Chiasmen
-
Upload
michel-pauw -
Category
Documents
-
view
214 -
download
0
description
Transcript of Chiasmen
Chiasmen in Johannes 1:1-18 Michel Pauw – december 2011
Chiasmen worden in de Griekse literatuur vaak gebruikt als stijlfiguur. Naast het feit dat het een fraaie manier van
formuleren is, wil de schrijver er meestal ook iets mee zeggen: datgene wat in het centrum van het chiasme staat,
is waar het allemaal om draait. Ofwel: op het centrum ligt de focus. Als je het je grafisch voorstelt, zie je het
duidelijkst gebeuren wat de schrijver beoogt: alle aandacht wordt naar het midden, het centrum getrokken.
Chiasmen in Joh. 1:1-2
In het centrum van de twee kleine chiasmen staat telkens de Logos, het Woord, centraal. In het grotere chiasme
staat evenwel God centraal. Op deze manier laat Johannes heel subtiel zien dat de Logos waar hij over schrijft,
voor hem dezelfde is als God Zelf!
ejn ajrch/: A in (het) begin
h\n B was
oJ lovgoV oJ lovgoV oJ lovgoV oJ lovgoV C het Woord
kai; oJ lovgoV kai; oJ lovgoV kai; oJ lovgoV kai; oJ lovgoV C’ en het Woord
h\n B’ was
pro;V to;n qeovn A’ bij God
kai; qeo;V A en God
h\n B was
oJ lovgoVoJ lovgoVoJ lovgoVoJ lovgoV C het Woord;
ou|toVou|toVou|toVou|toV C’ dit (Woord)
h\n B’ was
ejn ajrch:/ pro;V to;n qeovn A’ in het begin bij God
ejn ajrch/: A in (het) begin
h\n B was
oJ lovgoV C het Woord
kai; oJ lovgoV D en het Woord
h\n E was
pro;V to;n qeovnpro;V to;n qeovnpro;V to;n qeovnpro;V to;n qeovn F bij God
kai; qeo;Vkai; qeo;Vkai; qeo;Vkai; qeo;V F’ en God
h\n E’ was
oJ lovgoV D’ het Woord;
ou|toV C’ dit (Woord)
h\n B’ was
ejn ajrch:/ pro;V to;n qeovn A’ in (het) begin bij God
Chiasmen in Joh. 1:1-18
Ook op een wat hoger niveau is er een chiasme te ontdekken in de opbouw van Johannes’ proloog. Als je kijkt op
wie in de afzonderlijke verzen telkens de focus ligt, zien we dat Johannes in de eeuwigheid bij God begint en ook
weer bij God eindigt. Tegelijk zien we dat het vooral Christus is die hier centraal staat, omdat de meeste verzen
aan Hem zijn gewijd. En in de laatste plaats zien we aan dit chiasme waar het Johannes in zijn evangelie om te
doen is geweest, nl. om de vraag: geloof jij deze Christus. Deze vraag loopt als een rode draad door Johannes
heen: bijna elke gebeurtenis of redevoering van Jezus wordt door Johannes afgesloten met een korte mededeling
over het effect van deze gebeurtenis of van deze woorden: óf men geloofde, óf men geloofde niet.
Deze rode draad kondigt Johannes middels onderstaand chiasme aan: in het centrum van het chiasme gaat het
precies om ongeloof en geloof! En voor het geval dit je was ontgaan, vat hij het ook nog eens voor ons samen in
Joh. 20:30-31: Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet
beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God,
en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.
In het centrum van de twee kleine chiasmen staat telkens de Logos, het Woord, centraal. In het grotere chiasme
staat evenwel God centraal. Op deze manier laat Johannes heel subtiel zien dat de Logos waar hij over schrijft,
voor hem dezelfde is als God Zelf!
A vs. 1: God
B vs. 1-5: Christus
C vs. 6-8: Johannes
D vs. 9: Christus
E vs. 10-11: ongeloof
E’ vs. 12-13: geloof
D’ vs. 14: Christus
C’ vs. 15: Johannes
B’ vs. 16-17: Christus
A’ vs. 18: God