Blick 4.5

24
PLEIDOOI VOOR ONBEVANGENHEID beeldende amateurkunst in de Noorderkerk PRODUCEREN VOOR GEVORDERDEN interview met Emil Klok over de locatievoorstelling van Waark COMMUNITY ART OP HET WATER JAARGANG 4 nr.5 juli/augustus 2010 BLAD VOOR AMATEURKUNST IN GRONINGEN

description

Blick is een tijdschrift voor amateurkunst in Groningen.

Transcript of Blick 4.5

pleidooi voor onbevangenheid beeldende amateurkunst in de Noorderkerk

produceren voor gevorderdeninterview met Emil Klok over de locatievoorstelling van Waark

community art op het water

jaargang 4 nr.5 juli/augustus 2010 blad voor amateurkunst in groningen

Blick is het blad voor amateurkunst in Groningen en verschijnt vier of vijf keer per jaar. Het is een gezamenlijke uitgave van De Theaterwerk-plaats De Prins van Groningen, de Regionale Cultuurplannen (provincie Groningen en 22 Groninger gemeenten), het Gronings Centrum voor Amateurtheater en Kolder en Ko.Redactieadres De Theaterwerkplaats, t.a.v. redactie Blick (Gonnie Tutelaers), Noorderbuitensingel 11, 9717 KK Groningen Tel. 050-8507159E-mail [email protected] Website www.blickmagazine.nlRedactie Nynke Oele (hoofdredacteur), Iris van Dijk, Gonnie Tutelaers, Barbara VonkBureauredactie Gonnie Tutelaers

Medewerkers aan dit nummer Stijn Hooijer, Nele Bauwens, Elske Woudstra, Johan Dik, Tom Knigge, Hans Poel, Anneke Claus, Jim Rot-teveel, Jan DolGrafische Vormgeving Jos HendrixDruk Scholma Druk BVOplage 2500Losse nummers te verkrijgen bij Gonnie Tutelaers (zie redactieadres) Het volgende nummer verschijnt in oktober 2010 Kopij voor 15 september 2010 naar [email protected] t.a.v. Gonnie TutelaersOvername van artikelen met bronvermelding is toegestaanFoto voorpagina 'tWotterop, foto: Joshua KellerFoto achterpagina Nieuwe Botermarkt, foto: Johan Dik

in dit nummer Aankondigingen

Uitbundig jubileum in GarnwerdJan Dol recenseert de voorstelling Terug naar Garnwerd door IOVIVAT

Een pleidooi voor onbevangenheid Over de manifestatie Oefening baart kunst in de Noorderkerk

De nieuwe amateur is opgestaan Boekbespreking

Rasa, ad libGedicht van stadsdichter Anneke Claus

De Nieuwe BotermarktZin en onzin van een nieuw festival

Amateur?! Jong filmcollectief aan het woord FotogalerieHans Poel presenteert zijn foto’s vol contrasten

Afscheid Koos Kregel wordt bijzondere reünieEen verslag

Lelijk peteendje verandert in mooie zwaanInterview met beeldend kunstenaar Maria Koijck

KijkersplezierEen impressie van het Quiltfestival in Noord-Groningen

Met tWotterop het water op Productieleider Emil Klok geeft een kijkje achter de schermen

Kort maar krachtigRecensie van de voorstelling De jonge Jongen door Santelli Xclusief

Column door Jim Rotteveel

Aankondigingen

C O L O F O N

SWET 6: Libera Me | 28 september t/m 3 oktober; Leek | www.swet.nu

In de theatervoorstelling gaat een jongen op zoek naar zichzelf en de betekenis der dingen en vol-trekt zich de verandering van kind naar jong volwassene. Beleef de zoektocht mee. Treed binnen in verschillende werelden. Laat u verrassen, betoveren en meeslepen door theater, zang en dans. Laat u meevoeren over landgoed Nienoord via het openluchttheater naar de drukkerij. Kom en beleef het mee...

De Vliegende Hollander, deel 2 | 1 t/m 12 september, behalve op 3 en 6 september; Appingedam | www.de-vliegendehollander.nl

Wegens succes biedt Reisbureau De Vliegende Hollander in 2010 wederom theatrale rondvaarten door de grachten van Appingedam aan.Max Modderman – een wonderlijk touroperator uit het pittoreske Dam heeft een al even wonderlijke ontdekking gedaan: Willem Vanderdecken, de legendarische kapitein van het schip De Vliegende Hol-lander, is in Appingedam geboren. Daarom neemt Modderman u mee aan boord. Modderman is niet meer de Modderman van vorig jaar. Hij is een overtuigd aanhanger geworden van duurzaam ondernemen. Modderman is groen gegaan. En met reden. Want waar het oude verdwijnen moet, daar komt iets nieuws voor in de plaats. Creatieve destructie.Hoe dat in zijn werk gaat? Dat kunt u zelf meemaken: tijdens de tocht én in de Grande Finale in de voormalige kartonfabriek De Eendracht. Want waar die tegen de vlakte gaat, bouwt Modderman aan zijn eigen, duurzame Vliegende Hollander opera.

