Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het...

21
Businessplan Nationaal Expertisecentrum Warmte NEW Colofon Dit rapport is opgesteld door Lex Bosselaar David Grote Beverborg Catherine Hesselmann Datum Augustus 2009 Kenmerk Businessplan NEW Status Definitief

Transcript of Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het...

Page 1: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

Businessplan

Nationaal Expertisecentrum WarmteNEW

Colofon Dit rapport is opgesteld door

Lex Bosselaar

David Grote BeverborgCatherine Hesselmann

Datum Augustus 2009

Kenmerk Businessplan NEW

Status Definitief

Page 2: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

2

Inhoudsopgave

Samenvatting....................................................................................................................................................................................................3 1 Inleiding .......................................................................................................................................................................................................4 2 Doelstelling expertisecentrum ..................................................................................................................................................................5 2.1 Fasering.......................................................................................................................................................................................................5 2.2 Effectmeting ................................................................................................................................................................................................7 2.3 Afbakening ..................................................................................................................................................................................................7 3 Omgevingsanalyse .....................................................................................................................................................................................9 3.1 De rol van kennisinstellingen....................................................................................................................................................................9 3.2 De rol van brancheorganisaties ................................................................................................................................................................9 3.3 De rol van commerciële adviesbureaus .................................................................................................................................................10 3.4 Aanverwante initiatieven..........................................................................................................................................................................10 4 Successen en risico’s ..............................................................................................................................................................................12 5 Werkwijze...................................................................................................................................................................................................14 5.1 Expertise verzamelen ...............................................................................................................................................................................14 5.2 Expertise overdragen ...............................................................................................................................................................................14 5.3 Instrumenten ontwikkelen .......................................................................................................................................................................15 5.4 Communicatie ...........................................................................................................................................................................................16 5.5 Kwaliteit en objectiviteit...........................................................................................................................................................................17 5.6 Internationale relaties...............................................................................................................................................................................17 6 Organisatie ................................................................................................................................................................................................18 6.1 Samenwerking met externe partijen .......................................................................................................................................................18 6.2 Organisatorische inbedding binnen SenterNovem...............................................................................................................................18 7 Kosten........................................................................................................................................................................................................20 8 Monitoring en evaluatie............................................................................................................................................................................20 Bijlage 1: Uitwerking Doelen en indicatoren op drie niveaus....................................................................................................................21

Page 3: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

3

Samenvatting

Het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’, het ‘Energierapport’ en de ‘Innovatieagenda Energie’beschrijven de ambities van dit Kabinet om de transitie naar een duurzame energiehuishouding teversnellen. Voor warmte is de integrale aanpak uitgewerkt in het werkprogramma ‘Warmte opStoom’. Een van de aangekondigde instrumenten is de opzet van het Nationaal ExpertisecentrumWarmte (NEW). SenterNovem heeft van het ministerie van Economische Zaken opdracht gekregenom in overleg met marktpartijen een centrum in te stellen dat kwalitatieve, betrouwbare enobjectieve kennis verzamelt en verspreidt over het verduurzamen van de warmte en koudevoorziening. .

In dit businessplan geeft SenterNovem aan wat de plannen zijn voor 2009 t/m 2011. Het beschikbarebudget stijgt van 0,5 miljoen euro per jaar in 2009 naar 0,75 miljoen in 2010 en 2011. De toename isnodig voor de opbouw en uitbreiding van het centrum. De komende jaren zal het werkveld wordenuitgebreid van de gebouwde omgeving naar de industriesectoren.

Het expertisecentrum warmte gaat niet concurreren met commerciële partijen. Voor het succes isdraagvlak bij de verschillende gebruikers cruciaal. Een overzicht van deze en andererandvoorwaarden is opgenomen in dit plan. Verder is aangegeven hoe het expertisecentrum gaatsamenwerken met brancheorganisaties en kennisinstellingen. De Adviesraad waarin de actievespelers in het veld vertegenwoordigd zijn krijgt een belangrijke rol om te adviseren over hetfunctioneren, de activiteiten en de instrumenten. .

De activiteiten van het expertisecentrum warmte zijn ingedeeld in:1. Expertise en kennis verzamelen

Zorgen dat de beschikbare informatie toegankelijk wordt en geobjectiveerd wordt.2. Expertise en kennis overdragen

Dit is vooral samen met Kompas en andere SenterNovem programma’s die goede contactenhebben in de markt. Verder via een website en een helpdesk. Ook worden workshopsgeorganiseerd.

3. Instrumenten ontwikkelenDeze instrumenten zijn o.a.: afwegingskaders voor nieuwbouwlocaties en restwarmte, deuniforme maatlat en warmtekaarten. Klankbordgroepen worden ingesteld die bijdragen aande ontwikkeling.

Verder is aangegeven hoe het NEW is ingebed in SenterNovem en samenwerkt met andereorganisaties.

Page 4: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

4

1 Inleiding

Een schone energievoorziening is een publiek belang. Dit kabinet heeft de ambitie bij te dragen aanhet bevorderen van het verduurzamen van de energievoorziening. Het werkprogramma ‘Schoon enZuinig’, het ‘Energierapport’ en de ‘Innovatieagenda Energie’ beschrijven de ambities van ditKabinet om de transitie naar een duurzame energiehuishouding te versnellen. Voor warmte is deintegrale aanpak uitgewerkt in het werkprogramma ‘Warmte op Stoom’. Een van de aangekondigdeinstrumenten is de opzet van het Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW).

SenterNovem heeft van het ministerie van Economische Zaken opdracht gekregen om in overlegmet de energiesector en andere stakeholders in januari 2009 een centrum op te starten datkwalitatieve, betrouwbare en objectieve kennis verzamelt en verspreidt over het verduurzamen vande warmte en koude voorziening. SenterNovem heeft op basis van interviews en workshops, decontouren van het expertisecentrum geschetst in het strategisch basisdocument voor hetexpertisecentrum warmte.

