Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat...

19
Proeflessen Breingeheimen studievaardigheden II voor klas 1 en 2 mavo, havo, vwo om uit te proberen in uw klas

Transcript of Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat...

Page 1: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Proeflessen

Breingeheimen studievaardigheden II

voor klas 1 en 2 mavo, havo, vwo

om uit te proberen in uw klas

Page 2: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Het hoe en waarom van Breingeheimen

Recent hersenonderzoek, maar ook psychologisch en onderwijskundig onderzoek, vormt de basis van de

lesmethoden Breingeheimen studievaardigheden en sociale vaardigheden. Breingeheimen bestaat uit

een reeks lesmateriaal geschikt voor groep 7/8 van de basisschool, vmbo, mavo, havo, vwo tot en met de

laatste klassen van het MBO. De werkboeken en handleidingen Breingeheimen studievaardigheden

zijn ook digitaal beschikbaar! Meer informatie over al het materiaal, de inhoudsopgaven en voorbeeld-

pagina’s uit de werkboeken, kunt u lezen op:

www.breingeheimen.nl

Leuker, slimmer, makkelijker en sneller leren, dat is het doel van Breingeheimen studievaardigheden.

Voortdurend verschijnt er nieuw (hersen)onderzoek. Veel onderzoek geeft een verklaring voor hoe we

leren en informatie opslaan in ons geheugen. Tegelijkertijd biedt onderzoek meer inzicht in factoren die

een rem op leren zetten. Door enerzijds gebruik te maken van inzichten om informatie gemakkelijker op

te nemen en te onthouden, en anderzijds remmende factoren uit de weg te gaan of te elimineren, geeft u

leerlingen een positieve stimulans.

In vrijwel alle lessen is recent onderzoek verwerkt. In de werkboeken onder meer in de vorm van korte

stukjes tekst met de titel Breingeheimen. Leerlingen kunnen daar hun voordeel mee doen.

Proeflessen

Hierna treft u twee proeflessen aan uit de handleiding en het werkboek. De zwart/wit bladen komen uit

de handleiding, de gekleurde bladen uit het werkboek. Door de handleiding te gebruiken en met uw

leerlingen de lessen uit het werkboek uit te proberen, ervaart u zelf hoe u met het materiaal kunt werken.

De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u printen voor uw leerlingen.

In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op

internet filmpjes beschikbaar zijn die u bij die les kunt gebruiken.

In ons digitale materiaal zijn de links naar de filmpjes verwerkt en zijn start- en eindtijden ingesteld.

Werkt u met gedrukt materiaal? Dan kunt u de lijsten met filmpjes gratis opvragen via:

[email protected]

De links naar de filmpjes bij deze proeflessen zijn:

Blz. 12 http://www.schooltv.nl/share/WO_NTR_1789331

Wat gebeurt er in de puberteit in je hersenen? (0:56 min.)

Blz. 12 https://www.youtube.com/watch?v=LxurAQPg-uY

Wat is de pubertijd? | Bijdehandjes | SBS6 (1:54 min.)

Blz. 12 https://www.youtube.com/watch?v=oDlLV63mhyA

Volwassen worden (12:28 min.)

Blz. 59 http://www.schooltv.nl/share/WO_NTR_425496

Clipphanger, Hoe werkt je geheugen? (1:22 min.)

Blz. 59 https://youtu.be/f5nGGQx0sc8

Geheugentraining Tip #10: Herhaling (0:00 tot 1:10 min.)

Page 3: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Studiedag

Om het meeste te halen uit Breingeheimen Studievaardigheden II is het van belang goed thuis te zijn in

het lesmateriaal en de achtergronden ervan. Daarom raden wij docenten aan deel te nemen aan een

studiedag. Tijdens de studiedag of studiemiddag worden theorie en praktijk bij elkaar gebracht. Samen

oefent u het werken met de lesvoorstellen uit de handleiding.

Studiedagen kunnen op een eigen locatie georganiseerd worden of u kunt deelnemen aan een open

studiedag. Studiedagen op locatie worden in overleg gemaakt, afhankelijk van de groepsgrootte en

wensen van uw team. Open studiedagen worden meestal gehouden op een centraal gelegen plaats

in het land. Er nemen docenten van verschillende scholen aan deel. Meer informatie over studiedagen

leest u op onze website.

Docentenexemplaar

Voor uw school kunt u via onze website of per e-mail een docentenexemplaar bestellen van het

werkboek of de werkboeken waar uw voorkeur naar uit gaat. U kunt kiezen uit de volgende

Breingeheimenboeken:

Basisschool Studievaardigheden voor groep 7 en 8

Voortgezet onderwijs Studievaardigheden I (klas 1 en 2 vmbo, bkgl)

Studievaardigheden II (klas 1 en 2 mavo, havo, vwo)

Studievaardigheden III (klas 3 en 4 mavo, havo, vwo)

101 Geheimen om te slagen voor je examen (examenklassen)

Sociale varadigheden VMBO

Emotioneel intelligent voor het VO (sociale vaardigheden)

Themaboek Seksualiteit (onderbouw VO)

MBO Stageboek Entreeopleidingen

Stageboek MBO niveau 2, 3 en 4

Studievaardigheden MBO niveau 2/3

Studievaardigheden, beroeps- en omgangscompetenties voor

het MBO (niveau 3/4)

Emotioneel intelligent voor het MBO (sociale vaardigheden)

Meer weten?

