Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind...

39
Samenvatting Van alles wat mee nemen 1. Diversiteit openbaart raakvlakken 1.2 Beeldvorming en vooroordelen Als het gaat om het samenleven al allochtonen en autochtonen, zijn we veelal geneigd meer naar de verschillen dan naar de overeenkomsten te kijken. Vooroordelen kunnen betrekking hebben op specifieke kenmerken van uiteenlopende groepen en zijn gebaseerd op generalisaties: op basis van een enkele ervaring met één of meer personen uit een bepaalde groep vormt iemand zich een vooroordeel over de hele groep. De kans op het ontstaan van vooroordelen vermindert als er aandacht wordt besteed aan de overeenkomsten tussen groepen en als ook de verschillen bínnen de groep zichtbaar worden gemaakt. 1.3 Diversiteit in Nederland De komst van diverse etnische en culturele groeperingen naar Nederland is geen recent verschijnsel. De handel, de havens en de relatief centrale ligging in Europa maken Nederland al eeuwenlang tot een betrekkelijk open land. Na de Tweede Wereldoorlog -en vooral na 1960- worden er 3 groepen buitenlanders onderscheiden: Arbeidsmigranten en hun gezinsleden Inwoners van voormalige koloniën Asielzoekers en vluchtelingen 1.4 Wie is een allochtone Nederlander? Volgens de standaarddefinitie van het CBS wordt een persoon tot de allochtonen gerekend als ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Het aantal allochtonen is zeer ongelijk over het land verspreid. Veertig procent van de allochtonen woont in de vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Vanwege toenemend verzet tegen de benaming ‘allochtoon’ hanteert het ministerie van Werken,

Transcript of Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind...

Page 1: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Samenvatting Van alles wat mee nemen

1. Diversiteit openbaart raakvlakken

1.2 Beeldvorming en vooroordelenAls het gaat om het samenleven al allochtonen en autochtonen, zijn we veelal geneigd meer naar deverschillen dan naar de overeenkomsten te kijken.Vooroordelen kunnen betrekking hebben op specifieke kenmerken van uiteenlopende groepen enzijn gebaseerd op generalisaties: op basis van een enkele ervaring met één of meer personen uit eenbepaalde groep vormt iemand zich een vooroordeel over de hele groep.De kans op het ontstaan van vooroordelen vermindert als er aandacht wordt besteed aan deovereenkomsten tussen groepen en als ook de verschillen bínnen de groep zichtbaar wordengemaakt.

1.3 Diversiteit in NederlandDe komst van diverse etnische en culturele groeperingen naar Nederland is geen recent verschijnsel.De handel, de havens en de relatief centrale ligging in Europa maken Nederland al eeuwenlang toteen betrekkelijk open land.Na de Tweede Wereldoorlog -en vooral na 1960- worden er 3 groepen buitenlanders onderscheiden:Arbeidsmigranten en hun gezinsledenInwoners van voormalige koloniënAsielzoekers en vluchtelingen

1.4 Wie is een allochtone Nederlander?Volgens de standaarddefinitie van het CBS wordt een persoon tot de allochtonen gerekend als tenminste één ouder in het buitenland is geboren.Het aantal allochtonen is zeer ongelijk over het land verspreid. Veertig procent van de allochtonenwoont in de vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht).Vanwege toenemend verzet tegen de benaming ‘allochtoon’ hanteert het ministerie van Werken,Wonen en Integratie de term ‘nieuwe Nederlanders’.

1.5 Moslims in NederlandNederland telt procentueel gezien na Frankrijk het hoogste aantal moslims in West-Europa.Als het gaat om de invulling van het geloof, is er onder de moslims in Nederland sprake van een groteverscheidenheid.

1.6 Gevolgen van migratieDe verschillen in opvoeden die we tegenkomen tussen allochtonen en autochtonen hebben ondermeer te maken met de gevolgen van de migratie. Factoren die het opvoeden vaak lastig maken zijnde volgende:Culturele bagage(De afstand tussen opvoedingsgewoonten in de thuissituatie en die in de Nederlandsesamenleving)Taalgebruik en omgangscodes(Taal en/of codes voor communicatie verschillen thuis en daarbuiten)Sociaaleconomische situatie(Beperkte financiële mogelijkheden hebben invloed)Veranderende rollen(Kinderen pakken de taal eerder op waardoor kinderen meer verantwoordelijkheid krijgen)

Page 2: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Voor gemigreerde vluchtelingen komen daar nog de volgende factoren bij:Verandering van maatschappelijke status(Veel vluchtelingen worden geconfronteerd met een andere status dan zij gewend waren)Gedwongen migratie(Geen tijd om afscheid te nemen en vaak vlucht het gezin in gedeelten)Geweldervaringen(Ouders en kinderen moeten de geweldervaringen zien te verwerken)Verblijf in centrale opvang(Spanning en onzekerheid rond het verkrijgen van status en er is weinig mogelijkheid voorscholing, werk of eigen initiatief)

1.7 Discriminatie en racismeNederland stond lange tijd bekend als een tolerant land, en veel autochtone Nederlandersbeschouwen zichzelf als tolerant. De laatste jaren is er echter een kentering gekomen in dezetolerante houding: er wordt steeds meer voor gepleit dat allochtonen zich aanpassen aan de inNederland heersende waarden, normen en regels.Discriminatie is een bewuste of onbewuste ongelijke behandeling van groepen of individuen opgrond van kenmerken die niet relevant zijn.Racisme wordt in Nederland niet gemakkelijk onderkend; er rust bijna een taboe op.

1.8 GeneratiesGeneraties hebben vaak bepaalde in het oog springende kenmerken gemeenschappelijk. Dat komtomdat de leden van die generatie vaak allemaal voor dezelfde uitdaging stonden en daaringezamenlijk een bepaalde kracht ontwikkelden.Allochtonen worden ingedeeld in verschillende generaties:De eerste generatie: ouderen en nieuwkomers. Die op of na hun 16jarige leeftijd zijngeëmigreerdDe tussengeneratie: degene die in de leeftijd van 6 tot 16 jaar zijn geëmigreerdDe tweede generatie: zijn in Nederland geboren of voor het 6e jaar geëmigreerd

1.9 Opvoeding in migratiecontextDe opvoeding van kinderen speelt zich niet af in een vacuüm, maar komt tot stand door interacties.In recent onderzoek worden daarbij drie uitgangspunten gehanteerd:De opvoeding wordt beïnvloed door de denkbeelden van opvoeders hun praktijken en deleefomgeving van de kinderen.In de omgang met conflicterende idealen of belangen worden de opvoeders geconfronteerdmet meerdere referentiekaders, waarin verschillende en soms aan elkaar tegengesteldeidealen kunnen leven.Cultuur is wezenlijk veranderlijk: er vindt aanpassing plaats in antwoord op nieuweomstandigheden.Culturalisme wordt als eenzijdig en onjuist beschouwd.

1.10 Vergelijking diverse bevolkingsgroepenIn het algemeen zijn allochtone ouders bij het opvoeden georiënteerd op de Nederlandsesamenleving. Het wordt hen steeds duidelijker dat de toekomst van hun kinderen in Nederland ligten niet in hun land van herkomst. Ze vinden het daarom belangrijk dat hun kinderen stijgen op demaatschappelijke ladder.De opvoeding in autochtone Nederlandse gezinnen wordt benoemd als ‘modern, maar met mate’.De gezinsopvoeding maakt een solide indruk en de ouders leggen een sterk accent op onderlingeverbondenheid, de naleving van regels en het nakomen van afspraken en op stabiliteit.

Page 3: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

1.11 OpvoedingswaardenDe opvoedingswaarden zijn de volgende:(Maatschappelijk) presterenHiermee wordt in het algemeen bedoeld dat kinderen goede schoolresultaten en een goedeopleiding volgen, en dat zij ijverig en ambitieus zijn.ConformiteitHiermee wordt in het algemeen bedoeld: respect hebben voor ouderen, goede manierenhebben, ouders gehoorzamenAutonomieHiermee wordt bedoeld: verantwoordelijkheidsgevoel hebben, zelfstandig oordelen, voorzichzelf opkomen, open zijn in contact, zelfvertrouwen hebben.Sociaal gevoelHiermee wordt bedoeld: goed omgaan met anderen, behulpzaam zijn, verdraagzaam zijn,rekening houden met anderen.Verschillen in opvoedingswaarden tussen autochtone en allochtone Nederlanders komen vooral totuiting op het gebied van conformiteit en autonomie.Nederlandse autochtone ouders zijn opvoedingsoptimisten: de opvoedingdoelen concentreren zichrond persoonsvorming met veel aandacht voor de sociale en morele aspecten. Autonomie en sociaalgevoel worden gezien als de belangrijkste opvoedingsdoelen. Minder betekenis hechten autochtoneouders aan conformiteit, gehoorzaamheid of prestatiegerichtheid.Bij allochtone ouders scoort prestatie hoog. Een deel van de allochtone ouders blijft grote waardehechten aan conformiteit in de zin van respect, bescheidenheid en volgzaamheid. Allochtone oudersleggen bij autonomie meer nadruk op zelfbepaling en eigen verantwoordelijkheid.

1.12 OpvoedingsgedragBij het opvoedingsgedrag werd onderscheiden:Ondersteuning (veilige omgeving, belangstelling en emotionele ondersteuning.)Controleo Autoritaire controle (strikte regels, beroepen op ouderlijk gezag)o Autoritatieve controle (uitleg geven, sturend optreden, verantwoordelijkheid v. kind)Alle ouders –allochtoon en autochtoon- ondersteunen hun kinderen.In allochtone gezinnen neemt in vergelijking met vroeger de autoritatieve controle toe. Er komen ookcombinaties voor, met name in de vorm van autoritaire controle (warm-autoritair)In autochtone gezinnen wordt veel uitleg gegeven en wordt eigen verantwoordelijkheid gestimuleerd(autoritatieve controle) maar autoritaire controle is beslist niet afwezig.Belangrijk is tot slot dat de diversiteit tussen en binnen groepen zeer groot is. In alle etnischegroepen komen zowel zeer autoritaire al zeer toegeeflijke ouders voor.

