Bu:m.anitas: geschiedenis en toeko:m - uvh.nl · genhet rapport, omdat ditrapport 'het werk...

12
Bu:m.anitas: geschiedenis en toeko:m.st Michael Kerkhof De geschiedenis van de vereniging Huma- nitas is kernachtig en beknopt te omschrij- ven als de geschiedenis van een beweging van praktisch ingestelde mensen. Mensen die van mening zijn dat het belijden van een humanistische levensovertuiging niet be- ter kan worden ingevuld dan door er naar te handelen. Door via concrete activiteiten zichtbaar te maken dat je als mens je niet al- leen verantwoordelijk voelt, maar dat je ook aantoonbaar medeverantwoordelijk bent voor het reilen en zeilen in de samenleving waarin je leeft. De opdracht die Humanitas zich vanaf het begin stelde, is in de afgelo- pen jaren verwoord via de slogan 'doen wat je moet doen'. 22 Daarmee wordt opnieuw gezegd dat mensen onder de vlag van de vereniging de intentie en de bereidheid (moeten) hebben om zich met zaken te bemoeien waarvan ze vinden dat zij daar medeverantwoordelijkheid voor dragen. Dus niet willens en wetens met de rug naar za- ken toe gaan staan waarvan je vindt dat ze niet passen of deugen. Geen gemakkelijke opdracht die de vereniging zich sinds 1945tot nu toe stelt. Want wie scherp om zich heen ziet, kan niet voorbij aan het feit dat er in onze samenleving steeds opnieuw zaken zijn die verbetering be- hoeven. Met name zaken waarbij medemensen achterblijven of zondermeer in de kou staan. Onderstaand volgt een schets van de geschiede- nis van Humanitas als voorbeeld van wat prak- tisch humanisme te weeg kan brengen. Aan het eind van deze geschiedenis wordt met name stil- gestaan bij hoe Humanitas haar rol in de nabije toekomst ziet. Werken vanuit inspiratie Bij het veertig jarig bestaan van Humanitas in 1985gafdetoenmalige voorzitter van het hoofd- bestuur van de vereniging, dr. Henk Rengelink, een markante typering van de inhoud en bete- kenis van humanisme voor Humanitas. Om te Georganiseerd humanisme in Nederland

Transcript of Bu:m.anitas: geschiedenis en toeko:m - uvh.nl · genhet rapport, omdat ditrapport 'het werk...

Bu:m.anitas: geschiedenisen toeko:m.st

Michael Kerkhof

De geschiedenis van de vereniging Huma-nitas is kernachtig en beknopt te omschrij-ven als de geschiedenis van een bewegingvan praktisch ingestelde mensen. Mensendie van mening zijn dat het belijden van eenhumanistische levensovertuiging niet be-ter kan worden ingevuld dan door er naarte handelen. Door via concrete activiteitenzichtbaar te maken dat je als mens je niet al-leen verantwoordelijk voelt, maar dat je ookaantoonbaar medeverantwoordelijk bentvoor het reilen en zeilen in de samenlevingwaarin je leeft. De opdracht die Humanitaszich vanaf het begin stelde, is in de afgelo-pen jaren verwoord via de slogan 'doen watje moet doen'.

22

Daarmee wordt opnieuw gezegd dat mensenonder de vlag van de vereniging de intentie ende bereidheid (moeten) hebben om zich metzaken te bemoeien waarvan ze vinden dat zijdaar medeverantwoordelijkheid voor dragen.Dus niet willens en wetens met de rug naar za-ken toe gaan staan waarvan je vindt dat ze nietpassen of deugen. Geen gemakkelijke opdrachtdie de vereniging zich sinds 1945 tot nu toe stelt.Want wie scherp om zich heen ziet, kan nietvoorbij aan het feit dat er in onze samenlevingsteeds opnieuw zaken zijn die verbetering be-hoeven. Met name zaken waarbij medemensenachterblijven of zondermeer in de kou staan.Onderstaand volgt een schets van de geschiede-nis van Humanitas als voorbeeld van wat prak-tisch humanisme te weeg kan brengen. Aan heteind van deze geschiedenis wordt met name stil-gestaan bij hoe Humanitas haar rol in de nabijetoekomst ziet.

Werken vanuit inspiratie

Bij het veertig jarig bestaan van Humanitas in1985 gaf de toenmalige voorzitter van het hoofd-bestuur van de vereniging, dr. Henk Rengelink,een markante typering van de inhoud en bete-kenis van humanisme voor Humanitas. Om te

Georganiseerd humanisme in Nederland

beginnen gaf Rengelink aan Humanitas te zienals een deel van de humanistische beweging inNederland. Humanitas heeft de beweging nochhet humanisme uitgevonden en heeft er ookgeen exclusieve rechten op. Hij citeerde daarbijCicero die stelde, dat deze Humanitas niet al-leen zachtheid van gemoed, tactvolle omgangen openheid voor mensen betekent, maar ookgevoel voor blijdschap en geestelijkheid waar-door een verfijnde levenswijze zich onderscheidtvan cultuurloosheid. Om dan te vervolgen mette zeggen dat Humanitas haar gedachten overhumanisme misschien met andere woordentot uitdrukking brengt dan die Cicero bezigde,maar dat onze invulling van humanisme naad-loos aansluit bij de strekking ervan.'Wij spreken over zelfontplooiing, het recht onseigen leven in te richten, over medemenselijk-heid, verantwoordelijkheid voor elkaar binneneen maatschappelijke worteling. Ons handelenwordt bepaald door juist deze erkenning vanmenselijke waarden. Deze waarden zijn voorzeer veel mensen van alle tijden, van alle cultu-ren, van alle volkeren. Wij hebben deze waardenverzameld onder het begrip humanisme, maardat betekent niet dat humanisme alleen te vin-den is binnen wat we de humanistische bewe-ging noemen. In het denken over fundamentelemenselijke waarden verdwijnen dikwijls onder-scheidingen tussen kerkelijken en buitenkerke-lijken, tussen progressieven en conservatieven.Humanisten zijn mensen die dit menselijkwaardensysteem zo belangrijk vinden, dat dit deleidraad is voor hun gedrag en handelen. Hierinoverstijgt het humanisme de grenzen die wij zograag trekken. Humanisten zullen zowel in gods-dienstige als in buitenkerkelijke groeperingenvoorkomen. Het humanisme houdt niet op bijde grenzen van het lidmaatschap van Humanitasof Humanistisch Verbond. Waarom is dan tocheen organisatie als Humanitas nodig? De ver-eniging is opgericht om vanuit een speciale le-vensvisie bepaalde doeleinden te bereiken op hetgebied van de maatschappelijke dienstverleningen de samenlevingsopbouw, die je als individuniet kunt bereiken. Met hoe meer mensen je diedoelen nastreeft, hoe beter het doel bereikt kanworden. Daarom vechten we voor een goede,grote vereniging. Niet om het humanisme te