Dit businessplan is een uitwerking van het Strategisch basisdocument. Het geeft aan wat in deperiode van 2009-2011 het doel is van het Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW), welkeactiviteiten worden ondernomen, wat de werkwijze is en hoe wordt samengewerkt met anderepartijen. Het businessplan wordt voorgelegd aan de Adviesraad.

Page 5: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

5

2 Doelstelling expertisecentrum

Partijen betrokken bij duurzame investeringen, zoals gemeenten, projectontwikkelaars, architectenen adviesbureaus, blijken niet altijd goed geïnformeerd over de mogelijkheden en (milieu)prestatiesvan verschillende warmte- en koudetechnieken en -systemen. Hierdoor kunnen kansen voor hetverduurzamen van de warmte- en koudevoorziening blijven liggen. De verduurzaming van dewarmte- en koudevoorziening komt maar traag op gang. Omdat er te weinig kennis is over deprestatie van warmte- en koudemaatregelen, is een goede afweging vaak lastig. Het doel is om allepartijen die investeringsbeslissingen op dit gebied beïnvloeden, zoals gemeenten,projectontwikkelaars, architecten en ingenieursbureaus, de kennis te leveren om hunduurzaamheidambities te verwezenlijken. Vooral gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen.

SenterNovem heeft in een strategisch basisdocument1 de contouren geschetst van hetexpertisecentrum. Het document is voorgelegd aan en besproken met de stakeholders. Op basishiervan is de volgende doelstelling opgesteld:

Het overdragen van kwalitatieve, betrouwbare en objectieve kennis aan beslissers in degebouwde omgeving over het verduurzamen van de warmte en koude voorziening

Kennis is voor alle sectoren van belang. Niet alle sectoren kunnen meteen bij de start van hetcentrum in 2009 worden bediend. Het opbouwen van deskundigheid en het winnen van vertrouwenkost tijd. Daarom wordt gekozen voor een geleidelijke opbouw en zal de doelstelling meebewegenmet de behoeften van de markt. In eerste instantie richt het expertisecentrum zich op de gebouwdeomgeving. Vervolgens wordt het werkgebied uitgebreid naar de sector industrie.

Het centrum gaat niet concurreren met activiteiten van commerciële partijen. Het expertisecentrumgeeft namelijk niet – zoals private bureaus –individuele maatwerkadviezen over welke investeringeen individuele partij in een specifieke situatie zou moeten doen, maar het brengt de mogelijkhedenin kaart. In paragraaf 2.3 zijn de randvoorwaarden verder uitgewerkt.

2.1 Fasering

Dit businessplan richt zich op de periode 2009 tot en met 2011. Het expertisecentrum warmte richtzich in het eerste jaar op de gebouwde omgeving. In de tweede helft van 2009 wordt gestart met dekennisopbouw voor de sector industrie. Zodat het centrum begin 2010 ook de sector industrie vankennis en expertise kan voorzien. (zie figuur 1). Door de fasering bestaat de mogelijkheid dat dedoelstelling in 2010 en/of 2011 wijzigt. De jaarlijkse evaluatie van het expertisecentrum dient om deaanpak verder te optimaliseren. Na drie jaar wordt bekeken of de markt voldoende vertrouwd is methet verduurzamen van de warmte- en koudevoorziening en of deze publieke taak nog steedsnoodzakelijk is.

1 Strategisch Basis Document voor het expertisecentrum warmte, SenterNovem, september 2008.

Page 6: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

6

Figuur 1: Fasering Nationaal Expertisecentrum Warmte

Page 7: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

7

Fase 1 2009 Fase 2 2010 Fase 3 2011

Sectoren Gebouwde omgeving Gebouwde omgevingen industrie

Gebouwde omgevingen industrie

Activiteiten • Kennis opbouwen gebouwdeomgeving

• Uniforme maatlat enafwegingskader toepassen enuitbouwen

• Veldtesten uitzetten• Warmtekaarten verspreiden• 2e helft 2009 start

kennisopbouw industrie

Idem, opschaling Idem en optimalisatie

Budgetvoorstel 0,5 M€ 0, 75 M€ 0,75 M€

2.2 Effectmeting

Voor het behalen van de doelstelling kan gekeken worden naar drie niveaus. Het hoogste niveau ishet behalen van de beleidsdoelen voor warmte. Het expertisecentrum faciliteert het realiseren van ditdoel, maar is slechts één van de activiteiten die bijdraagt aan dit doel. Het tweede niveau is hetprogrammaniveau. Dat zijn de doelen die het centrum in de markt bij doelgroepen wil bereiken. Opdit niveau is het effect van het expertisecentrum beter te bepalen, hoewel ook andere zaken dedoelgroep beïnvloeden. Het derde niveau is het activiteitenniveau. Dit zijn de directe resultaten vanactiviteiten uit het programma. Deze zijn goed te bepalen. In figuur 1 is een overzicht gegeven vande niveaus. In Bijlage 1 is dit gedetailleerder uitgewerkt.

Figuur 2 overzicht doelen expertisecentrum op drie niveaus

Het beleidsniveau is het beleidsdoel dat met het werkprogramma ‘Warmte op Stoom’ beoogd wordt,namelijk de omslag naar een duurzame warmte en koudehuishouding te versnellen. Hetprogrammaniveau is de verandering die het expertisecentrum in de markt wil bereiken om hetbeleidsdoel te behalen. De programmaresultaten zijn de resultaten van de activiteiten die hetexpertisecentrum onderneemt.

