng / wABO

    Tweede Kamer vraagt om juridisch advies over Omgevingswet

    De Tweede Kamer wenst over de Omgevingswet een onafhankelijk juridisch advies in te winnen bij een externe partij. De vraagstelling luidt: ‘Hoe heeft de regering de voornaamste opmerkingen van de Afdeling Advisering van de Raad van State over de Omgevingswet meegenomen in het wetsvoorstel Omgevingswet en in het Nader Rapport c.q. welk effect (sterk/zwak) mag van de genomen en voorgestelde maatregelen worden verwacht? Met welke bijeffecten moet daarbij eventueel rekening gehouden worden?’

    In een brief van 14 november 2014 heeft de minister van IenM de Tweede Kamer een tabel gestuurd waarin gestructureerd, kort en bondig, inzichtelijk is gemaakt welke opmerkingen de Raad van State in zijn advies heeft gemaakt ten aanzien van het ontwerp van het wetsvoorstel Omgevingswet. Ook staat aangegeven op welke wijze de regering die opmerkingen heeft geadresseerd. Tweede Kamer, 14-11-2014, 33 962, nr. 7, en 19-11-2014, 33 962, nr. 8

    Wabo op belangrijke onderdelen gewijzigd en aangevuld

    Op 1 november 2014 is in werking getreden het Besluit van 3 oktober 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal artikelen van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet. Hetzelfde geldt voor diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet

    Staatsblad 2-7-2014, nummer 239

    8 9

    van de stadsbewoners nog altijd blootgesteld aan te hoge waarden van ten minste één vervuilende stof in de lucht. Dat zorgt voor gezondheidsproblemen zoals hart- en vaartziekten, longaandoeningen en bepaalde vormen van kanker, die uiteindelijk levens kosten. Overigens liepen de concentraties van de voornaamste veroorzakers van die sterfgevallen - fijnstof en ozon - de afgelopen jaren gemiddeld gezien terug in Europa. Dat geldt niet voor de concentratie benzopyreen, een stof die vooral vrijkomt bij het stoken van hout en biomassa, bijvoorbeeld in energiecentrales. Doordat het gebruik van biomassa de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen en er in Europa meer gekookt wordt op houtovens, is de hoeveelheid benzopyreen in de Europese lucht in tien jaar tijd met 21 procent toegenomen. Het inademen van te hoge concentraties benzopyreen kan kanker veroorzaken. Trouw, 19-11-2014

    energIe AKKOOrd

    Winnaars Stook je rijk-Trofee 2014

    De Stook je rijk-Trofees 2014 zijn dit jaar gegaan naar corporatie De Sleutels uit Leiden, huurdersorganisatie De Klink uit Nijmegen en gemeenteraad van Den Haag. Zij hebben zich volgens de jury het beste ingezet voor energiebesparing in de huursector. ‘Stook je rijk’ is een project van de Natuur en Milieufederaties, Milieucentrum Rotterdam en de Woonbond. Bij het project hebben in twaalf steden rondetafels plaatsgevonden. Doel van dit lokaal driepartijenoverleg met raadsleden, alle corporaties en huurdersorganisaties is energiebesparing in de huurvoorraad te bespreken en te versnellen.

    De bijeenkomsten hebben veel nieuwe inzichten opgeleverd. Dankzij het project zijn de deelnemers zich bewust geworden van te lage lokale doelstellingen en een te laag tempo. De doelstellingen in de gemeentelijke woonvisies en prestatieafspraken komen nog niet overeen met die van het Energieakkoord. Het tempo van de energiebesparing dient met gemiddeld 50% omhoog. Er is een grote spreiding qua tempo onder de corporaties. Onder de genomineerde corporaties zijn een aantal die het tempo dat noodzakelijk is om het Energieakkoord te halen overtreffen.

