Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar...

32
Bureau voor Archeologie Rapport 237 Oppenheimplein, Utrecht, gemeente Utrecht: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

Transcript of Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar...

Page 1: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

Bureau voor Archeologie Rapport 237Oppenheimplein, Utrecht, gemeente Utrecht: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

Page 2: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

2

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Colofontitel: Bureau voor Archeologie Rapport 237. Oppenheimplein, Utrecht,

gemeente Utrecht: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen

auteur: A. de Boer (KNA senior prospector)

datum: 3 december 2015 (versie 2, definitief)

ISSN: 2214-6687

© Bureau voor ArcheologieKoningsweg 244 UtrechtT 030 245 18 95E [email protected] https://www.bureauvoorarcheologie.nl

Page 3: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

3

Administratieve gegevensProjectnummer 2015083102

Provincie Utrecht

Gemeente Utrecht

Plaats Utrecht

Toponiem Oppenheimplein

Centrum locatie (m RD) 134.990; 457.320 (x; y)

Omvang plangebied 280 m2; lengte tracé van 30 m

Kadastrale gegevens Lauwerecht B 3452

ARCHIS onderzoeksmeldingsnummer 3974536100

Soort onderzoek een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen, verkennend en karterend

Opdrachtgever Verhoeven Milieutechniek

dhr. H. van der Donk

Uitvoerder Bureau voor Archeologie, A. de Boer

Kaartblad 31H

Periode van uitvoering Augustus 2015

Bevoegd gezag Gemeente Utrecht

Deskundige namens

bevoegde overheid

Mevr. L. Bruning

Gemeente Utrecht

Beheerder en plaats van documentatie Gemeentelijk depot Utrecht

Figuur 1: Ligging van het plangebied (www.opentopo.nl).

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 4: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

4

Inhoudsopgave

Samenvatting...............................................................................................61 Inleiding.......................................................................................................72 Landschappelijk, historisch en archeologisch kader....................................83 Doelstelling, verwachting en vraagstelling.................................................10

3.1 Doelstelling..........................................................................................103.2 Specifieke archeologische verwachting...............................................103.3 Vraagstelling........................................................................................10

4 Methode.....................................................................................................125 Resultaten.................................................................................................146 Interpretatie................................................................................................157 Conclusie...................................................................................................168 Advies........................................................................................................189 Literatuur...................................................................................................19

Figuren......................................................................................................20Bijlage 1: Boorbeschrijvingen.....................................................................30

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 5: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

5

Lijst met Figuren

Figuur 1: Ligging van het plangebied (www.opentopo.nl)......................................3Figuur 2: Waardenkaart van de gemeente Utrecht..............................................20Figuur 3: Uitsnede uit gemeentelijke kaart (Gemeente Utrecht 2009).................21Figuur 4: Beddinggordelkaart (Cohen e.a. 2012)................................................22Figuur 5: Limeskaart van Van Dinter (Van Dinter 2013)......................................23Figuur 6: Het plangebied op een kaart uit 1628 (Berkenrode en Balthasar 1628)

..................................................................................................................24Figuur 7: Kaart van Tirion uit 1757 (Tirion 1757).................................................24Figuur 8: Kadastrale minuut 1811 – 1832 (Kadaster 1811). Rechts een

uitvergroting. De pijl wijst naar perceel 27A dat in gebruik is als publieke weg (Daalsedijk)........................................................................................25

Figuur 9: Bonnekaart 1874..................................................................................25Figuur 10: Bonnekaart 1902................................................................................26Figuur 11: Topografische kaart 1948...................................................................26Figuur 12: Archeologische onderzoeken (blauw) en waarnemingen (geel) uit

ARCHIS (ARCHIS - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2015). In het afgebeelde gebied zijn geen archeologische terreinen en vondstmeldingen aanwezig...................................................................................................27

Figuur 13: Boorpuntenkaart................................................................................28Figuur 14: Boorpuntenkaart op luchtfoto.............................................................28Figuur 15: Schematische doorsnede...................................................................29

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 6: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

6

Samenvatting

Bureau voor Archeologie heeft een booronderzoek uitgevoerd voor werkzaamheden waarbij de riolering wordt vervangen aan het Oppenheimplein teUtrecht. Het te onderzoeken tracé heeft een lengte van 30 m.

Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocol 4003 en de Richtlijnen voor archeologisch onderzoek van de gemeente Utrecht. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied te komen. Daarna zijn boringen geplaatst.

Het plangebied ligt op de beddinggordel van het Angstel-Vecht systeem. Op en inoeverafzettingen kunnen archeologische resten uit de Bronstijd en recenter aanwezig zijn. Uit historische gegevens is bekend dat in het plangebied de Daalsedijk heeft gelopen. Deze dijk is in de Late Middeleeuwen aangelegd voor de ontginningen van de veengebieden ten westen van de Vecht. In de 20e eeuw is de dijk onder de huidige woonwijk en bestrating verdwenen.

Er zijn vier boringen geplaatst met een 7 cm Edelmanboor en een 4 cm zuigerboor tot 400 cm diep. Hieruit blijkt dat de top van de beddingafzettingen tussen 100 en 150 cm -mv (tussen 10 en 57 cm NAP) ligt. Hierop liggen (omgewerkte) oeverafzettingen, ophoogzand en bestrating. De omgewerkte laag oeverafzettingen is 40 tot 70 cm dik en ligt tussen 40 en 60 cm -mv (tussen 102 en 120 cm NAP).

In deze omgewerkte laag bevinden zich antropogene bijmengingen waaronder een fragment aardewerk uit de Nieuwe tijd B (1650 – 1850). Daarom kan verondersteld worden dat in de ondergrond resten van een boerenerf uit deze periode aanwezig is. Echter, het is aannemelijker dat de laag is gevormd door de aanleg van de dijk en de opvolgende infrastructurele ingrepen in en in de directe omgeving van het plangebied, in de 19e en 20e eeuw.

Uit de individuele boorprofielen kan niet worden afgeleid of in het plangebied resten van een dijk aanwezig zijn; een dijklichaam bestaat immers uit omgewerkte en opgebrachte grond. In de doorsnede is echter geen dijklichaam herkenbaar. Vermoedelijk is het dijklichaam geheel vergraven.

Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.

Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemenmet de gemeente Utrecht.

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 7: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

7

1 Inleiding

De riolering wordt vervangen aan de zuidzijde van het Oppenheimplein (fig. 1). Het enkelvoudige riool wordt vervangen door een dubbel riool, waarmee de nieuwe sleuf breder wordt dan de bestaande. De graafwerkzaamheden vinden plaats tot dieptes variërend tussen 2,1 en 3,0 m -mv.

Het zuidwestelijke deel van het tracé ligt op de Archeologische Waardenkaart vande gemeente Utrecht in een zone met hoge archeologische verwachting (fig. 2 en3). Dit tracé-deel heeft een lengte van ongeveer 30 m en vormt het plangebied.

Voor gebieden met een hoge archeologische verwachting geldt dat een archeologievergunning nodig is bij bodemverstorende activiteiten met een oppervlakte > 100 m2 en dieper dan 50 cm. De omvang en diepte van de ingreep overschrijden deze criteria. Om rekening te kunnen houden met eventuele waarden bij de werkzaamheden moet archeologisch vooronderzoek worden gedaan.

Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens de vingerende KNA 3.3 en de richtlijnen van de gemeente Utrecht.1 Het archeologisch veldwerk is gecombineerd met milieuhygiënisch booronderzoek.

1 (Gemeente Utrecht 2014; CCvD 2013)

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 8: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

8

2 Landschappelijk, historisch en archeologisch kader

Het plangebied ligt in de NOaA regio Utrechts-Gelders rivierengebied.2

Het pleistocene oppervlak ligt tussen -1 m en -3 m NAP.3 De pleistocene afzettingen bestaan uit dikke pakketten zand en grind die de voorgangers van de Rijn aan het begin en in het midden van het Pleistoceen hebben achtergelaten. Aan het einde van het Pleistoceen zijn deze bedekt geraakt met windafzettingen (dekzand). Vanaf het begin van het Holoceen, ongeveer 10.000 v. Chr. verandert het klimaat: het wordt warmer en vochtiger. Sindsdien vormt zich een grote delta waarin rivieren zich door een laag en nat gebied een weg banen naar zee.

Door de ondiepe ligging van het dekzand nabij Utrecht vormen zich hier zeer brede beddinggordels.4 Het plangebied ligt ten noorden van de Oude Rijn beddinggordel op afzettingen van het Angstel-Vecht systeem (fig. 4). Het Angstel-Vecht systeem ontstaat ongeveer 1100 v. Chr. (2857 BP) door een avulsie uit de Oude Rijn en stroomt in noordelijke richting tot aan circa 100 n. Chr. (1877 BP). De eerste fase wordt de Oud-Aa beddinggordel genoemd.5 Vanaf de Romeinse tijd concentreert de afwatering zich in de geul van de huidige Vecht. Bij de vorming van de beddinggordel is het onderliggende dekzand geërodeerd.

Op de Limeskaart van Van Dinter ligt het plangebied in de zone 'Post-Roman Erosion' – dit is een geul die in de Romeinse tijd en Middeleeuwen actief was (fig.5).6 Het overige deel ligt in de zone 'Natural levels, moderately high'.

De hoge archeologische verwachting voor het plangebied is gebaseerd op de ligging ter plaatse van de Daalsedijk, die vermoedelijk in de 12e eeuw is aangelegd voor de ontginningen van de veengebieden ten westen van de Vecht. De dijk - alhoewel deze ouder is - is mogelijk vernoemd naar klooster Mariendaal aan de Vecht waarlangs de dijk liep.7 De Daalsedijk is lange tijd de belangrijkste verbindingsweg tussen Utrecht en Amsterdam geweest.

Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt een weg – ditis de Daalsedijk, maar de kaart is te schematisch om de ligging nauwkeurig te bepalen. De kaart van Tirion uit de 18e eeuw is duidelijker (fig. 7); hier staat 'Den Daalsen dijk' aangegeven. Op de plaats waar 'De Oude Vegt' de dijk nadert, ligt het plangebied. De loop van De Oude Vegt komt overeen met de beddinggordel zoals deze in fig. 4 staat weergegeven.

In 1812 (de Franse tijd) wordt door Napoleon de Amsterdamsestraatweg aangelegd als onderdeel van ‘route impériale nr. 2’, van Amsterdam naar Parijs. Het is een kaarsrechte weg, waarvoor de Franse overheid zonder pardon grond onteigende. De weg was verhard en aan beide zijden bepland met bomen. Bij Utrecht doorkruiste de Amsterdamsestraatweg de oude weg naar het noordwesten, de Daalsedijk.8

2 (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)3 (Van de Meene, Van Meerkerk, en Van der Staay 1988)4 (Berendsen 1982)5 (Cohen e.a. 2012)6 (Van Dinter 2013)7 (Van der Monde 1845)8 http://www.hetutrechtsarchief.nl/thema/wijken/noordwest/utrecht-daalsedijk

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 9: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

9

Op de kadastrale minuut van begin 19e eeuw (1811 – 1832) ligt het plangebied inderdaad aan deze straatweg (fig. 8). Aan de Amsterdamsestraatweg staat – mogelijk in het plangebied – een woning. De woning is in eigendom van “Rijk het bestuur des grote wegen”. De dichte ligging tegen de weg doet vermoeden dat het een tolhuisje is. De rest van het plangebied ligt in perceel 26. Dit perceel is in gebruik als bouwland.9 Ten noordwesten van het plangebied ligt een perceel dat in gebruik is als openbare weg: het begin van de Daalsedijk aan de noordzijde van de Amsterdamsestraatweg.

Tot begin 20e eeuw blijft de situatie vrijwel onveranderd (fig. 8 en 9). In 1874 staatde Daalsedijk als halfverhard aangegeven en staat ter hoogte van het plangebied“Tol” - hetgeen het vermoeden dat in het plangebied een tolhuisje stond bevestigt. In 1902 is de dijk geheel verhard.

Op het kaartbeeld van 1948 is het gebied volledig bebouwd en is de oorspronkelijke kavelstructuur verdwenen (fig. 10). Het Oppenheimplein is nadienweinig meer aangepast. Ten zuidwesten van de Amsterdamsestraatweg is nog een fragment van de oorspronkelijke route van de dijk bewaard gebleven (“Tweede Daalsedijk” en “Eerste Daalsedijk”). Ten oosten van de Amsterdamsestraatweg en in het plangebied is de dijk niet meer herkenbaar in het stratenpatroon en het reliëf.

9 Onderling Aanwijzende Tafels

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 10: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

10

3 Doelstelling, verwachting en vraagstelling

3.1 DoelstellingDe doelstelling van het onderzoek betreft het toetsen van de specifieke archeologische verwachting. Het veldwerk betreft de verkennende en karterende fase van het onderzoek.

3.2 Specifieke archeologische verwachtingHet plangebied ligt op de beddinggordel van het Angstel-Vecht systeem. In de ondergrond kunnen resten uit de Bronstijd en recenter voorkomen. De verwachting wordt als volgt gespecificeerd:

1. Datering: Bronstijd (start activiteit Angstel-Vecht systeem) tot en met de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De kans op resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd is het grootst.

2. Complextype: Alle complextypen kunnen aanwezig zijn. De nadruk in het onderzoek ligt op de aanwezigheid van resten van de Daalsedijk.

3. Omvang: Onbekend.

4. Diepteligging: Vanaf het maaiveld tot enkele meters diep.

5. Gaafheid, conservering en verstoringen: In het plangebied ligt een riolering. Door graafwerkzaamheden voor de aanleg van deze riolering zijn eventuele archeologische lagen vermoedelijk geroerd.

6. Locatie: Hele plangebied

7. Uiterlijke kenmerken (artefacten type indicatoren): Archeologische nederzettingen in dit gebied kenmerken zich door een archeologische laag; een doorwerkte laag waarin het oorspronkelijke substraat (oeverafzettingen, sterk siltige en zandige klei) is vermengd met archeologische indicatoren zoals bot-, houtskool- en aardewerkfragmenten. Een eventueel dijklichaam bestaat vermoedelijk uit kleiplaggen. Deze is moeilijk op te sporen met een booronderzoek.

3.3 VraagstellingDe volgende onderzoeksvragen worden gebruikt:10

• Hoe ziet de bodem eruit in het plangebied (geologisch, geomorfologisch en bodemkundig)?

• Is de bodemopbouw intact? Zo nee, tot hoe diep is de bodem verstoord? Kan er een verklaring worden gegeven voor de verstoringen?

• Zijn binnen het plangebied archeologisch relevante afzettingen, zoals laklagen,oude bodems, oeverafzettingen, ophogingslagen, enz., aanwezig? Zo ja, op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP? Wat is de dikte en aard van deze afzettingen?

10 (Gemeente Utrecht 2014)

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 11: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

11

• Zijn de resultaten van het booronderzoek in overeenstemming met de verwachting op basis van het bureauonderzoek of overige bekende gegevens, en welke verklaring is er voor eventuele afwijkingen?

• Dient de archeologische verwachting te worden bijgesteld op basis van het verkennend booronderzoek?

• In hoeverre worden archeologisch kansrijke bodemlagen bedreigd door toekomstige planontwikkeling?

• Is vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methodes moeten hierbij ingezet?

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 12: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

12

4 Methode

Het veldonderzoek is uitgevoerd zoals voorgeschreven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.3, in het bijzonder het hoofdstuk ”protocol 4003 inventariserend veldonderzoek overig” en de richtlijnen archeologisch onderzoek van de gemeente Utrecht (versie 1 oktober 2014). Het veldonderzoek bestaat uit een booronderzoek (specificatie VS03), in de verkennende en karterende fase.

Op basis van de grootte van het plangebied, de archeologische verwachting, het boorplan voor milieuhygiënisch onderzoek en het overleg met de deskundige vande gemeente zijn conform het plan van aanpak drie boringen geplaatst in een tracé van 30 m. Om een indruk te verkrijgen van de bodemopbouw buiten het te onderzoeken deel is een extra boring beschreven (boring 5).

De boringen zijn in de eerste plaats gezet met het doel de bodemopbouw te verkennen. Met de verkenning wordt inzicht verkregen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden. Hiermee kunnen kansarme zones worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd.

De boringen zijn in de tweede plaats gezet met het doel de archeologische waarden te karteren. Tijdens een karterend veldonderzoek wordt het terrein systematisch onderzocht op de aanwezigheid van vondsten en/of sporen.

De kartering van nederzettingen is gebaseerd op de Leidraad IVO Karterend booronderzoek, methode D1:11

• Prospectie type: Archeologische laag.

• Datering: Bronstijd – Nieuwe tijd.

• Complextype: Huisplaats(en).

• Omvang: 500- 2000 m2 (1200 m2).

• Boorraai: Boringen minimaal elke 35 m. Het plangebied heeft een lengte van minder dan 30 m.

• Boordiameter: 7 cm Edelmanboor en 4 cm zuigerbuis.

• Waarnemingstechniek: Boormes.

De boringen zijn gezet met een 7cm Edelmanboor en 4 cm zuigerbuis tot minimaal 50 cm onder de voorgenomen maximale ontgravingsdiepte. De maximale boordiepte was 400 cm. Het sediment is met de hand bemonsterd en met het blote oog onderzocht door het te versnijden en/of te verbrokkelen.

De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens ASB 1.1waarin onder meer de standaardclassificatie van bodemmonsters volgens NEN 5104 wordt gehanteerd.12 De X en Y coördinaten van de boringen zijn ingemeten ten opzichte van de lokale topografie. De Z coördinaat wordt bepaald aan de hand het AHN.13

De opgeboorde grond is systematisch uitgelegd op een plastic zeil. Alle uitgelegde boorprofielen zijn gefotografeerd. De opgeboorde grond is onderzocht

11 (Tol, Verhagen, en Verbruggen 2012)12 (Bosch 2008a; Nederlands Normalisatie Instituut 1989a)13 (Kadaster en PDOK 2014)

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 13: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

13

door deze te versnijden en te verbrokkelen. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens ASB 1.1 van het NITG-TNO. In de ASB wordt onder meer de standaardclassificatie van bodemmonsters volgens NEN 5104 gehanteerd.14 De gegevens in het veld zijn digitaal geregistreerd in het programma PIM 3.3.

Het veldwerk is uitgevoerd op 19 oktober 2015 door dhr. A. de Boer (KNA Senior Prospector).

14 (Bosch 2008b; Nederlands Normalisatie Instituut 1989b)

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 14: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

14

5 Resultaten

De locatie van de boringen staat in fig. 13 en 14 weergegeven. De boorgegevensstaan in Bijlage 1. In fig. 15 is een schematische doorsnede met resultaten en interpretatie weergegeven.

Het bodemprofiel bestaat uit vier pakketten, van onder naar boven:

Pakket 1: zwak siltig grijs zand. De top van het zandpakket ligt tussen 100 en 150cm -mv (tussen 10 en 57 cm NAP). Het pakket is in alle boorprofielen aanwezig. De basis van het pakket is niet bereikt binnen de onderzochte diepte.

Pakket 2: zandige klei. Dit kleipakket is alleen aanwezig in boorprofiel 3. Het is bovenin zwak zandig en onderin matig zandig (fining upward sequentie). De top van het pakket ligt op 80 cm -mv (80 cm NAP). Het pakket is 80 cm dik.

Pakket 3: zandige klei. Dit kleipakket is aanwezig in alle boorprofielen en ligt op pakket 2 (in boorprofiel 3) of op pakket 1 (overige boorprofielen). De top van het pakket ligt tussen 40 en 60 cm -mv (tussen 102 en120 cm NAP). Het pakket is 40 tot 70 cm dik. Het pakket heeft een omgewerktestructuur. In boorprofiel 1 en 2 bevinden zich houtskoolspikkels en brokken. In boorprofiel 2 bevindt zich eveneens een klein fragment roodbakkend tweezijdig geglazuurd aardewerk (wandscherf, datering: Nieuwe tijd B), alsmede enkele baksteenfragmenten. In boorprofiel 2 heeft het pakket onderin een spoor groenverkleuring (zwakke groene bijkleur). In boorprofiel 5 bevinden zich in het pakket veenbrokken en grind.

Pakket 4: zwak siltig zand. Dit pakket bevindt zich overal bovenin het boorprofiel en wordt afgedekt door klinkerbestrating.

Al het bodemmateriaal is kalkrijk.

De grondwaterstand tijdens het onderzoek bevond zich op ongeveer 180 cm -mv.

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 15: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

15

6 Interpretatie

Het onderste zandpakket (pakket 1) wordt op grond van de textuur, de landschappelijke en stratigrafische ligging geïnterpreteerd als beddingafzettingenvan het Angstel-Vecht systeem.

De bovenliggende pakketten zandige klei (pakketten 2 en 3) worden op grond van de stratigrafische ligging op de beddingafzettingen en de textuur geïnterpreteerd als oeverafzettingen. Pakket 2 wordt beschouwd als het oorspronkelijke sediment. Pakket 3 bestaat uit oorspronkelijke afzettingen die zijnomgewerkt en vermengd met antropogeen materiaal (houtskool, aardewerk, baksteen, grind). De groenverkleuring kan wijzen op de aanwezigheid van een overmaat aan fosfaat dat ontstaat op en rond het erf van veeboeren.

Pakket 4 wordt geïnterpreteerd als ophoogzand dat is aangebracht voor de bestrating van de openbare weg.

Aangenomen kan worden dat pakket 3 onder invloed van menselijk handelen is gevormd. Het aardewerkfragment is vermoedelijk te dateren in de Nieuwe tijd B (1650 - 1850). De combinatie met de houtskool en de zwakke groenverkleuring iseen aanwijzing voor de aanwezigheid van een voormalig boerenerf uit deze periode in de ondergrond. Echter, door de zuidzijde van het plangebied de Daalsedijk heeft gelopen en de inrichting van het gebied in de 19e en 20e eeuw sterk is veranderd, is het aannemelijker dat de laag is gevormd door graafwerkzaamheden in deze periode.

In de doorsnede is geen dijklichaam herkenbaar in het reliëf, noch in de vorm vanhet omgewerkte pakket in de ondergrond (fig. 15). Aannemelijk is daarom dat het dijklichaam door de aanleg van de Amsterdamsestraatweg en daarna door de aanleg van de huidige woonwijk en bestrating van het Oppenheimplein zijn vergraven. Behoudenswaardige archeologische resten zijn daarom vermoedelijk afwezig.

Tot slot kan worden vastgesteld dat de restgeul die in het plangebied staat aangegeven op de beddinggordelkaart en de limeskaart (fig. 4 en 5) hier niet aanwezig is.

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 16: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

16

7 Conclusie

De onderzoeksvragen kunnen als volgt worden beantwoord:

• Hoe ziet de bodem eruit in het plangebied (geologisch, geomorfologisch en bodemkundig)?

Het plangebied ligt op de beddinggordel van het Angstel-Vecht systeem. De top van de beddingafzettingen ligt tussen 100 en 150 cm -mv (tussen 10 en 57 cm NAP). Hierop liggen (omgewerkte) oeverafzettingen, ophoogzand en bestrating.

• Is de bodemopbouw intact? Zo nee, tot hoe diep is de bodem verstoord? Kan er een verklaring worden gegeven voor de verstoringen?

De oeverafzettingen in het hele plangebied zijn grotendeels omgewerkt. De omgewerkte laag is 40 tot 70 cm dik en ligt tussen 40 en 60 cm -mv (tussen 102 en 120 cm NAP).

Deze omgewerkte laag is vermoedelijk gevormd door de aanleg en onderhoud van de Daalsedijk en later de openbare weg, door de aanleg van de Amsterdamsestraatweg en daarna door de aanleg van de huidige woonwijk en bestrating van het Oppenheimplein.

• Zijn binnen het plangebied archeologisch relevante afzettingen, zoals laklagen,oude bodems, oeverafzettingen, ophogingslagen, enz., aanwezig? Zo ja, op welke diepte ten opzichte van het maaiveld en het NAP? Wat is de dikte en aard van deze afzettingen?

In deze omgewerkte laag bevinden zich fragmenten houtskool, baksteen en een fragment aardewerk uit de Nieuwe tijd B (1650 – 1850). De combinatie van de omgewerkte textuur en de antropogene insluitsels kán wijzen op de aanwezigheid van een voormalig boerenerf uit deze periode. Uit kaarten blijkt datdoor de zuidzijde van het plangebied de Daalsedijk heeft gelopen. Hierdoor is hetaannemelijker dat de laag is gevormd door achtereenvolgende infrastructurele ingrepen in het plangebied en de directe omgeving.

Uit de individuele boorprofielen kan niet worden afgeleid of in het plangebied resten van een dijk aanwezig zijn; een dijklichaam bestaat immers uit omgewerkte en opgebrachte grond. In de doorsnede is echter geen dijklichaam herkenbaar. Vermoedelijk is het dijklichaam vergraven.

• Zijn de resultaten van het booronderzoek in overeenstemming met de verwachting op basis van het bureauonderzoek of overige bekende gegevens, en welke verklaring is er voor eventuele afwijkingen?

De gegevens van het booronderzoek zijn beperkt in overeenstemming met het booronderzoek. Het plangebied ligt inderdaad op een beddinggordel van het Angstel-Vecht systeem. Een restgeul is echter afwezig. Daarnaast zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een dijklichaam aanwezig.

• Dient de archeologische verwachting te worden bijgesteld op basis van het verkennend booronderzoek?

De archeologische verwachting kan worden bijgesteld naar laag.

• In hoeverre worden archeologisch kansrijke bodemlagen bedreigd door toekomstige planontwikkeling?

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 17: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

17

Er worden geen kansrijke bodemlagen bedreigt door de toekomstige planontwikkeling.

• Is vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methodes moeten hierbij ingezet?

Er is geen vervolgonderzoek noodzakelijk.

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 18: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

18

8 Advies

Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.

Dit onderzoek is met de grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemenmet de gemeente Utrecht.

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 19: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

19

9 Literatuur

ARCHIS - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 2015. “Archis.” http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html.

Berendsen, H.J.A. 1982. “De genese van het landschap in het zuiden van de provincie Utrecht, een fysisch-geografische studie.” Utrecht: Universiteit Utrecht.

Berkenrode, en Floris Balthasar. 1628. “Episcop[atvs] Vltraiectinvs.” Amsterdam: Hondius, Henricus. http://facsimile.ub.rug.nl/cdm/compoundobject/collection/Kaarten/id/911/rec/11.

Bosch, J.H.A. 2008a. “Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode versie 1.1: Op basis van de Standaard Boor Beschrijvingsmethode versie 5.2.” 2008-U-R0881/A. Deltares-rapport.

———. 2008b. “Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode versie 1.1:Op basis van de Standaard Boor Beschrijvingsmethode versie 5.2.” 2008-U-R0881/A. Deltares-rapport.

CCvD. 2013. “Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.3.” Centraal College van Deskundigen.

Cohen, K. M., E. Stouthamer, H.J. Pierik, en A. H. Geurts. 2012. “Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn-Maas Delta.” Dept. Physical Geography. Utrecht University. http://persistent-identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13-nqjn-zl.

van Dinter, M. 2013. “The Roman Limes in the Netherlands: how a delta landscape determined the location of the military structures” 92 (1). Netherlands Journal of Geosciences: 11–32.

gemeente Utrecht. 2009. “Archeologische waardenkaart gemeente Utrecht.” Utrecht: Gemeente Utrecht.

———. 2014. “Richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de gemeente Utrecht.”

Kadaster. 1811. “Kadastrale Minuten.” 1832. http://watwaswaar.nl/.Kadaster, en PDOK. 2014. “AHN2 - WCS service.” http://nationaalgeoregister.nl.van de Meene, E.A., M. van Meerkerk, en J. van der Staay. 1988. “Geologische

kaart van Nederland : toelichtingen bij de geologische kaart van  Nederland 1: 50.000 = Geological map of the Netherlands: Blad Utrecht Oost (31 O).” Haarlem: Rijks Geologische Dienst.

van der Monde, N. 1845. Utrecht voorheen en thans: tijdschrift voor geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht.

Nederlands Normalisatie Instituut. 1989a. Geotechniek: classificatie van onverharde grondmonsters. Delft: Nederlands Normalisatie-instituut.

———. 1989b. Geotechniek: classificatie van onverharde grondmonsters. Delft: Nederlands Normalisatie-instituut.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “NOaA ArcheoRegio’s.” http://archeologieinnederland.nl/noaa-archeoregios.

Tirion, I. 1757. “Kaart van de stad Utrecht en van derzelver Vrijheid.” Amsterdam: Tirion.

Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen, en M. Verbruggen. 2012. “Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek.” SIKB.

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Page 20: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

20

Figuren

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 2: Waardenkaart van de gemeente Utrecht.

Page 21: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

21

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 3: Uitsnede uit gemeentelijke kaart (Gemeente Utrecht 2009).

Page 22: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

22

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 4: Beddinggordelkaart (Cohen e.a. 2012).

Page 23: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

23

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 5: Limeskaart van Van Dinter (Van Dinter 2013).

Page 24: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

24

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 6: Het plangebied op een kaart uit 1628 (Berkenrode en Balthasar 1628)

Figuur 7: Kaart van Tirion uit 1757 (Tirion 1757).

Page 25: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

25

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 8: Kadastrale minuut 1811 – 1832 (Kadaster 1811). Rechts een uitvergroting. De pijl wijst naar perceel 27A dat in gebruik is als publieke weg (Daalsedijk).

