Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

download Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

If you can't read please download the document

Transcript of Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

Documentcode: 13M1166.RAP001

Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

Documentcode: 13M1166.RAP001

Opdrachtgever

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Afdeling Ruimte

Postbus 200

2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL

Contactpersoon opdrachtgever

Dhr. P. van den Boogert

Contactpersoon LievenseCSO

Dhr. J.S. Spronk

088-9102039

[email protected]

Projectcode 13M1166

Documentnummer 13M1166.RAP001

Versiedatum juli 2015

Status Definitief

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015

Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina

1 Inleiding ..............................................................................................................................1

1.1 Aanleiding .......................................................................................................................... 1

1.2 Doelstelling ........................................................................................................................ 1

2 Werkwijze en resultaat ........................................................................................................2

2.1 Stap 1: Programma van eisen ........................................................................................... 2

2.2 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden (1) ....... 3

2.3 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensverwerking .................................................... 4

2.3.1 Selecteren beschikbare gegevens ........................................................................ 4

2.3.2 Het samenvoegen van punt- en mengmonsters .................................................. 4

2.3.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet ..................................... 5

2.3.4 Het opsporen van uitbijters .................................................................................. 5

2.4 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden (2) ....... 5

2.5 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (1) ........................................... 7

2.6 Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie ..................................................................... 7

2.7 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (2) ........................................... 8

2.7.1 Aantal waarnemingen .......................................................................................... 8

2.7.2 Splitsen van deelgebieden.................................................................................... 8

2.7.3 Definitieve gebiedsindeling .................................................................................. 8

2.8 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones .......................................... 9

2.9 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart .........................................................................................10

2.9.1 Inleiding ..............................................................................................................10

2.9.2 Kaart met uitgesloten locaties en gebieden .......................................................11

2.9.3 Ontgravingskaart ................................................................................................11

2.9.4 Toepassingskaart ................................................................................................12

2.10 Bijzondere omstandigheden ...........................................................................................12

2.11 Vaststellen bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart ..................................13

3 Emissietoets ...................................................................................................................... 14

4 Samenvatting en conclusies ............................................................................................... 15

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015

Bijlagen

Bijlage 1 Begrippenlijst

Bijlage 2 Specificatie uitbijters

Bijlage 3A Statistische parameters bodemkwaliteitszones (meetwaarden)

Bijlage 3B Statistische parameters bodemkwaliteitszones (waarden standaardbodem)

Bijlage 4 Emissietoets

Kaartbijlagen

Kaartbijlage 1 Bodemfunctieklassenkaart

Kaartbijlage 2A Bodemkwaliteitszones bovengrond

Kaartbijlage 2B Bodemkwaliteitszones ondergrond

Kaartbijlage 3A Ontgravingskaart bovengrond

Kaartbijlage 3B Ontgravingskaart ondergrond

Kaartbijlage 4A Toepassingskaart bovengrond

Kaartbijlage 4B Toepassingskaart ondergrond

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 1 / 18

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Krimpen aan den IJssel maakt voor haar grondstromenbeleid gebruik van de

overgangsregeling voor bodemkwaliteitskaarten van het Besluit bodemkwaliteit1 (hierna:

Besluit). Hierbij maakt de gemeente gebruik van een bodemkwaliteitskaart en

bodembeheerplan2 die bestuurlijk zijn vastgesteld. De gemeente Krimpen aan den IJssel wil

haar bodembeleid actualiseren en volledig overgaan op de regelgeving van het Besluit.

Daarom moet een nieuwe bodemkwaliteitskaart worden gemaakt.

De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft aan LievenseCSO Milieu B.V. opdracht gegeven

voor het opstellen van een nieuwe bodemkwaliteitskaart voor haar grondgebied. Deze

bodemkwaliteitskaart vormt, samen met de gemeentelijke bodemfunctieklassenkaart (zie

kaartbijlage 1) en de nota bodembeheer3, de basis voor het grond- en baggerstromenbeleid

dat de gemeente onder het Besluit wil voeren.

In deze rapportage staat beschreven volgens welke werkwijze de bodemkwaliteitskaart is

gemaakt en wat de resultaten zijn. Een toelichting op de in dit rapport gebruikte begrippen

is opgenomen in bijlage 1.

1.2 Doelstelling

Doelstelling van het opstellen van de bodemkwaliteitskaart is om een actueel en dekkend

beeld te krijgen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Krimpen aan den

IJssel.

De achterliggende doelstelling van de gemeente is om met de bodemkwaliteitskaart

gebruik te blijven maken van de mogelijkheden die het Besluit biedt: bij het toepassen van grond en baggerspecie op en in de landbodem;

als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en van de ontvangende bodem (hierdoor hoeven minder partijkeuringen te worden uitgevoerd wat een kosten- en tijdbesparende factor is bij grondverzet);

bij het wegnemen van mogelijke knelpunten bij grond- en/of baggerverzet;

om gebiedsspecifiek grondstromenbeleid uit te voeren3.

1 Besluit bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 3 december 2007. 2 Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan Albrandswaard, Bernisse, Brielle, Krimpen aan den IJssel, Westvoorne en Rozenburg, projectnummer: B04A0832, Syncera B.V., 18 mei 2006. 3 Nota bodembeheer gemeente Krimpen aan den IJssel 2015.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 2 / 18

2 Werkwijze en resultaat

De bodemkwaliteitskaart is opgesteld volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten4 . Er is

gewerkt volgens het in de Richtlijn opgenomen stappenplan. Hieronder zijn de verschillende

stappen weergegeven, die in de volgende paragrafen nader zijn toegelicht. In de Richtlijn is

aangegeven dat de stappen niet chronologisch gevolgd hoeven te worden. Wel is het

noodzakelijk dat de elementen van de stappen terugkomen in de werkwijze bij het

vervaardigen van de bodemkwaliteitskaart. Voor deze bodemkwaliteitskaart is de volgende

volgorde van de stappen gebruikt: 1 2 4 3 2 4 5 6 5 7 8.

Stap 1: Opstellen programma van eisen.

Stap 2: Vaststellen onderscheidende kenmerken.

Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensbewerking.

Stap 4: Indelen beheergebied in deelgebieden.

Stap 5: Controle indeling van het beheergebied.

Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie.

Stap 7: Vaststellen bodemkwaliteitszones.

Stap 8: Opstellen ontgravings- en toepassingskaart.

2.1 Stap 1: Programma van eisen

Voor deze bodemkwaliteitskaart zijn de volgende definities vastgesteld: Het beheergebied van de bodemkwaliteitskaart omvat het grondgebied van de

gemeente Krimpen aan den IJssel.

De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de landbodem van het beheergebied voor de bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 3,0 meter diepte (m-mv).

De volgende locaties en gebieden zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart: Provinciale wegen inclusief de onverharde wegbermen (andere

beheerorganisatie) en de onverharde wegberm van de Tiendweg. Locaties met, of die verdacht zijn voor, een sterke bodemverontreiniging. Gesaneerde locaties in het kader van de Wet bodembescherming (specifiek voor

wat betreft de ontgravingskaart). (Voormalige) stortplaatsen (specifiek voor wat betreft de ontgravingskaart). Het EMK-terrein (specifiek voor wat betreft de ontgravingskaart). Stortplaats baggerspecie Park Middenwetering/Groenendaal (specifiek voor wat

betreft de ontgravingskaart). KV station Edisonstraat. Stormpoldervloedbos. Gebieden die in beheer zijn van Rijkswaterstaat met uitzondering van de drogere

oevergebieden zoals gedefinieerd in de Waterregeling5 (bijvoorbeeld de Stormpolder, de Sliksloothaven en gebieden tussen de Hollandse IJssel en de IJsseldijk) en overige waterbodems.

Het grondwater.

4 Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, Ministerie van VROM, Ministerie van Verkeer en waterstaat, 3 september 2007 en wijzigingsbladen d.d. 1 maart 2011 (in werking getreden 1 april 2011) , d.d. 1 januari 2013 en 1 januari 2014. 5 Waterregeling, publicatie Staatscourant 7 december 2009, inclusief update 1 januari 2014.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 3 / 18

De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor het huidige standaard NEN5740 stoffenpakket: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel, zink, minerale olie en de stofgroepen polychloorbifenylen (PCB) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK), en arseen.

De gegevens voor de bodemkwaliteitskaart zijn afkomstig van representatieve bodemonderzoeken uit het bodeminformatiesystemen van de DCMR, die de bodeminformatie voor de gemeente Krimpen aan den IJssel beheert, en van het aanvullend bodemonderzoek dat is uitgevoerd voor de bodemkwaliteitskaart (CSO, september-oktober 2014).

2.2 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden (1)

De basis van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart is het identificeren van

onderscheidende gebiedskenmerken. Binnen een deelgebied wordt de bodemkwaliteit

homogeen verondersteld (vergelijkbare kwaliteit). Op basis van de bodemopbouw, de

gebruikshistorie, de ontwikkeling van wijken of gebieden, de geomorfologie en het huidig

gebruik wordt een deelgebiedenkaart gedefinieerd.

In overleg met de gemeente is bij deze bodemkwaliteitskaart uitgegaan van de zone-

indeling van de huidige bodemkwaliteitskaart6. In de rapportage van de huidige

bodemkwaliteitskaart zijn aan de hand van de gebiedsonderscheidende kenmerken (de

gebruikshistorie, de ontwikkeling van wijken en gebieden en het huidige gebruik) de

bodemkwaliteitszones onderbouwd. In aanvulling op de huidige zone indeling is ook

rekening gehouden met de volgende aspecten: De grenzen van de bodemfunctieklassenkaart. Hierdoor zijn enkele grenzen van

bodemkwaliteitszones gewijzigd.

Vanwege de uitvoerbaarheid van het grondstromenbeleid zijn een aantal relatief kleine niet-aaneengesloten zones bij grotere bodemkwaliteitszones gevoegd. Het betreft het Waalplantsoen, het plantsoen aan de Stad en Landschap, de Heemtuin, het Zwaneneiland, het Middenweteringpark en het Trimbaanpark.

Op basis van de Basisregistratie Adres Gegevens (BAG) zijn enkele gebieden vanwege de bouwjaren van de opstallen in andere deelgebieden komen te liggen (noordelijke deel Treviso en Hoge Vijver) .

De vastgestelde bodemkwaliteit is als extra gebiedsonderscheidend kenmerk beoordeeld.

Hierdoor zijn enkele wijzigingen doorgevoerd op de indeling van de deelgebieden. De

onderscheiden voorlopige deelgebieden zijn weergegeven in tabel 2.1. De indeling geldt

zowel voor de bovengrond (0,0-0,5 m-mv) als de ondergrond (0,5-3,0 m-mv).