    Meer transparantie over de voortgang van energiebesparing bij corporaties is gewenst. De verslaglegging over energiebesparing in jaarverslagen is nog onder de maat. In de jaarverslagen wordt geen verband met de doelstellingen van het Energieakkoord gelegd. De Natuur en Milieufederaties vragen branchevereniging Aedes om hun leden aan te zetten hier meer werk van te maken. Ook willen zij meer inzicht in de investeringsplannen en prognose van corporaties. Op die manier wordt duidelijker waar de schoen wringt.

    Ook in 2015 wordt het project Stookjerijk voortgezet. Dit jaar is intensief samengewerkt met de Woonbond. In 2015 wordt de samenwerking uitgebreid met branchevereniging Aedes en de VNG. Persbericht Gelderse Natuur en Milieufederatie, 20-11-2014

    wet en regelgevIng

    Nieuwe regels opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks

    Op 1 januari 2015 treedt in werking de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/254579, tot wijziging van de Activiteitenregeling milieubeheer (opslag van afgewerkte olie in bovengrondse tanks). Deze wijzigingsregeling is bedoeld om een versoepeling door te voeren in de voorschriften voor het opslaan van afgewerkte olie in bovengrondse opslagtanks. Met ingang van 1 januari 2015 is het overgangsrecht verlopen voor veel oude opslagtanks die voor 1 januari 2000 zijn geïnstalleerd. Volgens de voorschriften die tot 1 januari 2015 golden, moesten deze tanks gekeurd worden en na goedkeuring worden voorzien van een nieuw certificaat op grond van de door het College van Deskundigen (CvD) opgestelde Beoordelingsrichtlijn (hierna: BRL K903). Dit betekende voor veel tanks dat ze vervangen moesten worden. Gebleken is echter dat de veiligheidseisen te streng waren. Door met ingang van 1 januari 2015 de versoepeling door te voeren wordt bereikt dat een aantal oude opslagtanks nog gebruikt mag worden, mits ze aan de overgebleven voorschriften inzake de bescherming van de bodem en het oppervlaktewater voldoen. Ook mag bij vervanging voor een ongecertificeerde (goedkopere) tank voor

  • milieu milieucompact compact

    10 11

    ter plaatse van nieuwe gevoelige bestemmingen die gelegen zijn op een afstand van minder dan 300 m vanaf de rand van een rijksweg te worden beoordeeld. Het plan maakt twintig woningen meer mogelijk dan het vorige plan en alle woningen zijn binnen een afstand van ongeveer 130 m van de rijksweg A2 voorzien. Met deze toename is het aantal woningen waar onderwijs aan minderjarigen en kinderdagverblijven wordt toegestaan vergroot. Onderwijs aan minderjarigen en kinderdagverblijven zijn gevoelige bestemmingen als bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen. Er dient derhalve te worden beoordeeld of het mogelijk maken van deze functies in overeenstemming is met het Besluit gevoelige bestemmingen. Tevens dient te worden beoordeeld of het mogelijk maken van nieuwe woningen, gelet op de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse, in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Besluit gevoelige bestemmingen (Stb. 2009,14, blz. 6) volgt dat dit besluit een aanvulling vormt op het beginsel van een goede ruimtelijke ordening en dat dit beginsel het hoofdkader blijft waarin wordt beoordeeld of blootstelling aan luchtverontreiniging aanvaardbaar is. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201403998/1/R6

    Hoogste toelaatbare waarden geluidbelasting en terugbrengen geluidbelasting

    Bij besluit van 22 april 2013 heeft de staatssecretaris van IenM met toepassing van artikel 90 in samenhang met artikel 98 van de Wet geluidhinder voor de gevels van de te saneren woningen gelegen binnen de geluidzone langs de wegen ‘Petrus Campersingel en Europaweg’ in Groningen de ten hoogste toelaatbare waarden van de geluidbelasting vanwege deze wegen vastgesteld en tevens maatregelen vastgesteld die strekken tot het terugbrengen van de geluidbelasting binnen de betrokken woningen. Bij besluit van 3 december 2013 heeft de staatssecretaris het door appellanten hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Vaststaat dat een melding als bedoeld in artikel 88 van de Wgh tot 1 januari 2009 bij de minister kon worden gedaan en dat ten aanzien van de woning van appellanten niet een dergelijke melding door het college van burgemeester en wethouders van Groningen is gedaan. Uit de samenhang tussen de hiervoor genoemde artikelen van de Wgh volgt dat de minister slechts saneringsmaatregelen kan

