Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en...

68
Buitenles inspiratiebundel 2017

Transcript of Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en...

Page 1: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Buitenlesinspiratiebundel

2017

Page 2: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

2

Colofon

Buitenlesbundel 2017

Deze bundel is tot stand gekomen dankzij de bijdragen van de volgende personen:• Bram Wickel – student PABO Hogeschool Leiden• Danielle van der Niet – leerkracht GB Benjamin in Brunssum• Joost Koekenbier – leerkracht bewegingsonderwijs basisschool De Polsstok in Amsterdam• Mariëtte Aben – leerkracht OBS De Venen in Reeuwijk• Mathijs ter Bork – projectleider onderwijs IVN Noord• Merlijn Scheperboer – student master Outdoor Education, Linköping Universiteit (Zweden)• Pong Hu – leerkracht De Kleine Vliegenier in Utrecht• Timon Koster – leerkracht Talent.nl in Meppel• Titia Stolk – leerkracht Eben-Haëzerschool in Bennekom• Walter Tuerlings – Coördinator Duurzaamheid-, Natuur- en Milieu-onderwijs, Stichting Scala Heusden

Vormgeving Chantal Vansuyt – Inpetto_visuele communicatie

Fotografie Danielle van der Niet Merlijn Scheperboer Tamara Reijers Titia Stolk

Contact [email protected]

Copyright © 2017 Jantje Beton en IVN, UtrechtNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, als hardcopy of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitzondering hierbij betreft het verspreiden van desbetreffende informatie binnen uw school ten behoeve van de organisatie en realisatie van buitenlessen.

Page 3: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

3

Beste collega,

Vorig jaar april deden wij, Timon Koster en Pong Hu met onze klaar mee aan de Nationale Buitenlesdag. Een prachtige eerste editie, waar ruim 130 scholen aan meededen.

In de tussentijd hebben we niet stil gezeten. Timon geeft op KCTalent.nl in Meppel al een half jaar lang vrijwel elke week buiten een les, en Pong zet zich op De Kleine Vliegenier in Utrecht met name in voor de combinatie van rekenen en bewegen. Dat is niet altijd makkelijk, maar als je ziet wat het met de kinderen doet, wil je eigen-lijk niets anders. Buitenlessen geven de ruimte aan álle lerende kinderen.

Vorig jaar bleek al uit onderzoek dat leerkrach-ten veel meer buiten les zouden willen geven, maar daarbij tegen obstakels aanlopen. Het af-gelopen jaar hebben we daarom met een aantal leerkrachten, IVN en Jantje Beton nagedacht over hoe we die obstakels zoveel mogelijk zou-den kunnen wegnemen.

Een van de resultaten is deze Buitenlesbundel. Daarin staan nu compleet uitgewerkte lessen, én is er veel aandacht voor de allereerste buitenlessen. In het begin zijn de lessen vaak onwennig, zowel voor leerkrachten als leerlin-

gen. In de Buitenlesbundel vind je praktische tips voor je (eerste) buitenlessen en concrete workshops voor kinderen en leerkrachten om te wennen aan buitenlessen. Echt een steuntje in de rug!

Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat we samen met jullie buitenlessen in Nederland op de kaart te zetten. Daarvoor hebben we koplopers nodig. Leerkrachten die het vuurtje aanwakkeren, en buitenlessen op hun school verankeren in het lesprogramma. Leerkrachten die zelf buitenlessen ontwikkelen, en die be-schikbaar stellen voor andere leerkrachten.

Doe je mee? Wil je ook ambassadeur worden van Nationale Buitenlesdag? Of heb je een uitgewerkte buitenles, die we kunnen opnemen in de Buitenlesbundel van 2018? Geef het door, via [email protected].

Wij wensen alle leerkrachten, scholen en leer-lingen ontzettend veel plezier met de buiten-lessen toe!

Met hartelijke groet,

Timon KosterPong Hu

VoorwoordPO

NG H

U

TIM

ON K

OSTE

R

Page 4: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

INTRODUCTIE p. 5

INHOUD : klik op een onderwerp naar keuze

1. praktische tips p. 7

3. inspiratie p. 35

2. lesvoorbeelden p. 11

7. Reken je uitzicht 8. Op een onbewoond eiland

4. Op zoek naar de eind-t of eind-d

Meester Timon geeft elke week buiten les

5. Keersom-circuit 6. Tafel-run

1. Vormenwandeling 2. Ren naar de letter 3. Op zoek naar woordrijen

Workshops Inpiratie voor lessen Buitenles wereldwijd

44

Page 5: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Dinsdag 11 april 2017 is de Nationale Buiten-lesdag! Op deze dag geven leerkrachten in heel Nederland buiten les. De Nationale Buitenles-dag, een initiatief van Jantje Beton en IVN, heeft als doel aandacht te vragen voor de verankering van buitenlessen in het reguliere lesprogramma. En dat is hard nodig. Veel leerkrachten lopen tegen obstakels aan als het gaat om het organi-seren en geven van buitenlessen. Er is geen tijd voor, het schoolplein is niet geschikt, het past niet in de methode… En dat terwijl uit onder-zoeken blijkt dat buitenlessen positief bijdragen aan de leerprestaties van kinderen. Met meer sport en spel en door meer te bewegen, preste-ren kinderen cognitief beter. IVN, Jantje Beton en leerkrachten bundelen daarom hun krachten om deze belemmeringen zoveel mogelijk te verhelpen en buitenlessen op de (onderwijs)kaart te zetten.

Buiten leer je meer en beterMeer beweging op school helpt! Dat blijkt uit meerdere onderzoeken. Basisschoolleerlingen die buiten hebben gespeeld, gedragen zich daarna beter in de klas en zijn taakgerichter. Ook cognitief presteren ze beter door meer sport en spel en meer beweging tijdens school-tijd. Echter, niet alleen de leerprestaties gaan erop vooruit, de leerlingen vinden het ook nog eens heel leuk! Met name de combinatie van leren en bewegen, zoals een rekenles waarbij ze moeten rennen, levert enthousiaste reacties van leerlingen op. De lessen worden als leuker ervaren en ook de combinatie van leren en bewegen in de frisse buitenlucht wordt positief ontvangen. Genoeg redenen dus om aandacht te vragen voor de positieve effecten van lesge-ven in de buitenlucht en te pleiten voor meer buitenlestijd in het reguliere lesprogramma.

Leerkrachten en leerlingen willen vaker buiten lesUit recent onderzoek blijkt dat leerkrachten vaker buiten les willen. Volgens hen zou ideali-ter 75% van de lessen binnen gegeven moeten worden en 25% buiten. In werkelijkheid wordt er echter nog nauwelijks buitenles gegeven. En dat terwijl tweederde van de leerkrachten zelf aan-geeft vaker buiten les te willen geven. De leer-krachten geven aan dat zij bij de organisatie van buitenlessen drie belangrijke belemmeringen ervaren: te weinig tijd of ruimte in het lesrooster voor de extra organisatie, beperkingen van het buitengebied (te weinig uitdaging op of rond het plein) en - niet onbelangrijk - een gebrek aan inspirerend en uitdagend buitenlesmateriaal.

BuitenlesbundelDe laatste grote belemmering is het gebrek aan buitenlesmateriaal. Om scholen en leer-krachten bij dit punt te helpen, hebben IVN en Jantje Beton samen met leerkrachten compleet uitgewerkte lessen en lesideeën gebundeld voor meer buitenles-inspiratie. Het eindresultaat ligt nu voor je; de Buitenlesbundel 2017.

Introductie

Vooral lessen als natuuronderwijs, rekenen, kunstzinnige vorming, verkeer en bewegings-onderwijs lenen zich volgens leerkrachten uitermate goed voor een buitenles.

5

Page 6: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

6

Page 7: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

PRAKTISCHE TIPS

1

77

Page 8: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Groeiproces - Buiten lesgeven is een groeipro-ces. De eerste buitenlessen zijn misschien nog vooral kopieën van binnenlessen, maar dan op het schoolplein. De volgende stap is om beweging nadrukkelijk in de les te verwerken. Uiteindelijk kun je ook naar specifieke plekken gaan om kinderen contextafhankelijk te laten leren.

Kartrekkers - Zonder ruimte en draagvlak in de directie zijn de mogelijkheden van buiten lesgeven beperkt. Je hebt allereerst kartrek-kers nodig, het liefst twee of drie. Dan heb je collega’s om je enthousiasme mee te delen of om op terug te vallen.

Toverwoorden - De rest van het team overtuig je met de toverwoorden ‘zintuig- en ervarings-gericht leren’. Kinderen leren immers pas echt goed als ze iets per se willen weten. En waar anders kun je de nieuwsgierigheid van kinderen beter prikkelen dan buiten?

Uit het zicht - Om collega’s niet in de weg te zitten, gebeurt een buitenles het liefst uit het zicht van klaslokalen. Is die ruimte er niet, dan kun je afspreken om de gordijnen van de aangrenzende lokalen even dicht te doen. Zo kunnen alle groepen zich volledig concentreren op hun eigen (buiten)les.

Planning - Buitenlessen werken natuurlijk het beste met zo min mogelijk afleiding van andere leerlingen of ouders op het plein. Door af te stemmen met collega’s kun je slim inroosteren, zonder spelende kleuters die door de les heen fietsen.

Stap 1 Draagvlak binnen de school

Praktische tipsHoe realistisch is het om een schoolplein om te toveren tot klaslokaal? Buitenlessen worden pas echt krachtig als ze een volwaardige plek krijgen binnen het onderwijs.

Een stappenplan met praktische tips:

8

Page 9: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Stap 2 Voorbereiding

SMART - Kinderen kennen het schoolplein als plek voor plezier en ontspanning. Bespreek daarom voordat je naar buiten gaat nog even dat dit een echte les wordt. Om helemaal het maximale uit je buitenles te halen, benoem je vooraf SMART-doelen (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden). Ook handig: Verwerk altijd een onderzoeksvraag én een reflectiemoment in de buitenles.

Afspraken - Buiten gelden dezelfde regels als binnen, maar er zijn waarschijnlijk aanvullingen nodig. Maak daarover heldere afspraken. Be-denk bijvoorbeeld wanneer en waar jullie weer verzamelen om naar binnen te gaan. Signalen zijn ook handig, zoals het fluitje uit de gymles.

Meedenken - Kinderen kunnen goed meeden-ken over een buitenles, mits de docent even al zijn eigen kennis en ervaring opzijzet, open vragen stelt, goed luistert en doorvraagt. Dat begint bijvoorbeeld bij het bekende: ‘Wat heb je afgelopen week geleerd?’ En vervolgens: ‘Hoe kan deze les buiten leuker zijn dan binnen? En wat heb je daarvoor nodig?’ Laat leerlingen hun ideeën zelf tekenen en opschrijven.

Taal - Niet alleen natuur- of gymlessen zijn ge-schikt voor buiten, je kunt ook rekenen of taalles doen op het schoolplein. Kinderen weten zelf het beste welke lessen ze lastig of misschien wel een beetje saai vinden. Samen bedenk je hoe die les leuker en daardoor ook makkelijker wordt.

Creatief - Hoewel kinderen krachtig zijn in creatief denken, moet je hen wel een beetje op weg helpen. Dat kan bijvoorbeeld buiten, door te starten met een spel. Bedenk wat buiten wel kan en binnen niet en stel onverwachtse en gekke vragen. Wat kun je in deze omgeving of met dit object doen om iets over een bepaald vak te leren?

Stoepkrijt is hét schrijfmateriaal voor buiten. Een klembord met pen of potlood werkt ook goed. Laat leerlingen tekenen of opschrijven wat ze hebben waargenomen en ontdekt. Dat helpt hen om het beter te onthouden.

9

Page 10: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Wennen - Van de eerste buitenlessen kun je inhoudelijk nog niet veel verwachten, leerlingen moeten eraan wennen. Begin bijvoorbeeld met korte buitenlessen en een verwerking in de klas. Als leerlingen eenmaal gewend zijn aan de structuur van buitenlessen en deze ook zien als onderwijstijd, zullen ordeproblemen verdwijnen.