Georganiseerd humanisme in Nederland

verspreiden. Dat is al wijd verspreid. Wel om diedingen te doen waarvan we vanuit onze opvat-ting vinden dat ze gedaan moeten worden.'Werken binnen en met Humanitas laat zien watde humanistische visie in de praktijk betekent,vervolgt Rengelink. En dat is precies waar hetom gaat bij Humanitas. (bron Humanitas veertigjaar hulpverlening, Humanitas 1985).

Wat Rengelink in 1985 na veertig jaar Humanitasverwoordde, is op de keeper beschouwd onver-anderd datgene wat de oprichters van Humanitasvoor ogen stond. Humanisme laat je vooral zienin de wijze waarop je leeft en bijdraagt aan de ge-meenschap. Voor de oprichters van Humanitasuit de jaren veertig van de vorige eeuw stondentwee zaken voorop. In de oorlogsjaren was dewaardigheid van de mens op velerlei wijze grofgeschonden. Herstel van deze waardigheid stondboven aan de lijst. De brute afwijzing van men-sen op basis van etniciteit, raciale kenmerken,sociale status, levensovertuiging of seksuele ge-aardheid moest absoluut hersteld worden. Maarook wilde men breken met de kenmerken vande doorgaans neerbuigende traditie van liefda-digheid. Buigen voor het ontvangen van hulpdrukte veel te veel het stempel van ongelijkwaar-digheid op medemensen die het maatschappe-lijk niet alleen redden. Bestaand maatschap-pelijk werk was in velerlei ogen betuttelend enmensonterend en leek te veel op liefdadigheid enburgerlijk armenbestuur. Humanitas wilde dusherstel van menswaardigheid en breken met detraditionele liefdadigheid.Een en ander geeft aan dat de humanistischevisie op mens en samenleving sterk bepalend isgeweest voor de opstelling van Humanitas bij hetstarten van haar maatschappelijk werk. De termmaatschappelijk werk gold in die tijd (net voorde Tweede Wereldoorlog) voor alle vormen vanhulpverlening voor buitenkerkelijken, maar be-trof met name reclasserings- en kinderbescher-mingsactiviteiten. Humanitas begon er na haaroprichting in mei 1945 mee en zette daarmeegoed beschouwd een aantal in de oorlogsjarenverdwenen initiatieven en activiteiten vanuit so-cialistische hoek voort. Niet voor niets waren eenaantal voorlieden vanuit de verdwenen organisa-ties bij de oprichting van Humanitas betrokken.

23

Humanitas richtte haar activiteiten in eersteinstantie met nadruk op buitenkerkelijken, opdegenen die voor maatschappelijke zorg in prin-cipe niet konden aankloppen bij de traditionele,vooral kerkelijke, organisaties voor armenzorgen liefdadigheid. En dat was niet zo maar. Hetbuitenkerkelijk volksdeel was in de eerste helftvan de twintigste eeuw flink toegenomen. Goldin 1899 nog slechts 2,3% als buitenkerkelijk,in 1947 gaf 17% van de bevolking aan zich alsbuitenkerkelijk te beschouwen. Reden genoegdus om deze mensen ook een eigen maatschap-pelijke werkorganisatie aan te bieden; die kwamer dus. De nadruk op het aanbieden van eenvoorziening voor buitenkerkelijken was duide-lijk, maar tegelijk werd tijdens de oprichting alonderkend dat de grenzen tussen kerkelijken enniet-kerkelijken moeilijk scherp te trekken wa-ren. Ook de bij de oprichting van Humanitasbetrokken socialistische organisaties kendenkerkelijke leden; waarom deze dan uitzonderenvan de diensten van Humanitast Moesten men-sen naar goed humanistisch gebruik niet vooralzelf kiezen door wie ze geholpen wilden worden,mocht de nood aan de man komen? De orga-nisatie volgde de humanistische ideologie. Hetnieuwe Humanitas zou openstaan voor alle be-volkingsgroepen, in het bijzonder ook die, welkeniet tot een kerkgenootschap behoren. Vrijwilligprotestanten behoorden nadrukkelijk ook tot dedoelgroep. Deze open opstelling gold zowel deel-name aan Humanitas als gebruik kunnen makenvan de diensten van Humanitas. Tot op hedenwordt het aan mensen zelf overgelaten om tebepalen, of zij onder de noemer van Humanitaswillen meedoen en meewerken en/of zij gebruikwillen maken van de zorg en dienstverlening vanHumanitas. In feite wordt niemand de maat ge-nomen, maar neemt ieder zelf de maat op basisvan wat Humanitas zegt voor te staan of zegt tebieden te hebben.

Humanisme en Humanitas

Het feit dat Humanitas en het HumanistischVerbond in hetzelfde jaar zijn ontstaan is nietverwonderlijk. Het trauma van de oorlogsja-ren, en met name de grote maatschappelijke en

24

ethische ontreddering die er uit voortvloeide,deed de meeste bewust levende mensen zoekennaar nieuwe wegen om de samenleving her-nieuwd op te bouwen. Beter en anders dan de sa-menleving die er in de vooroorlogse jaren (voor1940) geweest was en die te zwak was geblekenom de oorlogsdreiging te voorkomen.