In hoofdstuk 8, monitoring en evaluatie, is verder uitgewerkt wat bijgehouden gaat worden.

2.3 Afbakening

Het expertisecentrum is onderdeel van SenterNovem en moet zich houden aan de voorwaarden diegelden voor de overheid en SenterNovem. Verder moeten de activiteiten passen binnen hetoverheidsbeleid. Er zijn daarom een aantal randvoorwaarden waaraan het expertisecentrum moetvoldoen.

Page 8: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

8

Deze zijn:• Niet marktverstorend: het expertisecentrum mag geen taken uitvoeren die ook door

commerciële partijen uitgevoerd kunnen worden.• Het centrum neemt geen geld aan van externe (commerciële) partijen (eventueel wel

gezamenlijk met externe partijen een onderzoek financieren).• Het centrum verzamelt en verspreidt geen subjectieve informatie, kennis en expertise.• Het expertisecentrum houdt zich met expertise en kennis bezig. Activiteiten als technische

ontwikkeling horen er niet bij.• Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaalde

technieken en concepten.

In 2009 richt het expertisecentrum richt zich in eerste instantie op de gebouwde omgeving. Denadruk komt te liggen bij gemeenten (en provincies). Consumenten zijn geen primaire doelgroep,omdat Milieucentraal zich al op die doelgroep richt.

Het werkprogramma ‘Warmte op Stoom’ beschrijft ook kennislacunes voor de industrie. In de loopvan 2009 wordt gestart met de opbouw van de benodigde kennis voor deze sector, zodat begin 2010ook de industrie kan worden bediend. Het expertisecentrum zal onder andere leerervaringencommuniceren van businesscases waar reeds stappen zijn genomen in het verduurzamen van dewarmte- en koudevoorziening.

Page 9: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

9

3 Omgevingsanalyse

Elke partij die betrokken is bij een proces waarbij duurzame warmte/koude een optie zou kunnenzijn is een stakeholder. In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste stakeholders voor de driesectoren gegeven. In de rest van dit document is alleen de sector gebouwde omgeving uitgewerkt.

Gebouwde omgeving Industrie Agrarisch

Vraagkant Eigenaar bewoners Industrieën Boeren en tuinders

Huurders Energiebedrijven Glaskracht

Woningcorporaties Energiediensten

Gemeenten/provincies Gemeenten/provincies Gemeenten/provincies

Adviesbureaus Adviesbureaus Adviesbureaus

Financiers en banken Financiers en banken Financiers en banken

Aanbod Projectontwikkelaars Leveranciers Leveranciers

Energiebedrijven

Bouwpartijen

Leveranciers

Algemeen Brancheorganisaties, onderzoeksinstellingen en rijksoverheid

3.1 De rol van kennisinstellingen

Kennisinstellingen zoals TNO, ECN, KEMA en de universiteiten zijn van belang voor hetexpertisecentrum vanwege de aanwezige kennis over warmte. Het expertisecentrum wil de kennisbundelen en daardoor beter toegankelijk maken voor marktpartijen. Het voordeel voor dekennisinstellingen is dat ze hun onderzoek kunnen richten op de wensen van de markt.

3.2 De rol van brancheorganisaties

Diverse brancheorganisaties hebben een rol in het ‘warmte’-veld. Zij leveren informatie over- enlobbyen voor een bepaalde techniek. Het expertisecentrum warmte levert informatie over allebeschikbare technieken en verschilt hierdoor sterk van de brancheorganisaties.

De brancheorganisaties hebben een rol in het expertisecentrum. Zij zullen bijvoorbeeld wordenbetrokken bij het ontwikkelen van instrumenten en kunnen advies geven aan het centrum. Hierdoorwordt zowel voor het centrum in den brede zin als voor de instrumenten draagvlak gecreëerd. Deadviezen van de brancheorganisaties zullen niet bindend zijn. Hierdoor kan het expertisecentrumzijn onafhankelijkheid bewaren.

Page 10: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

10

Belangrijke branche organisaties zijn: de DE-koepel, stichting warmtepompen, Hollandsolar,COGEN, Stichting platform Geothermie, Stichting Warmtenetwerk, EnergieNed, NVOE,NEPROM, Bouwend Nederland.

Kennisoverdracht- en stimuleringsprogramma Lenteakkoord energiebesparingDe ministers van WWI en VROM hebben samen met NEPROM, Bouwend Nederland en NVB inhet convenant ‘Lenteakkoord’ afgesproken om voor alle nieuwbouw in 2011 25% reductie vanenergiegebruik te realiseren en vanaf 2015 50%. Het kennisoverdracht- en stimuleringsprogrammazal partijen instrumenten aanreiken om deze verbetering te realiseren. Dit wil het doen door hettoegankelijk maken van reeds bestaande kennis en ervaringen en het bevorderen vanenergiebesparende pakketten en concepten. Deze doelstelling is vergelijkbaar met de doelstellingvan het expertisecentrum warmte. Het expertisecentrum gaat dan ook samenwerken met hetprogramma. Zo heeft het programma toegang tot de beschikbare kennis en expertise eninstrumenten. Via de adviesraad kunnen belanghebbenden wensen en behoeften kenbaar maken.Ook zal het expertisecentrum jaarlijks overleggen met de beheerders van het programma ombetrokken partijen zo goed mogelijk te kunnen bedienen.Naast de NEPROM worden ook naar samenwerkingsvormen gezocht met andere convenanten,

zoals ‘Meer met Minder of dat met de energiesector. Deze benadering zal het bereik van het centrumvergroten.

