Malden, 16 januari 2015.

Stamreeks Reeks Tetrode I

Generatie 1.t/m 12. van Tetrode, Zie bijlage I Er zijn van deze achternaam enige varianten en verschillende schrijfwijzen,

zoals: Van Tetrode, Tetterode, Tetro(e), Tetteroo en Tettero

Generatie 13. Oude Adriaens Corsteman

Generatie 14. t/m 21. van ’s Gravenmade Schrama Er zijn van deze achternaam vele varianten en verschillende schrijfwijzen,

zoals : 's Grave(n)made, 's Gravema, 's Gravema(a)de, 's Grama(de),

Schram(m)a(a), Schra(a)ma(a)de, Schra(a)ve(n)ma(a)(de), Scrama, Cramma,

Sgra(a)m(m)a en Sgrave(n)ma(de).

Generatie 22 Smit

Generatie 23 van Gerven

Generatie 24 Dekker

De naam Van der Lane van Tetrode komt voor in de archieven van de dertiende en veertiende eeuw.

Tetrode ligt in het ambacht van Hendrik van Brederode, dat blijkt uit de Leenregisters.

REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN KENNEMERLAND, 1203-1650 door J.C. Kort

Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 44 en 45 (1989 en 1990), een uitgave van de

Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie

De zaat, huizing, hofsteden, boomgaard en alle zaai- en maatland daarbij in Tetrode in het ambacht van Hendrik

van Brederode (1347: bij de stad Haarlem),

Deze familie ontleende stellig haren naam zoo niet haar ontstaan aan het adellijk geslacht van dien naam, wiens

stamslot gelegen was onder Haarlem, doch reeds tijdens de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten aan de stad

Haarlem overging. Hoewel vermaagschapt aan drie der voornaamste geslachten in Holland, te weten: Amstel,

Brederode en Egmond schijnt de familie Tetrode evenwel niet in staat te zijn geweest gedurende langen tijd haar

standpunt onder de overige adellijke geslachten te handhaven, immers werden omstreeks de helft der XVIIe

eeuw de afstammelingen uit die familie niet meer beschouwd als te behooren tot de ridderschap en edelen van

Holland. De voornaamste tak vestigde zich te Leiden alwaar de leden onder de schildboortige mannen gerekend

werden.

Jhr. mr. E. Wittert van Hoogland bijna 300 jaar geleden.

Wapen van Tetrode

Beschrijving: Schild: In zwart drie zilveren meerbladeren.

Helm: Afgewend

Helmteken: Een gesloten vlucht, beurtelings doorsneden van zwart en zilver.

Dekkleed: zwart, gevoerd van zilver.

Uit: - STAM- EN WAPENBOEK van Aanzienlijke Nederlandsche Familiën, met Genealogische en Heraldische

aanteekeningen, door A.A. Vorsterman van Oijen. 3e DEEL, blz 201-204 te Groningen bij J.B. Wolters, 1890.

Bronnen: CBG Nederland´s Patriciaat, 4e jaargang 1913, blz. 393-396.

We vinden het wapen van Tetrode terug in het huidige wapen van de gemeente Bloemendaal, ofschoon in andere

kleuren.

Tetterode, Brederode, Berkenrode, Boekenrode, Iepenrode,en Eikenrode, dit zijn namen van gebieden in de

omgeving van Haarlem ( Overveen, Heemstede, Bloemendaal en Santpoort ) die in het begin van de dertiende

eeuw werden ontgonnen (rode, betekent gerooid bos, een stuk bosland waarvan alle bomen zijn gerooid om zo

akkerland te krijgen). De meeste rode-namen langs de binnenduinen van Holland stammen uit die tijd.

Na de ontginning werden deze gebieden door de Graven van Holland, o.a. Willem III van Henegouwen,

uitgegeven in leen. De leenheer was belast met het innen van belasting, het doen van rechtspraak en het leveren

van diensten aan de graaf.

Het was gebruikelijk zich te vernoemen naar het gebiedvan de leen, b.v. Gerard van Berkenrode, genoemd in

1398 (LRK 52 fol. 304v nr. 1275), of Dirk van Brederode, Drossaard, 1e heer van Brederode, vermeld in

Hollandse oorkonden van 1205 tot 1231 als miles en nobilis homo, enz. Voor 1200 kwamen deze namen niet in

de archieven voor.

Ysbrant van Tetrode, geboren rond 1230, is de oudste kwartierhouder waar iets over bekend is.

Tot rond 1500 behoren zijn afstammelingen tot de landadel. Voor hun graaf innen zij belastingen en spreken

recht. Vermoedelijk stammen zij af van familie Van der Laen of Lane. Van der Lane kreeg land in Tetrode , bij

Haarlem.

Zij hadden o.a. bezittingen in Limmen NH. O.a.Het Huis D’Ampegeest.

Ligging : Limmen - ten noordoosten van de hervormde kerk.

Andere benaming : Ampegeest, Damp en Geest, Dampegeest, Dampengeest

Geschiedenis : Vermoedelijk werd het huis al in de 14e eeuw gesticht door een lid van de familie Van

Tetrode, Dirk van Tetrode. Uit de 15e eeuw stamt de eerste bron waarin van Dampegeest

werd gesproken; er werd gesproken van een Hoffstede de Ampegeest.

Bewoners van het Huis D’Ampegeest

- Dirk van Tetrode.

1592 - Pieter Pauw x Mechteld Valckenier

- familie Schouten

- Jacob du Peyrou Jansz.

1777 - 1797 Anna Maria de Peyrou x François de Mey

1846 Menno Vink Ivangh

Huidige doeleinden: Verdwenen

Bronverwijzing:Noord-Hollands Arcadia

De familie woonde op het Huis te Lane een kasteel of versterkte woning aan de oever van het voormalig

Wijkermeer ( Zie Bijlage IV).

In 1339 dwingt de graaf van Holland (Willem IV van Henegouwen) Jan van der Lane Willemzone van Tetrode

zijn bezit aan de graaf van Holland (Willem IV, 1337-1345 -die Amsterdam stadsrechten verleent-) af te staan.

Jan van der Lane Willemszn van Tetrode bezit het goed te Lane als allodiaal goed.

Hij draagt het op 23 juni 1339 op als leengoed aan de heer van der Lecke en wordt daardoor diens leenman. Van

Tetrode betaalt voortaan pacht aan de graaf.

Op12 maart 1355 krijgt een Willem Janszn van der Lane een pardon van graaf Willem V.

Ook in Westland (ZH) behoort land aan de Van Tetrodes. Nakomelingen van Aernt van Tetrode, die rond 1400

schout is in Wassenaar en Zuidwijk, vestigen zich in Leiden en Wassenaar en vervolgens over geheel Zuid-

Holland.

Tot 1600 zijn de Van Tetrodes welgestelden. Daarna breidt de familie zich sterk uit en komt de naam voor onder

rijken en armen. Zij bezitten oorspronkelijk land in Tetrode, Haarlem en Limmen (bij Castricum)

(Bron: Internet site van Marcel Tettero)

Stamreeks.

De filiaties 1. t/m 4. zijn nog onbewezen en daarom niet weergegeven. (aanvullingen welkom)

1. Nn geb. ca. 1230. (in bewerking)

2. Nn geb. ca. 1255. ( in bewerking )

3. Willem van Van der Lane , geb.ca. 1280 ( in bewerking )

4. Jan van der Lane Willemszn van Tetrode, geb ca. 1300 ( in bewerking )

In 1339 geeft Jan van der Lane Willemzone van Tetrode zijn eigendommen in leen aan de

graaf. Het huis Laan met werf staat in Velsen. Zijn zoon, Willem Janszoon van der Lane,

krijgt lof van de graaf Willem V (hertog Willem van Beyeren) omdat hij in de burgeroorlog,

de Hoekse en Kabeljauwse twisten de zijde van de moeder van de graaf kiest. De zoon van

deze Willem Janszoon krijgt de weinig originele naam Jan van der Lane Willemszone van

Tetrode. Hij wordt abt.

De huisinge te Lane in de ban van Velsen tot leengoed gemaakt door Jan van der Lane

Willemsz. van Tetrode.

Kind:

1. Willem van der Lane van Tetrode

5. Willem Jans van der Lane van Tetrode, geb. circa 1320, ovl. Tr. Nn.

Mogelijk was hij degene die in 1355 van hertog Willem van Beyeren ( Graaf Willem V)

vergiffenis ontving voor zijn euvele moed, d.w.z. voor het feit dat hij met zovele andere

Hollandse Edelen de zijde van Willems moeder de Hertoginne had gekozen. Hij wordt hier

Willem Jansz. van der Lane genoemd.

Kinderen:

1. Dirk van Tetrode. Schout in Limmen.

Kinderen: 1. Zijn zoon Hendrik, schildknaap, sticht 1371te Limmen een vicarie op het altaar

van O.L. Vrouw.

Opmerkelijk is dat bij een acte van leenbevestiging, op 7 november 1438,

Jan Heer van Egmond noemt Heijnrick van Tetrode, zoon van Dirck,

"onze swager" noemde.

2. Aernt (Arend) van Tetterode Volgt

3. Jan van Tetrode, geb. overl. voor dinsdag 4 april 1429.

1408; zegel drie meerbladen waarvan een bedekt door een vrijkwartier met een leeuw, randschrift; + s

JA.VA.TETRO.Willemsz.+ (Abdy van Egmond). Jan van der Lane van Tetrode wordt op 17 juni

1393 beschuldigd van doodslag. Hij zou samen met een aantal anderen burgemeester Claas van der

Meer van Haarlem willen vermoorden. Later bekende Jan fout te zijn geweest.

Hij bezat 4 morgen in Oegstgeest (De Vierhoevekamp), 5 morgen in Velsen (de Veenmaden).

Legateert aan zijn zonen Boudijn van Tetrode en Reynout van Tetrode 8 maden land in Velsen (Die

Venne) Bron: CBG Nederland´s Patriciaat, 4e jaargang 1913, blz. 393-396

6. Aernt (Arend) van Tetrode, geb. ca.1345, ovl. overleden na 11 jan 1390. (voor 1405).

Vermeld 1365-1390. Tr. met Nn.

Uit dit huwelijk:

1. Jan Arentsz. van Tetrode, overleden voor 1428,

Mogelijk gehuwd met Sofia Dircksdr. van Alckemade,

dr.v.Dirck Dircksz. van Alckemade en Luutgaard Sijmons Nagelsdr.

Dirck Dircksz. van Alckemade Tr. Luutgard Simon Nagelsdr. (Kam, 'Memorieboek', 162).

Bron: Genealogie van Tetrode 1300-1600

1399, 22 november, Jan van Tetrode verkoopt land aan de Belletjeslaan in Zuijdwijk

Wassenaar aan Nanne, weduwe van Andries Walthersoenszone.

1408, 14 maart, Jan van Tetrode koopt 7 hont land in Oegstgeest.

1416, 13 juni, verkoop van rente van 1 pond aan Alyt Dircksdr. van Alcmade.

1422, 1 juli, Coen Franc Ysacsz. draagt over aan Jan van Tetrode het recht in 5 doorgestoken

brieven genoemd, huis a/d ouden Rijn.

1429, 19 juli, Hendrica Aertsdr. van Tetrode draagt over aan Jan Hughensz. de brieven van

1422.

2. Dirck Arentsz. van Tetrode

In 1421 genoemd inwoner stad Lübeck in 1421 (Oostzeehandel)

Was hij gehuwd met Jkvr. Johanna van Oegstgeest 1451.

3. Hendrica Arentsdr. van Tetrode.

1429 Genoemd bij overdragen brieven na de dood van haar broer Jan van Tetrode aan Jan

Hughensz.

1448, 10 mei, Schepenen in Den Haag oorkonden dat Heijnric Aerntsdr. van Tetrode erkent

schuldig te zijn aan de parochiepastoor en de priesters van de memorie een rente van 30

schellingen Hollands jaars, gaande uit haar huis in de Nyestraat.

4. Willem Arentsz. Van Tetrode Volgt

Bron: Genealogie van Tetrode

Aernt vanTetrode, schout van Scoirl (Schoorl) en Petten in 1370; op diens zegel is het van

Tetrode-wapen met de drie plompebladeren afgebeeld, maar met daaroverheen een barensteel

van drie hangers. RA in Noord-Holland, archief van de abdij van Egmond, nr. 638, regest 445.

woonde op 11 januari in 1390 in Wassenaar, was in 1371 bij de oprichting van een kapel in

Limmen door Hendrik van Tetrode.

1371: Hendrik, schildknaap, sticht een vicarie op het altaar van O.L. Vrouw.

Arent (let op: re) werd circa 1345 geboren, was schout in Petten en Scoorl in Noord-Holland. Op 25-jarige

leeftijd gebruikt hij het zegel met het wapen van Van Tetrode (drie meerbladeren waarover een barensteel). Dit

zegel uit 1370 van Aernt van Tetrode is uit de abdy van Egmond. Dit klooster is de oudste van het toenmalige

noorden van Holland. Het belangrijke geslacht Van Egmond ontleende zijn naam aan de abdy.

Arent is 45 jaar wanneer hij en zijn broer Dirc als leenmannen van de graaf in Wassenaar wonen.

De graaf van Holland was even daarvoor verhuisd van Haarlem naar Leiden.

Bron : Archiefstukken uit het Twickelarchief van de van Wassenaars in Ambt Delden.

Bron: Genealogie van Tetrode 1300-1600.

1365, 15 augustus Hij koopt geldleen van 4,5 pond jaars van Alyt Claes Hohnendr.

1370 Schout van Scoorl en Petten, oorkonde met zijn zegel (Abdij van Egmond, regestenlijst.

1371 Hij was bij de oprichting van een kapel te Limmen door Henrick van Tetrode, gezien zijn zegelafdruk in

1390 (de 3 meerbladeren waarover een barensteel) moet hij op dat moment een jongere zoon van ? zijn geweest.

1390 Arent en Dirc van Tetrode als leenmannen van de graaf geven op dat zij in Wassenaar wonen.

1394 Arent van Tetrode XL pond jaars en Dirc van Tetrode XL pond jaars (mogelijk in Wassenaar) archief

rentmeesterhuis kasteel Twickel, Delden.

LIMMEN

135.

1438: de hofstede en de hoge Ampegeest met toebehoren (1438: noordweide en uiterdijk) in Limmen,

zuid: Dirk van Heemskerk (1438: Willem Jansz. en Willem Stevensz. met 9 morgen, die zij uit het

geheel ten eigen kregen), noord: Duysterven, (1438: west: Nikolaas Jacobsz., oost: Hendrik Jacobsz.).

1-2-1403: Hendrik van Tetrode bij overdracht door Dirk van Tetrode, zijn vader, met lijftocht van

zijn ouders, fol. 363.

..-.-1410: Het leen is niet verzocht, B fol. 38. 12-11-1438: Hendrik van Tetrode Dirksz., zwager van de

leenheer, die de akte verloren had, fol. 363v.

2-2-1451: Hugo van Tetrode bij overdracht door Hendrik van der Stege, fol. 363.

2-8-1451: Lijftocht van Gerard, dochter van Nikolaas van Kranenbroek, gehuwd met Hugo van Tetrode,

fol. 363.

..-.-1478: Dirk van Tetrode te Haarlem bij dode van zijn broer, fol. 6.

24-3-1488: Dirk van Tetrode ten eigen in ruil voor nr. 136, fol. 363v-364v.

136.

2¼ geers in Limmen (1589: gemeen in de hofstede Dampegeest naast mr. Jan Kies Adriaansz., zwager

van Jan Nikolaasz. van Alkmaar, met 9 koeweiden en het gasthuis van St. Pieter te Amsterdam met 5

koeweiden), oost: Gerard Hakesz., west: de leenman, zuid: (1562: jonkvrouw Willem van Zonneveld;

1589: mr. Jan Kies), noord: de leenman (1562: de gemene straat), (1569: jaarlijks 6 pond waardig).

24-3-1488: Dirk van Tetrode bij opdracht in ruil voor nr. 135, fol. 363v-364v.

2-1-1500: Floris Simonsz. bij overdracht door Nikolaas van Tetrode Dirksz., fol. 364v-365.

28-3-1526: Arnout van Zouwen, brouwer te Haarlem, bij dode van Jan van Tetrode Florisz., zijn

behuwd oom, fol. 365.

29-10-1530: Aris Woutersz. van Limmen bij overdracht door Arnout van Zouwen, fol. 365.

19-6-1543: Wouter Adriaansz. van Limmen bij dode van Adriaan Woutersz., zijn vader, fol. 365v-366.

20-1-1562: Cornelis Adriaansz. voor Adriaan Woutersz. van Limmen, zijn neef, bij dode van Wouter

Adriaansz., diens vader, fol. 366.

..-.-1569: Adriaan Woutersz. te Heiloo vermeld, LRK 340 fol. 127v. 12-11-1578: Hulde van Wouter

Adriaansz. van Limmen, fol. 366.

19-1-1589: Pieter Kies Jansz., burgemeester van Haarlem, bij overdracht door Wouter Adriaansz. te

Limmen, fol. 366v.

30-5-1592: Pieter Pauw, rentmeester van de grafelijkheids vroonlanden buiten en benoorden Alkmaar,

bij overdracht door Pieter Kies Jansz., fol. 367.

19-1-1613: Jacob Pauw, burger van Delft, bij dode van Pieter, zijn broer, fol. 1221v-1222v.

25-6-1625: Adriaan Pauw bij dode van Jacob Pauw, burgemeester van Delft, zijn vader, fol. 367, 1221v.

3-12-1633: Pieter Hendriksz. van Dijk te Haarlem bij overdracht door Adriaan Pauw, fol. 1222v1223

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTEDE EGMOND, 1270-1650 door J.C. Kort

Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 34 (1979) en jrg. 43 (1988), een uitgave van de Zuidhollandse

Vereniging voor Genealogie

7. Willem Arentsz van Tetterode, geb.1365, Schout van Zuidwijk, overleden voor 5 mei 1423 NA, archief van de graven van Holland, nr. 712, fol. 40.

Tr. ong. 1405 Jkvr. Dietwaer (van Wijck) (Uter Wijcke), overl na 1433.

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Jan Willemsz, overl. voor 1483, relatie met Katrijn Nn, overl. voor 1485.

Kinderen uit dit huwelijk:

1.1 Aernt Jansz. van Tetrode. Aernt is overleden vóór 1485.

Notitie bij Aernt: In 1468 inwoner van Leiden

1.2 Catrijn Jansdr. van Tetrode.

1.3 Adriana Jansdr. van Tetrode.

1.4 Maritgen Jansdr. van Tetrode.

1.5 Machteld Jansdr. van Tetrode.

1.6 Willem Jansz. van Tetrode.

1.7 Alijt Jansdr. van Tetrode.

1.8 Michiel Jansz. van Tetrode.

Zijn beroep was brouwer en hij was betrokken bij de lakennijverheid.

Als brouwer genoemd in 1477 samen met o.a. Jan Aerntsz. van Tetrode

In 1481 genoemd, behoort hij tot de Hoekse partij samen met Danel,

Dirc, Jan en Willem Aerntsz. van Tetrode.

1442/43 Jan van Tetrode wordt poorter van Leiden.

1468, 19 aug, Claes Pietersz. bakker, verkopen aan Katrijn die gehuwd is met Jan van Tetrode.

1485, Katrijn van Tetrode en Adriaen Jansz. van Tetrode sijn beiden gestorve, ten drie van hoir

beyder erfgename genoemd Claas Griep, Cornelis Jacobs en Lodewijk Aerntsz. en wonen te

Delft.

Bron: Gegevens genealogie van Tetrode 1300-1600

Catharina de Grebber, (geb. Leiden 1495/1496 – gest. na 1515), Kleindochter van

JanWillemsz, wordt op dertienjarige leeftijd geschaakt. Zij is de dochter van Pieter Claesz. de

Grebber, schepen, en Alyt van Tetrode, dochter van Jan Willemsz ( VIII 22 in Bijlage I ).

Alyt Jansdochter van Tetrode, overleden tussen 1544 en 1557, gehuwd met Pieter Pieterszoon

de Grebber. Gerrit van Raephorst schaakt in 1508 de dochter Katrijn

(ook wel Katrijn de Grebber genoemd)

Catharina de Grebber trouwde in 1509 met jonker Gerrit van Raaphorst (gest-1524).

Voorzover bekend bleef dit huwelijk kinderloos. Zie bijlage III

2. Aernt Willemsz Volgt

3. Dirk van Tetrode, kocht 19 Jan. 1414 een huis binnen Leiden,

en had tot zoon: 1. Bartholomeus van Tetrode, overl. in 1470,

Tr. in 1450 met Dementia van Swieten Gillesdochter,

1391 (1-maart) koopt Willem Arentzn van graaf Aelbrecht ( van Beieren,1389-1404) twee hont lant "ten vrije

eige" onder de ban van Velsen.

1394/1395 is hij Schout van Zuidwijk, baljuw van Rijnland, Brouwer en kerkmeester.

1396 (23 feb ) beleend met 2 hont land in Velsen in de Broek, genaamd 's-Gravemade, (gravelijke leen); hij

krijgt dit ten eigen voor fl.12,- Dords aan de Domprovoost.

1405, beleend met een jaarlijkse uitkering van 4,5 pond Hollands, te ontvangen van de rentmeester van

Kennemerland uit de tiende van Nieuwerkerk.

(Bronnen: Gegevens kwartiestaat Strik / Angevaere en Genealogie van Tetrode 1300-1600.

Zowel Willem als zijn zoon Aernt zijn beleend geweest met een jaarlijkse uitkering van 4½ pond hollands,

te ontvangen van de rentmeester van Kennemerland. Daarmee was al op 23 augustus 1365 een Aernt van

Tetrode beleend. NA, archief van de graven van Holland, nr. 226, fol. 95, nr. 709, fol. 15v-16.

In 1422 staat zij (Dietwaer) met een hoge aanslag (12 pond) in het belasting cohier van Haarlem

In 1430 staan hierin geen Tetrode's, wel Jonkvrouw Dietwaer van Wijck, eveneens is in 1430 ene Aernt van

Wijck vermeld, mogelijk haar zoon.

1433 18 augustus; zij wordt genoemd als Dyewar, Willems weduwe van Tetrode, en bezit dan land in Velsen.

182. 5½ maden land in de ban van Velsen, genaamd Zuiderhertvenne, zuid: IJsbrand

van Alkemade, noord: Dieuwer, weduwe Willem van Tetrode.

Bron: Repertorium op de lenen van de hofstede Brederode, 1264-1803, door J.C.Kort,

Ons Voorgeslacht’, jrg. 52 (1997

Heemskerk.

69. 20 oude geersen land om het huis Heemskerk; een vierde van de Hofkamp in Heemskerk.

..-.-14..: Dieuwer uter Wijk, waarna overdracht aan Simon uter Wijk, haar kleinzoon, LRK 105 fol. 38.

16-9-1436: Lijftocht van Hildegonde en Dirk, zusters van Simon uter Wijk, en lijftocht van Dieuwer, hun

grootmoeder. LRK 105 fol. 38 en fol. 39.

Bron: Repertorium op de lenen van de hofstede Brederode, 1264-1803, door J.C.Kort, ‘Ons Voorgeslacht’,

jrg. 52 (1997)

8. Aernt Willemsz van Tetrode geb.ca.. 1410, overl. 21 september 1471, begr. te Leiden in de

St. Pancraskerk op 21 september 1471. GA Leiden, archieven van de kerken, nr. 417, fol. 142.

Beroep: schout (van Wassenaar en Zuidwijk),Functies:heilige geestmeester (van Wassenaar)

heemraad (van Voorschoten).

Tr. Nn. Uit dit huwelijk:

1. Willem I Aerntsz, overleden 1487.

Relatie met Kerstijn (Cristijn) Arentsdr Bruinen, overl. 1508.

Samen met andere brouwers heeft Willem in 1461 het Brouwersgilde opgericht.

Zij lieten in de O.L. Vrouwekerk een altaar bouwen ter ere van maria, de heilige Martelaren, St

Steven en St. Joris, de heilige Anthonius en de Heilige Jonkvrouwe St. Cecilia. De brouwers

kozen St. Steven als patroon, waardoor het gilde de naam St. Stevengilde kreeg.

Willem was een rijke brouwer en kocht in 1484 in de Haarlemmerstraat Leiden een huis en

grond van zijn buurman.

Willem Aerntsz. van Tetrode, stichter van het St. Stevenshofje in de Haarlemmerstraat (1487)

30-11-1487 Willem schonk hij vijf morgen (ca 4 hectare) grond bij de Hogewoertspoort bij de

Barvoetbroeders. Met de opbrengst van dit land konden de kosten van de inwoners van het

Sint Stevenhofje betaald worden.

De priester zal bij voorkeur komen, zo had hij bepaald, uit zijn vaders geslacht uit Wassenaar

of Leiden.

Bron: Gegevens kwartierstaat Marckx en Marcel Tettero.

2. Daniel Aerntsz, overl. op 28 mei 1494. GA Leiden, archieven van de kerken, nr. 417, fol. 155v.

Tr. Catharina Nn. Bron: Genealogie van Tetrode 1300-1600.

Zijn weduwe heette Catherijn. GA Leiden, archieven van de gasthuizen, nr. 1160, fol. 44v.

11-1-1481 koopt hij land in Oegstgeest en draagt dit land in 1483 over aan de Bernadieten te

Warmond.

16-07-1485 koopt hij 1 morgen land in Noordwijkerhout, genaamd Spouwenkamp,

van Dirc Gerritsz. schout in Voorhout.

22-11-1492 erkent hij voor de schepenen van Leiden te hebben verkocht aan Willem Aerntsz.

van Tetrode 2 morgen land in Voorschoten, waarbij de voogden van Gijsbrecht Willemsz. van

Tetrode dit land verkopen aan de meesters van het St.Stevens kloosterhof.

3-12-1495, Willem, Geertuyt en Lijsbeth weeskinderen van wijlen Danel Aerntsz. van Tetrode

en Katrijn (Christine) Bron : Gegevens kwartierstaat Marckx en Marcel Tettero.

Brouwer en kerkmeester van de St.Pancraskerk.

Hij kreeg 11 kinderen onder wie Geertruyt, de vermoedelijke oudste zoon van Geertruyt was

Hubertus Martinusz. Teterode deze trouwde in 1692 te Veur met Maria Aleida de Loos.

Marcel Tettero stamt waarschijnlijk van deze 2 mensen af.

Zijn tweede zoon, Danel, was net als Willem een rijke brouwer in Leiden. Hij was kerkmeester

van de St Pancraeskerk en had elf kinderen.

3. Jan Aerntsz, begraven te Leiden in de Pancreaskerk op 20-01-1527 te Leiden.

Tr. 1) Vroedschap Huwelijk met Machtild Roetert Claesdr, begraven te Leiden in de

Pancreaskerk op 14 december 1495 te Leiden. Waarschijnlijk de 1e echtgenote van Jan

Aerntsz. van Tetrode, zij wordt de vrouw van Jan Aerntsz. van Tetrode genoemd

Tr.2) met Mechtild Heijnricsdr., overl. in 1532.

In 1532 in hetzelfde graf begraven als haar man.

Jan, het was derde kind. Hij was brouwer en betrokken bij de lakennijverheid in Leiden.

Schepen (1475 en 1476), veertigraad in Leiden in 1477 en gasthuismeester van de Onze Lieve

Vrouwekerk in 1507. In de zogeheten Jonker Frans oorlog vocht hij als kapitein aan de zijde

van Frans (van Brederode). Hij was dus een Hoek.

Uit zijn testament blijkt dat hij een harnas had. Lid van de raad van zesendertich in 1481.

30-10-1505 Jan Aerntsz. van Tetrode en zijn vrouw Mechtild Heijnricsdr.

schenken bij levende welzijn geld voor memoriediensten in de Pancraeskerk

4. Willem II Aerntsz. van Tetrode / van Wassenaer Volgt.

5. Dirck Aerntsz. van Tetrode, geboren ca 1460, overleden na 1503.

Een van de eerste regenten van het Stevenshof te Leiden.

Tr. (1) Grietgen Claesdr. Bron: Gegevens genealogie van Tetrode 1300-1600

juli 1483 De weeskinderen van Dirc Aerntsz. van Tetrode gewonnen bij Grieten Claesdr. te

weten Claes, Aernt, Jacob, Maritgen en Claes.

Tr (2) Neeltgen Nn. Bron: Genealogie van Tetrode.

Dirc Arentsz. van Tetrode, brouwer, vermogen rond 1500 = 1200 pond.

Waarschijnlijk overleed hij, zijn 2e vrouw en 3 kinderen in 1517/1518

28 juni 1503 Hij erkent voor de schepenen van Leiden te hebben verkocht aan de

ziekenhuismeesters van St.Anthoniskapel 2 hont land te Wassenaar.

4 december 1515 verkoopt hij 4 hond en 12 roeden land in Voorschoten aan Clemense Jan

Nanne zoons weduwe

Zijn kinderen verhuren in 1520 te Wassenaar een woning aan Jan Dircksz. (van Teijlingen).

6. Marie Aerntsdr. van Tetro (Tetrode), geb. circa 1465, tr. ca 1495 Gerrit NN, geb. 1465.

Uit dit huwelijk:

Jonge Aernt Gerytszn. (vander Geest) Geb. ca 1500. Ovrl.1558/1560

1544 ev Leenman van Wassenaar.

Gehuwd (1) ca 1520 met NN.

Uit dit huwelijk: Pieter Aerntszn. Geboren circa 1520

Gehuwd (2) ca 1535 met Maritgen Maertensdr. Geb. ca 1510,

ovrl. na 1577.

7. Baerte (Barbara) Aerntsdr. van Tetrode.

8. Geertruida Aerntsdr. van Tetrode.

Grafelijk leenman, beleend tussen 05-05-1423 en 23-01-1447.

1448, 1461, 1462 ,1465, 1469 Schout van Wassenaar.

1453 Schout van Zuidwijck. H.Geestmeester van Wassenaar.

1465 Heemraad van Voorschoten.

1473, 14 febr. Willem van Tetrode wordt beleend met 4,5 pond Hollands jaars, na dode van zijn vader.

Wij bekennen voor ons en onze nakomelingen aangenomen te hebben een eeuwige Jaerghetijt memorie van

meester Aernt van Tetroe. Tekst bord Onze Lieve Vrouwenkerk te Leiden.

Bron : Gegevens kwartierstaat Strik/Angevaare/Genealogie van Tetrode 1300-1600.

9. Willem II Aerntsz. van Tetrode (van Wassenaer), geb. ca 1450, overl. ca 1526,

Zn. v. Aernt Willemsz van Tetrode, en Nn.

Tr. Nn.

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Mr Arent Willemsz van Tetrode, Priester, overl. ca 1547. Leefde tot ca. 1547.

Was de eerste patroon van de door zijn oom ,Willem Aertnsz. I van Tetrode, gestichte vicarie

op het altaar van de O.L.V. kerk te Leiden.

Resigneerde op 11-08-1547, althans een verzoek daartoe, voor zijn opvolgende neef Willem

Dircksz. van Tetrode

30-11-1487 Willem Aerntsz. van Tetrode sticht een vicarie op het altaar van de Heiligen

Steven in de O.L. Vrouwekerk te Leiden.

Voor de eerste keer zal zijn broeders zoon Arent Willemsz., armscolier genoemd, het

patronaatsrecht verkrijgen. Bron: Gegevens genealogie van Tetrode 1300-1600.

2. Gijsbrecht Willemsz. van Tetrode, overleden na 1526

3. Jacob Willemsz. van Tetrode

4. Jan Willemsz. van Tetrode Volgt

5. Heijnric Willemsz. van Tetrode, trouwt NN

6. Meijnsgen Willemsdr. van Tetrode

Schout van Wassenaar. Op 19-10-1514 64 jaar oud.

4 april 1526 maakt hij voor de pastoor Jacobus Th. de Gouda te Wassenaar zijn testament.

Hij vraagt de archedeken en domproost van Utrecht als zijn opvolger te benoemen zijn neef Willem Dircksz. van

Tetrode.

Zij waren beiden van adelijke afkomst en soms omsteden. Precies 25 jaar na de benoemning voelt Willem zich

niet meer veilig. De Spanjaarden zijn in aantocht. Hij vlucht in 1572.

Claes Jansz. neemt dan bezit van de vicarie en dat leidt tot een rechtspraak die pas 2 eeuwen later in 1764 tot een

definitieve uitspraak komt. Claes Jansz. Tetrode stamt af van de tak Ysbrant van Tetrode

Bron: Marcel Tettero.

10. Jan Willemsz van Tetterode, zn. v. Willem II Aerntsz. Van Tetrode,

Geb te Wassenaar ca 1490, overl. na 1565.

Tr. Nn.

Kinderen uit dit huwelijk:

Jan Jansz van Tetrode, geb. ong 1510, overleden voor 1597.

Tr. Alijt Willemsdr.

Daniel Jansz. Van Tetrode Volgt

Claesgen Jansdr. Van Tetrode.

Machtild Jansdr. van Tetrode, trouwt Dirck Jansz.

Verklaart op 16 mei 1528 als echtgenoot van Machteld Jansdr. van Tetrode het testament van

grootvader Willem Arentsz. van Tetrode / wassenaar te zullen nakomen.

Bron: Gegevens genealogie van Tetrode 1300-1600

11. Daniel Jansz van Tetterode. Geb. te Leiden, Overl. te Leiden voor 19-8-1541.

Daniel Jansz. van Tetrode, trouwt Maria NN.

Kinderen uit dit huwelijk:

1. Jan Danielsz Volgt

2. Leendert Danielsz van Tetrode, overl. voor 1602. Relatie met Marijtge Gerritsdr

Kinderen van Leendert en Marijtge:

2.1 Thonis Leendertsz. van Tetrode.

2.2 Daniel Leendertsz. van Tetrode.

2.3 Cornelis Leendertsz. van Tetrode.

2.4 Marijtge Leendertsdr. van Tetrode.

2.5 Trijntje Leendertsdr. van Tetrode.

2.6 Cunera Leendertsdr. van Tetrode.

Bron: Gegevens genealogie van Tetrode 1300-1600.

Op 16-05-1528 verklaren Daniel en Jan Jansz. van Tetrode, Claesgen Jansdr. van Tetrode, Dirck Jansz. als

echtgenoot van Machteld Jansdr. van Tetrode, Frans Hendricksz. van Tetrode en Quirijn Dircksz. van Bergen als

echtgenoot van Heynrickgen Hendricksdr. van Tetrode, zich te zullen houden aan het testament dat hun

grootvader Willem Arentsz. van Tetrode op 04-04-1526 te Wassenaar heeft gepasseerd.

Lenen van de Abdij Leeuwenhorst te Noordwijk:

Daniël Jansz. van Tethrode (zie ook Noordwijkerhout) 1522 – 1541 landhuur: 5 hond geestland te Noordwijk

over en vast aan de wetering; vorige pachter: Dirk Filipsz. (weduwe); volgende pachter: zijn zoon Jan Danielsz.

van Tethrode

Lenen van de Abdij Leeuwenhorst te Noordwijk:

Daniël Jansz. van Tethrode, 1538 – 1541 landhuur: . morgen land (1538 – 1541 $ 1-17-4); vorige pachter: Joris

Cornelisz. te Delft; volgende pachter: zijn zoon Jan Danielsz. van Tethrode (zie onder Noordwijkerhout).

19-08-1541 koopt Marie, weduwe van Daniel Jansz.van Tetrode een huis aan de middelste gracht te Leiden.

Woont (1541) Middelste Gracht in Leiden.

Bron: Gegevens van Zijl nr. 10744

12. Jan Danielsz van Tetrode (van Thetterode), geb. ong. 1525, overl.17 december1578.

Pachter van klooster St. Marienborn te Dordrecht in Noordwijkerhout.

Tr. Nn Gerritsdr van der Meer, dr.van Geryt Huygensz van der Meer en Jannetgen Huijchdr.

Uit dit huwelijk:

1. Daniel Jansz, geboren ong 1552, overleden voor 1622

Gehuwd voor 1584 met Annetgen Cornelisdr, dochter van Cornelis Huijch Vranckensz en

Geertgen Florisdr.

Kinderen uit dit huwelijk:

Jan, Cornelis, Neeltgen, Pietergen, Adriaan, Machtild en Huybertgen.

2. Maritgen Jansdr Volgt

Lenen van de Abdij Leeuwenhorst te Noordwijkerhout: Jan Daniëlsz. van Tethrode;

a. 1542 – 1551 landhuur: 5 hond land op de Watering te Noordwijk;

b. l542 – 1551 landhuur: 3 morgen . hond geestland in Noordwijkerhout (a + b vorige pachter: zijn vader Daniel

Jansz. van Tethrode); c. 1542 – 1551 landhuur: . morgen (zie onder Noordwijk) vorige pachter: Daniel van

Tethrode (a t/m c 1542 – 1550 $ 9-6-8; 1551 $ 10-0-0 of ƒ 7-10-0); in 1552 de aantekening: “vercoft”

Lenen van de Abdij Leeuwenhorst te Noordwijk:

Jan Daniëlsz. van Tethrode (zie ook Noordwijkerhout) 1542 – 1551 landhuur: 5 hond land op de Watering te

Noordwijk; vorige pachter: zijn vader Daniel Jansz. van Tethrode; in jaarrekening 1552 de aantekening

“vercoft”.

1553

Jan Daniels gebruikt van Marienborn klooster tot Dordrecht ende is erfpacht 9 morgen land met zijn woninge

daarop staande.

Jan Daniels gebruijckt ende eijgenland 16 morgen

Jan Daniel gebruijckt 16 morgen van de erfgenamen van Jacob Cornelis Gorter

Jan Daniels gebruijckt 4 hont van de broers tot Leijderdorp

Jan Daniels gebruijckt 1 morgen van de Berch tot Noorwijck

Jan Daniels gebruijckt 16 morgen van de memorij heeren tot Noortwijck.

Belending abdij Leeuwenhorst 4-7-1558.

Geding met klooster St. Marienborn te Dordrecht 10-9-1555.

ARA ZH; Ontvanger van Coolwijck, over de jaren 1572 t/m 1578 moet nu Daniel Jansz. van Tetrode, zoon van

Jan Danielsz. van Tetrode, 72 pond betalen voor gebruikt land. met:

N.N. Gerritsdr van der Meer, dochter van Geryt Huygens van der Meer en Jannetgen Huijchensdr.

Op 12-05-1578 verklaart Daniel Jansz van Tethrode, wonende te Noordwijkerhout, dat Jan Danielsz zijn

overleden vader, Sijmon Dircksz en Engel Cornelisz in hun leven hebben gewoond te Noordwijk onder duin.

ORA Lisse (inv.no. 1, transcriptie H.J. van der Waag, Hogenda 2013 fol 9v dd 25-5-1578) Cornelis Hugenzn.

draagt op aan zijn drie zwagers Jeroen Dammaszn. man en voogd van Duyfge Cornelisdr., Pancras Dammaszn.

man en voogd van Lijsbeth Cornelisdr. en Daniel Janszn. van Tetroede man en voogd van Annetge Cornelisdr.

wonende Noordwijkerhout alles dat hij lestmaal met Geertge Florisdr. zijn huisvrouw gebruikt heeft en daarvoor

zij hem elk vierendeels jaars 2 gulden 10 st zullen betalen, alsmede hem levenslang zullen onderhouden.

ORA Lisse (inv.no. 1, transcriptie H.J. van der Waag, Hogenda 2013 fol 220 dd 13-6-1589) Claes Corneliszn.

Corsteman en Engel Janszn. van Tetrode als voogden over de weduwe en weeskinderen van Adriaen Corneliszn.

Corsteman verkopen Jacob Floriszn. van Heemskerck 2 morgen genaamd de Loostercamp gelegen over duin

onder overhandiging van de oude brief van 18-7-1584 gepasseerd voor Foy van Brouckhoven baljuw en

dijkgraaf van Rijnland, afkomstig uit de boedel van Willem Pieterszn. alias Hazen en gemijnd op 250 gulden.

13. Adriaen Cornelisz. Corsteman (de oude) zn. v. Cornelis Cornelisz.

Geb. ca 1540., overl. te Lisse 25 januari 1588.

Tr. te Lisse Maritgen ( Marijtje) Jansdr van Tetrode, geboren ong 1553, overl. na 1622.

Adriaen Cornelis Corstensz.z. / (oude) Adriaen Cornelisz. Corsteman, welgeboren man van Rijnland, op 19 aug.

1580 "out ontrent 37 jaren"

(NA, rechterlijke archieven, Lisse, nr. 1, fol. 52v-53), ovl. 25 jan. 1588, begr. Lisse geref. *;

Tr. Maritgen Jansdr. van Tetrode, ovl. na 1622 (GA Leiden, stadsarchief 1574-1816, nr. 4024, fol. 567v).

Uit dit huwelijk:

1. Adriaan Adriaensz CORSTEMAN (de Oude), bouwman, Geb. ca 1580, overleden op 29-06-1602 te

Lisse, begraven te Lisse. Zijn grafsteen bevindt zich tegen de oude dorpskerk te Lisse. Is op

05-01-1589 beleend met een grafelijk leen; 3 morgen uit het "Land ter Spek" te Lisse, gelegen

ten zuidwesten van de Spekkerlaan. Zn.v. Adriaen Cornelisz CORSTEMAN en Marijtje

Jansdr van TETRODE.

Tr. Catrijn Claesdr (Trijn) 's GRAVENMADE, geboren <>1570 te Noordwijkerhout.

Na overlijden van Adriaan huwt zij met Cornelis Pietersz van RAAPHORST (van Raephorst),

geboren te Wassenaar. Bron: “Ons Voorgeslacht” Kwartierstaat DUIVENVOORDEN door ir. J.J. Duivenvoorden

2. Jonge Geertruida Adriaansdr Corsteman.

3. Geerte Adriaensdr (de oude)

Tr. te Lisse 23 juni 1592 Dirck Dignomsz de Rode (de Roo) ( overl. te Lisse na 1627) .

Zn.v., zoon van Dignum Janszn de Rode (de Roo) ca 1545-1612 en Marijtje Arendsdr

Kinderen: o.a. Danel Dignum de Rode waaruit Geerte Danels de Rode die huwde

Maarten Koning. Maarten Konings 2e huwelijk was met Jacoba Goeman afkomstig uit

Veur, hun kinderen noemden zich later niet Koning maar Tettero naar hun stiefvader

Maarten Tetterode . In Veur ontstaat zo een tak Tettero's vanaf ca. 1700.

4. Cornelis Adriaensz, overl. te Wassenaar op 16-07-1659.

Gehuwd te Wasssenaar ong 1605 met Beatrix Leendertsdr, overl. te Wassenaar 30-04-1666.

Begraven te Wassenaar.

5. Machteld Oude Adriaens Corsteman, Volgt

1508 – 1641 REPERTORIUM OP DE GRAFGELIJKE LENEN LISSE.

19-9-1570: Adriaan Cornelisz te Lisse bij overdracht door Cornelis Corstensz, zijn vader, LRK 131 c Nd –

Holland fol. 62v.

5-1-1589: Nikolaas Cornelisz voor Adriaan Adriaansz, zijn neef, bij dode van Adriaan Cornelisz, diens vader,

LRK 137 fol. 219v-220.

20-6-1603: Cornelis Adriaansz Costerman voor Adriaan Adriaansz Costerman, zijn neef, bij dode van Adriaan

Adriaansz Costerman, diens vader, LRK 136 fol 301-302.

16-11-1624: Hulde van Adriaan Adriaansz Costerman, waarna overdracht van de helft aan Quirijn Nikolaasz van

’s Gravenmade te Lisse, LRL 136 fol. 301, LRK 144 c. Nd.-Holland fol. 24.

10-1-1641: Quirijn Nikolaasz ’s Gravenmade te Lisse bij overdracht door Adriaan Adriaansz Costerman met de

andere helft, LRK 149 c. Nd.-Holland.

1570 – 1624 RIJNLANDSE PACHTERS VAN DE ABDIJ LEEUWENHORST LISSE

Frank Dirksz.

1570 - 1575 landhuur: 20 hond broekland in Lisse en 3 morgen in Roversbroek

1570 - 1575 ƒ 22-0-0.

vorige pachter: Jacob Gerritsz. Donker (wed.).

volgende pachter: Adriaan Cornelisz. Corsteman

N.B. 10.10.1569 vond grondruil plaats tussen de abdij en Frank Dirksz.

De abdij kreeg 132 roeden en 9 voeten, terwijl Frank van de abdij een akker van 99 roeden kreeg.

1577 – 1578 Klaas Cornelis Corsteman en Adriaan Cornelisz. Corsteman

1577 landhuur: 20 hond broekland en 3 morgen in Roversbroek

1577 ƒ 2-0-0? vorige pachter: Frank Dirksz. Volgende pachter: Klaas Cornelisz Corsteman

Klaas Cornelisz Corsteman

1578 - 1624 landhuur: 3 morgen land (3 kampen in Lisserbroek t.w. 596 roeden, 1 morgen 260 roeden en 1

morgen 154 roeden) en 20 hond (de Bieskamp van 3 morgen 94 roeden in Roversbroek)

1578 - 1582 ƒ 16-0-0 1583 - 1592 ƒ 22-0-0 1593 - 1597 ƒ 23-0-0

1598 - 1604 ƒ 30-0-0 1605 - 1609 ƒ 28-0-0 1610 - 1614 ƒ 30-0-0

1615 - 1619 ƒ 32-0-0 1620 - 1624 ƒ 50-0-0

vorige pachter: Adriaan Cornelisz. Corsteman, volgende pachter: Klaas Gerritsz. de Munnik.

1623 Hoofdgeld Lisse Maritgen Jansdr weduwe van oude Adriaen Corsteman met Maritgen Dircxdr haer

dienstmyt - 2 hoofden.

Bron: Simon van Leeuwen, Costumen, keuren, ende ordonnantien, van het baljuschap ende lande van

Rijnland, 1667, p. 86, 87

A.M. Hulkenberg, De Aagtenkerk van Lisse, 1960, p. 44

Ons Voorgeslacht, jg. 35 (1980), p. 706, jg. 43 (1988), p.335, jg. 66 (2011), p. 179 Holland, jg. 12 (1980), p. 191

Kwartierstatenboek, uitgave van de Genealogische Vereniging Prometheus, dl. 5, 1984, p. 40, dl. 1, herziene

uitgave 1991, p. 76, 81, 82

W.C. Tettero, Genealogie Van Tetrode, tijdperk 1300-1600, derde druk 1996, p. 24, 46, 47,

vierde druk 2000, p. 24, 46, 47, 56

Tonny Nieuwenhuizen-Fransen, Thea Steenvoorden-Lagerweij en Cock Lemmers (red.),

Kwartierstatenboek Hillegom van 15 Hillegomse families, 2001, p. 121, 219, 375, 417

A.J.M. Tetteroo, Genealogie Van Tetrode / Tettero(o) vanaf

ca 1250. Met een Delflandse en een Veurse tak, vijfde druk 2003, p. 32, 43

14. Machteld Oude Adriaensdr Corsteman, geb. te Noordwijkerhout, Zuid-Holland in 1557,

overl. te Noordwijkerhout, in 1621.

Tr. Gerrit Claes van ’s Gravenmade, geb. te Noordwijkerhout ca 1555, overl. te

Noordwijkerhout ca 1612. Zn. v. Claes Maertensz en Machteld Jorisdr.

Kinderen uit dit huwelijk o.a.:

1. Trijn Gerritsdr Schrama (s'Gravemade), geb. ca 1578

Tr. (1) Dirk Thomasz Dijsterman, geb. te Rijpwetering ca. 1580.

Tr. (2) Jacob Janse Croon.

2. Claes Gerritsz Schrama, Hij is ged. 1581 in Lisse. Claas is overleden in 1663 in Noordwijkerhout,

82 jaar oud. Claas trouwde, 57 jaar oud, in 1638 met Marijtje IJsbrand, 28 jaar oud.

Het kerkelijk huwelijk vond plaats in 1638. Marijtje is geboren in 1610 in Lisse. Zij is gedoopt

in 1610 in Lisse. Marijtje is overleden in 1695 in Noordwijkerhout, 85 jaar oud.

3. Jan Gerritsz, geb. ca. 1582

4. Jan Gerritsz Schrama, geb. ca. 1584, ged. in 1584 in Noordwijkerhout. Schepen te Heemskerk.

Overl. te Heemskerk in 1663, 79 jaar oud. Tr. Beatrix Petersdr Oudaen, geb. te Noordwijkerhout.

5. Quirinus (Krijn) Gerritsz Schrama (s'Gravemade), Volgt

6. Dirk Gerritsz Schrama (’s Gravemade), geb. ca 1589.

7. Aaltje Gerritsdr Schrama, geb. ca 1590.

8. Cornelis Gerritsz Schrama, Hij is gedoopt in 1600 in Noordwijkerhout.

Wapen ’s Gravenmade

Dit wapen komt voor op het titelblad van de ''Legger Van de Stadt Leydens Ambachts Heerlyckheyt De Venp''.

Op de Legger komen Maerten Willemse 's Gravenmade en Dirk Claesse 's Gravenmade voor als schepenen. De

Legger is in het bezit van de familie Six.

Bron : Inlichtingenblad betreffende het geslacht Schrama, nummer 6, 31-8-1982.

15. Quirinus Gerrits (Krijn) Schrama ('s Gravenmade), pachter en landeigenaar te Lisse,

geboren <>1587 te Noordwijkerhout, zoon van Gerrit Claesz van 's Gravenmade (Schrama)

en Machteld Oude Adriaens Corsteman.

Tr. met Marijtje Cornelisdr.

Uit dit huwelijk:

1. Claas Crijnsz Volgt.

2. Maritgen Crijnsdr (Marijtje), geboren <>1614 te Lisse.

Ondertrouwd op 04-10-1636 te Lisse, gehuwd op 21-10-1636 te Wassenaar met Jan

Leendertsz van der Geest, Schepen van Wassenaar (1645-1647), zoon van Leendert

Dircksz van der Geest, bouwman, schepen, weesmeester, en Geertgen Pietersdr van

Raephorst (van der Wadding).

3. Alphertgen Crijnen (Alferte), geboren <>1616 te Lisse, overleden op 13-02-1691 te Lisse.

Gehuwd met Adriaan Jansz Breebijl, overleden <>1667 te Lisse, zoon van Jan

Hendriksz Breebijl en Barabara Claesdr Sandvliet.

4. Joris Crijnsz van 's Gravenmade (Schrama)

` 5. Gerrit Crijnsz

6. Catharina Crijnse, geboren <>1620 te vermoedelijk Lisse, overleden <>1708 te Warmond

16. Claas Crijnsz Schrama, geboren <>1610 te Lisse, zoon van Quirinus Gerrits (Krijn)

Schrama ('s Gravenmade) en Marijtje Cornelisdr.

Tr. Maartje Claas

Kinderen:

1. Claes Claesse 's Gravenmade (Schrama). Volgt

2. Dirk Claesz ’s Gravenmade (Schrama)

17. Claes Claesse 's Gravenmade (Schrama), zoon van Claas Crijnsz Schrama.

Tr. (1) ca. 1664 met Grietje Kors Langeveld, geb. ca 1646, overl. 1679.

Tr. (2) ca. 1682 met Cornelia Janse Gordijn (Gardijn), geb ca 1646, overl. ca 1728.

Uit het eerste huwelijk:

1. Cornelia Claasdr, geboren <>1665

2. Maria Claasdr, geboren <>1667

Uit het tweede huwelijk:

3. Jan Claasz, geboren <>1682

4. Maritje Claase (Schrama), geboren <>1683 te Hillegom.

Tr. 1) voor de kerk op 30-01-1725 te Vogelenzang (RK) met Jan Aris van Velsen, geb. te Hillegom.

Tr. 2) >1745 met Gerrit Janse van de Bos.

5. Aaltje Claasdr van Schravenmade (Aafje Claesse 's Gravenmade), geb. <>1685.

Tr. 1) op 16-05-1728 te Hillegom, gehuwd voor de kerk op 16-05-1728 te Vogelenzang (RK)

met Pieter Hendriksz Arkshoek, 29 jaar oud, marktschipper, veerschipper, gedoopt (RK)

op 14-03-1699 te Lisse (getuige(n): Peter: Jan Pietersz Arkshoek. Meter: Marijtje Pietersdr

Arkshoek). St. Agathakerk, zoon van Hendrik Pietersz Arkshoek, landbouwer, en

Magdaleentje Cornelisdr (Leentje) Alkemade.

Tr. 2) >1735 met Gerrit van Dorp.

6. Cornelis Klaasse (Cors) Schrama, Volgt.

7. Gerritje Claasse, geboren <>1687 te Hillegom.

Gehuwd met Maarten Adriaense van Rhijn (van Rijn).

18. Cornelis Klaasse (Cors) Schrama, meester broodbakker, geboren <>1686, begraven op

26-04-1781 te Heemstede, zoon van Claes Claesse 's Gravenmade (Schrama) en Cornelia

Janse Gordijn.

Tr. Sara Jacobse van Brederode, gedoopt (RK) op 19-09-1694 te Heemstede, begraven op 03-

04-1766 te Heemstede, dochter van Jacobus Adriaansz van Brederode, meester timmerman,

en Neeltje Jansdr van Beek. Sara was eerder gehuwd met Harmen Beeckman, overl. <1724.

Sara van Brederode is mogelijk een directe afstammeling van Dirk Walravensz. van Brederode, geb. 1359

Bastaardzoon van Walraven van Brederode (1339-1369) en Nn.

Zie ook Huisbrederode.nl en Het Geslacht Brederode, J.J. van Brederode , Haarlem 1869.

Uit dit huwelijk:

1. Jacoba Corsse, gedoopt (RK) op 16-10-1723 te Heemstede.

2. Maria Corsse, gedoopt (RK) op 16-10-1723 te Heemstede

3. Johannes Cornelisz (Jan), bakker, gedoopt (RK) op 23-02-1725 te Heemstede.

Gehuwd op 30-jarige leeftijd op 08-06-1755 te Hillegom, gehuwd voor de kerk op 08-06-1755

te Vogelenzang (RK) met Marijtje Warboutsdr Vreeburg, 37 jaar oud, gedoopt (RK) op

28-01-1718 te Lisse (getuige(n): Peter: Jan Willemsz Meijers. Meter: Madeleentje

Cornelisdr Alkemade). St. Agathakerk, dochter van Warbout Juriaansz Vreeburg (Vrijburgh),

timmerman, (bloem)bollenhandelaar, en Willemijntje Willemsdr Meijers (Mijers)

4. Hendrik Corsz, geboren <>1727 te Heemstede

5. Gerritje Corsse, geboren <>1728 te Heemstede, overleden op 29-09-1796 te Haarlem.

Gehuwd op 13-05-1757 te Haarlem, gehuwd voor de kerk op 03-07- 1757 te Heemstede

(RK) met Cornelis van de Clashorst (Clashorst).

6. Adrianus Corsz (Janus) (Schramaij) Volgt.

7. Marijtje Cornelisse, gedoopt (RK) op 13-12-1732 te Heemstede

8. Neeltje Cornelisse, gedoopt (RK) op 24-02-1735 te Heemstede

Gehuwd voor de kerk op 43-jarige leeftijd op 23-04-1778 te Heemstede (RK) met Gerrit Vogels.

19. Adrianus Cors (Janus) Schrama, (Schramaij) geb. te Heemstede 15 april 1729, ged.(RK)

16 april 1729, overl. te Heemstede op 5 januari 1782, begr. te Heemstede op 10 januari 1782,

zn.v.Cornelis Klaasse Schrama en Sara Jacobse van Brederode. Tr. voor de kerk te Heemstede

op 12 augustus 1759 met Catharina van Meurs ged. te Overveen op 16 april 1724, overl, te

Heemstede op 10 november 1800.Dr.v. Dirk Huijbertsz van Meurs en Jannetje Jans

Hoedemaker of Anna ( Antje) Willemsdr van der Kloes.

Uit dit huwelijk:

1. Jannetje Janusse, gedoopt (RK) op 18-06-1760 te Heemstede, overl. op 03-03-1813 te Beverwijk op

52-jarige leeftijd. Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 31-10-1788 te Beverwijk met Pieter Beekman,

37 jaar oud, gedoopt (RK) op 28-05-1751 te Beverwijk. Zn.v.Jan Beekman en Anna Jacoba Huijs.

2. Cornelis Janse (Cors Janusz) Volgt

3. Theodorus Janusz (Dirk) (Schramaij)

Bron:Adrianus Schrama en Catharina van Meurs worden genoemd in de akte van overlijden van hun zoon Cornelis Adrianusz. Schrama BS Overlijden Erfgoedinstelling: Noord-Hollands Archief Plaats instelling: Haarlem Collectiegebied: Noord-Holland Aktenummer: 14-10 Registratiedatum: 1831 Akteplaats: Heemstede.

20. Cornelis Adrianusz. Schrama. Beroep: broodbakker geb.te Heemstede 12 aug 1763,

overl.te Heemstede 12 okt 1831, tr. Kerkelijk huwelijk te Heemstede 21 nov 1789 met

Bartholomea (Bertha) van Maris. geb. te Heemstede 3 december 1770, overl.te Heemstede

1 februari 1843. Bron: Overlijden van Cornelis Adrianusz. Schrama BS Overlijden Erfgoedinstelling: Noord-Hollands Archief Plaats instelling: Haarlem Collectiegebied: Noord-Holland Aktenummer: 14-10 Registratiedatum: 1831 Akteplaats: Heemstede.

21. Alida (Aaltje) Schrama geb te Heemstede op 4 mei 1811, overl. te Noordwijkerhout

9 apr 1883 op 71 jarige leeftijd. Tr te Noordwijkerhout 9 apr 1837met Petrus Smit, 30 jaar

oud, beroep: landbouwer geb te Haarlem 21 jan 1807, overl. te Noordwijkerhout op 29 jul

1889,.zn.v. Jacob Smit geb.te Heel, Limburg op 25 jul 1769, overl. te Noordwijkerhout op 23

mei 1837, en van Hendrica (Hendrijntje) van Bourgondien (Bourgonjen), geb te Ruigenhoek,

Noordwijkerhout, Zuid-Holland op in 1777, overl. te Noordwijkerhout op 2 nov 1834.

Van de drie broers die vanuit Limburg naar Heemstede kwamen met de familienaam Smeets is Jacob de enige

die Smits ging heten. Zo althans vinden wij hem terug in zijn huwelijksakte te Haarlem op 1-8-1799. Geen van

zijn nakomelingen heeft de naam Smeets teruggekregen. Waarschijnlijk heeft Jacob, de vader van Petrus, bij het

in ondertrouw gaan zijn achternaam met een dik Limburgs accent uitgesproken. In die tijd werden familienamen

niet gecontroleerd; ze werden opgeschreven zoals de functionaris ze hoorde!

22. Bartha Smit geb. te Ruigenhoek de Zilk Noordwijkerhout 9 april 1839. overl. te

Haarlemmermeer 28 december 1905. Dr.v. Petrus Smit en Alida Schrama

Tr. Pieter van Gerven geb 2 mei 1833, overl. te Haarlemmermeer 4 februari 1897. Beroep:

Veenman. Zn.v. Frans van Gerven, Beroep: Veenman 9 mei 1867. Geb. te Woubrugge

(Hoogmade) Zuid-Holland 5 augustus 1807. Overl. te Haarlemmermeer 28 mei 1885,

en Barbera van Bemmelen geb. te Alkemade Zuid-Holland 21 november 1810. Tr. te

Alkemade Zuid-Holland. Overl. te Lisse 27 juli 1899.

Bron: Barbera van Bemmelen wordt genoemd als moeder in de geboorteakte van Pieter van Gerven Documenttype: BS Geboorte Erfgoedinstelling: Nationaal Archief Plaats instelling: Alphen aan den Rijn Collectiegebied: Zuid-Holland Aktenummer: 52 Registratiedatum: 3 mei 1833 Akteplaats: Alkemade Aktesoort: Geboorteakte

Bron: Overlijden Pieter van Gerven BS Overlijden Erfgoedinstelling: Noord-Hollands Archief Plaats instelling: Haarlem Collectiegebied: Noord-Holland Aktenummer: 31 Registratiedatum: 6 februari 1897 Akteplaats: Haarlemmermeer. In deze akte wordt Bartha Smit genoemd als de echtgenote van Pieter van Gerven.

23. Antje van Gerven geb. te Lisserbroek Haarlemmermeer 24 februari 1872. overl.

Lisserbroek Haarlemmermeer 26 juni. 1953, Begr. RK Kerkhof St. Agatha te Lisse tr. te

Haarlemmermeer vrijdag 13 mei 1898 Andries Dekker, Beroep: Bloembollenkweker, zn.v.

Klaas Dekker en Geertje van der Fluit, geb. te Oude Niedorp 2 september 1867. Overl. te

Lisserbroek Haarlemmermeer op 7 januari 1951.

Uit dit huwelijk : 1. Barbara (Bartha) Cornelia Dekker geb. Lisserbroek 27 sep 1909.

2. Nicolaas Petrus Dekker, Volgt Bron: Geboorte Antje van Gerven BS Geboorte Erfgoedinstelling: Noord-Hollands Archief Plaats instelling: Haarlem Collectiegebied: Noord-Holland Aktenummer: 102 Registratiedatum: 1872 Akteplaats: Haarlemmermeer Bron: Pieter van Gerven wordt genoemd als vader van de bruid (Antje van Gerven) in akte nr 46 Registratiedatum 13 mei 1898. Plaats instelling: Haarlem Collectiegebied: Noord-Holland. Akteplaats: Haarlemmermeer Aktesoort: H Erfgoed instelling : Noord-Hollands Archief. Bron: Huwelijk Andries Dekker Document type BS Huwelijk Noord-Hollands Archief Akte nummer 46 Registratiedatum 13 mei 1898 Akteplaats Haarlemmermeer Aktesoort: H Huwelijksakte. Erfgoedinstelling : Noord-Hollands Archief.

24. Nicolaas Petrus Dekker.Beroep: bloembollenkweker te Lisserbroek, geb. te Lisserbroek

Haarlemmermeer 17 december 1914, overl. te Leiderdorp Zuid-Holland 19 oktober 2004.

In militaire dienst Dekker ( 10 RI G.D. 1934 III 80 00 )

Tr. te Amstelveen Noord-Holland op 9 juni 1949 met Gezina Bakker, geb. te de Rijp Noord

Holland 9 juni 1918, overl te Teylingen 21 mei 2013.Begr. te Lisse, Agathakerk.

Dr.v.Johannes Bakker geb. de Rijp, 18 augustus 1885 en Catharina Anna Cornelia Knijn, geb.

Ilpendam 30 oktober 1887.

Opm.: De steen op het graf van Gezina Dekker-Bakker is afkomstig van de firma Tetterode Natuursteen te

Amsterdam. Familie van de Tetrode’s in deze stamreeks.

Bron: Huwelijk Johannes Bakker en Catharina Anna Cornelia Knijn Gebeurtenisplaats: Beemster Documenttype: BS Huwelijk Erfgoedinstelling: Noord-Hollands Archief Plaats instelling: Haarlem Collectiegebied: Noord-Holland Aktenummer: 21 Registratiedatum: 4 juni 1913 Akteplaats: Beemster Aktesoort: H

Kinderen uit dit huwelijk: Niet weergeven i.v.m. Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP)

Bronnen : Gegevens genealogie van Tetrode.

Generaties 1. t/m 4. in bewerking

Bronvermelding bij desbetreffende generaties en Regionaal Archief Alkmaar Bergerweg 1 1815 AC Alkmaar

Gegevens genealogie Schrama afkomstig van parenteel van Gerard Schrama.

http://www.genealogie-stamboom-schrama-gravenmade-bollenstreek.nl.

Bewijsvoering berust voor zover niet anders vermeld, op burgerlijke stand en doop-trouw-en begraafboeken en

het familiearchief, eigen gegevens.

Bijlage: Bijlage I Stamboom Tetrode

Bijlage II Stamboom Aernt Tetrode (1410-1471). Gen.8.

Bijlage III Catharina de Grebber. De Wassenaarse maagdenroof

Bijlage IV Huis te Lane.

Literatuur:

Titel : Familie Dekker Deel III blz 336 t/m blz 341.

ISBN 90-805977-1-6 (deel 1), 90-805977-2-4 (deel 2), 90-805977-3-2 (deel 3).

NUR code 521 Regionale Cultuur. Paginering 3 dln : ill. Annotatie met reg.

Trefwoord Dekker genealogieën Auteur/Uitgever Tinie Dekker-Beemsterboer.

Plaatskenmerk : Regionaal Archief Alkmaar Bibliotheekcollectie : 184 A 1.

A.M. Hulkenberg, De Aagtenkerk van Lisse, 1960, p. 44

Kwartierstatenboek, uitgave van de Genealogische Vereniging

Prometheus, dl. 5, 1984, p. 40, dl. 1, herziene uitgave 1991.

W.C. Tettero, Genealogie Van Tetrode, tijdperk 1300-1600, derde druk 1996, vierde druk 2000.

A.J.M. Tetteroo, Genealogie Van Tetrode / Tettero(o) vanaf ca 1250.

Met een Delflandse en een Veurse tak, vijfde druk 2003.

Het Geslacht Brederode, J.J. van Brederode , Haarlem 1869

Internet: Kareldegrote.nl Dekkerboek.nl (inmiddels opgeheven)

NGV.nl ( Kwartier Nijmegen ) CBG.nl Noord-hollandsarchief.nl

Opmerking: Voor zover mogelijk heb ik de gegevens van bronvermelding voorzien.

De filiaties 1. t/m 5. zijn momenteel onder bewerking, aanvullingen en correcties zijn welkom.

Malden 16 januari 2015

A.J.Dekker

dekker.maldenatplanet.nl

Bijlage I

Stamboom Tetrode

Bovenstaande stamreeks loopt over de volgende personen in deze stamboom.

Gen. 6. Aernt V 10

Gen. 7. Willem Arentsz VI 11

Gen. 8. Aernt Willemsz VII 11

Gen. 9. Willem II Aerntsz VIII 14

Gen. 10. Jan Willemsz IX 33

Gen. 11. Daniel Jansz X 26

Gen. 12. Jan Danielsz XI 40

Gen. 13. Maritgen Jansdr XII 20

Genealogie is een discipline van de geschiedkunde die zich bezighoudt met voorouderonderzoek dan wel de

afstamming van de familienaam.

Bijlage II

Stamboom Aernt Tetrode (1410-1471). Gen.8. in deze reeks.

Bijlage III Catharina de Grebber. De Wassenaarse maagdenroof

GREBBER, Catharina de (geb. Leiden 1495/1496 – gest. na 1515), op dertienjarige leeftijd

geschaakt. Dochter van Pieter Claesz. de Grebber, schepen, en Alyt van Tetrode,

( VIII 22 in Bijlage I) en Kleindochter van JanWillemsz. Catharina de Grebber trouwde in 1509 met

jonker Gerrit van Raaphorst(gest-1524). Voorzover bekend bleef dit huwelijk kinderloos.

Catharina de Grebber werd geboren in Leiden. Haar vader Pieter Claesz. de Grebber stamde

uit een rijke regentenfamilie en was vele jaren schepen van Leiden. Catharina's moeder Alyt

van Tetrode was een dochter van Jan Willemsz. van Tetrode, een welgestelde brouwer die

ook werkzaam was in de lakennijverheid en zitting had in de veertigraad van Leiden.

Catharina en haar ouders woonden op het Leidse ‘bon’ ’t Wolhuis: de stadswijk tussen

Breestraat, Pieterskerkchoorsteeg, Langebrug en de Steenschuur.

De Wassenaarse maagdenroof

Op 21 september 1509 werd Catharina de Grebber geschaakt door Gerrit van Raaphorst, die

daarbij werd geholpen door handlangers. Ze was toen pas dertien jaar oud. De leeftijd van

Gerrit is niet bekend. De ouders van Catharina brachten de zaak voor het Hof van Holland,

die Van Raaphorst op 1 maart 1510 veroordeelde tot verbanning uit Holland, Zeeland en

Friesland en verbeurdverklaring van zijn goederen. Zijn kompanen kregen dezelfde straf. De

schaking is goed gedocumenteerd dankzij het verzoek dat de dader in juni 1512 aan het Hof

van Holland deed om teruggave van zijn geconfisqueerde goederen en opheffing van zijn

verbanning. Het duurde drie jaar voordat het Hof van Holland tot een uitspraak kwam. In

de Sententie gegeven op het interinement van brieven van pardon, noopende d'ontschaking

van seecker jonge-dochter gedaen by Gerrit van Raephorst die het Hof in juni 1515 uitsprak,

zijn de verklaringen van hem en van de vader van Catharina de Grebber nauwkeurig

opgetekend.

Op vrijdagmorgen 21 september 1509 reden Pieter de Grebber en Alyt van Tetrode met hun

dertienjarige dochter Catharina vanuit Leiden naar de kerk in Wassenaar. Ter hoogte van het

huis Raaphorst – tegenwoordig onderdeel van landgoed De Horsten – stond de edelman Gerrit

van Raaphorst hen met vier gewapende handlangers op te wachten. Met gespannen boog

klommen zij op de wagen en schaakten zij Catharina: zij namen haar met geweld ‘uit de

schoot van haar vader’. Catharina en haar ouders schreeuwden om hulp, maar Gerrit wist met

Catharina te ontkomen naar Sassenheim, waar een andere handlanger hen met een schuit

overzette naar Leimuiden. In de parochiekerk van Leimuiden trouwden Gerrit en Catharina in

tegenwoordigheid van vele ‘notabelen en luiden van de curie’ – een datum wordt niet

genoemd. Het huwelijk werd een paar dagen later opnieuw bevestigd in de Utrechtse

Buurkerk. Uit de Sententie blijkt dat Catharina en Gerrit zich na de schaking onder meer

ophielden in Culemborg, een bekende vrijplaats voor voortvluchtigen. Na ongeveer vijf

maanden keerde Catharina terug naar haar ouders in Leiden.

Tot zover waren beide partijen het eens over de gang van zaken, maar over de verdere details

lopen hun meningen uiteen. Gerrit beweerde dat Catharina uit eigen vrije wil met hem

getrouwd was. Zij ging naar haar ouders om ‘pais en vree’ te maken en om hen te overreden,

af te zien van een proces. De ouders van Catharina beweerden het tegendeel. Volgens hen was

Catharina in Leimuiden door Gerrit verkracht, maar was haar schreeuwen – een

doorslaggevend bewijs in het voordeel van het meisje – niet gehoord omdat de vrienden van

Gerrit zoveel lawaai maakten. Catharina was naar haar ouders teruggekeerd omdat Gerrit haar

slecht behandelde. Hij dwong haar binnenshuis te blijven en ze had zo weinig kleding dat ze

niet eens een doek had om haar hoofd te bedekken. In de periode dat Catharina weer bij haar

ouders in Leiden woonde, stond hij dagelijks voor hun deur en bedreigde hij de ouders met de

dood. Volgens Pieter de Grebber wilde Catharina wel bij haar ouders blijven, maar probeerde

Gerrit van Raaphorst haar te verleiden met een paar ‘trippen’ (muiltjes met houten zolen). Met

succes, want ze was prompt met de bezorger ervan meegegaan naar Gerrit.

De raadslieden van het Hof van Holland kwamen op 15 juli 1515 tot een vonnis. De

verbanning en de verbeurdverklaring van goederen werden opgeheven, maar de verkrachting

van Catharina werd alsnog bestraft. Als boetedoening moesten Gerrit en zijn helpers

blootshoofds en in linnen kleed, met een brandende kaars in de hand zowel het Hof als de

beledigde ouders van Catharina om vergiffenis smeken. Op deze wijze werd er zowel voor de

wereldlijke als voor de kerkelijke macht boete gedaan. Gerrit van Raaphorst moest bovendien

in de kerk van Wassenaar een glasraam laten plaatsen met het opschrift: ‘Dit glas is alhier

doen maken uit condemnatie [:veroordeling] van den Hove van Hollant, bij Gerrit van

Raaphorst in beteringe van de vrouwen-schaak bij hem gedaan’. Dat glas heeft hij inderdaad

laten maken, maar bij de Beeldenstorm van 1566 is het vernield.

Onduidelijk is of Catharina definitief naar Gerrit van Raaphorst terug is gegaan. Met hem liep

het slecht af. In 1522 raakte hij in Woerden verzeild in een ruzie waarbij een dode viel. Op 24

december 1524 werd hij daarom veroordeeld en in Den Haag op het Groene Zoodje onthoofd.