Loslaten - Naar buiten gaan zorgt bij leerlingen voor opwinding. Vooral de eerste les zullen ze van alles doen dat niets met de les te maken heeft. Hoe lastig dat ook is, juist daarin ligt de kracht van de buitenles. Wie het aandurft om leerlingen los te laten, zal zien hoe verrijkend en leerzaam het voor kinderen is om zelf din-gen te onderzoeken en ontdekken.

Raadsel - Adviseer de leerlingen vooral veel rond te kijken en vertel hen dat ze nieuwsgie-rig mogen zijn. Deze nieuwsgierigheid kun je stimuleren door de leerlingen een raadsel te geven. Daar houden ze van en het voedt hun oplossend vermogen en creativiteit.

Overzicht - De leerlingen moeten jou blijven zien, dan kun jij hén ook steeds zien. Blijf zelf centraal staan. Of je met de hele klas naar buiten kan of moet opsplitsen is afhankelijk van de activiteit en de grootte van de klas. Jij als leerkracht kan zelf het beste inschatten wat werkt voor jouw klas.

Hulp - Leerlingen kun je buiten eigen verant-woordelijkheden geven, zoals spullen klaarzet-ten, opruimen, een deel van een les verzorgen of eigen tijd indelen. Voor extra handjes willen (klassen)ouders, opa’s of oma’s misschien wel meehelpen. Bij lagere groepen werkt het ook goed om maatjes te maken met oudere klassen. Elke leerling uit groep 4 wordt dan bijvoorbeeld gekoppeld aan een leerling uit groep 8.

Stap 3 De buitenles

Groepsdocenten kunnen zich voor een buitenles koppelen aan vakleerkrachten (LO). Zij weten als geen ander hoe je voor kinderen structuur aanbrengt in een dynamische ruimte.

10

Page 11: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

lesvoorbeelden

2

11

Page 12: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

rekenen1. Vormenwandeling

meten & meetkunde

Benodigde tijdDe lestijd is minimaal 60 minuten: opening (ca. 10 minuten), naar buiten (minimaal 30 minuten), terug in de klas (ca. 5 minuten), verwerking (ca. 15 minuten)

groep 1-2

Geschikt voor groep 1-2Groep 1: herkennen en benoemen van de basis-vormen Groep 2: herkennen en benoemen van de ruim-telijke vormen

Doel van de les en kerndoelLesdoel: De leerlingen kunnen meetkundige vormen in de schoolomgeving herkennen en benoemen. Kerndoel: 32: verkennen en onderzoeken van meetkundige (basis)vormen

Let op: bij deze les zijn hulpouders nodig. Wellicht kunnen er ook bovenbouwleerlingen helpen met de kleuters (een win-win situatie).

InhoudInleiding/opening (ca. 10 minuten)Neem met de leerlingen klassikaal de basis-vormen en de ruimtelijke vormen door. Doe dit bij voorkeur in de vorm van een liedje, boek of spelvorm. Laat voorbeelden zien en benoem de naam van de vormen. Leg uit dat alles om ons heen is opgebouwd uit vormen, zo kun je met een prisma en een kubus de vorm van een huis maken. Deze instructie zou eventueel ook buiten gegeven kunnen worden.

Aan de slag (minimaal 30 minuten) Deel de klas op in groepjes bij hulpouders of bovenbouwleerlingen en ga op vormenjacht in de schoolomgeving. Welke vormen kunnen de leerlingen allemaal ontdekken? Wijs ze in het begin op vormen zoals bijvoorbeeld een fiets- of autowiel (cirkel) of de paal van een verkeers-bord (een lange cilinder). De leerlingen zullen nu overal om zich heen cirkels of cilinders gaan herkennen. Maak foto’s van de vormen die de leerlingen ontdekken.

Terug in de klas (ongeveer 5 minuten)Bespreek kort met de leerlingen hoe ze de vormenwandeling vonden. Hebben ze veel vor-men ontdekt? Leg uit dat de foto’s op een later moment terug zullen komen.

Verwerking (ongeveer 15 minuten)Kom in dezelfde week terug op de vormenwan-deling en toon foto’s van de vormvondsten van de leerlingen. Kunnen ze de vormen op deze

Bram Wickel

Benodigde materialen• Voorbeelden van de meetkundige basis-

vormen: cirkel, vierkant, driehoek, recht-hoek

• Voorbeelden van de ruimtelijke meet-kundige vormen: kubus, piramide, prisma, balk, bol, cilinder, kegel

• Instructie voor de hulpouders (zie kader)• Fototoestel voor ieder groepje (of laat de

hulpouders hun telefoon gebruiken)

12

Page 13: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Beste ouder/leerling (kies zelf wie de kinderen begeleiden en pas de brief <u/jij> aan),

Fijn dat u mee wilt helpen met de vormenwandeling!

U krijgt straks een klein groepje kinderen mee waarmee u over het schoolplein en/of in de directe schoolomgeving loopt. Samen kijken jullie naar de vormen die jullie tegenkomen. Dit kunnen verkeerborden zijn, maar ook in een autoband, hek, gebouw of iets anders zijn vormen te ontdekken.

In de klas hebben we al kort de juiste benaming van de vormen doorgenomen. Probeer de kinderen deze juiste benaming ook te laten gebruiken als ze iets zien. Dus: ‘ik zie een cirkel’ in plaats van ‘ik zie een rondje’.

In bijna alles dat je op het schoolplein en op straat tegenkomt zijn vormen te onderscheiden. Deze zullen voor de kinderen niet altijd direct zichtbaar zijn. Het is helemaal niet erg om ze in het begin te wijzen op het feit dat een huis is opgebouwd uit een kubus/balk en een prisma en dat een paal een lange cilinder is. Ze zullen daardoor zelf ook meer gaan ontdekken.

Het zou leuk zijn als u (bijv. met uw telefoon) foto’s maakt van mooie vondsten. Deze kunnen we dan met de klas op een later moment nog bespreken. Wilt u deze naar . . . . . . . . . . . . . . . sturen?

Als u merkt dat de kinderen echt niet meer willen kunt u teruglopen naar het startpunt. Hier staat een glijbaan waar de kinderen dan nog even mee kunnen spelen voordat we met z’n allen weer teruglopen naar school.

Mocht u nog vragen hebben hoor ik het vanzelfsprekend graag!Bedankt alvast.

foto’s nog steeds juist benoemen? Hebben ze misschien nog meer vormen gevonden na schooltijd? Zorg ervoor dat de vormen steeds juist benoemd worden.

vierkant

ovaal

rechthoek

BASISVORMEN MEETKUNDIGE VORMEN

zeshoek

driehoek

cirkel

kubus

piramide

balk

kegel

cilinder

prisma

Instructie voor hulpouders of bovenbouwleerlingen

13

Page 14: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

taal 2. Ren naar de letter

spelling

voorbereidingstijd15 minutenLestijd45 minuten

groep 3-4-5-6

Doel van de lesOefenen met de verschillende spellingcatego-rieën. Rijmwoorden maken (taal)

InhoudVoorbereidingDeel de letterkaartjes uit, met uitzondering van de klinkers, de q, de x en de y (en voor groep 3 en 4 de c). Geef elk kind een stuk stoepkrijt, of laat ze op elkaar wachten en samendoen.Ieder kind mag zijn letter op een tegel van het plein tekenen. De letters moeten verspreid in een aangewezen vak op het plein komen. Baken het vak af met een lijn, waarachter de renners moeten starten. Let op dat de letters niet op de kop of dwars staan. De letters moe-ten vanaf de lijn goed te lezen zijn. De kaartjes worden na het schrijven niet meer gebruikt bij het spel.

Inleiding Drie kinderen staan klaar voor de startstreep. De anderen hebben een klembord met een pen of potlood (kan ook in tweetallen, ze mogen dan om de beurt schrijven).

Aan de slagRoep: ‘Ren naar de letter: ... (bijvoorbeeld ‘m’). Wie het eerst op de letter staat is de winnaar. Opdracht voor de drie renners: maak een woord met de letter. Komen de renners er niet uit, geef dan beurten aan de groep. Vervolgens: maak rijmwoorden met het woord. Opdracht voor de schrijvers: schrijf de woorden op. Controleer de woorden samen door vra-gen te stellen over de spelling door beurten te geven. Het volgende drietal gaat klaarstaan en er wordt een nieuwe letter geroepen. Het spel begint opnieuw.

VariantEen variant om alle kinderen tegelijkertijd te laten bewegen en oefenen met spelling: Leg woorden die op dat moment aan de orde komen tijdens spelling verspreid over het schoolplein in verschillende stoeptegels. Of laat elk kind een woord dat aan de orde komt met spelling met stoepkrijt schrijven. De leer-kracht geeft alle leerlingen de opdracht: zoek op het plein zoveel mogelijk woorden met de beginletter …. Schrijf ze zonder fouten over. Verzin bij ieder woord een rijmwoord en schrijf dat erachter.

Titia Stolk

Benodigde materialen• Stoepkrijt• Kaartjes met de letters van het alfabet• Klemborden• Papier om woorden op te schrijven• Pen of potlood

14

Page 15: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

DifferentiatieNaar gelang de leeftijd van de kinderen kan er in opdrachten gevarieerd worden. Voor jongere leerlingen zullen de opdrachten: ‘Ren naar de letter’ en ‘maak rijmwoorden’ voldoende zijn, voor de hogere groepen kunnen de spelling-categorieën die op het moment aan de beurt zijn in de groep meegenomen worden (tip: houd het woordpakket van de week bij de hand en noem de beginletters van de woorden uit het woordpakket). De opdrachten kunnen er als volgt uitzien: na de opdracht: ‘Ren naar de letter.....’ volgt:

• Maak een woord met een korte klank en een dubbele medeklinker (abbe-woord)

• Maak een woord met een lange klank, met 1 klinker en 1 medeklinker (abe-woord)

• Maak een woord met aai, ooi of oei• Maak een woord met oor, eer, of eur• Maak een woord met au of ou• Maak een woord met ei of ij• Maak een woord met ng of nk• Maak een woord met eeuw of uw

De opdracht: ‘Ren naar de letter’ blijft steeds staan. De kinderen die niet rennen schrijven steeds mee. De klemborden worden door-gegeven aan de kinderen die klaar zijn met rennen. Zij gaan achteraan staan.

15

Page 16: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

taal 3. OP ZOEK NAAR WOORDRIJEN

technisch lezen

voorbereidingstijd10 minutenLestijd35 minuten

groep 4

Doel van de les en kerndoelLesdoelen: (behorende bij kerndoel 4)• De leerlingen oefenen het lezen van woordrij-

en met dezelfde eindklank• De leerlingen oefenen het lezen van woordrij-

en met dezelfde beginklank• De leerlingen herkennen deze woorden in een

tekst

InhouDVoorbereiding (10 minuten)Maak voorafgaande aan de les vijf hinkelpaden (zie bijlage 1, zie volgende pagina) op de grond en verdeel de leerlingen in vijf groepen (bij voorkeur de tafelgroepjes uit de klas, zodat de verdeling vlot verloopt). Hang verspreid over het schoolplein (of de ruimte die je tot je beschik-king hebt) de verschillende leeskaarten (zie bijlage 2).

Inleiding (10 minuten)Je bespreekt het doel van de les: het oefenen van het lezen van woordrijen. Bespreek hoe je een woordrij goed kan lezen, leg vooral de nadruk op het herhalen van dezelfde klanken. Laat elk groepje om de beurt de woordgroepen hinkelen en laat ze de woorden dan hardop voorlezen. Doe dit in een vlot tempo.

Aan de slag (15 minuten)Verdeel de leerlingen in tweetallen. Geef aan dat ze overal op zoek gaan naar de leeskaarten en dat ze deze om de beurt hardop aan elkaar moe-ten voorlezen in een vlot tempo. De dikgedrukte woorden moeten ze op hun werkblad (zie bijlage 3) schrijven. Als ze alle woorden hebben gevon-den proberen ze de woorden op de juiste plek in het verhaal te schrijven en laten dit aan de leer-kracht lezen. Het is geen gemakkelijk verhaal, zodat de kinderen gedwongen worden om het verhaal meerdere keren te lezen en te puzzelen met de woorden op verschillende plekken.

