CAPRICAPRI

46 47

Op zoek naar extra leven op je weide?

Dan zijn geiten echt iets voor jou.Geiten zijn van nature echte kuddedieren en zijn daarom erg gesteld op gezelschap.

Het zijn energieke dieren en echte klimmers, ze hebben dus nood aan een aangepaste voeding.

Geiten zijn kieskeurige dieren als het op voeding aankomt. Een gevarieerde en vooral smakelijke

voeding ligt dan ook aan de basis van een goede gezondheid. Net zoals bij de mens, zal het

voederniveau en het benodigde type voer variëren naargelang de leeftijd, ontwikkelingsfase en zelfs

het productieniveau.

Met het CAPRI-gamma bieden we je een aantal uitgebalanceerde voeders aan.

caprina 3&4 pellet korrel

caprimash 3&4 muesli muesli

caprifloc 2 muesli muesli

Aanvullend diervoeder voor geiten, dwerggeiten, herten, alpaca’s en lama’s

Geiten, herten

2 CAPRIFLOC 2 muesli

Mengeling met groeikorrels, maïs- en gerstvlokken, voor een optimale opname en groei. 3 weken - 3 maanden 15KG 451048

4&3 CAPRINA 3&4 pellet

Onderhouds- en drachtkorrel, voor een optimale conditie. De korrels stimuleren ook de melkproductie.

vanaf 3 maanden en tijdens de dracht & lactatie 20KG 451050

4&3 CAPRIMASH 3&4 muesli

Onderhouds- en drachtvoeder: mengeling van korrels, maïs- en gerstvlokken voor een optimale opname en conditie.

vanaf 3 maanden en tijdens de dracht & lactatie 20KG 451049

FASE PRODUCT BESCHRIJVING PERIODE KG ART. NR.

Aanwending van hoogwaardige ingrediënten

garandeert een goede opname.

CAPRI 2

CAPRI 3 & CAPRI 4

48 49

Na de lactatie moeten de jonge geitenlammeren overschakelen van melk naar vaste voeding. Alvorens het speenproces te starten, moet je nagaan of het geitenlam klaar is voor die omschakeling. Houd rekening met de volgende voorwaarden:• minimaal 10 kg wegen;• minimaal 6 weken oud zijn;• ongeveer 250 g CAPRIFLOC 2 muesli per dag opnemen;• in een goede gezondheid verkeren

Geef jonge geitjes zo vroeg mogelijk krachtvoer, nog tijdens de zoogperiode. Zo zullen zij gemakkelijkerspenen. Eens de lammeren gespeend zijn, kan je ze naar believen bijvoederen, ongeveer 500g/dag. Dagelijks verversen stimuleert de opname. Het grootste deel van het rantsoen moet bestaan uit ruwvoer, omdat dit de ontwikkeling van de pens bevordert.

Naast een goede weide volstaat doorgaans 500 g krachtvoer per dag. In de winterperiode wordt naast goed hooi een dagelijkse portie van 1 tot 1,2 kg aangeraden.

Bij drachtige geiten raden wij aan om de hoeveelheid krachtvoer pas vanaf ongeveer 2 maanden dracht langzaam op te voeren. Tegen het moment van het aflammeren zal de hoeveelheid krachtvoer 600 g tot zelfs 800 g per dag per dier bedragen.

Dwerggeiten worden sneller vet en hebben doorgaans minder voer nodig: naast hooi of stro volstaat dagelijks 50 tot 100 g per dier.

• Voorzie een stal die tochtvrij en waterdicht is, en die gemaakt is van stevig en weerbaar materiaal. Zorg ervoor dat de stal verlucht kan worden.

• Plaats de stal hoog genoeg. Zo komt er geen regen- of grondwater naar binnen. Een betonnen vloer kan ook.

• Geiten mogen zomer en winter op de weide maar hebben steeds nood aan een schuilplaats tegen de regen.

