CKV HAVOckvbrokledehavo.weebly.com/uploads/2/4/8/3/24835726/...CKV READ ER Deze reader krijg je per...

21
CKV HAVO 20162017 TRIMESTER 1 (wk 3447) Met andere ogen kijken… NAAM:............................................................................... KLAS: ...............................................................................

Transcript of CKV HAVOckvbrokledehavo.weebly.com/uploads/2/4/8/3/24835726/...CKV READ ER Deze reader krijg je per...

CKV HAVO 2016­2017

TRIMESTER 1 (wk 34­47)

Met andere ogen kijken…

NAAM:............................................................................... KLAS: ...............................................................................

STUDIEWIJZER Trimester 1 CKV WK ALGEMEEN &

INHOUD LES INLEVERDATA VOOR DEELOPDRACHTEN (DO) & PRAKTISCHE OPDRACHTEN (PO)

OVERIGE INFO

34 Start jaar THEMA: media, film, fotografie

HW: Trimester 1

35

DO: Optische illusie start studieuren

36

37

DO: Zelfportret sfeerbeeld

38

39 PO1→MEDIA (10%) 9/30/2016 Analyse foto (th) Zelfportret sfeerbeeld

(beeldgedicht) (pr) Optische illusie (pr)

40

41 ACTIVITEITENWEEK Ardennen 4H (act 1)

Activiteitenweek

42 HERFSTVAKANTIE

43

DO: Ardennenboekje

44

45

DO: Recensie film

46

DO: Inleveren Korte film SE week

47 AFRONDING TRIMESTER 1 (PO 1 & 2, ACTIVITEITEN)

PO2→ MEDIA (10%) 11/25/2016

Recensie Film Korte film (pr) Verslag Activiteit 1

48 THEMA: podium, literatuur, poëzie

Trimester 2 sportweek

CKV READER Deze reader krijg je per trimester. Hierin maak je aantekeningen, uitwerkingen, opdrachten, activiteiten. Elke opdracht wordt in de reader omschreven en bevat een beoordelingsformulier. Voor meer achtergrondinformatie voor de opdrachten let je op in de les en stel jevragen en/of kijk je naar de website (ckvbrokledehavo.weebly.com). Bij verlies van het boekje, ben je zelf verantwoordelijk voor een nieuwe kopie.

CKV PROGRAMMA CKV is een vak dat je alleen in het vierde leerjaar krijgt. Het is een schoolexamenvak dat in één jaar afgesloten wordt. Het gemiddelde van je cijfers is je schoolexamencijfer. Dit moet voldoende zijn. Zowel je PO’s als je activiteiten. CKV staat voor Culturele en Kunstzinnige Vorming. Dit jaar leer je dus de basis over Cultuur en Kunst. Het vak bestaat uit: theorielessen, praktijklessen en culturele activiteiten . Theorielessen zijn bedoeld om te informeren over verschillende uitingen van kunst en cultuur. Je ontwikkelt je eigen visie. Daarom verwachten we een actieve deelname in de klas. Tijdens praktijklessen werk je aan verwerkingsopdrachten. Ze resulteren in presentaties of werkstukken (filmpje, PowerPoint, product, zelfportret). Kunst en cultuur kun je niet uit je hoofd leren, je moet het meemaken. Daarom onderneem je drie buitenschoolse activiteiten . Van al deze activiteiten zorg je voor bewijs van deelname (toegangsbewijs, foto’s) en een verslag. Deze laat je aftekenen per trimester achterin je reader door je docent. Doublanten volgen CKV weer gewoon opnieuw en leveren elke opdracht in (zie bij opdrachtomschrijving als er iets anders geldt voor jou). Alleen de vrije activiteit hoeft niet opnieuw gedaan te worden als CKV vorig jaar voldoende was afgetekend.