Wilt u meer van Breingeheimen weten of heeft u interesse om met Breingeheimen te gaan werken?

Meer informatie vindt u op: www.breingeheimen.nl

Of neem contact met ons op via: [email protected]

T 036 2002139

Page 4: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Les 2 Puberteit: wat gebeurt er in je brein?

Didactische overwegingen

Er gebeurt heel wat in het puberbrein. Ook al schijnt de prefrontale cortex dan niet ‘onrijp’ te

zijn, zoals eerder werd beweerd, hormonen en emoties brengen heel wat teweeg. Zowel voor

de pubers/leerlingen zelf als voor docenten is het belangrijk op de hoogte te zijn van deze

veranderingen. Voor leerlingen omdat ze hierdoor hun eigen manier van functioneren en

gedrag kunnen verklaren.

Docenten kunnen rekening houden met de veranderingen in de puberteit bij:

l de manier waarop de lesstof wordt aangeboden (levendig en afwisselend vanwege een

soms zwakke motivatie en daardoor minder goede aandacht en concentratie)

l de leervaardigheden die ze vragen van leerlingen (hulp bij logisch denken, het maken van

een langetermijnplanning, het maken van keuzes, het zien van verbanden, onderscheid

maken tussen wat belangrijk, minder belangrijk en niet belangrijk is)

De leraar speelt altijd een belangrijke rol, maar zeker in de puberteit hebben leerlingen

behoefte aan sturing.

Doel van de les

De leerlingen:

l kunnen een aantal veranderingen in hun hersenen noemen die plaatsvinden tijdens de

puberteit

l kunnen aangeven waarom het belangrijk is dat zij van deze veranderingen op de hoogte

zijn

l begrijpen het belang van goed uitgeslapen op school komen

l kunnen deelnemen aan een discussie over de suggestie van wetenschappers om school

’s ochtends een uur later te laten beginnen

Materiaal

DOEN 1: werkboek blz. 12, 13, 14 Puberteit: wat gebeurt er in je brein?

DOEN 2: werkboek blz. 14 Puberteit: wat gebeurt er in je brein?

* flipovervel (om op te hangen in de klas)

DOEN 3: werkboek blz. 14 Niet uit bed te krijgen

* (digi)bord of flipover

them

a 1

Je b

rein

: een

sup

erco

mp

uter

?

Handleiding Breingeheimen © Princep 47

Page 5: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Lesvoorstel

WETEN

Jullie zijn allemaal in de puberteit. Dat betekent dat er veel dingen veranderen in je lichaam.

Je gaat er anders uitzien en wordt volwassen. Maar er verandert nog veel meer. Daarover

gaat deze les.

ERVAREN

Kleine hersentest

Vraag de leerlingen achter hun stoel te gaan staan.

Vertel:

Tijdens de puberteit groeien onder andere je kleine hersenen. Ze zitten onderaan in je

achterhoofd en lijken op een boomblad. Ze hebben te maken met het samenwerken van

spieren om bepaalde bewegingen mogelijk te maken. De onderzoekers denken dat de kleine

hersenen ook te maken hebben met het denkproces en het beheersen van emoties.

Werken jouw kleine hersenen goed? Een kleine test.

Doe je ogen dicht. Steek je rechter wijsvinger omhoog en probeer daarmee je neus aan te

raken. Bij veel mensen lukt het direct, anderen moeten even oefenen.

Lukt het je? Dan is alles oké!

Om het nog wat moeilijker te maken: Ga op je rechterbeen staan, trek je linkerbeen op zodat

het de grond niet raakt, strek je linkerarm opzij en probeer weer met je rechter wijsvinger je

neus aan te raken met je ogen dicht.

Afronding

1. Waar doet je dit aan denken?

(Misschien aan Amerikaanse politieseries waarin mensen een alcoholtest moeten doen.

Drink je teveel alcohol dan sta je niet meer stevig op je benen en ga je zwalken doordat het deel

van je hersenen dat regelt dat je stevig staat van slag raakt.)

48

Les 2

them

a 1

Je b

rein

: een

sup

erco

mp

uter

?

Handleiding Breingeheimen © Princep

Page 6: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

DOEN

1. Veranderingen in de puberteit

De leerlingen lezen in hun werkboek blz. 12, 13 en 14 en beantwoorden de vragen 1 t/m 4

op blz. 14. Vraag 5 wordt nog even open gelaten.

