Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze...

24
Proeflessen Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en omgangscompetenties voor het MBO om uit te proberen in uw klas

Transcript of Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze...

Page 1: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Proeflessen

Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en

omgangscompetenties voor het MBO

om uit te proberen in uw klas

Page 2: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Het hoe en waarom van Breingeheimen

Recent hersenonderzoek, maar ook psychologisch en onderwijskundig onderzoek, vormt de basis van de

lesmethoden Breingeheimen studievaardigheden en sociale vaardigheden. Breingeheimen bestaat uit

een reeks lesmateriaal geschikt voor groep 7/8 van de basisschool, vmbo, mavo, havo, vwo tot en met de

laatste klassen van het MBO. De werkboeken en handleidingen Breingeheimen studievaardigheden

zijn ook digitaal beschikbaar! Meer informatie over al het materiaal, de inhoudsopgaven en voorbeeld-

pagina’s uit de werkboeken, kunt u lezen op:

www.breingeheimen.nl

Leuker, slimmer, makkelijker en sneller leren, dat is het doel van Breingeheimen studievaardigheden.

Voortdurend verschijnt er nieuw (hersen)onderzoek. Veel onderzoek geeft een verklaring voor hoe we

leren en informatie opslaan in ons geheugen. Tegelijkertijd biedt onderzoek meer inzicht in factoren die

een rem op leren zetten. Door enerzijds gebruik te maken van inzichten om informatie gemakkelijker op

te nemen en te onthouden, en anderzijds remmende factoren uit de weg te gaan of te elimineren, geeft u

leerlingen een positieve stimulans.

In vrijwel alle lessen is recent onderzoek verwerkt. In de werkboeken onder meer in de vorm van korte

stukjes tekst met de titel Breingeheimen. Studenten kunnen daar hun voordeel mee doen.

Proeflessen

Hierna treft u twee proeflessen aan uit de handleiding en het werkboek. De zwart/wit bladen komen uit

de handleiding, de gekleurde bladen uit het werkboek. Door de handleiding te lezen en met uw

studenten de lessen uit het werkboek uit te proberen, ervaart u zelf hoe u met het materiaal kunt werken.

De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen.

In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje dat hieronder staat. Dat betekent dat er op

internet filmpjes beschikbaar zijn die u bij die les kunt gebruiken.

In ons digitale materiaal zijn de links naar de filmpjes verwerkt en zijn start- en eindtijden ingesteld.

Werkt u met gedrukt materiaal? Dan kunt u de lijsten met filmpjes gratis opvragen via:

[email protected]

De link naar het filmpje bij thema 1 les 2:

blz. 10 https://www.youtube.com/watch?v=o-o9oiDqvqI

Herman Finkers in College Tour (NTR) (0:00 tot 4:56 min.)

De link naar het filmpje bij thema 9 les 4:

blz. 143 https://www.youtube.com/watch?v=Y37r2TcTdm8

Negatieve feedback te geven. Zo moet het dus niet: (2:38 min.)

Page 3: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Docentenexemplaar

Voor uw school kunt u via onze website of per e-mail een docentenexemplaar bestellen van het

werkboek of de werkboeken waar uw voorkeur naar uit gaat. U kunt kiezen uit de volgende

Breingeheimenboeken:

Basisschool Studievaardigheden voor groep 7 en 8

Voortgezet onderwijs Studievaardigheden I (klas 1 en 2 vmbo, bkgl)

Studievaardigheden II (klas 1 en 2 mavo, havo, vwo)

Studievaardigheden III (klas 3 en 4 mavo, havo, vwo)

101 Geheimen om te slagen voor je examen (examenklassen)

Sociale vaardigheden VMBO

Emotioneel intelligent voor het VO (sociale vaardigheden)

MBO Stageboek Entreeopleidingen

Stageboek MBO niveau 2, 3 en 4

Studievaardigheden MBO niveau 2/3

Studievaardigheden, beroeps- en omgangscompetenties voor

het MBO (niveau 3/4)

Sociale vaardigheden voor het MBO

StudiedagOm het meeste te halen uit Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en omgangscompetenties voor het

MBO is het van belang goed thuis te zijn in het lesmateriaal en de achtergronden ervan. Daarom raden

wij docenten aan deel te nemen aan een studiedag. Tijdens de studiedag of studiemiddag krijgen docen-

ten informatie over recent hersenonderzoek in verband met studievaardigheden en maken ze

(nader) kennis met het lesmateriaal en de achtergronden ervan.

Studiedagen kunnen op een eigen locatie georganiseerd worden of u kunt deelnemen aan een open

studiedag. Studiedagen op locatie zijn maatwerk en worden in overleg met onze onderwijsadviseur

gemaakt afhankelijk van de groepsgrootte en wensen van uw team. Open studiedagen worden meestal

gehouden op een centraal gelegen plaats in het land. Er nemen docenten van verschillende scholen aan

deel. Een uitgebreide lunch is inbegrepen.