6 Bodemkwaliteitskaart en Bodembeheerplan Albrandswaard, Bernisse, Brielle, Krimpen aan den IJssel, Westvoorne en Rozenburg, projectnummer: B04A0832, Syncera B.V., 18 mei 2006.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 4 / 18

Tabel 2.1 Samenvatting samenvoeging van huidige bodemkwaliteitszones tot voorlopige deelgebieden gemeente Krimpen aan den IJssel (geldt zowel voor de bovengrond als de ondergrond)

Huidige bodemkwaliteitszones Voorlopige deelgebieden

02. Lintbebouwing < 1945, Krimpen 1. Lintbebouwing < 1945

03. Lintbebouwing < 1945, buitend. Krimpen

07. Wonen 1945-1970, Krimpen 2. Wonen 1945-1970

11. Wonen 1970-1990, voorm. industrie 1945, Krimpen

7. Industrie/bedrijven > 1945 23. Industrie/bedrijven, stortp bagger,

Stormpolder, Krimpen

16. Industrie/bedrijven < 1970, Stormpolder,

Krimpen 8. Industrie/bedrijven Stormpolder < 1970

31. Recreatie, Krimpen 9. Buitengebied

42. Volkstuinen, Krimpen

2.3 Stap 3: Gegevensverzameling en gegevensverwerking

2.3.1 Selecteren beschikbare gegevens

De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft haar bodemgegevens bij de DCMR opgeslagen in

het bodeminformatiesysteem Squit XO. Alleen als analyseresultaten geschikt zijn voor de

diffuse chemische bodemkwaliteit, dan zijn deze door de DCMR in het

bodeminformatiesysteem geregistreerd. Voor deze bodemkwaliteitskaart zijn de

analysegegevens gebruikt die tot 1 mei 2014 in het bodeminformatiesysteem zijn

geregistreerd.

De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft aangegeven dat de onderzoeksgegevens die

ouder zijn dan 5 jaar vergelijkbaar zijn met de onderzoeksgegevens van de laatste 5 jaar. In

overleg met de gemeente zijn daarom de onderzoeksgegevens geselecteerd die niet ouder

zijn dan 1 januari 2000.

2.3.2 Het samenvoegen van punt- en mengmonsters

De dataset voor de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart bestaat uit meng- en

puntmonsters met analysegegevens. De landelijke IPO Werkgroep Achtergrondgehalten

heeft onderzocht wat de invloed is van het meenemen van zowel punt- als mengmonsters

op de berekening van percentielwaarden7 van de analysegegevens. De resultaten laten zien

dat percentielwaarden die zijn gebaseerd op een bestand met analysegegevens van zowel

punt- als mengmonsters, vrijwel identiek zijn aan percentielwaarden die zijn gebaseerd op

een bestand met analysegegevens van alln mengmonsters. Er bestaan daarom geen

7 Handreiking Achtergrondgehalten. Begeleidingscommissie actief bodembeheer, TNO MEP-R98/283.IPO/TNO, 1998.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 5 / 18

praktische bezwaren tegen het berekenen van de bodemkwaliteit uit een bestand met

analysegegevens, afkomstig van zowel punt- als mengmonsters. In dit project zijn de

analysegegevens van de mengmonsters n maal meegenomen.

2.3.3 Het vervangen van waarden beneden de detectielimiet

Bij analyses komt het vaak voor dat een bepaalde stof in het grond(meng)monster

aanwezig is in concentraties beneden de detectiegrens van de gangbare analyseapparatuur.

Hoewel de werkelijke waarde onbekend is (de waarde kan variren van nul tot de

detectielimiet) leveren deze monsters wel waardevolle informatie voor de gemiddelde

bodemkwaliteit in een gebied. Voor deze analyses is de methode van de Richtlijn

bodemkwaliteitskaarten gehanteerd. Deze methode houdt in dat de gerapporteerde

detectielimieten worden vermenigvuldigd met een factor 0,7 om tot een rekenwaarde te

komen.

De opgegeven detectielimiet van een bepaalde stof verschilt van rapport tot rapport.

Verhoogde detectielimieten komen voor bij verstoringen in de grond(meng)monstermatrix.

Daarnaast zijn de detectielimieten in de loop der jaren lager geworden doordat

nauwkeurigere analyseapparatuur beschikbaar is gekomen.

2.3.4 Het opsporen van uitbijters

Ondanks dat er representatieve analysegegevens zijn geselecteerd, kan er sprake zijn van

uitschieters in de dataset: extreem hoge gehalten als gevolg van bijvoorbeeld typefouten

tijdens de invoer, onbetrouwbare analyses of lokale verontreinigingen door puntbronnen

die niet als zodanig in het bodeminformatiesysteem zijn aangegeven. Hierbij worden dan

vaak bij meerdere stoffen relatief hoge gehalten of juiste hele lage gehalten in het geval

van detectiegrenzen aangetroffen. Per deelgebied en per stof zijn met een visuele methode

(scatterplots) extreme gehalten gemarkeerd.

Als de uitschieters tot een puntbron, type- of meetfout zijn te herleiden of als niet-

representatief zijn beoordeeld in vergelijking met de andere resultaten van dat deelgebied,

dan zijn de analyseresultaten uit het bestand verwijderd of aangepast. In bijlage 2 is een

overzicht van de uiteindelijk verwijderde uitbijters opgenomen.

2.4 Stap 2 en 4: Onderscheidende gebiedskenmerken en voorlopige deelgebieden (2)

In samenspraak met de gemeente is besloten om in aanvulling op de indeling van de

gebieden (zie 2.2) de vastgestelde bodemkwaliteitsklassen op basis van de meest actuele

dataset als gebiedsonderscheidend kenmerk te beoordelen. Hierdoor kunnen meerdere

deelgebieden samengevoegd worden. De deelgebieden worden hierdoor groter, robuuster

en per deelgebied wordt de bodemkwaliteit betrouwbaarder onderbouwd omdat er meer

bodemgegevens beschikbaar zijn. Daarom zijn per bodemlaag de deelgebieden met een

vergelijkbaar bodemgebruik en/of verwachte bodemkwaliteit samengevoegd. In tabel 2.2 is

een overzicht gegeven van de samengevoegde deelgebieden (zie ook kaartbijlage 2).

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 6 / 18

Tabel 2.2 Onderscheiden deelgebieden per bodemlaag.

Voorlopige deelgebieden Functie Aantal analyses stoffen

(oude NEN-pakket)

Verwachte* / Voorlopig

vastgestelde

bodemkwaliteitsklasse

Voorlopig

samengesteld

deelgebied

Bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 0,5 meter diepte)

1. Lintbebouwing < 1945 Wonen 18-19 Industrie B1

Lintbebouwing < 1945

2. Wonen 1945-1970 Wonen 32-37 Wonen B2+3

Wonen 1945-1990 3. Wonen 1970-1990 Wonen 42-48 Wonen

4. Wonen 1970-1990,

voorm. industrie 1945

8. Industrie/bedrijven

Stormpolder < 1970 Industrie 1

Landbouw/natuur of

Wonen of Industrie

B8

Industrie/bedrijven

Stormpolder < 1970

5. Wonen > 1990 Wonen 1 Landbouw/natuur* B5+9 Buitengebied en

wonen > 1990 9. Buitengebied Overig

(landbouw/natuur) 0 Landbouw/natuur*

Ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter diepte tot en met 2,0 meter diepte)

1. Lintbebouwing < 1945 Wonen 15-19 Wonen O1

Lintbebouwing < 1945

2. Wonen 1945-1970 Wonen 31-36 Landbouw/natuur O2+3+5+7+9 Krimpen

aan den IJssel overig 3. Wonen 1970-1990 Wonen 44-47 Landbouw/natuur

4. Wonen 1970-1990,

voorm. industrie 1990 Wonen 1 Landbouw/natuur* O2+3+5+7+9

Krimpen aan den

IJssel overig 9. Buitengebied

Overig

(landbouw/natuur) 0 Landbouw/natuur*

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 7 / 18

2.5 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (1)

De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten stelt de volgende minimale eisen aan het aantal

waarnemingen per deelgebied: Per deelgebied zijn voor alle stoffen ten minste 20 waarnemingen beschikbaar.

De waarnemingen liggen voldoende verspreid over het deelgebied: Voor aaneengesloten deelgebieden bij een systematische indeling in 20 vakken

zijn in tenminste 10 vakken n of meer waarnemingen beschikbaar. Voor elk niet-aaneengesloten deel van een deelgebied zijn ten minste 3

waarnemingen beschikbaar.

Na het samenstellen van de dataset voor de bodemkwaliteitskaart ( 2.3.1), de

voorbewerkingen ( 2.3.3 en 2.3.4) en het samenvoegen van enkele voorlopige

deelgebieden ( 2.4), bleek dat de deelgebieden niet aan de voornoemde minimumeisen

van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten voldeden. Daarom is Stap 6 uitgevoerd ( 2.6)

2.6 Stap 6: Verzamelen aanvullende informatie

Voor de deelgebieden waar nog onvoldoende waarnemingen beschikbaar waren, is een

aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd (LievenseCSO, september-oktober 2014).

Bij het achterhalen van nadere bodeminformatie bleek ter plaatse van de een aantal (niet-

aaneengesloten) deelgebieden sprake te zijn van veel locaties (nagenoeg gebiedsdekkend)

waar saneringen zijn uitgevoerd of onderzoek is uitgevoerd waarbij aangetoond is dat

verder onderzoek noodzakelijk kan zijn. In overleg met de gemeente Krimpen aan den IJssel

is besloten dat in deze gebieden bij grondverzet de bodemkwaliteitskaart niet gebruikt kan

worden als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de grond (ontgravingskaart n

toepassingskaart). Het betreft de volgende (niet-aaneengesloten) deelgebieden: B4/O4 Wonen 1970-1990, voorm ind 1990 en

O2+3+5+7+9 Krimpen aan den IJssel overig, is in eigendom en beheer van Groenservice

Zuid-Holland. Omdat het de verwachting is dat in de komende 5-10 jaar in dit gebied geen

grondverzet gaat plaatsvinden, is besloten dit gebied ook uit te sluiten van de

bodemkwaliteitskaart.

Het aanvullend bodemonderzoek is zo opgezet, dat voor bijna alle (niet-aaneengesloten)

deelgebieden wordt voldaan aan de eis van minimaal 20 waarnemingen per deelgebied.

Daarnaast wordt voldaan aan de eis van minimaal 3 waarnemingen voor ieder niet-

aaneengesloten deelgebied voor het huidige stoffenpakket. Ook is rekening gehouden met

de eis uit de Richtlijn dat de waarnemingen goed verspreid moeten liggen over de

deelgebieden.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 8 / 18

Een niet-aaneengesloten gebied in de bovengrond in de zone B5+9 Buitengebied en wonen

> 1990, ten noorden van het KV station Edisonstraat, voldoet niet aan de eis van de

Richtlijn bodemkwaliteitskaarten dat minimaal 3 waarnemingen beschikbaar zijn. In overleg

met de gemeente is besloten dit gebiedje toch te zoneren. De onderbouwing hiervoor is de

overeenkomsten in bodemopbouw, historie en huidige gebruik van het gebiedje

(recreatie-/natuurgebied) en het feit dat de stoffen in de bodem homogeen voorkomen

(weinig tot beperkte heterogeniteit).

De vastgestelde detectiegrenzen in het aanvullend bodemonderzoek zijn omgerekend naar

rekenkundige waarden ( 2.3.3) en de analyseresultaten zijn aan een uitbijteranalyse

onderworpen ( 2.3.4). Hierbij is n geanalyseerd monster als uitbijter gedentificeerd (zie

bijlage 2). De overige resultaten van het bodemonderzoek zijn als representatief

beoordeeld en toegevoegd aan de dataset van de bodemkwaliteitskaart.

2.7 Stap 5: Controle indeling beheergebied in deelgebieden (2)

2.7.1 Aantal waarnemingen

Alle deelgebieden voldoen aan de eisen die de Richtlijn stelt aan het aantal waarnemingen

en de spreiding van de waarnemingen. Een overzicht van het aantal analysewaarden per

stof per bodemkwaliteitszone staat in bijlage 3 (kolom N).