Bespreek de antwoorden.

Afronding

1. Waarom is het belangrijk dat je weet wat er in je lichaam verandert in de puberteit?

2. Van welke veranderingen die je in je boek las, had je nog nooit gehoord?

2. Niet uit bed te krijgen

Vraag de leerlingen vraag 5 van blz. 14 te lezen.

Vraag vervolgens de leerlingen die moeite hebben om uit bed te komen aan een kant van het

lokaal te gaan staan.

De leerlingen die meestal fris hun bed uitstappen stellen zich op aan de andere kant van het

lokaal.

Leerlingen die ’s ochtends moeite hebben met opstaan gaan naar een klasgenoot die

’s ochtends gemakkelijk zijn/haar bed kan uitkomen. De laatste geeft tips om uitgeslapen op

te staan.

Vervolgens vraagt de leerling die moeite heeft met opstaan nog aan enkele andere

klasgenoten tips om fris op te staan.

De leerlingen gaan na ongeveer 5 - 8 minuten weer op hun plaats zitten.

Vraag welke tips de leerlingen die hun bed niet kunnen uitkomen gekregen hebben. Schrijf

de tips op een flipoverblad en hang het een paar weken op in de klas zodat de leerlingen er

aan herinnerd worden om ze uit te proberen.

Afronding

1. Waarom is het belangrijk dat je goed uitgeslapen op school komt?

(Uitgeslapen leerlingen voelen zich beter, presteren beter en zijn over het algemeen

aangenamer in de omgang.)

2. Waarom kan het nuttig zijn om met anderen te praten over hoe jij bepaalde dingen doet?

Les 2

them

a 1

Je b

rein

: een

sup

erco

mp

uter

?

Handleiding Breingeheimen © Princep 49

Page 7: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

3. Discussie over een uur later beginnen

De leerlingen hebben aan het eind van het Breingeheim Niet uit bed te krijgen! werkboek

blz. 14 gelezen over het voorstel van wetenschappers om school een uur later te laten

beginnen.

Vraag de klas wie hier voor of tegen is.

De voor- en tegenstanders gaan ieder aan een kant van het lokaal zitten.

Vraag naar hun argumenten.

Ze luisteren goed naar elkaar en laten elkaar uitpraten.

Noteer de voor- en tegenargumenten ieder op een apart flipoverblad.

Neem ongeveer tien minuten de tijd voor de discussie.

Vraag voor- en tegenstanders aan het eind van de discussie hun hand op te steken en tel de

stemmen. Wijs leerlingen er op dat ze van mening mogen veranderen. Welke groep heeft de

meeste aanhangers?

Afronding

1. Waarom is het belangrijk om te discussiëren over dingen die voor ons allemaal belangrijk

zijn?

2. Niet iedereen praat mee in een discussie. Wat kunnen redenen zijn om niet mee te doen?

Welke tips kunnen jullie bedenken om te durven praten in een groep?

BEGRIJPEN

U kunt de belangrijke punten van de les samenvatten door de volgende vragen te stellen aan

de klas:

1. Kunnen jullie nog eens in het kort een aantal dingen noemen die veranderen in de

puberteit?

2. Welke veranderingen hebben invloed op leren?

(Bijvoorbeeld het ontstaan van betere verbindingen tussen de verschillende netwerken in je

hersenen, maar ook hormonale veranderingen.)

HUISWERK

Geen huiswerk bij deze les.

50

Les 2

them

a 1

Je b

rein

: een

sup

erco

mp

uter

?

Handleiding Breingeheimen © Princep

Page 8: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Zodra je in de puberteit komt verandert er nogal wat in je hersenen. Op deze en de volgende bladzijden lees je er meer over.

Prefrontale cortex

De prefrontale cortex zit direct achter je voorhoofd en heeft te maken met:

• logisch denken

• aandacht en concentratie

• kunnen bepalen wat belangrijk is en wat niet

• verbanden zien tussen dingen

• motivatie en het maken van keuzes

• impulsen beheersen: stop tegen je jezelf

kunnen zeggen

• het maken van een langetermijnplanning

Als puber kun je nog wel eens problemen hebben met de dingen die je hierboven leest. Dat kan te maken hebben met een gebrekaan communicatie tussen hersennetwerkendie nog in ontwikkeling zijn. Over een paar jaar gaat het waarschijnlijk een stuk beter.

them

a 1

Je

bre

in: e

en s

uper

com

put

er?

12 © Princep

Puberteit: wat gebeurt er in je brein?

Update van je brein

Je weet intussen dat verbindingen tussen neuronen die niet meer worden gebruikt, worden gesnoeid of gekapt. Dat betekent dat ze verdwijnen. Er wordt heel wat gesnoeid in de puberteit. Je kunt het je zo voorstellen: verbindingen die bijvoorbeeld nog te maken hebben met de regels voor knikkeren of hoe je driewielertje eruit zag, verdwijnen omdat je ze niet meer gebruikt. Door het snoeien gaat je brein effectiever werken. Andere verbindingen kunnen daardoor sterker worden en er komt ruimte voor nieuwe verbindingen. Dat moet ook wel want je leert heel veel nieuwe dingen in de puberteit!

