Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

download Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

of 60

Transcript of Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    1/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 1

    Cursus/Handleiding/Naslagwerk

    Communicatiebekabeling enoverspanningsbeveiliging

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    2/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 2

    INHOUDSTAFEL

    Inhoudstafel 2

    Inleiding 41 Bliksembeveiliging en overspanningsbeveiliging 5

    1.1 Inleiding 5

    1.1.1 De bliksem 5

    1.1.2 Overspanningen 6

    1.2 Beveiliging tegen directe blikseminslag op de structuur 6

    1.3 Algemeenheden i.v.m. beveiliging tegen overspanningen 8

    1.3.1 Wat zijn overspanningen? 8

    1.3.2 Analyse van de probleemsituatie 9

    1.4 Toestellen voor overspanningsbeveiliging in de netvoeding 12

    1.4.1 Inleiding 12

    1.4.2 De bliksemstroomafleider 12

    1.4.3 Overspanningsbeveiliging 14

    1.4.4 Apparaatbeveiliging 16

    1.4.5 Installatievoorbeeld voor de toepassing van bliksemstroom- en overspanningsafleiders in

    een huishoudelijke installatie 17

    1.5 Overspanningsbeveiliging voor data-installaties 20

    1.5.1 Inleiding 20

    1.5.2 Overspanningsbeveiliging voor radio, tv en telenet 20

    1.5.3 Overspanningsbeveiliging voor de telefoonaansluiting 21

    2 Gestructureerde bekabeling in een woning 24

    2.1 Inleiding 24

    2.2 Soorten gestructureerde bekabelingen 24

    2.2.1 Busbekabeling 24

    2.2.2 Ringbekabeling 25

    2.2.3 Sterbekabeling 25

    2.3 Enkele begrippen 26

    2.4 De meest gebruikte kabels voor telecommunicatie en data in een woning 26

    2.4.1 Twisted pairs 26

    2.4.2 Coaxbekabeling 28

    2.4.3 Enkele tips voor het aanleggen van kabels voor data- en telecommunicatie 29

    2.5 Aansluitpunten of stopcontacten, ook wel outlets genoemd 30

    2.5.1 Soorten outlets voor UTP 31

    2.5.2 Aansluiten van RJ45-outlets 32

    2.6 Enkele praktische voorbeelden van een installatie 33

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    3/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 3

    3 Telefonie 36

    3.1 Inleiding 36

    3.2 Soorten telefoonaansluitingen 36

    3.2.1 De PSTN-lijn 363.2.2 De ISDN-lijn 37

    3.2.3 De ADSL-lijn of Turbo Line 37

    3.3 Praktische schemas van telefooninstallaties 38

    3.3.1 Algemene richtlijnen 38

    3.3.2 PSTN-installaties 40

    3.3.3 ISDN-installaties 42

    3.3.4 ADSL-installaties 47

    4 Verdeling tv- en radiosignalen 504.1 Inleiding 50

    4.2 Enkelvoudige aansluiting in de woning 50

    4.2.1 Wijze van aanleg 50

    4.2.2 Materialen 51

    4.3 Meerdere aansluitingen in een busstructuur 52

    4.4 Meerdere aansluitingen in sterbekabeling 53

    4.5 Telenetinstallatie 55

    5 Oplossingen ACOs 60

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    4/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 4

    INLEIDING

    De toepassing van elektronica in praktisch alle elektrische apparaten en het sterk toegenomen

    gebruik van de computer hebben ervoor gezorgd dat de traditionele elektrische installatie erenigszins anders uitziet dan enkele decennia geleden. Buiten de radio en de tv zijn nu in een

    elektrische installatie heel wat andere elektrische toestellen (b.v. wasmachine, vaatwasser,

    kookplaten, koffiezet, schakelklokken, computer) voorzien van micro-elektronica. De micro-

    elektronica maakt de apparaten erg gevoelig voor overspanningen. We zullen tegen eventuele

    overspanning moeten beveiligen.

    Door de opkomst van telefonie, videofonie, homecomputer en het internet is de traditionele

    elektrische bekabeling niet meer voldoende. De communicatie tussen de toestellen gebeurt

    met speciale kabels die totaal verschillend zijn van de vermogensbekabeling.

    In dit project wordt uitgebreid aandacht besteed aan:

    de beveiliging van de elektrische installatie en toestellen tegen bliksem en eventueleoverspanningen;

    soorten bekabeling voor tv, radio, telefonie, computernetwerken, internetaansluiting.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    5/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 5

    1 BLIKSEMBEVEILIGING EN OVERSPANNINGSBEVEILIGING

    1.1 Inleiding

    1.1.1 DE BLIKSEM

    Jaarlijks teisteren 25 miljoen bliksems onze aardbol. De bliksem is een atmosferische

    elektrostatische ontlading, die gepaard gaat met een felle lichtflits en een luide donderslag. De

    elektrische parameters van de bliksem zijn enorm: de hoogste gemeten piekstroom bedroeg

    350.000 A. De spanning tussen wolk en aarde, net vr de ontlading, kan meerdere honderden

    miljoenen volt bereiken. Bij de beveiliging tegen bliksem maken we een onderscheid tussen

    beveiliging voor een directe (rechtstreekse) blikseminslag (zie figuur 1) en een indirecte

    (verwijderde) blikseminslag (zie figuur 2).

    Fig. 1

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    6/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 6

    Fig. 2

    1.1.2 OVERSPANNINGEN

    Overspanningen kunnen op heel wat manieren ontstaan in de elektrische installatie.Het meest voorkomend zijn:

    - atmosferische overspanningen veroorzaakt door indirecte blikseminslag;- overspanningen veroorzaakt door schakelhandelingen (in- en uitschakelen van

    machines, transformatoren, relais enz.).

    1.2 Beveiliging tegen directe blikseminslag op de structuur

    Hoewel een directe blikseminslag enorme schade kan veroorzaken aan gebouwen, is de kans

    op beschadiging door indirecte blikseminslag veel groter.Directe blikseminslag veroorzaakt fysieke schade, zoals brandschade en barsten in de muren.

    De schade aan de elektrische installatie en de eraan verbonden apparaten is enorm:

    mechanische en elektrische vernietiging van de componenten. Figuur 1 geeft ons de

    voorstelling van een directe inslag en de toestellen die beschadigd kunnen worden. In figuur 3

    zien we een door directe blikseminslag beschadigd stopcontact.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    7/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 7

    Fig. 3

    Particulaire woningen worden meestal niet tegen directe blikseminslag beveligd, omdat de

    kans op inslag vrij gering is. Grote historische gebouwen, kerken, alleenstaande woningen op

    een heuvel of grote, in de vrije ruimte opgestelde elektrische installaties (masten,

    schakelstations enz.) worden veelal door middel van een bliksemafleider beveiligd.

    In figuur 4 is een woning met een externe structuurbeveiliging weergegeven. Een

    bliksemafleiderinstallatie bestaat uit opvangers, afgaande leidingen en een apart aardnetwerk.

    De beveliging is zo genstalleerd en gedimensioneerd dat de bliksem die erop inslaat, zonder

    problemen naar de aarde wordt afgevoerd. De bliksemafleiderinstallatie is alleen maar een

    preventie tegen de fysieke beschadiging van de woning of constructie. De bescherming van de

    elektrische installatie wordt verder besproken.

    Beveiligingsmaatregelingen tegen rechtstreekse blikseminslag op het gebouw (de structuur)

    zijn tweevoudig:

    - externe beveiliging rond het gebouw (kooi van Faraday);- overspanningsbeveiliging n beveiliging van de binnenkomende leidingen door

    bliksemstroomafleiders

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    8/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 8

    Fig. 4

    1.3 Algemeenheden i.v.m. beveiliging tegen overspanningen

    1.3.1 WAT ZIJN OVERSPANNINGEN?

    Overspanningen zijn spanningspieken met een pulsduur in microseconden of lager dan een

    microseconde (zie figuur 5).

    Fig. 5

    De impulsen zijn schadelijk voor de installatie, waardoor ze gebrekkig functioneert of defect

    raakt.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    9/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 9

    Door de toenemende gevoeligheid van elektronische componenten, de steeds lagere

    spanningsniveaus en de geringere vermogens neemt de negatieve benvloeding door

    spanningspieken steeds grotere vormen aan.

    1.3.2 ANALYSE VAN DE PROBLEEMSITUATIE

    Om schadelijke benvloeding tegen te gaan moet je een goede analyse maken van de

    probleemsituatie, dat de beveiliging in haar geheel aan de eisen voldoet. Voor analyse is

    inzicht noodzakelijk in:

    a. het ontstaan van de stoorimpuls;b. de manier waarop de impuls de installatie bereikt;c. de manier waarop hij zich in de installatie manifesteert.