2.7.2 Splitsen van deelgebieden

Op stofniveau is voor het gemeentelijke grondgebied bekeken of er een ruimtelijke

clustering aanwezig is van hoge of lage gehalten. Op basis van ervaringen van LievenseCSO

bij andere bodemkwaliteitskaarten is de ruimtelijke clustering onderzocht wanneer zware

metalen en minerale olie een variatiecofficint hoger dan 1,5 hebben en de stofgroepen

polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en polychloorbifenylen (PCB) een

variatiecofficint hoger dan 2. Een hoge variatiecofficint is een indicatie van een

mogelijke ruimtelijke clustering.

Het overzicht van de variatiecofficinten is opgenomen in bijlage 3 (kolom VC). Hieruit

blijkt, dat voor drie van de acht deelgebieden voor n of meerdere stoffen sprake is van

een hoge variatiecofficint. Deze hoge variatiecofficinten worden veroorzaakt door n

of enkele relatief hoge waarden. Door het incidentele karakter er is geen sprake van

ruimtelijke clustering. De relatief hoge variatiecofficinten geven daarmee geen aanleiding

tot het splitsen van deelgebieden.

2.7.3 Definitieve gebiedsindeling

Op basis van de uitgevoerde stappen 1 t/m 6 van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten zijn

op het grondgebied van de gemeente Krimpen aan den IJssel de voorlopige deelgebieden

voor zowel de boven- als de ondergrond (zie tabel 2.2 in 2.4) gewijzigd. Alle gewijzigde

(definitieve) deelgebieden voldoen aan de minimumeisen voor het aantal en de spreiding

van de waarnemingen volgens de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 9 / 18

Deze definitieve deelgebieden worden de bodemkwaliteitszones in de gemeente Krimpen

aan den IJssel. De bodemkwaliteitszones zijn opgenomen in tabel 2.3 en op de

kaartbijlagen 2.

Tabel 2.3 Onderscheiden definitieve deelgebieden, bodemkwaliteitszones, per bodemlaag.

Definitieve deelgebied / bodemkwaliteitszone

Bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met

0,5 meter diepte)

Definitieve deelgebieden / bodemkwaliteitszone

Ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter diepte tot en met

3,0 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Lintbebouwing < 1945

Wonen 1945-1990 Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks (west)

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks (west) Krimpen aan den IJssel overig

Industrie/bedrijven > 1945

Buitengebied en wonen > 1990

2.8 Stap 7: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones

De gemiddelde gehalten van de bodemkwaliteitszones (zie bijlage 3, kolom 'Gem') zijn

getoetst aan de toetsingswaarden uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit8. De

bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de bodemkwaliteitsklasse Landbouw/natuur

(Achtergrondwaarden -AW2000), Wonen of Industrie. De toetsmethodiek voor het bepalen

van de bodemkwaliteitsklasse is opgenomen in bijlage 1 onder het kopje

Bodemkwaliteitsklasse. De toetsmethodiek voor het bepalen van de

bodemkwaliteitsklasse is minder streng dan de toetsmethodiek voor het bepalen van de

ontgravingsklasse (zie ook 2.9.3 en bijlage 1 onder de kopjes Bodemkwaliteitsklasse en

Ontgravingskaart). Met de minder strenge toets wordt voorkomen dat de bodemkwaliteit

van een gebied op basis van n stof wordt ingedeeld in de bodemkwaliteitsklasse

Industrie. Dit zou in de praktijk de ongewenste situatie kunnen opleveren dat ook voor alle

overige stoffen minder strenge regels gelden en de concentraties kunnen toenemen tot de

maximale waarden voor de functie Industrie. Hierdoor verslechtert de kwaliteit van het

gebied. Dit doet zich met name voor bij licht verontreinigde industriegebieden.

In tabel 2.4 is aangegeven in welke bodemkwaliteitsklasse iedere bodemkwaliteitszone valt.

In bijlage 3 zijn de gespecificeerde beoordelingen weergegeven. De bodemkwaliteitsklasse

wordt samen met de bodemfunctieklasse gebruikt voor het bepalen van de toepassingseis

(zie 2.9.4).

Controle saneringscriterium

In de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten staat vermeld, dat voor elke bodemkwaliteitszone

met een 95-percentielwaarde (P95) boven de interventiewaarde uit de Wet

bodembescherming een controle op het saneringscriterium nodig is. Bij een overschrijding

is het niet verantwoord om zonder partijkeuring grondverzet vanuit de betreffende zone te

laten plaatsvinden. In de gemeente Krimpen aan den IJssel komt deze situatie niet voor.

8 Regeling bodemkwaliteit, publicatie Staatscourant 20 december 2007 en latere wijzigingen.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 10 / 18

Heterogeniteit

Naast de percentielwaarden en variantie is ook de heterogeniteit van de waarnemingen

berekend, volgens de methodiek zoals beschreven onder het kopje Heterogeniteit in

bijlage 1. In de gemeente Krimpen aan den IJssel is in zes van de acht zones sprake van

sterke heterogeniteit voor n of meerdere stoffen. Wanneer de diffuse bodemkwaliteit in

een zone sterk heterogeen is verdeeld, is de betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte

in de zone kleiner. De betreffende stoffen in de zones bevatten echter ruim voldoende

waarnemingen om de heterogeniteit goed te beschrijven.

Een overzicht van de heterogeniteitsindex per stof en per zone is in bijlage 3 opgenomen

(kolom 'Heterogeniteit'). In tabel 2.4 is per bodemkwaliteitszone weergegeven voor welke

stof(fen) een sterke heterogeniteit is vastgesteld.

Tabel 2.4 Bodemkwaliteitsklasse en heterogeniteit per bodemkwaliteitszone en bodemlaag.

Bodemkwaliteitszone Bodemkwaliteitsklasse Kwaliteits-

bepalende stof

Sterke heterogeniteit

inclusief aantal

waarnemingen per stof

Bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 0,5 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Wonen Cadmium, Koper, Kwik,

Lood, Zink, PCB, PAK Zink (38)

Wonen 1945-1990 Wonen Cadmium, Kwik, Lood,

Zink, PAK

Nikkel (98)

Zink (98)

Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west) Wonen

Cadmium, Kobalt,

Lood, Zink, PCB, PAK Minerale olie (33)

Industrie/bedrijven > 1945 Industrie PCB Nikkel (56)

Minerale olie (58)

Buitengebied en wonen > 1990 Landbouw/natuur

Ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter diepte tot en met 3,0 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Wonen Kwik, Lood, PAK

Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west) Wonen

Cadmium, Kobalt,

Kwik, Lood, Zink, PCB,

PAK, Minerale olie

Cadmium (42)

Nikkel (38)

Zink (37)

Minerale olie (37)

Krimpen aan den IJssel overig Landbouw/natuur Nikkel (125)

2.9 Stap 8: Bodemkwaliteitskaart

2.9.1 Inleiding

De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten: 1. Een kaart met uitgesloten locaties en gebieden. 2. De ontgravingskaart. 3. De toepassingskaart.

In de volgende paragrafen is nader ingegaan op de hoofdkaarten.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 11 / 18

2.9.2 Kaart met uitgesloten locaties en gebieden

In de gemeente Krimpen aan den IJssel is een aantal locaties en gebieden uitgesloten van

de bodemkwaliteitskaart. Een overzicht van de uitgesloten locaties en gebieden is

aangegeven in hoofdstuk 4. De ligging van de uitgesloten locaties en gebieden is vanwege

het dynamische karakter niet altijd op de kaarten weergegeven. Deze bodemkwaliteitskaart

kan op de uitgesloten locaties en gebieden niet worden gebruikt als bewijsmiddel voor de

grond die wordt ontgraven van deze gebieden. Ook kan deze bodemkwaliteitskaart niet

worden gebruikt om de toepassingseis te bepalen als grond op deze locaties/gebieden

wordt toegepast. In de nota bodembeheer9 is hier nader op ingegaan.

2.9.3 Ontgravingskaart

De ontgravingskaart geeft de kwaliteit aan van de eventueel te ontgraven grond op een niet

voor bodemverontreiniging verdachte locatie. Deze kaart mag onder bepaalde

voorwaarden worden gebruikt als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de te

ontgraven grond, als deze grond elders nuttig wordt toegepast. In de nota bodembeheer10

is hier nader op ingegaan. De ontgravingskwaliteit is net als de bodemkwaliteitsklasse

gebaseerd op het gemiddelde gehalte van een zone (zie bijlage 3, kolom 'Gem') en getoetst

aan de toetsingswaarden uit het Besluit. Om het standstill-principe voor de bodemkwaliteit

op gebiedsniveau te kunnen waarborgen, is de toetsing voor de kwaliteitsklasse van

'Wonen' strenger voor het bepalen van de ontgravingsklasse dan voor de het bepalen van

de bodemkwaliteitsklasse van Wonen. De toetsingsmethodiek is opgenomen in bijlage 1

onder het kopje Ontgravingskaart, ter vergelijking zie het kopje Bodemkwaliteitsklasse

In tabel 2.5 is de ontgravingsklasse per onderscheiden zone aangegeven. De

ontgravingskaart per bodemlaag is opgenomen op de kaartbijlagen 3. De kleuren in tabel

2.5 komen overeen met de gebruikte kleuren op de kaartbijlagen 3 (ontgravingskaarten).

Tabel 2.5 Ontgravingsklasse per bodemkwaliteitszone en bodemlaag.

Bodemkwaliteitszone Ontgravingsklasse Bepalende stof

Bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 0,5 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Industrie Zink, PAK

Wonen 1945-1990 Wonen Cadmium, Kwik, Lood, Zink, PAK

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks (west) Wonen PCB, zink

Industrie/bedrijven > 1945 Industrie PCB

Buitengebied en wonen > 1990 Landbouw/natuur

Ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter diepte tot en met 3,0 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Wonen Kwik, Lood, PAK

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks (west) Industrie Zink, Minerale olie

Krimpen aan den IJssel overig Landbouw/natuur

9 Nota bodembeheer gemeente Krimpen aan den IJssel 2015.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 12 / 18

2.9.4 Toepassingskaart

Bij de toepassingskaart is gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteitsklasse en de

(toekomstige) functie van de bodem (zie bijlage 1 onder het kopje 'Toepassingskaart'). In

tabel 2.6 is het resultaat van deze werkwijze voor de toepassingskaart van de gemeente

Krimpen aan den IJssel samengevat.

Op de kaartbijlage 4 staan per bodemlaag aangegeven welke toepassingseis er geldt.

De kleuren in tabel 2.6 komen overeen met de gebruikte kleuren op kaartbijlage 1

(bodemfunctieklassenkaart) en de kaartbijlagen 4 (toepassingskaarten).

Tabel 2.6 Toepassingseisen per combinatie (voorkomende) bodemfunctie- en bodemkwaliteitsklasse conform het generieke kader van het Besluit.