1.13 De jongerenAllochtone jongeren blijken zelf overwegend positief over hun opvoeding en waarderen prestatie enconformiteit het hoogst. De veranderingen die allochtone jongeren wensen, liggen op het vlak vanmeer bewegingsvrijheid en meer communicatie met de ouders.De meeste allochtone en autochtone jongeren zien hun moeder als belangrijkste steun.Allochtone jongeren ondervinden wel hinder van de negatieve stereotyperingen die hun wordenopgelegd en dit kan hun integratie negatief beïnvloeden.Allochtone jongeren zijn niet per definitie een risicocategorie, en binnen verschillende allochtonegroeperingen is sprake van en grote diversiteit.Zowel voor allochtone als autochtone jongeren worden leeftijdsgenoten belangrijker naarmate zijouder worden. Voor allochtone jongeren zijn hun broers, zussen, vrienden en leraren een veelbelangrijkere steun dan voor autochtonen.

Page 4: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

1.14 Gezin en onderwijsVoorbereiding op school via spelend leren is net als in Nederlandse gezinnen ook in veel allochtonegezinnen gemeengoed geworden. Betrokkenheid van allochtone ouders bij school krijgt vooralgestalte in de vorm van controle van huiswerk en rapporten. Ondersteuning bij het maken vanhuiswerk komt weinig voor.Het huidige onderwijs is steeds meer ingesteld op zelfsturing. Een deel van de allochtone ouders zaldeze vaardigheden minder wenselijk vinden. Hoewel de relatie met school niet altijd zonderproblemen is, hebben de ouders wel veel verwachtingen van school. Leerkrachten zijn voorallochtone ouders ook een belangrijke steun bij de opvoeding.

1.15 Risico’s voor probleemgedragOnderzoek toont aan dat allochtonenen een verhoogd risico hebben op psychologischeproblematiek. Risico’s voor probleemgedrag zijn niet alleen de gezinssituatie en de opvoeding. Er zijnverschillende factoren die maken dat het opvoedingsgedrag debet is aan het ontstaan vanprobleemgedrag:Ouders van met name de eerste generatie met een lage opleiding kunnen hun kinderen nietvoldoende ondersteuning bieden in het onderwijs.Autoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, omdat deze in NLminder gangbaar is.Eenrichtingsverkeer in de communicatie.Pedagogische vacuüm: weinig tot geen actieve betrokkenheid van de ouders bij deopvoeding van en het toezicht op hun zonen.Pedagogische toegeeflijkheid: het niet systematisch afkeuren van criminele gedragingen vanjongeren.Problematische socialisatie van mannelijkheid die onder andere veroorzaakt wordt doorgeringe betrokkenheid van vadersOp meisjes wordt vaak een sterke druk uitgeoefend om zich te conformerenGeweld in het gezin is een ernstige risicofactor.Wantrouwen van ouders van de Nederlandse samenleving kan leiden tot een gebrek aanbinding met de samenleving.

1.16 OpvoedingsondersteuningAlle ouders vragen zich af hoe ze hun kinderen goed kunnen sturen, maar bij allochtone opvoedersdrukken deze vragen door de culturele verschillen extra zwaar. Belangrijke steun bij de opvoeding isvoor alle ouders zowel allochtoon als autochtoon, het informele netwerk (uitwisseling met andereouders). Bovenaan het formele netwerk staat de steun van leerkrachten, niet alleen bij schoolzaken,maar ook bij opvoedingsvragen. Er leven relatief veel vragen en twijfels, maar de pedagogischecontext die hen door professionals wordt voorgehouden wordt al bedreigend ervaren.Allochtone ouders hebben vaak geen vertrouwen in de kinderbescherming en jeugdhulpverleningomdat ze het idee hebben dat er buiten hen om gewekt wordt en kinderen aangemoedigd worden

de oplossing voor problemen buitenshuis te zoeken.

1.17 OntwikkelingsstimuleringVoor kinderen uit kansarme milieus die het risico lopen niet of onvoldoende mee te kunnen komenop school, bestaan er verschillende programma’s. het aanbod aan Voor- en Vroegschoolse Educatie isde laatste jaren sterk verruimd en voorzietin een groeiende behoefte. Het is vooral bedoeld omtaalachterstanden bij kinderen te voorkomen c.q. te bestrijden.In alle gemeenten komen Centra voor jeugd en gezin voor. de centra bieden advies, ondersteuningen hulp op maat.

Page 5: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Er zijn heel wat erkende programma’s op het gebied van opvoedingsondersteuning enontwikkelingsstimulering. De meeste hiervan zijn echter onvoldoende getoetst op hun geschiktheidvoor het werken met allochtone gezinnen.

1.18 IntegratieUit de onderzoeken komt niet naar voren dat de integratie van allochtone jongeren stagneert. Veelouders en jongeren passen zich aan, zowel in waarden en normen als in gedrag.Met betrekking tot sociale integratie van allochtone kinderen en jongeren in de maatschappij wordter veel verwacht van de school en het gezin. Terwijl vroeger de kerk of de moskee of de buurt alsopvoedingsmilieu werd gezien, zijn dat nu de school en het gezin. In beide settings moeten kinderenen jongeren normbesef ontwikkelen en verantwoordelijkheid leren dragen.Allochtone jongeren hebben in het algemeen geen gebrek aan integratiezin. Als het om integratiegaat, staan allochtone kinderen en jongeren voor dubbele opgave:Een plaats werven in de maatschappij zonder dat dit ten koste gaat van hun plaats en deharmonie in het ouderlijk gezinHet gezin behouden als veilige haven zonder dat dit hun maatschappelijke integratie belemmert.

1.19 Richtlijnen voor de beroepspraktijkOpvoeding en opvoedingsondersteuning gaan uit van bepaalde normen en waarden. Iedereen heeftzijn eigen ideeën en normen over wat belangrijk is in de opvoeding. Het besef dat de eigenopvattingen kunnen doorwerken in de beoordeling van andere opvoedingsideeën is een voorwaardeom open te kunnen staan voor de opvoedingsideeën van ouders.Enkele richtlijnen:Wie kennis heeft van de eigen normen en waarden, kan makkelijker uitgesprokenopvattingen van ouders bekijken en relativerenGa uit van het principe dat meer opvattingen en oplossingen mogelijk zijn en dat de eigen opvatting niet noodzakelijk de enige en de beste is.Zorg dat je inzicht krijgt in de eigen beeldvorming en (voor)oordelen ten opzichte van groepen die er andere opvattingen, waarden en normen op na houdenAfkeuring laten blijken over een opvoedingssituatie getuigt niet van respect voor de eigenheid van het gezin.Luister met aandacht en respect. Dit begint met tijd nemen en vragen stellen.Geef ouders en kinderen de ruimte om hun eigen achtergrond en kracht te laten zien.

2. Marokkaanse gezinnen creëren een nieuw bestaan

2.2 DiversiteitDe grootste en meest heterogene groep Marokkanen is die van de eerste generatie. Het Arabisch isde moedertaal voor de helft van de Marokkanen uit de onderzoeksgroep. Vele ouders uit hetonderzoek hebben een dubbele nationaliteit en bezitten een eigen huis in Marokko.

2.3 Hoe ouders terugkijken op hun jeugdDe meeste moeders uit de eerste generatie zijn streng opgevoed. De onderlinge familieverhoudingenwaren weliswaar warm, maar ook autoritair. De meeste moeders hechten zelf waarde aan respect engeven de voorkeur aan een minder autoritaire opvoeding. Vooral voor meisjes wensen zij eengrotere bewegingsvrijheid en deelname aan het onderwijs. In de loop van de tijd stellen de meesteouders zich verdraagzamer op. In een klein aantal gezinnen is er juist sprake van een strengereaanpak nu zij in Nederland wonen.

Page 6: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

2.4 OpvoedingspatronenDrie typen gezinnen qua taakverdelinga. De moeder is de spil van het gezinVoornamelijk te vinden bij de lager opgeleiden uit de eerste generatie. Moeder doet het huishouden, verzorgt en voedt de kinderen op. De vader heeft een controlerende en sturende rol en is de kostwinner. Ook is vader verantwoordelijk voor religieuze opvoeding en onderhouden van contacten. De moeder richt zich meer op de dochters en de vader op de zoons.b. De moeder verwacht meer ondersteuning van de vader De rolverdeling van het eerste type blijft gehandhaafd, maar de moeder verwacht wel meer ondersteuning van e vader bij de opvoeding en verzorging van kinderen.c. Hoger opgeleide moeders van de jongere generatieDe moeders verwachten behalve steun in de opvoeding en de verzorging ook een actievere rol in het huishouden. Dit omdat beide ouders buitenshuis werken. Hoewel de vaders mee bijdragen blijft de moeder nog steeds de spil van het gezin. Zij neemt het grootste deel van het huishouden en de opvoeding op zich.

2.5 Opvoeden van klein naar grootAls belangrijkste opvoedingstaak wordt het geven van warmte en aandacht genoemd.2/3 jaar Mijlpaal in de ontwikkeling. Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag4 jaar Er wordt verwacht dat hij/zij gehoorzaam is en er worden goede manierenaangeleerd.Tussen 4 en 5 jaar Er wordt geacht dat ze zichzelf vermaken. En met andere kinderen kunnenspelen.6 tot 12 jaar De kinderen moeten huiswerk maken en pas als dat af is mogen ze leukedingen doen, bijvoorbeeld televisie kijken. Wel scherp toezicht op wat zekijken12 tot 15 jaar Meisjes blijven steeds meer binnen en sporten niet. Het kind hoort zelfstandigtaken te kunnen verrichten en moet weten hoe het hoort.15 tot 18 jaar Veel problemen met de kinderen door puberteit. Ze geven veel steun enbegeleiding aan hun kinderen18 á 20 jaar Er wordt geacht dat de kinderen nu volwassen zijn en de volledigeverantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen aan kunnen.

