Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

23
[COMMUNICATIE IN DE KLAS] [In deze case-study reflecteer ik op het verloop van mijn actieonderzoek over communicatie in de klas. Het gaat hierbij over zowel verbaal als non-verbaal communiceren. In deze case-study komen de aanleiding, het verloop en de conclusie van het onderzoek aan bod.] Lisa Schoon Klas 1A Case Study

Transcript of Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Page 1: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

[]

[In deze case-study reflecteer ik op het verloop van mijn actieonderzoek over communicatie in de klas. Het gaat hierbij over zowel verbaal als non-verbaal communiceren. In deze case-study komen de aanleiding, het verloop en de conclusie van het onderzoek aan bod.]

Lisa Schoon Klas 1A

Case Study

Page 2: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Inhoudsopgave

Inleiding Pagina 3 - Aanleiding tot dit onderzoek

Verloop van het onderzoek Pagina 4 - Wat? hoe? en waarom?

Conclusie Pagina 13 - Hoe veder te gaan

Bronvermelding Pagina 14

Bijlage Pagina 15

2 Case study, Communicatie in de klas|

Page 3: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

InleidingIn het tweede semester van het eerste jaar van de ALBO-klas, kwam het actieonderzoek aan bod. Een actieonderzoek is gericht op het verbeteren van je eigen handelen. Het was de bedoeling dat je onderwerp onderzocht waar je in de praktijk tegenaan liep, bijvoorbeeld had je moeite met betrokkenheid? Dan richtte je je actieonderzoek op het verhogen van de betrokkenheid tijdens je lessen. Zelf vond ik het moeilijk om een onderwerp te kiezen waar ik tegenaan liep in de praktijk. Dit kwam mede door een wisseling van stageschool, in mijn nieuwe stagegroep kwam niet 1,2,3 een onderwerp aan de orde. Ook had ik in deze groep nog niet veel les gegeven. Op mijn nieuwe stageschool sta ik dit tweede semester voor groep 7, een klas met 28 leerlingen in een vrij klein lokaal. Het orde houden in deze klas was hetgeen wat mij het lastigst leek, maar ik heb toch voor een breder onderwerp gekozen, communicatie in de klas.

Op het onderwerp communicatie ben ik gekomen doordat ik er iets over las in Kijk op spel, Drama voor de Pabo door H. de Nooij. In dit boek las ik een paragraaf over de statuslees van Keih Johnstone, het ging hier op statussignalen, lage statussignalen en hoge statussignalen. Deze statussignalen gelden lang niet alleen in een dramaspel maar in alle communicatie tussen mensen. Door gebruik te maken van de juiste statussignalen kan je de communicatie in de klas effectiever maken. Dit leek mij erg interessant om uit te proberen in mijn klas.

Communicatie is simpel gezegd verbaal en/of non-verbaal een boodschap of informatie overbrengen naar een ander, in mijn geval 28 leerlingen. Deze informatie kan je overbrengen op verschillende manieren, met of zonder afbeeldingen, met of zonder handgebaren. Deze verschillende manieren hebben allemaal invloed op de effectiviteit van de communicatie. Het verbale en het non-verbale zijn hier beide belangrijk daarom heb ik ervoor gekozen ze beide te onderzoeken.

In deze case-study reflecteer ik op mijn actieonderzoek en vertel ik hoe ik te werk ben gegaan in het onderzoek, waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt en wat hiervan de resultaten zijn. Allereerst zal ik mijn onderzoeksvraag en subvragen toelichten en daarna het verloop van het onderzoek beschrijven. In de conclusie schrijf ik hoe ik denk veder te gaan en wat voor mij belangrijke uitkomsten zijn.

3 Case study, Communicatie in de klas|

Page 4: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Verloop van het onderzoek

De cyclus in het kort

Het actieonderzoek loopt via een vaste cyclus waarin je verschillende stappen doorloopt. Hier beschrijf ik in het kort hoe ik deze stappen heb doorlopen, een uitgebreide beschrijving per stap volgt later in de case study.

Mijn algemeen idee kwam voort uit het drama boek, dit wekte mijn interesse voor communicatie in de klas. Naar dit onderwerp heb ik een uitgebreide verkenning gedaan, door feedback te vragen, kinderen te interviewen en een literatuurstudie te doen. Vanuit deze verkenning heb ik een algemeen plan opgezet, hoe ik de gevonden informatie wilde gaan toepassen in de praktijk. Deze informatie heb ik toen toegepast, elke week heb ik er een extra verbetering aan toegevoegd. Op elke verbetering heb ik gereflecteerd. Uit deze verbeteracties en reflecties komen weer nieuwe verbeteracties en een conclusie, die zijn te vinden in de conclusie in deze case study.

Algemeen idee

Zoals in de inleiding beschreven kwam mijn algemeen idee vanuit het studieboek wat ik via de Pabo voor drama heb: Kijk op spel, drama voor de Pabo door: H. de Nooij. Tijdens het leren voor één van de kennistoetsen van de opleiding kwam ik op een paragraaf over de statuslees van Keih Johnstone, het ging hier over statussignalen, lage statussignalen en hoge statussignalen. Deze statussignalen gelden lang niet alleen in een dramaspel maar in alle communicatie tussen mensen, dus ook in de klas.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoge- en lage statussignalen hieronder staan links lage statussignalen weergegeven en recht hoge statussignalen.