Bodemkwaliteitszone Bodemfunctie-

klasse

Bodemkwaliteits-

klasse

Toepassingseis (generiek

toetsingskader van het

Besluit)

Bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot en met 0,5 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Industrie

Wonen Wonen Wonen

Wonen 1945-1990 Industrie

Wonen Wonen Wonen

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks

(west) Industrie Wonen Wonen

Industrie/bedrijven > 1945 Industrie Industrie Industrie

Buitengebied en wonen > 1990 Wonen

Landbouw/natuur Landbouw/natuur Overig

Ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter diepte tot en met 3,0 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Industrie

Wonen Wonen Wonen

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks

(west) Industrie Wonen Wonen

Krimpen aan den IJssel overig

Industrie

Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

Overig

2.10 Bijzondere omstandigheden

De bodemkwaliteitskaart doet geen uitspraak over de kwaliteit van de bodem ter plaatse

van voor bodemverontreiniging verdachte locaties, verontreinigde locaties, gesaneerde

locaties of locaties met onvoorziene visuele waarnemingen (bodemvreemde materialen,

kleur, geur). Op deze locaties verwacht men een afwijkende (betere of juist slechtere)

bodemkwaliteit dan in de omgeving. Op terreinen die ooit een leeflaag van schone grond

hebben gekregen, of gesaneerde locaties mag men bijvoorbeeld een betere kwaliteit

verwachten. Een slechtere kwaliteit valt te verwachten op terreinen die (wellicht) door een

puntbron verontreinigd zijn en ter plaatse van dempingen, stortplaatsen en lokale

ophooglagen.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 13 / 18

Ook door de provincie aangewezen beschermingsgebieden vallen onder locaties met

bijzondere omstandigheden voor grondverzet. Voorbeelden hiervan zijn

archeologie/cultuurhistorie, Ecologische hoofdstructuren en aardkundig waardevolle

gebieden. Voorafgaand aan het grondverzet moet zowel voor de ontgravingslocatie als op

de toepassingslocatie worden nagegaan of er naar aanleiding van de ligging in n of

meerdere beschermingsgebieden er restricties zijn ten aanzien van het grond- en

baggerverzet. De provincie kan hier aanvullende eisen stellen. De ligging van deze

provinciale beschermingsgebieden is onder andere te vinden op de website van provincie

Zuid-Holland: www.zuid-holland.nl/c_kaarten.htm/

2.11 Vaststellen bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart

Met de nieuwe bodemkwaliteitskaart en gewijzigde bodemfunctieklassenkaart heeft de

gemeente Krimpen aan den IJssel een goed instrument in handen voor het toepassen van

grond.

De gemeente is voor haar eigen gemeentelijke grondgebied het bevoegd gezag voor het

Besluit bij de toepassing van grond en baggerspecie op de landbodem.

De gemeente gaat gebruik maken van het gebiedsspecifieke kader van het Besluit.

Vooruitlopend op het gebiedsspecifieke beleid van de gemeente, wil de gemeente gebruik

maken van het generieke kader van het Besluit. Het vaststellen van de

bodemkwaliteitskaart in het generieke kader van het Besluit kan beschouwd worden als

een besluit van algemene strekking en wel een algemeen verbindend voorschrift (avv). De

bodemfunctieklassenkaart moet worden vastgesteld door het college van burgemeester en

wethouders. Dit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (zie hiervoor de

Nota van toelichting bij artikel 55 van het Besluit) en kan evenals de bodemkwaliteitskaart

beschouwd worden als een besluit van algemene strekking en wel een algemeen

verbindend voorschrift (avv). Om de bekendheid en het draagvlak van

bodemkwaliteitskaart en bodemfunctieklassenkaart te vergroten adviseren wij dat bij de

vaststelling van de bodemkwaliteitskaart en de bodemfunctieklassenkaart inspraak

mogelijk is. Dat kan door de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4) of

een vergelijkbare procedure te volgen.

Het uiteindelijk te voeren gebiedsspecifieke beleid wordt geformuleerd in de nota

bodembeheer10. Deze nota bodembeheer moet, met de nieuwe bodemkwaliteitskaart en

de gewijzigde bodemfunctieklassenkaart als bijlagen, bestuurlijk worden vastgesteld met

een besluit van de Gemeenteraad. Hierop is de procedure uit de Algemene wet

bestuursrecht, Afdeling 3.4 (Art. 3:10), van toepassing.

10 Nota bodembeheer gemeente Krimpen aan den IJssel 2015.

http://www.zuid-holland.nl/c_kaarten.htm/

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 14 / 18

3 Emissietoets

Binnen het Besluit is een verbijzondering opgenomen: het toetsingskader voor het

toepassen van grond in grootschalige toepassingen. In de kern van de grootschalige

toepassing mag grond tot en met de ontgravingskwaliteitsklasse Industrie worden

toegepast. Er hoeft niet te worden getoetst aan de kwaliteit en de functie van de

ontvangende bodem. Wel geldt als eis dat de uitloging van de toegepaste grond aan de

eisen van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit moet voldoen. Concreet houdt dat in

dat, bij gehalten groter dan de emissietoetswaarden, een uitloogonderzoek moet

plaatsvinden. De resultaten van dit uitloogonderzoek worden vervolgens getoetst aan de

eisen die het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit hieraan stellen.

In het kader van deze bodemkwaliteitskaart zijn de gemiddelde waardes van de zones

Lintbebouwing < 1945 (bovengrond), Industrie/bedrijven >1945 (bovengrond) en

Industrie/bedrijven 1945-1970 buitendijks (west) (ondergrond), waar de

ontgravingskwaliteit in de klasse Industrie valt, getoetst aan de emissietoetswaarden uit

de Regeling bodemkwaliteit. Deze toets is opgenomen in bijlage 4 en in tabel 3.1

samengevat. Omdat de gemiddelde ontgravingskwaliteit van de overige zones in de klassen

Wonen of Landbouw/natuur vallen, wordt sowieso voldaan aan de

emissietoetswaarden.

Uit tabel 3.1 blijkt dat de gemiddelde waarde voor alle stoffen lager is dan de

emissietoetswaarde. Dit betekent dat er voor de zones Lintbebouwing < 1945

(bovengrond), Industrie/bedrijven >1945 (bovengrond) en Industrie/bedrijven 1945-

1970 buitendijks (west) (ondergrond) geen belemmering is om vrijkomende grond toe te

passen in een grootschalige bodemtoepassing.

Tabel 3.1 Emissietoets bij bodemkwaliteitszones met ontgravingskwaliteitsklasse Industrie

Bodemkwaliteitszone Overschrijding emissietoetswaarde

Lintbebouwing < 1945 (bovengrond) Nee

Industrie/bedrijven >1945 (bovengrond) Nee

Industrie/bedrijven 1945-1970 buitendijks (west)

(ondergrond)

Nee

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 15 / 18

4 Samenvatting en conclusies

LievenseCSO Milieu B.V. heeft in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel de

bodemkwaliteitskaart opgesteld voor het gemeentelijke grondgebied. In de

bodemkwaliteitskaart zijn op basis van gebruik en bodemkwaliteit in totaal 8

bodemkwaliteitszones onderscheiden in de bovengrond (bodemlaag vanaf het maaiveld tot

en met 0,5 meter diepte; 0 0,5 m-mv) en de ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter tot

en met 3,0 meter diepte; 0,5 3 m-mv) die in tabel 4.1 zijn gespecificeerd.

Tabel 4.1 Onderscheiden bodemkwaliteitszones

Bodemkwaliteitszone bovengrond (bodemlaag vanaf het

maaiveld tot en met 0,5 meter diepte)

Bodemkwaliteitszone ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5

meter tot en met 3,0 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Lintbebouwing < 1945

Wonen 1945-1990 Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks (west)

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks (west) Krimpen aan den IJssel overig

Industrie/bedrijven > 1945

Buitengebied en wonen > 1990

De volgende locaties en gebieden zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart: De onderscheiden deelgebieden:

B4/O4 Wonen 1970-1990, voorm ind 1945 Industrie Industrie Industrie

Buitengebied en wonen > 1990 Wonen

Landbouw/natuur Landbouw/natuur Overig

Ondergrond (bodemlaag vanaf 0,5 meter diepte tot en met 3,0 meter diepte)

Lintbebouwing < 1945 Industrie

Wonen Wonen Wonen

Industrie/ bedrijven 1945-1970 buitendijks

(west) Industrie Industrie Wonen

Krimpen aan den IJssel overig

Industrie

Landbouw/natuur Landbouw/natuur Wonen

Overig

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief| Versiedatum: juli 2015 18 / 18

Bijlagen

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Bijlage 1 Begrippenlijst

Bagger(specie)

Baggerspecie is materiaal dat is vrijgekomen uit de bodem via het oppervlaktewater of de

voor dat water bestemde ruimte en bestaat uit minerale delen met een maximale

korrelgrootte van 2 millimeter en organisch stof in een verhouding en met een structuur

zoals deze in de bodem van nature wordt aangetroffen, alsmede van nature in de bodem

voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter.

Bodemkwaliteitskaart

De bodemkwaliteitskaart bestaat uit drie hoofdkaarten: 1. Een kaart met uitgesloten locaties en gebieden. 2. De ontgravingskaart (deze kaart mag onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt

als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de te ontgraven grond, als deze grond elders nuttig wordt toegepast).

3. De toepassingskaart (deze kaart geeft de maximale kwaliteitseisen weer waaraan de toe te passen grond moet voldoen).

Bodemkwaliteitsklasse

In het Besluit bodemkwaliteit worden bodemkwaliteitszones afhankelijk van de gemiddelde

kwaliteit ingedeeld in n van de drie onderscheiden bodemkwaliteitsklassen: Klasse Landbouw/natuur.

Klasse Wonen.

Klasse Industrie.

Bij de toetsmethodiek voor Landbouw/natuur wordt uitgegaan van een staffel voor het

aantal toegestane overschrijdingen van de functiewaarden (zie onderstaand). Voor de

bodemkwaliteitskaart van de gemeente Krimpen aan den IJssel is het basispakket van

toepassing. Voor de klasse Wonen is een aanvullende toetsing van toepassing.

Tabel B1 Staffel toegestane aantal overschrijdingen

Aantal gemeten stoffen Aantal toegestane overschrijdingen

1-6 0

Basispakket (7-15) 2

16 26 3

27 36 4

37 48 5

Klasse Landbouw/natuur (Achtergrondwaarde AW2000): Alle gehalten voldoen aan de Achtergrondwaarden (AW2000), met uitzondering van

een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.

De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.

De overschrijding is lager dan de norm voor klassegrens Wonen (exclusief nikkel, zie tabel B2 bij 'Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit').

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Klasse Wonen: Alle gehalten voldoen aan de klassegrens Wonen, met uitzondering van een aantal

overschrijdingen, zie staffel tabel B1.

De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Wonen plus de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.

De overschrijding mag maximaal de norm voor de klassegrens Industrie bedragen.

Klasse Industrie: Als de indeling niet leidt tot de indeling in klasse Wonen of Achtergrondwaarden

(AW2000) wordt de bodemkwaliteit ingedeeld in de klasse Industrie.

Bodemkwaliteitszone

Een deel van een beheergebied waarvoor geldt dat er sprake is van een zelfde gebiedseigen

bodemkwaliteit, waarbij zowel de verwachtingswaarde als de mate van variabiliteit van

belang zijn. De spreiding van gehalten binnen een bodemkwaliteitszone is relatief laag. Een

bodemkwaliteitszone is begrensd in het horizontale vlak n het verticale vlak (diepte).

