WEEK 12-26 Trimester 3 CKV HAVOckvbrokledehavo.weebly.com/uploads/2/4/8/3/... · CKV READER Deze...

24
1 CKV HAVO Trimester 3 WEEK 12-26 Je bent niet goed beeldwijs NAAM:............................................................................... KLAS: ...............................................................................

Transcript of WEEK 12-26 Trimester 3 CKV HAVOckvbrokledehavo.weebly.com/uploads/2/4/8/3/... · CKV READER Deze...

1

CKV HAVOTrimester 3

WEEK 12-26

Je bent niet goed beeldwijs

NAAM:...............................................................................

KLAS: ...............................................................................

2

Studiewijzer

Periode 3

Thema Beeldwijs en Interpreteren

KunstBeeldend en Toegepast

ToetsingPO5→ BEELDEND (20%) 4/21/2017

Tableau Vivant (pr) Analyse kunstwerk (th) Betoog controversiele

kunstenaar (th)

PO6→ BEELDEND (20%) 6/16/2017

Zelfportret eind (pr) Design product (pr) Verslag activiteit 3

Inleveren PO5→ BEELDEND (20%) 4/21/2017

Maandag 3 april 2017 Maandag 17 april 2017 Maandag 24 april 2017

PO6→ BEELDEND (20%) 6/16/2017

Maandag 22 mei 2017 Maandag 19 juni 2017 Maandag 5 juni 2017

WEEKSCHEMA12 THEMA: beeldend en

toegepastTrimester 3

13 DO: Tableau Vivant Pasen

1415 DO: Analyse kunstwerk16 PO5→ BEELDEND (20%) 4/21/2017

Analyse kunstwerk (th) Betoog controversiele kunstenaar

(th) Tableau Vivant (pr)

17 MEIVAKANTIE18 MEIVAKANTIE1920 DO: Zelfportret eindproduct Pinksteren

2122 DO: analyse/verslag tentoonstelling

(ACT)SE3 Week 4h

23 SE3 Week 4h

24 PO6→ BEELDEND (20%) 6/16/2017 Zelfportret eind (pr) Design product (pr) Verslag activiteit 3

25 Toetsweek

26 AFSLUITING CKV (PO’s 1-6 & Activiteiten 1-4 definitief)

Toetsweek, cijfers definitief

3

CKV READERDeze reader krijg je per trimester. Hierin maak je aantekeningen, uitwerkingen, opdrachten, activiteiten. Elke opdracht wordt in de reader omschreven en bevat een beoordelingsformulier. Voor meer achtergrondinformatie voor de opdrachten let je op in de les en stel jevragen en/of kijk je naar de website (ckvbrokledehavo.weebly.com). Bij verlies van het boekje, ben je zelf verantwoordelijk voor een nieuwe kopie.

CKV PROGRAMMA CKV is een vak dat je alleen in het vierde leerjaar krijgt. Het is een schoolexamenvak dat in één jaar afgesloten wordt. Het gemiddelde van je cijfers is je schoolexamencijfer. Dit moet voldoende zijn. Zowel je PO’s als je activiteiten.

CKV staat voor Culturele en Kunstzinnige Vorming. Dit jaar leer je dus de basis over Cultuur en Kunst. Het vak bestaat uit: theorielessen, praktijklessen en culturele activiteiten. Theorielessen zijn bedoeld om te informeren over verschillende uitingen van kunst en cultuur. Je ontwikkelt je eigen visie. Daarom verwachten we een actieve deelname in de klas. Tijdens praktijklessen werk je aan verwerkingsopdrachten. Ze resulteren in presentaties of werkstukken (filmpje, PowerPoint, product, zelfportret). Kunst en cultuur kun je niet uit je hoofd leren, je moet het meemaken.

Daarom onderneem je drie buitenschoolse activiteiten. Van al deze activiteiten zorg je voor bewijs van deelname (toegangsbewijs, foto’s) en een verslag. Deze laat je aftekenen per trimester achterin je reader door je docent.Doublanten volgen CKV weer gewoon opnieuw en leveren elke opdracht in (zie bij opdrachtomschrijving als er iets anders geldt voor jou). Alleen de vrije activiteit hoeft niet opnieuw gedaan te worden als CKV vorig jaar voldoende was afgetekend.

4

PO 5 (wk 16)A. Tableau Vivant (wk 13)

DE OPDRACHT

Maak een still (=stilstaand beeld) van een bekend kunstwerk. Het beeld moet zo veel mogelijk lijken op het originele beeld. Dus let op personen, attributen, kostuums, belichting, uitdrukking, sfeer. Je mag met Photoshop o.i.d. werken, maar dan wel je hele lichaam gebruiken, niet alleen maar koppen knippen en plakken.

Inleveren: via Magister (samen met het origineel en je naam)

Doe je het in groepsverband? Dat mag, maar lever individueel in voor eigen beoordeling.