    Bij de analyse is het goed uit te gaan van het storingsmodel zoals in figuur 6.

    Fig. 6

    A. Stoorbronnen

    Je moet de stoorbron kennen omdat hij de karakteristiek van de ontstane stoorimpuls bepaalt.

    Hieronder worden enkele van de voornaamste stoorbronnen besproken.

    Bliksemontlading

    Zowel een directe als een indirecte blikseminslag heeft de meeste energie-inhoud van al de

    verschillende stoorbronnen en kan dus ook de meeste schade aanrichten. De stoorimpulsen

    kunnen een installatie binnenkomen via kabels die van buiten naar binnen komen. Dat kan

    gebeuren door directe inslag op de kabels, maar ook door een blikseminslag in de omgeving,

    waardoor overspanningen indirect de installatie binnendringen.

    Schakelhandelingen

    Een in de industrie veel voorkomende en daarom belangrijke stoorbron is die van de

    schakelhandelingen. De bekendste is het schakelen van inductieve stroomkringen, zoalstransformatoren, relais, magneetschakelaars en motoren. Maar ook kortsluitingen en

    thyristorregelingen leiden tot stoorimpulsen. Dat fenomeen is nog sterker aanwezig in

    gelijkspanningssystemen.

    Zenders

    Tot deze categorie van stoorbronnen behoren de telecommunicatiemasten en radars. In

    tegenstelling tot de voorgaande bronnen is de energie-inhoud hier veel kleiner, zodat de

    stoorimpulsen de installatie of apparatuur meestal niet beschadigen. Hooguit zal een

    verstoring optreden en zoals brom en dataverminking.

    De storende invloed van zenders kan voorkomen worden door een aangepastebekabeling en een goede afscherming van de toestellen.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    10/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 10

    Elektrostatische ontlading

    Bij elektrische ontlading wordt er een elektrostatische lading overgedragen tussen twee

    lichamen met een verschillend potentiaal. Dat kan worden veroorzaakt door direct contact of

    door een genduceerd elektrostatisch veld. Statische elektriciteit ontstaat doordat verschillendematerialen tegen elkaar wrijven. Hierdoor verplaatsen de elektronen zich van het ene naar het

    andere materiaal en ontstaan er twee gelijke maar tegengestelde ladingen. De grootte van de

    lading is afhankelijk van de afzonderlijke materialen, de snelheid en de kracht waarmee

    gewreven wordt en de oppervlaktegeleiding van de materialen. Een bekend voorbeeld is de

    oplading van de mens en van een rijdende auto. De ontlading kan goed voelbaar zijn in de

    winter als je de auto aanraakt of je haar kamt. Elektrostatische ontlading veroorzaakt

    voornamelijk schade bij aanraking van gevoelige halfgeleiders. Bij de fabricatie of herstelling

    van toestellen die voorzien zijn van halfgeleiders zal daar zeker rekening mee gehouden

    moeten worden.

    B. KoppelingInleiding

    Ook de manier waarop de stoorimpuls de installatie bereikt, is van belang voor de keuze van

    bepaalde beveiligingsmaatregelen. We maken een onderscheid tussen de leidinggebonden en

    de stralingsgebonden koppelmechanismen.

    - leidinggebonden: galvanische koppeling- stralingsgebonden:

    inductieve koppeling capacitieve koppeling elektromagnetische koppeling

    Galvanische koppeling

    Fig. 7

    Woningen verbonden via een gemeenschappelijke elektrische aansluiting of telefoon-

    aansluiting.

    Bij de galvanische koppeling vindt de overdracht van de stoorimpuls plaats via een

    gemeenschappelijke impedantie tussen twee installaties. Het is een leidinggebonden

    koppeling. De spanning UE zal door de gemeenschappelijke verbinding over beideinstallaties komen te staan (zie fig. 7).

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    11/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 11

    Inductieve koppeling

    De inductieve koppeling is een stralingsgebonden koppeling die ontstaat volgens het

    transformatorprincipe (zie fig. 8). Dekoppeling is het gevolg van een magnetisch veld,

    veroorzaakt door een stroomvoerende geleider b.v. een bliksemontlading op eenbliksemstroomafleidinginstallatie (primaire kring). Dat magnetisch veld kan in een andere

    stroomvoerende geleider een overspanning veroorzaken (secundaire kring).

    In al de leidingen binnen de invloedsfeer van het magnetisch veld zullen overspanningen

    ontstaan. De leidingen kunnen zowel voedingslijnen als datalijnen zijn en kunnen zich zowel

    ondergronds als bovengronds bevinden. Via de aders komt de overspanning op het

    aangesloten toestel terecht.

    Fig. 8

    Capacitieve koppeling

    Ook de capacitieve koppeling is een stralingsgebonden koppeling. De capacitieve koppeling

    is het gevolg van een hoge spanning tussen twee installaties, waardoor een elektrisch veld

    ontstaat (zie fig. 9).

    Fig. 9

    In de praktijk zal dit type van koppeling minder schade veroorzaken omdat de spanning in het

    algemeen niet hoog genoeg is.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    12/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 12

    Besluit

    In de praktijk zullen er bij een blikseminslag op een installatie verschillende

    koppelmechanismen gelijktijdig aanwezig zijn. Er zullen dus verschillende maatregelen

    genomen moeten worden, afgestemd op de verschillende koppelmechanismen om een

    effectieve onderdrukking van de stoorimpuls te krijgen.

    C. Het stoorontvangende systeemDe beveiligingsmaatregelen moeten zo zijn opgebouwd, dat in de systemen waar

    onverantwoord hoge stoorimpulsen voorkomen, die stoorimpulsen gereduceerd worden zodat

    er geen negatieve invloed plaatsvindt. Wij beperken ons voornamelijk tot beveiligingsmaat-

    regelen voor huishoudelijke installaties en tot toestellen die zich in die omgeving bevinden.

    1.4 Toestellen voor overspanningsbeveiliging in de netvoeding

    1.4.1 INLEIDING

    Een goede overspanningsbeveiliging voor een netvoeding is een meertraps, selectief

    opgebouwde beveiliging. De vereiste maatregelen voor de beveiliging van netvoedingen van

    installaties en apparatuur tegen overspanning zijn als volgt in te delen:

    1. bliksemstroomafleider als grofbeveiliging;2. overspanningsbeveiliging als middenbeveiliging;3. overspanningsbeveiliging als apparaatbeveiliging.

    Het onderscheid tussen die drie trappen van beveiliging wordt voornamelijk gemaakt door de

    grootte van het afleidvermogen en door de verschillende inbouwplaatsen in de installatie.

    1.4.2 DE BLIKSEMSTROOMAFLEIDER

    Werking

    De kern van de bliksemstroomafleider is een hoogvermogenvonkbrug.

    Fig. 10

    In figuur 10 is rechts een opengewerkte bliksemstroomafleider van het merk Phoenix Contactafgebeeld. Links zie je op welke manier de vonkbrug is samengesteld. De hoge spanning die

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    13/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 13

    ontstaat bij een directe blikseminslag, veroorzaakt een lichtboog tussen de elektroden van de

    vonkbrug, waardoor de overspanning vereffend wordt. Door de speciale constructie van de

    vonkbrug zal de vlamboog naar de uiteinden gedreven worden. Vervolgens zullen de

    doofplaatjes ervoor zorgen dat de boog zich opsplitst in meerdere individuele vlambogen, die

    ten slotte gedoofd worden. Het uitschakelvermogen ligt tussen 25 kA en 100 kA naar gelangvan de uitvoering.

    Toepassing

    De bliksemstroomafleider is de eerste trap van de beveiliging en is bestemd voor gebouwen

    die van een externe bliksemafleiderinstallatie zijn voorzien en waar heel hoge stromen

    moeten worden afgeleid. Hij wordt dus alleen geplaatst op installaties van gebouwen waar er

    een heel groot risico is van directe blikseminslag.

    Opstelling

    De bliksemstroomafleider dient geplaatst te worden na de kWh-meter en voor de

    hoofdaardbeveiliger in een verzegelde kast.

    Fig. 11

    In figuur 11 is een 3/4-polige bliksemstroomafleidercombinatie in een afzonderlijke kast

    weergegeven van het merk Phoenix Contact. Het schema is een opstelling voor een TT-

    netstelsel van 3 x 400 V + N en geldt dus voor alle huishoudelijke installaties. Bij een

    monofasige aansluiting worden deze geplaatst tussen L en N en tussen N en PE.

    Aandachtspunten

    - De speciale verzegelbare behuizing is voorzien van een verend deksel, zodat er bijdruktoename geen beschadiging kan ontstaan.