Bijzondere omstandigheden

Voor een binnen een bodemkwaliteitszone liggend gebied geldt dat er sprake is van

bijzondere omstandigheden, als er voor dat gebied een afwijkende verwachtingswaarde

geldt ten opzichte van de verwachtingswaarde van de betreffende bodemkwaliteitszone. Te

denken valt aan voor bodemverontreiniging verdachte locaties, onderzochte locaties,

locaties waar een sanering heeft plaatsgevonden of locaties met onvoorziene visuele

waarnemingen (bodemvreemde materialen, kleur, geur). Ook beschermde gebieden zoals

bijvoorbeeld voor de ecologie, archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie vallen

onder de bijzondere omstandigheden.

Deelgebied

Deel van een beheergebied waarvoor geldt dat dit op eenduidige wijze kan worden

gekarakteriseerd door middel van de voor het beheergebied geldende onderscheidende

gebiedskenmerken. In tegenstelling tot de bodemkwaliteitszone is er voor het Zone nog

geen toetsing uitgevoerd of het daadwerkelijk een bodemkwaliteitszone is. Wanneer een

Zone uit meerdere terreinen bestaat die niet aan elkaar grenzen, worden de individuele

gebieden aangeduid als niet-aaneengesloten deelgebieden.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Diffuse chemische bodemkwaliteit

De diffuse chemische bodemkwaliteit in een bepaald gebied is de verdeling van gehalten

van stoffen in dat gebied waarvoor de bodemkwaliteitskaart is vastgesteld. Deze verdeling

kan worden gekwantificeerd door statistische parameters (gemiddelde,

percentielwaarden).

Grond

Onder dit begrip vallen onder andere: zand, veen, klei en lss. Het Besluit bodemkwaliteit

definieert grond als volgt: Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale

korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur

zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem

voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, niet zijnde

baggerspecie. Ook verontreinigde grond die is gereinigd en ontwaterde of gerijpte

baggerspecie worden als grond beschouwd. Grond die in het kader van het Besluit

bodemkwaliteit nuttig wordt toegepast mag maximaal 20 gewichtsprocent aan

bodemvreemd materiaal bevatten. In gebiedsspecifiek beleid kunnen hieraan strengere

eisen worden gesteld.

Heterogeniteit

Wanneer de diffuse bodemverontreiniging in een zone zeer heterogeen is verdeeld, is de

betrouwbaarheid van het gemiddelde gehalte in de zone ook kleiner. Bij zones met een

hoge heterogeniteit kan de gemeente besluiten dat de bodemkwaliteitskaart in bepaalde

situaties niet gebruikt mag worden als bewijsmiddel. Het vastgestelde gemiddelde gehalte

heeft naar mening van de gemeente een te lage betrouwbaarheid. Een zekere

heterogeniteit op zich hoeft overigens geen probleem te zijn zolang er geen sprake is van

een gebruiksrisico. De heterogeniteit van een stof in een zone wordt bepaald door een

index die volgt uit de volgende formule:

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

De beoordeling van de heterogeniteitsindex is als volgt:

Index < 0,2 : weinig heterogeniteit

0,2 < Index < 0,5 : beperkte heterogeniteit

0,5 < Index < 0,7 : er is sprake van heterogeniteit

Index > 0,7 : sterke heterogeniteit

Interventiewaarde

Wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde uit de Wet

bodembescherming wordt gesproken over een sterke verontreiniging of een sterk

verhoogd gehalte. De interventiewaarden zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering

2009, zoals gewijzigd op 1 juli 2013 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 16675, d.d. 27 juni

2013).

Niet gezoneerd gebied

Gebieden kunnen worden gezoneerd wanneer er voldoende waarnemingen beschikbaar

zijn om te voldoen aan de eisen uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Wanneer er

onvoldoende waarnemingen beschikbaar zijn, kan de actuele diffuse chemische

bodemkwaliteit van het gebied niet met een voldoende onderbouwing en betrouwbaarheid

worden bepaald en wordt het Zone niet gezoneerd. Een gebied kan ook niet worden

gezoneerd als niet wordt voldaan aan de eisen voor de spreiding van de waarnemingen uit

de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Een niet gezoneerd gebied kan ook ontstaan als de

gemeente er bewust voor kiest een gebied niet op te nemen in de bodemkwaliteitskaart

(zie ook: Uitgesloten locaties en gebieden).

Niet verdachte locatie voor bodemverontreiniging

Een locatie waar geen puntbron aanwezig is (geweest), bijvoorbeeld een ondergrondse

huisbrandolietank of een chemische wasserij, of een (bekend) geval van ernstige

bodemverontreiniging.

Nota bodembeheer

Een nota bodembeheer is een beleidsdocument waarin de onderbouwing voor

gebiedsspecifiek beleid is opgenomen. In de nota bodembeheer komen de volgende

aspecten aan de orde: n of meerdere kaarten met de begrenzing van het bodembeheergebied en de

bodemfuncties;

een (water)bodemkwaliteitskaart;

een toelichting op de maatschappelijke opgave en het grondverzet en de verwachte ruimtelijke ontwikkelingen in de toekomst;

(indien van toepassing) de vastgestelde Lokale Maximale Waarden, inclusief motivatie en de resultaten van de risicotoolbox;

(indien van toepassing) de maximale gewichtspercentage bodemvreemd materiaal inclusief onderbouwing en motivatie.

heterogeniteit = (P95P5)(Maximale waardeindustrieAchtergrondwaarde)

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Daarnaast kan in een nota bodembeheer aandacht worden besteed aan de regels en

procedures rondom grondstromen, wet- en regelgeving bij grondstromen, duurzaam

bodembeheer en/of de (diepere) ondergrond.

Onderscheidende gebiedskenmerken

Kenmerken in een gebied waarvan verwacht wordt dat deze een verband vertonen met de

bodemkwaliteit. Bijvoorbeeld: bodemtype, geomorfologie, landgebruik, historie,

gebiedsontwikkeling en huidig gebruik. Bij het actualiseren van een bodemkwaliteitskaart

kan de vastgestelde bodemkwaliteit in de bestaande kaart ook als (aanvullend)

onderscheidend gebiedskenmerk worden vastgesteld.

Ontgravingskaart

De ontgravingskaart geeft de kwaliteit aan van de eventueel te ontgraven grond. Deze kaart

mag onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt als bewijsmiddel voor de chemische

kwaliteit van de te ontgraven grond, als deze grond elders nuttig wordt toegepast. De

ontgravingskwaliteit is gebaseerd op de gemiddelde gehalten van een zone en getoetst aan

de toetsingswaarden uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. De

bodemkwaliteitszones kunnen vallen in de ontgravingsklassen Landbouw/natuur

(achtergrondwaarden -AW2000), Wonen, Industrie of Niet-toepasbaar. Bij de

toetsmethodiek voor Landbouw/natuur wordt uitgegaan van een staffel (zie tabel B1 bij

'Bodemkwaliteitsklasse') voor het aantal toegestane overschrijdingen van de

functiewaarden.

Klasse Landbouw/natuur (Achtergrondwaarde AW2000):

Alle gehalten voldoen aan de Achtergrondwaarden (AW2000), met uitzondering van een aantal overschrijdingen, zie staffel tabel B1.

De overschrijding mag maximaal twee maal de norm voor de klassegrens Achtergrondwaarden (AW2000) bedragen.

De overschrijding lager is dan de norm voor klassegrens Wonen (exclusief nikkel, zie tabel B2 bij 'Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit').

Klasse Wonen: De gehalten voldoen niet aan de klasse Landbouw/natuur en de norm voor klassegrens

Wonen wordt niet overschreden.

Klasse Industrie:

De norm voor klassegrens Wonen wordt overschreden.

De norm voor klasse grens Industrie wordt niet overschreden.

Klasse Niet toepasbaar: De norm voor klassegrens Industrie wordt overschreden.

Percentiel/percentielwaarde

Waarde waar beneden een bepaald percentage van de analyseresultaten gelegen is.

Bijvoorbeeld 90-percentiel: 90% van de analyseresultaten ligt beneden deze waarde.

Puntbron

Duidelijk aanwijsbare bron voor bodemverontreiniging zoals bijvoorbeeld een

ondergrondse tank voor de opslag van olie, een ontvettingsbad of een afleverzuil voor

brandstof(fen).

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Standaarddeviatie

Ook wel standaardafwijking genoemd. Het geeft de mate aan voor de spreiding van

waarnemingen in een dataset. De berekening hiervan is als volgt:

Hierbij is n het aantal analyseresultaten, x een individueel analyseresultaat en het

gemiddelde van de analyseresultaten.

Toepassingskaart

Deze kaart geeft de maximale kwaliteitseisen weer waaraan de toe te passen grond moet

voldoen. Bij de toepassingskaart wordt gekeken naar de vastgestelde bodemkwaliteit en de

(toekomstige) functie van de bodem. Op basis van deze dubbele toets, waarbij de strengste

toets doorslaggevend is, wordt aan elke zone de toepassingseis vastgesteld.

Bodemfunctieklasse Bodemkwaliteitsklasse Toepassingseis

Overig (Landbouw/natuur) Landbouw/natuur Landbouw/natuur

Overig (Landbouw/natuur) Wonen Landbouw/natuur

Overig (Landbouw/natuur) Industrie Landbouw/natuur

Wonen Landbouw/natuur Landbouw/natuur

Wonen Wonen Wonen

Wonen Industrie Wonen

Industrie Landbouw/natuur Landbouw/natuur

Industrie Wonen Wonen

Industrie Industrie Industrie

Toetsing grondverzet

Om te beoordelen of grondverzet is toegestaan wordt de kwaliteit van de aan te brengen

grond vergeleken met de toepassingseis. De kwaliteit van de aan te brengen grond kan

worden bepaald op basis van een bodemkwaliteitskaart, partijkeuring of een ander erkend

bewijsmiddel. De toepassingseis op basis van de bodemkwaliteitskaart (gezoneerde

gebieden) of bodemonderzoek van de ontvangende bodem (niet gezoneerde gebieden).

Kwaliteit toe te passen grond Toepassingseis Toepassing toegestaan?

Wonen Wonen Ja

Industrie Wonen Nee

Landbouw/natuur Wonen Ja

Wonen Industrie Ja

Industrie Industrie Ja

Landbouw/natuur Industrie Ja

Wonen Landbouw/natuur Nee

Industrie Landbouw/natuur Nee

Landbouw/natuur Landbouw/natuur Ja

stdev=(1/nx=1n

(x x)2)

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Toetsingswaarden Besluit bodemkwaliteit

Om een zone te karakteriseren moet een toetsing plaatsvinden aan de gestelde normen uit

het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Deze toetsingsnormen zijn in de onderstaande

tabel weergegeven.

Tabel B2 Toetsingsnormen (in mg/kg ds voor standaardbodem -lutum 25%, org.stof 10%-)

Stof

Maximale waarden

Achtergrondwaarde

(AW2000,

Landbouw/natuur)

Maximale waarden

wonen

Maximale waarden

industrie

Arseen 20 27 76

Barium * 190 550 920

Cadmium 0,60 1,2 4,3

Chroom 55 62 180

Kobalt 15 35 190

Koper 40 54 190

Kwik 0,15 0,83 4,8

Lood 50 210 530

Molybdeen 1,5 88 150

Nikkel * 35 39 100

Zink 140 200 720

Som PAK 1,5 6,8 40

Som PCB 0,02 0,04 0,5

Minerale olie 190 190 500

* De normstelling in Besluit bodemkwaliteit voor barium en nikkel zijn door het voormalige Ministerie van VROM

sinds 1 april 2009 gewijzigd (Staatscourant, 7 april 2009). Voor nikkel vindt voor schone grond (klasse

Landbouw/natuur) geen toetsing meer plaats aan de maximale waarde voor de bodemkwaliteitsklasse wonen.