THEORIE

Introductie Kunst & Cultuur (algemeen) Onze samenleving wordt sterk beïnvloed door beelden. Beeldcultuur bepaalt indringend ons leven in ervaren, denken en doen. De hoeveelheid en veelsoortigheid van beelden neemt nog steeds toe. In de beeldende kunst, de mediakunst en de productvormgeving ontstaan voortdurend nieuwe vormen, de grenzen ertussen vervagen. Er bestaan, wetenschappelijk gezien, uiteenlopende opvattingen over het begrip beeldcultuur, maar in elk geval wordt aangenomen dat er systeem in het gebruik van beelden zit. CKV draagt eraan bij dat leerlingen ‘beeldwijs’ worden. CKV bereidt je voor op een beeldrijke en steeds veranderende cultuur waaraan jij volwaardig deelneemt en waarin je de rol kiest die je daarin wilt spelen. Deelname aan een zo breed mogelijk cultureel aanbod geeft zicht op de eigen cultuur en die van anderen. Door te praten en na te denken over kunst en cultuur waarbij je de taal (formele, analytische naast emotionele beschouwing) leert die je hiervoor kunt gebruiken vorm je een gefundeerde mening. 'Door welke bril kijk jij naar de wereld' is een belangrijke vraag, je krijgt inzicht in welke mate jouw persoonlijke visie cultuurgebonden is en hoe dat zit bij anderen. Doorgaand op dit principe gebruiken we voorbeelden uit de gemanipuleerde beeldcultuur om over te brengen hoe beeld en geluid ons denken en doen beïnvloeden. Een ander belangrijk doel is het bevorderen van het creatieve denkproces. Hoewel creatief denken ook bij andere vakken aangeleerd kan worden lenen onze vakken zich daar bij uitstek voor. Door de zichtbaarheid van het leerproces werk je samen aan mogelijke oplossingen voor de problemen die tijdens de vormgeving ontstaan. Willen we blijven investeren in de kenniseconomie dan moeten we creatieve denkers opleiden.

Introductie opdracht:

Cultureel Zelfportret Algemeen Bij deze opdracht is het de bedoeling dat je in een (kunst)werk laat zien hoe jouw culturele verleden er uit ziet. Door middel van deze opdracht denk je na over de verschillende kunstdisciplines en wat jij daar tot nu toe al mee gedaan hebt. Verder leer je ook een begin te maken met je mening geven over kunst en cultuur, let dus op je argumentatie. Vertel waarom je iets wel of niet goed vond. Kijk eerst naar het volgende fragment: https://www.youtube.com/watch?v=3PmsZm2Ruuw Wie is de spreker en waar is hij bekend van? ................................................................................................................................................................................................................ Wat zijn redenen dat kunst en cultuur belangrijk zijn? Noem er een paar. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ De opdracht. Om de volgende opdracht tot een goed einde te brengen moet je de onderstaande vragen beantwoorden en uitwerken. Ook de eventuele afbeeldingen verwerken in de opdracht. De kunstdisciplines zijn: Beeldende kunst, film, podiumkunst, muziek, mode, fotografie, architectuur en toegepaste kunst. Je kunt de opbouw van jouw culturele leven laten zien per discipline of in chronologische volgorde. Denk aan vakanties, indrukkwekkende momenten en mooie ervaringen. Bespreek de drie kunstdisciplines waar jij het meeste raakvlak mee hebt aan de hand van de onderstaande vragen.

Wat is er in jou omgeving te doen of te zien binnen de kunstdisciplines of wat zou je nog willen bezoeken en waarom. Geef minimaal twee voorbeelden. ................................................................................................................................................................................................................ .....................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

.......................................................................................................

....

.......................................................................................................

.......................................................................................................

.. Wat weet je en wat heb jij aan kunst en cultuur beleefd. Plak voorbeelden onderaan de opdracht. ................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................ Wat vond je er van. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ Waar zou je dit jaar bij CKV meer over willen leren. Leg uit. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ Zoek afbeeldingen van jouw ervaringen of wat je nog wil ervaren, en plak ze hieronder op. Maak er een leuke collage van. Je krijgt hiervoor een blaadje van je docent.