Overigens waren er al in de vooroorlogse jarenstemmen opgegaan om aandacht te bestedenaan groepen mensen die (tijdelijk) steun van an-deren behoefden, maar geen beroep konden ofwilden doen op ondersteuning vanuit kerkelijkeorganisaties. Met name niet omdat zij hun geloofde rug hadden toegekeerd of omdat zijn nooitenige binding met een kerkgenootschap of meteen religie hadden gehad. Ook mensen buitende kerkelijke gemeenschappen konden wel de-gelijk behoefte hebben aan geestelijke en/of ma-teriële ondersteuning en bijstand. Sociale zorpvoor buitenkerkelijken en randkerkelijken moestkunnen. Maar op welke grondslag dan? Wantdenken buiten een levensbeschouwelijke grond-slag werd in die tijd zeker als bijna onmogelijkbeschouwd. De kring waarin over maatschap-pelijke voorzieningen en sociale zorg buitenkerkelijke verbanden werd nagedacht, die van deSociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP)en de Nederlandse Verbond van Vakverenigingen(NVV), stond aanvankelijk aarzelend tegenoversociale zorg vanuit nieuw particulier initiatief.Men vreesde een surrogaat voor het door deoverheid te voeren sociaal beleid. Moest niet decentrale overheid, als eerste verantwoordelijkevoor het welzijn van al haar burgers, zorgen vooreen beleid dat niemand in de kou liet staan?Deze discussie werd net voor het uitbreken vande Tweede Wereldoorlog afgerond. Men kwamdaarbij uit op het volgende: 'Materiele hulp iseen zaak van de overheid maar hulp met eenmenselijk gezicht vraagt een persoonlijke banden een overeenstemming in geestelijke sfeer tus-sen helper en geholpene. Conclusie: voor men-sen die geen prijs stellen op de sociale zorg van-uit kerken gaan we een eigen hulporganisatie inhet leven roepen.' (zie Humanitas en HeromaInterne; Humanitas uitgave 20 december 1984).Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlogbleef het voornemen liggen, maar nog voor de

Georganiseerd humanisme in Nederland

oorlog was afgelopen, ging er vanuit de kring vanSDAP,NVV, de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC)en de Nederlandse vereniging tot afschaffing vanalcoholhoudende dranken een commissie aan deslag om tot de oprichting van zo'n hulporganisa-tie te komen. Deze verdiepte zich niet al te zeerin de grondslagen van de op te richten organisa-tie. Om de ellende en demoraliserende gevolgenvan de oorlog te lijf te gaan was een vliegendestart zeer gewenst. Eerst leven dan filosoferen,vond men. Op 31 mei 1945 was de stichting voormaatschappelijk werk op Humanistische grond-slag een publiek feit. Enkele jaren later werd destichting een vereniging.'Eerst leven dan filosoferen' had weliswaar toteen vliegende start van de allang beoogde maat-schappelijke zorgorganisatie op humanistischegrondslag geleid, maar de gekozen schoen vande grondslag ging weldra wringen. Humanitas'eerste voorzitter, mr. Joris in 't Veld, noteerdehierover in het blad 'Humanitas' (eerste jaar-gang, november 1945) de volgende opmerke-lijke zinnen.'In feite willen we niets anders dan de kerkelijkeinstellingen, zij het dan misschien in een watmoderner gewaad. Alleen de geestelijke funde-ring verschilt. En hier - wij moeten dit zeker nietverdoezelen - ligt de zwakheid van het huma-nisme. Want met dit geestelijk fundament is hetnog lang niet in orde. De meeste niet-kerkelij-ken leven nog uit de oude christelijke traditie.Een tijd lang gaat dit goed, maar als de bron op-droogt moet den mens op den duur geestelijkverdorsten. Vandaar de behoefte aan een nieuweethiek, die slechts stevig houvast kan vinden ineen nieuwe religie, een religie die ziel en geestvan den modernen mens kan bevredigen.Aanvankelijk stond ik op het standpunt dat onzestichting zich met deze vragen van levensbezin-ning maar liever niet moest bezighouden en debehandeling daarvan beter kon overlaten aan eenspeciaal tot dit doel op te richten Genootschap.Ik ben echter gaan twijfelen. Het verlenen vanmorele steun is toch wel niet denkbaar, wanneerhet geestelijk fundament ontbreekt.'

Welnu, dat geestelijk genootschap, waaraan deeerste voorzitter van Humanitas behoefte had,ontstond, mede door zijn toedoen, niet lang na

Georganiseerd humanisme in Nederland

de oprichting van Humanitas. Reeds begin 1946werd het Humanistisch Verbond opgericht. HetVerbond zou kunnen gaan zorgen voor het hu-manistisch geestelijk fundament waarop hetwerk van Humanitas verder gebouwd zou kun-nen worden. Bijna onmiddellijk ontstond erbinnen het hoofdbestuur van Humanitas eenstroming om Humanitas en het HumanistischVerbond veel directer aan elkaar te verbinden.Aan een algemene vergadering werd door hethoofdbestuur voorgesteld om Humanitas or-ganisatorisch een onderdeel te maken van hetHumanistisch Verbond. Humanitas zou daneen zelfstandige werkstichting van het Verbondworden. Weliswaar met een eigen bestuur, maardat bestuur zou benoemd worden door hethoofdbestuur van het Humanistisch Verbond.De lokale Humanitas-afdelingen zouden danomgedoopt worden tot commissies voor hetmaatschappelijke werk van de plaatselijke ge-meenschappen van het Verbond. Maar de startvan een geheel eigenstandig Humanitas viel nietmeer te veranderen. De algemene vergaderingstemde het hoofdbestuursvoorstel af. Overigensniet zonder volmondig de wenselijkheid vaneen nauwe samenwerking te benoemen. Een di-recte samenwerking ontstond er echter niet. Welwerd de stichting Mens en Wereld als contact-en overlegorgaan van de diverse humanistischeorganisaties opgericht. In zekere zin een voorlo-per van wat in de recente tijd de HumanistischeAlliantie is geworden. Humanitas bleef dus eenzelfstandige organisatie die drie jaar na de op-richting van stichting tot vereniging werd. Metals bijzondere aandachtspunten: kinderbescher-ming, reclassering, gezinsverzorging en oude-renzorg. De samenwerking en afstemming methet Humanistisch Verbond kwam in de laterejaren bij herhaling terug op de agenda.

