Collegevoorstel C20131119o 2.01 Lichtplan openbare ... · Stichting de Verlichting over de...

77
Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Nijmegen, Lichtplan openbare verlichting en illuminatie Programma / Programmanummer Openbare Ruimte / 1062 Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In het najaar van 2011 is de beleidsnota "Zicht op Nijmeegs licht" vastgesteld. Hierin zijn beleidsdoelen voor openbare verlichting met betrekking tot veiligheid, burgertevredenheid, duurzaamheid en beeldkwaliteit opgenomen. Het college heeft bovendien besloten dat als vervolg op deze beleidsnota een Lichtplan ontwikkeld moet worden, waarin een uitwerking op de visie op toekomstige stadsverlichting wordt gegeven. Het Lichtplan bestaat uit een “Nota van Aanbevelingen” en een “Inspiratieboek”. In de nota van aanbevelingen staat het wensbeeld weergegeven. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad met aanbevelingen om initiatiefnemers op het gebied van verlichting te verleiden zo veel mogelijk aan te sluiten bij het streefbeeld van de gemeente. Het Inspiratieboek is een visuele verbeelding die het basisconcept uit de Nota van Aanbevelingen ondersteunt. Ter besluitvorming door het college 1. Het lichtplan bestaande uit een Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek, vast te stellen. 2. Brief aan de Raad vast te stellen. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 19 november 2013 nummer: 2.1 Conform advies Aanhouden Anders, nl. BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. PM30, Rene Holslag, 00646344477 Datum ambtelijk voorstel 1 november 2013 Registratienummer 13.0005527 Paraaf akkoord Datum Leidinggevende H. Westenend, PM30 Programmamanager J. ter Wal Programmadirecteur R. van Wuijtswinkel Paraaf akkoord Datum Bestuursagenda Gemeentesecretaris Portefeuillehouder lichtplan Voorstel aan het College7b.doc

Transcript of Collegevoorstel C20131119o 2.01 Lichtplan openbare ... · Stichting de Verlichting over de...

  • Collegevoorstel Openbaar

    Onderwerp Nijmegen, Lichtplan openbare verlichting en illuminatie

    Programma / Programmanummer Openbare Ruimte / 1062

    Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In het najaar van 2011 is de beleidsnota "Zicht op Nijmeegs licht" vastgesteld. Hierin zijn beleidsdoelen voor openbare verlichting met betrekking tot veiligheid, burgertevredenheid, duurzaamheid en beeldkwaliteit opgenomen. Het college heeft bovendien besloten dat als vervolg op deze beleidsnota een Lichtplan ontwikkeld moet worden, waarin een uitwerking op de visie op toekomstige stadsverlichting wordt gegeven. Het Lichtplan bestaat uit een “Nota van Aanbevelingen” en een “Inspiratieboek”. In de nota van aanbevelingen staat het wensbeeld weergegeven. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad met aanbevelingen om initiatiefnemers op het gebied van verlichting te verleiden zo veel mogelijk aan te sluiten bij het streefbeeld van de gemeente. Het Inspiratieboek is een visuele verbeelding die het basisconcept uit de Nota van Aanbevelingen ondersteunt. Ter besluitvorming door het college

    1. Het lichtplan bestaande uit een Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek, vast te stellen.

    2. Brief aan de Raad vast te stellen.

    Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 19 november 2013 nummer: 2.1 Conform advies Aanhouden Anders, nl.

    BW-nummer

    Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. PM30, Rene Holslag, 00646344477

    Datum ambtelijk voorstel 1 november 2013 Registratienummer 13.0005527

    Paraaf akkoord

    Datum

    Leidinggevende H. Westenend, PM30

    Programmamanager J. ter Wal

    Programmadirecteur R. van Wuijtswinkel

    Paraaf akkoord

    Datum

    Bestuursagenda

    Gemeentesecretaris

    Portefeuillehouder

    lichtplan Voorstel aan het College7b.doc

    jongw0Logo Gemeente Nijmegen

  • Collegevoorstel

    1 Probleemstelling Stadsverlichting is een belangrijk thema in Nijmegen. Het geeft zicht in het donker en levert daarmee een bijdrage aan de verkeers- en sociale veiligheid in Nijmegen. Verder is het belangrijk voor de belevingswaarde; het is decoratief en het laat details opvallen. In het najaar van 2011 is de beleidsnota "Zicht op Nijmeegs licht" vastgesteld. Hierin zijn beleidsdoelen voor openbare verlichting met betrekking tot veiligheid, burgertevredenheid, duurzaamheid en beeldkwaliteit opgenomen. Het college heeft bovendien besloten dat als vervolg op deze beleidsnota een beeldkwaliteitplan verlichting ontwikkeld moet worden: een ‘Lichtplan’. Het Lichtplan is een richtinggevende schets met bijlagen bedoeld als kader voor partijen die betrokken zijn bij ontwerp, aanleg, onderhoud en beheer van stadsverlichting in de gemeente Nijmegen. Het is daarnaast bedoeld als referentiekader voor de Commissie beeldkwaliteit en kwaliteitsbeheer. Het lichtplan bestaat uit een Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek. Het Inspiratieboek is een uitgebreide uitwerking van de Nota van Aanbevelingen. De nota van aanbevelingen geeft het basisconcept voor verlichting weer. Het basisconcept is de grondgedachte die we graag in het beeld van zowel de openbare verlichting, als in de aanlichting van gebouwen, zouden terug zien. Om daar makkelijk uitvoering aan te geven is de nota van aanbevelingen opgesteld, voor iedereen die een initiatief op gebied van verlichting neemt. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad met aanbevelingen om initiatiefnemers op het gebied van verlichting te verleiden zo veel mogelijk aan te sluiten bij het streefbeeld van de gemeente. Het Inspiratieboek laat door middel van plaatjes zien wat verlichting voor Nijmegen kan doen en waar in Nijmegen kansen liggen om de stad mooier te maken door verlichting.

    2 Juridische aspecten Voor de verlichting in de Openbare Ruimte is de gemeente verantwoordelijk. Hiervoor vormt De Gemeentewet het juridisch kader (formele zorgplicht). In de wegenwet is de verantwoordelijkheid geregeld dat het beheer bij de gemeente is neergelegd. Voor de verlichting aan gebouwen (particulier) vormt de APV (omgevingsvergunning) het juridisch kader. Er wordt o.a. getoetst aan de nota Beeldkwaliteit en het Reclamebeleid. De Commissie Beeldkwaliteit zal bij haar beoordelingen rekening houden met de aanbevelingen uit de Nota van Aanbevelingen ten aanzien van verlichting. Het zijn echter geen regels of richtlijnen die dwingend zijn voorgeschreven. Het betreft aanbevelingen waarmee we initiatiefnemers willen verleiden om de verlichting conform de ideeën uit het inspiratieboek in te richten. De gegevens staan tevens op de gemeentelijke website.

    3 Doelstelling Het doel van dit voorstel is het vaststellen van het Lichtplan, bestaande uit een inspiratieboek en een nota van aanbevelingen, dat het streefbeeld biedt voor de stadsverlichting in Nijmegen vanuit de invalshoeken identiteit, beeldkwaliteit, structuur, beheer, duurzaamheid en proces.

  • Collegevoorstel

    Vervolgvel 2

    4 Argumenten 1.1 Met dit lichtplan wordt uitvoering gegeven aan de opdracht van het College verstrekt bij vaststelling van de beleidsnota “Zicht op Licht”. 1.2 Anticiperen op verlichting bij bouwprojecten en reconstructies In Nijmegen lopen verschillende projecten waar stadsverlichting een rol speelt. Deze projecten verbeteren, door de gekozen (of nog te kiezen) verlichting, de structuur en de identiteit van de stad. Het basisconcept) zoals weergegeven in het Lichtplan, is het streefbeeld. 1.3. Samenhang in sfeerverlichting In Nijmegen is sinds 2005 Stichting de Verlichting actief. Dit is een groep Nijmeegse ondernemers die tot doel heeft de stad te promoten met aanlichtingsprojecten. Verschillende andere projecten staan nog op de agenda. Door deze initiatieven ontstaan kwalitatief hoogwaardige, samenhangende en afgestemde lichtprojecten die de belevingswaarde van de stad vergroten en lichthinder, lichtvervuiling en energieverspilling tegengaan. Zowel vanuit de Stichting als de gemeente is behoefte aan afspraken, afstemming en samenwerking. Niet alleen Stichting de Verlichting, maar ook andere partijen zoals de gemeente zelf of projectontwikkelaars hebben aanlichtingsprojecten gerealiseerd of hebben er het voornemen toe. In Nijmegen zijn sinds 2000 verschillende lichtprojecten in de stad gerealiseerd, waaronder de aanlichting van het Mariënburgplein, Electrabel, de Hezelstraat en de St. Stevenstoren. Het basisconcept uit het Lichtplan zorgt er voor dat lichtprojecten in samenhang met de openbare verlichting, elkaar kunnen versterken. 1.4. Samenhang sfeerverlichting enerzijds en openbare verlichting anderzijds. Het slim afstemmen van de aanlichting van gebouwen enerzijds met de openbare verlichting anderzijds, geeft besparingkansen van energie en materialen. Het licht dat van de gebouwen afstraalt geeft een verhoogde veiligheidbeleving. 1.5. Duurzaamheid en beheer Het belang van een Lichtplan vanuit het oogpunt van duurzaamheid en beheer is beperking van het energieverbruik en beperking van de kosten voor onderhoud en beheer. We willen verrommeling van de stad voorkomen met een sober materialenassortiment en beperking van het aantal (lantaarn)palen. Daarnaast is behoefte aan afspraken tussen gemeentelijke afdelingen en Stichting de Verlichting over de financiering en het beheer van aanlichtingsprojecten. 1.6. Economische stimulans In het kader van City-Marketing en het nieuwe winkelen is een economische stimulans van Nijmegen welkom. Een mooi aangelichte stad kan leiden tot toename van het aantal bezoekers en toeristen. Recent is de Lange Hezelstraat mede vanwege de sfeervolle aanlichting genomineerd voor de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit.

    5 Klimaat De uitvoering van de beleidsvisie uit het Lichtplan draagt bij aan de klimaatdoelstellingen die de gemeente heeft geformuleerd in het Coalitieakkoord en de Kadernotitie Klimaat. Het draagt zowel bij aan het besparen van energie als aan het reduceren van de CO2 uitstoot. Ook het duurzaam inkopen rond de openbare verlichting heeft een gunstige invloed op de klimaatdoelstellingen.

  • Collegevoorstel

    Vervolgvel 3

    6 Financiën De kosten voor de uitvoering van het Lichtplan vallen binnen de bestaande budgetten:

    • Nieuwe verlichtingsinstallaties bij planexploitaties, waarbij de eventuele meerprijs bij de investering in de exploitatie kan worden terugverdiend.

    • Vervanging van openbare verlichting wordt bekostigd uit het product openbare verlichting uit het programma openbare ruimte. Voor vervanging of aanpassing van de centrum verlichting wordt jaarlijks € 75.000 gereserveerd uit het onderhoudsbudget OV

    • Verlichtingsinstallaties op initiatief van derden worden met eigen financieringsbronnen uitgevoerd. Onder andere op basis van sponsoring, subsidies, het ondernemersfonds, bijdrage product openbare verlichting en particuliere financiering.

    • Er worden vooraf aan de uitvoering afspraken gemaakt met alle particuliere partijen (zoals Stichting de Verlichting) die met initiatieven komen voor verlichting in Nijmegen, over financiering van beheer en onderhoud.

    • Door aan te sluiten bij projecten die toch al worden uitgevoerd, betekent investeren in verlichting “werk met werk maken”. Bovendien wordt er ook in gezet op Social Return (zie bijdrage NXP). Hierdoor is er sprake van een “win win situatie”.

