Com'info 2003/2004 #1

12
Jaargang 3/ Nummer 1/ November 2003 Adembenemende spellen Adembenemende spellen "Waarom spellen in de toekomst meer fysieke inspanning vragen en echt adembenemend zullen zijn" VoIP Doe jij al mee?

description

Com'info, het officiële magazine van SV Contact. Com'info 2003/2004 #1

Transcript of Com'info 2003/2004 #1

Page 1: Com'info 2003/2004 #1

1

Jaargang 3/ Nummer 1/ November 2003

Adembenemende spellenAdembenemende spellen "Waarom spellen in de toekomst meer fysieke inspanning vragen en echt adembenemend zullen zijn"

VoIP

Doe jij al mee?

Page 2: Com'info 2003/2004 #1

2

Colofon Com’info is het officiële orgaan van SV Contact, de studievereniging van Communicatie– en Informatie-wetenschappen in Utrecht. Hoofdredacteur: Mark Topper Eindredacteur: Mariska Swart Secretaris: Fabian de Graaf Penningmeester: Fabian de Graaf Lay-out: Mariska Swart Redactie: Michiel Kraijkamp Remco la Riviere Fabian de Graaf Dirk-Jan Zom Maartje van der Heijden Aan dit nummer werkten ver-der mee: Linda Kumeling Talitha Koek Contact via [email protected] Of postbus KNG 29 (boven post-vakjes)

Ook lid worden?

Voor meer info kijk je op:

www.svcontact.nl

Vast in Com’info:Vast in Com’info:Vast in Com’info: Colofon 2 Redactioneel 3 SV Contact 10/11

Deze week in Com’info:Deze week in Com’info:Deze week in Com’info:

Pagina 4/5: -Reprorechtvaardig -De Europese Unie onder constructie

Pagina 6/7: -Innovatieve Gaming Interfaces en Totale Immersie

Pagina 8/9: -The Skype is the limit -Groepsopdracht & geen tijd: Wat nu !?

INHOUDINHOUD

C COLOFONOLOFON//INHOUDINHOUD

Page 3: Com'info 2003/2004 #1

3

Under Construction … begraven Nooit meer een themanummer! Dat is het motto. In dit nummer zijn we al in sterke mate bezig om het blad te vernieuwen. De lay-out willen we beter en de hele look en feel professioneler. Een van de grootste struikelblokken bij ons tijdschrift was echter het ge-bruik van een thema. Dat zal dit nummer nog zo zijn, maar daar-mee dragen we de thema’s en in dit geval “Under Construction” echt ten grave. We zijn hier al heel vaak niet meer trouw geweest aan het thema, maar dat terzijde. Adembenemend worden de spellen van tegenwoordig, maar dan in letterlijke zin. Lazen we in het verleden een keer dat een gamer na 72 uur gamen naar het ziekenhuis was gebracht, in de toekomst wordt dat misschien na 5 minuten al… Lees daarover meer in het hoofdartikel. Meer nieuwe ontwikkelingen vinden we op het gebied van VoIP. KaZaA als P2P kent iedereen inmiddels al en om daar nog eens lekker over verder te zeuren heeft geen zin, maar Skype jij al? Nog meer ontwikkelingen die under construc-tion zijn is het samenwerken via MSN. Merkte ik vorig jaar nog extreme veel weerstand, als je voorstelde via MSN samen te werken, tegenwoordig is die drempel al veel lager. Natuurlijk heeft “iedereen ADSL” hier een rol bijgespeeld en zijn de telecombedrijven de grote winnaar, maar de studenten ook! Een eeuwenoude kwestie is die van de te dure readers. Waarom zijn die dingen nou zo duur? Dat vroegen wij ons nou ook af. In zoverre nieuw is echter de wet Reprorecht en de rekeningen die bedrijven ineens krijgen… In dit nummer ook nog de Europese Unie. De BaMa is een effect van die Europese Unie, maar terwijl wij dit schrijven wordt er flink gedebatteerd over een nieuwe Europese Grondwet, die kan leiden tot nog meer veranderingen. Misschien ook voor ons. De BaMa heeft een waar schokeffect gehad in het studentenbestaan. Ik spreek niemand meer die nog een momentje vrij heeft met al die nieuwe eisen en opdrachtjes waaraan voldaan moet worden. Ik zie echter ook nog veel mensen die zo druk zijn, omdat ze in allerlei commissies zitten en anderszins een druk studentenleven hebben. We hopen echter ook dat er nog studenten zijn die ons willen versterken. Nu ligt er een blad van 12 pagina’s voor je, maar dat hadden er net zo goed 24 kunnen zijn. Door de Com’info nieuwe stijl is ons werk ook echt nog veel leuker geworden en wij willen eigenlijk iedereen uitdagen om dat gevoel te ervaren!