Meer informatie over studiedagen leest u op www.breingeheimen.nl in het menu ‘Studiedag’. U kunt

zich via de website ook inschrijven voor een open studiedag.

Meer weten?Wilt u meer van Breingeheimen weten of heeft u interesse om met Breingeheimen te gaan werken? Meer

informatie vindt u op www.breingeheimen.nl of neem contact met ons op via

[email protected] of telefonisch (0320 850839).

Page 4: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Les 2 Van ± 16 tot 21 jaar

Didactische overwegingen

In het eerste jaar van het MBO heeft u als docent veelal te maken met ongeveer zestien-

zeventien jarigen. In de periode van de adolescentie vinden er onder invloed van hormonen

nog allerlei veranderingen plaats in het lichaam en het brein. En dat gaat nog een tijd door.

Mogelijk tot zo rond het eenentwintigste jaar voor meisjes en voor jongens nog langer (bij

hen begint de puberteit ook later). Voor de jongeren zelf, maar ook voor docenten is het

van belang op de hoogte te zijn van de veranderingen die plaatsvinden in deze leeftijdsfase.

Voor de jongeren zelf omdat ze hierdoor hun eigen manier van functioneren en gedrag

kunnen verklaren. Voor docenten omdat ze hierdoor beter kunnen inschatten welke studie-,

gedrags-, en omgangscompetenties ze bij hun studenten kunnen verwachten en welke

(misschien) in mindere mate.

Er zijn tegenwoordig nogal wat meisjes die onderling voortdurend over problemen praten.

Uit onderzoek blijkt dat zij een groter risico lopen om last te krijgen van depressies en

angsten. Door voortdurend hun problemen te herkauwen voelen ze zich alleen maar

verdrietiger, hopelozer en worden ze depressief.

Rose A. M., Carlson W., Waller E. M. (2007). Prospective associations of co-rumination with friendship and emotional adjustment: considering the socioemotional trade-offs of co-rumination. Developmental Psychology, Vol 43, No 4, 1019-1031.)

Doel van de les

De studenten:

l begrijpen dat leren niet alleen gebeurt op school, maar een proces is dat voortdurend

plaatsvindt

l maken kennis met (brein)veranderingen tussen ± 16 en 21 jaar

l kunnen de competenties die zich verder ontwikkelen tussen ± 16 en 21 jaar koppelen aan

concrete situaties

l kunnen aangeven hoe ze de in ontwikkeling zijnde competenties in verschillende situaties

kunnen gebruiken

Aansluiting bij L & B

Loopbaan

De student:

- heeft inzicht in eigen kwaliteiten

- denkt na over de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan

them

a 1

Je b

rein

: een

uni

vers

um in

je h

oofd

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 47

Page 5: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Les 2

them

a 1

Je b

rein

: een

uni

vers

um in

je h

oofd

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 48

Materiaal

WETEN: werkboek blz. 14 Hersenveranderingen

ERVAREN: * A4-tje voor ieder groepje van vier

DOEN 1: werkboek blz. 10 t/m 12 Van ±16 tot 21 jaar

werkboek blz. 13 Breingeheimen

werkboek blz. 14 Breingeheimen (behalve Hersenveranderingen)

DOEN 2: werkboek blz. 10 t/m 12 Van ±16 tot 21 jaar

DOEN 3: werkboek blz. 15 Vraag 1 t/m 5

Page 6: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Lesvoorstel

WETEN

Vertel de studenten:

Jullie zijn misschien al volwassen. Maar in je hersenen, je besturingssysteem, verandert nog

van alles. Ontdek het in deze les!

Lees samen met de studenten het Breingeheim Hersenveranderingen blz. 14 van het

werkboek.

ERVAREN

Leren: je hersenen ontwikkelenVertel de studenten:

Leren doe je niet alleen op je opleiding, maar ook op je bpv en in het alledaagse leven.

Eigenlijk leer je de hele dag door!

Verdeel de klas in groepjes van vier en zorg dat ieder groepje een A4-tje heeft.

Samen bespreken de studenten wat ze in de afgelopen week gedaan hebben en wat ze

daarvan leerden. Het gaat om dingen die ze leerden:

• op hun opleiding

• op hun bpv (als ze daar al aan begonnen zijn)

• in het dagelijks leven (van familie, vrienden, collega’s of andere mensen met wie ze in

contact kwamen, bijvoorbeeld via sociale media)

Eén persoon (de verslaggever) in ieder groepje schrijft op wat iedereen geleerd heeft.

Na ongeveer tien minuten rapporteren de verslaggevers van ieder groepje wat ze hebben

opgeschreven. De groepsleden mogen aanvullingen maken of hun punten verhelderen.

Afronding

1. Waarom ben je je meestal niet bewust dat je de hele dag door leert?

(Je hersenen zijn er om te leren, het gaat vaak vanzelf.)

2. Leren betekent niet alleen feitenkennis opslaan in je geheugen maar ook sociaal leren:

goed leren omgaan met anderen, en meer inzicht krijgen in jezelf.

Wie heeft in de afgelopen week nieuwe feiten geleerd? Welke?

