Brusselse onbereikbaarheid -...
Transcript of Brusselse onbereikbaarheid -...
42 opinie & analyse
HET EINDE VAN KONING AUTOAantrekkelijke Europese steden zetten in
op openbaar vervoer, maar bij ons willen sommige politici niets weten van het Brusselse plan om rijstroken te schrappen. Dat isbijzonder jammer en te gek voor woorden,vinden DIRK LAUWERS en KOBE BOUSSAUW.
DIRK LAUWERS ENKOBE BOUSSAUW
Wie? Gastprof (UAntwerpen, UGenten KU Leuven), Docent ruimtelijke planning en mobiliteit (VUB).Wat? Het is pijnlijkdat sommige politicihet E40plan afdoenals onzin.
Vlaams Bouwmeester Leo VanBroeck wil de discussie over de doorhet Brussels Gewest voorgenomenversmalling van het toevoerstuk vande E40 naar Brussel terugvoeren tothaar essentie: te veel auto’s rijdenBrussel binnen (DS 23 november). Enhij gaat daarbij nog verder: die auto’srijden er omdat wij Vlamingen verknocht zijn aan verkavelingswijkenen de bijhorende mobiliteitscultuur.De stelling van de Vlaamse Bouwmeester kan worden gestaafd metcijfers: van de ongeveer 400.000 dagelijkse pendelaars komt ongeveer55 procent (meestal alleen) Brusselmet de auto binnengereden.
Ook wij maken ons ongerust overde dominantie van het autodenkenin Vlaanderen. Dit bleek nog maareens tijdens het actualiteitendebatvorige woensdag in het Vlaams Parlement. Sommige politici bleven hetBrusselse voornemen als ‘waanzin’omschrijven. De Brusselse beleidsvoerders werden spottend ‘Jansen enJanssen’ genoemd, figuren die metde gekste en meest ondoordachte initiatieven komen aanzetten.
Voor vakspecialisten is het pijnlijk om te moeten aanhoren. Watdoor sommige Vlaamse politici en deautolobby uitgekraamd wordt, is eenwilde aanval op een zeer doordachtplan. Het werd opgesteld door tweeeminente studiebureaus, een Vlaamsen een Brussels. Het ontwerp werddoorgesproken met de Vlaamse enBrusselse administratie. Het werddoor minister van Mobiliteit BenWeyts (NVA) in 2014 in datzelfdeVlaams Parlement verdedigd. Heefteen van de wilde schutters van devoorbije dagen dit plan wel goed bekeken of er eens ernstig over nagedacht? Het plan voorziet dat in devrijgekomen ruimte een boulevardwordt aangelegd, waarbij naastruimte voor autoverkeer ook eenbusbaan en brede fietspaden zijnvoorzien. Hier heb je ze, die alternatieven waar om geschreeuwd wordtdoor diegenen die het Brussels voornemen de grond in boren.
Natuurlijk is het geen volwaardigalternatief voor elke pendelaar. Maarer is wel de trein uit Leuven, die inieder geval donderdagavond nog veelplaatsen vrij had. Mooi alternatiefook voor het Hageland. Tenminsteals er bij een aantal stations goed bereikbare overstapparkings zoudenbestaan. Misschien mag er ook eensop de Vlaamse beleidsvoerders geschoten worden. Zij schuiven de verantwoordelijkheid om zulke overstapparkings te bouwen al te gemakkelijk aan de kant. Wat de Vlaamseregering wel kan, is vergunningen afleveren voor autogerichte megaprojecten als Uplace.
Kort plezier van asfaltDan maar extra rijstroken op de
Ring en de invalswegen? Dat valt
moeilijk te rijmen met de doelstellingen rond gezondheid, leefkwaliteiten klimaat. Net daarom wil Brusselde toegangscapaciteit voor autoverkeer vanaf de Ring met 20 procentverminderen. Dezelfde wilde schutters schreeuwen moord en brand.Nochtans, de meest attractieve metropolen in Europa voerden de voorbije decennia een gelijkaardig beleid.Om er enkele te noemen: München,Kopenhagen, Wenen, Stockholm, Lyon en Londen. Maar Vlaanderen wilextra beton, waarvan bewezen is dathet geen robuuste oplossing vormtvoor files. De extra stroken staan binnen tien jaar weer helemaal vol. Zo isin Nederland het plezier van het extra asfalt op de snelwegen, dat honderden miljoenen heeft gekost, ergkort geweest: de files namen er hetafgelopen jaar opnieuw toe met eenkwart.