BeoordelingspuntenHet tableau vivant lijkt op voorbeeld door:

1. Compositie en positie/ Totaal beeld2. Goede attributen & kleding3. Goede belichting & kleuren4. Overige details kloppen5. Originaliteit & complexiteit

5

PO 5 (wk 16)B. Analyse kunst (wk 15)

DE OPDRACHT

kies een kunstobject dat:+ je interesse heeft;+ waarbij je denkt dat het van sociaal, cultureel, historisch, of van politiek belang is; en waar je informatie over kunt vinden (vermeld de bronnen)

Je kunt aan alle visuele objecten denken, zoals:+bekende werken als die van Van Gogh, Andy Warhol;+minder bekend werk, als graffiti of een dagelijkse gebruiksvoorwerpen die op een bijzondere wijze zijn vormgegeven kan ook een auto zijn. We noemen dit product design.+reclames, als propaganda of politieke affiches of product reclames dat noemen we grafisch ontwerpen + drie dimensionale objecten, als installaties of beelden van beeldhouwers (Michelangelo) of + bijzondere interieurontwerpen , of een monument of architectuur; bijzondere gebouwen of landschaparchitectuur.

Belangrijk bij je keuze is dat het kunstobject gemaakt en bedacht is door mensen en niet gevormd is door de natuur.

Vraag je in je analyse af waarom jouw kunstobject is gemaakt en in hoeverre speelt de tijd waarin het object gemaakt is een een rol, dus bespreek de context van het objectDaar kom je achter door het volgende te onderzoeken:

Waarom: Wie is/was de maker van jou

kunstobject was het een persoon of groep of bedrijf.

6

Wat heeft de maker nog meer gemaakt. Voor wie heeft de maker het kunstobject gemaakt of wie vond het kunstobject

belangrijk of mooi. Wat weet je van de achtergrond van de maker denk aan opleiding, de

inspiratiebronnen, status (beroemd,belangrijk) en wat wilde de maker bereiken.

Wat Wat stelt het voor waar is het voor bestemt. Wat is de houding van de maker ten aanzien van het kunstobject wat wil hij zij

bereiken. Wat maakt het kunstobject speciaal of belangrijk en heeft het kunstobject

impact gehad. Waar is het kunstobject van gemaakt noem de materialen de kleuren, vormen

is er gebruik gemaakt van beelden, tekst, etc.

Waar Waar kun je het oorspronkelijke kunstwerk zien. Waar kun je het kunstobject eventueel in de toekomst zien is het iets wat blijft

of verdwijnt.

Wanneer Wanneer is het kunstobject gemaakt. Wat gebeurde er nog meer in de tijd dat het kunstobject is gemaakt en was

het object belangrijk in zijn tijd dus toonaangevend.

Waarom Waarom is het kunstobject gemaakt is dat uit: economische /maatschappelijke of met een eigen belangrijke boodschap. Hoe is het kunstobject ontvangen bij het publiek was er bewondering voor of juist veel kritiek op.

Wat is het belang van het kunstobject en waarom zouden we het moeten bewaren voor volgende generaties.

TenslotteDoor je onderzoek ben je inmiddels een expert.Ontwikkel een eigen mening over je gekozen kunstobject en overtuig een ander van het belang van jouw gekozen kunstobject. Dus vermijdt begrippen mooi of lelijk maar heb over de ware betekenis of functie.

7

8

Joanneke meester, Pistol, 2006

PO 5 (wk 16)C. Betoog Kunst (wk 16)

DE OPDRACHT

In een paar lessen schrijf je een betoog over het kunstwerk dat je van de docent krijgt in de les.

1. Zoek zoveel mogelijk informatie over het kunstwerk:a. Algemene informatie en beschrijving;b. Wat (denk jij dat) de kunstenaar wil vertellen (stelling/boodschap);

2. Wat is jouw interpretatie en meninga. Snap je de stelling van de kunstenaar (eens/oneens en onderbouw).

Lees het onderstaande om je op weg te helpen.

KIJKEN NAAR KUNST…ANALYSEKunst doet wat met je of je het wilt of niet. Weten wat het met je doet en dit in woorden om te zetten is moeilijker dan je denkt. Toch ga je dit proberen. Maar eerst wat meer informatie over hoe je naar kunst moet kijken en wat ‘controversiële’ kunst is. Daarna krijg je uitleg over de opdracht. KIJKEN NAAR KUNST…HOE DOE JE DAT?

Ook al weet je niet veel van een kunstwerk, toch kan kunst bedoeld of onbedoeld veel bij je losmaken. Om wat beter te begrijpen hoe je naar kunst moet kijken en te kunnen verwoorden wat kunst met je doet, kun je kunstwerken analyseren volgens de volgende afkorting: V.F.I. of ook wel Vorm, Functie, Inhoud. Elk beeld dat we zien en maken bestaat uit vorm, functie en inhoud: een vorm door mensen ontwikkelt noemen we een product. In dit geval een kunstwerk. Elk vorm heeft een functie, een doel, een bedoeling. Elke vorm heeft een inhoud: het roept emotie op, vertelt een verhaal. Het communiceert en ontlokt een reactie. Aan de hand van het onderstaande kunstwerk worden de V.F.I. uitgelegd.

