COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN€¦ · NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN...

61
NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 15.5.2007 COM(2007) 243 definitief 2007/0088 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de oprichting van de "gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS" voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen {SEC(2007) 582} {SEC(2007) 583} (door de Commissie ingediend)

Transcript of COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN€¦ · NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN...

NL NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 15.5.2007 COM(2007) 243 definitief

2007/0088 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de oprichting van de "gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS" voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde

computersystemen

{SEC(2007) 582} {SEC(2007) 583}

(door de Commissie ingediend)

NL 2 NL

TOELICHTING

1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

110 • Motivering en doel van het voorstel

De mogelijkheden waarover Europa beschikt om vakspecifieke oplossingen te ontwikkelen voor ingebedde elektronische systemen heeft de EU een groot marktaandeel bezorgd op zeer belangrijke gebieden zoals de automobielsector, de industriële en energiesector, telecommunicatie en ruimtevaart. Deze leiderspositie moet worden versterkt door te werken aan de volgende generatie informatiesystemen, die nu reeds onze economie en samenleving aan het veranderen zijn: "ingebedde intelligentie" biedt nieuwe functionaliteiten en voegt waarde toe aan gewone producten, van auto's en vliegtuigen tot mobiele telefoons en hartstimulators, en verhoogt de productiviteit bij de fabricage en distributie van goederen en diensten. Ingebedde systemen zijn van levensbelang, niet alleen voor het innovatiepotentieel en het concurrentievermogen van bestaande Europese industriesectoren, maar ook om het pad te effenen voor het creëren van volledig nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen - van persoonlijke gezondheidssystemen tot milieubewaking.

In het specifiek programma "Samenwerking"1 van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2007-2013) voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie zijn gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI's) geïntroduceerd als een nieuwe manier om publiek-private partnerschappen voor onderzoek op te zetten op Europees niveau. GTI's zijn een uitdrukking van de sterke verbintenis van de EU tot het coördineren van de onderzoeksinspanningen. Doel daarvan is een grotere strategische concentratie te bereiken door gemeenschappelijke ambitieuze onderzoeks-agenda's te ondersteunen op gebieden die essentieel zijn voor concurrentievermogen en groei; op EU-niveau een kritische onderzoeksmassa bijeen te brengen en te coördineren waarbij een beroep wordt gedaan op alle investeringsbronnen in O&O, zowel openbaar als particulier; en te zorgen voor een strakkere koppeling tussen onderzoek en innovatie en daarmee bij te dragen tot de verwezenlijking van de Europese onderzoeksruimte en de Europese doelstellingen inzake concurrentievermogen. In het specifiek programma "Samenwerking" worden ingebedde computersystemen genoemd als een van de gebieden waarop een GTI van bijzonder belang kan zijn.

GTI's komen in de eerste plaats voort uit de werkzaamheden van Europese technologieplatforms (ETP's). Een beperkt aantal ETP's hebben een dergelijke ambitieuze schaal en draagwijdte bereikt dat zij de mobilisering vereisen van grote publieke en private investeringen voor het uitvoeren van belangrijke elementen van hun strategische onderzoeksagenda. GTI's worden voorgesteld als een doelmatig middel om te voorzien in de behoeften van deze ETP's. Doel van dit voorstel is een gezamenlijke onderneming op te richten om uitvoering te geven aan een GTI inzake ingebedde computersystemen (GTI ARTEMIS). Het GTI ARTEMIS beoogt in heel Europa te komen tot één O&O-programma dat de industrie van de EU zal helpen om op wereldschaal een vooraanstaande positie te bekleden inzake ingebedde computertechnologieën. Met dit GTI zal voor het eerst een kritische massa van nationale, EU- en particuliere middelen worden bijeengebracht binnen één coherent,

1 PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

NL 3 NL

flexibel en efficiënt juridisch kader; tevens zullen ook de O&O-investeringen in Europa een injectie krijgen doordat de industrie en de lidstaten worden gestimuleerd hun O&O-uitgaven te verhogen.

NL 4 NL

120 • Algemene context

Ingebedde systemen zijn computers die in grotere systemen worden gebruikt om uitrusting zoals auto's, huishoudtoestellen, communicatieapparaten, besturingssystemen en kantoormachines te besturen. Zij worden een integrale en vaak onzichtbare component van de wereld rondom ons en zijn reeds vandaag al zowat overal aanwezig. Meer dan 90% van de gegevensverwerkingsapparaten worden ingebed en naar verwachting zullen er tegen 2010 meer dan 16 miljard en tegen 2020 meer dan 40 miljard ingebedde apparaten zijn. De komende vijf jaar zal het aandeel ingebedde systemen in de waarde van het eindproduct in de belangrijkste industriesectoren wellicht tot ongekende hoogten stijgen (naar verwachting bijvoorbeeld 36% in de automobielsector, 37% in de telecommunicatiesector en 41% in de sector consumentenelektronica).

De huidige structuur van de industrie in de EU biedt echter niet het vereiste kader om de mogelijkmakende technologieën en normen te ontwikkelen die nodig zijn om de enorme problemen aan te pakken die het gevolg zijn van het stijgende aantal en de toenemende complexiteit van ingebedde systemen en de toepassingen ervan. Het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit van de EU zijn in het geding: de economie van de EU zou de vruchten moeten kunnen plukken van de nieuwe markten die zullen ontstaan door "ingebedde intelligentie". Er moet een herhaling worden vermeden van wat gebeurd is met desktopcomputers en het internet, waarvan de meeste winsten buiten de EU worden geboekt. Bovendien zal Europa, als het zijn talent niet kan koesteren en vasthouden, niet de beste onderzoekers kunnen aantrekken en behouden. En tenslotte is er een "cultureel" risico: de nieuwe systemen zullen van wezenlijke invloed zijn op het leven van de EU-burgers; de Europese industrie moet kunnen inspelen op de interne vraag op een manier die recht doet aan onze unieke voorkeuren en waarden.

Geconfronteerd met deze grote uitdaging en ondanks het economisch belang ervan, blijven de investeringen van de EU in onderzoek naar ingebedde systemen een flink eind achter op die van de V.S. en Japan. Voorts is het financieringslandschap van de EU versnipperd en kan het geen overtuigend antwoord op de uitdaging geven. De communautaire kaderprogramma's hebben in het verleden belangrijke investeringen gedaan maar de financiële middelen ervan zijn uiterst beperkt vergeleken bij de totale openbare middelen die voor O&O in Europa beschikbaar zijn. Het intergouverne-mentele Eureka-programma is een waardevol mechanisme en sommige nationale programma's zijn op dit gebied ook actief. Maar al deze inspanningen zijn versnipperd en niet gericht op gemeenschappelijke doelstellingen.

139 • Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Er bestaan nog geen bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied.

140 • Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

Het zevende kaderprogramma (KP7) is een belangrijk uitgangspunt voor Europa en de uiting van een consensus dat Europa zijn inspanningen moet verdubbelen om meer te investeren en meer opbrengst te halen uit zijn investeringen in O&O teneinde zich toe te rusten als concurrerende en dynamische kenniseconomie. GTI's zijn een belangrijke

NL 5 NL

innovatie in het KP7 om een grotere strategische concentratie en coördinatie te bereiken door een kritische onderzoeksmassa bijeen te brengen in belangrijke sectoren en te zorgen voor een strakkere koppeling tussen onderzoek en innovatie.

De tenuitvoerlegging van dit GTI zal rechtstreeks bijdragen tot de doelstelling van Lissabon inzake concurrentievermogen en de doelstellingen van Barcelona inzake uitgaven voor onderzoek. De resultaten van het GTI ARTEMIS op zeer belangrijke toepassingsgebieden zullen ook onrechtstreeks bijdragen tot andere beleidsgebieden van de EU zoals milieu (bewaking en beheer), vervoer (veiligheid), energie (beheer en toezicht) en de interne markt (normen voor ingebedde producten en diensten).

Het voorgestelde initiatief is onderdeel van een brede ambitieuze communautaire strategie die gericht is op het aanpakken van de innovatiekloof en die onder meer het voorstel tot oprichting van een Europees Instituut voor Technologie (EIT) omvat.

2) RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

• Raadpleging van belanghebbende partijen

211 Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

De oprichting van het ARTEMIS-technologieplatform in januari 2004 werd gevolgd door uitgebreid overleg van de Commissie met belanghebbenden in O&O naar ingebedde systemen. Er werden raadplegingen gehouden met nationale autoriteiten in de "Spiegelgroep" van het platform, waarin vertegenwoordigers van 24 lidstaten en met het kaderprogramma geassocieerde landen zitting hebben. De strategische onderzoeksagenda en het bestuur- en de operationele aspecten van de gemeenschappelijke onderneming werden voorgesteld en besproken op belangrijke openbare evenementen zoals de jaarlijkse ARTEMIS-conferenties (Rome 2004, Parijs 2005, Graz 2006), de Conferentie over de technologieën van de informatie-maatschappij IST 2006 (Helsinki) en de openbare presentatie van de ARTEMIS strategische onderzoeksagenda (SRA) in maart 2006 (Brussel).

Als laatste stap in dit proces hebben verscheidene bijeenkomsten (gefaciliteerd door onafhankelijke consultants) geleid tot brede discussies waarbij eerdere bevindingen werden bijeengebracht en bekeken, en verdere input werd gegeven voor de beoordeling van de bestuurstructuur en de effecten van dit initiatief.

Voor de economische effecten steunde het overleg hoofdzakelijk op openbare marktgegevens, met name op twee in 2005 gepubliceerde studies (waarvan één het resultaat was van een open aanbesteding door de Commissie) die een gedetailleerd beeld gaven van het gebied ingebedde systemen als geheel, met technologische, sectorale markt- en financieringsaspecten, en een kwantitatieve evaluatie van de effecten van softwareactiviteiten op de wereldeconomie, toegespitst op de interne ontwikkeling van ingebedde en software-intensieve systemen in zowel ICT- als niet- ICT-sectoren.

212 Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

De brede en voortdurende betrokkenheid van openbare en particuliere

NL 6 NL

belanghebbenden bij de raadpleging leverde geschikte en relevante input op die bij de uitwerking van het voorstel in aanmerking werd genomen.

• Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

221 Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden

Industriële en academische deskundigheid op het gebied van O&O naar ingebedde systemen werd betrokken bij de ontwikkeling van de strategische onderzoeksagenda (SRA) die door het voorgestelde GTI zal worden uitgevoerd, evenals de deskundigheid van de nationale vertegenwoordigers van de Spiegelgroep voor de bestuurs- en openbaar-bestuursaspecten.

222 Gebruikte methode

Deskundigen kwamen bijeen in tal van specifieke workshops om doelstellingen en prioriteiten te bespreken, gelet op de belangrijkste bestaande EU-stappenplannen, rapporten en studies, en de input van Eureka (ITEA- en Medea+-clusters). De SRA werd daarna opgesteld door kleinere groepen deskundigen en met de bredere gemeenschap doorgenomen.

223 Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen

De belangrijkste Europese bedrijven die actief zijn op het gebied van ingebedde systemen en hun leveranciers en gebruikers werden geraadpleegd, evenals de meest vooraanstaande onderzoeksorganisaties in Europa2.

2249 Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen

Er werd geen melding gemaakt van het bestaan van mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen.

225 Het GTI ARTEMIS kan de noodzakelijke kritische massa van O&O-middelen bijeenbrengen om de SRA uit te voeren en vormt een flexibele basis voor gemeenschappelijke publiek-private acties om in Europa een vruchtbaar ecosysteem tot stand te brengen voor open innovatie op het gebied van ingebedde systemen.

226 Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek

De informatie over de SRA en de ontwikkeling van een GTI is beschikbaar gemaakt door middel van bovengenoemde openbare evenementen, door de publicatie van het rapport "Building ARTEMIS" en de "Strategische onderzoeksagenda ARTEMIS" door het ARTEMIS-technologieplatform, alsmede door de websites van de Commissie en ARTEMIS.

2 ARTEMIS website http://www.artemis-office.org/

NL 7 NL

230 • Effectbeoordeling

De voorgestelde verordening werd onderworpen aan een effectbeoordeling door de Commissie, die bij het voorstel is gevoegd.

De voornaamste bevindingen ervan zijn dat het GTI ARTEMIS aanzienlijke winsten zal opleveren met betrekking tot de levenscycluskosten voor systeemontwerp en -ontwikkeling ten aanzien van de basisoptie ("business-as-usual"). Het verhoogt ook het hefboomeffect van de bijdrage van de Gemeenschap op (nationale en particuliere) O&O-inspanningen en biedt een efficiënter en betrouwbaar O&O- en innovatiekader waardoor de financiële onzekerheid wordt weggenomen, de procedures worden gestroomlijnd en de tijd die verloopt tot aan de ondertekening van het contract wordt verkort ten opzichte van de basisoptie. Dit zal op zijn beurt de participatie verbreden en het aantal nieuwe partners in O&O-activiteiten verhogen.

Een verder voordeel is dat nationale fondsen die via het GTI ARTEMIS worden besteed via gemeenschappelijke Europese procedures en werkplannen worden toegekend, waardoor een gelijkaardig effect wordt verkregen als met uitbetalingen op communautair niveau maar dan wel met een veel grotere impact dan in de basisoptie.

3) JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

305 • Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Het voorstel bestaat uit een verordening van de Raad betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS met de bijbehorende statuten.

310 • Rechtsgrondslag

Artikel 171 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De gemeenschappelijke onderneming wordt een communautaire instelling en voor de tenuitvoerlegging van de begroting ervan moet dan ook kwijting worden verleend door het Europees Parlement3, dat echter rekening moet houden met de specifieke aard van GTI's als publiek-private partnerschappen en in het bijzonder met de bijdrage van de particuliere sector.

320 • Subsidiariteitsbeginsel

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt:

321 De lidstaten kunnen deze problemen niet op eigen kracht aanpakken omdat het passende juridische en organisatorische kader op EU-niveau ontbreekt. Momenteel is de financiering van O&O in de EU sterk versnipperd: op nationaal niveau zijn de desbetreffende O&O-activiteiten verspreid over verscheidene, soms los van elkaar staande, programma's. Verscheidene lidstaten nemen deel aan het Eureka-programma,

3 Artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel

Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; verordening gerectificeerd in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

NL 8 NL

maar dit is een bottom-up benadering die bekende tekortkomingen vertoont in de vorm van lange termijnen, dubbele procedures en onvoorspelbare beschikbaarheid van openbare financiering.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt:

324 Alleen door communautaire actie kan een juridisch kader tot stand worden gebracht waarmee de middelen van de uitvoerders van O&O, de Commissie en de nationale overheden doelmatig kunnen worden bijeengebracht. Het bundelen van communautaire en nationale financiering zal in grote mate bijdragen tot de ontwikkeling van de Europese onderzoeksruimte.

