BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT PARLEMENT DE LA RÉGION DE...

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101

Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de Binnenlandse Zaken – Zitting 2019-2020

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des affaires intérieures – Session 2019-2020

BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK

PARLEMENT

PARLEMENT

DE LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE

_____

_____

Integraal verslag

van de interpellaties

en de vragen

Compte rendu intégral

des interpellations

et des questions

_____

_____

Commissie voor de Binnenlandse

Zaken,

belast met de Plaatselijke Besturen,

de Veiligheid en Preventie, de Erediensten,

de Administratieve Vereenvoudiging,

het Bezoldigd Vervoer van Personen

en de Brandbestrijding en Dringende

Medische Hulp

Commission des affaires

intérieures,

chargée des pouvoirs locaux, de la sécurité

et de la prévention, des cultes,

de la simplification administrative,

du transport rémunéré de personnes

et de la lutte contre l’incendie et l’aide

médicale urgente

_____

_____

VERGADERING VAN

DINSDAG 9 JUNI 2020

_____

RÉUNION DU

MARDI 9 JUIN 2020

_____

Het integraal verslag bevat de integrale tekst van de

redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd

goedgekeurd door de sprekers. De vertaling - cursief

gedrukt - verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de

directie Verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de

vertaling een samenvatting.

Publicatie uitgegeven door het

Brussels Hoofdstedelijk Parlement

Directie Verslaggeving

Tel. 02 549 68 02

E-mail [email protected]

De verslagen kunnen geraadpleegd worden op

www.parlement.brussels

Le compte rendu intégral contient le texte intégral des

discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé

par les orateurs. Les traductions - imprimées en italique -

sont publiées sous la responsabilité de la direction des

comptes rendus. Pour les interventions longues, la

traduction est un résumé.

Publication éditée par le

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale

Direction des comptes rendus

Tél. : 02 549 68 02

E-mail : [email protected]

Les comptes rendus peuvent être consultés à l'adresse

www.parlement.brussels

mailto:[email protected]

mailto:[email protected]

http://www.parlement.brussels/

http://www.parlement.brussels/

3 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101

COMMISSIE BINNENLANDSE ZAKEN COMMISSION AFFAIRES

INTÉRIEURES



INHOUD

SOMMAIRE

ACTUALITEITSDEBAT 7 DÉBAT D'ACTUALITÉ 7

Actualiteitsvraag van de heer David Weytsman 7 Question d’actualité de M. David Weytsman 7

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president

van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

belast met Territoriale Ontwikkeling en

Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van

het Imago van Brussel en Biculturele Zaken

van gewestelijk Belang,

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du

gouvernement de la Région de Bruxelles-

Capitale, chargé du développement territorial et

de la rénovation urbaine, du tourisme, de la

promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel

d'intérêt régional,

betreffende "de incidenten die volgden op de

antiracistische betoging in Brussel".

concernant "les incidents qui ont suivi la

manifestation antiraciste à Bruxelles".

Toegevoegde actualiteitsvraag van de heer

Mathias Vanden Borre,

7 Question d’actualité jointe de M. Mathias Vanden

Borre,

7

betreffende "de rellen ten gevolge van een

betoging en de rol van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering".

concernant "les incidents à la suite d'une

manifestation et le rôle du gouvernement

bruxellois".

Toegevoegde actualiteitsvraag van mevrouw

Bianca Debaets,

7 Question d’actualité jointe de Mme Bianca

Debaets,

7

betreffende "de betoging ‘Black Lives Matter’

op zondag 7 juni".

concernant "la manifestation 'Black Lives Matter'

du dimanche 7 juin".

Sprekers: Orateurs :

De heer David Weytsman (MR) M. David Weytsman (MR)

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA) M. Mathias Vanden Borre (N-VA)

Mevrouw Bianca Debaets (CD&V) Mme Bianca Debaets (CD&V)

De heer Sadik Köksal (DéFI) M. Sadik Köksal (DéFI)

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a) Mme Els Rochette (one.brussels-sp.a)

De heer Petya Obolensky (PTB) M. Petya Obolensky (PTB)

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS) M. Marc-Jean Ghyssels (PS)

De heer Hicham Talhi (Ecolo) M. Hicham Talhi (Ecolo)

De heer Rudi Vervoort, minister-president M. Rudi Vervoort, ministre-président

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 4

COMMISSIE BINNENLANDSE ZAKEN COMMISSION AFFAIRES INTÉRIEURES



Interpellatie van de heer Mathias Vanden Borre 25 Interpellation de M. Mathias Vanden Borre 25






van Gewestelijk Belang,


gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale

chargé du développement territorial et de la

rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion

de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt

régional,

betreffende "het geweld tegenover de politie en

het gebrek aan steun van de Brusselse

bestuurlijke overheden".

concernant "les violences à l'encontre de la police

et le manque de soutien des autorités

administratives bruxelloises".

Toegevoegde interpellatie van de heer Pierre

Kompany,

25 Interpellation jointe de M. Pierre Kompany, 25

betreffende "de geweldplegingen tegen de

politie in de politiezone Brussel-Zuid".

concernant "les violences à l'encontre de la police

dans la zone de police de Bruxelles-Midi".

Toegevoegde interpellatie van de heer Sadik

Köksal,

25 Interpellation jointe de M. Sadik Köksal, 25

betreffende "de spanningen in een aantal

Brusselse gemeenten".

concernant "les tensions dans une série de

communes bruxelloises".

Samengevoegde bespreking – Sprekers: Discussion conjointe – Orateurs :

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA) M. Mathias Vanden Borre (N-VA)

De heer Pierre Kompany (cdH) M. Pierre Kompany (cdH)

De heer Sadik Köksal (DéFI) M. Sadik Köksal (DéFI)

Mevrouw Dominique Dufourny (MR) Mme Dominique Dufourny (MR)

De heer Jamal Ikazban (PS) M. Jamal Ikazban (PS)

Mevrouw Bianca Debaets (CD&V) Mme Bianca Debaets (CD&V)

De heer Hicham Talhi (Ecolo) M. Hicham Talhi (Ecolo)

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a) Mme Els Rochette (one.brussels-sp.a)

De heer Petya Obolensky (PTB) M. Petya Obolensky (PTB)

De heer Rudi Vervoort, minister-president M. Rudi Vervoort, ministre-président

Moties - Indiening 49 Ordres du jour - Dépôt 49

Mondelinge vraag van de heer Hicham Talhi 50 Question orale de M. Hicham Talhi 50







5 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES








régional,

betreffende "de impact van Covid-19 op de

Brusselse taxisector".

concernant "l'impact du Covid-19 sur le secteur

des taxis bruxellois".

Mondelinge vraag van mevrouw Els Rochette 52 Question orale de Mme Els Rochette 52












régional,

en aan de heer Bernard Clerfayt, minister van

de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast

met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering,

Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

et à M. Bernard Clerfayt, ministre du


chargé de l'emploi et de la formation

professionnelle, de la transition numérique, des

pouvoirs locaux et du bien-être animal,

betreffende "de wildgroei van gemeentelijke

coronamaatregelen".

concernant "la prolifération de mesures

communales contre le coronavirus".

Toegevoegde mondelinge vraag van de heer

Ahmed Mouhssin,

53 Question orale jointe de M. Ahmed Mouhssin, 53

betreffende "de nietigverklaring van de

verordeningen van de Brusselse burgemeesters

inzake het verplicht dragen van een masker op

sommige plaatsen in hun gemeente en in de

handelszaken".

concernant "l'annulation des ordonnances des

bourgmestres bruxellois rendant obligatoire le

port du masque dans certains endroits de leurs

communes et dans les commerces".













régional,










betreffende "de harmonisatie van de regels

inzake maskers in de politiezones".

concernant "l'harmonisation des règles du port du

masque dans les zones de police".

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 6




Mondelinge vraag van de heer Mathias Vanden

Borre

66 Question orale de M. Mathias Vanden Borre 66












régional,










betreffende "het gewestelijke toezicht op de

begrotingen van de politiezones".

concernant "la tutelle régionale sur les budgets des

zones de police".


aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd

voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en

Internationale Betrekkingen, Buitenlandse

Handel en Brandbestrijding en Dringende

Medische Hulp,

à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de

Bruxelles-Capitale chargé de l'urbanisme et du

patrimoine, des relations européennes et

internationales, du commerce extérieur et de la

lutte contre l'incendie et l'aide médicale urgente,

betreffende "de follow-up van de tuchtdossiers

bij de DBDMH".

concernant "le suivi des dossiers disciplinaires au

sein du Siamu".


aan de heer Pascal Smet, staatssecretaris van

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd

voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en

Internationale Betrekkingen, Buitenlandse

Handel en Brandbestrijding en Dringende

Medische Hulp,

à M. Pascal Smet, secrétaire d'État à la Région de

Bruxelles-Capitale chargé de l'urbanisme et du

patrimoine, des relations européennes et

internationales, du commerce extérieur et de la

lutte contre l'incendie et l'aide médicale urgente,

betreffende "het verhaal bij de Raad van State

tegen het nieuwe taalkader bij de DBDMH".

concernant "le recours au Conseil d'État contre le

nouveau cadre linguistique du Siamu".

7 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



Voorzitterschap: de heer Guy Vanhengel, voorzitter.

Présidence : M. Guy Vanhengel, président.

ACTUALITEITSDEBAT

ACTUALITEITSVRAAG VAN DE HEER

DAVID WEYTSMAN

AAN DE HEER RUDI VERVOORT,

MINISTER-PRESIDENT VAN DE

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE

REGERING, BELAST MET

TERRITORIALE ONTWIKKELING EN

STADSVERNIEUWING, TOERISME, DE

PROMOTIE VAN HET IMAGO VAN

BRUSSEL EN BICULTURELE ZAKEN

VAN GEWESTELIJK BELANG,

betreffende "de incidenten die volgden op de

antiracistische betoging in Brussel".

TOEGEVOEGDE ACTUALITEITSVRAAG

VAN DE HEER MATHIAS VANDEN

BORRE,

betreffende "de rellen ten gevolge van een

betoging en de rol van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering".

TOEGEVOEGDE ACTUALITEITSVRAAG

VAN MEVROUW BIANCA DEBAETS,

betreffende "de betoging ‘Black Lives

Matter’ op zondag 7 juni".

DÉBAT D'ACTUALITÉ

QUESTION D’ACTUALITÉ DE M. DAVID

WEYTSMAN

À M. RUDI VERVOORT, MINISTRE-

PRÉSIDENT DU GOUVERNEMENT DE

LA RÉGION DE BRUXELLES-

CAPITALE, CHARGÉ DU

DÉVELOPPEMENT TERRITORIAL ET

DE LA RÉNOVATION URBAINE, DU

TOURISME, DE LA PROMOTION DE

L'IMAGE DE BRUXELLES ET DU

BICULTUREL D'INTÉRÊT RÉGIONAL,

concernant "les incidents qui ont suivi la

manifestation antiraciste à Bruxelles".

QUESTION D’ACTUALITÉ JOINTE DE

M. MATHIAS VANDEN BORRE,

concernant "les incidents à la suite d'une

manifestation et le rôle du gouvernement

bruxellois".

QUESTION D’ACTUALITÉ JOINTE DE

MME BIANCA DEBAETS,

concernant "la manifestation 'Black Lives

Matter' du dimanche 7 juin".

De heer David Weytsman (MR) (in het Frans).-

Zondag stond de burgemeester van de stad Brussel

toe dat er tienduizend mensen samenkwamen voor

een betoging met als thema Black Lives Matter.

Mijn fractie onderschrijft de doelstellingen van de

bijeenkomst en steunde de manifestatie met

inachtneming van de socialeafstandsregels.

De betoging vormde niet alleen een gevaar voor de

gezondheid, want in de nasleep werden ook een

aantal winkels toegetakeld en brandjes gesticht,

waardoor andermaal een aanzienlijke politiemacht

moest worden ingezet. Na de wekenlange verplichte

M. David Weytsman (MR).- Ce dimanche, le

bourgmestre de la Ville de Bruxelles a autorisé un

rassemblement et, finalement, toléré une

manifestation contre le racisme, dans le cadre du

mouvement américain Black Lives Matter, qui a

réuni dix mille personnes.

Mon groupe s'est associé aux objectifs de ce

rassemblement et soutenu la manifestation dans le

respect des règles de distance physique. Nous

avions d'ailleurs encouragé le bourgmestre à le

faire également.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 8




sluiting konden de winkeliers dat missen als

kiespijn.

Ik vind dat de burgemeester inschattingsfouten

heeft gemaakt, want het was duidelijk dat het

onmogelijk was om de afstandsregels na te leven.

Ook de organisatie verliep niet naar behoren, want

toen hij vernam hoe groot de manifestatie werd, had

hij moeten inzien dat het Poelaertplein geen

geschikte plaats was om de veiligheidsmaatregelen

na te leven. De politie wachtte op duidelijke

instructies om op te treden tegen boefjes die de

betoging infiltreerden om keet te schoppen. Ik sluit

me aan bij de vragen die het Vrij Syndicaat voor het

Openbaar Ambt (VSOA) in zijn communiqué stelde.

Ik wil hier niet het proces van de burgemeester

voeren, maar gewoon weten welke rol het Brussels

Gewest via Brussel Preventie & Veiligheid (BPV)

speelde en hoe de minister-president op de

gebeurtenissen terugkijkt.

Outre le danger sanitaire, la manifestation a donné

lieu à des débordements en fin de cortège.

Plusieurs commerces ont été vandalisés et des

incendies déclenchés par des fauteurs de troubles,

entraînant une nouvelle fois la mobilisation

d'importants effectifs policiers et de secours. Déjà

fortement affectés par la crise sanitaire, les

commerces n'avaient pas besoin de ça !

Comme j'ai eu l'occasion de le dire hier au conseil

communal, j'estime que le bourgmestre a commis

plusieurs erreurs. D'appréciation et de jugement,

d'abord, puisqu'il était évident que les règles de

distanciation physique ne pourraient être

respectées. Une erreur d'organisation, ensuite, car,

dès l'instant où il s'est aperçu de l'ampleur de la

participation - qu'un certain nombre d'éléments

permettaient d'anticiper, contrairement à ce que dit

le bourgmestre -, il aurait dû comprendre que la

place Poelaert n'était pas le bon endroit pour faire

respecter les gestes barrières. Une erreur dans la

gestion du maintien de l'ordre, enfin. Les forces de

police attendaient des instructions claires pour

intervenir, lors de la dislocation, contre certains

voyous infiltrés dans le rassemblement dans le but

de tout casser. Je rejoins toutes les questions

posées par le Syndicat libre de la fonction publique

(SLFP) Police dans son communiqué.

Je ne suis pas ici pour faire le procès du

bourgmestre. Je voulais uniquement savoir quel

était le rôle de la Région de Bruxelles-Capitale à

travers Bruxelles Prévention et sécurité (BPS) et

quelle était l'analyse du ministre-président.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De

burgemeester van Brussel-Stad, de heer Philippe

Close, besloot, ondanks de hevige gezondheids-

crisis die ons al maanden teistert, een betoging op

het Poelaertplein te tolereren. Iedereen wist op

voorhand dat de socialeafstandsregels daarbij niet

gehandhaafd zouden kunnen worden. Het

Poelaertplein meet immers 6.000 m² en tussen de

5.000 en maar liefst 20.000 mensen hadden

aangegeven naar dat evenement te zullen gaan. Het

stond dan ook vast dat er veel aanwezigen zouden

zijn en dat er minder dan 0,5 m² per persoon

beschikbaar zou zijn.

We hebben op die risico's gewezen, net als op het

risico dat de betoging kon uitmonden in geweld en

M. Mathias Vanden Borre (N-VA) (en

néerlandais).- Malgré la lourde crise sanitaire qui

sévit depuis des mois, le bourgmestre de la Ville de

Bruxelles, Philippe Close, a décidé de tolérer une

manifestation sur la place Poelaert, alors que

chacun savait que les règles de distanciation

sociale ne pourraient pas y être respectées, étant

donné les dimensions de la place et le nombre de

participants annoncés.

Nous avions dénoncé ces risques, tout comme celui

de débordements et de pillages. Je regrette

vivement que la réalité nous ait donné raison.

Jusqu'ici, la police bruxelloise a procédé à 239

arrestations, dont sept arrestations judiciaires.

9 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



plunderingen. Ik betreur ten zeerste dat we gelijk

hebben gekregen, want de betoging eindigde in

rellen en geweld. De Brusselse politie pakte tot

dusver 239 mensen op. In zeven gevallen betreft het

een gerechtelijke aanhouding. Het is intriest dat de

relschoppers de reeds zwaar getroffen

middenstanders en winkels plunderden.

De burgemeester kwam zijn verplichting om de

openbare orde in het algemeen belang te handhaven

niet na. In dat geval kan de minister-president de

bevoegdheden van de burgemeester uitoefenen en

de politie vorderen voor het handhaven van de

openbare orde.

Wat was het resultaat van de risicoanalyse van de

Gewestelijke Veiligheidsraad met betrekking tot de

betoging? Welke maatregelen nam de minister-

president op basis van die risicoanalyse?

Le bourgmestre a manqué à son devoir de maintien

de l'ordre public dans l'intérêt général. Dans ce

cas, le ministre-président peut exercer les

compétences du bourgmestre et réquisitionner la

police pour maintenir l'ordre.

Quel est le résultat de l'analyse des risques du

Conseil régional de sécurité concernant la

manifestation ? Quelles mesures a prises le

ministre-président sur la base de cette analyse ?

Mevrouw Bianca Debaets (CD&V).- Namens de

CD&V steun ik de boodschap van de Black Lives

Matter-beweging. Er is nog altijd een structurele

vorm van racisme en discriminatie. Ik vermeldde

gisteren in de gemeenteraad nog een cijfer van de

Koning Boudewijnstichting (KBS) dat aantoont dat

personen van Sub-Saharaanse origine drie tot vier

keer moeilijker werk vinden, ook al zijn ze hoger

opgeleid. Daar moeten we iets aan doen.

Het is wel vreemd dat je in België met niet meer dan

tien mensen mag samenkomen, behalve in Brussel,

waar je met 10.000 mensen mag samenkomen. Dat

is een groot verschil. Net als de collega's vond ik het

dan ook een kaakslag in het gezicht van alle mensen

die een familielid zijn verloren of zelf ziek zijn

geweest en van alle gezondheidswerkers, die bijna

hun eigen leven hebben geriskeerd om andere

mensen met corona te helpen.

Was u betrokken bij de organisatie? Hebt u mee

overlegd met de organisatoren en de burgemeester?

Waarom is er niet naar een alternatief gezocht? Ik

begrijp dat het een sociaal-maatschappelijk

belangrijk evenement is, maar een symbolische

actie op de Grote Markt of een andere locatie, zoals

de Heizel, was perfect mogelijk geweest. Ook

opstoten zouden daar veel minder schadelijk zijn. Ik

denk aan de handelaars, die hun winkel twee

maanden lang moesten sluiten in volle coronacrisis,

en van wie de winkel dan een week na de

Mme Bianca Debaets (CD&V) (en néerlandais).-

Au nom du CD&V, je soutiens le mouvement Black

Lives Matter, contre le racisme et la

discrimination structurels qui règnent toujours.

D'après la Fondation Roi Baudouin, les personnes

d'origine subsaharienne auraient trois à quatre

fois plus de difficultés à trouver un emploi, malgré

une meilleure formation.

Je ne comprends pas pourquoi un rassemblement

de 10.000 personnes est permis à Bruxelles, alors

qu'on ne peut se réunir à plus de dix en Belgique !

Comme mes collègues, je trouve que c'est un

affront pour toutes les personnes qui ont perdu un

proche ou ont souffert du virus, et tout le personnel

soignant, qui a risqué sa vie pour aider les malades

du coronavirus.

Avez-vous pris part à l'organisation ou aux

négociations avec les organisateurs et le

bourgmestre ? Je comprends l'importance de

l'événement, d'un point de vue sociétal, mais une

action symbolique n'aurait-elle pu être organisée

sur la Grand-Place ou au Heysel ? Les émeutes y

auraient fait moins de dégâts. Quel message les

politiciens qui ont autorisé la manifestation

envoient-ils aux commerçants qui ont vu leur

commerce vandalisé, une semaine à peine après la

réouverture ?

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 10




heropening kort en klein wordt geslagen en

geplunderd. Welke boodschap geven de politici die

dat hebben toegestaan, aan die handelaars?

Ten slotte waren de gezondheidsrisico's bekend.

Samenscholingen van meer dan tien mensen zijn

verboden: dat is toch een duidelijke regel? Dat laat

geen ruimte voor interpretatie. Waarom hebt u de

manifestatie dan toch laten plaatsvinden? Het is in

eerste instantie de burgemeester die al dan niet een

betoging op zijn grondgebied toestaat, maar in

tweede instantie kan een gouverneur, u dus, dat

perfect verhinderen in het belang van de publieke

veiligheid en gezondheid, en zeker niet om de

boodschap van de betogers teniet te doen.

Enfin, après le bourgmestre, vous êtes, en tant que

gouverneur, la deuxième personne à pouvoir

interdire ce genre de manifestation pour des

raisons de sécurité et de santé publique.

De heer Sadik Köksal (DéFI) (in het Frans).- De

bijeenkomst vond plaats na de dood van George

Floyd in de VS en de daaruit voortvloeiende

wereldwijde golf van verontwaardiging. Ik

veronderstel dat niemand de behoefte om

verontwaardiging over racisme te tonen, in vraag

stelt.

De stad Brussel had drie keuzes: de bijeenkomst

verbieden, ze toestaan of ze tolereren. Ze koos

ervoor ze niet toe te staan om geen overrompeling

te veroorzaken, maar ze wilde ze ook niet verbieden

omdat het nagenoeg onmogelijk is om te

verhinderen dat 10.000 personen bijeenkomen. Had

ze de bijeenkomst wel verboden, dan waren die

mensen in verspreide groepen bijeengekomen,

zonder dat er veiligheidsmaatregelen werden

genomen, wat tot nog ernstiger gevolgen voor de

volksgezondheid had kunnen leiden. Ze koos voor

de minst slechte oplossing: de betoging tolereren en

omkaderen.

Net als bij veel andere manifestaties waren er

uitwassen. Die vonden plaats na de betoging en er

ver bij vandaan. De feiten werden gepleegd door

amokmakers die niets met de manifestanten te

maken hadden. Er vonden meer dan driehonderd

arrestaties plaats en de schuldigen moeten zich

voor de rechtbank verantwoorden. Niets wijst erop

dat die rellen zich niet hadden voorgedaan als de

stad de manifestatie had verboden.

M. Sadik Köksal (DéFI).- Il faut rappeler dans

quel contexte ce rassemblement a eu lieu. Il faisait

suite à la mort de George Floyd aux États-Unis et

à la vague d'indignation mondiale qui en a résulté.

Le besoin de manifester son indignation et son

attachement à la lutte contre le racisme n'est, je le

suppose, remis en question par personne dans cet

hémicycle. La Ville de Bruxelles s'est retrouvée

dans une situation impossible, face à un

rassemblement de plusieurs milliers de personnes

annoncé sur les réseaux sociaux. Elle avait trois

possibilités ; l'interdire, l'autoriser ou le tolérer.

Elle a choisi de ne pas l'autoriser pour ne pas créer

d'emballement. Elle a préféré ne pas l'interdire, car

il aurait été pratiquement impossible d'empêcher

10.000 personnes de se rassembler. Si tel avait été

le cas, ces mêmes personnes se seraient réunies

ailleurs en groupes dispersés, sans aucune règle ni

mesure de sécurité. Interdire purement et

simplement l'action aurait pu produire des effets

sanitaires encore plus graves. La Ville de Bruxelles

a dès lors pris ce que nous considérons en

conscience comme la moins mauvaise décision, à

savoir tolérer la manifestation et l'encadrer,

demander le port du masque, distribuer des

masques et exiger le respect, autant que possible,

de la distanciation physique.

Certes, des débordements ont eu lieu, comme lors

de nombreuses manifestations. Ils ont éclaté après

l'action, loin du lieu de rassemblement. Ils sont le

fait de fauteurs de troubles qui n'avaient rien à voir

avec les manifestants, venus pour piller et casser.

11 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



Plus de 300 arrestations ont eu lieu et les coupables

devront rendre des comptes devant la justice. Rien

ne dit que ces troubles n'auraient pas été pires en

cas d'interdiction pure et simple.

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a).- Ik

was zondag aanwezig op de betoging. Ik ben er

naartoe gegaan omdat ik veronderstelde dat de

regels van sociale afstand konden worden

gerespecteerd, maar dat bleek niet het geval te zijn.

Ik merkte wel dat iedereen een mondmasker droeg.

Er werd niet gedrumd en mensen raakten elkaar niet

aan. Het klopt dat er geen anderhalve meter afstand

was, maar het voelde niet gevaarlijk aan.

Ik heb me achteraf ook de vraag gesteld of ik er

goed aan gedaan heb. Heel veel mensen zijn

verontwaardigd over het plaatsvinden van de

betoging, maar anderzijds zijn ook heel veel mensen

al jarenlang verontwaardigd dat hun boodschap

tegen racisme en politiegeweld niet wordt gehoord.

Dit racisme dat al decennia sluimert in onze

samenleving en niet erkend wordt, is een even erge

pandemie als die van het coronavirus. We bevonden

ons in de open lucht en droegen een mondmasker.

Ik hoop dat dat voldoende was om de verspreiding

van het virus tegen te houden.

Na deze betoging ontbreekt wel een belangrijk

signaal vanuit de politiek dat de boodschap gehoord

is. Ik mis het signaal dat politici eindelijk

maatregelen tegen racisme zullen nemen, dat ze

werk zullen maken van de praktijktesten en dat ze

discriminatie op de werkvloer en de woningmarkt

zullen bestraffen. Ik hoop dat het Brussels Gewest

dat signaal kan geven.

Ik hoop ook dat alle plunderaars en mensen die

nadien schade hebben aangericht, gestraft zullen

worden. Dat heeft niets te maken met de betoging

en kan absoluut niet worden getolereerd.

Mme Els Rochette (one.brussels-sp.a) (en

néerlandais).- J'ai participé à la manifestation de

dimanche parce que je pensais que les règles de

distance sociale seraient respectées, mais cela n'a

pas été le cas. Comme tout le monde portait un

masque et que nous nous trouvions à l'air libre,

nous ne nous sentions pas en danger.

La manifestation a suscité l'indignation de

beaucoup. Toutefois, depuis des années, beaucoup

d'autres s'indignent de ne pas être entendus

lorsqu'ils dénoncent le racisme et les violences

policières. Une pandémie aussi grave que le

coronavirus !

Or, après la manifestation, les politiciens n'ont pas

montré qu'ils comptaient enfin prendre des

mesures, mettre en œuvre les tests de situation et

sévir contre toute discrimination sur le lieu de

travail et sur le marché du logement. J'espère

entendre ce signal de la part de la Région

bruxelloise.

J'espère aussi que tous les pilleurs et vandales

seront punis. Leurs actes sont intolérables et n'ont

rien à voir avec la manifestation.

De heer Petya Obolensky (PTB) (in het Frans).-

Zondag vond er in Brussel, net zoals in andere

steden over de hele wereld, een antiracisme-

betoging plaats met meer dan 10.000 deelnemers.

De betoging zelf is vreedzaam verlopen, maar

helaas hebben nadien enkele relschoppers amok

gemaakt. Dergelijk gedrag is uiteraard totaal

M. Petya Obolensky (PTB).- Dimanche, à

Bruxelles comme dans d'autres grandes villes

européennes et ailleurs dans le monde, s'est

déroulée une très importante manifestation contre

le racisme, avec comme slogan "Justice pour

Floyd". Que ce soit à Bruxelles, Londres, Rome,

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 12




onaanvaardbaar, maar we mogen niet toelaten dat

die rellen de vreedzame massabijeenkomst in de

schaduw stellen. Het is makkelijk voor de rechtse

partijen om achteraf verontwaardigd te zijn.

Ik begrijp dat de burgers ongerust zijn over de

gezondheidsimpact van de betoging. Ook ik vind het

jammer dat de veiligheidsafstand niet werd

gerespecteerd. Dat was nochtans perfect mogelijk,

zoals we in Antwerpen, Gent en Luik hebben gezien.

We kunnen echter moeilijk de schuld bij de betogers

leggen, want 99% droeg een mondmasker.

Bovendien stelden de organisatoren mondmaskers

ter beschikking.

De rechtse partijen MR en N-VA zijn bijzonder

hypocriet als het over de veiligheidsregels gaat. We

hebben ze amper gehoord toen de MIVB-chauffeurs

het werk neerlegden omdat de sociale afstand in de

bussen niet werd nageleefd. Wanneer rechts de

democratie wil beperken, gebruikt ze het Covid-19-

argument, maar wanneer het om de bescherming

van de arbeiders gaat, vindt ze veiligheid een stuk

minder belangrijk. Er wordt dus met twee maten en

gewichten gewogen. Dat is onaanvaardbaar. De

gezondheidsregels mogen niet worden gebruikt om

de democratie te beperken.

Berlin ou Budapest, des milliers de citoyens se sont

rassemblés en scandant "Justice pour tous".

Ils étaient 10.000 à Bruxelles. Blacks, blancs,

beurs... Justice pour Floyd, mais aussi pour Mehdi,

Adil, Mawda, Semira, Abdelamine, Ouassim ou

Sabrina, pour ne citer que les cas les plus récents.

Je veux souligner que le rassemblement s'est

déroulé pacifiquement, puisque 99 % des jeunes

présents n'avaient rien à voir avec les incidents. Ils

sont rentrés chez eux avec des étoiles plein les

yeux, conscients d'avoir participé à une

manifestation historique.

Comme c'était prévisible, il y a eu des casses, des

vols et d'autres dégâts, causés par quelques

émeutiers minoritaires. C'est détestable et nous ne

les cautionnons évidemment pas. Cependant, ne

permettons pas qu'ils fassent de l'ombre au

gigantesque rassemblement pacifiste. Il est donc

facile pour la droite de s'insurger a posteriori !

Concernant le Covid-19, je comprends la colère et

l'inquiétude des citoyens. J'aurais préféré que les

distances interpersonnelles soient respectées.

Était-ce possible ? Oui, puisque cela a été le cas à

Anvers, Gand et Liège. Cela montre donc qu'il est

possible d'agir dans le respect des règles.

Cependant, il est difficile de blâmer les

participants à cette manifestation, car 99 % d'entre

eux portaient un masque et il était possible d'en

obtenir un auprès des organisateurs.

Quant aux règles de sécurité, je veux dénoncer

l'hypocrisie des partis de droite MR et N-VA. En

effet, on ne les a pas beaucoup entendus quand, par

exemple, les ouvriers de la STIB faisaient grève

pour faire respecter la distanciation dans leurs bus.

Quand il s'agit de limiter la démocratie, la droite

utilise l'argument du Covid-19, mais quand il s'agit

de protéger les ouvriers, elle trouve les règles de

sécurité moins importantes. Malgré notre soutien

aux commerçants, nous apprenons aujourd'hui que

nos rues commerçantes accueillent plus de 10.000

personnes par jour. C'est donc le principe des deux

poids, deux mesures qui règne.

Je trouve cela inacceptable et nous veillerons à ce

que les règles sanitaires ne soient pas utilisées pour

restreindre la démocratie.

13 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



De heer Marc-Jean Ghyssels (PS) (in het Frans).-

Net zoals iedereen in deze assemblee steunen wij de

eisen van de betogers en veroordelen wij

politiegeweld en racisme.

Ik hoor heel wat kritiek op burgemeester Close,

maar het is niet de taak van de commissie voor de

Binnenlandse Zaken om zich uit te spreken over

eventuele bestuursfouten van een burgemeester,

vooral omdat ordehandhaving een autonome

bevoegdheid van de burgemeesters is.

Ik vind overigens dat burgemeester Close de juiste

beslissing heeft genomen. Als 10.000 personen op

Facebook aankondigen dat ze voor een goed doel

willen betogen, is het moeilijk om ze tegen te

houden. Daarvoor zouden minstens 5.000

politieagenten en 200 waterkanonnen nodig zijn

geweest. In een andere stad werd een soortgelijke

bijeenkomst verboden. Resultaat: 2.000 betogers en

een honderdtal administratieve aanhoudingen.

Over dat evenement horen we echter nauwelijks

iets.

De heer Close heeft correct gehandeld en de

betoging zo goed mogelijk omkaderd. Het

evenement was goed voorbereid samen met de

politiediensten. Er werd voor het Poelaertplein

gekozen omdat dat een open ruimte is, in

tegenstelling tot de Grote Markt. Helaas hebben

anarchisten en relschoppers zich onder de menigte

gemengd en aan het einde van de betoging onrust

gezaaid. We zien dat wel vaker bij massabetogingen

in grote steden en Brussel bleef helaas niet

gespaard.

Het is niet onze taak om de politieke

verantwoordelijkheid van de burgemeester te

beoordelen. Hij heeft de situatie goed beheerd, ook

al is het jammer dat het tot rellen is gekomen. Wat

we vooral niet mogen vergeten, is dat die betoging

niet nodig was geweest als onze samenleving vrij

van racisme was.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Comme tout le

monde dans cette assemblée, nous soutenons les

revendications des manifestants. Nous sommes

bien évidemment opposés aux violences policières

et à tout acte de racisme. De nombreux

mandataires étaient d'ailleurs présents à cette

manifestation.