PO 1 (wk 39)

1. Optische Illusie We worden platgegooid met beelden en we worden meer door beeld beinvloed dan we soms realiseren. Dit kan ook door illussies, als beeldmanipulatie in bijvoorbeeld de reclamewereld of door kunstfotografen die je het idee geven dat een onrealistisch iets mogelijk wordt. Maar waarschijnlijk heb jij ook al eens een optische illusie gemaakt. Denk maar aan vakantie foto’s, zoals hiernaast.

DEADLINE: inleveren uitgeprint in de les voor eind week 35

STAPPEN:

Je hebt 1 week om een optische illusie te maken. Je moet hiervoor een zo creatief en origineel mogelijke oplossing verzinnen, zonder het gebruik van programma’s of appjes. Zoek hiervoor op internet naar leuke voorbeelden van optische illusies en/of verzin zelf een optische illusie. In de les komen ook enkele voorbeelden langs.

De opdracht mag alleen of in koppels.

BEOORDELINGSCRITERIA:

Originaliteit, creatieve illusie, overtuigende illusie, compositie, techniek.

2. Zelfportret in sfeerbeeld Een portret is een kunstwerk van een persoon of een groep. Portretten zijn vaak eenvoudige afbeeldingen van het gezicht zonder veel creativiteit (zoals pasfoto's). De opzet is te tonen hoe de persoon eruit ziet, met soms wat artistiek inzicht in zijn of haar persoonlijkheid. Meestal is herkenbaarheid van het gezicht het belangrijkst. Bij deze opdracht is het echter de bedoeling om wat over jezelf te vertellen in beeld, zonder dat je gezicht per se herkenbaar is.

DEADLINE: inleveren uitgeprint in de les voor eind week 37

STAPPEN: Je krijgt in de les uitleg over de opdracht, met enkele voorbeelden. Begin daarna aan een woordweb om te bedenken wat je over jezelf wilt vertellen en welk medium je hiervoor wilt gebruiken. Houdt hierbij rekening met de volgende criteria:

­ 2 dimensionaal werkstuk; ­ A4 formaat (anders, in overleg met de docent); ­ Vormgeving; ­ Geen tekst.

Geef hieronder uitleg bij je zelfportret en plak het werk op de volgende pagina. Dit lever je dan in voor een cijfer.

BEOORDELINGSCRITERIA:

Originaliteit, goede verwerking van het gebruikte materiaal, persoonlijke boodschap, compositie, afmeting.

EIGEN UITLEG BIJ JE ZELFPORTRET IN BEELD: ................................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

.......................................................................................................

.......................................................................................................

..

.......................................................................................................

.......................................................................................................

.. RESULTAAT ZELFPORTRET

3. Analyse fotografie Overal om je heen zie je foto’s en afbeeldingen. Maar hoe vaak kijk je er nou echt bewust naar? Om hier wat meer over te leren, maak je de volgende opdracht.

DEADLINE:inleveren uitgeprint in de les voor eind week 39

STAPPEN: Je krijgt een lijst van fotografen waar je uit kunt kiezen. Daarna kies je een foto uit van de fotograaf, welke je gaat analyseren. Verwerk de onderstaande vragen in je Analyse. Vergeet ook niet de gekozen foto bij je Analyse in te leveren. Zoek een foto op via: http://famous­photographers.com/ Basisvragen: 1. Geef de titel, techniek:fotografie, naam fotograaf, datum, locatie, formaat.