Mark Topper, hoofdredacteur

R REDACTIONEELEDACTIONEEL

Page 4: Com'info 2003/2004 #1

4

Even een kopietje maken: de nor-maalste zaak van de wereld. Een goed alternatief voor het overpennen van een bladzijde en niet al te duur. Maar voor bedrijven is het uit met de pret. Die moeten tegenwoordig ook voor ieder ko-pietje dat ze maken een extra be-drag betalen, het zogenoemde Re-prorecht. Wat houdt deze regeling in? En wat zijn de gevolgen voor studenten? Een overzicht gevolgd door een interview met een mede-werker van de Centrale Readerver-koop Letteren. Op 1 februari van dit jaar is de Wets-wijziging Reprorecht ingegaan. Dit bete-kent dat niet alleen overheidsinstellingen maar ook het be-drijfsleven voor het kopiëren uit kran-ten, tijdschriften, boeken en nieuwsbrie-ven moet betalen. Door deze betaling hebben bedrijven het recht om artikelen en foto´s uit de hierboven genoemde media te kopiëren. Er moet betaald wor-den voor iedere kopie van papier naar papier, dus niet voor het elektronisch kopiëren. Ook voor kopieën die voor privé-gebruik en van interne rapporten, nota’s en brieven zijn gemaakt, hoeft geen vergoeding te worden betaald. Mocht degene die moet betalen een regeling met de betreffende auteur heb-ben getroffen, dan hoeft over deze ko-pieën ook geen Reprorecht te worden betaald, maar of dit in de praktijk vaak voorkomt valt te betwijfelen. De vergoedingen worden geïnd door de Stichting Reprorecht. Deze is in 1974 opgericht door auteurs en uitgevers organisaties en sinds 1985 verantwoordelijk voor het innen van de vergoedingen van overheidsinstellingen. Door de Wetswijziging heeft Veldkamp/NIPO een grootschalig onderzoek ge-daan, waarin werd onderzocht hoeveel kopieën er in het bedrijfsleven op week-basis gemaakt worden. Uit het onder-zoek kwam naar voren dat er wekelijks ongeveer 425 miljoen kopieën gemaakt worden, waarvan zo’n 8,6% onder het Reprorecht valt. Op basis van deze gege-vens is voor iedere branche vastgesteld hoeveel reprorechtplichtige kopieën zij op jaarbasis maken. Bedrijven waarvan is

vastgesteld dat ze jaarlijks 50.000 of minder reprorechtplichtige kopieën maken krijgen jaarlijks een rekening in de bus. Bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 van zulk soort kopieën maken krijgen een berekening, die ze door het opstu-ren van een eigen opgave nog kunnen laten wijzigen. Deze hoeveelheden zijn en blijven slechts schattingen en daarom hoeven bedrijven het niet met deze regeling eens te zijn. Eigen onderzoek naar het kopieergedrag wordt door de Stichting Reprorecht echter afgeraden wegens de hoge kosten en administratieve rompslomp zodat veel bedrijven de regeling maar slikken. Deze vergoedingen zijn uiteindelijk bedoeld voor de auteurs en uitgeverijen uit zowel binnen- als bui-tenland die aan de gebruikte artikelen hebben gewerkt. Uitgeverijen die min-stens 50% van hun omzet aan hun au-teurs verstrekken mogen meedoen met de verdeling van het binnengehaalde geld. Het bedrag dat de uitgeverijen krijgen is afhankelijk van de categorie(ën) geschriften die ze produceren. Door middel van steekproeven wordt ieder jaar bepaald welk bedrag iedere categorie krijgt. Buitenlandse auteurs en uitgeverijen krijgen hun geld via buitenlandse zus-

terorganisaties van de Stichting Repro-recht. Omdat het Reprorecht al sinds 1985 voor overheidsinstellingen geldt, betalen studenten hier bij het kopen van een reader ook aan mee. Deze en andere zaken die spelen rondom het maken en ver-kopen van readers zullen in on-derstaand interview worden toe-gelicht. Wie bent u en wat doet u voor werk? “Mijn naam is Ton Mook en ik ben al bijna twee decennia zoals men zegt de readerverkoper van de Faculteit Lette-ren. In die twintig jaar heb ik onder andere Ronald Giphart als klant gehad en zo zullen er wel meer klanten Be-kende Nederlander zijn geworden. Het schijnt zo te zijn dat iedere student en ook veel docenten mij kennen, alleen ken ik niet alle studenten en docenten. Dat moet je me maar niet kwalijk ne-men, ik zit tegen de 50 jaar aan te kij-ken en dan wordt het geheugen wat minder.” Hoe wordt een reader gemaakt? “De docent of studentenassistent brengt een stapel originelen oftewel kopieën van artikelen uit boeken, tijd-schriften en tegenwoordig ook webpagina’s bij mij: de Centrale Rea-derverkoop Letteren (CRL). Dit wordt het moederexemplaar genoemd. De docent of studentenassistent bepaald de omvang van de teksten, het aantal pagina’s en de lay-out hiervan, daar heb ik geen invloed op. Behalve als ze een niet-korte overname in de reader willen opnemen. Dat wil zeggen gemiddeld meer dan 25 pagina’s of 1/3 van een boek met meer dan 10.000 woorden. In dat geval adviseer ik om deze artike-len in verband met de hoge vergoe-ding per pagina niet op te nemen in de reader, maar het op de leesplank in de Letteren Bibliotheek te leggen. Een reader met een niet-korte overname is vaak erg duur en wordt daardoor veel-al door de studenten onderling gekopi-eerd.”

