Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van...

35
Burgers aan Zet! Evaluatie van de twee experimenten met buurt- budgetten in Nieuw Krispijn en Stadspolder Ester Weststeijn, SBC Advies Jan Smits, SBC Advies december 2010

Transcript of Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van...

Page 1: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Burgers aan Zet!

Evaluatie van de twee experimenten met buurt-budgetten in Nieuw Krispijn en Stadspolder

Ester Weststeijn, SBC Advies Jan Smits, SBC Advies december 2010

Page 2: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

2

Samenvatting

Doelstellingen Burgers aan Zet De raad heeft in juni 2008 besloten te starten met de experimenten Burgers aan Zet – ex-perimenten met buurtbudgetten als instrument om meer aan burgers zelf over te laten. Ge-kozen is voor experimenten met twee verschillende vormen van een buurtbudget:

1. een buurtbudget bedoeld voor het realiseren van extra activiteiten in de buurt: initi-atieven in aanvulling op het staande uitvoeringsprogramma van de gemeente in een buurt. Dit is toegepast in het experiment ‘de beste ideeën van de buurt’, in een deel van Nieuw Krispijn (de buurt rond de Prins Bernhardstraat). Bewoners kregen de be-schikking over € 150.000; te besteden aan zaken die de buurt aantrekkelijker, soci-aler of veiliger maken;

2. een buurtbudget dat is opgebouwd uit (delen van) reguliere budgetten voor investe-ring, onderhoud en beheer van een buurt. Bewoners van Stadspolder hebben zelf prioriteiten gesteld bij de aanwending van reguliere middelen voor hun buurt en maakten een integrale afweging over de inzet van in totaal € 600.000, onder de ti-tel ‘samen werken aan de buurtbegroting’.

In beide gevallen is sprake van budgetbestedingsrecht bij de bewoners van de betreffende buurten: bewoners (en niet de gemeente) hebben (gezamenlijk) bepaald waar het buurtbud-get aan besteed wordt. Op deze wijze experimenteren met het instrument buurtbudget dient drie doelen:

1. meer aan burgers zélf overlaten waar het hun eigen leefomgeving betreft: verleggen van keuzevrijheid en beslissingsbevoegdheid van het gemeentebestuur naar de buurt door middel van een buurtbudget;

2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen actief burgerschap);

3. verbetering van de benadering van burgers en versterken van het continu contact: werken aan ‘het gesprek’ tussen bewoners en gemeente, juist ook bij minder mak-kelijk te bereiken doelgroepen (breed bereik: óók doelgroepen betrekken waarvan bekend is dat ze minder vaak of minder intensief betrokken zijn bij participatiepro-cessen).

Werkwijze in de twee experimenten

Uitgangspunt in de aanpak is de optimale invloed van bewoners: zo veel mogelijk keuze-ruimte, zo weinig mogelijk kaders en randvoorwaarden. Dit past bij de reeds ingezette men-taliteitsverandering bij gemeente, partners én bewoners: ieder draagt vanuit een eigen rol een eigen verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid van een buurt. De uitvoering van beide experimenten is grofweg in drie stappen te verdelen:

1. de stap van het bekend maken van het experiment, het opwekken van enthousias-me in de buurt en het oproepen van ideeën (experiment 1) of uitspraken over priori-teiten (experiment 2);

2. de stap van dialoog en debat, waarin buurtbewoners elkaar vinden om voorstellen voor de buurt verder te ontwikkelen (te ‘verrijken’) en met elkaar in gesprek gaan over de verdeling van het buurtbudget;

Page 3: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

3

3. de stap van kiezen en stemmen, waarin buurtbewoners beslissen over de besteding van het budget.

In iedere stap heeft de projectgroep – altijd sámen met de werkgroep van actieve bewoners – een scala aan (communicatie)middelen gebruikt, passend bij doel en doelgroep:

van de feestelijke startbijeenkomst met rapgroep die een speciale ‘Burgers aan Zet-rap’ ten gehore brengt (Nieuw Krispijn), tot de ‘Debatmobiel’ (een rijdende ‘compu-ter’ die Burgers aan Zet promoot en tegelijkertijd voorkeuren inventariseert, in Stadspolder);

van een serie ‘Burgers aan Zet’ programma’s op RTV Dordt (Nieuw Krispijn), tot van op maat gemaakte websites en digitale nieuwsbrieven voor beide experimenten

tot ‘ouderwetse’ flyers, posters, ansichtkaarten en brieven; van stemmen via antwoordkaarten, huis aan huis opgehaald door leerlingen van het

Da Vinci college (Nieuw Krispijn) tot aan een stemming via internet (Stadspolder). Betrokken bewoners en de projectgroep hebben daarnaast zeer intensief met elkaar opge-trokken via bijeenkomsten en één-op-één contact.

Resulaten, conclusies en lessen Hoofdconclusie van de evaluatie is dat gedeeltelijk voldaan is aan de vooraf gestelde doe-len:

1. er is daadwerkelijk een verschuiving van keuzeruimte geweest naar de buurtbewo-ners. De betrokken buurtbewoners hebben dit ook als zodanig ervaren en gewaar-deerd;

2. in beide buurten zijn op grote schaal burgers geactiveerd, zij het een kleine groep in grote mate en verreweg de grootste groep in beperkte mate. In beide buurten heeft de kleine groep intensief betrokken burgers (tot op zekere hoogte en vooralsnog tijde-lijk) medeverantwoordelijkheid genomen;

3. met de benadering van de burgers (volgens burgerschapsstijlen) is in de experimenten aantoonbaar veel ervaring opgedaan, waar in alle andere participatieve projecten de vruchten van geplukt kunnen worden. Met name in Stadspolder zijn veel ‘nieuwe ge-zichten’ aan tafel gekomen (niet de harde kern van bijvoorbeeld de wijkbeheerover-leggen). Of dit daadwerkelijk leidt tot het stimuleren van ‘continu contact’, blijkt pas op langere termijn.

Deze resultaten zijn tot stand gekomen tegen forse inspanningen en derhalve tegen relatief hoge kosten. Omdat het experimenten waren kunnen we er ook van leren. Er zijn een aantal lessen uit te trekken die het proces bij een vervolg kunnen helpen:

er is een uiterst zorgvuldig proces intern in de gemeentelijke organisatie nodig om te bepalen welk budget en welke onderwerpen aan de keuzevrijheid van bewoners kan worden overgelaten;

het is belangrijk om voldoende tijd te steken in het verzamelen, ordenen en terug-koppelen van ideeën;

het proces met burgers moet een snelle(re) doorlooptijd hebben. De aandacht en motivatie verslapt anders snel. Radiostilte leidt tot vragen uit de buurt over wanneer er weer ‘iets gebeurt’.

voorzichtigheid is geboden met het opzetten van algemene verkiezingen op simpele keuzemogelijkheden. De werkelijkheid is complex. Burgers moeten ook de dialoog met elkaar aangaan en keuzes maken op basis van de verschillende belangen en voor- en nadelen van oplossingsmogelijkheden. Dan ontstaat er ook meer begrip voor elkaar. Ook op de keerzijde moet worden gelet: je kunt ook onrust creëren

Page 4: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

4

door de beslissing bij de bewoners te leggen wanneer er nogal strijdige belangen in het spel zijn. Een anonieme verkiezing kan dan juist weer een voordeel zijn.

Aanbevelingen

Ten eerste: op basis van beide experimenten bevelen we niet aan om (één van) beide in-strumenten uit te rollen over de hele stad. De resultaten van de experimenten geven onvol-doende aanleiding om dit Burgers aan Zet als integrale werkwijze voor te stellen. De op-brengsten van de experimenten – met name in de zin van het ontwikkelen van medeverantwoordelijkheid en actief burgerschap – geven hiertoe onvoldoende aanleiding, zeker in verhouding tot de relatief hoge investeringen (zowel in tijd als geld) die de uitvoe-ring van beide experimenten gevraagd heeft. Ten tweede zien we wel dat het verleggen van keuzeruimte leidt tot activering, zelfbewust-zijn en vertrouwen bij (een vooralsnog kleine groep) bewoners. Op kleine schaal verder ex-perimenteren met buurtbudgetten, maar zeker ook met andere (bestaande en nieuwe) ma-nieren om buurt of wijk zeggenschap te geven (de vereiste lange adem!) kan de activering van bewoners naar een hoger plan tillen. Ten derde: het succes van een buurtbudget is afhankelijk van de context ín de buurt. Een buurtbudget als instrument valt pas in goede aarde als de voedingsbodem in orde is – als er sprake is van enig vertrouwen tussen overheid en bewoner. Een buurtbudget alleen is geen garantie voor nieuwe initiatieven en roept in zichzelf geen verantwoordelijkheidsgevoel op. Geld is niet dé succesfactor voor projecten. Veel belangrijker is de manier waarop initiatief-nemers ondersteund worden door ambtenaren. De lessen met betrekking tot flexibiliteit, af-stemming en samenwerking die de ambtelijke organisatie door Burgers aan Zet geleerd heeft, zijn daarbij van grote waarde. En tot slot: actieve burgers en bewoners die (mede)verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leefomgeving zijn niet van vandaag op morgen geregeld. Het is een zaak van de lange adem. Langdurige inzet op bewonersparticipatie vraagt structurele aandacht en een ‘onder-steuningsmentaliteit’ die in de hele ambtelijke organisatie ingebed is. Bewoners willen wel medeverantwoordelijkheid nemen, maar vanuit hun eigen context, niet die van de gemeen-te. Nieuwe experimenten waarbij de gegroeide verbinding tussen overheid en bewoners verder kan worden ontwikkeld verdienen een duurzame investering, als opmaat naar een structurele benadering.

Page 5: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

5

Inhoudsopgave

Samenvatting................................................................................................ 2 1. Inleiding.................................................................................................... 6 2. Voorgeschiedenis en achtergrond................................................................. 6 3. Doelen van de experimenten Burgers aan Zet................................................ 9 4. Vraagstelling voor de evaluatie.................................................................... 10 5. De toepassing van het instrument buurtbudget.............................................. 11

5.1 Experiment 1: ‘de beste ideeën van de buurt’ (Nieuw Krispijn).......... 11 5.2 Experiment 2: ‘samen werken aan de buurtbegroting (Stadspolder)... 17

6. Bereik: wie participeerden wanneer?............................................................. 24 7. Investeringen in het proces.......................................................................... 26 8. Resultaten en mate van doelbereiking........................................................... 28

8.1 Beslissingsbevoegdheid bij bewoners............................................ 28 8.2 Actief burgerschap..................................................................... 29 8.3 Benadering van en contact met bewoners...................................... 31

9. Conclusies................................................................................................ 32 10. Aanbevelingen......................................................................................... 34 Bijlagen (separaat bijlagenboek)....................................................................... 35

Page 6: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

6

1. Inleiding

De experimenten Burgers aan Zet vormen een uitwerking van één van de onderdelen van het raadsbesluit ‘Leertraject Dordtse Aanpak, de verlenging: Burgers aan Zet!.1 Centraal staan twee experimenten met buurtbudgetten als instrument om meer aan burgers zelf over te laten. Dit evaluatierapport laat zien hoe de experimenten in 2009 en de eerste helft van 2010 zijn verlopen, in hoeverre de beoogde doelen zijn behaald en welke lessen getrokken kunnen worden uit de experimenten.

Groep actieve bewoners in Stadspolder

2. Voorgeschiedenis en achtergrond Buurtbudgetten

De inzet van wijk- en buurtbudgetten in gemeenten is niet nieuw. In veel gemeenten – waaronder Dordrecht – zien we wel al jaren varianten waarbij bewoners(groepen) een initia-tief kunnen indienen bij de gemeente om hun buurt of wijk te verbeteren. In de regel be-paalt de gemeente vervolgens aan de hand van vaste criteria of het idee gefinancierd wordt uit het wijkbudget. Soms zijn dergelijke budgetten sectoraal2, soms zijn ze sectoroverstij-gend3. Soms betreft het ‘eigen geld’ van de gemeente4, soms betreft het geld dat (eenma-lig) beschikbaar is gesteld door het rijk5. Eén van de belangrijkste doelen met dergelijke wijk- en buurtbudgetten is het financieren van wijkactiviteiten die bewoners zelf aandragen. Anders gezegd gaat het om het bevorderen van de initiatiefkracht van burgers.

1 Raadsbesluit van 10 juni 2008. 2 Bijvoorbeeld het flexibele budget voor wijkveiligheidsinitatieven in Dordrecht – alleen te besteden aan voorstellen van

burgers die te maken hebben met openbare orde en veiligheid. 3 Zoals in Dordrecht de campagne Wijkwensen van MO in 2009. 4 Bijvoorbeeld ‘Samen de buurt mooier maken’, geïnitieerd door de sector Stadsbeheer in Dordrecht. 5 Bijvoorbeeld de ‘voucherregeling’ van minVROM/WWI in 2009.