Ideale omgeving

VOORTPLANTING• Geiten worden bronstig als de dagen korter worden. De herfst is het dekseizoen bij uitstek (augustus-december).• De bronstcyclus duurt 18 tot 30 dagen.• Het lammerseizoen situeert zich in het voorjaar, met een piek in februari-maart.• Jonge geitjes zijn al geslachtsrijp op een leeftijd van 4 à 5 maanden. Zorg er wel voor dat zij niet gedekt worden voor de leeftijd van 7 à 8 maanden.

TIP

Naast ruwvoer zoals stro, hooi,

gras en bieten is krachtvoer een

belangrijk aspect van de voeding.

Geiten zijn in de eerste plaats

herkauwers en hebben steeds nood

aan ruwvoer. Daarom mag maximaal

60% van het dagelijkse rantsoen

uit krachtvoer bestaan.

CAPRI

50 51

CAPRI 2

CAPRI 3 & CAPRI 4

Heb je altijd al gedroomd van een prachtig hert ?

De twee bekendste hertensoorten in gevangenschap zijn het damhert en het edelhert.

Naast een ruime en gevarieerde weide, ligt het geheim van een evenwichtige hertenvoeding

in het bijvoederen van krachtvoer.

Net zoals schapen en geiten zijn herten echte herkauwers. Zij verschillen wel in de

iets slechtere vertering van ruwe vezel.

De stofwisseling van herten wordt sterk beïnvloed door de seizoenen. Herten hebben

in de winter een eerder stagnerende groei, onafhankelijk van het aangeboden voedsel.

Gezien de grote overeenkomst met geiten, is het CAPRI-gamma ook voor deze diersoort geschikt.

Alvorens over te gaan tot het spenen, is het belangrijk om de jonge hertenkalveren daarvoor al te laten kennismaken met krachtvoer. Wij raden jou dan ook aan om tijdig CAPRIFLOC 2 muesli ter beschikking te stellen zodat de pensflora zich geleidelijk aan kan aanpassen.

Als de gespeende kalveren binnen worden gehouden, is een rantsoen met onbeperkt krachtvoer een goede keuze. De dieren nemen ongeveer 1 kg tot 1,2 kg krachtvoer per dier per dag en hooi naar eigen behoefte op. Voor een goede penswerking is het belangrijk dat minimaal 15% van de droge stof van ruwvoer afkomstig is.

Van december tot februari daalt de voederopname en zullen de kalveren minder snel groeien. De krachtvoeropname in deze periode mag teruggebracht worden tot 500 g.

Na een zomer op grasland zal een hert meestal voldoende wegen om het bronstseizoen in te gaan. Er worden vetreserves aangelegd om de winter door te komen. Bijvoederen voor de bronstperiode is voor bokken belangrijker dan voor hinden. Tijdens de bronst zullen bokken een aantal weken niet of nauwelijks eten en dus veel gewicht verliezen. Hierbij zullen zij soms tot 80% van hun vetreserves en een gedeelte van hun eiwitreserves aanspreken.

Wil je conditieverlies tijdens deze periode voorkomen, dan moet de kwaliteit van het wintervoer heel goed zijn om de lage voederopname te compenseren. Een winterrantsoen voor volwassen edelherten kan bestaan uit: 2 kg CAPRI per dier per dag met voldoende hooi of ander ruwvoer ter beschikking;

De eetlust van een hert zal na de bronstperiode wel weer toenemen, maar zijn energiebehoefte blijft in deze periode relatief hoog. Tijdens de dracht is het - naast het ter beschikking stellen van hooi en vers water - aangewezen om bij te voederen met krachtvoer (tot 500 g CAPRI per dier per dag). Ook tijdens de lactatieperiode is 500 g CAPRI per dier per dag aangeraden.

Opgelet! De aangegeven doseringen gelden voor edelherten. Voor de kleinere damherten kan je best de dosering halveren.

IDEALE OMGEVING• Probeer bokken en hinden buiten het bronstseizoen

van elkaar gescheiden te houden.

• Voorzie een omheining van zeker 2 meter hoogte.

Herten kunnen immers heel hoog springen

als ze worden opgeschrikt.

• De aanbevolen beweidingsdichtheid is

12 tot 16 hinden met kalveren per hectare.