4 Case study, Communicatie in de klas|

Page 5: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Als je deze signalen inzet straal je een hoge of een lage status uit. Het is logisch dat je met hoge statussignalen meer zelfvertrouwen uitstraalt en dat je met lage statussignalen onzeker over komt. In de klas is het dus van belang om hoge statussignalen in te zette zodat de leerlingen een zelfverzekerde leerkracht voor de klas zien staan. Zelf vond ik het lastig om zelfverzekerd voor de klas te staan, ik werd snel zenuwachtig. Het leek mij interessant om uit te proberen of de inzet van hoge statussignalen hier tegen zouden helpen, dat ik minder onzeker voor de klas zou staan.

Voor het actieonderzoek vond ik alleen het onderwerp lichaamstaal, non verbale communicatie te smal. Daarom heb ik ervoor gekozen om ook verbale communicatie bij mijn actieonderzoek te betrekken. Met verbale communicatie kan je namelijk ook zelfvertrouwen uitstralen. Vanuit dit algemene idee heb ik de volgende hoofd- en deelvragen geformuleerd:

Onderzoeksvraag: Wat is de invloed van mijn verbale en non-verbale communicatie en hoe kan ik dit verbeteren in de klas?

Deelvragen:

Hoe ziet mijn communicatie in de klas er op dit moment uit? Wat is er belangrijk bij verbaal communiceren met leerlingen? Wat is er belangrijk bij non-verbaal communiceren met leerlingen? Wat zijn de verbeterpunten in mijn communicatie in de klas?

De vragen zijn vrij breed en algemeen geformuleerd. Hier heb ik voor gekozen omdat ik veel verschillende kanten van communicatie wilde onderzoeken. Met deze onderzoeksvragen kon ik veel verschillende kanten op.

Verkenning

De verkenning draait om het verzamelen van informatie, het verkennen van het onderwerp. Hierbij heb ik op verschillende manieren informatie gezocht, door feedback te vragen van mijn mentoren op de verschillende stagescholen waar ik stage heb gelopen, door een interview te houden met leerlingen uit mijn stageklas en door een literatuurstudie te doen naar communicatie in de klas.

Allereerst heb ik mijn mentor van mijn stage in groep 1 tot en met 4 benaderd, zij had mij eerder al de feedback gegeven dat ik kinderen op een goede en leuke manier benaderde. Op dat moment liep ik niet meer in die groep en op die school stage, gelukkig kon zij mij via de mail feedback geven.

5 Case study, Communicatie in de klas|

Page 6: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Vanuit haar feedback kon ik naar voren halen dat ik een positieve houding had en open sta voor verhalen van kinderen, dit is iets wat ik heb meegekregen uit mijn opvoeding. Het is dan fijn om terug te lezen dat dit dan ook echt terug is te zien in je houding tegenover anderen. Het punt wat zij noemt over effectieve complimenten is nog een punt waar ik aan kon werken, de kinderen expliciet vertellen wat ze nou goed hebben gedaan.

Aan mijn nieuwe mentor in groep 7 heb ik ook feedback gevraagd op mijn communicatie in de klas. Van haar kreeg ik de volgende feedback hierop:Je staat vriendelijk tegenover de groep. Je bent geïnteresseerd en maakt makkelijk contact. Wanneer kinderen je een vraag stellen kun jij snel een antwoord geven en weet je ook waarom je dat antwoord geeft. Je praat duidelijk en formuleert goede zinnen. Je praat op een fijn tempo en je volume is prettig om naar te luisteren. Je bent bezig met het oefenen van nadruk leggen op belangrijke stukken van een zin tijdens de instructie. Soms klinkt je stem wat gespannen. Probeer te blijven ademen met de buikademhaling, deze ademhaling is het beste voor je stem.

Je non-verbale communicatie kun je nog meer uitbouwen. Onbewust doe je al een hoop met je gezicht. Dit gebeurt vooral wanneer je 'gewoon' contact hebt. Wanneer je voor de klas staat is je emotie vaak zeer vlak/gespannen. Je gezicht zegt daardoor iets anders dan je werkelijk zegt. Wanneer een les goed en leuk verloopt is je gezicht meer ontspannen en durf je meer emotie te tonen.

Vanuit de feedback van mijn nieuwe mentor kwam weer mijn open houding aan bod en ook wederom dat ik duidelijk praat op een fijn tempo. Als verbeterpunten noemt zij te denken aan mijn ademhaling en meer te gaan voelen wat ik zeg in gespannen situaties. Hiermee doelt zij op lessen die niet precies lopen zoals ik wil. Als ik dan een ik-boodschap een de klas geef is in mijn gezicht spanning te zien. Deze spanning moet ik omzetten in een passende uitdrukking mij de ik-boodschap.