325 De verwachte voordelen van het initiatief zijn de volgende:

o Integratie van nationale inspanningen door het nastreven van gemeenschappelijke doelstellingen die op Europees niveau zijn vastgesteld in het kader van de strategische onderzoeksagenda en door het selecteren van O&O-projecten via één gemeenschappelijke Europese procedure. Een dergelijke integratie zal helpen om een Europese onderzoeksruimte op het gebied van ingebedde computersystemen tot stand te brengen.

o Meer flexibiliteit bij het inzetten van middelen van lidstaten die bereid zijn om gemeenschappelijke doelstellingen na te streven.

o Hefboomeffect van de financiële bijdrage van de Gemeenschap waardoor de industrie en de lidstaten worden gestimuleerd hun financiering te verhogen, hetgeen direct zal bijdragen tot de doelstellingen van Barcelona.

o Doelmatigheid van het programma door het combineren van de sterkte punten van Eureka en de Europese programma's en het wegwerken van de zwakke punten ervan; vergeleken bij Eureka zal het onzekerheid over de nationale begrotingen en dubbele evaluatie- en controleprocedures voorkomen.

o Economisch rendement door het beperken van de tijd die verloopt tot de start van het project, zodat de industrie projecten sneller kan uitvoeren en de doorlooptijd voor onderzoeksresultaten wordt verkort.

o Economische effecten door het bereiken van de technologische doelstellingen, waardoor het concurrentievermogen van de industrie in de EU wordt verbeterd.

327 Het GTI ARTEMIS is een baanbrekende benadering die de voordelen van Europese integratie combineert met een snelle aanpassing van industriële doelstellingen en beleid, en flexibiliteit inzake participatie en nationale verbintenissen van lidstaten mogelijk maakt op een manier die met de huidige instrumenten niet mogelijk is.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

• Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het

NL 9 NL

evenredigheidsbeginsel:

331 De voorgestelde gemeenschappelijk onderneming is de enige eenvoudige optie die strookt met de beperkingen en de vereisten om de doelstellingen van de actie te verwezenlijken. Het is een structuur die duurzaam is, rechtspersoonlijkheid heeft en een duidelijk juridisch kader biedt voor de samenwerking en de participatie van de O&O-actoren, nationale autoriteiten en de Gemeenschap in een publiek-privaat partnerschap.

De deelname van alle belanghebbenden is van kapitaal belang. Aangezien het initiatief zich toespitst op industriële doelstellingen die van groot belang zijn voor het economisch concurrentievermogen, is de deelname van de industrie noodzakelijk om de uitwerking van de onderzoeksprioriteiten en het innovatiebeleid te sturen. De betrokkenheid van de lidstaten is nodig om gebruik te kunnen maken van de nationale financiering, die het grootste aandeel vormt van de openbare O&O-inspanningen op dit gebied. Tot slot heeft de Gemeenschap een belangrijke rol te spelen door het integratieproces aan te sturen, de verschillende belangen van de partners in evenwicht te houden en adequaat toezicht te houden op het gebruik van de financiële bijdrage van de Gemeenschap.

De voorgestelde maatregelen zullen de noodzakelijke integratie op EU-niveau tot stand brengen en zorgen voor flexibiliteit in de deelname van de lidstaten. Zoveel mogelijk besluiten zoals financiële toezeggingen voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen worden op nationaal niveau gehouden en waar mogelijk worden nationale procedures gebruikt om toelageovereenkomsten te sluiten, onkostenvergoedingen te regelen en betalingen en controles te verrichten.

332 De gemeenschappelijke onderneming krijgt een slanke structuur voor de besluitvorming en de financiële en administratieve verrichtingen, dankzij het gebruik van bestaande procedures op nationaal niveau. Een dergelijke tenuitvoerlegging is niet verstorend voor de nationale overheidsdiensten, maakt gebruik van contractmodellen waarmee de O&O-actoren vertrouwd zijn en is bijzonder kosteneffectief: de werkingskosten zullen naar verwachting minder dan 1,5% bedragen van de totale kosten van de O&O-activiteiten die door de gemeenschappelijke onderneming worden opgestart.

• Keuze van instrumenten

341 Voorgestelde instrumenten: verordening.

342 Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.

De totstandbrenging van een juridisch kader waarmee particuliere, nationale en communautaire middelen doelmatig kunnen worden gecombineerd met de communautaire participatie in de onderneming vereist een verordening van de Raad.

4) GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

401 De budgettaire evaluatie geeft een maximale communautaire bijdrage aan van 420 miljoen euro tijdens de initiële periode van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS (tot 2017), die moet worden vastgelegd vóór 31 december 2013, wanneer

NL 10 NL

de begroting van KP7 afloopt. Een eerste tranche van 42,5 miljoen euro moet in 2008 worden vastgelegd.

5) AANVULLENDE INFORMATIE

510 • Vereenvoudiging

511 Het voorstel vereenvoudigt de administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en private partijen.

513 Vergeleken bij de huidige financieringsregelingen van Eureka zal de gemeenschappelijke onderneming leiden tot een belangrijke vereenvoudiging:

o de begrotingsonzekerheid wordt weggenomen, door middel van formele financiële verbintenissen van nationale autoriteiten voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen die door de gemeenschappelijke onderneming worden gepubliceerd;

o dubbele beoordelingsprocedures die momenteel worden toegepast op zowel het nationale als het intergouvernementele niveau, worden voorkomen;

514 o de tijd en de kosten die gemoeid zijn met het voorbereiden van O&O-voorstellen worden beperkt;

o de rapporteringsprocedures tijdens de uitvoering van het project worden gestroomlijnd. De projecten rapporteren slechts eenmaal aan de gemeenschappelijke onderneming in plaats van aan Eureka en aan alle staten die financiering verstrekken.

NL 11 NL

2007/0088 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de oprichting van de "gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS" voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde

computersystemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 171 en 172,

Gelet op het voorstel van de Commissie4,

Gezien het advies van het Europees Parlement5,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 20067 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013), hierna het "zevende kaderprogramma genoemd", voorziet in een communautaire bijdrage voor de oprichting van publiek-private partnerschappen op lange termijn in de vorm van gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI's) die moeten worden uitgevoerd via gemeenschappelijke ondernemingen in de zin van artikel 171 van het Verdrag. Deze GTI's vloeien voort uit de werkzaamheden van Europese technologieplatforms, die reeds uit hoofde van het zesde kaderprogramma werden opgericht, en bestrijken geselecteerde aspecten van onderzoek op hun gebied. Zij moeten investeringen van de private sector en Europese publieke financiering, inclusief financiering uit het zevende kaderprogramma, combineren.

(2) In Beschikking 971/2006/EG van de Raad van 19 december 20068 betreffende het specifieke programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (hierna het "specifiek programma Samenwerking" genoemd) wordt de noodzaak onderstreept van ambitieuze pan-Europese publiek-private partnerschappen voor het versnellen van de

4 PB […] van […], blz. […]. 5 PB […] van […], blz. […]. 6 PB […] van […], blz. […]. 7 PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1. 8 PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86.

NL 12 NL

ontwikkeling van belangrijke technologieën, grote onderzoeksacties op communautair niveau inclusief met name GTI's.

(3) In de Lissabon-agenda voor groei en werkgelegenheid wordt de noodzaak onderstreept van totstandbrenging van gunstige voorwaarden voor investeringen in kennis en innovatie in de Gemeenschap te ontwikkelen met het oog op het bevorderen van het concurrentievermogen, de groei en de werkgelegenheid.

(4) In zijn conclusies van 25-26 november 2004 heeft de Raad de Commissie ertoe aangespoord de begrippen "technologieplatforms" en "gezamenlijke technologie-initiatieven" verder uit te werken. De Raad heeft onderstreept dat dergelijke initiatieven kunnen bijdragen tot een coördinatie van de onderzoeksinspanning in het geheel van de Gemeenschap zodat synergieën kunnen worden bereikt met de activiteiten van bestaande stelsels, zoals EUREKA en COST, die een belangrijke bijdrage leveren aan onderzoek en ontwikkeling (O&O).

(5) Europese ondernemingen en andere organisaties voor onderzoek en ontwikkeling die actief zijn op het gebied van ingebedde computersystemen hebben de leiding genomen bij de oprichting van het Europees technologieplatform inzake ingebedde computersystemen (hierna "het ARTEMIS-technologieplatform" genoemd) als onderdeel van het zesde kaderprogramma. Het ARTEMIS-technologieplatform heeft op basis van uitgebreid overleg met de publieke en particuliere belanghebbenden een strategische onderzoeksagenda uitgewerkt. In de strategische onderzoeksagenda zijn de prioriteiten op het vlak van ingebedde computersystemen vastgelegd en zijn richtsnoeren aangenomen voor een GTI op dit gebied.

(6) Het GTI inzake ingebedde computersystemen is een antwoord op de mededeling van de Commissie van 6 april 20059 "Bouwen aan een Europese onderzoeksruimte van kennis voor groei" en van 20 juli 200510 "Gemeenschappelijke acties voor groei en werkgelegenheid: het communautair Lissabon-programma" waarbij de klemtoon wordt gelegd op een nieuwe en meer ambitieuze aanpak met het oog op het opzetten van grootschalige publiek-private partnerschappen samen met de betrokken sector geselecteerde gebieden van groot belang voor het Europese concurrentievermogen.

(7) Het GTI inzake ingebedde computersystemen beantwoordt aan de behoefte aan ondersteuning van alomtegenwoordige informatie- en communicatietechnologie als bedoeld in het rapport "Creating an Innovative Europe" van januari 2006. In dit rapport wordt tevens het ARTEMIS-model van gemeenschappelijke technologie geprezen voor de combinatie van nationale en communautaire financiering in het kader van een duidelijke juridische structuur en op een geharmoniseerde en gelijklopende wijze.

(8) Het GTI inzake ingebedde computersystemen moet een duurzaam publiek-privaat partnerschap tot stand brengen en de particuliere en publieke investeringen versterken in de sector van de ingebedde systemen in Europa, waarmee voor de doeleinden van deze verordening de lidstaten van de EU en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen wordt bedoeld. Het GTI inzake ingebedde computersystemen

9 COM(2005) 118 def. 10 COM(2005) 330 def.

NL 13 NL

moet ook een doeltreffende coördinatie en synergie van de materiële en financiële middelen uit het kaderprogramma, de industrie, nationale programma"s voor O&O en intergouvernementele stelsels voor O&O (EUREKA) bewerkstelligen en op die manier bij te dragen tot een versterking van de toekomstige groei, het concurrentie-vermogen en de duurzame ontwikkeling van Europa. De doelstelling is ten slotte de samenwerking tussen alle belanghebbenden te versterken, onder meer de betrokken bedrijfssector, de nationale overheden, de academische wereld en de onderzoeks-centra, meer bepaald door de onderzoeksinspanningen beter af te stemmen en te coördineren.

(9) Het GTI inzake ingebedde computersystemen moet een gemeenschappelijk overeengekomen onderzoeksagenda (hierna "de onderzoeksagenda" genoemd) vaststellen, die nauw de aanbevelingen volgt van de door het ARTEMIS-technologieplatform ontwikkelde strategische onderzoeksagenda. Deze onderzoeks-agenda moet de, regelmatig geactualiseerde, onderzoeksprioriteiten voor de ontwikkeling en aanpassing van cruciale technologieën voor ingebedde computer-systemen voor verschillende toepassingsgebieden bevatten, met het oog op de versterking van het Europese concurrentievermogen en de bevordering van het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen.

(10) Het GTI inzake ingebedde computersystemen moet gericht zijn op het ontwerp, de ontwikkeling en de verspreiding van alomtegenwoordige, interoperabele, kosteneffectieve, krachtige, veilige en beveiligde softwaresystemen. Het moet referentie-ontwerpen en -architecturen opleveren, die een gemeenschappelijke architecturale aanpak leveren voor bepaalde toepassingen, alsook middleware die een naadloze connectiviteit en interoperabiliteit mogelijk maakt en geïntegreerde systeem-ontwerpmethoden en tools voor snelle ontwikkeling en prototyping.

(11) De ambitie en het domein van de doelstellingen die zijn vastgelegd voor het GTI inzake "ingebedde computersystemen", de omvang van de te mobiliseren financiële en technische middelen en de noodzaak van een doeltreffende coördinatie en synergie van materiële en financiële middelen maken actie op communautair niveau noodzakelijk. Het is daarom nodig dat er een gemeenschappelijke onderneming (hierna de "gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS" genoemd) overeenkomstig artikel 171 van het Verdrag wordt opgericht als juridische entiteit voor de tenuitvoerlegging van het GTI inzake "ingebedde computersystemen". Om een passend beheer te waarborgen van de O&O-activiteiten, waarvoor in het raam van het zevende kaderprogramma (2007-2013) de aanzet is gegeven, moet de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden opgericht voor een periode die afloopt op 31 december 2017, periode die eventueel kan worden verlengd.

(12) De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet een entiteit zijn die is opgezet door de Gemeenschappen; decharge voor de uitvoering van de begroting moet worden gegeven door het Europees Parlement11, op aanbeveling van de Raad, waarbij echter wel rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de gemeen-schappelijke onderneming, resulterend uit de aard van de GTI's als publiek-private

11 Artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het

Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; corrigendum in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

NL 14 NL

partnerschappen en met name uit het feit dat de particuliere sector bijdraagt in de begroting.

(13) De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet aan verbintenissen voldoen ingevolge internationale overeenkomsten. Te dien einde moet zij worden beschouwd als een internationale instelling in de zin van artikel 22 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energie-voorziening, vervoer en postdiensten12, en artikel 15 van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten13.

(14) De doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moeten worden nagestreefd door het samenbrengen van middelen uit de openbare en particuliere sectoren met het oog op de ondersteuning van O&O-activiteiten in de vorm van projecten14. Daartoe moet de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen kunnen organiseren voor het ten uitvoer leggen van onderdelen van haar onderzoeksagenda. Dergelijke O&O-activiteiten moeten de binnen het zevende kaderprogramma vigerende fundamentele ethische beginselen in acht nemen.

(15) De oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moeten de Europese Gemeenschap zijn, alsook [….] en ARTEMISIA, een vereniging die ondernemingen en andere O&O-organisaties welke actief zijn op het gebied van ingebedde computersystemen in Europa vertegenwoordigt. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet openstaan voor nieuwe leden.

(16) De regels voor de organisatie en werking van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moeten in de statuten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden vastgelegd.

(17) ARTEMISIA heeft een intentieverklaring ter ondersteuning van de oprichting en functionering van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, als omschreven in de statuten daarvan, ondertekend.

(18) De O&O-activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moeten gedeeltelijk door de Europese Gemeenschap worden ondersteund.