2.6 OpvoedingsdoelenOpvoedingsdoel (in orde van belang) Hieronder wordt verstaan:1. (Maatschappelijk) presteren Presteren op school, een goede opleiding volgen en afmaken, serieus met de toekomst bezig zijn en slagen in de maatschappij2. Sociaal conformisme de ouders gehoorzamen en respect tonen, evenalsbeleeft zijn en goede manieren hebben.3. Moreel conformisme en religiositeit Weten wat goed en niet goed is en een moslim zijn.In het ene gezin is deze meer gericht op persoonlijkebeleving, terwijl het andere gezin meer leeft vanuitvoorschriften4. Sociabiliteit Prettig, liefdevol en zorgzaam omgaan met je medemensen. Een rustige en evenwichtige houding.5. (Sociale) autonomie Eerlijk zijn, open zijn in contact met anderen en vooral verantwoordelijkheidsgevoel hebben

2.7 Controle en steunDe wijze waarop moeders hun kinderen steunen en controleren, varieert bij de verschillende

Page 7: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

opvoedingspatronen.Opvoedingspatroon Mate van controle en steunAutoritair Warme en onderlinge steun. Schaamte en respect stellen grenzen aan vertrouwelijkheid en controle krijgt vorm door machtsmiddelen.Autoritatief De band tussen kinderen en ouders is gelijkwaardig en gebaseerd op wederzijds vertrouwen en openheid. De ouders staan open vooronderhandelingen.Op autonomie gericht Hechten belang aan persoonlijke aandacht en vertrouwensband. Kinderenworden gestimuleerd in het uiten van gevoelens en ervaringenConformisme & autonomie centraalPersoonlijke aandacht vooral voor kleine kinderen, oudere kinderen moeten de aandacht delen. Als het kinderaantal groot is word er meer onderlinge steun verwacht.Op conformisme gerichtCommuniceren weinig of niet met de kinderen, behalve met de baby’s enhele kleine kinderen.

2.8 Straffen en belonenIn Marokkaanse gezinnen wordt meer dan bij autochtone Nederlanders gebruik gemaakt van directevormen van controle (sancties en verboden). Vooral bij hoger geschoolde Marokkanen komt echtersteeds meer ruimte voor onderhandeling en controle door het stellen van regels.Moeders die op autonomie gericht zijn belonen hun kinderen vaker door het geven vancomplimenten dan conformistisch ingestelde moeders. Bij conformistisch ingestelde moeders is ervaak sprake van preken over goed en kwaad. Sommige straffen wel.

2.9 Seksespecifieke opvoedingDe huwelijksleeftijd voor meisjes stijgt doordat zij tegenwoordig langer een opleiding volgen. Veelmeisjes willen of gaan werk en gezin combineren. Hoewel de moeders voor hun dochters een minderstrikte rolverdeling wensen dan bij hen zelf, blijven ze toch voorzichtig.De meeste moeders voelen zich Marokkaanse en wensen vrijwel zonder uitzondering voor hunkinderen een Marokkaanse partner.Dochters van de oudere generatie worden beperkt in hun vrijetijdsbesteding in hun relaties en is ergeen mogelijkheid tot gesprek of onderhandeling. Jongens daarentegen worden hoogstens noggecontroleerd door toezicht op afstand en hebben een veel grotere bewegings- enonderhandelingsruimte.De meeste moeders geven bij het begin van de puberteit seksuele voorlichting. Seksuele omgangmet het andere geslacht lijkt bij de zoons meer door de vingers te worden gezien, maar ook zijhebben bepaalde codes om zich aan te houden.

2.10 OnderwijsVrijwel alle moeders vinden het belangrijk hun kinderen te stimuleren in en voor te bereiden op hetonderwijs. Moeders die hun kinderen hierin stimuleren zijn vooral gericht op het ondersteunen vanverbale en cognitieve prestaties. De meerderheid van de gezinnen maakt gebruik van een of anderevorm van voorschoolse opvang. Belangrijke motieven daarbij zijn contact, voorbereiding op debasisschool en het aanleren van de Nederlandse taal. De meeste moeders zijn positief over descholen van de kinderen gen geven blijk van grote betrokkenheid bij het onderwijs. Ondankspositieve berichten vermeldt toch nog bijna driekwart van de moeders onderwijsproblemen bij hunkinderen. Vaak heeft dat te maken met taalproblemen maar ook moeilijkheden met de leerkrachtenen medeleerlingen worden als oorzaken genoemd.

2.11 Arabische les en religieDe meeste kinderen volgen naast het reguliere onderwijs Arabische lessen in moskeeschooltjes of bij

Page 8: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

andere verenigingen. De motivatie van ouders om kinderen deze lessen te laten volgen varieert.Sommige vinden het belangrijk dat kinderen over de godsdienst leren. Veel moeders kiezen in deeerste plaats voor deze lessen omdat kinderen op die manier de Arabische taal leren spreken en zofamiliecontacten kunnen onderhouden.Vrijwel alle ouders houden zich aan de voedingsvoorschriften en doen de ramadan. Een klein deel,meestal zelf praktiserende moeders, hecht er veel waarde aan dat ook de kinderen op den duurpraktiserende moslims worden. Een groter deel probeert de kinderen informatie te geven zonderhun iets op te leggen.

2.12 OpvoedingsondersteuningIn Marokko wordt de opvoeding nog sterk ondersteund door familie en anderen uit de omgeving vanhet gezin, maar gemigreerde gezinnen zijn in versterkte mate losgemaakt uit het wijderefamilieverband. Familie’s worden kleiner en gaan meer op zichzelf staan. In Marokkaanse gezinnenwordt er meer gesteund op familieleden en buren.De laatste jaren zijn er veel opvoedingsondersteunende programma’s tot stand gekomen, maar deaard en de intensiteit van deelname van de moeders loopt sterk uiteen. Marokkaanse moedershebben vaak een groot informeel netwerk tot hun beschikking maar blijken ook behoefte te hebbenaan ondersteuning vanuit de professionele hoek.

2.13 Ontwikkelingsgerichte ondersteuningWanneer Marokkaanse kinderen met een taalachterstand aan de basisschool beginne, hebben zijdaar vaak hun hele schooltijd last van. Ze zouden gebruik moeten maken van VVE (zie hfk1)

2.14 Opvoeden in de Nederlandse maatschappijWaar tijdens de opvoeding in Marokko kinderen nog leren door observatie en imitatie van goedevoorbeelden, wordt de opvoeding in Nederland bewuster ter hand genomen.De meeste moeders varen hun eigen koers, waarbij de van huis uit meegekregen bagage samen methet geloof een belangrijke leidraad vormt.

2.15 DiscriminatieVeel moeders maken zich zorgen over de discriminatie en de invloed die dit heeft op hun kinderen.Maar de moeders hebben zelf ook last van discriminatie. Vooral ondervinden zij hinder vanvooroordelen, stereotyperingen, racistische uitlatingen en afwijzend of superieur gedrag. Demeerderheid van de vaders raakt het negatieve beeld over Marokkanen meer dan feitelijkediscriminatie.

3. Surinaams-creoolse gezinnen varen een eigen koers

3.2 DiversiteitDe meeste Surinamers in Nederland wonen in de Randstad. In Rotterdam en Amsterdam wonenvooral Surinamers van Creoolse afkomst, in Den haag wonen vooral Hindoestanen.Tot 1965 migreerden vanuit Suriname voornamelijk mannen naar Nederland voor studie of werk. Inhet begin van de jaren ’70 volgden ook andere bevolkingsgroepen en lagen van de bevolking. In 1975kwam de migratie in een stroomversnelling en anno 2000 was de stroom migranten nagenoeg eenafspiegeling van de Surinaamse bevolking.

Vroeger was het onbeleefd als kinderen Sranan (de meest gespreken informele taal van Suriname)spraken tegen hun ouders. Tegenwoordig betreurt men het dat de meeste Surinamers deze eigentaal niet beheersen.

Page 9: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

3.3 Hoe moeders terugkijken op hun jeugdDe meeste moeders zijn zelf streng opgevoed. Opvoeden werd beschouwd als een zeer serieuzeaangelegenheid, waarbij respect, beleefdheid en gehoorzaamheid centraal stonden. Er was vaakweinig ruimte voor persoonlijke aandacht en er was een grote afstand tussen de ouders en dekinderen. Fysieke straffen waren een onderdeel van de opvoeding en kinderen hadden vaak veeltaken in het huishouden. Tegenwoordig wordt er nog steeds belang gehecht aan gehoorzaamheid enrespect maar worden de kinderen vrijer opgevoed en proberen moeders meer uit te leggen.

3.4 Opvoeden zonder manIn Suriname draaide in het Surinaams-Creoolse gezin alles rond de moeder, de grootmoeder enandere vrouwelijke familieleden. De vrouw staat aan het hoofd van het gezin. De helft van deSurinaams-Creoolse moeders voedt haar kinderen op zonder man. Vaak zijn de ouders vanSurinaams-Creoolse kinderen niet gehuwd.Belangrijke waarden, zoals finaniciële onafhankelijkheid en zich niet door mannen de wet latenvoorschrijven, worden door de moeders overgedragen op hun dochters. Zij worden er op voorbereiddat zij de opvoeding niet met een man zullen delen. Zonen krijgen de boodschap mee dat zij zichvrouwvriendelijk behoren te gedragen.De meeste Surinaams-Creoolse moeders die gescheiden zijn of een Lat-relatie hebben vinden hetbelangrijk dat het kind zijn of haar vader blijft zien en stimuleren dit. Maar Surinaams-Creoolsemoeders hebben minder moeite met het alleenstaand moederschap dan de Nederlandse moeders.