    7 Participatie en communicatie Bij het opstellen van het Lichtplan heeft afstemming plaatsgevonden met de commissie Beeldkwaliteit. De commissie is positief. Voor burgers en ondernemers is een digitale website beschikbaar met alle benodigde gegevens. Om het Lichtplan meer kracht bij te zetten, zal het bovendien in een eenvoudige boek versie worden gedrukt. Voor het realiseren van mooi aangelichte gebouwen wil de gemeente samenwerken met particulieren. Participatie van ondernemers komt tot uitdrukking in de samenwerking per project. De gemeente en de particuliere initiatiefnemer realiseren samen. Een voorbeeld hiervan is de realisatie van illuminatie op het V&D gebouw op de Grote Markt. Zie verder ook de quick wins.

    8 Uitvoering en evaluatie Na vaststelling van het Lichtplan wordt het Lichtplan stap voor stap gerealiseerd op basis van autonome ontwikkelingen zoals reconstructies, nieuwe aanleg en lichtprojecten, ontwikkeling centrum in samenwerking met City management. De uitvoering van het Lichtplan zal projectsgewijs plaatsvinden bij nieuwbouw, reconstructies of lichtprojecten. Mogelijke snelle realisaties Hieronder staan enkele projecten omschreven die in aanmerking komen om snel gerealiseerd te kunnen worden, bijvoorbeeld omdat de huidige armaturen al aan remplace toe zijn of omdat een aanvulling op de huidige situatie weinig ingrijpend. Wel is het belangrijk om de eigenaren van de betreffende panden goed te betrekken bij het lichtplan.

  • Collegevoorstel

    Vervolgvel 4

    Grote Markt; beter positioneren grondspots en schakelen van de installatie (bv beeldje Mariken niet gekoppeld aan de andere grondspots) Stadhuis; grondspots vervangen en beter uitrichten door ledspots in warm wit. Ook kleine spotjes in neutaal wit binnen monteren om het glas-in-lood 's avonds door te stralen. Oorlogsmonument Marikenstraat; De 2 bomen verlichten met grondspots en de schommel zacht uitlichten door 2 kleine spotjes vanaf de 3-hoekige masten. Het Arsenaal; Grondspots en enkele spotjes op de dakkapellen richten. Algemeen; beter uitrichten schijnwerpers en witte (led) lichtbron; (bv ronde gevels aan het begin van de Molenstraat) Uitvoering van Ouick Wins vindt in 2013 en 2014 plaats. Het is niet de bedoeling om versneld openbare verlichting te gaan vervangen vóór het einde van de levensduur. Daar waar door versnelde vervanging energie bespaard kan worden met mogelijkheid om de investeringskosten in een korte periode terug te verdienen, is een versnelde omvorming wel gewenst. In dit zelfde kader gaan we de in het beleidsplan “Zicht op Licht” genoemde actiepunt van “Licht op Maat” uitvoeren. Dit betekent dat afhankelijk van het aanbod van het verkeer, de intensiteit van het licht verandert. Op de “Groene route” wordt dit gefaseerd de komende 3 jaar en in samenwerking met NXP uitgevoerd.

    9 Risico Bij de uitrol van het lichtplan zijn er op voorhand geen risico’s.

    Bijlage(n): Inspiratieboek, Nota van Aanbevelingen en brief aan de raad

  • Project- en Interimmanagement Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling

    Aan de Gemeenteraad van Nijmegen

    Datum 19 november 2013

    Onderwerp Lichtplan openbare verlichting en illuminatie

    Ons kenmerk PM30/13.0014764

    Datum uw brief

    Contactpersoon Rene Holslag

    Direct telefoonnummer 00646344477

    Geachte leden van de Raad, Een van de doelstellingen uit de nota “Zicht op Licht”uit 2011, is dat verlichting moet bijdragen aan de identiteit en herkenbaarheid van de stad. Met dat doel voor ogen is het Lichtplan opgesteld. Het lichtplan bestaat uit deze Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek. Het Inspiratieboek is een uitgebreide uitwerking van de Nota van Aanbevelingen. De nota van aanbevelingen geeft het basisconcept weer. Het basisconcept is een grondgedachte die we graag in het beeld van zowel de openbare verlichting, als in de aanlichting van gebouwen, zouden terug zien. Om daar makkelijk uitvoering aan te kunnen geven, is deze nota van aanbevelingen opgesteld, voor iedereen die een initiatief op gebied van verlichting neemt. Het Inspiratieboek laat door middel van kaarten en plaatjes zien wat verlichting voor Nijmegen kan doen en waar in Nijmegen kansen liggen om de stad mooier te maken door verlichting.

    De Commissie Beeldkwaliteit zal bij haar beoordelingen rekening houden met de aanbevelingen ten aanzien van verlichting. Het zijn echter geen regels of richtlijnen die dwingend zijn voorgeschreven. Het betreft aanbevelingen waarmee we initiatiefnemers willen verleiden.

    Hoogachtend,

    College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg

    Bijlagen: Nota van Aanbevelingen en Inspiratieboek

    Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 90 19 E-mail [email protected] Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen

    www.nijmegen.nl briefraadlichtolan.doc

    jongw0Logo Gemeente Nijmegen

  • LICHTPLAN NIJMEGEN

    NOTA VAN AANBEVELINGEN 1. Inleiding Verlichting krijgt steeds meer aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. Zo zorgt licht ervoor dat we ‘s avonds de weg kunnen vinden. Licht betekent ook veiligheid. Het beschermt gebouwen tegen inbraak en vernielingen en het maakt dat we ons veiliger voelen op straat en in het verkeer. Even belangrijk is hoe licht onze perceptie van de bebouwde omgeving kan beïnvloeden; licht vestigt de aandacht op de architectonische kwaliteiten van gebouwen. Een lichtconcept is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Het lichtplan is gebaseerd op een heldere en samenhangende visie op de rol van licht in een bepaald gebied. In de beleidsnota openbare verlichting “Zicht op licht” uit 2011 ligt de basis voor een integrale visie op verlichting. Een van de doelstellingen uit die nota is dat verlichting moet bijdragen aan de identiteit en herkenbaarheid van de stad. Met dat doel voor ogen is het Lichtplan opgesteld. Het lichtplan bestaat uit deze Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek. Het Inspiratieboek is een uitgebreide uitwerking van de nota van aanbevelingen. De nota van aanbevelingen geeft het basisconcept weer. Het basisconcept is een grondgedachte die we graag in het beeld van zowel de openbare verlichting, als in de aanlichting van gebouwen, zouden terug zien. Om daar makkelijk uitvoering aan te kunnen geven, is deze nota van aanbevelingen opgesteld, voor iedereen die een initiatief op gebied van verlichting neemt. Het Inspiratieboek laat door middel van kaarten en plaatjes zien wat verlichting voor Nijmegen kan doen en waar in Nijmegen kansen liggen om de stad mooier te maken door verlichting. 2. Verschil Nota van Aanbevelingen en Inspiratieboek Met de Nota van Aanbevelingen en in het verlengde daarvan met het inspiratieboek, willen we anticiperen op plannen met betrekking tot verlichting, we willen meer samenhang brengen in openbare verlichting en sfeerverlichting en illuminatie. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad. Het geeft, zowel voor de Gemeente als beheerder van openbare verlichting en van verlichting van gebouwen die in gemeentelijk eigendom zijn, als voor initiatiefnemers die een particulier) bouwwerk willen aanlichten, aanbevelingen voor de uitvoering van de verschillende vormen van openbare verlichting. Het is de bedoeling dat bij nieuwe openbare verlichting en bij aanlichting van gebouwen rekening wordt gehouden met het basisconcept. Het Inspiratieboek geeft een analyse van de huidige armaturen en lichtbronnen op basis van aangeleverde informatie (de stedenbouwkundige structuur- visie, beleidsdocumenten, het beleidsplan en de visie van Stichting de Verlichting Nijmegen, de huidige beheergegevens en onze eigen waarnemingen). Het inspiratieboek is een visuele verbeelding en ondersteunt het basisconcept uit de nota van aanbevelingen. 3. Doel en werkwijze nota van aanbevelingen. Doel van de nota van aanbevelingen is voor burgers, ondernemers, ontwerpers en ontwikkelaars in een korte overzichtelijke tekst de aanbevelingen ten aanzien van verlichting weer te geven, die maken dat het project bijdraagt aan het streefbeeld van de gemeente Nijmegen. Uitgebreidere informatie en achtergronden zijn te vinden in het inspiratiedocument. Deze gegevens staan tevens op de gemeentelijke website.

  • De Commissie Beeldkwaliteit zal bij haar beoordelingen rekening houden met de aanbevelingen ten aanzien van verlichting. Het zijn echter geen regels of richtlijnen die dwingend zijn voorgeschreven. Het betreft aanbevelingen waarmee we initiatiefnemers willen verleiden om de verlichting conform de ideeën uit het inspiratiedocument in te richten. De doelstelling voor Nijmegen op het gebied van energiegebruik is om in 2045 energieneutraal te zijn (zie Kadernota Klimaat). Op basis van een totaalscan van de stad is aan te geven waar bij stadsverlichting energie bespaard kan worden, door juiste keuzes voor type openbare verlichting en slim schakelen. 4. Basisconcept Verlichting is een middel om bij te dragen aan sociale en persoonlijke veiligheid. Verlichting mag geen verblinding veroorzaken. Te heldere verlichting maakt het soms onmogelijk om dingen die we willen zien, te kunnen waarnemen. Het is daarom van belang bij het aanlichten van gebouwen en objecten er voor te zorgen dat er geen (licht)hinder wordt veroorzaakt. Er zijn enige algemene richtlijnen voor verlichting van de openbare ruimte: -de ruimte moet goed verlicht zijn voor voetgangers -het lichtniveau en de gelijkmatigheid moet herkenning van mensen mogelijk maken binnen een afstand van ongeveer 4 meter -verborgen hoeken en blinde vlekken moeten adequaat worden verlicht De richtlijn opgesteld door de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) wordt algemeen geaccepteerd als basis voor het creëren van een verantwoorde verlichting. In de gemeente Nijmegen worden de meest recente verlichtingsrichtlijnen ROVL2011 gevolgd. Basisconcept Naast de algemene richtlijnen is door het projectteam Verlichting een basisplan voor zowel de verlichting openbare ruimte als voor aanlichting van gebouwen ontwikkeld. Bij het opstellen van het lichtplan is samengewerkt met Stichting de Verlichting, Lighting and Design Application Centre van Philips en de Gelderse Milieu Federatie. In de wijken is de algemene verlichting in de openbare ruimte (straatverlichting), warm wit licht (3000K), met overal de zelfde lichttechniek om de installatie goed te kunnen beheren en rust in het nachtbeeld te creëren. Voor aanlichting van gebouwen (illuminatie) is gezocht naar een concept dat enerzijds mooi, warm en aangenaam is. Anderzijds is gezocht naar een concept dat structuur biedt, de herkenbaarheid in de stad vergroot. Als uitgangspunt voor aanlichting van gebouwen is daarom de geschiedenis van de stad genomen. De historische structuren die nog zichtbaar zijn, worden gevolgd en in het nachtbeeld versterkt. Met herkenbare verlichting kunnen we mensen door de stad geleiden langs geselecteerde routes.

