BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw...

66
BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevallei gemeente overijse - april 2007 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Transcript of BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw...

Page 1: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevallei

gemeente overijse - april 2007

STE

DE

NB

OU

WK

UN

DIG

E V

OO

RS

CH

RIF

TEN

Page 2: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 2 -

Page 3: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 3 -

Inhoud

Inhoud......................................................................................................................................- 3 -

I. Voorafgaande bepalingen .................................................................................................- 5 - Artikel 1. Terminologie ........................................................................................................- 7 - Artikel 2. Algemeen geldende voorschriften........................................................................- 8 - Artikel 3. Inrichtingsstudie .................................................................................................- 10 -

II. Bijzondere bepalingen....................................................................................................- 11 - Artikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw ...............................................- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde......................- 17 - Artikel 3. Gebied voor grondgebonden landbouw .............................................................- 21 - Artikel 4. Gebied voor grondgebonden landbouw met semi-residentieel karakter ............- 26 - Artikel 5. Gebied voor grondgebonden landbouw met semi-recreatief karakter................- 31 - Artikel 6. Natuurgebied .....................................................................................................- 36 - Artikel 7. Parkgebied met ecologische waarde .................................................................- 41 - Artikel 8. Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen ..........................- 45 - Artikel 9. Recreatiegebied.................................................................................................- 48 - Artikel 10. Openbaar domein ..............................................................................................- 51 - Artikel 11. Overdruk: gebied voor waterwinning..................................................................- 54 - Artikel 12. Overdruk: cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex ................................- 55 - Artikel 13. Overdruk: tracé voor ondergrondse leidingen ....................................................- 56 -

III. Bijlagen .........................................................................................................................- 57 - Bijlage 1 Streekeigen en inheemse heester- en boomsoorten..........................................- 59 - Bijlage 2 Beplanting in leidingenstrook..............................................................................- 61 - Bijlage 3 Cultuurhistorisch waardevolle gebouwencomplexen..........................................- 65 -

Page 4: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 4 -

Page 5: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 5 -

I. Voorafgaande bepalingen Deze algemene bepalingen zijn van toepassing voor zover er geen andersluidende bepalingen zijn opgenomen in de artikels ressorterend onder de bijzondere bepalingen.

Page 6: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 6 -

Page 7: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 7 -

Artikel 1. Terminologie Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. bouwvrije strook: strook waarbinnen, behoudens bijzondere bepalingen, geen

constructies mogen worden opgetrokken 2. eengezinsgebouw: gebouw dat voor bewoning door één gezin bestemd is 3. harmonie, harmonische samenhang of harmonische aansluiting: een klaarblijkelijk

verband tussen de typologische karakteristieken van gebouwenreeksen, gebouwen of delen van gebouwen, qua vorm, structuur, afmetingen, dakhelling, verdeling van gevel-vlakken, materialen, afwerking van de scheidsmuren, verhouding muur/raam enz.

4. hoofdgebouw: minimaal op te richten gedeelte van een gebouw 5. instandhoudings- en onderhoudswerken: werken die het gebruik van het gebouw voor de

toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen

6. leefbaar landbouwbedrijf: dient hierbij te worden begrepen in de zin van een werkelijke, volwaardige landbouwexploitatie; het is niet de bedoeling om bij de beoordeling van een bouwvergunningsaanvraag de economische rentabiliteit van het agrarisch bedrijf door te lichten, maar wel dient nagegaan te worden of het werkelijk en ondubbelzinning om een agrarisch bedrijf gaat; aan de hand van de bouwplannen moet worden nagegaan of het in de ontworpen werken onder te brengen bedrijf geen voorwendsel is om een gebouw op te trekken dat niet beantwoordt aan de bestemming en bijgevolg in dergelijk gebied niet thuishoort

7. meergezinsgebouw: gebouw waarin twee of meer woningen zijn gelegen 8. rooilijn: de lijn die de grens tussen privaat en openbaar terrein afbakent 9. schuilhok voor grazend vee: een eenvoudige constructie, waarin één of meer weide-

dieren tijdelijk kunnen verblijven; schuilhokken zijn geenszins uitgerust zoals stallen, die bestemd zijn voor het permanent huisvesten van dieren

10. verhardingen: bodembedekking in duurzame materialen voor oprit, parkeerplaatsen, toegangen, terrassen e.d.; onderscheid kan worden gemaakt tussen losse verhardingen (bv. dolomiet) en vaste verhardingen (bv. asfalt)

11. volume van een gebouw: betreft het gebouw en de bijgebouwen die er fysisch één geheel mee vormen en wordt berekend vanaf het maaiveld, met inbegrip van de buiten-muren; het deel van het keldervolume onder het maaiveld wordt niet meegerekend (bv. wasruimte, berging, stookruimten enz.), met uitzondering van ondergrondse ruimtes in functie van het wonen (bv. in de grond ingewerkte garages); voor de zolderruimte geldt hetzelfde principe: indien deze ruimten een vrije hoogte van 2 m hebben, dienen deze wel te worden meegerekend

12. woning: gebouw of deel van een gebouw bestemd voor het wonen van één gezin

Page 8: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 8 -

Artikel 2. Algemeen geldende voorschriften 2.1. Vergunningsplichtige werken

De onderwerping aan de stedenbouwkundige vergunningsplicht van handelingen en werken in dit BPA, kadert in de toepassing van art. 99 § 1 van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen.

Als aanmerkelijke reliëfwijziging wordt onder meer beschouwd elke aanvulling, ophoging, uitgraving of uitdieping die de aard of functie van het terrein wijzigt. In het plangebied van dit BPA wordt het scheuren van graslanden als opmerkelijke reliëfwijziging beschouwd en in bepaalde zoneringen bijgevolg verboden.

De vermelding van bepaalde werken, handelingen of wijzigingen in de opsomming van niet-verboden werken, handelingen of wijzigingenin de diverse artikels van de bijzondere bepalingen betekent geenszins een vrijstelling van deze vergunningsplicht.

De werken, handelingen en wijzigingen waarvoor, wegens hun aard en/of omvang, in afwijking van artikel 99 § 1, geen stedenbouwkundige vergunning vereist is, doordat zij van de steden-bouwkundige vergunningsplicht zijn vrijgesteld in een Besluit van de Vlaamse Regering, kunnen desondanks hun vrijstelling van de stedenbouwkundige vergunningsplicht toch verboden zijn in het kader van dit BPA.

2.2. Verplichte harmonische aansluiting en landschappelijke inpassing van gebouwen en constructies

Bij vergunningsplichtige werken, handelingen en wijzigingen die betrekking hebben op een gebouw of constructie, moeten het uiterlijk ervan, het volume, de vormen, de kleuren en de materialen van gevels en daken, evenals hun onderlinge verhoudingen, zodanig zijn dat het bouwwerk een harmonisch geheel vormt met de omgeving, rekening houdend met de eigenheid en identiteit van de omgeving.

Gebouwen of constructies worden opgericht: − rekening houdend met het bestaande reliëf; reliëfwijzigingen zijn niet mogelijk over een

afstand van 5 m te rekenen vanaf de perceelsgrenzen − op een afstand minimum gelijk aan de kroonlijsthoogte met een minimum van 3 m van de

perceelsgrenzen, tenzij op bestaande niet-verkrotte vergunde of vergund geachte be-bouwing op deze perceelsgrenzen wordt aangesloten

− op een afstand minimum gelijk aan de kroonlijsthoogte van de bestaande bebouwing met een minimum van 8 m van bestaande niet-verkrotte vergunde of vergund geachte ge-bouwen en constructies, tenzij op deze bestaande gebouwen of constructies wordt aan-gesloten

− op een afstand van minimum 5 m van de rand van oppervlaktewaterlichamen − op een afstand van minimum 30 m van de rand van het domein van de autosnelweg − rekening houdend met de eventuele op het bestemmingsplan indicatief aangegeven voet-

en fietsweg.

Gebouwen en constructies mogen maximaal twee volledige bouwlagen bevatten en één bouwlaag onder een zadeldak.

Gebouwen en constructies worden opgericht in duurzame materialen. Asfalt-, bitumen- en rubberdakbekledingen en golfplaten zijn niet toegelaten als zichtbaar dakmateriaal voor

Page 9: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 9 -

hellende daken met een helling groter dan 15°. Bijgebouw en worden opgericht in hout of in dezelfde gevelsteen als de woning.

Bij de aanleg van het gebied dient maximaal rekening te worden gehouden met bestaande waardevolle natuurlijke elementen zoals waardevolle bomen, bomenrijen, hagen en grachten. De aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van constructies of gebouwen voorziet in de aanleg van een streekeigen en inheemse haag of streekeigen en inheemse heesterbeplanting (cfr. bijlage 1) langsheen de perceelsgrenzen.

2.3. Zuivering van afvalwater

Indien het perceel niet aangesloten is op een riolering, wordt de stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen, herbouwen of uitbreiden van een woning of bedrijfsgebouw afhan-kelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.

2.4. Bronbemaling

Het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand (dit is van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken, maakt deel uit van de aanvraag tot het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan bij het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning de toelating voor het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand in duur en periode (bijvoorbeeld niet tijdens het vegetatief seizoen) beperken. Het water moet bovendien terug-gepompt worden naar bepaalde bomen of grachten. Dit gebeurt in overleg met de gemeentelijke dienst bevoegd voor ruimtelijke ordening.

Verder blijft de wetgeving terzake van toepassing (Vlarem, milieuvergunningsplicht).

2.5. Afstandsbepalingen ten opzichte van waterlopen

De waterlopen in het plangebied zijn aangegeven op het plan ‘bestaande en juridische toestand’.

Er dient een zone van 5 m breed, gemeten landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij te blijven van: − bovengrondse en ondergrondse constructies (incl. terrassen) − opslag van materialen − beplantingen − vaste afsluitingen − ophogingen.

Het is verboden naaldbomen aan te planten (of te herplanten) op minder dan 6 m van de oever van de waterloop.

Het rechttrekken of inbuizen van waterlopen is verboden, tenzij voor het realiseren van over-bruggingen voor toegangswegen, paden en mennewegen

Het wijzigen van het profiel van de waterloop is verboden, tenzij in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, of bij acuut overstromingsgevaar.

Page 10: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 10 -

Artikel 3. Inrichtingsstudie Een inrichtingsstudie is een informatief document in bepaalde gevallen te voegen bij het dossier tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, bestaande uit een inrichtingsplan en een nota.

Voor elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning in de volgende gebieden, uitgezonderd aanvragen waarvoor een beperkte dossiersamenstelling volstaat, dient een inrichtingsstudie bij het aanvraagdossier te worden gevoegd: − gebied voor grondgebonden landbouw (bijzondere bepalingen - artikel 3) − gebied voor grondgebonden landbouw met semi-recreatief karakter (artikel 5) − parkgebied met ecologische waarde (bijzondere bepalingen - artikel 7) − gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen (bijzondere bepalingen -

artikel 8) − recreatiegebied (bijzondere bepalingen - artikel 9).

Het inrichtingsplan geeft minimaal in grondplan op schaal 1/500 en in dwarsdoorsneden op schaal 1/100 een ontwerp van inrichting weer van het perceel waarop de aanvraag is ge-situeerd en de aanpalende percelen, met aanduiding van bestaande en in de aanvraag voorziene elementen waaronder: − situering en types van stenige massa’s en ruimten zoals toegangswegen, pleinen, paden

waaronder de indicatief op het bestemmingsplan weergegeven voet- en fietswegen, parkeerplaatsen, enz.

− inplanting van straat- en parkmeubilair − situering van waterlopen, grachten en vijvers − inplanting van de bestaande en voorziene bebouwing − situering en types van groene massa’s en ruimten zoals bomengroepen en -rijen, hagen,

heestergroepen, vaste plantengroepen, gazon enz., met bijhorende plantlijst voor het perceel; uit de plantlijst moet het streekeigen en inheemse karakter van de beplanting blijken. Minimum 70 % van het totale bomen- en heesterbestand van het perceel dient te bestaan uit streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1).