meer aankondigingen op pagina 21

Buitenkunst Theaterweken | 8-24 juli, 25-31 juli; Staatsbosbeheerterrein De Banken | www.theaterweken.nl

Ben je tussen de 12 en 16 jaar, speel je toneel, of ben je nieuwsgierig naar theater, en heb je zin om intensief aan de slag te gaan? Tijdens een Theaterweek van Buitenkunst ontdek je met professionals en andere jongeren de vele mogelijkheden van het theater. Je volgt workshops op het gebied van spel, maar ook schrijven, dans, vormgeving of film kunnen aan bod komen. Om mee te doen heb je geen ervaring nodig, wel zin om samen te werken en een flinke dosis energie.

A A N K O N D i G i N G E N

G E z i E N

In de rij staan en wachten. Wie vindt dat leuk? Maar hier in Garnwerd is wachten in de rij voor de kassa een prettige tijdspassering. Garnwerd is dan ook geen gewoon dorp. Dit is een cultureel minnend dorp, waar Omme-land én Stad voor uitloopt. In een ge-moedelijke sfeer zingt een shantykoor. Er zwerven antiek geklede kinderen rond die vast weer een nieuwe lichting spelers zullen vormen, want daar is IOVIVAT goed in. Op weg naar de tri-bune worden we langs typische dorps-taferelen geleid, die voor een prima stemming zorgen en een voorproefje geven van wat we gaan zien. En dat is niet mis. Terug naar Garnwerd is een waar spektakel. IOVIVAT heeft alles uit de kast getrokken om met meer dan 111 spelers en medewerkers van dit 111-jarig jubileum een succes te maken.

Terug naar Garnwerd is gebaseerd op de franse legende Le retour de Martin Querre. Een man ontvlucht het dorp en keert later weer terug. Maar is het wel dezelfde man? In de bewerking van IOVIVAT staan vijf mannen en een vrouw centraal: de man en vrouw die gaan trouwen, de collega van de man aan het front, de aanbidder van de vrouw, een onderzoeksrechter en een dorpsgek met pop. Voor de jongen is de tijd gekomen om voor nakomelingen te gaan zorgen. Want bij nakomelingen kan de familie de steenfabriek erven. De arme jongen. Eerder had hij al geen zin om te trouwen, nu heeft hij geen zin tot fabriceren. Zijn vrouw doet er alles aan om hem zo ver te krijgen. Zij gaat in een pittige dans gedeelte-lijk uit de kleren, maar hij geeft geen sjoege. Dan komt het kruidenvrouwtje haar diensten aanbieden, door zijn

ballen op een fysiotherapeutisch wijze te bewerken, maar ook dat blijft behelpen. Voorts de dominee, die heel vroom ook wel een fellatio- duit in het zakje wil doen. Maar ook dat mag niet baten (één van de grappige verwij-zingen naar deze tijd). Dan komen de godvruchtige dorpelingen weer, die met een Knielen op een bed violen-ver-betenheid de arme jongen de kleren van het lijf scheuren. Gelukkig komt de felbegeerde nakomeling dan toch zomaar uit de lucht vallen.Het is een genot om spelers te zien, die zich niet schamen voor een kle-dingstukje meer of minder. De jongen die consequent zielig kijkt en de vrouw die overtuigend teleurstelling, hoop en blijdschap neerzet. Ontroerend soms. Mooi hoe de vele figuranten, vermomd als dorpelingen, hun rol fanatiek en overtuigend spelen en met zang en dans het volle pond uit de scène halen. En altijd is er weer die vrouw die bij elke oprisping haar hoogtepunt denkt te halen.

We worden getrakteerd op veel afwisseling en wervelende scènes. Met humor, relativering en met de kennis van nu wordt er voortdurend geschakeld tussen heden en verleden. Daarvoor zorgt ook het sterke spel van de dorpsgek en het beheerste oordelen van de onderzoeksrechter. De schitterende kostuums typeren het dorp, evenals het slimme decor met stokken vuur en fakkels. Wat een indrukwekkend vuur daar op die berg! En de inbreng van de muziek van De Eendracht maakt het tot een prettig soort muziektheater. Een knap stukje werk van de regisseur, om dit immen-se team tot een geheel te smeden.

