Brandpreventie - Agoria 10 15... · 2015-10-14 · bescherming tegen brand, van de gas-,...
Transcript of Brandpreventie - Agoria 10 15... · 2015-10-14 · bescherming tegen brand, van de gas-,...
Partiële omzetting: ARAB artikel 52
BS: 28 maart 2014 - KB van 2014 betreffende de preventie van brand op de arbeidsplaats
?
Opbouw KB brandpreventie
4
Risicoanalyse
Preventiemaatregelen
Specifieke preventiemaatregelen
Het intern noodplan
Het brandpreventiedossier
Opleiding en informatie
Werkzaamheden in de inrichting
Risicoanalyse
5
de waarschijnlijkheid van de gelijktijdige aanwezigheid van een brandstof, een oxidatiemiddel en een
ontstekingsbron, noodzakelijk voor het
ontstaan van een brand;
de arbeidsmiddelen, de gebruikte stoffen, de
processen en hun eventuele interacties;
de aard van de activiteiten;
de grootte van de onderneming of inrichting;
het maximum aantal werknemers en andere personen die aanwezig
kunnen zijn in de onderneming of inrichting;
de specifieke risico’s eigen aan bepaalde groepen van personen aanwezig in de onderneming of inrichting;
de ligging en de bestemming van de lokalen;
de aanwezigheid van meerdere ondernemingen of
instellingen op eenzelfde arbeidsplaats of op een
aanpalende arbeidsplaats;
de werkzaamheden uitgevoerd door externe
ondernemingen.
Waarschijnlijke scenario’s &
omvang van de gevolgen
Preventiemaatregelen
7
• Materiële & organisatorische preventiemaatregelen:
• branden te voorkomen;
• de veiligheid te verzekeren en indien nodig de snelle evacuatie van de
werknemers en alle aanwezige personen op de arbeidsplaats zonder
hen in gevaar te brengen;
• vlug en efficiënt elk begin van brand te bestrijden om uitbreiding ervan
te vermijden;
• de schadelijke effecten en neveneffecten van een brand te bepreken;
• de tussenkomst van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken.
Specifieke preventiemaatregelen
8
Brandbestrijdingsdienst – verplicht voor elke onderneming ongeacht het aantal medewerkers
Preventie van brand
Evacuatie
Brandbestrijding
Beperken van de schadelijke effecten van brand
Vergemakkelijken van de interventie van de hulpdiensten
Periodieke controle en onderhoud
1. Brandbestrijdingsdienst
9
Melding
Handelen bij waarschuwing
bestrijden begin van gevaar
Hulp bij evacuatie
Bijstand aan hulpdiensten
Meewerken aan RIE
Melden risico’s
Aantal
Spreiding
Bekwaamheden
Opleiding
Procedures
2. Preventie van brand
10
• het beperken tot het strikt noodzakelijke van de aanwezige
hoeveelheid van deze materialen op de arbeidsplaats;
• het opslaan van deze materialen op een passende wijze;
• het eerbiedigen van de voorwaarden inzake afstand of afzondering
van deze materialen ten opzichte van elke ontstekingsbron;
• het beheersen van de omstandigheden waarbij zelfontbranding van
stoffen of afvalstoffen kan optreden;
• het plaatsen van deze afvalstoffen, in afwachting van hun
verwijdering, in passende veiligheidsrecipiënten met een
hermetische sluiting;
• het regelmatig verwijderen van deze afvalstoffen.
3. Evacuatie
11
• Evacuatiewegen
• Doorgangen vrijhouden
• Uitgang rechtstreeks op een veilige plaats
• Aantal ifv gebruik, uitrusting, afmetingen arbeidsplaats, aantal personen
• Uitgerust met veiligheidsverlichting
• Nooduitgangen
• Naar buiten opendraaiend (geen schuif- of draaideuren)
• Makkelijk en onmiddellijk te openen (niet op slot)
• Deuren op traject steeds van binnenuit te openen (zonder hulp)
• Niet geblokkeerd
• Signalering
• Conform veiligheids- en gezondheidssignalering
• Aan de ingang van het gebouw en per niveau een evacuatieplan te worden voorzien
4. Brandbestrijding
12
• Uitrusting ter bescherming tegen brand = collectief beschermingsmiddel
• Aankoopprocedure
• Afgestemd op de risico’s
• de inrichting van de arbeidsplaatsen;
• de fysische en chemische eigenschappen van de aanwezige stoffen;
• de arbeidsprocessen en de arbeidsmiddelen;
• de werknemers die de beschermingsmiddelen moeten gebruiken;
• het maximale aantal personen dat in het gebouw kan aanwezig zijn;
• het materieel en het personeel waarover de bevoegde brandweerdienst beschikt;
• de noodzakelijke voorrijtijd van de bevoegde brandweerdienst;
• de middelen voor melding, waarschuwing en alarm en de brandblusapparaten moeten geplaatst worden op plaatsen die zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn;
• de waarschuwings- en alarmsignalen en boodschappen zijn voor alle betrokken werknemers goed waarneembaar en mogen noch met elkaar en noch andere signalen verward kunnen worden;
• de beschermingsmiddelen tegen brand worden gebruikt overeenkomstig de schriftelijke procedures.