Wie heeft iets geleerd over omgaan met anderen?

Wie heeft in de afgelopen week meer zelfinzicht gekregen?

Les 2

them

a 1

Je b

rein

: een

uni

vers

um in

je h

oofd

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 49

Page 7: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 50

them

a 1

Je b

rein

: een

uni

vers

um in

je h

oofd

Les 2

DOEN

1. HersenveranderingenDe studenten kruisen bij de vragen 1 t/m 6 van blz. 10 t/m 12 van het werkboek aan bij

welke Breingeheimen de stukjes tekst horen. Ze kunnen de antwoorden vinden door de

Breingeheimen Kritisch kijken naar jezelf, Je aanpassen aan omstandigheden,

Je eigenheid ontwikkelen Logisch denken, redeneren en plannen, Keuzes maken en

Jezelf stoppen op blz. 13 en 14 van het werkboek te lezen.

Ze kunnen als volgt te werk gaan:

• Ze beginnen met het lezen van de eerste situatie op blz. 10.

• Vervolgens lezen ze de Breingeheimen.

• Ze kiezen het Breingeheim dat bij de eerste situatie past (Je aanpassen aan

omstandigheden).

• Ze kruisen bijbehorende hokje aan.

• Daarna zoeken ze de Breingeheimen die bij nummer 2 t/m 6 horen.

Let op! De blanco/witte schrijfregels worden nog niet ingevuld.

Bespreek de antwoorden.

De oplossing is:

1. Je aanpassen aan omstandigheden

2. Logisch denken, redeneren en plannen

3. Keuzes maken

4. Kritischer kijken naar jezelf

5. Je eigenheid ontwikkelen

6. Jezelf stoppen

Lees na het bespreken van vraag 6 met de klas het Breingeheim Emoties herkennen in

gezichtsuitdrukkingen van blz. 14. Emoties in gezichten herkennen kan ook helpen jezelf te

stoppen. Je ziet in dit geval dat de ander iets niet leuk of goed vindt.

Afronding

1. Waarom is het belangrijk dat je weet wat er in je hersenen verandert tussen ±16 - 21 jaar?

(Je weet dat je geleidelijk beter wordt in een aantal dingen waar je nu misschien nog niet zo

sterk in bent.)

2. Van welke verandering merk je zelf iets of misschien wel veel?

Page 8: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 51

them

a 1

Je b

rein

: een

uni

vers

um in

je h

oofd

Les 2

2. Competenties gebruiken in andere situatiesNu de studenten zeker weten dat ze bij Doen 1 de juiste antwoorden hebben aangekruist,

kunnen ze de opdracht afmaken. Dat doen ze door op blz. 10 t/m 12 van het werkboek

op de witte schrijfregels bij vraag 1 t/m 6 te noteren in welke situaties ze de aangekruiste

competentie nog meer kunnen gebruiken. Ze kunnen de opdracht maken met degene

die naast hen zit. Ze overleggen samen en schrijven de voorbeelden op die hen het meest

aanspreken.

Voorbeelden:

1. Aanpassen aan omstandigheden: als je op vakantie in een ander land bent, als je een

afspraak gepland hebt maar die gaat niet door, als je samen moet werken met iemand die

een heel andere manier van werken heeft dan jij, enz.

2. Logisch denken, redeneren en plannen: voor het leren van een toets, voor het

organiseren van een feest, voor het opnieuw inrichten van je kamer.

3. Keuzes maken: voor het kiezen van een opleiding, van een partner, van activiteiten die je

wilt ondernemen in je vrije tijd.

4. Kritisch kijken naar jezelf: bij het kiezen van een studie jezelf afvragen: kan ik dat?

Rijden op een scooter: rijd ik veilig? Houd ik rekening met wat anderen willen?

5. Je eigenheid ontwikkelen: voor nadenken over wat jij goed vindt en wat niet, nadenken

over wat jij belangrijk vindt en niet, je mening durven zeggen, jezelf kunnen zijn.

6. Jezelf stoppen: als je boos bent geen vervelende dingen zeggen/ruzie maken, niet

snoepen als je aan het lijnen bent, niet uitgaan als je een toets moet leren.

Bespreek de antwoorden.

Afronding

1. Zijn er veranderingen waarover we het niet hebben gehad die je wel merkt bij jezelf?

2. Denk je dat de veranderingen helemaal vanzelf komen of heeft wat jij doet daar ook

invloed op?

(Wat je doet bepaalt hoe sterk of zwak verbindingen in je hersenen worden. Je hebt er dus ook

zelf invloed op.)

3. Ga je vooruit?De studenten beantwoorden individueel de vragen 1 t/m 5 van blz. 15 van het werkboek.

Vraag 1 en 2 kunnen worden besproken met de hele klas.

U kunt een indruk krijgen van de antwoorden op vraag 3 t/m 5 door de studenten te vragen

met hun rechterarm de mate van tevredenheid over hun vooruitgang aan te geven. Hoe

hoger de arm de lucht in wordt gestoken, hoe tevredener de persoon is over zijn of haar

vooruitgang.