  • Elke tijdzone kent zijn eigen verlichting. Zo kan de geschiedenis van het pand door de wijze van verlichting gelezen worden. De algemene verlichting van straten en verblijfsgebieden, de oriëntatieverlichting in de verschillende gebieden en de illuminatieverlichting voor de bijzondere objecten vormen een samenhangend geheel dat herkenbaar is voor de stad. Basisconcept (verkeers-)verlichting Het basisconcept verlichting biedt een leidraad om de installaties op een esthetisch en duurzaam hoogwaardig niveau te krijgen, zodat elke plek van de stad op het gebied van verlichting kwaliteit en comfort biedt. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de openbare ruimten zoals de pleinen van de stad waar de inrichting meer luxueus is (want een verblijfsgebied) en de doorgaande gebieden waar een meer basisverlichting (efficiënt, lage kosten), maar ook met een kwalitatief hoogwaardig lichtbeeld, wordt gevraagd. Het streven is om de variatie van de verschillende armaturen en vooral lichtbronnen klein te houden, wat ten goede komt aan de visuele rust, de oriëntatie en de herkenbaarheid van het gebied. Hier volgt een globaal overzicht. 1. A+B wegen (verbindingswegen tussen de verschillende wijken en wegen richting de snelwegen) worden in neutraal wit (4000K) verlicht. Een andere mogelijkheid is om deze wegen in koud wit (6500K) uit te lichten, maar dit is minder geschikt in woongebieden. De Energieweg tot over de Stadsbrug tot het eerste knooppunt in Lent zijn al zo verlicht. Het koele licht benadrukt de energie, het tempo en het industriële karakter van deze doorgaande weg. 2. Binnenstedelijke straten worden in warm wit (3000K) verlicht. Dit past bij het menselijke, sociale karakter van dit gebied. Ook de kleurweergave wordt zo verbeterd, dit draagt bij aan de sociale veiligheid en de architecturale uitstraling van het gebied. 3. (Binnenstedelijke) pleinen worden met warm wit licht (3000K) aangelicht. De lichtpunthoogtes gaan hier echter wat omhoog zodat er minder masten nodig zijn en deze gebieden wat theatraler worden verlicht wat de verblijfsfuntie versterkt. 4. Het historisch centrum (deelgebied 00 + 01) wordt in de basis met warm wit licht verlicht. Er worden hier echter elementen toegevoegd die de historische structuur en ontwikkeling van de stad laten zien. Het wandelen van speciale routes om deze geschiedenis van de stad te ervaren wordt gestimuleerd door kleine kenmerkende markers in de bestrating.

  • Basisconcept illuminatie vertaald naar de stad Nijmegen In het centrum van Nijmegen, maar ook daarbuiten, zijn verschillende objecten te vinden die zeer de moeite waard zijn om in het nachtbeeld zichtbaar te maken. Naast een vaak fraaie architectuur geven deze panden ook goed de tijd weer waarin ze gebouwd werden en maken daarmee de geschiedenis van Nijmegen zichtbaar. In overleg met stedenbouwkundigen en cultuurhistorici van de gemeente is de geschiedenis ingedeeld in tijdzones om de objecten te kunnen groeperen voor zichtbaarheid in het nachtbeeld.

  • Per tijdszone is een specifieke sfeer gedefinieerd waar de illuminatie van het pand uit deze periode in grote lijnen aan voldoet, in een combinatie van basisverlichting en accenten. Elk object moet individueel worden bekeken en krijgt een lichtadvies op maat, zodat de architecturale kwaliteiten van de gevel of het gebouw goed tot zijn recht te laten komen. De industriële panden zoals de Vasim, de Honigfabriek en de elektriciteitscentrale staan een stukje buiten het centrum en hebben een geheel eigen, dynamisch karakter. De illuminatiesfeer wordt hier uitgebreid met het gebruik van kleur.

  • Lichtplan NijmegenInspiratieboek voor openbare sierverlichting Nijmegen

  • 2

    Hoofdstuk 1 Woord Vooraf 3

    Hoofdstuk 2 Inleiding lichtplan 4

    Hoofdstuk 3 Lichtplan algemene informatie 63.1 Licht verlevendigt ................................................ 7 3.2 Werkwijze lichtplan ............................................. 83.3 Toelichting op licht ............................................ 93.4 Algemene verlichting en veiligheid ...... ..... 103.5 Aandachtspunten ............................................... 11

    Hoofdstuk 4 Analyse 124.1 Geschiedenis en ontwikkeling Nijmegen ... 134.2 Verlichting, dag en nachtbeeld ...................... 14

    Hoofdstuk 5 Strategie 195.1 Hierarchische lichtplattegrond ....................... 205.2 Concept illuminatie .............................................215.3 Concept algemene verlichting........................23

    Hoofdstuk 6 deelgebieden nader toegelicht 27

    6.1 Historisch Centrum Nijmegen 286.2 19e eeuwse Stadsuitleg .................................... 386.3 Ruimte voor de Waal / Waterplein..................396.4 Bruggenlandschap...............................................426.5 Recreatiekade noordelijke oever....................446.6 Maas-Waal kanaal.................................................45 6.7 Pleinen en uitgaansgebieden..........................466.8 Parken en parkeergebieden ............................. 47

    Hoofdstuk 7 OV structuren 48

    7.1 Routing in- en uit de stad..................................49 7.2 Entreegebieden.....................................................50 7.3 Knooppunten.........................................................51 7.4 Groene Route (autoverkeer en fietsroute)..52

    Inhoud

    Hoofdstuk 8 Illuminatie markante gebouwen buiten het centrum in de wijken 63

    Hoofdstuk 9 info diversen 57 9.1 Energiebesparing..................................................589.2 Helderheden en verblinding.............................609.3 Flora en Fauna & routes lopen..........................61

    Hoofdstuk 10 Vervolgstappen 6210.1 Vervolgstappen.......................................................6310.2 Quick wins.................................................................6410.3 Eerste grote projecten..........................................65

  • 3

    1 Woord vooraf

    Dit is het inspiratieboek van het lichtplan Nijmegen. Het lichtplan is opgesplitst in 2 documenten;

    Deel 1; het inspiratieboek

    Het inspiratieboek geeft een helicoptervisie over de stad Nijmegen in de avonduren; grote, algemene waarnemingen waarbij een analyse gemaakt is van de huidige armaturen en lichtbronnen op basis van aangeleverde informatie (de stedenbouwkundige structuur- visie, beleidsdocumenten, het beleidsplan en de visie van Stichting de Verlichting Nijmegen, de huidige beheerge-gevens en onze eigen waarnemingen) Dit document beschrijft het totaalconcept voor de stedelijke verlichting en de uitwerkingsideeen daarvan van de verschillende onderde-len en vormen van verlichting. Centrale vragen in dit docu-ment; hoe maken we een eenheid van de nachtelijke stad? Ideeen om de stad ’s nachts goed leesbaar te maken en extra belevingselementen toe te voegen.

    Deel 2; het uitvoeringsdocument. Het uitvoeringsdocument is een lijdraad die voortkomt uit de verlichtingsconcepten zoals beschreven in het inspiratie-boek. Het geeft concrete richtlijnen voor de uitvoering van de verschillende vormen van openbare verlichting. In dit document worden ook landmarks en bijzondere gebieden in de stad aangewezen om de sfeer en citymarket-ing van de stad mee te versterken. Omdat we een totaalscan hebben gemaakt in het inspiratiedocument kunnen we nu aanwijzen welke gebieden zo efficiënt mogelijk verlicht dienen te worden en waar we wat meer uit kunnen pakken met luxe oplossingen. Zo borgen we een totaalplaatje Nijmegen waarbij bovendien verstandig met energie wordt omgegaan.

    Petra Hulst, lichtontwerper LiAS Philips Nederland in samenwerking met Gemeente Nijmegen Stadsbeheer.

    Lichtplan Nijmegen

    Zicht op de Waalbrug vanaf het Valkhof

  • 4

    2 Inleiding Lichtplan

    Na het zorgvuldig opstellen van een visie voor de openbare ruimte door de gemeente en stedenbouwkundigen en de uit-voeringsnota openbare verlichting werd de behoefte aan een aansluitend inspiratiedocument voor de uitstraling van de stad bij nacht steeds sterker. Verlichtingsideeen die Nijmegen ook in de avonduren aantrekkelijk maken om te verblijven en recreëren. Ook ’s avonds mag Nijmegen zich onderschei-den van de omliggende steden met een bijzonder en aangenaam nachtbeeld.

    Goede openbare verlichting en illuminatie staan niet op zichzelf; alleen door een zorgvuldige, integrale aanpak zal een sterk nachtbeeld ontstaan. Licht is een bouwmateriaal dat alleen zichtbaar is bij de gratie van de omgeving waarin deze wordt geplaatst; de volumes, materialen en kleuren van de omgeving.

    Een ander belangrijk onderdeel is de duurzaamheid van de nieuwe instal-latie; hoe kan ervoor gezorgd worden dat de doelstellingen op het gebied van energiebesparing en onderhoud in de toekomst / over een periode van 10 jaar worden gehaald? Slimme technieken en efficiënte producten worden voorgesteld.

    De eerste stappen om tot een dergelijke oplossing te komen bestaan dan ook uit een grondige analyse van de omgeving en de op hand zijnde veranderin-gen van deze omgeving. Gesprekken met de betrokken stedenbouwkundigen en architecten zijn gevoerd, evenals natuurlijk met de gemeenteambtenaren en beleidsmakers van de gemeente Nijmegen.

    Dit document begint met het in kaart brengen van deze analyse en gaat over in een strategie voor de (sier-)berlichting. Deze strategie is een integraal concept waarin beschreven staat hoe de stad verlicht kan worden zonder in te gaan op een daadwerkelijke implementatie op armatuurniveau. Daarna zul-len vanaf hoofdstuk 6 aan de hand van een hiërarchische lichtplattegrond alle onderdelen van het plan apart worden behandeld.

    De digitale lichtplattegrond is een ondersteunende schil van het document dat onbeperkt kan worden aangevuld en aangepast. Het stuk dat u nu gaat lezen is wel 'bevroren' als conceptdocument.

    Het voorstel per onderdeel van het lichtplan wordt omschreven in schets, sfeerbeelden, lichtkleuren, richting van het licht en eventueel interactie/ dynamiek.

    In dit document en op de digitale kaart zullen schetsmatig armaturen te zien zijn; dit ter illustratie van het type armatuur wat wordt aangeraden in het concept. Deze voorbeelden zijn dus illustratief bedoeld, niet als concreet voorstel.

    Het proces om tot het uitrollen van dit lichtplan te komen wordt beschreven in (het kaderdocument) hoofdstuk 12 als vervolgstappen.

    Masterplan verlichting

    Nijmegen Centraal Station; de eerste kennismaking met de stad voor de treinreiziger.

  • 5

    2 Inleiding Lichtplan

    Een goed lichtplan bestaat niet alleen uit verkeersverlichting en aangelichte panden. Een goed lichtplan is toegesneden op de stad waarvoor het is gemaakt, betrekt stegen, water en muren en kruipt als het ware onder de huid van het stedenbouwkundig plan. Bovendien is het een zowel eenvoudige als mystieke manier om een extra lading te geven aan de stad bij nacht, het verhaal te vertellen dat overdag onuitgesproken blijft.

    Om zo'n toegesneden plan te kunnen maken voor de stad moet er eerst nauwkeurig gekeken worden naar de huidige situatie, de wensen van bewoner en toerist en natuurlijk naar de geschiedenis van deze historische stad.

    Vanaf juli 2012 zijn er verschillende gesprekken gevoerd met betrokkenen en wandelingen door de stad gemaakt om deze goed te leren kennen. We hebben met het projectteam ook een wandeling in de avond gemaakt om verschillende locaties te analyseren. De bevindingen en ideeën die hieruit voortgekomen zijn, zijn terug te vinden in de analyse en strategie van het licht-plan in dit boekwerk. De verschillende onderdelen van het lichtplan zullen per hoofdstuk beschreven worden. De implementatie van het lichtplan voor de verschillende onderdelen, het daadwerkelijke ontwerp, kan in de periode die voor ons ligt stap voor stap in afstemming met de gemeente worden uitgewerkt door ons of andere partijen waarbij de gemeente aangeeft waar de prioriteit ligt.

    In dit voorstel wordt met alle onderdelen rekening gehouden met de doelstelling van de gemeente om een energiezuinige, efficiente installatie aan te schaffen. (Energieneutraal in 2045 mogelijk?) Waar mogelijk zullen duurzame (led-) oplossingen worden voorgesteld. Wanneer het daadwerkelijk komt tot implementatie van een onderdeel van het plan zullen de op dat moment meest efficiente oplossingen naast dit plan gehouden worden om de beste keuze te maken.