Page 7: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

7

Een veel kleiner aantal gemeenten zet de volgende stap; die naar budgetbeste-dingsrecht voor burgers. In deze categorie vallen de Dordtse experimenten ‘Burgers aan Zet’: bewoners (en niet de gemeente) bepalen waar het geld aan uitgegeven wordt in hun eigen buurt.

Twee vormen van buurtbudgetten

Met Burgers aan Zet heeft Dordrecht gekozen voor experimenten met twee verschillende vormen van buurtbudget. De eerste vorm wordt in Nederland veel toegepast, de tweede nog maar weinig.

1. een buurtbudget voor extra activiteiten in de buurt: initiatieven bovenop het staan-de uitvoeringsprogramma van de gemeente in de wijk. Dit is toegepast in het expe-riment in een buurt in Nieuw Krispijn.

2. een buurtbudget dat betreft (delen van) reguliere budgetten voor investeringen, on-derhoud en beheer. Dit is toegepast in de buurt Stadspolder, onderdeel van de wijk

Stadspolders. Keuze voor de buurten In het oorspronkelijke voorstel werd gekozen voor twee buurten in Dordrecht Oost, “omdat daar relatief veel mensen wonen die vertrouwen hebben in de overheid, die actief zijn als het gaat om burgerparticipatie en die een welwillende maar kritische houding hebben.”6 De (toenmalige) raad gaf er echter de voorkeur aan om niet alleen te experimenteren in een gedeelte van Dordrecht waar een relatief goede voedingsbodem ligt voor het werken met een buurtbudget, maar juist ook in een buurt in het westelijk deel van de stad, waar de verhouding overheid–burger brozer is en waar de samenstelling van

de bevolking heterogener is.7 Na het positieve raadsbesluit in juni 2008 is een Implementa-tieplan uitgewerkt, waarmee het (toenmalige) college in december 2008 instemde. Dat vormde de basis voor de uitvoering van de experimenten in 2009 en het eerste kwartaal van 2010. Tabel 1 vergelijkt de beide experimenten.

Experiment 1: ‘De beste ideeën van de buurt’ Experiment 2: ‘Samen werken aan de buurtbegroting’

Functie buurtbudget Ondersteunen keuzevrijheid bewoners bij extra

initiatieven m.b.t. leefbaarheid, veiligheid, fysie-

ke inrichting en sociale cohesie.

Ondersteunen integrale afweging door bewoners over

reguliere activiteiten in de buurt (investeringen, be-

heer en onderhoud).

Buurt Buurt rond Prins Bernhardstraat (Nieuw Krispijn)

ruim 1.800 inwoners, ca. 800 huishoudens.

Buurt Stadspolder (Wijk Stadspolders), ruim 9.000

inwoners, ca. 3.500 huishoudens.

Innovatief gehalte Bestaat al in Dordrecht en vele andere steden.

Huidige situatie in Dordrecht wordt doorbroken,

want budgetten in handen van buurt i.p.v.

gemeente; beslissingsbevoegdheid bij bewoners

i.p.v. gemeente; geen apart(e) budget(ten) per

sector, geen aparte criteria voor toekenning.

Nieuw voor Dordrecht, (beperkte) ervaringen in ande-

re gemeenten in Nederland (Hoogeveen, Deventer,

Breda), veel meer ervaring in het buitenland (Brazi-

lië/Porto Allegre, Duitsland).

Herkomst financiën Samenvoegen bestaande sectorale flexibele

budgetten.

Samenvoegen van reguliere middelen (begrotingspos-

ten) van de sectoren.

Tabel 1: onderscheid experimenten 1 en 2 6 Raadsvoorstel Leertraject Dordtse Aanpak, de verlenging: Burgers aan Zet!, april 2008. 7 Zie verslag raadsvergadering 10 juni 2008.

Page 8: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

8

Instrument voor verandering In veel gemeenten is het wijkbudget niet meer of minder dan een ‘pot met geld’; geld dat de uitvoering van een voorstel geheel mogelijk maakt, of dat als startkapitaal dient, als aan-jager van eigen initiatieven van wijkbewoners (smeeroliebudget). Een wijkbudget is echter vooral succesvol als het óók gezien wordt als instrument van verandering: als vehikel waar-langs bewoners met elkaar in gesprek raken, als mogelijkheid voor bewoners om zelf keu-zes te maken en om eigen oplossingen door te voeren of nieuwe coalities te smeden.

“Wijkbudgetten zijn een instrument dat deuren open maakt of open breekt. Ze geven bewoners een concreet

perspectief. Hun inzet kán beloond worden, het verdwijnt niet in de black box van ‘wij nemen het mee’. Nog

sterker: anderen nemen het niet mee, maar bewoners krijgen het zelf terug, doordat ze zelf keuzes moeten

maken. Voor bewoners betekent dat, dat ze met elkaar in gesprek gaan over wat ze echt belangrijk vinden in

hun straat of buurt. Voor bestuurders betekent het dat ze niet overladen worden met boodschappenlijstjes uit

de wijk.”8

Burgers aan Zet: nieuwe stap in Wijkgericht werken en de Dordtse Aanpak

Wijkgericht werken richt zich in (middel)grote gemeenten steeds meer op participatie en samenwerking met bewoners bij het verbeteren van de eigen leefomgeving. Uit een onder-zoek van Nicis Institute blijkt dat bijna 80% van de betrokken lokale bestuurders en politici meent dat de verantwoordelijkheid voor het oplossen van problemen méér een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid en burgers zou moeten zijn. Meer dan de helft van de gemeente ziet daarbij voor zichzelf een actieve rol en meent dat ze burgers meer dan nu moeten betrekken bij het maken en uitvoeren van plannen voor de wijk.9 In Dordrecht wor-den al vele jaren projecten in de wijken in coproductie met bewoners opgezet, van het op-stellen van complete wijkvisies tot de concrete herinrichting van straten of pleinen. Bewo-nersparticipatie is een rode draad in het Uitvoeringsplan Wijkgericht Werken.10 Via bijvoorbeeld het flexibel budget voor wijkveiligheidsinitatieven en de ‘Wijkwensen’ wordt bewonersparticipatie en –initiatief ook bevorderd door het beschikbaar stellen van bewo-nersbudgetten. De experimenten Burgers aan Zet, waarbij buurtbewoners de gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben over een buurtbudget, sluit aan bij de reeds ingezette lijn van het wijkgericht werken in Dordrecht. Het leertraject Dordtse Aanpak is in 2004 gestart vanuit de wens van college en raad (2002 – 2006) om te werken aan het vertrouwen van burgers met een bestuursstijl die open, zichtbaar, resultaat- en klantgericht is. Het toenmalige gemeentebestuur wilde ‘bou-wen aan vertrouwen’, met een open houding als sleutel voor succes.11 Het college van Pv-dA – VVD – CDA (2006 – 2010), dat de experimenten Burgers aan Zet tot uitvoer bracht – zette deze lijn door. Ook in het huidige Politiek Akkoord van Beter voor Dordt – VVD en CDA (2010 – 2014) krijgt dit gedachtengoed een plaats, door de nadruk te leggen op een open en transparante bestuursstijl, een continue dialoog tussen de gemeente (bestuur en ambtenaren) en maatschappelijke partners en burgers in de stad en samenspraak aan de voorkant van processen. Het leertraject Dordtse Aanpak stimuleert deze open aanpak van beleids- en uitvoeringsprocessen via opleiding en ontwikkeling, procesevaluaties, informa-tievoorziening en het aanbieden van passende ‘tools’ voor participatieve processen. De ex-

8 J. Hofman, Wijkbudgetten. Geld maakt een beetje gelukkig (2008). 9 Onderzoek van Nicis Institute, december 2007, zie www.nicis.nl. 10 Uitvoeringsplan Wijkgericht Werken 2009, p. 4, november 2008. 11 Raadsvoorstel Leertraject Dordtse Aanpak, de 2e helft, maart 2007, p. 2-3.

Page 9: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

9

perimenten Burgers aan Zet maken onderdeel uit van de doorontwikkeling van de Dordtse Aanpak, door via het buurtbudget meer aan burgers zelf over te laten.12

De ‘Dordtse Aanpak’ staat voor de ambitie om de kwaliteit van ons werk te verbeteren, door vaker en vroeger

burgers (en bedrijven en belangenorganisaties) in onze processen te betrekken, en door burgers en partners zo

veel mogelijk ruimte te geven en te ondersteunen om hun eigen initiatieven met een collectief belang tot uit-

voering te brengen.

3. Doelen van de experimenten Burgers aan Zet

In het implementatieplan Burgers aan Zet worden drie doelen van de experimenten ge-noemd.13

1. Meer aan burgers zelf overlaten waar het hun eigen leefomgeving betreft: verleggen van keuzevrijheid en beslissingsbevoegdheid van het gemeentebestuur naar de buurt door middel van een buurtbudget.

2. Ontwikkelen van de eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners voor hun buurt (ontwikkelen actief burgerschap).

3. Verbeteren van de benadering van burgers door de gemeente en versterken van het continu contact: werken aan ‘het gesprek’ tussen gemeente en burgers, juist ook bij minder makkelijk te bereiken doelgroepen (breed bereik: óók doelgroepen betrek-ken waarvan bekend is dat ze minder vaak of minder intensief betrokken zijn bij par-ticipatie processen).

Uitgangspunt in de aanpak is de optimale invloed van bewoners: zo veel mogelijk keuze-ruimte bij bewoners; zo weinig mogelijk kaders en randvoorwaarden. Dit ondersteunt de reeds ingezette mentaliteitsverandering bij gemeente en partners: bewoners zijn geen on-derhuurder, maar eigenaar van hun buurt en dragen vanuit die rol een eigen verantwoorde-lijkheid in de leefbaarheid van de buurt. Het activeren van buurtbewoners in deze rol is noodzakelijk, onder meer – maar niet uitsluitend – via bestaande buurtnetwerken en geor-ganiseerde bewonersgroepen.

Samenhangende indicatoren uit het Meerjaren beleidsprogramma (MJP 2006 – 2010)

De experimenten Burgers aan Zet dienden een bijdrage te leveren aan drie indicatoren uit het Meerjaren beleidsprogramma (MJP):

1. vertrouwen van de burger in het gemeentebestuur (streven: groei naar 72%); 2. tevredenheid burgers over burgerparticipatie:

a. percentage participanten dat tevreden is over het besluitvormingsproces (streven: groei naar 25%);

b. percentage burgers dat zich serieus genomen voelt door het gemeentebe-stuur (streven: groei naar 35%);

3. medeverantwoordelijkheid burgers voor hun eigen leefomgeving.

12 Raadsvoorstel Leertraject Dordtse Aanpak, de verlenging, juli 2008, p. 6-9. 13 Implementatieplan Burgers aan Zet, november 2008, p. 3 en 8.

Page 10: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

10

4. Vraagstelling voor de evaluatie (tevens leeswijzer voor het vervolg)

In deze evaluatie verkennen we in hoeverre de experimenten Burgers aan Zet een bijdrage leveren aan de drie centrale doelen (zie hoofdstuk 3) en welke investering dat heeft gevraagd. Daarnaast bekijken we welke lessen te trekken zijn uit de experimenten, zowel voor de gebruikte instrumen-ten als voor de benadering en de participatie van burgers.

In hoofdstuk 5 tot en met 7 bespreken we de uitvoering van de beide experimenten in 2009-2010. We gaan in op de volgende beschrijvende vragen:

Hoofdstuk 5: Hoe is het instrument buurtbudget toegepast in de beide experimen-ten?

Hoofdstuk 6: Wie participeerden in welke fase en wat zijn de kenmerken van de participanten?

Hoofdstuk 7: Welke investeringen hebben de experimenten gevraagd in termen van tijd en geld?

In hoofdstuk 8 nemen we onder de loep in hoeverre de beoogde doelen bereikt zijn, via de antwoorden op een aantal beoordelende vragen:

1. Is er via de experimenten daadwerkelijk meer aan burgers overgelaten (keuzeruimte en beslissingsbevoegdheid?

a. In de ogen van de experimentbuurten: vinden bewoners dat ze meer keuze-ruimte en invloed hebben gehad door de inzet van het buurtbudget?

b. In de ogen van bestuur en ambtelijke organisatie: vinden de betrokken be-stuurders en ambtenaren dat keuzeruimte en invloed is overgedragen naar de experimentbuurten?