Page 9: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Les 1

them

a 9

Jeze

lf ku

nnen

uitd

rukk

en

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 52

Een arm die niet hoog opgestoken wordt, impliceert dat de persoon geen groot gevoel van

vooruitgang heeft. Onthoudt of noteer de namen en maak zo mogelijk op kortetermijn een

praatje met de betreffende studenten om hun situatie in te schatten. Hebben ze hulp nodig

of misschien alleen maar een luisterend oor of een duwtje in de rug?

Afronding

1. Hoe merk je dat je vooruit gaat?

(Je leert en kunt meer.)

2. Waarom is het belangrijk dat je het gevoel hebt dat je vooruit gaat in je leven?

(Dat gevoel geeft je energie en zelfvertrouwen, je voelt je er meestal goed door.)

3. Waarom kan het nuttig zijn om met anderen te praten over hoe zij bepaalde dingen doen?

(Je leert van elkaar.)

BEGRIJPEN

U kunt de belangrijke punten van de les samenvatten door de volgende vragen te stellen aan

de klas:

1. Kunnen jullie een aantal competenties noemen die sterker worden tussen ± 16 en 21 jaar?

(Kritisch kijken naar jezelf, je aanpassen aan omstandigheden, je eigenheid ontwikkelen,

logisch denken, redeneren en plannen, keuzes maken, jezelf stoppen en emoties herkennen in

gezichtsuitdrukkingen.)

2. Welke veranderingen hebben invloed op leren?

(Vooral logisch denken, redeneren en plannen.)

Les 2

them

a 1

Je b

rein

: een

uni

vers

um in

je h

oofd

52

Page 10: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Het brein van jongeren heeft minder kilometers op de teller en is nog in ontwikkeling. Wil je een idee krijgen waar je vaak beter in wordt tussen ± 16 - 21 jaar? Maak dan de volgende opdracht.

Lees de stukjes tekst hieronder. Kruis aan bij welk Breingeheim op blz. 13 en 14 ieder stukje tekst hoort.

1. Je hebt afgesproken op je bpv dat je de eerstvolgende dag dat je weer komt een bepaalde klus zult aanpakken. Je hebt er echt zin in en al helemaal uitgedacht hoe je dat gaat doen. Maar als je ’s morgens binnenstapt blijkt dat er een haastklus is die dezelfde dag nog af moet. Vervelend maar je zult die haastklus toch eerst moeten doen.

Dit heeft te maken met het Breingeheim:

Kritisch kijken naar jezelf Logisch denken, redeneren en plannen

Je aanpassen aan omstandigheden Keuzes maken

Je eigenheid ontwikkelen Jezelf stoppen

De aangekruiste vaardigheid kan ik ook gebruiken in bijvoorbeeld de volgende situatie:

2. Je komt op je bpv en ze vertellen je dat je vandaag verschillende klussen moet doen. Je ziet het even niet zitten want het is nogal veel. Maar je denkt even rustig na in welke volgorde je de klussen gaat doen. Dat lukt je en het komt allemaal prima in orde.

Dit heeft te maken met het Breingeheim:

Kritisch kijken naar jezelf Logisch denken, redeneren en plannen

Je aanpassen aan omstandigheden Keuzes maken

Je eigenheid ontwikkelen Jezelf stoppen

De aangekruiste vaardigheid kan ik ook gebruiken in bijvoorbeeld de volgende situatie:

Van ± 16 tot 21 jaar

10

les 2thema 1

Page 11: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

3. Je hebt de laatste maanden een leuk bedrag verdiend met werken in de supermarkt op zaterdag. Je wilt het geld besteden om deze zomer een reis te maken naar het land waar je geboren bent. Dat is je grote droom. Maar je vrienden vragen je een weekend mee naar een popconcert in het buitenland. Je hebt er zin in. Maar dat betekent wel dat je een behoorlijk deel van je spaargeld kwijt bent. Wat doe je?

Dit heeft te maken met het Breingeheim:

Kritisch kijken naar jezelf Logisch denken, redeneren en plannen

Je aanpassen aan omstandigheden Keuzes maken

Je eigenheid ontwikkelen Jezelf stoppen

De aangekruiste vaardigheid kan ik ook gebruiken in bijvoorbeeld de volgende situatie:

4. De baas van je bpv-bedrijf zegt dat je werktempo te laag ligt. Daar schrik je nogal van. Het was je nooit opgevallen dat je langzamer werkte dan de anderen. Je gaat toch eens nadenken hoe je dat kunt veranderen.

Dit heeft te maken met het Breingeheim:

Kritisch kijken naar jezelf Logisch denken, redeneren en plannen

Je aanpassen aan omstandigheden Keuzes maken

Je eigenheid ontwikkelen Jezelf stoppen

De aangekruiste vaardigheid kan ik ook gebruiken in bijvoorbeeld de volgende situatie:

1110

les 2thema 1

Page 12: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

5. Je trekt nog altijd op met vrienden van je vorige school, maar hebt steeds minder zin om mee te doen met de dingen die zij leuk vinden. Je vindt ze nog steeds aardig maar hebt toch het gevoel dat jullie uit elkaar zijn gegroeid en dat je je eigen weg moet gaan.