    - De bliksemstroomafleider wordt meestal niet in het verdeelbord van de installatiegeplaatst, omdat de energie die er vrijkomt uit de blaasopeningen andere in de

    omgeving staande delen van de installatie kan beschadigen.

    - De leiding die loopt naar het volgende niveau van overspanningsbeveiliging, moet zolang mogelijk zijn.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    14/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 14

    1.4.3 OVERSPANNINGSBEVEILIGING

    Principe

    De overspanningsbeveiliging van een huishoudelijke installatie begint meestal met de tweede

    trap namelijk de middenbeveiliging. Die trap bevat meestal als overspanningsbeveiliging eenvaristor of een gasgevulde overspanningsafleider. Een varistor of VDR-weerstand is een

    weerstand waarvan de waarde daalt als de spanning toeneemt (zie lespakket basiselektronica).

    Fig. 12 Fig. 13

    In figuur 12 is een schijfvaristor weergegeven met het bijbehorend symbool en in figuur 13

    een uitvoering die voorzien is van een thermische beveiliging. Hier wordt gebruikgemaakt

    van speciale varistoren, die plotseling een heel kleine weerstand aannemen als een bepaalde

    spanning wordt bereikt. Afhankelijk van het type varistor kan de spanning variren tussen 5

    en 2000 V met een maximale afleidstroom (impuls) van 6,5 kA. De gasgevulde

    overspanningafleider (figuur 14) bestaat uit twee elektroden die in een keramisch buisje zijningebouwd. Tussen de elektroden bevindt zich een gas, bijvoorbeeld neon of argon. Bij het

    bereiken van de onsteekspanning wordt de inwendige weertand heel klein.

    Fig. 14

    In figuur 15 is een enkelpolige overspanningsbeveiliging weergegeven met een ingebouwde

    varistor. Ook is het toestel voorzien van een ingebouwde thermische beveiliging. Die schakelt

    de varistor van het net af als die door heel frequente of energierijke overspanningen wordt

    overbelast. De afschakeling wordt door een defectindicatie aan de voorkant gemeld en kan via

    een meldcontact naar buiten gebracht worden.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    15/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 15

    Fig. 15

    Toepassing

    Een overspanningsbeveiliging wordt bijzonder aanbevolen in de volgende gevallen:

    - in zones waar zich regelmatig blikseminslagen voordoen;.- bij installaties die gevoed worden door luchtlijnen;- installaties die ondergronds gevoed worden maar die in de buurt liggen van een

    transformatorpost die zelf bovengronds gevoed wordt.

    Opstelling

    Fig. 16

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    16/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 16

    De overspanningsbeveiliging wordt in het hoofdverdeelbord achter de hoofddifferentieel-

    schakelaar van de installatie geplaatst (fig. 16). Om ongewenst uitschakelen van de

    hoofddifferentieelschakelaar te vermijden, maken we gebruik van een selectieve uitvoering

    met een gevoeligheid van 300 mA.

    Fig. 17

    Figuur 17 geeft een opstelling van een vierpolige overspanningsbeveiliging van Phoenix

    Contact met het inwendige schema.

    1.4.4 APPARAATBEVEILIGING

    De derde en laatste stap in onze netvoedingsbeveiliging is de apparaatbeveiliging.

    Dit is een fijnbeveiliging die in de directe omgeving van gevoelige apparaten wordt

    aangebracht. Die beveiliging is absoluut onvoldoende voor directe en indirecte blikseminslag

    als ze niet voorafgegaan wordt door een overspanningsbeveiliging in het verdeelbord.

    Fig. 18

    In figuur 18 is een inbouwstopcontact met het inwendige schema weergegeven. Zon

    stopcontact kan o.a. gebruikt worden voor beveiliging van computer, tv, video- en

    audioapparatuur.

    Het is voorzien van varistoren en een gasgevulde overspanningsafleider. Ook bevat het een

    thermische beveiliging die de varistoren uitschakelt en een optische en akoestische

    defectmelding. Let op dat de nominale stroom van het stopcontact niet overschreden wordt,

    b.v. 10 A maximaal.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    17/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 17

    Fig. 19

    Stoorspanningen kunnen ontstaan bij gebruik van dimmers of bij gebruik van hoogfrequente

    voorschakelapparaten voor fluorescentielampen. In figuur 19 is een apparaatbeveiliging

    weergegeven die ook voorzien is van een ontstoorfilter. Die ontstoorfilter zal de

    hoogfrequente stoorspanningen die zich op het net kunnen bevinden, onderdrukken.

    1.4.5 INSTALLATIEVOORBEELD VOOR DE TOEPASSING VAN

    BLIKSEMSTROOM- EN OVERSPANNINGSAFLEIDERS IN EEN

    HUISHOUDELIJKE INSTALLATIE

    In figuur 20 is een voorbeeld van een installatie voorgesteld voor een net 3 x 400 V + N.De aansluiting is voorzien van een vierpolige automaat van 25 A.

    De bliksemstroomafleider staat opgesteld tussen het verdeelbord en de meterkast in een

    dubbelgesoleerd kastje, dat door de stroomleverancier samen met de hoofddifferentieel-

    schakelaar kan worden verzegeld. De kabel is vanaf de bliksemstroomafleider tot de

    overspanningsafleider in de mate van het mogelijke minimaal 10 m lang.

    De overspanningsafleider staat in het hoofdverdeelbord achter de hoofddifferentieelscha-

    kelaar. Hij is vierpolig en moet selectief zijn om ongewenst uitschakelen te vermijden;In =

    25 A enId = 300 mA. Afhankelijk van de voorschriften van de fabrikant moet de

    overspanningsafleider voorafgegaan worden door een afzonderlijke beveiliging.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    18/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 18

    Fig. 20

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    19/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 19

    Fig. 21

    In figuur 21 is een voorbeeld van een installatie voorgesteld voor een monofasige aansluiting

    van 230 V. De aansluiting is voorzien van een tweepolige automaat van 40 A.

    Voor deze installatie wordt gebruikgemaakt van tweepolige toestellen. De tweepolige

    differentieelschakelaar moet ook hier selectief zijn metIn = 40 A enId = 300 mA.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    20/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 20

    1.5 Overspanningsbeveiliging voor data-installaties

    1.5.1 INLEIDING

    Overspanningen kunnen niet alleen ontstaan op het net maar ook op onze telecommunicatie-systemen, zoals telefoon, fax, pc-interfacekaart en op onze antenne-ingangen voor tv en radio.

    - Wanneer moeten we die voorzien van een overspanningsbeveiliging?- Als we een bliksemafleidingsinstallatie op het gebouw geplaatst hebben.- Bij installaties van luchtlijnen in heuvelachtige gebieden.- Bij ondergrondse aansluitingen als we in de directe omgeving wonen van hoge

    gebouwen (structuren).

    We beperken ons tot enkele beveiligingen voor huishoudelijke installatie. In de handel zijn

    toestellen te verkrijgen voor alle mogelijke stuur- en datasignalen die in een industrile

    omgeving aanwezig kunnen zijn b.v.: RS232, RS485, ethernet, 0-5 V of 4-20 mA

    stuursignalen en zendinstallaties.

    1.5.2 OVERSPANNINGSBEVEILIGING VOOR RADIO, TV EN TELENET

    F-connectoren Fig. 22

    In figuur 22 is een overspanningsbeveiliging van het merk Phoenix Contact met het inwendige

    schema weergegeven. Deze wordt op de binnenkomende coaxiale leiding geplaatst en is

    voorzien van een F-connector. De aarding

    moet aan de behuizing aangesloten worden.

    In figuur 23 is een combinatie weergegeven

    van een netbeveiliging met eenantennebeveiliging van het merk OBO

    Bettermann. Zowel de netspanning als het tv-

    en radiosignaal worden hier ingeplugd.

    Fig. 23

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    21/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 21

    1.5.3 OVERSPANNINGSBEVEILIGING VOOR DE TELEFOONAANSLUITING

    Hier moeten we een onderscheid maken tussen analoge een digitale aansluiting. In figuur 24

    zijn twee overspanningsbeveiligingen voor analoge aansluitingen weergegeven. Links zie je

    een stopcontact met een RJ12-aansluiting en rechts een adapter die tussen de lijn wordtgenstalleerd.

    RJ12Fig. 24

    In figuur 25 is een adapter met schema afgebeelde geschikt voor digitale ISDN-lijnen. Hij

    kan zowel gebruikt worden voor aansluiting van telefoontoestellen en fax als voor internet-

    toepassingen. De aansluiting gebeurt met een RJ45-stekker.