Voor barium is besloten alle toetsingsnormen tijdelijk in te trekken als aangetoond kan worden dat er geen sprake is

van een verontreiniging veroorzaakt door activiteiten van de mens.

Uitbijters

Een uitbijter is een gehalte in het gegevensbestand die niet representatief is voor de diffuse

chemische bodemkwaliteit in een Zone. De (potentile) uitbijters worden met een visuele

methode (scatterplots) inzichtelijk gemaakt. Het niet representatieve gehalte is het gevolg

van duidelijk aantoonbare menselijke activiteiten: puntverontreinigingen, verdachte

locaties, typfouten tijdens invoer.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Uitgesloten locaties en gebieden

Uitgesloten locaties en gebieden zijn terreinen die op beleidsmatige grond niet kunnen

worden opgenomen in de bodemkwaliteitskaart of niet voldoen aan de minimumeisen voor

het aantal en de spreiding van de waarnemingen uit de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten.

Voorbeelden zijn onder andere terreinen waar de gemeente niet het bevoegd gezag voor

het Besluit bodemkwaliteit is zoals buitendijks gebied. Terreinen waar sprake is van een

sanering of verontreiniging door een lokale activiteit worden eveneens uitgesloten van de

bodemkwaliteitskaart. Maar ook terreinen die in het beheer zijn van andere organisaties

zoals Rijkswaterstaat (rijkswegen), de provincie (provinciale wegen) of de SBNS

(spoorgebonden gronden) worden soms uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart.

Variabiliteit

Mate waarin de gehalten binnen een bodemkwaliteitszone varieert.

Variatiecofficint

Maat voor de spreiding in gehalten (standaarddeviatie gedeeld door het gemiddelde).

Vrij grondverzet

Van vrij grondverzet is sprake als voorafgaand aan het grondverzet de kwaliteit van de

grond niet hoeft te worden vastgesteld.

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Bijlage 2 Specificatie uitbijters

Zone LocatienaamType

onderzoekRapportnummer Rapportdatum Monsternaam Uitbijter Toelichting

BG Lintbebouwing < 1945 IJsseldijk 130 VO C03-193-O 18-06-2003 MM3

Cadmium (1,4), Koper

(250), Kwik (8,1), Lood

(760), Nikkel (46), Zink

(770), Arseen (52)

Mengmonster dat uitgesplitst is, verhogingen niet

bevestigd. Hele monster als uitbijter aangemerkt.

BG Lintbebouwing < 1945 Veldwerk BKK 15-BG Hele monster

Vrijwel alle stoffen zijn sterk verhoogd. Monster

niet representatief ten opzichte van de rest van de

beschikbare analysegegevens in het deelgebied.

BG Wonen 1945-1990 IJsseldijk 362 OO DCIJS100427 30-07-2010 001 PAK (59)In rapport PAK > I te relateren aan gebruik en

bijmengingen.

BG Wonen 1945-1990 Breestraat 10 VO AT04200 01-07-2004 M1 Kwik (110)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

BG Wonen 1945-1990 Breestraat 10 VO AT04200 01-07-2004 M2 Koper (710), Kwik (810)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

BG Wonen 1945-1990 Breestraat 10 VO AT04200 01-07-2004 M3 Kwik (310)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

BG Wonen 1945-1990 Breestraat 10 VO AT04200 01-07-2004 M4 Kwik (120)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

BG Wonen 1945-1990 Breestraat 12a VO 616160/HB/10 28-04-2006 M2 Olie (1300)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.BG Wonen 1945-1990 Breestraat 12a VO 616160/HB/10 28-04-2006 MM1 PAK (100) Verontreiniging, locatie is inmiddels gesaneerd.

BG Wonen 1945-1990 IJsseldijk 310 VO WN-16918 12-11-2007 M4 PAK (180)Deelmonster van uitgesplitst mengmonster.

Verontreiniging, sanering in eigen beheer.

BG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Parallelweg 1 NUL C05-356-O 01-09-2005 M1 Olie (760)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

BG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Parallelweg 1 NUL of EIND C05-356-O 01-09-2005 M4 Olie (790)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

BG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Zellingstraat 3 - 4 NUL of EIND

nummer R001-

4711187NDB-nnc-V01-

NL

09-09-2010 85717

Cadmium (2,6), Koper

(1400), Lood (360), Zink

(1500), PAK (31)

Verontreinging. Nog niet uitgekarteerd. Niet

representatief.

BG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Zellingstraat 3 - 4 NUL of EIND

nummer R001-

4711187NDB-nnc-V01-

NL

09-09-2010 85722 PAK (72), Olie (490)Verontreinging. Nog niet uitgekarteerd. Niet

representatief.

BG Industrie/bedrijven > 1945 Edisonstraat 1 (niewbouw) VO 11191-115900-7 17-05-2002 MM1

PAK (48) (lutum en orgstof

vallen hier ook op, zijn stuk

hoger dan rest)

Locatie waar ook nieuwe gevallen zijn. / Niet

representatief monster.

BG Industrie/bedrijven > 1945 Industrieweg 4 VO 0811A559/GGE/rap1 11-12-2008 MM2 Lood (170)Niet representatief, diverse verdachte activiteiten

vermeld in rapport.

BG Industrie/bedrijven > 1945 Van Utrechtweg 9-11 NUL of EIND 99070120-DH 11-07-2006 M4 Nikkel (220)Verontreinging. Nog niet uitgekarteerd. Niet

representatief.

BG Industrie/bedrijven > 1945 Van Utrechtweg 9-11 NUL of EIND 99070120-DH 11-07-2006 M5 Nikkel (2300)Verontreinging. Nog niet uitgekarteerd. Niet

representatief.

OG Lintbebouwing < 1945 IJSSELDIJK 113,115 VO 20081421/rap01 23-01-2009 M2 PAK (35) Puinbijmenging

OG Lintbebouwing < 1945 IJsseldijk 366 VO AT10194 01-11-2010 MM2 Lood (270) Locatie met BUS-sanering.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)

Jacob Jordaensstraat ong.

(en omgeving, riooltraceIO B05A0266 09-09-2005 MM8 PAK (38,5)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Haven 1 NUL of EIND 05M2602.001/072513 09-06-2005 M1

Nikkel (890), Zink (18000),

Olie (530)Ernstig geval.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Haven 1 NUL of EIND 05M2602.001/072513 09-06-2005 M10 Nikkel (270), Zink (2400) Ernstig geval.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Haven 1 NUL of EIND 05M2602.001/072513 09-06-2005 M3 Nikkel (240), Zink (2300) Ernstig geval.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Haven 1 NUL of EIND 05M2602.001/072513 09-06-2005 M4 Nikkel (230), Zink (1900) Ernstig geval.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)IJsseldijk 345-345B VO PB02249/D1 16-09-2002 M1 Olie (320) Betreft verontreiniging, sanering in eigen beheer

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Parallelweg e.o VO 120524D 31-08-2012 M5 slib

Barium (720), Cadmium

(6,1), Kwik (3,3), Lood

(480), Zink (970), Olie (320)Verdacht en niet representatief.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Parallelweg e.o VO 120524D 31-08-2012 M6 teer PAK (60), Olie (6400)

Verdacht en niet representatief.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Parallelweg e.o VO 120524D 31-08-2012 M8 carbo

PCB (0,4900), PAK (2500),

Olie (2000) Verdacht en niet representatief.

OG Industrie/ bedrijven 1945-1970

buitendijks (west)Zellingstraat 3 - 4 NUL of EIND

nummer R001-

4711187NDB-nnc-V01-

NL

09-09-2010 85718Barium (690), Koper (460),

Lood (890), Zink (1500)

Verontreinging. Nog niet uitgekarteerd. Niet

representatief.

OG Krimpen aan den IJssel overigVan der Giessenweg 32

(Autobedrijf M. de Koning)VO 04X2535.001 02-12-2004 M3 Olie (390)

Verdacht en niet representatief.

OG Krimpen aan den IJssel overig Van Utrechtweg 47 OO DCVU100426 07-07-2010 002 Nikkel (42)Verontreiniging boven interventiewaarde, beperkte

omvang. Niet representatief.

OG Krimpen aan den IJssel overig Bloemenbuurt VO 99060248-DH 24-03-2005 MM8 Arseen (35) Demping

OG Krimpen aan den IJssel overig Breestraat 10 VO AT04200 01-07-2004 M5 Kwik (78)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.OG Krimpen aan den IJssel overig Breestraat 10 VO AT04200 01-07-2004 MM2 PAK (62) Verontreiniging, locatie is inmiddels gesaneerd

OG Krimpen aan den IJssel overig IJsseldijk 310 VO WN-16918 12-11-2007 M2 PAK (170)Deelmonster van uitgesplitst mengmonster.

Verontreiniging, sanering in eigen beheer.

OG Krimpen aan den IJssel overig IJsseldijk 310 VO WN-16918 12-11-2007 MM1 PAK (80)Uitgesplitst mengmonster. Verontreiniging,

sanering in eigen beheer.

OG Krimpen aan den IJssel overig Van Ostadelaan 4 VO 802959/10 01-12-2001 M1 Zink (410)

Niet respresentatief ten opzichte van de rest van

de beschikbare analysegegevens in het

deelgebied.

Bodemkwaliteitskaart gemeente Krimpen aan den IJssel

Bijlage 2

Specificatie uitbijters

BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | DOCUMENTCODE: 13M1166.RAP001

Status: Definitief | Versiedatum: juli 2015

Bijlage 3A Statistische parameters bodemkwaliteitszones (meetwaarden)

Bijlage 3A: Statistische parameters, toetsing aan Besluit Bodemkwaliteit (gemeten waarden)

* De norm voor Barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogenebodemverontreiniging. Voor overige situaties is de norm voor Barium tijdelijk buitenwerking gesteld. Heterogeniteit (mate betrouwbaarheid van de bepaald diffuse bodemkwaliteit)Streven is om voor Barium binnen enkele jaren een nieuw toetsingskader te introduceren. De heterogeniteit van een stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule

(P95 - P5) / (referentiewaarde Industrie achtergrondwaarde)waarde > max. waarde industrie sterke heterogeniteit (Index > 0,7)max. waarde wonen < waarde < max. waarde industrie er is sprake van heterogeniteit (0,5 < index < 0,7)achtergrondwaarde < waarde < max. waarde wonen beperkte heterogeniteit (0,2 < Index < 0,5)waarde < achtergrondwaarde weinig heterogeniteit (Index < 0,2)

Zone Statistische parameters

BG Lintbebouwing < 1945 Bodemkwaliteitsklasse: wonen Lut = 14,5 %Gezoneerd: ja Ontgravingskaart: industrie OS = 5,1 %

Stoffen N Min 5P 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max80% MIN Gem