Dit heeft te maken met het Breingeheim:

Jezelf stoppen Logisch denken, redeneren en plannen

Je eigenheid ontwikkelen Keuzes maken

Kritisch kijken naar jezelf Je aanpassen aan omstandigheden

De aangekruiste vaardigheid kan ik ook gebruiken in bijvoorbeeld de volgende situatie:

6. Een vriend nodigt je uit om achterop de brommer mee te rijden naar de sportschool, maar hij heeft maar één helm en die is voor hemzelf. Je voelt er wel voor om snel en gemakkelijk op je bestemming te komen want anders moet je een stuk fietsen. Maar je weet ook dat hij al een paar keer brokken heeft gemaakt. Jammer van het gemakkelijke ritje, maar je besluit toch maar met de fiets te gaan.

Dit heeft te maken met het Breingeheim:

Jezelf stoppen Logisch denken, redeneren en plannen

Je eigenheid ontwikkelen Keuzes maken

Kritisch kijken naar jezelf Je aanpassen aan omstandigheden

De aangekruiste vaardigheid kan ik ook gebruiken in bijvoorbeeld de volgende situatie:

12

les 2thema 1

Page 13: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Je eigenheid ontwikkelenJe herinnert je vast nog wel hoe belangrijk je het als puber vond om erbij te horen. Je droeg misschien hetzelfde merk kleding als klasgenoten en luisterde naar dezelfde muziek. Maar zo rond achttien jaar word je je veel bewuster van jezelf en ga je je meer onderscheiden van anderen. Bij volwassen worden hoort dat iedereen zijn eigenheid ontwikkelt en dat je waardering krijgt voor de eigenheid van anderen.

Je aanpassen aan omstandigheden Je kunt de dingen niet altijd doen zoals jij wilt. Vaak moet je je aanpassen aan de omstandigheden of rekening houden met de wensen van anderen. Met andere woorden: je moet flexibel zijn. Dit lukt je beter als je rond zestien jaar bent dan daarvoor. Maar als je wat ouder wordt lukt het vaak nog beter!

Kritisch kijken naar jezelfRond 16 - 18 jaar ga je kritischer naar jezelf kijken. Dingen die je niet goed vindt aan jezelf (of dingen die anderen niet goed vinden aan jou), probeer je misschien te veranderen.

BREINGEHEIM

BREINGEHEIM

BREINGEHEIM

1312

les 2thema 1

Page 14: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

BREINGEHEIM

© Princep

Keuzes makenAls jonge kinderen moeten kiezen uit een aantal dingen, dan kiezen ze meestal voor iets dat op kortetermijn winst oplevert. Maar jongeren van 16 tot 18 jaar kijken vooruit en kiezen eerder voor iets dat op de langetermijn winst oplevert. Bijvoorbeeld als ze de keuze maken om door te studeren in plaats van te gaan werken.Bij 20-25-jarigen is dat nog sterker. Dat komt doordat jongeren steeds beter de gevolgen van een keuze op langetermijn kunnen overzien.

Logisch denken, redeneren en plannen Het deel van je hersenen achter je voorhoofd noemen we de prefrontale cortex. Dit hersen-gebied heeft te maken met functies als plannen, logisch denken en impulsbeheersing. Tussen 16 en 21 jaar kun je situaties en problemen steeds beter analyseren. Maar ook is de kans groot dat het plannen van bijvoorbeeld je huiswerk of je werk op je bpv steeds beter lukt.

Emoties herkennen in gezichtsuitdrukkingenTot ongeveer je achttiende word je steeds beter in het herkennen van emoties in gezichtsuitdrukkingen. Je kunt daardoor beter waarnemen of iemand bijvoorbeeld angstig of verbaasd kijkt. Of je merkt eerder dat iemand zich ergert aan wat je doet. Heel belangrijk, anders ga je misschien door met iets wat irritatie oproept of tot conflicten leidt.

Jezelf stoppenZeg of doe je wel eens dingen die achteraf toch niet zo’n goed idee waren? Jongeren overkomt het vaak. Dat heeft meestal te maken met sterke emoties. Vaak hebben jongeren daar last van. Hormonen spelen daarbij een rol. Rond je achttiende lukt het meestal beter om jezelf op tijd af te remmen als je op het punt staat iets doms te doen. Het is verstandig om nog eens heel goed na te denken waar je mee bezig bent. Of slaap er een nachtje over. Dan zie je het misschien wat helderder!

BREINGEHEIMBREINGEHEIM

BREINGEHEIM

BREINGEHEIM

HersenveranderingenDe dingen die je doet, erfelijkheid en je omgeving bepalen je ontwikkeling. Zolang je nieuwe dingen leert of steeds beter wordt in dingen die je al kunt, blijven je hersenen zich ontwikkelen.