Reprorechtvaardig C COMOM’’POLITIEKPOLITIEK

Page 5: Com'info 2003/2004 #1

5

Hoeveel readers worden er voor iedere cursus gedrukt? “Het aantal readers dat per cursus ge-bruikt wordt is gelijk aan het aantal deel-nemers. In Osiris is te zien wie zich heb-ben aangemeld en dat aantal plus 10% extra wordt de readeroplage. Dus als je je niet hebt ingeschreven wordt er ook geen reader voor je gemaakt. Er zijn studenten die zich (nog) niet ingeschreven hebben maar wel alvast een reader kopen en dan moet ik soms nee verkopen aan iemand die zich keurig op tijd heeft ingeschreven. Een schrale troost is dan dat een reader meestal binnen 2 werkdagen is bijgemaakt.” Hoe wordt de prijs van een reader be-paalt?“ De prijs wordt hoofdzakelijk bepaalt door de auteursrechten waarvan de kos-ten in de prijs worden doorberekend. Als een docent een rea-der zelf schrijft of samenstelt uit eigen werk dan is hij de auteur en hoeft er geen vergoeding betaald te worden. We hebben het dan over een syllabus. Bij de auteursrechten komen ook de repro-ductiekosten en een overheadpercentage. Dit is bedoeld voor het verschaffen van readers aan de docenten die de cursus verzorgen en dekt een klein gedeelte van de onverkochte readers, die meestal onverkoopbaar worden.” Waarom worden de zijkanten van de rea-ders geplakt? “Een veelgehoorde klacht is dat de rea-ders snel uit elkaar vallen. Er wordt vaak gevraagd of dat niet anders kan, maar het is alle waar naar zijn geld. De gelijm-de rugbinding is verreweg het goed-koopst, alle andere bindvormen zijn duurder waardoor de reader prijziger wordt. Een reader blijft maar een stapel gebonden velletjes papier, is maar voor één cursus en verdwijnt na het tentamen meestal in de prullenbak en fungeert ook niet meer als naslagwerk. Toch schijnen de studenten het niet zo bezwaarlijk te vinden om er wat meer voor te betalen, als de boel maar bij elkaar blijft. Daarom is er met ingang van het eerste blok pi-lotproject bij de studie Nederlands ge-start. Van deze studie worden de rea-ders op een degelijkere manier gebon-den. De evaluatie hiervan zal eind okto-ber plaatsvinden. Ik wacht af wat daarvan de uitkomst zal zijn.” -MK-

Het zal de oplettende nieuwslezer niet ontgaan zijn: er wordt momenteel hard gewerkt aan de eerst echte Europese grondwet. De eerste blauwdruk ligt er en leidt al tot genoeg commotie, niet alleen in Nederland maar ook in de andere lidstaten. Er is geen weg meer terug zo lijkt het, er wordt (letterlijk) hard aan de weg ge-timmerd om alle huidige en aspi-rant lidstaten met de neuzen de-zelfde kant op te krijgen. Maar de optimistische bouwers lijken en-kele zeer belangrijke zaken te vergeten. Wat is allereerst namelijk een grondwet? Het is een wet die ten grondslag zou moeten liggen aan alle an-dere Europese wetten, en dus ook aan de nationale wetgeving van de staten. Dat zou dus betekenen dat afzonderlijke landen hun soevereiniteit verliezen, welke juist met zoveel zorg beschermd wordt. Het doel van de grondwet is, aldus voorzitter van de Europese Conventie Giscard d’Estaing, om naar verregaande federalisatie toe te werken, en uiteindelijk naar een Vere-nigde Staten van Europa. De lidstaten echter, en zeker de grote, zullen niet accepteren dat een dergelijke grondwet hun autonomie aantast. Nu al is het bijzonder moeilijk om iedereen het eens te laten worden over economische wetgeving, laat staan meer beladen onderwerpen als een algemeen buitenlands beleid, de-fensie of zelfs morele zaken. De opti-mistische visie dat Europa dezelfde weg zal bewandelen als Amerika lijkt mij misplaatst aangezien de lidstaten deelname aan de EU alleen in het licht van hun eigen voordeel beschouwen en het uiteindelijke doel van de afzon-derlijke landen zeker niet eenwording is. Om dit protectionisme van de eigen

identiteit en beleid van de naties op te vangen, is er een zogenaamde ‘exit-optie’ opgenomen in de grondwet. Dit betekent dat leden op ieder moment kunnen besluiten de participatie stop te zetten en uit de Unie te stappen. Maar dit haalt natuurlijk het hele idee van één bindende grondwet onderuit, zeker als grote staten deze regeling als een veto gaan gebruiken om wetgeving te blokkeren. Een federatie lijkt zo beschouwd verder weg dan ooit. Daarnaast lijken de ontwerpers nog iets essentieels te vergeten: de Europese bevolking. Het merendeel hiervan vindt Brussel een ver-van-hun-bed show met