    Het lichtplan begint met een algemene inleiding in het lichtontwerp in de openbare ruimte.

    Ook 's avonds aangenaam anders

    Zicht op de kade vanaf de Spoorbrug

  • 6

    Hoofdstuk 3

    LichtplanAlgemene Informatie

  • 7

    3.1 Licht verlevendigt

    Verlichting krijgt steeds meer aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. Terecht, want goed licht draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van het stedelijk leven. Zo zorgt licht ervoor dat we ‘s avonds de weg kunnen vin-den naar vrienden en familie, naar de schouwburg en de sportclub. Licht betekent ook veiligheid. Het beschermt gebouwen tegen inbraak en vernielingen en het maakt dat we ons veiliger voelen op straat en in het verkeer. Wellicht even belangrijk hoe licht onze perceptie van de bebouwde omgeving kan beïnvloeden; licht vestigt de aan-dacht op de architectonische kwaliteiten van gebouwen en objecten en toont vertrouwde plekken ‘s nachts op geheel nieuwe wijze.Een lichtconcept is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Een plan, gebaseerd op een heldere en samenhangende visie op de rol van licht in een bepaald gebied; functioneel, gevoels-matig en esthetisch. Een plan dat ook rekening houdt met de waardevolle archi-tectonische kenmerken, de algemene ruimtelijke karakteris-tieken en niet in de laatste plaats de gewenste uitstraling.Alle soorten van verlichting bepalen mede het nacht-beeld. Dit plan gaat ook over de functionele doch sfeervolle verlichting en illuminatie van gebouwen. In de stedelijke omgeving echter beïnvloeden ook etalages, reclame- en informatieborden met hun verlichting het nachtbeeld. Een goede verlichtingsinstallatie bestaat door de jaren heen dankzij een goed onderhoud.

    Licht verlevendigt

    Zicht op de Waalbrug vanaf het Trajanusplein. De Belvedere links in beeld is in werkelijkheid minder fraai verlicht met gele verlichting, zie de meer realistische foto hiernaast.

  • 8

    3.2 werkwijze lichtplan

    Doel van een masterplan is het vaststellen van de strategie van de integrale verlichting om een gebied of project te presenteren als één geheel met respect voor ieder specifiek onderdeel. Deze onderdelen hangen als het ware als een kralensnoer aan elkaar.

    Analyse

    Om te komen tot een samenhangend beeld moet er eerst een helder idee van het geplande ‘avondlandschap’ zijn en wat de bijdrage kan zijn in die specifieke omgeving. Daarom begint het plan met een analyse van de geplande situatie overdag en ‘s avonds. Een goede lichtoplossing is een integratie van functionele, esthetische en emotionele aspecten. De prioriteit van elk van deze aspecten hangt af van het karakter en de mogelijkheden van een gebied, object, route of ruimte. Voor bijvoorbeeld een snelweg is de verkeersveiligheid van het grootste belang, terwijl op een wandelpromenade ook de sfeer een grote rol speelt.

    Concept

    De volgende stap is de resultaten van de analyse te vertalen in strategische concepten. De doelen en het gewenste licht-klimaat moeten worden gedefinieerd, samen met globale oplossingen. Ideeën en referentiebeelden zullen worden gegeven.

    Detaillering

    Deze fase start met het stellen van prioriteiten voor projectrealisaties samen met alle betrokken partijen. Het is de basis voor detaillering van het ontwerp en de realisatie. Praktische, technische en budgettaire zaken spelen een belangrijke rol in deze fase. Het lichtconcept zal dan als naslagwerk blijven dienen.

    Implementatie

    Dit is de fase van definitieve keuze van verlichtings- armaturen. Positionering, bevestiging en het voldoen aan de gestelde eisen worden hier definitief vastgesteld.

    Lichtplan

  • 9

    3.3 Toelichting op licht

    Kleurweergave (Ra)

    De kleurweergave eigenschap van een lamp wordt weer-gegeven in een index. Simpel gezegd een soort van rapportcijfer met een maximum van honderd.Echter hoe goed men kleuren kan zien is ook afhanke-lijk van het lichtniveau. In een verlichtingsinstallatie in de buitenomgeving zijn die altijd relatief laag. Dat neemt niet weg dat sommige lampen het ons praktisch onmogelijk maken om ook maar enigszins kleuren te kunnen herken-nen. Bij het licht van andere lampen kan men heel goed kleuren onderscheiden ook zonder dat er sprake is van een Ra van 90.

    Contrastwerking

    Bij verlichtingsinstallaties wordt niet aangegeven hoeveel kracht ze hebben om een schaduw te maken. Een installatie die dit wel kan wordt geassocieerd met zonlicht en geeft het effect van een zonnige vakantiedag (CDM-T/ CDO-TT). Diffuse koele verlichting geeft over het algemeen een mis-troostige indruk van een regenachtige of mistige dag (PLL, PL-T). Hoe kleiner de lamp, hoe meer contrastwerking de lamp kent. Maar zoals de zon kan verblinden, zo kan een lamp dat ook. Zeker voor lampen met een grote contrast-werking is een optiek, die inkijk in de lamp beperkt, belan-grijk.

    Kleurtemperatuur (K)

    Net als zonlicht heeft ook het licht van iedere kunst- lichtbron een eigen kleurindruk. Hoe hoger de kleur- temperatuur is, hoe meer blauw in het licht aanwezig is en hoe minder rood. Vergelijk dit principe met het verhitten van een hoefijzer in het vuur. Wanneer de kleurtemperatuur laag is, bijvoorbeeld 2500K, dan zullen de warme kleuren beter tot hun recht komen dan de koelere kleuren zoals blauw of groen.

    Kleur en kleurweergave

    Impressie warm wit licht, 2700 Kelvin Impressie neutraal wit licht, 4000 Kelvin Combinatie koel en warm wit licht

  • 10

    3.4 Algemene verlichting en veiligheid

    Verlichting en het ontwerp van de openbare ruimte zijn middelen om bij te dragen aan sociale en persoonlijke veiligheid. Met persoonlijke veiligheid wordt bedoeld dat men kan zien waar men loopt zonder te struikelen of uit te glijden. Met sociale veiligheid wordt in de openbare verlichting bedoeld dat men zich vooral veilig moet voelen en zonder angstgevoelens de straat op durft te gaan. Matig ontwerp en verlichting wekken de indruk dat de openbare ruimte er niet toe doet. Mensen voelen zich niet uitgenodigd om gebruik te maken van de ruimte. Verlichting en ontwerp kunnen mensen met sociaal wenselijk gedrag uitnodigen en maken dat mensen met minder wenselijk gedrag op hun hoede zijn. Verlichting op zich voorkomt geen criminaliteit, het gaat om de combinatie van de aanwezigheid van mensen en licht.Belangrijk blijft de vraag of de ruimte bedoeld is voor gebruik bij nacht.

    Er zijn enige algemene richtlijnen voor verlichting van de openbare ruimte:-de ruimte moet goed verlicht zijn voor voetgangers-het lichtniveau en de gelijkmatigheid moet herkenning van mensen mogelijk maken binnen een afstand van ongeveer 4 meter-helderheden moeten zo veel mogelijk worden beperkt -verborgen hoeken en blinde vlekken moeten adequaat worden verlicht-in de meeste gevallen is het toepassen van meer lampen met een lager vermogen adequater dan minder lampen met een hoog vermogen.

    Er wordt overal rekening gehouden met de beleving van de stadsparken en het gevoel van veiligheid dat dit terrein oproept in de avonduren. De nadruk zal liggen op de belevenis van de omgeving.De richtlijn opgesteld door de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) wordt algemeen geaccepteerd als basis voor het creëren van een verantwoorde verlichting. In de gemeente Nijmegen worden de meest recente verlichtingsrichtlijnen ROVL2011 gevolgd.

    Algemene verlichting en veiligheid

    Het plein voor het Valkhofmuseum op de Kelfkensbosch is erg donker met hoge helder-heden van de etalage langs de rand

    De van Schaeck Mathonsingel is zeer gelijkmatig verlicht met een hoog lichtniveau

  • 11

    3.5 Aandachtspunten

    Lichthinder

    Door objecten op een speciale manier te verlichten krijgt men een heel ander beeld ten opzichte van het dagbeeld. Dit gebeurt bewust, maar moet ook gebeuren zonder ver-blinding te veroorzaken. Te heldere oppervlakken of armaturen maken het soms onmogelijk om dingen die we willen zien te kunnen waarnemen.Het is daarom van belang bij het aanlichten van gebouwen en objecten er voor te zorgen dat er geen (licht)hinder wordt veroorzaakt.

    Beheer en onderhoud

    Een lichtplan kan pas dan succesvol zijn, als naast de initiële investeringen ook de kosten voor beheer en exploitatie structureel worden opgenomen in begrotingen. Dit is noodzakelijk voor vervanging bij einde van de levens-duur van de lampen, armaturen en masten, maar het is belangrijk ook middelen te reserveren voor calamiteiten, zoals vervanging na een aanrijding.Een lichtplan dat wel in goede samenhang is ontworpen wekt bij matig onderhoud, evenals matige verlichting of ontwerp, de indruk dat deze ruimte er niet toe doet. Dat creëert een gevoel van, wellicht subjectieve, onveiligheid bij de goedwillende burger, maar evenzeer nodigt het sommigen uit de levensduur te testen van de nog functionerende verlichting.Daarvoor is het noodzakelijk alle soorten van “openbare verlichting” in een onderhoudsplan samen te brengen. Te weten:-functionele verlichting van verkeers- en verblijfsgebieden-verlichting van kunstwerken (waaronder bruggen)-illuminatie van gebouwen en objecten.

    Lichthinder, beheer en onderhoud

    Slecht afgeschermde armaturen verlichten niet alleen het object, maar geven ook lichtvervuiling en lich-thinder (verblinding) af aan de omgeving.

  • 12

    Hoofdstuk 4

    AnalyseDe tijdsporen van Nijmegen

  • 13

    4.1 Geschiedenis en ontwikkeling Nijmegen

    Geschiedenis en bijzondere kenmerken

    Nijmegen is de oudste stad van Nederland, de verschillende leefperiodes/ tijdsvlakken zijn nu nog goed zichtbaar in de stad. De stad heeft een spannende gelaagdheid door de verschil-lende historische bouwlagen; in de stad kun je zowel delen van een Romeinse muur als moderne architectuur naast elkaar tegenkomen. Verder zijn er hoogteverschillen door natuurlijk relief (door stuwwallen) en ligt de stad aan een rivier; de Waal. Deze interactie met water is kenmerkend voor de stad.

    De stad heeft een geschiedenis met hoogte- en dieptepunten, zoals de bouw van de Valkhofburcht en de St. Stevenskerk in de Middeleeuwen, de inname van de stad door prins Maurits in 1591, het Vredescongres in 1678-1679, de afbraak van de vesting in 1874 en het bombardement in februari 1944. Meest recent is de ingrijpende omlegging van de Waal in het project Ruimte voor de Waal waarbij een nevengeul wordt gegraven voor waterberging en de wijk Veur-Lent een met bruggen aan het vaste land verbonden eiland wordt.

    toen

    De situatie in de nabije toekomst na de uitvoering van het project Ruimte voor de Waal

  • 14

    4.2 Verlichting

    Dag- en nachtbeeld

    De huidige verlichting is uiteenlopend. Sommige gebieden zijn hoogwaardig verlicht; uitgebalanceerd en fraai ontworpen. Andere, vaak tussengelegen gebieden zijn puur functioneel verlicht, vaak met verouderde armaturen en lichtbronnen. De lichtbronnen zijn hier vaak goed zichtbaar in het eenvoudige armatuur en werken zeer verblindend. De armaturen in deze doorgangsgebieden zijn erg eenvoudig vormgegeven en zijn niet comfortabel opgesteld. Er is ooit wel een lijn gekozen op het gebied van kleurtemperatuur, kleurweergave en lichtintensiteit; de verblijfsgebieden zouden uitgerust moeten worden met wit licht en de specifieke verkeerswegen met geel licht (Son). Dit plan is echter niet consistent uitgevoerd waardoor een aantal verblijfsgebieden, zoals bijvoorbeeld het Stationsplein op de foto hiernaast, nu door geel licht verlicht zijn. De verschillende gebieden zijn hierdoor niet goed leesbaar en krijgen zo ook weinig samenhang.