80% MAX VC

Hetero-geniteit

Gem. > Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 20 35,0 49,3 78,8 115,0 157,5 186,0 233,0 266,5 390,0 111,6 135,8 160,0 0,62 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 125,9 364,4 609,6 609,6Cadmium 38 0,14 0,14 0,28 0,50 0,79 0,98 1,10 1,63 3,60 0,54 0,68 0,82 1,02 0,52 nee nee Cadmium 0,47 0,93 3,34 10,1Kobalt 20 3,2 4,0 5,7 8,3 9,2 9,8 12,1 13,1 14,0 7,2 8,00 8,8 0,36 0,08 nee nee Kobalt 10,1 23,6 128,2 128,2Koper 38 3,5 9,8 18,0 28,0 40,8 43,2 55,9 59,8 74,0 26,8 30,30 33,8 0,55 0,45 nee nee Koper 29,8 40,2 141,5 141,5Kwik 38 0,04 0,06 0,14 0,22 0,35 0,41 0,68 0,93 1,80 0,25 0,32 0,39 1,09 0,22 nee nee Kwik 0,13 0,71 4,10 30,8Lood 38 0,0 20,3 61,8 110,0 185,0 200,0 230,0 243,0 280,0 104,6 120,20 135,8 0,62 0,57 nee nee Lood 41,0 172,1 434,5 434,5Molybdeen 20 0,35 0,35 0,35 0,60 1,00 1,01 1,22 1,54 4,10 0,61 0,85 1,09 0,99 0,01 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 38 6,8 9,3 14,0 21,0 26,8 27,0 29,3 33,0 37,0 18,6 20,20 21,8 0,39 0,52 nee nee Nikkel 24,5 27,3 70,1 70,1Zink 38 44,0 73,2 115,0 195,0 305,0 356,0 430,0 485,5 730,0 203,4 236,00 268,6 0,66 0,98 nee nee Zink 101,3 144,8 521,1 521,1PCB (som 7) 20 0,0049 0,0049 0,0049 0,0094 0,0171 0,0216 0,0355 0,0385 0,0421 0,0111 0,0145 0,0179 0,81 0,14 nee nee PCB (som 7) 0,0103 0,0205 0,2568 0,5PAK (som 10) 39 0,0 0,2 3,0 5,6 9,8 11,0 13,2 19,8 27,0 5,9 7,10 8,3 0,84 0,51 nee nee PAK (som 10) 1,5 6,8 40,0 40,0Minerale olie 38 14,0 14,0 14,0 16,5 40,0 53,0 77,5 97,3 130,0 28,2 34,50 40,8 0,88 0,52 nee nee Minerale olie 97,6 97,6 256,8 2568,1Arseen 37 2,8 5,3 7,1 11,0 15,0 15,8 19,6 32,0 40,0 11,1 12,8 14,5 0,64 0,61 nee nee Arseen 15,8 21,3 59,9 59,9

BG Wonen 1945 - 1990 Bodemkwaliteitsklasse: wonen Lut = 14,1 %Gezoneerd: ja Ontgravingskaart: wonen OS = 6,0 %

Stoffen N Min 5P 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max80% MIN Gem

80% MAX VC

Hetero-geniteit

Gem. > Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 24 14,0 14,0 45,8 100,0 140,0 140,0 170,0 178,5 190,0 82,8 96,8 110,8 0,55 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 123,4 357,1 597,3 597,3Cadmium 98 0,14 0,14 0,28 0,33 0,50 0,50 0,80 1,16 3,30 0,42 0,49 0,56 1,03 0,35 nee nee Cadmium 0,48 0,96 3,42 10,4Kobalt 24 2,1 2,1 4,4 8,0 11,3 12,4 13,0 13,9 14,0 6,8 7,90 9,0 0,51 0,10 nee nee Kobalt 9,9 23,2 125,7 125,7Koper 101 2,9 3,5 8,7 18,0 27,0 29,0 45,0 58,0 83,0 19,1 21,20 23,3 0,78 0,48 nee nee Koper 30,1 40,6 143,0 143,0Kwik 98 0,04 0,04 0,08 0,11 0,19 0,20 0,49 1,10 3,30 0,19 0,24 0,29 1,74 0,27 nee nee Kwik 0,13 0,71 4,10 30,8Lood 98 7,0 9,1 19,0 36,5 61,8 79,2 143,0 191,5 750,0 50,6 62,80 75,0 1,50 0,46 nee nee Lood 41,3 173,3 437,4 437,4Molybdeen 24 0,35 0,35 0,70 0,85 1,05 1,05 1,09 1,10 1,30 0,74 0,82 0,90 0,36 0,00 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 98 4,0 5,3 9,6 18,0 27,0 30,6 34,3 37,0 48,0 17,8 19,20 20,6 0,57 0,71 nee nee Nikkel 24,1 26,9 68,9 68,9Zink 98 14,0 40,8 70,3 110,0 140,0 150,0 243,0 404,5 890,0 119,6 136,00 152,4 0,93 0,87 nee nee Zink 101,4 144,9 521,5 521,5PCB (som 7) 23 0,0010 0,0049 0,0051 0,0071 0,0099 0,0100 0,0118 0,0120 0,0163 0,0069 0,0078 0,0087 0,43 0,02 nee nee PCB (som 7) 0,0120 0,0241 0,3008 0,6PAK (som 10) 98 0,1 0,1 0,3 0,8 2,1 3,4 6,8 11,3 40,0 2,0 2,80 3,6 2,11 0,29 nee nee PAK (som 10) 1,5 6,8 40,0 40,0Minerale olie 100 3,5 14,0 14,0 17,5 35,0 35,2 57,0 112,7 620,0 29,8 39,70 49,6 1,94 0,53 nee nee Minerale olie 114,3 114,3 300,8 3008,2Arseen 86 2,8 2,8 5,4 9,3 12,8 13,0 18,0 28,5 76,3 9,4 10,8 12,2 0,91 0,58 nee nee Arseen 15,9 21,5 60,4 60,4

Projectcode: 13M1166

Versie: Definitief

Blz. 1/5

Bijlage 3A: Statistische parameters, toetsing aan Besluit Bodemkwaliteit (gemeten waarden)

* De norm voor Barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogenebodemverontreiniging. Voor overige situaties is de norm voor Barium tijdelijk buitenwerking gesteld. Heterogeniteit (mate betrouwbaarheid van de bepaald diffuse bodemkwaliteit)Streven is om voor Barium binnen enkele jaren een nieuw toetsingskader te introduceren. De heterogeniteit van een stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule

(P95 - P5) / (referentiewaarde Industrie achtergrondwaarde)waarde > max. waarde industrie sterke heterogeniteit (Index > 0,7)max. waarde wonen < waarde < max. waarde industrie er is sprake van heterogeniteit (0,5 < index < 0,7)achtergrondwaarde < waarde < max. waarde wonen beperkte heterogeniteit (0,2 < Index < 0,5)waarde < achtergrondwaarde weinig heterogeniteit (Index < 0,2)

Zone Statistische parameters

BG Wonen 1970 - 1990, vm ind Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 22 14,0 14,6 46,8 89,0 96,8 99,4 128,0 139,5 1200,0 61,9 128,0 194,1 1,89 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 92,6 268,0 448,4 448,4Cadmium 30 0,12 0,19 0,29 0,39 0,43 0,45 0,63 0,91 1,20 0,37 0,42 0,47 0,55 0,29 nee nee Cadmium 0,40 0,81 2,89 8,7Kobalt 22 2,1 3,1 4,8 7,6 13,0 13,0 14,9 16,9 19,0 7,6 8,90 10,2 0,55 0,16 nee nee Kobalt 7,6 17,7 96,1 96,1Koper 30 3,5 3,5 7,0 14,0 18,0 19,0 28,0 29,7 55,0 12,3 14,90 17,5 0,74 0,28 nee nee Koper 24,8 33,4 117,7 117,7Kwik 31 0,04 0,04 0,06 0,09 0,13 0,16 0,19 0,20 0,25 0,09 0,10 0,11 0,56 0,04 nee nee Kwik 0,12 0,65 3,75 28,1Lood 30 7,6 9,1 15,5 36,0 43,5 49,2 70,9 86,7 180,0 30,4 38,40 46,4 0,89 0,22 nee nee Lood 36,6 153,6 387,5 387,5Molybdeen 22 0,35 0,35 0,35 0,65 1,04 1,05 1,05 1,05 1,10 0,61 0,69 0,77 0,43 0,00 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 31 5,2 5,6 7,3 13,0 24,5 28,0 29,0 30,0 33,0 13,4 15,60 17,8 0,60 0,69 nee nee Nikkel 19,1 21,3 54,6 54,6Zink 30 39,0 45,8 62,0 105,0 120,0 152,0 202,0 220,0 230,0 95,6 108,40 121,2 0,50 0,51 nee nee Zink 81,9 117,0 421,2 421,2PCB (som 7) 22 0,0007 0,0037 0,0049 0,0049 0,0080 0,0082 0,0088 0,0210 0,0226 0,0059 0,0073 0,0087 0,71 0,12 nee nee PCB (som 7) 0,0061 0,0122 0,1523 0,3PAK (som 10) 29 0,2 0,2 0,4 0,6 2,3 2,7 4,5 7,2 8,7 1,1 1,70 2,3 1,39 0,18 nee nee PAK (som 10) 1,5 6,8 40,0 40,0Minerale olie 33 14,0 14,0 14,0 14,0 40,0 51,4 118,0 172,0 300,0 31,2 45,40 59,6 1,40 1,67 nee nee Minerale olie 57,9 57,9 152,3 1522,7Arseen 26 2,8 3,2 4,7 9,5 10,9 11,0 11,5 12,8 20,0 7,5 8,5 9,5 0,46 0,25 nee nee Arseen 13,7 18,5 52,1 52,1

BG Industrie/bedrijven > 1945 Bodemkwaliteitsklasse: industrie Lut = 8,2 %Gezoneerd: ja Ontgravingskaart: industrie OS = 2,1 %

Stoffen N Min 5P 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max80% MIN Gem

80% MAX VC

Hetero-geniteit

Gem. > Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 23 14,0 19,9 60,5 79,0 125,0 130,0 130,0 139,0 140,0 72,3 83,1 93,9 0,49 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 87,2 252,4 422,2 422,2Cadmium 54 0,13 0,16 0,25 0,28 0,34 0,38 0,57 0,63 0,74 0,30 0,32 0,34 0,44 0,20 nee nee Cadmium 0,38 0,77 2,75 8,3Kobalt 23 2,0 2,1 4,1 6,0 11,0 11,6 12,8 13,0 13,0 6,1 7,10 8,1 0,55 0,13 nee nee Kobalt 7,2 16,7 90,8 90,8Koper 54 1,0 1,5 3,5 9,8 18,8 22,0 23,7 26,7 34,0 10,3 11,90 13,5 0,75 0,29 nee nee Koper 23,6 31,8 112,0 112,0Kwik 54 0,04 0,04 0,07 0,07 0,11 0,11 0,16 0,30 0,47 0,08 0,10 0,12 0,90 0,07 nee nee Kwik 0,12 0,64 3,68 27,6Lood 53 2,5 3,0 9,1 15,0 33,0 35,6 43,6 50,4 72,0 18,7 21,60 24,5 0,77 0,14 nee nee Lood 35,5 149,1 376,4 376,4Molybdeen 23 0,35 0,35 0,35 0,56 0,70 0,82 1,05 1,05 1,05 0,53 0,60 0,67 0,43 0,00 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 56 3,2 4,0 5,2 9,5 27,0 30,0 37,0 38,5 75,0 14,2 16,90 19,6 0,92 1,02 nee nee Nikkel 18,2 20,3 52,1 52,1Zink 57 10,0 11,8 44,0 70,0 120,0 130,0 166,0 200,0 260,0 74,6 84,70 94,8 0,70 0,58 nee nee Zink 77,9 111,3 400,5 400,5PCB (som 7) 20 0,0043 0,0043 0,0043 0,0099 0,0200 0,0207 0,0289 0,0349 0,0802 0,0105 0,0155 0,0205 1,13 0,30 nee nee PCB (som 7) 0,0043 0,0085 0,1068 0,2PAK (som 10) 47 0,0 0,0 0,1 0,5 0,6 0,8 1,3 1,5 3,5 0,4 0,50 0,6 1,23 0,04 nee nee PAK (som 10) 1,5 6,8 40,0 40,0Minerale olie 58 3,5 7,0 14,0 14,0 18,5 35,0 43,3 61,5 100,0 18,2 21,30 24,4 0,88 0,82 nee nee Minerale olie 40,6 40,6 106,8 1067,7Arseen 48 2,8 2,8 3,4 5,9 10,2 11,0 12,0 13,0 14,0 6,0 6,7 7,4 0,56 0,28 nee nee Arseen 13,2 17,8 50,2 50,2