ondoorzichtige besluitvorming en ondemocratisch verkozen vertegenwoordigers. De desinteresse in Europa blijkt uit Verkiezingsopkomsten van rond de 40 % (overigens nog steeds meer dan voor het Ame-rikaanse Congres). Euro-peanen bestaan simpelweg niet als volk of etniciteit. Het komt nu aan op de regering van de lidstaten zelf om de be-volking van het belang van de Unie te doordringen. In Nederland gebeurt dat

bijvoorbeeld door te opperen een refe-rendum te houden. Maar als de lidstaten het zelf al niet eens kunnen worden over een grondwet, hoe kunnen dan ooit de burgers hierover beslissen? Dit hiaat zou opgevuld moeten worden door uitstekende voorlichting en com-municatie. Iets waar het tot nu toe nog in sterke mate aan ontbreekt. Politieke communicatie is een groeiende bedrijfs-tak, en te zien aan de huidige situatie moet de Europese Unie op dit gebied nog veel leren. De grondwet moet op zijn minst draagvlak hebben bij de lidsta-ten en de bevolking daarvan, anders heeft dit bouwproject geen kans van slagen. - TK-

C COMOM’’POLITIEKPOLITIEK

De Europese Unie onder constructie

Page 6: Com'info 2003/2004 #1

6

Games groeien nog steeds op vele fronten. De meest voor de handliggende maatstaf voor het grotere pu-bliek waaraan deze groei wordt afgemeten is het ‘realisme’ van de graphics. Een even zo belangrijke maatstaf lijkt mij de manier van interactie, deze be-paald immers de betrokkenheid van de gamer bij het spel. In dit artikel kijk ik daarom naar hedendaagse innovatieve interfaces. We zijn nog ver verwijderd van game-situaties als in sommige films wordt verbeeld, maar er is al veel veranderd sinds de eerste games van ruim 40 jaar geleden. Wat dragen de nieuwste interfa-ces volgens een kunstenaar bij aan het idee van totale immersie? Interface? Hoe zat het ook alweer? Een mogelijke definitie van ‘interface’ is het bedieningspaneel dat de gebruiker in staat stelt de functiona-liteit van een systeem aan te wenden. Het bedieningspaneel van een interface bestaat uit een reeks knoppen of hendels; het bedieningspaneel is een afspiegeling van de keuze - en handelingsmogelijkheden die de gebruiker heeft. De mogelijkheden worden gegenereerd door een ander deel van de inter-face, het systeem. De gebruiker verricht op een bewuste manier intentionele handelingen met behulp van het bedieningspaneel. Het bewuste en het intentionele zegt iets over de doelgerichtheid van een inter-face. De gebruiker is slechts geïnteresseerd in het aanwenden van de functionaliteit en het bereiken van het doel, anders dan de mechanicus die tot taak heeft de interface functionerende te houden en daarom meer inte-resse in het systeem heeft. Het systeem genereert niet alleen de mogelijkheden maar bepaalt tevens de onmogelijkheden. Zo zullen bij een PC bepaalde toetsencombinaties (Ctrl + Alt + Delete) wel een betekenisvol effect op het systeem hebben en andere (Ctrl + G in Word-pad) niet. Het systeem is dat deel van de interface dat niet tot nauwelijks zichtbaar is voor de doorsnee gebruiker, sterker nog, de gebruiker (in de enge zin van het woord) is er niet in geïnteresseerd. Het systeem is het wezenlijke onderdeel van de machine, het is de machine omdat het systeem de bewer-kingen uitvoert. Hoewel interface in de oren van velen misschien heel ‘cyber’

klinkt heeft elk apparaat dat bediend moet worden een interfa-ce. De kraanmachinist van een hijskraan kan verschillende ac-ties uit voeren, om precies te doen wat hij wil moet hij op enkele knoppen drukken en met behulp van hendels de actie sturen. Analoge interfaces als deze hebben vaak meteen be-trekking op de fysieke wereld, digitale interfaces hebben in eerste instantie juist meer betrekking op het virtuele. Lichaamsbeweging en ademhaling Wie had er vijftig jaar geleden durfen dromen dat we ons li-chaam ooit nog eens op natuurlijke wijze zouden gaan gebrui-ken voor het spelen van games? De manier van interactie was in de beginjaren nog erg abstract en onnatuurlijk. Door met je vingers knopjes op de joypad in te drukken liet je dingen op het scherm gebeuren die je in real life onmogelijk met je vin-gers zou kunnen laten gebeuren. In feite is deze manier van bedienen tot op de dag van vandaag dominant gebleven. Maar hier en daar doken er natuurlijkere manieren van bedie-nen op. Het input device (bij een PC zijn dat de muis + toet-senbord), dat mij het meest duidelijk voor ogen staat is de gun van de Nintendo 8 – bit console waar ik urenlang Duckhunt

mee speelde. De ga-mer drukt nog steeds op een knop maar deze druk op de knop houdt wel verband met het overhalen van een trekker zoals dat in real life zou gebeuren. Nog natuurlijker is het bij hedendaagse interfaces als de Eye-toy. Dit nieuwe input device van Sony maakt het voor de gamer mogelijk zijn hele li-c h a a m a l s ‘bedieningspaneel’ in te zetten. De lichaamsbe-wegingen die van de gamer verlangd wor-den zijn per spel ver-schillend en hebben in de rol van ‘input’

steeds minder het nadeel afhankelijk te zijn van een I / 0 – situ-atie. Dat is bij de oude vertrouwde joypads maar ook bij de verschillende guns wél het geval aangezien ze bediend worden met behulp van knopjes die óf wel óf niet ingedrukt zijn. Kort-om, een input device als de Eyetoy geeft de gamer het gevoel minder gebonden te zijn aan ouderwetse ‘knoppendozen’. Een andere innovatieve interface is te vinden bij het spel Gasp! van kunstenaar Robin Janse. Geïnspireerd op een documen-taire van Discovery Channel over Filippijnse parelduikertjes