14

les 2thema 1

Page 15: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Beantwoord de onderstaande vragen.

1. Welke veranderingen die je op de vorige bladzijden gelezen hebt zijn belangrijk voor je studie?

2. Welke veranderingen die je gelezen hebt vind je belangrijk voor jezelf?

3. Heb jij het gevoel dat je goed vooruit gaat en dat veel dingen je makkelijker afgaan nu je wat ouder wordt? ja nee

4. Als je ja hebt geantwoord, schrijf dan op waaraan je merkt dat je goed vooruit gaat.

5. Heb je nee aangekruist omdat je het gevoel hebt dat je niet echt vooruitgaat? Waar merk je dat aan?

Wat kun je er aan doen?

Wie kan je helpen?

1514

les 2thema 1

Page 16: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Les 4 Wie is hier de baas? Omgaan met gezag

Didactische informatie

Werken onder een baas of leidinggevende is even wennen. Zeker als je daar als MBO-student

geen ervaring mee hebt. Het maakt natuurlijk uit wat voor persoon de leidinggevende is,

maar ook of het werk aantrekkelijk is of niet. Het is van belang dat bpv-ers zich er van bewust

zijn dat iedereen in een leersituatie de begeleiding en adviezen van meer ervaren personen

nodig heeft om te leren wat hij/zij nog niet weet en kan. Als ze zich hiervan bewust zijn en

beseffen dat de raad van meer ervaren personen hen vooruit helpt, wordt het omgaan met

gezag makkelijker, zeker voor de personen die daar aanvankelijk moeite mee hadden.

In deze les gaan de studenten in de schoenen van de werkgever staan. Vanuit die positie

kunnen ze zich makkelijker inleven in de rol van de werkgever. Daardoor is de kans op begrip

voor zijn of haar positie groter. Deze benadering biedt bovendien de mogelijkheid om de

studenten meer inzicht te geven in bedrijfsmatig handelen/ondernemend en commercieel

handelen (competenties die vereist zijn in L&B).

Doel van de les

De studenten:

● begrijpen dat leren incasseren een onderdeel is van kunnen omgaan met kritiek

● kunnen zich verplaatsen in de rol van werkgever

● kunnen manieren aangeven om met gezag om te gaan

● begrijpen dat ze in een leersituatie hun voordeel kunnen doen met de hulp en raad van

meer ervaren personen

Aansluiting bij L&B

De economische dimensie

De student:

- functioneert adequaat op de arbeidsmarkt

- kent de plichten van de beroepsbeoefenaar

De sociaal-maatschappelijke dimensie

- de student heeft kennis van en inzicht in ethisch en integer handelen

them

a 9

Met

bei

de b

enen

in d

e p

rakt

ijk

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 223

Page 17: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Materiaal

ERVAREN: werkboek blz. 144 Zelfbeheersing: leren incasseren

DOEN 1: werkboek blz. 143 Werken onder een baas

* A4-tje voor ieder groepje van drie of vier

DOEN 2: werkboek blz. 144 Problemen met de baas: grotere kans op depressie en

Hoe we fouten beoordelen

DOEN 3: werkboek blz. 145/146 Denken als werkgever

Les 4

them

a 9

Met

bei

de b

enen

in d

e p

rakt

ijk

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 224

Page 18: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Lesvoorstel

WETEN

Vertel de studenten:

Misschien heb je in je vrije tijd en vakanties al werkervaring opgedaan. Dan weet je hoe het is

onder een leidinggevende te werken. Mogelijk heb je ervaring met een leidinggevende die zijn

of haar werknemers de ruimte geeft, die je nauwelijks opmerkt en die alleen ingrijpt als er iets

verkeerd dreigt te gaan. Of misschien heb je ervaring opgedaan met een baas die voordurend

in de gaten hield wat iedereen deed en probeerde alles onder controle te houden. Leiding-

gevenden: je hebt ze in allerlei soorten. Aan jou om er zo goed mogelijk mee om te gaan.

ERVAREN

Leren incasseren Verdeel de klas in groepjes van drie.

De rolverdeling is als volgt:

• een bpv-er

• een leidinggevende die kritiek heeft

• een collega die kritiek heeft

De situatie: Een leidinggevende en een collega hebben kritiek op een bpv-er.

De persoon die de rol van leidinggevende (de baas, de bedrijfsleider of afdelingsleider)

speelt, bedenkt iets wat de bpv-er niet goed heeft gedaan. Daaraan voegt hij/zij toe:

‘Je lijkt niet erg gemotiveerd. We verwachten toch wel wat meer van je.’

De collega verzint ook iets wat de bpv-er niet goed heeft gedaan. En voegt daar aan toe:

‘Het is moeilijk samenwerken met jou. Ik weet niet of dat gaat lukken.’

De studenten gebruiken de vaste negatieve uitspraken om te voorkomen dat zij met

zelfbedachte uitspraken hun onderlinge relaties schaden. U kunt de uitspraken van de

leidinggevende en de collega die kritiek hebben, op het bord zetten.