3.3 De rol van commerciële adviesbureaus

De adviesbureaus worden veelvuldig ingeschakeld door de diverse doelgroepen van hetexpertisecentrum. Door de informatie beschikbaar te stellen is het mogelijk met beperkte inzet tochveel stakeholders te bereiken. Zij kunnen bij hun advisering gebruik maken van het expertisecentrumzodat ze klanten van objectief advies kunnen voorzien. Ook wordt met het inzetten van instrumentenzoals de uniforme maatlat en afwegingskaders eenvoudiger om diverse oplossingen met elkaar tevergelijken. De adviesbureaus en kennisinstellingen zijn daarom een belangrijke intermediairedoelgroep. Het expertisecentrum warmte gaat niet met hen concurreren. Commerciële adviesbureausgeven gedetailleerd advies op maat. Het expertisecentrum richt zich voornamelijk op hoofdlijnen engeeft inzicht in kentallen en prestaties van diverse technieken.

3.4 Aanverwante initiatieven

Het expertisecentrum warmte is niet het enige initiatief van SenterNovem dat kennis/expertiselevert. In de voorbereiding op de start van het expertisecentrum zijn afspraken met deze centragepland om te leren van de successen en problemen van deze centra. Het centrum zal blijvend metdeze initiatieven communiceren.

Er zijn aanverwante initiatieven binnen SenterNovem:

InfomilInfoMil is een onderdeel van SenterNovem en informeert overheden over milieubeleid. Infomil iseen schakel tussen de beleidsmakers van het ministerie van VROM en gemeenten, provincies enwaterschappen die dit beleid uitvoeren. In beide richtingen verzamelt en verschaft het kennis.InfoMil streeft er naar actuele, onafhankelijke en kwalitatief hoogwaardige informatie te leveren vande uitvoeringspraktijk tot wetgevingsprocessen.

Er zijn ook aanverwante initiatieven buiten SenterNovem:

MilieucentraalMilieu Centraal is een landelijke organisatie die consumenten praktische en betrouwbare milieu-informatie biedt. De informatie is getoetst door een forum van onafhankelijke deskundigen.

Meer met minder en Energiecentraal

Page 11: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

11

Het convenant Meer met Minder is bezig met de opzet van een informatiecentrum overenergiegebruik voor de bestaande woningbouw. Als de opzet verder is uitgewerkt kan gekekenworden in hoeverre samenwerking relevant is.

Het Informatiecentrum Duurzame Energie TechniekenDe doelstelling is voorlichting geven over en het stimuleren van energiezuinige- en duurzameenergiesystemen die in utiliteitsgebouwen (kantoren, bedrijfsgebouwen, zorginstellingen, scholenetc.) en woningen kunnen worden toegepast. Dit is een gedeeltelijk commercieel opererendinformatiecentrum.

Het Energiecentrum MKBHet doel van het Energiecentrum is om MKB-ondernemers te informeren, ondersteunen enbegeleiden bij vragen over energie en energiebesparing.

Kennisoverdracht- en stimuleringsprogramma ‘Lenteakkoord Energiebesparing in de Nieuwbouw’

Page 12: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

12

4 Successen en risico’s

Bij het opzetten van het expertisecentrum zijn de succesfactoren voor het centrum in kaart gebrachtdoor het houden van interviews en workshops.Deze succesfactoren zijn:

• Het expertisecentrum is een bron voor kennis en expertise waardoor beslissers bij debesluitvorming de opties goed tegen elkaar kunnen afwegen.

• De instrumenten van het expertisecentrum zijn effectief voor beslissers om een goedeafweging te kunnen maken.

• Het centrum geeft inzicht over de te verwachten opbrengsten en lasten van allewarmtetechnieken waardoor besluitvormingstrajecten transparanter en gemakkelijkerworden.

• De focus van het centrum zou moeten zijn een aanpak via de klant. Daarbij zal het centrumzich richten op het inzichtelijk maken van de verschillende warmte- en koude opties enconcepten.

• De medewerkers van het centrum zijn deskundig, zowel op inhoud als proces.• Het centrum zoekt samenwerking met de SenterNovem programma’s en externe partijen.• Het centrum is onafhankelijk en voert geen lobby.• De markt ervaart de gegevens van het centrum als objectief en onafhankelijk.• Het centrum heeft voldoende draagvlak.• Het centrum heeft toegevoegde waarde ten opzichte van reeds bestaande initiatieven.• Het centrum is in staat om een goed overzicht van de alternatieven te geven.• Het Rijk steunt de beleidsvorming rondom het warmtethema.• Het centrum gebruikt en ontwikkelt instrumenten zoals de uniforme maatlat voor de

berekeningen met de verschillende warmtetechnieken (en veldtest).

Risico’sEr zijn een groot aantal, dat het succes van het expertisecentrum kunnen beïnvloeden. Om de kansop succes te vergroten zijn de belangrijkste risico’s in kaart gebracht en worden mogelijkeoplossingen aangedragen.

Page 13: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

13

Risico Mogelijke oplossingenHet beleid van de overheid is niet stimulerend genoegen investeerders kiezen ondanks goede informatieniet voor een duurzame oplossing. Het gaat ombijvoorbeeld de SDE voor warmte of het aanscherpenvan de EPN.

Stimulerend overheidsbeleid; uitvoeren van hetwerkplan ‘Warmte op Stoom’.

Het centrum is niet in staat voldoende kwaliteit televeren.

Goed opleiden van deskundigen, kritische toetsingvan kennis en expertise, sturen op goede kwaliteit enbeschikbaarheid maatlat.Goede aansluiting en samenwerking tussen relevanteSN programma’s en expertise centrum

Onvoldoende bekendheid van het centrum Goede afspraken maken met SN-programma’s.Marktpartijen vragen expertise centrum te promoten.Officiële opening laten verrichten doorbewindspersoon EZ. Communicatieplan uitvoeren

Instrumenten expertise centrum warmte niet op tijdgereed

Goede sturing. Duidelijke mijlpalen en planningafspreken. EZ van voortgang op de hoogte houden.