    vaststellen voor die gevallen die op grond van artikel 88 van de Wgh bij de minister zijn gemeld. Nu de woning van appellanten niet als zodanig bij de minister is gemeld, heeft de staatssecretaris terecht geconcludeerd dat deze woning in het kader van de onderhavige procedure niet kan worden aangemerkt als een saneringswoning. De staatssecretaris is daarom niet bevoegd voor deze woning saneringsmaatregelen vast te stellen. Over de door appellanten gemaakte vergelijking met de woningen aan de Kop van Oost, overweegt de Afdeling dat de voor deze woningen getroffen saneringsmaatregelen niet door de staatssecretaris zijn vastgesteld, maar door het college van burgemeester en wethouders van Groningen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt derhalve. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201400564/1/R4

    Invorderingsbesluit en begrip laad- en losactiviteiten

    Bij besluit van 4 april 2013 heeft het college van B&W van Oldenzaal een invorderingsbesluit als bedoeld in artikel 5:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht genomen. Bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard. Ten aanzien van het betoog dat die activiteiten als laad- en losactiviteiten moeten worden gekenmerkt, overweegt de Afdeling als volgt. Ingevolge artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder b, van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het maximale geluidniveau van 70 dB(A) niet van toepassing op laad- en losactiviteiten. In het Activiteitenbesluit milieubeheer is niet gedefinieerd welke activiteiten onder laad- en losactiviteiten vallen. Volgens de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling worden onder laad- en losactiviteiten tevens aanverwante activiteiten verstaan zoals het slaan van autoportieren en het starten, aanrijden, manoeuvreren en wegrijden van de voertuigen. De Afdeling heeft in de uitspraak van 7 mei 2003 overwogen dat onder laden- en lossen niet valt het op- en overslaan van goederen in een container binnen de inrichting voordat de in een container gestorte goederen per vrachtwagen worden afgevoerd. Hoewel deze uitspraak betrekking had op laad- en losactiviteiten als bedoeld in het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer, kan, anders dan appellante betoogt, uit het voorgaande worden afgeleid dat het overhevelen van metaal vanuit een reeds geloste container naar een andere plaats binnen de inrichting dan wel het op andere wijze verplaatsen van metaal binnen

    10 11

    en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht (Stb. 2013, 144). Artikel 2.2.1, onderdelen F tot en met J, wijzigen de volgende artikelen van de Wabo: 2.12, 2.23, 2.24 en 3.10. Verder zijn twee nieuwe artikelen toegevoegd: 2.23a en 2.23b. Stb. 2013, 144 en Stb. 2014, 358, 16-10-2014

    recHtSprAAK

    Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor uitbreiding en wijziging veehouderij

    Bij besluit van 10 september 2013 heeft het college van GS van Noord-Brabant een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor de uitbreiding en wijziging van een veehouderij te Deurne. Tegen dit besluit heeft de Werkgroep beroep ingesteld. Bij besluit van 5 maart 2014 heeft het college opnieuw een vergunning krachtens de Nbw 1998 verleend voor de uitbreiding en wijziging van een veehouderij te Deurne. Ten aanzien van het betoog dat een veehouderij die zijn bedrijfssituatie niet tijdig heeft aangepast aan het Besluit huisvesting in het licht van de toepassing van artikel 19d van de Nbw 1998 niet geacht kan worden nog over toestemming voor het oorspronkelijke project te beschikken, wordt het volgende overwogen. Voor de oprichting van deze veehouderij is door verlening van een milieuvergunning voor de referentiedatum toestemming verleend. Die toestemming is niet geheel of gedeeltelijk vervallen door de inwerkingtreding van het Besluit huisvesting, de niet tijdige aanpassing van de bedrijfsvoering aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvesting of de mogelijkheid tot handhavend optreden vanwege het niet voldoen aan het Besluit huisvesting. De exploitatie van het bestaande bedrijf is nog steeds aan te merken als de voortzetting van een project waarvoor voor de referentiedatum toestemming is verleend. Aan de milieuvergunning die relevant is voor de berekening van de referentiesituatie komt derhalve, anders dan de Werkgroep stelt, nog steeds betekenis toe. De Afdeling ziet evenmin aanleiding voor het oordeel dat voor het bepalen van de toegestane ammoniakemissie in de referentiesituatie rekening moet worden gehouden met de emissiefactoren van het Besluit huisvesting, in de zin dat ervan moet worden uitgegaan dat