(19) De publieke financiering voor de O&O-activiteiten die worden ondersteund na door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gepubliceerde vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, moet bestaan uit de nationale financiële bijdragen van de lidstaten van ARTEMIS en een financiële bijdrage van de

12 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/97/EG (PB L 363

van 20.12.2006, blz. 107). 13 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/97/EG

(PB L 363 van 20.12.2006, blz. 107). 14 "Project" betekent een project voor onderzoek en ontwikkeling dat door de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS is geselecteerd op basis van een vergelijkende uitnodiging tot het indienen van voorstellen en dat vervolgens gedeeltelijk wordt gefinancierd door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 15 NL

gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. De financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet worden geleverd als een percentage van de O&O-kosten die de deelnemers van het desbetreffende project maken. Dit percentage moet bij ongeacht welke uitnodiging tot het indienen van voorstellen gelijk zijn voor alle deelnemers in het project.

(20) Gedurende de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS brengen de aan een project deelnemende O&O-organisaties middelen aan die ten minste gelijk zijn aan of groter zijn dan de totale publieke middelen die voor de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten zijn gereserveerd.

(21) Gezien de noodzaak stabiele arbeidsvoorwaarden en een gelijke behandeling van personeel te waarborgen en teneinde gespecialiseerd wetenschappelijk en technisch personeel van het hoogste kaliber aan te trekken, is de toepassing noodzakelijk van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen ("het personeelsstatuut") op al het door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aangeworven personeel.

(22) Rekening houdend met het feit dat de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS geen economisch oogmerk heeft, is het voor de uitvoering van haar taken nodig dat het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van toepassing is op de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en haar personeel.

(23) Als een instelling met rechtspersoonlijkheid moet de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS verantwoordelijk zijn voor haar handelingen. Wanneer dat relevant is, moet het Europese Hof van Justitie bevoegd zijn voor de beslechting van geschillen die rijzen bij de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming.

(24) De Commissie en de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moeten regelmatig bij het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de voortgang van de werkzaamheden.

(25) De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet, na voorafgaand overleg met de Commissie, een afzonderlijk financieel reglement15 krijgen waarin rekening is gehouden met de specifieke functioneringsbehoeften van de onderneming, die met name het gevolg zijn van het feit dat communautaire en nationale financiering ter ondersteuning van O&O-activiteiten op een efficiënte en snelle wijze moeten worden gecombineerd.

(26) Er moeten passende maatregelen worden genomen om onregelmatigheden en fraude tegen te gaan, en de nodige stappen moeten worden gezet om verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist gebruikte middelen in te vorderen in overeenstemming met Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese

15 Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de

financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; corrigendum in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

NL 16 NL

Gemeenschappen16, Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden17 en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding18.

(27) Het intellectuele-eigendomsbeleid moet kennisschepping en –exploitatie bevorderen.

(28) De Commissie en ARTEMISIA moeten alle nodige voorbereidende maatregelen treffen voor het opzetten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

(29) Aangezien de doelstelling van de voorgestelde actie, namelijk de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, niet op een afdoende manier kan worden bereikt door de lidstaten, gezien het ontbreken van een passend juridisch en organisationeel kader op Europees niveau, en deze doelstelling bijgevolg beter op communautair niveau kan worden bereikt aangezien alleen communautaire actie een juridisch en organisationeel O&O-kader tot stand kan brengen dat het mogelijk maakt de middelen van de bij O&O betrokken partijen, de Commissie en de nationale regeringen te bundelen, kan de Gemeenschap, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag, maatregelen treffen. In overeenstemming met het in datzelfde artikel genoemde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te bereiken.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Oprichting van een gemeenschappelijke onderneming

1. Voor de toepassing van het gezamenlijk technologie-initiatief (GTI) inzake ingebedde computersystemen in de zin van artikel 171 van het Verdrag, hierna de "gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS" genoemd, wordt voor een periode die eindigt op 31 december 2017 een gemeenschappelijke onderneming opgericht. Deze periode kan worden verlengd via een herziening van deze verordening.

2. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS heeft rechtspersoonlijkheid. Zij geniet in de lidstaten de ruimste rechtsbevoegdheid die krachtens de wetgeving van die lidstaten aan rechtspersonen wordt verleend. Zij kan met name roerende en onroerende goederen verwerven of vervreemden en in rechte optreden.

Zij wordt beschouwd als een internationale instelling in de zin van artikel 22, onder c, van Richtlijn 2004/17/EG19 en van artikel 15, onder c, van Richtlijn 2004/18/EG20.

16 PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1. 17 PB L 295 van 15.11.1996, blz. 2. 18 PB L 136 van 31.5.1999, blz.1. 19 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/97/EG (PB L 363

van 20.12.2006, blz. 107). 20 PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/97/EG (PB L 363

van 20.12.2006, blz. 107).

NL 17 NL

3. De zetel van de gemeenschappelijke onderneming bevindt zich in Brussel, België.

4. De statuten van de gemeenschappelijke onderneming zijn in bijlage toegevoegd.

Artikel 2 Doelstellingen

De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema "Informatie- en communicatietechnologieën" van het specifiek programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013). Zij zal met name:

(a) een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen. Activiteiten voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda worden hierna "O&O-activiteiten" genoemd;

(b) O&O-activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten21 die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

(c) een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van communautaire, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

(d) zorgen voor de efficiëntie en duurzaamheid van het GTI inzake ingebedde computersystemen;

(e) synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (EUREKA).

Artikel 3 Leden

1. De oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS (hierna de "oprichtende leden" genoemd) zijn:

21 "Project" betekent een project voor onderzoek en ontwikkeling dat door de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS is geselecteerd op basis van een vergelijkende uitnodiging tot het indienen van voorstellen en dat vervolgens gedeeltelijk wordt gefinancierd door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 18 NL

(a) de Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie;

(b) [… …];

(c) de ARTEMISIA-vereniging (hierna "ARTEMISIA" genoemd).

2. Op voorwaarde dat zij de in artikel 2, genoemde doelstellingen onderschrijven mogen de volgende entiteiten toetreden tot de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS:

(a) andere lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen;

(b) alle niet tot de EU behorende landen of niet-kandidaat-lidstaten of niet-geassocieerde landen (hierna "derde landen" genoemd) met O&O-beleid of -programma's op het gebied van ingebedde computersystemen;

(c) elke juridische entiteit die in staat is op betekenisvolle wijze bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

3. De oprichtende leden en nieuwe leden als bedoeld in lid 2 worden hierna "leden" genoemd.

4. De lidstaten en geassocieerde landen die lid zijn van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden hierna de "ARTEMIS-lidstaten" genoemd.

Artikel 4 Financieringsbronnen

1. De activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden gezamenlijk gefinancierd door financiële bijdragen via voorafbetalingen en bijdragen in natura van haar leden met het oog op het financieren van de lopende kosten22 en de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten.

2. De lopende kosten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de periode die afloopt op 31 december 2017 worden gedekt door de volgende bijdragen:

(a) een financiële bijdrage van ARTEMISIA van maximaal 20 miljoen euro of maximaal 1% van de totale kostprijs van projecten23, naargelang wat het hoogste bedrag is, zonder dat dit bedrag [30] miljoen euro overschrijdt;

(b) een financiële bijdrage van de Gemeenschap van maximaal 10 miljoen euro;

(c) bijdragen in natura van de ARTEMIS-lidstaten.

22 De "lopende kosten" zijn de kosten om de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te doen

functioneren, exclusief de financiering van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. 23 "Project" betekent een project voor onderzoek en ontwikkeling dat door de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS is geselecteerd op basis van een vergelijkende uitnodiging tot het indienen van voorstellen en dat vervolgens gedeeltelijk wordt gefinancierd door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 19 NL

3. De O&O-activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de periode die afloopt op 31 december 2017 worden gedekt door de volgende bijdragen:

(a) een financiële bijdrage van de Gemeenschap van maximaal 410 miljoen euro ter financiering van projecten;

(b) financiële bijdragen van de ARTEMIS-lidstaten, geleverd in de vorm van jaarlijkse vastleggingen met directe betalingen aan organisaties voor onderzoek en ontwikkeling die deelnemen aan de O&O-projecten;

(c) bijdragen in natura door organisaties voor onderzoek en ontwikkeling teneinde hun aandeel te leveren ter dekking van de kosten voor de uitvoering van de projecten.

4. De maximale communautaire bijdrage in de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS bedraagt 420 miljoen euro en wordt betaald uit de begrotingskredieten die zijn toegewezen aan het thema "Informatie- en communicatietechnologieën" van het specifiek programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013), overeenkomstig de bepalingen van artikel 54, lid 2, onder b), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

5. De regeling voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt vastgelegd in een algemene overeenkomst en jaarlijkse financieringsovereenkomsten die worden gesloten tussen de Commissie, namens de Gemeenschap, en de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

6. De financiële bijdragen van de leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden betaald via voorafbetalingen.

7. Elk nieuw lid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS dat geen lidstaat of geassocieerd land is, levert een financiële bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 5 Organen

De organen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zijn:

– de raad van bestuur;

– de raad van openbare instanties;

– het comité Industrie en Onderzoek;

– de uitvoerend directeur.

NL 20 NL

Artikel 6 Financieel reglement

1. Het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS is gebaseerd op de beginselen van de financiële kaderregeling24. Het kan afwijken van deze kaderregeling wanneer specifieke bedrijfsbehoeften van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS dat noodzakelijk maken en na voorafgaande raadpleging van de Commissie.

2. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS krijgt een eigen intern controle-orgaan.

Artikel 7 Financiering van O&O-activiteiten

1. De publieke financiering voor projecten, geselecteerd op basis van door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gepubliceerde vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, bestaat uit de nationale financiële bijdragen van de ARTEMIS-lidstaten en/of uit de financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

2. De bijdrage van de Gemeenschap in de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt gebruikt voor de financiering van projecten, geselecteerd op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. De volgende juridische entiteiten komen in aanmerking voor dergelijke financiering:

(a) in de ARTEMIS-lidstaten gevestigde juridische entiteiten die na de gunningsprocedures van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS een subsidie-overeenkomst voor een project hebben gesloten met de betrokken nationale autoriteit;

(b) juridische entiteiten die gevestigd zijn in lidstaten of geassocieerde landen die geen lid zijn van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. In een dergelijk geval kunnen die landen een administratieve regeling treffen met de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS om de deelname van hun ondernemingen en organisaties voor onderzoek en ontwikkeling mogelijk te maken.

3. In de door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gelanceerde en gepubliceerde uitnodigingen tot het indienen van voorstellen wordt de totaalbegroting voor elke uitnodiging vermeld. In deze begroting worden de bedragen vermeld die op nationaal niveau zijn vastgelegd door elke ARTEMIS-lidstaat, alsook het bedrag dat is geraamd als financiële bijdrage van de

24 Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de

financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; corrigendum in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

NL 21 NL

gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. In de uitnodiging worden de evaluatiecriteria op basis van de doelstellingen van de uitnodiging aangegeven.

4. Tenzij de raad van openbare instanties op voorstel van de vertegenwoordiger van de Gemeenschap anderszins beslist, is de financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan de begroting van elke uitnodiging equivalent aan 55% van het totale bedrag dat is vastgelegd door de ARTEMIS-lidstaten.

5. Bij de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en de evaluatie en selectie van projecten worden de volgende regels in acht genomen:

(a) Door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gelanceerde uitnodigingen tot het indienen van voorstellen staan open voor kandidaten die gevestigd zijn in ARTEMIS-lidstaten en in elke andere lidstaat van de Europese Unie of in geassocieerde landen.

(b) Consortia van deelnemers in projectvoorstellen die zijn ingediend in reactie op deze uitnodigingen moeten ten minste drie onderling onafhankelijke entiteiten25 omvatten die gevestigd zijn in ten minste drie ARTEMIS-lidstaten.

(c) Tijdens het evaluatie- en selectieproces wordt erover gewaakt dat bij de toekenning van de publieke financiering van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS de beginselen van uitmuntendheid en concurrentie in acht worden genomen.

(d) Na de evaluatie van de voorstellen stelt de raad van openbare instanties een gerangschikte lijst van voorstellen op op basis van duidelijke evaluatiecritria en hun gezamenlijke bijdrage tot het bereiken van de doelstellingen van de uitnodiging.

(e) De raad van openbare instanties neemt een besluit over de selectie van de voorstellen en de toewijzing van publieke financiering aan de geselecteerde voorstellen tot de grens van de beschikbare begroting is bereikt, rekening houdend met de nationale criteria om in aanmerking te worden genomen. Dit besluit is bindend en definitief voor ARTEMIS-lidstaten.

6. Bij de financiering van projecten worden de volgende regels in acht genomen:

(a) De financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan deelnemers in projecten wordt geleverd als vast percentage van de totale kosten, op een passend moment bepaald door de financierende autoriteiten die de subsidie-overeenkomsten sluiten. Dit percentage wordt jaarlijks vastgelegd door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en kan maximaal 16,7% bedragen. Dit percentage is gelijk voor alle deelnemers in projecten geselecteerd op basis van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

25 "Onderling onafhankelijke entiteiten" als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1906/2006 van

18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname aan acties op grond van het zevende kaderprogramma.

NL 22 NL

(b) ARTEMIS-lidstaten sluiten subsidie-overeenkomsten met deelnemers in projecten overeenkomstig hun nationale regels, met name wat de criteria om in aanmerking te worden genomen en andere financiële en wettelijke vereisten betreft. Wanneer van toepassing worden de nationale financiële bijdragen van ARTEMIS-lidstaten direct betaald aan de deelnemers in projecten overeenkomstig de nationale subsidie-overeenkomsten. De ARTEMIS-lidstaten spannen zich maximaal in om de subsidie-overeenkomsten tijdig te sluiten en hun financiële bijdrage tijdig vrij te geven.

Artikel 8 Personeelsstatuut

1. Het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen en de regels die gezamenlijk zijn vastgesteld door de instellingen van de Europese Gemeenschap met het doel dit statuut en deze regeling toe te passen, gelden voor het personeel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en de uitvoerend directeur daarvan.

2. Wat haar personeel betreft, oefent de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS de bevoegdheden uit die haar door de benoemende autoriteit zijn verleend op grond van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en op grond van de bevoegdheid contracten te sluiten overeenkomstig de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.

3. In samenspraak met de Commissie stelt de raad van bestuur de nodige tenuitvoerleggingsmaatregelen vast, overeenkomstig artikel 110 van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.

4. De raad van bestuur kan bepalingen vaststellen om het mogelijk te maken dat deskundigen uit de lidstaten worden gedetacheerd naar de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 9 Voorrechten en immuniteiten

Het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen is van toepassing op de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en haar personeel.

Artikel 10 Aansprakelijkheid

1. De contractuele aansprakelijkheid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt geregeld door de wetgeving die van toepassing is op de relevante contractuele bepalingen.

2. In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, overeenkomstig de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben, alle schade die door haar personeels-leden bij de uitoefening van hun taken is veroorzaakt.