La question que je me pose concerne plutôt nos

compétences dans le débat d'aujourd'hui. J'ai

l'impression que nous sommes en train de faire le

procès d'un bourgmestre absent. Or, je pense qu'il

ne relève pas de la compétence de la commission

des affaires intérieures de se prononcer sur

d'éventuelles erreurs de gestion commises par un

bourgmestre. D'autant plus que celui-ci a agi dans

le cadre d'une compétence qui lui est propre, à

savoir le maintien de l'ordre, ou la gestion négociée

de l'espace public comme on l'appelle aujourd'hui.

Au contraire, je pense qu'il a pris les bonnes

décisions au bon moment et en tenant compte de la

réalité des choses. Lorsque 10.000 personnes

annoncent sur Facebook leur volonté de se

rassembler pour défendre une cause juste, il est

difficile de les en empêcher. Il aurait fallu pour cela

mobiliser au moins 5.000 policiers et 200 auto-

pompes, ce qui est évidemment impossible. Par

conséquent, j'estime qu'il a pris une sage décision.

Un autre bourgmestre d'une ville certes moins

importante avait interdit une même manifestation.

Résultat : 2.000 manifestants et une centaine

d'arrestations administratives. De cet événement,

on ne parle pas ou très peu. Je crois donc, au

contraire, que M. Close a pris des décisions

courageuses et a encadré cette manifestation le

mieux possible.

L'une des interpellantes soutient qu'il aurait été

préférable d'organiser cet événement sur la Grand-

Place, et non sur la place Poelaert. Réfléchissez un

peu ! La Grand-Place est un espace clos, y réunir

10.000 personnes aurait été bien pire. Il est

dommage que M. Weytsman soit absent, car il est

évident que lorsqu'un parcours a été prévu en

fonction des estimations réalisées par la police, il

est toujours extrêmement difficile de rediriger

ensuite la foule vers d'autres lieux. En amont, tout

avait été parfaitement préparé.

Malheureusement, il y a eu des débordements,

comme c'est toujours le cas lors de grands

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 14




rassemblements organisés dans de grandes villes.

Des anarchistes et des casseurs se mêlent à la foule

et sèment le trouble en fin de cortège. Bruxelles

n'est malheureusement pas épargnée par ce genre

de faits.

Je pense qu'il ne nous appartient pas de juger d'une

éventuelle responsabilité politique du

bourgmestre. Il a bien géré la situation, même si

nous devons regretter et condamner les

débordements. Par ailleurs, nous devons surtout

nous rappeler que cette manifestation n'aurait

jamais dû avoir lieu si notre société n'était pas

encore aujourd'hui victime de racisme.

De heer Hicham Talhi (Ecolo) (in het Frans).- Ik

ben verbaasd dat dit debat werd toegestaan,

aangezien de reglementaire termijnen niet werden

gerespecteerd. Het verbaast me ook dat de eerste

spreker niet deelneemt aan het actualiteitsdebat dat

op zijn initiatief wordt gevoerd. Het gaat dus eens

te meer om een symbolisch en niet om een

inhoudelijk debat.

Wij hebben de minister-president al vaker vragen

over betogingen gesteld en hij verwees ons telkens

door naar de politiezones. Ik veronderstel dat zijn

antwoord vandaag niet anders zal zijn. Het is

vreemd dat dit debat hier plaatsvindt en niet in de

gemeenteraad of in de politieraad van Brussel-Stad.

Uiteraard betreuren wij dat er rellen hebben

plaatsgevonden. Sommigen insinueren dat de

burgemeesters niet snel genoeg hebben ingegrepen,

maar de politiecommissaris ontkent dat. Ik geloof

eerder een commissaris die bij de betoging

aanwezig was dan een vakbondsvertegenwoordiger

die het politiekorps verdedigt.

De boodschap van de betogers is dat er nog altijd

racisme in onze samenleving is. Racisme blijft een

structureel probleem. De betoging was dus

noodzakelijk. De meesten hebben in alle kalmte

betoogd, met een mondkapje op en met

inachtneming van de afstandsregels. We kunnen

alleen maar betreuren dat er nadien rellen zijn

ontstaan.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Tout d'abord, je

trouve surprenant que l'on accepte ce débat, alors

que les délais réglementaires n'ont pas été

respectés. Je trouve également très surprenant que

le premier orateur ne participe pas au débat

d'actualité qui se tient à son initiative. Une fois de

plus, nous voyons qu'il s'agit d'une posture et non

d'un vrai débat de fond.

Depuis le début de cette législature, nous avons à

plusieurs reprises eu l'occasion de discuter avec le

ministre-président de manifestations et à chaque

fois, il nous a redirigés vers les zones de police

compétentes pour s'exprimer à ce sujet. Je

présuppose que nous aurons à nouveau une

réponse de ce genre. Je trouve qu'il est très

particulier de tenir ce débat ici et non au conseil

communal ou au conseil de police de la Ville de

Bruxelles. Je comprends toutefois la volonté de

clarifier les positions.

Par rapport aux événements, nous regrettons bien

entendu les débordements qui ont eu lieu. Certains

ont insinué que les ordres de police n'ont pas été

donnés à temps par les bourgmestres, ce qui a été

démenti par le commissaire en personne. Nous

pouvons donc répéter une fois de plus l'absence de

volonté de ne pas intervenir, puisque le

commissaire lui-même l'affirme. Je fais davantage

confiance à la parole du commissaire présent lors

des manifestations qu'à celle d'un syndicaliste qui

défend le corps de police.

Concernant le message de fond des manifestants,

nous nous sommes rendu compte ces dernières

semaines que le racisme est toujours bien présent

15 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



dans la société. Nous l'avons encore vu aujourd'hui

lors d'examens passés par des étudiants en Flandre.

Le racisme est structurel et très problématique. Dès

lors, il était nécessaire que les manifestants se

réunissent. Ils l'ont fait, dans le calme pour la

majorité d'entre eux, avec des masques et en

respectant les règles de distanciation physique et

non sociale. Je peux en témoigner pour avoir été

présent. Nous ne pouvons que regretter les

débordements qui ont eu lieu après coup.

De heer Rudi Vervoort, minister-president (in

het Frans).- De betoging werd besproken op de

Nationale Veiligheidsraad. De heer Close,

burgemeester van Brussel, heeft mij getelefoneerd

om zeker te weten dat dat debat zou plaatsvinden,

omdat hij het standpunt van de Nationale

Veiligheidsraad wilde kennen.

In dat debat moesten wij rekening houden met de

algemene context. Er werden betogingen

aangekondigd op heel wat plaatsen en in bijna alle

hoofdsteden van de wereld. De vraag was welk

standpunt België zou innemen. Een ander

belangrijk punt was de omkadering van het

evenement.

Ik zal niet in detail treden over de discussies, maar

ik zal niet aarzelen om dat alsnog te doen als wij op

deze manier, via de media, blijven communiceren.

Wij hebben om meerdere redenen beslist om de

betoging niet te verbieden. Ik wil de minister van

Binnenlandse Zaken, die de verantwoordelijkheid

bij de gouverneurs legt, eraan herinneren dat de

federale overheid de touwtjes in handen heeft en dat

hij dus de hoogste beslissingsbevoegdheid heeft. Er

is samen met alle betrokken instanties beslist om de

betoging te laten doorgaan, onder meer omdat de

politie dan de situatie beter onder controle kan

houden dan wanneer een evenement wordt

verboden. In dat laatste geval weet de politie

immers niet waar ze haar manschappen moet

inzetten.

Bovendien zou de bevolking het vreemd hebben

gevonden dat een dergelijke betoging wel werd

toegelaten in andere landen, maar niet in België.

Wat premier Wilmès uiteindelijk in de pers-

conferentie heeft gezegd, is dat wij de emotie van de

bevolking begrijpen, maar dat wij de mensen

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je vais

faire quelques rétroactes, car je pense que nous

avons manqué plusieurs épisodes dans la chaîne

des événements.

La question de la manifestation a été abordée au

Conseil national de sécurité (CNS). Philippe Close

m'avait téléphoné le matin même pour me

demander de m'assurer que le débat ait lieu. Il

souhaitait connaître la position du CNS concernant

cette manifestation.

Des événements étaient en effet annoncés dans

plusieurs lieux et dans quasiment toutes les

capitales du monde entier. Des contacts avaient eu

lieu entre le ministère de l'intérieur et la Ville de

Bruxelles. Cela a été confirmé, puisque nous avons

effectivement eu un débat pour déterminer

l'attitude à adopter. D'une part, nous devions tenir

compte du contexte général, c'est-à-dire du fait que

de nombreuses manifestations étaient en cours,

avaient eu lieu ou étaient annoncées dans toutes les

capitales européennes et ailleurs. La question était

de savoir quelle serait l'attitude de la Belgique à ce

niveau. D'autre part, nous devions déterminer

comment encadrer cet événement et prendre une

décision.

Je ne vais pas entrer dans le détail des discussions.

Cependant, je n'aurai aucun scrupule à le faire si

nous continuons dans ce mode de communication,

notamment dans les médias. Il a été décidé de ne

pas interdire la manifestation pour différentes

raisons. D'abord, je rappelle au ministre de

l'intérieur, qui se défausse sur les gouverneurs, que

nous étions en phase fédérale et qu'il était donc en

première ligne pour décider. C'est avec l'ensemble

des acteurs qu'il a été décidé d'autoriser la

manifestation, notamment pour des raisons

policières. En effet, les policiers n'aiment pas que

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 16




vragen om die op een andere manier uit te drukken.

Wij hebben dus een beroep op de

verantwoordelijkheidszin van de burgers gedaan

door hun te zeggen dat een betoging niet ideaal was

in de huidige context.

Wat de organisatie betreft, hebben wij niet voor een

optocht, maar voor een statische bijeenkomst

gekozen, zoals in veel andere steden. Aangezien de

sociale afstand niet kon worden nageleefd, ook al

vond de bijeenkomst plaats in de openlucht, was het

dragen van een mondkapje aangewezen. Brussel-

Stad heeft daarom duizenden mondkapjes

uitgedeeld.

Brussel-Stad heeft zoals gewoonlijk afspraken met

de organisatoren gemaakt over de praktische

aspecten en voldoende politieagenten ingezet. We

vermoedden immers dat er zich problemen zouden

kunnen voordoen in de marge van de bijeenkomst.

De betoging zelf is overigens zonder het minste

incident verlopen. Het is pas achteraf dat kleine

groepjes relschoppers amok hebben gemaakt.

De betoging vond plaats op het grondgebied van de

gemeenten Brussel-Stad en Elsene, die onder

dezelfde politiezone vallen. Volgens de procedure

moet de officier ter plaatse de burgemeester bellen

om te vragen wanneer hij met administratieve

aanhoudingen mag beginnen. De officiers ter

plaatse mogen evenwel zelf beslissen hoe ze

reageren wanneer de politie wordt aangevallen,

aangezien zij specialisten zijn op het vlak van

ordehandhaving en weten hoe ze met relschoppers

moeten omgaan.

De boodschap van de Nationale Veiligheidsraad

was duidelijk: de betoging werd niet verboden,

maar gedoogd. En dat is ook gebeurd. Wie beweert

dat er iets anders is beslist, liegt.

Op de sociale media werd de burgemeester van

Brussel natuurlijk fel bekritiseerd. Die kritiek

barstte echter opvallend genoeg net na het begin

van de rellen los. Ik ben er vrij zeker van dat als er

geen rellen waren geweest, wij vandaag geen debat

over de naleving van de gezondheidsvoorschriften

zouden hebben gehad.

De betoging is verlopen zoals was beslist en

aangekondigd. Enkel de Nationale Veiligheidsraad

l'on interdise, car l'interdiction les empêche de

maîtriser l'événement lui-même. Cela pose un

problème opérationnel, puisque la police ne sait

pas où déployer ses hommes.

De plus, une interdiction aurait lancé à la

population un message un peu curieux, selon

lequel ce qui peut se faire ailleurs ne peut pas se

faire en Belgique. Nous nous serions sans doute

distingués, une fois encore, avec ce type de

décisions.

Donc, ce qui a été décidé - je vous invite à revoir

la conférence de presse de la Première ministre,

alors que nous venions ensemble d'évoquer la

question -, c'est que nous comprenons l'émotion

soulevée par l'affaire, mais que nous invitons la

population à manifester cette émotion de manière

différente. Nous avons ainsi envoyé un message à

la responsabilité des citoyens en leur disant que ce

n'était pas l'idéal en l'état actuel des choses. C'est

cela le message qui a été délivré.

Après, par rapport à la manière d'organiser, il

n'était pas souhaité qu'il y ait un cortège. D'où le

choix d'un rassemblement statique, comme cela a

été le cas dans nombre de villes du monde entier.

À partir du moment où l'on ne pouvait pas garantir

les règles de distanciation sociale, et en sachant

qu'il faut bien distinguer la distanciation sociale en

milieu aéré et en milieu fermé, le port du masque

était indiqué. D'ailleurs, la Ville de Bruxelles a

distribué des milliers de masques de façon à ce que

chacun - du moins l'immense majorité des gens -

porte un masque.

La Ville de Bruxelles, comme toujours en cas

d'événements de ce type, a convenu avec les

organisateurs des modalités pratiques de la

manifestation. Elle a aussi assuré, comme c'est

prévu dans les protocoles, les effectifs de police

avec les renforts fédéraux et autres. Tout cela était

prévu. J'ai ici les chiffres : dix pelotons

d’infanterie, deux arroseuses, une section de

cavalerie... Ce n'est pas rien. Nous nous doutions

bien, en effet, qu'il y aurait probablement, en

marge du rassemblement, de regrettables

événements.

D'ailleurs la manifestation en elle-même s'est

déroulée sans le moindre incident, de même que la

dislocation. C'est ensuite que des groupes mobiles

17 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



had de betoging kunnen verbieden. Dat is de

procedure in een federale fase.

(verder in het Nederlands)

Het ging om een lokaal georganiseerde en beheerde

betoging. Er is enkel een risicoanalyse uitgevoerd

door de politiezone, die de informatie vervolgens

heeft doorgegeven aan haar bestuurlijke overheid.

Wij zijn daar dus niet bij betrokken.

De betoging werd niet toegelaten, maar slechts

gedoogd door de bestuurlijke overheid van de

politiezone, zoals beslist in de Nationale

Veiligheidsraad.

Over de keuze voor het Poelaertplein heb ik geen

informatie, maar ik wil wel vermelden dat het veel

gevaarlijker was geweest op bijvoorbeeld de Grote

Markt of de Heizel. Om veiligheidsredenen was dat

geen optie.

(verder in het Frans)

In Canada knielde de eerste minister tussen de

andere manifestanten zonder de veiligheidsafstand

na te leven. Stel u voor welke reacties dat zou

hebben opgeleverd als wij hetzelfde hadden gedaan.

se sont rendus à différents endroits. C'est la réalité

du terrain.

La manifestation touchait deux communes,

Bruxelles et Ixelles, couvertes par la même zone de

police. Si je me souviens bien, car il y a eu peu de

manifestations sur le territoire de ma commune, la

procédure veut que l'officier sur place appelle le

bourgmestre pour savoir quand peuvent

commencer les arrestations administratives, qui se

font sous sa responsabilité. Répliquer à une charge

relève toutefois de la décision des officiers

présents sur place, qui sont des spécialistes du

maintien de l'ordre et qui savent comment

organiser tactiquement la prise en charge des

fauteurs de troubles.

Le message du Conseil national de sécurité (CNS)

était clair : il ne disait pas d'interdire, mais de

tolérer. Et la façon dont cela a été fait y correspond

pleinement. J'attends toujours qu'on me dise, les

yeux dans les yeux, que ce n'est pas ce qui a été

décidé au CNS. Comme disait l'autre, "l'un de nous

deux ne dit pas la vérité" !

On y a sans doute vu, sur les réseaux sociaux, un

élément d'opportunité, voire d'opportunisme, pour

condamner et lyncher un bourgmestre.

Curieusement, ces critiques ont commencé après le

début des troubles. J'ai la faiblesse de croire que s'il

n'y en avait pas eu, nous ne serions pas en train de

discuter pour savoir si les règles sanitaires ont bien

été respectées. Soit, je ne vais pas faire de procès

d'intention, car je sais qu'ici, les intentions des uns

et des autres sont désintéressées...

La manifestation s'est donc déroulée

conformément à ce qui avait été décidé et annoncé.

Une éventuelle interdiction aurait dû être

clairement décidée au niveau du CNS. C'est ainsi

que cela se passe en phase fédérale.

(poursuivant en néerlandais)

La manifestation a été gérée au niveau local. Seule

une analyse des risques a été effectuée par la zone

de police, qui l'a ensuite transmise à son autorité

administrative. Nous ne sommes donc pas

intervenus.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 18




La manifestation n'a pas été autorisée, mais

tolérée par l'autorité administrative de la zone de

police, comme décidé par le CNS.

Je ne dispose d'aucune information sur le choix de

la place Poelaert, mais la Grand-Place et le

Heysel ne convenaient pas pour des raisons de

sécurité.

(poursuivant en français)

Que se passerait-il ici si nous avions fait comme au

Canada, où le Premier ministre s'est agenouillé

parmi les manifestants sans respecter les distances

de sécurité ? Heureusement, ce n'était pas le cas.

Nous sommes juste allés au restaurant pour fêter

l'ouverture de l'horeca !

De heer David Weytsman (MR) (in het Frans).-

Mijnheer Talhi, van bij de start van de lockdown

heeft mijn partij tot social distancing opgeroepen.

Helaas werd onze oproep niet altijd gevolgd.

We hebben onmiddellijk ingegrepen, nog voor dat

we weet hadden van gewelddadige feiten. De

burgemeester van Brussel had aangegeven dat het

een voorbeeldige, statische manifestatie zou

worden, met de nodige social distancing. Uit de

foto's van de manifestatie op het Poelaertplein bleek

dat echter niet het geval te zijn.

We mogen niet vergeten dat discriminatie en

racisme het echte probleem zijn. Hoe wilt u de

winkeliers in Elsene, de stad Brussel en op de

invalswegen schadeloosstellen? Federaal minister

Ducarme, die bevoegd is voor zelfstandigen, stelde

een tegemoetkoming in de franchise voor als de stad

Brussel dat vraagt, maar tot gisteren is daar nog

niets van in huis gekomen. Trekt het Brussels

Gewest geld uit om getroffen winkeliers te

vergoeden?

M. David Weytsman (MR).- La distanciation

sociale est au cœur de ces débats. M. Talhi, mon

parti avait appelé à la faire respecter dès le début

du confinement, notamment à la STIB. Cela n'a pas

été le cas et je le regrette profondément.

Nous sommes intervenus directement, avant

d'avoir eu connaissance des premiers faits de

violence. Le bourgmestre s'était engagé à la tenue

d'une manifestation exemplaire, statique,

respectant les règles de distanciation. Toutefois, au

vu des photos du rassemblement et de la masse de

personnes sur la place Poelaert, ce n'était pas le cas.

C'est en voyant ces photos que nous avons réagi.

N'éclipsons pas le vrai problème, qui demeure la

lutte contre les discriminations et le racisme. Je

souhaiterais aussi vous entendre sur le

dédommagement des commerçants, notamment

d'Ixelles, de la Ville de Bruxelles et des axes

régionaux. Par ailleurs, le ministre fédéral chargé

des indépendants, Denis Ducarme, a proposé

d'intervenir au niveau de la franchise de ces

commerçants si la Ville de Bruxelles le sollicite, ce

qui n'a pas été le cas hier. Une intervention de la

Région bruxelloise est-elle envisagée, en

particulier pour les commerçants établis sur les

axes régionaux ?

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).-

Mijnheer de minister-president, uw antwoord was te

verwachten, we hadden het zelf kunnen schrijven.


néerlandais).- Nous pouvions nous attendre à ce

que vous répondiez que la loi a été respectée et la

19 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



U zegt dat alles conform de wet verliep en dat het

jammer is dat er rellen waren, maar dat men zich

goed had voorbereid.

Hiermee ontloopt u uw verantwoordelijkheid.

Artikel 128 van de provinciewet stelt dat u besluiten

kunt nemen om betogingen op het grondgebied van

het gewest te verbieden. Dat deed u reeds twee keer

in het verleden, maar deze keer niet. U hebt die

beslissing niet genomen; u bent dus impliciet

verantwoordelijk.

Ik ben ervan overtuigd dat de meerderheid van de

manifestanten goede bedoelingen had en een

oprechte boodschap tegen racisme de wereld in wou

sturen. Maar het cynische is dat de boodschap van

gelijkheid en naastenliefde grotendeels verloren

gaat door de niet-naleving van de regels, door chaos

en geweld. Dat betreur ik.

Ik stel vast dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan

op een aantal vlakken. Ten eerste heeft de

vertrouwensbreuk te maken met de

quarantaineregels. Ik hoor net een parlementslid dat

aanwezig was op de betoging, verwijzen naar de

verklaring van de fractieleider van haar partij in het

Vlaams Parlement dat ze vijftien dagen in

quarantaine gaat. Ik stel voor dat mijn collega

dezelfde beslissing neemt. Ten tweede stel ik een

vertrouwensbreuk vast bij al wie een naaste

verloren heeft, waaronder ikzelf. Ten derde is er ook

een vertrouwensbreuk bij het zorgpersoneel, dat

zich dag en nacht heeft ingezet. Hoe kan men de

feiten aan hen uitleggen? Tot slot is een

vertrouwensbreuk bij de politie, en dat is een acuut

probleem in onze stad.

préparation adéquate. Ce faisant, vous esquivez

vos responsabilités. Que vous n'ayez pas interdit

cette manifestation comme vous le permet

l'article 128 de la loi provinciale vous rend

implicitement responsable.

Je suis convaincu que la majorité des manifestants

avaient des bonnes intentions mais leur message

d'égalité et d'amour du prochain a été balayé par

le non-respect des règles et la violence. Je le

déplore.

Je constate une rupture de confiance. Tout d'abord

par rapport aux règles de quatorzaine : la

parlementaire qui a participé à la manifestation

ferait bien de se l'appliquer, à l'instar de sa cheffe

de groupe au Parlement flamand. Ensuite, il y a

rupture de confiance de la part de tous ceux qui

ont perdu un proche, dont moi, mais aussi de la

part du personnel soignant, qui a travaillé nuit et

jour, sans relâche. Comment leur expliquer les

faits ? À cela s'ajoute encore une rupture de

confiance de la part de la police.

Mevrouw Bianca Debaets (CD&V).- Ik blijf

herhalen dat de burgemeester wel degelijk

alternatieven had. Hij had met de organisatoren

kunnen onderhandelen over een ander tijdstip, na de

coronacrisis, of over een andere locatie.


Toen ik het over de Grote Markt had, doelde ik

natuurlijk niet op een manifestatie met 10.000

deelnemers, maar op een symbolische actie zoals er

daar al vele plaatsvonden.


Le bourgmestre aurait pu négocier d'organiser la

manifestation après la crise ou à un autre endroit...


Lorsque j'ai évoqué la Grand-Place, ce n'était bien

sûr pas pour accueillir dix mille personnes, mais

pour une action symbolique, comme on le fait

parfois pour la Pride ou pour Amnesty

International. De nombreuses actions y ont déjà été

menées.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 20





Er waren heel wat mogelijkheden. De Heizel,

bijvoorbeeld, weliswaar niet in het stadion, maar

aan het Atomium. De stad Brussel heeft het

vuurwerk op oudejaarsavond verplaatst van het

centrum naar het Atomium uit

veiligheidsoverwegingen. Dan is het toch wel heel

raar om een betoging met zo'n hoog risico te laten

plaatsvinden in het centrum. Waarom kan dat niet

volgens dezelfde logica aan de Heizel?

Als je als burger zonder mondmasker de tram of

metro neemt, krijg je een boete. Terecht, want het

gaat hier om de veiligheid van mensen. Als je, nu

het weer mag, op café of restaurant gaat, mag je niet

aan de bar bestellen, want anders krijg je een boete.

Terecht, het gaat over veiligheid en dus moeten we

afstand bewaren. Maar wat ik heel moeilijk te

verklaren vind en wat veel mensen tegen de borst

stuit, is dat er tegelijk blijkbaar politici zijn die

vinden dat burgers de regels moeten respecteren,

maar dat zij er zelf boven staan. Dat is hoogst

eigenaardig.


Pour des raisons de sécurité, on aurait également

pu déplacer la manifestation à l'Atomium, comme

la Ville de Bruxelles l'a fait pour le feu d'artifice

du Nouvel An.

Il me paraît logique d'imposer des règles de port

du masque et de distance aux citoyens et de leur

infliger des amendes si elles ne sont pas

respectées, dans la mesure où il y va de la sécurité

de chacun. Je trouve par contre difficile à

expliquer et révoltant, pour beaucoup, que les

politiciens considèrent qu'ils sont au-dessus des

règles.


het Frans).- De Brusselse regering heeft, in overleg

met de Nationale Veiligheidsraad en de experts, het

dragen van een mondmasker altijd verplicht indien

het niet mogelijk is om voldoende afstand van

elkaar te houden en in ruimten waar mensen langer

verblijven.

Door mondmaskers uit te delen, spoorde het gewest

de manifestanten aan om die te dragen. De context

is echter complex. De Nationale Veiligheidsraad

heeft nooit overwogen om de manifestatie te

verbieden. Als ik een besluit had genomen om ze te

verbieden op het Brusselse grondgebied, zou dat

misschien door de Raad van State zijn vernietigd.

Het betreft immers de vrijheid van meningsuiting,

een van de belangrijke principes van onze

democratie. In de huidige situatie staan onze

basisvrijheden echter sterk onder druk.

In dit geval school de moeilijkheid in het verenigen

van respect voor de vrijheid en de naleving van de

gezondheidsmaatregelen. De manifestatie paste in

een ruimere internationale context en ze verbieden

zou tot wereldwijde afkeuring hebben geleid. Het is

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En

concertation avec le Conseil national de sécurité

(CNS) et les experts, nous avons toujours prescrit

une obligation de porter un masque lorsque le

respect de la distance physique n'était pas garanti,

dans des endroits où l'on est confiné durant un

certain laps de temps, comme les transports en

commun. Cette obligation n'était d'ailleurs pas tout

à fait conforme aux recommandations des experts,

qui l'ont toujours hautement conseillé mais jamais

imposé.

En distribuant des masques aux manifestants, nous

les avons en quelque sorte incités à les porter. Mais

le contexte de notre intervention est très complexe.

Nous sommes dans une phase fédérale et le CNS

n'a jamais envisagé d'interdire la manifestation. Je

n'allais donc pas prendre un arrêté pour l'interdire

sur le territoire régional, au risque qu'il soit cassé

par le Conseil d’État, comme ce fut le cas à deux

reprises dans le passé. Cette juridiction est

extrêmement sensible au respect de la liberté

d'expression, qui est l'un des grands principes de

notre démocratie. Or, la situation actuelle met nos

libertés fondamentales à l'épreuve.

21 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



wat gemakkelijk om anderen de les te spellen zonder

rekening te houden met die context.

(Opmerkingen van mevrouw Debaets)

Herlees de teksten. Dat is vervelend, maar niet zo

erg als de onophoudelijke kritiek van wie ten

onrechte meent de regels en de beslissingen te

kennen.

En l'occurrence, toute la difficulté résidait dans la

possibilité de concilier le respect des libertés et les

règles sanitaires. Cette manifestation s'inscrivant

dans un mouvement international, une interdiction

de manifester aurait été mondialement réprouvée.

Il est donc un peu facile de donner des leçons sans

tenir compte du contexte.

(Remarque de Mme Debaets)

Relisez les textes. Je sais que c'est fastidieux mais

pas autant que les critiques incessantes de ceux qui

croient connaître le contenu des règles et des

décisions.

De heer Sadik Köksal (DéFI) (in het Frans).- Ik

hoop dat we hier in het Brussels Parlement werk

kunnen maken van de strijd tegen racisme en

xenofobie, want niet alleen in de Verenigde Staten,

maar ook hier worden personen slachtoffer van

racisme.

Ik verzoek de leden van de MR en de N-VA om de

problematiek ook in de andere parlementen aan te

kaarten.

M. Sadik Köksal (DéFI).- Sur le fond, j'espère

que nous pourrons travailler notamment sur le

racisme et la xénophobie, dans cette assemblée,

afin d'éviter que les gens ne soient exténués et ne

doivent manifester leur indignation. En

l'occurrence, il est question d'un événement qui a

eu lieu outre-Atlantique, mais en Belgique aussi,

tous les jours, dans nos administrations, dans le

public ou le privé, des personnes sont victimes de

racisme.

J'aimerais que les intervenants du MR et de la N-

VA ouvrent également le débat dans les

assemblées où ils sont présents. Nous serons très

attentifs aux futures discussions.


Vooreerst stel ik de rechtse partijen gerust: er zijn

heel wat andere manieren om te manifesteren.

Neem bijvoorbeeld het personeel van het Sint-

Pietersziekenhuis, dat premier Wilmès de rug

toekeerde toen zij er een bezoek aflegde.

Trouwens, bij betogingen in Luik, Gent en

Antwerpen werd de regel van social distancing wel

gerespecteerd. Je kunt mensen niet muilkorven nu

er een historische antiracistische beweging opstaat.

Voor bijna alles gold de lockdown. Het wordt dus

een uitdaging om ook de komende maanden het

recht om te betogen te garanderen, zeker voor de

duizenden werknemers die hun werk verliezen.

M. Petya Obolensky (PTB).- S'agissant des

manifestations, je tiens à rassurer les partis de

droite, auxquels je vous demanderai de transmettre

mon message, Mme Dufourny : ne vous inquiétez

pas, nous pouvons nous adapter et il existe quantité

de manières de manifester, comme en témoigne la

haie de déshonneur du personnel de l'hôpital Saint-

Pierre, qui a fait le tour du monde.

Des manifestations remarquables ont été

organisées à Liège, Gand et Anvers, où la distance

physique a été bien respectée. Il est tout à fait

possible de faire preuve de créativité dans cette

phase complexe. Vous ne parviendrez pas à

museler les gens en cette période difficile pour tout

le monde où nous assistons à la naissance, au

départ des États-Unis, d'un mouvement antiraciste

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 22




Ik sta alleszins achter de beslissing van de

burgemeester van de stad Brussel om de betoging

toe te laten.

historique, d'une ampleur sans précédent depuis les

années 60.

Tout a été déconfiné - ou presque -, à part le droit

de manifester. Et cela constituera un enjeu majeur

dans les prochaines semaines et les prochains

mois, quand des milliers de travailleurs perdront

leur emploi. Nous continuerons de nous battre et

de trouver les moyens de manifester comme il se

doit. Je salue la décision du bourgmestre de la Ville

de Bruxelles d'autoriser le rassemblement.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS) (in het Frans).-

We hebben niet gezegd dat alles goed ging. We

hebben gewoon aangetoond dat wanneer twee

burgemeesters samenwerken, een fusie van de

politiezones niet nodig is. Sommige politici

verschuilen zich immers achter dit debat om een

fusie van de Brusselse politiezones te eisen.

Een internationale beweging ontstaat op sociale

media en er komen 10.000 mensen op de been. Dan

kunnen we een manifestatie in Brussel toch niet

beperken tot een honderdtal mensen op de Grote

Markt?

Het Poelaertplein is een symbolische plek, net voor

het Justitiepaleis, en is groot genoeg voor een

betoging. De burgemeester van de stad Brussel kent

de toestand en wordt geadviseerd door ervaren

mensen. De burgemeester van Antwerpen heeft de

manifestatie verboden, met als resultaat dat er

2.000 manifestanten kwamen opdagen en minstens

een honderdtal mensen administratief werden

aangehouden.

Brussel krijgt daardoor het imago van een open

stad, die racisme bestrijdt en de manifestatie in

goede banen heeft proberen te leiden. Enkele

idioten zijn keet komen schoppen, maar we hebben

alles zo goed mogelijk aangepakt.

Jammer dat de heer Weytsman er niet meer is. De

winkeliers kunnen gerust zijn, want de heer

Ducarme zal de verzekeringsmaatschappijen

vragen om franchises voor hen te laten vallen.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Nous n'avons pas

dit que tout allait bien. Nous avons simplement

démontré que lorsque deux bourgmestres

collaborent, une fusion des zones de police n'était

pas nécessaire. Or c'est la volonté d'une telle fusion

qui se dessine derrière ce débat.

Un mouvement international naît sur les réseaux

sociaux et une mobilisation de 10.000 personnes

s'annonce. Allons-nous limiter la manifestation à

un rassemblement de 100 ou 150 personnes sur la

Grand-Place ?

La place Poelaert est un lieu symbolique situé juste

devant le palais de justice et à même d'accueillir

une telle manifestation. Le bourgmestre de la Ville

de Bruxelles connaît la réalité du terrain, il met

tous les jours les mains dans le cambouis et est

entouré de gens expérimentés. Le bourgmestre

d'Anvers, lui, a interdit la manifestation. Le

résultat en a été un rassemblement de 2.000

manifestants et une centaine, au moins,

d'arrestations administratives.

La conséquence en est que Bruxelles apparaît

comme une ville ouverte sur le monde, qui lutte

contre le racisme, qui a accepté la manifestation et

l'a gérée le mieux possible. Quelques débiles sont

venus semer le chaos. Nous avons géré la situation

le mieux possible.