    Door het twee lampen principe (2 PL lampen in een armatuur die geschakeld worden om meer of minder licht te maken) is de verlichting al redelijk energiezuinig.

    Ook voor de illuminatie van panden is onsamenhangend. Aan sommige objecten en/ of gebieden is veel aandacht geschonken en zien er fraai en uitgebalanceerd uit, zoals de Stevenstoren, De Lange Hezelstraat en de Marienburgkapel. Op andere plekken is er alleen attentiewaarde gecreeërd door met een grote schijnwerper het hele object (vaak met een hoge druk natrium lichtbron zoals de SON lamp) in een keer aangelicht. Hiermee is het object goed zichtbaar, maar wordt er geen aandacht geschonken aan de architectuur, het beeld wordt vrij vlak. Ook wordt er zo meer energie gebruikt dan noodzakelijk en is er veel lichtvervuiling. Bij sommige particuliere panden is gebruik gemaakt van gekleurd licht; niet altijd in evenwicht met de omgeving en vaak schijnbaar zonder achterliggende gedachte.

    Een voorbeeld van het huidige nachtbeeld ; geintegreerde verlichting en een aangelichte toren op het Stationsplein. Deze foto geeft een te mooie indruk; in werkelijkheid is het type geintegreerde verlichting is niet goed gekozen en werkt verblindend, waardoor het contrast met de omgeving te hoog wordt en het plein nu als te donker wordt ervaren.

  • 15

    Voorbeelden huidig nachtbeeld

    Fraaie combinatie van pendelverlichting en illuminatie op de Lange Hezelstraat.

    De huidige straatverlichting in de woonwijken zorgt voor een goed lichtniveau en is door de toepassing van een refractiekap minder verblindend dan met alleen een op-tiek.

    Huidige straat- en pleinverlichting

    Fraaie dubbele uithouder, maar een combinatie van wit voor het troittoir en geel licht voor de rijweg terwijl dit in zijn geheel verblijfsgebied is en wit verlicht zou moe-ten zijn. (Kelfkensbos)

    Lichtstokken langs het water op de kade. Deze lichtmasten geven voornamelijk hel-derheid en een ritme aan de kade. Ze dragen nauwelijks bij aan het lichtniveau van de omgeving.

  • 16

    Voorbeelden huidig nachtbeeld

    Een combinatie van geel licht en wit licht voor het Station terwijl dit als verblijfsge-bied in zijn geheel wit verlicht zou moeten zijn.

    Huidige straat- en pleinverlichting

    Verschillende armaturen en lichtbronnen in een gebied zorgen voor een rommelig nachtbeeld. Hier op het J.Iversenplein is vook het gemiddelde lichtniveau te laag en het kunstwerk donker.

    Oranjesingel; de verlichting is hier slecht in balans door een groot verschil in li-chtniveau; een goed verlichtte rijweg (in geel licht want verkeersfunctie) met daar-naast een zeer donkere ventweg in wit licht. Her en der zijn panden verlicht, maar op een vlakke manier door schijn-werpers met hoog vermogen lamp in diverse licht-kleuren.

    Een voorbeeld van het huidige nachtbeeld ; de slechte illuminatie rond het Keizer Karelplein

  • 17

    Voorbeelden huidig nachtbeeld

    Huidige verlichting panden en objecten

    Geel licht in het centrum, vlakke illuminatie door hoog vermogen schijnwerpers met SON lampen.

    De St.Nicolaaskapel op het Valkhof is vlak aangelicht door hoog vermogen schijnwer-pers met geel licht.

    Sierlijke gevelverlichting in de benedenstad (Oude Haven), helaas niet alle armaturen deden het.

    Door verkeerde accenten en een hoog contrast met de donkere delen van de gevel komt de architectuur niet goed tot zijn recht.

  • 18

    Voorbeelden huidig nachtbeeld

    Huidige verlichting panden en objecten

    Het St Stevenspoortje wordt geaccentueerd door licht, maar met het rondstralende, licht verblindende armatuur boven de poort wordt de architectuur niet benadrukt.

    Het grote pand van het Casino is in de maanden zonder kerstverlichting redelijk inge-togen verlicht en geeft een mooi ritme aan dit deel van de kade.

    Goed gebruik van kleur bij de electriciteitscentraleIn bovenstaande situatie is slechts een fragment van het gebouw verlicht in een schi-jnbaar willekeurige kleur die erg sfeerbepalend is voor de rest van het gebied en hier-mee een storend object.

  • 19

    Hoofdstuk 5

    StrategieVerlichtingsconcept

  • 20

    Globaal kunnen we een aantal lijnen en gebieden in de stad omschrijven, die elkaar dikwijls kruisen of overlappen. Zoals bijvoorbeeld de route langs de oude stadswal en de gevelsteenroute.

    Met herkenbare verlichting kunnen we mensen door de stad geleiden langs geselecteerde routes, al naar gelang hun voorkeur.

    In de wijken is de algemene verlichting warm wit licht (3000K), met overal de zelfde lichttechniek om de installatie goed te kunnen beheren en rust in het nachtbeeld te creeren. Het is echter interessant om een armatuur met mast bij de uitstraling van de wijk of deelgebied (bv Dukenburg) aan te laten sluiten. Zie verder pagina 25.

    Structuur in de stad

    5.1 Hierarchische Lichtplattegrond

    Hierarchische lichtplattegrond met de belangrijkste structuren van de verschillende tijdsvlakken in het centrum

    Romeinse Tijd (tot 500) Vestingstad (500-1874) 19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874-1940) Oorlog en Wederopbouw (1940-1970)

  • 21

    5.2 Concept illuminatie

    Als basisuitgangspunt wordt de geschiedenis van de stad genomen. De historische structuren die nog zichtbaar zijn worden gevolgd en in het nachtbeeld versterkt.

    Het illuminatieconcept volgt hetzelfde principe. We wijzen in de verlichtingsstrategie bijzondere gebouwen (landmarks) en bijzondere gebieden aan die de sfeer, uitstra-ling en bovendien de orientatie van de stad zullen versterken in het nachtbeeld. Deze objecten worden geklassificeerd binnen een bepaalde tijdszone waar ze toebehoren, en volgens deze sfeer verlicht zodat de geschiedenis van het pand door het licht gelezen kan worden. Hoe dit er uit ziet wordt toege-licht in het hoofdstuk Illuminatie.

    De algemene verlichting van straten en verblijfsgebieden, de orientatieverlichting in de verschillende gebieden en de illu-minatieverlichting voor de bijzondere objecten vormen een samenhangend geheel dat herkenbaar is voor de stad en makkelijk uitgebreid kan worden.

    Basisplan

    Enkele afbeeldingen van de digitale kaart van Lichtplan Nijmegen

    Overkoepelend concept illuminatie 'verleden verbeeld' als kleurtemperatuurbarometer weergegeven

  • 22

    5.2 Concept illuminatie

    In het centrum van Nijmegen, maar ook daarbuiten, zijn verschil-lende objecten te vinden die zeer de moeite waard zijn om in het nachtbeeld zichtbaar te maken, Naast een vaak fraaie architectuur geven deze panden ook goed de tijd weer waarin ze gebouwd werden en maken daarmee de geschiedenis van Nijmegen zichtbaar.

    In overleg met stedenbouwkundigen en cultuurhistorici van de gemeente is de geschiedenis ingedeels in tijdzones om de object-en te kunnen groeperen voor zichtbaarheid in het nachtbeeld.

    1. Romeinse tijd tot 500 na Christus

    2. Vestingstad van 500 tot 1874

    3. 19e eeuwse stadsuitbreiding 1874 tot 1940

    4. Oorlog en wederopbouw 1940 tot 1970

    5. Eigentijds 1970 tot heden

    6. Industrie

    Per tijdszone is een specifieke sfeer gedefinieerd waar de illumi-natie van het pand uit deze periode in grote lijnen aan voldoet, in een combinatie van basisverlichting en accenten. Elk object wordt individueel bekeken en krijgt een lichtadvies op maat maar de architecturale kwaliteiten van de gevel of het gebouw goed tot zijn recht te laten komen. Hiernaast is dit verloop in kleurtem-peratuur (voor uitleg zie pagina 9) schematisch weergegeven, op de volgende pagina's wordt de uitwerking van de verschillende tijdzones met voorbeelden toegelicht.

    De industriele panden zoals de Vasim, de Honigfabriek en de Electriciteitscentrale staan een stukje buiten het centrum en heb-ben een geheel eigen, dynamisch karakter. De illuminatiesfeer wordt hier uitgebreid met het gebruik van kleur.

    In het hoofdstuk 6.1 deelgebied historisch centrum wordt het illuminatieconcept per tijdsvlak toegelicht.

    Onderdelen lichtplan Nijmegen

    Hierarchische lichtplattegrond met de belangrijkste structuren van de verschillende tijdsvlakken in het centrum

    Romeinse Tijd (tot 500)

    Vestingstad (500-1874)

    19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874-1940)

    Oorlog en Wederopbouw (1940-1970)

    Eigentijds (1970-heden)

    Amber

    2200 Kelvin

    3000 Kelvin

    4000 Kelvin

    Wit + kleuraccenten

  • 23

    5.3 Concept algemene verlichting

    De bewoners en bezoekers van de stad passeren altijd de doorgangs-gebieden op weg naar een plein of openbaar gebouw, ervaren dus ook beide verlichtingsinstallaties en krijgen hierdoor een verschillende indrukken van de stad; de sfeer van het plein en de sfeer van de algemene verlichtingsinstallatie in de gang ernaar toe. Dit lichtplan verlichting biedt een leidraad om de installaties op een esthetisch en duurzaam hoogwaardig niveau te krijgen, zodat elke plek van de stad op het gebied van verlichting kwaliteit en comfort biedt. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de openbare ruimten zoals de pleinen van de stad waar de inrichting meer luxueus is (want een ver-blijfsgebied) en de doorgaande gebieden waar een meer basisverlichting (efficient, lage kosten), maar ook met een kwalitatief hoogwaardig lichtbeeld, wordt gevraagd. Het streven is om de variatie van de verschil-lende armaturen en vooral lichtbronnen klein de houden, wat ten goede komt aan de visuele rust, de orientatie en de herkenbaarheid van het gebied. De gebieden blijven zo ook 's avonds leesbaar. De doorstroom van de stad wordt door deze afstemming van de armaturen en lichtbron-nen heel natuurlijk en comfortabel.

    De ideeen voor de verschillende (type) wegen en gebieden zullen op de volgende pagina's per deelgebied worden toegelicht, de daaruit voort-komende algemene richtlijnen worden in het kaderdocument besproken. Hier vast een globaal overzicht met op deze en de volgende pagina enkele referentiefoto's ter illustratie.

    1. A+B wegen (verbindingswegen tussen de verschillende wijken en wegen richting de snelwegen) worden in neutraal wit (4000K) verlicht. Om de wegen die in- en uit de stad richting snelwegen leiden extra als zodanig te benadrukken kunnen hier wat hogere masten gekozen worden die deze (komende) snelheid aangeven. Een andere mogelijkheid is om deze wegen in koud wit (6500K) uit te lichten, maar dit is minder geschikt in woongebieden. Deze kleurtemperatuur kan wel worden toegepast op de Energieweg tot over de Stadsbrug tot het eerste knooppunt in Lent. Het koele licht benadrukt de energie, het tempo en het industriele karakter van deze doorgaande weg.