Jan Dol

Terug naar Garnwerd | Rederijkerskamer iOViVAT | Regie: Harm-Ydo HilberdinkLocatie: Garnwerd | 24-5-2010

uitbundig jubileum in garnwerd

Tien dagen lang heeft BK050, de werkplaats beeldende kunst van het Kunstencentrum, de Noorderkerk bezet met de manifestatie Oefe-ning baart kunst. Eén van de doelen was beeldende kunst te verbinden aan disciplines, als mode, theater en dans. Onder leiding van Gert Sennema, beeldend kunstenaar, muzikant en docent, was er dagelijks tussen 10 en 22 uur van alles te doen en te bekijken.

Mijn eerste ontmoeting met de mani-festatie is op zaterdag. Ik loop binnen en beland midden in de repetitie voor de modeshow, die over een half uur zal beginnen. Modellen lopen over een grote ronde tafel en krijgen instructies

over tempo en lichaamshouding. De vrouw met de microfoon benadrukt dat de modellen de tijd moeten nemen: “Zo meteen moeten de accessoires goed zichtbaar zijn.” En tegen Hilde: “Ja, je loopt prima, hoofd omhoog en draai maar even.” Hilde lacht een beetje ongemakkelijk. Dadelijk zal ze wel loskomen.

Langzaam stroomt het publiek bin-nen. Het is gezellig druk. De dj’s van Pushin Wood Soundsystem brengen vanaf de voormalige kansel swin-gende klanken de ruimte in. De echte show begint, onder leiding van Basz de Jonge, bekend van OOG TV. Op de catwalk worden de resultaten van verschillende cursussen bij het BK050

een pleidooi voor onbevangenheid

over de manifestatie Oefening baart Kunst in de noorderkerk

A C H T E R G R O N D

getoond, waarbij het thema herge-bruik centraal staat. Verrassend zijn de resultaten van Van Plasticsoep tot Soepjurk, een project van Annelies Swart en Henny Zikken. De stukken van cursisten Textiel vormen een commentaar op de plas-ticsoep in de Stille Oceaan. Het zijn - ondanks het onpraktische materiaal - prachtige, moderne stukken. Een hoofddeksel van plastic bekertjes met plastic slierten, een overgooier van sinaasappelnetjes en een “bruidsjurk” van opengewerkt, gesmolten wit plas-tic volgen elkaar op.Het is niet ongewoon dat het publiek een flard van een repetitie meekrijgt. Hier is de oefening juist onlosma-kelijk verbonden met de werkelijke show. Oefening baart kunst draait om het proces, dat zelfs meer waarde

krijgt toebedeeld dan het uiteindelijke eindproduct. Achterop de folder bij de manifestatie weet Gert Sennema het treffend te verwoorden: “Als het beeld af is, is het avontuur voorbij. De belofte is ingelost. Leve de Sagrada Familia; er is nog hoop.”

Een paar dagen later, op de dag van het woord, vindt een forum plaats met als doel de amateurkunst af te zetten tegen de professionele kunst. De leiding is in handen van Joost Zwa-german, die het publiek aanspoort in debat te gaan met vijf panelleden. Tom Hageman, directeur van de Klassieke Academie en Johan Faber, verbonden aan Academie Minerva, vertegenwoor-digen het professionele kunstonder-wijs. Jan Brouwer heeft als directeur van de Kunstencentrum Groep ama-teurkunstenaars onder zijn hoede, net als Willemijn in ’t Veld, werkzaam bij het Fonds voor Cultuurparticipatie in Utrecht. Tenslotte is Ankie Boomstra, projectleider bij het CBK, uitgenodigd vanwege het feit dat zij met kunst in de openbare ruimte te maken heeft

met een amateurpubliek.Het belang van oefening komt aan de orde. Zwagerman haalt Malcolm Gladwell aan die in zijn boek Outliers: the story of succes (2008) het belang van 10.000 uur werk benadrukt. Wil iemand succes hebben in wat hij doet, dan is daar 10.000 uur inzet voor nodig. Zwagerman stelt de vraag hoe belangrijk oefening voor de kunst is. Faber zegt dat oefening van belang is, maar niet zaligmakend. Waar het om draait is liefde voor het vak, talent en doorzettingsvermogen. De academie kan hooguit het vuur ontsteken, maar de kunstenaar moet er zelf iets mee doen.Naarmate de avond vordert wordt dui-delijk dat de aanwezigen niet zozeer op zoek zijn naar het onderscheid tussen amateurkunst en professionele

kunst, maar naar een karakterisering van goede kunst. Scholing blijkt geen voorwaarde voor goede kunst. Even-tuele twijfel hierover wordt met het voorbeeld van Vincent van Gogh direct weggenomen. Sennema benadrukt dat het voor een geschoolde kunstenaar cruciaal is los te komen van die scho-

ling. Hij haalt Miles Davis aan die zei: “If you study a lot, you sound studied.” Het is de kunst te denken vanuit on-bevangenheid en passie. Zwagerman beaamt dat het ook voor een schrijver belangrijk is zijn onschuld te bewaren.