Je regrette que M. Weytsman soit parti. Les

commerçants peuvent être rassurés, puisque

M. Ducarme prendra contact avec les compagnies

d'assurances pour qu'elles abandonnent les

franchises.

23 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a).- Het

was in elk geval heel positief dat de betoging

plaatsvond. Ik sluit me aan bij de stelling van een

aantal commissieleden dat je een beweging die

wereldwijd op gang komt, in Brussel niet kunt

tegenhouden. Je moet die kwaadheid die al

decennialang sluimert en nu naar boven komt,

kanaliseren en dat recht bieden aan mensen, en

vooral aan jongeren want 90% van alle aanwezigen

waren jongeren tussen de 16 en 25 jaar, velen met

een kleur. Ik volg de heer Obolensky: je voelde dat

het om een historisch feit ging dat een ommekeer

zal teweegbrengen. De betoging gedogen in Brussel

was de enige juiste oplossing en een wijze

beslissing. Ik dank u daarvoor.

Ik betreur twee zaken: de plunderingen, die

uiteraard bestraft moeten worden, en het ontbreken

van een ernstig politiek signaal dat de boodschap

van de manifestanten is gehoord.


néerlandais).- J'estime moi aussi que l'on ne

pouvait pas empêcher ce mouvement d'envergure

mondiale à Bruxelles. Il fallait canaliser la colère

latente depuis des décennies et reconnaître ce droit

aux gens, surtout aux jeunes de 16 à 25 ans qui

représentaient 90 % des manifestants. Comme

M. Obolensky, j'ai le sentiment qu'il s'agissait d'un

événement historique. Tolérer la manifestation à

Bruxelles a été une sage décision. Je vous en

remercie.

Je déplore deux choses : les saccages, qui devront

être sanctionnés, et l'absence de reconnaissance

politique du signal envoyé par les manifestants.

De heer Hicham Talhi (Ecolo) (in het Frans).- De

burgemeesters van de stad Brussel en Elsene gaan

soms met gevaar voor eigen leven ter plaatse omdat

ze de openbare veiligheid belangrijk vinden. Ik wil

hen daarvoor bedanken.

Mijnheer Weytsman, ik kijk met ongeduld uit naar

het debat over de verdeling van plaatsen in

vliegtuigen.

Mevrouw Debaets, ik vind het stuitend dat u, die

niet dagelijks het slachtoffer wordt van racisme, het

zich veroorlooft tegen een gediscrimineerde groep

te zeggen op welke manier ze haar boodschap moet

brengen. Het is net die houding die problematisch

is en moet veranderen.

Ik herinner de leden van de MR en van de N-VA er

nogmaals aan dat Ecolo nooit de aantasting van de

openbare orde en politiegeweld zal aanvaarden.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je remercie les

bourgmestres de la Ville de Bruxelles et de la

commune d'Ixelles, qui se rendent sur le terrain

parfois au péril de leur intégrité physique. La

sécurité publique est importante à leurs yeux et ils

s'y donnent corps et âme.

S'agissant des propositions de M. Weytsman,

j'attends avec impatience le débat à venir sur le

remplissage des avions.

Quant aux propos de Mme Debaets, avec tout le

respect que je lui dois, je suis heurté d'entendre

suggérer quels sont les meilleurs moyens de

manifester, en évoquant la symbolique,

notamment. En tant que personne non racisée, qui

n'est donc pas victime du racisme au quotidien, se

permettre de dire à un groupe discriminé quelle est

la bonne manière de porter un message me semble

légèrement déplacé. C'est cette attitude-là qui pose

problème et qui doit changer.

Je rappelle une fois de plus à mes collègues du MR

et de la N-VA que nous condamnons les

dégradations et que nous ne cautionnons en aucun

cas l'atteinte à l'ordre public et la violence

policière.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 24




Mevrouw Bianca Debaets (CD&V).- Aangezien

ik geciteerd werd, wil ik graag reageren.

Ten eerste is het evident dat er een recht op betoging

en vrije meningsuiting bestaat.

Ten tweede begon ik mijn betoog met de melding

dat er een structureel probleem van racisme en

discriminatie is. Als u mijn privéleven kende, zou u

weten wat ik bedoel en dat ik daar nauw bij

betrokken ben. U oordeelt het best niet te snel.

Ten derde bevinden we ons nog steeds in een

periode van lockdown. Die wordt weliswaar

afgebouwd, maar ze is nog niet voorbij.

Het enige wat ik heb gezegd, is dat, gelet op de

coronacrisis, de mogelijkheid bestond om een

alternatief te zoeken. Meer heb ik niet gezegd.

Gelieve mij correct te citeren.


J'aimerais réagir à ce que l'on a dit à mon sujet.

Tout d'abord, il existe bien évidemment un droit à

la manifestation et à la liberté d'expression.

Ensuite, comme je l'ai rappelé, le racisme et la

discrimination sont des problèmes structurels. Si

vous me connaissiez mieux, vous sauriez que cela

me touche de près.

Enfin, le déconfinement est enclenché, mais pas

encore terminé.

J'ai simplement dit qu'une autre solution aurait pu

être négociée, vu la crise du coronavirus.


het Frans).- Ik ken mevrouw Debaets' persoonlijke

situatie en er valt haar niets te verwijten.

Een van de experts zei dat een volle Ryanair-vlucht

nemen minder gevaarlijk is dan de metro met social

distancing. Er zijn dus net zoveel meningen als

experts.

Ik heb een collega gevraagd of hij mij het besluit

kan bezorgen waarmee de burgemeester van

Antwerpen de manifestatie verbood. Voor zover ik

weet is er in geen enkele stad zo'n besluit genomen.

De voorzitter.- Ik dank iedereen en in het bijzonder

de minister-president voor zijn deelname aan dit

minidebat, terwijl hij het volgens dat volgens het

reglement had kunnen weigeren. De bespreking

verliep sereen en was leerzaam. De inschatting van

de parlementsleden blijkt duidelijk te verschillen

van de snelle conclusies die in de media worden

getrokken over overheidsbeslissingen.

- De incidenten zijn gesloten.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je

connais la situation de Mme Debaets, et je sais que

nous ne pouvons pas l'attaquer sur ce point.

Les experts sont ce qu'ils sont. L'un d'entre eux a

déclaré que prendre un avion Ryanair bien rempli

était moins dangereux que prendre le métro en

respectant les règles de distanciation. Il y a donc

autant d'opinions que d'experts.

Enfin, j'ai demandé à un estimé collègue ici présent

si je pouvais disposer de l'arrêté pris par le

bourgmestre d'Anvers interdisant la manifestation.

À ma connaissance, dans aucune ville, il n'y a eu

d'arrêté en ce sens.

M. le président.- Je vous remercie tous, en

particulier le ministre-président qui a accepté ce

minidébat alors que, réglementairement, il aurait

pu le refuser. La discussion a été sereine et

instructive. Elle a surtout démontré la différence

entre l'appréciation d'un parlement et de ses

membres, d'une part, et les raccourcis parfois faits

dans les médias et les réseaux sociaux, d'autre part,

quant aux décisions prises par les pouvoirs publics.

- Les incidents sont clos.

25 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



INTERPELLATIE VAN DE HEER MATHIAS

VANDEN BORRE










betreffende "het geweld tegenover de politie

en het gebrek aan steun van de Brusselse

bestuurlijke overheden".

INTERPELLATION DE M. MATHIAS

VANDEN BORRE




CAPITALE CHARGÉ DU






concernant "les violences à l'encontre de la

police et le manque de soutien des autorités

administratives bruxelloises".

TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE

HEER PIERRE KOMPANY,

betreffende "de geweldplegingen tegen de

politie in de politiezone Brussel-Zuid".

TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE

HEER SADIK KÖKSAL,

betreffende "de spanningen in een aantal

Brusselse gemeenten".

INTERPELLATION JOINTE DE M. PIERRE

KOMPANY,

concernant "les violences à l'encontre de la

police dans la zone de police de Bruxelles-

Midi".

INTERPELLATION JOINTE DE M. SADIK

KÖKSAL,

concernant "les tensions dans une série de

communes bruxelloises".


Politievakbond VSOA heeft woensdagavond

20 mei nog maar eens aan de alarmbel getrokken.

We zagen toen schokkende beelden die toonden hoe

agenten van de politiezone Zuid belaagd werden

tijdens een arrestatie in een wijk rond de

Bergensesteenweg in Anderlecht. De beelden zijn

echt verschrikkelijk: er wordt getrokken, er wordt

geduwd; er vallen klappen en vervolgens wordt er

een trap recht tegen het hoofd van een jonge,

ongewapende agent uitgedeeld. We zien dus dat die

agenten rechtstreeks en onmiddellijk worden

belaagd door omstaanders. Volgens de

woordvoerder van de zone Zuid raakte een van de

twee betrokken politie-inspecteurs zwaargewond.

De man die een trap in het aangezicht heeft

geïncasseerd, heeft een hersenschudding en een

gebroken neus opgelopen. Ik hoop dat hij


néerlandais).- Le Syndicat libre de la fonction

publique (SLFP) a une fois de plus tiré la sonnette

d'alarme après l'agression, dans la soirée du

mercredi 20 mai, d'agents de la zone de police

Midi lors d'une interpellation à proximité de la

chaussée de Mons, à Anderlecht. D'après le porte-

parole de la zone, un jeune inspecteur de police

désarmé aurait reçu des coups au visage et

souffrirait d'une commotion cérébrale et d'une

fracture du nez.

L'homme interpellé aurait commis un vol avec

violence, armé d'un couteau. Il s'agirait d'un

Algérien bénéficiant d'une libération

conditionnelle, en séjour illégal et connu pour

usage de stupéfiants, vol aggravé, et possession et

recel d'armes et de munitions.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 26




ondertussen hersteld is en het werk heeft kunnen

hervatten.

Wat is eigenlijk de aanleiding van de feiten? De

man die werd opgepakt, is volgens de zone Zuid de

dader van een diefstal met geweld, waarbij een mes

werd gebruikt. De verdachte zou een

voorwaardelijk vrijgelaten Algerijn zijn, bekend

voor onder meer illegaal verblijf, drugs, zware

diefstal, wapen- en munitiebezit en heling.

De situatie in de betreffende wijk is typerend voor

andere wijken en buurten in het gewest, waar de

leefbaarheid en veiligheid bedreigd worden door

criminele bendes. Ze bedreigen en bestelen

voorbijgangers en handelaars, dealen openlijk drugs

en vallen vrouwen lastig. Er is bijvoorbeeld een

jeugdbende in de buurt van Luchtvaartsquare actief;

er wordt blijkbaar een bendeoorlog met vuurwapens

uitgevochten; er viel zelfs een granaat in een

Brusselse bar achter het parlement.

Sinds de quarantainemaatregelen voelt de Brusselse

politie zich nog meer bedreigd en staat ze nog meer

onder druk. Zo duiken in het Brussels straatbeeld

geregeld tags en posters op met vijandige

boodschappen tegen de politie en ontvangen

agenten doodsbedreigingen. Die toenemende

dreiging ten aanzien van de politie vertaalt zich ook

in de statistieken. In 2019 werden er bijna 400 pv's

opgesteld wegens agressie of respectloos gedrag

tegenover de politie, wat een verviervoudiging is

ten opzichte van 2016.

De politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene heeft in

twee maanden tijd maar liefst 144 van dergelijke

pv's uitgeschreven. Volgens het VSOA bericht de

pers maar mondjesmaat over incidenten rond

agressief of respectloos gedrag ten opzichte van de

politie. Ook ik heb die indruk. Zo werd ik informeel

op de hoogte gesteld van minstens vijf agenten die,

in dezelfde week als het voorval in Anderlecht,

zwaargewond raakten door agressie met

arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Dat gebeurde in

minder dan één week tijd en in één zone.

Ik heb ook de indruk dat de Brusselse politie tijdens

de uitvoering van haar opdrachten weinig steun en

soms zelfs regelrechte tegenkanting ondervindt van

de Brusselse bestuurlijke overheden. Het VSOA

bevestigde dat en wees op de voortdurende

beknotting en tegenwerking door de bestuurlijke

La situation que connaît le quartier est

emblématique d'autres quartiers bruxellois, où des

bandes criminelles menacent et dépouillent

passants et commerçants, mènent ouvertement leur

trafic de drogue et harcèlent les femmes.

Les mesures de quarantaine mettent encore plus la

pression sur la police bruxelloise. Les rues de la

Région voient se multiplier les tags et les affiches

aux messages hostiles à son égard, les agents

reçoivent des menaces de mort... Les statistiques le

confirment : en 2019, près de 400 procès-verbaux

ont été rédigés pour faits de violence ou manque

de respect à l'égard d'agents de police, soit quatre

fois plus qu'en 2016.

En l'espace de deux mois, la zone de police

Bruxelles-Capitale / Ixelles a dressé pas moins de

144 procès-verbaux de cette nature. Selon le

SLFP, la presse ne relate qu'au compte-gouttes les

incidents impliquant des comportements agressifs

envers la police. Je partage aussi cette impression.

Tout comme j'ai l'impression que la police

bruxelloise est peu soutenue dans l'exercice de ses

fonctions et se heurte même parfois à la résistance

des autorités administratives bruxelloises, ce qu'a

confirmé le SLFP. Récemment, en plein

confinement, Gloria Garcia Fernandez, échevine

Open Vld à Molenbeek, a organisé un repas de

l'iftar avec des dizaines de jeunes.

Catherine François, conseillère communale PS à

Saint-Gilles, a traité un agent de police de nazi,

raciste et pervers sexuel, parce qu'il avait arrêté

son fils en possession de drogue. Après le décès

malheureux d'Adil, le secrétaire d'État Pascal

Smet a directement chargé la police. L'ancien

ministre-président Charles Picqué a lui aussi

critiqué publiquement celle-ci.

Nous ne pouvons donc que constater une rupture

de confiance entre la police et ses autorités

administratives. En témoignent les préavis de

grève déposés par les deux syndicats policiers. Par

ailleurs, dimanche dernier, 42 agents ont été

blessés pendant leur service. Au-delà du fait que la

manifestation n'aurait jamais dû être tolérée, il y a

également eu un gros dérapage au niveau du

maintien de l'ordre.

27 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



overheden. Onlangs nog, in volle lockdown,

organiseerde Gloria Garcia Fernandez, Open Vld-

schepen in Sint-Jans-Molenbeek, een iftarmaaltijd

met tientallen jongeren. Haar witte hesjes, een

groep van een vijftigtal jongeren uit de gemeente

die door de schepen worden betaald om - ik citeer -

"de mensen in de gemeente te sensibiliseren inzake

corona", werden onlangs nog betrapt op het

bespuwen van deurklinken van politiecombi's in de

hoop agenten te besmetten. Je moet het maar

durven!

Daarnaast waren er de verwerpelijke uitspraken van

het PS-gemeenteraadslid Catherine François uit

Sint-Gillis. Zij noemde op haar Facebookpagina

Nique la Flicaille een politieagent nazistisch,

racistisch en seksueel pervers, omdat hij haar zoon,

die drugs op zak had, had gearresteerd.

Staatssecretaris Pascal Smet nam de politie meteen

op de korrel na het ongelukkige overlijden van de

wegvluchtende Adil. Ook oud-minister-president

Charles Picqué had opnieuw publiekelijk kritiek op

de politie en dan zijn er nog de evenementen

waarover we zonet een debat hebben gevoerd.

Op basis van dat alles kunnen we niet anders dan

vaststellen dat er een vertrouwensbreuk is tussen de

politie en haar bestuurlijke overheden in het gewest.

Dat wordt nu ook bevestigd door de stakings-

aanzeggingen van de twee politievakbonden. Het

zijn serieuze feiten, die zeer ernstig moeten worden

genomen. Afgelopen zondag zijn er opnieuw

ongeveer 42 politieagenten gewond geraakt tijdens

hun dienst. De betoging had om te beginnen nooit

getolereerd mogen worden en ook bij de

handhaving is er een en ander flink fout gelopen.

Wat onderneemt de Brusselse regering om het

vertrouwen van de politiediensten in de Brusselse

bestuurlijke overheden te herstellen?

Wat onderneemt de Brusselse regering om onze

veiligheids- en preventiediensten te ondersteunen

en te beschermen tijdens de uitvoering van hun

opdrachten?

Hoe is het fenomeen van agressief en respectloos

gedrag tegenover preventie- en veiligheidsdiensten

de voorbije jaren geëvolueerd? Hoeveel pv's voor

agressie en respectloos gedrag tegenover

gezagsdragers en ambtenaren hebben de

Qu'entreprend le gouvernement bruxellois pour

restaurer la confiance des services de police dans

les autorités administratives bruxelloises ?

Qu'entreprend le gouvernement bruxellois pour

soutenir nos services de sécurité et de prévention

et les protéger dans l'exercice de leurs fonctions ?

Comment le phénomène de comportement agressif

et de manque de respect à l'égard des services de

prévention et de sécurité a-t-il évolué ces dernières

années ? Combien de procès-verbaux pour de tels

faits ont-ils été dressés par les services de police

depuis la mise en place des mesures de

confinement ?

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 28




politiediensten sinds de quarantainemaatregelen

opgesteld?

De heer Pierre Kompany (cdH) (in het Frans).-

Om te beginnen feliciteer ik de burgemeesters van

Elsene en de stad Brussel. Op sommige momenten

in het leven mag je je hoofd niet in het zand steken.

De beelden op sociale media waarop te zien is hoe

politieagenten door omstaanders werden beledigd

en aangevallen toen ze op 20 mei jongstleden een

verdachte in Anderlecht probeerden aan te houden,

doet de vraag rijzen of onze politiemensen

voldoende ondersteund worden bij de uitoefening

van hun taken.

Worden politiemensen die het slachtoffer werd van

agressie, psychologisch begeleid?

Krijgen politiemensen opleiding over wijkwerking?

Is er overleg tussen vertegenwoordigers van de wijk

en het politiekorps om een dialoog en wijkwerking

te vergemakkelijken?

Wordt er overwogen om de wijkwerking van de

politie te versterken?

Wordt er een nultolerantie voor agressie tegen

politieagenten gehanteerd? Zo ja, wat betekent dat?

Denkt u niet dat bijvoorbeeld agenten van de

politiezone Zuid geneigd zullen zijn om bepaalde

wijken te vermijden?

Neemt het aantal aanvragen tot overplaatsing toe?

Ziet u een toename van het absenteïsme en van de

gevallen van burn-out?

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-

president)

Naar verluidt kwam er een positief antwoord op de

vraag naar versterking van de politiezone Zuid.

Wordt het geen tijd om te overleggen met de lokale

overheden, die de realiteit van het terrein het best

kennen?

De politievakbonden eisen extra middelen en een

betere wijkwerking. Dat betekent dat de KUL-norm

M. Pierre Kompany (cdH).- Je profite de mon

intervention pour adresser mes vives félicitations

aux bourgmestres d'Ixelles et de la Ville de

Bruxelles. Il y a des moments dans la vie où il faut

éviter de jouer à ceux qui ne comprennent pas ce

qu'il se passe.

Le mercredi 20 mai 2020, nous avons pu voir sur

les réseaux sociaux une vidéo témoignant de

violences à l'encontre de policiers en mission à

Anderlecht. Alors qu'ils tentent de maîtriser un

suspect, ceux-ci sont pris à partie par des passants,

insultés et violentés. Ces derniers évènements nous

obligent à nous demander si notre police bénéficie

du soutien et des moyens nécessaires pour

accomplir ses missions dans les meilleures

conditions.

Qu’en est-il du soutien psychologique apporté aux

policiers victimes de violences ?

Existe-t-il des formations plus ciblées permettant

d’aborder ce type de mission de proximité ?

Y a-t-il une concertation entre des représentants de

la population et du corps de police pour faciliter le

dialogue et le travail de proximité ?

Un renfort de la police de proximité est-il

envisagé ?

Concernant les individus appréhendés et placés

sous mandat d’arrêt pour ce type de violence, la

tolérance zéro est-elle d’application ?

Concrètement, qu’est-ce que la tolérance zéro ?

De manière générale, ne craignez-vous pas qu’à

cause de ce type d’événement nos policiers ne

veuillent plus, à l’avenir, se rendre dans certains

quartiers ? Avez-vous déjà pu observer certaines

craintes au sein du corps de police de la zone de

police Midi ?

Les demandes de mutation sont-elles en hausse ?

Une augmentation du taux d’absentéisme ou de

l'épuisement professionnel a-t-elle été

enregistrée ?

29 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



voor de financiering en de verdeling van de

politiecapaciteit, die van de jaren negentig dateert,

moet worden aangepast. Is daar al een specifieke

vraag naar?

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

À la suite des faits de la semaine dernière, une

demande de renfort au profit de la zone de police

Midi a apparemment reçu une réponse positive.

Dès lors, ne serait-il pas opportun de profiter de ces

événements pour entamer des concertations avec

les autorités locales qui sont en première ligne face

aux difficultés du terrain et qui sont témoins des

réalités de chaque quartier et de ses spécificités ?

Les syndicats réclament des moyens

supplémentaires en vue de développer une police

de proximité plus importante pour assurer au

mieux toutes les missions. Pour ce faire, il faudrait

revoir la norme KUL de financement et de

répartition de la capacité policière entre les

différentes communes de Belgique, et donc revoir

le cas de chaque commune.

La norme précitée n’a plus été revue depuis les

années 90, alors que la population a augmenté et

que les communes ont évolué. Cette révision de la

norme KUL a-t-elle déjà fait l’objet d’une

demande concrète et est-elle d’ores et déjà

envisagée ?

De heer Sadik Köksal (DéFI) (in het Frans).- De

beelden waarin politieagenten werden aangevallen

door buurtbewoners terwijl ze iemand arresteerden

in Anderlecht, deden de ronde op het internet. De

voorbije weken was er meermaals sprake van

geweld tegen politieagenten of vandalisme. Dat tast

het imago van Brussel aan. Het leidt tot een

negatieve sfeer en is slecht voor de levenskwaliteit

van de Brusselaars. Elk risico op ontsporingen

moet worden voorkomen, daders moeten ter

verantwoording worden geroepen en het gezag van

de overheid moet in alle gemeenten opnieuw

duidelijk worden. Het wordt tijd dat het gewest, in

overleg met de gemeenten, reageert.

Wat zijn uw conclusies over de veelvuldige

incidenten, met inbegrip van die van zondagavond?

Welke maatregelen nam u op basis van die

conclusies? Welke maatregelen overweegt u nog?

Welk overleg vond reeds plaats?

Mijnheer Vanden Borre, u zegt dat de politie zich

weinig gesteund voelt. De politie kon de voorbije

jaren inderdaad op bijzonder weinig steun rekenen

M. Sadik Köksal (DéFI).- Les images de

violences à l’encontre de policiers procédant à une

arrestation à Anderlecht ont fait le tour du web.

Des incidents ont également eu lieu ce 24 mai à

Molenbeek et il y a quelques semaines, des

violences policières ont sans doute eu lieu à

l’encontre de manifestants dans le cadre de la

Marche mondiale des femmes à Bruxelles. Des

faits de vandalisme ont été signalés dans d’autres

communes et à Anderlecht, des élues communales

ont été caillassées. Dans certaines communes, on

parle de contrôles policiers "au faciès" renforcés.

Tout ceci donne une mauvaise image, crée une

ambiance déplorable et nuit à la qualité de vie de

nos habitants. Il faut éviter tout risque d’escalade,

responsabiliser les acteurs et réaffirmer l’autorité

publique dans chaque commune. La Région, en

concertation avec les communes, doit réagir.

Quel est votre diagnostic vis-à-vis de ces multiples

incidents, y compris des événements qui se sont

déroulés dimanche en fin de journée ? Sur la base

de ce diagnostic, quelles sont les mesures qui ont

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 30




van de federale regering, toen de MR en de N-VA

daar nog in zaten. Ik ben het met de heer Kompany

eens dat de KUL-norm moet worden herzien op

basis van de reële behoeften van de Brusselse

politiezones.

DéFI diende in april 2019 een voorstel van resolutie

daarover in. Binnenkort dienen we een op basis van

de recente gebeurtenissen aangepaste versie in. Ik

hoop dat ook de MR en de N-VA in de verschillende

parlementen de belangen van de Brusselaars en de

versterking van de Brusselse politiezones

verdedigen.

(Applaus)

été prises ? Quelles sont celles qui sont à l’étude ?

Quelles sont les concertations qui sont

probablement déjà menées ?

Je voudrais également réagir aux propos de

M. Vanden Borre, selon lesquels la police se sent

très peu soutenue. En effet, la police a été très peu

soutenue ces dernières années par le gouvernement

fédéral à majorité MR-N-VA. Comme le rappelle

mon collègue M. Kompany, la norme KUL doit

être révisée de manière équilibrée et en fonction

des besoins réels des différentes zones de police de

la Région bruxelloise.

Une proposition de résolution avait été déposée par

M. Clerfayt en avril 2019. Nous allons

prochainement la redéposer en l'adaptant aux

événements survenus depuis un an. J'espère que

dans les différents hémicycles, mes collègues du

MR et de la N-VA défendront également les

intérêts des Bruxellois, ainsi que le renforcement

des zones de police de la Région bruxelloise, qui

sont actuellement discriminées sur le plan de leur

financement.

(Applaudissements)

Mevrouw Dominique Dufourny (MR) (in het

Frans).- Het toenemende geweld in Brussel, in het

bijzonder tegen de politie, is verontrustend. Tijdens

een vorige commissievergadering hebben we het al

over de incidenten in Anderlecht gehad. Dit

weekend ontstonden er opnieuw rellen in de marge

van de antiracismebetoging. Er moesten heel wat

politieagenten worden ingezet om een einde aan dat

geweld te maken.

De overheid moet voorkomen dat er situaties

ontstaan waarin de politiediensten sterk onder druk

komen te staan of dat er algemene spanningen

ontstaan door een slechte inschatting van de risico's

of een slecht beheer van een evenement. Afgelopen

zondag hebben niet alleen de politie, maar ook

Brusselse burgers en winkeliers de prijs voor het

geweld betaald.

Tegenover dergelijk zinloos geweld moet de

overheid zich krachtdadig en eensgezind opstellen,

zoals de minister-president enkele weken geleden

heeft gedaan. Hij veroordeelde toen elke vorm van

geweld tegen de ordediensten en betuigde zijn steun

Mme Dominique Dufourny (MR).- La

recrudescence des violences en Région bruxelloise

ces dernières semaines, et particulièrement à

l'égard de la police, devient un débat majeur. Nous

avions déjà abordé partiellement ce sujet lors d'une

précédente réunion de la commission, à la suite des

événements d'Anderlecht et leur lourd bilan, tant

en matière d'incidents recensés que d'arrestations

administratives et judiciaires.

Ce week-end encore, les actes commis par des

fauteurs de troubles en marge de la manifestation

antiraciste ont conduit à une importante

mobilisation policière pour en contenir les

débordements, dans un contexte particulièrement

difficile et chargé, tant pour les forces de l'ordre

que pour les services de secours.

Il revient aux autorités compétentes de ne pas créer

de situations risquant de mettre à mal nos services

de police, ni de susciter ou d'alimenter un climat de

tension par une mauvaise appréciation des risques

ou une gestion peu précautionneuse d'un

événement exceptionnel. Les incidents de ce

31 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



aan alle politieagenten die tijdens het uitoefenen

van hun functie worden aangevallen.

Mijnheer de minister-president, sinds de zesde

staatshervorming bent u bevoegd voor ordehand-

having en de coördinatie van het preventie- en

veiligheidsbeleid in Brussel. Hoewel u geen

operationele bevoegdheden hebt, staat u in de

eerste lijn om iets aan het toenemende geweld te

doen.

Hoe zult u het geweld tegen de politie aanpakken?

Wordt daarover nagedacht bij Brussel Preventie en

Veiligheid?

Is er overleg met de politiezones en de gemeenten?

Welke maatregelen worden er genomen, onder

meer door de Gewestelijke en Intercommunale

Politieschool, om agenten in opleiding beter voor te

bereiden op dit soort incidenten?

Zijn er cijfers over het geweld tegen politiemensen

in het Brussels Gewest? Hoe zijn die cijfers de

voorbije jaren geëvolueerd? Wat zijn de

vaststellingen en aanbevelingen van het Brussels

Observatorium voor Preventie en voor Veiligheid?

dimanche en sont la preuve, car au-delà des

violences vis-à-vis des policiers, ce sont aussi les

citoyens et les commerçants bruxellois qui paient

le prix fort quand sont détruits leurs biens ou leurs

outils de travail.

Face à ces comportements violents et gratuits, les

autorités compétentes doivent mesurer la situation

et rester fermes et unies, à l'image de ce que, M. le

ministre-président, vous déclariez il y a quelques

semaines encore : "Je condamne toute forme de

violence et toute atteinte aux forces de l'ordre.

J'adresse mon total soutien aux policiers agressés

dans l'exercice de leur fonctions."

M. le ministre-président, depuis la sixième

réforme de l'État, vous êtes compétent en matière

de maintien de l'ordre public et chargé de la

coordination des politiques de prévention et de

sécurité en Région bruxelloise. Aussi, bien que

vous ne disposiez pas de compétences

opérationnelles, vous vous trouvez en première

ligne lorsqu'il s'agit de répondre à la gravité de la

situation actuelle.

Dans le cadre de vos compétences, quelle réponse

entendez-vous apporter au phénomène récurrent

- et, a priori, d'ampleur régionale - des violences à

l'égard de la police ? Quelles réflexions sont-elles

en cours à ce propos au sein de Bruxelles

Prévention et sécurité (BPS) ?

Quelles concertations sont-elles organisées avec

les zones de police et les communes pour faire

front face à ces dérives ?

Quelles actions seront-elles entreprises,

notamment au sein de l'École régionale et

intercommunale de police (ERIP), pour mieux

préparer les aspirants policiers à gérer ce type

d'incidents, qui les touchent personnellement ?

Dispose-t-on de données permettant de mesurer

l'ampleur des violences à l'encontre des policiers

en Région bruxelloise, ainsi que leur évolution sur

les dernières années ? Quels constats

l'Observatoire bruxellois pour la prévention et la

sécurité (OBPS) dresse-t-il à ce propos et quelles

recommandations formule-t-il ?

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 32




De heer Jamal Ikazban (PS) (in het Frans).-

Uiteraard veroordeelt de PS geweld tegen de

politie. Het werk van een politieagent is sinds de

aanslagen in Parijs en Brussel een stuk moeilijker

geworden.

De situatie is echter vooral het resultaat van een

structureel gebrek aan financiering van de

politiezones door de federale regering. Dat is een

gevolg van de politiehervorming, zoals onder

andere bleek uit de hoorzittingen over de

aanpassing van de KUL-norm.

De PS herhaalt telkens weer dat er in Brussel meer

politieagenten moeten worden aangeworven, die

bovendien beter vertrouwd moeten zijn met de

Brusselse situatie. Daarnaast moet er werk worden

gemaakt van het beeld dat jongeren van de politie

hebben. De repressieve aanpak tegenover die

laatste groep moet bovendien worden vervangen

door preventie en educatie.

Nu al gaan heel wat politieagenten in de scholen

praten over belangrijke thema's. Zo kunnen ze een

band opbouwen met de jongeren. Dergelijke

initiatieven verdienen steun en moeten overal

worden ingevoerd.

Dat neemt niet weg dat de PS evengoed

ontsporingen en misbruik door bepaalde

politieagenten afkeurt. Het feit dat de woede over

racisme en politiegeweld nu wereldwijd de kop

opsteekt, toont aan dat het probleem zich niet tot de

Verenigde Staten beperkt en ook in ons land

voorkomt.

Zondag manifesteerden 10.000 mensen in Brussel

om een andere aanpak van racisme en discriminatie

te eisen. Op de Elsensesteenweg brachten vandalen

niet alleen de beweging in diskrediet, ze gaven ook

enkele handelszaken die het door de Covid-19-

crisis al moeilijk hadden, de genadeslag. Ook hier

gaat het om een minderheid.

Het vertrouwen in de politie moet worden hersteld,

zodat jongeren bij een controle niet meteen op de

vlucht slaan. Om dat te voorkomen, moet het beeld

dat beide groepen van elkaar hebben, veranderen.

Daarnaast mag er niet langer gezwegen worden

over het wangedrag en het racisme van sommige

politieagenten.

M. Jamal Ikazban (PS).- Nous avons commencé

par parler des incidents à l'encontre des policiers

de la zone de police Midi. Évidemment, nous

condamnons les agressions subies par ces policiers

à Anderlecht. Ces agressions sont intolérables. Le

métier de policier n'est pas facile. Ces dernières

années, les conditions de travail des policiers sont

devenues de plus en plus difficiles. Cette situation

s'est largement aggravée depuis les attentats de

Paris et de Bruxelles.

Cependant, cette situation est surtout et

essentiellement le résultat d'un sous-financement

structurel des zones de police par le gouvernement

fédéral. Ce désinvestissement remonte aux

origines de la réforme des polices. Les auditions

que nous avons eues sur l'actualisation de la norme

KUL ont également mis en évidence cette réalité.

Je le rappelle à nouveau à ceux qui aiment

interpeller à partir de faits divers et qui oublient ce

qu'ils ont fait à l'échelon fédéral.