Puberbrein

Om je hersenen te helpen om zo goed mogelijk te functioneren, verandert er in de puberteit nogal wat.

Om je meer volwassen te kunnen gedragen, is het belangrijk dat verschillende hersen-netwerken in je hoofd met elkaar verbonden worden en goed samenwerken. Bijvoorbeeld het netwerk voor emoties en het netwerk voor goed nadenken voor je iets doet.Daarom krijgen de netwerken in je brein tus-sen je twaalfde en je dertigste jaar sterkere verbindingen met elkaar. Bijvoorbeeld het netwerk voor emoties gaat beter samenwer-ken met de prefrontale cortex die onder andere te maken heeft met keuzes maken en beslissingen nemen.Lees hiernaast meer over de prefrontale cortex.

les 2thema 1

Breingeheimen

Page 9: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

© Princep 13

them

a 1

Je

bre

in: e

en s

uper

com

put

er?

Wat je doet:

Lees de stukjes tekst op blz. 12, 13 en 14 en beantwoord dan de vragen op blz. 14.

Meer breinveranderingen in de puberteit:

• in de hippocampus, het deel van de hersenen dat onder andere te maken heeft met het geheugen. Dit belangrijke deel van je hersenen is heel gevoelig voor alcohol. Door alcohol wordt de aanmaak van nieuwe neuronen in de hippocampus afgeremd.

• in de axonen, de lange uitlopers van de neuronen (kijk maar naar het plaatje op blz. 8, onderaan zie je een axon). Bij steeds meer axonen wordt het vettige laagje dat er omheen zit dikker (ook in de hersenen achter je voorhoofd). Daardoor kunnen ze berichten sneller doorgeven.

Hormonen

Je wordt geslachtsrijp. Dat komt doordat je hypofyse (een klier onderaan je hersenen in het midden van je hoofd achter je neus) geslachtshormonen gaat afscheiden. Door die hormonen voel je je seksueel aangetrokken tot jongens of meisjes. Maar geslachtshormonen spelen ook een rol bij de verdere ontwikkeling van je brein.

Wat kijk je nou!

Pubers kunnen emoties in gezichten minder goed herkennen dan volwassenen. Met name het verschil tussen angst en verbazing kan behoorlijk lastig zijn, vooral voor jongens.Boosheid herkennen in gezichten gaat steeds beter. En dat is handig, want het kan best lastig zijn als je leraar boos naar je kijkt en jij denkt dat hij je vriendelijk aanstaart!

Groter groeien

De hypofyse (dezelfde als van de geslachtshormonen) scheidt groeihormonen af. Daardoor gaan je botten groeien, vooral tijdens de slaap. Dus wil je groot worden, zorg dan dat je voldoende slaapt!

les 2 thema 1

Page 10: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

1. Welke veranderingen in de puberteit hebben volgens jou de meeste invloed op leren?

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

2. Van welke veranderingen in de puberteit had je nog nooit gehoord? ____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

3. Welke verandering maakte de meeste indruk op jou? (Vond je het gekst, het leukst, het meest interessant.)

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

4. Over welke verandering ga je misschien wel aan anderen vertellen (broers, zussen, vriend, vriendin enz. )?

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

5. Kun jij ook zo slecht je bed uitkomen? Of heb je daar geen last van? Als je er geen last van hebt, zoek dan iemand in de klas die er wel last van heeft en vertel wat jij doet om uitgeslapen op te staan.

Heb je er wel last van? Ga dan op zoek naar iemand die er geen last van heeft en die je misschien wat tips kan geven. Vraag tips aan meerdere klasgenoten. Alhoewel je er natuurlijk wel rekening mee moet houden dat wat voor een ander werkt, niet voor jou hoeft te werken. Maar het kan nooit kwaad het uit te proberen.

De tips die ik kreeg: _______________________________________________________________

________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

____________________________________________________________________________________

them

a 1

Je

bre

in: e

en s

uper

com

put

er?

Niet uit bed te krijgenNegen uur slaap heb je gemiddeld in de puberteit wel nodig. Dat hangt samen met alle veranderingen in je lichaam. Maar als je hard groeit kan het zijn dat je je zelfs na tien uur slaap nog moe voelt. Als puber ben je meestal niet op je best aan het begin van de morgen. Pas rond drie uur ’s middags ben je vaak op je top en in de avond.