Leerlingen die al klaar zijn kunnen nog even springen op de hinkelpaden totdat de leerkracht aangeeft dat de evaluatie gaat beginnen.

Afsluiting (10 minuten) Laat de groepjes uit de inleiding weer bij elkaar gaan staan en laat ze om de beurt aan elkaar het verhaaltje van het werkblad voorlezen. Zijn het dezelfde verhalen geworden? Laat ze elkaar ook complimenten geven over het vlotte voor-lezen van de tekst.

Danielle van der Niet

Benodigde materialen• Stoepkrijt• Bijlage 2: Leeskaarten (bij voorkeur

geplastificeerd)• Bijlage 3: Werkblad per leerling• Potlood per leerling

16

Page 17: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 1: Op zoek naar woordrijen

Voorbeeld hinkelpad:

..... aar

st

kl

bl

sch

WoordgroepenWoorden met –aar, –eur, –uur, –uil, sch–

– aarst...kl...bl...sch...

– uurst...m...v...gl...

– eurkl...d...gez...g...

sch –...uil...oon...iet...ot

– uilv...r...sch...b...

17

Page 18: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 2: Op zoek naar woordrijen

Woordrijen, leeskaarten

.... aarklaarstaarmaarvaar

elkaarnaarraar

blaarschaar

daar

schr ….schroefschrokschreefschraalschrikschrilschreeuwschramschriftschrijf

sch ....schaalschopscheefschuinschoonschepschipschoolschoenschat

.... eurzeurkleurdeurFleur

scheurgeur

steurgezeur

spr ....spraakspreekspreuksproetsprietspringsprintspruit

.... uilbuilkuilvuilzuilruil

schuilgehuil

inruil

.... uurmuurduurvuurbuurgluurkuur

stuurzuur

str ....straatstrafstrijkstroomstrostraalstreelstrafstreep

.... oorkoordoorhoor

stoorboor

spoorvoor

aldoor

1

4 6

7 9

32

5

8

18

Page 19: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 3: Op zoek naar woordrijen

Werkblad

Zoek bij elke woordrij de dikgedrukte woorden

1 2 3 4 5 6 7 8 9

Plak de woorden op de goede plek in het verhaal.Lees daarna samen het verhaal in een steeds sneller tempo aan elkaar voor.

Ik houd van een wandeltocht. Lekker lopen door het bos. Of langs het strand of gewoon in de ..... . Een stukje wandelen is altijd fijn, maar soms ook een beetje ..... . Na een poosje kijk je naar je schoen en voel je wat pijn. Misschien ..... je hier wel van of geef je een flinke ..... .Je bent heus geen ....., want je voelt een pijnlijke ..... . Mijn tip: ga even zitten tegen een ..... en rust even uit. Doe je schoen niet uit, want dat doet pijn en dan ..... . Ook kan er beter geen ..... in het wondje komen. Na een poosje ..... je weer op en loop je verder. De pijn vergeet je snel weer. Ik ..... nu misschien een beetje op, want je ..... niet snel naar de eind..... . ..... de volgende keer geef ik nog 1 tip. ..... een pleister los en plak die alvast op je voet. Een pleister is niet ..... en dan hoef je niet te stoppen. Veel wandelplezier.

Zie volgende pagina voor het bijbehorende antwoordblad.

19

Page 20: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 3: Op zoek naar woordrijen

Antwoordblad

Zoek bij elke woordrij de dikgedrukte woorden

1 2 3 4 5 6 7 8 9

blaar schrik schep zeur spring vuil duur straat hoor

naar schreeuw schoen scheur sprint gehuil muur streep voor

Plak de woorden op de goede plek in het verhaal.Lees daarna samen het verhaal in een steeds sneller tempo aan elkaar voor.

Ik houd van een wandeltocht. Lekker lopen door het bos. Of langs het strand of gewoon in de straat. Een stukje wandelen is altijd fijn, maar soms ook een beetje naar. Na een poosje kijk je naar je schoen en voel je wat pijn. Misschien schrik je hier wel van of geef je een flinke schreeuw.Je bent heus geen zeur, want je voelt een pijnlijke blaar. Mijn tip: ga even zitten tegen een muur en rust even uit. Doe je schoen niet uit, want dat doet pijn en dan hoor je gehuil. Ook kan er beter geen vuil in het wondje komen. Na een poosje spring je weer op en loop je verder. De pijn vergeet je snel weer. Ik schep nu misschien een beetje op, want je sprint niet snel naar de eindstreep. Voor de volgende keer geef ik nog 1 tip. Scheur een pleister los en plak die alvast op je voet. Een pleister is niet duur en dan hoef je niet te stoppen. Veel wandelplezier.

20

Page 21: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

taal 4. OP ZOEK NAAR DE EIND-D OF EIND-T

spelling

voorbereidingstijd10 minutenLestijd25 minuten

groep 4-5

Doel van de les en kerndoelLesdoelen: (behorende bij kerndoel 11)• De leerlingen oefenen de spellingcategorie

eind-d of eind-t. • De leerlingen zijn in staat om zelf woorden te

verzinnen die eindigen op –d en –t en te ver-woorden waarom deze woorden zo worden geschreven.

Inhoud Voorbereiding (10 minuten)Waslijn ophangen, kaartjes printen en plasti-ficeren. Met stoepkrijt vakken voor –d en –t tekenen. Overige materialen klaarleggen.

Inleiding (5 minuten)De kinderen staan in een rij voor de waslijn. Je vertelt dat je een aantal woorden op kaart-jes hebt en vraagt waar deze kaartjes moeten hangen: aan de kant van eind-d (links) of eind-t (rechts). De oefenkaartjes worden met een knijper op de juiste plek gehangen. Je geeft zelf het goede voorbeeld door uitgebreid te bespreken waarom welk kaartje waar wordt opgehangen. Herhaal vooral duidelijk de spellingsafspraak: ‘Soms hoor je een t aan het eind van het woord, maar schrijf je een d. Maak het woord langer. Welke klank hoor je dan? Dat wordt dan de laatste letter. Hond, wordt hon-den, dus de laatste letter is een d.’

Aan de slag (10 minuten)Alle kinderen zoeken in tweetallen woorden met eind-d of eind-t en schrijven dit op een briefje. Deze briefjes hangen ze dan aan de goede waslijn. Jij kijkt of dit briefje op de juiste plek wordt gehangen en geeft hierop gelijk feedback. Ieder tweetal mag meerdere woor-den verzinnen.Tweetallen die klaar zijn mogen met stoepkrijt verschillende woorden in het juiste vak teke-nen, totdat alle tweetallen enkele woorden hebben opgehangen. Een eventuele variatie hierbij is om geen was lijn en kaartjes te gebruiken, maar om de gehele les met stoepkrijt en vakken op het plein te werken. De leerlingen gebruiken dan geen briefjes, maar schrijven direct de woorden in de vakken.

Danielle van der Niet

Benodigde materialenInleiding:• Waslijn• Wasknijpers• Oefenkaartjes, liefst geplastificeerd (zie

bijlage). Je kunt hiervoor ook de thema-woorden uit de spellingmethode gebrui-ken.

Kern:• Kleine briefjes• Potloden voor elke tweetal• Stoepkrijt• Nog meer wasknijpers

21

Page 22: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Afsluiting/verwerking (10 minuten)Na het bespreken van de woorden op de waslijn kan je afsluiten met een variant op de werk-vorm binnen-buitenkring. Op die manier zie je of de leerlingen ook individueel weten op welke wijze ze de spellingregel moeten toepassen. De helft van de leerlingen staan in de binnenkring, zij moeten zeggen of je het woord met –d of –t schrijft. De andere helft van de leerlingen gaan in de buitenkring en lopen rond. Bij een ‘vrij’ persoon zeggen zij een woord en controleren of het juiste antwoord gegeven wordt. Deze evaluatie gaat vooral soepel als de leerlingen al bekend zijn met de werkvorm binnen-buiten-kring.

22

Page 23: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 1: Op zoek naar de eind-d of eind-t

Hon ...

Man ...

Hoe ...

Pu ...

Olifan ...

Kran ...

Kaartjes

23

Page 24: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

rekenen 5. KEERSOM-CIRCUIT

voorbereidingstijd10 minutenLestijd60 minuten

groep 4-5

Doel van de les en kerndoelDe leerlingen oefenen een nieuwe tafel (beho-rende bij kerndoel 27)

InhoudVoorbereiding (10 minuten) Denk van tevoren een circuit uit op je school-plein en zorg dat alle materialen voor het circuit klaarliggen. Bij winderig weer is het aan te raden om de papieren vast te zetten met bijv. steentjes.

Inleiding (5 minuten)Je introduceert een nieuwe tafel. Teken dit met stoepkrijt op de grond: een groepje van 5, twee groepjes van 5. Herhaal hierbij steeds duidelijk de betreffende tafel. Laat kinderen helpen met tekenen en tellen.

Aan de slag (45 minuten)De kinderen gaan in 5 groepjes oefenen met de keersommen. Elke opdracht kan in princi-pe zelfstandig worden uitgevoerd. Het is wel belangrijk dat er even kort voorgedaan wordt wat de opdracht is. Overal ligt een antwoord-blad met de juiste tafel erop (zie bijlage 3). Deze kunnen de leerlingen gebruiken om elkaar positief te ondersteunen bij de opdracht. Elke spelvorm wordt na 7 minuten gewisseld.

1. Tafeltikkertje. Er is 1 tikker, als hij een leerling tikt, roept de tikker een som uit de tafel. Heeft de leerling het antwoord goed dan is hij vrij, is het antwoord fout dan is hij af en gaat met de benen wijd staan. Als er iemand onderdoor kruipt is de leerling alsnog vrij.

2. Hardlopen (met behulp van bijlage 1). Aan de ene kant ligt de som met het antwoord. Leerlingen moeten het antwoord meenemen en aan de overkant bij de juiste som leggen. Laat iemand met de stopwatch bijhouden wie van het groepje dit het snelste kan.

3. Geld betalen (met behulp van bijlage 2). Laat de kinderen een winkeltje maken. Ze betalen met het geld uit de keersom. Hoeveel briefjes of munten moet je geven?

Danielle van der Niet

Benodigde materialen• Stoepkrijt• Stopwatch• 5x de tafel van 5, met het antwoord erbij

(zie bijlage 1)• Speelgeld uit de betreffende tafel (in dit

geval €5)• Spullen uit de natuur om in het winkeltje

te verkopen (zie bijlage 2)• Basketbal (kan bij een basketbalkorf,

maar zou ook tegen een muur kunnen)

24

Page 25: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

4. Spring de tafel. Spelleider (een wisselende leerling uit het groepje) zegt de som, de leer-lingen moeten de som springen en benoe-men waar hij of zij landt. Wie lukt het om tot 10 goed te springen. Positief benaderen, de spelleider mag het antwoord zeggen als de leerling het zelf niet weet. Deze vorm kunnen de leerlingen eventueel ook in 2-tallen doen en dan steeds wisselen.

5. Basketbal gooien van de keersom. Eerst de som stuiterend zeggen, dan bij het gooien het antwoord geven. Om de beurt een som zeggen.

Afsluiting (10 minuten)Keersomtikkertje naar aanleiding van opdracht 1 bij het circuit. Maar nu met de hele klas.

25

Page 26: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 1: Keersom-circuit

Hardlopen

1x5= 5

2x5= 10

3x5= 15

4x5= 20

5x5= 25

6x5= 30

7x5= 35

8x5= 40

9x5= 45

10x5= 50

26

Page 27: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 2: Keersom-circuit

Geld betalen

WELKOM!!