Nous rappelons à chacune de nos interventions

qu'il est important d'engager plus de policiers

bruxellois, qui connaissent mieux les spécificités et

les pratiques bruxelloises et ont une meilleure

approche de terrain et de proximité. Nous insistons

également sur la nécessité de réinstaurer le

dialogue social, de changer la perception de la

police par les jeunes, ainsi que de privilégier une

approche préventive et éducative plutôt que

répressive à l'égard des jeunes.

En effet, plusieurs zones de police envoient des

policiers dans les écoles pour parler aux jeunes de

thématiques importantes. Cela crée des liens et

améliore l'image de la police. Ces initiatives

doivent être soutenues et généralisées.

Bien que nous comprenions la pénibilité du travail

de policier, nous condamnons les dérapages et

abus de certains policiers. Le cas de Georges Floyd

n'est malheureusement pas circonscrit à la seule

Amérique. Partie de Minneapolis fin mai, la colère

contre le racisme et les violences policières est en

train de gagner le monde entier, preuve que le

problème ne se limite pas aux seuls États-Unis et

atteint tous les pays.

Nous avons rappelé que 10.000 personnes ont

manifesté dimanche à Bruxelles pour demander un

changement structurel en matière de lutte contre le

33 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



Eind vorige week doken er beelden op van een

arrestatie waarbij twee kinderen van elf en dertien

in de boeien werden geslagen. Na heftig protest van

omstaanders werden bij de jongste de boeien

afgedaan en werden de kinderen naar huis

gebracht. Ik weet niet in welke omstandigheden die

arrestatie gebeurde, maar dergelijke

gebeurtenissen kunnen bij jonge kinderen zware

mentale gevolgen hebben. Het is aan de betrokken

politiezone om meer klaarheid te scheppen over de

feiten.

Enkele weken geleden overleed in Anderlecht de

negentienjarige Adil na een achtervolging door de

politie. Het is onaanvaardbaar dat iemand van die

leeftijd in Brussel in dergelijke omstandigheden

sterft. Afgelopen zondag was er ook een incident

met Mounaïme, een onschuldige jongen die twee

uur werd vastgehouden door de politie omdat hij op

het verkeerde moment op de verkeerde plaats was.

Ik neem dan ook volledig afstand van de uitlatingen

van de heer Vanden Borre, die bedoeld zijn om

verschillende groepen tegen elkaar op te zetten.

Brusselse jongeren zijn bang van de politie, wat

onbegrijpelijk is in een democratie. Er bestaat wel

degelijk een verschil tussen de orde handhaven en

de burger angst aanjagen.

De incidenten tonen overigens aan dat ook

bepaalde politieagenten bang zijn. De overheid

moet trachten de dialoog weer op gang te brengen

en te voorkomen dat die angst aan beide zijden de

overhand krijgt, want dat leidt tot overlijdens.

Overigens lijkt een aantal parlementsleden van de

MR en de N-VA te vergeten dat de federale regering

waar hun partijen deel van uitmaakten, de

investeringen in gezondheidszorg en veiligheid

drastisch verlaagde.

Via de politieopleidingen van Brusafe kan het

gewest een rol spelen. Zo gaat er in de opleidingen

aandacht naar bewustmaking, de situering of de

beheersing van geweld en naar communicatie.

Ten slotte moet de Brusselse politie een afspiegeling

vormen van de Brusselse bevolking. Ze moet het

terrein kennen, kunnen omgaan met diversiteit en

racisme bestrijden. Er zijn met andere woorden nog

heel wat inspanningen nodig om de rust en het

racisme et contre les discriminations. Du côté de la

chaussée d'Ixelles, des casseurs ont porté préjudice

au mouvement, mais aussi le coup de grâce à des

commerces déjà injustement affectés par la crise

du Covid-19. Il s'agit encore d'une minorité qui,

comme au sein des forces de l'ordre, vient

discréditer une majorité intègre et responsable.

J'intervenais d'ailleurs sur le Service d'incendie et

d'aide médicale urgente (Siamu) la semaine passée.

Dans ce cas aussi, quelques personnes mettent à

mal l'image de toute une institution.

Il est donc impératif de rétablir la confiance pour

qu'un jeune ne pense pas à fuir à tout prix face à un

contrôle de police. Cela ne se fera qu'à condition

de changer l'image que les uns ont des autres. Il

faut aussi ne plus laisser régner cette loi du silence

sur les abus de certains policiers ou sur le racisme

véhiculé dans certains commissariats.

Dernièrement, un ancien policier qui a préféré

quitter le poste qu'il occupait a témoigné des abus

et du racisme de certains. À la suite de ce

témoignage, des policiers, sous couvert

d'anonymat, ont confirmé ces constatations en

parlant d'une pression sur ceux qui dénonçaient les

faits. Cette attitude constitue aussi une violence à

l'égard des policiers.

En fin de semaine, une vidéo montrant

l'arrestation, menottes aux poings, de deux mineurs

de onze et treize ans a beaucoup interpellé. Des

citoyens ont crié leur indignation aux policiers

concernés. Un de ceux-ci a alors détaché le plus

jeune tandis que l'autre intimait à la femme qui

filmait d'arrêter. Les enfants ont été embarqués

puis ramenés chez eux. Nous ne connaissons pas

les circonstances de l'arrestation. Toutefois,

comme le disait le délégué général aux droits de

l'enfant, on n'imagine pas les dégâts et le

traumatisme que cela peut générer chez les jeunes

enfants. Évidemment, la zone de police fera la

lumière sur ces faits.

Dimanche soir, le jeune Mounaïme, un garçon sans

histoires, s'est retrouvé au mauvais moment au

mauvais endroit. Il a en effet été insulté et passé à

tabac par des agents dans un véhicule de police,

avant d'être remis en liberté deux heures plus tard.

Mounaïme n'a que 19 ans, le même âge que le

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 34




vertrouwen tussen de burgers en de politie te

herstellen.

(Applaus)

jeune Adil, décédé à Anderlecht il y a quelques

semaines.

Au-delà des polémiques des uns et des autres, au-

delà des tentatives de renvoyer la responsabilité

des violences d'un côté ou de l'autre, je pense qu'il

y a un élément sur lequel nous sommes tous

d'accord : mourir à 19 ans de cette façon-là à

Bruxelles est tout simplement inadmissible.

Je me distancie donc totalement des propos tenus

par notre collègue de la N-VA. On ne peut pas

opposer les uns aux autres. Ainsi que je l'ai déjà

évoqué, nos jeunes ont peur de la police, ce qui est

inconcevable en démocratie. Il existe en effet une

différence entre maintenir l'ordre et faire peur au

citoyen.

Les incidents vécus par les forces de police

démontrent que cette peur est également présente

chez certains policiers. Je pense que notre rôle en

tant que pouvoir politique est de tenter de rétablir

le dialogue et d'éviter que cette peur s'installe d'un

côté comme de l'autre, car cette peur est à l'origine

de décès. Je rappelle par ailleurs que certains de

mes collègues du MR ou de la N-VA ont tendance

à oublier qu'au niveau fédéral, ils ont

complètement désinvesti dans les soins de santé et

la sécurité.

Pour en revenir aux compétences de la Région, je

précise qu'au travers de l'école régionale des

métiers, nous disposons de leviers dans le cadre de

la formation des policiers. Ainsi, le programme

comprend un cours axé sur la conscientisation

policière, la mise en situation ou la gestion de la

violence, de même qu'un cours de communication.

Enfin, nous devons disposer d'une police à l'image

de la population, une police qui connaisse le terrain

bruxellois et ses spécificités, et qui soit formée à la

diversité ainsi qu'à la lutte contre le racisme. Il y a

dès lors matière à réflexion, et de nombreux efforts

restent à consentir pour rétablir un climat de

sérénité et de confiance entre les citoyens et nos

services publics tels que la police.

(Applaudissements)

Mevrouw Bianca Debaets (CD&V).- Het is een

goede zaak dat zowel de oppositie als de


C'est une bonne chose qu'opposition et majorité

35 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



meerderheid het alvast eens zijn dat geweld tegen

politie ontoelaatbaar is. Het tegendeel zou

natuurlijk vreemd zijn, want politiemensen zetten

zich elke dag vaak in moeilijke omstandigheden in

om onze veiligheid te verzekeren.

Helaas zijn ze de jongste tijd alsmaar vaker zelf

slachtoffer. Ook worden ze beschimpt, belaagd,

uitgescholden. Dat valt niet goed te praten; niets

rechtvaardigt dat. Een aantal politievakbonden

geeft regelmatig het signaal dat de politiemensen

zich onvoldoende gesteund voelen. Volgens de

woordvoerder van een van die politievakbonden

krijgen mensen uit zijn korps zelfs de boodschap om

in bepaalde wijken veel minder streng te

controleren. Klopt dat of niet? Het wordt wel in

interviews gezegd. Dat zou op zijn minst moeten

worden onderzocht, want we krijgen het wel vaker

te horen van de politievakbonden.

Als minister-president bent u sinds de jongste

staatshervorming bevoegd voor de coördinatie van

de veiligheid in Brussel. Ik kan me niet van de

indruk ontdoen dat het nog altijd de burgemeesters

zijn die eigenlijk de touwtjes in handen hebben, en

dat het met die coördinatie niet echt wil vlotten. Wij

moedigen u zeker aan om die bevoegdheid volop

naar u toe te trekken. Ik denk dat het belangrijk is

dat er een eenheid van commando komt in het

Brussels Gewest.

Welk antwoord zult u geven op de toename aan

geweld op politieagenten? Beschikt u over cijfers

inzake de gevallen van agressie in de zes zones?

Wat zult u ondernemen om dat geweld te

vermijden?

In de politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene wordt

een proefproject opgestart met bodycams. Wordt

dat uitgerold naar de andere zones? Bodycams

lijken me een handig instrument om de veiligheid

van de agenten te garanderen en om racisme en

discriminatie, thema's waarover we zopas hebben

gedebatteerd, te detecteren. Bovendien beschermt

het ook degene die een beroep doet op de

politieagent. Neemt u initiatieven om het systeem

uit te rollen in de andere zones?

Hebt u overleg georganiseerd met de andere zes

politiezones om een actieplan op te stellen om de

affirment ensemble que la violence à l'égard de la

police est inadmissible.

Plusieurs syndicats policiers signalent

régulièrement que les agents se sentent

insuffisamment soutenus. Selon le porte-parole de

l'un de ces syndicats, il est même demandé aux

membres de son corps de police de contrôler

beaucoup moins sévèrement dans certains

quartiers. Est-ce vrai ?

En tant que ministre-président, vous êtes

compétent, depuis la dernière réforme de l'État,

pour la coordination de la sécurité à Bruxelles. Je

ne peux cependant m'empêcher de penser que les

bourgmestres sont toujours aux manettes. Nous

vous encourageons à vous emparer totalement de

cette compétence. Il faut un commandement unique

en Région bruxelloise.

Comment allez-vous répondre à la hausse de la

violence envers les policiers ? Disposez-vous de

chiffres concernant les cas d'agression dans les six

zones ? Qu'entreprendrez-vous pour éviter cette

violence ?

La zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles vient

de lancer un projet pilote avec des caméras

corporelles. Ce système me semble utile pour

garantir la sécurité des agents, tout en détectant

les cas de racisme et de discrimination. Prenez-

vous des initiatives pour le déployer dans les

autres zones ?

Avez-vous organisé une concertation avec les six

zones de police afin d'élaborer un plan de lutte

contre les agressions envers les agents de police ?

Si oui, quels en sont les résultats ?

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 36




agressie tegen politieagenten krachtdadig aan te

pakken? Zo ja, wat heeft dat overleg opgeleverd?

De heer Hicham Talhi (Ecolo) (in het Frans).- Het

is jammer dat we het alleen over de politie hebben

naar aanleiding van faits divers en dat er telkens

twee kampen zijn: het ene kamp klaagt geweld tegen

de politie aan, het andere klaagt politiegeweld aan.

Ik zou willen dat we het debat in de toekomst ruimer

voeren, waarbij iedereen aan het woord komt, en

bekijken hoe de politie veilig kan werken en we het

vertrouwen van de bevolking in de politie kunnen

winnen.

Mijn N-VA-collega verraste mij met zijn lange lijst

van feiten die tegen de politie zijn gepleegd. Een

deel van zijn informatie komt van een

politievakbond die in alle talen zweeg toen tijdens

een onderzoek intern politiegeweld in de vorm van

agressie en teugelloos racisme aan het licht kwam.

Dat is ook geweld ten opzichte van politiemensen,

maar helaas horen we hem daarover niet.

Ik hoop dat we alle aspecten van deze kwestie ten

gronde kunnen bespreken en dat het niet bij

gespierde verklaringen blijft.

De heer Ikazban kaartte mogelijke oplossingen aan,

zoals meer Brusselse politieagenten bij het korps,

meer diversiteit in de hiërarchie en aandacht voor

een gedifferentieerde aanpak bij de Gewestelijke en

Intercommunale Politieschool (GIP).

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je ne vais pas répéter

tout ce qui a déjà été dit. De nombreux éléments

ont déjà été mentionnés lors de l'excellente

intervention de M. Ikazban.

Je regrette que nous ne débattions de la police qu'à

l'occasion de faits divers et selon une logique de

camps : un camp s'exprime lorsque la police est

victime de violences et l'autre lorsqu'elle a elle-

même été violente. J'aimerais qu'à l'avenir, le débat

soit plus large et que nous puissions écouter

l'ensemble des acteurs et réfléchir sur le fond afin

que, demain, les policiers se sentent à l'aise et en

sécurité sur le terrain et que la population se sente

en confiance par rapport à nos policiers.

J'ai été fort surpris par la liste très exhaustive de

mon collègue de la N-VA concernant l'ensemble

des faits qui se sont déroulés à l'égard des policiers.

Il cite aussi nommément un syndicat de police, ce

même syndicat qu'on n'a pas entendu lorsqu'une

enquête - pas un fait divers - a mis en lumière la

violence interne à la police, avec des agressions et

du racisme décomplexé. Cela aussi, c'est une

violence à l'égard des policiers. Je regrette de ne

pas l'avoir entendu à ce propos.

Je souhaite que nous puissions avoir des

discussions de fond sur l'ensemble des sujets et que

nous ne nous limitions pas à prendre des postures

à l'occasion de faits d'actualité.

Des pistes de solutions ont été évoquées par

M. Ikazban, comme le fait d'intégrer de plus en

plus de policiers bruxellois au sein du corps, de

faire évoluer la diversité dans l'ensemble de la

hiérarchie et de travailler au niveau de l'École

régionale et intercommunale de police (ERIP) afin

que les formations permettent à nos policiers de

mieux prendre en considération l'approche

différenciée qu'ils devraient avoir à Bruxelles.

Je n'ai pas de questions spécifiques. J'attends les

réponses que le ministre-président apportera aux

questions des autres intervenants.

37 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



De voorzitter.- Ik stel voor dat we de problematiek

in het najaar uitvoeriger bespreken.

M. le président.- Je vous propose d'organiser un

débat plus large sur la problématique à l'automne.

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a).- Er

worden twee zaken door elkaar gehaald terwijl we

ze net moeten scheiden. Enerzijds krijgt de politie

inderdaad geweld te verduren. Het voorval in

Kuregem is verwerpelijk. De politie is er om onze

veiligheid te garanderen en we zijn maar al te blij

dat we erbij terecht kunnen als we werden bestolen

of overvallen. Geweld tegen de politie moet hard

worden aangepakt worden. Anderzijds worden

kwetsbare groepen vaak het slachtoffer worden van

politiegeweld of racisme. Ik denk dan aan

Brusselaars die minder sterk in hun schoenen staan,

zoals jongeren, milieuactivisten, daklozen of

mensen zonder papieren. Dat fenomeen is al jaren

aan de gang en wordt toegedekt door de politie zelf.

Uit een reportage van de RTBF bleek dat

politieagenten die dat geweld in hun korps

aanklagen, zelf slachtoffer worden van pestgedrag.

Uit het verslag van de Ligue des droits humains

(LDH), Police Watch en Unia van vorig weekend

leerden we dat er de voorbije twee maanden meer

dan zeventig meldingen van politiegeweld werden

genoteerd. We weten dat dat slechts het topje van

de ijsberg is want de meeste mensen leggen geen

klacht neer en ondergaan gewoon het geweld, zeker

zwakkere groepen zoals jongeren en mensen zonder

papieren. Dat geweld moet een halt worden

toegeroepen.

Een heel kleine minderheid van de politie pleegt

geweld en doet het imago van een heel korps teniet.

Daarin moet verandering komen.

Volgens een gepensioneerd politieagent van de

politiezone Brussel-Noord, die zijn ervaringen met

mij heeft gedeeld, ligt een van de oorzaken bij de

ontoereikende vorming van de politieagenten. Het

gewest heeft met Brusafe de middelen om te zorgen

dat de opleiding aangepast wordt. Als een jonge

politieagent van 22 jaar uit Wallonië of Vlaanderen

naar een burenruzie tussen een Bulgaarse en een

Somalische familie wordt gestuurd, heeft hij niet de

kennis om met de mensen in gesprek te gaan en dat

conflict vreedzaam op te lossen. Dergelijke kleine

incidenten ontaarden vaak in geweld. De politie

heeft in ons land een monopolie op geweld, dus ik


néerlandais).- On mélange ici deux choses, alors

que nous devons au contraire les distinguer. D'une

part, la police subit en effet des violences qu'il nous

faut fermement combattre. D'autre part, des

groupes vulnérables sont souvent victimes de

violences policières ou de racisme. Ce phénomène

est à l’œuvre depuis des années et est couvert par

la police elle-même.

Selon un reportage de la RTBF, les agents qui

dénoncent ces violences sont eux-mêmes victimes

de harcèlement. Le rapport de la Ligue des droits

humains (LDH), Police Watch et Unia, publié le

week-end dernier, nous apprend que plus de

septante signalements de violences policières ont

été recensés ces deux derniers mois, et nous savons

que ce n'est que la partie émergée de l'iceberg.

Ces violences sont le fait d'une infime minorité de

policiers, mais elles mettent à mal l'image de tout

un corps. Il faut que cela change.

Selon un policier à la retraite de la zone de police

Bruxelles-Nord, l'une des causes réside dans la

formation insuffisante des agents. Avec Brusafe, la

Région dispose des moyens de veiller à ce que cette

formation soit adaptée. Dans un pays comme le

nôtre, où la police a le monopole de la violence, il

est essentiel que tout abus fasse l'objet d'une

tolérance zéro.

Il faut saluer l'inculpation de l'agent de police qui

a maltraité un réfugié soudanais il y a quelques

semaines. Cependant, on ne la doit pas au

témoignage de la victime, mais aux images prises

des faits. Des histoires comme celle-là, j'en ai

entendu des dizaines ces dernières années, mais

toutes sont niées, faute de preuves. Il est donc très

positif que la justice fasse son travail. Par ailleurs,

un dialogue entre la police et les citoyens est

nécessaire pour restaurer la confiance de part et

d'autre.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 38




benadruk dat nultolerantie op misbruik van dat

geweld heel belangrijk is.

Het is heel positief dat de politieagent die enkele

weken geleden een Soedanese vluchteling

mishandelde, in verdenking werd gesteld. Dat is

echter niet gebeurd op basis van de getuigenis van

het slachtoffer, maar op basis van beelden van de

mishandeling. Ik heb dergelijke verhalen al

tientallen keren gehoord in de voorbije jaren, maar

ze worden altijd genegeerd omdat er geen bewijzen

zijn. Het is heel positief dat het gerecht zijn werk

doet. Op die manier kunnen er stappen vooruit

worden gezet. Een dialoog tussen politie en burgers

is nodig om de vertrouwensband aan beide zijden te

herstellen. We hebben elkaar nodig in onze stad.

De voorzitter.- De voorbije weken hebben beelden

een wereldwijde beweging op gang gebracht.

M. le président.- Ces dernières semaines, ce sont

aussi des images qui ont lancé un mouvement

mondial.


Het geweld tegen de politie, de beschadiging van

eigendommen en de diefstallen door enkele

jongeren van afgelopen zondag zijn verwerpelijk en

niet te rechtvaardigen. Dat betekent echter niet dat

Brussel een wetteloos gebied is geworden. Wat ons

gewest nodig heeft, is een echt sociaal noodplan.

Overigens sta ik versteld van de verontwaardiging

van sommige parlementsleden. Moet ik hen eraan

herinneren wie de wijkwerking bij de politie heeft

ontmanteld?

De PTB dringt aan op volwaardig overleg met de

politie over haar noden en maatregelen om haar

werking en haar relatie met de burger te verbeteren.

Alleen dan zal ze efficiënt kunnen werken en zal er

ruimte zijn om na te denken over de houding van

sommige politieagenten, voor een echte dialoog met

de bevolking en voor duidelijke sancties tegen

criminelen.

Onlangs bleek nog uit een reportage van de RTBF

dat politieagenten zich te buiten gaan aan

grensoverschrijdend gedrag en racisme en daar

ongestraft mee wegkomen. Tegelijk zijn er almaar

meer bewijzen van gewelddadige politieoptredens.

Het racisme is niet toegenomen, maar komt wel

duidelijker in beeld.

M. Petya Obolensky (PTB).- Les violences à

l'encontre de la police ou les dégâts et vols commis

par quelques jeunes, comme ce fut le cas dimanche

dernier, sont détestables et ne peuvent être

cautionnés. Cependant, M. Vanden Borre, je ne

vais pas vous laisser dépeindre Bruxelles comme

une zone de non-droit. Bruxelles a besoin d'un vrai

plan d'urgence sociale.

Le métier de policier est, certes, très difficile mais

le deux poids deux mesures de l'indignation de

certains est frappant. Qui a réduit les moyens de la

police ? Qui a démantelé la police de proximité ?

Le PTB soutient une vraie discussion avec la

police sur ses besoins et les pistes d'amélioration

de son travail et de sa relation avec le citoyen. C'est

fondamental pour améliorer l'efficacité de la

police, mais aussi pour lancer une réflexion sur

l'attitude de certains policiers, entamer un vrai

dialogue avec la population et adopter des

sanctions claires contre les délinquants.

Certains ont évoqué le reportage récent de la

RTBF, qui dénonce des pratiques de harcèlement

sexuel et racistes épouvantables au sein de la

police. L'impunité totale dont bénéficient les

auteurs de ces faits est inadmissible. Dans le même

temps, les preuves de pratiques violentes de la part

39 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



Pas in 2018 bracht een studie van Amnesty

International aan het licht dat er in België aan

etnische profilering wordt gedaan. Onlangs sprak

het onderzoek van een journalist van De Morgen de

versie van de politie over de dood van de jonge Adil

volledig tegen.

En dan is er nog de getuigenis van Mounaïme, een

negentienjarige Brusselaar die deelnam aan de

manifestatie Black Lives Matter van vorige zondag,

in een politiebusje werd gegooid en daar

gewelddadig werd aangepakt door vijf gemaskerde

politieagenten.

En wat met de agressie van de politie tegen drie

journalisten van Eastern Daily Press News, die

werd gefilmd? De politie wordt toch verondersteld

de bevolking te beschermen?

Er valt dus zeker heel wat te zeggen voor een plan

tegen politiegeweld. Welke buurtpolitie willen wij

om onze inwoners te beschermen? Er is een

fundamenteel debat met alle betrokkenen nodig als

wij willen dat de dialoog tussen politie en de

burgers, met inbegrip van de jongeren, wordt

hersteld.

Een andere operationele aanpak is inderdaad

mogelijk. Het volstaat om de politieke keuzes

waarop die gebaseerd is, aan te passen. Er bestaan

voldoende best practices gestoeld op een

constructieve dialoog tussen de politie en de

gemeenschappen, tussen de politie en minderheden.

Daarbij moet de politie strikt haar deontologische

code naleven en zich onthouden van vijandige,

agressieve of provocerende praktijken. Tegelijk

moet de politie een afspiegeling zijn van de

Brusselse bevolking. Daarvoor zijn becijferde

doelstellingen en positieve acties nodig. De cellen

voor diversiteit bij de politie moeten worden

versterkt, opleiding over de strijd tegen racisme

moet worden verplicht en er moeten ontmoetingen

met de jongeren uit de wijk worden georganiseerd.

Het zou ook interessant zijn om nieuwe wijkagenten

rond te laten leiden door mensen van het terrein in

de wijk waar ze aan de slag gaan.

Kortom, er zijn heel wat maatregelen mogelijk en

wij wachten met ongeduld op een fundamenteel

debat. De situatie is immers explosief en we kunnen

de la police s'accumulent. Comme l'a dit l'un des

héros de mon enfance, le Prince de Bel-Air Will

Smith, "le racisme n'a pas augmenté, il est filmé".

En Belgique, il a fallu attendre 2018 et l'étude

d'Amnesty International sur le profilage ethnique

pour que ce phénomène soit mis en lumière.

Récemment, la mort du jeune Adil a fait l'objet

d'une contre-enquête du journaliste Douglas De

Coninck du journal de Morgen, qui dément

totalement la version de la police.

L'interpellation du jeune réfugié soudanais

embarqué par les policiers à Anneessens a été

filmée par Mehdi Kassou de la Plateforme

citoyenne de soutien aux réfugiés, qui passait par

là par hasard. Ce jeune homme a été retrouvé plus

tard, en larmes, du côté d'Yser. Vous pouvez

imaginer sans peine ce qui s'est passé dans la

fourgonnette.

Beaucoup ont vu la vidéo qui a circulé sur les

réseaux sociaux et suscité une vague d'indignation.

Mounaïme, un jeune Bruxellois âgé de dix-neuf

ans, y témoigne de son interpellation par la police

après la manifestation Black Lives Matter contre

les violences policières, à laquelle il qu'il

participait comme des milliers d'autres personnes.

"Là, je me suis fait arrêter, on m'a mis dans un van,

on m'a laissé là deux minutes puis cinq policiers

cagoulés sont venus et m'ont frappé", déclare-t-il

dans cette vidéo filmée peu après les faits. Le jeune

homme, qui s'est évanoui pendant son passage à

tabac, est vraisemblablement traumatisé à vie, et sa

relation avec le corps de police censé le protéger

est sans doute définitivement compromise.

Comment cinq molosses peuvent-ils enfermer un

gamin dans une fourgonnette et le tabasser ?

Comment peut-on en arriver là ? Pensons

également à l'agression, filmée elle aussi, des trois

reporters de l'équipe d'Eastern Daily Press (EDP)

News. Une telle agressivité fait froid dans le dos.

Beaucoup de choses pourraient être dites dans le

cadre d'un plan de lutte contre les violences

policières. Quelle police progressiste voulons-

nous, quelle police de proximité qui protège les

citoyens ? Comme l'a dit M. Talhi, il s'agit de

rétablir une relation apaisée entre nos jeunes, les

citoyens et la police. Il conviendrait de mener un

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 40




ons geen gewelddadige incidenten meer

permitteren.

(Applaus)

débat de fond pour résoudre un problème, et pas

simplement pour grappiller quelques voix.

D'autres politiques opérationnelles sont possibles.

Derrière notre police, des choix politiques sont

posés, qui recommandent d'agir selon telle ou telle

autre méthode. Il est essentiel de susciter un

dialogue constructif entre la police et les

communautés, et entre la police et les groupes

minoritaires. Des exemples de bonnes pratiques

existent en la matière.

Les policiers doivent respecter strictement leur

code de déontologie, en évitant les attitudes

hostiles ou agressives, voire provocatrices. Enfin,

il est fondamental d'avoir une police qui reflète la

population bruxelloise. Il faut des objectifs chiffrés

et des actions positives, pas du blabla ni des "on en

reparle dans cinq ans".

Il faut renforcer les cellules diversité au sein de la

police, avec des formations obligatoires portant sur

la lutte contre le racisme, et organiser des

rencontres régulières avec les jeunes des zones

dans lesquelles les policiers patrouillent, car la

plupart des agents ne les connaissent pas. Des

visites guidées avec des gens du terrain seraient

également intéressantes.

Beaucoup de choses sont à faire et nous attendons

un débat de fond avec impatience. La situation est

vraiment explosive et ce ne serait bénéfique pour

personne que de tels incidents se reproduisent.

(Applaudissements)


het Frans).- Een aantal eisen, zoals de herziening

van de KUL-norm, staan in het regeerakkoord. We

weten vanzelfsprekend dat de Brusselse politiezones

lijden onder een structureel gebrek aan

financiering. Er zijn echter ook problemen met de

rekrutering en de interne mobiliteit van

politieagenten die we moeten oplossen.

Toen de gemeentepolitie nog bestond, had een

politieagent een band met de gemeente waar hij

werkte. Als hij naar het korps van een

buurgemeente wou, moest hij opnieuw examens

afleggen. Tegenwoordig is er meer interne

mobiliteit mogelijk. Het is moeilijk om in die context

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les

demandes qui sont formulées comme la révision de

la norme KUL figurent dans l'accord de majorité.

Nous sommes bien conscients du sous-

financement structurel des zones de police

bruxelloises. Les chiffres le démontrent. Toutefois,

d'autres problèmes doivent être résolus concernant,

entre autres, la politique de recrutement et la

mobilité interne.

Avant la disparition des polices communales, un

policier qui faisait partie de la police communale

était attaché à une commune. S'il voulait intégrer

la police communale voisine, par exemple, il

devait repasser les examens. Aujourd'hui, la

41 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



de betrokkenheid van de politie bij de

burgerbevolking te stimuleren. Een groot aantal

politieagenten komt in situaties terecht waarop ze

niet zijn voorbereid, ondanks de opleidingen van de

Gewestelijke en Intercommunale Politieschool

(GIP) en bepaalde politiezones. Iedereen is zich van

het probleem bewust en probeert er wat aan te doen.

We kunnen echter niet beletten dat politieagenten

een overplaatsing naar een andere zone vragen. Ik

zeg niet dat het oude systeem beter was, maar het

beperkte de mobiliteit, waardoor politieagenten

hun hele carrière in dezelfde gemeente bleven en

een band opbouwden met de wijk.

De teloorgang van die nauwe band is een van de

jammerlijke gevolgen van de politiehervorming, al

werd ze gecompenseerd door een grotere

interventiecapaciteit. Een bij de burgerbevolking

betrokken politie berust op het evenwicht tussen

enerzijds capaciteit en interventiemiddelen en

anderzijds optreden om de sociale vrede te

bewaren. Dat beogen we ook met de GIP.

We zijn ons dus bewust van de inzet en de

doelstellingen. De zesde staatshervorming heeft ons

helaas niet de middelen opgeleverd om ze waar te

maken, zeker niet als het op rekrutering en

opleiding aankomt.

Voor de N-VA de federale regering verliet omdat de

eerste minister naar Marrakech ging om te

onderhandelen over een migratiepact, wou de

federale minister van Binnenlandse Zaken een

overkoepelende organisatie voor de opleiding van

politieagenten oprichten. Dat plan strookte niet met

de Brusselse realiteit en we vroegen ons af of we

nog een gewestelijke politieschool konden

organiseren in Brussel. Hieruit blijkt hoezeer

Brussel wordt genegeerd door bepaalde politici in

dit land, die ons wel altijd met de vinger wijzen als

er problemen zijn!

De gezondheidscrisis heeft in de hele wereld een

impact op het moreel van de bevolking. Er heerst

een diepe maatschappelijke malaise: de

vertegenwoordigers van de staat oefenen geweld uit

en het wantrouwen van de burger groeit als gevolg

van gebeurtenissen zoals in Minneapolis.

We kennen de feiten en hebben allemaal weleens

racistische incidenten gezien of meegemaakt.

Mensen worden gecontroleerd louter op basis van

mobilité interne empêche la maîtrise des corps de

police. Il est dès lors difficile de défendre un projet

de police citoyenne en phase avec le corps social

dans lequel on fonctionne. Un grand nombre de

policiers ne connaissent, en effet, pas du tout le

terrain et se trouvent confrontés à des situations

auxquelles ils ne sont pas préparés, et ce, malgré

les formations organisées par l'École régionale et

intercommunale de police (ERIP) et certaines

zones. Tout le monde est conscient du problème et

tente d'y remédier. Néanmoins, on ne peut

empêcher des policiers de quitter leur zone. Je ne

dis pas que je regrette l'ancien système dans lequel

les policiers étaient "captifs" de leur lieu de travail,

mais celui-ci réduisait cependant la mobilité. Les

policiers menaient toute leur carrière au sein de

leur commune et faisaient donc au fur et à mesure

corps avec le quartier dans lequel ils travaillaient.

Cette perte de proximité fait partie des effets

négatifs regrettables de la réforme des polices,

mais elle a été compensée par une meilleure

capacité d'intervention. Une police citoyenne

repose sur l'équilibre entre, d'une part, la capacité

et les moyens d'intervention pour garantir l'ordre

public et, d'autre part, l'action en faveur de la paix

sociale. Tel est aussi l'objectif que nous

poursuivons avec l'ERIP. Brusafe vise également à

rassembler en un même lieu l'ensemble des métiers

de la chaîne de la prévention et de la sécurité. À

mes yeux, la prévention et la sécurité sont deux

volets qui forment un tout. Séparer l'un de l'autre

reviendrait à travailler en silos qui ne

communiqueraient plus entre eux. Dans le cadre de

la prévention notamment, le rôle joué par les

acteurs de terrain est essentiel pour faire remonter

des informations aux forces de l'ordre.

Nous sommes donc bien conscients de l'enjeu et

des objectifs à atteindre. Toutefois, nous avons

besoin d'outils pour y parvenir. Contrairement à ce

que certains disent, la sixième réforme de l'État ne

nous a malheureusement pas apporté ces outils, en

particulier en matière de recrutement et de

formation.