2. Is het een kleurenfoto of zwart­witfoto? 3. Is de foto bewerkt met de computer? 4. Is de foto uit het leven gegrepen of in scène gezet? 5. Er zijn verschillende soorten fotografie. Een fotograaf kan zich

specialiseren in een bepaald onderwerp. Tot welk soort behoort deze foto, denk je? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn: Landschapsfotografie, Natuurfotografie, Architectuurfotografie, Stadsfotografie, Reclamefotografie, Portretfotografie, Reportagefotografie, Autonome fotografie, Reisfotografie, Theaterfotografie, Modefotografie, Industriële vormgeving, Stillevenfotografie, Anders, namelijk……………………………………………………………..

6. (Indien mogelijk/nodig: Beargumenteer je keuze) Beeldbeschrijving 7. Beschrijf allereerst wat je ziet op de foto. Doe dit zo gedetailleerd mogelijk.

8. Als je een foto gaat analyseren is het belangrijk om goed naar het licht te kijken. Waar komt het licht in deze foto vandaan? En waarom denk je dat?

9. Wat is het effect van het licht op deze foto? Welke sfeer roept dat bij je op?

10. Kleur is een belangrijk onderdeel van de fotografie. Geef hieronder een beschrijving van de werking van ‘kleur’ in de foto. (welke kleuren zijn gebruikt, is er sprake van bepaalde kleurcontrasten, wat is het effect van het kleurgebruik op de foto etcetera)

11. Is er sprake van de illusie van beweging? Zo ja, geef hiervan een beschrijving.

12. De fotograaf heeft tijdens het maken van de foto met de camera een bepaald standpunt ingenomen (bijvoorbeeld van bovenaf, of juist erg laag of op ooghoogte) Van wat voor soort standpunt is hier sprake?

13. Een beeld is opgebouwd uit vormen. Die vormen krijgen vaak gestalte aan de hand van lijnen en vlakken. Soms zijn contouren (de omtrek van een vorm) duidelijk, maar soms zijn ze juist wat vager. Vormen kunnen geometrisch zijn of bijvoorbeeld meer organisch (meetbare vormen versus onregelmatige vormen, geïnspireerd op de natuur). Wat kun je vertellen over het gebruik van/de weergave van vorm in de foto?

14. Als we het over compositie hebben, bedoelen we de manier waarop alle beeldaspecten zijn geordend, of aanwezig zijn in het beeld. Dit noemen we ook wel vlakverdeling. De compositie kan beïnvloed worden door verschillende dingen; inzoomen, een close­up maken of uitzoomen. Er zijn ook verschillende soorten composities; horizontaalcompositie, verticaalcompositie, symmetrische compositie, centrale compositie, diagonale compositie etcetera. De werking van een compositie kan statisch zijn, maar ook dynamisch. Geef nu een beschrijving van de compositie van je foto. Verwerk daarin een aantal van bovenstaande begrippen.

Inhoud 15. De fotograaf stelt met zijn of haar foto een onderwerp aan de orde.

Waar zou deze foto over kunnen gaan? 16. De fotograaf kan ook een bepaalde visie hebben op een bepaald

onderwerp. Er zou sprake kunnen zijn van een ‘objectieve camera’ (het onderwerp is neutraal in beeld gebracht) of van een ‘subjectieve camera’ (de mening van de fotograaf is voelbaar). Wat is volgens jou de boodschap van de kunstenaar? Licht je antwoord toe.

17. Is de foto een natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid of is de foto bijvoorbeeld geïdealiseerd, geënsceneerd (iets vooraf in scène zetten) of gemanipuleerd? Zo ja, hoe zou de fotograaf dat dan gedaan hebben?

Functie 18. Een foto kan verschillende bedoelingen hebben, ofwel een bepaalde

functie. Hieronder staan een aantal mogelijkheden: Levensbeschouwelijk (religieus, protest, bewustwording), Esthetisch ((anti)­schoonheid, inleving, herkenning, vervreemding, confrontatie), Politiek ( status, huldiging, protest, bewustwording), Economisch (werk, reclame), Educatief (opvoedend, therapie, zelfreflectie, voorlichting, informatief), Vermaak (amusement, decoratie, expressie), L’art pour l’art (‘kunst om de kunst’ – het kunstwerk dient als onderzoek naar de kunst zelf. De foto verwijst uitsluitend naar zichzelf)

Wat is volgens jou de functie van deze foto? Kies uit bovenstaande mogelijkheden of geef een alternatief. Onderbouw je antwoord met voorbeelden!