Innovatieve Gaming Interfaces en Totale Immersie

“Het input device dat mij het meest duidelijk voor ogen staat is de gun van de Nintendo 8 – bit console waar ik urenlang

Duckhunt mee speelde.”

C COMOM’’NIEUWENIEUWE MEDIAMEDIA

Page 7: Com'info 2003/2004 #1

7

besloot Janse een game te ontwerpen waarbij de longcapaciteit een belangrijke factor was. Voor zijn afstudeerproject ont-wierp hij een een game en een bijbehorend ademhalingsap-paraat dat op de PC aangesloten wordt. De gamer moet eerst diep adem halen voordat hij een duik kan nemen, wanneer hij bijvoorbeeld onder water ademhaalt dan komt er virtueel wa-ter in de virtuele longen. Het doel van het spel is zoveel mogelijk parels in een duik naar boven te halen. Deze interface is ook heel natuurlijk omdat er nu zelfs een lichaamsfunctie wordt aangesproken: de ademhaling. Bij dit spel is ademhaling een onderdeel van de totale input geworden (de gamer bepaald de zwemrichting van het dui-kertje met een analoge joystick). Totale immersie Totale immersie. Een droombeeld voor sommigen, iets wat onmogelijk wordt geacht door velen. Hoewel Janse gelooft dat een boek ook tot totale immersie kan leiden doel ik hier niet op dit soort immersie. Het soort immersie dat ik bedoel is de immersie die met behulp van digitale interfaces bereikt wordt zoals in de films Avalon en eXistenZ. In beide films wordt een futuristisch beeld geschets van het spelen in digitale ruimten met behulp van machines die compleet zijn aangesloten op en bestuurd worden door het natuurlijke gebruik van het lichaam cq lichaamsfuncties. Op de vraag of hij denkt dat een dergelijke totale immersie ooit mogelijk zal zijn antwoord Janse bevestigend: “ik denk dat het uiteindelijk in de toekomst wel een mogelijkheid is. Maar hoe, dat is natuurlijk de vraag.” Hij wilde bezig gaan met experimentele gameplay, maar Janse is daarbij niet gaan kijken naar een volgende stap richting totale immersie.

Janse ziet drukpakken en mobiele technologie als de volgende gaming interfaces die richting totale immersie gaan. Deze twee soorten input devices ziet Janse als innovatief omdat je lichaam bij het gamen op een nieuwe, natuurlijke manier betrokken wordt. Drukpakken lenen zich naar zijn idee meer voor VR: “als je zo’n handschoen aandoet blazen de drukcabinetjes zich vol en op die manier voel je in een keer druk.” Die druk zorgt ervoor dat je tastzin geprikkeld wordt en zo ervaar je in de virtuele wereld dat je een object vast hebt terwijl je in real-life niets in je handen hebt.

De vrijheid die de mobiele telefoon de gebruiker biedt moet volgens Janse tot het succes van dit apparaat als gaming interface leiden. In een pervasive game als “It’s Alive”

uit Zweden is het de bedoeling elkaar met de mobiele telefoon als wapen en SMSjes als kogels neer te schieten. Dit gaat zelfs zover dat er midden in de nacht drive by shootings plaats vin-den! Ook op het gebied van interactie kunnen games nog veel groeien. Dat was me al duidelijk wanneer je totale immersie als ideale game-situatie neemt waar de interactiviteit maximaal is. Het werd me eens te meer duidelijk na het gesprek met Robin Janse. -RlR- Robin Janse is Interaction Designer en afgestudeerd aan de HKU. Hij ontwierp het spel ‘Gasp!’ dat op 5 november op het Level Up Game-fest te zien was. McGonigal, Jane, ‘A Real Little Game: The Pinocchio Effect in Pervasive Play’ in: Copier, Marinka en Raessens, Joost (eds.), Level Up Digital Games Research Conference (Utrecht 2003)

C COMOM’’NIEUWENIEUWE MEDIAMEDIA

“De Eyetoy, het nieuwe input device van Sony maakt het voor de gamer mogelijk zijn hele lichaam als

‘bedieningspaneel’ in te zetten.”