Avant que la N-VA quitte le gouvernement fédéral

parce que le Premier ministre était allé à

Marrakech pour représenter la Belgique au

Sommet de l’Organisation des Nations unies

(ONU) sur le Pacte migratoire, le ministre de

l'intérieur de l'époque voulait créer une sorte de

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 42




hun uiterlijk. Er is geen studie nodig om dat te

bewijzen. Tegelijk moeten we heel goed beseffen

hoe moeilijk de taak is van mensen die op het terrein

werken. We mogen het gedrag van jongeren niet

vergoelijken, maar mogen hen evenmin

stigmatiseren.

Vergeet niet hoe beperkt de bevoegdheid van het

Brussels Gewest in dit dossier is. De federale

minister van Binnenlandse Zaken beschikt over de

cijfers in verband met absenteïsme bij de politie en

kan die informatie aan de leden van de Kamer

bezorgen als ze hem daarover ondervragen. Het

veiligheidsbeleid is een federale bevoegdheid en de

wetgeving berust ook bij de federale overheid.


De voorbije weken hebben de politieke en

gerechtelijke autoriteiten en de verantwoordelijken

van de veiligheidsdiensten zich onophoudelijk

ingezet om de openbare veiligheid te garanderen.

Wij namen de verantwoordelijkheden, die ons door

de zesde staatshervorming zijn toegewezen, ten

volle op. De Gewestelijke Veiligheidsraad is maar

liefst acht keer samengekomen om de maatregelen

te coördineren en de evolutie van de toestand op het

terrein van nabij te volgen.

Ik had elke dag rechtstreeks of via mijn diensten

nauw contact met de verschillende gemeentelijke en

gewestelijke bestuurlijke overheden en met de

verantwoordelijken van de veiligheidsdiensten om

hen zo duidelijk en volledig mogelijk in te lichten.

Ondanks de gezondheidscrisis zijn alle diensten,

dankzij de grote inzet van hun personeel, hun

opdrachten optimaal blijven vervullen. In het begin

van de gezondheidscrisis in maart nam het

absenteïsme in bepaalde politiekorpsen sterk toe,

maar dat is geleidelijk verminderd en de situatie is

nu soms zelfs beter dan in normale tijden.

Uit de cijfers blijkt dat er naar aanleiding van de

gezondheidscrisis bijna 25.000 pv's zijn opgemaakt.

Daarbij vielen zeer weinig ernstige feiten te noteren,

ondanks tegengestelde geruchten. Uiteraard vallen

de recente voorvallen in Anderlecht op. Ik benadruk

dat onze politiediensten bijzonder professioneel

hebben gehandeld en dat de nieuwe burgemeester

de gebeurtenissen voortreffelijk heeft aangepakt.

coupole pour l'enseignement et la formation des

policiers. L'enseignement relevant des matières

communautaires, ce projet qui devait tenir compte

de la séparation entre Communauté flamande,

Fédération Wallonie-Bruxelles et Région

bruxelloise au milieu, niait donc la réalité

bruxelloise. Nous nous demandions comment nous

allions encore pouvoir organiser une école

régionale de police. Vous voyez à quel point

Bruxelles manque de considération dans le chef de

certains dans ce pays, qui sont les premiers à

soulever les problèmes sans proposer de solution !

La situation est complexe et la période particulière.

La crise sanitaire en toile de fond joue sur le moral

des populations dans le monde entier. Outre la

force des images, un malaise sociétal profond est

perceptible, que traduisent les violences commises

par des représentants de l’État et le déficit de

confiance, alimenté par des événements à portée

universelle, comme l'affaire de Minneapolis.

Nous avons tous des anecdotes à raconter. Moi

aussi, au cours de mon adolescence - il y a donc

quelques années - j'ai assisté à des contrôles au

faciès. C'est une réalité. Je pouvais en rire, mais

mon ami qui le subissait ne trouvait pas cela drôle.

Il faut se rendre compte de ce que c'est. Il faut sortir

de cette logique. Oui, le racisme existe. Oui, le

délit de faciès existe. Il ne faut pas commanditer

une étude pour le démontrer.

Pour autant, il ne faut pas systématiquement jeter

l'opprobre sur ceux qui sont sur le terrain, dont la

tâche n'est pas toujours facile. De même, notre

devoir, en tant que responsables politiques, est

d'éviter de tomber tant dans l'angélisme que dans

la stigmatisation des jeunes, comme j'ai pu

l'entendre ici. Ceci étant, à la lecture du titre de

l'interpellation, je devine sa provenance et le

discours qui l'accompagne. Sa répétition lassante

indique l'ampleur du problème.

Il est nécessaire de bien mesurer les tenants et les

aboutissants de ces questions, ainsi que le champ

de compétence régional. C'est le ministre de

l'intérieur qui dispose des chiffres, notamment

ceux relatifs à l'absentéisme, et qui les transmet

aux députés fédéraux en réponses à leurs questions

orales et écrites. Toutes ces politiques sont

décidées au niveau fédéral, les lois sont fédérales,

et Bruxelles n'y échappe pas. Je vous invite à

43 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES




Ik ben blij dat de minister van Binnenlandse Zaken

de burgemeester van Anderlecht heeft ontmoet.

Hopelijk zal dat een gunstige uitwerking hebben.

Ondanks de KUL-norm, het gebrek aan

manschappen en de gebrekkige financiering zijn de

Brusselse criminaliteitscijfers de laatste tien jaar

met 20% gedaald. De Brusselse politie levert dus

goed werk. Het is niet correct te zeggen dat Brussel

een no-gozone is. Er is geen enkele buurt waar de

politie wegblijft.

De politie wordt bijgestaan door buurtwerkers,

gemeenschapswachten, MIVB-agenten, park-

wachters enzovoort. Tijdens de coronacrisis hebben

die zich doorgaans zeer professioneel gedragen.

Dat sommigen te snel administratieve sancties

uitschreven, is deels te wijten aan de onduidelijke

instructies die ze kregen.

Het concept van nultolerantie, zoals dat ooit in New

York werd ingevoerd, is niet zaligmakend. In

Brussel houdt het probleem ook verband met het

gerecht: het hele proces van de vaststelling van

feiten tot een eventuele sanctie moet in verhouding

staan tot het gewicht van de feiten en binnen een

redelijke termijn worden afgehandeld. Tegen de

visie van de federale ministers van Binnenlandse

Zaken en Justitie in, heb ik gepleit voor het behoud

van de gemeentelijke administratieve sancties,

aangezien het parket onvoldoende personeel heeft

om alle Brusselse dossiers te kunnen vervolgen.

Bovendien kunnen gemeentelijke agenten door hun

lokale betrokkenheid genuanceerder optreden. Het

doel was immers niet om boetes van 250 euro te

innen, maar om een verdere verspreiding van het

coronavirus te voorkomen.

De tijd is rijp om het beleid op de juiste manier te

evalueren. U kunt daarvoor op de Brusselse

regering rekenen.

veiller à ne pas sortir du cadre de compétence

régional, sous peine d'essuyer des refus.


Ces dernières semaines, les autorités politiques et

judiciaires, ainsi que les responsables des services

de sécurité, n'ont pas ménagé leurs efforts pour

garantir la sécurité publique. Le Conseil régional

de sécurité s'est réuni à huit reprises pour

coordonner les mesures et suivre de près

l'évolution sur le terrain.

Tous les jours, j'étais en contact étroit avec les

différentes autorités administratives, communales

et régionales, ainsi qu'avec les responsables des

services de sécurité, pour les informer au mieux.

Malgré la crise sanitaire, tous les services ont

continué à remplir leurs missions de manière

optimale. Si, en mars, l'absentéisme a fortement

augmenté dans certains corps de police, il a

ensuite progressivement diminué et la situation est

aujourd'hui parfois même meilleure qu'en temps

normal.

Près de 25.000 procès-verbaux ont été dressés

dans le cadre de la crise sanitaire. Très peu de faits

graves sont à signaler. Bien sûr, les récents

incidents à Anderlecht sont interpellants, mais je

tiens à souligner une gestion particulièrement

professionnelle de nos services de police et une

excellente réaction du nouveau bourgmestre.


Je me félicite que le ministre de l'intérieur ait

rencontré le bourgmestre d'Anderlecht. Il a ainsi

montré sa capacité d'intervenir et j'espère que cela

sera suivi d'effets.

Malgré la norme KUL, le manque d'effectifs et le

sous-financement, le taux de criminalité à

Bruxelles a diminué de 20 % au cours des dix

dernières années. Nous pouvons donc dire que nos

forces de l'ordre font du bon travail. Il n'est pas

exact de considérer Bruxelles comme une zone de

non-droit. Il n'existe pas de quartier où nous

n'intervenons pas.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 44




De nombreux acteurs agissent à tous les niveaux

afin d'assurer la quiétude des citoyens :

médiateurs, gardiens de la paix, agents de la STIB,

gardiens de parc, gardiens communaux et

régionaux, etc., tous font partie du service public

et œuvrent au vivre ensemble. Dans le contexte que

nous avons connu, ils ont rempli leurs missions

avec professionnalisme et discernement dans la

plupart des cas. Bien sûr, il m'a été rapporté des

situations où certains abusaient des sanctions

administratives, mais nous devons reconnaître que

les instructions ont parfois manqué de clarté et fait

l'objet d'interprétations erronées.

Le concept de tolérance zéro, imaginé par le maire

de New-York il y a de nombreuses années, n'est

pas la panacée. L'enjeu est que la chaîne judiciaire,

du fait constaté jusqu'à la prise éventuelle de

sanction, apporte une réponse appropriée et

proportionnée aux faits constatés, cela dans un

délai raisonnable. Ce point a fait l'objet du débat

que nous avons eu au sujet des sanctions

administratives communales, au cours duquel je

me suis opposé à la vision portée par les ministres

de la justice et de l'intérieur. Je considérais qu'il

fallait maintenir les sanctions administratives, car

dans une zone comme Bruxelles, le parquet est

incapable, en termes d'effectifs, de suivre tous les

dossiers. En outre, les agents constatateurs, de par

leur proximité, font preuve de nuance, ce qui n'est

pas le cas de la procédure judiciaire. En l'espèce, le

but n'était pas d'encaisser 250 euros, mais d'éviter

que les gens ne tombent malades. Le contexte était

sanitaire et non pas délictuel.

Le moment est venu de se poser les bonnes

questions, et vous pourrez compter sur la pleine

collaboration du gouvernement à cet égard.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik merk

dat mijn interpellatie bij alle partijen heel wat

losmaakt. We moeten het debat ten gronde voeren.

Daarbij kunnen wat mij betreft alle elementen ter

sprake komen, zonder taboes, ook de aantijgingen

van racisme bij de politie. Ook daarover moeten wij

het debat voeren en onderzoeken hoe het beter kan.

We kunnen immers alleen maar vaststellen dat er

een vertrouwensbreuk is. Dat zegt de politie keer op

keer, nu al een aantal weken aan een stuk. We

moeten dat ernstig nemen. Als puntje bij paaltje


néerlandais).- Nous devons mener un débat de

fond, sans tabous, en abordant aussi les

accusations de racisme dans la police.

Nous ne pouvons en effet que constater une rupture

de la confiance, que ne cesse de dénoncer la police

depuis plusieurs semaines. Nous devons prendre la

situation au sérieux. Au bout du compte, on ne peut

ignorer qu'un parti qui siège au gouvernement de

45 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



komt, kunnen we niet om de vaststelling heen dat

een partij die al dertig jaar onafgebroken deel

uitmaakt van de regering de problemen nooit ten

gronde heeft aangepakt.

Ik verwijs naar de voorbeeldrol van politici, ook

bijvoorbeeld wat de betoging van afgelopen zondag

betreft. Ik citeer professor Koen Lemmens van de

KU Leuven en de VUB: "Zeker politici hebben een

voorbeeldfunctie. Als zij vrolijk op Twitter melden

dat ze de regels niet naleven, vind ik dat vreemd.

Ten eerste creëren ze door hun deelname een

gevaarlijke situatie. Ze kunnen wel beweren dat dat

niet zo is, maar als er geen gevaar voor de

volksgezondheid is, moeten ze het verbod op

samenscholingen maar afschaffen. Een tweede

aspect is de draagkracht van de bevolking. Hoe wil

je dat burgers de regels volgen als politici signalen

geven dat de regels flexibel zijn en dat er te

onderhandelen valt?" Ik vind het dan ook ongepast

dat bijvoorbeeld ministers en parlementsleden de

regels aan hun laars lappen.

Een ander aspect is de financiering. De federale

overheid wordt steeds met de vinger gewezen. Dat

riedeltje horen we nu al jaren, maar nooit wordt er

in eigen boezem gekeken. Nogmaals, wat het Fonds

voor de Europese toppen betreft, heb ik zwart op wit

vastgesteld dat de rekening niet klopt. Nooit heb ik

daar inhoudelijk een antwoord op gekregen.

Waarom niet? Ik blijf dus bij mijn vragen en ik durf

ze gerust nogmaals te stellen. Waarom klopt de

rekening niet?

Zes politiezones, zes politieraden, zes verschillende

structuren, dat is inefficiënt. Je hoeft geen genie te

zijn om te beseffen dat dat op een aantal vlakken

een verspilling van middelen is. Hetzelfde geldt

voor het eengemaakte camerasysteem. Daarop

wachten we al jaren. Er zijn al tientallen miljoenen

in geïnvesteerd. Waar wacht de meerderheid toch

op?

Voor de invulling van een aantal nieuwe

bevoegdheden na de zesde staatshervorming, zoals

de opmaak van het eengemaakte politiereglement,

blijft het wachten op Godot.

Ik wil alvast een aanzet tot oplossingen geven.

Voormalig minister van Binnenlandse Jan Jambon

heeft met zijn project onder andere in verband met

lokale rekrutering de weg al getoond. Brussel heeft

manière ininterrompue depuis trente ans n'a

jamais pris les problèmes à bras-le-corps.

Je souligne aussi le devoir d'exemplarité des

responsables politiques, y compris dans le cas de

la manifestation de dimanche dernier. Il est

inapproprié que des ministres et des députés

bafouent les règles.

En matière de financement, le gouvernement

fédéral est toujours pointé du doigt, mais jamais

on ne balaie devant sa porte. Encore une fois, je

reviens avec le fonds pour les sommets européens.

J'ai pu constater noir sur blanc que le compte n'y

est pas. Pourquoi ?

Six zones de police, six conseils de police, six

structures différentes, c'est inefficace et c'est un

gaspillage de moyens. Idem pour le système de

vidéosurveillance unifié, attendu depuis des

années. Des dizaines de millions d'euros ont déjà

été investis. Qu'attend donc la majorité ?

Pour mettre en œuvre une série de nouvelles

compétences héritées de la sixième réforme de

l'État, comme l'établissement du règlement de

police unifié, on attend toujours Godot.

L'ancien ministre de l'intérieur, Jan Jambon, avait

déjà montré la voie, notamment avec son projet lié

au recrutement local. Bruxelles a refusé les trois

points que j'ai cités. Anvers, par contre, y a

souscrit et le projet a été un succès.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 46




op de drie punten die ik aanhaal, geweigerd.

Antwerpen is er wel op ingegaan en het werd een

succesvol project.


het Frans).- U vertelt maar wat. Hou daarmee op!

In Antwerpen bestaat het politiek project van de

burgemeester en voorzitter van de N-VA erin om de

Staat en de federale politie te ontmantelen ten

voordele van de lokale politie. Daarmee zet hij een

stap in de richting van de regionalisering van het

veiligheidsbeleid.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Il faut

arrêter de raconter n'importe quoi ! À Anvers, le

projet politique porté par le président de la N-VA

est de tuer la police fédérale, de démanteler l’État,

au profit de polices locales. C'est préfigurer la

régionalisation de la sécurité.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Een

tweede element van community policing is het

inzetten van de juiste hulpmiddelen, bijvoorbeeld

camera's. Ook wat dat betreft, heeft minister-

president Vervoort dus niet de juiste initiatieven

genomen en laat hij het over aan de politiezone.

Een derde element is samenwerking met de buurten

en de gemeenschappen, bijvoorbeeld via

buurtinformatienetwerken. Hierop wil hij evenmin

inzetten.

Dat zijn dus al drie concrete voorbeelden van hoe

het beter kan.

Ik zal een gemotiveerde motie indienen om hierover

de discussie ten gronde aan te gaan.


néerlandais).- La police de proximité passe par

également par le recours aux moyens appropriés,

comme les caméras. Là aussi, le ministre-président

n'a pas pris les bonnes initiatives et laisse la main

aux zones de police.

Par ailleurs, il ne veut pas davantage investir dans

la collaboration avec les quartiers et les

communautés, par exemple via les partenariats

locaux de prévention.

Voici donc déjà trois exemples concrets pour

améliorer la situation.

Je déposerai un ordre du jour motivé pour engager

le débat.


het Frans).- De wetgeving inzake beveiligings-

camera's is vandaag slechts toepasbaar met

betrekking tot proefprojecten. Sommige

politiezones namen al aan zo'n project deel, maar

het systeem is nog niet overal ingevoerd. Uw vragen

komen dus te vroeg

De voorzitter.- Technisch gezien is wel alles klaar

om beveiligingscamera's te installeren.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En ce

qui concerne les caméras, actuellement, la

législation n'est applicable qu'au travers de projets

pilotes, il n'y a pas encore eu de stabilisation.

Certaines zones ont déjà participé au projet, mais

nous n'en sommes pas encore à la systématisation

d'un processus encadré par la loi. Vos demandes

sont donc prématurées.

M. le président.- Mais, techniquement, tout est

prêt pour les accueillir.

De heer Pierre Kompany (cdH) (in het Frans).-

Wij steunen het politiekorps. Dat geldt ook voor de

bevolking. Ik betreur dat sommigen de ouders met

de vinger wijzen voor feiten die hun kinderen

M. Pierre Kompany (cdH).- Nous conservons en

permanence notre vigilance et notre fermeté pour

faire connaître notre soutien et celui de la

population au corps de police. Je pense ici aux

nombreux parents qui sont violentés par les

47 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



plegen, aangezien de achterliggende oorzaak vaak

van sociale aard is.

Twee van mijn naasten kregen heel wat media-

aandacht omdat ze zondag aan de betoging

deelnamen. Zij droegen een mondkapje.

Ik wacht overigens nog altijd op een uitnodiging

van de minister van Binnenlandse Zaken om mijn

voorstel om mentoren aan te stellen voor nieuwe

politieagenten verder te bespreken.

accusations tendancieuses de certains qui, mal

inspirés, font d'eux des boucs émissaires en les

rendant responsables d'incidents souvent dus au

mal-être social de leurs enfants.

Deux de mes proches sont dans la presse pour avoir

participé à la manifestation de dimanche dernier.

Ils portaient leurs masques.

Par ailleurs, j'attends toujours une invitation du

ministre de l'intérieur depuis sa réunion avec ma

zone de police pour développer l'idée, qu'il avait

appréciée, de la prise en compte des grands frères

et grandes sœurs dans les engagements avec

formation des agents de l'ordre qui opéreront dans

le cadre de la proximité.

De heer Sadik Köksal (DéFI) (in het Frans).- Het

is verrassend dat de heer Vanden Borre van de

N-VA systematisch Antwerpen als voorbeeld

aanhaalt. Misschien krijgt hij van de heer De Wever

geen verslag over het Antwerpse veiligheidsbeleid:

de criminaliteitscijfers liggen er hoger dan in het

Brussels Gewest en misdadigers gebruiken er

kalasjnikovs en handgranaten. De stad Antwerpen

lijkt me dan ook niet bepaald het beste voorbeeld.

(Opmerkingen van de heer Mathias Vanden Borre)

Antwerpen is een voorbeeld van slecht bestuur. In

april 2019 waren er in de politiezone Antwerpen

42 politieagenten werkzaam per 10.000 inwoners,

terwijl er in het Brussels Gewest - als we Brussel-

Stad niet meetellen - op dat moment gemiddeld

31 politieagenten per 10.000 inwoners werkzaam

waren in de vijf overige politiezones.

We mogen niet doof zijn voor de verzuchtingen van

de politie, maar sommigen hebben duidelijk een

selectief geheugen. Er zijn uitspraken die we niet

kunnen tolereren.

De staten-generaal die in de algemene beleids-

verklaring wordt aangekondigd, gaat binnenkort

van start en zal ons in staat stellen de politiezones

door te lichten. De KUL-norm dient inderdaad te

worden aangepast om een betere financiering

mogelijk te maken. Er moet aandacht gaan naar de

M. Sadik Köksal (DéFI).- Je suis quand même

surpris que mon collègue de la N-VA reprenne

chaque fois comme exemple la ville ou le district

d'Anvers. Je pense que M. De Wever ne leur fait

pas un compte rendu de la gestion de la criminalité,

avec un taux de criminalité plus important qu'en

Région bruxelloise, où on utilise des kalachnikovs,

des grenades et autres. Heureusement que nous ne

connaissons pas cette situation en Région

bruxelloise. C'est donc un très mauvais exemple de

nous comparer à Anvers.

(Remarques de M. Mathias Vanden Borre)

Anvers qui reste l'exemple d'une mauvaise gestion

par rapport à celle que nous avons au niveau de nos

zones de police en Région bruxelloise. Et ceci,

alors qu'en moyenne, au mois d'avril 2019

justement, la zone d'Anvers comptait 42 policiers

pour 10.000 habitants, tandis qu'en Région

bruxelloise, si l'on neutralise la zone incluant la

capitale (la Ville de Bruxelles), nous avions en

moyenne 31 policiers pour 10.000 habitants dans

les cinq zones.

Il y a un refinancement. Nous devons être à

l'écoute de la demande de la police, nous sommes

tout à fait d'accord. Mais il ne faut pas être

amnésique ou avoir une mémoire sélective en

fonction de ce que certains aimeraient faire passer.

Nous ne pouvons tolérer ce genre de propos.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 48




dialoog tussen burgers en politie, zodat we het

vertrouwen van de bevolking kunnen terugwinnen.

Als er politieagenten zijn die zich misdragen,

moeten we de nodige matregelen nemen.

La déclaration de politique régionale (DPR)

mentionne la tenue des états généraux qui vont

bientôt débuter, enfin, et qui nous permettront de

tirer le bilan concernant nos zones de police. La

norme KUL doit effectivement être revue afin

d'assurer ce refinancement. Il faudra également

pouvoir assurer le dialogue et recréer de la

confiance mutuelle entre nos citoyens et nos

policiers qui ont pour mission d'assurer leur

sécurité et leur bien-être.

S'il y a de mauvais éléments au sein de la police,

comme dans tout autre secteur, il faudra lutter

contre eux, contre les abus, les identifier et prendre

les mesures nécessaires.

De heer Jamal Ikazban (PS) (in het Frans).- Ik

begrijp dat de N-VA het gebrek aan investeringen

in de gezondheidszorg en de veiligheidssector

probeert weg te moffelen. Wat we nu nodig hebben,

is echter een debat ten gronde om de dialoog te

herstellen en een klimaat van sereniteit en respect

tussen de burgers en de ordediensten tot stand te

brengen.

Ik sta achter uw voorstel om een debat te

organiseren en zou zelfs willen zeggen dat we ons

moeten spiegelen aan die landen waar

politiegeweld onbestaande is. Het is perfect

mogelijk om de openbare orde te bewaken zonder

dat de politie zich gewelddadig opstelt. Antwerpen

geeft op dat gebied trouwens niet het beste

voorbeeld!

M. Jamal Ikazban (PS).- Je comprends que la N-

VA essaie de masquer le désinvestissement dans

les secteurs des soins de santé et de la sécurité,

mais je pense que nous avons besoin d'un débat de

fond, car la question essentielle est de trouver les

moyens de rétablir le dialogue, ainsi qu'un climat

de respect et de sérénité entre citoyens et forces de

l'ordre.

Votre idée d'organiser un débat a donc tout mon

soutien. Je vais même aller un peu plus loin en

soulignant que nous devrions nous inspirer de ce

que font certains pays étrangers où la violence

policière est totalement absente. Assurer la sécurité

du citoyen tout en évitant les violences policières

est donc parfaitement possible. Anvers n'est peut-

être pas le meilleur exemple à cet égard !

De heer Hicham Talhi (Ecolo) (in het Frans).-

Beleidsmakers zouden inderdaad niet openlijk

mogen toegeven dat ze de wet niet naleven, zoals

Bart De Wever in maart deed. Ze hebben een

voorbeeldfunctie en moeten zich dus zeker aan de

wet houden.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je remercie mon

collègue d'avoir cité le professeur de la Katholieke

Universiteit Leuven (KU Leuven) qui a expliqué

que les responsables politiques ne devaient pas

publiquement affirmer qu'ils n'ont pas respecté les

lois, ainsi que l'avait fait Bart De Wever en mars

dernier. Il est en effet utile de leur rappeler qu'ils

ont un devoir d'exemplarité et qu'ils sont dès lors

les premiers à devoir respecter la loi.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De heer

De Wever heeft zich verontschuldigd voor de

uitspraak waarnaar u verwijst, alleszins voor de

mediaheisa die erop volgde. Overigens ging het in

dat geval niet om een harde regel. Het verbod op


néerlandais).- M. De Wever s'est excusé pour ses

propos. Par ailleurs, l'interdiction de manifester

était fixée par arrêté ministériel. C'est donc la

législation qui a été enfreinte dimanche dernier.

49 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



betogingen is echter wel vastgelegd bij ministerieel

besluit. Zondag werd de wetgeving dus overtreden.

In het geval van De Wever ging het om een

interpretatie van de richtlijnen voor de politie, en

niet om wetgeving. Er is een duidelijk verschil.

De voorzitter.- Dat lijkt me niet helemaal correct.

Dans le cas de M. De Wever, il s'agissait d'une

interprétation des directives pour la police. La

différence est évidente.

M. le président.- Ce que vous dites ne me semble

pas tout à fait correct.

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a).- Uit

uw antwoorden onthoud ik dat er veel kansen

liggen. Ten eerste is er de ontplooiing van Brusafe,

dat vertegenwoordigers van alle veiligheids-

beroepen samenbrengt. Daarmee moet worden

ingezet op de opleiding van de politieagenten en de

ontwikkeling van hun rol als sociaal werker in de

contacten met de burgers.

Een tweede kans ligt in de rol die de minister-

president kan opnemen om de verschillende

bestuurlijke niveaus en politiezones te coördineren.

Hoe dat moet gebeuren, moet nog worden

uitgezocht.

Geweld aanklagen en bestraffen is belangrijk, net

zoals het creëren van transparantie over de werking

in de politiekorpsen en het luisteren naar

slachtoffers en hen serieus nemen.


néerlandais).- Je retiens de vos réponses plusieurs

opportunités, à commencer par le déploiement de

Brusafe, qui rassemble des représentants de tous

les métiers de la sécurité. Il faut utiliser ce biais

pour améliorer la formation des agents.

Une deuxième opportunité réside dans le rôle que

peut jouer le ministre-président pour coordonner

les différents niveaux administratifs et les zones de

police.

Il est important de dénoncer et de punir la

violence, mais il l'est également de rendre le

fonctionnement des corps de police transparent et

de prendre les victimes au sérieux.


Mijnheer Vanden Borre, u maakt zich druk omdat

sommige beleidsmakers de maatregelen niet

naleven. Misschien moet u dan de vele N-VA-

verkozenen die zich niet aan de regels hielden maar

eens tot de orde roepen. De burgemeester van

Izegem werd bijvoorbeeld betrapt op een

lockdownfeestje!

Moties - Indiening

De voorzitter.- Naar aanleiding van de

interpellaties kondigt de heer Mathias Vanden

Borre de indiening van een gemotiveerde motie aan,

overeenkomstig artikel 119.2 van het reglement (zie

bijlage).

M. Petya Obolensky (PTB).- J'entends mon

collègue s'indigner du non-respect des mesures par

certains acteurs politiques. Il pourrait peut-être

rappeler les règles à Mme Dumery, bourgmestre

N-VA de Blankenberge, qui disait avoir voulu

encourager l'horeca en participant à une lockdown

party, même si "ce n'était pas une bonne idée" ou à

Bert Maertens, bourgmestre N-VA d'Izegem, qui a

été surpris dans une soirée festive en plein

confinement. Il existe de nombreux exemples

d'élus N-VA qui ne respectent pas les règles.

Ordres du jour - Dépôt

M. le président.- En conclusion des

interpellations, M. Mathias Vanden Borre annonce

le dépôt d'un ordre du jour motivé, conformément

à l'article 119.2 du règlement (voir annexe).

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 50




Een eenvoudige motie wordt ingediend door

mevrouw Leila Agic op 11 juni 2020.

Un ordre du jour pur et simple est déposé par Mme

Leila Agic le 11 juin 2020.

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER

HICHAM TALHI










betreffende "de impact van Covid-19 op de

Brusselse taxisector".

QUESTION ORALE DE M. HICHAM TALHI




CAPITALE CHARGÉ DU






concernant "l'impact du Covid-19 sur le

secteur des taxis bruxellois".


Covid-19-crisis heeft een verwoestend effect gehad

op de taxisector. Door het gezondheidsrisico is het

aantal ritten sterk afgenomen, met desastreuze

financiële gevolgen.

Om het risico te beperken en aan het werk te kunnen

blijven, hebben sommige taxibestuurders een

plexiglazen afscheiding in hun voertuig

aangebracht en bieden ze hun klanten

mondmaskers aan. Die maatregelen betalen ze zelf.

Is de regering van plan om passagiers van taxi's te

verplichten om een mondmasker te dragen? Dat zou

niets kosten, aangezien alle Brusselaars

mondmaskers hebben gekregen.

Zo niet, bent u dan van plan om

beschermingsmateriaal te verstrekken aan

taxichauffeurs, zodat ze het risico op besmetting

kunnen beperken?

Hoever staat overigens de langverwachte

hervorming van de sector, waarvan u beloofde dat

ze deze zomer klaar zou zijn? Zal het langer duren?

Zo ja, hoeveel langer?

Hoever staat het ontwerp van besluit van de

Brusselse regering met betrekking tot de

taxidiensten en de diensten voor verhuur van

M. Hicham Talhi (Ecolo).- La crise sanitaire liée

au Covid-19 a eu un effet dévastateur sur le secteur

des taxis. Les risques sanitaires, tant pour les

chauffeurs de taxi que pour leurs passagers, ont eu

pour effet une forte diminution des courses et des

conséquences financières désastreuses.

Pour pallier ces risques et continuer à travailler, il

nous revient que certains chauffeurs installent des

cloisons de protection en plexiglas dans leur

véhicule et mettent à disposition des masques pour

leurs clients. Tout ceci est financé sur fonds

propres.

Le gouvernement envisage-t-il de rendre

obligatoire le port du masque pour les passagers

des taxis bruxellois ? Cette mesure serait sans coût,

puisque l’ensemble de la population régionale en a

reçu.

Dans le cas contraire, envisagez-vous de mettre du

matériel de protection à disposition de nos

chauffeurs de taxi afin de diminuer les risques

extrêmement élevés de contamination lors de la

prise en charge de leurs clients ?

Par ailleurs, où en sommes-nous dans la réforme

du secteur tant attendue que vous nous avez

promise pour cet été ? Un délai supplémentaire est-

il à prévoir ? Si oui, lequel ?

51 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



wagens met een chauffeur? Wanneer wordt het van

kracht?

Enfin, qu’en est-il du projet d'arrêté du


modifiant l'arrêté du gouvernement de la Région de

Bruxelles-Capitale du 29 mars 2007 relatif aux

services de taxis et aux services de location de

voitures avec chauffeur ? Dans quel délai celui-ci

sera-t-il d’application ?


het Frans).- De regering heeft maatregelen

genomen om de taxisector te ondersteunen, gaande

van de vrijstelling van belastingen tot een premie

van 3.000 euro voor elke exploitant. Daarmee gaat

een budget van 7,5 miljoen euro gepaard. Er wordt

nog onderhandeld over het toekomstige herstelplan

en de maatregelen die daarin zullen staan.

De Brusselse overheid kan het dragen van

mondmaskers door passagiers van taxi's niet

verplichten. De regels worden vastgelegd door de

Nationale Veiligheidsraad, wij kunnen dus alleen

maar aanbevelingen verstrekken. Intussen hebben

we wel al mondmaskers aan alle Brusselaars

uitgedeeld.

De Nationale Veiligheidsraad adviseert alvast om

taxi's geregeld te luchten, de mond en de neus te

bedekken en ervoor te zorgen dat er een minimale

afstand tussen de passagiers kan worden

gerespecteerd. Al degenen die onder hetzelfde dak

wonen of tot dezelfde bubbel behoren, kunnen

natuurlijk samen reizen. Wij stimuleren

taxichauffeurs dus om hun klanten uit te nodigen

een masker te dragen.

Het hoeft geen betoog dat de pandemie de

hervorming van de taxisector heeft afgeremd, maar

zodra wij de studie ter zake hebben ontvangen,

kunnen we starten met de uitvoering van de

aanbevelingen. Ik sluit niet uit dat wij nog

specifieke maatregelen nemen, zodat de sector zijn

normale activiteiten kan hernemen. Dat zal alvast

niet voor morgen zijn, aangezien bijvoorbeeld het

toerisme nog niet is hersteld. We zullen ons

vindingrijk moeten opstellen.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les

mesures adoptées par le gouvernement s'inscrivent

dans une dynamique de sortie de crise et de soutien

au secteur, qu'il s'agisse de l'exonération fiscale ou

de la prime de 3.000 euros par exploitant. Cela

représente un budget de 7,5 millions d'euros. Nous

verrons si le futur plan de relance contiendra des

mesures destinées au secteur. Rien n'est encore

défini pour l'instant, les discussions sont en cours.