1 VORM De vorm is het beeld, zoals het zich aan je voordoet. Het product. Hier is het de bedoeling dat je alleen omschrijft wat je ziet, niet wat je over het kunstwerk weet.De vraag die je je hier moet stellen is: Wat zie ik?Als voorbeeld die je in de afbeelding ziet: een

9

pistooltje gemaakt van huid. Het is maar een paar centimeter groot, aan elkaar genaaid van mensenhuid en gevuld met stof.

2 FUNCTIE Functie = taak, de werking van de vorm. De werking van een vorm staat in relatie met het doel, de bedoeling of de doelgroep van de vorm. Waarom is het gemaakt. Alles wat door mensen is gemaakt, is een poging om een probleem op te lossen of aan de kaak te stellen. Nieuwe kennis, vaardigheid en inzicht beïnvloeden dit proces. Daarom zijn de oplossingen plaats- en tijdgebonden. Je moet het dus in de goede context plaatsen. De vraag die je jezelf hier moet stellen is: Waarom is het gemaakt? En waarom op dat moment?Aan de hand van het voorbeeld. Het kunstwerk is gemaakt door Joanneke Meester. Een Nederlandse kunstenares, die kritiek heeft op het geweld en ideaalbeeld van vandaag de dag. Ze wist dat het een reactie zou ontlokken als ze kunst uit haar eigen lichaam. Zelf vindt ze dit niet het ergste wat er in de wereld gebeurd en juist daarom heeft ze dit gedaan.

3 INHOUD Elk beeld heeft een inhoud. Het roept een emotie op, vertelt een verhaal. De inhoud van een beeld kan door de zender en de ontvanger op een andere manier worden “verstaan”. Elk beeldverhaal is subjectief en plaats en tijdgebonden. Iedereen verstaat de inhoud van een beeld vanuit het eigen referentiekader. In een bepaalde tijd of groep of op een bepaalde plaats kan een gemeenschappelijke beeldtaal bestaan. De vraag die je jezelf hier moet stellen is: Wat vind ik er van?Bij het voorbeeld wordt er hier dus omschreven wat het met je doet. Het pistooltje is gemaakt van de huid van de kunstenares. Ze heeft een stuk huid uit haar onderbuik gesneden en dit tot een pistool genaaid, met naald en draad. Wat doet dit met je? Denk je er anders over nu je weet waarom de kunstenaar het heeft gemaakt?

DE ONDERWERPENMet wat meer kennis hoe te kijken naar kunst en in specifiek moderne en controversiële kunst, is het nu aan jou om te vertellen wat het gekozen kunstwerk met jou doet. Kies een moderne en/of controversiële kunstenaar uit de onderstaande lijst. Zoek een kunstwerk van de gekozen persoon uit die jou positief of negatief aanspreekt. Een kunstwerk wat je ‘te erg voor woorden’ vind is ook goed, zolang je wat over het kunstwerk kan zeggen. Allereerst zorg je voor een afbeelding en wat achtergrond informatie over het werk, zoals naam kunstenaar, titel werk, datum vervaardiging, afmeting, materiaal, hoorde het bij een tentoonstelling? Daarna werk je volgens de V.F.I.: wat zie ik, waarom is het gemaakt, wat vind ik er van of wat vindt men er van (zoek meningen van anderen)?De vorm waarin je deze informatie brengt is presentatie. Het uiteindelijke doel is in vijf tot tien minuten uit te leggen wat de boodschap van de kunstenaar is. Kun je je hier in vinden of juist helemaal niet. Gebruik zo veel mogelijk overtuigende argumenten. (Argument: wat men zegt om iets aan te tonen; bewijsgrond) Dus niet: ‘Ik vind het mooi, omdat het mooi is’, maar meer van ‘Het werk spreekt mij aan, omdat ik het eens ben met de visie van de kunstenaar, waarin er te veel geweld

10

wordt gebruikt…’.

Controversiële & Moderne Kunstenaars1. David la Chapelle2. Tinkebell3. Damien Hirst4. Joanneke Meester5. Christo 6. Marcel Duchamp 7. Salvador Dali 8. Andy Warhol9. Piet Mondriaan10. Maurizio Cattelan 11. Keith Haring12. Donald Judd 13. Jackson Pollock 14. Bruce Nauman 15. Jeff Koons 16. Claes Oldenburg17. Paul McCarthy18. Andres Serrano19. Angela Singer20. Banksy21. David Cerny22. Erik Ravelo23. Andy Warholl24. Wim Delvoye25. Santiago Sierra26. Marina Abramovic27. Georgia O’Keeffe28. Frida Kahlo29. Matthew Barney30. Jean-Michel Basquiat

Je mag ook kiezen uit een andere lijst, of zelf één voordragen. Bespreek het echter wel met je docent.