    de in de referentiesituatie vergunde veestapel wordt gehouden in stalsystemen die voldoen aan het Besluit huisvesting. Zoals in 4.5 weergegeven heeft een veehouder bij het aanpassen van de bedrijfsvoering aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvesting de keuze om het bestaande stalsysteem aan te passen of om nieuwe stallen te bouwen waarbij op bedrijfsniveau gemiddeld wordt voldaan aan de emissiefactor, waardoor het niet nodig is om de bestaande stallen met een hoge emissie aan te passen. Deze keuzemogelijkheid heeft een veehouder ongeacht of hij zijn bedrijfsvoering tijdig of te laat in overeenstemming brengt met het Besluit huisvesting. Het Besluit huisvesting verplicht niet tot het realiseren van een reductie van ammoniakemissie op bedrijfsniveau. Het Besluit huisvesting staat er dan ook niet aan in de weg dat een milieuvergunning wordt verleend voor een bedrijfsvoering met een ammoniakemissie die gelijk is aan de emissie van de bedrijfsvoering die aanpassing behoeft om aan die eisen te voldoen, als op bedrijfsniveau maar wordt voldaan aan de voorgeschreven maximale emissiefactor. De Afdeling ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding voor het oordeel dat voor het bepalen van de toegestane ammoniakemissie in de referentiesituatie, in het geval die ontleend wordt aan een milieuvergunning voor een bedrijfsvoering die niet voldoet aan het Besluit huisvesting, rekening moet worden gehouden met de emissiefactoren van het Besluit huisvesting. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-11-2014, nr. 201309729/1/R2

    Besluit tot vaststelling bestemmingsplan en luchtverontreiniging

    Bij besluit van 11 maart 2014 heeft de raad van de gemeente Vianen het bestemmingsplan ‘Wilhelminastraat e.o’ vastgesteld. Voor zover de raad zich op het standpunt stelt dat op grond van het Besluit niet in betekenende mate geen afzonderlijke beoordeling van de luchtkwaliteit behoefde plaats te vinden, overweegt de Afdeling dat het Besluit niet in betekenende mate betrekking heeft op de vraag of de gevolgen van een plan voor de luchtkwaliteit dienen te worden onderzocht. In dit geval en anders dan in de voormelde uitspraak van de Afdeling gaat het evenwel niet om de gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit, maar om de vraag of het mogelijk maken van nieuwe gevoelige bestemmingen en woningen aanvaardbaar is, gelet op de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse. In het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen dient de luchtkwaliteit