Verzuild of niet verzuild

Humanitas is ontstaan in een Nederland dattot dan toe gold als een verzuilde samenleving.Goed beschouwd was de Nederlandse samenle-ving verdeeld in naast elkaar levende gescheidengemeenschappen. Weliswaar samenwerkendwaar nuttig en nodig, maar toch zoveel mogelijk

25

bij elkaar uit de buurt blijvend en met geschei-den zorg in eigen kring. Het naar religieuze ach-tergrond ingedeeld verenigings- en organisatie-leven vierde hoogtij. Je hoorde erbij of je hoordenergens bij. En voor wie nergens bij hoorde, waser moeilijk iets te vinden. Mede door de komstvan humanistische organisaties, met nameHumanitas, kwam daar verandering in.

Betekende het niet automatisch dat er zich metde komst van Humanitas als humanistische or-ganisatie een nieuwe zuil aandiende? Het is inieder geval een kwestie waarmee de verenigingbij herhaling worstelde. In haar boek naar aan-leiding van vijftig jaar Humanitas schrijft NienkeZwierstra er het volgende over: Allereerst moestHumanitas zich een plaats zien te verwervenin het van oudsher door kerken gedomineerdemaatschappelijk werkveld. Tot ver in de vijftigerjaren werd de vereniging in den lande gecon-fronteerd met lasterende uitspraken van kerke-lijke hoogwaardigheidsbekleders in plaatselijkedagbladen en met tegenwerking van confessio-nele gemeentebesturen. Vanuit de opvatting datzonder God geen normen mogelijk waren, werdalles wat niet op christelijke uitgangspunten ge-baseerd was bij voorbaat verworpen.Ook na de Tweede Wereldoorlog werd het maat-schappelijk werk gekenmerkt door ordeningnaar verzuilde instellingen. Humanitas kreegeen plaats naast confessionele organisaties. Zijhet niet zonder de nodige moeite. Want alhoe-wel bepaalde activiteiten, zoals die van stichtingThuisfront Humanitas en de hulp van Humanitasbij de watersnoodramp van 1953, werden ge-steund en gestimuleerd, liet een landelijke erken-ning als humanistische gesprekspartner op zichwachten. Zo werd Humanitas in 1953 nog ge-passeerd door de minister van maatschappelijkwerk (Van Thiel) bij de vorming van een advies-college voor het landelijk beleid over maatschap-pelijk werk. Maar een jaar later (1954) ontvingHumanitas naast de katholieke, hervormde engereformeerde organisaties voor maatschappe-lijk werk een rijkssubsidie om een zogenaamdegecommitteerde aan te stellen voor de ontwik-kelingsgebieden (regio's in Nederland waar eco-nomisch herstel tijdens de wederopbouw ach-terbleef). Voor het eerst werd Humanitas door

26

de overheid gelijkgesteld met de confessioneleorganisaties. 'Humanitas was blij hierdoor haarwerk te kunnen doen, maar gelijkschakeling metkerkelijke organisaties was zeker niet het hoogstedoel: noteert Nienke Zwierstra.Humanitas kreeg dus een plaats naast de anderelevensbeschouwelijke maatschappelijk werk-organisaties. En aangezien de rijksoverheid dedeelnemers in deze organisatieopzet subsidi-eerde, profiteerde ook Humanitas van de verzui-lingspolitiek. Volgens sommige interpretatoren(Neij, aangehaald bij Nienke Zwierstra) deed devereniging dit tegen heug en meug. Humanitaswilde aanvankelijk niet in een verzuilde positiegemanoeuvreerd worden, maar de pragmatischereden over meer financiële middelen te kunnenbeschikken deed de kritiek en de meer principië-le stellingname naar de achtergrond verdwijnen.Door de rijkssubsidiepolitiek zag Humanitaszich als levensbeschouwelijke organisatie 'ge-dwongen' aan te sluiten in het verzuilingsbeleidvan de rijksoverheid.

Zwierstra schrijft dan dat er zich in de geschiede-nis van Humanitas verschillende gebeurtenissenhebben voorgedaan waaruit blijkt dat de combi-natie van een levensbeschouwelijke achtergrondmet een principiële afkeer van de verzuiling va-ker problemen voor de vereniging heeft opgele-verd. Humanitas ging uit van een aparte, zelf-standige positie die niet te vergelijken was metdie van kerkelijke organisaties. Hoe scherp moetje slijpen om je gelijk te halen zonder financieelonderuit te gaan? In een rapport van de NVMW(Nederlandse Vereniging voor MaatschappelijkWerk; deze vereniging was een voortzetting vande tijdens de Tweede Wereldoorlog ter ziele ge-gane Nederlandse Vereniging voor Armenzorgen Weldadigheid) uit 1956 werd ook Humanitasgerekend tot de levensbeschouwelijke boven-bouw (toporgaan). Het hoofdbestuur vanHumanitas tekende er protest tegen aan op eenwel zeer bijzonder wijze. Men verzette zich te-gen het rapport, omdat dit rapport 'het werkvan Humanitas en het Humanistisch Verbondals één geheel wil beschouwen van gesecula-riseerde inwendige zending en diaconaat'. Degelijkstelling van Humanitas in combinatiemet het Humanistische Verbond (samen een

Georganiseerd humanisme in Nederland

Humanistische kerk) te zien als gelijkstellingmet kerkelijke organisaties ging Humanitas echtveel te ver. Zwierstra stelt, 'dat de vereniging erniet in slaagde om haar afkeer van verzuilingte verenigen met de (verzuilde) realiteit waarinzij geaccepteerd wilde worden'. Door de nadienopgetreden sterke verzwakking van het verzui-lingssysteem in Nederland is de betekenis voorHumanitas steeds minder gaan spelen.