11

PO 6 (wk 24)A. Zelfportret Eind (wk 20)

Wie ben je? En hoe ben je zo geworden? Je jeugd en je herinneringen vormen je identiteit.Denk eens terug aan je jeugd. Hoe zag die eruit? Wat was leuk en wat was minder leuk? Hoe ben je beïnvloed door je jeugd en je ervaringen?

Om je hierbij te helpen ga je als start opdracht een foto uit je jeugd zoeken en deze proberen na te maken. Wat representeert deze foto voor jou? Welke gedachte of herinnering komt er bij je naar boven?

Lever de foto, met naam en klas en origineel, in tijdens de les.

12

PO 6 (wk 24)B. Design presentatie (wk 24)

Je kiest voor het maken van een product, namelijk een mode accessoire. Hierbij kun je denken aan: Tassen, sieraden, hoeden,Bij het ontwerp neem je bestaande mode accessoires of andere bestaande producten die je duidelijk veranderd naar een exclusief stijlvol nieuw trendy product. Begin met het bepalen wat je gaat maken en voor welke doelgroep. Minimaal 5 schetsen van verschillende benaderingen .Meenemen bestaande producten die je gaat veranderen conform de uitgangspunten van je schetsen. Let hierbij op dat je alles in een boodschappen tas moet kunnen en wat je bewaard in je kluisje.

A.Maken van Kunst….Het product

Je ontwerpt vanuit een bestaand product een eigen product, max. 2 personen

ONTWERPJe gaat een product ontwerpen waarbij je uitgaat van een bestaand product. Kies daarbij je eigen materiaal waarmee je het bestaande product gaat omtoveren tot een nieuw product. Het materiaal en het product dat je gaat gebruiken moet je mee nemen naar de praktijkles. Heb je dit niet bij je dan ga je gewoon ook met papier en karton aan de slag.Onderzoek de mogelijkheden van het meegenomen product, hoe ga je het veranderen? Krijgt het een andere functie of een andere vorm. Bedenk goed welk materiaal je wilt gebruiken om je bestaande product te veranderen. Oefen met je materiaal door middel van ruimtelijke schetsen, oftewel, je begint direct met knippen, plakken, snijden, vouwen, stapelen, samenvoegen enz. Je maakt kleine modelletjes en fotografeert die van verschillende zijden. Voor je uit staren is uit den boze, het gaat om actie /reactie. Maak het ontwerp niet in je hoofd. Soms heb je vrij snel een vorm die gaat richting een eindresultaat. Dan zullen de schetsen met name gaan over exacte afmetingen en verfijning. Wees innovatief en creatief. De onderzoekfase is een belangrijk bestanddeel van je beoordeling. Je maakt foto’s van al je schetsen en maakt hier een mooie, duidelijke presentatie van, die je voorziet van commentaar (waarin je uitlegt waarop je bepaalde stappen genomen hebt).Je eindproduct is een prototype van een kant en klaar product en geeft daarmee een goed beeld van wat het product behelsd.

MoodboardMaak een moodboard (collage) met beelden uit de massacultuur (reclame uitingen, beeldmerken, iconen) die bij jullie

13

product en doelgroep horen. Je kunt ze vinden in tijdschriften, kranten op internet etc.Thema’s die je voor je moodboard kunt gebruiken zijn bijvoorbeeld; een droom, een ideaal, een reis, een stemming. Je moodboard gebruik je ter inspiratie.

PortfolioHet Porfolio maak je op de helft van een omgevouwen A2 formaat. Het wordt het dossier (bewaarmap) van al schetsen, krabbels, tekeningen, omschrijvingen enz..

UITVOERINGOp het moment dat je denkt klaar te zijn met je ontwerp en je kan een serie laten zien, beslis je samen met je docent welk ontwerp uitgewerkt zal worden naar een prototype. Dit prototype kan nog wel afwijken van de schets maar is in hoofdlijnen bepaalt.Je kijkt vanaf dan ook goed naar de toepasbaarheid en afmetingen. Uiteindelijk gaat het erom dat je een volledig product kan laten zien dat werkt. Het materiaal dat je gebruikt wordt niet geschilderd! De eventuele kleuren of teksten die je ziet zullen dus uitgezocht moeten worden.

PresentatieIn de laatste lessen presenteer je het product voor de klas. Via een presentatie, ondersteund door powerpoint of prezi, Als groepje licht je toe wat jullie ontwerp is geworden, hoe jullie tot dat ontwerp zijn gekomen, waarom je daarvoor hebt gekozen en wat er zo goed/uniek/speciaal/o.i.d. aan jullie ontwerp is. Voeg de moodboard, onderzoek & ontwerpschetsen, prototypes, eindproduct, overige informatie in de presentatie samen.