    RJ45Fig. 25

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    22/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 22

    A.C.O.

    1. Wat moet je plaatsen als je een installatie maximaal wilt beveiligen tegendirecte blikseminslag?

    a. Een externe beveiliging van het gebouw.b. Een bliksemstroomafleider.c. Een bliksemstroomafleider samen met overspanningbeveiligingen.d. Een externe beveiliging rond het gebouw, gecombineerd met een

    bliksemstroomafleider en overspanningsbeveiligingen.

    2. Met welke stoorbronnen zullen we in een woonhuis dat niet gelegen is eenrisicogebied, het meest rekening moeten houden bij het ontwerp van een

    elektrische installatie?

    a. Directe blikseminslag.b. Overspanningen ten gevolge van een indirecte blikseminslag.c. Overspanningen ten gevolge van schakelhandelingen.d. Overspanningen ten gevolge van zenders.e. Overspanningen ten gevolge van elektrostatische ontladingen.

    3. Wanneer moet je een installatie van een gewone woning voorzien van eenbliksemstroomafleider?

    a. Bij een woning in een bebouwde kom die voorzien is van een ondergrondseaansluiting.

    b. Als je woning alleen op een heuvel is gelegen en het distributienetbovengronds is.

    c. Wanneer je een computer bezit.d. Wanneer je een internetaansluiting hebt.

    4. Waar kun je een bliksemstroomafleider het best plaatsen?a. In de directe omgeving van gevoelige toestellen, zoals computer, radio en

    tv.

    b. Dadelijk na de hoofddifferentieelschakelaar in het verdeelbord.c. In het verdeelbord op elke kring.d. Tussen de kWh-meter en het hoofdverdeelbord in een verzegelde kast.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    23/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 23

    5. Waar kun je het best een algemene overspanningsbeveiliging in de installatieplaatsen?

    a. In de directe omgeving van gevoelige toestellen, zoals computer, radio entv.b. Dadelijk na de hoofddifferentieelschakelaar in het verdeelbord.c. In het verdeelbord op elke kring.d. Tussen de kWh-meter en het hoofdverdeelbord in een verzegelde kast.

    6. Wat is de functie van een apparaatbeveiliging?a. Beveiliging van gevoelige apparaten tegen kleine overspanningen en

    stoorpulsen.

    b. Beveiliging van een zware verbruiker tegen overbelasting.c. Beveiliging van gevoelige apparaten tegen directe blikseminslag.d. Beveiliging tegen oververhitting.

    7. Een overspanningsbeveiliging voor data-installaties kun je het best plaatsen:a. In de directe omgeving van gevoelige toestellen, zoals computer, radio en

    tv.

    b. Dadelijk na de hoofddifferentieelschakelaar in het verdeelbord.c. In het verdeelbord op elke kring.d. Op de binnenkomende datalijnen of telecommunicatieleidingen.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    24/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 24

    2 GESTRUCTUREERDE BEKABELING IN EEN WONING

    2.1 Inleiding

    Gestructureerde bekabeling is de verzamelnaam voor bekabeling van:

    - Telefonie;- fax;- modem;- printers;- videobeelden;- ISDN;- computer communicatie.

    Databekabeling in een gewone woning beperkte zich vroeger tot enkele stopcontacten voor

    antenneaansluiting van tv en radio en enkele telefoonstopcontacten. De snelle opgang van decomputer en het internet heeft er zeker voor gezorgd dat er in de meeste woningen al een

    beperkte databekabeling aanwezig is. Orde brengen in die bekabeling is niet zo eenvoudig.

    Dikwijls is er dan het bijkomende probleem van het type kabel dat je moet aanleggen. En ten

    slotte moeten we op elke kabel nog een aangepaste connector plaatsen. Het is dus de

    bedoeling een vaste voorbekabeling in een gebouw aan te brengen zodat we de communica-

    tiemiddelen vlot en met een grote soepelheid kunnen gebruiken.

    2.2 Soorten gestructureerde bekabelingen

    2.2.1 BUSBEKABELING

    In figuur 26 is een voorbeeld van een telefoonbekabeling weergegeven. Hierin zijn zowel

    enkele telefoons als een fax en een computer met modem opgenomen.

    Fig. 26

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    25/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 25

    - Voordelen: eenvoudige bekabeling, lage kostprijs.- Nadelen: storingen, n toestel stuk en de volledige installatie ligt uit.- Gebruik: bij analoge telefonie.- Ethernet, ISDN-bekabeling.- Busbekabeling wordt steeds minder gebruikt voor computernetwerken.

    2.2.2 RINGBEKABELING

    In figuur 27 is een voorbeeld van een computernetwerk weergegeven in een ringbekabeling.

    Fig. 27

    Ringbekabeling werd vroeger veel gebruikt bij computernetwerken vanwege de bedrijfs-

    zekerheid, maar is achterhaald door de sterstructuur, omdat de snelheid beperkt blijft.

    2.2.3 STERBEKABELING

    In figuur 28 is een voorbeeld van een computernetwerk weergegeven in een sterstructuur.

    Centraal in dat netwerk staat een HUB opgesteld. Die HUB of elektronische schakelboxregelt het verkeer tussen de verschillende deelnemers.

    - Voordelen: bedrijfszekerder en de snelheid is gegarandeerd.- Nadeel: veel bekabeling.

    Gebruik: de huidige netwerken worden meestal uitgevoerd in sterbekabeling, ook de video-

    verdeling of de analoge telefonie in de woning kan volgens dat principe gebeuren.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    26/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 26

    HUB

    Fig. 28

    2.3 Enkele begrippen

    In een gestructureerde bekabeling is elk element belangrijk in die zin dat het een onmisbare

    bijdrage levert tot de kwaliteit van de installatie. Een verbinding moet absoluut beschouwd

    worden als een geheel dat bestaat uit een verdeelbord, een kabel, een stopcontact enz. De

    prestaties van de installatie kunnen alleen maar gegarandeerd worden als alle onderdelen van

    de installatie aan bepaalde normen voldoen.De producten bestemd voor thuis en KMOs behoren tot categorie 5 of afgekort cat. 5.

    Ze kunnen gebruikt worden voor signalen met een maximale frequentie van 100 MHz en een

    baudrate van 100 Mbps. De huidige onderdelen en kabels voldoen dikwijls aan cat. 5e, d.w.z.

    125 MHz en tot 1Gbps.

    2.4 De meest gebruikte kabels voor telecommunicatie en data in een woning

    De meest gebruikte typen van kabel voor gestructureerde bekabeling zijn de twisted pairs

    en in sommige omstandigheden de Coaxkabel. (Zie ook lespakket 7)

    2.4.1 TWISTED PAIRS

    Deze kabel bestaat uit 4 paren, waarvan ieder paar op zicht getwist is om interferenties van

    en op de andere paren tegen te gaan. De twisting van elk paar is verschillend. Ook wordt een

    onderscheid gemaakt tussen datatwist en mediatwist. De mediatwist wordt gebruikt vooraudio- en videosignalen.

    Een Baudrate van 100 Mbps staat voor een informatiedebiet of transmissiesnelheid

    van 100 miljoen bits per seconde.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    27/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 27

    De kern van de geleider kan zowel enkelvoudig als samengesteld zijn. De samengestelde

    kern wordt vooral gebruikt bij soepele verbindingssnoeren, ook wel patchkabel genoemd

    (zie figuur 29).

    Fig. 29

    Er bestaan drie verschillende typen van twisted pairs:

    - UTP (unshielded twisted pairs) fig. 30De vier paren zijn niet afgeschermd.

    Fig. 30

    - FTP (foilded twisted pairs) fig. 31De vier paren zijn afgeschermd met een folie.

    Fig. 31

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    28/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 28

    - STP (shielded twisted pairs) fig. 32De vier paren zijn afgeschermd met een folie en een koperen vechtwerk.

    Fig. 32

    De FTP en de STP behoren net als de UTP tot categorie 5, maar zijn beter beschermd tegen

    externe storingen. Maar die twee kabels zijn duurder dan de UTP en vereisen ook speciale

    connectoren. Een onoordeelkundige verbinding van de afscherming kan dikwijls voor

    problemen zorgen. FTP en STP worden alleen gebruikt in een industrile omgeving tegen de

    invloed van elektromagnetische golven (omgeving van motoren, energiekabels enz.).

    Wij beperken ons tot de UTP, die meestal gebruikt worden in kantoren en bij particulieren.