5. Beperken van de schadelijke effecten
van brand
13
• Gebouw dient ontworpen en gebouwd te zijn, dat in geval van
brand:
• uitgegaan kan worden van stabiliteit van de dragende elementen en, in
voorkomend geval, van de hele structuur van het gebouw gedurende
een bepaalde tijd;
• het voorkomen en verspreiden van vuur en rook binnenin het gebouw
beperkt wordt;
• de uitbreiding van de brand naar aanpalende gebouwen vermeden
wordt (compartimentering).
ARAB artikel 52 Om dit doel te bereiken, eerbiedigt de werkgever de artikels 52.1.2., 52.1.3., 52.2., 52.3., 52.5.2, 52.5.3, 52.5.4, 52.5.5, 52.5.6, 52.5.7, 52.5.8, 52.5.10, 52.5.18, 52.9.3, 52.14, 52.15.1 en 52.15.2 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, met name de delen die betrekking hebben op de constructie van gebouwen van toepassing binnen artikel 52.
6. Tussenkomst hulpdiensten
14
• Vergemakkelijken tussenkomst openbare hulpdiensten
• INTERVENTIEDOSSIER
• de elementen van het brandpreventiedossier (voor de inhoud van het
brandpreventiedossier verwijzen we naar het desbetreffende hoofdstuk
verder in deze commentaartekst)
• de locatie van de elektrische installaties;
• de locatie en de werking van de sluitkranen van de gebruikte fluïda;
• de locatie en de werking van de ventilatiesystemen;
• de locatie van de branddetectiecentrale.
7. Periodieke controle & onderhoud
15
• De controles en onderhoudsbeurten worden uitgevoerd
overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant of de installateur
• Bij gebrek aan strengere voorschriften vanwege de fabrikant of de
installateur, tenminste één keer per jaar gecontroleerd
• Bekwaamheid - bevoegdheid
• de gas-, verwarmings- en airconditioningsinstallaties:
• in goede staat worden gehouden;
• periodiek worden gecontroleerd
• Aantoonbaarheid: De data van deze controles en de vaststellingen
gedaan tijdens deze controles moeten bewaard worden
Intern noodplan
16
• Geschreven instructies betreffende brand dienen opgenomen te
worden in het Intern Noodplan:
• het gebruik van de middelen ter bescherming tegen brand;
• de uitvoering van de taken toevertrouwd aan de interne dienst voor
preventie en bestrijding van brand;
• de evacuatie van de personen;
• de evacuatieoefeningen;
• de informatie en de opleiding van de werknemers.
• Deze procedures worden ‘voor gezien’ getekend door de
preventieadviseur die de leiding heeft van de interne dienst voor
preventie en bescherming op het werk.
Brandpreventiedossier - Beleid
17
• het document waarin de resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen zijn opgenomen;
• het bewijs van de onderhoudsbeurten en van de controles van de middelen ter bescherming tegen brand, van de gas-, verwarmings- en airconditioningsinstallaties en van de vaststellingen gedaan tijdens die controles;
• de vaststellingen gedaan naar aanleiding van de evacuatieoefeningen;
• een lijst van de beschermingsmiddelen tegen brand die beschikbaar zijn op de arbeidsplaats en hun situering op een plan;
• het document dat de organisatie van de interne dienst voor preventie en bestrijding van brand beschrijft;
• de procedures (of het intern noodplan waarin de procedures zijn opgenomen);
• de lijst van individuele afwijkingen toegestaan op basis van artikel 52 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming;
• het evacuatieplan;
• de adviezen en verslagen van de bevoegde preventieadviseur en in voorkomend geval van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer;
• de adviezen van het Comité;
• de adviezen van de bevoegde hulpdiensten;
• de vaststellingen gedaan naar aanleiding van de evacuatieoefeningen.