BEOORDELINGDe uiteindelijke beoordeling hangt af van een paar punten. Je wordt beoordeeld op de ontwikkeling van het product en het eindresultaat. Het is onmogelijk dat je in één keer tot je uiteindelijke product bent gekomen. Laat dit proces dan ook zien (gooi dus niets weg). In je presentatie laat je het onderzoek uiteindelijk in de vorm van een moodboard, degelijke schetsen, foto’s van je ruimtelijke schetsen (die van goede kwaliteit zijn en duidelijk het vormonderzoek laten zien). Verder wordt je beoordeelt op de presentatie. Is via de presentatie de ontwikkeling naar het eindproduct duidelijk geworden en wordt het eindproduct goed gepresenteerd? Tot slot is het eindresultaat ook van belang. Hierbij wordt gekeken naar de vorm, de functie, de originaliteit en hoe je product gemaakt is (handig als deze niet uit elkaar valt bij eerste aanraking, de lijmresten je niet voor eeuwig verbinden aan het ontwerp of uitstekende zaken zorgen voor een slagaderlijke bloeding). Vergeet niet dat algemene inzet te allen tijde wordt meegenomen in de beoordeling.

14

B. Maken van Kunst….De Reclame

Je maakt een reclame campagne. Dit kan in de vorm van een commercial of een grafische vorm, folder, advertentie, poster e.d. In de les kun je door pure willekeur een product en een doelgroep toegewezen krijgen of je komt zelf met een geweldig idee! In groepjes van 2 ga je hiermee aan de slag. Allereerst worden de twee woorden op een vel papier geschreven en schrijf je bij elk woord zaken die je direct te binnen schieten. Geef elkaar de ruimte dit te doen, vrijwel elke kronkel kan leiden tot een vernieuwend idee. Koppel woorden aan elkaar die in eerste instantie wellicht niet bij elkaar lijken te horen en probeer van daaruit een reclame uiting te verzinnen. Wanneer je een goed idee hebt ga je deze verder uitwerken.

In reclames wordt een boodschap verteld in ongeveer 30 seconden. Dit betekend dat er zorgvuldige keuzes gemaakt moeten worden. Geluid (stemmen, muziek) en beeld ondersteunen elkaar. Bedenk dat een beeld van stoere mannen en de muziek van K3 iets anders doet dan hetzelfde beeld met Rammstein eronder.

Ook voor de grafische vorm geldt dat er duidelijke keuzes gemaakt moeten worden. Welk lettertype kies je welke kleuren gebruik je, wat wordt de tekst enz. Het spreekt voor zich dat schrijffouten in reclame echt niet kunnen, of wel? Een reclame over het belang van een scholing zou wellicht kracht kunnen worden bijgezet met een tekst vol fouten.

PRESENTATIE/INLEVEREN RECLAMELet bij het inleveren van de opdracht dat je naast je reclame de volgende zaken verhelderd.

Productomschrijving en doelgroepHierbij omschrijf je het product en de toegewezen doelgroep. In je profielomschrijving zet je voor welk soort mensen jullie product is bedacht. Schrijf dit zo uitvoerig mogelijk op. Hoe oud zijn ze, naar welk soort televisieprogramma’s kijken ze, wat verdienen ze, zijn het trendsetters of –volgers, hoe zit hun huis er uit, wat voor werk hebben ze en wat eten ze. Oftewel; waar moet je als reclameontwerper allemaal rekening mee houden om te zorgen dat de reclame het product aan de toegewezen doelgroep verkoopt.

15

PO 6 (wk 24)C. Verslag activiteit (wk 22)

KIJKEN NAAR KUNST…DE RECENSIE

Een recensie is een bespreking van een kunstwerk, waarin de lezer geïnformeerd kan worden over de kunst. Je schrijft het voor mensen die geïnformeerd willen worden over een onderwerp, omdat ze twijfelen wat ze moeten doen. Is het waard om te gaan? Je adviseert de lezer en probeert zo objectief mogelijk te zijn.

HOE SCHRIJF JE DE RECENSIE● Voorbereiding: Ga niet al informatie over de tentoonstelling zoeken voor je begint. Dit kan je eigen mening beïnvloeden.● Bezoek de Tentoonstelling/ Eerste indruk

o Deze stap schrijf je niet letterlijk in je recensie, maar de hoofdlijn in de analyse van het werk.

o Bedenk wat je van het kunstwerk had verwacht voordat je ging en hoe je reageerde toen je het zag en hoe je weg ging na de tentoonstelling. Dit kan je later helpen met het opzetten van je recensie.

● Schrijven van je recensieo Algemeen: Maak de opbouw van je recensie:

Passende titel, afbeelding van de kunst, de algemene informatie en de opbouw van je recensie: Algemene informatie, Introductie, Beschrijving, Analyse, Eindoordeel. o Geef achtergrond informatie: Vertel in beknopte bewoordingen over de tentoonstelling of de kunstenaar. Wat is boeiend of interessant.o Analyse: V.F.I.