Uit het inrichtingsplan moet blijken hoe de in de aanvraag voorziene elementen zich inpassen in het bestaande landschap.

Bij de inrichtingsstudie wordt een nota gevoegd waarin volgende aspecten met betrekking tot het perceel en zijn omgeving toegelicht worden: − de situering en geschiedenis − de bestaande situatie − de visie met betrekking tot de toekomstige situatie en in het bijzonder de relatie tot de

omgeving − de argumentatie en toelichting van de geplande ingrepen − de fasering van de geplande ingrepen.

Page 11: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 11 -

II. Bijzondere bepalingen

Page 12: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 12 -

Page 13: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 13 -

Artikel 1. Bouwvrij gebied voor grond-gebonden landbouw

1.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot agrarische bedrijven, constructies en inrichtingsmaatregelen met het oog op de landbouw-exploitatie, worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor landinrichting en -beheer. Deze diensten onderzoeken onder meer de leefbaarheid van het bedrijf.

1.1.1. Hoofdbestemming

Deze gebieden zijn bestemd voor grondgebonden agrarisch gebruik, met name akkers en weilanden.

1.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − bestaande gebouwen met een professionele agrarische functie − wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere

bestaande woningen − recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers en ruiters, voor zover dit de hoofd-

bestemming niet schaadt − natuur en landschap; waardevolle landschappelijke en cultuurhistorische elementen moeten

worden behouden.

1.1.3. Niet toegelaten functies

Strijdig met de bestemming van het gebied is het gebruik van gronden als sport-, wedstrijd- of speelterrein, parkeerterrein, golfterrein, lig- of speelweide, dagcamping, als standplaats voor caravans, voor het testen van motorvoertuigen, als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen, als festivalweide en voor tuinen. Deze opsomming is niet beperkend.

Strijdig met de bestemming is eveneens het gebruik van bestaande gebouwen als café, restaurant, hotel of feestzaal.

Page 14: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 14 -

1.2. Inrichting

1.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toelaatbare werken, handelingen en wijzigingen

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het gebruik van een bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoning wijzigen naar een niet-agrarische functie met als nieuwe functie uitsluitend wonen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • het gebouw mag niet tot meergezinsgebouw omgevormd worden • het totale bouwvolume in functie van de woonbestemming mag maximaal 1 000 m³

bedragen

− het gebruik van bestaande gebouwen wijzigen van een niet-agrarische naar een agrarische functie

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande en - ook qua functie - vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie

− het herbouwen van bestaande en - ook qua functie - vergunde gebouwen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het gebouw was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • het gebouw werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

uitgebaat of volgens het bevolkingsregister bewoond • de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfsgebouw betreft • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van het gebouw blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume • het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 1 000 m³ indien het bestaande

vergunde volume meer dan 1 000 m³ bedraagt • het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal

− verbouwen en uitbreiden van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de uitbreiding van een vergunde woning kan met inbegrip van alle bijgebouwen slechts

Page 15: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 15 -

leiden tot een vermeerdering van het bouwvolume met 100 % en het totale bouwvolume mag na uitbreiding maximaal 1 000 m³ bedragen

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal

− het verbouwen en uitbreiden van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfs-gebouwen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het betreft een bestaand professioneel bedrijf • de uitbreiding is noodzakelijk en zo beperkt mogelijk in omvang om te kunnen voldoen

aan voorwaarden opgelegd in de vernieuwing van de milieuvergunning zonder dat het bedrijf daarbij qua capaciteit uitbreidt

• het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfsgebouw betreft

• de bestaande gebouwen worden maximaal benut voor bedrijfsdoeleinden of worden af-gebroken indien zij niet langer bruikbaar zijn

• het nieuwe volume sluit qua profiel, plaatsing en materialen aan bij de bestaande ge-bouwen

• de gebouwen zijn uitgerust met riolering of kunnen instaan voor eigen zuivering van het afvalwater

• de constructies of infrastructuur worden landschappelijk ingepast

− het oprichten van schuilhokken voor grazend vee, uitgezonderd in de zone met archeo-logische waarde op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het wordt opgericht in een weide die ruimtelijk geïsoleerd is van het landbouwbedrijf • maximumoppervlakte: 25 m² voor een aaneengesloten graasweide van 1 tot 3 ha en

50 m² voor een aaneengesloten graasweide van meer dan 3 ha • één zijde is volledig en altijd open, de andere gevels zijn in Europees of officieel gecerti-

ficeerd tropisch hout • het schuilhok heeft een lessenaarsdak met maximumkroonlijsthoogte van 2,50 m en een

maximumdakhelling van 35° in hout, pannen of antracietkleurige golfplaten • toegelaten verhardingen, enkel als toegang tot het schuilhok: steenslag, asse of grind • de aanvraag gebeurt door een landbouwer van hoofdberoep, een publiekrechtelijk

rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donker-gekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of regle-mentaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− publiciteitsinrichtingen, aangebracht op een onroerend goed, waarbij wordt bekendgemaakt dat dit goed te koop of te huur is, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m² en dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen in functie van de landbouwexploitatie of in functie van het recreatief mede-gebruik door niet-gemotoriseerd verkeer, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoorlatende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grindkaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-

Page 16: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 16 -

verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van nieuwe verhardingen in functie van de landbouwexploitatie, uitgezonderd in de zone met archeologische waarde op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • situering: aansluitend bij een vergund agrarisch bedrijfsgebouw • materialen: Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoor-

latende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grind-kaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

• maximumbreedte: 4 m

− het aanleggen van ondergrondse nutsleidingen en bijbehorende installaties

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van waterlopen enz.

− het wijzigen van het reliëf in functie van archeologisch wetenschappelijk onderzoek in de zone met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling of van de landbouwexploitatie; in de zone met archeologische waarde, op het bestemmings-plan in overdruk aangegeven, is dit enkel mogelijk mits gunstig advies van de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor archeologisch erfgoed

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken; in de zone met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, is dit enkel mogelijk mits gunstig advies van de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor archeologisch erfgoed

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht.

1.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de oprichting van afzonderlijke woningbijgebouwen

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen buiten een straal van 30 m van de uiterste grenzen van een bestaande vergunde woning of vergunde landbouw-bedrijfswoning

− de aanplanting van niet-streekeigen of niet-inheemse heester- of boomsoorten

− de realisatie van boomgaarden, boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen

− het bebossen.

Page 17: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 17 -

Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde

2.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot agrarische bedrijven, constructies en inrichtingsmaatregelen met het oog op de landbouw-exploitatie, worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor landinrichting en -beheer. Deze diensten onderzoeken onder meer de leefbaarheid van het bedrijf.

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor wijzigingen, werken of handelingen met het oog op natuurbehoud, - ontwikkeling of -beheer worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor natuur. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag past binnen het vooropgestelde natuurbehoud, de natuurontwikkeling of het natuurbeheer in het gebied.

2.1.1. Hoofdbestemming

Deze gebieden zijn bestemd voor: − grondgebonden agrarisch gebruik, met name akkers en weilanden − natuur en landschap; waardevolle ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische

elementen moeten worden behouden.

2.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − bestaande gebouwen met een professionele agrarische functie − wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere

bestaande woningen − recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers en ruiters, voor zover dit de hoofd-

bestemmingen niet schaadt.

2.1.3. Niet toegelaten functies

Strijdig met de bestemming van het gebied is het gebruik van gronden als sport-, wedstrijd- of speelterrein, parkeerterrein, golfterrein, lig- of speelweide, dagcamping, als standplaats voor caravans, voor het testen van motorvoertuigen, als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen, als festivalweide en voor tuinuitbreiding. Deze opsomming is niet beperkend.

Strijdig met de bestemming is het gebruik van bestaande gebouwen als café, restaurant, hotel of feestzaal.

Page 18: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 18 -

2.2. Inrichting

2.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het gebruik van een bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoning wijzigen naar een niet-agrarische functie met als nieuwe functie uitsluitend wonen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • het gebouw mag niet tot meergezinsgebouw omgevormd worden • het totale bouwvolume in functie van de woonbestemming mag maximaal 700 m³

bedragen

− het gebruik van bestaande gebouwen wijzigen van een niet-agrarische naar een agrarische functie

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie

− het herbouwen van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de woning was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • de woning werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

volgens het bevolkingsregister bewoond • de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfswoning betreft • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume; het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 700 m³ indien het bestaande vergunde volume meer dan 700 m³ bedraagt

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal

− verbouwen en uitbreiden van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de uitbreiding van een vergunde woning kan met inbegrip van alle bijgebouwen slechts

leiden tot een vermeerdering van het bouwvolume met 100 % en het totale bouwvolume mag na uitbreiding maximaal 700 m³ bedragen

Page 19: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 19 -

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal

− het verbouwen binnen het bestaande vergunde volume van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfsgebouwen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het betreft een bestaand professioneel bedrijf • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfsgebouw betreft • de bestaande gebouwen worden maximaal benut voor bedrijfsdoeleinden of worden

afgebroken indien zij niet langer bruikbaar zijn • de gebouwen zijn uitgerust met riolering of kunnen instaan voor eigen zuivering van het

afvalwater

− het oprichten van schuilhokken voor grazend vee, voor zover aan elke van volgende voor-waarden is voldaan: • het wordt opgericht in een weide die ruimtelijk geïsoleerd is van het landbouwbedrijf • maximumoppervlakte: 25 m² voor een aaneengesloten graasweide van 1 tot 3 ha en

50 m² voor een aaneengesloten graasweide van meer dan 3 ha • één zijde is volledig en altijd open, de andere gevels zijn in Europees of officieel gecerti-

ficeerd tropisch hout • het schuilhok heeft een lessenaarsdak met maximumkroonlijsthoogte van 2,50 m en een

maximumdakhelling van 35° in hout, pannen of antracietkleurige golfplaten • toegelaten verhardingen, enkel als toegang tot het schuilhok: steenslag, asse of grind

− het oprichten van natuurobservatiehutten in functie van natuureducatie, uitsluitend indien de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend door een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donker-gekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− publiciteitsinrichtingen, aangebracht op een onroerend goed, waarbij wordt bekendgemaakt dat dit goed te koop of te huur is, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m² en dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd

− het vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen in functie van de landbouwexploitatie of in functie van het recreatief medegebruik door niet-gemotoriseerd verkeer, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoorlatende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grindkaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van ondergrondse nutsleidingen en bijbehorende installaties

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van water-lopen enz.

Page 20: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 20 -

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling

− het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand in functie van de landbouwexploitatie

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht.

2.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de oprichting van afzonderlijke woningbijgebouwen

− het scheuren van grasland

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen

− de aanplanting van niet-streekeigen of niet-inheemse heester- of boomsoorten

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 21: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 21 -

Artikel 3. Gebied voor grondgebonden landbouw

3.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot agrarische bedrijven, constructies en inrichtingsmaatregelen met het oog op de landbouw-exploitatie, worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor landinrichting en -beheer. Deze diensten onderzoeken onder meer de leefbaarheid van het bedrijf.

3.1.1. Hoofdbestemming

Deze gebieden zijn bestemd voor grondgebonden agrarisch gebruik, met name akkers en weilanden met inbegrip van landbouwbedrijfsgebouwen zoals landbouwbedrijfszetels, loodsen, stallingen voor weidedieren en serres.

3.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − toeristische verblijfsgelegenheid, uitsluitend in het kader van hoevetoerisme bij actieve

landbouwbedrijven − wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere

bestaande woningen − recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers en ruiters, voor zover dit de hoofd-

bestemming niet schaadt − natuur en landschap.

3.1.3. Niet toegelaten functies

Strijdig met de bestemming van het gebied is het gebruik van gronden als sport-, wedstrijd- of speelterrein, parkeerterrein, golfterrein, lig- of speelweide, dagcamping, als standplaats voor caravans, voor het testen van motorvoertuigen, als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen, als festivalweide en voor tuinuitbreiding. Deze opsomming is niet beperkend.

Strijdig met de bestemming is het gebruik van bestaande gebouwen als café, restaurant, hotel of feestzaal.

3.2. Inrichting

Bij elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, dient een inrichtingsstudie (cfr. algemene bepalingen, artikel 3) te worden opge-maakt.

Page 22: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 22 -

3.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het gebruik van bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfsgebouwen bij een leefbaar landbouwbedrijf gedeeltelijk wijzigen met als nieuwe functies uitsluitend: • tijdelijke verblijfsgelegenheden voor personen in groepsverband in het kader van

seizoenarbeid of hoevetoerisme of voor maximaal 4 individuele gezinnen in het kader van hoevetoerisme

• de verkoop van hoeveproducten al dan niet gecombineerd met de verkoop van drank en voeding aan recreanten

− het gebruik van een bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoning wijzigen naar een niet-agrarische functie met als nieuwe functie uitsluitend wonen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • het gebouw mag niet tot meergezinsgebouw omgevormd worden; een uitzondering op

deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwen-complex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen wel tot meergezinsgebouw omgevormd worden mits de cultuurhistorische waarde hersteld wordt (zie artikel 12) en het aantal woningen (gezinnen) niet meer is dan 4

• het totale bouwvolume in functie van de woonbestemming mag maximaal 1 000 m³ bedragen; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuur-historisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: in deze gebouwen mag het volledige bestaande vergunde bouwvolume worden aangewend in functie van de woonbestemming

− het gebruik van bestaande gebouwen wijzigen van een niet-agrarische naar een agrarische functie

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen of constructies van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen niet afgebroken worden tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− verbouwen, uitbreiden en herbouwen van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen, voor zover aan volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfswoning betreft • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze;

Page 23: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 23 -

de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• de uitbreiding van een vergunde woning kan met inbegrip van alle bijgebouwen slechts leiden tot een vermeerdering van het bouwvolume met 100 % en het totale bouwvolume mag na uitbreiding maximaal 1 000 m³ bedragen; het volume van een herbouwde woning blijft beperkt tot 1 000 m³ indien het bestaande vergunde volume meer dan 1 000 m³ bedraagt

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwen-complex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen wel tot meergezinsgebouw omgevormd worden

• het herbouwen van woningen die deel uitmaken van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven, gebeurt uitsluitend uit veiligheidsoverwegingen doordat zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− het oprichten van grondgebonden agrarische bedrijfsgebouwen, stallingen voor weidedieren en schuilhokken voor grazend vee in duurzame materialen; maximaal één exploitanten-woning, met een volume van maximaal 1 000 m³ per bedrijf dient een integrerend deel uit te maken van het gebouwencomplex van het bedrijf. Bij de inplanting van gebouwen in de zones aan Nijvelsebaan/Rotweg dient een voortuinstrook van 25 m vrijgehouden te worden van constructies.

− het herbouwen van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfsgebouwen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het gebouw was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • het gebouw werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

uitgebaat of volgens het bevolkingsregister bewoond • de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfsgebouw betreft • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van het gebouw blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume • het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal; een uitzondering

op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwen-complex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen wel tot meergezinsgebouw omgevormd worden

− het verbouwen en uitbreiden van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfs-gebouwen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de uitbreiding is noodzakelijk om te voldoen aan voorwaarden opgelegd in de ver-

nieuwing van de milieuvergunning zonder dat het bedrijf daarbij qua capaciteit uitbreidt, tenzij het een grondgebonden landbouwbedrijfsgebouw betreft

• het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfswoning betreft

Page 24: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 24 -

• de bestaande gebouwen worden maximaal benut voor bedrijfsdoeleinden of worden afgebroken indien zij niet langer bruikbaar zijn

• het nieuwe volume sluit qua profiel, plaatsing en materialen aan bij de bestaande gebouwen en ligt bij inplanting in de zones aan Nijvelsebaan/Rotweg niet binnen de bouwvrije voortuinstrook van 25 m

• de gebouwen zijn uitgerust met riolering of kunnen instaan voor eigen zuivering van het afvalwater

− het oprichten van natuurobservatiehutten in functie van natuureducatie, uitsluitend indien de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend door een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donker-gekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− het aanbrengen op een onroerend goed van niet-lichtgevende uithangborden, opgesteld in de streektaal, met een maximumoppervlakte van 4 m², beperkt tot de bekendmaking van: • de verkoop of de verhuur van dit goed op voorwaarde dat de publiciteitsinrichting ten

laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd • de bedrijvigheid op die plaats uitgeoefend of de bekendmaking van goederen die op die

plaats te koop of te huur zijn

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen in functie van de landbouwexploitatie of in functie van het recreatief mede-gebruik door niet-gemotoriseerd verkeer, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoorlatende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grindkaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van nieuwe verhardingen in functie van de landbouwexploitatie, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • situering: aansluitend bij een vergund agrarisch bedrijfsgebouw • materialen: Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoor-

latende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grind-kaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

• maximumbreedte: 4 m

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van waterlopen enz., of van de landbouwexploitatie

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling of van de landbouwexploitatie

Page 25: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 25 -

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− de tijdelijke opslag van producten in functie van landbouwbeheer of natuurbeheer

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen in functie van het oprichten van gebouwen of het nemen van toegang tot gebouwen, uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; in beide laatste gevallen is vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) verplicht.

3.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen naar restaurant, hotel of feestzaal

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de oprichting van afzonderlijke woningbijgebouwen

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen buiten een straal van 30 m van de uiterste grenzen van een bestaande vergunde woning of vergunde landbouw-bedrijfswoning

− de aanplanting van niet-streekeigen en niet-inheemse heester- en boomsoorten

− het bebossen.

Page 26: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 26 -

Artikel 4. Gebied voor grondgebonden landbouw met semi-residentieel karakter

4.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot agrarische bedrijven, constructies en inrichtingsmaatregelen met het oog op de landbouw-exploitatie, worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor landinrichting en -beheer. Deze diensten onderzoeken onder meer de leefbaarheid van het bedrijf.

4.1.1. Hoofdbestemming

Grondgebonden agrarisch gebruik, met name akkers en weilanden met inbegrip van landbouw-bedrijfsgebouwen zoals landbouwbedrijfszetels, loodsen, stallingen voor weidedieren en serres.

4.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − toeristische verblijfsgelegenheid, uitsluitend in het kader van hoevetoerisme bij actieve

landbouwbedrijven − wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere

bestaande woningen − recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers en ruiters, voor zover dit de hoofd-

bestemming niet schaadt − natuur en landschap − gemeenschapsvoorzieningen met betrekking tot het inrichten van tijdelijke verblijfs-

gelegenheid voor personen in groepsverband (zoals jeugdkampen) − para-agrarische bedrijvigheid en opslag van goederen.

4.1.3. Niet toegelaten functies

Strijdig met de bestemming van het gebied is het gebruik van gronden als sport-, wedstrijd- of speelterrein, parkeerterrein, golfterrein, lig- of speelweide, dagcamping, als standplaats voor caravans, voor het testen van motorvoertuigen, als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen, als festivalweide en voor tuinuitbreiding. Deze opsomming is niet beperkend.

Strijdig met de bestemming is het gebruik van bestaande gebouwen als café, restaurant, hotel of feestzaal.

4.2. Inrichting

4.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-

Page 27: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 27 -

onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het gebruik van bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfsgebouwen bij een leefbaar landbouwbedrijf gedeeltelijk wijzigen met als nieuwe functies uitsluitend: • tijdelijke verblijfsgelegenheden voor personen in groepsverband in het kader van

seizoenarbeid of hoevetoerisme of van maximaal 4 individuele gezinnen in het kader van hoevetoerisme

• de verkoop van hoeveproducten al dan niet gecombineerd met de verkoop van drank en voeding aan recreanten

− het gebruik van bestaande vergunde en niet-verkrotte bedrijfsgebouwen geheel of gedeelte-lijk wijzigen met als nieuwe functies uitsluitend: • gemeenschapsvoorzieningen met betrekking tot het inrichten van tijdelijke opvang of

verblijfsgelegenheid voor personen in groepsverband (zoals jeugdkampen) • para-agrarische bedrijvigheid en opslag van goederen.

− het gebruik van een bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoning wijzigen naar een niet-agrarische functie met als nieuwe functie uitsluitend wonen, voor zover aan volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • de gebouwen mogen niet tot meergezinsgebouwen omgevormd worden; een uit-

zondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen wel tot meergezinsgebouwen worden omgevormd mits de cultuur-historische waarde hersteld wordt (zie artikel 12) en het aantal woningen (gezinnen) niet meer is dan 4

• het totale bouwvolume in functie van de woonbestemming mag maximaal 1 000 m³ bedragen; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuur-historisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: in deze gebouwen mag het volledige bestaande vergunde bouw-volume worden aangewend in functie van de woonbestemming

− het gebruik van bestaande gebouwen wijzigen van een niet-agrarische naar een agrarische functie

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen niet afgebroken worden tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− verbouwen, uitbreiden en herbouwen van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen, voor zover aan volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfswoning betreft • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en

Page 28: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 28 -

zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• de uitbreiding van een vergunde woning kan met inbegrip van alle bijgebouwen slechts leiden tot een vermeerdering van het bouwvolume met 100 % en het totale bouwvolume mag na uitbreiding maximaal 1 000 m³ bedragen; het volume van een herbouwde woning blijft beperkt tot 1 000 m³ indien het bestaande vergunde volume meer dan 1 000 m³ bedraagt

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwen-complex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen wel tot meergezinsgebouw omgevormd worden

• het herbouwen van woningen die deel uitmaken van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven, gebeurt uitsluitend uit veiligheidsoverwegingen doordat zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− het oprichten van Europees of officieel gecertificeerd tropisch houten schuilhokken voor grazend vee, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • maximumoppervlakte: 25 m² voor een aaneengesloten graasweide van 1 tot 3 ha en

50 m² voor een aaneengesloten graasweide van meer dan 3 ha • één zijde is volledig en altijd open, de andere gevels zijn in hout • het schuilhok heeft een lessenaarsdak met maximumkroonlijsthoogte van 2,50 m en een

maximumdakhelling van 35° in hout, leien, pannen of antracietkleurige golfplaten

− het oprichten van afzonderlijke bijgebouwen bij een bestaande vergunde en niet-verkrotte woning dienstig als serre voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • maximumoppervlakte per serre: 50 m² • gezamenlijke oppervlakte per perceel(sgedeelte) in deze zonering: maximaal 30% van

de oppervlakte van het perceel(sgedeelte) in deze zonering • zadel- of lessenaarsdak, met maximumkroonlijsthoogte van 3 m en maximumnokhoogte

van 5 m; de serre wordt volledig in glas opgetrokken • functie is enkel en alleen het kweken van gewassen

− het oprichten van afzonderlijke bijgebouwen bij een bestaande vergunde en niet-verkrotte woning dienstig als schuilhok voor vee, bergplaats, garage en/of hok voor huisdieren voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • maximaal één ander bijgebouw dan een serre per perceel • maximumoppervlakte per bijgebouw: 25 m² • zadel- of lessenaarsdak of plat dak, met maximumkroonlijsthoogte van 3 m en

maximumnokhoogte van 5 m; schuine daken in hout, leien, pannen of antracietkleurige golfplaten

− het oprichten van grondgebonden agrarische bedrijfsgebouwen, stallingen voor weidedieren en schuilhokken voor grazend vee in duurzame materialen; maximaal één exploitanten-woning, met een volume van maximaal 1 000 m³ per bedrijf dient fysisch geïntegreerd in het bedrijf, of een integrerend deel uit te maken van het gebouwencomplex van het bedrijf

− het herbouwen van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfsgebouwen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het gebouw was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • het gebouw werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

uitgebaat of volgens het bevolkingsregister bewoond

Page 29: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 29 -

• de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste

weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfsgebouw betreft • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van het gebouw blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume

− het verbouwen en uitbreiden van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfs-gebouwen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de uitbreiding is noodzakelijk om te voldoen aan voorwaarden opgelegd in de vernieu-

wing van de milieuvergunning zonder dat het bedrijf daarbij qua capaciteit uitbreidt, tenzij het een grondgebonden landbouwbedrijfsgebouw betreft

• het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg, tenzij de aanvraag een landbouwbedrijfsgebouw betreft

• de bestaande gebouwen worden maximaal benut voor bedrijfsdoeleinden of worden afgebroken indien zij niet langer bruikbaar zijn

• het nieuwe volume sluit qua profiel, plaatsing en materialen aan bij de bestaande ge-bouwen

• de gebouwen zijn uitgerust met riolering of kunnen instaan voor eigen zuivering van het afvalwater

− het oprichten van natuurobservatiehutten in functie van natuureducatie, uitsluitend indien de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend door een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donkerge-kleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het plaatsen van donkergekleurde draadafsluitingen met een maximumhoogte van 2 m boven het maaiveld en een minimummaaswijdte van 4 cm, gecombineerd met een levende streekeigen en inheemse haag (cfr. bijlage 1)

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− het aanbrengen op een onroerend goed van niet-lichtgevende uithangborden, opgesteld in de streektaal, met een maximale oppervlakte van 4 m², beperkt tot de bekendmaking van: • de verkoop of de verhuur van dit goed op voorwaarde dat de publiciteitsinrichting ten

laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd • de bedrijvigheid op die plaats uitgeoefend of de bekendmaking van goederen die op die

plaats te koop of te huur zijn

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoor-latende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grindkaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-

Page 30: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 30 -

waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van nieuwe verhardingen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • situering: aansluitend bij een vergund gebouw • materialen: Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoor-

latende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grind-kaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

• de verharde oppervlakte, in functie van toegangen, parkeerplaatsen, paden, terrassen enz. bedraagt maximaal 30% van de oppervlakte van het perceel(sgedeelte) binnen de zonering gelegen tussen de rooilijn en de denkbeeldige lijn die samenvalt met de voor-gevel van een hoofdgebouw en maximaal 15% van het overige perceelsgedeelte binnen de zonering

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van water-lopen enz., van de landbouwexploitatie of van de aanleg van een (moes)tuin bij een be-staande vergunde woning of landbouwbedrijfswoning

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling of van landbouwexploitatie

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− de tijdelijke opslag van producten in functie van landbouwbeheer of natuurbeheer

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen in functie van het oprichten van gebouwen of het nemen van toegang tot gebouwen, uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; in beide laatste gevallen is vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) verplicht.

4.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen naar restaurant, hotel of feestzaal

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen buiten een straal van 30 m van de uiterste grenzen van een bestaande vergunde woning of vergunde landbouw-bedrijfswoning

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 31: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 31 -

Artikel 5. Gebied voor grondgebonden landbouw met semi-recreatief karakter

5.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot agrarische en para-agrarische bedrijven, constructies en inrichtingsmaatregelen met het oog op de landbouwexploitatie, worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor landinrichting en -beheer. Deze diensten onderzoeken onder meer de leefbaarheid van het bedrijf.

5.1.1. Hoofdbestemming

Dit gebied is bestemd voor: − grondgebonden agrarisch gebruik, met name akkers en weilanden met inbegrip van

landbouwbedrijfsgebouwen zoals landbouwbedrijfszetels, loodsen, stallingen voor weide-dieren

− kinderboerderij, schoolhoeve, manege of paardenhouderij met uitsluiting van horeca-voorzieningen maar met inbegrip van een verbruiksruimte

− toeristische verblijfsgelegenheid, uitsluitend in het kader van plattelandstoerisme − veeartsenijkundige kliniek gericht op de verzorging van de veestapel.

5.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere

bestaande woningen en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen mits respect voor de cultuurhistorische waarde van deze gebouwen

− recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers en ruiters, voor zover dit de hoofd-bestemming niet schaadt

− natuur en landschap − gemeenschapsvoorzieningen:

• tijdelijke opvang of verblijfsgelegenheid voor personen in groepsverband (zoals jeugdkampen)

• museumfunctie − opslag van goederen.

5.1.3. Niet toegelaten functies

Strijdig met de bestemming van het gebied is het gebruik van gronden als sport-, wedstrijd- of speelterrein, parkeerterrein, golfterrein, lig- of speelweide, dagcamping, als standplaats voor caravans, voor het testen van motorvoertuigen, als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen, als festivalweide en voor tuinuitbreiding. Deze opsomming is niet beperkend.

Strijdig met de bestemming is het gebruik van bestaande gebouwen als café, restaurant, hotel of feestzaal.

Page 32: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 32 -

5.2. Inrichting

Bij elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, dient een inrichtingsstudie (cfr. algemene bepalingen, artikel 3) te worden opge-maakt. Hierin wordt tevens aangegeven hoe de indicatief op het bestemmingsplan weergegeven voet- en fietsweg doorheen het gebied zal worden gerealiseerd.

5.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het gebruik van bestaande vergunde en niet-verkrotte bedrijfsgebouwen geheel of gedeeltelijk wijzigen met als nieuwe functies uitsluitend: • de verkoop van hoeveproducten al dan niet gecombineerd met de verkoop van drank en

voeding aan recreanten voor zover deze functie als nevenfunctie bij een leefbaar landbouwbedrijf wordt gerealiseerd

• wonen; de cultuurhistorisch waardevolle gebouwen mogen daarbij uitsluitend tot meer-gezinsgebouwen worden omgevormd mits de cultuurhistorische waarde behouden of hersteld wordt (zie artikel 12) en het aantal woningen (gezinnen) niet meer is dan 4; in deze gebouwen mag het volledige bestaande vergunde bouwvolume worden aange-wend in functie van de woonbestemming

• tijdelijke verblijfsgelegenheden voor personen in groepsverband of voor maximaal 4 individuele gezinnen in het kader van plattelandstoerisme in de cultuurhistorisch waarde-volle gebouwen mits de cultuurhistorische waarde behouden of hersteld wordt (zie artikel 12)

• gemeenschapsvoorzieningen: tijdelijke opvang of verblijfsgelegenheid voor personen in groepsverband (zoals jeugdkampen) en/of museumfunctie

• manege, paardenhouderij, schoolhoeve of kinderboerderij; de toegelaten verbruiksruimte is daarbij beperkt tot een maximumvloeroppervlakte van 50 m²

• veeartsenijkliniek gericht op de verzorging van de veestapel • opslag van goederen.

− het gebruik van bestaande gebouwen wijzigen van een niet-agrarische naar een agrarische functie

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen niet afgebroken worden tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

Page 33: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 33 -

− verbouwen en uitbreiden van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen, voor zover aan volgende voorwaarden is voldaan: • de uitbreiding van een vergunde woning is slechts mogelijk binnen bestaande vergunde

of vergund geachte volumes die op het moment van de aanvraag nog een niet-woonfunctie hebben;

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal of wordt uitgebreid tot maximaal 4

− het herbouwen van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de woning was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • de woning werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

volgens het bevolkingsregister bewoond • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant • het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume • het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal of wordt uitgebreid

tot maximaal 4

− het oprichten van grondgebonden agrarische bedrijfsgebouwen, stallingen voor weidedieren en schuilhokken voor grazend vee in duurzame materialen

− het herbouwen van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfsgebouwen binnen het bestaande vergunde volume, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van het gebouw blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume

− het verbouwen en uitbreiden van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfs-gebouwen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de bestaande gebouwen worden maximaal benut voor bedrijfsdoeleinden of worden

afgebroken indien zij niet langer bruikbaar zijn • het nieuwe volume sluit qua profiel, plaatsing en materialen aan bij de bestaande ge-

bouwen • de gebouwen zijn uitgerust met riolering of kunnen instaan voor eigen zuivering van het

afvalwater • het bestaande gebouw en de beoogde uitbreiding zijn of worden landschappelijk inge-

past

− het oprichten van natuurobservatiehutten in functie van natuureducatie, uitsluitend indien de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend door een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donker-gekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

Page 34: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 34 -

− het plaatsen van donkergekleurde draadafsluitingen met een maximumhoogte van 2 m boven het maaiveld en een minimummaaswijdte van 4 cm, gecombineerd met een levende streekeigen en inheemse haag (cfr. bijlage 1)

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− het aanbrengen op een onroerend goed van niet-lichtgevende uithangborden, opgesteld in de streektaal, met een maximumoppervlakte van 4 m², beperkt tot de bekendmaking van: • de verkoop of de verhuur van dit goed op voorwaarde dat de publiciteitsinrichting ten

laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd • de bedrijvigheid op die plaats uitgeoefend of de bekendmaking van goederen die op die

plaats te koop of te huur zijn

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoor-latende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grindkaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van nieuwe verhardingen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • situering: aansluitend bij een vergund gebouw of ter realisatie van een indicatief op het

bestemmingsplan weergegeven voet- en fietsweg • materialen: Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, water-

doorlatende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grindkaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

• de maximum verharde oppervlakte, in functie van toegangen, parkeerplaatsen, paden, terrassen enz. bedraagt maximaal 30% van de oppervlakte van het perceel(sgedeelte) binnen de zonering gelegen tussen de rooilijn en de denkbeeldige lijn die samenvalt met de voorgevel van een hoofdgebouw en maximaal 15% van het overige perceelsgedeelte binnen de zonering

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van water-lopen enz., van de landbouwexploitatie of van de aanleg van een (moes)tuin bij een bestaande vergunde woning of landbouwbedrijfswoning

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling of van landbouwexploitatie

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− de tijdelijke opslag van producten in functie van landbouwbeheer of natuurbeheer

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht.

Page 35: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 35 -

5.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen naar restaurant, hotel of feestzaal

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen buiten een straal van 30 m van de uiterste grenzen van een bestaande vergunde woning of vergunde landbouw-bedrijfswoning

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 36: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 36 -

Artikel 6. Natuurgebied

6.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning in het natuurgebied met archeologische waarde worden voor een bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor archeologisch erfgoed. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag past binnen het vooropgestelde archeologisch erfgoedbehoud.

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor wijzigingen, werken of handelingen met het oog op natuurbehoud, - ontwikkeling of -beheer worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor natuur. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag past binnen het vooropgestelde natuurbehoud, de natuurontwikkeling of het natuurbeheer in het gebied.

6.1.1. Hoofdbestemming

Behoud, bescherming, herstel en ontwikkeling van natuur en landschap en ecologische en cultuurhistorische waarden.

6.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − bestaande agrarische en bosbouwkundige beheersactiviteiten, zoals het uitbaten van

akkers, hooilanden, hooiweiden, graasweiden en bossen, mits ze het natuurlijk milieu en de landschappelijke waarden niet schaden of veranderen

− wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere bestaande woningen

− hobbyvisserij, uitsluitend in de twee vijvers aangeduid met een symbool op het bestemmingsplan

− recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers, ruiters en voor niet-gemotoriseerde watersporten (roeien, hobbyvisserij, kanovaren, zwemmen), voor zover dit de hoofd-bestemming niet schaadt.

6.2. Inrichting

6.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het gebruik van een bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoning wijzigen naar een niet-agrarische functie met als nieuwe functie uitsluitend wonen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • de gebouwen mogen niet tot meergezinsgebouwen omgevormd worden; een uit-

zondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol

Page 37: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 37 -

gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen wel tot meergezinsgebouw omgevormd worden

• het totale bouwvolume in functie van de woonbestemming mag maximaal 700 m³ bedragen

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen niet afgebroken worden tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− het herbouwen van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de woning was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • de woning werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

volgens het bevolkingsregister bewoond • de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume; het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 700 m³ indien het bestaande vergunde volume meer dan 700 m³ bedraagt

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal

− verbouwen binnen het bestaande volume van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen, voor zover het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal; een uitzondering op deze beperking betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven

− het verbouwen en uitbreiden van bestaande en - ook qua functie - vergunde bedrijfs-gebouwen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de uitbreiding is noodzakelijk om te voldoen aan voorwaarden opgelegd in de ver-

nieuwing van de milieuvergunning zonder dat het bedrijf daarbij qua capaciteit uitbreidt • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • de bestaande gebouwen worden maximaal benut voor bedrijfsdoeleinden of worden

afgebroken indien zij niet langer bruikbaar zijn • het nieuwe volume sluit qua profiel, plaatsing en materialen aan bij de bestaande

gebouwen • de gebouwen zijn uitgerust met riolering of kunnen instaan voor eigen zuivering van het

afvalwater

Page 38: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 38 -

− het oprichten van schuilhokken voor grazend vee, uitgezonderd in het natuurgebied met archeologische waarde, beide op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, en voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • het wordt opgericht in een weide die ruimtelijk geïsoleerd is van het hoofdgebouw.

maximumoppervlakte: 25 m² voor een aaneengesloten graasweide van 1 tot 3 ha en 50 m² voor een aaneengesloten graasweide van meer dan 3 ha

• één zijde is volledig en altijd open, de andere gevels zijn in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout

• het schuilhok heeft een lessenaarsdak met maximumkroonlijsthoogte van 2,50 m en een maximumdakhelling van 35° in hout, pannen of antracietkleurige golfplaten

• toegelaten verhardingen, enkel in de zone van 2 m rondom het schuilhok: steenslag of grind

• de aanvraag gebeurt door een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkende terrein-beherende natuurvereniging

− het oprichten van natuurobservatiehutten in functie van natuureducatie, uitgezonderd in het natuurgebied met open karakter en het natuurgebied met archeologische waarde, beide op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, en uitsluitend indien de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend door een publiek-rechtelijk rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het oprichten van een berging bij de twee vijvers aangeduid met een symbool op het bestemmingsplan (hobbyvisserij) voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • maximaal één berging per vijver • maximumoppervlakte: 15 m² per berging • de berging heeft een lessenaarsdak met maximumkroonlijsthoogte van 2,50 m en een

maximumdakhelling van 35° in hout, pannen of antracietkleurige golfplaten • de wanden zijn opgetrokken in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout • toegelaten verhardingen, enkel in de zone van 2 m rondom de berging: steenslag of

grind

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen, uitgezonderd in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donkergekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het plaatsen van donkergekleurde draadafsluitingen, uitgezonderd in het natuurgebied met open karakter, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, met een maximumhoogte van 2 m boven het maaiveld en een minimummaaswijdte van 4 cm, gecombineerd met een levende streekeigen en inheemse haag (cfr. bijlage 1)

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− publiciteitsinrichtingen, aangebracht op een onroerend goed, waarbij wordt bekendgemaakt dat dit goed te koop of te huur is, uitgezonderd in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m² en dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd

Page 39: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 39 -

− het aanleggen van nieuwe verhardingen in functie van het recreatief medegebruik, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • situering: ter realisatie van een op het bestemmingsplan indicatief weergegeven voet- of

fietsweg • materialen: Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoor-

latende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een grind-kaliber van maximaal 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

• maximumbreedte: 2 m

− het vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen uitgezonderd in het natuurgebied met archeologische waarde op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, in functie van de landbouwexploitatie of in functie van het recreatief medegebruik door niet-gemotoriseerd verkeer, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoorlatende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een maximum grindkaliber van 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van waterlopen enz. uitgezonderd in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven

− het wijzigen van het reliëf in functie van archeologisch wetenschappelijk onderzoek in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven

− het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling; in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven, is dit enkel mogelijk mits gunstig advies van de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor archeologisch erfgoed

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken; in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven is dit enkel mogelijk mits gunstig advies van de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor archeologisch erfgoed

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht uitgezonderd in natuurgebied met open karakter

− het kappen of rooien van bomen mits voorzien in een goedgekeurd beheersplan met een juridische basis zoals een goedgekeurd bosbeheersplan of beheersplan voor een aangewezen of erkend natuurreservaat

− het kappen of rooien van bomen in functie van het behoud van het archeologisch erfgoed in het natuurgebied met archeologische waarde, op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven en in functie van het behoud van het open karakter in het natuurgebied met open karakter.

− het aanbrengen van oeververstevigingen. Deze dienen met natuurlijke, ecologisch verantwoorde materialen te gebeuren, bij voorkeur door beplanting met streekeigen grondvasthoudende oevervegetatie. Beton, niet-Europees of niet-officieel gecertificeerd tropisch hout en schanskorven zijn niet toegelaten. De oevers dienen een hellend vlak te vormen (geen verticale wanden). Aan de twee vijvers aangeduid met een symbool op het

Page 40: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 40 -

bestemmingsplan (hobbyvisserij) is het gebruik van beton en schanskorven onder het wateroppervlak wel toegelaten, mits de wanden als een hellend vlak of trapvorm aangelegd worden.

6.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− het oprichten van afzonderlijke woningbijgebouwen

− het scheuren van grasland

− de uitbreiding van bestaande tuinen en de aanleg van nieuwe tuinen buiten een straal van 30 m van de uiterste grenzen van een bestaande vergunde woning of vergunde landbouwbedrijfswoning

− de aanplanting van niet-streekeigen en -inheemse heester- en boomsoorten

− het bebossen van percelen gelegen in de bestemming natuurgebied met open karakter

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 41: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 41 -

Artikel 7. Parkgebied met ecologische waarde

7.1. Bestemming

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor wijzigingen, werken of handelingen met het oog op de inrichting van het parkgebied met ecologische waarde worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor natuur. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag bijdraagt tot het natuurlijk karakter van het gebied.

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor wijzigingen, werken of handelingen met het oog op de inrichting van het parkgebied met ecologische waarde worden tevens voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor bossen en parken. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag bijdraagt tot het behoud van het bosareaal.

Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor wijzigingen, werken of handelingen met het oog op de inrichting van het parkgebied met ecologische waarde worden tevens voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor monumenten en landschappen. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag bijdraagt tot het behoud van de cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle elementen in het gebied.

7.1.1. Hoofdbestemming

Behoud, bescherming, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden.

7.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − bestaande agrarische en bosbouwkundige beheersactiviteiten, zoals het uitbaten van

akkers, hooilanden, hooiweiden, graasweiden en bossen, mits ze het natuurlijk milieu en de landschappelijke waarden niet schaden of veranderen

− wonen in bestaande vergunde en niet-verkrotte agrarische bedrijfswoningen en andere bestaande woningen

− gemeenschapsvoorzieningen in bestaande vergunde en niet-verkrotte gebouwen, met bijbehorende woonruimten in functie van het beheer van het gebouw en het domein en vergaderlokalen, en voor zover dit het karakter van het gebied en van de gebouwen niet schaadt

− recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers, ruiters en voor niet-gemotoriseerde watersporten (roeien, hobbyvisserij, zwemmen), voor zover dit de hoofdbestemming niet schaadt.

7.2. Inrichting

Bij elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, dient een inrichtingsstudie (cfr. algemene bepalingen, artikel 3) te worden opge-maakt.

Page 42: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 42 -

7.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen niet afgebroken worden tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− het herbouwen van bestaande vergunde en niet-verkrotte woningen binnen het bestaande vergunde volume voor zover het karakter en de verschijningsvorm behouden blijven wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • de woning was voor de vernieling of beschadiging niet verkrot • de woning werd in de loop van het jaar voorafgaand aan de vernieling of beschadiging

volgens het bevolkingsregister bewoond • de aanvraag gebeurt binnen het jaar na het toekennen van het verzekeringsbedrag • het perceel, waarop de aanvraag zich situeert, paalt onmiddellijk aan een uitgeruste weg • het gebouw wordt op dezelfde plaats ingeplant, of op een gewijzigde plaats op voor-

waarde dat die verplaatsing is ingegeven door redenen van goede plaatselijke ordening, voor zover de eindtoestand na herbouwen een betere plaatselijke aanleg oplevert en zicht richt naar de omgevende bebouwing en/of plaatselijke courante bebouwingswijze; de redenen van goede plaatselijke ordening moeten minstens die betere integratie in de al dan niet bebouwde omgeving impliceren, alsmede een betere terreinbezetting

• het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot het bestaande vergunde volume; het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 1000 m³ indien het bestaande vergunde volume meer dan 1000 m³ bedraagt

• het aantal woningen (gezinnen) blijft beperkt tot het bestaande aantal

− het oprichten van maximum één afzonderlijk bijgebouw bij een bestaande vergunde en niet-verkrotte woning dienstig als schuilhok voor vee, serre, bergplaats, garage en/of hok voor huisdieren voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • maximumoppervlakte per bijgebouw: 15 m² • zadel- of lessenaarsdak of plat dak, met maximumkroonlijsthoogte van 2,50 m en

maximumnokhoogte van 3 m; schuine daken in hout, leien of pannen

− uitsluitend toegelaten in de zone langs Turhulpensesteenweg: het uitbreiden van bestaande - ook qua functie - vergunde of vergund geachte gebouwen en het oprichten van nieuwe gebouwen met een gemeenschapsfunctie gericht op lokale dienstverlening, toeristische informatie en educatieve diensten in aansluiting bij de bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen zodat zij één architectonisch geheel vormen; het totale bouwvolume bedraagt daarbij niet meer dan 200% van het bestaande vergunde of vergund geachte volume

Page 43: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 43 -

− het oprichten van natuurobservatiehutten in functie van natuureducatie, uitsluitend indien de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend door een publiekrechtelijk rechtspersoon of een erkende terreinbeherende natuurvereniging

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donkergekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− het aanbrengen op een onroerend goed van niet-lichtgevende uithangborden, opgesteld in de streektaal, met een maximale oppervlakte van 4 m², beperkt tot de bekendmaking van de verkoop of de verhuur van dit goed op voorwaarde dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden en mennewegen in functie van de landbouwexploitatie of in functie van het recreatief medegebruik door niet-gemotoriseerd verkeer, in Europees of officieel gecertificeerd tropisch hout en/of losse, waterdoorlatende, streekeigen steenmaterialen (grind, fijn steenslag, kiezel enz.), met een maximum grindkaliber van 4 cm; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van nieuwe verhardingen, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • situering: aansluitend bij een vergund gebouw • materialen: uit de matrialen moet respect voor de cultuurhistorische en/of

landschappelijke waarde van de omgeving blijken; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten

• de verharde oppervlakte, in functie van toegangen, maximaal 2 parkeerplaatsen per woning, paden, terrassen enz. bedraagt maximaal 15% van de oppervlakte van het perceel(sgedeelte) binnen de zonering gelegen tussen de rooilijn en de denkbeeldige lijn die samenvalt met de voorgevel van een hoofdgebouw en maximaal 5% van het overige perceelsgedeelte binnen de zonering

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van waterlopen enz., of van de aanleg van een (moes)tuin bij een bestaande vergunde woning

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− de tijdelijke opslag van producten in functie van landbouwbeheer of natuurbeheer

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen in functie van het oprichten van gebouwen of het nemen van toegang tot gebouwen, uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; in beide laatste gevallen is vervanging verplicht.

Page 44: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 44 -

7.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen naar restaurant, hotel of feestzaal

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de aanplanting van in totaal meer dan 30% niet-streekeigen en -inheemse heester- en boomsoorten

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 45: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 45 -

Artikel 8. Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen

8.1. Bestemming

8.1.1. Hoofdbestemming

Het gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen is bestemd voor gebouwen en terreinen voor gemeenschapsuitrustingen en openbaar nut, nader gespecificeerd door middel van de letter ‘a’ of ‘b’ in overdruk weergegeven op het bestemmingsplan; daarbij zijn uitsluitend volgende functies toegelaten: − in de bestaande gebouwen en eventuele uitbreiding daarvan binnen de zone a

• gemeenschapsvoorzieningen zonder loketfunctie • huisvesting voor bijzondere doelgroepen • hotel met congresfaciliteiten • kuuroord.

− in de zones b: • werken, handelingen en wijzigingen die noodzakelijk zijn voor de productie van drink-

water • werken, handelingen en wijzigingen die de bescherming van het grondwater tot doel

hebben • Natuurbehoud en –ontwikkeling en gemeenschapsvoorzieningen gericht op natuur-

educatie die de kwaliteit van het grondwater niet kunnen verontreinigen voor zover de betrokken drinkwatermaatschappij een gunstig advies verleent.

8.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − behoud, bescherming, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische, landschappelijke en

ecologische waarden − bestaande agrarische en bosbouwkundige beheersactiviteiten, zoals het uitbaten van

akkers, hooilanden, hooiweiden, graasweiden en bossen, mits ze het natuurlijk milieu en de landschappelijke waarden niet schaden of veranderen en voor zover zij de realisatie van de bestemming niet voor de toekomst hypothekeren

− recreatief medegebruik door wandelaars, fietsers en ruiters, voor zover dit de hoofd-bestemming niet schaadt.

8.2. Inrichting

Bij elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, dient een inrichtingsstudie (cfr. algemene bepalingen, artikel 3) te worden opge-maakt. Hierin wordt tevens aangegeven hoe de indicatief op het bestemmingsplan weergegeven voet- en fietsweg doorheen het gebied zal worden gerealiseerd.

Page 46: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 46 -

8.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het gebruik van bestaande vergunde gebouwen geheel of gedeeltelijk wijzigen met als nieuwe functies uitsluitend gemeenschapsvoorzieningen zoals verder gespecificeerd met de letter ‘a’ of ‘b’ in overdruk op het bestemmingsplan

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie; een uitzondering op deze bepaling betreft de gebouwen of constructies van een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex, op het bestemmingsplan met een symbool in overdruk aangegeven: deze mogen niet afgebroken worden tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp

− verbouwen binnen het bestaande volume van bestaande vergunde en niet-verkrotte gebouwen

− het oprichten en uitbreiden van constructies en gebouwen binnen de zone in functie van de bestemming gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen zoals verder gespecificeerd met de letter ‘a’ of ‘b’ in overdruk op het bestemmingsplan, voor zover aan elke van volgende voorwaarden is voldaan: • gebouwen of constructies of uitbreidingen ervan worden geplaatst op een afstand van

minimum 5 m van de rand van waterlopen, uitgezonderd in de zones b • gebouwen of constructies of uitbreidingen ervan worden geplaatst op een afstand van de

perceelsgrenzen minimum gelijk aan de kroonlijsthoogte met een minimum van 3 m • gebouwen of constructies of uitbreidingen ervan worden geplaatst op een afstand van de

bestaande bebouwing minimum gelijk aan de kroonlijsthoogte van de bestaande bebouwing met een minimum van 6 m tenzij op bestaande bebouwing wordt aangesloten

• de hoogte van nieuwe gebouwen of constructies bedraagt maximaal 7 m, uitgezonderd in de zones b

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het oprichten van verplaatsbare inrichtingen binnen de zones ‘b’ in functie van de bestemming, op een afstand van minimum 6 m van de perceelsgrenzen

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donker-gekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

Page 47: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 47 -

− het aanbrengen op een onroerend goed van niet-lichtgevende uithangborden, opgesteld in de streektaal, met een maximale oppervlakte van 4 m², beperkt tot de bekendmaking van: • de verkoop of de verhuur van dit goed op voorwaarde dat de publiciteitsinrichting ten

laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd • de bedrijvigheid op die plaats uitgeoefend of de bekendmaking van goederen die op die

plaats te koop of te huur zijn

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden, en het aanleggen van nieuwe verhardingen in functie van de bestemming gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen zoals gespecificeerd met de letter ‘a’ of ‘b’ in overdruk op het bestemmingsplan of ter realisatie van de indicatief op het bestemmingsplan weergegeven voet- en fietsweg; gerecupereerde afbraakmaterialen, k.w.s.-verharding of andere niet-waterdoorlatende materialen zijn niet toegelaten, tenzij deze uit milieu-technisch oogpunt verplicht zijn

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van waterlopen enz.; de aanleg van poelen en waterplassen in zones b is verboden.

− het tijdelijk verlagen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van drinkwaterwinning, -productie of -bescherming in de zone met de letter ‘b’ in overdruk op bestemmingsplan

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht

− het kappen of rooien van bomen mits voorzien in een goedgekeurd beheersplan met een juridische basis zoals een goedgekeurd bosbeheersplan of beheersplan voor een aan-gewezen of erkend natuurreservaat.

8.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de aanplanting van niet-streekeigen en -inheemse heester- en boomsoorten in de zones b

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 48: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 48 -

Artikel 9. Recreatiegebied

9.1. Bestemming

9.1.1. Hoofdbestemming

Het recreatiegebied is bestemd voor gebouwen en terreinen voor recreatie, nader gespecificeerd met de letter ‘a’, ‘b’ of ‘c’ in overdruk weergegeven op het bestemmingsplan; daarbij zijn uitsluitend volgende functies zijn toegelaten: − in zone a: verblijfsrecreatie − in zone b: dagrecreatie − in zone c: dagrecreatie gericht op niet-gemotoriseerde watersporten.

9.1.2. Nevenbestemmingen

Toegelaten zijn tevens volgende functies: − behoud, bescherming, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische, landschappelijke en

ecologische waarden − bestaande agrarische en bosbouwkundige beheersactiviteiten, zoals het uitbaten van

akkers, hooilanden, hooiweiden, graasweiden en bossen, mits ze het natuurlijk milieu en de landschappelijke waarden niet schaden of veranderen en voor zover zij de realisatie van de bestemming niet voor de toekomst hypothekeren.

9.2. Inrichting

Bij elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, met uitzondering van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, dient een inrichtingsstudie (cfr. algemene bepalingen, artikel 3) te worden opge-maakt.

9.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− instandhoudings- of onderhoudswerken, inclusief instandhoudings- of onderhoudswerken met betrekking tot de stabiliteit, en verbouwingswerken binnen het bestaande vergunde bouwvolume, met behoud van het bestaand vergund gebruik, aan om het even welk bestaand en - ook qua functie - vergund en niet-verkrot gebouw of om het even welke bestaande vergunde en niet-verkrotte constructie

− het gebruik van bestaande vergunde gebouwen geheel of gedeeltelijk wijzigen met als nieuwe functies uitsluitend recreatievoorzieningen zoals verder gespecificeerd met de letter ‘a’, ‘b’ of ‘c’ in overdruk op het bestemmingsplan

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie

Page 49: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 49 -

− verbouwen binnen het bestaande volume van bestaande vergunde en niet-verkrotte gebouwen

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het oprichten en uitbreiden van constructies, verplaatsbare inrichtingen en gebouwen binnen de zone in functie van de bestemming recreatie zoals verder gespecificeerd met de letter ‘a’, ‘b’ of ‘c’ in overdruk op het bestemmingsplan; • in de zone met overdruk ‘a’ zijn enkel volgende gebouwen en constructies toegelaten:

gebouwen voor onthaal, cafetaria en sanitair verplaatsbare inrichtingen die als tijdelijke verblijfsgelegenheid kunnen worden gebruikt;

onder geen enkele voorwaarde is permanente bewoning toegestaan schuilhuisjes

• in de zone met overdruk ‘b’ zijn enkel volgende gebouwen en constructies toegelaten: sporthal met bijbehorende bergruimte, kleedruimten, cafetaria en sanitair specifieke sportinfrastructuur zoals doelpalen, netten enz. schuilhuisjes

• in de zone met overdruk ‘c’ zijn enkel volgende gebouwen en constructies toegelaten: clubhuis met bijbehorende bergruimte, kleedruimten, cafetaria en sanitair specifieke infrastructuur voor het opbergen van zeil- en roeiboten, kano’s en kajaks,

surfplanken enz. • nieuwe bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing wordt daarbij geplaatst:

op een afstand van minimum 5 van de rand van oppervlaktewaterlichamen op een afstand van de perceelsgrenzen minimum gelijk aan de kroonlijsthoogte met een

minimum van 3 m op een afstand van de bestaande bebouwing minimum gelijk aan de kroonlijsthoogte van

de bestaande bebouwing met een minimum van 6 m tenzij op bestaande bebouwing wordt aangesloten

− het plaatsen van veekralen en weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donkergekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid

− het aanbrengen op een onroerend goed van niet-lichtgevende uithangborden, opgesteld in de streektaal, met een maximale oppervlakte van 4 m², beperkt tot de bekendmaking van: • de verkoop of de verhuur van dit goed op voorwaarde dat de publiciteitsinrichting ten

laatste 14 dagen na de verhuring of verkoping wordt verwijderd • de bedrijvigheid op die plaats uitgeoefend of de bekendmaking van goederen die op die

plaats te koop of te huur zijn

− het verharden en vernieuwen van de bestaande verharding van bestaande paden, en het aanleggen van nieuwe verhardingen in functie van toegangen, parkeerplaatsen, paden, terrassen enz. ten behoeve van de bestemming recreatie zoals verder gespecificeerd met de letter ‘a’, ‘b’ of ‘c’ in overdruk op het bestemmingsplan; de maximum verharde opper-vlakte bedraagt 15% van de perceelsoppervlakte binnen de zonering, verhardingen voor de aanleg van sport- en speelvelden niet inbegrepen

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens

Page 50: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 50 -

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling, zoals de aanleg van poelen en waterplassen, het herstellen van het natuurlijk profiel van waterlopen enz.

− het wijzigen van de grondwaterstand in functie van natuurbehoud, -herstel of -ontwikkeling

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− het verlagen van de grondwaterstand in functie van drinkwaterwinning, -productie of -bescherming in de zone met de letter ‘b’ in overdruk op bestemmingsplan

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht

− het kappen of rooien van bomen mits voorzien in een goedgekeurd beheersplan met een juridische basis zoals een goedgekeurd bosbeheersplan of beheersplan voor een aangewezen of erkend natuurreservaat.

9.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− het scheuren van grasland

− de realisatie van boomkwekerijen en sierteeltaanplantingen.

Page 51: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 51 -

Artikel 10. Openbaar domein

10.1. Bestemming

Binnen deze zonering wordt volgend onderscheid gemaakt: − wegen en straten: die delen van gemeentelijke, provinciale en gewestelijke verkeerswegen,

die binnen de grenzen van het BPA vallen en bestemd zijn voor gemotoriseerd verkeer en - met uitzondering van de autosnelweg - tevens voor niet-gemotoriseerd verkeer

− voet- en fiets- en landbouwwegen: bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer, zijnde voetgangers, fietsers en ruiters, en voor al dan niet gemotoriseerd verkeer van landbouwers en bosbeheerders; andere vormen van gemotoriseerd verkeer zijn verboden

− indicatief op het bestemmingsplan weergegeven voet- en fietswegen: bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer, zijnde voetgangers, fietsers en ruiters.

Een aantal van deze wegen en straten en voet- en fiets- en landbouwwegen kregen in dit BPA een overdruk als waardevolle holle weg. Alle aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot deze holle wegen worden voor een niet-bindend advies overgemaakt aan de dienst van de Vlaamse overheid bevoegd voor monumenten. Deze dienst onderzoekt ondermeer of de voorgestelde verharding strookt met de cultuurhistorische en landschappelijk waardevol karakter van de weg.

10.2. Inrichting

Uit de aanleg en eventuele heraanleg moet respect voor de natuurlijke omgeving en de eigenheid van het landelijk gebied blijken.

De inrichting van de wegen en straten is afgestemd op de categorisering van wegen zoals aangegeven door de gewestelijke en provinciale overheden en in het gemeentelijk mobiliteitsplan.

De in overdruk op het bestemmingsplan weergegeven ‘waardevolle holle wegen’ zijn te behouden of te herstellen als wegen met een hol terreinprofiel en groene wegbermen met streekeigen heester- en boomsoorten.

10.2.1. Onder bepaalde voorwaarden toegelaten werken

In het gebied zijn alle stedenbouwkundige handelingen als bedoeld in artikel 99, § 1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening verboden, ongeacht of er een stedenbouwkundige vergunning vereist is, met uitzondering van de hier-onder opgesomde werken, handelingen en wijzigingen die slechts onder volgende voorwaarden toegelaten zijn mits de goede plaatselijke ordening niet wordt geschaad:

− het afbreken van om het even welk bestaand gebouw of om het even welke bestaande, uitneembare en/of verplaatsbare constructie

− het tijdelijk oprichten van verplaatsbare inrichtingen voor de uitvoering van vergunde werken, handelingen en wijzigingen; onder geen enkele voorwaarde is bewoning toegestaan

− het plaatsen van weideafsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donkergekleurde of gegalvaniseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

Page 52: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 52 -

− het plaatsen van afsluitingen; deze kunnen enkel bestaan uit houten palen of tronken met een maximumhoogte van 1,50 m boven het maaiveld en donkergekleurde of gegalva-niseerde metaaldraad of kunststofdraad of houten dwarslatten daaraan bevestigd

− het plaatsen van metalen vangrails binnen het openbaar domein van de wegen en straten, uitsluitend ter bevordering van de verkeersveiligheid

− het plaatsen van geluidsschermen of -wallen langs de autosnelweg

− het aanbrengen van wegwijzers en informatieborden, die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire bepalingen en/of enkel informatie van de overheid bevatten of deel uitmaken van sensibiliseringscampagnes van de overheid; andere publiciteitsinrichtingen zijn expliciet verboden

− het vernieuwen van de bestaande verharding van wegen en straten en voet-, fiets- en landbouwwegen; voor de heraanleg van voet-, fiets- en landbouwwegen kan uitsluitend gebruik gemaakt worden van waterdoorlatende verhardingsmaterialen; voor de heraanleg van waardevolle holle wegen kan uitsluitend gebruik gemaakt worden van natuursteen

− het verharden van wegen en straten en voet-, fiets- en landbouwwegen uitgezonderd deze in overdruk op het bestemmingsplan aangegeven als waardevolle holle weg; voor de (her)aanleg van voet-, fiets- en landbouwwegen kan uitsluitend gebruik gemaakt worden van waterdoorlatende verhardingsmaterialen; de aanleg van de indicatief op het bestemmings-plan weergegeven voet- en fietswegen dient tevens te beantwoorden aan de voorwaarden voor de inrichting van het omgevende gebied (cfr. bijzondere bepalingen artikel 5.2.1., artikel 6.2.1. en artikel 8.2.1.)

− de verbreding van de verharding uitgezonderd van wegen en straten en voet-, fiets- en landbouwwegen in overdruk op het bestemmingsplan aangegeven als waardevolle holle weg, en dit uitsluitend ter bevordering van de verkeersleefbaarheid en/of -veiligheid

− het plaatsen van straatmeubilair

− het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en bijbehorende installa-ties, uitgezonderd pylonen, masten, antennes en windmolens; op voet-, fiets- en landbouwwegen wordt verlichtingsapparatuur beperkt tot de onmiddellijke omgeving van de bestaande woningen (maximaal 25 m van de uiterste hoek van de woningen)

− het wijzigen van het reliëf van de bodem in functie van natuurherstel of -ontwikkeling; het verwijderen of versmallen van de bestaande groene wegbermen langs voet- en fietswegen is expliciet verboden

− het tijdelijk (van het begin van de funderingswerken tot het einde ervan) verlagen van de grondwaterstand door middel van verticale drainage om vergunde werken mogelijk te maken

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen uit veiligheidsoverwegingen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt; vervanging met streekeigen en inheemse soorten (cfr. bijlage 1) is verplicht; deze bepaling geldt in het bijzonder voor de op het bestemmingsplan in overdruk aangegeven waardevolle holle wegen

− het aanbrengen van ecologische infrastructuur (natuurlijk ingerichte grachten en bermen, ecotunnels, wildspiegels enz.).

Page 53: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 53 -

10.2.2. Expliciet verboden werken, handelingen en wijzigingen

In dit gebied zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden, omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter van het gebied:

− de oprichting van pylonen, masten, antennes en windmolens

− de aanplanting van niet-streekeigen en -inheemse heester- en boomsoorten langsheen voet- en fietswegen

Page 54: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 54 -

Artikel 11. Overdruk: gebied voor waterwinning

11.1. Bestemming

Deze in overdruk weergegeven strook is - ongeacht de bestemming aangegeven in de grondkleur - tevens bestemd voor de bundeling van ondergrondse leidingen. Elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot een gebied voor waterwinning zal voor een niet-bindend advies worden overgemaakt aan de betrokken drinkwatermaatschappij.

11.2. Inrichting

In deze gebieden zijn ongeacht de verbodsbepalingen volgens de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan in functie van de bestemming volgende werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor zover deze gebeuren met het oog op de winning, productie en bescherming van drinkwater:

− de realisatie van constructies en verhardingen

− het plaatsen van donkergekleurde draadafsluitingen, met een maximumhoogte van 2 m boven het maaiveld en een minimummaaswijdte van 4 cm, gecombineerd met een levende streekeigen en inheemse haag (cfr. bijlage 1)

− de realisatie van peilputten

− het kappen of rooien van bomen of bomenrijen en het ontbossen.

In elk geval zijn in deze gebieden ongeacht de toegelaten werken, handelingen en wijzigingen volgens de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan volgende werken, handelingen en wijzigingen expliciet verboden:

− het inrichten van stortplaatsen

− het inrichten van begraafplaatsen

− het gebruik van bestaande gebouwen wijzigen van een niet-agrarische naar een agrarische functie

− het oprichten, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van bedrijfsgebouwen

− de realisatie van ondergrondse of bovengrondse opslagruimten, sleuf- of grondsilo’s voor mest

− het installeren van rioolwaterzuiveringsinstallaties en het aanleggen van leidingen met een lengte van meer dan 100 m voor het transport van verontreinigende stoffen

− reliëfwijzigingen van meer dan 2,50 m onder het maaiveld, uitgezonderd voor de winning, productie en bescherming van drinkwater

− het permanent wijzigen van de grondwaterstand uitgezonderd voor de winning, productie en bescherming van drinkwater.

Page 55: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 55 -

Artikel 12. Overdruk: cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex

12.1. Bestemming

De gebouwencomplexen die op het grafisch plan in overdruk een blauw schildsymbool dragen, krijgen in dit BPA een bescherming als cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex. Een lijst van deze panden met hun adres en beschrijving is opgenomen in bijlage 2.

Ongeacht de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan is de toegelaten functie van deze gebouwencomplexen wonen in een één- of meergezinsgebouw mits de cultuurhistorische waarde hersteld wordt en het totaal aantal woningen (gezinnen) in oude hoevegebouwen niet meer is dan 4 en/of gemeenschapsfuncties gericht op lokale dienst-verlening, toeristische informatie en educatieve diensten.

12.2. Inrichting

Elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot een cultuurhistorisch waardevol gebouwencomplex zal voor een - zover betreffend gebouwen-complex geen bescherming in het kader van de wetgeving op monumenten en landschappen geniet - niet-bindend advies worden overgemaakt aan de diensten van de Vlaamse overheid bevoegd voor Monumenten en Landschappen. Deze diensten onderzoeken onder meer of de aanvraag bijdraagt tot het behoud en de bescherming van het cultuurhistorisch waardevolle gebouwencomplex.

Ongeacht de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan dienen de vormelijke elementen waaraan deze cultuurhistorisch waardevolle panden hun waarde te danken hebben bij verbouwings- en uitbreidingswerken behouden te blijven. In het bijzonder dienen bij verbouwingswerken behouden: − het bouwvolume van het hoofdgebouw − de dakvorm met dakkapellen en kroonlijstafwerking − de gevelgeleding en het gevelmateriaal − de eventueel aanwezige plinten, speklagen en geprononceerde druiplijsten, poort-, deur-

en/of raamomlijstingen, sluitstenen en uitgewerkte lateien, hoekbanden, balkons, erkers, in gewerkte nissen en houtwerk, waaraan het gebouw zijn bijzondere waarde te danken heeft.

Deze vormelijke elementen staan niet op zich, maar wordt het gebouw als één geheel bekeken.

Ongeacht de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan is het niet toegelaten de gebouwen die deel uitmaken van dergelijk gebouwencomplex af te breken of te herbouwen, tenzij uit veiligheidsoverwegingen wanneer zij buiten de wil van de eigenaar geheel of gedeeltelijk vernietigd zijn door een plotse ramp.

Ongeacht de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan is het verboden reclamepanelen op deze gebouwencomplexen aan te brengen, met uitzondering van een naambord met maximale afmetingen 50 cm x 50 cm.

Ongeacht de bestemming aangegeven in grondkleur op het bestemmingsplan is het toegelaten het gebruik van deze gebouwencomplexen te wijzigen met als nieuwe functie wonen in een één- of meergezinsgebouw mits de cultuurhistorische waarde hersteld wordt en het totaal aantal woningen (gezinnen) in oude hoevegebouwen niet meer is dan 4 en/of gemeen-schapsfuncties gericht op lokale dienstverlening, toeristische informatie en educatieve diensten.

Page 56: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 56 -

Artikel 13. Overdruk: tracé voor ondergrondse leidingen

13.1. Bestemming Deze in overdruk weergegeven strook is - ongeacht de zonering aangegeven in de grondkleur - tevens bestemd voor de bundeling van ondergrondse leidingen.

13.2. Inrichting

Elke aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot een perceel dat grenst aan, doorkruist wordt door het op het bestemmingsplan aangegeven tracé zal voor een niet-bindend advies worden overgemaakt aan de beheerder van de leidingen.

Ongeacht de werken, handelingen en wijzingen verboden volgens de stedenbouwkundige voorschriften voor de bestemming aangegeven in de grondkleur, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met betrekking tot nuts- en transportleidingen en bijbehorende installaties in alle bestemmingen in de strook in overdruk toegelaten.

De vergunningverlenende overheid kan van deze bepalingen afwijken voor verbouwingen en uitbreidingen aan bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen en constructies en werken, handelingen en wijzigingen aan bestaande verhardingen mits gunstig advies van de beheerder van de leidingen.

Het aanplanten van nieuwe hoogstambomen en/of heesters in een strook van 5 m aan weerszijden van de as van de leiding is verboden, met uitzondering van de soorten vermeld in de lijst in bijlage 2.

Page 57: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 57 -

III. Bijlagen

Page 58: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 58 -

Page 59: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 59 -

Bijlage 1 Streekeigen en inheemse heester- en boomsoorten

Alle opgesomde soorten zijn streekeigen en inheems in de regio met uitzondering van twee groepen die als volgt worden aangeduid: (*); deze zijn vermoedelijk inheems. Indien soorten vooral geschikt zijn voor aanplanting op valleibodems wordt dit aangeduid door: (V). Kunnen ze bij voorkeur aangewend worden op zandiger bodems, dan volgt er een (Z). Zeer kleine struiken werden niet in de lijst opgenomen.

Grote bomen

Carpinus betulus - Haagbeuk Fagus sylvatica - Beuk Fraxinus excelsior - Gewone es (V) Populus canescens - Grauwe abeel (*) (V) Populus nigra - Zwarte populier (V) Prunus avium - Wilde kers Quercus petraea - Wintereik

Quercus robur - Zomereik Salix alba - Schietwilg (V) Tilia cordata - Kleinbladige linde Tilia platyphyllos - Grootbladige linde Ulmus glabra - Ruwe iep (*) (gevoelig voor Iepeziekte) Ulmus minor - Gladde iep

Kleinere bomen en struiken

Acer campestre - Spaanse aak Alnus glutinosa - Zwarte els (V) Betula pendula - Ruwe berk (Z) Betula pubescens - Zachte berk (V) Cornus sanguinea - Rode kornoelje Corylus avellana - Hazelaar Crataegus laevigata - Tweestijlige meidoorn Crataegus monogyna - Eenstijlige meidoorn Euonymus europaeus - Kardinaalsmuts Frangula alnus - Sporkehout (Z) Ilex aquifolium - Hulst Malus sylvestris subsp. sylvestris - Wilde appel Prunus padus - Vogelkers (V) Prunus spinosa - Sleedoorn

Salix caprea - Boswilg Salix cinerea - Grauwe wilg (V) Salix fragilis - Kraakwilg (V) Salix triandra - Amandelwilg (V) Salix viminalis - Katwilg (V) Sambucus nigra - Gewone vlier Sarothamnus scoparius - Brem (Z) Sorbus aucuparia - Lijsterbes (Z) Taxus baccata - Venijnboom Viburnum opulus - Gelderse roos (V)

Page 60: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 60 -

Page 61: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 61 -

Bijlage 2 Beplanting in leidingenstrook Het aanplanten van volgende plantensoorten is toegelaten in de strook van 5 m aan weerszijden van de as van de leiding, uitgezonderd de stroken gelegen in bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw (artikel 1), gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde (artikel 2), gebied voor grondgebonden landbouw (artikel 3), natuurgebied (artikel 6) en gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen zones b (artikel 8). In die bestemmingen zijn enkel de inheemse planten uit de lijst toegelaten, aangeduid met *. Acer palmatum ‘Dissectum Garnet’ Caryopteris clandonensis (X) ‘Blue’ Acer palmatum ‘Dissectum Ornatum’ Caryopteris incana ‘Heavenly’ Acer palmatum ‘Dissectum Rubrum Ceanothus delilianus (X) Acer palmatum ‘Dissectum’ Ceanothus delilianus (X) ‘Gloire de Versailles’ Acer shawasawunum ‘Aureum’ Ceanothus pallidus (X) ‘Marie-simon’ Amelanchier lamarckii Cephalentus occidentalis Amorpha canascens Chaenomeles hybridica Aralia elata Chaenomeles japonica Aronia arbutifolia Chamaecytisus purpureus ‘Atropurpureus’ Aronia arbutifolia ‘Brillant’ Chimonathuspraecox Aronia melanocarpa Clethra alnifolia Aronia prunifolia ‘Viking’ Clethra alnifolia ‘Pink Spire’ Aucuba Japonica Clethra barbinervis Aucuba Japonica ‘Crontonifolia’ Colutea arborescens Aucuba Japonica ‘Variegata’ Cornus alba Berberis aggregata Cornus alba ‘Argenteomarginata’ Berberis buxifolia ‘Nana’ Cornus alba ‘Elegantissima’ Berberis frikartii (X) ‘Amstelveen’ Cornus alba ‘Gouchaultii’ Berberis frikartii (X) ‘Telstar’ Cornus alba ‘Kesselringii’ Berberis gagnepainii Cornus alba ‘Sibirica’ Berberis hybrido gagnepainii ’Chenaultii’ Cornus alba ‘Stolonifera’ Berberis julianae Corylopsis pauciflora Berberis linearifolia ‘Orange King’ Corylopsisspicata Berberis media ‘Parkjuweel’ Corylus avellana ‘Contorta’ Berberis media ‘Red juwel’ Cotinus coggygria Berberis ottawensis (X) ‘Superba’ Cotinus coggygria ‘Royal Purple’ Berberis stenophylla (X) Cotoneaster sp. Berberis thunberghii ‘Atropurpurea’ Daphne burkwoodii (X) ‘Sommerset’ Berberis thungerii Daphne cneorum Berberis vulgaris Daphne mezereum ‘Grandiflora’ Berberis wilsoniae Daphne mezereum ‘Rubra’ Betula nana Deutzia gracilis Buddleja davidii Deutzia hybrida (X) ‘Magicien’ Buddleja davidii ‘Black Knight’ Deutzia hybrida (X) Mont Rose’ Buddleja davidii ‘Charming’ Deutzia lemoinei (X) Buddleja davidii ‘Empire Blue’ Deutzia purpurascens ‘Klamiiflora’ Buddleja davidii ‘Ile de France’ Deutzia scabra ‘Plena’ Buddleja davidii ’Royal Red’ Deutzia scabra ‘Pride of Rochester’ Buddleja davidii ‘hite bouquet’ Diervilla splendens * Buxus sempervivens Elaegnus commutata Callicarpa girldii Elaegnus ebbinggei * Calluna vulgaris Elaegnus ebbinggei ‘Limelight’ Calycanthus floridus Elaegnus pungens ‘Goldrim’

Page 62: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 62 -

Elaegnus pungens ‘Maculta’ Ligustrum ovalifolium ‘Aureum’ Elsholtzia stauntonii Ligustrum vulgare ‘Atrovirens’ Enkianthus campanulatus Lonicera fragrantissima Ephedra distachya Lonicera nititda (alle cultuurvariëteiten) Erica (alle soorten) Lonicera pileata Erica cinerea Lonicera tatarica (alle cultuurvariëteiten) Erica tetralix Lycium barbarum Escallonia sp. Magnolia stellata Euonymus alatus Mahonia aquifolium Euonymus fortunei Mahonia aquifolium ‘Apollo’ Forsythia intermedia (X) Mahonia bealei Forsythia intermedia ‘Beatrix Farrand’ Mahonia bealei ‘Hivernant’ Forsythia intermedia ‘Courtalyn’ Mahonia japonica Forsythia intermedia ‘Flojor’ Mahonia media ‘charity’ Forsythia intermedia ‘Goldzauber’ Mahonia wagneri ‘Pinnacle’ Forsythia intermedia ‘Lynwood’ Myrica gale Forsythia intermedia ‘Minigold’ Osmanthus sp. Forsythia intermedia ‘Spectabilis’ Osmarea sp. Forsythia intermedia ‘Weekend’ Pachysandra terminalis Forsythia ovata ‘Tatragold’ Paeonia suffruticosa Forsythia supensa va. fortunei Pernettya mucronata Fothergilla major Perovskia atriplicifolia Fuchsia hybrida (X) ‘Madame Cornelissen’ Philadelphus coronarius Gaultheria procumbens Philadelphus coronarius ‘Aureus’ Gaultheriashallon Philadelphus hybridica (X) ‘Belle Etoile’ Genista Lydia Philadelphus hybridica (X) ‘Virginal’ Genista pilosa Philadelphus hybridica (X) ‘Lemoinei’ Genista pilosa ‘Vancouver gold’ Physocarpus opulifolius ‘Lutheus’ Genista sagittalis Pieris floribunda Genistatinctoria ‘Royal Gold’ Pieris hybridica Hamamelis intermedia (alle cultuurvariëteiten) Pieris japonica Hamamelis mollis Potentilla sp. Hebe sp. Prunus cistena * Hedera sp. Prunus glandulosa ‘Albaplena’ Hydrangea sp. Prunus laurocerasus ‘Van Nes’ Hypericum sp. Prunus laurocerasus ‘Herbergii’ Ilex crenata (alle cultuurvariëteiten) Prunus laurocerasus ‘Mischeana’ Ilex verticillata Prunus laurocerasus ‘Otto Luyken’ Indigofera sp. Prunus laurocerasus ‘Reynvaannii’ Itea virginica Prunus laurocerasus ‘Schipkaensis’ Kalmia sp. Prunus laurocerasus ‘Zabeliana’ Kerria japonica * Prunus spinosa Kolwitzia amabilis Prunus subhirtella ‘Roseoplana’ Laurus nobilis Prunus tenella Lavandula sp. Prunus tomentosa Ledum sp. Prunus triloba Lespedeza thunbergii Pyracantha coccinea Leucothoe walteri Rhus cotinus Leycesteria formosa Rhus glabra Ligustrum japonicum ‘Rotundifolium’ Ribes alpinum Ligustrumlucidum Ribes aureum Ligustrum obtusifolium var regelianum * Ribes nigrum Ligustrum ovalifolium * Ribes rubrum

Page 63: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 63 -

Ribes sanguineum Vaccinium vitis-idaea * Ribes uva-crispa Viburnum bodnantense (X) ‘Dawn’ * Rosa agrestis Viburnum bodnantense (X) ‘Deben’ * Rosa arvensis Viburnum burkwoodii (X) * Rosa canina Viburnum caricephalum (X) * Rosa pimpinellifolia Viburnum carlesii * Rosa rubiginosa Viburnum davidii Rosa rugosa Viburnum fragrans Rosa sp. Viburnum lantana * Rosa tomentosa * Viburnum opulus * Rubus ceasius Viburnum plicatum ‘Mariesii’ * Rubus fruticosus Viburnum plicatum ‘Rotundifolium’ * Rubus ideaus Viburnum plicatum ‘Watanabe’ Rubus sp. Viburnum rhytidophyllum Rubus speciabilis Viburnum tomentosum * Salix aurita Weigelia florida ‘Nana Varaigata’ Salix balfourii (X) Weigelia florida ‘Purpurea’ Salix cotonifolia Weigelia florida ‘Victoria’ Salix elaegnos ‘Angustifolia’ Weigelia hybrida (X) ‘Abel Carrière’ Salix hastate ‘Wehrhahnii’ Weigelia hybrida (X) ‘Bristol Ruby’ Salix helvatica Weigelia hybrida (X) ‘Candida’ Salix integra ‘Hakuro-nishiki’ Weigelia hybrida (X) ‘Eva Rathke’ Salix irrirata Weigelia hybrida (X) ‘Evita’ Salix multinervis (X) Weigelia hybrida (X) ‘Fairy’ * Salix repens Weigelia hybrida (X) ‘Newport Red’ Salix repens ‘Argenta’ Weigelia hybrida (X) ‘Red Prince’ Salix repens ‘Rosmarinifolia’ Weigelia middendorffiana Salix udensis ‘Sekka’ Yucca filimentosa Salix wehrhahnii * Sambucus racemosa Sambucus racemosa ‘Plumosa Aurea’ Skimmia sp. Sorbaria sp. Spirea sp. Spirea tomentosa Stephanadra sp. Symphorecarpus albus Symphorecarpus sp. Syringa microphylla (alle sp behalve vulgais) Tamarix pentandra * Vaccinium myrtillus Vaccinium oxycoccus Vaccinium ulliginosum

Page 64: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 64 -

Page 65: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 65 -

Bijlage 3 Cultuurhistorisch waardevolle gebouwencomplexen Overijse-centrum Grotstraat 49: Hof ter Bisdom met tuin Grotstraat 48: Hoeve ter Geiten (Bisdom) Maleizen Hof ter Holst 17: Hof ter Holst XVIII-XIX Rozierensteenweg 135 (gesloten hoeve XVIII-XIX) Terhulpsesteenweg 475 (met gemeentepark in BPA-gebied) Reutenbeek Reutenbeekstraat 34: hof te Reutenbeek Reutenbeekstraat 45-47 (XIX-XX boerenhuis), 49 (hoeve), 50 (semi-gesloten hoeve) Terlanen Molenstraat 9 (boerenhuis XVIIIA), 8 (watermolen) Mommaertstraat 71 (hoevetje), 80 (boerenhuis) Tombeek Waversesteenweg 244-246: Kasteel en tuin ter Dekt Bergstraat 70 (boerenhuis kern XVIII), 71 (vml. gesloten hoeve) Leemveldstraat 27 (overblijfselen leembouw), 48 (boerenhuis kern XVIII) Waversesteenweg 303-3051: Joseph Lemaire Sanatorium (hoofdgebouw en overluifelde toegang, conciërge- en dokterswoning, wasserij, boekhouderswoning, mortuarium en verpleegstersverblijf)

1 Beschermd monument (besluit 13/12/1993, B.S. 10/03/1994)

Page 66: BPA nr. 65 plateau van overijse en lanevalleiArtikel 1. Bouwvrij gebied voor grondgebonden landbouw .....- 13 - Artikel 2. Gebied voor grondgebonden landbouw met ecologische waarde.....-

Studiegroep Omgeving - april 2007 - R408-323.doc

- 66 -