Hoe dat komt? Hoe laat je ’s avonds slaap krijgt of ’s morgens wakker wordt, hangt samen met de afscheiding van het slaaphormoon melatonine in je bloed. Uit onderzoek blijkt dat bij pubers het slaaphormoon melatonine ongeveer anderhalf tot twee uur later toeneemt dan toen ze nog niet in de puberteit waren. Daardoor kunnen ze ’s avonds vaak moeilijk in slaap komen.’s Ochtends neemt de melatonine ook ongeveer anderhalf uur tot twee uur later af. Daardoor kunnen pubers ’s ochtends vaak moeilijk hun bed uitkomen.

Doordat pubers ’s avonds nogal eens moeite hebben met in slaap komen en ’s ochtends vroeg moeten opstaan, zijn ze vaak niet uitgeslapen. Genoeg slapen is gezond en zorgt dat

dingen die je leert opgeslagen worden in je geheugen. Sommige wetenschappers stellen daarom voor, de school voor pubers een uur later te laten beginnen. Mee eens?

Breingeheim

14 © Princep

les 2thema 1

Page 11: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

Handleiding Breingeheimen © Princep

Les 1 Geheugen en herhalen

Didactische overwegingen

Leren betekent informatie opslaan in je geheugen en die informatie gebruiken. Het is daarom

belangrijk te weten hoe informatie het best wordt opgeslagen.

De nog altijd populaire ‘Ebbinghaus vergeetcurve’ van de Duitse leerpsycholoog Hermann

Ebbinghaus (1850 – 1909), laat het volgende zien:

We vergeten snel een groot deel van wat we geleerd hebben:

• na 20 minuten hebben we nog 58,2% onthouden, we zijn dan al 41,8% vergeten

• na 1 uur kunnen we nog 44, 2% reproduceren

• na 9 uur nog 35,8%

• na 1 dag nog 33,7%

• na 2 dagen nog 27,8%

• na 6 dagen nog 25,4%

• na 31 dagen nog 21,1%. Na een maand zijn we dus al zo’n 80% kwijt.

De vergeetcurve kwam tot stand op basis van een wetenschappelijk onderzoek van

Ebbinghaus. Zijn bevindingen hebben geleid tot de conclusie dat herhalen het meest effectief

bijdraagt aan onthouden.

Doel van de les

De leerlingen:

l kunnen de inhoud van een stuk tekst dat ze gelezen hebben vertellen aan een klasgenoot

l ervaren dat je informatie die je vertelt aan een ander beter onthoudt

l weten of ze een goed geheugen hebben of niet

l hebben enig inzicht in hoe de hersenen informatie het best onthouden

l kennen manieren om hier rekening mee te houden als ze leren voor school

Materiaal

WETEN: werkboek blz. 59 Je geheugen en een zeepaardje en de Breingeheimen

ERVAREN: * ongeveer 20 voorwerpen en een doek om ze te bedekken. Probeer er enkele

opvallende of gekke voorwerpen bij te plaatsen.

DOEN 1: * per leerling een (digitaal) leerboek waaruit ze een halve pagina tekst kiezen

werkboek blz. 60 Vertellen aan een klasgenoot en Klaar?

werkboek blz. 61 Breingeheimen

DOEN 2: werkboek blz. 62 inleidende tekst Herhalen om op te slaan

werkboek blz. 63 Breingeheimen

Begin de les met het bespreken van het huiswerk van de vorige les.

127

Page 12: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Lesvoorstel

WETEN

Lees samen met de klas de inleiding Je geheugen en een zeepaardje en de Breingeheimen

werkboek blz. 59.

ERVAREN

GeheugenspelZet een stuk of twintig voorwerpen op een plaats waar alle leerlingen ze kunnen zien. Leg er

voor de leerlingen de klas in komen een doek of laken over heen.

Verdeel de klas in groepjes van vier. Haal het laken van de voorwerpen af en laat ze ongeveer

20 seconden aan de leerlingen zien.

De groepjes schrijven op wat ze gezien hebben. Niet te luidruchtig want dan kunnen andere

groepjes meeluisteren.

Welk groepje heeft de meeste voorwerpen geraden?

Herhaal de oefening nog eens. Hebben de groepjes nu meer voorwerpen onthouden?

Afronding

1. Wat had je nodig om de voorwerpen te onthouden?

(Aandacht, concentratie en natuurlijk je geheugen.)

2. Welke voorwerpen hebben bijna alle groepjes onthouden? Inventariseer met de klas.

Hoe komt het, denk je, dat ieder groepje deze voorwerpen onthouden heeft?

(Omdat ze bijvoorbeeld opvallend, raar of heel mooi waren. Dingen die opvallen of emoties

oproepen onthoud je beter.)

DOEN

1. Vertellen aan een klasgenootDe leerlingen lezen de inleidende tekst van IJzeren geheugen of zeef? werkboek blz. 60.

Daarna maken ze de opdracht Vertellen aan een klasgenoot blz. 60 van het werkboek.

Ze zoeken een klasgenoot om mee samen te werken en volgen de instructies.