Nous n'avons pas le pouvoir de rendre le masque

obligatoire pour les passagers des taxis, les règles

étant fixées par le Conseil national de sécurité

(CNS). Nous le recommandons cependant et des

masques ont été distribués à toute la population

bruxelloise.

Par ailleurs, le CNS conseille d'aérer et de nettoyer

régulièrement le véhicule, de se couvrir le nez et la

bouche avec un masque ou toute autre alternative

et de transporter les clients en respectant une

distance minimale entre chaque passager. Les

personnes vivant sous le même toit ou faisant

partie de la même bulle peuvent évidemment

voyager ensemble.

Nous encourageons donc les chauffeurs à inviter

leurs clients à porter un masque.

La pandémie a en effet freiné la réforme du secteur.

L'étude est presque terminée. Nous attendons ses

recommandations. L'activité du gouvernement a

elle aussi été ralentie par la crise sanitaire. Nous

allons remettre les choses en route dans les jours et

les semaines qui viennent. Nous n'excluons pas de

prendre des mesures spécifiques et nous

évaluerons lesquelles sont les plus appropriées

pour permettre au secteur de retrouver une activité

normale.

Il faut toutefois être conscients que ce ne sera pas

pour demain, étant donné qu'une grande partie de

l'activité qui fait vivre Bruxelles, comme les

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 52




congrès, le tourisme, etc., ne va pas revenir tout de

suite. Il va falloir faire preuve d'inventivité.


Taxibestuurders voelen zich veiliger als hun klanten

een masker dragen. Heeft de klant er geen, dan

neemt de bestuurder de kosten voor het verstrekte

masker voor zijn rekening. Mocht het verplicht

worden om een masker te dragen, dan kan hij dat

aanrekenen.

Daarnaast zou visit.brussels een campagne kunnen

voeren om Brusselaars aan te sporen weer taxi's te

nemen.

Telkens wanneer ik u naar de hervorming van de

taxisector vraag, moet ik aandringen om een

planning te krijgen. Vandaag gaf u er geen. Ik

begrijp dat de Covid-19-crisis uw plannen

doorkruiste, maar ik zou toch op zijn minst willen

weten wanneer u het dossier verwacht af te ronden.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je me permets

d'insister sur le problème des masques. Les

chauffeurs de taxi se sentent davantage en sécurité

lorsque les clients portent un masque. Si un client

n'en a pas, le coût d'un masque proposé

gratuitement est à charge de l'exploitant. Or, si le

port du masque devient obligatoire, le coût pourra

être reporté sur le client.

Par ailleurs, même si cette commission n'est pas

spécialement compétente en la matière, une

campagne publicitaire pourrait être menée, par

exemple par visit.brussels, afin d'inciter la

population à reprendre le taxi.

Concernant la réforme du secteur, je vous ai déjà

interrogé à plusieurs reprises sur ce sujet et, chaque

fois, j'ai dû insister pour obtenir des dates voire des

échéances. Aujourd'hui, je n'en ai aucune. Je

comprends l'effet de la crise liée au Covid-19, mais

nous voudrions au moins avoir une période pour

laquelle vous comptez aboutir dans ce dossier.


het Frans).- Momenteel werkt iedereen aan het

herstelplan en dat is met het telewerk niet altijd

even eenvoudig. Ik zou graag minstens de besluiten

voor het zomerreces klaar hebben. Dat lijkt mij een

redelijke termijn.

- Het incident is gesloten.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Pour

l'instant, avec nos équipes, nous sommes

totalement mobilisés par le plan de relance, dans

un cadre parfois difficile de télétravail. Il règne une

certaine fatigue psychologique. Nous aimerions

aboutir, au moins pour les arrêtés, avant les

vacances parlementaires. Cela me semble une

échéance raisonnable, même s'il ne reste que cinq

ou six réunions du gouvernement d'ici là.

- L'incident est clos.

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW

ELS ROCHETTE








QUESTION ORALE DE MME ELS

ROCHETTE




CAPITALE CHARGÉ DU




53 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES





EN AAN DE HEER BERNARD

CLERFAYT, MINISTER VAN DE


REGERING, BELAST MET WERK EN

BEROEPSOPLEIDING,

DIGITALISERING, PLAATSELIJKE

BESTUREN EN DIERENWELZIJN,

betreffende "de wildgroei van gemeentelijke

coronamaatregelen".

TOEGEVOEGDE MONDELINGE VRAAG

VAN DE HEER AHMED MOUHSSIN,

betreffende "de nietigverklaring van de

verordeningen van de Brusselse

burgemeesters inzake het verplicht dragen

van een masker op sommige plaatsen in hun

gemeente en in de handelszaken".



ET À M. BERNARD CLERFAYT,

MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE


CAPITALE CHARGÉ DE L'EMPLOI ET

DE LA FORMATION

PROFESSIONNELLE, DE LA

TRANSITION NUMÉRIQUE, DES

POUVOIRS LOCAUX ET DU BIEN-

ÊTRE ANIMAL,

concernant "la prolifération de mesures

communales contre le coronavirus".

QUESTION ORALE JOINTE DE M. AHMED

MOUHSSIN,

concernant "l'annulation des ordonnances

des bourgmestres bruxellois rendant

obligatoire le port du masque dans certains

endroits de leurs communes et dans les

commerces".

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a).-

Mijnheer de minister, ik diende mijn vraag al in op

12 mei, waardoor sommige elementen ervan

achterhaald zijn. Maar ik moet mij houden aan de

ingediende versie. Misschien kunt u bij uw

antwoord de actuele situatie betrekken?

We maakten reeds in de plenaire vergadering van

24 april het punt dat de Brusselse gemeenten de

coronacrisis op een verschillende manier aanpakken

en herhalen dat een centrale regie heel belangrijk is,

anders loopt het fout.

Neem nu de mondmaskers. Etterbeek, Sint-

Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe

verplichten het dragen van mondmaskers op

openbare plaatsen. Sint-Joost-ten-Node gaat ook

overstag. Er is dus verwarring alom: waar moet het

wel, waar niet. Dat krijg je niet uitgelegd aan de

Brusselaar. Eén systeem voor iedereen is veel

gemakkelijker en veel duidelijker. We willen u,

minister-president en minister Clerfayt, vragen om

hierin bij te sturen. Het gewest moet de maatregelen

coördineren. Waarschijnlijk zijn er onder de

Brusselse burgemeesters medestanders te vinden,


néerlandais).- M. le ministre, ma question date du

12 mai, ce qui rend certains de ses éléments

obsolètes. Pourriez-vous inclure la situation

actuelle dans votre réponse ?

Chaque commune a sa propre méthode pour

traiter la crise du Covid-19. Ainsi, plusieurs

d'entre elles imposent le port du masque buccal

dans les lieux publics et d'autres pas, ce qui crée

une certaine confusion. Certains bourgmestres

déplorent sans doute cette situation aspirent à

davantage de coopération. Nous estimons dès lors

que la Région doit se charger de la coordination

des mesures et des règles liées à la crise du Covid-

19.

Auparavant, les communes commandaient elles-

mêmes leurs masques buccaux et se

concurrençaient sur le marché. Heureusement,

vous êtes intervenu auprès de la centrale d'achats

régionale afin de remédier à cette situation.

L'arrêté ministériel du gouvernement fédéral

permet aux bourgmestres d'imposer dans leur

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 54




die die manier van werken ook betreuren en

smachten naar meer samenwerking en afstemming.

Eerder al bestelden gemeenten op eigen houtje

mondmaskers, wat erop neerkomt dat ze met elkaar

concurreren op de markt van mondmaskers.

Gelukkig hebt u op het vlak van aankoop al

ingegrepen met de gewestelijke aankoopcentrale.

Wij denken dat coördinatie ook dringend nodig is

voor de andere coronaregels.

Het ministerieel besluit van de federale regering laat

ruimte aan de burgemeesters om in hun gemeente

coronaregels op te leggen die niet beslist zijn door

de Nationale Veiligheidsraad. Maar per provincie

kan de gouverneur nog altijd bijsturen. In het

Brussels Gewest bent u de tussenpersoon tussen de

federale overheid en de gemeentebesturen.

Verschillende gemeentelijke regelingen die naast

elkaar bestaan, zijn verwarrend. De concurrentie

tussen gemeenten is een slechte zaak. Het is nodig

de krachten te bundelen. We moeten het probleem

als gewest als één geheel benaderen, als één

wereldstad, niet alleen vandaag, in tijden van

pandemie, maar altijd, ook in normale

omstandigheden.

Ook voor de pandemie bestonden er al veel

gemeentelijke regels naast elkaar. Verhuisfirma’s

bijvoorbeeld worden vaak geconfronteerd met

verschillende parkeerreglementen. Een OCMW-

cliënt heeft in de ene gemeente recht op medische

zorg en in de andere gemeente niet, omdat er daar

andere voorwaarden gelden. Die versnippering is

verwarrend, niet efficiënt, tijdrovend en

verspillend. Dat is problematisch in normale tijden,

maar zeker in de huidige crisissituatie.

Monitort u de verschillende gemeentelijke

maatregelen, niet alleen voor de mondmaskers,

maar bijvoorbeeld ook voor de heropstart van de

lokale handel en steunmaatregelen? Waar kunnen er

conflicten ontstaan? Wat zijn uw bevindingen?

Waar is er bijsturing nodig? Wat doet het gewest om

de aanpak van de crisis door de gemeenten te

coördineren?

Wat doet u om een consensus in de gemeentelijke

aanpak van de coronacrisis te verkrijgen? Welk

overleg is er met de negentien burgemeesters? U

riep in maart een buitengewone vergadering samen

commune des règles spécifiques qui n'ont pas été

décidées par le Conseil national de sécurité.

Néanmoins, dans chaque province, le gouverneur

peut procéder à des ajustements. Dans notre

Région, vous êtes l'intermédiaire entre le

gouvernement fédéral et les communes.

La coexistence de différentes réglementations

communales et la concurrence entre communes

sont déroutantes. Il est impératif d'unir nos forces

et d'aborder le problème en tant que Région, et ce

non seulement en période de pandémie, mais aussi

en temps normal.

Même avant la pandémie, de nombreuses règles

communales cohabitaient déjà. Ainsi, le client d'un

CPAS peut avoir droit à des soins médicaux dans

une commune et pas dans une autre, où des

conditions différentes s'appliquent. Cette

fragmentation est source de confusion,

d'inefficacité et de perte de temps.

Supervisez-vous les différentes mesures

communales, non seulement en matière de

masques buccaux, mais aussi de relance du

commerce local et de mesures d'aide ? Où des

conflits peuvent-ils survenir ? Quelles sont vos

constatations ? Que fait la Région pour

coordonner la réponse des communes à la crise ?

Que faites-vous pour obtenir un consensus dans

l'approche communale de la crise ? Quelle est la

concertation avec les dix-neuf bourgmestres ?

Quelles initiatives prenez-vous pour contrer la

prolifération des mesures et règles communales

liées à la crise ?

55 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



van de Gewestelijke Veiligheidsraad, met daarin de

burgemeesters van de negentien Brusselse

gemeenten en de korpschefs. Welke nieuwe

initiatieven neemt u om de wildgroei aan

gemeentelijke maatregelen en coronaregels tegen te

gaan?

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo) (in het Frans).-

Op 30 april 2020 verzond u een brief naar de

burgemeesters om de kwestie van de mondmaskers

op te helderen. Kort daarvoor had de burgemeester

van Etterbeek, de heer De Wolf, beslist om het

dragen van een mondmasker op sommige plaatsen

te verplichten.

In uw brief verwees u naar de beslissing van de

Nationale Veiligheidsraad, die de bevolking sterk

aanraadt om in de openbare ruimte mond en neus

te bedekken door middel van een mondmasker, een

sjaal of een bandana, en die datzelfde vanaf 4 mei

verplicht maakt voor de gebruikers van het

openbaar vervoer. U verzocht de burgemeesters om

geen verwarring te zaaien. Toch volgden kort

daarna drie andere gemeenten het Etterbeekse

voorbeeld.

Tijdens de plenaire vergadering van 20 mei 2020

hebt u actualiteitsvragen beantwoord over de

vermaning van federaal minister van Binnenlandse

Zaken De Crem aan het adres van de burgemeesters

die strengere regels hadden uitgevaardigd dan de

federale.

U gaf een overzicht van de gebeurtenissen. Op

5 mei hebt u de premier en de minister van

Binnenlandse Zaken op de hoogte gebracht van het

initiatief van de burgemeesters. Op 15 mei heeft de

minister van Binnenlandse Zaken een brief gestuurd

naar de gouverneurs en de hoge ambtenaar, met de

vraag om de gemeentelijke verordeningen die in

strijd zijn met de federale maatregelen, te

vernietigen. De gewestregering kan een dergelijke

beslissing nemen.

Om hoeveel verordeningen gaat het? Hebt u de

Etterbeekse verordening van 28 april 2020 aan een

juridische analyse laten onderwerpen? De eminente

juristen die hetzelfde deden op vraag van de heer

De Wolf, kwamen tot de conclusie dat de

verordening wettelijk is. Is dat ook zo?

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Le 30 avril 2020,

vous avez envoyé un courrier aux bourgmestres de

la Région bruxelloise afin de clarifier la situation

sur le port du masque. Celui-ci faisait suite à

l'ordonnance de police du 28 avril 2020 prise par

le bourgmestre d’Etterbeek, M. De Wolf, rendant

obligatoire le port du masque à certains endroits du

territoire communal pour raison de salubrité

publique durant la pandémie de Covid-19.

Vous y rappeliez la décision du Conseil national de

sécurité (CNS) à propos du port du masque : "Se

couvrir la bouche et le nez fera partie des bonnes

pratiques pendant ce déconfinement. Cela peut se

faire par l'intermédiaire d'un masque dit "de

confort" ou d'une autre protection (écharpe,

bandana).

Cette pratique sera :

- fortement recommandée dans l'espace public ;

- obligatoire dans les transports en commun pour

les usagers de douze ans et plus. Cette mesure

entrera en vigueur à partir du 4 mai."

C'est mot pour mot ce que la Première ministre

Sophie Wilmès avait dit lors de sa conférence de

presse.

Par ailleurs, dans ce même courrier, vous insistiez

sur la nécessité de ne pas semer la confusion parmi

la population dans une situation déjà compliquée.

Les jours qui ont suivi, trois autres communes ont

pris des mesures similaires.

Lors de la séance plénière du 20 mai 2020, vous

avez répondu à des questions d’actualité sur le

rappel à l’ordre adressé par le ministre de

l’intérieur, M. Pieter De Crem, aux bourgmestres

qui ont pris des ordonnances plus strictes que les

dispositions du CNS.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 56




Welk gevolg wordt er gegeven aan de verzoeken van

minister De Crem?

Vous avez fait un récapitulatif du déroulé des

événements. Le 5 mai, vous avez informé la

Première ministre et le ministre de l'intérieur de

l'initiative des autorités locales à Bruxelles

concernant le port du masque. Le 15 mai, le

ministre de l’intérieur a envoyé une lettre aux

gouverneurs et à la haute fonctionnaire rappelant

les principes et demandant que les décisions des

bourgmestres qui ne respectent pas les mesures

fédérales soient annulées.

Le gouvernement bruxellois est habilité à prendre

de telles décisions d’annulation.

Combien d’ordonnances problématiques ont-elles

été dénombrées sur le territoire de la Région de

Bruxelles-Capitale ?

Avez-vous fait procéder à une analyse juridique de

l’ordonnance de police du 28 avril 2020 rendant

obligatoire le port du masque à certains endroits du

territoire communal d'Etterbeek ? Dans

l'affirmative, cette ordonnance est-elle légale ? Les

juristes émérites qui ont réalisé une telle analyse à

la demande de M. De Wolf ont conclu à la légalité

de cette ordonnance.

Quelles sont les suites données aux demandes du

ministre de l’intérieur ?

De heer Bernard Clerfayt, minister (in het

Frans).- Ik ben als minister bevoegd voor de

plaatselijke besturen. Het is echter minister-

president Vervoort die de informatie van de

federale minister van Binnenlandse Zaken ontvangt

en verantwoordelijk is voor de coördinatie van de

acties van de burgemeesters in de Gewestelijke

Veiligheidsraad. Daarom heeft hij ook de brief

opgesteld waarnaar u verwees.


Maar de analysenota van de minister van

Binnenlandse Zaken bevestigt dat schorsings- en

vernietigingsmaatregelen toekomen aan de minister

die bevoegd is voor de lokale besturen. Daarom

heeft de minister-president mij op 20 mei het

dossier gegeven.

Ik heb vervolgens mijn administratie onmiddellijk

gevraagd om inlichtingen in te winnen over de

M. Bernard Clerfayt, ministre.- Je ne suis pas le

ministre-président, je suis le ministre chargé des

pouvoirs locaux. En effet, Bruxelles est une

Région compliquée et la redéfinition des

compétences des uns et des autres dans les

différentes matières nécessite une interprétation et

une clarification.

C'est bien le ministre-président qui est habilité à

recevoir les informations du ministre de l'Intérieur

et à assurer la coordination de l'action des

bourgmestres au sein du Conseil régional de

sécurité (Cores), ce qu'il a fait notamment en

rédigeant le courrier dont vous avez parlé.


La note d'analyse du ministre de l'intérieur

confirme néanmoins que les mesures de

suspension et d'annulation sont du ressort du

57 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



maatregelen die de burgemeesters hebben

genomen. Ik vroeg ook om een analyse van de

situatie te maken en de gemeenten te informeren

over de nieuwe interpretatie van de minister van

Binnenlandse Zaken sinds 15 mei. Ten slotte vroeg

ik om een verslag en een volledige juridische

analyse op te stellen.

In dit stadium hebben we vier potentieel

problematische akten geïdentificeerd, namelijk

voor Etterbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-

Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe. Mijn

administratie is momenteel bezig met de analyse

ervan.


Op 15 mei verzond de minister van Binnenlandse

Zaken een brief aan de gouverneur, die hem aan de

gemeenten moest doorgeven. Daarin wees de

minister op de noodzaak om over het hele Belgische

grondgebied dezelfde federale normen inzake het

dragen van mondmaskers na te leven. Mijn

medewerkers verzonden op mijn vraag op 26 mei de

brief aan alle burgemeesters. Als er Brusselse

burgemeesters waren die meenden dat ze niet aan

de federale normen beantwoordden, konden ze

vrijwillig hun maatregelen intrekken of aanpassen

om een eventuele schorsing of schrapping te

voorkomen.

Juridisch is het duidelijk dat als de burgemeesters

het dragen van een mondmasker op hun volledige

grondgebied hadden verplicht, dat in tegenspraak

zou zijn geweest met de federale maatregelen. Of de

burgemeesters in bepaalde omstandigheden en op

bepaalde plekken maatregelen mogen nemen die

een aanvulling zijn op die van de federale regering,

zonder aan die laatste afbreuk te doen, is juridisch

gezien een veel complexere kwestie.

Daarom verkies ik de burgemeesters zelf op de

hoogte te brengen van de interpretatie van de

minister van Binnenlandse Zaken en hen aan te

sporen om hun beslissingen eventueel bij te sturen.

Bij dezelfde gelegenheid vroegen mijn medewerkers

aan de gemeenten om mee te delen welke

aanvullende maatregelen ze namen en om welke

redenen. Na ontvangst wordt nagegaan of die

reglementen wettelijk zijn. Ik hoop dat de

ministre responsable des pouvoirs locaux, de sorte

que le dossier m'a été confié.

J'ai alors demandé à mon administration à obtenir

des informations sur les mesures prises par les

bourgmestres, ainsi qu'une analyse de la situation,

un rapport et une analyse juridique exhaustive.

À ce stade, nous avons identifié quatre actes

potentiellement problématiques (à Etterbeek,

Saint-Josse-ten-Noode, Woluwe-Saint-Lambert et

Woluwe-Saint-Pierre), que mon administration est

en train d'analyser.


Le 15 mai, le ministre de l'intérieur a envoyé un

courrier au gouverneur, qui devait le relayer auprès

des communes. Il rappelait la nécessité de

respecter les mêmes normes fédérales sur

l'ensemble du territoire de la Belgique en ce qui

concerne le port du masque, et il joignait une

analyse juridique du Centre de crise national

(NCCN) en la matière. À ma demande, le 26 mai,

mon administration a envoyé le courrier et

l'interprétation du ministre ainsi que l'analyse

juridique à tous les bourgmestres, dans le but de

rappeler les mesures prises. Si des bourgmestres

bruxellois estimaient ne pas être en conformité

avec les normes fédérales, ils pouvaient

volontairement retirer, adapter ou corriger leur acte

et éviter ainsi le risque éventuel d'une suspension

ou d'une annulation.

Sur un plan juridique, il est très clair que si les

bourgmestres avaient pris une mesure d'imposition

absolue du port du masque sur tout leur territoire,

un tel acte aurait été en contradiction absolue avec

les mesures fédérales. Quant à savoir si, dans des

circonstances précises et dans des lieux précis, les

bourgmestres sont habilités à compléter les

mesures fédérales (sans les mettre à mal) par des

mesures supplémentaires en raison des moyens,

obligations et circonstances qui sont les leurs, cette

question est juridiquement beaucoup plus

complexe. La validité juridique de leurs actes, ou

d'un acte de suspension ou d'annulation, se pose

donc.

Voilà pourquoi j'ai préféré informer directement

les bourgmestres de l'interprétation du ministre de

l'intérieur et les amener à éventuellement

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 58




burgemeesters wijs genoeg zijn om maatregelen te

nemen die overeenstemmen met de normen.

De federale fase, die werd ingevoerd om in heel

België een eenvormig crisisbeheer te kunnen

invoeren, hield beperkingen in van de

handhavingsbevoegdheden van de burgemeesters.

Zij moeten hun autonome beslissingen dan ook

nemen in het algemeen belang en met respect voor

de hiërarchie van de juridische normen en de

principes van goed bestuur. De maatregelen van de

gemeenten blijven onder het administratieve

toezicht van het gewest staan.


Maar de wet tot hervorming der instellingen van 8

augustus 1988 behoudt een federaal toezicht op de

aangelegenheden die federale bevoegdheden zijn,

de politie dus.


Krachtens die wet behouden de federale regering en

de gemeenschappen de mogelijkheid om toezicht te

organiseren op de materie die onder hun

bevoegdheid valt.

De federale minister van Binnenlandse Zaken kan

dus zelf toezichthoudende maatregelen nemen en

eventueel besluiten van burgemeesters schorsen of

vernietigen die niet overeenstemmen met de

federale richtlijnen of de bijzondere wet betreffende

het crisisbeheer op federaal niveau.

In de genoemde wet zijn geen voorwaarden voor het

toezicht opgenomen die het unieke karakter van het

federale crisisbeheer garanderen. Er is dan ook

niemand beter geplaatst om de maatregelen van de

burgemeesters te beoordelen dan degene die het

gecentraliseerde beheer van de crisis voor zijn

rekening neemt.


Wie kan op formeel en procedureel vlak beter dan

de minister van Binnenlandse Zaken nagaan of de

verplichte raadpleging volgens de wet is verlopen?


De wet op de burgerbescherming biedt de

burgemeesters en gouverneurs de mogelijkheid om

réexaminer les actes qu'ils avaient pris

antérieurement.

Par la même occasion, mon administration a

demandé aux communes de lui communiquer les

mesures complémentaires qu'elles avaient prises,

ainsi que leur motivation au regard des normes

fédérales. Dès réception par l'administration de

tutelle, ces règlements font l'objet d'un examen de

légalité. J'espère que les bourgmestres sont assez

sages pour prendre des mesures qui soient les plus

conformes aux normes et à l'intérêt des populations

dans le cadre de leurs compétences.

La phase fédérale, déclenchée en vue d'une gestion

de crise uniformisée sur l'ensemble du territoire

belge, impliquait, même si l'autonomie

communale est maintenue, des limitations aux

pouvoirs de police des bourgmestres. Cette

autonomie doit donc être exercée dans le respect

de l'intérêt général, de la hiérarchie des normes

juridiques et des principes de bonne gestion. Les

mesures prises par les communes restent

contrôlées dans le cadre de la tutelle administrative

de la Région.


La loi de réformes institutionnelles du 8 août 1988

prévoit toutefois le maintien d'une tutelle fédérale

sur les matières relevant de compétences

fédérales, autrement dit la police.


En vertu de cette loi, le pouvoir fédéral et les

Communautés conservent la faculté d'organiser

une tutelle sur les matières qui relèvent de leurs

compétences.

Le ministre de l'intérieur est donc pleinement

habilité à mettre lui-même en place des mesures de

tutelle et, éventuellement, des mesures de

suspension ou d'annulation des arrêtés des

bourgmestres qui ne seraient pas conformes aux

instructions fédérales ou à la loi particulière en

matière de gestion de crise au niveau fédéral.

La loi précitée - qui a connu quelques arrêtés en

2019 et 2020 - n'a pas organisé de modalité de

tutelle pour garantir le caractère unique de la

gestion de crise fédérale. Dès lors, qui est mieux

59 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



maatregelen te nemen die de federale maatregelen

aanvullen, op voorwaarde dat ze met de minister

van Binnenlandse Zaken overleggen. Wie is beter

geplaatst dan de minister zelf om na te gaan of dat

overleg plaatsvond en of dat leidde tot maatregelen

die met zijn advies overeenstemmen?


Het is betreurenswaardig dat de minister het

toezicht niet rechtstreeks uitgeoefend heeft. Dat zou

immers gezorgd hebben voor een uniforme

interpretatie en toepassing van zijn besluit op het

hele Belgische grondgebied. Door het dossier door

te sturen naar de gewesten, die verantwoordelijk

zijn voor het algemeen toezicht, en naar de

provinciegouverneurs, loopt hij het risico dat het

beheer van de toepassing van de federale maatregel

in elk gewest of elke provincie anders verloopt. Dat

is een vorm van politiek ontslag.


Bovendien ontvingen de burgemeesters de

communicatie van de minister niet automatisch. Ik

moest ze doorzenden. Met een gecoördineerde,

centrale actie was een doeltreffende toepassing van

de normen van de Nationale Veiligheidsraad

mogelijk geweest, zonder dat er tijd verloren ging

en zonder het risico op uiteenlopende interpretaties.

De minister had zich bovendien bij de Raad van

State tegen die besluiten kunnen verzetten, wat hij

evenmin deed.

Een aantal Vlaamse en Waalse gemeenten namen

min of meer gelijkaardige besluiten en voor zover ik

weet, werden die niet geschorst of geschrapt.

Plaatselijke omstandigheden rechtvaardigen

immers soms dat de burgemeester bijzondere

maatregelen neemt.

Ik wacht het onderzoek van Brussel Plaatselijke

Besturen (BPB) af om uit te maken of het

gerechtvaardigd of legitiem is om zeer plaatselijke

maatregelen te behouden. Ik ben het ermee eens dat

ze soms tot verwarring leiden, maar tegelijkertijd

besef ik dat de plaatselijke situatie soms bijzondere

maatregelen vergt. Voorts lieten enkele

burgemeesters mij weten dat ze getracht hebben om

vooraf met de minister van Binnenlandse Zaken of

placé que celui qui assume la gestion centralisée de

la crise nationale pour juger du caractère

inapproprié et illégal des mesures prises par les

bourgmestres ?


Qui est mieux placé que le ministre de l'intérieur

pour s'assurer que la consultation obligatoire a eu

lieu conformément à la loi ?


Cette loi sur la sécurité civile permet aux

bourgmestres et aux gouverneurs de prendre des

mesures complémentaires à celles du

gouvernement fédéral à condition de se concerter

avec le ministre de l'intérieur. Qui est mieux placé

que le ministre lui-même pour vérifier que cette

concertation a eu lieu et qu'elle a débouché sur des

mesures conformes à son avis ?


Il est regrettable que le ministre n'ait pas exercé

directement la tutelle. Cela aurait permis de

garantir une interprétation et une application

uniformes de sa décision au niveau national. Le

transfert du dossier aux Régions (responsables de

la tutelle générale) et aux gouverneurs

provinciaux est une forme de démission politique.


Qui plus est, en raison de la structure particulière

de la Région, les bourgmestres n'ont pas

automatiquement reçu la communication du

15 mai du ministre de l'intérieur. J'ai dû la leur

transmettre moi-même. En outre, l'absence d'une

tutelle spécifique organisée par le pouvoir fédéral

entraîne des distorsions regrettables entre les

différentes Régions ou provinces quant à

l'application de la mesure. Une action coordonnée

et centrale aurait permis une application efficace

des normes édictées par le CNS, sans perte de

temps et sans risque de multiples interprétations de

celles-ci sur l'ensemble du territoire.

Indépendamment d'un ministre de tutelle, le

ministre aurait pu s'opposer à ces arrêtés au

Conseil d'État. Il ne l'a pas fait non plus.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 60




de hoge ambtenaar over die maatregelen te

overleggen.

Het gaat dus om een complex debat. Ik ben niet op

de hoogte van een vergelijkbare maatregel die door

een andere minister werd genomen.

Ik verwacht van mijn diensten een volledig rapport

over de vier gemeenten en over andere maatregelen

waarvan ik het bestaan misschien nog niet ken. Er

is geen toezichtsmechanisme voor die besluiten. Het

algemene toezicht op de gemeenten is van kracht.

Tot nu toe heeft het gewest geen controle op de

besluiten van de gemeenten uitgeoefend. Ik ging

ervan uit dat de federale regering toezicht moest

houden.

Selon mes informations, plusieurs communes

flamandes et wallonnes ont pris des arrêtés en ce

sens, et je n'ai pas connaissance d'éventuels actes

d'annulation ou de suspension. En Flandre,

plusieurs bourgmestres imposent le port du

masque aux abords des écoles, dans l'espace public

ou encore dans les files devant les magasins.

Quatre communes proches de la frontière française

ont résisté à l'appel du gouverneur du Hainaut de

retirer leurs arrêtés. En effet, les circonstances

locales peuvent justifier dans certains cas, à

certains moments et à certains endroits, l'adoption

de mesures particulières par le bourgmestre.

J'attends donc l'analyse des services de Bruxelles

Pouvoirs locaux (BPL) pour savoir s'il est justifié

ou légitime de maintenir des mesures très

localisées. Je partage le sentiment que cela peut

parfois faire désordre. Toutefois, si les

bourgmestres avaient pris, sur l'ensemble du

territoire de leur commune, des mesures générales

contraires à celles du ministre de l'intérieur, elles

auraient été clairement illégales et non conforme à

la gestion centralisée de la crise. En revanche, dans

un cas concret comme aux abords d'une école, sur

une plaine de jeux, dans un quartier, une telle

mesure peut s'imposer. Par ailleurs, certains

bourgmestres m'ont signalé avoir tenté de se

concerter avec le ministre de l'intérieur ou la haute

fonctionnaire pour savoir si leurs mesures

pouvaient rentrer ou non dans un cadre national

concerté.

Le débat est donc plus compliqué, et je ne suis pas

au courant d'une telle mesure prise par un autre

ministre. La semaine dernière, le ministre wallon

des pouvoirs locaux a répondu dans le même sens

au Parlement de Wallonie. Il n'y a pas de mesure

générale, c'est vraiment du cas par cas.

J'attends de mes services un rapport complet sur les

quatre communes et sur l'existence d'autres

mesures que nous ne connaissons peut-être pas.

Rappelons qu'il n'y a pas de mécanisme de tutelle

portant sur ces arrêtés-là. La tutelle générale

s'exerce sur les communes car les arrêtés prévoient

la transmission, par les communes, d'un certain

nombre d'actes - budgets, comptes, etc. - à

l'autorité de tutelle, qui les vérifie. D'autres actes

ne sont pas transmis. La tutelle régionale n'est donc

pas automatique.

61 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



Jusqu'à présent, les arrêtés des bourgmestres ne

faisaient l'objet, en général, d'aucun examen par la

tutelle régionale. Nous pensions en effet que cette

tutelle s'exerçait par le pouvoir fédéral, qui dispose

de toute la ligne de police. C'est le sujet du débat

de tout à l'heure au cours duquel le ministre-

président l'a confirmé.

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-sp.a).-

Bedankt voor uw uitgebreid antwoord. Ik

apprecieer het dat u alles in detail probeert uit te

leggen. Het is zeer technisch en juridisch en vraagt

tijd om het goed te begrijpen. Uiteraard rijst dan de

vraag hoe we al die verschillen aan de Brusselaars

zullen uitleggen. Hoe kan ik de burgers vertellen

waarom een maatregel in de ene straat verplicht is

en in de andere niet?

Ik begrijp dat er in Vlaanderen en Wallonië

voorbeelden waren van burgemeesters die zelf

maatregelen namen. Brussel is echter een ander

verhaal. Wij hebben geen grote velden tussen onze

gemeenten. Soms weten mensen niet in welke

gemeente ze zich bevinden en dat is ook niet zo

belangrijk.

Misschien is het tijd om een en ander te

herbekijken? Het Brussels Gewest vindt dat

blijkbaar ook, des te meer gelet op uw stelling dat

de minister van Binnenlandse Zaken zijn

verantwoordelijkheid niet opneemt.