Brussel daarentegen vergelijktzich graag met de aantrekkelijkstegrote steden in Europa: die kiezenstuk voor stuk voor spoorvervoer. DeBrusselse regering voorziet voor dekomende tien jaar dan ook geen besparing, maar wel een toename vande investeringen in het openbaarvervoer. We spreken over een budgetvan tien miljard euro. Dat is de grootteorde van het Antwerpse overkapteRingproject. Ben Weyts voorziet vanzijn kant 30 procent meer investeringen voor De Lijn, weliswaar minderfors dan Brussel en in verhoudingminder dan voor de auto.
Gewestelijk ExpresnetWeyts kondigde dan wel een me
morandum of understanding aanmet zijn Brusselse ambtsgenoot,maar wat we echt nodig hebben iseen gedeelde ambitie omtrent duurzame mobiliteit. Dat gaat in eersteinstantie over ruimtelijke ordening,over fietsinfrastructuur, overstapparkings, vrije busbanen en tramprojecten, waarbij de nadruk zoumoeten liggen op de verbindingentussen Brussel en de rand.
Qua aanpak kan de werkwijze vande overkappingsintendant in Antwerpen als model dienen om mobiliteitsprojecten en stedenbouwkundige projecten te identificeren en uit tewerken op maat van een metropolitaans gebied. Waarbij het openbaarvervoer gerund wordt door eenstadsgrenzenoverschrijdend bedrijf,zoals die al een halve eeuw werken invele andere grootstedelijke gebieden. Zo’n bedrijf werd in 1994 alvoorgesteld in de GENstudie voorBrussel, opgemaakt door het toenwereldwijd leidinggevende studiebureau over stadsvervoer. Het werdgoedgekeurd door de directies vanDe Lijn, NMBS, Tec, MIVB, maarwerd dan politiek gekelderd. Weg businessplan om het binnen de tienjaar te realiseren. Meer dan twintigjaar later krijgt het GEN stilaanvorm, maar de Brusselse metro magde grens van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog steeds niet over.
Inderdaad, de file, dat zijn wij zelf.En dat heeft te maken met het ontbreken van enig mobiliteitsbeleidvoor de brede rand rond Brussel. Laten we daarom het Brusselse projectvoor de E40 verwelkomen als een demonstratie van hoe we in zulke overgangsgebieden tussen stad en randmet mobiliteit moeten omgaan. Defilezwaarte op de Brusselse Ring is devoorbije drie jaar met 25 procent gestegen. Dat is wat het huidige beleid– en wijzelf – ervan maken. Niet deBrusselse regering, maar Vlaanderenveroorzaakt de onbereikbaarheidvan onze hoofdstad. Een al te vertrouwd beeld: de Antwerpse Ring. © Joris Herregods
Vlaanderen organiseert de Brusselse onbereikbaarheid
New York, 1898. De deelnemers aanwat je de eerste tiendaagse internationaleconferentie rond mobiliteit en stedelijkeleefbaarheid kunt noemen, raken er maarniet uit. Ze vinden zelfs geen begin van oplossing voor de problemen en ze houden deconferentie na drie dagen voor bekeken. Erwordt geen intendant aangesteld die de opdracht krijgt een visionair plan uit te werken om de schadelijke gevolgen van de dominante vervoersmodus op de leefbaarheidvan de steden te milderen.
De grote paardenmestcrisis die alle grote westerse steden toen bezighield, was hetgevolg van de grote afhankelijkheid van denegentiendeeeuwse stedeling van paardenkracht voor zijn dagelijkse verplaatsingen. De 100.000 paarden in New York produceerden dagelijks 100.000 liter urine en1,2 miljoen kilo mest. The Times berekendedat Londen in 1950 zou bedolven zijn ondereen drie meter dikke laag paardenmest. InManhattan zou de paardenstront in 1930tot aan de derde verdieping reiken.
Antwerpen, 2016. De ambitienota vanoverkappingsintendant Alexander D’Hooghe ademt een schone, groene en frisse toekomst uit. Ons technisch vernuft en eenbuitenissige bak geld moeten de collateraldamage van onze twintigsteeeuwse mobiliteitskeuzes letterlijk toedekken door auto’s en vrachtwagens aan het zicht, de geuren het gehoor te onttrekken. We heroverenzelfs land dat we de afgelopen halve eeuwhebben moeten prijsgeven aan het gemotoriseerd verkeer. Er is ambitie, er is een planen er is enthousiasme.
De paardenmestcrisis is wat vergetenomdat ze nooit de apocalyptische vormenheeft aangenomen die de media voorspelden. Het probleem heeft zichzelf opgelost,weliswaar door er een nieuw te creëren. Deauto reduceerde het paard in een paar jaartot mobiliteitsfolklore.