▪ VORM:● Waarmee is het gemaakt: Materiaal● Bespreek de belangrijkste Beeldende Aspecten die op het

werk van toepassing zijn:● Licht (soort, richting, gevolg), Kleur (soort, contrast, gevolg),

Ruimte (soort, suggestie, gevolg), Vorm (soort, gevolg), Compositie (soort, gevolg)

▪ FUNCTIE:● Met welk doel is het kunstwerk gemaakt? Dus combineer wat

de kunstenaar wil vertellen en plaatst dat binnen de context (onderwerp, tijd en plaats)

▪ INHOUD: _● Voorstelling: Waar gaat het werk over? (Voorstelling, verhaal,

onderwerp, thema, sfeer, kunstwerk zelf, titel)● Wat heeft de kunstenaar daarover te vertellen? (Boodschap,

visie)

16

● Geef een eindoordeel: Tot slot geef je je eigen mening over het werk. Dit houdt in dat je met heldere argumenten je mening over het werk uiteenzet. Je sluit dan dus af met of het de moeite waard was?

● Controleer je tekst: Lees je tekst meerdere keren en blijf eraan schaven tot het een leesbare, vlotte tekst is geworden. Let er ook op dat je tekst geen taal- en spelfouten bevat.

● Dat maakt je als recensent meteen ongeloofwaardig. Controleer dat alles er inzit en dat het aan alle eisen voldoet.

17

18

BEELDENDE KUNST COMPENDIUMAAbstract: Non-figuratief, zonder herkenbare voorstelling.Abstraheren: Van een herkenbaar beeld een minder herkenbaar of zelfs

een non-figuratief beeld maken; het is ook mogelijk van beeldende aspecten zoals vorm, kleur, ruimte en licht te abstraheren.

Acrylverf Verf op kunstmatige basisAffiche Aanplakbiljet waarop boodschappen bekend worden gemaakt.Allegorie 1. In literatuur: lang volgehouden metafoor of personificatie;

2. In beeldende kunst: metaforen die samen vorm geven aan één begrip of gedachte.

Anti-kunst Kunstrichting die tegen de traditionele kunstopvattingen ingaat.

Aquarel Transparante waterverf; Schilderstuk dat met aquarel gemaakt is.

Archeologie Wetenschap van oude culturen, gebaseerd op bodemvondsten en opgravingen.

Archetype Oerbeeld, symbolische voorstelling die in het onderbewustzijn van alle mensen aanwezig is. Een archetype is bijvoorbeeld de clown.

Artefact Door mensen gemaakt voorwerp, werktuig of kunstwerk.Assemblage Techniek waarbij losse materialen en elementen –vaak afval

en gevonden voorwerpen- worden samengevoegd en verwerkt tot een kunstwerk.

Associëren In verband brengen met.Avantgarde Groep van vernieuwende kunstenaars.BBeeldelementen Elementen waaruit een kunstwerk is opgebouwd.Beeldende middelen Materialen en technieken, die gebruikt worden bij het

vormgeven van beeldend werk.Beeldhouwen Vervaardigen van driedimensionale beelden door materiaal

weg te nemen uit een stuk steen of hout.Boetseren Een model of beeld maken met kneedbare stof, vaak klei.CCartoon SpotprentChromatiek 1. Kleurenleer.

2. Opeenvolging van halve toonsafstandenClair-obscur Manier van schilderen waarbij vooral met licht- en

donkereffecten wordt gewerkt.Collage Tweedimensionale compositie van opgeplakte materialen,

zoals papier of textiel.Complementaire kleuren

Kleuren die elkaar versterken als ze naast elkaar worden gebruikt.

Complementair Contrastwerking door complementaire kleuren naast elkaar te

19

contrast gebruiken.Compositie De ordening van diverse delen tot een geheel. Het gaat om

het complete beeld van wat er te zien is, de totale vormgeving van het beeld. Het geheel moet bij elkaar passen en kloppen.

Constructie De manier waarop iets in elkaar zit.Context Het geheel waarin een onderdeel geplaatst is, de samenhang.Contour Omtrek of lijn die de omtrek aangeeft.Contrast Tegenstelling.Controverse Strijdpunt door opvattingen die met elkaar botsen.Conventies Traditionele opvattingen en afspraken.Curator Beheerder van een collectie.DDecoratie Versiering.Design 1. Vormgeving;

2. Exclusief gebruiksvoorwerp.Diepdruk Drukmethode waarbij de voorstelling in een drukplaat is geëtst

of gegraveerd, zodat de inkt in de groeven hecht en het gladde oppervlak vrij blijft.

Dynamiek 1. De klanksterkte van muziek. De verschillende sterktes worden als volgt benoemd: zeer zacht = pianissimo, zacht = piano, matig zacht = mezzo piano of mezzo forte, sterk = forte, zeer sterk = fortissimo; 2. Vaart, veel beweging; 3. De suggestie van beweging in twee- en driedimensionale kunstwerken.

E Eclecticisme Stijl waarbij elementen uit oudere stijlen worden gebruikt.Egomanie Bezetenheid van jezelf.Emblemata Metaforische voorstellingen met moraliserende bijschriften of

een motto.Esthetiek Leer die de schoonheid bestudeert.Esthetisch Mooi, volgens de schoonheidsleer.Ets Afdruk van een gegraveerde plaat; de voorstelling is met een

naald op een met was of hars bedekte plaat gekrast en daarna met zuur uitgebeten.