Aandachtsgebieden

Al direct na de oprichting van Humanitas werdbegonnen met het oprichten van afdelingen inhet land. Vanuit plaatselijke afdelingen zou im-mers de voorgenomen maatschappelijke zorg ge-stalte moeten krijgen. Begin 1946 telde de toen-malige stichting al 23 afdelingen en op 1 januari1947waren dit er, ondanks de moeilijke omstan-digheden in de naoorlogse jaren, al 36. Die groeizou zich ook doorzetten, toen de stichting eenvereniging was geworden. Uiteindelijk groeideHumanitas in de loop der jaren uit tot een maxi-mum van honderd afdelingen. Momenteel zijndit er overigens 93. De eerste taak van de eenmaaltot stand gekomen afdelingen was het leggen vancontacten met verschillende overheidsinstantiesen instellingen en ook het werven van vrijwil-lige medewerkers (vrijwilligers) voor een reeksvan uiteenlopende taken die Humanitas op zichwilde nemen. Het ging daarbij onder andere omhet bieden van hulp bij het werk van de stichtingVolksherstel, het organiseren van gezinsvoogdij,het helpen van gemeenten bij steunbezorging enhet bemensen van spreekuren waarbij de burge-rij met vragen en problemen terechtkon.Dat dit in de begintijd pionieren was, blijktduidelijk uit het volgende. Een van de betrok-kenen uit de begintijd van afdeling Leiden ver-telde bij het bezorgen van de steun (uitkering)aan huis geconfronteerd te zijn met een blindevrouw die in een huis met een volledig verrottevloer woonde. Levensgevaarlijk voor wie nietkon zien natuurlijk. De Humanitas-vrijwilligerkwam in actie en zorgde er voor dat er werk vande woonomstandigheden van de mevrouw werdgemaakt. 'Zo begonnen wij nou met maatschap-pelijk werk: zegt hij er zelf over - 'En daar wist

Georganiseerd humanisme in Nederland

ik als onderwijzer, eigenlijk helemaal niets vanaf.' Het voorbeeld maakt vooral duidelijk dat hetin de beginperiode van Humanitas vooral zoe-ken was naar een goede invulling van het werkenmet de beste bedoelingen op basis van de hu-manistische uitgangspunten. Nienke Zwierstraschrijft in haar al eerder aangehaalde boek: 'menbegon maar ergens, daar waar er zich een aan-leiding voordeed waarmee men uit de voetendacht te kunnen.'

Over het uitvoerende werk in de eerste tien jaarvan het bestaan van de vereniging is jammer ge-noeg geen archief bijgehouden. Daardoor zijn erachteraf weinig concrete gegevens over dat werkte achterhalen. Wel werd in 1955 een inventari-satie van het vrijwilligerswerk van Humanitasgemaakt waaruit het een en ander te herleidenis. Het werk was verdeeld naar secties; er warensecties kinderbescherming, reclassering en be-jaardenzorg. Het uitvoerende werk binnen dezesecties bleek vooral door vrijwilligers te wordengedaan. Vanaf 1946 werd gezinsverzorging ineen aparte sectie ter hand genomen. Het groeideuit tot een van de belangrijkste werkterreinenvan de vereniging. Rond 1950 zijn veel afde-lingen begonnen met de opzet van zelfstandigegezinsverzorgingorganisaties waarvan mensenapart lid konden worden. In de jaren vijftig wer-den verder ook hulp aan 'a-sociale gezinnen' engerepatrieerdenzorg aangepakt. In 1948 gingHumanitas zich ook in het bijzonder op diverseplaatsen bezighouden met de opvang van bui-tenlandse kinderen. Kortom, Humanitas paktevanaf het begin zaken aan waarop het lateremotto 'Doen wat je moet doen' steeds van toe-passing was.

Vrijwilligers bovenal!?

Zoals Nienke Zwierstra in haar boek over vijf-tig jaar Humanitas schrijft, werd al het werk vanHumanitas in de beginjaren uitgevoerd doorvrijwilligers. Leden van Humanitas die de be-stuurlijke en uitvoerende taken verrichtten diehun vereniging tegenkwam en nodig vond omte doen. Toch was de rol van 'de vrijwilliger' bijHumanitas wel steeds een punt van aandacht en

27

zorg. Aanvankelijk werd al het werk van de ver-eniging gedragen door leden en sympathisantenop basis van vrijwillige inzet. Was dit de bedoe-ling en ook vol te houden? De discussie hieroverwerd aanvankelijk vereenvoudigd door het zeeraardse gegeven dat de vereniging niet beschikteover financiële middelen om tot het aanstellenvan betaalde maatschappelijk werkers over tegaan. Tegelijk was er sprake van enige ongerust-heid en ook onvrede over de kwaliteit van hetgebodene. Uit artikelen in het blad Humanitas(voorloper van het huidige ledenblad Van MensTot Mens) blijkt dat het werken met uitsluitendniet-opgeleide medewerkers als feitelijk een on-aanvaardbare situatie werd gezien: te veel goed-bedoeld amateurisme met alle risico's van stevigeuitglijders bij gebrek aan deskundigheid op hetgebied van inzicht en handelen. De algemene op-vatting was dat opgeleide medewerkers noodza-kelijk waren om in maatschappelijk werk verant-woord te kunnen functioneren, aldus Zwierstra.Daarbij hoefde het natuurlijk niet persé ombetaalde medewerkers te gaan. Humanitas be-gon in die tijd met het opbouwen van deskun-digheid onder haar vrijwilligers.Yrijwilligerswerd ondersteuning gegeven door middel vanthemabijeenkomsten over een werkgebied, hetuitbrengen van schriftelijke richtlijnen en hetorganiseren van centrale conferenties.Tegelijk bleef de waarde van vrijwilligerswerkvolop in beeld. De eerste landelijk secretarisvan de vereniging, de heer P.e. Faber, schreefer bij de discussie over de binnenkomst van be-roepskrachten in het maatschappelijk werk vanHumanitas destijds het volgende over:'Betekent het nu, dat het gehele maatschappe-lijk werk zal moeten en kunnen worden verrichtdoor beroepskrachten? Naar mijn mening nieten voor de toekomst ook niet. Het is niet om op-portunistische overwegingen, dat ik beweer, datwe nodig zullen blijven hebben onze vrijwilli-gers, als gezinsvoogden en gezinsvoogdessen, alstoezichthouders bij reclassering. Ik geloof, dathet een verarming zou betekenen als we de hulpvan particulieren zouden uitschakelen.'