Juridische processen/rechtzaken Duidelijke taakafbakening vaststellen encommuniceren. Geen taken marktpartijen overnemen.Geen beste keuzes communiceren. Afwegingenpresenteren op basis van objectieve informatie.Goede communicatie met marktpartijen waarborgen.Onafhankelijke experts inschakelen.

Draagvlak in de markt Opzet van een adviesraad waar belangrijke partijen invertegenwoordigd zijn

Samenwerking binnen SenterNovem komtonvoldoende tot stand.

Goede afspraken maken binnen SenterNovem met derelevante andere programma’s . EZ vragen om debenodigde samenwerking waar nodig ook via debetrokken ministeries vast te leggen.

Objectieve gegevens zijn onvoldoende beschikbaar Aandacht voor partijen die gegevens hebben, nieuwmonitorringonderzoek uitzetten en voldoende ruimtebinnen het budget van het centrum opnemen om ditwaar te maken

Er is geen overeenstemming te krijgen over deuniforme maatlat

Proberen voldoende draagvlak te krijgen tijdens hetproces via klankbordgroep en het organiseren vanworkshops.

Budget is onvoldoende om de doelstellingen tebehalen

Maken van realistische doelen die passen bij definanciële ruimte.

Page 14: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

14

5 Werkwijze

Het expertisecentrum warmte fungeert als kennisaanbieder en heeft de volgende taken:• Onafhankelijke informatie over mogelijkheden en prestaties van de verschillende

warmtetechnieken en concepten verzamelen en overdragen• Communiceren van leerervaringen/ monitoringsprogramma• Beschikbaar stellen van instrumenten zoals de uniforme maatlat, afwegingskader(s) en

warmtekaart(en)• Beantwoorden van vragen van professionele partijen die via de helpdesk en de internetsite

binnenkomen over het verduurzamen van de warmte en koudevoorziening.• Vroegtijdig inspringen op de koelvraag.

De werkwijze van het expertisecentrum kan worden verdeeld in drie hoofdlijnen:• Expertise verzamelen• Expertise overdragen• Instrumenten ontwikkelen

Om deze drie hoofdlijnen goed in te vullen is goede communicatie essentieel.

5.1 Expertise verzamelen

Het expertisecentrum zal continu bezig zijn met het evalueren en complementeren van bestaandebeschikbare informatie en instrumenten. Daar waar er een te kort aan informatie is zal hetonderzoeken uitzetten om deze kennis te ontsluiten. Tevens zal het, wanneer instrumenten nietvoldoen, instrumenten aanpassen of nieuwe ontwikkelen. In het eerste en tweede jaar zullenveldtesten worden uitgezet om de werkelijke prestaties van technieken en concepten in beeld tebrengen. Ook zal in de loop van 2009 worden gestart met kennisopbouw voor de industrie viaondermeer het in kaart brengen leerervaringen. De warmtekaarten zijn geen onderdeel van hetexpertisecentrum, maar worden in nauwe samenwerking met het centrum opgesteld.Op het gebied van financiering zal het NEW kijken welke informatie al beschikbaar is en indiennodig aanvullende informatie opbouwen.

5.2 Expertise overdragen

Het expertisecentrum zal meer doen dan rapporten verzamelen en weer verder verspreiden. Hetcentrum zal de informatie zo ordenen en aanbieden dat het goed aansluit bij de wensen van dedoelgroepen. De manier waarop expertise wordt overgedragen gebeurt op de volgende manieren:

1. Face-to-face met gemeenten. Dit gebeurt via het SenterNovem programma KOMPAS.KOMPAS Energiebewust wonen en werken is het centrale energiebesparingsprogrammavan het ministerie van VROM/ Wonen, Wijken en Integratie voor de gebouwde omgeving.Deze zijn actief bezig met het begeleiden van gemeenten in warmteprojecten. KOMPAS isproces georiënteerd en zal voor warmte expertise een beroep doen op het expertisecentrum.Het afwegingskader warmte is de basis voor deze ondersteuning.

2. de website: deze moet helder qua opzet zijn, doelgroepgericht zijn en objectieve enlaagdrempelige informatie bevatten

3. de helpdesk: de helpdesk dient als vraagbaak voor vragen over warmte. Partijen kunnen hetexpertisecentrum bereiken per telefoon en email. De contactgegevens zullen op de websitevan het expertisecentrum genoemd worden. De afhandeling gaat via een standaard tool(Topdesk). Hierdoor kan goed worden bijgehouden hoeveel vragen er komen, deonderwerpen van de vragen en de responstijd van het expertisecentrum. De vragen dienenbinnen een week beantwoord te worden.

4. Workshops organiseren (bv. over toepassen uniforme maatlat en afwegingskaders)5. Daarnaast zal de kennis en ervaring die wordt opgedaan met de in het werkprogramma

aangekondigde pilotprojecten, warmtekaarten en warmtedoorlichtingen worden verspreid.6. Het overdagen van instrumenten van het expertisecentrum aan opleidingsorganisaties.

Page 15: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

15

5.3 Instrumenten ontwikkelen

Het Nationaal Expertisecentrum Warmte ontwikkelt “informatie-instrumenten” die een oplossing bieden in die fase van projecten, waarbij er nu sprake is van onvolledige informatie. Het zijn hulpmiddelen om de doelgroep te helpen bij de verduurzaming op het gebied van warmte. Daardoor hebben partijen meer duidelijkheid over welke mogelijkheden ze hebben omtrent de warmte- of koudevoorziening en hoe die mogelijkheden zich tot elkaar verhouden. Door het centrum worden instrumenten ontwikkeld, ingezet en up-to-date gehouden.