Vanuit deze feedback van mijn mentoren kon ik een nulmeting maken, hoe mijn communicatie in de klas was voordat ik verbeteracties ging uitvoeren. In de nulmeting kwam dus naar voren dat mijn houding tegen kinderen individueel en voor de gehele klas positief en open is, dat ik op een prettige manier praat en duidelijke zinnen formuleer. De eerste verbeterpunten die ik uit deze nulmeting kon formuleren waren; het geven van effectieve complimenten en meer gaan ‘voelen’ wat ik zeg in gespannen situaties voor de klas.

6 Case study, Communicatie in de klas|

Page 7: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Na het verkrijgen van deze feedback ben ik een interview gaan opzetten om te houden met een aantal kinderen uit mijn stageklas. De vragen van het interview heb ik gebaseerd op mijn eigen interesse over communicatie in de klas en alles hieromheen. Met mijn mentor heb ik besproken welke kinderen geschikt waren om het interview mee te houden. Ik wilde voorkomen dan kinderen gewenste antwoorden zouden geven, dat zou voor mij geen nuttige informatie opleveren. Uiteindelijk ben ik ben een viertal kinderen in het documentatiecentrum gaan zitten om het interview te houden. Het interview heb ik in een gespreksvorm uitgevoerd zodat de kinderen ook dingen konden aandragen die ik niet van tevoren had bedacht. Hier volgt een klein fragment van het interview: (de rest van het interview is te vinden in de bijlage)

1) Wensen jullie elkaar elke morgen, goedemorgen? Of doe je dat alleen bij je vrienden of bij de juf?

Als je juf ’s ochtends bij de deur staat en iedereen goedemorgen zegt is dat fijn. Je kan dan ook gemakkelijker een praatje met de juf maken. Als de juf dit niet doet voelen ze zich niet minder welkom in de klas, maar het is wel fijn als de juf het wel doet. De klas zegt elkaar niet altijd goedemorgen, alleen vrienden. Ze praten ’s ochtends ook meer met hun vrienden. Andere kinderen zeggen ze wel gedrag uit beleefdheid maar daar gaan ze veder niet op in.

10) Wanneer vind je het rechtvaardig om straf te krijgen van de juf?

Straf krijgen is alleen nuttig als je echt weet waarom je straf hebt. Duidelijkheid bij waarschuwingen is erg belangrijk, je bent aan het kletsen daarom krijg je nu een waarschuwing. Als je echt vervelend bent geweest en daarvoor duidelijke waarschuwingen hebt gehad is het rechtvaardig en nuttig dat je straf krijgt.

11) Wat is het effect als je een complimentje krijgt van de juf?

Als je een complimentje krijgt voel je je meteen een stuk vrolijker, je wordt beloond voor je harde werken. Als je heel hard je best aan het doen bent is het fijn als de juf dat ziet, helemaal als je ergens niet zo goed in bent of moeilijk vind en hier heel hard aan werkt. Een complimentje werkt ook als een stimulans voor de rest van de klas, helemaal als de juf iets aan de hele klas laat zien wat je heel goed/mooi hebt gedaan. Wel moet de juf oppassen dat ze niet kinderen die weten dat ze ergens goed in zijn altijd complimentjes geeft, dat is niet leuk voor de rest.

Door het interviewen van de leerlingen wilde ik een beeld krijgen van wat de kinderen belangrijk vinden in de klas, of ze het bijvoorbeeld belangrijk vinden om elkaar goedemorgen te zeggen. Een opvallend punt uit dit interview vond ik dat de leerlingen het vervelend vinden als de leerkracht onder een uitleg of voorlezen heen en weer gaat lopen door het lokaal, hier was ik zelf nooit op gekomen. Een ander opvallend punt was dat de kinderen het vervelend vinden als de leerkracht te snel een antwoord voorzegt, ze willen het graag zelf bedenken. Deze en andere bevindingen uit dit interview heb ik meegenomen in het formuleren van verbeterpunten.

Naast het houden van een interview en het vragen van feedback heb ik in de verkenning een literatuurstudie gedaan naar communicatie in de klas. In eerste instantie was het lastig om geschikte literatuur te vinden over het onderwerp, het was veelal te algemeen of erg verouderde literatuur. Uiteindelijk heb ik een tweetal boeken gevonden waar redelijk veel informatie in was te vinden. Vanuit het studielandschap op Hogeschool Domstad had ik het boek Alle gedrag is communicatie: ‘wat we doen is niet normaal’ van Michiel Hogersluis en Martijn van Oorschot. Uit de regionale bibliotheek had ik het boek Opvoeden in de klas, wegwijzer voor leerkrachten van Herman van den Broeck. Het boek van Hogeschool Domstad ging meer in op communicatie in het algemeen, maar hierbij ging het wel om de tijd waarin wij nu leven, wat nog acceptabel is en wat typisch is voor deze tijd. In het boek van de regionale bibliotheek ging het over de klassensituatie, over verschillende technieken om te communiceren en over verschillende invalshoeken en relatieniveaus binnen de klas en de school. Ook informatie uit deze literatuurstudie heb ik meegenomen in het formuleren van verbeterpunten.