Alles voor €5

27

Page 28: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 3: Keersom-circuit

Antwoordvel

1 x 5 = 5

2 x 5 = 10

3 x 5 = 15

4 x 5 = 20

5 x 5 = 25

6 x 5 = 30

7 x 5 = 35

8 x 5 = 40

9 x 5 = 45

10 x 5 =50

28

Page 29: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

rekenen 6. Tafel-run

voorbereidingstijd15-30 minutenLestijd30 minuten

groep 4-5-6

Doel van de lesAutomatiseren van de tafels. Allemaal door elkaar of afzonderlijk per tafel.

InhoudVoorbereiding (15-30 minuten)Print lijsten met tafelsommen van de tafels die je wilt gaan oefenen. Je kunt ook antwoorden-bladen printen. Als je een doos flitskaartjes hebt, kun je die gebruiken. Anders moet je zelf kaartjes maken, met op de ene kant een tafel-som en op de andere kant het antwoord. Lami-neer ze om ze vaker te kunnen gebruiken.

InleidingKies een plek op het plein waar je zo veel hoepels bij elkaar neerlegt als er sommen zijn. Bijvoorbeeld 10 per keer. In de hoepels leg je de flitskaartjes van de betreffende sommen met de antwoorden naar boven. Ze moeten zo liggen dat ze goed te lezen zijn vanaf de start-streep. Neem nu 2 of 3 grote stappen bij de hoepels vandaan (zijn de antwoorden nog goed te lezen?). Trek met stoepkrijt een lijn. Vanaf hier begint de run. Je kunt deze situatie meerdere keren neerleg-gen op het schoolplein om zo alle leerlingen tegelijkertijd te laten rekenen. Heb je te weinig hoepels? Teken dan rondjes met stoepkrijt.

Aan de slagVerdeel de kinderen in groepjes van drie. Het eerste groepje van drie kinderen staat klaar achter de lijn. Een ander kind staat bij de hoe-pels en heeft de lijst met tafelsommen. Klaar voor de start: Het kind met het tafelsommen-blad roept de eerste som en kijkt wie het eerst in de goede hoepel is. Het sommenblad wordt aan de winnaar gegeven en het andere kind mag samen met de andere kinderen achter de streep staan. Het volgende drietal kan begin-nen. Als alle sommen geweest zijn kan er een nieuwe serie klaargelegd worden.

Twee varianten:Met de hele klas tegelijkVerspreid overal op het schoolplein hoepels met antwoorden op sommen. Laat de hele klas

Titia Stolk

Benodigde materialen• Lijsten met tafelsommen (en antwoor-

den), bijvoorbeeld te printen via som-print.nl

• Kaartjes met tafelsom aan ene zijde en antwoord aan andere zijde (bij voorkeur gelamineerd), of flitskaartjes

• Hoepels• Stoepkrijt

29

Page 30: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

tegelijk zoeken naar het juiste antwoord of de juiste som. Wie rent als eerste naar een goed antwoord? De leerling die het eerst in de hoepel staat met het goede antwoord krijgt steeds een punt.

RekenestafetteMaak een heen-en-weer-renparcours. Aan de ene kant van het parcours staat een groepje leerlingen, aan de andere kant liggen allerlei getallen, een x en een =. De eerste leerling start met het parcours en mag 1 kaartje meenemen en terugbrengen. Daarna mag de tweede het-zelfde doen. Het groepje dat als eerste een goe-de keersom + antwoord heeft gemaakt, wint. Je kunt zelf kiezen welke getallen je hiervoor gebruikt, maar als je het moeilijk wilt maken kun je bijvoorbeeld de 1, 2, 5 en 10 vermijden.

30

Page 31: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

tekenen 7. Teken je uitzicht

voorbereidingstijd10 minutenLestijd30 minuten

groep 5-6-7

Doel van de lesTekenen in perspectief. Wat dichtbij is teken je groter, wat verder weg is teken je kleiner.

InhoudVoorbereidingGeef voor aanvang van deze les een les nate-kenen of perspectieftekenen aan de hand van plaatjes of foto’s. Geef deze les op een niet al te koude dag: de kinderen zitten een tijd stil om te tekenen. Kies een strategische plek waar de kinderen ruimte hebben om een positie te kiezen voor hun uitzicht. Waar willen ze gaan staan of zitten, wat komt er op de tekening? Maak eventueel foto’s van de gekozen posities om later de tekeningen met de foto’s te verge-lijken.

InleidingVertel de kinderen dat ze op een afgesproken plaats een positie mogen kiezen om een stil-staand object na te tekenen wat ze vanuit hun positie zien. Ze tekenen dus het uitzicht vanuit hun plaats. Er kan een fantasieverhaal aan gekoppeld worden over een kunstschilder die een schets gaat maken. Bespreek waar ze op moeten letten (dichtbij-veraf).

Aan de slagZorg dat ieder kind een klembord, een potlood en een gum heeft. Laat ze hun positie kiezen. Ze mogen beginnen met tekenen. Eerst de gro-ve, globale lijnen. Later meer details. Loop rond en begeleid waar nodig. Geniet ook vooral van de frisse buitenlucht!

VerwerkingIn de klas mag misschien nog de laatst hand gelegd worden aan de opdracht. Bespreek de tekeningen op een positieve manier, eventueel met de gemaakte foto’s ernaast. Wat vond je moeilijk? Wat zou je de volgende keer anders doen?

Titia Stolk

Benodigde materialenPer leerling:• Klembord• Potlood• Gum

31

Page 32: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

rekenen 8. Op een onbewoond eiland

voorbereidingstijd15 minutenLestijdca. 45-60 minuten

groep 7-8

Doel van de les en kerndoelLesdoel: De leerlingen kunnen het resultaat van een meting benoemen in breukentaal en tonen op een breukenstrook.• Kerndoel 23: De leerlingen leren wiskundetaal

gebruiken. • Kerndoel 24: De leerlingen leren praktische

en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.

• Kerndoel 25: De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproble-men te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.

• Kerndoel 26: De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en ver-houdingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.

InhoudVoorbereiding (15 minuten)De leerlingen moeten breuken als deel van een geheel kunnen benoemen, bijv. 2/3 kunnen herkennen als twee stukjes van de drie. Overige voorbereiding: stroken snijden, evt. werkblad kopiëren.

Inleiding (15 minuten)Start in de klas of buiten.

1. Waar zou jij graag een keer naartoe gaan op vakantie? (Als leerlingen ‘een onbewoond ei-land’ zeggen ga je daarop door, anders noem je het zelf: ‘Ik zou heel graag een keer naar een onbewoond eiland willen gaan.’)

2. Op een onbewoond eiland zijn geen linialen. Toch moet je soms meten. Hoe kun je dat doen? (Bijvoorbeeld met palmbladeren!)

3. Als voorbereiding op de (herfst/krokus/mei/zomer-) vakantie, oefenen we dat vandaag!

4. Even oefenen in de klas: kun jij je potlood of gum meten met een palmblad? (individueel) Keuze: laat de leerlingen zelf bedenken hoe ze het ‘palmblad’ (=strook) kunnen gebruiken of doe voor hoe je een palmblad kunt verde-len door het in stukken door te vouwen. Let op: knip de palmbladeren niet! De hele blad is dan niet meer zichtbaar.

5. Klassengesprek over de aanpak, het benoe-men van stukjes en redeneren: hoe kom je bijvoorbeeld tot vijf achtste, hoe benoem je het resultaat (vijf van de acht stukken)? Twee mogelijke aanpakken van leerlingen:

Merlijn Scheperboer

Benodigde materialen• Stroken A-4 (in de lengte)• Evt. werkblad ‘Op een onbewoond eiland’

(zie bijlage).

32

Page 33: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

• Een potlood afpassen en vervolgens een verdeling zoeken bij de verhouding.

• Eerst het palmblad in stukken verdelen en dan het potlood meten.

Extra uitdaging: samengestelde breuken, bij-voorbeeld 2 1/4 = twee hele palmbladeren en één stukje van een blad dat in vieren is verdeeld.

Aan de slag (15 minuten) Zorg dat de grenzen van het ‘onbewoonde eiland’ voor de leerlingen duidelijk zijn!

6. De leerlingen meten buiten in twee- of drietallen voorwerpen op met hun palmblad. Belangrijk: alle groepsleden moeten de op-lossing begrijpen en kunnen uitleggen! Mogelijke vervolgvragen (gedifferentieerd naar de taxonomie van Bloom), te geven tijdens feedback aan groepjes apart:

a. Kun je iets vinden dat 1/4 of 1/2 strook lang is? (toepassen)

b. Kun je iets vinden dat meer dan 1 palm-blad lang is? Hoe meet je dat? (toepassen)

c. Wat zijn voor- en nadelen van het meten met een palmblad? (evalueren)

d. Kun je een oplossing bedenken voor de nadelen, een oplossing die mensen op een onbewoond eiland kunnen gebruiken? (creëren)

7. Als enkele leerlingen hun liniaal hebben over-genomen op hun palmblad, daag ze dan uit om die verdeling te gebruiken om de breuken te benoemen, bijv. 5/30.

Verwerking (max. 15 minuten)Buiten in een grote kring.

8. Enkele groepjes (laat de leerlingen liefst zelf aangeven wie wil) presenteren een oplos-sing. Ze demonstreren en leggen uit hoe ze een voorwerp met een palmblad gemeten hebben (zie lesdoel). De andere leerlingen stellen vragen. Het is de bedoeling dat er een klassengesprek ontstaat, tussen de leerlingen onderling, waarbij de leerkracht zoveel mogelijk op de achtergrond blijft. De focus van dit gesprek is de redenering van de leerlingen. Grijp kansen om het gesprek te richten op ‘big ideas’: bijvoorbeeld inzicht in gelijkwaardigheid van breuken, verfijning (ongeveer 1/8 of precies 5/32), samengestel-de breuken. Dit gaat buiten het lesdoel om, maar vergroot het inzicht van de leerlingen enorm.

Een steen is ¾ palmblad lang.

Presenteren: een pen is een half palmblad lang.

33

Page 34: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Bijlage 1: Meten op een onbewoond eiland

Meet met een palmblad.

Wat meet je? Hoe lang is het in breukentaal?

Een gum . . . . . . . . . . . . . . . . palmblad

Een pen of potlood

Een grasspriet

. . . . . . . . . . . . . . . . (vul zelf in)

34

Page 35: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

inspiratie

3

35

Ga je structureel aan de slag met buitenlessen? We hebben allerlei tips en inspiratie verzameld, aan de hand waarvan je je les kunt vormgeven. We beginnen met workshops waarmee je

het fenomeen ‘buitenles’ duidelijk kunt maken voor leerlingen. Daarna volgen korte lesideeën voor verschillende vakken en inspiratie van de Outdoor Classroom Day, het internationale zusje

van Nationale Buitenlesdag. We sluiten af met een bezoek aan Buitenlesdag-ambassadeur Timon Koster, die elke week minimaal één keer buiten lesgeeft.

Page 36: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Workshops

voor leerlingen en leerkrachten

36

Kinderen weten zelf heel goed wat en hoe ze het liefste leren. Zij hebben ideeën over hoe hun favoriete les buiten nog leuker kan worden. Of hoe die saaie les eindelijk uitdagend kan zijn. Als je zelf bedenkt wat je wilt leren, hoe en waar, blijft de lesstof vaak veel beter hangen. En dat is niet alleen fijn, maar ook belangrijk.

Daarom ontwikkelden IVN en Jantje Beton een workshop voor leerlingen. In 1 tot 1,5 uur kun-nen zij wennen aan buitenlessen, samen regels opstellen én de leukste buitenlessen bedenken.

Voor leerkrachten is een soortgelijke workshop beschikbaar, zodat je met het team voorbereid bent op de Buitenlesdag. Elk van de workshops kan je in 1 tot 1,5 uur doen, met je klas, de leer-lingenraad of je collega’s. Veel plezier!

Page 37: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

workshop met leerlingen

37

INTRODUCTIE

Heet de kinderen welkom en vraag of één van hen weet waarom we vandaag bij elkaar zijn. Vul aan waar nodig, bijvoorbeeld met: Op dinsdag 11 april is de Nationale Buitenlesdag. Dat betekent dat een aantal klassen één of meerdere lessen buiten krijgen in plaats van binnen in de klas. Buitenlessen kunnen anders zijn dan binnenlessen: je hebt meestal geen stoelen en tafels of boeken maar juist wel heel veel andere dingen om mee te leren. Vandaag proberen we lessen te bedenken voor de Nationale Buitenlesdag. Maar eerst leren we elkaar wat beter kennen en doen we een paar spelletjes die helpen bij het bedenken van lessen.