Figuur 9: Bonnekaart 1874.

Page 26: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

26

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 10: Bonnekaart 1902.

Figuur 11: Topografische kaart 1948.

Page 27: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

27

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 12: Archeologische onderzoeken (blauw) en waarnemingen (geel) uit ARCHIS (ARCHIS - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2015). In het afgebeelde gebied zijn geen archeologische terreinen en vondstmeldingen aanwezig.

Page 28: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

28

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 13: Boorpuntenkaart.

Figuur 14: Boorpuntenkaart op luchtfoto.

Page 29: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

29

Bureau voor Archeologie Rapport 237 Utrecht Oppenheimplein

Figuur 15: Schematische doorsnede.

Page 30: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

Bijlage 1: Boorbeschrijvingen

nr. grens (cm - mv) grond bijmenging mediaan kleur kalkantropogene bijmengingen

boortype overig

boven onder

1grondwaterstand tijdens boring: 180 (cm - mv)

0 50 zand zwak siltig matig grof grijs-bruin kalkrijk 7cm- Edelmanboring; afgedekt door klinker; opgebrachte grond;

50 80 kleimatig zandig; zwak humeus

donker-grijs kalkrijk spoor houtskoolspikkels 7cm- Edelmanboring; spoor veenbrokjes; spoor schelpmateriaal; spoor zandbrokjes

80 100 klei zwak zandig grijs kalkrijk spoor houtskoolbrokken 7cm- Edelmanboring; omgewerkte grond

100 120 klei zwak zandig grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; baksteen spikkel; omgewerkte grond; weinig roestvlekken

120 400 zand zwak siltig matig grof grijs kalkrijk 4cm- Steekboring;

2grondwaterstand tijdens boring: 180 (cm - mv)

0 40 zand zwak siltig matig grof grijs-bruin kalkrijk 7cm- Edelmanboring; afgedekt door klinker; opgebrachte grond

40 60 kleizwak zandig; zwak humeus

donker-grijs kalkrijkspoor baksteen; spoor houtskoolspikkels; spoor aardewerkfragmenten

7cm- Edelmanboring; aardewerk roodbakkend, tweezijdig donker rood geglazuurd

60 100 klei sterk zandig grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; spoor fosfaat (zwakke groene zweem); omgewerkte grond

100 160 zand zwak siltig matig grof grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring;

160 400 zand zwak siltig matig groflicht-bruin-grijs

kalkrijk 4cm- Steekboring;

3

0 40 zand zwak siltig matig grof bruin-grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; opgebrachte grond; afgedekt door klinker

40 80 kleizwak zandig; zwak humeus

donker-grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; omgewerkte grond

80 110 klei zwak zandig grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; weinig roestvlekken

Page 31: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

nr. grens (cm - mv) grond bijmenging mediaan kleur kalkantropogene bijmengingen

boortype overig

boven onder

110 150 klei matig zandig grijs-bruin kalkrijk 7cm- Edelmanboring; spoor roestvlekken

150 250 zand zwak siltig matig groflicht-bruin-grijs

kalkrijk 7cm- Edelmanboring;

250 400 zand zwak siltig matig grof grijs kalkrijk 4cm- Steekboring;

5grondwaterstand tijdens boring: 180 (cm - mv)

0 60 zand zwak siltig zeer grof bruin-grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; opgebrachte grond; afgedekt door klinker

60 90 klei uiterst siltig grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; omgewerkte grond

90 120 kleizwak zandig; zwak humeus

donker-grijs kalkloos spoor baksteen 7cm- Edelmanboring; spoor veenbrokjes; spoor schelpmateriaal; een klein fragment baksteen, grind fragment; omgewerkte grond

120 170 klei matig zandig grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring; baksteenspikkels spikkels; omgewerkte grond

170 400 zand zwak siltig matig grof grijs kalkrijk 7cm- Edelmanboring;

Page 32: Bureau voor Archeologie Rapport 237...Op een begin 17e eeuwse kaart van Berkenrode en Balthasar staat 'Den Dael' afgebeeld ten noorden van de stad (fig. 6). Langs het gebouw loopt

Coördinaten van de boringen:nr. X (m RD) Y (m RD) Z (cm RD)

1 134991 457312 157

2 134992 457320 157

3 135001 457324 160

5 135015 457345 162