BTW op onroerende verhuur - Liedekerke · van een onroerend goed onder bezwarende titel en voor een...
Transcript of BTW op onroerende verhuur - Liedekerke · van een onroerend goed onder bezwarende titel en voor een...
Brussels • London - www.liedekerke.com
24 januari 2019
BTW op onroerende verhuur
Pierre Desenfans en Charlotte Bihain
Brussels • London - www.liedekerke.com
Inleiding
3
De wet van 14 oktober 2018
4
Een bewogen weg
28/10/2016 – Beleidsnota Minister van Financien: “invoering btw op
verhuur van professionele onroerende goederen zal worden bestudeerd”
Zomer 2017 – Akkoord binnen de regering – btw optiestelsel voor
professionele verhuur (volgens het Nederlandse model) maar zonder
teruggaaf van de historische btw
25/10/2017 – Persbericht Minister van Financien: intrekken voornemen
optie btw
30/03/2018 – Ministerraad: wederinvoering btw hervorming
17/05/2018 – Advies Raad van State
04/10/2018 – Tekst aangenomen plenaire vergadering Parlement
14/10/2018 – Ondertekening wet
01/01/2019 – Inwerkingtreding
… – Koninklijk besluit en administratieve circulaire
5
Overzicht van de presentatie
1. Btw-optie voor professionele onroerende verhuur
1.1. Artikel 44, § 3, 2°, d) van het btw Wetboek
1.2. Toepassingsvoorwaarden
1.3. Recht op aftrek en herziening
1.4. Nieuwe regel, nieuwe reflexen
2. Verplichte belasting op kortlopende onroerende verhuur
3. Btw op terbeschikkingstelling van bergruimten
4. Overdracht van huur
Brussels • London - www.liedekerke.com
1. Btw-optie voor professionele onroerende
verhuur
7
1.1. Nieuw artikel 44, § 3, 2°, d), WBTW
Als uitzondering op de vrijstelling van onroerend verhuur, is aan btw onderworpen:
« de verhuur van een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door de huurder uitsluitend wordt
gebruikt voor de economische activiteit die hem de hoedanigheid van belastingplichtige verleent, mits
de verhuurder en de huurder gezamenlijk opteren om die verhuur te belasten. Als een gebouw of een
gedeelte van een gebouw tegelijk wordt verhuurd met het bijhorend terrein, moet de optie worden
uitgeoefend ten aanzien van beide onroerende goederen samen.
De optie geldt voor de gehele duur van de overeenkomst.
De optie kan enkel worden uitgeoefend voor overeenkomsten die betrekking hebben op gebouwen of
gedeelten van gebouwen waarvoor de belasting op de handelingen bedoeld in artikel 19, § 2, derde
lid, met betrekking tot het gebouw zelf en die bijdragen tot de oprichting ervan, ten vroegste op 1
oktober 2018 voor de eerste keer opeisbaar is. Deze voorwaarde is niet van toepassing op de
overeenkomsten tot terbeschikkingstelling van ruimten voor het opslaan van goederen bedoeld onder
punt a), tweede streepje waarvoor de optie kan worden uitgeoefend.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder "bijhorend terrein", het kadastraal perceel
of de kadastrale percelen waarop het gebouw of het gedeelte van het gebouw is opgericht en dat of
die tegelijk met dat gebouw of gedeelte van dat gebouw door éénzelfde persoon wordt of worden
verhuurd.
De Koning bepaalt het tijdstip waarop de optie moet worden uitgeoefend en de vormvereisten die
daarbij moeten worden nagekomen »
8
1.2. Btw op onroerende verhuur:
welke voorwaarden?