  • milieu milieucompact compact

    10 11

    ter plaatse van nieuwe gevoelige bestemmingen die gelegen zijn op een afstand van minder dan 300 m vanaf de rand van een rijksweg te worden beoordeeld. Het plan maakt twintig woningen meer mogelijk dan het vorige plan en alle woningen zijn binnen een afstand van ongeveer 130 m van de rijksweg A2 voorzien. Met deze toename is het aantal woningen waar onderwijs aan minderjarigen en kinderdagverblijven wordt toegestaan vergroot. Onderwijs aan minderjarigen en kinderdagverblijven zijn gevoelige bestemmingen als bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen. Er dient derhalve te worden beoordeeld of het mogelijk maken van deze functies in overeenstemming is met het Besluit gevoelige bestemmingen. Tevens dient te worden beoordeeld of het mogelijk maken van nieuwe woningen, gelet op de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse, in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van het Besluit gevoelige bestemmingen (Stb. 2009,14, blz. 6) volgt dat dit besluit een aanvulling vormt op het beginsel van een goede ruimtelijke ordening en dat dit beginsel het hoofdkader blijft waarin wordt beoordeeld of blootstelling aan luchtverontreiniging aanvaardbaar is. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201403998/1/R6

    Hoogste toelaatbare waarden geluidbelasting en terugbrengen geluidbelasting

    Bij besluit van 22 april 2013 heeft de staatssecretaris van IenM met toepassing van artikel 90 in samenhang met artikel 98 van de Wet geluidhinder voor de gevels van de te saneren woningen gelegen binnen de geluidzone langs de wegen ‘Petrus Campersingel en Europaweg’ in Groningen de ten hoogste toelaatbare waarden van de geluidbelasting vanwege deze wegen vastgesteld en tevens maatregelen vastgesteld die strekken tot het terugbrengen van de geluidbelasting binnen de betrokken woningen. Bij besluit van 3 december 2013 heeft de staatssecretaris het door appellanten hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Vaststaat dat een melding als bedoeld in artikel 88 van de Wgh tot 1 januari 2009 bij de minister kon worden gedaan en dat ten aanzien van de woning van appellanten niet een dergelijke melding door het college van burgemeester en wethouders van Groningen is gedaan. Uit de samenhang tussen de hiervoor genoemde artikelen van de Wgh volgt dat de minister slechts saneringsmaatregelen kan

    vaststellen voor die gevallen die op grond van artikel 88 van de Wgh bij de minister zijn gemeld. Nu de woning van appellanten niet als zodanig bij de minister is gemeld, heeft de staatssecretaris terecht geconcludeerd dat deze woning in het kader van de onderhavige procedure niet kan worden aangemerkt als een saneringswoning. De staatssecretaris is daarom niet bevoegd voor deze woning saneringsmaatregelen vast te stellen. Over de door appellanten gemaakte vergelijking met de woningen aan de Kop van Oost, overweegt de Afdeling dat de voor deze woningen getroffen saneringsmaatregelen niet door de staatssecretaris zijn vastgesteld, maar door het college van burgemeester en wethouders van Groningen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt derhalve. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 12-11-2014, nr. 201400564/1/R4

    Invorderingsbesluit en begrip laad- en losactiviteiten

    Bij besluit van 4 april 2013 heeft het college van B&W van Oldenzaal een invorderingsbesluit als bedoeld in artikel 5:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht genomen. Bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard. Ten aanzien van het betoog dat die activiteiten als laad- en losactiviteiten moeten worden gekenmerkt, overweegt de Afdeling als volgt. Ingevolge artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder b, van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het maximale geluidniveau van 70 dB(A) niet van toepassing op laad- en losactiviteiten. In het Activiteitenbesluit milieubeheer is niet gedefinieerd welke activiteiten onder laad- en losactiviteiten vallen. Volgens de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling worden onder laad- en losactiviteiten tevens aanverwante activiteiten verstaan zoals het slaan van autoportieren en het starten, aanrijden, manoeuvreren en wegrijden van de voertuigen. De Afdeling heeft in de uitspraak van 7 mei 2003 overwogen dat onder laden- en lossen niet valt het op- en overslaan van goederen in een container binnen de inrichting voordat de in een container gestorte goederen per vrachtwagen worden afgevoerd. Hoewel deze uitspraak betrekking had op laad- en losactiviteiten als bedoeld in het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer, kan, anders dan appellante betoogt, uit het voorgaande worden afgeleid dat het overhevelen van metaal vanuit een reeds geloste container naar een andere plaats binnen de inrichting dan wel het op andere wijze verplaatsen van metaal binnen