Page 8: Com'info 2003/2004 #1

8

The Skype is the limit Gratis bellen met je vrienden en familie, ongeacht waar ter wereld ze zich bevinden, is lange tijd een utopie geweest. Maar nu steeds meer mensen de beschikking heb-ben over een ADSL-aansluiting, spelen een aantal bedrijven in op deze behoefte. Hierdoor is het nu mogelijk ‘gratis’ telefonisch contact te houden met wie je maar wilt. VoIP Deze bedrijven hebben allen één ding gemeen. Ze bieden hun telefoniedienst-en aan via je internetaansluiting. De offi-ciële term die hiervoor gebruikt wordt is VoIP. VoIP staat voor Voice over IP. In normaal Nederlands betekent dit dat je spraakverkeer via een IP-netwerk(zie kader) verstuurt en ontvangt. Tevens kan er tegelijkertijd data worden meege-stuurd, zoals bewegende beelden. VoIP staat op het punt om dit jaar wereldwijd door te breken als vervanger voor het huidige telefoonnetwerk. Deze techniek is echter nog lang niet geperfectioneerd en bevat het nog de nodige kinderziektes. Als deze eenmaal overwonnen zijn, is er een technologie die staat als een huis en die de huidige vorm van telefonie zal doen verbleken. Tot vrij recent waren er namelijk een aantal bezwaren om VoIP te gebruiken. De belangrijkste reden was de slechte kwaliteit. Dit betrof zowel het krakerige geluid, maar vooral de vertraging in het gesprek. Deze vertraging kon oplopen tot wel 3 seconden als het druk was op Internet. Maar dit kwam ook doordat nog niet veel mensen de beschikking hadden over een snelle en permanente internetverbinding. Daar kwam nog bij dat veel firewalls de gesprekken blokkeerden. Dit kwam doordat de firewall het gesprek als onge-wenst, en dus mogelijk gevaarlijk, data-verkeer zag. Een firewall zorgt er name-lijk voor dat je computer beschermd wordt tegen ongewenste data, zoals v i ru s sen . To t s lo t waren de programma’s die op de markt waren heel erg technisch en voor een ‘leek’ niet te bedienen. Maar sinds enkele maanden zijn deze problemen in hoog tempo weggewerkt en dienen zich aller-lei gebruiksvriendelijke

programma’s aan. Skype Één van de programma’s die binnen enkele maanden heel populair is ge-worden, is Skype (al bijna 2 miljoen keer gedownload). Skype is ontwikkeld door de makers van Kazaa en werkt ook min of meer volgens dezelfde ma-nier. Skype ziet er een beetje uit als MSN. Je hebt een venster waar je kunt zien wie er online is. Als je met deze persoon wilt spreken zet je je koptele-foon met microfoon op en klik je op het icoontje van die persoon. Binnen enkele seconden kun je dan gratis met elkaar bellen! De kwaliteit van dit gesprek is zeker goed te noemen, vergelijkbaar met een gewoon telefoongesprek.Dit komt doordat iedereen die dit programma op zijn computer heeft staan, een klein beetje bandbreedte beschikbaar stelt. Ook wordt er een directe verbinding gemaakt met de andere gebruiker via P2P-technologie. P2P staat voor Peer-to-Peer, oftewel, direct met elkaar verbonden zonder de tussenkomst van een centrale com-puter. Kazaa werkt op precies dezelfde manier. Deze techniek zorgt er ook voor dat zo’n telefoongesprek zeer moeilijk afgeluisterd kan worden.

Wat is IP eigenlijk? IP staat voor Internet Protocol. Het Internet is één van de vele toepassingen dat gebruik maakt van dit protocol. Maar het wordt ook gebruikt in onder andere privé-netwerken en Intranetwerken. IP zorgt ervoor dat de data die van de ene computer naar de andere computer wordt verzonden in kleine pakketjes opge-deeld wordt, zodat alle informatie snel van het ene punt naar het andere punt kan gaan. Een metafoor: Er moeten 100 boeken van Rotterdam naar Utrecht verzon-

den worden. In Rotterdam staan alle boe-ken keurig naast elkaar. Een aantal boeken worden per boot vervoerd, een aantal per auto en zelfs een paar per trein. In ieder geval wordt ervoor gezorgd dat alle 100 boeken verstuurd zijn met bestemming Utrecht. Nu blijkt dat het handig is om alles in kleine stukjes op te delen, want er

blijkt file te staan op de A28. Aangezien de boeken niet allemaal bij elkaar in een grote vrachtwagen staan, die geen gebruik kan maken van sluipwegen, maar in kleine Smarts worden vervoerd, kan er overal langs en omheen gereden worden. Uiteindelijk komen alle boeken vrijwel tegelijkertijd aan in Utrecht, alwaar ze keu-rig op volgorde worden gezet. De boeken moeten hier de spraakpakketjes voor-stellen en alle boeken bij elkaar het hele telefoongesprek.

“De boeken moeten hier de spraakpakketjes

voorstellen”

Maar het grote voordeel is natuurlijk dat je wereldwijd gratis kunt bellen. De enige twee voorwaarden zijn dat de andere persoon ook dit programma op zijn of haar computer moet hebben staan en dat beide computers aan staan. Pilmo Pilmo heeft dit probleem met je com-puter opgelost. Zij bieden namelijk sinds kort een apparaatje aan, de zoge-noemde VoiceFinder. Dit apparaat zet je tussen je telefoon en je telefoonlijn en is een soort computer op zich. Zij zorgen er dan voor dat je via Internet belt. Je hebt dan dus geen computer nodig om via Internet goedkoop te kunnen bellen, alleen een telefoonlijn. Binnen Nederland bel je dan vanaf € 0,01 per minuut.