2. Hebben de experimenten actief burgerschap ondersteund, c.q. hebben de experi-menten de (eigen-/mede-)verantwoordelijkheid bij bewoners voor hun eigen leefom-geving gestimuleerd?

a. Welke rol kregen en pakten bewoners (resp. professionele partners, ambte-lijke organisatie en gemeentebestuur)?

b. In welke mate namen burgers deel aan de participatie-activiteiten? 3. Hebben de experimenten tot verbetering van de benadering van burgers geleid; sti-

muleerden de experimenten in het bouwen aan ‘continu contact’? Hoofdstuk 9 bevat vervolgens de belangrijkste leerervaringen en conclusies. Tot slot geeft hoofdstuk 10 aanbevelingen voor een mogelijk vervolg.

Page 11: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

11

5. De toepassing van het instrument buurtbudget

5.1 Experiment 1: ‘De beste ideeën van de buurt’ (Nieuw Krispijn) De bewoners van de buurt aan weerszijden van de Prins Bernhardstraat in Nieuw Krispijn hebben bepaald welke extra activiteiten ze willen uitvoeren in hun buurt. Wat heeft de buurt nodig om aantrekkelijker, socialer of veiliger te worden? Wat kan het woon- en leef-plezier in de omgeving verbeteren? Bewoners hebben daarvoor zeggenschap gekregen over een buurtbudget van € 150.000, bestaande uit samengevoegde flexibele budgetten be-stemd voor de buurt.14 Het proces om te komen tot een gezamenlijk besluit van de buurt over de besteding van het buurtbudget verliep in grofweg zes fasen.

De buurt rond de Prins Bernhardstraat

Pilotgebied voor experiment 1 is de buurt rond de Prins Bernhardstraat. Deze buurt wordt begrensd door de

Julianaweg, Krispijnseweg, Mauritsweg en de Nassauweg. De buurt telt 1.811 inwoners, waarvan een kwart

jonger dan 20 jaar en 16% 65 jaar of ouder. Van de bewoners staat 37% geregistreerd als ‘niet-westerse

allochtoon’. In de buurt staan twee keer zoveel huur- dan koopwoningen (circa 550 tegenover 270). Omdat al

vanaf het prille begin van het project door de buurt geklaagd wordt over het slechte wegdek in de Prins Bern-

hardstraat en over hangjongeren bij de voetbalkooi en de supermarkt, worden daarvoor buiten het experiment

oplossingen gezocht. Uiteindelijk wordt de herbestrating van de Bernhardstraat door Stadsbeheer vervroegd en

gaat de Beke-aanpak in de buurt van start.

Startmanifestatie in Nieuw Krispijn, maart 2009

Fase 1: december 2008 – februari 2009: bekend maken experiment en voorbereiding.

Het projectteam Burgers aan Zet ging direct na het positieve collegebesluit op het Imple-mentatieplan Burgers aan Zet in december 2008 de buurt in, knoopte op straat gesprekken aan met buurtbewoners en stuurde een ansichtkaart aan alle huishoudens in de buurt. De wethouder nodigde professionals en buurtcomité op de koffie. Lokale media, waaronder RTV Dordrecht, besteedden aandacht aan de start van de experimenten. De werkgroep van actieve bewoners kwam in januari voor de eerste keer bijeen. Deze bestond nog groten-deels uit leden van de bewonersgroep in deze buurt, de Woonbond 0300. In deze eerste fase kwam de werkgroep van actieve bewoners iedere twee weken bij elkaar. Gezamenlijk

14 Twee derde van het buurtbudget betrof de VROM/WWI subsidie voor bewonersbudgetten, een derde werd bijgedragen

uit eigen gemeentelijke middelen voor beheer en ontwikkeling van de wijken.

Page 12: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

12

werkten de bewoners en de projectgroep een plan van aanpak uit voor de daaropvolgende maanden, met als vragen: hoe benaderen we de buurt? Wat hebben de bewoners/heeft de buurt nodig om mee te willen en kunnen doen? Hoe gaan we stemmen en wie mogen stemmen?

Fase 2: februari – april 2009 ideeën genereren.

Spontaan organiseerde het Da Vinci College een bijeenkomst waar leerlingen zo’n 70 idee-en opperden die de buurt ten goede kunnen komen. Actieve bewoners en projectgroep be-reidden de feestelijke startmanifestatie van 28 maart voor. Met medewerking van bewoners neemt RTV Dordrecht vier speciale programma’s op over Burgers aan Zet in Nieuw Krispijn, die in de aanloop naar de manifestatie uitgezonden worden. Plaatselijke rapgroep On-voorsp3lbaar trad tijdens de manifestatie op met een speciale Burgers aan Zet-rap. Op het podium werd een prijs verloot onder alle bewoners die de huis aan huis verspreide Burgers aan Zet-poster voor hun raam hadden gehangen. Via de website www.nieuwkrispijnaanzet.nl konden bewoners voorstellen doen, er werden antwoordkaar-ten verspreid en de ‘Ideeëntelefoon’ was bereikbaar voor goede ideeën. Een buurtbewoner, tevens docent aan het Da Vinci College, bood de diensten aan van een groep scholieren. Zij namen eind maart en begin april huis aan huis een enquête af.15 Al deze acties leverden ruim 700 ideeën op die de buurt mooier, veiliger, schoner of gezelliger maken.

Startmanifestatie in Nieuw Krispijn, maart 2009

Fase 3: mei – augustus 2009: ideeën uitwerken en voorbereiding verkiezingen.

De projectgroep en de groep actieve bewoners stonden voor de vraag hoe je meer dan 700 ideeën, vaak niet meer dan losse kreten, vertaalt naar concreet uitvoerbare plannen mét een prijskaartje waar de buurt op kan stemmen. De projectgroep bundelde de 700 ideeën, waar veel dubbele voorstellen inzaten, in zeven categorieën:

15 Zie bijlage 5 voor de uitkomsten van deze enquête. De enquête levert ongeveer 350 ideeën op en een overzicht van

waar mensen in deze buurt tevreden over zijn (rustige buurt, goede winkelvoorzieningen, vlakbij park en station) en onte-

vreden over zijn (zwerfvuil, overlast door hangjongeren en de slechte bestrating).

Page 13: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

13

1. een goede sfeer in de buurt: activiteiten voor kinderen, jongeren of ou-deren, allerlei voorstellen voor festivals, straatfeesten en ontmoetingsmogelijkhe-den;

2. een gezellig Paulus(c.q. Nassau)plein: herinrichting van (een deel van) de huidige parkeerplaats voor de Pauluskerk met bloemen en planten, een fontein, een bankje, een jeu-de-boulesbaan etc.;

3. een schone buurt met een fleurig uiterlijk: het aanzien van de buurt verbeteren door meer bloeiende planten en het tegengaan van verloedering, onder meer door het verwijderen van zwerfvuil;

4. aangenaam samenwonen: beter benutten buurthuis, onder meer door er cursussen te geven, maar ook meer speelgelegenheden en –toestellen etc.;

5. een veilig gevoel en minder overlast: meer actieve inzet van toezichthouders in de buurt, ondersteuning van de buurtvadergroep, en het tegengaan van de overlast van hangjongeren in het algemeen, onder andere bij de voetbalkooi;

6. gemakkelijk een straatje om: enerzijds herbestrating, anderzijds verkeersremmende maatregelen als drempels, bloembakken en eenrichtingsverkeer;

7. voor en met elkaar: hulp bij schulden, een ruilsysteem voor diensten en goederen, opbouwen van burenhulp, een klussendienst etc.

Om bewoners met soortgelijke (of juist tegengestel-de) voorstellen bij elkaar te brengen en de dialoog over de ideeën te stimuleren, organiseerden de pro-jectgroep en de werkgroep van actieve bewoners het ‘Ideeënplein’. Op 26 mei 2009 werkten circa 25 bewoners met elkaar de contouren van de plannen uit. Er kwamen vooral veel ‘w-vragen’ aan de orde: wat is precies het idee en waarom is het belangrijk? Voor wie is het bedoeld? Door wie, waar en wan-neer kan het uitgevoerd worden? Wat doet u zelf en wat verwacht u van de gemeente? Wat kost het? Een aantal ambtenaren schoof aan om te adviseren

over met name uitvoeringskwesties en kosten. De projectgroep kreeg huiswerk mee; niet alle vragen konden ter plekke beantwoord worden. In de zomer maakte de projectgroep samen met professionals die actief zijn in de buurt (DWO, woningbouwcorporaties, toe-zichthouders) en ambtelijk adviseur nog een extra inhoudelijke slag op de ideeën. Ook de indiener(s) van het idee werden hier zo veel mogelijk bij betrokken. Daar waar op geen en-kele wijze een voorstander, drager of initiatiefnemer van een idee te achterhalen of te acti-veren was, koos de projectorganisatie ervoor om deze voorstellen niet verder mee te ne-men. Zo is ‘activiteiten voor ouderen’ een keer of 40 genoemd als idee, maar is geen van de ideeënindieners bereid gevonden mee te denken over concretisering in de richting van een voorstel dat tijdens de verkiezingen in stemming zou kunnen worden gebracht. Op 20 juni is tijdens het Midzomerfeest in Nieuw Krispijn een stand ingeruimd voor de idee-en die tot op dat moment geheel of gedeeltelijk uitgewerkt waren. Op grote posters waren de ideeën zichtbaar. Kort daarop, begin juli, ontving ieder huishouden een vakantiekaart met een voortgangsbericht en de aankondiging voor de eerstvolgende bewonersbijeenkomst begin september, ter voorbereiding op de verkiezingen van de beste ideeën van de buurt.

Page 14: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

14

Fase 4: september – oktober 2009: verkiezingen en uitslag. Op 3 september kwam de groep actieve bewoners in de Pauluskerk bijeen om de verkiezingen voor te bereiden. Naar aan-leiding van het Midzomerfeest hebben ook enkele nieuwe mensen uit de buurt zich aangemeld voor deze vergadering. De projectgroep heeft op voorhand varianten voor de organisatie van de verkiezingen bedacht; sommige heel ‘basic’, andere wat speelser. Sommige waarbij gestemd werd tijdens een bijeenkomst, om de dia-loog aan te gaan, andere waarbij het stemmen van huis uit gebeurde. Tijdens de vergadering gaven de actieve bewo-ners aan dat het stemmen simpel moest

zijn en dat de drempel om te stemmen zo laag mogelijk moest liggen. Er werd gekozen voor het huis aan huis ophalen van stemkaarten, wederom met hulp van de leerlingen van het Da Vinci College. Op 6 oktober kreeg ieder huishouden een stemkaart in de bus, onderdeel van de ‘Ideeënwaaier’. Deze Ideeënwaaier geeft – zoals een verfwaaier een overzicht van kleuren geeft – een overzicht van de ideeën waarop bewoners kunnen stemmen. De waaier bevat de 17 ideeën die ver genoeg uitgewerkt zijn om daadwerkelijk gekozen te kunnen worden. Ieder huishouden mocht maximaal drie voorstellen aankruisen. De stemkaarten konden per post opgestuurd worden, maar actieve bewoners, projectgroepleden en de scholieren kwamen tussen 9 en 14 oktober ook aan de deur langs om de stemkaart op te halen. Ruim 300 buurtbewoners (een kleine 40% van de huishoudens) leverden een stemkaart in. Op 15 oktober telden de leden van de werkgroep actieve bewoners en de projectgroep de stemmen.

Uit het buurtbudget van € 150.000 worden 8 winnende voorstellen gefinancierd:

1. extra toezicht in de avonduren, op de tijdstippen dat er sprake is van overlast;

2. één extra toezichthouder in de buurt om vaker in de wijk op te kunnen treden m.n. op overlastplekken;

3. geraniumzuilen om de buurt op te fleuren, op plaatsen naar keuze van bewoners;

4. hangende bloembakken, op de plekken die de bewoners aanwijzen;

5. ondersteuning van de Buurtvaders die samen met de buurt een bijdrage leveren aan een veiligere buurt;

6. extra prullenbakken plaatsen om de buurt schoon te houden, langs de schoolroute in de buurt;

7. extra ronde door de buurt om zwerfvuil op te ruimen in straten, pleintjes of speelvelden naar keuze;

8. herinrichting van het Paulusplein: het anders inrichten van het plein leidt tot een aantrekkelijker plein.

Op zaterdag 24 oktober maakte de wethouder de uitslag van de verkiezingen van de beste ideeën van de buurt bekend. Een handvol actieve bewoners van het eerste uur was aanwe-zig. Vlak voor de bekendmaking van de uitslag stelden zij de vraag of de winnende ideeën eigenlijk niet tot het reguliere onderhouds- en voorzieningenpakket horen. Hierover vond nader overleg plaats. Direct na de officiële bekendmaking van de uitslag verspreidde het Buurt Service Team een folder in de buurt met daarin de winnende voorstellen – mét daarin de oproep om mee te denken over de uitvoering van de voorstellen. Enkele nieuwe bewo-

Page 15: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

15

ners meldden zich aan, met name om mee te denken over de herinrichting van het Paulusplein.