Zult u bij de minister van Binnenlandse Zaken erop

aandringen dat hij in het Brussels Gewest anders te

werk gaat? Kunt u ervoor zorgen dat de regels

worden herbekeken? Ikzelf ben te weinig onderlegd

in de kwestie, maar ik ben ervan overtuigd dat

experten ter zake goede ideeën hebben.

Ik onthoud vooral dat het dossier zeer complex is.

We moeten de zaken vereenvoudigen, zodat de

Brusselaars begrijpen wat er aan de hand is en aan

welke regels ze zich moeten houden.


néerlandais).- Le dossier est complexe sur les

plans technique et juridique. Comment expliquer

aux Bruxellois pourquoi une mesure est

obligatoire dans une rue et pas dans une autre ?

J'entends qu'en Flandre et en Wallonie, certains

bourgmestres ont eux aussi pris des mesures. La

situation est cependant différente à Bruxelles. Il est

peut-être temps de reconsidérer la question. La

Région de Bruxelles-Capitale est manifestement

également de cet avis. Allez-vous inciter le

ministre de l'intérieur à modifier son approche

dans notre Région ?

Pouvez-vous insister auprès du ministre pour que

les règles soient revues ? Je suis convaincue que

les experts en la matière ont de bonnes idées. Nous

devons simplifier les choses afin que les Bruxellois

sachent quelles règles ils doivent respecter.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo) (in het Frans).-

Sinds de zesde staatshervorming verbeteren we

onze werking, onder meer door de rol van de hoge

ambtenaar van Brussel-Hoofdstad beter te

omschrijven.

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Nous

construisons aujourd'hui des structures. Depuis la

sixième réforme de l'État, des choses se mettent en

place, comme la haute fonctionnaire de

l'arrondissement de Bruxelles et la définition

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 62




Om zijn boodschap aan de burgemeesters over te

maken, heeft federaal minister De Crem zich tot de

hoge ambtenaar gewend. Vervolgens had zij

normaal gezien contact moeten opnemen met de

minister-president en de burgemeesters. Is dat

correct?

De Covid-19-crisis legt de werking van ons systeem

bloot. Ik denk niet dat het slecht werkt. Toch

volstond het debat in overlegorganen als de

Gewestelijke Veiligheidsraad en de Conferentie van

Burgemeesters blijkbaar niet om overeenstemming

te bereiken.

Sinds enige tijd is het ook onduidelijk onder welke

voogdijinstantie de politieverordeningen vallen.

Wie kan ze vernietigen? In het verleden was dat de

federale minister van Binnenlandse Zaken.

Vandaag lijkt het zo te zijn dat de minister van

Binnenlandse Zaken het bevel geeft, maar dat de

voogdijminister de vernietiging uitvoert. Mijns

inziens zou een dergelijke aanpak de meest

constructieve zijn.

We moeten echter waakzamer zijn wat de

politieverordeningen betreft. Sommige daarvan zijn

immers overdreven en onaanvaardbaar. Zo werd in

een gemeente een verordening uitgevaardigd om

bezoek in de rusthuizen te verbieden, terwijl dat

door de federale overheid wel toegestaan was. Het

is jammer dat er toen niet gereageerd is omdat

niemand wist welke instantie bevoegd was.

Een andere gemeente besloot om haar personeel op

vrijwillige basis te testen. Zoiets roept vragen op.

Hopelijk zullen de komende juridische analyses ons

in staat stellen om een soort vademecum op te

stellen van het Brusselse veiligheidsbeleid, zoals de

minister-president dat gevraagd heeft. Zowel de

parlementsleden als de regering zouden er baat bij

hebben.

- De incidenten zijn gesloten.

précise de son rôle. Du côté wallon, les choses sont

un peu plus simples : vous avez un gouverneur.

Je suppose que lorsque le ministre de l'intérieur a

voulu prendre contact avec les bourgmestres, il a

contacté la haute fonctionnaire et c'est elle qui

devait normalement contacter le ministre-président

et les différents bourgmestres. C'est ainsi que je

vois la structure. Je me trompe peut-être et c'est

pour cette raison que je pose la question, pour

clarifier la façon dont le système doit fonctionner.

Aujourd'hui, le Covid-19 est aussi un test grandeur

nature pour voir comment notre système

fonctionne. Je ne pense pas que le système

fonctionne mal. Je considère qu'il existe des lieux

de concertation, de rencontre et de discussion,

comme le Conseil régional de sécurité (Cores) et la

conférence des bourgmestres de la Région de

Bruxelles-Capitale. Je sais que les bourgmestres

ont énormément discuté sur cette question mais ils

ne sont pas arrivés à se mettre d'accord. Je ne nie

donc pas le fait qu'il y ait discussion et

concertation.

Par contre, depuis un certain temps, nous avons du

mal à identifier qui exerce la tutelle sur les

ordonnances de police. Qui peut annuler celles-ci ?

Par le passé, la réponse qu'on avait était que c'était

le ministre de l'intérieur. L'impression que j'ai est

qu'effectivement, le ministre de l'intérieur peut

donner des injonctions et que c'est le ministre

exerçant la tutelle qui effectue l'annulation. Je crois

que ce serait la meilleure manière de procéder pour

avoir une concertation en bonne intelligence.

Toutefois, je pense qu'il faut être un peu plus

attentif à ces ordonnances de police. Une

ordonnance de police dans une commune avait été

prise pour interdire les visites dans les maisons de

repos. Ces visites étaient autorisées mais un

bourgmestre a décidé de les interdire. La mesure

était excessive et disproportionnée. Personne n'a

réagi à Bruxelles parce nous nous sommes

demandé qui devait bouger. Je trouve que nous

aurions dû réagir à ce moment-là en disant que

cette décision était inacceptable.

Aujourd'hui, une autre commune décide de tester

son personnel, certes peut-être sur une base

63 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



volontaire, mais un test pose beaucoup de

questions.

Je dis simplement que nous avons peut-être

maintenant l'occasion, sur la base des analyses

juridiques que vous aurez dans quelque temps - et

que vous pourrez communiquer aux membres de la

commission -, de faire ce que souhaitait le

ministre-président, une espèce de vade-mecum du

fonctionnement et des articulations au niveau

bruxellois sur ces questions de sécurité. En effet,

nous sommes dans une phase transitoire et,

vraiment, ce vade-mecum sera nécessaire, à la fois

pour les parlementaires (cela permettra peut-être

au ministre de ne plus avoir de questions qu'il

estime ne pas relever de ses compétences) et pour

les ministres afin de réagir au moment opportun.

- Les incidents sont clos.


HICHAM TALHI














BEROEPSOPLEIDING,



betreffende "de harmonisatie van de regels

inzake maskers in de politiezones".





CAPITALE CHARGÉ DU










DE LA FORMATION




ÊTRE ANIMAL,

concernant "l'harmonisation des règles du

port du masque dans les zones de police".


politiezones passen de regels rond het dragen van

mondmaskers niet allemaal op dezelfde manier toe.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Force est de constater

que certaines règles concernant le port du masque

s’appliquent différemment selon la zone de police.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 64




Politieagenten hebben nochtans een

voorbeeldfunctie inzake de naleving van de

beschermingsmaatregelen tegen Covid-19 betreft.

Harmoniseerde de regering de regels voor het

dragen van mondmaskers door politieagenten op

het terrein? Zond ze daarover een rondzendbrief

naar alle burgemeesters? Als dat niet gebeurde, om

welke reden was dat dan?

Kan een politieagent iemand bevelen om in het

kader van een controle zijn mondmasker af te

nemen? Welke procedure geldt in dat geval? Hoe

zit dat op plaatsen waar het verplicht is om een

mondmasker te dragen?

Étant donné le rôle d’exemplarité de nos forces de

sécurité, il est essentiel que tous nos agents

envoient le même signal sur le matériel à porter et

les gestes barrières adéquats pour lutter contre la

propagation du Covid-19.

Le gouvernement a-t-il procédé à une

harmonisation des règles du port du masque de

protection pour les policiers présents sur le

terrain ? Une circulaire a-t-elle été envoyée en ce

sens à l’ensemble de nos bourgmestres ? Si tel n'est

pas le cas, pour quel motif ?

Dans quelle mesure un policier peut-il enjoindre

une personne à retirer son masque de protection

dans le cadre d’un contrôle ? Quelle est la

procédure en vigueur à cet égard ? Qu’en est-il des

lieux où le port du masque a été rendu obligatoire,

notamment dans les transports en commun ?


Frans).- Mijnheer Talhi, ik begrijp ook niet goed

waarom ik op uw vraag moet antwoorden. Uw

vraag betreft immers de manier waarop de politie

haar interventies uitvoert en die regelgeving betreft

de federale politie. Het zijn met andere woorden de

federale maatregelen die gelden voor het hele

Belgische grondgebied.

Net als in een bedrijf of organisatie, stelt elke

leidinggevende regels op voor de goede werking

van zijn diensten in tijden van Covid-19. De politie

heeft een zeer specifieke taak. Het is het hoofd van

de politie dat moet beslissen wanneer en hoe de

agenten een mondmaskers moeten dragen.

Het spreekt voor zich dat een politieagent altijd een

identiteitscontrole volgens de gebruikelijke regels

kan uitvoeren. Hij kan een burger dan ook vragen

om zijn masker af te nemen om na te gaan of hij wel

degelijk met de houder van de identiteitskaart te

maken heeft. Uiteraard moet hij daarbij de

afstandsregels naleven.

Alle vragen met betrekking tot de interne

organisatie van de politie vallen rechtstreeks onder

het federale politiebestuur. In het hele land gelden

met andere woorden dezelfde regels.

Als de federale minister van Binnenlandse Zaken

zou vinden dat een en ander niet wenselijk is, kan

M. Bernard Clerfayt, ministre.- M. Talhi, je ne

comprends pas non plus pourquoi c'est moi qui

réponds à votre question.

Le principe même de votre question, qui concerne

les modalités d'intervention des policiers dans

l'espace public, relève de l'organisation fédérale de

la police. Ni le ministre-président ni moi n'avons

davantage d'instructions à donner aux

bourgmestres ou aux chefs de corps sur la manière

dont leurs policiers doivent se comporter dans

l'espace public. Cela relève uniquement des

mesures fédérales, puisque nous vivons, en

Belgique, dans un régime avec une police intégrée,

c'est-à-dire avec le même régime partout,

d'Ostende à Arlon, en passant par Bruxelles. La

police est intégrée à deux niveaux : la police locale

et la police fédérale. Il n'existe pas de police

régionale.

Comme dans chaque entreprise ou organisation,

chaque responsable fixe des règles pour le bon

fonctionnement de ses services dans la période du

Covid-19. La mission de la police est très

spécifique. Pour les pompiers, c'est le chef des

pompiers qui décidera quand et comment les

travailleurs portent un masque. Il en va de même

pour les policiers.

Il va de soi qu'un policier peut toujours effectuer

un contrôle d'identité selon les règles habituelles

65 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



hij toezicht op de politiediensten organiseren of

aanbevelingen doen.

applicables. Ainsi, il peut demander à un citoyen

de retirer son masque pour vérifier son identité. Il

doit le faire en respectant bien entendu les règles

de distanciation, mais il peut vérifier que la

personne contrôlée est bien celle qui est visible sur

la carte d'identité.

Toutes les questions d'organisation interne de la

police relèvent directement de la gestion fédérale

de la police. Parce que, vous avez raison, il

conviendrait que les policiers qui interviennent

dans la zone Montgomery ou Midi interviennent de

la même manière qu'ils interviendraient à Leuven

ou à Wavre. Le régime est le même dans tout le

pays. Tous les modes d'intervention doivent être

identiques à travers le pays. La police est intégrée

à deux niveaux.

Comme je l'ai rappelé précédemment, le ministre

de l'intérieur peut organiser une tutelle si jamais les

modes d'intervention venaient à ne pas être

souhaitables, ou encore émettre des

recommandations en cas d'absence de ligne

directrice claire. C'est tout ce que je peux vous

répondre.


Kan Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) geen

specifieke aanbevelingen doen om de beslissingen

van de zes politiezonechefs beter op elkaar af te

stemmen?

M. Hicham Talhi (Ecolo).- J'entends la partie de

votre réponse qui relève du ministère de l'intérieur

concernant les interventions, mais j'ai cru penser

que Bruxelles Prévention et sécurité (BPS) pouvait

imaginer - du moins pour ce qui concerne le port

du masque pour les agents - une recommandation

spécifique.

En effet, certains chefs de zone ont édicté une règle

d'interdiction pour leur zone, alors que ce n'était

pas le cas dans d'autres zones. BPS n'est-elle dès

lors pas en mesure d'harmoniser les décisions

prises par les six chefs de zone ?


Frans).- Het komt mij niet toe om te antwoorden op

vragen over BPV. Los daarvan heeft BPV niets te

zeggen over de werking van de politiezones.

M. Bernard Clerfayt, ministre.- Il ne

m'appartient pas de répondre à propos de BPS.

Cela étant dit, BPS n'a aucun pouvoir d'injonction

ou d'instruction à l'égard des zones et n'exerce

aucune forme de tutelle sur le fonctionnement de

celles-ci.

BPS a des missions de collecte d'informations

statistiques communes à la Région bruxelloise et

des missions de coordination et de discussions

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 66





Termen als 'suggestie' en 'coördinatie' leiden tot

verwarring.


Frans).- De politie krijgt alleen van de federale

regering instructies en aanbevelingen, anders zou

elk gewest afzonderlijke politiediensten hebben. De

196 politiezones vallen rechtstreeks onder de

bevoegdheid van de federale minister van

Binnenlandse Zaken.


communes sur certains sujets. Toutefois, BPS ne

peut imposer quoi que ce soit. Enfin, BPS fournit

des services conjoints, comme les caméras, ce qui

l'amène à travailler dans un cadre commun. BPS

n'a cependant aucun pouvoir d'injonction.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Ce sont les mots

"suggestion" et "coordination" qui induisent en

erreur.

M. Bernard Clerfayt, ministre.- Les polices ne

reçoivent d'instructions et de recommandations

que du gouvernement fédéral, sinon nous aurions

des polices différentes en Flandre, en Wallonie et

à Bruxelles. Il n'y a pas de BPS en Flandre ou en

Wallonie. Les 196 zones de police dépendent

directement du ministère de l'intérieur.



MATHIAS VANDEN BORRE














BEROEPSOPLEIDING,



betreffende "het gewestelijke toezicht op de

begrotingen van de politiezones".

QUESTION ORALE DE M. MATHIAS

VANDEN BORRE




CAPITALE CHARGÉ DU










DE LA FORMATION




ÊTRE ANIMAL,

concernant "la tutelle régionale sur les

budgets des zones de police".


Vooreerst laat ik opmerken dat het debat naar

aanleiding van de vorige vraag, waarin ik niet het


néerlandais).- À la suite de la sixième réforme de

l'État, le gouvernement de la Région de Bruxelles-

Capitale s'est vu attribuer l'exercice de la tutelle

67 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



woord kon voeren, zeer interessant was en dat het

zeker voortgezet moet worden.

Ten gevolge van de zesde staatshervorming kreeg

de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de

uitoefening van het specifieke goedkeurings-

toezicht op de begroting van de politiezones

toegewezen, tegelijk met de uitoefening van het

gewone goedkeuringstoezicht op de begroting van

de politiezones. Het komt voortaan aan de minister-

president toe om het toezicht op de begroting en de

rekeningen uit te oefenen. Dat staat letterlijk in

artikel 4, §2quater, vierde lid van de wet van 26 juli

1971 houdende organisatie van de agglomeraties en

de federaties van gemeenten. De administratie die

sinds 1 november 2016 belast is met het nakijken

van de besluiten van de politiezones, is Brussel

Plaatselijke Besturen (BPB). Brussel Preventie &

Veiligheid (BPV) zal op de hoogte worden gebracht

van alle beslissingen van de toezichthouder met

betrekking tot de financiën van de politiezones.

Zodra BPB van alle politiezones de begrotingen

voor het volgende boekjaar en de rekeningen van

het vorige boekjaar ontvangen heeft, zal het de

financiële gegevens van de politiezones aan BPV

bezorgen.

In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 217

betreffende de stand van zaken met betrekking tot

de uitoefening van het gewone en specifieke

goedkeuringstoezicht op de begrotingen en

rekeningen van de Brusselse politiezones, stelde ik

een aantal zaken vast. Om te beginnen werden de

rekeningen 2017 en 2018 van de Brusselse

politiezones goedgekeurd onder voorbehoud van

opmerkingen. De voornaamste opmerkingen

hebben betrekking op een overschatting van alle

uitgaven van de gewone dienst in de begroting, met

als gevolg een realisatiegraad van minder dan

100%.

Verder werden de rekening 2018 en de begroting

2020 van politiezone Zuid niet bezorgd aan de

toezichthoudende overheid.

Welke uitgaven worden voornamelijk overschat?

Tot welke economische classificatie behoren die

uitgaven hoofdzakelijk? Waarom worden die

uitgaven niet gemaakt? Is dat het geval voor alle zes

Brusselse politiezones?

spécifique d'approbation sur le budget des zones

de police, parallèlement à l'exercice de la tutelle

ordinaire d'approbation sur le budget des zones. Il

appartient désormais au ministre-président

d'exercer la tutelle sur le budget et les comptes,

comme le prescrit l'article 4, § 2quater, quatrième

alinéa de la loi du 26 juillet 1971 organisant les

agglomérations et les fédérations de communes.

Depuis le 1er novembre 2016, Bruxelles Pouvoirs

locaux (BPL) est chargée de contrôler les

décisions des zones de police, tandis que Bruxelles

Prévention et sécurité (BPS) doit être informée de

toutes les décisions de la tutelle concernant les

finances des zones de police.

Dans votre réponse à ma question écrite n° 217

concernant la tutelle sur les budgets des zones de

police, j'ai pu constater que les comptes 2017 et

2018 des zones ont été approuvés sous réserve de

remarques, les principales étant une surestimation

de l’ensemble des dépenses du service ordinaire

prévues au budget et, dès lors, un taux de

réalisation inférieur à 100 %.

Par ailleurs, les comptes 2018 et le budget 2020 de

la zone de police Midi n'ont pas été transmis à la

tutelle.

Globalement, quelles sont les dépenses

surestimées ? De quelle classification économique

relèvent-elles ? Pourquoi n'ont-elles pas été

réalisées ? Les six zones de police sont-elles

concernées ?

Pourquoi la zone de police Midi n'a-t-elle pas

encore transmis ses comptes 2018 et son budget

2020 à la tutelle, malgré les délais légaux ?

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 68




Waarom heeft politiezone Zuid de rekening 2018 en

de begroting 2020 nog niet bezorgd aan de

toezichthouder, ondanks de wettelijke termijnen?

De politiezone in kwestie wordt al een tijdje

geteisterd door wanbeheer. Wat is er aan de hand?

De heer Bernard Clerfayt, minister.- De

overschatting in afwijking van artikel 5 van het KB

van 5 september 2001 houdende het algemeen

reglement op de boekhouding van de politiezone dat

stipuleert dat: "de begroting de precieze raming

omvat van alle ontvangsten en uitgaven die in de

loop van het financiële dienstjaar kunnen worden

gedaan met uitzondering van geldverrichtingen die

slechts de thesaurie treffen", heeft hoofdzakelijk

betrekking op de uitgaven voor het personeel en

voor de werking van de gewone dienst.

Voor een deel van de politiezones, voornamelijk

Brussel-West, beperkt die overschatting zich tot

ongeveer 2%, zodat enige manoeuvreerruimte kan

worden behouden bij de uitvoering van de

begroting. Voor een ander deel is de overschatting

groter, hoger dan 3%, en wordt die herhaaldelijk

vastgesteld, voornamelijk voor de politiezone

Brussel-Hoofdstad/Elsene, de politiezone Marlow

(politiezone Ukkel / Watermaal-Bosvoorde/

Oudergem) en de politiezone Montgomery.

De boekhoudkundige stukken van de rekening van

vorige boekjaren van de politiezone Zuid werden in

beslag genomen in het kader van een gerechtelijk

onderzoek. Dat heeft geleid tot een grote

achterstand in het indienen van rekening en

verantwoording. Die achterstand is gedeeltelijk

weggewerkt, maar er blijft evenwel een kloof van

ongeveer een jaar bestaan in vergelijking met de

meerderheid van de Brusselse politiezones. Zo

werden de rekeningen van de boekjaren 2012 en

2013 door de politieraad goedgekeurd in 2016. De

rekeningen van de boekjaren 2014 en 2015 werden

goedgekeurd in 2017. De rekeningen van het

boekjaar 2016 werden goedgekeurd in 2018 en de

rekeningen van het boekjaar 2017 in 2019.

Tot nu toe werden de rekeningen van het boekjaar

2018 niet overgemaakt aan het bestuur. Dat

verklaart de zaak gedeeltelijk.

M. Bernard Clerfayt, ministre (en néerlandais).-

La surestimation dérogatoire à l'article 5 de

l'arrêté royal du 5 septembre 2001 portant le

règlement général de la comptabilité de la zone de

police, qui stipule que "le budget comprend

l'estimation précise de toutes les recettes et de

toutes les dépenses susceptibles d'être effectuées

dans le courant de l'exercice financier, à

l'exception des mouvements de fonds n'affectant

que la trésorerie", est principalement liée aux

dépenses de personnel et de fonctionnement du

service ordinaire.

Pour une partie des zones de police,

principalement Bruxelles-Ouest, cette

surestimation se limite à environ 2 %. Pour une

autre partie, elle est supérieure à 3 %, et ce de

manière récurrente, principalement pour les zones

de police Bruxelles-Capitale / Ixelles, Marlow et

Montgomery.

Quant à la zone de police Midi, les documents

comptables relatifs aux exercices précédents ont

été saisis dans le cadre d'une enquête judiciaire, ce

qui a entraîné un important arriéré dans le dépôt

des comptes. Ainsi, les comptes des exercices 2012

et 2013 ont été approuvés par le conseil de police

en 2016. Ceux des exercices 2014 et 2015 ont été

approuvés en 2017, les comptes de 2016 l'ont été

en 2018 et ceux de 2017 en 2019. À ce jour, les

comptes 2018 n'ont pas encore été transmis.

69 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik stel

keer op keer vast dat echte transparantie over de

financiering van de politiezones bijzonder moeilijk

is. Zo heb ik al duidelijk vastgesteld dat de realiteit

niet strookt met de wettelijke voorschriften in het

kader van het Fonds voor de Europese toppen.

De eerste belangrijke vaststelling, en meteen ook

een suggestie voor u en indirect voor de minister-

president, is dat echte transparantie een goede zaak

zou zijn. Het zou goed zijn dat het parlement de

boekhoudingen van alle politiezones jaarlijks kan

inkijken en ze hier bespreken. Klaarheid scheppen

lijkt mij een nuttige taak voor onze commissie. We

moeten het debat over de werking van de politie in

alle transparantie kunnen voeren. Telkens weer

moet ik echter vaststellen dat ik een zeer summier

antwoord op mijn vragen krijg. Nooit gaat het om

een antwoord ten gronde.

Ten tweede verwijst u naar een gerechtelijk

onderzoek. Nu gaan er bij mij echt wel alarmbellen

af. Een gerechtelijk onderzoek associeer ik met

fraude, wanbeheer en regelrechte wantoestanden.

Die kunnen twee oorzaken hebben: ofwel

bezondigen de politiediensten zich aan wanbeheer,

ofwel ligt de oorzaak bij de bestuurlijke overheid.

Ik kaats de vraag graag terug naar u. Kunt u meer

toelichting geven over het gerechtelijk onderzoek?

Het is toch frappant dat we op deze manier moeten

vernemen dat er een gerechtelijk onderzoek loopt

naar de boekhouding van een van de politiezones?


néerlandais).- Je constate à chaque fois toute la

difficulté de faire la transparence sur le

financement des zones de police. J'ai ainsi déjà

clairement établi que la réalité n'est pas conforme

aux prescrits légaux dans le cadre du fonds

sommets européens.

Il serait bon que le parlement puisse consulter

annuellement la comptabilité de toutes les zones de

police. Nous devons pouvoir débattre du

fonctionnement de la police en toute transparence.

Par ailleurs, vous faites état d'une enquête

judiciaire. Pouvez-vous nous en dire plus ? Il est

interpellant que nous apprenions de la sorte que la

comptabilité d'une des zones de police fait l'objet

d'une enquête.

De heer Bernard Clerfayt, minister.- De

rekeningen van de lokale besturen van de zones zijn

openbaar. U kunt ze raadplegen op de website van

de politiezone of een kopie vragen.

Ik heb geen informatie over het gerechtelijk

onderzoek. Een onderzoek betekent dat er

vermoedens zijn van iets. Dat blijft geheim tot een

zaak voor een rechtbank komt. Ik weet hier dus niets

van en kan er niets over vragen of eisen. Zelfs al zou

ik iets weten, mag ik het u niet vertellen.

M. Bernard Clerfayt, ministre (en néerlandais).-

Les comptes des zones de police sont publics. Vous

pouvez les consulter sur le site internet de la zone

ou en demander une copie.

Quant à l'enquête judiciaire, je ne dispose pas

d'informations à ce sujet, étant donné le secret de

l'instruction.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Wat die

transparantie betreft, wil ik dat toch eens ten gronde

bekijken. Dat lijkt altijd moeilijk te liggen. Ik wil

gerust de proef op de som nemen en nagaan hoeveel

informatie ik terugvind en met die informatie een


néerlandais).- Pour ce qui est de la transparence,

elle semble toujours difficile à obtenir. On me fait

tourner en rond.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 70




nieuwe vraag indienen. Volgens mij is het echt wel

nul op het rekest. Ik probeer het nu al een jaar en

elke keer word ik van het kastje naar de muur

gestuurd.

Bovendien moet u als minister net iets proactiever

zijn, als een van uw diensten betrokken is bij een

gerechtelijk onderzoek.

De voorzitter.- Dan mag je niet proactief zijn, dan

moet je stil zijn.

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- U zegt

dat u niets weet en dat het u niet zoveel kan schelen.

De regering, ook de minister-president, zou toch

echt gealarmeerd moeten zijn en toezicht moeten

houden.

De voorzitter.- Daar mag je je niet mee moeien.

Dat is de scheiding der machten.


Par ailleurs, en tant que ministre, vous devriez

vous montrer plus proactif lorsque l'un de vos

services est impliqué dans une enquête judiciaire.

M. le président.- Dans pareil cas, il ne faut pas être

proactif, il faut savoir se taire.


néerlandais).- Le gouvernement, y compris le

ministre-président, devrait pourtant être alarmé et

surveiller la situation.

M. le président.- On ne peut s'en mêler. C'est le

principe de la séparation des pouvoirs.



HICHAM TALHI

AAN DE HEER PASCAL SMET,

STAATSSECRETARIS VAN HET

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK

GEWEST, BEVOEGD VOOR

STEDENBOUW EN ERFGOED,

EUROPESE EN INTERNATIONALE

BETREKKINGEN, BUITENLANDSE

HANDEL EN BRANDBESTRIJDING EN

DRINGENDE MEDISCHE HULP,

betreffende "de follow-up van de

tuchtdossiers bij de DBDMH".


À M. PASCAL SMET, SECRÉTAIRE

D'ÉTAT À LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE CHARGÉ DE

L'URBANISME ET DU PATRIMOINE,

DES RELATIONS EUROPÉENNES ET

INTERNATIONALES, DU COMMERCE

EXTÉRIEUR ET DE LA LUTTE

CONTRE L'INCENDIE ET L'AIDE

MÉDICALE URGENTE,

concernant "le suivi des dossiers

disciplinaires au sein du Siamu".


wil u graag een paar vragen stellen over lopende

tuchtdossiers bij de Brusselse brandweer.

De eerste zaak speelde zich af in oktober 2019. De

helm van een brandweerman in opleiding werd

beklad met agressieve beledigingen. Een paar

dagen later werd zijn kluisje opengebroken om er

ham en bier in te deponeren.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je souhaiterais

aujourd’hui vous interroger sur le suivi des deux

dossiers disciplinaires qui nous ont occupés à la fin

de l’année 2019.

Pour rappel, le premier fait concernait un pompier

en formation qui, alors qu'il rejoignait le local où

sont rangés les équipements de travail, a découvert

des insultes d’une violence inouïe rédigées sur son

casque au marqueur indélébile. Les choses ne

s’étaient pas arrêtées là puisque quelques jours

71 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



In februari deed er zich een tweede daad van

racisme voor, waarover we u toen hebben

geïnterpelleerd. Een adjudant van de Brusselse

brandweer vond dat men maar de methodes van de

Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog moest

gebruiken om de rust te doen terugkeren in

bepaalde Brusselse wijken. Tot op vandaag

circuleren zijn woorden op sociale media, op een

indrukwekkend aantal pagina's van extreemrechtse

groeperingen.

In uw antwoord zei u dat de officier-dienstchef op

basis van het inlichtingenverslag dat op 3 februari

was opgesteld, een tuchtoverheid kon aanwijzen en

dat die een tuchtmaatregel zou treffen op basis van

het informatieverslag en het verhoor van de

adjudant.

Hoever staat die procedure? Werd de adjudant

verhoord? Werden er nog andere gelijkaardige

feiten gemeld? Hoeveel? Welke preventieve

maatregelen heeft de regering genomen?

Is er een grondig onderzoek gevoerd naar de feiten

van oktober 2019? Tot welke conclusies komt men

in het verslag? Welke maatregelen werden

getroffen?

In februari zei u dat de directieraad een van de

voorstellen uit de vier diversiteitsplannen van de

DBDMH zou uitwerken: het personeel zou een

opleiding krijgen over diversiteit. Is daar werk van

gemaakt?

après ces faits, cette même recrue fut à nouveau

victime d’actes intolérables. Son casier a été forcé

dans la nuit du 28 octobre 2019 dans le but d'y

disposer des tranches de jambon et une canette de

bière.

Nous vous avions interpellé en février concernant

un deuxième fait portant sur les propos suivants :

"Il faudrait faire appel à des méthodes utilisées par

les Allemands durant la Seconde Guerre mondiale

pour "apaiser" certains quartiers de Bruxelles". Ces

propos sont encore lisibles aujourd’hui sur une

quantité impressionnante de statuts discriminants

et de relais de publications d’extrême droite sur les

comptes de réseaux sociaux de cet adjudant portant

l’uniforme des agents du Service d'incendie et

d'aide médicale urgente (Siamu).

Vous nous disiez alors que le rapport

d'informations établi le 3 février dernier

permettrait à l'officier chef de service de désigner

une autorité disciplinaire, conformément à

l'article 275 du statut administratif et que celui-ci

pourrait prendre une mesure sur la base dudit

rapport d'informations et de l'audition de

l'intéressé. Le rapport a été établi le 3 février et la

procédure suit son cours. M. le secrétaire d’État,

où en est cette procédure ? L’adjudant concerné a-

t-il été entendu ? Des mesures ont-elles été prises ?

Si oui, lesquelles ? Par ailleurs, d’autres faits

similaires ont-ils été rapportés ? Si oui, combien ?

Avec quel suivi ? Quelles sont les actions

entreprises par le gouvernement pour les

endiguer ?

Au sujet des faits d'octobre, où en est l'enquête

approfondie ? Un rapport a-t-il été dressé ? Si oui,

quelles en sont les conclusions ? Quelles mesures

ont-été prises ?

En février, vous nous affirmiez que le conseil de

direction examinerait l'une des actions reprises

dans les quatre plans de diversité du Siamu, à

savoir, un projet de formation à la diversité destiné

à tout son personnel, tout particulièrement la ligne

hiérarchique, les responsables opérationnels et

administratifs, les chefs d'équipes et de

départements. Ce type d'actions de prévention me

semble aller dans le bon sens, où en est-on dans la

mise en place concrète de cette formation ?

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 72




De heer Pascal Smet, staatssecretaris (in het

Frans).- Voor de zaak van februari is de

tuchtprocedure van start gegaan, maar ze loopt

vertraging op door de Covid-19-pandemie. De

adjudant werd verhoord en er is een proces-verbaal

opgesteld. Nu is het aan de DBDMH om een sanctie

voor te stellen. Er loopt ook een tweede

tuchtprocedure. De betrokkene werd reeds

verhoord.

Er staat een bewustmakingscampagne op stapel,

met interne mededelingen en opleidingen. De

procedure voor de overheidsopdracht is gestart. De

regering neemt wel degelijk maatregelen. In het

geval van vastgestelde feiten overweegt ze de

tuchtprocedure te versnellen, zonder inbreuk te

maken op de rechten van beide partijen. De

regering plant ook een doorlichting.

Het bestek voor de opleiding werd in maart 2020

opgesteld. De procedure voor de overheids-

opdracht is bijna afgerond. Het wordt een

vierjarige opleiding voor officiers van niveau A,

onderofficiers, kandidaat-sergeanten,

departementshoofden en brandweermannen.

De zaak van oktober 2019 is in handen van de

politie en het gerecht, die hun onderzoeksresultaten

nog niet hebben meegedeeld.

De directie van de DBDMH heeft een duidelijk

standpunt ingenomen tegen racisme bij het

brandweerkorps. De korpschef heeft zich overigens

tot het personeel gericht met een speech, waarin hij

de waarden van de brandweerdienst en het respect

voor diversiteit in herinnering bracht

De directieraad is er zich wel degelijk van bewust

dat dit probleem bij de kern moet aangepakt

worden. Het diversiteitsplan zal niet worden

verlengd, maar bijgewerkt op basis van de geplande

doorlichting. Daaruit moet een zeer concreet

actieplan resulteren.