De auto als individueel vervoermiddelmet verbrandingsmotor, die 94 procent vande tijd stilstaat en zich tegelijk door inefficiënte benutting dagelijks vastrijdt in de file, lijkt zijn beste tijd gehad te hebben. Uiteraard hoeven we de toekomstvoorspellersniet te geloven, die beweren dat door versnelde technologische evoluties het aantal
Koning Fiets
ZATERDAG 26 EN ZONDAG 27 NOVEMBER 2016 43
‘De moderne samenleving motiveert mij mezelf te ontplooien, maar niet voor een arme te zorgen of te strevennaar rechtvaardigheid.’En daarom moet, aldus kersvers kardinaal JOZEF DE KESEL , godsdienst een maatschappelijke rol blijven spelen (in ‘de Volkskrant’).
Alsof er op 9 november niets gebeurdis, draait de carrousel van hebzuchten privileges opnieuw op volle toe
ren. Maandag was het de beurt aan deeerste minister van Her Majesty’s Government Theresa May om het gaspedaalin te duwen. Om de Britse entrepreneurste plezieren, beloofde ze het Verenigd Koninkrijk de laagste vennootschapsbelasting van alle G20landen. Het tarief zouvan 20 naar 17 procent dalen. Een paarjaar terug bedroeg het nog 28 procent,maar de geniale bedenker van het Brexitreferendum, David Cameron, sneed daar8 punten van weg. Voor May mag het nogminder en de nieuwe Amerikaanse president denkt er net zo over. Om Amerikaweer groot te maken wil de man die inzijn leven nauwelijks belastingen betaalde het tarief voor vennootschappen op 15procent brengen. Daarmee wordt de raceto the bottom een heuse duikvlucht, zekerin Europa.
Het beleid dat in de jaren 80 werd ingezet, wordt onverkort voortgezet. De gevolgen zijn ondertussen meer dan bekend: groeiende overheidstekorten, toenemende fiscale druk opde middenklasse, uitholling van de sociale zekerheid en spectaculaire groeivan inkomens en vermogens van de happy few. Deongelijkheid zal de volgende jaren dus verder uitdiepen, maar het zal de 1 procent een zorg zijn. Voorhen gaat het feest onverminderd door. De hoop dat11/9 voor een schokeffect zou zorgen eneindelijk de aandacht vestigt op de echteoorzaken van deze koortsopstoot van dedemocratie, is wellicht een illusie. Niet devraag of Hillary Clinton te veel tegen WallStreet aanschurkte is relevant – het antwoord is bekend – wel de vraag wanneerte veel ongelijkheid de democratie perverteert en uiteindelijk versmacht.
Die vraag irriteert sommigen. Ze zouhopeloos verouderd zijn omdat ze te veelmet het marxisme flirt en het belang vansociaaleconomische tegenstellingenoverschat. Sinds Samuel Huntington in1993 van zijn ‘botsende beschavingen’ beviel, is er altijd wel een socioloog, kerkjurist of nationalist die de primauteit vande culturele en religieuze identiteit decreteert. Zo werd de bodem uit de hardeeconomische contestatie geslagen en verloor de sociaaldemocratie haar ziel. Hetopportunisme en de mentale luiheid vande economen die in het sprookje van deKuznetscurve bleven geloven, deed derest. Ongeacht het politieke beleid, zoluidde de fabel die tot theorie werd verheven, was het happy end gegarandeerd.Uiteindelijk zullen alle boten opgetild
worden en stabiliseert ongelijkheid opeen aanvaardbaar niveau. Meer heeft hetestablishment niet nodig om na de gedane dagtaak met een goed gevoel naar bedte gaan. Pure posttruth. Ongelijkheidwerd tot een vergeten thema gedegradeerd en naar academisch niemandslandverbannen.
Zo sloot de VS decennialang de ogenvoor het uitdiepen van de ongelijkheid. Inde VS ligt de Ginicoëfficiënt, die de ongelijkheid meet, al enkele jaren boven de 0,4en dat is het op drie na slechtste resultaatvan alle 35 Oesolanden. Alleen Turkije,Mexico en Chili doen slechter. Tussen1950 en 1980 was de bovenste 10 procentvan de inkomenspiramide goed voor 30tot 35 procent van het nationaal inkomen.Vandaag is het zowat 45 tot 50 procent.Als die trend zich doorzet, aldus ThomasPiketty, rijft die 10 procent in 2030 meerdan 60 procent van het nationaal inkomen binnen. De vraag of een democratiebij zoveel greed en privileges overeind kanblijven, is echt wel aan de orde. Pas als ereen consensus groeit dat we ons in alarmfase rood bevinden, is er hoop dat er poli
tieke daden worden gestelddie verder reiken dan symptoombestrijding.