128

Les 1

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

Handleiding Breingeheimen © Princep

Page 13: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Als ze klaar zijn met de opdracht beantwoorden ze de vragenlijst Klaar? werkboek blz. 60.

Hebben ze een goed geheugen of zijn ze een zeef?

Bespreek de antwoorden. Leerlingen die regel 4 en 10 hebben aangekruist vallen

waarschijnlijk in de categorie zeef. Of ze moeten een bijzonder slechte dag hebben.

Geheugentraining helpt om beter te onthouden. En wat meer interesse vaak ook.

Lees daarna samen de Breingeheimen op blz. 61 met informatie over het geheugen. Leg ze

eventueel nog in uw eigen woorden uit voor leerlingen die de informatie zo snel niet kunnen

verwerken. Na het lezen van de informatie bepalen de leerlingen welk Breingeheim het best

past bij de opdracht die ze zojuist gedaan hebben (Kennis verankeren) en kleuren het rondje

onder het Breingeheim groen. Geen kleurtjes? Aankruisen mag ook.

Afronding

1. Hoe vond je het om aan je klasgenoot te vertellen over wat je gelezen had?

2. Welke Breingeheimen vond je interessant en waarom?

2. Herhalen om op te slaanDe leerlingen lezen de inleidende tekst van Herhalen: het grote geheim en Herhalen om

op te slaan blz. 62 van het werkboek.

Vervolgens bespreken ze de informatie die ze gelezen hebben met degene die naast hen zit en beantwoorden daarna de vraag op blz. 62.

Ze lezen ook de Breingeheimen op blz. 63 van het werkboek en bespreken die met degene

die naast hen zit. Dan beantwoorden ze de vragen op blz. 63.

Bespreek de antwoorden.

Afronding

1. Van welke Breingeheimen zou je meer willen weten? Hoe ga je dat doen?

2. Je hersenen zijn gebouwd om informatie te verzamelen en te verwerken. Verandert dat

iets aan de manier waarop je tegen leren aankijkt?

Les 1

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

Handleiding Breingeheimen © Princep 129

Page 14: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

BEGRIJPEN

U kunt belangrijke punten van de les samenvatten door de volgende vragen te stellen aan de

klas:

1. Noem enkele dingen waardoor je informatie beter onthoudt.

(Herhalen, goed slapen, geuren, je kennis verankeren.)

2. Waarom is herhalen het belangrijkst als je iets wilt opslaan in je langetermijngeheugen?

(Door herhalen ontstaan steeds betere verbindingen tussen neuronen die bij de

informatie betrokken zijn. Informatie die je regelmatig herhaalt, wordt vastgelegd in het

langetermijngeheugen.)

HUISWERK

Geen huiswerk bij deze les.

130

Les 1

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

Handleiding Breingeheimen © Princep

Page 15: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Heb je een goed geheugen? Een goed geheugen is natuurlijk mooi meegenomen. Maar als je niet zo goed kunt onthouden heb je het moeilijker. Gelukkig kun je je geheugen trainen. Bijvoorbeeld door extra aandacht aan iets te geven of door te zorgen dat je interessante dingen ontdekt in wat je moet leren.

En wist je dat herhalen het grote geheim is van leren? Herhalen helpt je om wat je geleerd hebt vast te leggen in je langetermijngeheugen. Daarom is het als je woordjes of toetsen leert belangrijk dat je de informatie regelmatig herhaalt. Omdat herhalen zo belangrijk is om informatie op te slaan, leer je in de komende lessen ook een herhaalplanning maken. Zo’n planning kan je helpen om zo efficiënt mogelijk te leren.

Verder leer je in de komende lessen een aantal oude trucjes (sommige daarvan werden al door de Grieken en Romeinen gebruikt) om beter te leren onthouden.

Londense taxichauffeurs Londense taxichauffeurs moeten de platte-grond van heel Londen uit hun hoofd kennen. Uit onderzoek blijkt dat bij hen het achterste deel van de hippocampus (dat te maken heeft met ruimtelijk geheugen en navigeren) groter is dan normaal. Hieraan zie je dat de dingen die je doet invloed hebben op je hersenen.

Breingeheim

© Princep 59

Thema 5 Je geheugen en een zeepaardje

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

Rozengeur en maneschijnUit onderzoek blijkt dat je slaap nodig hebt om wat je geleerd hebt op te slaan in je geheugen. Maar het blijkt dat ook geuren kunnen helpen om beter te onthouden. Je moet dan wel hetzelfde geurtje gebruiken tijdens het leren en tijdens je slaap (naast je leggen, op je kussen doen, bedenk maar iets). In het onderzoek werd rozengeur gebruikt, maar waarschijnlijk werkt het ook met andere luchtjes die je lekker vindt (jongens bepaalde aftershave of deodorant?). Probeer maar eens uit!