NL 23 NL

3. Elke betaling door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS in verband met de aansprakelijkheid, bedoeld in de leden 1 en 2, en de daarmee verband houdende kosten en uitgaven worden beschouwd als uitgaven van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en worden gedekt door de middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 11 Bevoegdheid van het Hof van Justitie en toepasselijke wetgeving

1. Het Hof van Justitie is bevoegd om uitspraak te doen:

(a) in elk geschil tussen de leden dat verband houdt met de inhoud van deze verordening en de in artikel 1 bedoelde statuten;

(b) ingevolge alle arbitragebedingen in door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gesloten overeenkomsten en contracten;

(c) in gevallen waarin overeenkomstig de artikelen 230 en 232 van het Verdrag beroep is ingesteld tegen de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, met inbegrip van besluiten van haar organen;

(d) in geschillen over vergoeding van schade die door personeelsleden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS veroorzaakt wordt bij de uitoefening van hun taken.

2. Op alle aangelegenheden die niet bij deze verordening of andere besluiten van het Gemeenschapsrecht zijn geregeld, is het recht van de staat waar de zetel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zich bevindt, van toepassing.

Artikel 12 Verslaggeving, evaluatie en decharge

1. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een jaarlijks verslag in over de voortgang die de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS heeft gemaakt.

2. Uiterlijk op 31 december 2010 en op 31 december 2015 maakt de Commissie, met bijstand van onafhankelijke deskundigen, een tussentijdse evaluatie op van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. Deze evaluatie heeft betrekking op de kwaliteit en efficiëntie van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en de voortgang in het bereiken van de doelstellingen. De Commissie deelt de conclusies daarvan, vergezeld van haar opmerkingen, mee aan de Raad en het Europees Parlement.

3. Eind 31 maart 2018 maakt de Commissie met bijstand van onafhankelijke deskundigen een eindevaluatie op van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. De resultaten van deze eindevaluatie worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

4. Decharge voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt, in het kader van een procedure als neergelegd in het

NL 24 NL

financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, door het Europees Parlement verleend op aanbeveling van de Raad.

Artikel 13 Bescherming van de financiële belangen van de leden en fraudebestrijdingsmaatregelen

1. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS waakt erover, door het uitvoeren of laten uitvoeren van de nodige interne en externe controles, dat de financiële belangen van haar leden op adequate wijze worden beschermd.

2. In het geval van onregelmatigheden behouden de leden zich het recht voor ten onrechte uitgegeven bedragen in te vorderen of alle latere bijdragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS te verlagen of op te schorten.

3. Ten aanzien van de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige handelingen is Verordening (EG) nr. 1073/1999 van toepassing.

4. De Commissie en de Europese Rekenkamer kunnen zo nodig controles ter plaatse uitvoeren bij de begunstigden van financiële middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS alsook bij de personen die verantwoordelijk zijn voor de toekenning van deze middelen. Daartoe zal de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS erop toezien dat subsidie-overeenkomsten en contracten voorzien in het recht van de Commissie en de Rekenkamer om de nodige controles uit te voeren en, indien onregelmatigheden aan het licht komen, afschrikkende en evenredige boetes op te leggen.

5. Het bij Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie opgerichte Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) krijgt dezelfde bevoegdheden voor de gemeenschappelijke onderneming en het personeel daarvan als het heeft voor de Commissiediensten. Zodra de gemeenschappelijke onderneming is opgericht, treedt zij toe tot het Interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie betreffende de interne onderzoeken verricht door het OLAF. De raad van bestuur keurt deze toetreding goed en stelt de nodige maatregelen vast om door het OLAF verrichte interne onderzoeken te vergemakkelijken.

Artikel 14 Vertrouwelijkheid

De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS beschermt de gevoelige informatie waarvan openbaarmaking de belangen van haar leden zou kunnen schaden.

Artikel 15 Intellectuele eigendom

De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS neemt regels aan die gelden voor de verspreiding van onderzoeksresultaten welke waarborgen dat, voor zover nodig, intellectuele eigendom die bij O&O-activiteiten op grond van deze verordening is voortgebracht, wordt beschermd en dat onderzoeksresultaten worden benut en verspreid.

NL 25 NL

Artikel 16 Voorbereidende activiteiten

De Commissie en ARTEMISIA zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van alle voorbereidende activiteiten met het oog op de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS totdat de voor de werking ervan verantwoordelijke organen operationeel zijn.

Artikel 17 Ondersteuning door het gastland

Tussen de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en het gastland wordt een gastheerschapsovereenkomst gesloten betreffende bureelruimte, voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende maatregelen die door België aan de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden verstrekt.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking op de […] dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

NL 26 NL

BIJLAGE

STATUTEN VAN DE

GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING ARTEMIS

Artikel 1 Naam, locatie, duur, rechtspersoonlijkheid

1. De naam van de gemeenschappelijke onderneming luidt: "Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS".

2. De onderneming heeft haar zetel in Brussel, België.

3. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt opgericht voor een periode die afloopt op 31 december 2017, te rekenen vanaf de dag van bekendmaking van deze statuten in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4. Deze periode kan worden verlengd via wijziging van deze statuten in overeenstemming met de bepalingen van artikel 23, rekening houdend met de voortgang die is gemaakt met het bereiken van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en mits de financiële duurzaamheid is verzekerd.

5. De Gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS heeft rechtspersoonlijkheid. In alle lidstaten van de Europese Gemeenschap bezit zij de ruimste rechtsbevoegdheid die door de wetgeving van de betrokken lidstaat aan rechtspersonen wordt verleend. Zij kan met name roerende en onroerende goederen verwerven of vervreemden en in rechte optreden.

Artikel 2 Doelstellingen en taken

1. De doelstelling van de Gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS is bij te dragen tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en tot het thema "informatie- en communicatie-technologieën" van het specifiek programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013). Zij zal met name:

(a) een "onderzoeksagenda" vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentie-vermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen. Activiteiten voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda worden hierna "O&O-activiteiten" genoemd;

NL 27 NL

(b) de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten, met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geslecteerde projecten26;

(c) een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van communautaire, nationale en particiuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

(d) zorgen voor de efficiëntie en duurzaamheid van het GTI inzake ingebedde computersystemen;

(e) de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (EUREKA).

2. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS heeft onderstaande hoofdtaken:

(a) zorgen voor het opzetten en op een duurzame wijze beheren van het GTI inzake ingebedde computersystemen;

(b) vastleggen en zo nodig wijzigen van het strategisch meerjarenplan, inclusief de onderzoeksagenda, als bedoeld in artikel 14;

(c) vastleggen en ten uitvoer leggen van de jaarlijkse plannen voor de uitvoering van het strategisch meerjarenplan als bedoeld in artikel 14;

(d) uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uitschrijven, projectvoorstellen evalueren en subsidies toekennen op basis van open, transparante en doeltreffende procedures, binnen de grenzen van de beschikbare middelen;

(e) ontwikkelen van nauwe samenwerking en zorgen voor coördinatie met Europese, nationale en trans-nationale activiteiten, organisaties en betrokken partijen met het doel een vruchtbare innovatie-omgeving in Europa en betere synergieën en exploitatie van onderzoeks- en ontwikkelingsresultaten op het gebied van ingebedde computersystemen tot stand te brengen;

(f) bewaken van de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en de nodige aanpassingen aanbrengen in het licht van de ontwikkelingen bij de tenuitvoerlegging;

26 "Project" betekent een project voor onderzoek en ontwikkeling dat door de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS is geselecteerd op basis van een vergelijkende uitnodiging tot het indienen van voorstellen en dat vervolgens gedeeltelijk wordt gefinancierd door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 28 NL

(g) beheren van communicatie en verspreiding van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS onverminderd geheimhoudings-verplichtingen;

(h) publiceren van informatie over de projecten, met inbegrip van de naam van de deelnemers en de hoogte van de financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(i) uitvoeren van alle andere activiteiten die nodig zijn om de in lid 1 genoemde doelstellingen te bereiken.

Artikel 3 Leden

1. De oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS (hierna "de oprichtende leden" genoemd) zijn:

(a) de Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie;

(b) […..];

(c) de ARTEMISIA-vereniging (hierna "ARTEMISIA" genoemd), een vereniging zonder winstoogmerk, geregistreerd overeenkomstig Nederlands recht (registratienr. 17201341) met zetel geregistreerd in Eindhoven (Nederland), die optreedt als vertegenwoordiger van de ondernemingen en andere O&O-organisaties op het gebied van ingebedde computersystemen in Europa.

2. Op voorwaarde dat zij de in artikel 2, lid 1, genoemde doelstellingen onderschrijven kunnen de volgende entiteiten toetreden tot de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS:

(a) andere lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen;

(b) alle niet tot de EU behorende landen of niet-kandidaat-lidstaten of niet-geassocieerde landen (hierna "derde landen" genoemd) met een beleid en programma's voor O&O op het gebied van ingebedde computersystemen;

(c) elke andere juridische entiteit die in staat is op betekenisvolle wijze bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

3. De oprichtende leden en nieuwe leden als bedoeld in lid 2 worden hierna "leden" genoemd.

4. De lidstaten en geassocieerde landen die lid zijn van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden hierna de "ARTEMIS-lidstaten" genoemd. Elke ARTEMIS-lidstaat benoemt zijn vertegenwoordiger in de organen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en wijst de nationale entiteit of entiteiten aan die zal/zullen voldoen aan zijn/hun verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 29 NL

5. De ARTEMIS-lidstaten en de Commissie worden hierna de "openbare instanties" van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS genoemd.

Artikel 4 Toetreding en wijziging van het lidmaatschap

1. Nieuwe aanvragen voor lidmaatschap van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden overeenkomstig artikel 6, lid 2, onder a), gericht tot de raad van bestuur.

2. Lidstaten van de Europese Unie of geassocieerde landen die geen oprichtende leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zijn, worden lid nadat zij de raad van bestuur in kennis hebben gesteld van hun schriftelijke aanvaarding van deze statuten en alle andere bepalingen die de functionering van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS regelen.

3. Aanvragen voor lidmaatschap van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS door derde landen worden in overweging genomen door de raad van bestuur die een aanbeveling zal richten tot de Commissie. De Commissie kan voorstellen om deze verordening bij de toetreding van het derde land te wijzigen afhankelijk van de succesvolle afronding van onderhandelingen met de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

4. Besluiten van de raad van bestuur over de toetreding van andere juridische entiteiten of aanbevelingen van de raad van bestuur inzake de toetreding van derde landen als nieuwe leden worden gemaakt op basis van de relevantie en potentiële toegevoegde waarde van de kandidaat voor het bereiken van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

5. Elk lid kan terugtreden uit de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. Terugtreding wordt effectief en onomkeerbeer zes maanden na de kennisgeving aan de overige leden, waarna het voormalige lid wordt vrijgesteld van alle verplichtingen buiten diegene die al bestonden voordat het terugtrad.

Artikel 5 Organen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS

De organen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zijn:

– de raad van bestuur;

– de raad van openbare instanties;

– het comité Industrie en Onderzoek;

– de uitvoerend directeur.

Artikel 6 Raad van bestuur

1. Samenstelling en besluitvormingsproces

NL 30 NL

(a) De raad van bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en de voorzitter van het comité Industrie en Onderzoek.

(b) Elk lid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS benoemt zijn vertegenwoordigers en een afgevaardigde die beschikt over het stemrecht van het lid binnen de raad van bestuur. De voorzitter van het comité Industrie en Onderzoek heeft geen stemrecht.

(c) ARTEMISIA en de openbare instanties beschikken over een gelijk aantal stemmen dat samen goed is voor ten minste 90% van het totale aantal stemmen. De initiële verdeling van de stemrechten is 50% voor ARTEMISIA en 50% voor de openbare instanties.

(d) De verdeling van de stemmen voor de openbare instanties wordt jaarlijks vastgelegd naargelang van de middelen die zij in de afgelopen twee begrotingsjaren hebben uitgetrokken voor projecten27. De Commissie behoudt steeds een minimum van 10% van de stemmen.

(e) In het eerste begrotingsjaar en in elk daaropvolgend begrotingsjaar waarin twee of minder ARTEMIS-lidstaten overheidsmiddelen hebben vastgelegd voor projecten in de afgelopen begrotingsjaren, beschikt de Commissie over een derde van de stemmen van de openbare instanties. De resterende twee derde van de stemmen worden gelijkelijk verdeeld over de ARTEMIS-lidstaten.

(f) Het stemrecht van elk nieuw lid dat geen lidstaat van de Europese Unie of geen geassocieerd land is, wordt door de raad van bestuur bepaald voordat dit land toetreedt tot de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

(g) Besluiten worden genomen met een meerderheid van ten minste 75% van de stemmen tenzij uitdrukkelijk anderszins bepaald in deze statuten. Bij alle besluiten van de raad van bestuur met betrekking tot het gebruik van de financiële bijdrage van de Gemeenschap, elke wijziging van deze statuten en elke wijziging van het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS beschikt de Gemeenschap over een vetorecht.

(h) De vertegenwoordigers zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor activiteiten die in hun capaciteit als vertegenwoordiger in de raad van bestuur worden opgezet.

2. Rol en taken

De raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van haar activiteiten.

De raad van bestuur is met name belast met het:

27 "Project" betekent, een onderzoeks- en/of ontwikkelingsproject dat door de gemeenschappelijke

onderneming ARTEMIS na een vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen is geselecteerd en dat vervolgens gedeeltelijk is gefinancierd door de gemeenschappelijke onderneming.

NL 31 NL

(a) evalueren van nieuwe aanvragen voor lidmaatschap en het vaststellen of aanbevelen van wijzigingen in het lidmaatschap overeenkomstig artikel 4;

(b) beslissen over de beëindiging van het lidmaatschap van elk lid dat zijn verplichtingen niet nakomt en het probleem niet heeft opgelost binnen een door de uitvoerend directeur vastgestelde redelijke termijn, onverminderd de bepalingen van het Verdrag die de naleving van het Gemeenschapsrecht verzekeren;

(c) aannemen van het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS overeenkomstig artikel 13 van deze statuten;

(d) goedkeuren en vaststellen van voorgestelde wijzigingen van de statuten overeenkomstig artikel 23;

(e) aannemen van het strategisch meerjarenplan, inclusief de onderzoeksagenda;

(f) toezicht op het geheel van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(g) toezicht op de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het strategisch meerjarenplan;

(h) aannemen van het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan en de jaarlijkse begroting, inclusief de personeelsformatie;

(i) aannemen van het jaarverslag en de jaarrekening en balans;

(j) aanwijzen, ontslaan of vervangen van de uitvoerend directeur, geven van richtsnoeren voor de uitvoerend directeur en toezicht op de prestaties van de uitvoerend directeur;

(k) superviseren van het interne controle-orgaan van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(l) aannemen van het statuut van het personeel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS overeenkomstig artikel 18;

(m) oprichten van comités of werkgroepen om specifieke taken uit te voeren;

(n) vaststellen van zijn reglement van orde overeenkomstig lid 3 van dit artikel;

(o) toewijzen van alle taken die niet specifiek aan een van de organen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zijn toegewezen.