In 2009 wordt dit gedaan door middel van de volgende middelen:

Uniforme maatlatDe uniforme maatlat is een uniforme set van kengetallen en rekenregels waardoor de resultaten vandoorrekening van alternatieven voor warmte- en koudevoorziening onderling beter vergelijkbaarworden. Aanleiding om de uniforme maatlat te ontwikkelen is de behoefte van partijen om meerinzicht te krijgen in de economische en milieuprestaties, waardoor zij betere en transparantereafwegingen kunnen maken. De uniforme maatlat wordt als groeimodel ontwikkeld. Door hetorganiseren van klankbordbijeenkomsten en workshops wordt gestreefd naar een zo groot mogelijkdraagvlak. Bij de ontwikkeling van de uniforme maatlat wordt aangesloten op vergelijkbareactiviteiten, zoals de ontwikkeling van de Gebiedsgerichte energieprestatie (EMG). De uniformemaatlat zal benaderbaar zijn via de website en ingezet worden als instrument via desectorprogramma’s die actief de markt op gaan. Met het OEI-model (optimale energie-infrastructuur) zijn afspraken gemaakt om dezelfde kentallen te gebruiken.

Gemeentelijk afwegingskaderHet gemeentelijk afwegingskader is een methode om het beslissingsproces in een warmteproject zote optimaliseren dat er een goede afweging gemaakt kan worden tussen verschillende warmte opties.Deze zal benaderbaar zijn via de website en ingezet worden als instrument via de sectorprogramma’sdie actief de markt op gaan.

Afwegingskader restwarmeHet afwegingskader restwarmte is een methode om het beslissingsproces in een restwarmteprojectzo te optimaliseren dat restwarmte zo goed mogelijk gebruik wordt.Deze zal benaderbaar zijn via de website en ingezet worden als instrument via de sectorprogramma’sdie actief de markt op gaan.

Monitorings/veldtesten database opbouwenIn 2008 is een inventarisatie gedaan van monitoring werkzaamheden en veldtesten op het gebied vanwarmte en koude binnen SenterNovem. Via de veldtesten wordt onderzocht hoe energievariantendaadwerkelijk presteren in de praktijk. Voor de gebieden waarover veldtesten beschikbaar zijn,worden de resultaten hiervan gepubliceerd op de website. Voor de ‘witte vlekken’ wordenonderzoeken uitgezet, waarna deze ook gepubliceerd worden.

WarmtekaartenIn 2009 worden in samenwerking met het IPO en de provincies opdrachten uitgezet voor hetopstellen van regionale warmtekaarten. Via de kaarten wordt vraag en aanbod van warmte en koudeduidelijk in beeld gebracht voor overheden, bedrijven en ontwikkelaars. De warmtekaarten wordenvia het expertisecentrum aangeboden. Tijdens de ontwikkeling van de warmtekaarten wordtrekening gehouden dat het systeem eenvoudig is te actualiseren en aan te vullen.

WarmtescansIn 2009 wordt gestart met warmtescans voor de industrie om te kijken naar efficiencyverbetering enrestwarmtebenutting. De resultaten uit deze scans gaat het expertisecentrum gebruiken bij debenadering van de sector industrie.

Daarnaast zal het expertisecentrum onderzoeken is of er behoefte is naar andere instrumenten endeze waar mogelijk te ontwikkelen.

Page 16: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

16

5.4 Communicatie

De communicatie is in eerste instantie gericht op het bekend maken en laten toenemen van de(naams)bekendheid van het centrum. Daarnaast is de communicatie gericht op het stimuleren vanbezoek van de website, die een centrale rol speelt binnen het expertisecentrum. De boodschap die indeze fase daarnaast uitgedragen wordt, is dat warmte een wezenlijk gedeelte van ons energiegebruikvoor haar rekening neemt.De externe communicatie verloopt via publiciteitsacties waarbij de minister betrokken is, artikelenin de SN-nieuwsbrieven (vanaf september 2009 één digitale nieuwsbrief van SN), free-publicity inspecial interest media van de doelgroepen, presentaties/workshops op congressen, verspreiding vande leaflet van het centrum en de folder Warmte in Nederland en gesprekken met organisaties.

Adviseurs van Kompas worden gevraagd doelgroepen te benaderen om ze te wijzen op hetexpertisecentrum, maar ook om het afwegingskader en de uniforme maatlat toe te passen opgeplande bouwprojecten.

De inhoud van de communicatie en de website wordt enerzijds gericht op gemeenten en beslissersdie te maken hebben met een investering in de gebouwde omgeving en anderzijds alsinformatiedatabank voor iedereen die informatie over warmte zoekt. Zowel de website en helpdeskkunnen worden benaderd door alle doelgroepen. De kwaliteit van de informatie op de site wordtbewaakt, omdat het belangrijk is dat het expertisecentrum als betrouwbare en objectieve bron wordtgezien.

De interne communicatie is gericht op het bekend maken van het centrum en het bewerkstelligenvan een positieve attitude. Dit is nodig om mensen te interesseren om voor het centrum te willenwerken en adviseurs van met name het Kompasprogramma aan te zetten mensen om met huncontracten te spreken over het expertisecentrum.

Voor de communicatie wordt een apart communicatieplan opgesteld.

CommunicatiedoelenSamengevat is de communicatie gericht op het volgende:

• Beslissers en mensen en organisaties die een rol spelen rondom investeringen van warmte-en koudevoorziening moet het expertisecentrum kennen en gebruik van de diensten(informatie) maken op het juiste moment in het beslissingstraject.