19. Je hebt nu een flink aantal vragen over de foto beantwoord; ofwel geanalyseerd. Geef nu één reden waarom je deze foto als een vorm van kunst zou kunnen zien.

20. Geef ook één reden waarom je deze foto niet als kunst zou willen beschouwen.

BEOORDELINGSCRITERIA:

Goede verwerking van alle vragen in een lopend verhaal, aanwezigheid foto/afbeelding, correct Nederlands.

PO 2 (wk 47)

1. Ardennenreis In de week voor de Herfstvakantie gaan we naar de Ardennen. Tijdens deze reis ga je verschillende culturele activiteiten ondernemen. Daar hoort een opdracht bij. Deze is in samenwerking met de vakken Frans en Duits (als je deze volgt). Hier krijg je van te voren en tijdens de reis uitleg over de opdracht.

DEADLINE: in de les uitgeprint inleveren week 43

2. Recensie Film Een recensie is een (kritische) bespreking van een boek, film, videospel, toneelvoorstelling, muziekuitvoering of enige andere culturele uiting, veelal gepubliceerd in een krant of tijdschrift of op het internet. De persoon die een recensie schrijft, noemt men een recensent. Je schrijft het voor mensen die geïnformeerd willen worden over een filmstuk, omdat ze twijfelen wat ze moeten doen. Is de film waard om bekeken te worden? Je schrijft dus een recensie om potentiële bezoekers te informeren of een filmstuk de moeite waard is. Je adviseert de lezer en je geeft niet je eigen mening. Hoe moeilijk het ook is, er zit een groot verschil tussen adviseren en je mening delen. De één is objectief en de ander is persoonlijk. Om je te helpen bij het schrijven van een goede filmrecensie volg je de onderstaande stappenplan. DEADLINE: inleveren uitgeprint in de les en Magister voor eind week 45

STAPPEN:

1) Voorbereiding: Ga niet al informatie over de film zoeken voor je begint. Dit kan je eigen mening beïnvloeden. En besef dat ook al heb je geen vooronderzoek gedaan, je zult vast een mening hebben over de film. Schrijf deze van te voren op, want je mening kan aan het eind van de film aardig veranderd zijn.

2) Bezoek de filmshow/ Eerste indruk Deze stap schrijf je niet letterlijk in je recensie, maar de hoofdlijn in de analyse van het werk. Bedenk wat je van het filmstuk had verwacht voordat je ging en hoe je reageerde tijdens de voorstelling en hoe je weg ging na de show. Dit kan je later helpen met het opzetten van je recensie.

3) Schrijven van je recensie a. Algemeen

Maak de opbouw van je recensie: Passende titel, afbeelding van de film, de algemene informatie en de opbouw van je recensie: Algemene informatie, Introductie, Beschrijving, Analyse, Eindoordeel.

b. Beschrijf het filmstuk & geef achtergrond informatie Bij het schrijven begin je met een uiteenzetting van het verhaal van de film, maar doe dat kort. Geef de grote lijnen van de film weer en laat onbeduidende details achterwege. Omschrijf dus niet het hele verhaal, maar zorg dat de strekking duidelijk is. GEBRUIK FILM COMPENDIUM: onderstreep gebruikte woorden.

c. Analyseer de film Daarna ga je dieper in op de verschillende onderdelen van de film. Hierin laat je je mening naar voren komen, maar niet door ‘Ik vind…’, maar door bijvoorbeeld ‘Het verhaal was duidelijker geweest als de regisseur…’. Let hierbij op context, regisseur, verhaal, camerawerk en licht, acteerwerk, enscenering & decor,

kleding en attributen, geluid/muziek. Gebruik niet al deze punten, maar alleen die noemenswaardig zijn. Maak hier een doorlopend verhaal van. GEBRUIK FILM COMPENDIUM: onderstreep gebruikte woorden.