    10 11

    en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht (Stb. 2013, 144). Artikel 2.2.1, onderdelen F tot en met J, wijzigen de volgende artikelen van de Wabo: 2.12, 2.23, 2.24 en 3.10. Verder zijn twee nieuwe artikelen toegevoegd: 2.23a en 2.23b. Stb. 2013, 144 en Stb. 2014, 358, 16-10-2014

    recHtSprAAK

    Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor uitbreiding en wijziging veehouderij

    Bij besluit van 10 september 2013 heeft het college van GS van Noord-Brabant een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor de uitbreiding en wijziging van een veehouderij te Deurne. Tegen dit besluit heeft de Werkgroep beroep ingesteld. Bij besluit van 5 maart 2014 heeft het college opnieuw een vergunning krachtens de Nbw 1998 verleend voor de uitbreiding en wijziging van een veehouderij te Deurne. Ten aanzien van het betoog dat een veehouderij die zijn bedrijfssituatie niet tijdig heeft aangepast aan het Besluit huisvesting in het licht van de toepassing van artikel 19d van de Nbw 1998 niet geacht kan worden nog over toestemming voor het oorspronkelijke project te beschikken, wordt het volgende overwogen. Voor de oprichting van deze veehouderij is door verlening van een milieuvergunning voor de referentiedatum toestemming verleend. Die toestemming is niet geheel of gedeeltelijk vervallen door de inwerkingtreding van het Besluit huisvesting, de niet tijdige aanpassing van de bedrijfsvoering aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvesting of de mogelijkheid tot handhavend optreden vanwege het niet voldoen aan het Besluit huisvesting. De exploitatie van het bestaande bedrijf is nog steeds aan te merken als de voortzetting van een project waarvoor voor de referentiedatum toestemming is verleend. Aan de milieuvergunning die relevant is voor de berekening van de referentiesituatie komt derhalve, anders dan de Werkgroep stelt, nog steeds betekenis toe. De Afdeling ziet evenmin aanleiding voor het oordeel dat voor het bepalen van de toegestane ammoniakemissie in de referentiesituatie rekening moet worden gehouden met de emissiefactoren van het Besluit huisvesting, in de zin dat ervan moet worden uitgegaan dat

    de in de referentiesituatie vergunde veestapel wordt gehouden in stalsystemen die voldoen aan het Besluit huisvesting. Zoals in 4.5 weergegeven heeft een veehouder bij het aanpassen van de bedrijfsvoering aan de emissie-eisen uit het Besluit huisvesting de keuze om het bestaande stalsysteem aan te passen of om nieuwe stallen te bouwen waarbij op bedrijfsniveau gemiddeld wordt voldaan aan de emissiefactor, waardoor het niet nodig is om de bestaande stallen met een hoge emissie aan te passen. Deze keuzemogelijkheid heeft een veehouder ongeacht of hij zijn bedrijfsvoering tijdig of te laat in overeenstemming brengt met het Besluit huisvesting. Het Besluit huisvesting verplicht niet tot het realiseren van een reductie van ammoniakemissie op bedrijfsniveau. Het Besluit huisvesting staat er dan ook niet aan in de weg dat een milieuvergunning wordt verleend voor een bedrijfsvoering met een ammoniakemissie die gelijk is aan de emissie van de bedrijfsvoering die aanpassing behoeft om aan die eisen te voldoen, als op bedrijfsniveau maar wordt voldaan aan de voorgeschreven maximale emissiefactor. De Afdeling ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding voor het oordeel dat voor het bepalen van de toegestane ammoniakemissie in de referentiesituatie, in het geval die ontleend wordt aan een milieuvergunning voor een bedrijfsvoering die niet voldoet aan het Besluit huisvesting, rekening moet worden gehouden met de emissiefactoren van het Besluit huisvesting. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 05-11-2014, nr. 201309729/1/R2

    Besluit tot vaststelling bestemmingsplan en luchtverontreiniging

    Bij besluit van 11