• Men moet op de hoogte zijn van het aandeel van warmte op het totale energiegebruik.• Men moet duidelijk hebben wat argumenten zijn om een warmtevoorziening te kiezen met

verminderde CO2 uitstoot, één die minder energie gebruikt en/of één die gebruik maakt vanduurzame energie.

• Men moet het expertisecentrum en de kennis en expertise die het levert betrouwbaar eninteger vinden.

• Communicatie richten op minder traditionele bouwen/oplossingen. Wat zijn demogelijkheden voor verduurzaming en wanneer wat toe te passen? Welke stappen enprocessen kom je tegen? Creëren van een gelijk speelveld.

CommunicatiemiddelenDe volgende communicatiemiddelen worden ingezet:

• Een communicatieplan• Website, centrale rol voor alle doelgroepen• Leaflet, met name voor imagobuilding van centrum als objectief expertise centrum• Folder ‘Warmte in Nederland’• Free-publicity in special interest media doelgroepen• Congressen/workshops. bijvoorbeeld eind oktober warmtecongres, 26 november VNG-

congres duurzame gemeenten• ‘Publiciteitsevenementen’, opening van het centrum door de minister van EZ

Page 17: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

17

• Interne media SN (heel belangrijk om intern persoonlijk contact in te zetten)• nieuwsbrieven SN• Berichten voor special interestmedia doelgroepen• Het uitdragen van het afwegingkader en uniforme maatlat (instrumenten)• Banners• Gesprekken met partijen (brancheorganisaties, belangengroepen, IPO, VNG, gemeenten

etc.).

5.5 Kwaliteit en objectiviteit

De stakeholders hebben aangegeven dat de objectiviteit van de informatie van het expertisecentrumheel belangrijk is. Naast de objectiviteit zal ook de kwaliteit van de gegevens belangrijk zijn voorhet imago van het expertisecentrum. Voor het bewaken van de objectiviteit en de kwaliteit zijn devolgende activiteiten gepland:

• Een interne controle op de gegevens die naar buiten gaan. Die worden in ieder geval doortwee adviseurs bekeken.

• Een mogelijkheid om te reageren op de gegevens. Bij onenigheid over de gegevens metexterne partijen zal de SenterNovem klachtenregeling gebruikt worden.

• Een controle door externe partijen van de gegevens die door het expertisecentrum gebruiktworden.

• Bij de ontwikkeling van de instrumenten zal per instrument een klankbordgroep wordengebruikt, om de kwaliteit van het instrument te beoordelen.

• De klankbordgroep zal gevraagd worden om de systematiek voor het waarborgen van deobjectiviteit en kwaliteit te beoordelen.

5.6 Internationale relaties

Het expertisecentrum warmte richt zich op Nederland, maar zal gebruik maken van kennis die inandere landen ontwikkelt is en inspelen op de rol die warmte speelt in het Renewable Energydirective van de EU. Voor het bijhouden van de Europese ontwikkelingen zal het expertisecentrumcongressen en workshops bijhouden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het European renewableheating and cooling technology platform (in oprichting), het werk van het IEA District heating andcooling programma en het werk van Euro heat and power.

Page 18: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

18

6 Organisatie

Het expertisecentrum is bij SenterNovem ondergebracht bij het programma DEN. In dit hoofdstuk isaangegeven hoe het centrum georganiseerd wordt en hoe de samenwerking is intern en extern.

6.1 Samenwerking met externe partijen

Samenwerking met leveranciers kennisDe leveranciers van kennis zijn de kennisinstellingen en adviesbureaus. De samenwerking zal eenaantal vormen hebben. Bij een opdracht om een onderzoek uit te voeren is het een opdrachtgever-opdrachtnemer relatie, maar de expertise van deze partijen is ook belangrijk om de kwaliteit van degegevens van het expertisecentrum te waarborgen. Dan zullen experts worden gevraagd om kennisvan het expertisecentrum te beoordelen. Per onderwerp zullen er workshops gehouden worden omde problemen in kaart te brengen en afspraken te maken over een aanpak.

Samenwerking met branchesDe brancheorganisaties hebben een belang voor een bepaalde techniek of voor een bepaaldedoelgroep. Ze hebben een groot netwerk en zijn daardoor voor het expertisecentrum een interessantepartij om mee samen te werken. Ook is er bij de brancheorganisaties veel kennis aanwezig. Hetcentrum zal met de brancheorganisaties samenwerken, maar blijft onafhankelijk. Hetexpertisecentrum blijft eindverantwoordelijke voor de expertise.

AdviesraadHet ministerie van Economische Zaken stelt een adviesraad in waarin vertegenwoordigers van desector en onafhankelijke partijen een belangrijke rol hebben in het bewaken van de kwaliteit van hetexpertisecentrum. De adviesraad adviseert over de hoofdlijnen van het centrum, de instrumenten diehet zal inzetten en het jaarlijks op te stellen werkprogramma. SenterNovem overlegt de adviezen aande opdrachtgever (EZ). In onderling overleg zullen adviezen worden verwerkt. Daarnaast krijgt deadviesraad de mogelijkheid om via klankbordgroepbijeenkomsten advies uitbrengen over deinstrumenten die worden ontwikkeld.De voorzitter wordt benaderd en aangesteld door het ministerie van Economische Zaken. Desecretarisfunctie wordt door SenterNovem ingevuld. De leden van de adviesraad worden benaderdop persoonlijke titel of als vertegenwoordiger van een groep. De samenstelling is breed (leveranciersvan kennis, branches, gebruikers van het centrum en vertegenwoordigers van de doelgroepen). Deadviesraad komt minstens één keer per jaar bijeen om de plannen voor het centrum te bespreken enhet functioneren van het centrum te evalueren. De eindverantwoordelijkheid voor het centrum blijftbij SenterNovem en de opdrachtgever (EZ).Mogelijke deelnemers zijn:

• Brancheorganisaties, zoals de DE-koepel, EnergieNed, NEPROM, Bouwend Nederland.• Leveranciers van kennis, zoals KEMA, ECN, CBS• Gebruikers van kennis, zoals commerciële adviesbureaus• Doelgroepen, zoals gemeenten, provincies, VNG en IPO

De afstemming met partijen binnen SenterNovem loopt via de interne kanalen en niet via debranche. De afstemming met andere ministeries zal door EZ worden gedaan.