Het is niet bekend of Catharina toen nog leefde. Evenmin is bekend of er uit hun huwelijk

kinderen zijn geboren.

Reputatie

De schaking van Catharina de Grebber genoot in de tijd zelf al de nodige bekendheid, onder

andere dankzij het feit dat deSententie van 1515 direct in druk verscheen. Het verhaal moet

ook sterk tot de verbeelding hebben gesproken. Zo bestond er een lied over de zaak dat rond

1640 werd gepubliceerd in Het oudt Haerlems liedeboek (70). Het lied verhaalt hoe de De

Grebbers op weg naar de kerk worden tegengehouden door Gerrit van Raaphorst, die

Catharina beschuldigt van het jagen op zijn konijnen: ze zouden onder de zitplank van de bok

verstopt zijn. Vader de Grebber wordt boos, zet Catharina van zijn schoot om te laten zien dat

ze niets verbergen. Gerrit ziet zijn kans schoon en grijpt Catharina van de wagen. In triomf

rijdt hij met haar weg en roept: ‘’t Was mij niet om hazen of konijnen te doen/ Ik heb het wild

al dat ik zocht’.

In de literatuur is lange tijd de nadruk gelegd op de onschuld en de jeugd van de dertienjarige

Catharina. Volgens Gerrit Kalff kan het lied hebben gediend ter ondersteuning bij het beroep

dat Van Raaphorst in 1512 had aangespannen bij het Hof van Holland. Hij meent dat Pieter de

Grebber inbreuk had gemaakt op het jachtrecht van Van Raaphorst en dat dit de aanleiding

was voor de schaking van Catharina, die er dus geheel buiten stond. Volgens Herman

Brinkman is het lied al kort na de schaking geschreven (60). Hij leidt dit af uit het ontbreken

van feitelijke informatie in de processtukken. Brinkman stelt eveneens dat Catharina’s ouders

zich drukker maakten om haar welzijn dan om haar jonge leeftijd. In zijn column in het

Elektronisch Tijdschrift voor de Neerlandistiek schrijft Willem Kuiper dat Brinkman zich te

veel met vader De Grebber identificeert en te weinig met Gerrit van Raaphorst en Catharina.

Een dertienjarig meisje was voor middeleeuwse begrippen niet te jong om te trouwen.

Catharina is op zijn minst met voorkennis en haar instemming door Gerrit geschaakt, aldus

Kuiper. Het lied spitst zich toe op de listige manier waarop Gerrit van Raaphorst Pieter de

Grebber in de luren legt. Catharina wordt van het jagen op zijn konijnen beticht, Pieter de

Grebber laat daarop zijn dochter los en Gerrit gaat er met zijn ‘konijntje’ vandoor. Hij heeft

haar letterlijk ‘uit de schoot van haar vader’ weggenomen.

Naslagwerken Van der Aa; Kok.

Archivalia

Nationaal Archief, Den Haag: toegang 3.03.01.01 (Archief van het Hof van Holland, 1428-

1811), inv. nr. 5675 (Naam- en zaakindices op de criminele sententies); inv. nr. 5648

(Registers van criminele zaken of criminele boeken).

Beste Marcel,

Op dit moment ben ik een lemma over Catharina de Grebber aan het schrijven voor het

Digitaal Vrouwenlexicon Nederland (DVN) www.inghist.nl/onderzoek/projecten/dvn . Op

zoek naar informatie kwam ik ook op jullie mooie uitgebreide site terecht. Wat een

onderzoek en wat een werk moet dat jullie gekost hebben! Compliment daarvoor. Daarop

ook het treurige spectaculaire verhaal van de schaking van Catharina de Grebber,

dochter van Alyt van Tetrode door jonker Gerrit van Raaphorst. Alyt van Tetrode wordt

bij jullie beschreven bij de Genealogie van Arent van Tetrode VII. Zij kreeg nummer VIII-

22. Ik bleef steeds steken op het stiefvaderschap van Pieter de Grebber. Hij zou niet de

biologische vader geweest zijn van Catharina (maarja, wat is zeker in het leven?). Steeds

wordt Lodewijk Aernt Vranckenszoon als de eerste echtgenoot van Alyt van Tetrode

genoemd en ook als vader van Catharina. Ik ben dus verder aan het zoeken gegaan en

vond in De Navorscher 47 (1897) bij geslacht- en wapenkunde het volgende: "Lodewijk

van der Meer, zoon van Arend van der Meer en Jacobmyne Claesdr, huwde Margaretha

van Tetterode, wier moeder was Alyt de Grebber. Hij sneuvelde bij Overschie 6 maart

1488, begraven te Delft in het familiegraf, met dit opschrift: "Lodewijk Arentsz. starf in

den oorlog tot Overschie onder het gebied zijns vaders 1488, wiens wijve was

Margaretha van Tettrode". Hadden een Kind: Catrine van der Meer, huwde Mr.

Hieronimus van den Dorpe, raadsheer in den Grooten Raad te Mechelen." Als noot wordt

hierbij gegeven: Van der Aa, Biogr. woordenboek en de aldaar aangehaalde werken. Voor

mij is dit aanleiding om Catharina de Grebber niet als stiefdochter van Pieter de Grebber

te noemen, maar als volle dochter van hem en Alyt van Tetrode. Waarschijnlijk is degene

die aannam dat Lodewijk A.V. v.d. Meer met Alyt van Tetrode getrouwd was in

verwarring gebracht door "Alyt de Grebber". Vrouwen bleven in officiële stukken altijd

genoemd met hun eigen (achter)naam met de toevoeging huysvrouw van .... Ik vind het

wel zo netjes om jullie dat te laten weten. Mochten jullie overtuigende bewijzen hebben

dat Lodewijk toch de eerste echtgenoot van Alyt van Tetrode was en ook de vader van

Catharina, dan zou ik dat natuurlijk graag van jullie willen weten.

Zodra het lemma op de site van het Vrouwenlexicon wordt gepubliceerd, laat ik jullie dat

via dit email-adres weten.

Met vriendelijke groet,

Drs. Marja Volbeda

Utrecht 18 maart 2008.

Bijlage IV Huis te Lane

De buitenplaatsen van Kennemerland en Wijkermeer

Het boek ‘Verloren Uitzicht,’ (uitgegeven bij de Prom in 2002 onder redactie van J. van de

Geest en R. Sierksma) geeft een boeiend beeld van een stuk Hollands Arcadië dat opgeofferd

werd aan de vooruitgang. Het Wijkermeer werd ingepolderd bij aanleg van het

Noordzeekanaal en het uitzicht, een vestigingsfactor voor de buitens was niet meer.

Huis te Spijk - oever voormalig Wijkermeer.

Het Huis te Spijk is voortgekomen uit een woontoren die voor het eerst genoemd werd in 1339.

De naam was toen Huis te Lane dat in bezit was van de familie van der Lane van Tetrode.

Het Huis te Lane was vernoemd naar het gebied Laanweer dat lag ten zuiden van het huis in de

Velserbroekpolder.

Het Huis te Spijk in 1728. Kopergravure door Abraham Rademaker, Noord-Hollands Archief Haarlem.

In het begin van de 17e eeuw kwam het huis in bezit van de familie Hulft en kreeg de naam Endelgeest.

De naam zal afgeleid zijn van het feit dat het huis lag aan het einde van de Hofgeest.

De familie Hulft veranderde Endelgeest in een herenhuis met tuin aanleg. In 1700 kwam Endelgeest dat intussen

de naam Huis te Spijk had, in bezit van de familie van de Poll. Zij lieten bij het huis een kleine formele tuin

aanleggen.Om het huis nog meer grandeur te geven wordt ter weerszijde naast de Hofgeesterweg een wandellaan

aangelegd beplant met elzen en haag. Ter hoogte hiervan kreeg de Hofgeesterweg de naam Elzenlaan.

Plattegrond van de hofstede Huis te Spijk, circa 1732. Kopergravure door H. Leth in ‘Het Zegepralent Kennemerlant’

Vanuit de laan keek men op het huis. Een groot deel van de tuin bestond uit een

boomgaard. Ook aan het huis zal het nodige verbouwd zijn, het geheel kreeg het allure

van een buitenplaats. Huis te Spijk lag in voorste rij van buitenplaatsen met direct

uitzicht op het Wijkermeer. Vlakbij de splitsing Hofgeesterweg en Oostlaan stond

een theekoepel waar uit men uitzicht had op de Hofgeest en de Velserbroekpolder.

In de verte zag men Santpoort en Haarlem liggen. Het huis had een fraai torentje in

de Renaissance stijl. Van hier uit had men vrij uitzicht op de gehele omgeving en het

Wijkermeer. In de verte kon men de contouren zien van Assendelft en bij helder weer,

op de horizon, de kerktorens van Amsterdam.

Het uitzicht over het meer was een lust voor de bewoners van Huis te Spijk en het

meer bood een snelle verbinding over het water naar Amsterdam. Maar dat zelfde

meer was ook een bedreiging voor de buitenplaats. Bij storm was de Velserdijk rond

de Velserbroek te laag om het water te keren en overstroomde de polder. Gewoonlijk

zette men dan ook in het late najaar, de winter en het vroege voorjaar de sluisjes in de

dijk open en liet men de polder vol lopen met water. Om de buitenplaats tegen dit

overstromingswater te beschermen was deze omringd door een dijk. De dijk is nog

altijd aanwezig.

Het huis te Spijk bleef tot 1834 in bezit van de familie van de Poll. In dat jaar werd de buitenplaats

verkocht en volgde de sloop van het herenhuis. Op de plaats van de personeelswoning werd de nog steeds

bestaande boerderij gebouwd.

Van de buitenplaats resten nog het toegangshek en het omwalde eiland waarop het huis stond.

Kijk op www.buitenplaats2012.nl voor de agenda

- Museum Kennemerland (Beverwijk): Arcadië aan het Wijkermeer, tentoonstelling over de

buitenplaatsen langs het Wijkermeer. Deze tentoonstelling toont historische prenten en

gebruiksvoorwerpen van buitenplaatsen in Kennemerland.

Verlengd tot half november. www.museumkennemerland.nl

De teksten zijn een bewerking van teksten verzameld door mw. H.H.J van Zwet – de Savornin

Lohman en dhr. J. Morren. Daarnaast is dankbaar gebruik gemaakt van Wikipedia (Wiki

loves monuments) en websites van diverse buitenplaatsen en instellingen.