Breingeheim

Lijkt op een zeepaardje Een deel van je hersenen dat te maken heeft met je geheugen ziet er uit als een zeepaardje. Je hebt twee van die zeepaardjes. Ze zitten recht achter je oren.

Slapen om te onthoudenWil je zoveel mogelijk voordeel hebben van je inspanning om te leren? Zorg dan dat je een goede nacht slaapt nadat je woordjes hebt zitten stampen of geleerd hebt voor een toets. Je zult dan het beste resultaat krijgen.Mensen die in een onderzoek een nacht goed sliepen nadat ze geleerd hadden, onthielden veel meer woordjes dan de personen die niet voldoende hadden geslapen.Met weinig slaap wordt de informatie niet goed opgeslagen in je geheugen. Je vergeet aardig wat en dat is natuurlijk zonde van je moeite.

Breingeheim

Page 16: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

them

a 1

je b

rein

: een

sup

erco

mp

uter

?

Sommige mensen hebben een ijzeren geheugen. Dat betekent dat ze erg goed din-gen kunnen onthouden. Bij anderen lijkt het geheugen meer op een zeef. Zoals je weet heeft een zeef gaatjes. Alles wat er in komt loopt er al snel weer uit.Gelukkig zijn er manieren om er voor te zorgen dat je de dingen die je leert, beter kunt onthouden. En dat is wel zo handig als je er toetsen over moet maken!

Vertellen aan een klasgenoot

Zoek een klasgenoot om mee samen te werken. Pak een boek uit je tas of open een digitaal leerboek. Zoek een hoofdstuk waar je binnenkort een toets over hebt.Kies een stukje tekst van ongeveer een halve bladzijde. Let er op dat je klasgenoot niet hetzelfde stukje tekst kiest, maar een ander.

Wat je doet:1. Je leest het stukje tekst en probeert het te begrijpen.2. Vertel daarna aan je klasgenoot waar het over gaat.3. Je klasgenoot mag vragen stellen.

Lukt het je de eerste keer niet goed? Lees dan het stukje opnieuw en vertel het nog eens.

Klaar?

Hebben jullie aan elkaar verteld wat je hebt gelezen? Kruis dan nu de hokjes aan voor de zinnen waar jij het mee eens bent.

1. Ik heb het stukje tekst goed gelezen omdat ik wist dat ik het aan mijn klasgenoot moest vertellen en hij/zij er vragen over zou stellen.

2. Ik heb het stukje tekst niet beter gelezen dan ik normaal zou doen.

3. Ik denk dat ik dit stukje tekst goed zal onthouden.

4. Ik denk dat ik dit stukje tekst niet goed zal onthouden.

5. Ik kon goed vragen bedenken over wat mijn klasgenoot vertelde.

6. Ik vond het moeilijk om vragen te bedenken over wat mijn klasgenoot vertelde.

7. Ik was tevreden met de antwoorden die mijn klasgenoot op mijn vragen gaf.

8. Ik was niet echt tevreden met de antwoorden die mijn klasgenoot op mijn vragen gaf.

9. De antwoorden die ik kreeg op de vragen die ik aan mijn klasgenoot stelde, heb ik goed onthouden.

10. De antwoorden die ik kreeg op de vragen die ik aan mijn klasgenoot stelde, ben ik alweer vergeten.

Heb je nummer 4 en 10 aangekruist? Dan ben je het er vast mee eens dat je niet bepaald een ijzeren geheugen hebt. Train je geheugen! Op internet vind je honderden games om een goed geheugen te ontwikkelen.

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

60 © Princep

IJzeren geheugen of zeef?

Zoek in de Breingeheimen op de bladzijde

hiernaast de tekst die het best bij deze opdracht past. Kleur

het rondje groen.

les 1thema 5

Page 17: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Kennis verankerenIn de vorige les heb je het al gelezen: vertel aan anderen wat je geleerd hebt en de kans is groter dat je het onthoudt! Door aan anderen te vertellen wat je weet, veranker je je kennis. Je slaat de informatie als het ware met een anker vast in je geheugen zodat je die minder snel vergeet.

Breingeheim

BreingeheimDingen die je goed onthoudt• Dingen die je interesseren.• Dingen die je begrijpt.• Dingen die te maken hebben met jouw situatie.• Dingen die te maken hebben met sterke emoties zoals

vernedering, boosheid, angst, liefde en seks. Maar ook met wat je heel mooi, lelijk of grappig vindt.

• Antwoorden die je krijgt op vragen die je zelf gesteld hebt.

• Informatie die je kunt toepassen in je dagelijks leven. Bijvoorbeeld hoe je een Powerpointpresentatie maakt.

• Dingen aan het begin en het einde van een lijst.

Daarvan onthoud je het best: - de dingen die je in het begin leest - de dingen die je aan het eind hoort

Breingeheim

Beter onthouden door aandachtDe hoeveelheid aandacht die je aan iets geeft bepaalt in grote mate hoe goed je die gebeurtenis of informatie zult onthouden.Heb je je aandacht er niet bij als je aan het leren bent? Dan wordt die waarschijnlijk niet opgeslagen. Neem even een pauze zodat je straks helderder bent!