Expositie 1. Tentoonstelling in een galerie of museum; 2. In de muziek is het een begrip uitde fuga- en sonatecompositie. De expositie is het gedeelte waarin het thema (of de thema’s) voor het eerst voorkomt.

Ex-libris Eigendomsmerk in de vorm van een tekening, prentje of houtsnede voorin een boek.

FFiguratief Met een herkenbare voorstelling.Fotomontage Collage waarin foto’s of fotofragmenten gebruikt zijn.Functioneel Geschikt voor een bepaalde taak of functie.GGenre 1. Term die een stijl aangeeft, bijvoorbeeld in de muziek het

20

populaire en het klassieke genre;2. In de literatuur zijn er drie hoofdgenres: epiek, dramatiek en lyriek.

Genrestuk Schilderij dat een gebeurtenis uit het dagelijks leven laat zien.Geometrisch Meetkundig.Gietijzer IJzer dat gegoten is in mallen. In de 19e eeuw veel toegepast

als bouwmateriaal. Tegenwoordig ook verwerkt in gebruiksvoorwerpen en machines.

Gouache 1. Dekkende waterverf; 2. Schilderstuk dat met gouache gemaakt is.

Graffiti Opschriften en tekeningen op openbare plaatsen, meestal aangebracht met spuitbussen en stiften.

Grafiek Verzamelnaam voor kunst die met druk vermenigvuldigd wordt; voorbeelden zijn etsen, houtsnedes, kopergravures en lithogravures.

Gravure Diepdruk, uitgesneden lijnen in een metalen plaat.H Haute-couture Het ontwerpen en maken van exclusieve, modieuze kleding

door ontwerpers uit het officiële modecircuit.I Iconoclast Kunstvernieler.Iconografie Wetenschap die de voorstellingen van kunstwerken beschrijft.Iconologie Wetenschap die de betekenis van voorstellingen in

kunstvoorwerpen verklaart.Ideografie Beeldschrift.Imitatie 1. Het nadoen van een ander;

2. Het zonder toestemming namaken van origineel werk.Improviseren Zonder vooraf gaande aanwijzingen iets creëren, bijvoorbeeld

muziek, dans, theater of film.Industriële vormgeving Vormgeving van voorwerpen die in serie gemaakt worden.Installatie Ruimtelijk kunstwerk dat is opgebouwd uit diverse elementen.Interpretatie 1. De manier waarop het publiek een kunstwerk begrijpt;

2. De manier waarop een artiest een kunstwerk, zoals een choreografie of een muziekstuk, vertolkt.

K Kadreren Dat wat je wilt fotograferen of filmen binnen het vizier of de

zoeker brengen, selecteren van het beeld. De kadrering is afhankelijk van de beelduitsnede; het bepaalt de grenzen van het beeld.

Karikatuur Tekening of beschrijving waarin een persoon of zaak door komische overdrijving wordt getypeerd.

Keramiek Gebruiksvoorwerpen en vrije vormen gemaakt van klei en later op hoge temperatuur gebakken.

Kikvorsperspectief Laag standpunt van waaruit de kijker een situatie of object als een kikvors bekijkt.

Kitsch Werk dat vals sentiment presenteert en qua inhoud en/of vormgeving niet op vernieuwing gericht is.

21

Kleurcontrast Tegengestelde kleuren.Kleur tegen kleur contrast

Contrastwerking die ontstaat als zuivere kleuren naast elkaar gebruikt worden.

Koud-warm contrast Tegenstelling van warme en koude kleuren.Kwaliteitscontrast Tegenstelling van heldere en gedekte kleuren.Kwantiteitscontrast Tegenstelling tussen kleurvlakken van verschillende grootte.L Lay-out Opmaak van drukwerk, waarin onder meer de keuze is

vastgelegd van de lettertypes, de indeling van de tekst, de plaatsing en grootte van het beeldmateriaal en de bladspiegel.

Licht-donker contrast Contrastwerking door het gebruik van verschillende lichtgradaties en toonwaarden.

MMecenas Welgesteld iemand die kunstenaars financieel steunt,

kunstbeschermer.Minimal art Stroming in de beeldende kunst waarin het onderzoek naar

vorm en ruimtewerking voorop staat.Monument 1. Gedenkteken dat bedoeld is om de herinnering aan een

persoon of gebeurtenis te bewaren; 2.Bouwwerk dat beschermd wordt vanwege zijn schoonheid of historische waarde.

Monumentaal Groots, indrukwekkend.Motief 1. Element dat door herhaling betekenis krijgt;

2. In textiel: dessin, patroon; 3. In muziek: melodisch of ritmisch element dat als bouwsteen van een compositie gebruikt wordt.

Museum Gebouw waarin kunstwerken worden bewaard, bestudeerd en tentoongesteld.