d. Geef een eindoordeel Tot slot bedenk je hoe je naar huis ging na het zien van het stuk. Ben je blij dat je bent gegaan en geef je vrienden en familie door ook te gaan? De waarom is dan al duidelijk geworden bij je eerste ingeving. Hier ga je dus na: Wat was het doel van het filmstuk? Is het behaald en zo ja hoe? (korte opsomming) Was het de moeite waard? GEBRUIK FILM COMPENDIUM: onderstreep gebruikte woorden.

4) Controleer je tekst Lees je tekst meerdere keren over en blijf eraan schaven tot het een leesbare, vlotte tekst is geworden. Let er ook op dat je tekst geen taal­ en spelfouten bevat. Dat maakt je als recensent meteen ongeloofwaardig. Controleer dat alles er inzit en dat het aan alle eisen voldoet. BEOORDELINGSCRITERIA: ­Algemeen: Times New Roman, Regelafstand 1, zonder extra witregels erboven of onder, lettertype 12, gebruik compendiumwoorden door ze onderstreept aan te geven, tijdig inleveren op Teletop. ­ Lengte 1 A4 → Ongeveer 4 a 5 alinea’s, ­ Titel, afbeelding, algemene informatie (titel, genre, duur, acteurs/actrices, regisseur), naam +klas, Introducerende/informerende tekst (dik gedrukt), je recensie en eindoordeel (originele manier). Gouden Regels ­ Vertel niet alles, maar enthousiasmeer de lezer. ­ niet ‘ik’ gebruiken. Blijf algemeen. ­ Geen koptitels. Opbouw van de tekst klopt en loopt goed door.

3. Korte film Deze opdracht is een groepsopdracht. Je werkt in een groepje van maximaal drie personen rondom het thema Vriendschap. Samen verzinnen jullie het verhaal, schrijf je het scenario en maak je de film. Denk hierbij aan wie acteert, wie filmt, zorg voor goede attributen, muziek, etc.. Het is de bedoeling dat iedereen zich evenveel inzet voor de Egotrailer.

DEADLINE: inleveren via Youtube link in Magister voor week 46. Week 47 worden de films in de les klassikaal beoordeeld.

STAPPEN: 1. Maak je groepje van maximaal 3 personen. Bespreek hoe je een korte film van rond de 5 minuten kan maken binnen het thema ‘ Vriendschap’. Zijn er verschillende ideeën over, probeer dan op basis van de argumenten een groepsthema te kiezen of probeer ze te combineren. Elk groepslid heeft een inbreng. Koppel deze aan de verhaallijnen en genres, welke in de les verder worden uitgelegd.

2. Voordat jullie verder aan de slag gaan is het handig om een goede taakverdeling te maken; wie kan er (inhoudelijk) goed en foutloos schrijven, wie is erg creatief en zit vol ideeën, wie kan er vlot en aardig tekenen?

3. Schrijf het gekozen thema uit in de vorm van een script en bedenk hoe het verhaal het beste in beeld vertaalt kan worden.

4. Maak ook een storyboard, waarin duidelijk wordt waar en hoe het verhaal in beeld gebracht moet worden, zie voorbeeld storyboard. De volgende fase is het daadwerkelijk maken van de film.

5. Volgende les moet je een camera bij je hebben. Je mobiel met camera, een camera van school (wel reserveren) of een eigen camera. Zorg dat het bestandstype wel gebruikt kan worden in het programma waarmee je gaat editen. Vergeet dat niet te noteren in je agenda. Let bij het filmen op belichting, camerawerk, geluid en het acteerwerk. Probeer een scene eens met verschillende manieren van belichten en met verschillende camerastandpunten. Denk aan de verplichte punten.