Fase 5: november 2009 – juni 2010: uitvoering winnende voorstellen.

De meeste voorstellen moesten nog één slag concreter gemaakt worden, voor ze uitge-voerd konden worden. Zo koos de buurt voor meer prullenbakken en geraniumzuilen, maar was nog wel overleg nodig over waar deze precies moesten komen. Ook deze concretise-ring gebeurde samen met de buurt. De acht winnende voorstellen werden over drie werk-groepen verdeeld:

1. werkgroep Veiligheid: concretiseert de winnende voorstellen rond de inzet van extra uren toezicht en de Buurtvadergroep (totaal: € 67.000);

2. werkgroep Paulusplein: concretiseert de plannen voor een gezelliger en gedeeltelijk autovrij Paulusplein (€ 50.000);

3. werkgroep schoon & fleurig: bepaalt waar de geraniumzuilen, bloem- en prullenbak-ken het beste op hun plaats zijn (totaal: € 36.000).

In november 2009 startte de werkgroep Veiligheid. Bewoners, buurtvaders, de afdeling Toezicht en het projectteam Burgers aan Zet gingen in gesprek over drie van de acht win-nende ideeën die tot doel hebben de buurt veiliger te maken. Die gesprekken verliepen niet altijd even gemakkelijk, met name waar het ging om de relatie tussen gemeentelijke toe-zichthouders en de buurtvaders. De betrokkenheid bij het onderwerp is groot, maar Toe-zicht heeft – net zo min als de politie – weinig ‘credits’ in de buurt. Centraal thema in het gesprek met de (Marokkaanse) Buurtvaders is ‘serieus genomen worden’. Van de drie idee-en rond veiligheid zijn er per januari 2010 twee in uitvoering gegaan: meer uren toezicht in de buurt en binnen deze uren meer nadruk op toezicht in de avonduren, op overlastgevende plekken. Plannen voor de professionalisering van de Buurtvadergroep hadden wat meer voeten in aarde, maar in juni 2010 lag er een gedegen plan op tafel. De Buurtvadergroep gebruikte hun deel van het Burgers aan Zet-buurtbudget voor ondersteunende middelen die hun werk(omstandigheden) verbeteren: een laptop en beamer voor de huiswerkbegeleiding en computercursussen in de Ducdalf, jacks en beveiligingsschoenen voor een professionele uitstraling tijdens de straatsurveillances en trainingstenues voor een zaalvoetbalteam van jongeren uit de buurt dat door de Buurtvaders begeleid wordt.

In december 2009 en januari 2010 komen ook de andere twee werkgroepen bijeen. De werkgroep ‘schoon & fleurig’ bestelde het nodige materiaal en bepaalde met elkaar op de kaart waar de prullen-bakken, hangende bloembakken en geraniumzuilen precies geplaatst moesten worden. Op 17 maart plaatste Stadsbeheer de extra prullenbakken; een week later de hangende bloembakken. De gerani-umzuilen werden geplaatst na IJsheiligen (19 mei). De extra zwerfvuilroute langs acht plekken in de buurt was aanbesteed bij Allgroen BV en ging in de loop van mei van start, voor een periode van vier jaar. Ook de hangende bloembakken en geranium-

zuilen worden de komende vier jaar geplaatst. De bijeenkomsten van de werkgroep ‘Paulusplein’ verliepen moeizamer. De bewoners die betrokken waren bij het uitwerken van het idee om het Paulusplein aantrekkelijker te ma-

Page 16: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

16

ken, stelden tijdens de eerste bijeenkomsten in januari en februari 2010 be-staande randvoorwaarden ter discussie: een autovrij plein was voor hen de enige optie. Dit zou echter de ondernemers aan het plein en de Pauluskerk onevenredig veel ongemak be-zorgen en ook omliggende straten door de toenemende parkeerdruk. In de eerdere discus-sies met betrokken bewoners was het voorstel voorbereid waarover de bewoners hebben kunnen stemmen: een deels autovrij plein, met twee stroken die opnieuw ingericht konden worden (bijvoorbeeld met een speelplek, jeu-de-boulesbaan, bankjes, bloembakken of ander groen). Het is dít voorstel dat verder uitgewerkt werd, ondanks de stellige overtuiging van een groepje buurtbewoners dat alle auto’s van het plein geweerd zouden moeten worden. In de bijeenkomsten van maart en april, waarin verschillende scenario’s voor de nieuwe in-richting van het plein bedacht werden, kwam een andere angel naar boven: de angst voor overlast van hangjongeren op het heringerichte plein. Met name omwonenden en winkeliers in de directe omgeving van het plein gaven met steeds meer kracht aan dat ze in principe wel voorstander zijn van een gezelliger en fleuriger plein, maar dat ze in de huidige situatie al overlast ervaren op en rond het plein. Het plein omtoveren van puur parkeerplek tot ‘ver-blijfsplek’, met bijvoorbeeld een bankje, zou in de ogen van omwonenden tot meer overlast leiden. Het feit dat bewoners toen al niet de ervaring hadden dat meldingen van overlast of winkeldiefstal leidden tot adequate actie van de gemeente (Toezicht), maakte dat omwo-nenden dreigden met actie en verzet als de plannen door zouden gaan. Na uitgebreide dis-cussie lag de oplossing uiteindelijk in een beheerplan, dat samen met het herinrichtingsplan opgesteld zou worden. Dit beheerplan heeft als doel om de overlast te beperken en toe-komstige incidenten te voorkomen. Daarnaast deed de wethouder de toezegging om – in-dien er in de praktijk sprake is van onaanvaardbare overlast op het nieuwe plein – het plein weer in oude staat terug te brengen. Op basis van deze afspraken werkten de actieve be-woners en omwonenden en winkeliers gezamenlijk aan het uitwerken van de grove schets voor de herinrichting. Op basis van de opmerkingen uit de groep werkte de ambtelijke orga-nisatie in de zomer van 2010 aan een definitief ontwerp.

Fase 6: mei – december 2010: afronding en borging.

Bewoners van de buurt rond de Prins Bernhardstraat zijn gedurende het experiment her-haaldelijk op de hoogte gehouden van de vorderingen (zie ook bijlage 3). Halverwege april 2010 is huis aan huis een flyer verspreid met de stand van zaken van de uitvoering van de acht winnende ideeën. In juni volgde een afrondend bericht, als ‘punt’ achter het experi-ment (al zijn op dat moment de plannen voor het Paulusplein nog niet uitgevoerd). In de tweede helft van 2010 volgt nog een aantal bijeenkomsten met de groep rond het Paulus-plein. Dit leidt tot een breed gedragen plan, dat in de herfst wordt uitgevoerd. Het ver-nieuwde Paulusplein is op 15 december feestelijk geopend.

Werkzaamheden Paulusplein, najaar 2010

Page 17: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

17

De nieuwe contacten met bewoners krijgen een plaats in het reguliere wijkge-richt werken, in het bijzonder in activiteiten in het Sociaal Programma. Zo start vanuit het Sociaal Programma eind april een Werkgroep Veiligheid, bestaande uit bewoners en profes-sionals. Deze nieuwe werkgroep gaat in het kader van het Sociaal Programma een Actie-plan Veiligheid opstellen. De Buurtvadergroep sluit zich hierbij aan. Deze werkgroep kijkt ook naar het beheerplan om de overlast op het Paulusplein tegen te gaan. Dit beheerplan is in november 2010 in concept aan de bewoners voorgelegd.

5.2 Experiment 2: ‘Samen werken aan de buurtbegroting’ (Stadspolder)

Stadspolder

De buurt Stadspolder is de oudste van de drie buurt in de wijk Stadspolders (met ‘s’), in het oosten van Dor-

drecht. In deze jaren ’80 buurt met veel gezinnen van tweeverdieners wonen verhoudingsgewijs veel jongeren:

circa 30% van de 9.317 inwoners is jonger 20 jaar. Slechts 1% is 65 jaar of ouder. Van de bewoners is 13%

‘niet-Westerse allochtoon’. De buurt telt meer koop– dan huurwoningen (afgerond 2.000 tegen 1.500).

De circa 9.000 bewoners uit de buurt Stadspolder hebben bepaald welke reguliere activitei-ten (onderhoud, beheer, investeringen) wel en welke niet of minder uitgevoerd zullen wor-den in de buurt. Bewoners hebben daarmee zelf prioriteiten gesteld bij de aanwending van reguliere middelen voor de buurt en een integrale afweging gemaakt over de inzet van het buurtbudget van € 600.000. Het proces is op hoofdlijnen in te delen in 6 fasen.

“Wij hebben de illusie dat wat wij doen in de wijk ook een gepast antwoord is op de behoefte van de bewo-

ners. Maar is dat ook echt zo? Misschien willen bewoners wel heel wat anders. Door de bewoners zelf zeg-

genschap te geven over een deel van de begroting komen we daar achter. In wat voor wijk willen de bewo-

ners wonen? En wat moeten we doen om dat te bereiken? Willen ze juist investeren in de fysieke dingen zoals

straatvernieuwing of verkeersveiligheid, of juist in socialere dingen zoals jongerenwerk, ouderenparticipatie of

buurtpreventie. Of moet er intensiever schoongemaakt worden of het groen beter onderhouden? Maar elke

keuze heeft natuurlijk consequenties. Geld kan maar een keer uitgegeven worden. Meer van het een betekent

minder van het ander.” (toenmalig Wethouder Lagendijk, januari 2009)

Fase 1: januari – juni 2009: voorbereiding achter de schermen.

Het tweede experiment vroeg meer voorbereidingstijd dan experiment 1, gezien het innova-tieve karakter. Daarnaast wilde de projectorganisatie wat betreft het beoogde ‘breed bereik’ (zie hoofdstuk 3) en communicatiestrategie (zie hoofdstuk 6) de ervaringen van experiment 1 meenemen in dit experiment. De eerste maanden na het collegebesluit werden dan ook vooral besteed aan de (ambtelijke) voorbereiding. De projectorganisatie voerde gesprekken met de sectoren, de verantwoordelijk wethouder en raadsleden over rollen, taken en ver-wachtingen. In deze fase werd ook een groep van vier raadsleden gevormd die als klank-bord voor experiment 2 op zou treden.16 Het projectteam investeerde in een uitgebreide verkenning van de buurt. Via gesprekken met professionals (buurtwerk, wooncorporatie, politie etc.) en een uitgebreide buurtwandeling werd geïnventariseerd welke (leefbaar-heids)projecten er al liepen, wat de ervaringen uit het verleden zijn en welke vragen en pro-blemen er in de buurt leven. Alle professionele partners die actief zijn in Stadspolder kwa-men tijdens een kick off bijeenkomst bij elkaar om de verwachtingen rond het experiment uit te spreken en hun kennis over de buurt te delen. Op basis daarvan werkte de projector-

16 De klankbordgroep van raadsleden is samengesteld in februari 2009 via het presidium. Zie bijlage 2.

Page 18: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

18

ganisatie aan een ‘sociale kaart’: een overzicht van mensen, activiteiten en lo-caties die in de uitvoering van Burgers aan Zet benut konden worden. Veel aandacht ging in deze eerste fase ook uit naar het bepalen van de definitieve omvang van het buurtbudget, het bedrag waar de buurt zélf over kon beslissen. De ambtelijke werkgroep die in de zomer en herfst van 2008 het Implementatieplan opzette kwam tot drie ton; het streven was een verdubbeling. Op 19 januari 2009 vond een werksessie plaats met 20 afdelingshoofden en sectorcontrollers over de omvang van het buurtbudget. Zij bogen zich over hun eigen (sector)begroting, met als belangrijkste vraag: welke posten zijn te bezien op en te vertalen naar wijkniveau, en welke posten betreffen zonder twijfel wijkoverstijgende of individuele voorzieningen? De sessie en een aantal aanvullende ge-sprekken met directeuren en sectorcontrollers leidden uiteindelijk tot een buurtbudget van € 794.000 (zie bijlage 4 voor de opbouw van het budget).