    Enkele kenmerken van de UTP cat. 5 (fig. 30)

    - Impedantie van 100 ohm- Tot 100 MHz- 4 getwiste paren, eenaderige kopergeleider 24 AWG

    De paren hebben de volgende kleuren:

    paar 1: blauw en blauw-wit paar 2: oranje en oranje-wit paar 3: groen en groen-wit paar 4: bruin en bruin-wit

    AWG is een Amerikaanse maataanduiding voor de doorsnede van de koperkern.24 AWG staat voor een diameter van 0,51 mm of een doorsnede van 0,203 mm.

    - Buitenmantel van pvc2.4.2 COAXBEKABELING

    Deze kabel kan gebruikt worden voor videosignalen en voor datasignalen.

    - RG59 en RG6 (zie figuur 33)Deze coaxkabels hebben een impedantie van 75 ohm en worden gebruikt voor de

    verdeling van het antennesignaal in de woning. De RG6 heeft een extra folie onder

    het vlechtwerk en is zo minder gevoelig voor storingen.

    RG59 RG6Fig. 33

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    29/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 29

    - RG58Deze kabel heeft een impedantie van 50 ohm en wordt gebruikt voor kleine

    datanetwerken in een busstructuur met een baudrate van maximaal 5 Mbps.

    Deze kabel ziet er identiek uit als de RG59, maar heeft andere eigenschappen,

    waardoor ze niet door elkaar gebruikt mogen worden.

    2.4.3 ENKELE TIPS VOOR HET AANLEGGEN VAN KABELS VOOR DATA- EN

    TELECOMMUNICATIE

    1. De krommingsstraal moet ten minste 8 keer de buitendiameter van de kabel zijn.

    2. De kabel moet voorzichtig afgerold en zonder hem te beschadigen geplaatst worden.

    3. Als het isolatiemateriaal platgedrukt is, gaat de transmissiekwaliteit sterk achteruit. Je magde kabels dus niet met een tang vastgrijpen.

    4. Als de buitenmantel beschadigd is, moet de kabel vervangen worden.5. Een sterkstroomkabel en een telecommunicatiekabel mogen niet parallel naast elkaar

    lopen, de afstand tussen beide kabels moet minimaal 30 cm bedragen.

    Bestaande datanetwerken zullen nog uitgevoerd zijn in een

    busstructuur met RG58-bekabeling, voor nieuwe installaties

    wordt meestal gebruikgemaakt van een sterbekabeling

    uitgevoerd in UTP cat. 5 of cat. 5e.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    30/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 30

    2.5 Aansluitpunten of stopcontacten, ook wel outlets genoemd

    Een tweede deel van de gestructureerde bekabeling zijn de aansluitpunten. De uiteinden van

    de UTP-kabel worden voorzien van outlets. Aan de toestelkant worden die outlets meestal

    geplaatst in een houder en voorzien van een gepast afdekplaatje. In figuur 34 is een volledig

    aansluitdoosje van Niko afgebeeld. Het bestaat uit de volgende onderdelen: twee RJ45-outlets

    cat. 5, een passtuk, een montageraam voor schroefbevestiging en een centraal plaatje voorzien

    van twee stofschuifjes. Niko heeft er ook voor gezorgd dat je door gebruik te maken van eenander passtuk outlets kunt gebruiken van andere merken, om toch dezelfde afwerking te

    verkrijgen.

    Outlets passtuk montageraam centraal plaatje

    Fig. 34

    Aan de andere kant wordt de outlet geplaatst in een patchpanel. In figuur 35 is een patchpanel

    weergegeven dat voorzien is van RJ45-outlets. Dat patchpanel maakt deel uit van het vaste

    gedeelte van de gestructureerde bekabeling en wordt in de technische ruimte geplaatst. Met

    behulp van patchkabels worden de verschillende signalen doorgeschakeld naar de

    verschillende plaatsen naar gelang van de behoeften. Dat signaal kan zowel door een analoge

    als digitale telefoonlijn komen en ook door een datalijn voor een pc of een internetverbinding.

    De stroom kiest de gemakkelijkste weg. Dat gemak wordt bepaald door de impedantie van

    het circuit en die hangt sterk af van de frequentie van het signaal dat erdoorheen gaat. Hoe

    hoger de frequentie, hoe meer de geleider de neiging heeft zich te gedragen als een spoel.

    We kunnen stellen dat onder 100 kHz het resistieve de bovenhand heeft. Maar aangezien

    we met hogere frequenties zitten, is de kwaliteit van de bekabeling en de onderdelen van

    groot belang.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    31/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 31

    Bij de aankoop van een patchpanel moet je wel outlets van hetzelfde merk kopen; anders krijg

    je problemen met de montage.

    Fig. 35

    2.5.1 SOORTEN OUTLETS VOOR UTP

    De drie meest gebruikte outlets voor UTP-bekabeling zijn RJ11, RJ12 en RJ45 (zie fig. 36).

    outlets

    stekker

    RJ11 RJ12 RJ45

    Fig. 36

    RJ11 6P4C d.w.z. 6-polig en 4 contacten

    RJ12 6P6C d.w.z. 6-polig en 6 contacten

    RJ45 8PPC d.w.z. 8-polig en 8 contacten

    RJ11 wordt vooral gebruikt bij de huidige analoge telefoontoestellen, maar hij kan niet

    gebruikt worden voor een ethernetverbinding (netwerk voor computers). Maar als we RJ45-

    outlets gebruiken, kunnen die zowel voor ethernet als voor analoge en digitale telefonie

    gebruikt worden. In de handel zijn overgangen verkrijgbaar (figuur 37).

    Fig. 37

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    32/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 32

    2.5.2 AANSLUITEN VAN RJ45-OUTLETS

    Het aansluiten van een RJ45-outlet moet gebeuren volgens een internationaal vastgelegde

    standaard. De bedradingsvolgorde is vastgelegd in twee standaarden, namelijk T568A en

    T568B. Wij beperken ons tot de in Europa meestal gebruikte T568B (zie figuur 38).

    1: wit-oranje

    2: oranje

    3: wit-groen

    4: blauw

    5: wit-blauw

    6: groen

    7: wit-bruin8: bruin

    Fig. 38

    Het vakkundig aansluiten van de outlet is van het grootste belang. Elke fabrikant heeft een

    andere aansluitmethode ontwikkeld, die opgevraagd kan worden bij de aankoop. Sommige

    merken vereisen hulpgereedschap.

    In figuur 39 zien we een handleiding voor het aansluiten van outlets van Niko. Deze

    werkwijze is van toepassing voor RJ11, RJ12 en RJ45.

    Fig. 39

    Je hoeft alleen maar de buitenmantel van de UTP-kabel te verwijderen,

    de aderisolatie hoeft niet verwijderd te worden. Let op dat je bij het

    insnijden van de buitenmantel de aderisolatie niet insnijdt, want dat

    veroorzaakt storingen.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    33/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 33

    In figuur 40 zien we een RJ45-outlet van het merk Legrand. Hier is geen hulpwerkstuk nodig

    bij de montage.

    De aders moeten in de gaatjes gestoken worden, een kwartslag met een schroevendraaier

    volstaat om een goede verbinding te verwezenlijken.

    Fig. 40

    2.6 Enkele praktische voorbeelden van een installatie

    Fig. 41

    In figuur 41 is een eenvoudige installatie weergegeven met n binnenkomende analoge

    telefoonlijn uitgevoerd in UTP-kabel met RJ45-outlets. Er zijn in deze installatie drie analoge

    telefoons aangesloten en n analoge modem van de pc.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    34/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 34

    Fig. 42

    In figuur 42 is dezelfde installatie weergegeven, maar uitgebreid met digitale internet-

    aansluiting en met een klein netwerk. De bestaande vaste bekabeling is volledig behouden.

    De Twin-box van Belgacom heeft twee RJ45-aansluitingen voor de ISDN-lijnen en twee

    RJ11 aansluitingen voor analoge toestellen. Als je gebruikmaakt van meerdere analoge lijnen,

    kan je een extra klemmenstrook gebruiken. Het pc-netwerk bestaat uit een server die

    voorzien is van de internetaansluiting en die verbonden is met de HUB in de technische

    ruimte. Van daaruit vertrekken dan de aansluitingen naar de twee andere pcs. De ISDN-lijn

    voor internet wordt via een ISDN-modem aangesloten aan de server.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    35/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 35

    A.C.O.

    8. Welke gestructureerde bekabeling wordt meestal gebruikt in de huidigecomputernetwerken?

    a. Busbekabeling.b. Ringbekabeling.c. Sterbekabeling.d. Een combinatie van ster- en ringbekabeling.

    9. Welke kabel wordt momenteel meestal gebruikt voor datanetwerken?a. UTPb. FTPc. STPd. RG58e. RG59

    10. Welk van de volgende uitspaken is fout?a. Het twisten van de paren van een UTP-kabel heeft tot doel de invloed van

    de stoorsignalen te beperken.b. Datakabels mag je niet naast sterkstroomkabel leggen.c. Een UTP-kabel mag platgedrukt worden zolang de isolatie maar niet

    beschadigd is.

    d. FTP is het zelfde als UTP, maar voorzien van een afscherming.

    11. Wat is de meest algemeen te gebruiken outlet?a. RJ11b. RJ12c. RJ10d. RJ45

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    36/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 36

    3 TELEFONIE

    3.1 Inleiding

    Het oudste net van telecommunicatie is zeker het telefoonnetwerk. Ondanks de opkomst van

    de gsm wordt elke woning nog voorzien van een vaste telefoonaansluiting. Die aansluiting

    kan zowel gebruikt worden voor het voeren van gesprekken als voor internetverbindingen.

    Omdat Belgacom alleen maar een aansluitdoos plaatst in elke woning, is de verdere verdeling

    van het telefoonnet in de woning de verantwoordelijkheid van de eigenaar. In dit hoofdstuk

    zullen we aandacht besteden aan de soorten lijnen die Belgacom op dit ogenblik ter

    beschikking stelt en ook aan praktische voorbeelden van zowel digitale als analoge

    installaties.

    Het is ook mogelijk om een vaste telefoonaansluiting te installeren via Telenet.

    In hoofdstuk 4 van dit lespakket wordt deze mogelijkheid verder uitgewerkt.

    3.2 Soorten telefoonaansluitingen

    Steeds meer particulieren maken gebruik van het internet. Omdat een gewone analoge lijn vrij

    traag is, wordt hoe langer hoe meer gebruikgemaakt van digitale lijnen. De binneninstallatie

    hangt af van de soort lijn die aangevraagd wordt. Belgacom biedt op dit ogenblik de volgende

    aansluitingen aan:- de PSTN-lijn;- de ISDN-lijn;- de ADSL-lijn.

    3.2.1 DE PSTN-LIJN

    De PSTN-lijn (Public Switched Telephone Network) is de standaardaansluiting van Belgacom.

    Die is geschikt voor het aansluiten van goedgekeurde analoge toestellen, zoals telefoon, fax en

    modem. De communicatie gebeurt over twee koperdraden of n paar. Over de lijn is maar n

    communicatie tegelijk mogelijk. Als je een verbinding hebt met het internet, kun je geen

    telefoongesprek meer voeren. Belgacom zal de aansluiting brengen aan een 5-polig stopcontact(figuur 43) vanwaar je meerdere stopcontacten kunt aftakken.

    Fig. 43

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    37/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 37

    3.2.2 DE ISDN-LIJN

    De ISDN-lijn (Integrated Services Digital Netwerk) is een digitale lijn. De stem wordtomgevormd tot een digitaal signaal (zie lespakket basiselektronica) en samen met tekst, data

    en beeld gelijktijdig aangeboden op het netwerk. Dit digitale netwerk werd ontwikkeld vanuit

    het bestaande netwerk, d.w.z. dat de transmissie tussen de woning en de centrale gebeurt over

    n paar koperdraden.

    De digitale verbinding in de woning gebeurt evenwel over twee paar koperdraden. Op die

    digitale lijn kunnen afhankelijk van de aard van aansluiting 2 tot 8 digitale toestellen

    aangesloten worden, elk met een eigen nummer. De standaardaansluiting (ISDN-2) biedt de

    mogelijkheid om twee communicaties gelijktijdig te voeren b.v. telefoon en internet. Bij

    ISDN-30 zijn 30 communicaties tegelijk mogelijk. Op deze digitale lijn kunnen geen analoge

    toestellen rechtstreeks aangesloten worden. Hiervoor heb je een speciale adapter nodig of eenISDN-TWIN-aansluiting.

    Fig. 44

    In figuur 44 is een TWIN-aansluitdoos weergegeven.

    De gewone ISDN-lijn wordt door particulieren minder gebruikt, omdat deze snelle internet-

    verbinding betaald moet worden per tijdseenheid, waardoor de kosten kunnen oplopen. Het

    voordeel van deze aansluiting zit hem vooral in het aantal verschillende directe nummers dat

    je ter beschikking hebt.

    3.2.3 DE ADSL-LIJN OF TURBO LINE

    De ADSL-lijn (Asymmetric Digital Subscriber Line) is een techniek voor de transmissie van

    data (internet) met hoge snelheid en met behulp van een gewone telefoonlijn. Die lijn is

    speciaal ontwikkeld voor internet. Er kunnen geen digitale telefoons of faxen op worden

    aangesloten. De digitale lijn is dag en nacht open voor internettoepassingen tegen een vaste

    prijs. Er komen dus geen belkosten bij.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    38/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 38

    Bij het binnenkomen van de telefoonlijn wordt het telefoniesignaal met lage frequentie

    gefilterd door een splitter, voordat het naar het telefoontoestel wordt gestuurd. Het

    hoogfrequente signaal wordt verstuurd naar een modem en na demodulatie bij een pc

    aangeboden. In figuur 45 is een dergelijke splitter afgebeeld.

    Fig. 45

    3.3 Praktische schemas van telefooninstallaties

    3.3.1 ALGEMENE RICHTLIJNEN

    - Welke kabel kun je het best gebruiken?Tot voor enkele jaren werd haast uitsluitend gebruikgemaakt van VVT 1x4 voor

    binneninstallaties. Die telefoonkabel beschikt over 4 geleiders met een diameter van 0,6

    mm en een aarding. Hij is geschikt voor de aanleg van zowel de PSTN-lijnen als de ISDN-

    lijnen.

    Maar als je een universele bekabeling wenst, die eventueel de mogelijkheid biedt om

    gebruikt te worden voor een netwerk met enkele computers, dan is het aangewezen om

    steeds gebruik te maken van UTP-kabel. Die kabel (besproken in 2.3.1 van dit lespakket)

    is geschikt voor telefonie en voor datacommunicatie. Deze kabel heeft ook het voordeel dat

    hij gebruikt kan worden op de steeds meer voorkomende OUTLETS RJ11, RJ12 en RJ45.

    Hij kost ongeveer evenveel als de VVT.

    Wens je meer informatie over de mogelijkheden van een bepaalde lijn of over

    de aansluitkosten ervan, dan kun je terecht bij een commercieel centrum van

    Belgacom in je buurt.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    39/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 39

    - Welk stopcontact moet je plaatsen?In figuur 46 is het meest gebruikte 5-polige stopcontact weergegeven. Er bestaat zowel

    een opbouw- als in een inbouwversie. Het wordt alleen gebruikt voor PSTN-lijnen.

    Fig. 46

    Er wordt steeds meer gebruikgemaakt van de RJ11- of de RJ45- stekkers. Analoge

    telefoontoestellen zijn het uiteinde van het soepele snoer meestal voorzien van een RJ11-

    stekker. Die kan eventueel in een 5-polige stekker gestoken worden (figuur 47).

    ISDN-toestellen zijn meestal voorzien van een RJ45-stekker.

    Fig. 47

    In figuur 48 zijn enkele RJ11-stopcontacten weergegeven samen met een stopcontact voor

    een RJ11- en een 5-polige stekker.

    Fig. 48

    Voor ISDN-toestellen zijn er echter speciale stopcontacten op de markt, voorzien van eenRJ45-outlet. Deze stopcontacten zijn inwendig voorzien van inschakelbare afsluitweer-

    standen. Ze kunnen aan het uiteinde van een lijn geplaatst worden.In figuur 49 zijn enkele

    stopcontacten weergegeven.

    Fig. 49

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    40/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 40

    3.3.2 PSTN-INSTALLATIES

    -

    Aansluiten van het stopcontactVoor de gewone analoge telefooninstallatie worden de twee binnenkomende draden

    aangesloten op het 5-polige stopcontact of de RJ11-outlet op de klemmen a en b

    (zie figuur 50).

    fig. 50

    Als we gebruikmaken van een RJ45-outlet, wordt de binnenkomende telefoonlijn

    aangesloten op de klemmen 4 en 5 (zie figuur 51). In figuur 38 is het volledige gebruik van

    RJ45 weergegeven.

    Fig. 51

    - Een volledige installatieEen telefooninstallatie kan op verschillende manieren uitgewerkt worden, maar de

    aansluitpunten worden steeds parallel afgetakt. Dat verdelen kan gebeuren in een

    busbekabeling of in een sterbekabeling. Die laatste biedt met het oog op de toekomst de

    meeste mogelijkheden.Opgelet: Belgacom garandeert de goede werking bij aansluiting van maximaal 3

    analoge toestellen per lijn!

    Bij beide installaties wordt afgetakt aan de aansluitdoos van Belgacom. Die aansluitdoos is

    voorzien van een RC-kring, die het mogelijk maakt de lijn te testen ook als er geen

    toestellen aangesloten zijn. Dat gebeurt vanuit de centrale en het stelt de telefoonmaat-

    schappij ertoe in staat om defecten te lokaliseren. De schakelaars op de nieuwe aansluit-

    dozen van Belgacom hebben de mogelijkheid de binneninstallatie uit te schakelen en de

    lijn vanaf dat aansluitpunt tot de centrale te testen.

    In figuur 52 is een voorbeeld van een installatie weergegeven met een busbekabeling. Een

    vaste bekabeling verbindt de verschillende aansluitpunten onderling.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    41/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 41

    Fig. 52

    De sterbekabeling van figuur 53 heeft meer mogelijkheden. Je kunt meerdere aansluitpunten

    centraal laten samenkomen, die in een eerste fase maar gedeeltelijk aangesloten worden.

    Fig. 53

    Bij deze installatie is het zeker te overwegen om UTP-kabel te gebruikten en eventueel

    RJ11- of RJ45-outlets te plaatsen. Je hebt dan achteraf de mogelijkheid de installatie om tevormen tot die van figuur 41 of 42.

    Je kunt gebruikmaken van de in de handel te verkrijgen verdeeldozen van 6, 10 of 20 paar.

    In figuur 54 is een verdeeldoos van Vynckier weergegeven met een voorbeeld van

    doorverbinding. De klemmen van zon doos zijn horizontaal doorverbonden.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    42/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 42

    Fig. 54

    3.3.3 ISDN-INSTALLATIES

    Bij een ISDN-aansluiting zal Belgacom een speciale aansluitdoos komen installeren. Vanafdie aansluitdoos is de verdere installatie de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker.

    De binnenkomende lijn is tweedraads. De bekabeling voorbij de aansluitdoos bestaat uit vier

    draden voor de ISDN-toestellen. Wij bespreken de standaard-ISDN-2-aansluiting. Je kunt

    kiezen tussen twee aansluitdozen:

    NT1: enkel digitale toestellen kunnen hierop aangesloten worden NT1-2ab of TWIN-box: die is identiek aan de NT1, maar biedt de mogelijkheid

    om er analoge toestellen op aan te sluiten.

    - De standaard-ISDN-2-aansluiting met NT1In figuur 55 is het principeschema weergegeven van een installatie.

    Fig. 55

    De NT1-aansluitdoos heeft twee RJ45-aansluitpunten waarop je een ISDN-toestel kunt

    inpluggen. De maximale afstand tussen het aansluitpunt en het ISDN-toestel is 10 meter.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    43/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 43

    Als je meerdere toestellen wilt aansluiten (maximaal 8 toestellen in totaal) of als de afstand

    tussen de NT1 en het toestel groter is dan 10 meter, dan moet je gebruikmaken van de

    verlengde S-bus. Hierbij worden de 4 draden van de bekabeling aangesloten op de

    aansluitklemmen van de NT1. Alle toestellen worden op die bus aangesloten. De signalen

    die door de bus gaan, worden opgevangen door het toestel waarvoor ze bestemd zijn. Eendergelijke bus omvat twee paar koperen draden, waarvan n paar gebruikt wordt om te

    zenden en het andere van de ontvangst.

    LET OP: die draden mogen niet verwisseld worden!

    In de tabel van figuur 56 is de nummering weergegeven van de verschillende

    aansluitklemmen.

    Aansluitklemmen verlengde S-bus

    NT1 NT1-2ab RJ45-stekker Uitleg

    a2 3 3 Ontvangen (+)

    a1 4 4 Verzenden (+)b1 5 5 Verzenden (-)

    b2 6 6 Ontvangen (-)

    Fig. 56

    In figuur 57 zijn enkele voorbeelden van installaties op de S-bus weergegeven. Op de bus

    worden de speciale ISDN-stopcontacten aangesloten. Eventueel kun je ook gebruikmaken

    van gewone RJ45-outlets. Maar hier is de doorverbinding naar het volgende stopcontact

    moeilijker te verwezenlijken. De outlets zijn niet voorzien van eindweerstanden.

    De korte of lange bus moet ingesteld worden met de dipschakelaar in de NT1.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    44/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 44

    Fig. 57

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    45/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 45

    - De eindweerstandenOm een goede werking van de S-bus te verkrijgen, is het noodzakelijk dat die aan beide

    uiteinden op een correcte manier wordt afgesloten. In de speciale ISDN-stopcontacten (zie

    figuur 49) en ook in de NT1 of NT1-2ab kunnen deze geactiveerd worden d.m.v.

    schakelaars. Bij gebruik van gewone RJ45-outlets kun je gebruikmaken van een specialeadapter, die in het stopcontact gestoken kan worden. Wanneer op het uiteinde van de S-bus

    een ISDN-toestel is geplaatst, zorgt dat toestel ook voor het afsluiten van de lijn. Maar als

    het toestel wordt verwijderd, ontstaan er problemen. In een grote installatie kun je het best

    eindweerstanden plaatsen!

    In figuur 58 zijn enkele voorbeelden van de plaatsing van eindweerstanden weergegeven.

    Fig. 58

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    46/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 46

    - Aansluiting met een NT1-2ab of TWINIn figuur 59 is een NT1-2ab weergegeven.

    1 netaansluiting 220 V

    2 twee RJ45-aansluitpunten voor ISDN-toestellen

    3 twee RJ11-aansluitpunten voor aansluiting van bestaande analoge toestellen

    Fig. 59

    Deze aansluitdoos heeft dezelfde mogelijkheden als de NT1 maar je kunt je analoge

    toestellen door de ingebouwde omvormer (TA) nog gebruiken. Voor de ISDN-bekabeling

    gelden dezelfde voorschriften als bij de NT1 en voor de analoge lijnen gelden de

    voorschriften zoals bij de PSTN-lijnen. Belgacom garandeert een goede werking als er

    maximaal twee analoge toestellen per aansluitpunt worden aangesloten (zie figuur 60).

    Fig. 60

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    47/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 47

    3.3.4 ADSL-INSTALLATIES

    Het installeren van een ADSL-lijn is heel eenvoudig. De bestaande PTSN-installatie kan

    behouden blijven, een filter zorgt voor de scheiding van de signalen. In figuur 61 zie je de

    werkwijze voor de omvorming van een installatie met n aansluitpunt.

    Bestaande installatie Nieuwe installatie na omvorming ADSL

    Fig. 61

    Als er meerdere aansluitpunten zijn in de bestaande installatie, moet elk punt voorzien worden

    van een filter (zie figuur 62).

    Fig. 62

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    48/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 48

    Als er op n aansluitpunt meerdere toestellen aangesloten zijn, kunnen die in parallel

    (cascade) geschakeld worden. Er bestaan daarvoor stapelbare stekkers in de handel. Hier

    wordt maar n filter gebruikt (zie figuur 63).

    Fig. 63

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    49/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 49

    A.C.O.

    12. Welke van de volgende telefoonaansluitingen is het meest geschikt voorinternet?

    a. PSTN-lijnb. ISDN-lijnc. TWIN-lijnd. ADSL-lijn

    13. ISDN-toestellen moeten aangesloten worden op een kabel van:a. minimaal 1 paarb. minimaal 2 paarc. minimaal 3 paard. minimaal 4 paar

    14. De maximale lengte tussen een ISDN-toestel en de aansluitdoos is:a. onbeperktb. 5000 mc. 10 md. afhankelijk van de instelling van de NT1

    15. Waar moeten afsluitweerstanden geplaatst worden bij een ISDN-aansluiting?a. Op elk stopcontact.b. In het stopcontact aan de uiteinden van de bus.c. Om de 20 m.d. Alleen bij een lange bus aan de uiteinden.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    50/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 50

    4 VERDELING TV- EN RADIOSIGNALEN

    4.1 Inleiding

    In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de verdeling van tv- en radiosignalen in een

    woning en voornamelijk aan de materialen en de bekabeling. De hoge frequentie van de

    signalen (tot 2000 MHz) eist van ons extra aandacht.

    We moeten er rekening mee houden dat elk onderdeel van de installatie en elke meter kabel

    een verzwakking van het signaal veroorzaken. Ook kan een onvoldoend afgeschermd

    onderdeel of een slechte verbinding oorzaak zijn van storende signalen, waardoor het tv-beeld

    sterk verslechtert. De kwaliteit van de onderdelen en bekabeling is dan ook van het grootste

    belang, zeker als het om grotere installaties gaat. De onderdelen moeten met de grootste zorg

    aangesloten worden en de verbindingen moeten nauwkeurig aangebracht worden.