Dit gaan we doen:• Oefening 1: Elkaar leren kennen• Oefening 2: Warming-up buitenles• Oefening 3: Wat is buitenles?• Oefening 4: Buitenlessen bedenken

OEFENING 1: ELKAAR LEREN KENNEN

Tijd: 10 minuten - binnen (bij goed weer en meer tijd: buiten)Materialen: Een (klein) blaadje en schrijfmateriaal per leerling.

Instructie: Iedereen krijgt even de tijd om (individueel) het volgende op het blaadje te schrijven:• Je naam• Je klas• Een vraag voor degene naast je. Bijvoorbeeld: ‘Waar ben je goed in?’

‘Welke kleur ogen heb je?’ ‘Wat is je lievelingsdier?’ Of ‘Wat eet je het liefst op je pannenkoek?’

Als iedereen klaar is maken we een rondje: om de beurt vertellen de leerlingen wat ze opgeschreven hebben en probeert iedereen de vraag van zijn buurman/vrouw te beantwoorden.

Ook voor kinderen die bij elkaar in de klas zitten kan dit een leuke oefening zijn. Zo ontdekken de kinderen

elkaars interesses.

Goed weer om naar buiten te gaan? Laat de kinderen

dan (in groepjes) dingen aan elkaar uitbeelden. Bijv.: welke sport ze graag (willen) doen,

wat ze het liefst doen op zaterdagmiddag of wat hun

favoriete vakantieactiviteit is.

Page 38: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

38

Vertel de kinderen dat ze op dezelfde manier ook een speurtocht kunnen uitzetten in de straat bij hun huis of op

vakantie.

Sommige kinderen vinden het leuk om alle vragen na te lezen: leuk om ze te bewaren!

Een vlaggetjestocht kan gemaakt worden voor de kinderen van de eigen klas, maar het kan ook goed worden gemaakt door hogere groepers voor kinderen van lagere groepen. Instructie is dan wel belangrijk: bijvoorbeeld de kleuters kunnen nog niet lezen, dus probeer de vragen te tekenen, of gebruik geen moeilijke woorden voor 3e en 4e groepers… Een dergelijke oefening stimuleert ook empathie en inlevingsvermogen.

Een andere vorm is dat de vlaggetjestocht een thema krijgt, bijvoorbeeld ‘herfst’ of ‘winter’. De kaartjes kunnen dan worden gemaakt door de leer-kracht zelf of door natuurouders. De beste kaartjes kunnen ook volgend jaar weer worden gebruikt. Maak er een mooie kleurtekening bij en seal ze in.

OEFENING 2: WARMING-UP BUITENLES

Tijd: 20 à 30 minuten - buitenMaterialen: Per 2 of 3 leerlingen: 2 (kleine) stevige A6 blaadjes, waarin met een perforator twee gaatjes zijn gemaakt, 2 lange satéprikkers en een potlood/stift. (Zie voorbeeld op volgende pagina.)

Een vlaggetjestocht is een manier om beter om je heen te kijken en de omgeving te ontdekken. Je gaat heel concreet met de buitenruimte aan de slag. Bovendien kan door de manier van vragen gestimuleerd worden al je zintuigen te gebruiken.

Instructie: Vertel de leerlingen dat het de bedoeling is dat ze op de twee kaartjes een vraag stellen, die zorgt dat de medeleerlingen beter gaan kijken, luisteren, ruiken, proeven, voelen of nadenken. Ook is het leuk om een vraag te stellen die zorgt dat de ander iets moet doen of maken. Ieder groepje krijgt een plekje toegewezen. Het gemakkelijkst is om een rondje met de hele groep over het plein te lopen en telkens twee leerlingen een plekje aan te wijzen: Jullie gaan hier, jullie bij het hek daar, etc. Lekker snel. En als ze het even niet weten: Gebruik ook je oren, kijk eens naar de lucht, doe je ogen dicht en voel die plantjes eens, etc. Zo kan je ook de diversiteit van vragen nog stimuleren. Let op: geen overhoorvragen stellen, dingen die je weet, geen vragen stellen die je ook kan beantwoorden als je in de klas zit.

De kinderen steken de kaartjes met de prikkertjes als vlaggetjes in de grond of bij het onderwerp. Na 5 minuten kan iedereen weer bijeen worden geroepen om samen de kaartjes langs te lopen. Bij een zelfstandige groep kan je ook de kinderen zelf alle vlaggetjes na laten lopen, maar voor een eerste keer is het leuk om dat samen te doen. Dan kun je ook samen nadenken of het een goede vraag is: of het leidt tot gebruik van je zintuigen of fantasie en of het geen ‘kennis’-vraag is. De volgende keer kunnen de kinderen dan zelfstandiger aan de slag. Houd het tempo erin, anders kan het makkelijk uitlopen of raak je de betrokkenheid van de groep kwijt.

Maak eventueel foto’s van de vlaggetjes op de plek waar ze in de grond gestoken zijn en neem de vlaggetjes daarna mee. Deze zijn nodig voor oefening 4.

Page 39: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

39

Wat hoort (volgens jullie) in welk vak thuis?• Je vinger opsteken• Op je beurt wachten• Samenwerken• Rekenen• Opdrachten maken

• Dictee• Doen wat je zelf wil• Beter in iets worden• Rustig zijn• Tellen• Dingen uitproberen

• Opletten• Een boterham eten• Vermenigvuldigen• Luisteren… (verzin zelf evt. nog

enkele onderwerpen)

OEFENING 3: WAT IS BUITENLES?

Tijd: 10 minuten - buiten (bij slecht weer binnen)Materialen: Drie vakken (bijvoorbeeld met krijt op het plein getekend of met briefjes in hoeken van het lokaal), in één vak staat les, in één vak staat pauze en in één vak staat allebei.

Instructie: Kinderen denken bij ‘naar buiten’ vaak meteen aan pauze en buitenspelen. Het is best even wennen als je tijdens de les naar buiten gaat en het dus niet de bedoeling is dat iedereen meteen op de glijbaan en het klimtoestel afrent. Zeker als er tijdens de buitenles ook nog wordt bewogen of een spelletje wordt gespeeld, vergeten kinderen snel dat ze eigenlijk les krijgen. Daarom oefenen we nu kort wat bij ‘les’ hoort, wat bij ‘pauze’ hoort en wat bij ‘allebei’ hoort.

Je noemt iets, bijvoorbeeld ‘Je vinger opsteken’. Elk kind gaat in het vak staan dat hij/zij het beste vindt passen. Vraag kort waarom kinderen voor een bepaald vak gekozen hebben. Je kunt (tijdens of achteraf) een lijstje maken met ‘Bij buitenles hoort.... (en niet....)’ Deze richtlijnen kunnen als herinnering gebruikt worden vlak voor je buiten les gaat geven.

Voorbeelden van vlaggetjes:

Dit doe je met z’n 3’en.

Twee kijken 30 tellen goed om zich heen. Daarna doen ze hun ogen dicht. Om de beurt noemen ze nu dingen die ze hebben gezien. De derde persoon is

scheidsrechter.

Wie kan er het meeste noemen?

Het speelhuisje is van verschillende

materialen gemaakt. Hout bijvoorbeeld.

Wat nog meer?

Welk materiaal is het koudst? Welke is

denk je het zwaarst? En hoe ruikt het?

Page 40: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

40

OEFENING 4: BUITENLESSEN BEDENKEN

Tijd: 30 minuten - binnenMaterialen: Werkblad per duo, schrijfmateriaal, de vragen die bedacht zijn bij oefening 2 en briefjes met onderwerpen (dit zijn onderwerpen die horen bij bepaalde lessen/thema’s – als dit niet overeen-komt met het onderwijsprogramma van je school kun je achterop aangepaste onderwerpen schrijven, of zelf briefjes maken).

Instructie: De kinderen worden opgedeeld in groepjes van 2 (evt. 3), bij voorkeur uit dezelfde groep/bouw. Elk duo verzint voor hun eigen groep een buitenles, of als ze uit 2 verschillende groepen komen voor de laagste groep.

Als basis krijgt elk duo één (of meerdere) van de vragen die bij oefening 2 bedacht zijn en een onderwerp. Je kunt de kinderen zelf een vraag en bijpassend onderwerp laten kiezen, maar zorg dat niet alle groepjes met bijv. rekenen aan de slag gaan. Het onderwerp helpt om de vraag die als basis gebruikt wordt meer bij bestaande lesstof te laten aansluiten en om door te denken op het onderwerp.

Geef de kinderen 20 minuten de tijd om met het werkblad aan de slag te gaan en help de duo’s op weg als ze vast zitten of iets niet goed begrijpen. Na 20 minuten vertelt elk duo even kort aan de anderen wat ze bedacht hebben.

Bij de vraag ‘Hoeveel tegels liggen er op het plein?’ met het onderwerp ‘Rekenen: tellen en optellen’ zullen kinderen mogelijk verder gaan dan het tellen alleen en ook een optel-opdracht verzinnen. Hogere klassen zouden ook het onderwerp ‘Rekenen: lengte en oppervlak’ of ‘vermenigvuldigen’ kunnen krijgen, zodat het tellen van de tegels gebruikt wordt om moeilijkere vragen te beantwoorden.

Page 41: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

41

ONDERWERPEN - NODIG BIJ OEFENING 4

Als de school met hele andere onderwerpen/thema’s werkt, kun je achterop de kaartjes andere onderwerpen schrijven of zelf kaartjes maken.

NATUUR

DIEREN

NATUUR

PLANTEN

NATUUR

MENSEN

NATUUR

MILIEU enKRINGLOOP

REKENEN

TELLEN, SCHATTEN en

OPTELLEN

REKENEN

GEWICHT ofINHOUD

REKENEN

TIJD, GELD of SNELHEID

TAAL

VERTELLEN

TAAL

LEZEN ofVOORLEZEN

TAAL

WOORDENSCHAT

TAAL

SPELLEN en SCHRIJVEN

TAAL

ZINNEN ONTLEDEN

TAAL

ENGELS

TAAL

LUISTEREN

TAAL

RIJMEN

TECHNIEK

TEMPERATUUR of KRACHT of GELUID

WERELD

LANDEN en CULTUREN

WERELD

KLIMAAT en ENERGIE

WERELD

TIJD en GESCHIE-DENIS

TEKENEN of HANDVAARDIG-

HEID

WERELD

MUZIEK of DANS SPORT en BEWEGEN

SAMENWERKEN WERELD- BESCHOUWING

Page 42: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

42

WERKBLAD OEFENING 4: blad 1

1. Jullie hebben een briefje gekregen met daarop een onderwerp. Schrijf op welk onderwerp dat is:

2. Welke vraag of opdracht staat er op jullie vlaggetje? Schrijf op:

4. Wat moeten de leerlingen precies doen om antwoorden te vinden of de opdracht te maken? Schrijf op:

5. Wat moet de juf of meester doen tijdens de les? Schrijf op:

3. Verzin nog 3 vragen of opdrachten die bij het onderwerp en het vlaggetje passen. 1.

2.

3.