3. Reglement van orde

(a) De raad van bestuur komt ten minste twee keer per jaar bijeen, normaliter op de zetel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

(b) De vergaderingen van de raad van bestuur worden voorgezeten door de voorzitter van het comité Industrie en Onderzoek.

NL 32 NL

(c) Tenzij anderszins wordt bepaald in bijzondere gevallen neemt de uitvoerend directeur deel aan de vergaderingen.

(d) Totdat de raad van bestuur zijn eigen reglement van orde heeft aangenomen, worden de vergaderingen bijeengeroepen door de Commissie.

(e) Het quorum van de raad van bestuur bestaat uit de Commissie, ARTEMISIA en ten minste drie ARTEMIS-lidstaten.

Artikel 7 Raad van de openbare instanties

1. Samenstelling en besluitvormingsproces

(a) De raad van openbare instanties bestaat uit de openbare instanties van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

(b) Elke openbare instantie benoemt haar vertegenwoordigers en een afgevaardigde die beschikt over het stemrecht in de raad van openbare instanties.

(c) Een derde van de stemrechten in de raad van openbare instanties wordt toegewezen aan de Gemeenschap; de overige twee derde van de stemrechten worden op jaarbasis toegewezen aan de andere leden van de raad van openbare instanties recht evenredig met hun financiële bijdrage aan de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor datzelfde jaar overeen-komstig artikel 10, lid 5, met een maximum voor elk lid van 50% van het totale aantal stemmen in deze raad.

(d) Indien minder dan drie ARTEMIS-lidstaten aan de uitvoerend directeur mededeling hebben gedaan van hun financiële bijdrage overeenkomstig artikel 10, lid 5, beschikt de gemeenschap over een derde van de stemmen, terwijl de overige twee derde gelijkelijk worden verdeeld over de ARTEMIS-lidstaten.

(e) Besluiten worden genomen met ten minste 60% van het totale aantal stemmen.

(f) De vertegenwoordiger van de Gemeenschap heeft een vetorecht bij alle besluiten van de raad van bestuur met betrekking tot het gebruik van haar eigen financiële bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

2. Rol en taken

De raad van openbare instanties:

(a) waakt erover dat de beginselen van eerlijkheid en transparantie naar behoren worden nagekomen bij de toewijzing van publieke middelen aan deelnemers in projecten;

(b) stelt het jaarlijkse werkprogramma vast, op voorstel van het comité Industrie en Onderzoek, met inbegrip van de middelen die beschikbaar zijn voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

NL 33 NL

(c) neemt het reglement van orde aan voor uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, voor de evaluatie en selectie van voorstellen en voor de monitoring van de projecten;

(d) neemt, op voorstel van de vertegenwoordiger van de Commissie, een besluit over de financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan de begroting voor uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

(e) keurt de lancering van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen goed;

(f) beslist op basis van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen over de selectie van projectvoorstellen die in aanmerking komen overheidsfinanciering;

(g) neemt, op voorstel van de vertegenwoordiger van de Commissie, een besluit over het percentage van de in artikel 16, lid 5, onder a), bedoelde financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan projecten die in een bepaald jaar op basis van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen zijn geselecteerd;

(h) stelt zijn reglement van orde vast overeenkomstig lid 3 van dit artikel.

3. Reglement van orde

(a) De raad van openbare instanties komt ten minste twee keer per jaar bijeen, normaliter op de zetel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

(b) De raad van openbare instanties kiest zijn voorzitter.

(c) Totdat de raad van openbare instanties zijn reglement van orde heeft aangenomen, worden de vergaderingen bijeengeroepen door de Commissie.

(d) Het quorum van de raad van openbare instanties bestaat uit de Commissie en ten minste drie ARTEMIS-lidstaten.

Artikel 8 Comité Industrie en Onderzoek

1. Samenstelling

(a) ARTEMISIA wijst de leden van het comité Industrie en Onderzoek aan.

(b) Het comité Industrie en Onderzoek bestaat uit niet meer dan 25 leden.

2. Rol en taken

Het comité Industrie en Onderzoek:

(a) werkt een ontwerp van strategisch meerjarenplan uit, inclusief de vaststelling en actualisering van de onderzoeksagenda, en dient dit plan ter goedkeuring in bij de raad van bestuur;

NL 34 NL

(b) werkt een ontwerp van het jaarlijks werkprogramma uit, inclusief voorstellen voor de inhoud van door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te publiceren uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

(c) werkt voorstellen uit met betrekking tot de technologische-, onderzoeks- en innovatiestrategie van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(d) werkt voorstellen uit voor activiteiten voor de totstandbrenging van open innovatie-omgevingen, de bevordering van de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen, de uitwerking van normen, op een transparante wijze en openstaand voor deelname, de internationale samenwerking, de verspreiding van resultaten en de public relations;

(e) adviseert de andere organen over alle kwesties die verband houden met de planning van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's, het bevorderen van partnerships en het mobiliseren van middelen in Europa met het oog op het verwezenlijken van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(f) wijst waar dat nodig is werkgroepen aan, onder de algemene coördinatie van één of meer leden van dit comité, met het oog op de verwezenlijking van bovengenoemde taken;

(g) stelt zijn reglement van orde vast overeenkomstig lid 3 van dit artikel.

3. Reglement van orde

(a) Het comité Industrie en Onderzoek komt ten minste twee keer per jaar bijeen.

(b) Het comité Industrie en Onderzoek kiest een voorzitter.

(c) Totdat het comité Industrie en Onderzoek zijn eigen reglement van orde heeft aangenomen, worden de vergaderingen bijeengeroepen door ARTEMISIA.

Artikel 9 Uitvoerend directeur

1. De uitvoerend directeur is als hoogste uitvoerende functionaris belast met het dagelijks beheer van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en is de wettige vertegenwoordiger ervan. Hij/zij voert zijn/haar taken onafhankelijk uit en is verantwoording verschuldigd aan de raad van bestuur.

2. Uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten wijst de raad van bestuur de uitvoerend directeur aan voor een periode van maximaal 3 jaar. Na een evaluatie van de prestaties van de uitvoerend directeur, kan de raad van bestuur het mandaat eenmalig voor een duur van maximaal vier jaar verlengen.

3. De rol en de taken van de uitvoerend directeur zijn:

(a) de voorbereiding, in samenwerking met het comité Industrie en Onderzoek, van het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan en de jaarlijkse begroting en de indiening daarvan ter goedkeuring bij de raad van bestuur;

NL 35 NL

(b) het toezicht op de algemene organisatie en uitvoering van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan binnen het kader en de regels van deze statuten en de daarop volgende door de raad van bestuur en de raad van openbare instanties vastgestelde besluiten;

(c) de voorbereiding van het jaarverslag en de jaarrekening en balans en de indiening daarvan ter goedkeuring bij de raad van bestuur;

(d) het ter goedkeuring aan de raad van bestuur voorleggen van voorstellen betreffende de interne functionering van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(e) het ter goedkeuring aan de raad van openbare instanties voorleggen van voorstellen betreffende het reglement van orde voor door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te publiceren uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, met inbegrip van het desbetreffende evaluatie- en selectieproces voor projectvoorstellen;

(f) het beheer van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, het evaluatie-, selectie- en onderhandelingsproces met betrekking tot geselecteerde project-voorstellen en de daarop volgende periodieke monotoring en follow-up van geselecteerde projecten, binnen het door de raad van openbare instanties verstrekte mandaat;

(g) het sluiten van subsidie-overeenkomsten voor de uitvoering van de O&O-activiteiten als bedoeld in artikel 15 en 16 en van de dienstverlenings- en leveringscontracten ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS als bedoeld in artikel 17;

(h) het goedkeuren van alle door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te verrichten betalingen;

(i) het vaststellen en uitvoeren van de nodige maatregelen en acties ter beoordeling van de vooruitgang die de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS boekt bij het verwezenlijken van haar doelstellingen, inclusief onafhankelijke monitoring en auditing om de doeltreffendheid en prestaties van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te beoordelen;

(j) het organiseren van projectevaluaties en technische audits voor de beoordeling van de resultaten van onderzoek en ontwikkeling en het rapporteren van de desbetreffende resultaten aan de raad van bestuur;

(k) het uitvoeren van financiële audits, direct of via de nationale openbare instanties, betreffende de deelnemers aan projecten voor zover nodig, in overeenstemming met het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(l) het onderhandelen over de voorwaarden voor toetreding van nieuwe leden tot de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, namens en binnen het mandaat van de raad van bestuur;

NL 36 NL

(m) het uitvoeren van alle verdere acties die noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS waarin niet was voorzien in het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan, binnen de door de raad van bestuur vastgelegde grenzen en voorwaarden;

(n) het bijeenroepen van vergaderingen van de raad van bestuur en van de raad van openbare instanties en het bijwonen van deze vergaderingen als waarnemer wanneer dit passend is;

(o) het verstrekken van alle door de raad van bestuur opgevraagde informatie;

(p) het voorleggen aan de raad van bestuur van zijn/haar voorstel(len) betreffende de organisatiestructuur van het secretariaat;

(q) de volledige verantwoordelijkheid nemen voor de besluiten inzake het beheer van het personeel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(r) het uitvoeren van risico-evaluatie en -beheersanalyses en het voorstellen aan de raad van bestuur van de nodige verzekeringen die de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet nemen om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.

4. Er wordt een onder de verantwoordelijkheid van de uitvoerend directeur staand secretariaat opgericht om hem/haar te ondersteunen in al zijn/haar taken, onder meer:

(a) secretariaatsondersteuning ten behoeve van de organen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS;

(b) operationele ondersteuning van de evaluaties van voorstellen en de monitoring van projecten, inclusief ondersteuning bij de organisatie van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en de regeling van projectevaluaties en technische audits;

(c) vaststelling en beheer van een geschikt intern controle- en boekhoudingssysteem;

(d) financiële taken, inclusief de betaling van financiële bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan deelnemers in projecten;

(e) ondersteuning van communicatie-activiteiten zoals public relations, publicaties, verspreidingsactviteiten en organisatie van events;

(f) beheren van de aanbestedingen betreffende de goederen-/dienstenbehoeften van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS overeenkomstig het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming.

5. De niet-financiële taken van het secretariaat mogen door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden uitbesteed aan externe dienstenleveranciers. De desbetreffende contracten worden gesloten op basis van de bepalingen van het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 37 NL

Artikel 10 Financieringsbronnen

1. Alle middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden besteed aan de bevordering van de in artikel 2 van deze statuten genoemde doelstellingen.

2. De in de begroting ingeschreven middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS bestaan uit:

(a) de bijdragen van de leden in de lopende kosten, met uitzondering van de kosten als bedoeld in lid 4, onder c);

(b) een bijdrage van de Gemeenschap ter financiering van de O&O-activiteiten;

(c) alle door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gegenereerde inkomsten;

(d) alle andere bijdragen en inkomsten.

Alle interesten op de door haar leden betaalde bijdragen worden beschouwd als inkomsten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

3. Elke juridische entiteit die geen lid is mag een bijdrage in natura leveren aan de middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS overeenkomstig de voorwaarden waarover de uitvoerend directeur namens en binnen het mandaat van de raad van bestuur heeft onderhandeld.

4. De lopende kosten28 van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de periode die afloopt op 31 december 2017 worden gedragen door haar leden:

(a) ARTEMISIA levert een bijdrage van maximaal 20 miljoen euro of maximaal 1% van de totale kosten van de projecten, naargelang wat het hoogste bedrag is, maar zonder een bedrag van 30 miljoen euro te overschrijden;

(b) de Gemeenschap levert een bijdrage van maximaal 10 miljoen euro;

(c) ARTEMIS-lidstaten leveren bijdragen in natura voor het dekken van de lopende kosten door de tenuitvoerlegging van projecten te vergemakkelijken en publieke middelen te verstrekken zoals bedoeld in artikel 15 en 16;

(d) de bijdragen van de Gemeenschap en ARTEMISIA worden beschikbaar gesteld in overeenstemming met de bepalingen van de relevante jaarlijkse begroting. Voorafbetalingen worden uitgevoerd naargelang van de financiële behoeften van de gemeenschappelijke onderneming.

5. De kosten van de O&O-activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de periode die afloopt tot 31 december 2017, worden gedekt door:

28 De "lopende kosten" zijn de kosten om de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te doen

functioneren, exclusief de financiering van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten.

NL 38 NL

(a) een financiële bijdrage van de Gemeenschap van maximaal 410 miljoen euro ter financiering van projecten;

(b) financiële bijdragen van de ARTEMIS-lidstaten die in het totaal ten minste 1,8 maal de financiële bijdrage van de Gemeenschap bedragen. Deze bijdragen worden betaald door de projectdeelnemers overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 en 16. Jaarlijks, uiterlijk op een door de raad van bestuur te bepalen datum, delen de ARTEMIS-lidstaten de uitvoerend directeur de hoogte mede van hun nationale financiële verbintenissen voor de in datzelfde jaar door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS te lanceren uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, rekening houdend de omvang van de naar aanleiding van deze uitnodigingen ondersteunde O&O-activiteiten;

(c) bijdragen in natura van de bij het onderzoek en ontwikkeling in het relevante project betrokken organisaties die goed zijn voor hun aandeel in de kosten voor de tenuitvoerlegging van het project. De totale bijdrage van de O&O-organisaties gedurende de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS moet ten minste gelijk zijn aan de bijdrage van de openbare instanties.

6. De financiële bijdrage van de leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt betaald via voorafbetalingen in overeenstemming met het bepaalde in de jaarlijkse begroting.

7. Wanneer een lid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zijn verbintenissen op het gebied van de overeengekomen bijdrage ten behoeve van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS niet nakomt, roept de uitvoerend directeur een vergadering van de raad van bestuur bijeen om te besluiten of de overige leden het lidmaatschap van het desbetreffende lid moeten intrekken, dan wel of andere maatregelen moeten worden genomen tot het lid zijn verbintenissen wél nakomt.

8. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS is eigenaar van alle activa die in het kader van de verwezenlijking van haar in artikel 2 genoemde doelstellingen door haar zijn gegenereerd of aan haar zijn overgedragen.

Artikel 11 Financiële inkomsten

Behalve bij liquidatie van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, overeenkomstig artikel 22, geeft, wanneer de inkomsten de uitgaven overschrijden, dit geen aanleiding tot betalingen aan de leden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 12 Begrotingsjaar

Het begrotingsjaar valt samen met het kalenderjaar.

NL 39 NL

Artikel 13 Financieel reglement

1. Het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt vastgesteld door de raad van bestuur.

2. Het financieel reglement beoogt het verzekeren van goed financieel beheer van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

3. Het financieel reglement is gebaseerd op de beginselen van de financiële kaderregeling29en bevat met name bepalingen betreffende de planning en uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. Het financieel reglement kan afwijken van deze kaderregeling wanneer specifieke bedrijfsbehoeften van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS dat noodzakelijk maken en na voorafgaande raadpleging van de Commissie.