Mythologie Verzamelterm voor volksverhalen over de godenwereld, gebeurtenissen in de oertijd en het ontstaan van de wereld.

N Narratief Verhalend.Non-figuratief Abstract.O Object In de kunsthandel: waardevol voorwerp of kunstvoorwerp.Ooghoogteperspectief Standpunt van waaruit de kijker een situatie of object bekijkt

zonder de blik naar boven of beneden te richten.Optische kleurmenging 1. Licht mengen door licht van verschillende golflengtes over

elkaar te projecteren; 2. Het naast elkaar zetten van duidelijk onderscheiden kleurstippen die door het oog worden gemengd.

Organische vorm Vorm die gebaseerd is op planten, dieren of mensen.Ornament Versiersel.PPassie 1. Het lijdensverhaal van Christus;

2. hartstocht.Performance Voorstelling waarin een kunstenaar zijn eigen lichaam als

22

materiaal gebruikt om een idee te verbeelden.Personificatie Persoonsverbeelding, levenloze dingen en begrippen als een

persoon voorstellen op grond van een overeenkomst.Perspectief 1. Plaats van waaruit een object bekeken of in beeld gebracht

wordt; onderscheiden worden het vogelvluchtperspectief, kikvorsperspectief en ooghoogteperspectief ; zie daar; 2. In literatuur: personage van waaruit een verhaal verteld wordt. Het perspectief kan bij een ik-, jij- of hij-verteller en bij een alwetende verteller liggen; 3. In beeldende kunst: verzamelterm voor vormen van ruimtesuggestie: atmosferisch perspectief, kleurperspectief en lijnperspectief.

Pictogram Eenvoudige, gestileerde afbeelding die een verbod, aanwijzing of inlichting geeft; een voorbeeld van een pictogram is een verkeersbord.

Pigment Natuurlijke kleurstof.Plastisch Met de eigenschap om aan iets een gedaante of vorm te

kunnen geven. Plastische kunsten zijn bijvoorbeeld boetseren en beeldhouwen.

Primaire kleuren Kleuren waaruit alle andere kleuren kunnen worden gemengd: geel, rood en blauw. Deze kleuren zijn zelf niet door menging te maken.

RReady-made Alledaags voorwerp dat, doordat het in een bepaalde

omgeving wordt tentoongesteld –denk aan een museum of galerie -, beschouwd wordt als een kunstvoorwerp.

Replica Kopie van een kunstwerk, bouwwerk of object.S Sarcofaag Doodskist.Sculptuur Ruimtelijk beeld.Secundaire kleuren Kleuren die gemengd zijn uit twee primaire kleuren.Simultaan contrast Wisselwerking tussen complementaire kleuren; de indruk die

een kleur wekt wordt bepaald door de kleuren in zijn omgeving. Zo oogt bruin anders op paars dan op groen.

Skeletbouw Constructiemethode waarbij het bouwwerk gedragen wordt door een skelet.

Sokkel Voetstuk onder een beeld.Statisch Bewegingloos.Stereotiep Onveranderlijk, met steeds dezelfde karakterisering.Stijl Kenmerken van een bepaalde stroming of periode in de kunst,

soms de kenmerken van een bepaalde kunstenaar.Stileren Vereenvoudigen tot een karakteristieke vorm.Stofuitdrukking Imitatie van een bepaald materiaal, vaak geschilderd.Strip Beeldverhaal.Structuur Manier waarop iets is opgebouwd.Symbool 1. Verbeelding van een idee door een teken, metafoor;

2. Verbeelding van woorden, klanken, tekens en letters.

23

Synthetisch Op kunstmatige wijze vervaardigde verf; van kunststof.Synchroon Gelijktijdig.TTertiaire kleuren Kleuren die ontstaan door menging van secundaire kleuren:

oranje, groen of paars.Textuur Eén van de beeldende aspecten: de zichtbare en voelbare

aard van de oppervlakte of huid van een weefsel, tekening, beeld, schilderij enzovoorts.

Thema 1. De samenvatting van een verhaal in een of enkele zinnen; 2. De gedachte achter een kunstwerk; 3. Melodische zin(nen) die de basis van een compositie vormt.

Typografie Alles wat met de vormgeving van teksten te maken heeft.V Vernissage Bezoek van genodigden aan de opening van een

tentoonstelling.Videokunst Kunstvorm waarin video wordt gebruikt als beeldend

materiaal.Visueel Betreft het zien.Vogelvluchtperspectief Hoog standpunt van waaruit de kijker een situatie of object

bekijkt.Z Zeefdruk Grafische techniek waarbij drukinkt door een met textiel

bespannen raamwerk wordt geperst.

24

AftekenkaartCKV activiteiten

Trimester 3

Naam: klas:

Activiteit museumbezoek Dit vond ik er vanTitel:paraaf docent:

Activiteit vrij (cultureel & kunstzinnig) Dit vond ik er vanTitel:paraaf docent: