Brabants Dagblad (9-4-15): In langstraat nog altijd 44 schoenenfabrieken
-
Upload
brabantkennis -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
description
Transcript of Brabants Dagblad (9-4-15): In langstraat nog altijd 44 schoenenfabrieken
In Langstraat nog altijd 44 schoenenfabrieken Sylvia van de VenWAALWIJK - Schoenen worden er nog altijd gemaakt donderdag 9 april 2015
In Langstraat nog altijd 44
schoenenfabrieken Menig schoenenketen valt om. Hoe gaat het in De
Langstraat, de bakermat van de branche? door Sylvia van de Ven
WAALWIJK - Schoenen worden er nog altijd gemaakt in De Lang- straat, maar het is vooral de
schoenenhándel waar het tegenwoordig om draait. Een branche die onder grote druk staat.
De afgelopen weken en maanden ging de ene na de andere schoenenketen failliet. Ook in De
Langstraat was het raak. House of Shoes, Van der Pluijm Modeschoenen en ook Helioform redden
het niet.
Wat betekent dat voor De Langstraat, als bakermat van de Nederlandse schoenenindustrie?
Een kwart van alle schoenenbedrijven in Nederland zit nog altijd in de regio Waalwijk, Heusden
en Loon op Zand. Al is het aantal bedrijven de afgelopen jaren wel gedaald. Volgens de Kamer
van Koophandel waren er in 2010 115 groothandelaren in schoenen. Nu zijn dat er nog 98. Ook
het aantal schoenenfabrieken werd minder. Van 51 in 2010 tot 44 nu. De sector heeft betere tijden
gekend, dat is duidelijk. En vooral de retailers hebben het zwaar, zeggen Harold van Genderen en
Jan Dumoulin. Beiden zijn ondernemer in de branche, en respectievelijk voorzitter en vice-
voorzitter van de SeLL, een netwerkclub voor ondernemers in de schoenenbranche. „Retailers
vallen om. Handelaren minder snel”, stelt Dumoulin. „Als de Schoenenreus geen schoenen meer
verkoopt, dan verkoopt iemand anders ze wel. Mensen gaan niet op blote voeten lopen.”
Toch staat ook de handelaar stevig onder druk, zegt ervaringsdeskundige Carl van der Putten van
het Waalwijkse bedrijf JJFootwear. De schoenenfabrikant en handelaar zit 23 jaar in het vak en
maakte een paar jaar geleden na een faillissement een doorstart.
„Tien jaar geleden werden er nauwelijks schoenen verkocht buiten schoenenwinkels om. Nu
verkopen ook zaken als H&M en grote internetwinkels volop schoenen”, zegt hij. Grote bedrijven
die vaak rechtstreeks inkopen bij de fabriek. De tussenhandel is buitenspel gezet.
De omzet in de schoenensector is de afgelopen vijf jaar flink gedaald. Met 2013 als absolute
dieptepunt. Vooral dat jaar bezuinigden consumenten massaal op schoenen en kleding.
De vraag naar goedkopere schoenen stijgt. Het middensegment krijgt zware klappen. De vraag
naar duurdere schoenen blijft redelijk stabiel. Schoenenbedrijven moeten zich aanpassen, zegt
Dumoulin. Inzetten op export bijvoorbeeld of volledig gaan voor de modische markt.
Schoenenbedrijven hebben tegenwoordig niet voor niks eigen ontwerpers in dienst. Medewerkers
die continue inspelen op trends. Die schoenen komen veelal niet meer uit het Verre Oosten, maar
uit Spanje, Turkije of Portugal. Zodat de meest gewilde modellen binnen zes weken in Nederland
kunnen zijn. De tijd van één zomer en één wintercollectie is voorbij.
Ook de verkoop in winkels verandert mee. Ondernemers moeten wel, want geld om groot in te
kopen, is er vaak niet meer. „Winkeliers zijn voorzichtig. Het is immers maar afwachten hoeveel
van de voorraad wordt verkocht”, zegt Van der Putten.
De ondernemer ontwikkelde een app voor op een tablet. „De winkelier heeft een basisassortiment.