Page 43: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

43

WERKBLAD OEFENING 4: blad 2

8. Zijn er regels nodig voor de les? Schrijf op welke regels:

10. Verzin een naam voor jullie les en schrijf deze op (als jullie er meerdere verzinnen mag je ze allemaal opschrijven)

6. Welke spullen zijn er nodig voor de les? Schrijf op:

7. Moeten er groepjes gemaakt worden, of doe je de opdracht juist alleen? Of met de hele klas? Schrijf op wat volgens jullie het beste is:

9. Verzin iets geks waardoor de les nog leuker kan worden. Schrijf op of teken dit:

Page 44: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

44

workshop met leerkrachten

INTRODUCTIE

We gaan vandaag aan de slag met het bedenken van buitenlessen. Eerder hebben een aantal leerlingen van de school zich hier al mee bezig gehouden, resultaten: (vertel of laat zien)

• Introduceer de buitenlesdag kort. Bijv: Om het geven van buitenlessen in de schijnwerpers te zetten organiseren Jantje Beton en IVN de Nationale Buitenlesdag. Buiten les geven is goed voor de leerprestaties en kinderen vinden het bovendien erg leuk! ‘Binnen moet je altijd op je stoel zitten, buiten kun je leren en bewegen tegelijk!’ is een veel gehoorde reactie. Wel kost het geven van een buitenles wat extra voorbereidingen. Daarvoor zijn we vandaag bij elkaar. Bekijk indien mogelijk het filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=x6S2KONspQ8

• Bespreek kort wat het idee van deze school is voor de buitenlesdag: gaan alle klassen naar buiten voor één les of heeft bijv. één klas de hele dag buiten les? Als dit laatste het geval is, is het handig om oefening 4 specifiek op die klas te richten. Andere praktische zaken bespreken we helemaal aan het eind van het programma.

Het programma van deze workshop:• Oefening 1: Kennismaking• Oefening 2: Warming-up buitenles• Oefening 3: Wat is buitenles?• Oefening 4: Buitenlessen bedenken• Praktische afspraken buitenlesdag

OEFENING 1: KENNISMAKING

Tijd: 10 minuten - binnen (bij goed weer en meer tijd: buiten)Materialen: Een (klein) blaadje en schrijfmateriaal per persoon.

Instructie: Iedereen krijgt even de tijd om (individueel) het volgende op het blaadje te schrijven:• Je naam• Je functie binnen het team• Een vraag voor degene naast je. Bijvoorbeeld: ‘Waar ben je goed in?’ ‘Welke kleur ogen heb je?’

‘Wat is je lievelingsdier?’ Of ‘Wat eet je het liefst op je boterham?’

Als iedereen klaar is maken we een rondje en probeert iedereen de vraag van zijn buurman/vrouw te beantwoorden.

Page 45: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

45

Een vlaggetjestocht kan gemaakt worden voor de kinderen van de eigen klas, maar het kan ook goed worden gemaakt door hogere groepers voor kinderen van lagere groepen. Instructie is dan wel belangrijk: bijvoorbeeld de kleutertjes kunnen nog niet lezen, dus probeer de vragen te tekenen of gebruik geen moeilijke woorden voor 3e en 4e groepers… Een dergelijke oefening stimuleert ook empathie en inlevingsvermogen.

Een andere vorm is dat de vlaggetjestocht een thema krijgt, bijvoorbeeld ‘herfst’ of ‘winter’. De kaartjes kunnen dan worden gemaakt door de leerkracht zelf of door natuurouders. De beste kaartjes kunnen ook volgend jaar weer worden gebruikt. Maak er een mooie kleurtekening bij en seal ze in….

Tijd: 20 minuten - buitenMaterialen: Per leerkracht: 2 (kleine) stevige A6 blaadjes, waarin met een perforator twee gaatjes zijn gemaakt, 2 lange satéprikkers en een dikke stift. (Zie voorbeeld op volgende pagina.)

Een vlaggetjestocht is een manier om beter om je heen te kijken en te ontdekken wat er is. Bovendien kan door de manier van vragen gestimuleerd worden al je zintuigen te gebruiken. Ook is het leuk ter plaatse iets te maken of na te doen.

Instructie: Vertel de leerkrachten dat het de bedoeling is dat ze op de twee kaartjes een vraag stellen, die zorgt dat de leerlingen beter gaan kijken, luisteren, ruiken, proeven, voelen of beleven. Ook is het leuk om vragen te stellen die de creativiteit aanspreekt. Iedere leerkracht krijgt een plekje buiten toegewezen. Let op: geen kennisvragen stellen, dingen die je weet, vragen die je ook kan beantwoorden als je in de klas zit.

De leerkrachten steken de kaartjes met de prikkertjes als vlaggetjes in de grond of bij het onderwerp en na 5 minuten kan iedereen weer bijeen worden geroepen om samen de kaartjes langs te lopen.

Bespreek, door de kaartjes langs te lopen, of het een goede vraag is en voor welke groep hij geschikt is. Bespreek bijv.:• Leidt het tot gebruik van je zintuigen of fantasie en of het geen ‘kennis’-vraag is.• Komen er grappige weetjes en korte vragen aan bod naast diepgaander zaken?• Zijn er teksten die ook tot nadenken stemmen? • Is de formulering duidelijk en leuk? Wat maakt het leuk?

Noem eventueel bijzondere vragen die de kinderen hebben opgesteld tijdens de eerdere workshop.

Page 46: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

46

Wat hoort (volgens jullie) in welk vak thuis?• Je vinger opsteken• Op je beurt wachten• Samenwerken• Rekenen• Opdrachten maken

• Dictee• Doen wat je zelf wil• Beter in iets worden• Rustig zijn• Tellen• Dingen uitproberen

• Opletten• Een boterham eten• Vermenigvuldigen• Luisteren… (verzin zelf evt. nog

enkele onderwerpen)

OEFENING 3: WAT IS BUITENLES?

Tijd: 10 minuten - buiten (bij slecht weer binnen)Materialen: Papier en schrijfmateriaal.

Instructie: Kinderen denken bij ‘naar buiten’ vaak meteen aan pauze en buitenspelen. Het is best even wennen als je tijdens de les naar buiten gaat en het dus niet de bedoeling is dat iedereen meteen op de glijbaan en het klimtoestel afrent. Zeker als er tijdens de buitenles ook nog wordt bewogen of een spelletje wordt gespeeld, vergeten kinderen snel dat ze eigenlijk les krijgen. Daarom oefenen we nu kort wat bij ‘les’ hoort, wat bij ‘pauze’ hoort en wat bij ‘allebei’ hoort.

Je noemt straks iets, bijvoorbeeld ‘Je vinger opsteken’. Elk kind gaat in het vak staan dat hij/zij het beste vindt passen. Vraag kort waarom kinderen voor een bepaald vak gekozen hebben. Je kunt (tijdens of achteraf) een lijstje maken met ‘Bij buitenles hoort.... (en niet....)’. Deze richtlijnen kunnen als herinnering gebruikt worden vlak voor een leerkracht buitenles gaat geven.

Voorbeelden van vlaggetjes:

Dit doe je met z’n 3’en.

Twee kijken 30 tellen goed om zich heen. Daarna doen ze hun ogen dicht. Om de beurt noemen ze nu dingen die ze hebben gezien. De derde persoon is

scheidsrechter.

Wie kan er het meeste noemen?

Het speelhuisje is van verschillende

materialen gemaakt. Hout bijvoorbeeld.

Wat nog meer?

Welk materiaal is het koudst? Welke is

denk je het zwaarst? En hoe ruikt het?

Page 47: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

47

OEFENING 4: BUITENLESSEN BEDENKEN

Tijd: 30 minuten - binnenMaterialen: Werkblad per duo, schrijfmateriaal, de vragen die bedacht zijn bij oefening 2 (ook die van de kinderen) en briefjes met onderwerpen (dit zijn onderwerpen die horen bij bepaalde lessen/thema’s – als dit niet overeenkomt met het onderwijsprogramma van de school kun je achterop aangepaste onderwerpen schrijven).

Instructie: De groep wordt opgedeeld in groepjes van 2 (evt. 3). Elk duo verzint voor één van hun groepen een buitenles. Als er op de buitenlesdag één specifieke groep buitenles(sen) krijgt, verzint iedereen een les voor deze groep.

Als basis krijgt elk duo één (of meerdere) van de vragen die bij oefening 2 bedacht zijn en een onderwerp. Je kunt de duo’s zelf een vraag en bijpassend onderwerp laten kiezen, maar zorg dat niet alle groepjes met bijv. rekenen aan de slag gaan. Het onderwerp helpt om de vraag die als basis gebruikt wordt meer bij bestaande lesstof te laten aansluiten en om door te denken op het onderwerp.

Geef de duo’s 20 minuten de tijd om met het werkblad aan de slag te gaan. Na 20 minuten presenteert elk duo kort aan de anderen wat ze bedacht hebben.

PRAKTISCHE AFSPRAKEN VOOR BUITENLESDAG

Neem de volgende punten door:• Welke klassen gaan naar buiten en voor hoeveel lessen? • Is er een specifiek deel van het plein nodig voor bepaalde lessen?• Zijn er delen van het plein die beter niet gebruikt kunnen worden voor buitenles zodra er een

andere klas binnen les heeft?• Probeer een (klad)rooster maken met groepen/tijden/delen van het plein. Neem hier ook de

reguliere pauzetijden in mee.• Materialen afstemmen?• Wat te doen bij regen of harde wind? Gaan we dan wel naar buiten?

AFSLUITING

Maak afspraken: wie werkt wat uit, wat moet het team nog doen ter voorbereiding? Sluit af.

Page 48: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

48

ONDERWERPEN - NODIG BIJ OEFENING 4

Als de school met hele andere onderwerpen/thema’s werkt, kun je achterop de kaartjes andere onderwerpen schrijven of zelf kaartjes maken.

NATUUR

DIEREN

NATUUR

PLANTEN

NATUUR

MENSEN

NATUUR

MILIEU enKRINGLOOP

REKENEN

TELLEN, SCHATTEN en

OPTELLEN

REKENEN

GEWICHT ofINHOUD

REKENEN

TIJD, GELD of SNELHEID

TAAL

VERTELLEN

TAAL

LEZEN ofVOORLEZEN

TAAL

WOORDENSCHAT

TAAL

SPELLEN en SCHRIJVEN

TAAL

ZINNEN ONTLEDEN

TAAL

ENGELS

TAAL

LUISTEREN

TAAL

RIJMEN

TECHNIEK

TEMPERATUUR of KRACHT of GELUID

WERELD

LANDEN en CULTUREN

WERELD

KLIMAAT en ENERGIE

WERELD

TIJD en GESCHIE-DENIS

TEKENEN of HANDVAARDIG-

HEID

WERELD

MUZIEK of DANS SPORT en BEWEGEN

SAMENWERKEN WERELD- BESCHOUWING

Page 49: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

49

WERKBLAD OEFENING 4: blad 1

1. Welke vraag en welk onderwerp vormen de basis voor deze les?

2. Brainstorm even over mogelijke opdrachten rondom het onderwerp en de basisvraag. Je kunt dit blad daarvoor gebruiken. Kies uiteindelijke de leukste/interessantste. Probeer beweging of natuur in de opdracht terug te laten komen.

Page 50: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

50

WERKBLAD OEFENING 4: blad 2

3. Werk de les verder uit:

Voor welke klas is de les?

Wat is het doel van de les?

De les zelf: Inleiding: Aan de slag (beschrijf kort de opdrachten/vragen):

Materialen die nodig zijn:

Waar op het plein vindt de les plaats?

Hoe lang duurt de les ongeveer? Voorbereiding: Uitleg: Opdracht: Nabespreken: Welke onderdelen vinden binnen plaats? Welke buiten?

Verzin iets geks waardoor de les nog leuker kan worden:

Hoe heet de les?Tijd over? Bedenk variaties, extra vragen of opdrachten.

Of denk na over een slecht-weer-variant...

Page 51: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Inspiratie voor lessen

IDEEËN OM ZELF VERDER UIT TE WERKEN

51

Page 52: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

52

1. VERHALEN VERTELLEN

Doel: Leerlingen bedenken een verhaal en leren dit in eigen woorden te vertellen.

Leerlingen maken een verhaal van wat ze zien en vertellen deze verhalen aan elkaar. Een les die eenvoudig aan themaweken gekoppeld kan worden en gecombineerd kan worden met dramalessen.

Verwerking: Laat de leerlingen het verhaal van een ander natekenen in een strip of tekening. Zo leren de leerlingen goed te luisteren en de details te zoeken.

2. VOORLEZEN

Doel: Leerlingen oefenen hun ‘voorleesstem’ goed in te zetten.