Er kwamen, vanwege de beperkte financiëlemiddelen, maar ook vanwege het toen beperktebeschikbare aantal geschikte maatschappelijk

28

werkers, maar zeer geleidelijk aan meer beroeps-krachten bij Humanitas. En die binnenkomstvan betaalde medewerkers naast vrijwilligemedewerkers verliep niet geheel zonder span-ningen. De samenwerking tussen beide catego-rieën medewerkers bleek niet altijd vlekkelooste verlopen. Daarom werd nog eens expliciet degelijkwaardigheid tussen beiden benadrukt. Erwerd bepaald dat er geen hiërarchie tussen bei-den zou bestaan. De praktijk bleek toch andersdan de leer. Eind jaren vijftig werd in het bladHumanitas geklaagd over het 'neerbuigendegedrag van beroepsmaatschappelijk werkersrichting vrijwilligers'. Tegelijk werd betoogd datvrijwilligers voor sommige taken veel geschikterzijn, omdat beroepskrachten cliënten te zeer meteen beroepsattitude tegemoet zouden treden.Vrijwilligers zouden beschikken over 'mindervooropgestelde algemene menselijkheid' (watdit dan ook precies mag betekenen).In een apart zesde hoofdstuk van haar boekgaat Zwierstra uitvoeriger in op Humanitas alsvrijwilligersorganisatie. Het volgende is er aanontleend. Zwierstra zet een vraagteken achterde rond 1995 binnen Humanitas overheersendegedachte dat de vereniging altijd een échte vrij-willigersorganisatie zou zijn geweest. Zij noemthet een mythe. Er kan zeker worden geconsta-teerd dat in de begintijd van Humanitas al hetwerk, zowel het bestuurlijke als het uitvoerendewerk, door (Ieden-) vrijwilligers van de vereni-ging werd verricht, maar in de loop van de jarenvijftig en zestig van de vorige eeuw werd echtersteeds meer uitvoerend werk door beroepskrach-ten overgenomen. De vereniging wilde 'professi-oneel' werken en om dat te bereiken achtte menhet verkieselijker om uitvoeringszaken aan be-roepskrachten over te dragen.Tussen 1950 en 1970 vond er een fikse stijgingvan het aantal beroepskrachten bij Humanitasplaats. Met name beroepskrachten in de gezins-verzorging, maar ook het aantal beroepsmaat-schappelijk werkers in het algemeen maatschap-pelijk werk en in de jeugdzorg groeide gestaag.De groei van het aantal beroepskrachten ginggepaard met een vrijwel evenredige afname vanhet aantal vrijwilligers. Dat ging overigens nietzonder slag of stoot. Bij herhaling ontstond erdiscussie over de rol van vrijwilligers en be-

Georganiseerd humanisme in Nederland

roepskrachten en goed beschouwd vooral overde vraag over wie er, op de diverse werkterreinenvan de vereniging, bepalend was voor de koersvan Humanitas. Uit een onderzoek naar de ver-houding tussen vrijwilligers en beroepskrachtenbinnen Humanitas uit 1979 kwam naar vorendat feitelijk de afzonderlijke waarde van beidenmoest worden onderkend en erkend. Betoogdwerd dat er een goede samenwerking tussen vrij-willigers en beroepskrachten in het verschiet zoumoeten liggen.

Dat vrijwilligers bij Humanitas als onmisbaargolden blijft daarbij buiten kijf. Het volgende ci-taat uit de algemene vergadering (toen nog con-gres) van 1963 getuigt daarvan. Men noteerde:'Het is niet in overeenstemming met de grond-slag die Humanitas heeft voor het werk als wede hulpverlening alleen aan de beroepskrachtenzouden overlaten. Deze beroepskrachten zijnonmisbaar voor een verantwoorde uitvoeringvan het moderne maatschappelijk werk, maardaarnaast moeten wij leden van de verenigingals buren, als medeburgers, naast onze mede-mensen staan. Anders treedt een proces van ver-killing op in de hulpverlening en in onze helesamenleving.' Desalniettemin ging de uithol-ling van het vrijwilligerswerk ten gevolge vanhet toenemend aantal beroepskrachten geruimetijd door. Pas toen er nieuwe taken voor vrijwil-ligers in beeld kwamen, taken inzake eenvoudigevormen van hulpverlening, kwam er weer eenstijging van het aantal actieve vrijwilligers bin-nen Humanitas tot stand. Concluderend overhet vrijwilligerswerk van Humanitas schreefZwierstra in 1995 dat Humanitas in naam eenechte vrijwilligersvereniging heette te zijn, maardat de rol van vrijwilligers in die afgelopen vijf-tig jaar lang niet altijd even groot was geweest.De laatste jaren is het aantal bij Humanitas ac-tieve vrijwilligers (leden en niet leden) redelijkstabiel en schommelt zo rond de 7.500 en 8.000personen.

Humanitas blijft nodig

Bij het zestig jarig bestaan van Humanitas datafgelopen jaar plaatsvond, werd vanzelfsprekend

Georganiseerd humanisme in Nederland

het nodige gezegd en geschreven om dat heuge-lijke feit te vieren. Een bijzondere uitgave in datkader is een bundeltje met zeven losse tekstendie in de periode van 2003 tot en met 2005 ge-schreven en soms voorgelezen werden. Een kleinmozaïek bij het zestig jarig bestaan, aldus MariusErnsting die sinds 1996 directeur is van de ver-eniging Humanitas en voor de teksten zorgde.De eerste bijdrage in die bundel stelt hardop devraag naar de noodzaak van het voortbestaanvan Humanitas: 'Als Humanitas anno 2005 nietal had bestaan zou je de vereniging dan alsnogoprichten?' Het antwoord hierop van Ernstingis een volmondig ja. Humanitas was en is no-dig. Destijds bij de oprichting van Humanitasging het erom duidelijk te maken dat ook nietin een kerk of confessie georganiseerde mensen,en dan vanuit een humanistische mensvisie,verantwoordelijkheid wilden nemen voor demaatschappelijke wederopbouw van Nederland.'Verheven uitgangspunten zoals zelfbestemmingen zelfontplooiing, verantwoordelijkheid en ge-lijkwaardigheid vertalen in praktisch handelen,dicht bij de mensen dat was de drijfveer vanHumanitas. En dat is de drijfveer nog steeds.'Ook de context waarbinnen de vereniging zichkan en moet manifesteren, blijft glashard aan-wezig. Vandaag de dag gaat het dan om het op-rukkend markt -denken, de, wellicht mede tengevolgde daarvan, toenemende uitval van men-sen als deelnemers aan het economisch verkeer,de groeiende sociale verharding onder het momvan de verondersteld toegenomen zelfredzaam-heid en de langzaam verscherpende cultureleen etnische verbrokkeling van de samenleving.Humanitas ziet zichzelf ook anno 2005 net alsbij haar oprichting in 1945 nog altijd als eenvanuit humanistische motieven vormgegevenvrucht van 'burger-verantwoordelijkheid'.