6. Voor het filmen zelf maak je een planning en laat je zien aan je docent.

7. Voor de editing kun je werken met Imovie (apple) of Moviemaker (windows). Let op titel, aftiteling, montage, geluid en lengte van de film.

Als je Egotrailer af is, zorg dan dat het op de goede manier is opgeslagen of geexporteerd. Zet het dan verborgen op Youtube en lever tijdig een linkje in op Magister in en controleer of het document werkt. Zo voorkom je problemen als de filmpjes klassikaal bekeken worden.

BEOORDELINGSCRITERIA:

CRITERIA / PUNTEN GOED 1 punt

VOLDOENDE 0.75 punt

MATIG 0.5 punt

SLECHT 0 punt

TECHNISCH GELUID

BELICHTING

CAMERAWERK

EDITING

LENGTE VAN DE FILM

TITEL EN AFTITELING

INHOUD VERHAAL LIJN

GENRE

ACTEERWERK

ORIGINALITEIT/ ALGEMENE INDRUK

TOTAAL

Groep 1:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 2:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 3:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 4:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 5:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 6:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 7:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 8:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep 9:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…………………………………… Groep10:…………………………………………………………………………………..Cijfer:…….……………………………

Aftekenkaart CKV activiteiten Trimester 1 NAAM:..................................................................... KLAS:.............. PO1 CIJFER: ­ Optische illusie ­ Zelfportret in beeld ­ Analyse foto

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

PO 2 CIJFER: ­ Ardennenboekje ­ Recensie Film ­ Korte film (groep)

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Inzet:............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... 1e Activiteit Activiteitenweek

Datum bezoek:.................... Bewijs:

Titel: paraaf docent: Dit vond ik er van ………………………………………………………………………………..………………

………………………………………………………………..………………………………

………………………………………………..………………………………………………

………………..………………………………………………………………………………

2e Activiteit Activiteitenweek

Datum bezoek:.................... Bewijs:

Titel: paraaf docent: Dit vond ik er van ………………………………………………………………………………..………………

………………………………………………………………..………………………………

………………………………………………..………………………………………………

………………………………..………………………………………………………………

3e Activiteit Trimester 1

Datum bezoek:....................(voor week 47) Bewijs:

Titel: paraaf docent:

Jaar Studiewijzer CKV HAVO Periode 1 Thema Met andere ogen Onderwerpen Media, film en fotografie Periode Week 34­47

Toetsing

PO1 o Analyse foto (th) o Zelfportret sfeerbeeld (beeldgedicht) (pr)

o Optische illusie (pr)

PO 2 o Recensie Film (th) o Korte film (pr) o Verslag Activiteit 1

aftekenen activiteiten

Inleveren Week 39 Week 35 Week 37 Week 39

Week 47 Week 43 Week 45 Week 47

Week 47

Periode 2 Thema Achter de schermen Onderwerpen Podiumkunst, literatuur Periode Week 48­11

Toetsing

PO3 o Zelfportret in woord (th)

o ME theater (pr) o Analyse toneelstuk (th)

PO 4

o Muziek column (th) o Presentatie ME theater (pr)

o Verslag activiteit 2

aftekenen activiteiten

Inleveren Week 03 Week 49 Week 51 Week 03

Week 11 Week 43 Week 45 Week 47

Week 47 Periode 3 Thema Beeldwijs Onderwerpen Beeldende en Toegepaste kunst Week 12­26

Toetsing

PO5 o Tableau Vivant (pr) o Analyse kunst (th) o Betoog controversiele kunst (th)

PO 6 o Zelfportret eind (pr) o Design presentaties (pr)

o Verslag activiteit 3

aftekenen activiteiten

Inleveren

Week 16 Week 13 Week 15 Week 16

Week 24 Week 20 Week 24 Week 22

Week 24