Werkwijze opbouw buurtbegroting Stadspolder

Begrotingsposten worden per sector toegerekend naar wijk-/buurtniveau. Dit gebeurt voor alle posten op basis

van bijvoorbeeld inwoneraantal, doelgroepgrootte of areaalgrootte, tenzij:

1. de begrotingspost samenhangt met (de uitvoering van) een wettelijke taak;

2. de begrotingspost een stedelijke of bovenwijkse structuur of voorziening betreft;

3. de begrotingspost een individuele voorziening betreft;

4. aframen van het budget ten koste gaat van veiligheid of volksgezondheid;

5. de begrotingspost niet zichtbare zaken betreft die voor de stad geregeld moeten worden;

6. het gaat om projecten die stedelijk worden afgewogen;

7. sprake is van onacceptabel grote financiële risico’s na afronding van het experiment;

8. het zaken betreft die voor bewoners niet relevant lijken maar voor de stad wel geregeld moeten zijn (instru-

menten ten behoeve van uitvoering, beheersystemen, ICT);

9. sprake is van kapitaalsvernietiging op de betreffende begrotingspost door het aframen van budget naar wijk-

/buurtniveau;

10. de begrotingspost gereserveerd is voor calamiteiten en/of een incidenteel karakter heeft; de taak/het budget

niet van toepassing is in/op het pilotgebied.

Fase 2: juni – augustus: kennismaking en bekend maken experiment.

In juni vond het eerste moment plaats waarop de bewoners kennis konden maken met het experiment in hun buurt. Leden van het projectteam trokken met een versierde bakfiets de buurt door, knoopten op straat gesprekken aan over Burgers aan Zet, belden bij de huizen aan en verspreidden antwoordkaarten. Doel van de gesprekken was het leggen van het eer-ste contact met bewoners, hen nieuwsgierig maken en namen verzamelen van mensen die mee willen denken of doen in het project. Deze actie leverde circa 30 ingevulde antwoord-kaarten op van mensen wiens interesse gewekt was. De website www.polderestafette.nl ging online en de voorbereidingen werden getroffen voor de bijeenkomsten in september. Alle geïnteresseerden kregen in juli een persoonlijke brief met daarin de vooraankondiging van deze bijeenkomst. Ook intern binnen de gemeente was er aandacht voor het bekend maken van het experi-ment. In augustus peilde het projectteam de verwachtingen over het experiment in Stads-polder bij ongeveer 200 medewerkers in het Stadskantoor. Medewerkers beantwoordden vragen over het verwachte aantal deelnemers over de thema’s die naar hun idee in de buurt leven. Via stellingen werd de mening over Burgers aan Zet gepeild (zie bijlage 6 voor de ‘waarzegger-actie’).

Page 19: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

19

Bakfietsactie Stadspolder, juni 2009

Fase 3: september – oktober: prioriteiten op tafel.

Op 9 september en 14 oktober vonden de eerste twee bijeenkomsten van de bewoners-werkgroep plaats in Het Palet aan het Dudokerf in Stadspolder. Voor de eerste bijeenkomst werd onder meer ‘reclame gemaakt’ via de website en een flyer. Ook belde het projectteam alle bewoners die tot op dat moment hadden aangegeven geïnformeerd te willen worden over Burgers aan Zet. De bijeenkomst stond in het teken van kennis maken en met elkaar van gedachten wisselen over het experiment. Een belangrijk onderwerp was op welke wijze de buurt met elkaar in gesprek kan raken over wat de buurt nodig heeft en ten koste van wat dit gerealiseerd moet worden. Voorstel was om dit te doen in de vorm van een ‘begro-tingsspel’, een serieuze, maar vrolijke manier om de dialoog op gang te brengen. Een goed begrotingsspel helpt om het gesprek op gang te brengen over de verdeling van de begro-tingsposten, door dilemma’s in kaart te brengen en door keuzes op tafel te leggen: willen bewoners meer geld om activiteiten voor (hang)jongeren te ontwikkelen, dan moet dat geld ergens vandaan komen en kan men ervoor kiezen minder te investeren in groen of in het opruimen van zwerfvuil. Een goed spel maakt de consequenties van de keuzes inzichtelijk. Tot slot moet een goed begrotingsspel bewoners aanspreken. Het moet een spel zijn dat bewoners met plezier ‘spelen’. Bewoners probeerden vijf spelvormen uit. Zichtbaar was dat het gebruik van een spel de discussie op gang brengt en mensen betrokken maakt bij het verdelen van hun buurtbudget. Om uiteindelijk in december het definitieve begrotingsspel te kunnen spelen, moest er meer zicht komen op hoe de huidige (gemeentelijke) begroting zich verhoudt tot de voorkeur van bewoners. Om dit in kaart te brengen, trok in september de Debatmobiel door de buurt; een ‘rijdende enquêtewagen’. Bewoners konden ter plekke een korte vragenlijst invullen over hun buurt. De antwoorden dienden als nulmeting, die afgezet kon worden tegen de huidige begroting. Tegelijkertijd was de Debatmobiel een promotie- en communicatie-instrument, waarmee de zichtbaarheid van Burgers aan Zet kon groeien. Ongeveer 380 mensen vulden de vragen in. Onderstaande grafiek geeft aan hoe de verdeling van de budgetten in de hui-dige – door de gemeente bepaalde – situatie (in rood; rechterkolom) zich verhoudt met de door buurtbewoners gewenste situatie (in blauw; linkerkolom).

Page 20: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

20

Figuur 1: Begroting volgens Burgers aan Zet (linkerkolom) versus huidige begroting (rechterkolom)

Eén van de belangrijkste verschillen: bewoners trekken meer geld uit voor veiligheid (24%) dan de gemeente (die komt op 12% van het wijkbudget). Interpretatie kan zijn dat extra in-zet op veiligheid uit het huidige budget voor het onderhoud van de omgeving gehaald kan worden: bewoners hebben 24% van het budget over voor de omgeving, terwijl de gemeen-te daar 36% voor uittrekt. Juist déze verschillen vormden de inbreng van de discussie tij-dens het spelen van het begrotingsspel. Bijlage 5 bevat de complete uitkomsten van de en-quête. Hoofdpunten zijn:

overlast van (hang)jongeren, parkeeroverlast/gebrek aan parkeerplaat-sen/foutparkeren, te snel rijden en zwerfvuil zijn de meest genoemde problemen;

de buurt vraagt om meer inzet op toezicht en op meer inzet op de bestrijding van zwerfvuil en om minder intensieve inzet op groenonderhoud.

Spelavond, voorbereidingen voor het begrotingsspel, oktober 2009

Fase 4: november – december: begrotingsspel.

In november volgde een volgend klein communicatieoffensief: de sector Stadsbeheer plaatste bordjes in perken en openbaar groen met het logo van Burgers aan Zet en het pro-jectteam verspreidde Burgers aan Zet-fietszadelhoesjes. Het projectteam belde alle bewo-ners die actief betrokken waren bij of die geïnformeerd wilden blijven over Burgers aan Zet.

Page 21: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

21

Eind november ontving ieder huishouden een krantje met informatie over Bur-gers aan Zet, over de uitslagen van de Debatmobiel en over de wijze waarop de gemeente het beschikbare budget op dat moment besteedde in de buurt. De krant bevatte een ant-woordkaart waarmee bewoners aan konden geven op welke posten zij minder willen beste-den. Het was een zoekactie naar het ‘wisselgeld’, waarmee nieuwe initiatieven gefinancierd kunnen worden. Ook via internet konden bewoners hun voorkeur aangeven. Op 1 decem-ber vond een bijeenkomst plaats specifiek voor de betrokken professionals in Stadspolder, ter voorbereiding op de inloopbijeenkomsten waar het begrotingsspel gespeeld ging wor-den. Dit gebeurde op twee avonden en een halverwege december 2009. Professionals, ambtelijk betrokkenen en raadsleden uit de klankbordgroep waren aanwezig als adviseurs.

Fase 5: januari – februari 2010: stemmen op de buurtbegroting.

Halverwege januari vond een volgende bijeenkomst plaats met de werkgroep actieve bewo-ners, als voorbereiding op het stemmen op de buurtbegroting. De werkgroep Burgers aan Zet vertaalde alle informatie die tussen juni en december verkregen was, in verschillende buurtbegrotingen en besprak deze met de aanwezige bewoners. De voorbereidingen voor het digitale stemmen werden in gang gezet. Op 5 februari ontvingen de ruim 7.000 bewo-ners van 16 jaar en ouder een brief met persoonlijke stemcode om via internet hun stem uit te brengen op de buurtbegroting van hun keuze:

1. ‘Houen zo’: tevreden met de huidige verdeling van budgetten, geen verschuivingen; 2. ‘Meer blauw, minder groen’: meer investeren in veiligheid en jongerenwerk, ten

koste van het budget voor groenonderhoud; 3. ‘Meer hard dan zacht’: meer aandacht voor parkeren, groen-, straat- en wegonder-

houd, ten koste van het budget voor buurtwerk. Een vierde stemoptie is ‘geen van allen’, dus het uitbrengen van een blanco stem, waarmee een bewoner aangeeft geen inhoudelijke voorkeur te hebben voor één van de drie begrotin-gen, maar het wél belangrijk te vinden dat de mogelijkheid bestaat te stemmen op de eigen buurtbegroting.

NRC Handelsblad, 27 februari 2010

Page 22: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

22

Stemmen kon tot en met 28 februari. Op posters in winkels en openbare locaties in de buurt werd intussen de ‘Ik hou van Stadspolder-spelavond’ op 16 februari aangekondigd. Deze avond was bedoeld als laatste mogelijkheid waarop bewoners met elkaar in gesprek kunnen komen over de prioriteiten voor hun buurt, voor ze hun stem uit zouden brengen. Opnieuw spelenderwijs, met een variant op het populaire TV-programma ‘Ik hou van Hol-land’. Er waren computers met internetaansluiting aanwezig, zodat bewoners ter plekke hun stem op de buurtbegroting van hun keuze konden uitbrengen. Om zoveel mogelijk buurtbewoners te trekken voor deze avond, deelde het projectteam flyers uit in de buurt en nodigde bewoners persoonlijk uit. Aan deze bijeenkomst hebben ruim twintig bewoners deelgenomen.

Page 23: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

23

Fase 6: maart – december 2010: uitslag, afronding en ‘nazorg’.

De uitslag van de stemming op de buurtbegroting: 1611 bewoners hebben gestemd (22% van het totaal aantal stemgerechtigden). ‘Houen zo’ is de nipte winnaar met 628 stemmen (39%). ‘Meer hard dan zacht’ krijgt 590 stemmen (37%). De buurtbegroting met meer aandacht voor ‘blauw’ (veiligheid) ten koste van groenonderhoud volgt op afstand met 319 stemmen (20%) en 74 buurtbewoners (5%) brachten een blanco stem uit. Deze uitslag, waarin de ‘winnaar’ en de nummer 2 zo dicht bij elkaar lagen, bracht discussie op gang over de interpretatie. Zoals sommigen het uitdrukten: bijna 40% wil de situatie laten zoals ‘ie is (‘Houen zo’), maar dat betekent dus dat bijna 60% ‘iets anders’ wenst. Over de rich-ting van deze verandering verschilde men (soms per erf) van mening. De projectorganisatie ging in gesprek met de actieve bewoners om de strategie voor het vervolg te bepalen: de twee hoogst scorende opties in stemming brengen in een tweede ronde? Een vervolgproces op andere wijze organiseren? Of de uitslag strikt volgen en dus kiezen voor ‘Houen zo’? De actieve bewoners kozen voor het laatste.

Meer dan een kwart van de mensen die via internet heeft gestemd, liet tevens een reactie achter op het forum op www.polderestafette.nl. Door de reacties te koppelen aan de erven waar de respondenten wonen, kreeg de projectorganisatie een scherp beeld van de behoef-ten per erf. Om recht te doen aan de opmerkingen organiseerde men in juni 2010 interne themagerichte sessies. Veel van de forumreacties die samenhangen met de taken van Stadsbeheer zijn als Wijklijnmelding aan te duiden en werden als zodanig afgehandeld. Sommige reacties betroffen problemen of situaties die al bij de betreffende sector of afde-ling bekend waren. Waar nodig werd nog eens extra aandacht gevestigd richting de buurt op lopende acties, inspanningen van de gemeente en partners en wat de inwoners zelf kunnen doen, onder andere via een Wijknieuwsbrief. Het onderwerp parkeren (gebrek aan parkeerplaatsen, fout parkeren, ergernissen over be-drijfsbusjes in de wijk etc.) is zeer dominant in de forumreacties, met name in de delen van Stadspolder waar nog geen herbestrating heeft plaatsgevonden. Alleen al het aantal opmer-kingen rechtvaardigde aparte, aanvullende actie op dit punt (zie ook de woordenwolk in fi-guur 2). Discussies hoe het parkeerprobleem met de buurt kan worden aangepakt binnen het huidige budget zijn op het moment dat deze evaluatie wordt geschreven vergevorderd.