Informatie en opleiding
18
• Informatie aan werknemers en HL
• de risico’s op brand;
• de preventiemaatregelen;
• de waarschuwings- en alarmsignalen;
• de evacuatie;
• de maatregelen die genomen worden in geval van brand.
• Opleiding
• de bekwaamheid een gedrag aan te nemen dat van die aard is om het ontstaan van een brand tijdens de uitvoering van hun taken te voorkomen;
• de bekwaamheid om op gepaste wijze te reageren in geval van de ontdekking van een brand of de aanwezigheid van rook;
• de bekwaamheid om de waarschuwing te geven;
• het begrijpen van de waarschuwings- en alarmsignalen;
• de bekwaamheid om, in geval van alarm, de instructies betreffende de evacuatie te volgen en correct toe te passen.
Uitvoering van werken in het gebouw
19
Informatieuitwisseling: “werken met derden”
• de risico’s die voortvloeien uit:
• de inrichting van de lokalen;
• de stoffen die opgeslagen zijn of behandeld worden;
• de nabijheid van gevaarlijke installaties;
• de activiteiten van de onmiddellijke omgeving;
• de preventiemaatregelen;
• De bedrijfseigen informatie inzake brand:
• De risico’s op brand;
• De preventiemaatregelen;
• De waarschuwings- en alarmsignalen;
• De maatregelen die genomen worden in geval van brand.
• AANTOONBAARHEID: werkvergunning/vuurvergunning
RIE: ARAB art 52 vs KB brandpreventie
21
Aanpak regelgericht Aanpak scenariodenken
- Nauwelijks relatie met risico’s
- Statisch
- Standaard brandverloop
- Nodigt uit tot toepassen
- Integraliteit is mogelijk
- Beveiligingsopties: passief
- Niet toegerust op gelijkwaardigheid
- Menselijk gedrag speelt geen/weinig rol
- Relatie met risico’s voorwaardelijk
- Dynamisch
- Natuurlijk brandverloop
- Dwingt tot nadenken
- Integraliteit is verankerd
- Beveiligingsopties: ook actief
- Toegerust op gelijkwaardigheid
- Menselijk gedrag speelt rol
Scenariodenken
22
• Definitie
• “Een brandscenario is een theoretische
beschrijving van een reëel voorstelbare brand aan
de hand van een aantal vooraf geselecteerde
factoren die de ontwikkeling en het verloop van een
brand (en rook) bepalen met als uitkomst de
gevolgen van deze brand voor de personen in het
gebouw, de inventaris van het gebouw en het gebouw
zelf”
Risico’s bij brand
23
• Risico-perceptie
• Risico-acceptatie
kans
gevolg
groot klein
klein
groot
toenemend risico
R3
R2 R4
onacceptabel
R1 verwaarloosbaar
Beheersing van brandrisico’s
24
• Kader:
• Vlinderdasmodel
• Reductie van risico’s
• Middel:
• Scenario’s / oorzaak-
gevolgrelaties
• Kansreductie
• Effectreductie
Oorzaken Gevolgen
Brand
Verdedigingslinie : brandbeveiligingsvoorzieningen en -maatregelen
Kerngebeurtenis
Kans- en effectenreductie
25
Kansreductie
Effectreductie
Veiligheidsbewustzijn verbeteren Blusmiddelen toepassen
Product- en installatieveiligheid
verbeteren
Blusinstallatie toepassen
Onderhoud voorzieningen en
maatregelen optimaliseren
Brandmeldinstallatie en snelle
interventie
Onbrandbare materialen toepassen Adequate inrichting BHV
Voorlichting en educatie gebruiker Ontruimingsplan hebben en beoefenen
Mens centraal stellen
26
• Mens centraal stellen:
• zowel bij kans als bij gevolg
• zelfredzame gedrag is bepalend
Zelfredzaamheid bij brand is het menselijk
vermogen om signalen van gevaar waar te
nemen en te interpreteren, en om
beslissingen te nemen en uit te voeren die
gericht zijn op het overleven van een
brandsituatie.