1ste voorwaarde: onroerende verhuur
2de voorwaarde: die betrekking heeft op een “gebouw” of een “gedeelte van
een gebouw”
3de voorwaarde: een “nieuw” gebouw
4de voorwaarde: huurder is een btw-plichtige en gebruikt het goed in het kader
van zijn economische activiteit
5de voorwaarde: gezamenlijk uitoefenen van de optie door huurder en
verhuurder
9
1ste voorwaarde: onroerende verhuur
Gemeenschapsrechtelijk begrip (beperkt zich niet tot een huurcontract in de
zin van het burgerlijk wetboek)
Het HvJ definieert onroerende verhuur sinds lang als “het door de eigenaar
van een onroerend goed onder bezwarende titel en voor een
overeengekomen tijdsduur aan de huurder verleende recht, dit onroerend
goed te gebruiken en ieder ander van het genot van dat recht uit te sluiten”
(zie bijvoorbeeld HvJ, 18 november 2004, Temco Europe SA, C-284/03;
HvJ, 4 oktober 2001, Goed Wonen, C-326/99; HvJ, 9 oktober 2001, Mirror
Group, C-409/98)
Onderscheid tussen « passieve » verhuur die kan genieten van de optie en
de « actieve » verhuur die verplicht onderworpen blijven aan btw
10
2de voorwaarde: betrekking op een gebouw
of een gedeelte van een gebouw
Een “gebouw” : ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden
Een “gedeelte van een gebouw”: een gedeelte dat economisch zelfstandig
geëxploiteerd kan worden
In voorkomend geval “bijhorend terrein”: als de huurder het gebouw / gedeelte
van gebouw tegelijk wordt verhuurd met het bijhorend terrein, moet de optie
worden uitgeoefend ten aanzien van het geheel
Verhuur van een onbebouwd terrein blijft vrijgesteld
11
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (1/8)
Art. 44, § 3, 2°, d), derde paragraaf, WBTW voert een cut-off date in die de
gebouwen beperkt die van de optie kunnen genieten:
“De optie kan enkel worden uitgeoefend voor overeenkomsten die
betrekking hebben op gebouwen of gedeelten van gebouwen waarvoor de
belasting op de handelingen bedoeld in artikel 19, § 2, derde lid, met
betrekking tot het gebouw zelf en die bijdragen tot de oprichting ervan, ten
vroegste op 1 oktober 2018 voor de eerste keer opeisbaar is”
Met andere woorden: een gebouw waarvoor vóór 1 oktober 2018 geen btw
op bouwkosten verschuldigd was
Ander begrip dan het traditionele begrip “nieuw gebouw”
12
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (2/8)
Drie elementen in deze definitie:
1. “werken in onroerende staat”…
2. …waarvoor geen btw opeisbaar was vóór 1 oktober 2018….
3. …en die verband houden met een nieuwe constructie
13
1. Werken in onroerende staat…
Enkel materiele werken in onroerende staat die bijdragen tot de oprichting
van het gebouw: “het leggen van de eerste steen”
Worden niet in aanmerking genomen:
Werken in verband met de volledige voorafgaandelijke afbraak
Intellectuele diensten (landmeters, architecten, consultants,
advocaten)
De aankoop van materialen, het huren van machines
De werken die betrekking hebben op de grond: onderzoek,
sanering, stabilisatie, depollutie
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (3/8)
14
2. …. waarvoor geen btw opeisbaar was vóór 1 oktober 2018
Wanneer wordt de btw opeisbaar?
Bij het uitgeven van de factuur
Let op aanvullende regels:
Btw is opeisbaar op het moment van betaling, als deze aan de
factuur voorafgaat
Btw is opeisbaar uiterlijk: de 15de dag van de maand volgend op de
maand van het einde van de dienst (bij gebrek aan betaling of
factuur)
Administratieve tolerantie: werken in onroerende staat worden als
voltooid beschouwd op het einde van de derde maand volgend op
de maand waarin de aannemer de werken heeft voltooid
Dit is misleidend omdat de datum van het leggen van de eerste steen en die
van de opeisbaarheid van de btw niet altijd samenvallen
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (4/8)
15
1 sept 2018 2 okt 2018 20 okt 2018
Betaling voorschot Aanvang werken Eerste factuur
Btw is opeisbaar op 1 september
1 sept 2018 15 okt 2018 1 nov 2018
Aanvang werken Eerste factuur Betaling
Btw is opeisbaar op 15 oktober
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (5/8)
Gebouw geniet niet van optie
Gebouw geniet van de optie
Let op de ketting van facturen: als mijn aannemer een voorschot heeft betaald
aan zijn onderaannemer of een factuur ontvangen heeft vóór 1 oktober 2018,
geniet het gebouw niet van de optie!