Buiten een boek (voor)lezen op een fijne plek is ook taalles. Laat ook eens leerlingen uit de bovenbouw voorlezen aan de onderbouw: dat is voor beiden een leerzame les. Tip: zoek boeken (of laat leerlingen zelf boeken uitzoeken) met het thema natuur en ga vervolgens op een ‘natuurlijke’ plek voorlezen.

Verwerking: Laat leerlingen ook iets vertellen over de schrijver en de illustrator om vast te oefenen voor de boekbespreking.

3. LETTERS ZOEKEN OP HET SCHOOLPLEIN

Doel: Leerlingen leren letters herkennen in dagelijkse voorwerpen (woord/letterbeeld).

Leerlingen zoeken letters op het schoolplein. Het knikkerpotje is bijvoorbeeld een O, de takken van een boom een Y, de bokspringpaal een I. De leerlingen zoeken net zo lang naar letters totdat ze woorden kunnen maken van de gevonden letters.

Verwerking: Laat de leerlingen eerst woorden bedenken die beginnen met de letters die ze gevonden hebben. Vervolgens maken leerlingen zoveel mogelijk woorden met alle letters zie ze hebben gezien. Wie kan de meeste woorden bedenken met die letters?

4. SPEUREN NAAR WOORDEN

Doel: Engels: leerlingen leren Engelse woorden te vertalen aan de hand van voorwerpen om zich heen. Nederlands: leerlingen koppelen woorden aan de praktijk.

Leerlingen doen een speurtocht in het Engels of Nederlands op het schoolplein. Deel briefjes uit met woorden van objecten die op het schoolplein zijn. Datgene wat erop staat moet de leerling opzoeken. Het wordt pas echt leuk als er ook gekke beweegactiviteiten in de speurtocht zitten! Betrek de leerlingen bij de voorbereiding door hen de briefjes en speurtocht te laten maken.

Verwerking: Leerlingen maken zelf een werkblad door de briefjes op te plakken met de vertaling van het woord en een tekening erbij.

Taal

Page 53: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

53

5. STOEIEN MET WOORDEN

Doel: Leerlingen leren op een creatieve manier omgaan met woorden en letters.

Leerlingen stoeien op een evenwichtsbalk met elkaar. De leerling die eraf valt krijgt van degene die blijft staan een letter en noemt een woord van iets op het schoolplein wat met deze letter begint. Het is ook uitdagend om woorden te verzinnen terwijl de leerlingen hun evenwicht houden op een evenwichtsbalk of smal muurtje. Er zijn allerlei varianten te bedenken: woorden met dezelfde beginletter, rijmwoorden of een woordslang: woorden die beginnen met de laatste letter van het woord dat net genoemd is.

6. TAALWASLIJN

Doel: Leerlingen leren het alfabet in goede volgorde. Ze oefenen met het correct spellen van woorden.

Leerlingen gaan buiten met de letters van het alfabet aan de slag. Ze schrijven alle letters op een los vel. Kennen de leerlingen de letters nog niet zo goed? Herhaal ze dan nog eens op het (digi)bord.

Neem de letters, een touw en wasknijpers vervolgens mee naar buiten en laat de leerlingen de letters A t/m Z in de juiste volgorde aan de taalwaslijn hangen. Ze leren er het meeste van door dit in kleine groepen van 4 - 6 leerlingen te doen. Daarna hangen ze woorden aan de waslijn. De beginletter of laatste letter van het woord bepaalt aan welke letter het kaartje komt te hangen. Leerlingen bedenken zelf woorden, schrijven die op en hangen ze aan de waslijn.

Met de taalwaslijn is ook de spelling van woorden goed te oefenen. Hang een tweede touw onder het alfabet en zorg voor een stapel met lege kaartjes. De leerkracht noemt een woord. De leerlingen schrijven alle letters van het woord op een apart kaartje en hangen deze aan de (nog) lege waslijn. In kleine groepjes bespreken de leerlingen of het woord goed gespeld is of niet. Is een woord niet helemaal goed gespeld, dan vervangen ze de letters of voegen letters toe, totdat het juist is.

Tip: Neem voorwerpen mee die de leerlingen aan de waslijn kunnen hangen (een speelgoedkrokodil hangen de leerlingen bijvoorbeeld onder de letter ‘k’)

Page 54: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

54

1. ORDENEN VAN KLEIN NAAR GROOT

Doel: Leerlingen leren zichzelf, hun klasgenoten en materialen op het schoolplein ordenen van klein naar groot.

Leerlingen gaan op een rij staan van klein naar groot. Daarna zoeken ze op het schoolplein materialen en ordenen deze van klein naar groot. Wat is klein, wat is groter? Misschien komt soms wel de vraag op waarom iets groter of kleiner is. De leerlingen kunnen hier met elkaar een antwoord op proberen te geven.

2. METEN MET NATUURLIJKE MATE-RIALEN

Doel: Leerlingen leren materialen op het schoolplein ordenen van klein naar groot en leren referentiematen te bedenken.

Leerlingen zoeken voorwerpen die bijvoorbeeld langer, groter of kleiner zijn dan hun vinger, dan hun arm, dan hun voet. Deze voorwerpen kunnen ze ook ordenen van klein naar groot.

Verwerking: De leerlingen maken een referentieboekje. Wat is even lang als een millimeter? En centimeter? Een meter? 10 meter? 100 meter?

3. HET SCHOOLPLEIN OPMETEN

Doel: Leerlingen leren in de praktijk wat oppervlakte en omtrek is.

Het schoolplein is best heel groot! Leerlingen meten wat de omtrek en oppervlakte van (een deel van) het plein is. Zorg voor een lang meetlint en stoepkrijt, want het meetlint zal niet voor alle afstanden lang genoeg zijn. Er is natuurlijk nog veel meer te meten rondom school zoals ramen, deuren, kinderen zelf en alles waar de leerlingen nieuwsgierig naar zijn.

4. EEN PLATTEGROND TEKENEN

Doel: Leerlingen leren hoe een plattegrond in elkaar zit en hoe je deze opbouwt (gebruik dit idee eventueel in combinatie met lesidee 3).

De leerlingen tekenen in groepen een plattegrond van het schoolplein. Voor oudere leerlingen kan ook het schoolgebouw en de directe omgeving van de school ingetekend worden. Waar staat alles en waar staat het ten opzichte van elkaar? Hoe teken je dat als je het vanaf boven zou kunnen zien? Laat leerlingen zelf nadenken en ontdekken in welke volgorde ze hun plattegrond bouwen. Begin je met het leukste toestel, het voetbalveld, de vorm van het plein, de bomen of de bankjes? Waarom, wat is logisch, wat niet?

Tip: laat leerlingen een klembord meenemen naar buiten voor onder het vel, zodat ze makkelijk kunnen tekenen of schrijven.

5. REKENEN MET DOBBELSTENEN ENPIONNEN

Doel: Leerlingen oefenen op speelse wijze met sommen uitrekenen.

De groep wordt in tweeën gedeeld. Om de beurt gooit elke groep twee dobbelstenen: de som van de dobbelstenen bepaalt welke pion er met

Rekenen

Page 55: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

55

een bal wordt omgegooid. Als alle pionnen om zijn is er een winnaar. Welke groep gooide de meeste pionnen om? Welke groep gooide de hoogste som aan pionnen om?

Verwerking: Deze les kan ook met andere sommen: delen, vermenigvuldigen en aftrekken. Denk er ook eens aan om dobbelstenen met hogere cijfers te gebruiken, dan wordt het nog uitdagender!

6. REKENEN OP EEN HINKELBAAN

Doel: Leerlingen oefenen de tafels (en deelsommen) op een energieke manier.

De leerlingen gaan in groepjes tafels oefenen. Door in groepjes en met verschillende ‘hinkelbaan-tafels’ te werken kan je aansluiten bij het rekenniveau van de leerlingen. Leerlingen tekenen zelf de hinkelbanen, zodat het leren direct begint. Daarna oefenen ze hinkelend de tafels. In duo’s gaat het leren snel en is het extra leuk. Eén leerling noemt de opgave (bijvoorbeeld 7x3), de andere hinkelt naar het antwoord (21). Dit doen ze om en om.

Met een hinkelbaan met de cijfers 1 tot 10 is het ook mogelijk om deelsommen te oefenen. Ook hierbij noemt één leerling de opgave (8:2), de ander hinkelt naar het antwoord (4). Bij jongere groepen kan je ook plus- en min sommen inzetten.

Tip: Laat leerlingen zelf de hinkelbanen tekenen met stoepkrijt.

7. GRAFIEKEN EN DIAGRAMMEN

Doel: Leerlingen leren informatie ordenen in grafieken en diagrammen en leren de betekenis hiervan te begrijpen. Leerlingen leren rekenen met procenten.

De leerlingen gaan in een kring staan: kinderen met dezelfde kleur jas, ogen, haren, broek of shirt staan naast elkaar. Waar de overgang is tussen twee kleuren wordt een lijn getrokken die tussen twee leerlingen begint en naar het midden van de cirkel gaat. De leerlingen doen dit voor alle overgangen en kleuren daarna de vakken die ontstaan in met stoepkrijt. Ga met de leerlingen in gesprek over wat deze gekleurde cirkel laat zien en dat het een cirkel/taartdiagram is, maar dat er ook andere vormen zijn om deze informatie weer te geven.

De leerlingen gaan nu in rijen staan: elke rij is een kleur jas, ogen, haren, broek of shirt. Elke leerling kleurt de tegel waarop hij staat in en elke rij leerlingen gebruikt dezelfde kleur. De leerlingen hebben nu een staafdiagram getekend. Ga ook hierover in gesprek en bespreek waarom je voor een bepaalde weergave zou kiezen.

Page 56: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

56

1. OP ZOEK IN DE NATUUR

Doel: Leerlingen leren materialen categoriseren onder bepaalde thema’s.

Buiten vind je van alles. Je kan op verschillende manieren ontdekken wat er allemaal is. De leerlingen gaan op onderzoek uit en verzamelen, documenteren en bespreken wat ze gevonden hebben.

• Zoek 5 tot 10 dingen en verdeel ze in categorieën in “vanuit de natuur” en “verontreinigend”. Waarom hoort iets in een bepaalde categorie? En hoe zit dat met een weggegooide bananenschil? Wat vind jij hiervan en hoe kan je verontreinigde materialen in de natuur verminderen?

• Zoek 5 tot 10 natuurlijke materialen met verschillende kleuren groen. Wat heb je gevonden? Waarom heeft het deze kleur groen? Maak een mooie compositie van de verzamelde materialen.

• Zoek 5 tot 10 dingen in de natuur die een beschermende functie hebben (brandnetelprikkels, slakkenhuis). Wie of wat beschermen zij waartegen?

2. EEN MUSEUM BOUWEN

Doel: Leerlingen leren materialen categoriseren onder bepaalde thema’s.

Leerlingen bouwen een museum in een schoenendoos. Ze gaan buiten op zoek naar materialen voor in hun museum. Je kunt hen een thema voor het museum meegeven of hen zelf een thema laten bedenken. Na het verzamelen van de materialen begint het inrichten van het museum. Laat de leerlingen ook bordjes maken met een toelichting wat in het museum staat. Weten de leerlingen niet precies wat het is, laat het ze dan zelf opzoeken.

3. BLOEMEN

Doel: Leerlingen leren de basisonderdelen van een bloem en kunnen aan het einde van de les verschillende onderdelen van een bloem benoemen (stengel, kroonblad, meeldraad, kelkblad en stempel).

Ter introductie besteed je (in de klas) eerst kort aandacht aan bloemen en hun onderdelen. Stel vragen als: waar vind je bloemen? Waarom hebben bloemen een mooie kleur? Waarom komen er insecten op bloemen af? Welke? Welke bloemen ken je al? Wij hebben armen en benen, hebben bloemen ook onderdelen?

De leerlingen gaan in groepjes buiten op zoek naar bloemen om te plukken. Ze kunnen zoeken naar specifieke vormen of kleuren waar ze er één van plukken. Ga daarna met de leerlingen in een kring zitten en laat hen voor twee tot drie verschillende bloemen de onderdelen be noemen. Als extra hulpmiddel neem je een duide lijke plaat met de onderdelen van de bloem mee naar buiten.