    2. Binnenstedelijke straten worden in warm wit (3000K) verlicht. Dit past bij het menselijke, sociale karakter van dit gebied. Ook de kleurweergave wordt zo verbeterd, dit draagt bij aan de sociale veilig-heid en de architecturale uitstraling van het gebied.

    3. (Binnenstedelijke) pleinen worden met warm wit licht (3000K) aangelicht. De lichtpunthoogtes gaan hier echter wat omhoog zodat er minder masten nodig zijn en deze gebieden wat theatraer worden verlicht wat de verblijfsfuntie versterkt.

    4. Het historisch centrum (deelgebied 00 + 01) wordt in de basis met warm wit licht verlicht. Er worden hier echter elementen toegevoegd die de historische structuur en ontwikkeling van de stad laten zien. Het wandelen van speciale routes om deze geschiedenis van de stad te ervaren wordt gestimuleerd door kleine kenmerkende markers in de bestrating.

    Algemene (verkeers-) verlichting

    Voorbeeld markerende spotjes om een route aan te geven (Utrecht)

    Voorbeeld fraai verlicht entreegebied van een park (Lyon)

  • 24

    5.3 Concept algemene verlichting

    Referentiebeelden lichtbeeld algemene verlichting

    Kleurtemperatuur 4000K voor de B-wegen

    Voorbeeld van kleurtemperatuur 6500K voor de Energieweg

    Kleurtemperatuur 3000K voor de verblijfsgebieden

    Hierarchische lichtplattegrond met de A+B wegen en de knooppunten, afbeelding website

  • 25

    In alle wijken komt algemene verlichting in de vorm van medium hoge masten (4-6 meter) met daarop een armatuur die een lamp draagt met een kleurtemperatuur heeft van 3000K; warm wit licht. Om de wijken op subtiele wijze een eigen karakter te geven door de openbare verlichting, kan elke wijk worden uitgerust met een eigen stijl armatuur. Dit kunnen verschillende 'leden' uit een armatuurfamilie zijn, zodat de armaturen nog wel een vergelijkbaar lichtbeeld geven en allen herkenbaar 'Nijmeegs'. Hiernaast enkele voorbeelden; een schets van het typerende armatuur dat in Nijmegen Noord wordt toegepast en een geschetst voorbeeld van een armatuurfamilie.

    Voor pleinen in woonwijken waar verbijzondering gewenst is maar geen behoefte of interessante mogelijkheid is om illuminatie van objecten of gebouwen toe te passen, kan er gespeeld worden met bijzondere optieken in het armatuur om op deze manier lichteffecten op het plein te creeren.

    Wijken; herkenbaarheid deelgebied, herkenbaar geheel

    5.3 Concept algemene verlichting

    Voorbeeld armatuurserie; verschillende karakters, 1 stijl

    lichteffecten door bijzondere optieken te gebruiken.

    Armatuur in Nijmegen-Noord

  • 26

    Hiernaast nog wat voorbeelden.. Naast onderscheid in het armatuur kan ook juist de mast of de combinatie mast en uithouder herkenbaar zijn voor een gebied.

    Wijken; herkenbaarheid deelgebied, herkenbaar geheel

    5.3 Concept algemene verlichting

    Projectie van boomkruinen vanaf 1 hoge centraal geplaatste mast in het centrum van Hoogeveen.

    Gebogen masten langs een boulevard

  • 27

    Hoofdstuk 6

    Deelgebieden

  • 28

    6.1 Historisch centrum

    In het centrum is de middeleeuwse structuur van stadsmuur, assenkruis en gassen naar de benedenstad nog goed te zien.

    De openbare verlichting heeft overal in het centrum een kleurtemperatuur van 3000K (warm wit licht) omdat het in zijn geheel geklassificeerd is als verblijfsgebied.

    Een goede manier om de verschillende doorgangen te laten zien is door een armatuur te kiezen die kenmerkend is voor bijvoorbeeld het middeleeuwse assenkruis of de gassen.

    Andere kenmerkende straten zijn de Lange Hezelstraat en de ringstraten, die momenteel al goed onderscheidend verlicht zijn door een combinatie van pendelverlichting en illuminatie (Lange Hezelstraat) en pendelverlichting (de Ringstraten). De integrale verlichting in de Lange Hezelstraat kan door-getrokken worden in de Stikke Hezelstraat tot aan de Grote Markt.

    De overige straten, zoals bijvoorbeeld de assen, kunnen naast extra zichtbaar gemaakt worden door typerende armaturen te gebruiken ook versterkt worden door kleine markers in de bestrating toe te voegen. De kleur van de marker geeft het type straat aan.

    De markers worden zo gepositioneerd dat ze een route mark-eren, hierover in een volgend hoofdstuk informatie.

    Andere interessante structuren zijn de verbindings-wegen tus-sen de Houtstraat- Koningsplein- Marienburg en Molenstraat-Valkhof-Kelfkensbos. Ook de groene omzoming van het centrum is een bijzondere structuur.

    Schematische weergave van de structuren in het centrum

    Structuur

    Romeinse Tijd (tot 500) Vestingstad (500-1874) 19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874-1940) Oorlog en Wederopbouw (1940-1970)

    Gassen naar de kade Ringstraten Groene omzoming van het centrum

  • 29

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie Romeinse Tijd (tot 500)

    Er zijn in en buiten het centrum van de stad veel sporen gevonden van de Romeinse tijd toen de stad Ulpia Noviomagus Batavorum heette. Deze sporen betreffen vooral archeologische opgravingen en deze zijn in het huidige dagbeeld niet of nauwelijks zichtbaar. Om deze plekken in het nachtbeeld een rol te laten spelen is projectie een oplossing. In het kleurconcept heeft de Romeinse Tijd een amber-kleurig, warm licht (licht van fakkels). De projectie kan (een deel van) de plattegrond van het gevonden object zijn.

    Objecten/ locaties.

    Er zijnoverblijfselen uit de Romeinse tijd gevonden op de volgende locaties in de stad:

    Valkhof

    Kopsplateau

    Waterkwartier

    Hunnerberg

    Trajanusplein

    Jozefhof

    Route Burghtstraat- Lange HezelstraatOp de digitale kaart zijn de vindplaatsen van Romeinse overblijfselen aangegeven met een symbool

    Impressie van een Romeins gebouw Impressie van de projectie van de plattegrond van een Romeins gebouw ter herinnering aan die tijd in het nachtbeeld

    Referentiebeeld; projectie in de openbare ruimte vanaf een mast

  • 30

    6.1 Historisch centrum

    Interessante objecten Nijmegen Vestingstad

    Illuminatie Vestingstad (500 tot 1874).

    De periode Vestingstad is een lange periode, van de zeer vroege middeleeuwen tot eind 19e eeuw. De gebouwen uit deze periode worden in warm witte sfeer aangelicht, gemiddeld 2500 Kelvin.

    Belangrijke objecten uit deze periode zijn naast de hieronder omschreven objecten ook de overblijfselen of locatie van de oude structuur van de stad; de stadsmuur en de poorten.

    De oude gebouwen krijgen wat warmere accenten (richting de 2200K) en de latere gebouwen gaan wat meer richting de 3000K in accenten.

    Voorstel sfeer periode vestingstad

    Objecten.

    Barbarossa ruine 1030

    St. Nicolaaskapel (Valkhofkapel) 1030/1152/1190

    Stadsmuur en wallen 1155

    De Donjon (origineel 1155, wordt mogelijk herbouwd)

    Commanderie van de St Jan 1196

    St. Stevenskerk en historische gebouwen 1273

    protestants weeshuis 1247

    Onze Lieve Lossertpoort 14e eeuw

    Keupertoren 14e eeuw

    St. Stevenspoortje (Kerkboog) + gevelrij 14e eeuw

    Stadhuis 14e eeuw/1554/1882

    Kruittoren (Kronenburgertoren) 1426

    Marienburg kapel 1431

    Glashuis (St Jacobskapel) 1525

    Besiendershuis 1525

    Stratenmakerstoren 1526

    Rondeel/ Roomse voet 1527

    Latijnse School 1545

    Protestants Weeshuis 1562

    RK Weeshuis

    Brouwershuis 1570

    St Antoniuspoort 1589

    Oude Haven 1602-1884

    De Waagh (Boterwaag) 1612

    Belvedere 1646

    Synagoge 1756

    Hek Valkhofpark 1797

    Vlaams Arsenaal en Arsenaalpoort 1820

    St.Antoniusplaats 1770

  • 31

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie Vestingstad (500 tot 1874)

    Mogelijke gevelverlichting van de Latijnse School (Photoshop impressie)

    Voorbeeld van een aangelicht object waar de combinatie van kleurtemperaturen om tot 2500K gemiddeld te komen gebruikt zijn. Bij dit object is het contrast tussen 2 kleurtemperaturen vrij groot, de uitwerking in Nijmegen mag subtieler zijn.

    De Barbarossa ruine wordt uitgerust met effcientere spots en aan de binnenzijde in een warmere kleurtemperatuur, wat meer sfeer geeft en past binnen de verlichtingsvisie van objecten.

  • 32

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie 19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874 tot 1940)Kenmerkend voor de 19e eeuwse architectuur is de ruimere opzet, witte details aan de gevel, veel groen in de straat en een ruim stratenplan. De gebouwen uit deze nieuwe, frisse en actieve periode van groei wordt in warm tot neutraal wit aangelicht, gemiddeld 3000K.

    Het grootste deel van deze periode bevind zich grotendeels buiten het stadscentum omdat deze stadsuitbreiding begon bij de oude stadsmuren en naar buiten toe groeide. De Singels en het grote Keizer Karelplein als centraal knooppunt zijn meegenomen bij het lichtplan centrum omdat deze structuur zeer kenmerkend is voor de (vorm van) het centrum en belangrijk onderdeel is voor het overkoepelende lichtconcept.

    Dit geldt ook voor enkele historische industriele panden die belangrijk zijn in de skyline van de stad vanaf de bruggen en de kades gezien.

    Interessante objecten 19e eeuwse stadsuitbreiding

    Gewenste toekomstige kleurtemperatuur verlichting De Vereeniging

    Objecten.

    Voetgangersbrug Voerweg 1886

    Spoorwegviaduct

    Spoorbrug 1878

    Waalbrug 1936

    Landhoofd ('Hezelpoort') 1876

    Concertgebouw De Vereeniging

    Panden Lange Heezestraat (als winkelstraat)

    Panden langs de singels

    Titus Brandsma Gedachteniskerk

    Opuskerk

    Lutherse kerk

    Maria Geboortekerk

    Mariaplein

    Gevels rond Marienburg en Klein Marienburg

    Lichtbeeld Lange Hezelstraat als voorbeeld voor de gevelverlichting van de singels

    Lichtbeeld centrum Gent als voorbeeld van een verlichtte gevelwand

  • 33

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie Oorlog en wederopbouw (1940 tot 1970).

    De tweede wereldoorlog en de wederopbouw van de stad is zeer gezichtsbepalend voor Nijmegen. Deze panden vallen nu soms wat weg in het dag- en nachtbeeld maar zijn architectonisch vaak zeer de moeite waard om te tonen. De gemiddelde kleurtemperatuur is neutraal wit, iets koeler dan de verlichting van de 19e eeuwse stadsuitbreiding.

    Het hieronder genoemde pand De Vassim ligt niet in het historische centrum maar is belangrijk voor de skyline van de stad vanaf de bruggen en de kades gezien.

    De Schouwburg heeft een uitzonderingspositie; door de periode waarin dit gebouw is ontworpen en gebouwd wordt het in de basis verlicht volgens deze periode; 4000K. Door de moderne invulling van het gebruik van dit gebouw mogen er ook 'eigentijdse' kleuraccenten worden toegepast om dit te accentueren. Zie verdere toelichting op pagina 37.