7 Case study, Communicatie in de klas|

Page 8: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Algemeen plan

Na het uitvoeren van een verkenning volgt in het actieonderzoek een algemeen plan. In dit algemene plan ben ik concreet punten gaan zoeken die ik direct kon toepassen in mijn praktijk. Op mijn weblog die ik bijgehouden heb over het actieonderzoek schreef ik hierover het volgende: Contact met kinderen

Een onderdeel van communicatie in de klas is het contact met kinderen. Hoe maak je contact met de kinderen in de klas? En op wat voor manier praat je dan met je leerlingen, als geïnteresseerde juf of als geïnteresseerde vriend?

Uit bronnenonderzoek heb ik hier verschillende tips over gevonden. Deze tips gaan over hoe je beter contact kan maken met je klas.

- Zoek met elk kind contact: bij binnenkomst, of tijdens het knutselen of buitenspelen, tijdens werkjes of na de les

- Straal expliciet uit dat je geïnteresseerd bent in de achtergrond en belevenissen van kinderen, en durf te vragen naar zaken die je niet kent.

- Wees alert op verschillende gewoontes en cultuurpatronen maar kijk bij elk kind of dat ook echt speelt.

- Wanneer conflictjes op de loer liggen met kinderen, communiceer dan vooral non-verbaal. Houd aanvaringen klein.

- Non-verbaal communiceren kan bijvoorbeeld door kinderen even aan te raken bij de schouder als ze in de klas niet aan het werk zijn.

- Herstel na een terechtwijzing de relatie weer, laat het kind voelen dat het er mag zijn.

Bron

Een aantal van deze tips sluiten aan bij de basisbehoeften van kinderen; relatie, competentie en autonomie. Door tegemoet te komen aan deze basisbehoefte creëer je voor de leerling een gunstig leerklimaat

Ik herken een aantal tips al terug in mijn eigen handelen, zoals bijvoorbeeld het goedemorgen zeggen tegen zoveel mogelijk kinderen, en de non-verbale communicatie door een kind aan te raken bij de schouder als het niet aan het werk is. De rest van de tips ga ik ook proberen toe te passen om beter contact te krijgen met de leerlingen in mijn stageklas.

Deze tips heb ik zo goed als allemaal meteen toegepast in mijn praktijk, bijvoorbeeld onder het lezen ’s ochtends. In mijn stageklas wordt er ’s ochtends altijd een kwartier gelezen, de kinderen pakken dan zelf hun boeken en beginnen te lezen. Het echt beginnen met lezen duurt soms even. De kinderen die niet aan het lezen waren heb ik na het vinden van deze tips even aangeraakt bij hun schouder terwijl ik door de klas liep, ze wisten meteen wat de bedoeling was en begonnen te lezen. Het voordeel hiervan is dat andere kinderen hier geen last van hebben, je hoeft niks te zeggen en voor het kind waar het wel om gaat is het heel duidelijk omdat het lezen een vaste routine in de schooldag is. De tip; zoek contant met elk kind, vond ik voor het vinden van deze tips al belangrijk. Ik zeg alle kinderen die de klas in komen ’s ochtends goedemorgen en ook bij het knutselen of tekenen vind ik het leuk en belangrijk bij ieder kind even te kijken en een praatje te maken met altijd een (effectief!) compliment.

8 Case study, Communicatie in de klas|

Page 9: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Een ander punt wat ik heb uitgewerkt in mijn algemeen plan is de gelaatsexpressie. Dit verbeterpunt kwam naar voren in de feedback van mijn mentor in groep 7 maar kwam ook weer naar voren in het gesprek wat ik die periode had met mijn SCP’er. Hierover heb ik op internet meer informatie gezocht en hierover heb ik wederom een verslag gedaan op mijn weblog. Gelaatsexpressies

Vanuit mijn SCP-gesprek en uit feedback die ik gekregen heb van mijn mentor, kwam naar voren dat ik moet gaan werken aan mijn mimiek. Mijn gelaatsexpressie moet beter overeen gaan komen met wat ik zeg. Een voorbeeld hierbij van is, als een leerling vervelend is en ik een ik-boodschap geef moet mijn mimiek de lading van die ik-boodschap overbrengen, oftewel ik moet streng leren kijken. Om dit te gaan oefenen moet ik hier bewuster van gaan worden en dit bewust toepassen in mijn lesgeven, maar hoe?

Uit onderzoek blijkt dat er zes basale gezichtsexpressies bestaan die een uitdrukking zijn van de emoties; woede, angst, afkeer, blijdschap, verdriet en verassing. Waarom er op de afbeelding hiernaast dan zeven uitdrukkingen te zien zijn is mij ook niet duidelijk.. Voor mij zal de expressie afkeur het meeste van toepassing zijn, een duidelijke afkeurende blik moet leerlingen bewust kunnen maken dat ze niet juist bezig zijn. Het blijkt namelijk dat een bewust uitgevoerde gelaatsexpressie het daaraan gekoppelde gevoel kan oproepen. Dan ga ik maar aan de gang met mijn gelaatsspieren..Spiegel ik kom eraan!

Op dit bericht kreeg ik de volgende reactie:

Gerard Dummer zei Dag Lisa,

Eenduidig communiceren heet dat. Goed dat je hier mee aan de slag gaat. Zorg je er ook voor dat als je dit gaat toepassen in de klas je dit weer laat observeren door je mentor of dat je een video-opname van jezelf maakt? Dan kun je de vooruitgang zien die je boekt.