In het meerjarenbeleidprogramma 2006-2008van de vereniging wordt de actualiteitswaardevan de vereniging als instrument om binnen desamenleving humanistische waarden hun wer-king te geven nog eens extra onderstreept. 'VoorHumanitas is het belangrijk om een steeds pre-ciezere planning en control te combineren metde benodigde financiële ruimte voor het actuali-seren en vernieuwen van het activiteitenaanbod.

29

Vrijwilligers van Humanitas zorgen voor ontspanning tijdens de vakanties voor jong volwassen asielzoekers.

30 Georganiseerd humanisme in Nederland

Humanitas moet juist als maatschappelijke enhumanistische organisatie ruimte en middelenhebben om op actualiteit en verandering in tespelen en om nieuwe en voor Humanitas aan-sprekende ideeën op te pakken en op eigen gele-genheid op gang te brengen.'

Het inspelen op maatschappelijke ontwikkelin-gen vanuit op humanistische waarden geïnspi-reerde motieven blijft een waardevolle bijdrageaan de samenleving. De kansen en mogelijkhe-den daartoe doen zich keer op keer voor. Eenvoorbeeld van de laatste jaren is het introdu-ceren van levensloopbestendig wonen, een bijstichting Humanitas Rotterdam ontwikkelde enuitgevoerde opvatting van huisvesting in relatietot het ouder worden. Het op humanistischewaarden gebaseerde concept heeft een grote aan-trekkingskracht. Inmiddels zijn in de HoekscheWaard, Eindhoven, Amsterdam en Almere bijHumanitas initiatieven gestart om deze vormvan huisvesting ook buiten het Rotterdamsevoet aan de grond te laten krijgen. Een recentervoorbeeld is het ondersteunen van mensen metfinanciële problemen. Er worden momenteel opdiverse plaatsen binnen Humanitas initiatievengenomen om met vrijwilligers hulp bij thuis-administratie op te zetten, op een manier diemensen weer zo snel mogelijk de regie over huneigen leven teruggeeft.

Vooruitkijken

Op de algemene vergadering van afgevaardig-den (van afdelingen) van 12 november 2005stelde Humanitas het hiervoor al genoemde(nieuwe) beleidskader voor de periode 2006 toten met 2008 vast. Zo'n beleidskader betekent perdefinitie vooruitkijken. Het was overigens sinds1999 al weer het derde meerjarig beleidskaderwaarmee de vereniging voor zichzelf, maar ookvoor buitenstaanders, een beeld wil schetsen vande belangrijkste zaken waarop Humanitas zichwil richten en waarop haar concrete werkzaam-heden gestalte dienen te krijgen. De titel van hetmeest recente meerjarenbeleidkader drukt alszodanig de nodige ambitie uit. Onder de titel'Steeds Beter' wordt allereerst nog eens de missie

Georganiseerd humanisme in Nederland

van Humanitas in beeld gebracht: 'Humanitaskomt op voor een samenleving waarin mensenactief vorm geven aan hun eigen leven en ver-antwoordelijkheid nemen voor het samen levenmet elkaar. Deze humanistische uitgangspuntenvertaalt Humanitas in diensten van-mens-tot-mens op de gebieden van welzijn en wonen.'In deze in moderne bewoordingen weergegevenzelfopdracht laten zich nog altijd de oorspronke-lijke statuten waarmee Humanitas ooit van startging in 1945 herkennen. Gesteld wordt dan datHumanitas juist vanuit deze missie in de huidigetijd voor drie grote uitdagingen gesteld wordt:Allereerst die van de terugtrekkende over-heid en de toenemende bewust gecreëerdemarktwerking in het maatschappelijk verkeerwaardoor kwetsbare groepen zoals ouderen,minima, zieken en allochtonen een verhoogdrisico lopen om te marginaliseren. Dat wilzeggen: zonder helpende hand gemakkelijkin ernstige problemen raken.Organisatiesop het terrein van zorg- en dienstverleningzoals Humanitas lopen er dagelijks tegen-aan en hebben ook de taak en opdracht (hetonderstreept hun belang) om er iets mee enaan te doen. Sterker nog, hun bestaansgrondstaat of valt met hun vermogen om op dezeontwikkelingen in te spelen en tot adequateantwoorden te komen. Belangrijk is daarbijom het zelforganiserend vermogen van bur-gers aan te spreken en te stimuleren.Vervolgens die van de toegenomen onmis-kenbare spanningen binnen de verhoudin-gen tussen bevolkingsgroepen waarbij deverschillende culturele, religieuze en/of et-nische achtergronden een rol spelen. Met alsgevolg verschijnselen van intolerantie, dis-criminatie, het zich terug trekken in de eigengroep, normoverschrijdend en zelfs norm-loos gedrag en de daarbij horende weder-zijdse gevoelens van angst en onveiligheid.Er kan niet aan voorbij gegaan worden.Tenslotte de toegenomen kritische gezind-heid van het publiek over het doen en latenvan overheden en instellingen die zich methet publieke domein bezighouden. Er wordtmeer en meer verantwoording gevraagd enafgedwongen. Ook Humanitas heeft hierrekening mee te houden en wil die ook best

31

geven. Het is een van de belangrijke redenengeweest om in te steken op het keurmerkvan het Centraal Bureau Fondswerving diealleen verkregen wordt (en inmiddels is) alsvoldaan wordt aan eisen van organisatori-sche doorzichtigheid en een deugdelijke in-houdelijke en financiële verantwoording.