    Schouwburg bij nacht V&D

    Objecten.

    Pand V&D

    Pand C&A

    Stationsgebouw

    Stadschouwburg

    Dependance Nederlandse Bank

    Gevel Stedelijk GymnasiumInteressante objecten periode oorlog en wederopbouw

  • 34

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie Oorlog en wederopbouw (1940 tot 1970).

    In de afbeeldingen op deze pagina worden referentiebeelden en enkele photoshopimpressies getoond van mogelijke 3d gevelprojecties op de gevel van de wederopbouwarchitectuur, zoals de V&D aan de Grote Markt.

    Door afbeeldingen of filmpjes te projecteren kan het gebouw een verhaal gaan vertellen of zelf een hele andere gedaante aan gaan nemen. In de zomer kan een samenspel gezocht worden met de bomen die voor het pand staan (bijvoorbeeld vogels die er in gaan zitten). In de winter houden de kale boomkruinen nauwelijks licht tegen en kan er vrij geproject-eerd worden, bijvoorbeeld met een beamer geplaatst in het tegenovergelegen pand of op een mast.

  • 35

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie Eigentijds (1970 tot heden).

    Nijmegen ken naast een hoop historische gebouwen ook fraaie moderne architectuur. De verlichting van deze panden mag wat meer op zichzelf staan dan die van de historische panden waarbij vooral het zichtbaar maken en het onder-steunen van de bouwstijl belangrijk is. De basisverlichting van deze eigentijdse objecten is (neutraal) wit maar er kan worden gewerkt met speciale hoe-ken van inval zoals strijklicht om speciale effecten te creeren die in het dagbeeld niet of minder goed zichtbaar zijn, zoals bijvoorbeeld het strijklicht op de gevel van het pand Lux. Ook het gebruik van gekleurd licht om bijvoorbeeld een ver-haal te vertellen is op deze panden van toepassing. Een voorbeeld hiervan is het gebouw 52 Degrees in stadsdeel Nijmegen midden, wijk Goffert. De nieuwe bruggen over de Waal zijn ook een voorbeeld van nieuwe architectonische objecten die volgens deze methode verlicht kunnen worden. De nieuwe bruggen hebben ieder al een eigen lichtplan die goed passen bij het overkoepelende lichtplan. Soms komt een gebouw niet uit deze eigentijdse periode volgens het lichtplan, maar is aangewezen als eigentijds kunstobject, zoals de Marienburgkapel. Volgens het kleuren-schema van de periode Vestingstad wordt er geen gekleurd licht gebruikt op de gevel, maar nu het gebouw fungeert als lichtkunstwerk wordt een eigen verhaal verteld in een nieuw ontworpen omgeving. Zie verder pagina 37.

    Gevel Lux Marienburgkapel kleurgebruik bij 52degrees

    Objecten.

    Museum Het Valkhof 1999

    Labyrinth (kunstwerk) 1982

    Plein 44 , 2013-2014

    Lux 2000

    Marikenstraat 2000

    Nieuwe pand Doornroosje 2015

    Interessante eigentijdse objecten

  • 36

    6.1 Historisch centrum

    Illuminatie Industrie.

    De activiteit die de industrie uitstraalt wordt benadrukt door de neutraalwitte basisverlichting van de gevel uit te breiden door gekleurd licht te gebruiken. Zo is deze periode in het nachtelijk landschap goed leesbaar. Vooral voor Nijmegen is deze industrie belangrijk, omdat het door de vestingstatus van de stad pas later op gang is gekomen. De industriele panden stammen soms uit de periode van voor 1970 of zelfs uit de 19e eeuw of nog ouder als we de eerste pakhuizen ook mee rekenen. De verlichting is dan samengesteld uit de basisverlichting van deze periode (bv 3000K of 4000K) met gekleurde accenten.

    Impressie mogelijke illuminatie de Vasim Energiecentrale reeds in kleur verlicht

    Objecten.

    De Vasim

    Honigfabriek

    Transformatorenfabriek

    Electriciteitcentrale

    Loswal Maas-Waal kanaal

    Oude pakhuizen centrum

    interessante industriele objecten

  • 37

    6.1 Historisch centrum

    Uitzonderingsgevallen illuminatie.

    Wanneer panden uit een historische periode stammen maar momenteel een opvallende eigentijdse invulling of functie hebben kan er worden afgeweken van het illuminatieprincipe uit het tijdsvlak van de bouw. De basisilluminatie van het betreffende pand of object is nog steeds samengesteld uit de toegewezen kleurtemperatuur van de ontstaansperiode, maar er worden gekleurde accenten gemaakt om het eigentijdse karakter te benadrukken. Enkele voorbeelden zijn de Marienburgkapel die in zijn geheel als lichtkunstwerk wordt neergezet 's avonds en de Stadsschouwburg die met kleuraccenten de sfeer van het lopende programma of festival toont. Ook horecapanden zoals die in de Molenstraat zouden volgens dit principe verlicht kunnen worden, mits de gekleurde verlichting zich beperkt tot accenten en in de basis aansluit bij de bouwperiode.

    Marienburgkapel Marienburgkapel

    Objecten.

    Marienburgkapel Stadsschouwburg Horecapanden Molenstraat

    Stadsschouwburg in de huidige situatie met kleuraccent op de toneel-

  • 38

    6.2 19e eeuwse stadsuitbreiding

    Na het opheffen van de vestingstatus in 1874 kon gestart worden met het ontwerp van de uitbreiding van de stad buiten de stadsmuren. Bij de planvorming voor deze eerste stadsuitleg is steeds gestreefd naar een sterke samenhang tussen het stedenbouwkundige patroon (het stratenplan) en de architectonische opzet (de bebouwing). Hygiëne en schoonheid waren hierbij belangrijke doelstellingen. In 1878 is het definitieve stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit plan voorzag in de aanleg van een aantal rondom de oude stad lopende zeer brede, ruim van groen voorziene singels (onder andere de Oranjesingel en de St. Canisiussingel), met zowel aan de zuid- als aan de oostzijde een groot, rond plein (Keizer Karelplein en Trajanusplein) en een park aan de west-zijde (Kronenburgerpark). Verspreid over het gebied werden terreinen gereserveerd voor de bouw van kerken, scholen, winkels en gebouwen met andere bijzondere functies. (bron; Nijmegen.nl)

    Ruimte om te wonen

    De algemene verkeersverlichting van de singels en pleinen die deel uitmaken van dit 19e eeuwse plan worden in een neutraal witte lichtkleur (4000K) aangelicht om herkenbaar te zijn als 1 gebied. De masten worden aan weerszijde van de rijbaan geplaatst, vanaf welke positie zowel de rijbaan als de ventwegen worden verlicht. Indien mogelijk gebeurt dit met dubbele uithouders met enige overhang in verband met de bomen. Wanneer deze bermen erg breed zijn worden er twee masten geplaatst; een hoge om de rijbaan te bedienen en een lagere mast om de ventweg en de stoep aan de overzijde aan te lichten. Op deze manier blijft de stoep vrij van obstakels en is er vrij zicht op de omliggende gevels. Vanaf de openbare verlichtingsmasten worden een boom-kruinen zacht verlicht om deze visueel minder zwaar te maken.

    ObjectenZoveel mogelijk gevels van de architectonisch interessante panden worden op subtiele wijze, in neutraal wit licht, aange-licht. Hierdoor ontstaat een zachte wand van licht langs de singels, vergelijkbaar met de verlichtte wanden in het centrum van de stad Gent. De gevels worden waar mogelijk aangelicht vanaf korte uithouders die aan de gevel op de eerste verdieping gemon-teerd en naar boven zijn gericht. Hierdoor wordt de gevel zacht verlicht en licht de witte dakrand gelijkmatig op zonder dat bewoners last hebben van verblinding of lichthinder. Op de dakrand worden wat kleine spots toegevoegd die interes-sante erkers en dakkapellen aanlichten en hiermee een ritme maken in het nachtbeeld.

    Algemene verlichting

    De 19e eeuwse stadsuitbreiding ligt als een ring om de stad

    Voorbeeld opstelling verlichting hele profiel vanaf mind-er masten, dubbele uithouder bijvoorbeeld toepassen op de Annasingel en Graafseweg.

    Schetsmatige opstelling 2 masten in plaats van een dub-bele uithouder in verband met de brede middenberm op de Oranjesingel en de Canisiussingel. Bomen aangelicht vanaf de lage mast

  • 39

    6.3 Ruimte voor de Waal

    Omdat de Waal meer ruimte nodig heeft om overstroming te voorkomen wordt het gebied ten noorden van de Waal (Nijmegen Noord) aanzienlijk veranderd. Het is een prachtige kans om het gebied dat vlak aan de Waal ligt bij het centrum te betrekken en activiteiten te stimuleren. Op dit moment worden de strandjes van de Waal al gebruikt in de zomer, maar is het wat minder vanzelfsprekend om de rivier over te gaan. In het nieuwe ontwerp wordt het deel van de wijk (en voor-malig dorp) Lent dat direct aan het water ligt (Veur-Lent) veranderd in een eiland, dat verbonden wordt met het vaste land met drie moderne bruggen. De aftakking van de Waal waar deze bruggen overheen lopen wordt een nieuw recre-atiegebied van de stad. In de toekomst komt hier achter ook veel nieuwe bebouwing waardoor mogelijk een tweede stad-scentrum ontstaat. De verlichting versterkt het effect van een waterplein dat nu ontstaat en vergroot het gevoel van samenhang tussen Nijmegen centrum en Nijmegen noord.

    Waterplein

    Algemene verlichting, zuid- en noordoeverOm het water meer bij het nachtbeeld te betrekken worden de lichtpunten lager hoe dichter deze bij het water komen. Zo wordt voorkomen dat je vanaf de kade eerst in of naar een lichtbron kijkt voordat je er langs over het water kijkt. Het oog trekt meteen naar de helderheid van een lichtbron (al dan niet goed afgeschermd) waardoor de achtergrond extra donker oogt. In dit gebied worden de masten die nodig zijn om de rijbaan aan te lichten (ongeveer 6 meter hoog) aan de kant van de stad geplaatst, naar de weg toe gericht. De masten zijn licht gebogen om een omarmend effect naar het waterplein toe te verkrijgen. Ook aan de overzijde zullen de hogere masten licht gebogen zijn om dit effect compleet te maken. De arma-turen zijn uitgerust met een goede optiek waardoor het licht naar beneden op de weg en troittoir wordt gericht en alleen het noodzakelijke strooilicht voor de sociale veiligheid ver-oorzaakt. De armaturen die meer naar het water toe geplaatst zijn om de boulevard te verlichten staan ook zo dicht mogelijk naar de stad geplaatst (tussen wandelaar en stad) en hebben een wat lager, zacht rondstralend lichtpunt. Deze rondstralende arma-turen zijn rechte kolommen, lichtsticks, waarmee ze meteen een ritme geven en de oever van de waal benadrukken. Dit ritme komt ook terug aan de overzijde van de Waal. Wanneer de boulevard erg breed is kunnen ter ondersteuning lage lichtmastjes, zogenaamde bollards, of markers worden gebruikt. Hier kijkt men overeen en ze markeren de kaderand. Ook geven de bollards de sfeer van een kade waar boten kunnen aanleggen. Verspringingen van de kademuur worden getoond door strijklicht over de wand of heldere (contour) lichtlijnen toe te passen.

    Schets 2 lagen illuminatie; de gevels langs de kade en de grote landmarksSchematische weergave armaturen op de kade

  • 40

    6.3 Ruimte voor de Waal

    Vanaf de kade heeft men zicht op de skyline van de stad, van zowel de zuidelijke oever van de Waal (het oude centrum) als de noordzijde. Dichterbij is ook de aanzet van de stad goed te zien.