Page 24: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

24

Ook hier wordt de lijn van Burgers aan Zet doorgetrokken: de gemeente reali-seert niet simpelweg extra parkeerplaatsen (‘u vraagt, wij draaien’), maar gaat het gesprek aan over de verhouding tussen groen in de buurt en ruimte voor auto’s en busjes. Nadruk-kelijk bevragen de ambtelijk betrokkenen de buurt over ándere oplossingen dan het creëren van nieuwe parkeerplaatsen. (Kunnen we een parkeerterrein bij een oude school aan de rand van de buurt benutten? Is een soort pendelsysteem een oplossing? Kan de buurt een systeem hanteren met gele en rode kaarten bij foutparkeren? Kunnen bewoners elkaar aan-spreken over het parkeergedrag?) Uiteindelijk bepalen bewoners samen welke oplossing zij voorstaan. Een eerste pilot met deze aanpak vindt plaats in het Johanne Nabererf. Ruim 30 bewoners meldden zich aan voor het project. Zij ontwikkelen met elkaar een plan, waar vervolgens via internet definitief over gestemd gaat worden.

Figuur 2: woordenwolk op basis van de meest voorkomende forumreacties; hoe vaker het woord op het forum voorkomt,

hoe groter het is weergegeven

Ook buiten Dordrecht veel aandacht voor Burgers aan Zet

Gedurende de uitvoering van de experimenten besteden lokale kranten als het AD en Dordt Centraal en wijk-

kranten in Nieuw Krispijn en Stadspolder geregeld aandacht aan Burgers aan Zet. Maar ook landelijk trekt

Dordrecht de aandacht. In VNG Magazine (november 2009) verschijnt een interview met drie bewoners van

Stadspolder. In december versturen het ministerie van BZK en VNG vanuit het programma In Actie met Bur-

gers een tijdschrift aan alle Nederlandse gemeenten met daarin ruimschoots aandacht voor de Dordtse expe-

rimenten. In februari 2010 verschijnt een paginagroot artikel over burgerparticipatie en wijkbudgetten in de

zaterdageditie van het NRC, met veel aandacht voor de ‘Ik hou van Stadspolder-avond’.

6. Bereik: wie participeerden wanneer?

Communicatiemix ten behoeve van breed bereik Breed bereik is één van de doelen van de experimenten Burgers aan Zet: óók doelgroepen betrekken waarvan bekend is dat ze minder vaak of minder intensief betrokken zijn bij par-ticipatieve processen. Daarbij wordt niet alleen ingezet op bestaande buurtnetwerken en georganiseerde (bewoners)groepen, maar is het streven juist ook om individuele bewoners aan te spreken. Beide experimenten zijn grofweg in drie stappen te verdelen:

1. de stap van het zichtbaar maken van het experiment, het opwekken van enthousi-asme in de buurt en het oproepen van ideeën of prioriteiten;

Page 25: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

25

2. de stap van dialoog en debat, waarin buurtbewoners elkaar vinden om voorstellen voor de buurt verder te ontwikkelen en met elkaar in gesprek gaan over de verdeling van het buurtbudget;

3. de stap van kiezen en stemmen, waarin buurtbewoners de besteding van het buurt-budget bepalen.

In de beide experimenten heeft het projectteam een mix van communicatiemiddelen ingezet om het beoogde brede bereik in alle drie de stappen te bereiken. Soms mondeling (enquête, allerlei soorten grote- en kleinschalige bijeenkomsten), soms schriftelijk of digitaal (brieven, digitale nieuwsbrief, flyer, ansichtkaart). Soms gepersonaliseerd, gericht op een specifiek persoon of huishouden (belacties, brief met stemcode), soms massamediaal (posters, span-doeken, website, informatiekrant).

Bereik per stap in het proces In de eerste stap – het oproepen van ideeën en prioriteiten voor de besteding van het buurt-budget –werden met name in experiment 1 (Nieuw Krispijn) relatief veel mensen bereikt. Circa 120 buurtbewoners (circa 7%) namen een kijkje bij de startmanifestatie. Leerlingen van het Da Vinci College bereikten met de enquête 67% van alle huishoudens in de buurt rond de Prins Bernhardstraat met de oproep om ideeën in te dienen. Uiteindelijk leverden de startmanifestatie, website en antwoordkaarten ruim 700 ideeën voor de buurt op. In expe-riment 2 (Stadspolder) geeft de projectorganisatie ruchtbaarheid aan het project door op vier avonden bij een bakfietsactie bij 2.500 adressen aan te bellen, overal antwoordkaarten achter te laten en circa 500 gesprekjes aan te knopen. Ook werkte 380 inwoners mee aan het invullen van een enquête via de Debatmobiel.17 De tweede stap, die van dialoog en debat, werd voornamelijk ingevuld via kleinschalige bij-eenkomsten (Ideeënplein, Midzomerfeest, begrotingsspel, ‘Ik hou van Stadspolder’ spel-avond etc.). Deze stap had verhoudingsgewijs het laagste bereik. In beide experimenten ging het om een groep van enkele tientallen bewoners die met elkaar van gedachten wis-selden over het betreffende experiment.18

De laatste stap, het stemmen, had een groot bereik. In Nieuw Krispijn stemde iets minder dan 40% van de huishoudens op de beste ideeën van de buurt, in Stadspolder stemde 22% van alle bewoners van 16 jaar en ouder.19

Bereik per groep Voor veel communicatieactiviteiten is het exacte bereik niet vast te stellen, laat staan dat een verder onderscheid te maken is naar het bereik per groep of burgerschapsstijl. De inzet van lokale televisie past binnen de burgerschapsstijl in Nieuw Krispijn, maar de kijkcijfers van RTV Dordrecht waar drie specials over Burgers aan Zet zijn uitgezonden, zijn niet be-kend. Uitzondering vormen de enquêtes die in de beide experimenten uitgevoerd zijn, al zijn ook deze gegevens niet te relateren aan burgerschapsstijlen. In beide gevallen werden met een enquête meer vrouwen dan mannen bereikt (twee derde om een derde). Jongeren de-

17 Omgerekend is dit 4% van de inwoners. Dat lijkt misschien weinig, maar voor een ‘straatpeiling’ waarbij in een beperk-

te tijdsspanne willekeurig mensen op straat gevraagd worden om de enquête in te vullen, is dit vrij gebruikelijk. 18 N.B.: de buurt Stadspolder is met ruim 9.000 bewoners veel groter dan de buurt rond het Prins Bernhardplein in Nieuw

Krispijn, met nog geen 2.000 bewoners. 19 De gegevens over het bereik in experiment 1 en 2 zijn moeilijk onderling vergelijkbaar. Sommige communicatie-acties

zette in op het benaderen van huishoudens, anderen op het aanspreken van een individuele bewoner.

Page 26: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

26

den in beide buurten verhoudingsgewijs minder mee aan de enquête – ouderen juist aanzienlijk meer. Woonbond 0300 (naar de CBS-code van de buurt) vormt als enige actieve bewonersgroep in Nieuw Krispijn een belangrijk communicatief aanknopingspunt in experiment 1. Via deze handvol actieve bewoners (autochtoon, 55+, meest vrouwen) wilde de projectgroep ook anderen in de buurt bereiken. Enkele leden van de buurtvadergroep sloten zich aan (alloch-toon, range 30 – 50 jaar, man). Deze actieve groep heeft zich van begin tot einde voor het proces ingezet, maar is niet verder gegroeid. Pas in de fase ná de verkiezingen van de beste ideeën van de buurt, bij het uitwerken van de winnende ideeën in concrete plannen, sloot een tiental nieuwe buurtbewoners en winkeliers zich aan. Bijlage 3 bevat een factsheet waarin het bereik van de communicatie-instrumenten verder is uitgewerkt.

7. Investeringen in het proces

Uitvoering van de experimenten brengt proceskosten met zich mee en vraagt een investe-ring in capaciteit, zowel bij de ambtelijke organisatie, als bij partners in de buurt en – na-tuurlijk – de bewoners. In deze paragraaf komen de vooraf geraamde en (een inschatting van) de feitelijke kosten en ureninzet aan de orde.

Financiële verantwoording Tabel 2 bevat de financiële verantwoording op hoofdlijnen van beide experimenten excl. in-zet vast personeel. De kosten zijn onder te verdelen in:

communicatiecapaciteit (via het SCD); communicatiemiddelen (ontwikkeling/ontwerp, productiekosten en verspreiding); logistieke kosten (ondersteuning bijeenkomsten, zaalhuur, catering etc.); inhuur externen (ondersteuning bij activiteiten en bijeenkomsten, inhuur deskundi-

gen, inhuur ‘spreekstalmeester’, organisatie activiteiten door externe partners etc.); overig (bedankjes voor actieve bewoners etc.).

De tabel laat zien dat Burgers aan Zet in totaal binnen de begroting is uitgevoerd. Wel zijn tussen de experimenten en binnen de experimenten verschuivingen tussen de posten zicht-baar. Zo is meer communicatiecapaciteit ingehuurd dan vooraf werd ingeschat (zie ook later in deze paragraaf, waar de ambtelijke inzet besproken wordt), maar is minder externe on-dersteuning nodig gebleken.

Experiment Experiment 1 Experiment 2

Post Begroot Resultaat Begroot Resultaat

Communicatie

capaciteit

€ 15.000 € 22.500 € 22.500 € 30.000

Communicatie

middelen

€ 23.000 € 20.000 € 41.250 € 45.500

Logistiek en catering € 11.000 €12.000 € 10.500 € 5.500

Inhuur externen € 10.250 € 1500 € 17.500 € 11.000

Overig - € 250 - € 100

Totaal € 59.250 € 56.250 € 91.500 € 92.500

Tabel 2: begrote en daadwerkelijke uitgaven

Geschatte en daadwerkelijke ambtelijke capaciteit

Page 27: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

27

Op voorhand is berekend dat het totaal aan ambtelijke ondersteuning (project-management, uitvoering en communicatie vast personeel) voor beide experimenten ruim 4.800 uren zou gaan bedragen, waarvan ruim 2.000 voor experiment 1 en bijna 2.800 voor experiment 2. De projectleiding voor beide experimenten is verzorgd vanuit MO/WGW, met ondersteunen-de capaciteit vanuit SBC. Specialisten vanuit SO, SBH en PD begeleidden in de nulfase de doorontwikkeling van de plannen en hebben gedurende het hele traject de afstemming en communicatie in de eigen sector verzorgd. Vanuit de sectoren zijn bijdragen geleverd aan specifieke activiteiten, bijvoorbeeld ondersteuning in de voorbereiding van en aanwezigheid bij bijeenkomsten in de buurt in beide experimenten en het adviseren over en het uitwerken van ideeën van de indieners in experiment 1. Communicatie (SCD) leverde ondersteuning in de vorm van een communicatiestrategie en -advies, maar ook ‘producties’ in de vorm van artikelen, interviews, foto’s, aankondigingen etc. in reguliere communicatie-uitingen van de gemeente en partners. Ook werkte Communicatie samen met de SBC adviseur aan aanvul-lende (nieuwe) communicatiemiddelen die nodig bleken om éxtra aandacht voor het expe-riment te organiseren (zie paragraaf 2.2. en het factsheet communicatie in bijlage 3). Tabel 3 geeft een overzicht van de geraamde tijdsinvestering vooraf voor beide experimenten resp. de werkelijke tijdsinvestering.

Experiment 1 Experiment 2 Totaal geraamd Werkelijk

MO/WGW 544 uur 740 1.284 +1.880

Communicatie 332 uur 380 712 1.015

SBC/SBP 544 uur 720 1.284 +850

SO 216 uur 260 476 +250

SBH 320 uur 396 716 +350

PD 164 uur 208 372 + 185

Totaal 2.120 uur 2.704 4.824 + 4.530

Tabel 3: geraamde ambtelijke tijdsinvestering

Inzet van partners in de wijk Diverse professionals van partnerorganisaties die actief zijn in de twee wijken zijn betrok-ken geweest bij bijeenkomsten met bewoners in beide experimenten. Op enkele momenten, met name in de eerste fasen van beide experimenten, hebben aparte bijeenkomsten met partners van DWO, Twern, politie en woningbouwcorporaties plaatsgevonden over doel, opzet en voortgang van de experimenten. Professionals hebben met name veel kennis over de buurten ingebracht. Zij koppelden Burgers aan Zet aan andere projecten en adviseerden over de communicatie met bewoners.

Page 28: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

28

8. Resultaten en mate van doelbereiking

8.1 Beslissingsbevoegdheid bij bewoners Is er meer aan burgers overgelaten, in de ogen van de buurt, van het gemeentebestuur en van de ambtelijke organisatie?

Eén van de doelen van de experimenten van Burgers aan Zet is meer aan burgers zelf over-laten waar het hun eigen leefomgeving betreft. Door de buurt te laten beslissen over de be-steding van een buurtbudget, wordt keuzeruimte verplaatst van het gemeentebestuur naar de buurt. Onderzocht is of zowel van de zijde van de buurtbewoners als van de vertegen-woordigers van de gemeente geoordeeld wordt dat de experimenten daadwerkelijk hebben geleid tot een verschuiving van keuzeruimte naar de buurt.