Je vergeet veelJe hebt verschillende soorten geheugens.Over het werkgeheugen heb je al iets gelezen op blz. 50 bij woordjes leren. Ook heb je een:• kortetermijngeheugen • en een langetermijngeheugen

Veel wat in het kortetermijngeheugen wordt opgeslagen verdwijnt. En dat is maar goed ook. Want de meeste dingen zijn niet belangrijk genoeg om te onthouden. Bijvoorbeeld welke kleren een klasgenoot gisteren aan had of wat voor weer het was.

Er is niet veel opslagruimte in het kortetermijn - geheugen. Komt er teveel informatie in dan wordt oude informatie vervangen door nieuwe informatie. Over het langetermijngeheugen kom je meer te weten op blz. 62.

BreingeheimStress (soms) slecht voor geheugenEen beetje stress als je aan het leren bent, helpt om dat wat je leert beter op te slaan in het geheugen. Bovendien moet de stress tijdens het leren iets te maken hebben met het leren zelf anders werkt het niet. Een voorbeeld: je bent een beetje gestrest tijdens de toets omdat je het goed wilt doen. Die stress helpt. Maar de stress door bijvoorbeeld een drilboor buiten, werkt je alleen maar tegen. Net zoals stress voor je gaat leren en erna, je geheugen remt om de informatie goed op te slaan.

Breingeheim

© Princep 61

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

les 1 thema 5

Page 18: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

them

a 1

je b

rein

: een

sup

erco

mp

uter

?

Herhalen: het grote geheimHoe kun je beter onthouden wat je geleerd hebt? In deze les krijg je tips waar je de rest van je leven plezier van kunt hebben. Doe er je voordeel mee!

Herhalen om op te slaan

Informatie wordt eerst opgeslagen in je kortetermijngeheugen. Het deel van je hersenen dat daarmee te maken heeft heet de hippocampus.Na enige tijd wordt de informatie die je regelmatig herhaalt, vastgelegd in het lange-termijngeheugen. Wil je weten hoe dat gaat? Lees het hieronder.

• Leren doe je de hele dag door. Niet alleen op school. Maar bijvoorbeeld ook als je een pass oefent voor voetbal of als je een nieuwe dans leert die helemaal hot is.

• Leren betekent dat bepaalde neuronen vaak dezelfde berichten aan elkaar doorgeven. Ze vuren samen, zoals dat heet. Daardoor gaan ze steeds beter samenwerken en ontstaan er verbindingen tussen die neuronen. Er wordt als het ware een pad gemaakt in je hersenen. Dat heet een geheugenspoor.

• Als je vaak over een pad loopt wordt de grond steeds steviger aangestampt. Daardoor loop je er sneller en prettiger overheen. Zo is het ook in de hersenen. Door herhaling van een activiteit of informatie kunnen neuronen berichten steeds sneller doorgeven en wordt het geheugen spoor sterker.

Bespreek wat je hierboven hebt gelezen kort met degene die naast je zit.

Beantwoord dan de volgende vraag:

Waarom is het belangrijk leerstof te herhalen?

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

_____________________________________________________________________________________

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

62 © Princep

les 1thema 5

Page 19: Breingeheimen studievaardigheden II · In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op internet filmpjes beschikbaar zijn die

Lees de stukjes op deze bladzijde. Bespreek ze weer met degenedie naast je zit. Beantwoord dan de vragen.

1. Welke dingen die je gelezen hebt vond je interessant?

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

2. Welke dingen die je zojuist opgeschreven hebt ga je gebruiken?

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

3. Wat heeft je verbaasd?

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

BreingeheimRegelmatig herhalenWe vergeten snel een groot deel van wat we geleerd hebben. Vooral in de eerste 20 minuten nadat je iets geleerd hebt. Je vergeet dan al vaak zo’n 40%. Na een maand ben je over het algemeen zo’n 80% kwijt. Herhalen zorgt ervoor dat je meer kunt onthouden.

Breingeheim

Niet oneindig herhalenBlijf niet aan een stuk door alles herhalen. Zodra je iets goed weet, is het oké. Uit onderzoek blijkt dat er dan eigenlijk nauwelijks meer iets gebeurt in je brein.Herhaal daarom alleen nog maar de dingen die je nog niet in je hoofd hebt.

© Princep 63

them

a 5

Je g

eheu

gen

en e

en z

eep

aard

je

Niet te lang achter elkaar Je slaat informatie beter in je hersenen op als je niet te lang achter elkaar leert. Leer je lang achter elkaar dan neemt je aandacht en concentratie af.Beter drie keer twintig minuten met korte pauzes ertussen, dan een uur lang zonder pauzes.

Breingeheim

les 1 thema 5