14 april 2010 10:30

Na het schrijven van dit bericht ben ik niet meteen naar de spiegel gerend maar heb ik wel een aantal keer bewust gekeken naar mijn eigen gezichtsuitdrukking. Om dit toe te passen in mijn praktijk vond ik vrij lastig omdat het effect voor jezelf niet altijd meetbaar is. Dit effect verschild namelijk heel erg per leerling, de ene leerling let meer op je uitdrukking de ander meer op de verbale boodschap. De reactie die ik op het blog bericht kreeg heeft mij ertoe gezet om aan mijn mentor te vragen of zij op verbetering wilde letten. Ook heb ik één keer een video-opname van mijzelf gemaakt maar hierop kon ik natuurlijk maar één les zien dus kon ik geen directe verbetering waarnemen. Helaas heeft mijn mentor ook niet specifiek hiernaar gekeken zij gaf hierop geen directe feedback.

Dat mijn mentor geen gerichte feedback gaf op mijn gelaatsexpressie vond ik erg jammer, zo kon ik er niet achterkomen of er daadwerkelijk verbetering plaatsvond. Ook heeft mijn mentor geen reacties gegeven op mijn weblog, hier heb ik wel meerdere malen om gevraagd. Uiteindelijk heb ik voor het grootste deel alleen reacties gekregen van de docent onderzoeksvaardigheden en één reactie van een vriendin van mijn moeder die ook in het onderwijs zit.

9 Case study, Communicatie in de klas|

Page 10: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

Uiteindelijk heb ik voor mijn algemene plan verbeterpunten opgesteld uit de verkregen informatie uit mijn verkenning en verdere informatie uit het algemeen plan zelf. Deze verbeterpunten heb ik punt voor punt toegepast in mijn praktijk. Elke week heb ik er een punt bijgenomen om te verbeteren. Over deze verbeteracties is hieronder meer te lezen.

Verbeteracties

Uit mijn verkenning en algemeen plan had ik een aantal verbeterpunten geformuleerd. Deze verbeterpunten zijn gebaseerd op feedback en informatie die ik verkregen heb ik het verloop van mijn actieonderzoek. De uiteindelijke verbeterpunten luiden als volgt:

• Bewust inzetten hoge statussignalen,

• consequent zijn met waarschuwingen,

• ‘voelen wat je zegt’

• rekening houden met relatieniveaus

Het bewust inzetten van hoge en lage statussignalen komt vanuit de aanleiding tot dit onderzoek. Hierover heb ik gelezen in Kijk op spel, Drama voor de Pabo. Hiermee ben ik meteen aan de slag gegaan nadat ik hierover had gelezen, omdat ik eerst ook niet helemaal zeker was voor de gehele groep. Ik ben tijdens klassikale lessen, vooral tijdens uitleg, hoge statussignalen in gaan zetten. Zodat ik mijzelf zekerder ging voelen en om zelfvertrouwen uit de stralen naar de groep toe. De hoge statussignalen heb ik hiernaast nogmaals weergegeven. Het effect van het inzetten van deze hoge statussignalen was dat ik mij zekerder voelde voor de groep. Ook was ik mij meer bewust van een zelfverzekerde houding, dus niet alleen een open houding maar ook zelfverzekerd. Deze verbeteractie had voor mij dus een positief effect ik ging zelfverzekerder voor de groep staan, de klas zag een zelfverzekerde juf.

Consequent zijn met waarschuwen heb ik op een hele systematische manier aangepakt. Van de klas heb ik een plattegrond gemaakt waarop is aangegeven welke kinderen waar zitten. De klas heb ik verteld dat ik ging bijhouden wie er goed mee deed en wie niet. Als je goed mee deed, als eerste klaar zat, heel netjes gewerkt had etc. kreeg je een +je en als je niet goed mee deed dan kreeg je een – etje. Als ik een leerling een – gaf dan kreeg deze een waarschuwing. Deze waarschuwing heb ik steeds geformuleerd met een ik-boodschap, ik benoemde waar ik last van had en hierna benoemde ik het gewenste gedrag. Uiteraard zei ik eerst tegen de leerling dat hij of zij een – etje kreeg. Als een leerling 4 – etjes had moest hij of zij de klas uit om een andere opdracht te gaan doen. De eerste week dat ik met dit systeem werkte ging het heel erg goed, de kinderen deden heel erg hun best om zo veel mogelijk + jes te behalen. De leerling die aan het eind van de dag de meeste plusjes had behaald kreeg van mij een aantal stickers, dit werkte als een extra motivatie. Dit systeem heb ik een aantal weken lang gebruikt. In de loop van de weken heb ik een aantal keer leerlingen de klas uitgestuurd, dit was voor mij makkelijker dan voor het systeem omdat ik een hele duidelijke reden had en de kinderen dus niet met mij in discussie konden gaan. Wat wel belangrijk is, is dat ik de

10 Case study, Communicatie in de klas|

Page 11: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

kinderen voor elke les op de + en – etjes moest attenderen anders dachten zij hier niet aan. Een reden hiervoor is dat mijn mentor dit systeem niet gebruikt en ze van haar uiteraard veel meer les krijgen. Deze verbeteractie had dus een positief effect voor mij, later wil ik nog gaan leren om dit toe te passen zonder beloning en zonder plattegrond.