20 sept 2018
16
3. Werken die bijdragen aan de nieuwe constructie
Geen probleem als het een nieuwe constructie betreft (op braakliggend
terrein of na een volledige afbraak van het oude gebouw)
Ingeval van renovatie moet het gebouw “nieuw” worden van zodra het werk
is voltooid. Dit is het geval:
Als het gebouw een ingrijpende wijziging in zijn wezenlijke
bestanddelen heeft ondergaan: aard, structuur of bestemming, of,
Indien de kosten (excl. btw) ten minste 60 pct. bedragen van de
verkoopwaarde van het gebouw na werken, en de grond buiten
beschouwing gelaten
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (6/8)
17
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (7/8)
Voorbeeld
Ondergrondse parking
Gebouw 1
verhuurd aan
X
Gebouw 2
verhuurd
aan Y
Gebouw 3
verhuurd
aan Z Januari 2018
Januari 2019
Onderworpen aan btw optie?
Verhuurd aan Z
R+5
verhuurd aan
X
18
Overeenkomstig de btw-richtlijn en het neutraliteitsbeginsel?
Het neutraliteitsbeginsel omvat twee aspecten:
De lidstaten mogen niet het recht op aftrek beperken en de btw herzien
voor zover de goederen of diensten gebruikt worden voor belaste
transacties (zie in het bijzonder HvJ, 29 februari 1996, INZO, C-110/94,
punt 22, HvJ, 30 maart 2006, Uudenkaupungin Kaupunki, C-184/04,
point 26)
Is de maatregel, die de uitoefening van de optie voorbehoud aan nieuwe
gebouwen, niet strijdig met het neutraliteitsbeginsel dat verhindert om de
regularisatie van historische btw te beperken?
Het verzet zich tegen de verschillende behandeling op vlak van btw van
soortgelijke goederen of diensten die met elkaar in concurrentie zijn (zie
HvJ, 28 februari 2018, Imofloresmira, C-672/16, punt 43)
2 nieuwe gebouwen worden te huur aangeboden in 2020: voor het eerste
werd de eerste steen gelegd voor 1 oktober 2018, voor het andere na 1
oktober 2018
3de voorwaarde: “nieuw” gebouw (8/8)
19
Een belastingplichtige huurder, maar zijn recht op aftrek is niet van
belang!
De huurder moet het gehuurde goed exclusief alleen gebruiken als
onderdeel van zijn economische activiteit
4de voorwaarde: een huurder “belastingplichtige” die
het goed gebruikt voor economische activiteit (1/4)
Belastingplichtige Niet belastingplichtige
Bank Belgische Staat
Verzekeringsmaatschappij Gewesten
Handelaar Particulier
Advocatenkantoor Holding « zonder meer »
20
Voorbeeld 1: gebouw met meerdere huurders
Voor hetzelfde gebouw, kan de verhuurder
verhuren met of zonder optie, afhankelijk van de
keuze en het statuut van zijn huurders
Beperking: wanneer het gebouw wordt verhuurd
aan belastingplichtigen en niet-belastingplichtigen,
zijn afzonderlijke delen van het gebouw nodig:
Moeten economisch zelfstandig kunnen
worden geëxploiteerd
Moeten van buitenaf een toegang hebben,
zonder zich doorheen ruimten te moeten
begeven die uitsluitend gebruikt worden voor
private doeleinden / een niet-economische
activiteit
4de voorwaarde: een huurder “belastingplichtige” die
het goed gebruikt voor economische activiteit (2/4)
Appartementen
Advocatenkantoor
Belgische Staat
Bank
Gemeenschap
pelijke
wachtzaal
Gemeenscha
ppelijke
ingang
21
Voorbeeld 2: een huurder gebruikt het goed voor zijn economische
activiteit en voor privédoeleinden
Een advocaat huurt een gebouw, hij vestigt zijn woonplaats en zijn kabinet
daar. Kan hij de optie uitoefenen voor het gedeelte m.b.t. zijn kantoor?
4de voorwaarde: een huurder “belastingplichtige” die
het goed gebruikt voor economische activiteit (3/4)
Kantoor Ingang
woning
Ingang
Kantoor woning
Ingang
Geval 1 Geval 2
Ingang
22
Voorbeeld 3 : onderhuur
De verhuurder verhuurt zijn gebouw aan de huurder en ze oefenen samen
de optie uit
De huurder onderverhuurt vervolgens een gedeelte van het gebouw aan een
particulier
Blijft de hoofdhuur onderworpen aan btw? Ja, omdat de huurder het pand
blijft gebruiken voor een economische activiteit
De optie kan echter niet worden uitgeoefend voor onderverhuur
4de voorwaarde: een huurder “belastingplichtige” die
het goed gebruikt voor economische activiteit (4/4)
23
Gezamenlijke optie uit te oefenen door verhuurder en huurder
Het contract kan voor 1 januari 2019 worden gesloten
De optie is geldig voor de volledige duur van het contract
Een koninklijk besluit zal de modaliteiten bepalen
Een pro fisco verklaring in het huurcontract volstaat t.a.v. de administratie
5de voorwaarde: gezamelijk optie
24
Belang om voor de optie te kiezen – Recht op aftrek
Aftrek van alle btw gerelateerd aan het gebouw: incl. btw op
architectenhonoraria, advocatenkosten, bemiddelingskosten, etc.