3.5 Vaderen in en buiten het gezinDe opvattingen van Surinaams-Creoolse mannen over de taakverdeling tussen man en vrouw komenovreen met die van de moeders: zij streven een gelijke verdeling van taken na. De meeste vaders zienbetrokkenheid bij de kinderen als belangrijke basis voor goed vaderschap, ook na een scheiding.

3.6 Opvoeden van klein naar grootBaby Knuffelen, praten en zingen met de baby. Baby’s blijven dicht in de buurt van demoeders, die veel waarde hechten aan warme en intimiteit.1 jaar Het kind leert lopen en krijgt vanaf het moment dat hij/zij kan pratenbeleefdheidsnormen aangeleerd.3 jaar Kinderen kunnen goed praten en moeders stimuleren dit door boekjes voor te lezenof te zingen.4 tot 12 jaar Kinderen worden aangemoedigd om zich zelfstandig te gedragen. Zelf aan enuitkleden en eten. Kinderen gaan meer hun eigen gang en spelen vaker buiten.Moeders vinden het belangrijk dat de kinderen zich ontspannen maar het huiswerkgaat voor.- Aandacht, warmte en vertrouwensband zijn nog steeds belangrijk- Open verhouding en zorgen dat kinderen met problemen altijd bij hunouders terecht kunnen.Puberteit De basis van de opvoeding is gelegd. Maar de opvoeding zelf houdt nooit op. Erblijven altijd adviezen en goede raad komen3.7 OpvoedingsdoelenOpvoedingsdoel Hieronder wordt verstaan:1. Autonomie Het ontwikkelen van een sterke persoonlijkheid. Duidelijke keuzeskunnen maken, weten wat ze willen, zelfverzekerd en volvertrouwen zijn. (word belangrijker naarmate het opleidingsniveauvan de ouders hoger is.

2. (Maatschappelijk) presterenEen goede opleiding en het bereiken van economischezelfstandigheid. Ouders streven naar een middelbare of hoogopleidingsniveau. Vooral niet afhankelijk van uitkering worden.

Page 10: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

3. Conformisme Ze willen dat kinderen, vooral de jongens, later op een eerlijkemanier hun geld verdienen en niet op het slechte pad komen4. Sociaal Klaarstaan voor anderen en zichzelf en anderen respecteren.

3.8 Controle en steunKinderen behoren zich vooral buitenshuis netjes te gedragen. Volwassenen worden met ‘u’aangesproken en er wordt beleefd gegroet. Binnen de Surinaamse gemeenschap is hetvanzelfsprekend dat men elkaars kinderen in de gaten houdt. Alle ouders vinden het belangrijk dat eropenheid is tussen ouder en kind. Kinderen moeten met al hun problemen en vragen bij henterechtkunnen. Vooral de ontwikkeling van het zelfvertrouwen wordt gestimuleerd.

3.9 Straffen en belonenSurinaamse ouders vinden de tolerante houding van Nederlandse ouders tegenover hun kinderenlastig. De wijze van straffen en belonen hangt samen met de generatie van de Surinaams-Creoolsemoeders en het opleidingsniveau. Het fysieke straffen is sterk afgenomen. De kinderen worden vakerbeloond dan gestraft. Het merendeel van de ouders gaat in gesprek met kinderen die de regelsovertreden of probleemgedrag vertonen. De kinderen krijgen al op jonge leeftijd inspraak opbepaalde terreinen. Kinderen mogen voor hun eigen mening uitkomen.

3.10 Seksespecifieke opvoedingSeks en relaties Wordt niet getolereerd. Meer aandacht voor seksuele voorlichting. Veel waarschuwen voor zwanger worden Veel vrijer. Wel word aangeleerd om verantwoordelijk om te gaan met relaties.Vrienden en vriendinnen Niet helemaal vrij in vriendenkeuze Vrij in vriendenkeuzeGedrag Alles doen om niet zwanger te raken Op het rechte pad blijven en verantwoordelijk zijn.Presteren Vooral voor meisjes is presteren belangrijk zowel voor de ouders al voor het meisje zelfMinder belangrijk voor de ouders, voor hemzelf wel heel belangrijk.

3.11 TienermoedersVoor veel lager opgeleide jongen vrouwen is het moederschap een aantrekkelijke manier omonafhankelijkheid te creëren. Net als andere moeders vinden tienermoeders communicatie rondomregels belangrijk, zij houden zich strikter vast aan deze regels dan oudere moeders. Tienermoedersworden gezien als risicogroep als het gaat om de opvoeding van hun kinderen. Slechts op enkelepunten blijkt er een verband tussen tienermoederschap en opvoedingsgedrag of – problemen.Tienermoeders geven vaker straf en zijn meer autoritair, maar tegelijkertijd stimuleren zij hunkinderen meer.

3.12 OnderwijsDe meeste moeders zijn nauw berokken bij activiteiten van de school en hun kinderen. Ze sprekendagelijks met kinderen over school en hebben ook veel contact met de leerkracht. Sommige vaderszijn ook actief op school, lager opgeleide vaders laten de contacten meer aan de moeders over.Over het Nederlandse onderwijs is het merendeel zeer tevreden, hoewel men ook wel vindt datleerkrachten te veel naar leerlingen luisteren.

3.13 DiscriminatieHet merendeel van de moeder zegt weinig last te hebben van discriminatie. Wanneer volwassenenhun anders behandelen, stappen zij er direct op af om erover te praten of andere stappen teondernemen. Je moet je niet laten discrimineren, maar ook niet alles bestempelen als discriminatie,is een belangrijke opvoedingsregel.

Page 11: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Moeders zijn voorzichtig met het noemen van discriminatie, maar zij erkennen wel dat er sprake isvan ongelijke kansen.

3.14 OpvoedingsondersteuningDe meeste moeders geven aan het opvoeden grotendeels plezierig te vinden end enken het redelijkaan te kunnen. toch maakt meer dan de helft van de moeders zich wel eens zorgen om de kinderen.In tegenstelling tot de oudere generatie die zich vooral op de eigen kring richten, richt de jongeregeneratie zich ook op de leerkracht, andere professionals en schriftelijke informatie of informatieverkregen via televisie of radio.Elke opvoedingssituatie verschilt en ieder kind is uniek, dus vaste opvoedingsrecepten zijn volgens deSurinaams-Creoolse moeders niet te geven. Hun ‘eigen gevoel ’is in de opvoeding het belangrijkstecriterium. Dit verklaart ook waarom er weinig waarde wordt gehecht aan het oordeel van dedeskundigen, die volgens de moeders te veel volgens het boekje praten. Hoewel ze een enkele keerbepaalde dingen van Nederlandse moeders overnemen, blijft voor de meeste Surinaams-Creoolsemoeders de opvoeding die zij zelf hebben genoten een belangrijk referentiekader

4. Turkse gezinnen kijken naar modern Turkije

4.2 DiversiteitIn Nederland concentreren de Turken afkomstig uit een bepaald gedeelte in Turkije zich in éénplaats. De meeste ouders hebben voorkeur voor het wonen in een gemengde wijk. In het dagelijksleven hebben de meeste ouders voornamelijk contact met landgenoten.Veel ouders in het onderzoek hebben de wens terug te gaan naar Turkije maar zeer weinig oudershebben daadwerkelijk plannen voor remigratie. Het leven in turkije trekt wel, maar vanwege debetere toekomstmogelijkheden voor hun kinderen is remigratie voor veel ouders geen optie. Oudersdie wel terug zouden willen geven als reden dat zij hier eenzaam zijn, zich niet geaccepteerd voelenen ervaren dat hun kinderen worden gediscrimineerd.

4.3 Hoe ouders terugkijken op hun jeugdDe minderheid van de ouders uit dit onderzoek zegt hun kinderen op dezelfde manier op te voedenal zijzelf door hun ouders zijn opgevoed. De meeste ouders willen echter hun kinderen andersopvoeden. Vaak minder autoritair en zij gebruiken liever geen macht. Ze besteden meer aandachtaan hun kinderen, er is meer open communicatie en zij gaan meer op vriendschappelijke basis methun kinderen om.

4.4 OpvoedingspatronenIn de traditionele opvoeding worden kinderen opgevoed door moeders en hebben de vaders eenmeer afstandelijke rol. De rolverdeling verandert echter. Ruim de helft van de moeders vindt dat detaken van vaders en moeders hetzelfde (zouden moeten) zijn. Meestal zijn de opvoedingstaken dusgelijkwaardig verdeeld. Toch blijven de taken als verzorging en huishouding voorbestemd voor devouwen.