Projectcode: 13M1166

Versie: Definitief

Blz. 2/5

Bijlage 3A: Statistische parameters, toetsing aan Besluit Bodemkwaliteit (gemeten waarden)

* De norm voor Barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogenebodemverontreiniging. Voor overige situaties is de norm voor Barium tijdelijk buitenwerking gesteld. Heterogeniteit (mate betrouwbaarheid van de bepaald diffuse bodemkwaliteit)Streven is om voor Barium binnen enkele jaren een nieuw toetsingskader te introduceren. De heterogeniteit van een stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule

(P95 - P5) / (referentiewaarde Industrie achtergrondwaarde)waarde > max. waarde industrie sterke heterogeniteit (Index > 0,7)max. waarde wonen < waarde < max. waarde industrie er is sprake van heterogeniteit (0,5 < index < 0,7)achtergrondwaarde < waarde < max. waarde wonen beperkte heterogeniteit (0,2 < Index < 0,5)waarde < achtergrondwaarde weinig heterogeniteit (Index < 0,2)

Zone Statistische parameters

BG Industrie/bedrijven Stormpolder < 1970 NIET GEZONEERD

BG Wonen > 1990 en buitengebied Bodemkwaliteitsklasse: landbouw/natuur Lut = 20,0 %Gezoneerd: ja Ontgravingskaart: landbouw/natuur OS = 16,8 %

Stoffen N Min 5P 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max80% MIN Gem

80% MAX VC

Hetero-geniteit

Gem. > Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 20 57,0 70,3 95,0 130,0 162,5 172,0 201,0 213,0 270,0 119,2 134,9 150,6 0,41 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 159,2 460,7 770,6 770,6Cadmium 21 0,14 0,14 0,33 0,45 0,56 0,58 0,64 0,66 0,73 0,38 0,43 0,48 0,40 0,12 nee nee Cadmium 0,68 1,37 4,89 14,8Kobalt 20 4,7 5,4 6,0 6,9 10,7 13,4 16,4 20,1 21,0 7,9 9,30 10,7 0,54 0,10 nee nee Kobalt 12,7 29,5 160,2 160,2Koper 21 6,5 12,0 13,0 19,0 24,0 28,0 30,0 38,0 38,0 18,4 20,70 23,0 0,40 0,17 nee nee Koper 41,2 55,6 195,7 195,7Kwik 21 0,04 0,04 0,07 0,10 0,13 0,14 0,16 0,18 0,30 0,08 0,10 0,12 0,63 0,03 nee nee Kwik 0,15 0,81 4,71 35,3Lood 21 7,0 7,0 22,0 32,0 38,0 40,0 49,0 58,0 110,0 27,8 33,80 39,8 0,64 0,10 nee nee Lood 51,1 214,4 541,2 541,2Molybdeen 20 0,50 0,50 0,85 1,00 1,10 1,14 1,50 1,51 1,60 0,89 0,99 1,09 0,34 0,01 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 21 11,0 14,0 17,0 22,0 28,0 28,0 33,0 40,0 54,0 21,2 23,90 26,6 0,41 0,47 nee nee Nikkel 30,0 33,4 85,6 85,6Zink 21 29,0 40,0 51,0 85,0 96,0 110,0 120,0 120,0 130,0 68,8 77,20 85,6 0,39 0,14 nee nee Zink 135,2 193,1 695,1 695,1PCB (som 7) 20 0,0049 0,0049 0,0049 0,0060 0,0069 0,0074 0,0079 0,0087 0,0098 0,0059 0,0063 0,0067 0,22 0,00 nee nee PCB (som 7) 0,0337 0,0673 0,8417 1,7PAK (som 10) 21 0,1 0,1 0,2 0,4 1,7 1,7 2,6 5,6 9,9 0,6 1,30 2,0 1,80 0,09 nee nee PAK (som 10) 2,5 11,4 67,3 67,3Minerale olie 21 14,0 14,0 14,0 20,0 30,0 30,0 60,0 68,0 100,0 23,0 29,20 35,4 0,76 0,10 nee nee Minerale olie 319,8 319,8 841,7 8416,7Arseen 21 2,8 2,8 6,5 7,7 9,0 9,9 10,0 15,0 21,0 7,1 8,2 9,3 0,48 0,21 nee nee Arseen 20,5 27,7 77,9 77,9

Projectcode: 13M1166

Versie: Definitief

Blz. 3/5

Bijlage 3A: Statistische parameters, toetsing aan Besluit Bodemkwaliteit (gemeten waarden)

* De norm voor Barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogenebodemverontreiniging. Voor overige situaties is de norm voor Barium tijdelijk buitenwerking gesteld. Heterogeniteit (mate betrouwbaarheid van de bepaald diffuse bodemkwaliteit)Streven is om voor Barium binnen enkele jaren een nieuw toetsingskader te introduceren. De heterogeniteit van een stof in een zone wordt bepaald door een index die volgt uit de volgende formule

(P95 - P5) / (referentiewaarde Industrie achtergrondwaarde)waarde > max. waarde industrie sterke heterogeniteit (Index > 0,7)max. waarde wonen < waarde < max. waarde industrie er is sprake van heterogeniteit (0,5 < index < 0,7)achtergrondwaarde < waarde < max. waarde wonen beperkte heterogeniteit (0,2 < Index < 0,5)waarde < achtergrondwaarde weinig heterogeniteit (Index < 0,2)

Zone Statistische parameters

OG Lintbebouwing < 1945 Bodemkwaliteitsklasse: wonen Lut = 23,1 %Gezoneerd: ja Ontgravingskaart: wonen OS = 7,1 %

Stoffen N Min 5P 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max80% MIN Gem

80% MAX VC

Hetero-geniteit

Gem. > Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 22 34,0 56,1 93,5 110,0 140,0 140,0 150,0 150,0 160,0 99,6 109,0 118,4 0,32 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 178,3 516,1 863,3 863,3Cadmium 37 0,14 0,14 0,25 0,28 0,34 0,42 0,70 0,84 1,30 0,31 0,36 0,41 0,71 0,21 nee nee Cadmium 0,54 1,09 3,89 11,8Kobalt 22 2,3 5,3 7,0 8,8 11,0 11,0 12,8 13,0 15,0 8,1 8,90 9,7 0,32 0,05 nee nee Kobalt 14,1 32,9 178,7 178,7Koper 37 5,3 10,1 18,0 22,0 24,0 25,8 26,4 37,4 50,0 20,4 22,10 23,8 0,38 0,20 nee nee Koper 36,8 49,7 174,8 174,8Kwik 37 0,04 0,05 0,07 0,12 0,22 0,24 0,38 0,70 4,00 0,14 0,28 0,42 2,34 0,15 nee nee Kwik 0,14 0,80 4,62 34,6Lood 36 11,0 16,0 26,8 48,5 64,5 78,0 92,0 107,8 150,0 45,2 52,30 59,4 0,63 0,20 nee nee Lood 47,2 198,1 500,0 500,0Molybdeen 22 0,35 0,35 0,35 0,50 0,99 1,05 1,55 2,74 4,40 0,60 0,87 1,14 1,12 0,01 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 37 5,2 11,0 22,0 28,0 31,0 33,8 36,8 39,2 41,0 25,1 26,80 28,5 0,31 0,46 nee nee Nikkel 33,1 36,9 94,5 94,5Zink 37 28,0 55,4 77,0 110,0 137,0 148,0 202,0 236,0 300,0 106,4 118,90 131,4 0,50 0,34 nee nee Zink 129,9 185,6 668,2 668,2PCB (som 7) 22 0,0049 0,0049 0,0049 0,0049 0,0062 0,0088 0,0098 0,0120 0,0233 0,0056 0,0068 0,0080 0,63 0,02 nee nee PCB (som 7) 0,0142 0,0284 0,3551 0,7PAK (som 10) 36 0,0 0,1 0,1 0,4 2,0 2,4 7,1 11,0 17,5 1,4 2,30 3,2 1,82 0,28 nee nee PAK (som 10) 1,5 6,8 40,0 40,0Minerale olie 38 7,0 13,4 14,0 14,0 18,5 33,0 58,0 70,8 100,0 19,7 24,20 28,7 0,89 0,26 nee nee Minerale olie 134,9 134,9 355,1 3551,3Arseen 34 4,6 6,0 9,6 11,5 15,0 16,0 18,4 21,7 36,0 11,6 12,9 14,2 0,46 0,30 nee nee Arseen 18,7 25,2 71,0 71,0

OG Wonen 1970 - 1990, vm ind Ind. P95> I Stoffen

Achtergrond waarde

Max. waarde wonen

Max. waarde industrie

Interventiewaarde bodem (I)

Barium* 20 14,0 14,0 41,0 81,0 115,0 132,0 160,0 262,5 500,0 72,8 104,0 135,2 1,05 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Barium* 91,1 263,6 441,0 441,0Cadmium 42 0,14 0,17 0,28 0,44 0,74 0,96 1,40 1,98 3,60 0,54 0,68 0,82 1,03 0,73 nee nee Cadmium 0,40 0,80 2,86 8,7Kobalt 21 2,1 2,4 4,7 7,3 12,0 13,0 13,0 16,0 17,0 7,0 8,30 9,6 0,56 0,16 nee nee Kobalt 7,5 17,4 94,6 94,6Koper 41 3,5 3,5 7,5 13,0 20,0 21,0 29,0 47,0 86,0 14,4 17,60 20,8 0,92 0,47 nee nee Koper 24,5 33,1 116,4 116,4Kwik 42 0,04 0,04 0,06 0,12 0,24 0,36 0,60 1,17 2,70 0,19 0,29 0,39 1,66 0,31 nee nee Kwik 0,12 0,65 3,74 28,0Lood 41 9,1 9,1 14,0 33,0 56,0 58,0 100,0 220,0 250,0 39,3 51,00 62,7 1,15 0,60 nee nee Lood 36,3 152,6 385,1 385,1Molybdeen 21 0,35 0,35 0,35 0,60 1,05 1,05 1,05 1,05 3,30 0,61 0,80 0,99 0,83 0,00 nee nee Molybdeen 1,5 88,0 190,0 190,0Nikkel 38 3,9 5,4 11,0 15,0 24,5 26,0 28,3 33,5 37,0 15,6 17,40 19,