    We zullen enkele praktische installaties volledig bespreken. De binneninstallatie geldt zowel

    voor een aansluiting op een openbaar tv-distributienet als voor een eigen antenne-installatie.

    4.2 Enkelvoudige aansluiting in de woning

    4.2.1 WIJZE VAN AANLEG

    Fig. 64

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    51/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 51

    4.2.2 MATERIALEN

    - Coax RG11Coaxiale kabel gebruikt door de distributiemaatschappij. Impedantie van 75 ohm en een

    buitendiameter van 10,3 mm.

    - AansluitstukIn figuur 65 is een afbeelding weergegeven van een aansluitstuk. Bovenaan wordt de

    binnenkomende coaxkabel met een F-connector aangesloten op dat aansluitstuk. Aan de

    onderkant vertrekt de binneninstallatie. Het aansluitpunt wordt door de distributiemaat-

    schappij geplaatst. Vanaf dat punt moet de aanvrager voor de verdere installatie zorgen.

    Fig. 65

    - Coax RG6 of RG59De meest gebruikte coaxiale kabels voor de binnenbekabeling zijn RG6 en RG59. Allebei

    hebben ze een impedantie van 75 ohm, maar RG6 is voorzien van een folie en een

    vlechtwerk, waardoor we een betere afscherming verkrijgen. Deze kabel raakt niet zo

    makkelijk verzwakt (zie figuur 33). De coax wordt met een F-connector aan de andere kant

    van het aansluitstuk bevestigd.

    - F-connectorIn figuur 66 zijn twee typen van F-connectoren weergegeven. Links is een uitvoering die

    op de kabel wordt geschroefd, rechts een uitvoering die met een speciale tang op de kabel

    wordt genepen. Als die connector op de kabel is bevestigd, wordt hij op het aansluitstuk

    geschroefd.

    Fig. 66

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    52/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 52

    - Enkelvoudige contactdoosIn figuur 67 is links een enkelvoudige contactdoos van Niko (type 07-095-30)

    weergegeven die door Electrabel is goedgekeurd. Ze is voorzien voor een aansluiting voor

    radio en tv met coaxstekkers met een diameter van 9,5 mm.

    Fig. 67

    De contactdoos is links voorzien van een mannelijk deel voor aansluiting van een tv enrechts een vrouwelijk deel voor aansluiting van een radio. In figuur 67 zijn ook een

    mannelijke en een vrouwelijke coaxstekker van 9,5 mm weergegeven, voor aansluiting van

    respectievelijk radio en tv.

    4.3 Meerdere aansluitingen in een busstructuur

    Fig. 68

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    53/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 53

    In figuur 68 is een installatie weergegeven met drie aansluitpunten. Die installatie is identiek

    aan de installatie van figuur 64 tot aan de eerste aansluitdoos. De contactdozen zijn nu

    meervoudige contactdozen of doorvoerdozen, d.w.z. dat ze gemaakt zijn voor de aansluiting

    van een binnenkomende coaxkabel en een coaxkabel die naar de volgende contactdoos

    vertrekt. De laatste contactdoos moet dan voorzien zijn van een afsluitweerstand ofeindweerstand van 75 ohm. In figuur 69 is een dergelijke aansluitdoos weergegeven. Rechts

    komt de coaxkabel binnen en links vertrekt een coaxkabel naar de volgende aansluitdoos of

    wordt de eindweerstand geplaatst bij de laatste doos.

    Fig. 69

    4.4 Meerdere aansluitingen in sterbekabeling

    Fig. 70

    In nieuwe woningen wordt meestal gebruikgemaakt van een sterbekabeling, zoals in figuur 70

    is weergegeven. Vr de splitter is de installatie weer identiek aan de voorgaande installaties.

    De contactdozen zijn van het enkelvoudige type. Elke contactdoos wordt met een F-connector

    aan de uitgang van de splitter aangesloten. In figuur 71 is een afbeelding van een splitter met4 uitgangen weergegeven.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    54/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 54

    Fig. 71

    Voordelen van sterbekabeling

    - Dankzij F-connectoren voor aftakkingen is de invloed van storingen veel geringer.Ook het signaalverlies blijft beperkt.

    -

    Er zijn minder verbindingen tussen de invoer en het uiteindelijke aftakpunt.- Grotere installaties kunnen gemakkelijker afgesteld worden. Verder gelegencontactdozen kunnen voorzien worden van een versterker. In figuur 72 is een

    dergelijke versterker weergegeven.

    Fig. 72

    In figuur 73 is een voorbeeld van een grotere installatie weergegeven. Bij een sterbekabeling

    hoeven contactdozen die kort bij het centrale aansluitpunt gelegen zijn, niet voorafgegaan te

    worden door een versterker. Voor de verder gelegen contactpunten is dat wel noodzakelijk.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    55/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 55

    Fig. 73

    4.5 Telenetinstallatie

    Met Telenet kun je via je bestaande tv-distributieaansluiting ook je telefoon en internet

    aansluiten.

    Op een centrale plaats, waar je huidige tv-distributie de woning binnenkomt, zal de

    basisopstelling geplaatst worden. Dat is meestal waar ook de meterinstallaties voor

    elektriciteit, water en gas staan. Dat kan in de garage, de kelder, in een gangkast enz. zijn,

    maar nooit in een vochtige ruimte. Om alles netjes te plaatsen, heb je een ruimte nodig van

    ongeveer 70 bij 35 cm.

    In figuur 74 is een voorbeeld van een basisopstelling weergegeven.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    56/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 56

    Vertrekkende telefoondraden

    (UTP of VVT)

    Binnenkomende

    Coaxkabel

    vertrekkende coaxkabels naar :

    - wandcontactdozen radio/tv

    - aansluiting van de kabelmodem

    A: telefoniemodem

    B: voeding + noodbatterij voor telefoniemodem

    C: netwerkverdeler

    D 2 stopcontacten 230 V met aarding

    Fig. 74

    Vanaf deze basisopstelling vertrekt de bekabeling naar de wandcontactdozen voor

    telefoon/fax, voor radio/tv of voor internet.

    Voorbeeld van een installatie, E is de internetmodem Fig. 75

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    57/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 57

    In figuur 75 is een voorbeeld van een installatie weergegeven. Hier zijn twee wandcontact-

    dozen nodig voor radio/tv en twee voor de telefoonaansluiting. De internetmodem is hier

    geplaatst in de nabijheid van de computer, maar hij kan ook geplaatst worden bij de

    basisopstelling. Wordt de modem bij de basisopstelling geplaatst, dan moet er een UTP-kabeltot aan de computer getrokken worden. In het andere geval moet er een coax-kabel RG6 of

    RG59 getrokken worden.

    In figuur 76 zie je een netwerkverdeler afgebeeld.

    toegang aansluiting aansluiting aansluitingen voeding

    telefoonmodem internet radio/tv

    Fig. 76

    Voor de aanleg van de bekabeling en de plaatsing van de

    wandcontactdozen voor radio/tv, telefoon en internet: zie

    hoofdstuk twee, drie en vier.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    58/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 58

    In figuur 77 is een praktische opstelling weergegeven.

    Fig. 77

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    59/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 59

    A.C.O.

    16. Welke coaxkabel is het meest geschikt voor de verdeling van tv- enradiosignalen in een binneninstallatie?

    a. RG11.b. RG58.c. RG59.d. RG6.

    17. Wat is de meest geschikte bekabelingsstructuur voor de verdeling van tv- enradiosignalen?

    a. Busbekabeling.a. Sterbekabeling.b. Ringbekabeling.c. Een combinatie van ster- en ringbekabeling.

    18. In welk geval moet je een afsluitweerstand plaatsen?a. In elk stopcontact.b. In elk stopcontact aan het uiteinde van een lijn.c. Nooit.d. In stopcontacten aan het uiteinde van een lijn als die voorzien zijn van een

    aansluiting om de lijn uit te breiden.

    19. Welke kabel moeten we plaatsen bij een telenetinstallatie tussen dekabelmodem en de computer?

    a. RG6.b. RG58.c. VVT 4 paar.d. UTP.

  • 7/28/2019 Communicatiebekabeling en Overspanningsbeveiliging (Www.automerk.be)

    60/60

    Comfortschakelingen Communicatiebekabeling en overspanningsbeveiliging 60

    5 OPLOSSINGEN ACOS

    1. d.

    2. b.3. b.

    4. d.

    5. b.

    6. a.

    7. d.

    8. c.

    9. a.

    10. c.

    11. d.

    12. d.

    13. b.

    14. b.

    15. b.

    16. d.

    17. b.

    18. d.

    19. d.