4.5 Opvoeden van klein naar grootLeeftijd KenmerkenBaby’s Word dagelijks mee gespeeldOng 2 jaar. Ouders leren de kinderen tellen en soms zelfs al schrijven.4 tot 11 jaar Er wordt minder met de kinderen gespeeld en er wordt begonnen met roltraining.Van het kind verwachten ze gehoorzaamheid en dat het zich leert te gedragen naareen volwassen ideaalbeeld. Opvoeding begint voor het 5e levensjaar. Het kind wordbetrokken in alle activiteiten van de ouder.12 jaar Er wordt verwacht dat kinderen alleen thuis kunnen blijven, boodschappen kunnen

Page 12: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

doen en oppassen op jongere kinderen.Vanaf 15 jaar Moeders ondernemen vaker iets met de dochters dan met de zonen. Vadersbemoeien zich nergens mee.18/20 jaar Kinderen hebben zelf plannen en maken zelfstandig beslissingen. De opvoeding isafgerond.4.6 OpvoedingsdoelenOpvoedingsdoel Wat verstaan ze er onder1. Prestatie Het behalen van een goede opleiding en het krijgen van een goedebaan.2. Conformisme Respect voor de ouders en ouderen, goede manieren hebben engehoorzaamheid. Ook wel: Hoog houden van familie-eer, schaamtekennen en bescheiden zijn.3. Sociale omgang Eerlijk en betrouwbaar zijn, liefhebbend en warm zijn, goed met anderekunnen omgaan.4. Autonomie Zelfstandigheid en zelfredzaamheid.4.7 Controle en steunDe belangrijkste taken van de ouders zijn kinderen warmte, liefde, genegenheid en aandacht geven.Tijd aan hen besteden en met de kinderen spelen. Ook het openstaan voor hun kinderen, naar hunverhalen luisteren, begrip tonen en het helpen bij hun problemen vallen hier onder.De meeste ouders zijn geen voorstander van een autoritaire opvoeding. Ze disciplineren het kinddoor te praten en uitleg te geven over het waarom van regels en over goed en kwaad. Er zijnweliswaar vaste regels, maar de ouders willen zichzelf niet streng noemen.4.8 Straffen en belonenIn vrijwel alle gezinnen worden kinderen beloond met complimentjes of iets extra’s als het kind ietsgoeds heeft gedaan, een goede prestate heeft geleverd, gehoorzaam is geweest of heeft geholpen inhuis.Over het algemeen komt straffen niet veel voor in de Turkse gezinnen. De meest voorkomende strafis het kind naar een andere ruimte sturen, geen televisie mogen kijken, vroeg naar bed moeten ofhuisarrest krijgen.Meningsverschillen komen tussen de ouders weinig voor: wanneer deze zich voordoen, is hetmeestal de mening van de moeder die de doorslag geeft.

4.9 Taal en religieDe ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen Turks blijven: goed Turks preken, gehecht blijvenaan het land en respect hebben voor zichzelf als Turk. Vrijwel alle ouders vinden het islamitischegeloof belangrijk in hun leven. In bijna de helft van de gezinnen uit het onderzoek bezoeken ofbezochten de kinderen de Koranschool. De kinderen leren daar naast de godsdienst en de Koran ookbelangrijke normen en waarden.

4.10 Seksespecifieke opvoedingDe meeste kinderen hebben veel bewegingsvrijheid buitenshuis. Vanaf de basisschoolleeftijd neemtdit voor de meisjes af, ze zijn minder buiten en hebben veel huishoudelijke taken. Wat bereft de huwelijksleeftijd maken de ouders onderscheid in de leeftijd voor jongens en meisjes, voor meisjes noemen de ouders een lagere leeftijd. Het hebben van verkering wordt voor zowel dochters als zonen oor alle ouders zonder meer afgekeurd.

4.11 OpvoedingsondersteuningVeel ouders maken gebruik van informatie uit televisieprogramma’s, tijdschriften en brochures. Overhet algemeen zien ouders zichzelf als eindverantwoordelijk voor de opvoeding. Anderen spelen paseen rol wanneer zij erom vragen of wanneer zij niet aanwezig zijn.Wanneer ouders zorgen en twijfels hebben over de opvoeding lossen zij dit in eerste instantie met dekinderen zelf op. In het uiterste geval bespreekt de moeder die twijfels nog wel met Turkse vrienden

Page 13: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

of vriendinnen en mensen van school, maar nauwelijks met Nederlandse instanties of Turkseorganisaties.

4.12 OnderwijsDe meerderheid van de ouders vindt dat de school een duidelijke pedagogische taak heeft en nietalleen bedoeld is om te leren. Een aantal ouders staat afwijzend tegenover de onderwijsdoelstellingdie gericht is op het aanleren van zelfstandigheid.Turkse kinderen lijken meer onderwijs- en gedragsproblemen te hebben. Vooral leerproblemen(vooral de Nederlandse taal maar ook bijv. rekenen) en gedragsproblemen komen veel voor.

4.13 Opvoeden in de Nederlandse maatschappijDe ouders uiten zich weinig positief over de opvoeding door Nederlandse ouders. Zij vinden dat dekinderen te vrij worden gelaten en denken dat Nederlanders alles toestaan. Ook hebben ze deindruk dat Nederlandse ouders zich niet meer verantwoordelijk voelen voor hun kinderen als dieeenmaal 18 jaar zijn.Toch zien de Turkse ouders ook positieve kanten. Vooal over de regelmaat zijn de ouders positief.Ook de manier dat ouders hun kinderen leren gehoorzamen, consequent zijn en duidelijke regelshebben wordt gewaardeerd.

4.14 DiscriminatieEen minderheid van de ouders geeft aan dat hun kinderen in het afgelopen jaar gediscrimineerd zijn.Het gaat dan vooral om pesten en schelden door leeftijdsgenoten, maar ook discriminatie doorleerkrachten komt voor. Ouders leren hun kinderen hiermee om te gaan.

5. Chinese gezinnen bekijken het praktisch

5.2 DiversiteitHet onderzoek bevat de gegevens van zestig gezinnen verdeeld over grote en middelgrote steden endorpen. De meerderheid van de moeders spreekt de voorkeur uit voor een gemengdewoonomgeving. Integratie en het aanleren van de Nederlandse taal is daarvoor een belangrijkereden.De Nederlandse overheid heeft tot nu toe de Chinezen niet als minderheid erkend, dit betekent datde groep Chinezen niet valt onder het minderhedenbeleid en niet profiteert van de behorendemaatregelen zoals ondersteuning van eigen organisaties, het aanstellen van Chinese hulpverleners,eigentalig voorlichtingsmateriaal, enzovoort.

5.3 Hoe moeders terugkijken op hun jeugdVoor meisjes was de opvoeding vaak streng. Zij moesten vaak al op jonge leeftijd huishoudelijketaken verrichten en grote verantwoordelijkheden dragen. Zij hadden weinig bewegingsvrijheid enaan het ouderlijk gezag viel niet te tornen. Wat veel moeders het meest misten in hun jeugd wasaandacht. De meeste moeders willen hun kinderen eenzelfde strenge opvoeding geven, maar willenwel meer aandacht aan hun kinderen schenken

5.4 OpvoedingspatronenDe moeders in dit onderzoek zijn zonder twijfel de spil in de opvoeding en de huishouding. Zij nemen90% van deze taken voor hun rekening. Hoewel de vaders meer bijdragen naarmate de kinderenouder worden blijf de bijdrage van de moeders aanmerkelijk groter. Typerend voor de taakverdelingis de uitdrukking yim fu si mu die betekent ‘vader is streng, moeder is aardig’. Bij een aantal gezinnenwonen één of twee grootouders in die helpen bij de opvang en verzorging van jonge kinderen. Ookkom soms voor dat kinderen naar China gestuurd worden om daar opgevoed te worden door oma.

Page 14: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

De meeste vaders vinden het makkelijker hun kinderen in Nederland op te voeden dan in China.5.5 Opvoeden van klein naar grootLeeftijd KenmerkenBaby’s Aanleren van vaardigheden en afleren van ongewenst gedrag begint al vroeg.1 tot 2 jaar Kinderen leren lopen, praten en worden zindelijk. De kinderen gaan een nieuwelevensfase in2 tot 4 jaar Kinderen leren voor zichzelf zorgen. Word als een lastige periode ervaren. Kinderenkrijgen een eigen wil.4 tot 6 jaar Kinderen gaan naar school en leren zich te gedragen in omgang met anderen. Erwordt verwacht dat zij hard werken, goed leren en goed luisteren. Kinderen horenzichzelf te verzorgen.6 tot 10 jaar Buitenspelen wordt beperkt en van de kinderen word verwacht dat zij zich zelfvermaken.10 tot 12 jaar Kinderen zijn zelfstandig richten zich meer op de buitenwereld. Hebben vaakweinig vrienden en vriendinnen. Moeten goed studeren. Hoeven niet meergetroost en geknuffeld te worden.12 tot 16 jaar Rol van de ouders verschuift naar meer toezichthoudende en sturende rol.Puberteit is geen bijzondere periode, ouders gaan er van uit dat hun kinderen sterkgenoeg zijn16 tot 20 jaar Kinderen betreden de wereld van volwassenen.

5.6 OpvoedingsdoelenOpvoedingsdoel Hieronder wordt verstaan1. Presteren Een zo hoog mogelijke opleiding bereiken2. Conformisme Respect voor ouderen, oppassendheid, beleefdheid, het rechte padvolgen en gehoorzaamheid. Hangt samen met eerbied, harmonieusomgaan met elkaar, vermijden van conflicten en zorgzaam enverantwoordelijk gedrag.3. Sociale autonomie Zelfstandigheid, individualiteit, verantwoordelijkheid en eerlijkheid.Emoties worden sterk ontmoedigd.

5.7 Controle en steunOndersteuning word gegeven in de vorm van zorg, bemoediging, acceptatie, hulp en uitleg. Dit isopmerkelijk omdat een dergelijke kindgerichte houding inet gebruikelijk is in de Chinese cultuur.Met jongere kinderen hebben moeders over het algemeen een intensiever contact. Hoe ouder dekinderen worden, des te groter de afstand tussen moeder en kind wordt. Met de dochters hebben demoeders het meeste contact.

5.8 Straffen en belonenBeloningen in de vorm van het geven van een snoepje of cadeautje of samen iets leuk doen, komenhet meest voor, maar niet te vaak want daar raken kinderen door verwend of worden ze arrogantvan.Vaders verschillen van inzicht over de beste manier om het gedrag van hun kinderen in goede banente leiden. Zij doen dat door te waarschuwen fysiek te straffen of te praten.De meeste moeders zijn niet strikt in het hanteren van regels. Wanneer kinderen regels overreden,reageren de meeste moeder door er met hen over te praten en te straffen.