4. Hakken en zagen

Natuurbeheerorganisaties zoals Natuur-monumenten en Staatsbosbeheer verwelkomen je graag met je klas voor helpende handen in het bos. Heb je een hele dag de tijd om met de klas een buitenles te doen, ga dan naar het

Natuur

Page 57: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

57

1. PARCOURS

Leerlingen zetten zelf een parcours uit en leggen het vervolgens af op een waveboard, fiets of step. Laat hen beginnen met een makkelijke route die ze daarna steeds moeilijker maken met bochten, obstakels en verzin het maar!

2. DANSLES

De dansles wordt op het schoolplein gegeven. Houd wel rekening met de muziek die je af-speelt: niet te hard en op afstand van klas-lokalen. Leerlingen kunnen vast zelf enkele dans pasjes bedenken. Gebruik in de dans ook hoogte verschillen en objecten op het school-plein. Dan wordt het nog leuker en een unieke dans die alleen op jullie schoolplein gedanst kan worden!

3. VOETBAL, SOFTBAL, BASKETBAL, HOCKEY, HANDBAL, VOLLEYBAL...

Als er al een veld is kan je direct aan de slag met een wedstrijdje. Teken anders met stoepkrijt een veld, met middenlijn en doeltjes. Voor basketbal en volleybal heb je natuurlijk baskets of een net nodig.

4. SLINGERTIKKERTJE

Bepaal met de leerlingen in welk gebied slinger-tikkertje gespeeld wordt. Twee kinderen geven elkaar een hand en proberen zoveel mogelijk anderen te tikken. Wordt er een kind getikt dan sluit deze zich aan bij de tikkers en zo wordt de slinger langer. Bij meer dan vier kinderen wordt een nieuwe slinger gevormd. De twee kinderen die als laatste overblijven hebben gewonnen. Maak het spel lastiger door objecten aan te

bos! Leerlingen helpen de boswachter met het uittrekken en het omzagen van ongewenste bomen en planten in de natuur. Belangrijk werk en een unieke belevenis voor de leerlingen. Tijdens het ‘werk’ vinden de leerlingen van alles en wordt interesse en verwondering gewekt.

Aan het begin en einde van de les en voor elke pauze is er een leermoment waarin ervaringen worden uitgewisseld en iets wordt verteld over de omgeving en het werk van een boswachter.

Gym

Page 58: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

58

Interesse in meer gymlessen buiten? Kijk op de websites van:

Alles in bewegingBeweegwijsPlaygrounds

Zoneparc

wijzen waarop je vrij bent en niet getikt kan worden. Een kortere of langere slinger maakt het juist makkelijker of moeilijker om iedereen te tikken, gewoon even proberen!

5. LOPEN EN INHALEN

De hele groep rent in een lange rij achter elkaar aan op een tempo dat iedereen kan bijhouden. Bij het fluitsignaal rent de achterste in de rij de groep voorbij en sluit helemaal vooraan aan. Wanneer dit is gebeurt, volgt er een nieuw signaal en rent een andere leerling van achter naar voren. Dit gaat zo door totdat iedereen aan de beurt is geweest.

De variaties om dit spel zwaarder of lichter te maken zijn eindeloos. Leerlingen gaan harder of juist zachter lopen. Maak de groep groter of kleiner. Herhaal het spel totdat elke leerling meerdere keren naar voren is gerend. Verzin zelf ook een variant!

6. KING

De basisregels voor KING zijn eenvoudig. Er zijn vier vierkante vakken met in elk vak een speler. De vakken vormen samen een groot vierkant. In de binnenhoeken van de vier vakken staan de letters K, I, N en G. Het vak met K is het vak van de ‘King’, de koning. Het doel is om in het vak van de ‘King’ terecht te komen en daar zo lang mogelijk te blijven staan.

• De ‘King’ slaat met de hand, vanuit de verste hoek, een (voet)bal in één van de vakken van I, N of G. De bal moet één keer in dat vak stuiten.

• De speler in het vak waar de bal stuiterde speelt de bal door naar een ander vak. Hij mag de bal niet vangen!

• Wordt er een fout gemaakt, dan gaat deze speler het veld uit en komt er iemand anders het spel in op de letter G, de andere spelers schuiven een letter omhoog. Fouten zijn: de bal niet terugslaan, de bal buiten alle vakken slaan, de bal meerdere keren laten stuiten voordat je deze terug slaat.

• Is het niet duidelijk wie de fout maakte of komt de bal op een lijn tussen de vakken, dan speelt de ‘King’ de bal opnieuw.

Is de klas te groot: maak dan meerdere KING velden waarop kleine groepen kunnen spelen.

Page 59: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Inspiratie

BUITENLES WERELDWIJD

59

Niet alleen in Nederland is er aandacht voor buitenlessen, wereldwijd krijgen leerlingen buitenles. Een bron van inspiratie is het initiatief Outdoor Classroom Day, het internationale zusje van onze Nationale Buitenlesdag. Hierbij een kleine greep uit de publicaties en leuke materialen die beschikbaar zijn op de website: www.outdoorclassroomday.com.

Bron: Mission: Explore outside the Classroom van Outdoor Classroom Day

Kan je niet genoeg krijgen van buitenlessen?

Doe dan ook mee aan de Outdoor Classroom Day

op 18 mei 2017!

Page 60: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

60

Page 61: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

61

Page 62: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

62

Page 63: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

63

Page 64: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Inspiratie

uit de praktijk

64

Page 65: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Meester Timon geeft elke week buiten les

65

Page 66: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

Het is al vroeg druk op het plein van Kind-centrum Talent.nl in Meppel. De kleuters spelen, en de kinderen uit groep drie zitten bij meester Sander. Met kaartjes laat hij hen letters en woorden zien, die ze samen bespreken: ‘De Z is van zwaluw’. Geen speciale buitenles, maar het is een mooie dag, dus ze leren buiten. De kleuters zijn druk bezig met het bouwen van een hut, maar het wil nog niet zo vlotten. Ze hebben al flink wat aarde op hun kleren en in hun gezicht gesmeerd, maar dat maakt meester Sander weinig uit.

Intussen zitten in het klaslokaal 30 kinderen stil te werken: alle leerlingen uit groep 3 tot en met 8. Na het zelfstandig werken neemt Meester Timon de kinderen uit groep 6, 7 en 8 naar buiten voor een rekenles. Bij de vuurplaats krijgen ze een kaartje met een nummer op hun rug. Door vragen aan andere leerlingen te stel-len moeten zij ontdekken wat voor nummer ze hebben. Eerst oefenen ze met wat ze kunnen vragen: is het getal hoger of lager dan 100? Is het even of oneven? De kinderen gaan serieus aan de slag. Nadat ze allemaal een paar keer hun getal hebben geraden, wordt het wat ru-moerig en start Timon met het tweede deel van de rekenles.

Elke keer iets soepeler‘In het begin is het buiten lesgeven onwennig, zowel voor een leerkracht als voor de leerlin-

gen,’ zegt Koster. ‘Ook mijn lessen gaan nog niet zo soepel als ik zou willen. Maar het is al een wereld van verschil met vier weken geleden. Elke keer gaat het iets beter. Je moet de tijd nemen om het je eigen te maken, en kinderen de tijd geven om eraan te wennen. Voor hen is het een grote omschakeling: de buitenruimte was altijd alleen speelruimte en wordt nu ook leerruimte.’

Het tweede deel van de les oefenen de kin-deren met ‘onder elkaar rekenen’, dat hebben ze de afgelopen week binnen al geleerd. Met een groepje maken ze zes sommen, die een ander groepje straks moet oplossen. 224 + 450 bijvoorbeeld, of 7097 + 5991. Als ze klaar zijn gaan ze in hun groepje achter een lijn staan, en begint de sommenestafette. Een voor een los-sen ze een som op, en het groepje dat als eerst alle sommen heeft opgelost, wint.

Lesmateriaal: zelf bedenken of uit een boekDeze les zette Koster zelf in elkaar. ‘In Ne-derland is weinig materiaal voor handen met kant-en-klare lessen of lesideeën. Maar in het buitenland is dat er wel. Ik haal veel inspiratie uit Engelstalige boeken, uit Zweden of Schot-land bijvoorbeeld. Daar zijn ze al veel verder met outdoor education. Maar nu ik ermee aan de slag ben, bedenk ik ook steeds meer lessen zelf. Voor het leren van tafels bijvoorbeeld. Dat

Timon Koster, leerkracht op Kindcentrum Talent.nl, zag

tijdens zijn stage in Zweden wat een buitenles met kinderen

doet. Sinds hij terug is in Nederland maakt hij zich hard

voor meer buitenlessen op scholen. Niet alleen op Nationale

Buitenlesdag, maar elke week.

‘Je moet de tijd nemen om het je eigen te maken, en kinderen de tijd geven om eraan te wennen.’

66

Page 67: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen

kan je heel droog aanpakken, maar je kan het ook spelenderwijs in een buitenles aanbieden.’ Fedde (11) en Jeroen (9) hebben ook allerlei buitenles-ideeën. ‘Spelling kan denk ik ook goed buiten,’ zegt Fedde. ‘Bijvoorbeeld door overal letters te verstoppen die je moet zoeken, en dan moet je er daarna een woord van maken.’ ‘Of,’ zegt Jeroen, ‘dat je categorieën in het zand schrijft, en dat het ene groepje er woorden bij moet bedenken. Het volgende groepje moet die woorden dan spellen.’

Maar nu eerst terug naar de rekenles, het laatste onderdeel van de les. Aan de ene kant een getallenlijn (0-100), aan de andere kant de kinderen in groepjes. Meester Timon roept een som, en de leerlingen moeten zo dicht mo-gelijk bij het juiste antwoord gaan staan. Dat kost wat moeite, de meeste leerlingen gaan al rennen voor ze het antwoord hebben bedacht. Na een paar waarschuwingen gaat het beter, en denken de kinderen eerst na voordat ze gaan rennen.

Rekenen én rennenFedde is tevreden. ‘Echt leuk dat je moet reke-nen én rennen. Als je gewoon op een stoel zit kan je minder goed rekenen.’ Dat vindt Jeroen ook: ‘Buiten les krijgen is lekkerder en frisser. En de les is leuker als je kan rennen. Dat kan ik als één van de beste van de groep.’

Koster heeft voor zichzelf een doel gesteld: elke week minimaal één buitenles. Als dat lukt, wil hij vanaf daar uitbouwen. Zijn ideaalbeeld is dat de kinderen elke dag naar buiten gaan om te leren. ‘Buiten zijn zoveel meer mogelijkheden. Je bent sowieso niet beperkt door het kleine klaslokaal. En buiten gaat alles veel meer leven. Buiten gaan kinderen zich over dingen verwonderen. Dat heb je binnen – met een plaatje uit een boek – veel minder. Vorige week hebben we bijvoor-beeld van lege flessen zelf raketten gebouwd en die gelanceerd, dan komt het echt tot leven.’

Zijn ideaalbeeld? Elke dag naar buiten om te leren!

Tips van Timon

• Het is heel normaal dat het de eerste drie keer fout gaat. Neem de tijd om te wennen! Als je gaat beginnen met bui-tenles is het handig om enkele lessen te besteden om te wennen aan de structuur van buitenlessen, zonder daar inhoudelijk al te veel van te willen verwachten.

• Stel duidelijke regels.• Goed om in je achterhoofd te houden:

buitenlessen zijn niet ‘extra’, ze vervangen een binnenles.

• Probeer de randvoorwaarden te regelen. Op Talent.nl faciliteert de school bijvoor-beeld in de middelen: er is budget om voor alle kinderen regenpakken aan te schaffen.

67

Page 68: Buitenles inspiratiebundel - NMEGids · Echt een steuntje in de rug! Dit jaar zijn wij, Timon en Pong, ambassadeur van de Nationale Buitenlesdag. We hopen dat ... je kunt ook rekenen