Humanitas wil dan vanuit de volgende houdingen opstelling de genoemde uitdagingen tege-moet treden. De vereniging wil een maatschap-pelijke organisatie zijn die:

maatschappelijke dienstverlening en samenle-vingsopbouw in brede zin ziet als haar werk-terrein;beschikt over een kwalitatief en kwantitatiefsterke organisatie;werkt met besturen die beleid ontwikkelen inwisselwerking met de maatschappelijke actu-aliteit;werkt met vrijwilligers die inzet van tijd enkwaliteit voor hulpvrager/cliënten combine-ren;gebruik maakt van betaalde medewerkers dieprofessionele ondersteuning bieden aan vrij-willige bestuurders en vrijwillige uitvoerdersvan het verenigingswerk;transparant is in haar wijze van organiserenen verantwoorden en dit ook als normaal envanzelfsprekend beschouwt.

Zeer belangrijk bij dit alles is toch vooral datHumanitas voldoet en blijft voldoen aan de ei-sen van de huidige tijd. Nu er in de afgelopenjaren weer groei is gekomen in het aantal af-delingen, door afdelingen georganiseerde acti-viteiten en in de omvang van deze activiteiten,en bovendien de vereniging ondersteunendewerkorganisatie van betaalde medewerkers flinkis gegroeid (inmiddels rond de 260 grotendeelsparttime werkende personeelsleden) is er allereden om sowieso kritisch naar de organisatievan het geheel te kijken. Is het bijvoorbeeld voorHumanitas mogelijk om gezien haar huidigekwalitatieve en kwantitatieve omvang, voldoen-de in te spelen op de noden en problemen die inde samenleving spelen? Is Humanitas met namein staat om in het kader van de aangekondigdeWet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

32

mede inhoud te geven aan het invullen van lo-kaal welzijnsbeleid? De tijd zal het moeten leren.Hoe dan ook is er binnen Humanitas grote be-reidheid om zich op een positieve manier metdeze maatschappelijke ontwikkelingen te blijvenbemoeien.

'Humanitas voert maatschappelijke dienstver-lening en samenlevingsopbouw hoog in haarvaandel; wordt in het meerjaren-beleidskader2006-2008 geschreven, vanuit de overtuigingdat de wijze waarop de samenleving functio-neert, medebepalend is voor of het gebrek ofjuist de aanwezigheid van welzijn. Waar menseneen boodschap hebben aan elkaar, waar nodigde helpende hand uitsteken en waar samenle-ven echt een samenleving vormt, is het gevoelvan veiligheid groter en wordt stellig een groei-ende betrokkenheid bij elkaar gestimuleerd.Humanitas wil er graag en vol overtuiging aanbijdragen.Bij de doelstellingen die het meerjaren-beleids-kader 'Steeds Beter' aangeeft, richt ik mij hier numet name op de inhoudelijke doelstelling( -en).Want dat ook de vereniging als organisatie aan-dacht en onderhoud nodig heeft, spreekt voorzichzelf en is ook binnen het meerjaren-beleidterug te vinden, maar in de context van deze ge-schiedenis niet het belangrijkste.Haar inhoudelijke aan maatschappelijke ont-wikkelingen gespiegelde doelstellingen voor dekomende jaren geeft de vereniging sinds 2006aan in een aantal programmalijnen. Binnen drievan oudsher aanwezige kernterreinen, te wetenjeugdwelzijn, maatschappelijke participatie enomgaan met verlies, worden nu zes program-malijnen onderscheiden. Zonder er verder al tegedetailleerd op in te gaan biedt het navolgendeinzicht in een aantal essentieel geachte zaken diede vereniging wil oppakken:Nu de betekenis van mede door Humanitas ge-organiseerde vrijwillige gezinsbegeleiding over-duidelijk is bewezen, wil Humanitas dit vrij-willigerswerk verder tot ontwikkeling brengen.Hetzelfde geldt voor de door Humanitas georga-niseerde kindervakantie-activiteiten, Daar waarde behoefte aan deze activiteit het huidige aan-bod vanuit Humanitas overstijgt, zullen door devereniging nieuwe initiatieven worden genomen.

Georganiseerdhumanisme in Nederland

Beide activiteiten vallen binnen de programma-lijn die de werktitel 'Elk Kind Telt' meekreeg.Binnen maatschappelijke participatie wordenvier programmalijnen aangegeven. Onder detitel 'Vallen en Opstaan' wil Humanitas haarwerkzaamheden gericht op reïntegratie van(ex-)gestraften uitbreiden, zeer concreet de zelf-redzaamheid van door Humanitas opgevangendak- en thuislozen bevorderen en mensen metfinanciële problemen zodanig begeleiden datzij binnen één jaar zonder verdere bemoeienisvan derden zichzelf weer kunnen redden. Onderde titel 'Alleen en Samen' wil de vereniging haarvrijwilligersactiviteiten met maatjesprojecten so-ciaal isolement te helpen doorbreken aanzienlijkuitbreiden en ook effectiever maken. In principemoet een maatjescontact hulpvragers in staatstellen binnen een jaar weer zelfstandig verder tekunnen. Onder de titel 'Oud en Redzaam' werktHumanitas aan het uitbreiden van haar vriend-schappelijk en activerend huisbezoek. Het doelhierbij is om via huisbezoek en ondersteuningte zorgen voor minder eenzaamheid onder ou-deren. Onder de titel 'Apart en Erbij' stimuleertde vereniging afdelingsactiviteiten die nieuwko-mers in onze samenleving op weg helpen eenplaats te verwerven.Tenslotte is er grote aandacht voor het terreinverliesverwerking. Onder de titel 'Verwerken enVerder' werkt Humanitas in de periode 2006 tot2008 aan het organiseren van steun bij verliesac-tiviteiten in al haar afdelingen.

Drs. Michael Kerkhof is als stafmedewerker ver-bonden aan het landelijk bureau van Humanitaste Amsterdam.

Georganiseerd humanisme in Nederland 33