De studenten wisselen na iedere ronde van rol. Steeds speelt iemand anders de rol van

bpv-er. Op die manier krijgen ze alle drie de gelegenheid om te leren incasseren.

Eventueel kunnen er meerdere rondes gespeeld worden zodat de studenten nog meer

oefening krijgen. Ze kunnen de situatie in één of meerdere groepjes spelen.

Les 4

them

a 9

Met

bei

de b

enen

in d

e p

rakt

ijk

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 225

Page 19: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

Als ze alle drie de gelegenheid hebben gehad te reageren op de kritiek, beantwoorden ze de

vragen van Zelfbeheersing: leren incasseren blz. 144 van het werkboek. Hebben ze de

situaties meerdere rondes gespeeld dan kiezen ze de reactie (van henzelf of van hun

klasgenoten) waar ze het meest tevreden over waren.

Bespreek de opdracht.

Afronding

1. Hoe reageerden jullie op de kritiek?

2. Welke reacties vonden jullie het beste?

(Bijvoorbeeld: Vragen stellen naar de oorzaak of aanleiding van de klacht. Of als de bpv-er zich

bewust is dat hij/zij het niet goed heeft gedaan: excuses aanbieden en zeggen dat je het

voortaan beter zult doen. In alle gevallen zorgen dat je rustig en netjes blijft.)

3. Wat kunnen de gevolgen zijn als je niet kunt omgaan met kritiek (niet kunt incasseren)?

(Je leert er dan waarschijnlijk niets van en als je boos wordt, dan kun je ook nog relaties

beschadigen.)

DOEN

1. Omgaan met gezag De studenten maken de opdracht Werken onder een baas blz. 143 van het werkboek.

Ze kruisen de hokjes aan die in hun situatie van toepassing zijn of zijn geweest.

In de groepjes van de vorige opdracht of in nieuwe groepjes van drie of vier praten ze over

hun antwoorden.

Samen praten ze over hun ervaringen met leidinggevenden op hun bpv. Ze noemen geen

namen. Ze bespreken de manieren van leiding geven die ze prettig en minder prettig vinden.

Eén persoon in de groep noteert kort wat er gezegd is. Deze persoon doet verslag aan de rest

van de klas, eventueel met hulp van zijn of haar groepje.

Bespreek de opdracht.

Afronding

1. Welke manieren van leiding geven vinden jullie prettig op je bpv?

2. Welke manieren van leiding geven vinden jullie minder prettig of onprettig?

3. Als jij een werkgever was, hoe zou jij dan omgaan met je personeel?

Les 4

them

a 9

Met

bei

de b

enen

in d

e p

rakt

ijk

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 226

Page 20: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

2. Fouten van jezelf en anderen beoordelen Lees samen met de klas de Breingeheimen Problemen met de baas: grotere kans op

depressie en Hoe we fouten beoordelen blz. 144 van het werkboek.

Naar aanleiding van het laatste Breingeheim kunt u verder praten met de studenten door de

volgende vragen te stellen:

1. Herkennen jullie bij jezelf wat we zojuist gelezen hebben?

2. Wat vind je ervan dat we onze eigen fouten proberen goed te praten en de baas zijn of

haar fouten zwaar aanrekenen?

3. Denken als werkgever De studenten maken de opdracht Denken als werkgever blz. 145 van het werkboek.

Bij de vragen: Ik zou er iets van zeggen als deze persoon... is het de bedoeling dat ze het

gedrag beschrijven dat ze niet wenselijk vinden (dus wat de persoon doet of nalaat of welke

fout hij/zij maakt).

De studenten nemen voor de duur van de opdracht het perspectief aan van de werkgever.

Daardoor zijn ze beter in staat aan te voelen en te begrijpen wat van hen verwacht wordt

tijdens de bpv.

Als ze klaar zijn met de opdracht, beantwoorden ze de vragen van blz. 146 van het werkboek.

Ook hier verplaatsen ze zich weer in de rol van werkgever.

Bespreek de antwoorden op de vragen.

Afronding

1. Welke vaardigheden vind jij voor een werkgever het belangrijkst om een bedrijf te leiden?

2. Denk je dat je de rol van werkgever in het echte leven aan zou kunnen?

BEGRIJPEN

U kunt belangrijke punten van de les samenvatten door de volgende vragen te stellen:

1. Waarom is het belangrijk dat je als bpv-er tegen kritiek kunt?

(Je bent onervaren en maakt fouten, maar dat is niet zo erg als je van je fouten leert.)

2. Wat kunnen de voordelen zijn van je verplaatsen in je werkgever of leidinggevende op je

bpv?

(Je kunt er beter door begrijpen wat er van je verwacht wordt en hoe je werkgever jou

beoordeelt.)