4. Decharge voor de uitvoering van de begroting van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt, in het kader van een procedure als neergelegd in het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, door het Europees Parlement verleend op aanbeveling van de Raad.

Artikel 14 Planning en rapportering

1. In het strategisch meerjarenplan worden de strategie en de plannen voor het bereiken van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, inclusief de onderzoeksagenda, gespecificeerd.

2. Het jaarlijks werkprogramma bevat een beschrijving van de werkingssfeer van en de begroting voor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen die moeten worden gelanceerd om de onderzoeksagenda voor een bepaald jaar ten uitvoer te leggen.

3. In het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan wordt het plan gespecificeerd voor de uitvoering van alle activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor een bepaald jaar, inclusief de geplande uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en acties die via aanbestedingen moeten worden uitgevoerd. De uitvoerend directeur stelt het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan samen met de jaarlijkse begroting voor aan de raad van bestuur.

4. De jaarlijkse begroting: jaarlijks dient de uitvoerend directeur bij de raad van bestuur een voorontwerp van begroting in met een raming van de jaarlijkse uitgaven voor de komende twee jaar, met inbegrip van de personeelsformatie. Binnen deze raming worden de ramingen van inkomsten en uitgaven voor het eerste van deze twee begrotingjaren op zo gedetailleerde wijze opgesteld als voor de interne begrotingsprocedure van elk lid, wat de financiële bijdragen ervan aan de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS betreft, noodzakelijk is. De uitvoerend

29 Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de

financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; corrigendum in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

NL 40 NL

directeur verstrekt aan de raad van bestuur alle aanvullende informatie die daartoe noodzakelijk is. De leden van de raad van bestuur delen aan de uitvoerend directeur hun opmerkingen over het voorontwerp van begroting en met name over de ramingen van de middelen en uitgaven voor het volgende jaar mee. Rekening houdend met de van de leden van de raad van bestuur ontvangen opmerkingen stelt de uitvoerend directeur in samenwerking met het comité Industrie en Onderziek de ontwerp-begroting voor het volgende jaar op. Vóór 1 september van elk jaar dient de uitvoerend directeur de jaarlijkse begroting ter goedkeuring in bij de raad van bestuur. De jaarlijkse begroting en het jaarlijkse tenuitvoerleggingsplan voor een bepaald jaar wordt door de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS uiterlijk op 31 oktober van het voorafgaande jaar aangenomen.

5. In het jaarverslag wordt de vooruitgang gepresenteerd die de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS in elk kalenderjaar heeft geboekt, met name wat de tenuitvoerlegging van het strategisch meerjarenplan en het jaarlijks tenuitvoerleggingsplan voor dat jaar betreft. Het jaarverslag wordt samen met de jaarrekening en de balans door de uitvoerend directeur gepresenteerd.

6. Jaarrekening en balans: binnen twee maanden na de afsluiting van elk begrotingsjaar wordt de jaarrekening voor het vorige jaar door de uitvoerend directeur bij de raad van bestuur ter goedkeuring ingediend. De jaarrekening en de balans voor het vorige jaar worden bij de Europese Rekenkamer ingediend.

Artikel 15 Tenuitvoerlegging van O&O-activiteiten

1. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS ondersteunt onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten via vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, onafhankelijke evaluatie en selectie van voorstellen, toewijzing van openbare middelen voor geselecteerde voorstellen en financiering van projecten.

2. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS sluit subsidie-overeenkomsten af met deelnemers aan projecten met het oog op de uitvoering van deze projecten. Deze subsidie-overeenkomsten verwijzen naar en steunen op, wanneer passend, overeenkomstige nationale subsidie-overeenkomsten als bedoeld in artikel 16, lid 5, onder b).

3. Teneinde de tenuitvoerlegging van projecten en de toewijzing van openbare middelen mogelijk te maken, komt de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS administratieve regelingen overeen met de voor dat doel door de ARTEMIS-lidstaten aangewezen nationale entiteiten, overeenkomstig de beginselen van het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

4. Lidstaten van de Europese Unie en geassocieerde landen die geen lid zijn van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS kunnen soortgelijke regelingen treffen met de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 41 NL

5. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS legt de procedures vast voor de supervisie van en het toezicht op de O&O-activiteiten, inclusief bepalingen voor de monitoring en technische auditing van projecten. De ARTEMIS-lidstaten eisen geen aanvullende monitorings- en technische auditverslagen bovenop die welke worden geëist door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 16 Financiering van projecten

1. De openbare financiering ten behoeve van projectdeelnemers bestaat uit de nationale financiële bijdragen van de ARTEMIS-lidstaten en/of de financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. Overheidssteun in het kader van dit initiatief laat de procedurele en materiële staatssteunregels, wanneer van toepassing, onverlet.

2. In de door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gelanceerde en gepubliceerde uitnodigingen tot het indienen van voorstellen wordt de totaalbegroting voor elke uitnodiging vermeld. In deze begroting worden de bedragen vermeld die op nationaal niveau zijn vastgelegd door elke ARTEMIS-lidstaat, alsook het bedrag dat is gepland als financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. In de uitnodiging worden de evaluatiecriteria op basis van de doelstellingen van de uitnodiging aangegeven.

3. Tenzij de raad van openbare instanties op voorstel van de vertegenwoordiger van de Gemeenschap anderszins beslist, is de financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan de begroting van elke uitnodiging equivalent aan 55% van het totale bedrag dat door de ARTEMIS-lidstaten is toegezegd.

4. Evaluatie en selectie van voorstellen

(a) Door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gelanceerde uitnodigingen tot het indienen van voorstellen staan open voor kandidaten die gevestigd zijn in ARTEMIS-lidstaten en in elke andere lidstaat van de Europese Unie of in geassocieerde landen.

(b) Consortia van deelnemers aan projectvoorstellen die zijn ingediend in reactie op deze uitnodigingen moeten ten minste drie onderling onafhankelijke entiteiten30 omvatten die gevestigd zijn in ten minste drie ARTEMIS-lidstaten.

(c) Tijdens het evaluatie- en selectieproces wordt erover gewaakt dat bij de toekenning van de publieke middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS de beginselen van uitmuntendheid en concurrentie in acht worden genomen31.

30 "Onderling onafhankelijke entiteiten" als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1906/2006 van

18 december 2006 tot vastselling van de regels voor deelname aan acties op grond van het zevende kaderprogramma.

31 Meer in het bijzonder moeten de evaluatie en selectie van projecten consistent zijn met de criteria van de communautaire kaderregeling voor staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1, en de Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 81 van het EG-Verdrag op horizontale samenwerkingsovereenkomsten, Publicatieblad C 3 van 6.1.2001, blz. 2.

NL 42 NL

(d) Na de evaluatie van de voorstellen stelt de raad van openbare instanties een gerangschikte lijst van voorstellen op op basis van duidelijke evaluatiecritria en hun gezamenlijke bijdrage tot het bereiken van de doelstellingen van de uitnodiging.

(e) De raad van openbare instanties neemt een besluit over de selectie van de voorstellen en de toewijzing van publieke financiering aan de geselecteerde voorstellen tot de grens van de beschikbare begroting is bereikt. Dit besluit is bindend en definitief voor ARTEMIS-lidstaten.

5. Financiering van projecten

(a) De financiële bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS aan deelnemers in projecten bestaat uit een vast percentage van de totale kosten32 van de uitvoering van het project. Dit percentage wordt jaarlijks vastgelegd door de raad van openbare instanties en kan maximaal 16,7% bedragen. Dit percentage moet gelijk zijn voor alle deelnemers in een op basis van een uitnodiging tot het indienen van voorstellen geselecteerd project.

(b) ARTEMIS-lidstaten sluiten subsidie-overeenkomsten met deelnemers in projecten overeenkomstig hun nationale regels, met name wat de criteria om in aanmerking te komen en andere financiële en wettelijke eisen betreft. Wanneer van toepassing worden de nationale financiële bijdragen van ARTEMIS-lidstaten direct betaald aan de deelnemers in projecten overeenkomstig de nationale subsidie-overeenkomsten. De ARTEMIS-lidstaten spannen zich maximaal in om de sluiting van subsidie-overeenkomsten te synchroniseren en de toegezegde financiële steun tijdig vrij te maken.

Artikel 17 Dienstverlenings- en leveringscontracten

De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS stelt alle passende procedures en mechanismen vast voor de uitvoering van en de supervisie en het toezicht op de dienstverlenings- en leveringscontracten die noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 18 Personeelsmiddelen

1. De personeelsformatie wordt elk jaar vastgesteld in een lijst van het aantal ambten, die in de jaarlijkse begroting wordt opgenomen.

2. De personeelsleden van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zijn tijdelijke en contractuele functionarissen en hebben arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, eenmaal verlengbaar tot een maximumtermijn van zeven jaar.

3. Alle personeelskosten komen ten laste van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

32 "Totale kosten" als gedefinieerd wanneer passend door de financieringsautoriteiten die die de subsidie-

overeenkomsten verlenen.

NL 43 NL

4. Elk lid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS of het gastland mag de uitvoerend directeur voorstellen om leden van zijn personeel te detacheren naar het secretariaat van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

Artikel 19 Aansprakelijkheid, verzekering

1. De contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS wordt geregeld door de relevante contractuele bepalingen en door de wetgeving die van toepassing is op het contract in kwestie.

2. In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, overeenkomstig de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben, alle schade die door haar personeel bij de uitoefening van hun taken is veroorzaakt.

3. Alle betalingen door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS in verband met de aansprakelijkheid, bedoeld in de leden 1 en 2, en de daarmee verband houdende kosten en uitgaven worden beschouwd als uitgaven van de gemeenschappelijke onderneming en worden gedekt door de middelen van de gemeenschappelijke onderneming.

4. Alleen de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS kan op haar verplichtingen worden aangesproken.

5. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS draagt geen verantwoordelijkheid voor de financiële verplichtingen van haar leden. Zij kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer een ARTEMIS-lidstaat verzuimt zijn verplichtingen, resulterend uit een door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gelanceerde uitnodiging tot het indienen van voorstellen, na te komen.

6. De leden zijn niet aansprakelijk voor de financiële verplichtingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. De financiële aansprakelijkheid van de leden is een interne aansprakelijkheid uitsluitend ten opzichte van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en is beperkt tot de verbintenis van de leden om bij te dragen tot de middelen als bepaald in artikel 10, lid 2.

7. De financiële aansprakelijkheid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor haar schulden is beperkt tot de bijdragen van de leden in de lopende kosten als bepaald in artikel 10, lid 2.

8. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS neemt een afdoende verzekering en houdt die aan.

Artikel 20 Belangenconflicten

De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS vermijdt belangenconflicten bij de uitvoering van haar activiteiten.

NL 44 NL

Artikel 21 Bescherming van de financiële belangen

1. De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voert ter plaatse controles en financiële verificaties uit bij de ontvangers van openbare financiering door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. Deze controles en verificaties kunnen worden uitgevoerd, hetzij direct door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, hetzij door de ARTEMIS-lidstaten namens de gemeenschappelijke onderneming.

2. De Commissie en de Europese Rekenkamer kunnen zo nodig controles ter plaatse uitvoeren bij de begunstigden van financiële middelen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS alsook bij de personen die verantwoordelijk zijn voor de toekenning van deze middelen. Daartoe zal de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS erop toezien dat subsidie-overeenkomsten en contracten voorzien in het recht van de Commissie en de Rekenkamer om de nodige controles uit te voeren en, indien onregelmatigheden aan het licht komen, afschrikkende en evenredige boetes op te leggen.

3. Het bij Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie opgerichte Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) krijgt dezelfde bevoegdheden voor de gemeenschappelijke onderneming en het personeel daarvan als het heeft voor de Commissiediensten. Zodra de gemeenschappelijke onderneming is opgericht, treedt zij toe tot het Interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie betreffende de interne onderzoeken verricht door het OLAF. De raad van bestuur keurt deze toetreding goed en stelt de nodige maatregelen vast om door het OLAF verrichte interne onderzoeken te vergemakkelijken.

Artikel 22 Liquidatie

1. Aan het einde van de in artikel 1, lid 3, bedoelde periode wordt de gemeenschappelijke onderneming geliquideerd.

2. De liquidatieprocedure wordt automatisch opgestart wanneer de Commissie zich terugtrekt uit de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

3. Voor de uitvoering van de procedure van de liquidatie van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, benoemt de raad van bestuur een of meer liquidateurs die handelen volgens de door de raad van bestuur verstrekte instructies.

4. Wanneer de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt geliquideerd, geeft zij alle praktische hulpmiddelen die haar overeenkomstig de gastheerschaps-overeenkomst van artikel 25 door het gastland ter beschikking waren gesteld, aan het gastland terug.

5. Wanneer alle praktische hulpmiddelen zijn behandeld op de wijze als bedoeld in lid 4, worden verdere activa gebruikt ter dekking van de verplichtingen van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en de liquidatiekosten. Elk overschot of tekort wordt verdeeld over, respectievelijk opgebracht door, de op het moment van

NL 45 NL

de liquidatie bestaande leden in verhouding tot hun werkelijke totale bijdragen aan de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

6. Overblijvende activa worden verdeeld over de op het moment van de liquidatie bestaande leden in verhouding tot hun werkelijke totale bijdragen aan de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

7. Er wordt een procedure ad hoc opgezet om een passend beheer van alle door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS gesloten subsidie-overeenkomsten en dienstverlenings- en leveringscontracten met een looptijd die de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS overschrijdt, te waarborgen.

Artikel 23 Wijziging van de statuten

1. Deze statuten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS worden van kracht na hun goedkeuring door de oprichtende leden op de eerste vergadering van de raad van bestuur.

2. Elk lid van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS kan bij de raad van bestuur een voorstel indienen voor wijziging van de statuten.

3. Voorstellen voor wijziging van de statuten worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 door de raad van bestuur besproken en ter besluit bij de Commissie ingediend.

4. Onverlet lid 3 wordt elke wijziging die wordt voorgesteld met betrekking tot artikel 1, lid 3, artikel 4, lid 3, artikel 10, lid 4, onder b), en artikel 10, lid 5, onder a), beschouwd als een essentiële wijziging die moet worden goedgekeurd via een herziening van deze verordening.

5. Voorstellen voor wijziging van de statuten van ARTEMISIA worden ten minste vijfenveertig dagen voor de vaststelling ervan ter kennis gebracht van de raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming.

Artikel 24 Beleid inzake intellectuele-eigendomsrechten

1. De doelstelling van het beleid inzake de intellectuele-eigendomsrechten als omschreven in dit artikel is het voortbrengen en exploiteren van kennis te bevorderen, een billijke verdeling van de desbetreffende rechten te bewerkstelligen, innovatie te belonen en een brede deelname van private en publieke entiteiten in projecten te bereiken.

2. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

(a) "informatie", alle tekeningen, specificaties, foto's, stalen, modellen, processen, procedures, instructies, software, verslagen, papers of andere technische en/of commerciële informatie, knowhow, gegevens of documenten van allerlei aard, inclusief mondelinge informatie, die geen 'inhoud' vormen welke beschermd is door "intellectuele-eigendomsrechten" (IER);

NL 46 NL

(b) "intellectuele-eigendomsrechten" (IER), alle intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van octrooien, gebruiksmodellen en gebruikscertificaten, industriële ontwerprechten, auteursrechten, fabrieksgeheimen, database-rechten, topografierechten voor halfgeleiderproducten, alsook alle registraties, toepassingen, verdelingen, voortzettingen, herevaluaties, vernieuwingen of verlengingen van het bovenstaande, exclusief handelsmerken en handelsnamen;

(c) "bestaande informatie", alle informatie die op de effectieve datum van sluiting van de relevante projectovereenkomst in het bezit is van of gecontroleerd wordt door een deelnemer in het project, of waarvan de eigendom of controle door een deelnemer in het project is verworven als resultaat van activiteiten buiten het kader van het project;

(d) "bestaande IER", alle IER die op de effectieve datum van de relevante project-overeenkomst in het bezit zijn van of worden gecontroleerd door een deelnemer in het project, of waarvan de eigendom of controle gedurende de looptijd van de desbetreffende projectovereenkomst is verworven als resultaat van activiteiten buiten het kader van het project;

(e) "bestaande I&R", bestaande informatie plus bestaande IER (I&R = Informatie en Rechten);

(f) "nieuwe informatie", alle informatie die is voortgebracht als resultaat van activiteiten welke in het kader van het relevante project zijn uitgevoerd, zoals gespecificeerd in de desbetreffende projectovereenkomst;

(g) "nieuwe IER", alle IER die is voortgebracht als resultaat van activiteiten welke in het kader van het relevante project zijn uitgevoerd, zoals gespecificeerd in de desbetreffende projectovereenkomst;

(h) "nieuwe I&R", nieuwe informatie plus nieuwe IER;

(i) "toegangsrechten", niet-exclusieve licenties en gebruikersrechten voor nieuwe of bestaande I&R, waarbij dit niet het recht omvat tot het verlenen van een sub-licentie tenzij anderszins overeengekomen in de projectovereenkomst;

(j) "noodzakelijk", in technische zin essentieel voor de tenuitvoerlegging van het project en/of het gebruik van nieuwe IER en waarbij, wanneer er intellectuele-eigendomsrechten bij betrokken zijn, toegangsrechten moeten worden verleend om een inbreuk op die eigendomsrechten te voorkomen;

(k) "gebruik", de ontwikkeling, totstandbrenging en marketing van een product of procédé, of het ontwikkelen en leveren van een dienst als eventueel nader omschreven in de relevante projectovereenkomst;

(l) "verspreiding", de bekendmaking van nieuwe I&R door alle geschikte middelen, anders dan resulterend uit de formaliteiten van bescherming van die I&R, inclusief de publicatie van nieuwe I&R in ongeacht welk medium;

(m) "projectovereenkomst", een overeenkomst tussen de deelnemers in projecten waarin alle of een deel van de voorwaarden worden neergelegd die voor hen

NL 47 NL

voor een specifiek project gelden, zoals een projectconsortiumovereenkomst, en die onbeperkte toegangsrechten omvat in overeenstemming met dit artikel;

(n) "overdrachtsvoorwaarden", financiële voorwaarden welke een waarde hebben die lager ligt dan de billijke en redelijke voorwaarden die normaliter de kosten zijn voor het verlenen van toegangsrechten.

3. Onverlet de mededingingsregels van de Gemeenschap wordt de intellectuele eigendom in projecten geregeld op basis van de volgende beginselen:

3.1. Eigendom

3.1.1. De gemeenschappelijke onderneming bezit alle materiële en immateriële activa die met haar eigen middelen worden voortgebracht of aan haar worden overgedragen met het oog op de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS, tenzij anderszins gespecificeerd.

3.1.2. Onverlet de bovenstaande bepalingen houdt de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS geen in projecten voortgebrachte informatie of IER in.

3.1.3. Iedere deelnemer in een project blijft de eigenaar van zijn bestaande I&R. De deelnemers mogen de bestaande I&R die noodzakelijk is voor de doeleinden van een project van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS in een schriftelijke projectovereenkomst omschrijven en mogen, wanneer passend, bepaalde specifieke bestaande I&R uitsluiten.

3.1.4. Nieuwe I&R die voortkomt uit werkzaamheden die in het kader van projecten worden uitgevoerd zijn de eigendom van de deelnemers die het werk hebben verricht dat tot de nieuwe I&R heeft geleid overeenkomstig de regeling die is omschreven in de subsidie- en projectovereenkomsten en de in dit artikel neergelegde beginselen.

3.2. Toegangsrechten

3.2.1. Projectdeelnemers in eenzelfde project sluiten onderling een projectovereenkomst die onder meer een regeling inhoudt van de toegangsrechten die overeenkomstig dit artikel moeten worden verleend. De projectdeelnemers kunnen zelf de bestaande I&R omschrijven die noodzakelijk is voor dit project en kunnen, wanneer dat passend is, overeenkomen bepaalde specifieke bestaande I&R uit te sluiten.

3.2.2. Toegangsrechten tot bestaande I&R worden verleend aan andere deelnemers in hetzelfde project indien dit voor deze andere deelnemers noodzakelijk is om hun eigen werkzaamheden in het kader van het project uit te voeren, mits de eigenaar gerechtigd is dergelijke rechten toe te kennen. De toegangsrechten worden verleend overeenkomstig door de betrokken projectdeelnemers overeen te komen overdrachtsvoorwaarden, tenzij anderszins door alle deelnemers is overeengekomen in de projectovereenkomst.

3.2.3. Toegangsrechten tot nieuwe I&R worden verleend aan andere deelnemers in hetzelfde project indien dit voor deze andere deelnemers noodzakelijk is om hun eigen werkzaamheden in het kader van het project uit te voeren. Dergelijke toegangsrechten worden verleend op kosteloze, niet-exclusieve en niet-overdraagbare basis.

NL 48 NL

3.2.4. De deelnemers in eenzelfde project krijgen toegangsrechten tot bestaande I&R wanneer dit noodzakelijk is voor het gebruik van hun eigen nieuwe I&R, mits de eigenaar van de bestaande I&R gerechtigd is deze rechten toe te kennen. Dergelijke toegangsrechten worden verleend op niet-exclusieve basis onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden.

3.2.5. De deelnemers in eenzelfde project krijgen toegangsrechten tot nieuwe I&R wanneer dit noodzakelijk is voor hun eigen gebruik. Dergelijke toegangsrechten worden verleend op niet-overdraagbare en niet-exclusieve basis, hetzij kosteloos, hetzij onder billijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden.

3.2.6. Op voorwaarde dat alle betrokken eigenaars hun instemming hebben gegeven, worden toegangsrechten tot nieuwe I&R aan derden verleend met het oog op verdere onderzoeksactiviteiten, onder overeen te komen billijke en redelijke voorwaarden.

3.3. Bescherming, gebruik en verspreiding

3.3.1. Wanneer een winstgevende exploitatie van nieuwe I&R mogelijk is, (i) zorgt de eigenaar ervan voor een passende en doeltreffende bescherming, met inachtname van de eigen legitieme belangen, met name de commerciële belangen, en die van de overige deelnemers in het project, en (ii) benut de eigenaar die nieuwe I&R of zorgt hij ervoor dat die wordt benut.

3.3.2. Iedere deelnemer waakt erover dat de nieuwe I&R waarvan hij de eigenaar is, onverwijld wordt verspreid.

3.3.3. Alle verspreidingsactiviteiten moeten verenigbaar zijn met de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten, vertrouwelijkheidsverplichtingen en de legitieme belangen van de eigenaars van de nieuwe I&R.

3.3.4. Bij een verspreidingsactiviteit met betrekking tot bestaande of nieuwe I&R of vertrouwelijke informatie die de eigendom is van andere deelnemers in eenzelfde project of met betrekking tot andere gegevens of informatie die vermengd is met bestaande of nieuwe I&R of vertrouwelijke informatie van die andere deelnemers, wordt daarvan een voorafgaande kennisgeving gedaan aan die andere deelnemers. Wanneer zijn legitieme belangen in verband met nieuwe of bestaande I&R bij een dergelijke verspreidingsactiviteit kunnen worden geschaad, kan elk van die overige deelnemers binnen 45 dagen volgende op die kennisgeving schriftelijk bezwaar aantekenen. In dergelijke gevallen mag de verspreidingsactiviteit uitsluitend plaatsvinden indien de nodige maatregelen zijn getroffen om deze legitieme belangen te beschermen.

3.3.5. Alle publicaties, alle octrooiaanvragen die door of namens een deelnemer zijn geregistreerd of alle andere vormen van verspreiding van nieuwe I&R bevatten een verklaring dat die nieuwe I&R is voortgebracht met financiële steun van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS. Alle verspreidingsactiviteiten moeten verenigbaar zijn met de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten, de vertrouwelijkheidsverplichtingen en de legitieme belangen van de eigenaars van de nieuwe I&R.

3.4. Overdracht

NL 49 NL

3.4.1. Wanneer een deelnemer de eigendom van nieuwe I&R overdraagt, draagt hij tevens zijn verplichtingen met betrekking tot dergelijke nieuwe I&R over aan de verkrijger, inclusief de verplichting om deze verplichtingen over te dragen aan een daarop volgende verkrijger. Tot deze verplichtingen behoren de verplichtingen met betrekking tot het verlenen van toegangsrechten en met betrekking tot verspreiding en gebruik.

3.4.2. Onverlet zijn geheimhoudingsverplichtingen stelt een projectdeelnemer die zijn verplichting om toegangsrechten te verlenen moet overdragen, de overige deelnemers ten minste 45 dagen van te voren op de hoogte van deze geplande overdracht33, samen met voldoende informatie over de nieuwe eigenaar om het voor de overige deelnemers mogelijk te maken hun toegangsrechten uit te oefenen. Na deze kennisgeving kan elke andere deelnemer binnen 30 dagen of binnen een andere schriftelijk overeengekomen termijn bezwaar aantekenen tegen een geplande overdracht van eigendom wanneer die overdracht een negatief effect zou hebben op zijn toegangsrechten. Wanneer een van de overige deelnemers aantoont dat zijn toegangsrechten worden geschaad, kan de geplande overdracht niet plaatsvinden tot er een overeenkomst is bereikt tussen de betrokken deelnemers.

Artikel 25 Overeenkomst met het gastland

Tussen de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en het gastland wordt een gastheerschapsovereenkomst gesloten.

Artikel 26 Toepasselijk recht

Op alle aangelegenheden die niet bij deze statuten of andere besluiten van het Gemeenschapsrecht zijn geregeld, is het recht van de staat waar de zetel van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zich bevindt, van toepassing.

33 De deelnemers kunnen bij schriftelijke instemming overeenkomen een andere termijn te hanteren of af

te zien van hun recht op voorafgaande kennisgeving bij overdracht van eigendom van een deelnemer aan een nader gespecificeerde derde partij.

NL 50 NL

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL:

Verordening van de Raad betreffende de oprichting van de "gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS" voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen.

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

Onderzoek en technologische ontwikkeling: zevende kaderprogramma

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen inclusief omschrijving: 09 04 01 10 "Onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van het GTI ARTEMIS" 09 04 01 20 "Ondersteunende uitgaven voor het GTI ARTEMIS"

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen: De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS wordt naar verwachting opgericht bij verordening van de Raad in het najaar van 2007 voor een initiële periode die afloopt op 31 december 2017.

3.3. Begrotingskenmerken:

Begro-tings-

onderdeel Soort uitgave Nieuw Bijdrage EVA

Bijdragen kandidaat-lidstaten

Rubriek financiële vooruit-zichten

09.040110 Niet-verplicht

Gesplitst JA JA JA Nr. [1A]

09.040120 Niet-verplicht

NGK JA JA JA Nr. [1A]

NL 51 NL

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave Punt nr. Jaar

2007 Jaar 2008

Jaar 2009

Jaar 2010

Jaar 2011

Jaar 2012 e.v.

Totaal

Beleidsuitgaven34

Vastleggingskredieten (VK) 8.1 a 0 41 53,5 63,5 75,5 176,5 410

Betalingskredieten (BK)35 b 0 12,45 28,5 47,55 61,9 259,6 410

Administratieve uitgaven36 binnen het referentiebedrag37

Technische & administratieve bijstand (NGK)

8.2.4 c 0 1,5 2,0 2,0 1,5 3 10

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG38

Vastleggingskredieten a+c 0 42,5 55,5 65,5 77 179,5 420

Betalingskredieten b+c 0 13,95 30,5 49,55 63,4 262,6 420

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen39

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK)

8.2.5 d 0,088 0,351 0,351 0,351 0,351 2,106 3,598

34 Uitgave 09 04 01 10 "Onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van het GTI ARTEMIS". 35 Betalingskredieten worden berekend op basis van de gemiddelde looptijd van projecten (2,5 jaar)

en gemiddelde betalingen over 4 jaar waarvan 30% in J1 (voorschot), 10% in J4, en 30% in J2 en J3.

36 Uitgaven ter dekking van de lopende kosten van het GTI. 37 Uitgave 09 04 01 20 "Ondersteunende uitgaven voor het GTI ARTEMIS". 38 Het referentiebedrag is het bedrag van de financiële bijdrage van de Commissie ten gunste van de

gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS als vermeld in het juridisch instrument (420 miljoen euro).

39 Het referentiebedrag omvat niet de administratieve uitgaven van de onderzoeksbegroting die niet zijn overgedragen naar de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

NL 52 NL

Administratieve uitgaven, andere dan personeels-uitgaven en aanverwante uitgaven, niet in het referentiebedrag begrepen (NGK)

8.2.6 e

0,005 0,017 0,017 0,037 0,037 0,222 0,335

Totale indicatieve kosten van de maatregel …

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven

a+c+d+e 0,093 42,886

55,868

65,888 77,388 181,828

423,933

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven

b+c+d+e 0,093 14,318

30,868

49,938 63,788 264,928 423,933

Medefinanciering

ARTEMISIA (vereniging van industriële en andere bij O&O betrokken organisaties) zal bijdragen tot de lopende kosten40 (niet-O&O) van de gemeenschappelijke onderneming tot maximaal 20 miljoen euro of 1% van de totale O&O-uitgaven, naargelang wat het hoogste bedrag is, maar zonder een bedrag van 30 miljoen euro te overschrijden. In onderstaande tabel wordt ervan uitgegaan dat deze kosten zullen oplopen tot 2 733,333 miljoen euro. De bijdrage van de Gemeenschap in de lopende kosten bedraagt 10 miljoen euro (zie 8.2.4).