Experiment in Nieuw Krispijn In Nieuw Krispijn is onder de bewoners van de betrokken buurt een enquête gehouden naar de tevredenheid/ontevredenheid over het experiment. Wat betreft het verloop van het expe-riment was 55% tevreden, 37% niet tevreden/niet ontevreden en 8% ontevreden. Wat be-treft de uitkomst van het experiment (bepalend hierbij was vooral de herinrichting Paulus-plein) was 48% tevreden, 29% niet tevreden/niet ontevreden en 23% ontevreden. Deze laatste score is beïnvloed door het feit dat op het moment van de enquête nog geen resul-taten te zien waren van de uiteindelijke keuze door de buurt, zo gaven enkele bewoners aan. Ook aan het begin van het experiment is onderzocht in hoeverre men tevreden was over het experiment. De resultaten waren toen positiever: 76% positief, 9% neutraal en 15% negatief. Feitelijk heeft er wat betreft het experiment een duidelijke verschuiving van keuzeruimte plaatsgevonden: de buurtbewoners hebben uiteindelijk zelf bepaald wat er met het budget gaat gebeuren (zie hoofdstuk 5). Ook vanuit de gemeente wordt dit zo ervaren, zij het dat daar wordt onderkend dat dit niet zomaar lukt in de vorm van een buurtbudget, maar dat dit een zorgvuldige voorbereiding en begeleiding van het keuzeproces vergt, hetgeen ook een kostbare zaak is. Zoals het proces tijdens dit experiment is verlopen is dat op sommige punten voor verbetering vatbaar, zie hoofdstuk 9. Met name het element van verkiezingen moet kritisch worden bezien. Bij verkiezingen loop je snel het risico, dat persoonlijke, vaak spontane, voorkeuren de uitkomst gaan bepalen, terwijl medeverantwoordelijkheid van bur-gers meer vraagt: men zou eerst een beeld moeten hebben van de verschillende belangen en actoren en na een dialoog tot een keuze moeten komen die men als een oplossing ziet voor de belangrijkste problemen in de buurt. Bovendien is van een echte verschuiving pas sprake als we de betrokkenheid van burgers op deze wijze ook kunnen vasthouden, is de gedachte binnen het stadskantoor. Dat is een zaak van lange adem. Dat een deel van de buurtbewoners met de herinrichting van het Paulusplein niet gelukkig was, is onvermijdelijk. Wel blijkt dat door de werkwijze van Burgers aan Zet deze groep de uitkomst uiteindelijk accepteert als uitkomst van het proces in de eigen groep en omdat het de keuze is van de meerderheid van de bewoners. Een minderheid blijft ontevreden over het proces: de wijze waarop het experiment is verlopen en de rol die de gemeente heeft ge-speeld, kan de uiteindelijke uitkomst hebben beïnvloed, is het idee. Dit betekent dat we er niet helemaal in zijn geslaagd om bij de tegenstemmers op het uiteindelijke plan ook vol-

Page 29: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

29

doende begrip en acceptatie te kweken.

Experiment in Stadspolder Ook in Stadspolder is de keuzeruimte feitelijk verschoven naar de buurt, ook al heeft de buurt er uiteindelijk voor gekozen om de situatie zoals die al was qua beheer, te handhaven. Het geeft in elk geval een indicatie dat de gemeente in het verleden voldoende rekening heeft gehouden met de behoeften en wensen van de bewoners. De vraag is nog wel of de buurt voldoende in stelling is gebracht om deze keuze ook breed en weloverwogen te ma-ken. Een breed debat is slechts ten dele tot stand gekomen. Ook zijn er reacties dat de ge-meente bij de keuze voor de uiteindelijke varianten teveel een stempel zou hebben gedrukt op de uitkomsten. De varianten van de huidige situatie concentreerden zich op meer blauw of meer steen/asfalt. Een meer groene variant ontbrak. De varianten zijn echter bepaald op basis van de uitkomsten van de voorafgaande enquête met de debatmobiel. De buurt heeft dus ook hierin zelf de keuzes gemaakt.

8.2 Actief burgerschap Hebben de experimenten actief burgerschap ondersteund en de eigen verantwoordelijkheid bij be-woners voor hun leefomgeving gestimuleerd?

De experimenten hadden tot doel om buurtbewoners te activeren en (mede) verantwoorde-lijkheid voor de eigen leefomgeving te stimuleren. Beide experimenten zijn dan ook uitge-voerd mét bewoners, winkeliers, sportverenigingen, buurtvaders, instellingen en professio-nals/frontlijnwerkers (welzijnswerk, jongerenwerk, woningbouwcorporatie, buurtagent etc.).

Actieve burgers De groep actieve bewoners in experiment 1 (Nieuw Krispijn) is met name in fase 1 tot en met 3 met grote regelmaat bijeen geweest, circa eens per 3 weken. Ook na de verkiezin-gen, tijdens de uitvoering van de voorstellen, zijn er groepen geweest die elkaar in het ka-der van Burgers aan Zet geregeld troffen. Voor de actieve bewoners in experiment 2 in Stadspolder geldt min of meer hetzelfde, zij het dat hier de intensiteit van de betrokkenheid bij de (kleine) kern van de actieve bewoners groeide naarmate het experiment vorderde. Steeds vaker was er ook tussen ‘officiële’ bijeenkomsten door contact via telefoon of e-mail. In hoofdstuk 6 gaven we aan dat de groepen betrokken bewoners in beide experimenten bereid bleken om met grote regelmaat bijeen te komen om na te denken over de aanpak van het experiment, of concrete activiteiten voor te bereiden. Bewoners en projectgroep maakten samen stap voor stap het experiment. De groepen waren en bleven echter in beide experimenten klein, respectievelijk 20 mensen in experiment 1 (waarvan de helft betrokken raakte ná de verkiezingen van de beste ideeën van de buurt, dus op weg naar de uitvoering van de gekozen ideeën) en circa 15 mensen in experiment 2. Al is dit in kwantitatieve ter-men niet indrukwekkend te noemen, in kwalitatief opzicht mag niet onbenoemd blijven dat bewoners zich gaandeweg steeds meer eigenaar van het experiment zijn gaan voelen. Met name een deel van de actieve bewoners in Stadspolder zet zich in om anderen over te ha-len om te stemmen op de buurtbegroting. Ze zijn teleurgesteld wanneer op bijeenkomsten zoals de ‘Ik hou van Stadspolder’ avond in februari 2010 de opkomst tegenvalt en voelen zich bijna verantwoordelijk voor het uitblijven van brede betrokkenheid in de buurt. De ac-tieve bewoners blijven echter wel als eerste naar de gemeente kijken – en minder naar

Page 30: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

30

zichzelf en elkaar – om oplossingen voor bijvoorbeeld een tegenvallende op-komst te bedenken. Dit zien we op andere manieren ook terug in experiment 1. Tijdens het ‘Ideeënplein’ in mei 2009 was het de bedoeling dat bewoners met soortgelijke ideeën met elkaar in gesprek komen om te bekijken waar hun voorstellen elkaar versterken, aanvullen of verbeteren. De opgave was om te zien of er ‘coalities’ ontstaan tussen bewoners die el-kaar vinden rond een voorstel om de buurt gezelliger, schoner of veiliger te maken. Dit ge-beurde maar zeer ten dele. Gesprekken kwamen meer tot stand tussen bewoners en amb-tenaren, dan tussen bewoners onderling. Op weg naar het stemproces bleek dat bewoners geen acties ontplooiden om steun in de buurt te mobiliseren voor hún plan. Anderzijds kozen veel bewoners met name in experiment 2 ervoor niet te participeren in het experiment. Zo gaf 50% van de respondenten bij de Debatmobiel aan dat ze geen behoefte hadden aan informatie over, of deelname aan het experiment ‘Samen werken aan de buurt-begroting’. Op verschillende momenten in het proces zien we voorbeelden van actief burgerschap en eigen initiatief:

een groep van 70 leerlingen van het Da Vinci college brainstormt op eigen initiatief over goede ideeën voor de buurt rond de Prins Bernhardstraat in Nieuw Krispijn, na-dat zij van een docent (inwoner van de buurt) over het experiment horen. Later biedt deze groep aan om huis aan huis goede ideeën te inventariseren. Dezelfde groep haalt uiteindelijk op verzoek van de projectgroep ook de stemkaarten op (de antwoordkaarten met gekozen ideeën, zie paragraaf 5.2);

een van de buurtvaders die actief is in de buurt rond de Prins Bernhardstraat, on-derneemt actie op een thema waar de projectgroep aangeeft dat de gemeente zélf weinig kan doen (ook niet in het kader van de beste ideeën van de buurt): het aan-pakken van de voortuinen van bewoners. Er is veel ergernis in de buurt over bij-voorbeeld containers in de voortuinen. Deze buurtvader schrijft zelf een brief die hij huis aan huis verspreid en waarin hij de bewoners vraagt hun voortuin schoon en netjes te houden.

Samenvattend:

Bewoners stellen zich overwegend reactief op, maar er zijn mooie kleine voorbeel-den van eigen verantwoordelijkheid en initiatief te zien. De (ambtelijke) projectgroep neemt en houdt het voortouw voor activiteiten en stappen in het proces. De rol van de ambtenaar als adviseur van de buurt komt matig uit de verf (zie ook 8.3.). In ex-periment 2 groeit een deel van de actieve bewoners meer in de rol van ‘samenwer-kingspartner’ met de gemeente.

Activiteit uitgedrukt in cijfers (zie ook paragraaf 5.1.) laat een dubbel beeld zien: Burgers aan Zet bereikt in de buurt rond de Prins Bernhardstraat circa 75% van de huishoudens, maar het Ideeënplein in mei trekt slecht zo’n 25 bewoners. De pro-jectgroep is wel in staat gebleken om alle belangen en actoren in beeld te krijgen en samenwerking aan te gaan met bewoners ‘die wat willen’.

In Stadspolder hadden in de beginfase 30 bewoners zich aangemeld om mee te denken in het proces. Zij bereidden het begrotingsspel voor. Daaraan vooraf ging de debatmobiel door de buurt, waarbij 380 bewoners een vragenlijst invulden over hun buurt. Aan de uiteindelijke stemming over de buurtbegroting deed 22% van de stemgerechtigden mee. Aan een bijeenkomst (Ik hou van Stadspolder-spelavond) namen slechts 20 bewoners deel. Ruim 400 mensen reageerden tevens op het Stadspolderforum op internet. Opvallend was dat we in Stadspolder ‘nieuwe’ ge-

Page 31: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

31

zichten aan tafel zagen, dus niet de harde kern van bijvoorbeeld wijk-beheeroverleggen. Het thema ‘begroting’ trekt blijkbaar toch weer andere belang-stellenden.

Net als in Nieuw Krispijn is ook hier maar een kleine groep bewoners echt actief in het traject. En in Stadspolder is het aandeel bewoners dat in het algemeen mee doet relatief kleiner. Ook hier is het door de variatie van activiteiten om betrokken-heid te organiseren toch gelukt om voldoende behoeften, belangen en actoren in beeld te krijgen. Het doel, activering, ging echter verder.

8.3 Benadering van en contact met bewoners Hebben de experimenten geleid tot verbetering van de benadering van de burger?

Het verbeteren van de benadering van burgers en werken aan continu contact met de buurt, ook bij minder makkelijk te bereiken doelgroepen, was een derde doel van de expe-rimenten Burgers aan Zet. In de communicatie is aansluiting gezocht bij de ‘burgerschaps-stijlen’ (Motivaction) die de buurten kenmerken.

Voorbeeld: burgerschapsstijlen en communicatiestijl in experiment 1

Nieuw Krispijn wordt gekenmerkt door een relatief hoog percentage ‘buitenstaanders’ (of ‘afzijdigen’) –

zo’n 60%, tegenover nog geen kwart in Stadspolders. Deze groep stelt zich vooral op als klant van de

overheid, heeft een relatief wantrouwende houding tegenover de overheid, kent een geringe maatschappe-

lijke betrokkenheid en weinig sociale samenhang. Buitenstaanders zijn sterk gehecht aan de eigen buurt en

directe kring. Daarnaast wonen er in Nieuw Krispijn relatief veel ‘pragmatici’ (ongeveer een derde, in

Stadspolders is dit meer dan 40%): drukke mensen met anderhalf inkomen, huishoudens die gewend zijn

‘hun eigen broek op te houden’, gericht zijn op hun eigen belang. Ze voelen zich niet zozeer verbonden met

een buurt of wijk, maar wel met gelijkgestemden. Pragmatici zijn dicht bij huis actief, bijvoorbeeld voor een

buurtschool, speeltuin of buurtBBQ. Dit leidde tot een communicatiestijl in experiment 1 die gekenmerkt

werd door:

onderwerpkeuze: dichtbij, eenvoudig, gekoppeld aan eigen belang;

taalgebruik: direct (voorbeeld: website www.nieuwkrispijnaanzet.nl);

vorm: speels, verrassend (voorbeeld: logo Burgers aan Zet);

kleuren: contrastrijk, helder (voorbeeld: Ideeënwaaier);

media: klein, dichtbij, huis aan huis, meer mondeling dan via internet.