C COMOM’’NIEUWENIEUWE MEDIAMEDIA

Page 9: Com'info 2003/2004 #1

9

Je hebt een opdracht die in groepsverband gemaakt moet worden, maar de een kan die dag niet, de an-der is een andere dag niet in Utrecht en maandag moet de opdracht ingeleverd worden. Wat nu?! Uit een onderzoekje onder wat studerende vrienden blijkt dat zij steeds meer gebruik maken van MSN als overlegmedi-um. MSN is als overlegmogelijkheid erg praktisch, omdat bijna elke student een MSN-adres heeft. Daarnaast biedt MSN extra mogelijkheden om het overleggen te vergemak-kelijken. Je kunt via MSN bestanden naar elkaar versturen, filesharing genaamd. Daarnaast biedt MSN audio- en video-opties waardoor je met behulp van een webcam en koptele-foon met microfoon naast typend ook “mondeling” kunt overleggen. Veel studenten hebben een internetverbinding, waarvan steeds meer een ‘vaste’ internetverbinding als ADSL of kabel. Het kost je dan niets om te overleggen, waardoor het veel voordeliger is als tele-foneren. Je kunt op MSN men-sen in een gesprek uitnodigen, waardoor je met meer mensen tegelijkertijd kunt chatten. Je zit al achter de computer, waar-door het makkelijk is om tege-lijkertijd een Word-document geopend te hebben, waarin je de tekst van het verslag typt. Maar heeft overleggen via MSN alleen voordelen? Ik denk van niet, het kost vaak meer tijd dan overleggen terwijl je naast elkaar zit. De verleiding is groot om naast het gesprek over de groepsopdracht met andere mensen te gaan chatten, waardoor je reactiesnelheid vermin-derd. Bij een enthousiast groepje, waarbij de deelnemers verschillende ideeën hebben kan MSN ook te druk zijn. Ie-dereen kan tegelijkertijd een berichtje plaatsen, waardoor het een wirwar aan ideeën en meningen is en iedereen met z’n eigen berichtjes bezig is. Als je op de universiteit samen-

werkt kun je wel door elkaar praten, maar dan zal toch iemand snel z’n mond moeten houden. Hier staat wel tegenover, dat als je na de wirwar van ideeën de tijd neemt om ze te lezen, ze bruikbaar kunnen zijn voor het verslag. De getypte ideeën blij-ven wel bewaard, terwijl iets wat uitgesproken wordt, niet meer terug te halen is. Overleggen via MSN heeft ondanks enkele nadelen een aantal mogelijkheden waardoor het een goed alternatief kan zijn voor overleggen op de universiteit. Dus heb je volgende week geen tijd om gezamenlijk op de universiteit aan een opdracht te wer-ken: regel een online bijeenkomst! Misschien dat het online overleggen via MSN wel overschaduwd gaat worden door Skype, omdat veel mensen meer behoefte hebben aan de ‘warmte’ van een menselijke stem dan letters op hun beeldscherm. Meer hier-over kun je hiernaast lezen. -MvdH-

Groepsopdracht & geen tijd: Wat nu?!

Naar andere Pilmo gebruikers bel je zelfs gratis. Deze dienst heeft wel een aantal nadelen. Zo is de kwaliteit van de telefoongesprekken maximaal zo goed als een mobiel gesprek, maar kan dus ook nog slechter zijn. Ook zijn buitenlandse gesprekken lang niet altijd zo goedkoop. en minuutje Rusland kost je maximaal €3,80! Daar komt nog eens bij dat je de VoiceFinder moet aanschaffen voor een vrij stevige prijs.

Succes Zoals het vaak is met nieuwe diensten

is het nog maar Afwachten of het een succes wordt. Waarschijnlijk zal

Skype succesvol worden, omdat dit een gratis programma is dat ook nog eens heel makkelijk in het gebruik is en een goede kwaliteit biedt. Maar ook voor dit programma geldt dat er een kritieke massa bereikt moet zijn, wil het programma een beetje werken. Als jij als enige van je vrienden

De kwaliteit van dit gesprek is zeker goed te noemen”

het programma op je computer hebt staan, heb je er natuurlijk niet veel aan. Aan de andere kant zal Pilmo waarschijnlijk niet slagen, omdat je er veel moeite voor moet doen (apparaat kopen in de winkel, aansluiten, etc) en de kwaliteit van de gesprekken maar matig is. Als Skype eenmaal een succes is, is het afwachten op de tientallen klonen die op zullen duiken en proberen te concurreren met Skype, maar ook met KPN. En of KPN dat op zich laat zitten, is nog maar de vraag… -FdG-