Les 4

them

a 9

Met

bei

de b

enen

in d

e p

rakt

ijk

Handleiding Breingeheimen MBO © Princep 227

Page 21: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Onder een leidinggevende of baas werken: het is even wennen! Natuurlijk is er een groot verschil tussen leidinggevenden. De een is makkelijker en vriendelijker in de omgang dan de ander. Maar het gedrag van je baas wordt ook bepaald door hoe jij functioneert in het bedrijf.

Werken voor een baas

Hoe ervaar je het om voor een baas/leidinggevende te werken? Lees de zinnen hieronder en kruis aan waar jij het mee eens bent.

Ik vind of vond mijn leidinggevende: behulpzaam en vriendelijk niet zo behulpzaam en vriendelijk iemand die al snel kritiek heeft/had

Mijn leidinggevende: heeft me veel geleerd had weinig of geen aanmerkingen op mijn werk heeft/had veel aanmerkingen op mij waar ik het wel mee eens was heeft/had veel aanmerkingen op mij waar ik het lang niet altijd mee eens was

Als ik kritiek kreeg van mijn leidinggevende dan: luisterde ik goed en probeerde mijn gedrag of de manier waarop ik iets deed te veranderen werd ik boos, maar liet dat niet merken werd ik boos en liet dat ook merken reageerde ik niet direct maar dacht er eerst over na

Mijn beoordeling van mijzelf: ik kan slecht tegen kritiek als ik het gevoel heb dat iemand mij niet waardeert ik kan heel goed tegen kritiek als ik het gevoel heb dat degene die kritiek geeft me wil helpen ik kan niet tegen kritiek of het nu goed bedoeld is of niet

Wie is hier de baas? Omgaan met gezag

143142

les 4thema 9

Page 22: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Zelfbeheersing: leren incasseren

Jullie hebben van je docent een opdracht gekregen om te leren incasseren.

Hoe reageerde jij?

Was je tevreden over die reactie?

Hoe reageerden je klasgenoten?

Wat vond je van hun reacties?

Problemen met de baas: grotere kans op depressieDe relatie met een baas schijnt bijna een even grote invloed te hebben op iemands welzijn als zijn of haar relatie met een partner. Ook al heeft de persoon een baan die hij leuk vindt en kan hij goed opschieten met zijn collega’s, dan blijft de negatieve invloed van de slechte relatie met de baas zwaar wegen.Bijna de helft van de werknemers heeft een slechte relatie met de baas, blijkt uit een Amerikaans onderzoek.Dus als je een baan zoekt, kijk dan kritisch naar je leidinggevende! Denk je dat je het goed met die persoon kunt vinden of niet?

Hoe we fouten beoordelenUit onderzoek blijkt dat we vaak denken dat andermans fouten veroorzaakt worden door tekortkomingen in die persoon zelf. Maar onze eigen fouten schrijven we vaak toe aan bepaalde omstandigheden in onze omgeving. Als een baas slecht leiding geeft denken we dat hij/zij het met opzet doet of een slechte leider is. Als we zelf fouten maken dan komt het door een vergissing, doordat we teveel onder druk staan of doordat we niet zijn opgeleid voor die taak.

BREINGEHEIM

BREINGEHEIM

144

les 4thema 9

Page 23: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Denken als werkgever

Stel, jij hebt een eigen bedrijf. Bedenk zelf wat voor soort bedrijf.

Schrijf het hier op:

Je neemt een aantal mensen in dienst. Schrijf op wat hun taak is.

Persoon 1

Persoon 2

Persoon 3

1. Van Persoon 1 verwacht ik dat hij/zij de volgende dingen goed kan:

Ik zou er iets van zeggen als deze persoon

Beschrijf wat de persoon doet of misschien juist niet doet, of welke fout hij/zij maakt.

Hoe reageer je daar op?

2. Van Persoon 2 verwacht ik dat hij/zij de volgende dingen goed kan:

Ik zou er iets van zeggen als deze persoon

Beschrijf wat de persoon doet of misschien juist niet doet, of welke fout hij/zij maakt.

Hoe reageer je daar op?

3. Van Persoon 3 verwacht ik dat hij/zij de volgende dingen goed kan:

Ik zou er iets van zeggen als deze persoon

Beschrijf wat de persoon doet of misschien juist niet doet, of welke fout hij/zij maakt.

Hoe reageer je daar op?

145144

les 4thema 9

Page 24: Breingeheimen Studievaardigheden, beroeps- en ... · De pagina’s van het werkboek in deze proefles kunt u voor hen printen. In het werkboek ziet u bij de meeste lessen het icoontje

© Princep

Beantwoord de volgende vragen:

1. Was je streng in het beoordelen van je werknemers? Strenger dan ik op mijn bpv word beoordeeld. Minder streng dan ik op mijn bpv word beoordeeld.

2. Zou je goed toezicht houden op bpv-ers die je in dienst had? Waarom?

3. Wat zou jij als werkgever doen om een bpv-er zo goed mogelijk te begeleiden bij hetzelfde soort werk als jij nu doet op je bpv?

4. Vond je het zinvol om je te verplaatsen in de rol van de werkgever? Waarom wel of niet? Schrijf het hier op.

146

les 4thema 9