Met ‘voelen wat je zegt’ doel ik zowel op mijn gezichtsuitdrukking als boos worden als er iets gebeurt waar ik het niet mee eens ben. Deze verbeteractie komt voort uit de feedback van mijn mentor en het SCP-gesprek wat ik op mijn stageschool heb gevoerd. Hieruit kwam naar voren dat ik moeite heb met boos worden tegenover de klas en daarbij mijn gezichtsuitdrukking op aan te laten sluiten. In de fase algemeen idee had ik hier ook al aandacht aan besteed. Aan deze verbeteractie had ik dus al deels gewerkt. Ik heb ervoor gekozen nogmaals aan deze verbeteractie te werken omdat ik nog niet van mening was dat er iets was verbeterd en ik graag wilde leren aan boos worden tegenover de groep. Helaas heb ik een tijd weinig lessen kunnen geven door de cito-entree toets die mijn groep op dat moment had en daarna volgde er een vakantie. Wederom heb ik dus geen grote verbetering kunnen uitvoeren op dit vlak.

Omdat ik weinig lessen kon geven door de cito-entree heb ik nog een vierde verbeteractie geformuleerd; rekening houden met relatie niveaus. Bij communicatie in de klas moet je rekening houden met verschillende invalshoeken. Op mijn weblog heb ik hier het volgende over geschreven. 4 Invalshoeken

De meest voor de hand liggende functie van communicatie is het overdragen van informatie. In de klas is inhoud van de communicatie vreselijk belangrijk, de leerkracht moet de vakkennis/boodschap overbrengen naar de leerlingen. Een leerkracht die de indruk geeft dat hij zijn vak beheerst, kan meer aanspraak maken op inzet en ontzag. Met inhoud alleen kan je niet effectief communiceren, naast inhoud speelt relatie ook een grote rol. De achtergrond en motivatie van de leerkracht beïnvloed in grote maten de interesse en de motivatie van de klas. Het bepaalt de manier waarop ze hem als leerkracht beleven en het heeft effect op hun betrokkenheid. Wat je doet en hoe je overkomt als

11 Case study, Communicatie in de klas|

Page 12: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

persoon hangt sterk samen. We kunnen niks bespreken zonder ook signalen uit te zenden over hoe we elkaar zien. De relatie tot de andere beïnvloed onze interesse en geloof in wat de ander zegt. Hoe leerlingen tegen hun leerkracht aan kijken blijkt belangrijk te zijn voor hun presentatie en motivatie. Een leerkracht die monotoon vertelt, weet de klas niet te boeien. De kans is dan groot dat de leerlingen dan geen interesse tonen in de stof... Persoonlijkheid is voor een leerkracht dus ook erg belangrijk in het lesgeven. Bron: H. van den Broeck - Opvoeden in de klas

Op dit bericht kreeg ik de volgende reactie:

Gerard Dummer zei

Dag Lisa,

het is handig als je ook de context van de post weergeeft. Nu zie ik niet direct wat je met dit stukje wilt zeggen. Maak dat dus ook duidelijk.

11 mei 2010 14:13

De relatie tussen leerkracht en leerlingen, de manier waarop de leerlingen de leerkracht zien wordt bepaald door de achtergrond en motivatie van de leerkracht, maar natuur ook door hoe de leerkracht individueel met de leerlingen omgaat. Aan het begin van mijn stageperiode op mijn nieuwe stageschool hoorde ik een verhaal over een stagiaire die meer deed alsof ze de vriendin was van de leerlingen in plaats van de leerkracht. Zo wilde ik dus in ieder geval niet overkomen. Toen ik over dit onderwerp las moest ik weer aan dit verhaal denken dus heb ik mij er veder in verdiept. Als werkelijke verbeteractie heb ik mij bewust meer als leerkracht opgesteld tegenover leerlingen, ik vind het heel leuk om met leerlingen in gesprek te gaan, hierbij moest ik erop letten niet te veel over mijzelf te vertellen en de leerkracht te blijven. Hierbij heb ik ook mijn mentor geobserveerd, hoe doet zij dit eigenlijk? Uit deze observaties kwam naar voren dat zij de leerlingen veelal naar haar laat toekomen als ze iets kwijt willen, ze gaan uit zichzelf weinig in gesprek met leerlingen. Zelf vind ik het wel belangrijk om contact te hebben met alle leerlingen uit je klas, dus ook met leerlingen die niet vaak uit zichzelf naar je toe komen. Ik heb eraan gewerkt om tijden een stagedag met alle leerlingen even kort te praten als leerkracht, ook tijdens leswisselingen of onder het eten. Dit hoeft zich dus niet te beperken tot tijdens de les, zolang je maar de leerkracht blijft.

Het was mijn bedoeling op elke verbeteractie, na elke stagedag, te reflecteren. Ik heb wel met mijn medestudent die op dezelfde stageschool stage loopt hierover gepraat maar ik heb weinig echt op papier gezet. Dit vind ik wel jammer want door kritieke situaties vast te leggen kan je hier later beter op terugblikken. Met mijn mentor heb ik ook over een aantal van mijn verbeteracties nagepraat, vooral over het + en - model. Van haar kreeg ik de feedback hiermee te blijven werken, vooral als het voor jezelf werkt.