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron

Jaar 2007

Jaar 2008

Jaar 2009

Jaar 2010

Jaar 2011

Jaar 2012 e.v.

Totaal

ARTEMISIA………… f 0,2 1,5 2,5 4,5 5 13,633 27,333

TOTAAL VK inclusief medefinanciering

a+c+d+e+f 0,293 44,368 58,368 70,388 82,388 195,461 451,266

Voorts zullen de lidstaten van de gemeenschappelijke onderneming op nationaal niveau een jaarlijkse bijdrage leveren voor de financiering van door de gemeenschappelijke onderneming opgezette O&O-projecten. Deze aanvullende middelen worden geraamd op ten minste 1,8 maal de beleidsuitgaven als vermeld onder punt 4.1.1, i.e. ten minste 738 miljoen euro in het geheel van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming.

De organisaties die deelnemen in O&O-projecten, geselecteerd op basis van door de gemeenschappelijke onderneming uitgeschreven uitnodigingen tot het indienen van

40 De lopende kosten zijn de kosten die noodzakelijk zijn voor de functionering van de

gemeenschappelijke onderneming, exclusief de kosten voor de financiering van op basis van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde O&O-projecten.

NL 53 NL

voorstellen, dragen in natura bij tot deze projecten; de waarde van deze bijdrage zal worden geëvalueerd en zal naar verwachting oplopen tot ongeveer 1 600 miljoen euro.

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

x Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

x Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1.

Jaarlijkse behoeften

Jaar 2007

Jaar 2008

Jaar 2009

Jaar 2010

Jaar 2011

Jaar 2012 e.v.

Totale personele middelen in VTE

0,75 13 17 24 24 19,5

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien Opzetten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS als een publiek-privaat partnerschap en leveren van de communautaire bijdrage aan de middelen daarvan.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zal een geïntegreerd O&O-programma uitvoeren met het oog op cruciale technologische en industriële doelstellingen. Er is een grote meerwaarde aangezien:

• het communautaire optreden een nieuw wettelijk kader tot stand zal brengen waarin communautaire en nationale fondsen gecombineerd kunnen worden voor de medefinanciering van O&O-projecten samen met de particuliere sector. Aangezien een dergelijke medefinanciering in de huidige situatie onmogelijk was, is dit een aanmerkelijke institutionele innovatie;

NL 54 NL

• nationale en communautaire begrotingen hierdoor zullen worden afgestemd op gemeenschappelijke O&O-doelstellingen en de desbetreffende middelen overeenkomstig procedures op Europees niveau zullen worden toegewezen. Dat is een grote vooruitgang voor de Europese onderzoeksruimte;

• het voorgestelde mechanisme de doeltreffendheid van het Europese O&O aanzienlijk zal versterken in vergelijking met het huidige intergouvernemen-tele proces van financiering van projecten uit verschillende nationale bronnen (zie bijvoorbeeld in Eureka);

• hierdoor stimulansen zullen worden gegeven voor de overheids- en particuliere sectoren om hun investeringen in O&O aan te zwengelen en zo de Barcelona-doelstelling van 3% van het Europese BBP naar OTO-investeringen dichterbij te brengen.

De voor dit doel gereserveerde beleidsuitgaven van de Gemeenschap vormen een kleine fractie van de totale begroting voor het zevende kaderprogramma (420:50521 = 0,83%) en van het ICT-thema daarin (4,6%).

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM De tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk technologie-initiatief (GTI) op dit gebied is reeds opgenomen in het zevende kaderprogramma voor OTO en in het specifieke programma "Samenwerking" daarvan. Bovendien heeft de raad (concurrentievermogen) reeds vaak gewezen op het potentieel van het GTI-concept41 en heeft hij de Commissie recentelijk verzocht om voorstellen in te dienen voor het opzetten van voldoende rijpe gemeenschappelijke technologie-initiatieven42.

Beleidsdoelstellingen die verband houden met deze operationele doelstelling zijn:

(1) invoering van een rechtsgrondslag die het voor de eerste maal mogelijk maakt om nationale, EU- en particuliere investeringen te combineren binnen een samenhangend kader;

(2) omhoog brengen van het O&O-investeringstempo in Europa door stimulansen te leveren voor de lidstaten en de industrie om hun O&O-uitgaven op te trekken. Dit is één van de centrale elementen van de beleidsstrategie van de Commissie voor het jaar 200643 en vormt een antwoord op de 3%-actieplannen en de daarmee verband houdende

41 9039/03, 12339/03, 12487/04. 42 15717/06, 7224/07. 43 COM(2005) 73 def.

NL 55 NL

conclusies van de Europese Raden en de vergaderingen van de Raad (concurrentievermogen)44.

Als de technologische en economische doelstellingen van het GTI kunnen worden bereikt, zal dit aanzienlijk bijdragen tot het concurrentievermogen van de Europese industrie en zal dit grote economische en maatschappelijke baten opleveren. Deze doelstellingen zijn derhalve volledig consistent met de herziene Lissabon-strategie voor groei en werkgelegenheid.

Voorts dragen de wetgevingsvoorstellen in kwestie bij tot actie 7 van het strategische i2010-initiatief. De werkzaamheden die door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS zullen worden uitgevoerd vielen in het verleden onder het AMP van DG INFSO, meer bepaald onder de doelstellingen 8 en 10 (ABB-code 0904).

Wat de input en de verwachte output, resultaten en effecten betreft, kunnen de volgende elementen worden aangestipt:

De input van de Commissie zijn de onder punt 4.1 vermelde middelen.

De output wordt gevormd door de door de gemeenschappelijke onderneming opgezette O&O-projecten.

De volgende resultaten worden verwacht:

• Opwekken van financiële middelen en integratie van nationale inspanningen. Door stimulansen te leveren voor de industrie en de lidstaten zal extra nationale steun worden aangetrokken en zal een spoorslag worden gegeven aan financiering door de industrie. Indicatoren: (i) aantal landen dat zich ertoe verbindt middelen voor de gemeenschappelijke onderneming vrij te maken; (ii) vastleggings- en betalingskredieten overeenkomstig het bepaalde in punt 4.1.1; (iii) nationale middelen die zijn vastgelegd voor en besteed worden aan door de gemeenschappelijke onderneming geselecteerde projecten; (iv) middelen die door de industrie zijn toegewezen aan O&O in het kader van door de gemeenschappelijke onderneming geselecteerde projecten.

• Een sterkere focus op gemeenschappelijke O&O-agenda's dan momenteel mogelijk is. Indicatoren: dit resultaat zal de facto worden bereikt wanneer de gemeenschappelijke onderneming volledig operationeel zal zijn geworden.

44 9039/03, 12339/03, 12487/04.

NL 56 NL

• Een hoge programma-efficiëntie dankzij het wegwerken van onzekerheden over de beschikbaarheid van nationale financiering en het vermijden van dubbel werk bij evaluatie en monitoring van projecten. Deze voordelen kunnen het programma aantrekkelijk maken voor een groot aantal zeer diverse bij O&O betrokken partijen, met name uit het het Midden- en Kleinbedrijf. Indicatoren: (v) tijdsspanne tussen indiening van voorstellen en besluit betreffende de selectie van projecten door de gemeenschappelijke onderneming; (vi) aantal organisaties, inclusief kleine en middelgrote ondernemingen, die zich inschrijven bij uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; (vii) overheadkosten voor het aan de gang houden van het programma.

• Er kunnen aanmerkelijke economische en sociale baten worden verwacht naarmate de door de gemeenschappelijke onderneming opgezette O&O-projecten vooruitgang boeken bij de verwezenlijking van hun technologische en economische doelstellingen. Deze vooruitgang zal op gezette tijden met behulp van onafhankelijke evaluaties worden afgetoetst. Indicatoren: (viii) octrooien die als resultaat van projecten worden geregistreerd; (ix) aantal publicaties resulterend uit projecten.

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

…Gecentraliseerd beheer

rechtstreeks door de Commissie

gedelegeerd aan:

uitvoerende agentschappen

X door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

…Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen: het gemeenschappelijke technologie-initiatief ARTEMIS wordt een orgaan van de Gemeenschap, opgericht bij verordening van de Raad op basis van artikel 171 van het EG-Verdrag. De leden zijn ARTEMISIA, de Europese Commissie en lidstaten. De lidstaten kunnen bepaalde administratieve taken op zich nemen, bijvoorbeeld financiële en juridisch verificaties en audits van deelnemers in O&O-projecten.

NL 57 NL

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezichtssysteem

Op de gemeenschappelijke onderneming wordt toezicht gehouden als bepaald in haar statuten.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

De effectbeoordeling is bij dit voorstel gevoegd.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie/evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Niet van toepassing.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Overeenkomstig de statuten komen er onafhankelijke evaluaties (twee tussentijdse in 2010 en 2015 en één achteraf in maart 2018).

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS neemt een financieel reglement aan dat gebaseerd is op de beginselen van de financiële kaderregeling45, maar dat, na voorafgaand overleg met de Commissie, daarvan kan afwijken wanneer de specifieke functioneringsbehoeften van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS dat nodig maken. Voorts zijn in artikel 13 van de verordening van de Raad specifieke bepalingen opgenomen voor de bescherming van de financiële belangen van de lidstaten van de gemeenschappelijke onderneming, alsook anti-fraude maatregelen.

45 Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de

financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; Verordening gerectificeerd in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

NL 58

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Jaar 2008

Jaar 2009

Jaar 2010

Jaar 2011

Jaar 2012

Jaar 2013 e.v. TOTAAL (Vermeld de doelstellingen, acties en output)

Soort output Gem. kosten

Aantal To-tale kos-ten

Aantal To-tale kos-ten

Aantal To-tale kos-ten

Aantal To-tale kos-ten

Aantal To-tale kos-ten

Aantal To-tale kos-ten

Aantal To-tale kos-ten

OPERATIONELE DOELSTELLING46 - Opzetten van de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS en tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda daarvan

Actie 1 -

- Output 1 (*) projecten 1,5 0 27,667 41,5 35,667 53,5 42,333 63,5 50,333 75,5 117,333 176 273,333 410

TOTALE KOSTEN 1,5 0 27,667 41,5 35,667 53,5 42,333 63,5 50,333 75,5 117,333 176 273,333 410

(*) uitgaande van een gemiddelde totale kostprijs per project van 10 miljoen euro, waarvan 15% wordt gedragen door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

46 Als beschreven in artikel 5.3.

NL 59 NL

8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1. Aantal en soort personeelsleden

Soort post Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE)

Jaar 2007 Jaar 2008 Jaar 2009 Jaar 2010 Jaar 2011 Jaar 2012 e.v.

A*/AD 0,5 2 2 2 2 2 Ambtenaren of tijdelijke

functionaris-sen47

B*, C*/AST

0,25 1 1 1 1 1

Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel48

0 0 0 0 0 0

Ander personeel49 (09 04 01 20)

0 10 14 21 21 16,5

TOTAAL 0,75 13 17 24 24 19,5

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien: vertegenwoordiging van de Commissie in de organen van de gemeenschappelijke onderneming, met inbegrip van van het voorbereidingswerk en de follow-up. Dit omvat: (a) vertegenwoordiging in de raad van bestuur (directeursniveau, 10%); (b) vertegenwoordiging in de raad van openbare instanties (HoU-niveau, 20%); (c) voorbereiding van vergaderingen, uitnodiging tot het indienen van voorstellen, projectselectie, aanwezigheid bij evaluaties, enz. (2 personeelsleden op AD-niveau, elk 75% van de tijd); (d) auditing, inclusief controles en verificaties ter plaatse (1 AD, 20%). Het "andere personeel" zal worden ingehuurd door de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS.

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

X Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling): 2 AD and 1 AST.

47 Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt. 48 Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt. 49 Kosten die zijn opgenomen in het referentiebedrag en bijdrage van ARTEMISIA.

NL 60 NL

8.2.4. Andere administratieve uitgaven opgenomen in het referentiebedrag (09 04 01 20 "Ondersteunende uitgaven voor het GTI ARTEMIS"):

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel

(nummer en omschrijving) Jaar 2007

Jaar 2008

Jaar 2009

Jaar 2010

Jaar 2011

Jaar 2012

e.v.

TO-TAAL

1 Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven)

Gemeenschappelijke onderneming(*)

0 1,5 2,0 2,0 1,5 3 10

Totaal technische en administratieve bijstand

0 1,5 2,0 2,0 1,5 3 10

(*) De lopende kosten van de gemeenschappelijke onderneming zullen mede gefinancierd worden door ARTEMISIA (zie de bovenstaande medefinancieringstabel) en door een bijdrage van de Gemeenschap van maximaal 10 miljoen euro voor de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming. De indicatieve kosten in deze tabel hebben uitsluitend betrekking op de bijdrage van de Gemeenschap.

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen:

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel Jaar 2007 Jaar 2008 Jaar 2009 Jaar 2010 Jaar 2011 Jaar 2012 e.v.

Ambtenaren en tijdelijk personeel 0,088 0,351 0,351 0,351 0,351

2,106

Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis enz.)

(vermeld begrotingsonderdeel)

0 0 0 0 0 0

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen

0,088 0,351 0,351 0,351 0,351 2,106

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Voor de onder punt 8.2.1 vallende personeelsleden wordt een gemiddelde kostprijs van 117 000 euro per voltijdse betrekking gerekend.

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel

NL 61 NL

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Jaar 2007

Jaar 2008

Jaar 2009

Jaar 2010

Jaar 2011

Jaar 2012

en later

TO-TAAL

– Dienstreizen 0,005 0,017 0,017 0,017 0,017 0,102 0,175

– Vergaderingen & Conferenties 0 0 0 0 0 0 0

– Comités50 0 0 0 0 0 0 0

– Studies & en raadplegingen 0 0 0 0,020 0,020 0,12 0,16

– Informatiesystemen 0 0 0 0 0 0 0

2 Totaal Andere beheersuitgaven (09 01 05)

0,005 0,017 0,017 0,037 0,037 0,222 0,335

3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel)

Totaal andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn

begrepen

0,005 0,017 0,017 0,037 0,037 0,222 0,335

Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

Dienstreizen:

Aangenomen wordt dat de helft van het aantal vergaderingen in Brussel plaatsvindt. Het hierboven vermelde totaal is gebaseerd op een bedrag van 1 300 € per dienstreis en 1 dienstreis per jaar door 2 ambtenaren die vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen, 3 dienstreizen per jaar door 1 ambtenaar die vergaderingen van andere door de raad van bestuur opgerichte comités bijwoont, 3 dienstreizen per jaar door 2 ambtenaren die vergaderingen van de raad van openbare instanties bijwonen en 2 dienstreizen per jaar voor andere opdrachten.

Studies en raadplegingen: Na het derde jaar is er één onafhankelijke raadpleging per jaar gepland om feedback van de onderzoeksgemeeenschap over de functionering van het stelsel te krijgen.

50 Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.