Daar zijn we nog langniet aan toe. Theresa Maybewijst het, maar evengoedJohan Van Overtveldt, professor, econoom en nog zoveel meer. Tussen de soep ende patatten publiceerde hijvorig jaar een boek van 224pagina’s dat een gouden
21ste eeuw voor de VS voorspelt. De auteur wordt bijna lyrisch van de schalierevolutie en de creatieve destructie van deAmerikaanse ondernemers. De turboverandering komt er dus aan. En de inkomensongelijkheid? In 5 pagina’s afgeserveerd en weggerelativeerd. Dat de helftvan de 1 procent superrijken van de planeet Amerikanen zijn, lees je er niet. Hetschrijfsel van Van Overtveldt is illustratief voor het holle denken van de Vlaamseen Europese elite over de tijdbom onderde samenleving. De denial gaat er onverminderd verder.
Ongelijkheid los je niet op met encyclieken of liefdadigheid. Evenmin is ereen onzichtbare hand die ze temt. Het vereist politieke daadkracht. ‘Wellicht’, zoschrijft Branko Milanovic in zijn pas verschenen Global inequality, ‘is zeer hogeongelijkheid onhoudbaar. Spijtig genoeggaat ze niet vanzelf naar beneden, veeleerbrengt ze processen zoals oorlogen, sociale conflicten en revoluties op gang.’
Paul Goossens is Europajournalist. Zijn column verschijnt tweewekelijks op zaterdag.
COLUMNPAUL GOOSSENS
ONGELIJKHEID IS EEN TIJDBOM
Kan een democratie bij zoveel greed en privileges overeind blijven?
HET EINDE VAN KONING AUTOZeker omdat de auto zijn beste tijd gehad heeft, zegt DIRK BAUWELEERS. Op een generatietijd kan het rijk van Koning Auto zomaar uit zijn. En dus besteden we ons geld maar beterverstandig en vooruitstrevend, in fietsinfrastructuur.
CORRECTIES & AANVULLINGEN
Verkrachting. De radiodj werd wel schuldig bevonden aan verkrachting en veroordeeld tot een schadevergoeding, maar kreeg opschorting van straf (DS 25 november).
Een al te vertrouwd beeld: de Antwerpse Ring. © Joris Herregods
Dirk BauweleersVoorzitter Fietsersbond.
auto’s over een periode van minder dan eengeneratie – pakweg de tijd die nodig is omde Antwerpse Ring te overkappen – drastisch zal dalen. Twintig jaar geleden hoefden we ook niet te geloven in de smartphone, ook al bekroop ons toen reeds detwijfel over de toekomst van de telefooncel.
Brussel, 2016. Het Vlaams Parlementkeurt de klimaatresolutie goed en ambieerteen echte trendbreuk. Vlaanderen toontzich in staat om buiten de lijntjes van hethier en het nu te denken. De auto zal nietlanger koning van de weg zijn, de fiets moethem opvolgen. Toegegeven, dit klinkt goed:niet de elektrische auto maar wel de fietswordt de koning van de weg. Alleen, theproof of the pudding is in the eating.
Zal de koning een ceremoniële functiekrijgen of krijgt hij macht, in dit geval geld?Hoe rijm je een investering van 13 miljardeuro (de Antwerpse Ring en de overkapping ervan en de verbreding van de Brusselse Ring) in de dominante mobiliteitsmodusvan het verleden, met een jaarlijks budgetvan amper 100 miljoen voor de vervoersmodus van de toekomst? Een stad als Utrechtinvesteert 186 miljoen euro in de fiets, ge
spreid over vier jaar. Utrecht telt 330.000inwoners, Vlaanderen 6 miljoen. En zelfsdaar ijvert de fietsmanager voor nog 65 miljoen meer. Noorwegen investeert 1 miljard,over tien jaar, in fietssnelwegen.
Wij kunnen maar beter nog eens goednadenken over de besteding van het geld.De geplande 13 miljard draagt nauwelijksbij tot het halen van de klimaatdoelstellingen omdat ze voor het overgrote deel gaannaar automobiliteit en het milderen van denegatieve effecten ervan. Willen we 13 miljard belastinggeld investeren in een vervoersmodus zonder toekomst? En klinkt‘Koning Fiets’ geloofwaardig wanneer weniet willen investeren om hem op de troonte hijsen? Laten we de plannen herbekijkenen het geld besteden aan het versneld afbouwen van automobiliteit ten voordelevan de fiets, het openbaar vervoer en performante deelsystemen.