De aftrek is onmiddellijk: het is voldoende dat u zich voorneemt om met btw
te verhuren, u moet de optie nog niet hebben uitgeoefend
Hoe kan je deze intentie bewijzen?
Verslag RvB,
Jaarverslag,
Mandaat gegeven aan makelaars,
Type huur
Btw is aftrekbaar vanaf 1 januari 2019, maar “afvlakking” van de historische
btw voor het jaar 2019 (zie mededeling FOD Financien van 9 januari 2019)
1.3. Recht op aftrek – herziening (1/4)
25
De aftrek is onderhevig aan herziening
Corrigerend mechanisme van de uitgeoefende btw aftrekken
Het gebouw moet worden verhuurd met optie gedurende een periode van
25 jaar (>< 15 jaar voor de andere onroerende goederen) opdat de btw
aftrek definitief verworven zou zijn
Als het gebouw tijdens de 25-jarige periode wordt gebruikt voor een
activiteit die geen aanleiding heeft tot een recht op aftrek, moet de
afgetrokken btw pro rata aan de Schatkist worden teruggestort
Aanvang van de termijn: 1 januari van het jaar van “ingebruikname”
Recht op aftrek – herziening (2/4)
26
Verlenging van de herzieningstermijn leidt tot enkele moeilijke vragen
Verenigbaarheid met de btw-richtlijn?
Herzieningstermijn maximum 20 jaar (artikel 187, § 1, Richtlijn)
Antwoord? Herzieningstermijn is een modaliteit van het optioneel btw-stelsel…
Hoe het samengaan van de twee termijnen beheren?
Welke herzieningstermijn is van toepassing indien het gebouw van bestemming
veranderd waardoor het van het ene herzieningsstelsel naar het andere
overgaat?
Voorbeeld : X exploiteert een coworking en heeft 150 btw afgetrokken op de oprichting van
zijn gebouw
a) Na 16 jaar besluit hij te huren met optie btw: verlengde herziening? Nee
b) Na 14 besluit hij te huren met optie btw: 1/15de van de afgetrokken BTW wordt
onderworpen aan een verlengde herziening van 11 bijkomende jaren
Wat is de herzieningstermijn voor gezamenlijke investeringen in een gebouw dat
gedeeltelijk wordt gehuurd met optie btw en gedeeltelijk wordt gebruikt als een
coworking?
Recht op aftrek – herziening (3/4)
27
Enkele voorbeelden
Handeling Herziening?
Optie niet uitgeoefend op moment ingebruikname
Wijziging van de bestemming door de huurder tijdens de
huurovereenkomst
Verstrijken van het contract en het afsluiten van een
nieuwe huurovereenkomst zonder btw
Gratis periodes
Leegstand
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee (indien voldoende
stappen)
Recht op aftrek – herziening (4/4)
28
1.4. Nieuwe regel, nieuwe reflexen!
29
Huurcontract
Waaraan moet men denken?
Ken je huurder
Is mijn huurder belastingplichtige? Publieke overheid? Holding?
Wat is de bestemming van het gebouw?
Uitoefenen optie
Clausules voorzien om zich te beschermen tegen een wijziging van het
gebruik van het goed, de overdracht van de huur aan een niet-
belastingplichtige, het verlies van het statuut van belastingplichtige van de
huurder of een vroegtijdige beëindiging
Herziening ten laste van de huurder?
Verhogen van de huur met 21%?
Beëindiging huurovereenkomst wegens fout van de huurder?
Impliceert de btw optie een vrijstelling van registratierechten?
30
Aankoop aandelen van vennootschap die
gebouw heeft Waaraan moet men denken?
Komt het gebouw in aanmerking voor het regime (historiek van de
facturen opvragen)?
Zijn de huurders allen belastingplichtigen?
Geven de bestaande huurcontracten voldoende bescherming aan de
vennootschap indien de huurder het gebouw verlaat of het gebouw niet
langer gebruikt in het kader van zijn economische activiteit?