Als de klant niet kan slagen, kan de winkelier op de tablet de rest van het assortiment laten zien.
Klanten passen in de winkel een schoen met dezelfde leest en kunnen via internet een ander model
of een andere kleur bestellen.”
Een voorbeeld. Van der Putten heeft veel laarzen in zijn assortiment. De laatste vier jaar worden er
echter minder lange laarzen verkocht. Winkeliers hebben dan de neiging minder laarzen in te
kopen. „Maar het wil natuurlijk niet zeggen dat er helemaal geen laarzen meer worden verkocht.
Met de app kan de winkelier onze laarzen laten zien zonder dat hij ze op voorraad hoeft te
hebben.” Van der Putten verkoopt zijn schoenen ook rechtstreeks aan de consument via internet.
De bestelling moet dan wel in een winkel worden opgehaald. „De retailer krijgt 30 procent van die
omzet”, vertelt Van der Putten. Hij moet wel. Grote merken als Tamaris, Nike, waar
schoenenwinkels niet zonder kunnen, hoeven dat niet. Maar van kleinere merken wordt
internetverkoop anders niet gepikt. „Dan verkoopt een winkel je schoenen gewoon niet meer.”
De rollen zijn omgedraaid, beaamt hij. Voorheen had de winkelier het risico van de ingekochte
voorraad, tegenwoordig houdt steeds vaker de fabrikant of handelaar zijn voorraad zelf in bezit.
„Onze focus ligt niet voor niets op het buitenland. Nederland is een relatief kleine afzetmarkt,
daarom hebben wij in het buitenland een aantal websites. Veel van onze schoenen verkopen wij in
andere landen.”
Aanpassen om te overleven. Handelaren in De Langstraat hebben dat altijd gedaan. In de jaren ’60
en ’70 van de vorige eeuw zagen de schoenenfabrieken in De Langstraat hun omzetten dalen. De
productie van schoenen verdween eerst naar de lageloon-landen in Zuid-Europa en later naar het
Verre Oosten.
Fabrieken in De Langstraat moesten noodgedwongen hun deuren sluiten, werden handelsbedrijven
óf gingen zich specialiseren. De gespecialiseerde schoenenfabrieken bestaan vaak nog steeds.
Willen schoenenondernemers in de regio hun leidende rol houden, dan zullen ze flexibel moeten
blijven, stellen Dumoulin en Van Genderen. De veranderingen in de branche blijven elkaar
opvolgen. Wie stil staat, verliest de aansluiting.
Een mogelijkheid waar schoenenland nu scherp op let, is de terugkeer van de maakindustrie. Ook
De Langstraat speelt daar op in. „Het kostenverschil tussen het Verre Oosten, andere Europese
landen en Nederland wordt steeds kleiner. Dus zou het logisch zijn dat meer productie terugkomt”,
zegt Van Genderen.
„Als SeLL maken we ons samen met ondernemers, de overheid en het onderwijs sterk voor het
opleiden van een nieuwe generatie”, zegt Dumoulin. In Waalwijk heeft dat geresulteerd in SLEM,
een masteropleiding voor schoendesign en ontwikkeling. De opleiding trekt studenten uit de hele
wereld.
Ook de mogelijkheden van 3d-printing worden nauwlettend in de gaten gehouden. „Voorheen was
het alleen mogelijk om harde materialen te printen. Maar op dit moment is het al mogelijk
schoenen te printen van flexibel materiaal dat ook stevig is en steun geeft”, zegt Carl van der
Putten. „Er moet nog een hoop gebeuren, maar het gaat snel. Over 5 tot 10 jaar zijn die schoenen
er. Op grote schaal.”
De impact op de branche zal gigantisch zijn, denkt de ondernemer. En vooral voor de kleinere
ondernemer zal het moeilijk bijbenen zijn. „Grote multinationals hebben medewerkers die alle
ontwikkelingen nauwgezet bijhouden. Maar de meeste merken hebben daar geen geld en tijd
voor.” Toch moeten bedrijven zich voorbereiden. „Als je niet voorbereid bent, heb je straks een
enorm probleem.”