C COMOM’’NIEUWENIEUWE MEDIAMEDIA

Page 10: Com'info 2003/2004 #1

10

SV C SV CONTACTONTACT

De ALV Op 15 oktober jongstleden heeft de Algemene Leden Vergadering van Sv Contact plaatsge-vonden. Bij deze ALV waren ongeveer 45 leden aanwezig. In deze ALV zijn verscheidene zaken betreffende de vereniging besproken. Het eerste punt van de ALV was een introductie over de Level UP Gameconference door Paul Bouckeart. Inmiddels kunnen we al concluderen dat zowel Level Up, als GameFest een enorm succes was! Daarna heeft het bestuur geëvalueerd wat er tot nu toe dit jaar is georganiseerd. De suc-cesvolle barbecue, de introductie en de borrels behoren tot deze activiteiten. Daarna heeft het bestuur haar beleidsplan voor de rest van het jaar gepresenteerd. Deze bestaat voornamelijk uit het intern stabiliseren en continueren van Sv Contact, het updaten van het ledenbestand, het presenteren van een nieuwe commissie, de smoelenboekcommis-sie en het versterken van de externe contacten binnen Utrecht en daarbuiten. Een laatste beleidspuntje is het twee wekelijks uitbrengen van een Sv Contact nieuwsbrief via de mail. Zo blijven alle leden actueel op hoogte van alle belangrijke zaken. Verder werd door de penningmeester de financiële situatie van Sv Contact behandeld. Een belangrijk puntje hierin is dat het erg belangrijk is dat alle leden op tijd hun contributie beta-len. Zonder deze contributie kan de vereniging namelijk vrij weinig organiseren. Het plan voor volgend jaar is om via automatische incasso de contributie te innen. Tenslotte zijn alle voorzitters van alle commissies uitgenodigd om een kort praatje te hou-den over wat de commissie allemaal organiseert. Hierbij zij de volgende commissies aan bod gekomen; de introductiecommissie, de feestcommissie, de activiteitencommissie, de redac-tie van de com’info, de buitenlandse reis commissie, de smoelenboekcommissie, de film- en symposium commissie, de webcommissie, de galacommissie en de boekencommissie. Alle leden hebben in de pauze de mogelijkheid gekregen om zich in te schrijven voor de commissies. Ook konden adreswijzigingen worden doorgegeven en de galafoto’s konden opgehaald worden. Na de pauze werd de gemonteerde video van de introductie 2003 ge-toond. Een verkorte versie van de film is te zien op de site. - LK -

Page 11: Com'info 2003/2004 #1

11

SV C SV CONTACTONTACT

Woordje van de voorzitter Beste leden, Het eerste blok is alweer achter de rug en we zijn allemaal weer helemaal goed opgestart na de zomer. Het eerste blok hebben we al een aantal succesvolle activiteiten georganiseerd voor onze leden. Zo was de facultaire introductie en het kamp in Putten voor de nieuwe eerstejaars erg geslaagd. Ook hebben we twee drukbezochte borrels in ’t Lieverdje gehad. Het bezoek aan het televisieprogramma Barend & Witteman, georganiseerd door de activi-teitencommissie, was erg leuk. Maar in het tweede blok staan natuurlijk ook erg leuke activiteiten gepland: ⇒ Op 26 november gaan we klimmen. De activiteitencommissie maakt de

kaartverkoopdata voor deze activiteit bekend via de site en in de nieuwsbrief. ⇒ Op 2 december is er weer een Sv Contact borrel, deze keer in De Kneus, wegens

verbouwingen in ’t Lieverdje. ⇒ Op 9 december wordt het eerste echt feest dit studiejaar georganiseerd door de

feestcommissie. Nadere informatie over het thema en locatie volgt nog! Verder is een erg belangrijk punt voor Sv Contact dat de contributie door alle leden betaald wordt. Om alle activiteiten binnen Sv Contact zo goed mogelijk te financieren, is het erg van belang dat de contributie overgemaakt is. De eerstejaars hebben dit al gedaan bij de inschrij-ving, maar de ouderejaars die nog geen 12 euro betaald hebben, vragen we om dit snel mo-gelijk te doen. Graag overmaken op rekeningnummer: 59.68.25.412 ten name van Sv Con-tact, onder vermelding van je naam, studentnummer en hoeveelste jaars je bent. Het is al een paar keer vermeld in de mail, op de website en tijdens de ALV. Bij een paar commissies binnen Sv Contact zijn enthousiaste leden altijd welkom. De smoelenboekcom-missie zoekt nog personen die goed met layout-programma’s om kunnen gaan. Daarnaast zoekt de film- en symposiumcommissie nog leden die het leuk vinden om studiegerelateerde onderwerpen terug te laten komen in een symposium met gastsprekers. Als je interesse mocht hebben, mail dan naar: [email protected] Als je verder nog vragen mocht hebben aan ons, schroom niet om een mailtje te sturen of eens langs te komen op de zolder van KNG 29. Linda Kumeling Voorzitter Sv Contact ’03- ‘04

Page 12: Com'info 2003/2004 #1

12

Wij zijn op zoek naar jou! ⇒ Tekenaars ⇒ Columnisten ⇒ (vaste) schrijvers ⇒ Creatievelingen ⇒ Voor de verspreiding ⇒ Voor de advertenties

Maak kans op een trip naar een redactie van een groot tijdschrift