Brandrisico
27
• Risico reduceren tot maatschappelijk aanvaardbaar niveau van
brandveiligheid
• In relatie tot de hoofddoelen:
• Het voorkomen van brand
• Het veilig vluchten bij brand (ontruimen/redden)
• Het beheersen van brand (geen schadepreventie in gebouwen)
• Het veilig en effectief optreden bij brand (BHV en brandweer)
Brandrisico
28
• Risicofactoren in 1e instantie
• Gebouw
• Omstandigheden van verblijf
• Risicofactoren in 2e instantie
• Gebruik
De meest effectieve methode van risicoreductie is de kans op
brand zoveel als mogelijk te beperken. Als er geen brand ontstaat,
zijn er immers ook geen gevolgen
Menselijk
gedrag
Brandrisico
29
Risico-onderwerpen Risicofactoren (1e instantie)
Gebouw Hoog
Ondergronds
Bijzonder bouwvolume
Grote onverdeelde oppervlakken
Complexe indeling
Omstandigheden van
verblijf van mensen
Slapend aanwezig
Niet zelfstandig in staat te vluchten
Hoge bezetting
Onbekend aanwezig
Brandrisico
30
Risico-onderwerpen Risicofactoren (2e instatie)
Gebouw Belemmering vluchtroutes
Inventaris Snelle branduitbreiding, bijv. opslag van
brandbare of oxiderende stoffen/mengsels
Proces Brandversnellend, explosie (Atex – zones)
Analysemethoden
32
• Kwalitatief
• Controlelijst
• Kwantitatief
• Statistische gegevens
• Semi-kwantitatief
• Contolelijst/risicoinschatting (kans/gevolg)
Checklist
35
• Basis:
• Regelgeving
• Voordeel
• Eenvoudig in gebruik
• Nadeel
• Complexe regelgeving
• Niet in de lijst … niet gezien …
• Opgelet met “perfect legaal onveilig
Checklist -vb
36
NVT JA NEEN Beschrijving risico/scenario
1 Kans Gevolg Cat
1Werd er in uitvoering van het KB Brand van 28/03/2014 een
brandpreventiedossier opgemaakt0
2Beschikt het bedrijf over een intern noodplan en de schriftelijke
procedures overeenkomstig Art 22 van het KB van 27/03/19980
3Beschikt het bedrijf over een interventiedossier voor de openbare
hulpdiensten volgens Art 22 van het KB van 28/03/20140
4Is het management betrokken en zijn er registraties van periodieke
vergaderingen betreffende de brandveiligheid0
6Wordt het intern noodplan en het interventiedossier regelmatig
bijgewerkt en geactualiseerd op periodieke basis0
7Werd voor het opmaken van het intern noodplan beroep gedaan op
de bevoegde brandweerzone0
9
Wordt er voor onderaannemers die werken uitvoeren met een
brandrisico, een vuurvergunning opgemaakt met bijkomende
maatregelen
0
10
Zijn de nodige maatregelen genomen voor werknemers en
onderaannemers die alleen tewerkgesteld zijn (ARAB Titel II Hfdst I, IX
- art 54 ter)
0
11Worden er door de hiërarchische li jn observatierondes gemaakt in
functie van de brandpreventiemaatregelen 0
13Zijn er evacuatieplannen en zijn ze opgemaakt conform Art 14 van
van het KB Brand0
14Zijn er afspraken gemaakt betreffende informatieverstrekking aan de
openbare hulpdiensten, personeel, pers, etc…0
Advies / Maatregelen
Identificatie van de gevaren
Beleid
Risicocategorie
Zeer groot
Dat er aanzienl i jke
rookvorming en brand
ontstaat4 8 12 16
Groot
Dat er rookvorming en
brand ontstaat3 6 9 12
Beperkt
Dat er rookvorming met
een begin van brand
ontstaat2 4 6 8
Uitzonderlijk
Dat er rookvorming door
een begin van brand
ontstaat1 2 3 4
Miniem
Er i s een minieme kans
op rookinhalatie en/of
brandschade
Belangrijk
Lichte rookinhalatie en
l ichte brandschade zi jn
mogel i jk
Ernstig
Rookinhalatie, l i chte
brandwonden en
brandschade zi jn zeker
mogel i jk
Zeer Ernstig
Rookvergi ftiging,
brandwonden en
aanzienl i jke tot complete
brandschade zi jn
K
A
N
S
ISO/TS 16732 – 16733
43
• ISO/TS 16732 Fire safety engineering Guidance on fire risk
assessment*
• ISO/TS 16733 Fire safety engineering Selection of design fire
scenarios and design fires
ISO/TS 16732
44
• 3.12 - fire risk assessment
• well-defined procedure for estimation of the fire risk
• associated with a building design, other design, or other subject of
study,
• and for evaluation of the estimated fire risk
• in terms of a well-defined criterion of acceptable risk
ISO/TS 16733
46
• Scenario
• de brand initiatie
• de groeifase
• de ontwikkelingsfase
• de uitdooffase
• in combinatie met de rook- en branduitbreiding
ISO/TS 16733
47
• Doelstelling en aanvaardbaarheidscriteria vastleggen
• Wat is het onderwerp van de oefening?