Het merendeel van de communicatie-uitingen is samen met de werkgroep van bewoners en professionals ontwikkeld. Bewoners adviseerden nadrukkelijk over welke communicatie-vormen voor welke groep werken. Enkele voorbeelden uit experiment 1:

feestelijke startmanifestatie, met drumband en rapgroep (28 maart 2009): “wil je de mensen hier in beweging krijgen: maak rumoer in de buurt!”;

huis aan huis enquête: “niet iedereen wil of durft zijn zegje te doen op een grote bijeenkomst of in een groep”;

website, maar ook inzet van antwoordkaarten en de ideeëntelefoon: “niet alleen via internet”;

speciale programma’s via RTV Dordrecht, met buurtbewoners in beeld: “RTV Dor-drecht wordt hier goed bekeken, leuk om je eigen buurt op TV te zien”;

raambiljetten, spandoek bij de supermarkt: “maak het zichtbaar in de buurt”; stemmen op maximaal 3 voorstellen uit de Ideeënwaaier: “maak het niet te inge-

wikkeld”.

Page 32: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

32

Adviserende ambtenaren

In experiment 1 was het de bedoeling dat ambtenaren zich bij het uitwerken van ideeën voor de buurt als adviseur opstellen. Een voorbeeld: binnen het cluster ideeën dat ging over ‘een schone buurt’, werd het plaatsen van extra prullenbakken of speciale hondenpoepbak-ken meermaals geopperd. Maar wat kost het om een extra prullenbak te plaatsen en te le-gen? En rond de ideeën voor het opfleuren van het Paulusplein: onder welke voorwaarden kan het Paulusplein gedeeltelijk autovrij worden? De bedoeling is dat de ambtelijk adviseurs actief inspelen op ideeën van de bewoners, bijvoorbeeld door hen te wijzen op projecten die al in de buurt gepland staan, of alternatieve financieringsbronnen. Zo hoeft een straatfeest niet noodzakelijk uit het buurtbudget betaald te worden; Dordrecht kent immers (ten tijde van het experiment) al een regeling waarbij bewoners hiervoor een bijdrage kunnen vragen. En de herbestrating van de Prins Bernhardstraat stond al gepland voor augustus 2009 en hoefde dus niet mee te dingen naar ‘beste idee van de buurt’. Deze adviserende rol kwam matig uit de verf. Zowel bewoners als adviseurs moesten hierin groeien. Goed voorbeeld is de opstelling van betrokken ambtenaren in de discussie rond het Paulusplein ná het stem-men. In paragraaf 5.1. schetsten we al de onenigheid die ontstond tussen direct omwo-nenden en anderen in de buurt, nadat de herinrichting van dit plein verkozen was tot een van de acht winnende ideeën. De betrokken ambtenaar is gaandeweg steeds beter in staat geweest de discussie over het plein ‘bij de buurt’ te laten. Hij maakte de randvoorwaarden waarbinnen het plan vorm kon krijgen helder, trad op als intermediair tussen de verschillen-de belangen, deed inhoudelijke suggesties en bracht praktische kennis in.

De wethouder benadrukt dat het niet zozeer gaat over de afzonderlijke ideeën, en ook niet over het aantal.

Centraal staat het contact tussen buurtbewoners onderling en tussen buurtbewoners en de gemeente over de

ideeën. Een verkiezing waar ieder als individu mag stemmen is te organiseren, dat is de moeilijkheid niet. Maar

écht het gesprek aan gaan met bewoners, ideeën verkennen, uitwerken en levensvatbaar maken binnen het

beschikbare budget is andere koek. Is er een vorm van consensus te bereiken nog voor de stemming over de

inzet van het buurtbudget? (uit: Burgers aan Zet-nieuwsbrief nr. 2)

9. Conclusies

Uit de voorbereiding, het verloop van het proces, de tevredenheid van de burgers en de uit-eindelijke gevolgen voor de buurt kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

Ten eerste Met veel inspanning en derhalve tegen hoge kosten, waarvan de rekening is opgemaakt in hoofdstuk 7, is in beide experimenten grotendeels voldaan aan de vooraf gestelde doelstel-lingen voor de inzet van buurtbudgetten:

1. er is daadwerkelijk een verschuiving van keuzeruimte geweest naar de buurtbewo-ners. De betrokken buurtbewoners hebben dit ook als zodanig ervaren en gewaar-deerd;

2. in beide buurten zijn op grote schaal burgers geactiveerd, zij het een kleine groep in grote mate en verreweg de grootste groep in beperkte mate. In beide buurten heeft de kleine groep intensief betrokken burgers (tot op zekere hoogte en vooralsnog tij-delijk) medeverantwoordelijkheid genomen;

3. met de benadering van de burgers (volgens burgerschapsstijlen) is in de experimen-ten aantoonbaar veel ervaring opgedaan, waar in alle andere participatieve projec-ten de vruchten van geplukt kunnen worden. Met name in Stadspolder zijn veel

Page 33: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

33

‘nieuwe gezichten’ aan tafel gekomen (niet de harde kern van bijvoor-beeld de wijkbeheeroverleggen). Of dit daadwerkelijk leidt tot het stimuleren van ‘continu contact’, blijkt pas op langere termijn.

Ten tweede

De twee experimenten waren niet alleen een proef wat betreft de twee verschillende in-strumenten die werden toegepast (extra buurtbudget, respectievelijk buurtbegroting) maar ook een meer verdergaand experiment wat betreft burgerparticipatie en communicatieaan-pak. In die zin heeft het experiment een zeer nuttige functie gehad en nog veel meer opge-leverd, met name lessen voor bestuurders en ambtenaren voor de omgang met en benade-ring van burgers. Belangrijkste lessen zijn onder meer de volgende.

Er is een uiterst zorgvuldig proces intern in de gemeentelijke organisatie nodig om te bepalen welk budget en welke onderwerpen aan de keuzevrijheid van bewoners kan worden overgelaten.

Het is belangrijk om voldoende tijd te steken in het verzamelen, ordenen en terug-koppelen van ideeën.

Het proces met burgers moet een snelle(re)_ doorlooptijd hebben. De aandacht en motivatie verslapt anders snel. Radiostilte leidt tot vragen uit de buurt over wanneer er weer ‘iets gebeurt’.

Voorzichtigheid is geboden met het opzetten van algemene verkiezingen op simpele keuzemogelijkheden. De werkelijkheid is complex. Burgers moeten ook de dialoog met elkaar aangaan en keuzes maken op basis van de verschillende belangen en voor- en nadelen van oplossingsmogelijkheden. Dan ontstaat er ook meer begrip voor elkaar. Ook op de keerzijde moet worden gelet: je kunt ook onrust creëren door de beslissing bij de bewoners te leggen wanneer er nogal strijdige belangen in het spel zijn. Een anonieme verkiezing kan dan juist weer een voordeel zijn.

Ten derde Een aanpak zoals gekozen in beide experimenten kan bijdragen aan het vergroten van ver-trouwen van burgers in het bestuur. Voorwaarde is dat het proces goed wordt voorbereid en begeleid. En juist dit laatste betekent dat de gekozen instrumenten relatief kostbaar zijn in de toepassing. Het bouwen aan contact met bewoners, zeker in buurten waar dit geen goed gebruik is, kost tijd, aandacht en individuele inzet. Bovendien moet dat vertrouwen verder worden geborgd door permanent te werken aan een goede relatie met de buurt en aan actief burgerschap.

Vertrouwen als basis voor ‘duurzame interactie’ tussen overheid en burger’

Uit onderzoek van de Amsterdamse hoogleraar Evelien Tonkens (2006 en 2009) blijkt dat vertrouwen niet

start bij een buurtbudget waarover bewoners zelf kunnen beslissen, maar bij betrokkenheid en het serieus

nemen van bewoners. Tonkens spreekt van de ‘behoeftenpiramide van bewonersparticipatie’. De taak van

ambtenaren in dit werken aan vertrouwen ligt onder andere in het investeren in relaties, het optreden als

adviseur en ‘gewone’ vaardigheden als een open houding, luisteren, een beeld hebben van wat er leeft in

een buurt, zorgvuldige belangenafweging, verantwoording afleggen en afspraken nakomen.

Page 34: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

34

10. Aanbevelingen

Op basis van beide experimenten bevelen we niet aan om (één van) beide instrumenten uit te rollen over de hele stad. De resultaten van de experimenten geven onvoldoende aanlei-ding om dit Burgers aan Zet als integrale werkwijze voor te stellen. De opbrengsten van de experimenten – met name in de zin van het ontwikkelen van medeverantwoordelijkheid en actief burgerschap – geven hiertoe onvoldoende aanleiding, zeker in verhouding tot de rela-tief hoge investeringen (zowel in tijd als geld) die de uitvoering van beide experimenten ge-vraagd heeft (zie hoofdstuk 7 en 8). We zien wel dat het verleggen van keuzeruimte leidt tot activering, zelfbewustzijn en ver-trouwen bij (een vooralsnog kleine groep) bewoners. Op kleine schaal verder experimente-ren met buurtbudgetten en andere manieren om buurt of wijk zeggenschap te geven (de vereiste lange adem!), breidt dit verder uit. We komen we tot de volgende aanbevelingen voor een vervolg.

1. Een buurtbudget als instrument valt pas in goede aarde als de voedingsbodem in orde is – als er sprake is van vertrouwen tussen overheid en buurt – anders gezegd: gebrek aan geld is niet de belangrijkste hobbel voor het ontstaan van initiatieven en een buurtbudget is geen garantie dat er ineens allerlei nieuwe initiatieven ontstaan. Geld is niet dé succesfactor voor succesvolle projecten. Veel belangrijker is de ma-nier waarop initiatiefnemers ondersteund worden door ambtenaren. De lessen zoals geformuleerd onder de tweede conclusie in hoofdstuk 9, kunnen als aanvullende leidraad worden gebruikt. Het moet nu mogelijk zijn om nieuwe experimenten met lagere investeringen uit te voeren.

2. Actief burgerschap is een zaak van lange adem. Wat nu is opgebouwd in de betref-fende buurt in Nieuw Krispijn en in Stadspolder dient op een of andere manier een vervolg te krijgen. Dit hoeft niet te betekenen dat nu jaarlijks een buurtbudget wordt ingezet. Wel moet verder worden geïnvesteerd in de lijnen die nu zijn ont-staan tussen buurtbewoners en gemeente. Ook bij nieuwe experimenten in andere buurten moet die intentie er zijn. Het instrument moet niet als een incidenteel ge-beuren worden benaderd, maar als een opmaat naar een structurele benadering.

3. Om een passende ondersteuning te bieden moet verder worden gewerkt aan een mentaliteitsverandering bij de gemeente. Bewoners willen wel medeverantwoorde-lijkheid nemen, maar vanuit hun eigen context, niet vanuit die van de gemeente. De ondersteuning moet daarop gaan aansluiten.

4. Langdurige inzet op actief bewonerschap en bewonersparticipatie vraagt structurele aandacht en een ‘ondersteuningsmentaliteit’ die in de hele ambtelijke organisatie in-gebed is. Dit vraagt daarom netwerkonderhoud en omgevingsbewustzijn van onze medewerkers en beschouw experimenten met buurtbudgetten e.d. niet als doel, maar als middel, waarin het leereffect en de dialoog centraal staan.

Page 35: Burgers aan Zet! - wijkendordrecht.nl · 2. ontwikkelen van eigen- en medeverantwoordelijkheid van buurtbewoners, passend bij het motto Vertrouwen & Verantwoordelijkheid (ontwikkelen

Evaluatie Burgers aan Zet – december 2010

35

BIJLAGENBOEK (separaat) 1. Bronnenlijst 2. Betrokkenen en projectorganisatie 3. Factsheet communicatie in- en extern 4. Financiële verantwoording 5. Uitkomsten enquête buurt rond Prins Bernhardstraat, Nieuw Krispijn 6. Waarzeggers gevraagd. 7. Uitkomsten Debatmobiel Stadspolder 8. Resultaten en analyse stemming Stadspolder