    De skyline en de aanzet van de stad net achter de keerwand worden zichtbaar gemaakt in het nachtbeeld door het aan lichten van gevels. De grotere kenmerkende gebouwen die zichtbaar zijn vanaf de kade, zoals de St Stevenskerk, worden volgens het illum-natie concept passend bij de tijdsvlakken verlicht. Ook het casino zou als eigentijds gebouw zichtbaar gemaakt worden, op zodanige wijze dat het in balans is met de rest van de omgeving, zoals bijvoorbeeld in de zomer waargenomen. (zie afbeelding).

    De kleinere woonpanden die verhoogd aan de kade op de waterkering staan zijn interessant om zacht aan te lichten zodat de aanzet van de stad meer zichtbaar wordt. Wanneer meerdere panden zacht worden aangezet ontstaat een ver-lichtte wand, wat de stad een zeer vriendelijke uitstraling geeft. Dit is interessanter dan maar een paar panden op dit niveau wat opvallender aan te lichten. De toegangsgebieden van de kade naar de gassen van de benedenstad krijgen ook een accent om deze overgang zichtbaar en (van twee kanten) uitnodigend te maken. Het contact van de stad met het water wordt zo verbeterd. Oorspronkelijk waren deze toegangsge-bieden poorten, waarvan er nog maar enkelen zijn, zoals de Sint Anthonispoort. Bestaande poorten worden zacht aange-licht, verdwenen poorten worden terug in het leven geroepen door een kleine markering zoals omschreven in het hoofdstuk 'routes'.

    Naast de objecten zoals de historische panden en bruggen (deze worden als apart hoofdstuk hierna besproken) zijn er ook minder zichtbare sporen in dit gebied, zoals de oude haven. Deze structuur kan met projectie (net zoals de Romeinse sporen) vanaf de aanwezige masten zichtbaar gemaakt worden.

    Illuminatie zuidelijke oever

    Zacht aanlichten kadewoningen/ 'dijk' huisjes

    Projectie Oude Haven en Oude kraan Aanlichten landmarks

    Licht gebogen masten 4-6 meter verlichting rijbaan

    Zacht rondstralende 'lichtsticks' voor

    Lichtlijnen of bollards, geleiding langs het water

  • 41

    6.3 Ruimte voor de Waal

    Op de noordelijke oever staan een aantal cultuur historische relicten (panden) op het toekomstige eiland Veur-Lent die van grote toevoeging zijn voor het nachtbeeld en de 'waterplein' beleving wanneer ze aangelicht worden. Het type verlicht-ing zal aansluiten bij het totaal concept voor Nijmegen om een pand of object in de sfeer van de tijdzone waarin het gebouwd is aan te lichten. Dit zal voor de panden op Veur-Lent voornamelijk de periode van vestingstad (2500K) en 19e eeuwse stadsuitbreiding (3000K) zijn. Ook zijn er sporen van een oud fort gevonden op deze plek, fort Knodsenburg. De plattegrond van dit fort kan ook op het water en het land geprojecteerd worden zoals bij de Romeinse sporen.

    Op het vaste land, iets verderop in het noordelijk landschap, zijn nog meer sporen van een aantal forten gevonden, waarvan nog enkele sporen zichtbaar zijn. Ook deze kunnen met een grote (plattegrond) of kleine (symbolisch) projectie terug in het nachtbeeld gebracht worden. Op de noordelijke oever zijn verder restanten van de oorlog te vinden, zoals bunkers en onderdelen van de IJssellinie. Ook deze objecten zijn fraai om aan te lichten, in neutraal wit (4000K) in de periode van oorlog en wederopbouw.

    Illuminatie noordelijke oever en Veur-Lent

    Huidig zicht over het Labyrinth op de toekomstige landtong die kan overstromen van het nieuwe (schier-) eiland Veur-Lent.

  • 42

    6.4 Bruggenlandschap

    Objecten en Lichtkunst

    Algemene verlichtingDe algemene verkeersverlichting op de (verlengde) Waalbrug, Snelbinder en De Oversteek is gelijk aan de verlichting op de toelopende wegen. Belangrijk is dat deze armaturen goed gericht licht geven (goede afscherming) zodat er geen ver-blindende helderheid van het armatuur is waarmee de archi-tectonische verlichting (aanlichting bovenbouw van de brug) minder goed tot zijn recht komt.

    De algemene verlichting op de Promenadebrug wordt door de architect geintegreert in de architectuur en is warm wit van kleurtemperatuur.

    De landhoofden van de brug zijn interessante objecten om aan te lichten. Dit is eigenlijk alleen bij de Spoorbrug (Snelbinder) van toepassing. Deze landhoofden zijn hele gebouwen die als een poortgebouw tot de stad fungeren.

    De andere bruggen beginnen al op het land, de illuminatie van deze bruggen beginnen dus ook al boven land en betrekt de bruggen bij het landschap, zoals de bogen onder De Oversteek.

    Er zijn ideeen om een lichtkunstwerk aan de verlichting van de Waalbrug toe te voegen om de Waaloversteek door sol-daten in 1944 te symboliseren. Dit kan heel goed samengaan met de verlichtingsrichtlijnen voor de bruggen.

    De nieuwe Stadsbrug ligt inmiddels op zijn plek! (foto inter-net)

  • 43

    6.4 Bruggenlandschap

    In de nieuwe situatie worden een aantal bruggen toegevoegd om de gang naar Nijmegen-noord, en van Veur-Lent naar Nijmegen- noord makkelijker te maken. Wanneer de bruggen aangelicht zijn reflecteren ze in het water waardoor het water meer zichtbaar wordt. De bruggen hebben ieder een eigen karakter maar vormen met elkaar een ensemble over de Waal.

    De Waalbrug, Snelbinder (spoorbrug) en de nieuwe stadsbrug De Oversteek zijn grote bruggen die de Waal oversteken. De twee bruggen die het eiland Veur-Lent verbinden met het vaste land, de Citaldelbrug en de Promenadebrug, zijn kleiner en voornamelijk voor langzaam verkeer. De derde brug over de nevengeul is de Verlengde Waalbrug.

    De Waalbrug en De Oversteek worden van onderen in een warme kleur aangelicht; een combinatie van amber en wit licht. De Snelbinder is wat minder fraai aan de onderzijde, maar zou wat accenten kunnen krijgen in dezelfde lichtkleur. De opbouw van de bruggen krijgen ieder hun eigen verlicht-ing, passend bij de architectuur en periode waarin ze zijn gebouwd.

    De Waalbrug en de Spoorbrug vallen in de periode van de 19e eeuwse stadsuitbreiding (wit licht in 3000K), De Oversteek is eigentijds (neutraal wit met kleuraccent).

    De verlengde Waalbrug wordt gelijk aan de oude Waalbrug verlicht; amberkleurig aan de onderzijde en een warm wit verlichtte opbouw.

    Van de twee verbindingsbruggen tussen het eiland en het vaste land krijgt de Citadelbrug geen vaste verlichting (hij kan onderlopen) alleen bij evenementen kan er tijdelijke algemene verlichting worden geplaatst. Een fraai effect kan verkregen worden door in de leuning verlichting te integreren. De andere brug is de Promenadebrug; deze wordt naast als verbindingsweg gebruikt als verblijfsgebied. Deze brug is erg autonoom vormgegeven en krijgt een verlichting die tegengesteld is aan het verlichtingsprincipe van de grote bruggen: hier wordt de onderzijde van de brug in koel wit licht verlicht, omdat het licht er door reflectie voor zorgt dat de beweging van het water op de wanden van de brug zichtbaar is. De bovenbouw van de brug wordt in warm wit verlicht; dit geeft een warme, menselijke sfeer. Dit deel van de brug is immers verblijfsgebied

    Verbindende elementen

    Impressie bruggen over de nevengeul (visualisatie archi-

    Impressie en 2 foto's bruggen over de Waal

  • 44

    6.5 Recreatiekade noordelijke oever

    Bijzondere verlichting recreatiekade

    Algemene verlichting

    Impresie mogelijk lichtbeeld recreatiegebied noordelijke

    De algemene verkeersverlichting in dit gebied volgt de richtlijn van de eerder beschreven algemene verlichting van de noordelijke en zuidelijke oevers; de lichtpunten gaan van hoog naar laag naar het water toe en de hoge masten die de rijweg aanlichten zijn licht gebogen in de richting van het water voor het omarmende effect rond het 'waterplein'. De kleurtemperatuur van de algemene verlichting is warmwit; 3000K.

    De kade tussen de Spoorbrug en de verlengde Waalbrug zal een bijzondere functie krijgen. Deze kade is ingericht voor recreatief gebruik, geinspireerd op de stedelijke kades van Franse steden, zoals Orleans en Lyon. Op dit deel van de nevengeul kunnen verschillende water-sporten beoefend worden. In het landhoofd van de Verlengde Waalbrug op het eiland zal een watersportvereniging worden gehuisvest. De kade ligt op het zuiden wat haar aantrekke-lijk maakt voor een langs zomeravond. In het water kan een tijdelijk podium gelegd worden waardoor het genieten van een concert of voorstelling vanaf de kadetrappen een moge-lijkheid is. Om dit gebied ook 's avonds een aantrekkelijk verblijfsgebied te laten zijn is een aangename en aantrekkelijke verlichting erg belangrijk. In de trappen zijn een aantal heldere contourlijnen gepland, die nu echter vooral een helderheid geven terwijl ze ook zo kunnen worden gepositioneerd dat ze meer strijklicht geven om de omgeving te accentueren. Hieronder worden enkele scenario's geschetst om het nachtbeeld nog interes-santer te maken. Een combinatie van deze scenario's is ook mogelijk.

    1. Projectie van patronen of beelden op de kade vanaf enkele hoge masten. Mast met losse armaturen of Multipole. De projectie van de contouren van Ford Knotdsenburg bijvoor-beeld, dat door de nevengeul nu deels in het water ligt.

    2. Patroon van kleine lichtkiezels waarmee op een abstracte manier gecommuniceerd kan worden dat er een concert komt, wat de weersverwachting is of dat het water zal stijgen.

    3. Gebruik van wanden van de kade en het botenhuis om ani-matie op te projecteren.

    4. De bomen dienen als achterwand van dit gebied en worden zacht aangestraald. Door de kleurtemperatuur van het licht te veranderen kan de sfeer aan het seizoen worden aangepast.

    5. In de opstaande rand langs de aflopende kade wordt strijklicht verwerkt, zodat het spannende verloop en relief van de kade goed zichtbaar wordt. Fraai indirect rondstralend armatuur

    langs de boulevard, tussen de bomenKleine spotjes in de aflopende kadeveranderen van patroon en kleur en voorspellen bijvoorbeeld het weer

    Dynamisch aangelichtte bomen zorgen voor een sfeer pas-send bij het seizoen of evene-ment

    Projecties op de grond en de wan-den ter ondersteuning van sfeer, communicatie en evenement

    Inspiratie: de levendige kade van Lyon

  • 45

    6.6 Het Maas-Waalkanaal

    Het Maas-Waalkanaal is in 1927 opgeleverd. Het heeft een grote impact gehad op een aantal dorpen die door het kanaal doormidden zijn gekliefd en later opgenomen als wijk door Nijmegen. Het kanaal begint bij de Loswal Maas-Waalkanaal welke een industrieel karakter heeft. Het kanaal wordt in Nijmegen door een 5-tal wegen overbrugd. Gezien het industriele karakter van dit kanaal kunnen de bruggen in neutraal wit aangelicht worden met eventueel gekleurde accenten. Dit in harmonie met elkaar zodat een samenhangend geheel ontstaat. Bijvoorbeeld van intens blauw bij de Loswal (kleur ivm industrie) naar steeds lichter blauw en wit naar het zuiden toe. De eerste brug is niet als landmark zichtbaar; op deze plek wordt de hefinstallatie van de sluizen in intensblauw aangelicht om deze plek te markeren.

    De Waal en het Kanaal

    Schets van het ritme en verloop kleur van de 4 bruggen en de hefi