Hoeveel jaar loopt de herziening nog?
Hoeveel btw is er afgetrokken en hoeveel is onderworpen aan de
herziening?
31
Aankondiging van een regime vergelijkbaar met artikel 11 WBTW
Koper zet hoedanigheid verkoper verder voor btw, wat betekent dat:
Geen herziening voor de verkoper
Koper neemt het herzieningsprogramma over dat de verkoper startte
Koper moet door de verkoper afgetrokken btw terugbetalen indien
gebouw niet langer wordt gebruikt voor economische activiteit (terwijl
het onroerend goed met registratierechten werd verworven)
Zelfde reflexen als bij het aankopen van aandelen van een
vennootschap die het onroerend goed aanhoudt!
Aankoop gebouw
Brussels • London - www.liedekerke.com
2. Kortdurende verhuur
33
Einde discussie: ’ complexe dienstverlening’ vs ‘onroerende verhuur met
bijkomende diensten’
Verplichting om kortdurende onroerende verhuur aan de btw te onderwerpen
Kortdurende? Maximum 6 maanden
Voor de huurcontracten die ingaan op 1 januari 2019
“nieuwe” en “oude” gebouwen
Niet voor verhuur:
van gebouwen bestemd voor huisvesting, of
aan natuurlijke personen voor privédoeleinden of doeleinden vreemd aan
elke economische activiteit, of
Aan VZWs, of
bepaalde organisaties (artikel 44, § 2 WBTW): onderwijs, kinderopvang, …
Kortdurende huur (1/3)
34
Welke verhuren zullen doorgaans bedoeld zijn?
Verhuur vergaderzaal of conferentiezaal voor een evenement
Verhuur zaal voor seminaries, voor vergadering per dag, halve dag
Verhuur feestzaal voor recepties of bedrijfsfeest
Verhuur van ruimte in het kader van beurzen en tentoonstellingen
Kortdurende huur (2/3)
35
Kortdurende huur (3/3)
Praktische vragen
Wat gebeurd er als de huur met een initiële duur van 4 maanden wordt
verlengd met 4 bijkomende maanden?
Blijft de btw van toepassing op de huur van de eerste 4 ( of 6) eerste
maanden?
Of is de vrijstelling van toepassing op de huurgelden die sinds dag 1
betaald zijn?
Een contract dat voorziet in het ter beschikking stellen van een lokaal 1 dag
per week voor een onbepaalde duur = kortlopende huur?
Brussels • London - www.liedekerke.com
3. Btw terbeschikkingstelling
van bergruimte voor het opslaan van goederen
37
Btw op terbeschikkingstelling bergruimte
(1/2)
Voor 1 januari 2019 Vanaf 1 januari 2019
Gebruik van het
gebouw
“Uitsluitend” voor de opslag
van goederen
Administratieve tolerantie :
10% voor bureau
>50% voor opslag van
goederen (volume/grond
oppervlakte)
10% verkoopsruimte
Btw Verplicht Optie uitoefenen in B2B
Verplicht B2C
Bedoelde
gebouwen
Alle Alle
38
Overgangsregeling
Lopende contracten die onderworpen zijn aan btw
Toepassing van de btw tot het einde van het contract
Lopende contracten die niet onderworpen zijn aan btw maar die
beantwoorden aan de voorwaarden van belasting van het nieuwe
regime
Mogelijkheid om de optie vanaf 1 januari 2019 uit te oefenen +
recuperatie (gedeelte) van de historische btw
Lopende contracten die niet aan btw onderworpen waren onder het
oude regime vielen en die niet voldoen aan de voorwaarden van het
nieuwe regime
Vrijstelling blijft van toepassing
BTW op terbeschikkingstelling bergruimte
(2/2)
Brussels • London - www.liedekerke.com
4. De overdracht van huur
40
De overdracht van huur
De overdracht van huur is voortaan onderworpen aan BTW!
Artikel 44 §3, 2° oud WBTW: “van de belasting zijn nog vrijgesteld: de
verpachting, de verhuur en de overdracht van huur van uit hun aard
onroerende goederen, met uitzondering van […]”
Artikel 44 § 3, 2° nieuw WBTW: “van de belasting zijn nog vrijgesteld: de
verpachting en de verhuur en de overdracht van huur van uit hun aard
onroerende goederen, met uitzondering van […]”:
Brussels • London - www.liedekerke.com
Bedankt voor uw aandacht