Voor uw overige vragen verwijs ik naar het debat

van afgelopen vrijdag.

M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- La procédure

individuelle est en cours, mais elle a été ralentie à

la suite de l'épidémie de Covid-19. L'adjudant

concerné a été entendu. Il a pu répondre et un

procès-verbal a été rédigé. C'est désormais au

Siamu de tirer des conclusions et de soumettre une

éventuelle proposition de sanction que je ne

commenterai pas, puisque la procédure est en

cours.

Concernant les mesures collectives, une campagne

de sensibilisation est prévue par le biais de moyens

de communication internes et de formations. Le

marché public est en cours, comme je l'ai

mentionné vendredi. Une autre procédure

disciplinaire est en cours, et l'audition a eu lieu.

Quelles sont les mesures prises par le

gouvernement pour endiguer de tels phénomènes ?

Il y a bien sûr les procédures que je vous ai décrites

vendredi dernier. En cas de fait constaté, nous

envisagerons la possibilité de raccourcir les délais,

dans le respect des droits de chacune des parties.

Nous préparons également le lancement d'une

radioscopie.

En ce qui concerne la formation, comme

mentionné vendredi, le cahier des charges a été

rédigé en mars 2020. L'attribution du marché est en

phase finale. La formation est de quatre ans et

s'adresse aux officiers de niveau A, sous-officiers,

candidats sergents, chefs de département et

sapeurs-pompiers. Tout le personnel suivra ce

programme.

En ce qui concerne l'incident d’octobre, le dossier

est dans les mains de la police et du pouvoir

judiciaire, lesquels n'ont pas encore communiqué

le résultat de leurs investigations.

La direction du Siamu a adopté une position claire

concernant le racisme au sein du corps des

pompiers. Le chef de corps a d'ailleurs prononcé,

devant les membres du personnel, un discours

rappelant les valeurs du Siamu et le respect de la

diversité.

Le conseil de direction est bien conscient de la

nécessité de prendre ce problème à bras-le-corps.

Le nouveau plan de diversité, qui comprend un

volet consacré à la lutte contre le racisme et la

discrimination, ne sera pas prolongé, mais réécrit

73 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



sur la base de la radioscopie. L'objectif est d'en

tirer un plan d'action opérationnel très direct et très

concret, et pas de vagues objectifs étalés dans le

temps.

En résumé, les procédures disciplinaires sont en

cours, même si j'estime qu'elles prennent beaucoup

de temps. Il nous faudra envisager les moyens de

les accélérer sans nous écarter de la loi.

Pour le reste, je vous renvoie à notre débat de

vendredi dernier.


Wanneer vangt de doorlichting aan en wanneer

eindigt ze?

Kunt u mij een kopie bezorgen van de verslagen van

de directie, zodra de sancties genomen zijn?


Frans).- Neen, dat zou een procedurefout zijn.


Wanneer een werknemer verhoord wordt door zijn

hiërarchisch meerdere, moet die laatste een verslag

overmaken aan de directie. Gezien de problemen bij

de hiërarchie, vrees ik dat het verslag en de feiten

die erin staan beschreven, geminimaliseerd zullen

worden. Ik ben zeer ongerust over de manier

waarop het verslag door de hiërarchisch meerdere

wordt opgesteld en door de directie wordt gelezen.

Ik zal de zaak nauwgezet volgen. Het is heel

belangrijk dat de sanctie voldoende afschrikkings-

effect heeft.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- J'ai encore plusieurs

questions.

J'aurais aimé avoir des précisions sur la durée de

l'audit. Quand espère-t-on qu'il débute et quand

espère-t-on le conclure ?

En ce qui concerne les sanctions et les procédures

de sanctions internes, puis-je vous demander par

écrit une copie des rapports réalisés par la ligne

hiérarchique lorsque les décisions seront actées ?

M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Non. Ce

serait un vice de procédure.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Quand une personne

qui a commis une faute est entendue par son

supérieur hiérarchique, ce dernier est censé

transmettre un rapport à la direction. Dans la

mesure où on a constaté des problèmes dans la

ligne hiérarchique, je crains que ce rapport ne soit

minimisé ou que la gravité des faits au regard de la

loi et du statut des agents du Siamu - notamment

les articles 6 et 8, relatifs à la dignité - ne soit pas

prise en compte. Je suis très inquiet de la manière

dont les rapports sont rédigés par les supérieurs

hiérarchiques et dont ils sont appréhendés par la

direction, qui doit proposer une sanction.

Je vais suivre cette question. Ces informations

seront connues à un moment ou à un autre. Il est

très important que la sanction soit exemplaire si les

faits sont avérés.


Frans).- Voor de doorlichting moet eerst nog een

M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Concernant

le délai pour la radioscopie, le cahier des charges

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 74




bestek opgesteld worden voor de overheids-

opdracht. Dat is nu eenmaal een regel waar we niet

kunnen van afwijken.

Ik zal proberen om de publiciteitsfase over te slaan

om wat tijd te winnen, maar mogelijk lukt dat niet.

Laat het in elk geval duidelijk wezen dat ik geen snel

uitgevoerde doorlichting wil, maar een goede

doorlichting, ook al vergt die wat tijd.

Gelukkig willen de directie van de DBDMH en een

deel van het personeel dat ook. Ik moet een objectief

beeld krijgen van de situatie, er het nodige inzicht

in verwerven en vervolgens doeltreffende

maatregelen nemen.

doit d'abord être lancé. C'est la règle dans notre

État de droit. Nous ne pouvons pas nous en

affranchir, sinon c'est immanquablement le plus

fort qui gagne et je ne crois pas que ce soit le

modèle de société dont nous voulions.

Nous allons essayer de nous passer de la publicité

pour gagner un peu de temps, mais peut-être y

serons-nous obligés. Soyons clairs : je ne veux pas

d'une radioscopie rapide. Je veux qu'elle soit

bonne. Je veux savoir ce qu'il en est, même si cela

prend un peu plus de temps.

Nous avons maintenant une chance, puisque la

direction et une partie des pompiers vont dans ce

sens. Vous avez d'ailleurs vu la photo que ces

derniers ont envoyée. Il nous faut bien objectiver

la situation, bien la comprendre, et ensuite prendre

les bonnes mesures. Nous devons aller en

profondeur, ne pas nous précipiter, mais ne pas

ralentir ou tarder. Je veux un plan très efficace,

mais sans palabres.


hoop dat de doorlichting er snel komt. Dat betekent

echter niet dat we de feiten vergeten. Gepaste

sancties zijn belangrijk.


M. Hicham Talhi (Ecolo).- Nous avons hâte que

la radioscopie ait lieu. Toutefois, ce n'est pas parce

qu'il y aura une radioscopie que nous oublierons

les faits qui se sont déroulés précédemment.

J'insiste sur l'importance des sanctions appropriées

à apporter si ces faits sont avérés.



HICHAM TALHI

AAN DE HEER PASCAL SMET,

STAATSSECRETARIS VAN HET

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK

GEWEST, BEVOEGD VOOR

STEDENBOUW EN ERFGOED,

EUROPESE EN INTERNATIONALE

BETREKKINGEN, BUITENLANDSE

HANDEL EN BRANDBESTRIJDING EN

DRINGENDE MEDISCHE HULP,

betreffende "het verhaal bij de Raad van

State tegen het nieuwe taalkader bij de

DBDMH".


À M. PASCAL SMET, SECRÉTAIRE

D'ÉTAT À LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE CHARGÉ DE

L'URBANISME ET DU PATRIMOINE,

DES RELATIONS EUROPÉENNES ET

INTERNATIONALES, DU COMMERCE

EXTÉRIEUR ET DE LA LUTTE

CONTRE L'INCENDIE ET L'AIDE

MÉDICALE URGENTE,

concernant "le recours au Conseil d'État

contre le nouveau cadre linguistique du

Siamu".

75 I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101


INTÉRIEURES



De heer Hicham Talhi (Ecolo) (in het Frans).- In

zijn algemene beleidsverklaring van oktober 2019

had minister-president Vervoort het over de

invoering van het nieuwe taalkader bij de

brandweer.

Op 3 december 2019 verzekerde u dat de huidige

regering zich baseerde op de tellingen van de vorige

regering en dat de Vaste Commissie voor

Taaltoezicht (VCT) een gunstig advies gaf.

Sindsdien lijkt het dossier echter in het slop te zitten,

want recent werd er bij de Raad van State bezwaar

ingediend tegen het nieuwe taalkader. Daardoor

bestaat het risico dat de bevorderingen en

aanwervingen binnen de Brusselse Hoofdstedelijke

Dienst voor Brandbestrijding en Dringende

Medische Hulp (DBDMH) nog meer vertraging

oplopen, waardoor werknemers niet benoemd

kunnen worden of hun graad verliezen na de

vernietiging van de promoties als de Raad van State

zich tegen het nieuwe taalkader zou uitspreken.

Die nieuwe ontwikkeling in het langverwachte

dossier komt er op een slecht moment voor de

medewerkers van de brandweer, die zich in deze

Covid-19-tijden nog meer dan anders inspannen om

levens te redden.

Kunt u meer duidelijkheid scheppen over de situatie

van de toekomstige kandidaat-korporaals en

kandidaat-sergeant-majoors? Kunnen zij

promoveren tijdens deze periode van stilstand? Om

hoeveel personen gaat het?

Die twee categorieën hebben, omdat ze aan de

promotievoorwaarden van het statuut voldoen,

automatisch recht op een promotie, ongeacht het

taalkundige kader of het aantal kandidaten voor

beide functies.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je me permets de

rappeler brièvement que le 18 octobre dernier, lors

de la déclaration de politique générale 2019-2020

du gouvernement bruxellois, le ministre-président

Vervoort s’est exprimé sur la mise en œuvre

prochaine du nouveau cadre linguistique des

pompiers.

Le 3 décembre 2019, vous nous assuriez que le

gouvernement actuel se baserait sur les comptages

réalisés par le gouvernement précédent et que la

Commission permanente de contrôle linguistique

(CPCL) avait rendu un avis favorable.

Pourtant, il semblerait que le dossier patine

puisque récemment, un recours au Conseil d’État a

été introduit contre le nouveau cadre linguistique.

Or, cela risque de retarder encore plus les

promotions et recrutements tant attendus au

Service d'incendie et d'aide médicale urgente

(Siamu) avec, pour conséquences directes, des

situations où les agents ne pourront pas être

statutaires après leurs engagements ou perdraient

leurs grades suite à l’annulation des promotions, si

le Conseil d’État venait à se prononcer en défaveur

du nouveau cadre linguistique.

M. le secrétaire d'État, ce n’est pas à vous que je

dois rappeler l’héroïsme de nos pompières et de

nos pompiers au quotidien mais encore plus depuis

le début de la crise sanitaire liée au Covid-19. Ce

nouveau retentissement dans un dossier tant

attendu arrive évidemment au mauvais moment

pour ces femmes et ces hommes qui se battent

encore plus fort depuis de nombreuses semaines

pour sauver des vies et en préserver d’autres.

Pourriez-vous donc nous éclairer sur la situation

des futurs candidats caporaux et des futurs

candidats sergents-majors ? Auront-ils accès à

leurs promotions pendant cette période

d’immobilisme ? Combien se trouvent dans cette

situation ?

En effet, pour ces deux catégories d’agents, le fait

d'être dans les conditions de promotion du statut

donne le droit à la promotion automatique, quels

que soient le cadre linguistique et le nombre de

candidats dans les deux rôles.

I.V. COM (2019-2020) Nr. 101 09-06-2020 C.R.I. COM (2019-2020) N° 101 76





Frans).- De regering keurde het taalkader snel

goed. Een vakbond diende bezwaar in bij de Raad

van State. Nu wachten we op het advies van de Raad

van State.

In 2020 kunnen negentig korporaals en drie

sergeant-majoors worden aangesteld als de

personen in kwestie aan de voorwaarden voldoen.

M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Le

gouvernement a adopté rapidement le cadre

linguistique. Un syndicat a introduit un recours

devant le Conseil d'État, ce qui est son droit. Nous

avons toujours été prudents dans ce domaine et

nous attendons l'avis du Conseil d'État.

Pour l’année 2020, 90 caporaux et trois sergents-

majors pourraient être affectés s'ils remplissent les

conditions, à savoir s'ils disposent d'un badge de

l'aide médicale urgente (AMU) en ordre et du

brevet de caporal.

Dès que le Conseil d'État se prononcera, nous

examinerons les suites à donner à cette question.

De heer Hicham Talhi (Ecolo) (in het Frans).- Er

kan dus niemand worden gepromoveerd zolang de

Raad van State zich niet heeft uitgesproken?

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Si je comprends bien

votre réponse, il n'y aura pas de promotion tant que

l'arrêt du Conseil d'État ne sera pas rendu.


Frans).- Dat is het huidige standpunt van de

regering. Als het taalkader wordt vernietigd na een

promotie, wordt die laatste mogelijk ook geschrapt

en moeten de laureaten een stap terugzetten.

Zodra het advies van de Raad van State er is, zal de

regering beslissen of ze de promotie handhaaft in

afwachting van de goedkeuring van het taalkader

door de Raad van State.


M. Pascal Smet, secrétaire d'État.- Je suis plus

prudent en disant qu'il s'agit de l'opinion du

gouvernement à l'heure actuelle. Si après une

promotion, le cadre linguistique est annulé, la

promotion risque de l'être aussi et les lauréats

doivent rembourser.

Si le recours se poursuit, nous devrons analyser la

décision du Conseil d'État. À ce moment-là, il

appartiendra au gouvernement de décider s'il

maintient la promotion dans l'attente d'un cadre

linguistique confirmé par le Conseil d'État.


_____ _____

L/JP/cs/3.7.2020-PRB/BHP ODJ N°/Nr. 003

G E M O T I V E E R D E M O T I E

ingediend tot besluit van :

- de interpellatie van de heer Mathias VANDEN BORRE (N) tot de heer Rudi VERVOORT, Minister-

President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang, betreffende “het geweld tegenover de politie en het gebrek aan steun van de Brusselse bestuurlijke overheden”;

- de toegevoegde interpellatie van de heer Pierre KOMPANY (F) betreffende “de geweldplegingen

tegen de politie in de politiezone Brussel-Zuid”;

- en de toegevoegde interpellatie van de heer Sadik KÖKSAL (F) betreffende “de spanningen in een aantal Brusselse gemeenten”,

(gehouden in de commissie voor de Binnenlandse Zaken van 9 juni 2020)

* * *

« Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Gehoord hebbende de interpellatie van de heer Mathias VANDEN BORRE betreffende “het geweld

tegenover de politie en het gebrek aan steun van de Brusselse bestuurlijke overheden”, de toegevoegde interpellatie van de heer Pierre KOMPANY betreffende “de geweldplegingen tegen de politie in de politiezone Brussel-Zuid”, de toegevoegde interpellatie van de heer Sadik KÖKSAL betreffende “de spanningen in een aantal Brusselse gemeenten” en het antwoord van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang;

Gelet op :

artikel 48 van de Bijzondere Wet met betrekking tot de Brusselse Instellingen dat bepaalt dat de in artikel 4, § 2quater, 1°, 2° en 7°, van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten bedoelde bevoegdheden uitgeoefend worden door de voorzitter van de regering bedoeld in artikel 34;

artikel 4, § 2quater, 1° dat bepaalt dat de Brusselse agglomeratie de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 128 en 129 van de provinciewet uitoefent, alsook de bevoegdheden die in specifieke wetten worden toegekend aan de provinciegouverneur, behalve indien deze specifieke wetten er anders over beschikken;

artikel 128 van de provinciewet van 30 april 1836 dat bepaalt dat de gouverneur zorgt voor het handhaven van de openbare orde zorgt, te weten de openbare rust, veiligheid en gezondheid;


artikel 129 van de provinciewet van 30 april 1836 dat bepaalt dat in geval van woelige samenscholingen, van oproer of van gewelddadig verzet tegen de uitvoering van de wetten of van de wettelijke verordeningen, de gouverneur het recht heeft om de gewapende macht op te vorderen;

artikel 11 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992 dat bepaalt dat onverminderd de bevoegdheden die hun zijn toegekend door of krachtens de wet, de minister van Binnenlandse Zaken en de gouverneur de bevoegdheden van de burgemeester of van de gemeentelijke instellingen in subsidiaire orde uitoefenen wanneer deze, al dan niet vrijwillig, hun verantwoordelijkheden niet nakomen, wanneer de verstoring van de openbare orde zich uitstrekt over het grondgebied van verscheidene gemeenten of, wanner, ook al is de gebeurtenis of de situatie slechts in een enkele gemeente gelokaliseerd, het algemeen belang hun tussenkomst vereist;

de ministeriële omzendbrief OOP 41 betreffende de operationalisering van het referentiekader CP 4 over het genegotieerd beheer van de publieke ruimte n.a.v. gebeurtenissen die de openbare orde aanbelangen;

het besluit van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het verbod van elke betoging op het hele grondgebied van de Brusselse Agglomeratie op 2 en 3 april;

het besluit van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende verbod van enige betoging en tegenbetoging op het gehele grondgebied van de Brusselse Agglomeratie op zondag 16 december 2018;

Overwegende :

het bestaan van meerdere stakeholders die bevoegd zijn voor het politie-, preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijnde:

de negentien gemeenten;

de zes politiezones;

de gewestelijke instelling van openbaar nut Brussel Preventie en Veiligheid;

de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

de Hoge Ambtenaar van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

de federale bestuurlijke en gerechtelijke politiediensten;

dat de rellen van 11 en 15 november 2017 in het centrum van Brussel aanzienlijke schade hebben toegebracht ten nadele van de politie, de stad, het gewest, de burgers en handelaars;

dat de onlusten op oudejaarsavond van 2019 belangrijke gebreken zoals een te traag reactievermogen en een gebrek aan samenwerking hebben blootgelegd in het Brussels veiligheids- en politieapparaat;

dat de zes Brusselse politiezones zich tijdens oudejaarsnacht van 2020 voor het eerst verenigden onder één centrale leiding;

dat de politie dankzij die centrale leiding snel, doelgericht en krachtdadig gereageerd heeft op de vele incidenten tijdens oudejaarsnacht;


dat de rellen van 11 april 2020 in Anderlecht aanzienlijke schade hebben toegebracht ten nadele van de politie;

dat de betoging van 7 juni 2020, ondanks het verbod op massabijeenkomsten i.k.v. de bestrijding van het coronavirus, gedoogd werd door de burgemeester van de stad Brussel;

dat de betoging van 7 juni 2020 uitmondde in geweldplegingen tegen de politiediensten en plunderingen ten nadele van de handelaars;

dat een interventie van de politiezone Zuid 20 mei 2020 in Anderlecht resulteerde in een belaging van de interveniërende agenten door omstaanders, met arbeidsongeschiktheid als gevolg voor de desbetreffende agenten;

dat in de periode van 13 maart en 12 mei 2020 maar liefst 144 processen-verbaal met betrekking tot agressie en respectloos gedrag tegen de politie werden uitgeschreven;

dat diversiteit en lokale voeling met de gemeenschap belangrijke elementen zijn in de personeelssamenstelling van de politiekorpsen;

de verklaring van de minister-president in de plenaire vergadering van 15 december 2017 dat, wat betreft een project van eigen selectie en rekrutering van inspecteurs door de lokale politie, de baten niet voldoende opwegen tegen de kosten;

de stakingsaanzegging van de politievakbonden VSOA en NSPV om het geweld tegen politie aan te kaarten;

Verzoekt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : sterk in te zetten op community policing om de kloof tussen burgers en de politie te verkleinen

door: werk te maken van eigen selectie en rekrutering van inspecteurs van de lokale politie in

schoot van de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen;

het proefproject van bodycams in de zone Polbru op te volgen en uit te breiden naar alle Brusselse politiezones en verder onderzoek te doen naar innovatieve hulpmiddelen om de politiewerking te verbeteren;

te werken aan buurtinformatienetwerken in alle Brusselse wijken om de samenwerking

tussen buurtbewoners en de politie te bevorderen;

vanuit haar bevoegdheden op vlak van preventie en veiligheid;

werk te maken van een overkoepelend Gewestelijk Plan Diversiteit, opgemaakt door Brussel Preventie & Veiligheid, die de Brusselse politiezones begeleidt en ondersteunt in de oprichting van een Cel Diversiteit. Aandacht voor diversiteit wordt als rode draad geïntegreerd in de organisatie, dit op alle niveaus en in alle opdrachten. De interne en externe focus op diversiteit staan met elkaar in verbinding, met als uiteindelijke doel een kwaliteitsvolle dienstverlening voor zowel medewerkers als burgers;


de Brusselse politiezones te begeleiden en te ondersteunen in de oprichting van bemiddelingsteams bij de wijkwerking. Bemiddelingsteams proberen met kennis van zaken en goede communicatie de angel uit een conflict te halen. Zo wordt de expertise van de wijkwerking, namelijk hun kennis van het terrein en van de doelgroepen optimaal aangewend en daarnaast kan de wijkwerking beroep doen op de kennis van de bemiddelingsteams om snel in te grijpen bij potentieel explosieve situaties;

te zorgen voor meer interactie tussen jongeren en politie via jeugdopbouwwerkers. Die

moeten regelmatig en op een heel laagdrempelige manier contact hebben met de politiediensten. Indien jongeren en de buurt en buurtbewoners dit zien, kijken vooral de jongeren op een andere en positieve manier naar de politie. De inzet van buurtvaders in wijken is van belang omdat ze voor aanvang van de opdrachten tijdens de ramadan en de zomermaanden telkens een kennismakingsgesprek hebben met de wijkpolitie;

werk te maken van een samenvoeging van de administratieve dienst Klachtenmanagement

en -behandeling van de politiezones d.m.v. een gewestelijk centraal Klachtenloket op te richten die jaarlijks een werkingsverslag aan het parlement bezorgt;

een vormingsaanbod voor agenten over diversiteit en het functioneren van de ordediensten

in een hyperdiverse context - rekening houdende met uitsluitingsmechanismen, polarisatie, superdiversiteit, migratie, etnische profilering, … - te voorzien binnen de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen;

in te zetten op informatie- en communicatiecampagnes om het vertrouwen en een positieve

band tussen de veiligheidsdiensten en de samenleving te bevorderen; de minister-president jaarlijks een omvattend veiligheidsverslag te laten uitbrengen aan het

parlement over zijn bevoegdheden toegewezen in het kader van de 6e staatshervorming m.b.t. de openbare ordehandhaving, de monitoring en de registratie van criminaliteit, de coördinatie van het veiligheidsbeleid, de stand van zaken betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke aankoopcentrale, de samenstelling van een harmoniserende tekst voor de gemeentelijke politiereglementen, de coördinatie van de lokale beleidslijnen m.b.t. preventie en de samenvoeging van de administratieve diensten van de politiezones;

het toezicht op de begrotingen van de Brusselse politiezones, een taak toegewezen aan de

minister-president, wordt transparant in de vorm van een jaarlijks verslag voorgelegd aan het parlement;

Beslist het Brussels Hoofdstedelijk Parlement: via de commissie voor de Binnenlandse Zaken contact op te nemen met andere internationale

grootsteden met oog op een wederzijde uitwisseling van kennis en ervaring op vlak van veiligheidswerking.».

Brussel, 11 juni 2020

(Get.) Mathias VANDEN BORRE (N) Cieltje VAN ACHTER (N) Gilles VERSTRAETEN (N)


(T R A D U C T I O N)

O R D R E D U J O U R M O T I V É

déposé en conclusion de :

- l’interpellation de M. Mathias VANDEN BORRE (N) à M. Rudi VERVOORT, ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional, concernant «les violences à l’encontre de la police et le manque de soutien des autorités administratives bruxelloises» ;

- l’interpellation jointe de M. Pierre KOMPANY (F) concernant «les violences à l’encontre de la police

dans la zone de police de Bruxelles-Midi» ; - et de l’interpellation jointe de M. Sadik KÖKSAL (F) concernant «les tensions dans une série de

communes bruxelloises» ;

(développées en commission des affaires intérieures du 9 juin 2020)

* * * « Le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, Ayant entendu l’interpellation de M. Mathias VANDEN BORRE concernant «les violences à

l’encontre de la police et le manque de soutien des autorités administratives bruxelloises», l’interpellation jointe de M. Pierre KOMPANY concernant «les violences à l’encontre de la police dans la zone de police de Bruxelles-Midi», l’interpellation jointe de M. Sadik KÖKSAL concernant «les tensions dans une série de communes bruxelloises» et la réponse du ministre-président du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé du développement territorial et de la rénovation urbaine, du tourisme, de la promotion de l'image de Bruxelles et du biculturel d'intérêt régional ;

Vu :

l’article 48 de la loi spéciale relative aux institutions bruxelloises, qui dispose que les attributions visées à l’article 4, § 2quater, 1°, 2° et 7°, de la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et les fédérations de communes sont exercées par le président du gouvernement visé à l’article 34 ;

l’article 4, § 2quater, 1°, qui dispose que l’agglomération bruxelloise exerce les compétences visées aux articles 128 et 129 de la loi provinciale, ainsi que les compétences qui, dans des lois particulières, sont attribuées au gouverneur de province, sauf si ces lois particulières en disposent autrement ;

l’article 128 de la loi provinciale du 30 avril 1836, qui dispose que le gouverneur veille au maintien de l’ordre public, à savoir la tranquillité, la sûreté et la salubrité publiques ;

l’article 129 de la loi provinciale du 30 avril 1836, qui dispose qu’en cas de rassemblements tumultueux, de sédition ou d’opposition avec voie de fait à l’exécution des lois ou des ordonnances légales, le gouverneur a le droit de requérir la force armée ;


l’article 11 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, qui dispose que, sans préjudice des compétences qui leur sont attribuées par ou en vertu de la loi, le ministre de l’Intérieur et le gouverneur exercent à titre subsidiaire les attributions du bourgmestre ou des institutions communales lorsqu’ils manquent, volontairement ou non, à leurs responsabilités, lorsque les troubles à l’ordre public s’étendent au territoire de plusieurs communes, ou lorsque, bien que l’événement ou la situation soit localisée dans une seule commune, l’intérêt général exige leur intervention ;

la circulaire ministérielle OOP 41 concernant l’opérationnalisation du cadre de référence CP 4 relatif à la gestion négociée de l’espace public relativement aux événements touchant à l’ordre public ;

l’arrêté du ministre-président de la Région de Bruxelles-Capitale visant à interdire ces 2 et 3 avril toute manifestation sur l’ensemble du territoire de l’Agglomération bruxelloise ;

l’arrêté du ministre-président de la Région de Bruxelles-Capitale visant à interdire sur l’ensemble du territoire de l’Agglomération bruxelloise ce dimanche 16 décembre 2018 toute manifestation et contre-manifestation ;

Considérant :

l’existence de plusieurs parties prenantes compétentes pour la politique en matière de police, de prévention et de sécurité dans la Région de Bruxelles-Capitale, à savoir :

les dix-neuf communes ;

les six zones de police ;

l’organisme d’intérêt public régional Bruxelles Prévention et sécurité ;

le ministre-président de la Région de Bruxelles-Capitale ;

le haut fonctionnaire de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale ;

les services de police administrative et judiciaire fédérale ;

que les émeutes des 11 et 15 novembre 2017 dans le centre de Bruxelles ont causé un préjudice considérable à la police, à la Ville, à la Région, aux citoyens et aux commerçants ;

que les troubles du soir du Nouvel An 2019 ont révélé l’existence d’importantes failles dans l’appareil bruxellois de sécurité et de police, telles qu’une capacité de réaction trop lente et un manque de collaboration ;

que lors de la nuit de la Saint-Sylvestre 2020, les six zones de police bruxelloises se sont pour la première fois unies sous un commandement unique ;

que grâce à ce commandement unique, la police a réagi rapidement, de façon ciblée et efficace aux nombreux incidents survenus durant la nuit de la Saint-Sylvestre ;

que les émeutes du 11 avril 2020 à Anderlecht ont causé un préjudice considérable à la police ;

que la manifestation du 7 juin 2020 a été tolérée par le bourgmestre de la Ville de Bruxelles malgré l’interdiction des rassemblements de masse dans le cadre de la lutte contre le coronavirus ;


que la manifestation du 7 juin 2020 s’est achevée par des violences à l’encontre des services de police et par des pillages au préjudice des commerçants ;

que, le 20 mai 2020, des personnes présentes lors d’une intervention de la zone de police Midi à Anderlecht ont molesté les agents qui effectuaient ladite intervention avec, à la clé, une incapacité de travail pour les agents concernés ;

que pas moins de 144 procès-verbaux pour agression et manque de respect à l’égard de la police ont été dressés pendant la période du 13 mars au 12 mai 2020 ;

que la diversité et l’ancrage local dans la communauté sont des éléments importants dans la composition du personnel des corps de police ;

les propos tenus en séance plénière du 15 décembre 2017 par le ministre-président, qui a déclaré, au sujet d’un projet de sélection et recrutement directs d’inspecteurs par la police locale, que les avantages n’en compensaient pas les coûts ;

le préavis de grève des syndicats de la police SLFP et SNPS visant à dénoncer les violences à l’encontre de la police ;

Demande au Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : de miser fortement sur la fonction de police orientée vers la communauté (community policing)

afin de rapprocher les citoyens et la police : en œuvrant à une sélection et un recrutement directs d’inspecteurs de la police locale au

sein de l’École régionale des métiers de la sécurité, de la prévention et du secours ;

en effectuant un suivi du projet pilote de caméras d’intervention (bodycams) mené dans la zone Polbru et en l’étendant à l’ensemble des zones de police bruxelloises, ainsi qu’en recherchant des outils innovants visant à améliorer le fonctionnement de la police ;

en travaillant à des partenariats locaux de prévention dans tous les quartiers bruxellois afin

d’améliorer la collaboration entre les habitants et la police ;

dans le cadre de ses attributions en matière de prévention et de sécurité ;

de s’atteler à un plan diversité régional global, établi par Bruxelles Prévention et sécurité, qui accompagnera et soutiendra les zones de police bruxelloises dans la mise en place d’une cellule diversité. L’attention pour la diversité sera intégrée dans l’organisation en tant que fil rouge, et ce à tous les niveaux et dans toutes les missions. Les focus interne et externe sur la diversité sont liés, et ils ont pour objectif ultime d’assurer un service de qualité tant aux collaborateurs qu’aux citoyens ;

d’accompagner et de soutenir les zones de police bruxelloises dans la mise en place d’équipes

de médiation dans le cadre du travail de quartier. Les équipes de médiation tentent, en connaissance de cause et par une bonne communication, de désamorcer les conflits. L’expertise des agents de quartier, en particulier leur connaissance du terrain et des groupes cibles, est ainsi mise à profit de façon optimale ; en outre, les agents de quartier peuvent faire appel à la connaissance des équipes de médiation afin d’intervenir rapidement lors de situations potentiellement explosives ;


d’augmenter les interactions entre les jeunes et la police par l’intermédiaire des animateurs de jeunesse. Ceux-ci doivent avoir des contacts réguliers et très aisés avec les services de police. Si les jeunes, le quartier et ses habitants s’en avisent, les jeunes, en particulier, porteront un regard différent et positif sur la police. L’implication de pères du quartier est importante, car pendant le ramadan et les mois d’été, ils ont toujours une entrevue avec la police de quartier afin de faire connaissance avant de commencer les missions ;

de s’atteler à une mutualisation du service administratif de gestion et traitement des plaintes

des zones de police à travers la création d’un guichet régional des plaintes centralisé qui présentera chaque année un rapport d’activités au parlement ;

de proposer aux agents un éventail de formations sur la diversité et le fonctionnement des

services de l’ordre dans un contexte d’hyperdiversité – tenant compte des mécanismes d’exclusion, de la polarisation, de la superdiversité, de la migration, du profilage ethnique… – au sein de l’École régionale des métiers de la sécurité, de la prévention et du secours ;

de miser sur des campagnes d’information et de communication afin d’améliorer la confiance

et de favoriser un lien positif entre les services de sécurité et la population ; de faire présenter chaque année au parlement, par le ministre-président, un vaste rapport

« sécurité » sur les compétences qui lui ont été attribuées dans le cadre de la 6e réforme de l’État en ce qui concerne le maintien de l’ordre public, l’observation et l’enregistrement de la criminalité, la coordination de la politique de sécurité, l’état d’avancement de la création d’une centrale d’achat commune, l’élaboration d’un texte d’harmonisation des règlements de police communaux, la coordination des politiques locales en matière de prévention et la mutualisation des services administratifs des zones de police ;

de faire la transparence sur la tutelle sur les budgets des zones de police, une tâche attribuée au

ministre-président, par la présentation d’un rapport annuel au parlement ; Le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale décide : de prendre contact, par le biais de la commission des affaires intérieures, avec d’autres grandes

villes internationales en vue d’échanger leurs connaissances et expériences en matière de fonctionnement de la sécurité. ».

Bruxelles, le 11 juin 2020

(S.) Mathias VANDEN BORRE (N) Cieltje VAN ACHTER (N) Gilles VERSTRAETEN (N)

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT PARLEMENT DE LA RÉGION DE...

Documents

Transcript of BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT PARLEMENT DE LA RÉGION DE...