12 Case study, Communicatie in de klas|

Page 13: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

ConclusieTijdens het doen van dit actieonderzoek ben ik tot de conclusie gekomen dat evenwichtige communicatie in de klas is een basis voor goed onderwijs. Je communicatie is de basis in de klas, als dat goed is hoef je alleen nog maar goed les te gaan geven. Je kan wel hele goede lessen geven maar daarbij is ook de basis van de klas belangrijk, dat er echt een juf staat die zowel verbaal en non-verbaal uitstraalt dat zij de leerkracht is en ook het respect heeft van haar klas. Er moet een leerkracht voor de klas staan die ’s ochtends goedemorgen zegt om de sfeer van de dag te zetten en tijdens die dag contact heeft met al haar leerlingen. Deze situatie zou ik heel graag hebben als ik over een aantal jaar voor mij eigen klas sta. Maar als stagiaire doe ik nu ook al mijn best om zo veel mogelijk van deze punten toe te passen.

In de toekomst wil ik blijven werken aan hoge statussignalen, zelfverzekerd voor de klas blijven staan. Dit zal sowieso beter gaan naarmate ik steeds meer les ga geven en meer ga leren over voor de klas staan. Ook wil ik consequent blijven op een systematische wijzen omdat dit voor mij het beste werkt. De plattegrond wil ik wel gaan loslaten omdat dit niet heel praktisch werkt, maar het systeem op zichzelf werkt voor mij heel goed. Deze zomer wil ik gaan lezen over lichaamstaal in de klas, wat je nog meer non-verbaal kan doen om echt juf te zijn.

Problemen bij het doen van dit actieonderzoek zaten er bij mij vooral bij de reflectie en de feedback van mijn mentor. Ik had mijn reflectie op papier moeten zetten zodat ik deze toe kon voegen aan deze case-study en er later nog op terug had kunnen kijken. De feedback van mijn mentor heb ik vooral op mijn weblog gemist, dit heb ik haar wel meerdere malen gevraagd. Ik had verwacht uit deze feedback nog meet verbeterpunten te kunnen formuleren om mijn communicatie in de klas nog meer te verbeteren en inzicht te krijgen in de kleine simpele dingen die niet in de literatuur te vinden zijn.

Mijn grootste succes vond ik het gesprek wat ik heb gehouden met een viertal leerlingen uit mijn stageklas. Het was een heel open en gezellig gesprek waarin de leerlingen heel goed aangaven wat voor hun belangrijk was in de klas. Hieruit heb ik ook heel veel kleine tips kunnen halen die niet direct gingen over communicatie in de klas. Een ander succes was het invoeren van het + en – etjes systeem, hier reageerde mijn stageklas heel prettig op. Dit systeem wil ik ook blijven gebruiken in de toekomst omdat het veel houvast geeft bij het geven van waarschuwingen.

13 Case study, Communicatie in de klas|

Page 14: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

BronvermeldingBoeken:

Broeck, H. v. (2002). Opvoeden in de klas, wegwijzer voor leraren. Tielt: Lannoo

Hogersluis, M. & Oorschot, M. v. (2007). Alle gedrag is communicatie: wat we doen is niet normaal. Amsterdam: SWP

Nooij, H. d. (2008). Kijk op spel, Drama voor de Pabo. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff

Internetsites:

Hilhorst, M. (2009, Juni 18). Meer aandacht voor communicatie met leerlingen. Opgeroepen op April 2010, van Onderwijsweb: http://www.onderwijsweb.nl/DOSSIERS/BETER%20CONTACT%20MET%20LEERLINGEN/Pages/Meeraandachtvoorcommunicatiemetleerlingen.aspx

Onbekend. (2009, December 19). Wikipedia. Opgeroepen op April 2010, van Gelaatsexpressie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gelaatsexpressies

14 Case study, Communicatie in de klas|

Page 15: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

BijlageInterview: Communicatie in de klas, wat vinden de kinderen belangrijk?

24-03-’10 Willibrordus Breukelen Leerlingen: Lode, Nick, Isabella & Maud

1) Wensen jullie elkaar elke morgen, goedemorgen? Of doe je dat alleen bij je vrienden of bij de juf?Als je juf ’s ochtends bij de deur staat en iedereen goedemorgen zegt is dat fijn. Je kan dan ook gemakkelijker een praatje met de juf maken. Als de juf dit niet doet voelen ze zich niet minder welkom in de klas, maar het is wel fijn als de juf het wel doet. De klas zegt elkaar niet altijd goedemorgen, alleen vrienden. Ze praten ’s ochtends ook meer met hun vrienden. Andere kinderen zeggen ze wel gedrag uit beleefdheid maar daar gaan ze veder niet op in.