Bespreekpunt met EZRol en opzet van de klankbordgroep

6.2 Organisatorische inbedding binnen SenterNovem

In het strategisch basis document is uitgewerkt hoe het expertisecentrum samenwerkt met andereprogramma’s. De belangrijkste programma’s en hun rol zijn:

Kompas: benaderen doelgroepen in de gebouwde omgeving.EOS: leveren kennis en ervaring met nieuwe technieken

Page 19: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

19

DEN: leveren expertise over duurzame warmteMJA: samenwerken voor de warmtekaartenStadsverwarming: kennis over stadsverwarming en de warmtewet.EnergietransitieIntegrale aanpak warmte in de industrie (initiatief voor nadere uitwerking werkprogramma ‘Warmteop Stoom’).

Organisatie expertisecentrumHet expertisecentrum heeft een omvang van ongeveer 4 fte. Dit wordt ingevuld met driemedewerken die een groot deel van hun tijd aan het expertisecentrum besteden en ca. tien mensendie als expert een klein deel van hun tijd betrokken worden in het centrum. Hiermee is er voldoendebasis om een team te vormen en is er ook genoeg contact met de expertise binnen SenterNovem omtoegang te hebben op de warmte-expertise die binnen SenterNovem aanwezig is. Het is de bedoelingdat een van de vaste mensen in het centrum gedeeltelijk binnen Kompas werkt, om de samenwerkingmet Kompas te versterken.

Page 20: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

20

7 Kosten

Het budget dat beschikbaar is voor het expertisecentrum warmte is € 500.000, - per jaar. Dit zalworden ingezet als €400.000, - in uren en €100.000, - uit opdrachtmiddelen voor onderzoeken,adviseurs workshops. De uitvoering en begeleiding van de veldtesten (ca. 1,2 miljoen euro) is hiernog niet in meegenomen. Voor de warmtekaarten is er vanuit gegaan dat deze uit andere budgettenworden ontwikkeld. Naar verwachting kan het expertisecentrum met dit budget haar rol invullenvoor de sector gebouwde omgeving. Voor de kennisopbouw ten behoeve van de sector Energiewordt in 2010 en 2011 jaarlijks €250.000,- extra uitgetrokken.

Fase 1 2009 Fase 2 2010 Fase 3 2011

Nationaalexpertisecentrumwarmte

500.000 750.000 (waarvan250.000 voorkennisopbouw industrie)

750.000 (waarvan250.000 voorkennisopbouw industrie)

Veldtesten 1.200.000 800.000Bijdrage Rijk vooropstellenwarmtekaarten

1.000.000

8 Monitoring en evaluatie

MonitoringIn Bijlage 1 is een overzicht gegeven van de doelen en mogelijk manieren om te monitoren.SenterNovem stel voor om in ieder geval de volgende doelen te stellen en die te monitoren:

• Overzichtelijke website met objectieve informatieo Gebruikersenquête website

• Gebruik van de website.o Groeiend naar meer dan 500 unieke bezoekers per maand

• De helpdesko Tenminste 50 beantwoorde vragen over warmte per maando Vragers zijn tevreden (enquête onder gebruikers)o Beantwoording binnen 1 week van de vragen

• Gebruik instrumenteno Aantal downloads van de maatlat: minimaal 100 unieke downloadso Aantal gemeenten dat het afwegingskader gebruikt, minimaal 10.

Voor de monitoring wordt aangesloten bij monitoring die al loopt voor andere programma’s vanSenter Novem en het programma Schoon en Zuinig. Het NEW gebruikt hiervoor kennis die doorCBS en anderen beschikbaar is over de marktontwikkeling. Verdere mogelijkheden zijn o.a.:evaluatie bij eigen activiteiten en workshops, interviews met bellers naar de helpdesk,visitatiecommissie etc.

EvaluatieHet expertisecentrum heeft jaarlijks in september een evaluatiemoment. Dan wordt de voorgangover het eerste half jaar bekeken en aangegeven. Tegelijkertijd wordt een werkplan opgesteld met deactiviteiten voor het volgende jaar. Dit kan dan verwerkt worden in de afspraken met EZ.

In 2011 zal Schoon en Zuinig geëvalueerd worden. Dat is een goed moment om te beslissen of enhoe het expertisecentrum wordt voortgezet.

Page 21: Businessplan NEW DEF - RVO.nl · PDF file8 Monitoring en evaluatie ... • Het expertisecentrum voert geen lobby naar de overheid en de markt voor bepaa lde technieken en concepten

21

Bijlage 1: Uitwerking Doelen en indicatoren op drie niveaus.

Opmerkingen:De effectmeting voor het NEW zal zoveel als mogelijk worden opgepakt in het kader van de effectmeting voor DEN als geheel;Er wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de ervaringen, diensten en instrumenten van IMPEKT (onderdeel van SenterNovem dat adviseert over monitoring eneffectmeting), bijvoorbeeld de standaardaanpak voor een klanttevredenheidsonderzoek;Zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij bestaande monitoringsactiviteiten van SenterNovem, bijvoorbeeld in het kader van KOMPAS;Normen worden jaarlijks vastgesteld.