5.9 De Chinese school, religie en familie-ideologieDe ouders in dit onderzoek hechten veel belang aan het behoud van de Chinese taal, vooral om metde kinderen te kunnen communiceren.Chinese scholen zijn enorm gegroeid. Deze verzorgen onderwijs voor Chinese kinderen vanverschillende leeftijden. Op deze scholen leren de kinderen niet alleen de Chinese taal, maar ooknormen en waarden en achtergronden over de Chinese cultuur

Page 15: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Chinezen zijn sterk gericht op de familie, je kunt spreken van een familie-ideologie. Volgens dezefamilie-ideologie is er een strakke hiërarchische ordening naar generatie en geslacht. Kinderenhebben daarbinnen een aantal verplichtingen ten opzichte van hun ouders. Waaronder goedpresteren in onderwijs en maatschappij. Om gezichtsverlies te voorkomen moet een individu zichaltijd conformeren aan de groep waartoe hij behoort.

5.10 Seksespecifieke opvoedingOp het eerste gezicht lijken zowel jongens als meisjeeen grote bewegingsvrijheid te hebben, maar inde praktijk blijken zij hier nauwelijks gebruik van te kunnen maken. De ouders hebben hogeverwachtingen van hun kinderen, ze moeten goed presteren op school. Uitgaan is zowel voorjongens als meisjes ongewoon. Chinese jongeren hebben weinig vrije tijd. De meeste moeders willenvoor hun zonen een Chinese vrouw. Voor dochters hebben zij liever een Chinese man, maar eenNederlander mag ook. Op seksualiteit rust een groot taboe en de meeste moeders zijn blij wanneerde school deze taak van hen overneemt.

5.11 OnderwijsHet onderwijs neem een belangrijke plek in in het leven van Chinese gezinnen. Ondanks lovendewoorden over het onderwijs uien de ouders ook veel kritiek. Een aantal moeders vindt hetNederlandse onderwijs te vrijblijvend en niet serieus genoeg. De druk die Chinese ouders op hunkinderen uitoefenen is vrij groot. Toch is het contact met de school minimaal. Zo lang het op schoolgoed gaat met de kinderen is dus geen contact nodig – zo is de gedachtegang.Het introverte gedrag van Chinese kinderen maakt dat beroepskrachten hen makkelijk over hethoofd zien en dat de kinderen niet de aandacht krijgen die zij nodig hebben.5.12 Het vervolgonderwijsChinese jongeren zijn sterk vertegenwoordigd in het hoger middelbaar onderwijs. Toch verloopt hunschoolcarrière niet altijd naar verwachting. In verhouding met Nederlandse jongeren doubleren zijvaker en verlaten zij vaker het onderwijs zonder diploma. De oorzaak hiervan is de taalachterstand.Chinese leerlingen weten die eerst te compenseren door hard te werken maar later ontstaan er tochproblemen.

5.13 DiscriminatieDe meeste moeders leren hun kinderen pesterijen en discriminatie te negeren en hun eigen weg tegaan. Een aantal ouders vindt dat hun kinderen moeten leren van zich af te bijten. Kinderen wordenniet alleen gepest door Nederlandse kinderen, want tussen Chinese kinderen en Turkse en

Marokkaanse botert het niet erg.

5.14 OpvoedingsondersteuningMeer dan de helft van de moeders meldt dat Chinezen wel eens op het gedrag van elkaars kinderenletten. Vrijwel alle moeders noemen als probleemgedrag van hun kinderen ongehoorzaamheid enbrutaliteit.Moeders die de Nederlandse taal goed spreken ervaren het steunen en helpen van hun kinderen alsprettig. Naarmate de taalvaardigheid minder is, wordt het meer als belastend gezien.De meeste opvoedingsondersteuning ondervinden de moeders van hun man.Al met al is duidelijk geworden dat de horecasituatie het Chinese gezinsleven en de opvoeding sterkbeïnvloed. (Kinderen vaak elders ondergebracht i.v.m. werktijden)

Page 16: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

6. Vluchtelingengezinnen zoeken een weg

6.1 InleidingIn de laatste decennia van de vorige eeuw was er een sterke toename van het aantal vluchtelingen.Die grote diversiteit maakt het onmogelijk om ze als één enkele categorie te bespreken. Weconcentreren ons op gezinnen uit landen waarin de islam als religie centraal staat: Iran, Irak, Somaliëen Afghanistan. Zij vormen de grootste groep asielmigranten in Nederland. De meerderheid van demoeders kwamen samen met hun partner of in het kader van gezinshereniging naar Nederland.

6.2 Leefsituatie en gevolgen van de vluchtDe periode van vlucht en asiel heeft op vele gezinnen een stempel gedrukt. Bijna driekwart van demoeders zegt dat deze ervaringen hun leven en daarmee ook de opvoeding van de kinderenBeïnvloeden.Veel moeders hebben psychosomatische klachten en sociale problemen. Meestal hangen die samenmet negatieve beeldvorming in de Nederlandse samenleving, maar vaak ook et verlies van socialestatus in de Nederlandse samenleving.ijd Veel voorkomende problemen na vlucht- en mig2 tot 5 jaar. Overdreven afhankelijkheid en scheidingsangstRegressief gedrag en verlies van nieuwe vaardighedenNachtmerries6 tot 12 jaar. (beter in staatde gebeurtenissen teherinneren en begrijpen debetekenis beter)Slechte concentratie en rusteloosheidSchuldgevoelensAngst en pijnAgressiviteit en depressiviteitRegressiede ouderrol op zicht nemen te veel verantwoordelijkheid13 tot 16 jaar. (begrijpen degevolgen van de oorlog.Vaak hulp nodig bijbenoemen van gevoelens)Riskant en zelfvernietigend gedragZich terugtrekkenNervositeit en psychosomatische klachten6.3 Opvoeding: doelen en praktijkvoedingsdoel Voor wie geldt dat Wat verstaan ze er onderPresteren Alle groepen In onderwijs en maatschappijConformiteit Somalische en Afghaanse moeders. Een goede moslim worden,recht in de leer.Autonomie Iraanse moeders --Tussenpositie Irakezen --Praktijk: sterk accent op controle en toezicht van gangen van kinderen. Vooral de fase vanaf depuberteit brengt veel problemen met zich mee.

Hun opvoedstijl vergeleken met de opvoeding die zij zelf gehad hebben:- Verhouding tussen ouders en kinderen minder hiërarchisch- Geleidelijk meer communicatie- Minder macht uitoefening- Praten wordt belangrijkerSeksualiteit is nog steeds een taboe onderwerp, maar de bewegingsvrijheid van meisjes is wat

Page 17: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

toegenomen. Iraanse moeders juichen de nieuwe vrijheid toe, terwijl de ander moeders negatief zijn.Moeders nemen de huishoudelijke en zorgtaken op zich en de vaders zijn minder betrokken. Vaderwordt gezien als moreel leidsman maar moeders voeren vaak toch zelf controletaken uit. Vadershebben minder gewicht in de schaal bij meningsverschillen omdat moeders thuis met de scepterzwaaien.

6.4 Opvoedingsvragen en –problemenVeel vluchtelingenmoeders kennen veel zorg en onzekerheid.De meest voorkomende zorgen en vragen:Vragen over slaapproblemen, eetproblemen en bedplassenOpvang van de kinderen bij afwezigheid van de moederProblemen rondom vrijetijdsbestedingRondom school en huiswerk. Moeders verwachten een actievere pedagogische rol van deschool.Moeite om kinderen te laten gehoorzamen en toezicht te houdenMoeders brengen ongehoorzaamheid in direct verband met het leven in het ‘vrije’ Nederland

6.5 Opvoeden in NederlandDe meerderheid heeft twijfels over het opvoeden in Nederland. De Iraanse moeders wat minder ende Somalische wat meer.Over de religieuze opvoeding maken moeder zich naar verhouding iets minder druk. De belangrijkstebelemmeringen zijn het gebrek aan goede informatie en weerstand van de kinderen.Een forse meerderheid van de moeders maakt zich zorgen om de toekomst van hun kinderen, vaakzien zij deze toekomst niet erg optimistisch tegemoet.

6.6 DiscriminatieVeel vluchtelingen worden geconfronteerd met discriminatie. Vaak zijn het situaties waarin hunkinderen worden uitgescholden of gepest. Meestal noemen ouders ook situaties op school:bijvoorbeeld. problemen rondom het dragen van een hoofddoek.

6.7 Opvoedingsondersteuning en voorzieningenDe helft van de ouders die problemen ervaart, zoekt geen steun in het formele circuit. Dit komt voortui onbekendheid, terughoudendheid om problemen naar buiten te brengen en geen vertrouwen inEr is weinig sprake van specifiek op vluchtelingen gerichte voorzieningen, terwijl uit onderzoek enpraktijk blijkt dat dit op bepaalde gebieden wenselijk zou zijn, bijvoorbeeld voor psychischeproblemen in vluchtelingengezinnen.Net als voor andere etnische groepen blijkt de school de belangrijkste formele steun, gevolgd doorde huisarts. Ook de media zijn een bron van steun.Vluchtelingengezinnen hebben aanzienlijk meer behoefte aan informatie en advies dan aanpraktische ondersteuning. De helft van de moeders zou graag meer praktische informatie krijgen.Ook is er behoefte aan financiële steun en begeleiding naar werk. De moeders benadrukken datasielzoekers meteen al na aankomst in Nederland meer begeleiding en informatie zouden moetenkrijgen.