• Wat is aanvaardbaar?
• # personen
• Materiële schade
• …
• 10 stappen procedure uit 16733
ISO/TS 16733 - overzicht
48
Nature of facility
Sources of fires
Identifiction of all possible fire
scenario’s
Create fire scenario clusters
For each cluster: select scenarios to
become design fire scenario’s
For each design fire scenario: select
relevant parameters for design fire(s)
Figure : Selection of design fire scenarios and design fires
ISO/TS 16733 – 10 stappen
49
1. Plaats van ontstaan van de brand
2. Type brand
3. Mogelijke brandgevaren (ontstekingsbronnen)
4. Systemen met een impact op de brand
5. Respons van de aanwezigen
6. Gebeurtenissenboom
7. Beschouwing – waarschijnlijkheden
8. Beschouwing – gevolgen
9. Risico-ranking
10. Eindselectie en besluit
ISO/TS 16733 – gebeurtenissenboom
50
Begin
van
brand
Moment van
begin van
brand
Ontdekking
begin van
brand door
aanwezigen
Manuele
detectie
(drukknop of
GSM)
Geslaagde
interventie
door
aanwezigen
Automatische
detectie
Geslaagde
interventie
interventie-
ploeg
Melding naar
brandweer
Geslaagde
interventie
brandweer
Geen
uitbreiding
naar Pl17
Waarschijn-
lijkheidScenario
Gevolgen
(omvang
schade)
Gevolgen (commentaar)Risico
W x G
tijdens de werkuren W G R
1 0,9 0,9 0,7 0,5 0,5670 A1 1,00 plaats begin van brand 0,567
0,5 0,7 0,1985 A2 5,00 kleine uitbreiding 0,99225
0,3 0,5 0,7 0,0298 A3 10,00 0,297675
0,3 0,8 0,0128 A4 20,00 afdeling verloren? Eventueel ook schade Pl 1é en/of 140,25515
0,2 0,0060 A5 100,00 Productie buiten dienst 0,59535
0,5 0,3 0,0128 10 0,13
0,7 0,4 0,0119 20 0,24
0,6 0,0179 100 1,79
Aandachtspunten risicoanalyse
51
• Kwantitatief: meestal niet haalbaar
• Gebrek aan statistieken
• Prijs
• Kwalitatief:
• Kwaliteit is evenredig met de kennis in de werkgroep
• Vooral inzicht verwerven door een gestructureerde & gedocumenteerde
aanpak
FCB - “Fireforum Certified Building” -
certificaat
53
• Brandveiligheid =
• ∑ ontwerp
• + infrastructuur
• + visie
• + organisatie
• Fireforum Certified Building = “bewijs van blijvende aandacht” voor brandveiligheid
• De eigenaar of exploitant doet méér dan wat de wet voorschrijft.
• Het getuigt van een brede brandveiligheidsvisie.
• De inspanning van de exploitant wordt gevalideerd door een externe instantie.
Waarom het FCB aanvragen
54
1. Omdat u de veiligheid van uw medewerkers en uw goederen hoog
in het vaandel draagt.
2. Omwille van de bedrijfscontinuïteit.
3. Omdat u uw continue inspanningen voor brandveiligheid zichtbaar
wil maken.
4. Omdat het certificaat uw positie versterkt in gesprekken met
brandweer en vergunnende overheden.
5. Omdat u hiermee als werkgever bewijst dat u tegemoetkomt aan
de nieuwste wetgeving inzake brandveiligheid.