2) Hoe goed kennen jullie je klasgenoten? / Wie ken je het beste in de klas?De meiden kennen de meiden beter en de jongens kennen de jongens beter. Sommige kinderen kennen niet alle achternamen van de hele klas. Iedereen ken je wel een beetje van verhalen die in de klas worden verteld en omdat je al langer bij elkaar in de klas zit. Je beste vrienden ken je ook het allerbest, of kinderen waarmee je bijvoorbeeld in de straat woont.

3) Hoe goed ken je de juf? De juf verteld niet veel over haar privé leven. De klas weet hoe oud ze is, wanneer ze jarig is en wat haar hobby’s zijn. De klas vind het fijn wat over de juf te weten want dit zorgt voor meer vertrouwen. Als je wat van de juf weet durf je ook beter wat over jezelf te vertellen. Zo wordt je ook een beetje bevriend met de juf. Na school met de juf kletsen is ook erg gezellig.

4) Waarom is het belangrijk elkaar goed te kennen?Als je elkaar goed kent durf je meer in de klas en ben je minder onzeker. Het is fijn je niet bang bent om iets te vertellen of om je vinger op te steken voor een vraag. Ook weet je als je elkaar goed kent wat je wel en niet kan doen bij een ander, wat iemand bijvoorbeeld kwetst. In een klas waar je elkaar goed kent durf je ook eerlijker te zijn tegenover elkaar.

5) Wat voor dingen moeten er besproken worden in de klas?Dingen die op school gebeuren, op het plein of in de klas kunnen besproken worden in de klas. Het is niet fijn als de klas hierna over door gaat. Hier moeten afspraken over worden gemaakt al is dat wel lastig. Privé dingen bespreek je alleen met de juf of met je beste vrienden, die moet je dan wel kunnen vertrouwen. Bijvoorbeeld dingen die thuis gebeurt zijn of dingen waar je erg mee zit. Het is fijn als de juf dan begripvol is en het niet doorverteld aan anderen.

6) Vind je het fijn je verhaal kwijt te kunnen bij een juf, of moet een juf zelf met jou in gesprek gaan? Je kan het beste zelf met de juf in gesprek gaan. De juf kan ook niet altijd zien of er iets aan de hand is. In gesprek gaan met de juf gebeurt het liefst als er niemand anders bij is (als het

15 Case study, Communicatie in de klas|

Page 16: Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

gaat over privé zaken) Als de juf ziet dat er iets aan de hand is, is het wel fijn als ze je dan aanspreekt dan kan je een verhaal bij haar kwijt.

7) Wanneer voel je je persoonlijk aangesproken in de klas?Als je individueel wordt aangesproken of als de juf een aantal kinderen apart noemt. Namen noemen spreekt dus erg aan. Ook als de gehele klas positief wordt aangesproken voelen de kinderen zich persoonlijk benaderd. Als de juf boos wordt op een deel van de klas heeft dit ook invloed op de overige kinderen, ‘dan wordt je minder blij’ Het is fijn dat de juf het weer ‘goed maakt’ nadat ze boos is geworden. Non-verbale communicatie heeft veel invloed, als de juf raar naar je kijkt wekt dit een nier begrepen indruk. Ook als de juf bijvoorbeeld zegt ‘wat nu weer?’ wordt dit niet begrepen. Het is belangrijk duidelijk te zijn als je leerlingen aanpreekt.

8) Wat vind je fijner, als de juf tijdens een les door de klas loopt of achter haar bureau blijft zitten? Het is fijn als de juf rond loopt als de klas bezig is met een opdracht, zo kan je gemakkelijker vragen stellen en is het minder rommelig in de klas. Met een toets kan de juf beter blijven zitten want dan is rondelopen erg vervelend. De juf wacht vaak even met rondlopen totdat er meerdere vragen zijn, dat is fijn zo kan je eerst even helemaal zelf aan het werk.

9) Moet de juf altijd lief zijn? Of is het ook goed om een consequente juf te hebben? En hoezo is dat? De juf moet doen wat ze moet doen. Ze moet duidelijk zijn in haar regels en hier zichzelf en de klas goed aan houden. Maar hiernaast moet ze wel aardig en duidelijk blijven, je moet weten waar je aan toe bent.

10) Wanneer vind je het rechtvaardig om straf te krijgen van de juf?Straf krijgen is alleen nuttig als je echt weet waarom je straf hebt. Duidelijkheid bij waarschuwingen is erg belangrijk, je bent aan het kletsen daarom krijg je nu een waarschuwing. Als je echt vervelend bent geweest en daarvoor duidelijke waarschuwingen hebt gehad is het rechtvaardig en nuttig dat je straf krijgt.

11) Wat is het effect als je een complimentje krijgt van de juf?Als je een complimentje krijgt voel je je meteen een stuk vrolijker, je wordt beloond voor je harde werken. Als je heel hard je best aan het doen bent is het fijn als de juf dat ziet, helemaal als je ergens niet zo goed in bent of moeilijk vind en hier heel hard aan werkt. Een complimentje werkt ook als een stimulans voor de rest van de klas, helemaal als de juf iets aan de hele klas laat zien wat je heel goed/mooi hebt gedaan. Wel moet de juf oppassen dat ze niet kinderen die weten dat ze ergens goed in zijn altijd complimentjes geeft, dat is niet leuk voor de rest.

16 Case study, Communicatie in de klas|