7. Nederlandse gezinnen gematigd optimistisch

7.2 Opvoedingsoptimisten‘Modern, maar met mate’ lijkt een redelijke karakterisering van de hedendaagse gezinsopvoeding.

Page 18: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Veel ouders maken zich wel zorgen over het opvoedingsklimaat en de verharding van desamenleving. Zij vinden kinderen van nu vrij en mondig, kinderen laten zich niet intimideren, zijnzichzelf, maar tegelijkertijd brutaal, ongeduldig, onbeschaafd en verwend.Er is tot nu toe weinig bekend over de normale opvoedingssituaties in Nederland. Meestal richten deonderzoeken zich op probleemsituaties binnen de opvoeding. Dit onderzoek richt zich op nietproblematischegezinnen en beschrijft het Nederlandse doorsnee gezin.

7.3 DiversiteitEr zijn drie sociale klassen te onderscheiden (laag, midden en hoog). Er blijken grote verschillentussen opvoeden in de verschillende klassen. Net als ook de opvoedingsvisie.

7.4 Hoe ouders terugkijken op hun jeugdDeze generatie ouders groeide op tijden de jaren zestig en zeventig. In die tijd was het volgen vaneen goede opleiding een must. Deze ouders vinden nu het behalen van diploma’s nog wel belangrijk,maar geen voorwaarde voor een succesvol leven. Ouders maken vaak vertalingen van deboodschappen die zij in hun eigen opvoeding hebben meegekregen.

7.5 OpvoedingspatronenTraditioneel worden moeders gezien als de primaire opvoeders; vaders worden pas de laatstedecennia bij de opvoeding betrokken. In Nederland wordt de komst van kinderen relatief languitgesteld. Als de kinderen er eenmaal zijn, blijkt dat ouders de combinatie werk en zorg moeilijkvinden, en meestal gaat de moeder dan minder werken.Bij een groot deel van de gezinnen verandert er veel. De traditionele taakverdeling is niet meer zovanzelfsprekend en ook de ouder-kindrelatie verandert: er wordt meer onderhandeld met dekinderen.

7.6 OpvoedingswaardenOpvoedingsdoel Wat verstaan ze er onder.1. Autonomie Verantwoordelijkheid, zelfstandig oordelen, ontwikkeling van depersoonlijke bekwaamheid.2. Sociaal Empathie en begrip voor medemensen.3. Presteren Goede schoolresultaten. Ijverig en ambitieus zijn minder belangrijk.4. Conformisme Gehoorzaam zijn. Met beide benen in de wereld kunnen staan

7.7 Opvoeden van klein naar grootLeeftijd KenmerkenBaby periode Veel ouders menen dat hun kind verder is in zijn of haar ontwikkeling danleeftijdsgenootjes. Maken zich wel zorgen over eet- en slaapproblemen.Peuterperiode Ge ontwikkelingsscore naarmate de sociale klasse hoger is. Wel moeite metkoppigheid en driftbuien.Kleuters Gedrag aan tafel wordt lastig gevonden.Schoolkinderen Toename van gedragsproblematiek. Bij jongens meer dan meisjes. Oudersoefenen veel controle uit die gericht is op conformisme en de socialecontacten.Pubers De vriendenkring krijgt meer invloed.

7.8 Controle en steunNederlandse ouders ondersteunen hun kinderen op een zeer autoritatieve en weinig autoritairewijze. Zijn warm naar hun kind, tonen genegenheid en zijn betrokken bij hun kinderen. Zij hebbenoog voor de signalen die de kinderen uitzengen en geven uitleg en informatie.Bij jongere kinderen ligt het accent op het geven van informatie en uitleg, terwijl bij de ouderekinderen de nadruk ligt op het overbrengen van waarden en normen en het bevorderen van

Page 19: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

onafhankelijkheid.Ouders in de laagste sociale klasse zijn autoritairder, maar tonen meer affectie, genegenheid enbetrokkenheid.

7.9 Straffen en belonenNaarmate de kinderen ouder worden, neemt de bemoeienis van de ouders af en passen zij hunopvoedingsstrategie aan. Wanneer de Nederlandse ouders hun kind straffen praten zij met hun kinden wijzen ze op de gevolgen van bepaald gedrag of attenderen zij hen op eerder gemaakte afspraken

7.10 GezinslevenIn het gezin vindt een behoorlijke organisatie van taken en een behoorlijke mate van controle plaatsen ouders ervaren binnen het gezin een sterke betrokkenheid en gezamenlijkheid. Er is veel aandachtvoor de sociaal-emotionele ontwikkeling.

7.11 Seksespecifieke opvoedingIn het algemeen is in de moderne seksuele opvoeding een sfeer gecreëerd waarin kinderen hetgevoel hebben dat zij het terrein van seksualiteit mogen verkennen. Waarbij zij erop gewezenworden verantwoordelijk om te gaan met zichzelf en anderen.Veel moeders voelen zich verantwoordelijk om hun kinderen de juiste informatie te geven. Vadersvoelen zich minder verantwoordelijk en rekenen op informatie vanuit school of de media.Ouders vinden een open communicatie over seksueel gedrag belangrijk, maar willen en kunnen niette veel over hun eigen seksuele ervaringen vertellen. Kinderen menen zelf voldoende informatie tekrijgen over seksualiteit en geven duidelijk aan hun ouders hierbij niet altijd nodig te hebben.

7.12 JongerenDe opvoeding van jongeren houd in dat hen voldoende mogelijkheden geboden moeten worden omzichzelf te leren respecteren en te waarderen en hun talenten in te zetten, maar tegelijkertijdmoeten er grenzen aan worden gesteld.Driekwart van de jongeren kan goed opschieten met zowel de vader als de moeder.

7.13 Kinderopvang en onderwijsZorg kan plaatsvinden in formele opvang: een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of bij eengastouder. Of in informele opvang: peuterspeelzaal, betaalde oppas of onbetaalde oppas(familieleden).In vergelijking met niet-westerse allochtonen maken autochtone ouders vaker gebruik van formeleopvang dan niet-westerse ouders.Uit onderzoek blijkt dat kinderen zich tijdens de opvang minder op hun gemak voelen wanneermoeder en pedagogisch medewerker verschillen in opvoedingsstijl of andere regels hanteren bij hetaanleren van waarden en normen.Over het Nederlandse onderwijssysteem zijn ouders over het algemeen goed te spreken. Opvallendis dat zowel ouders als leerkrachten minder tevreden zijn over communicatie over opvoedinszaken.Ook is er kritiek op elkaars taakinvullingIn het voortgezet onderwijs en het basisonderwijs zijn de docenten en ouders van mening dat deopvoeding door de ouders belangrijker is dan die door de school.

7.14 OpvoedingsondersteuningOnderzoek toont aan dat de sociale klasse een onderscheidende factor is voor de mate waarinouders gebruikmaken van opvoedingsondersteuning. Moeders uit de hogere klasse maken meergebruik van opvoedingsondersteuning. Wanneer ouders zorgen en twijfels hebben, zoeken zijmeestal steun bij hun partner. Daarnaast worden televisie, boeken en tijschriften worden door eenkleine groep als informatiebron gebruikt en overige opvoed diensten worden vrijwel niet gebruikt.

Page 20: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

De grootste groep overlegt met pedagogisch medewerkers, leerkrachten of de huisarts. Familieweinig tot niet.

8. Antilliaanse gezinnen verankeren respect

8.2 Gezinsvormen en gezinswaardenVan de Antilliaanse moeders is de helft alleenstaand. Contacten met de vader zijn beperkt. In hetalgemeen lijken Antilliaanse moeders evenals Surinaams-Creoolse moeders weinig problemen teervaren met het eenouderschap.Toch ervaren moeders het eenoudrschap ook als vrij zwaar, omdat zij hier alleenverantwoordelijkheid dragen. Sommige moeders hebben ook moeite om overwicht op hun kinderente krijgen en te houden. De afwezigheid van een vader en daarmee het gebrek aan steun werkt ookeen gebrekkige controle en disciplinering voor de moeders in de hand.

8.3 OpvoedingswaardenLijkt veel op de Surinaams-Creoolse opvoeding en groeit toe naar de Nederlandse.Opvoedingsdoel KenmerkenConformiteit vs autonomie De oude generatie hecht meer aan gehoorzaamheid (conformiteit) enminder aan zelfstandigheid (autonomie). Jonge kinderen wordenverwend met aandacht, daarna een omslag naar gehoorzaamheid endiscipline. Er wordt niet zozeer met, maar meer tegen kinderengepraat. Binnen de Antilliaanse groep zijn er verschillende visies.Opvoeding is verzorging (zorg dragen voor) en daar tegenover,overdracht van normen en waarden (gedragsbeïnvloeding)Vaak genoemde opvoedingsdoelen zijn: respect, gehoorzaamheid engoede manieren. Zelfstandigheid en andere doelen gericht opautonomie zijn daaraan ondergeschikt.Presteren Aanpassen aan de Nederlanse taal, normen en waarden, het behalenvan een diploma en punctualiteit zien zij als voorwaardelijk voor hetslagen in de samenleving. Doorzettingsvermogen

8.4 Opvoedingsgedrag en –praktijkDe ouders combineren in de opvoeding autoritaire en autoritatieve elementen. Moeders zijndirectief bij conflicten: ze halen kinderen uit elkaar, verbieden en waarschuwen. Maar veel oudershanteren wel autoritaire controle. Individuele verantwoordelijkheid en individuele ontplooiing zijnondergeschikt aan respect en rolgerichtheid

8.5 Seksespecifieke opvoedingDochters worden anders opgevoed dan zonen. Jongens krijgen minder verantwoordelijkheidsgevoelbijgebracht en worden meer verwend. Meisjes wordt de verantwoordelijkheid voor een gezin in hetvooruitzicht gesteld. Zij moeten zich daarom zelf financieel kunnen redden. Vanwege het risico opvoortijdige zwangerschap worden meisjes beschermder opgevoed dan jongens. Praten overseksualiteit is nog vaak een taboe bij Antilliaanse moeders. De seksuele voorlichting die wel wordtgegeven, behelst algemene informatie op school of thuis over de voortplanting en waarschuwingenvoor soa’s

8.6 Pedagogisch netwerkEen van de kenmerken van de traditionele Antilliaanse opvoeding is de betrokkenheid daarbij vanzowel de grootmoeders als tantes of ooms. Dit sociaal familienetwerk raakt verzwakt als de meestefamilieleden op Curaçao wonen of relatief ver weg in Nederland. De verzwakking van het

Page 21: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

pedagogische netwerk rond het gezin betekent ook dat er minder gezaghebbende familieleden zijndie kinderen en jongeren kunnen corrigeren.

8.7 Opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsgerichte ondersteuningOnderzoek naar schoolloopbanen wijst uit dat leerlingen van niet-westerse allochtonen gemiddeldgenomen de basisschool verlaten met geringe vaardigheden in rekenen en taal. Redenen daar voorzijn: relatie tussen ouders en school is afstandelijk door taalbarrière en ouders zijn onbekend metinrichting van het onderwijs.De ouders die opvoedingsproblemen ervaart is 30% hoger dan in alle andere etnische groepen. Devraag naar ondersteuning is daarentegen juist laag. Door de grote afstand tussen ouders enhulpverleners en ook door wantrouwen is er sprake van een gebrekkige aansluiting tussen het gezinen andere instituties.het is belangrijk dat opvoedingsondersteuning aansluit bij hun culturele en pedagogische situatie enspecifiek gericht is op Antilliaanse groepen. Momenteel is er veel aandacht voor de effectiviteit vaninterventies, maar zolang er geen rekening wordt gehouden met de achtergrond is er geen garantieop succes.

8.8 Risico’s voor jongerenAntilliaanse jonge migranten komen tegenwoordig vaak zonder ouders naar Nederland en verhuizenvoortduren van de ene naar de andere tijdelijke verblijfplaats. Daardoor kent deze groep weinigbinding. In jonge eenoudergezinnen is de kans groot op opeenstapeling van risicofactoren. Dit heefternstige gevolgen voor de kinderen uit deze gezinnen. Antilliaanse ouders blijken evenals veel andereallochtone ouders moeite te hebben hun kinderen op het rechte pad te houden.Bij opgroeiende jongeren is de invloed van ‘peers’ groot. Vooral allochtone jongeren moeten vaakzonder steun van hun ouders hun weg vinden in de Nederlandse samenleving en zoeken de steundan bij leeftijdsgenoten. Zeker als jongeren opgroeien in wijken met weinig positieve rolmodellen enin kringen waar criminele activiteiten ‘normaal’ gevonden worden, kan de peergroup een negatieveinvloed hebben.Ook speelt de uit historisch gegroeide boosheid over de eigen kansloze positie en de rol vanNederland daarin. De moeizame verhouding tussen Nederland en de Antillen vormt daarbij eenbelangrijke achtergrond.

9. Diversiteit inspireert

9.2 RespectJe moet voorwaarden scheppen zodat zaken die respect bemoeilijken, niet begeuren.Transparantie in onze communicatieAutonomie bij onszelf en de ander bevorderenBetrokkenheid en sociale cohesie in de maatschappij stimuleren

9.3 Individuele verschillenDé Chinese vader als restauranthouder bestaat niet, evenmin als dé eerste generatie Marokkaansemoeder. Daarom is het goed altijd na te gaan of het probleem wordt veroorzaakt door culturele enetnische achtergrond of door andere factoren.Met een andere etnische groepering ben je bijna altijd minder bekend dan met je eigen en zul jemoeten afgaan op vergaarde kennis. Daarmee doe je geen recht aan de unieke situatie van dat gezin.

9.4 Diversiteit houdt niet opDe werkelijkheid is gevarieerd en het is niet mogelijk om over alle groepen de nodige kennis tevergaren. Daarbij is diversiteit een dynamisch verschijnsel van alle tijden. De multiculturele

Page 22: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

samenleving verandert voortdurend.heb een open en respectvolle houding naar de ander als individu, ongeacht zijn of haar afkomst, eneen kritische blik naar de eigen veronderstellingen en vanzelfsprekendheden.

9.5 Ouders9.5.1 Ouders als deskundige partnersOuders aanspreken als deskundigen betekent vragen stellen en de antwoorden serieus nemen. Dithoudt in dat er vraaggericht wordt gewerkt en dat zij betrokken worden bij de voorbereiding,planning en uitvoering van activiteiten.Vraaggericht werken begint met luisteren. Goed luisteren is:Wanneer er persoonlijk contact isWanneer er aandacht isWanneer er begrip en inlevingsvermogen isWanneer er naar de mening wordt gevraagdWanneer de vraag gehoord wordtWanneer er iets mee gedaan wordt.Het is mogelijk dat de vragen en wensen botsen met de waarden en normen van de instelling. Op ditsnijvlak van begrip opbrengen voor de ander en hem serieus nemen enerzijds en het handhaven vande eigen waarden en normen anderzijds, staat een respectvolle houding.9.5.2 Vragen van oudersSpecifieke vragen van allochtone ouders betreffen vaak het verschil tussen de egen normen enwaarden en die van ‘de Nederlandse samenleving’9.5.3 De behoefte aan informatie van oudersGebrek aan informatie over het functioneren van de Nederlandse samenleving is een klacht van veelallochtone ouders. Het gaat dan om informatie over het onderwijssysteem, het systeem vanjeugdzorg en jeugdbescherming, de rechten van ouders, opvoeding in Nederlandse gezinnen,enzovoort.9.5.4 VadersVaders zijn in het algemeen een belangrijke bron van steun voor de moeder. Maar hulp programma’szijn vaak gericht op moeders waardoor vaders achterblijven en nog minder steun kunnen bieden.Vooral vaders voelen dat hun gezag ondermijnd wordt en vragen om opvoedingsondersteuning ingezag.

9.6 De stem van de jongerenBehalve op ouders gerichte programma’s zijn er in Nederland vele professionele voorzieningen diezich met jeugdigen bezighouden. De door professionals beoogde kinder- en jongeren participatievereist een aangepaste houding en een herziening van de visie op kinderen en jongeren. Luisterennaar kinderen en jongeren is voor volwassenen namelijk geen vanzelfsprekende vaardigheid terwijshet erg belangrijk is.

9.7 Taal en communicatieAllochtone ouders die de Nederlandse taal niet spreken, ervaren dat als een belemmering bij deintegratie, en dat kan een negatieve invloed hebben op de opvoeding van de kinderen.

9.7.1 Belemmeringen in de communicatieOp de eerste plaats is het een menselijke neiging om van iemand die de taal niet (goed) spreekt deintelligentie te onderschatten.Op de tweede plaats kan de communicatie met iemand die de dominante taal niet of onvoldoendemachtig is tot veel misverstanden leiden.9.7.2 Werken met TolkenMet het inschakelen van een tolk is het mogelijk:

Page 23: Web viewAutoritaire controle in het gezin word door jongeren als negatief ervaren, ... Het kind wordt geleerd wat wel en niet mag. ... mig. 2 tot 5 jaar.

Ouders de gelegenheid te geven hun verhaal te vertellen en vragen te stellenGoed te laten overkomen wat de beroepskracht wil uileggen of adviserenOuders en jezelf sereus te nemenOuders helpen vertrouwen te krijgen in jou als beroepskracht en jouw instelling.Het beste is om een formele tolk in te huren: het is gratis en het zijn gediplomeerde tolken.Informele tolken (familie) nemen is minder slim: ze kunnen dingen verkeerd vertalen, bepaaldevaktermen niet kennen of geen uitleg durven vragen als hij iets niet begrepen heeft. Wel kunneninformele tolken handig zijn bij korte contacten, bijvoorbeeld bij afspraken over halen en brengen opschool. Kinderen inschakelen word absoluut af geraden.

9.8 Diversiteitsbeleid in instellingenDiversiteitsbeleid houdt de volgende zaken in:De visie en de daaruit voortvloeiende werkwijze zijn vastgelegd in beleidsplannen,procedures en jaarplannenIeidereen staatachter de visie en de werkwijze en kan er zelf ook mee omgaanDe diversiteit wordt weerspiegeld in het aanwezige personeel, waarin diverse etnischegroeperingen vertegenwoordigd zijn.9.8.1 Checklist diversiteitsbeleidZie blz 210

9.9 Jeugdzorg en jeugdhulpverleningIn alle onderzoeken over opvoeden in allochtone gezinnen in Nederlandt word melding gemaakt vanklachten. Deze klachten behelzen onder meer:Ouders worden niet geïnformeerd of gehoordOuders voelen zich niet erkendOuders ervaren frustratie, gekwetstheid en machteloosheid ervarenHet beeld overheerst dat altijd de kant van het kind wordt gekozen, Nederlandsehulpverleningsinstellingen gaan namelijk uit van de rechten van kinderen.

9.10 Tips voor instellingenBreng de beoogde groeperingen in het gebied waar de instelling werkt in kaart.Vorm een werkgroep die zich met het diversiteitsbeleid gaat bezighoudenZorg dat de verzamelde informatie binnen de instelling wordt verspreidLes contact en verbeter bestaande relaties met de beoogde doelgroepenNeem vragen en klachten uit de doelgroep serieus

9.11 Aan de slagDit boek is bedoeld om kennis op te doen voor de beroepspraktijk, maar ook om tot het inzicht tekomen dat de kennis niet te snel en klakkeloos op iedere ouder of ieder gezin kan worden toegepast.Keulen van, A., Beurden van, A., Pels, T. (2010). Van alles wat meenemen. Bussum: UitgeverijCoutinho. 3e druk.