De vraag wat (goede) kunst is, is fundamenteel voor mij als kunst-historicus. Een eenduidig antwoord bestaat niet, vanwege de vele factoren die meespelen. Wat van belang is, is inderdaad onbevangenheid. In eerste instantie draait het om de één op één relatie tussen kunstenaar en werk. Een kunstenaar moet in zichzelf op zoek gaan naar zijn manier om zijn ideeën vorm te geven. In ’t Veld ziet de enorme belangstelling voor cursus-sen tegenwoordig. De cursist zoekt gericht naar hulp om te bereiken wat hij wil, maar dit heeft niets te maken met goede kunst. Een goed kunste-naar haalt zijn kunst uit zijn tenen en laat het daarna los in de wereld. Een kunstwerk vindt immers pas zijn voltooiing in de ontmoeting met de toeschouwer.

Als ik op vrijdagochtend de kerk bin-nenstap om eens te kijken, word ik me bewust van de vele activiteiten die tijdens de manifestatie hebben plaats-

“If you study a lot, you sound studied.”

gevonden. De kerk getuigt van eerdere gebeurtenissen die week aan de hand van gestolde momenten. Ergens zie ik de plastic jurken, tussen de vele schilderijen en beelden, die tijdens cursussen zijn gemaakt. De werken die in directe relatie met de kerk zijn gemaakt, intrigeren mij het meest. Zij doen mij de kerk via de ogen van iemand anders bekijken. Op een van de balkons liggen plakboeken van de cursisten van de cursus Anders kijken van Anne Stoer. Elk boek heeft zijn een eigen karakter en het boek van Janine Tuil springt er voor mij uit. Zij heeft haar ervaring bij haar bezoek aan de kerk omgezet in serene en krachtige foto’s, tekeningen en aquarelschilde-ringen.

Terwijl ik kijk, oefenen mensen bene-den mij. Ze lopen rond, achter elkaar aan in patronen. Soms praten ze met elkaar. Even later verven ze woorden op een enorm wit papier in een poging hun gevoel in een woord te vangen. Zij blijken bezig te zijn met Oefenin-gen in theater en beeld onder leiding van Merel de Groot. Het is een van de ontmoetingen tussen beeldende kunst en een andere discipline tijdens de manifestatie.

Ik kom terecht in de ruimte achter het spreekgestoelte, een soort zolder die ingericht is met de installatie Atelier van God van John Krop. Op de muur hangt een post-it met de tekst: “Ik ben er even niet!” God. In de kleine, lage ruimte die alleen op eigen risico te be-treden is, ben ik inderdaad getuige van de werkplaats van God. Centraal staat een mensfiguur in wording, gevormd uit piepschuim en purschuim. God, die bezig was het model bij te schaven, is even weg en heeft de resten en een purschuimspuit op de grond laten liggen. Tegen de achterwand staan dozen opgestapeld als in een opslag-loods. Op de etiketten is te lezen dat er onderdelen in opgeslagen liggen als heup, DNA concept, billen V en billen M. Bij een zwevende, menselijke figuur van kippengaas hangt een post-it met “Miskleun, verwijderen uit mijn paradijs”. Twee figuren lijken in elkaar verstrengeld. Het werk is ijl, vluchtig, alsof de schepping niet is voltooid.

Museumbezoek is erg populair te-genwoordig, mede door de educatieve insteek van de tentoonstellingen. Het publiek loopt van tekstbordje naar tekstbordje, waarop professionele kijkers vertellen dat het hier gaat om

goede kunst. Zelf kijken is niet meer nodig, want hoe kan het amateur-publiek nog iets toevoegen aan de mening van de professional?

Als kunsthistoricus ben ik een profes-sioneel kijker. Ik heb een groot beeld-reservoir in mijn hoofd en kennis van de kunstgeschiedenis. Ik ben hiermee niet per se in het voordeel ten opzichte van een amateurkijker. Het risico bestaat dat de kennis het onbevangen kijken overheerst en dat het kunst-werk in het luchtledige schreeuwt. Het kunstwerk kan zich immers alleen uiten als de toeschouwer naar hem wil luisteren. Ik wil ervoor pleiten dat eenieder zijn kennis en oordelen aan de kant zet en onbevangen gaat kijken. Langer dan zeven seconden, zoals de gemiddelde museumbezoeker gewend is. Het vergt tijd om een beeld te ont-rafelen, net zoals het maken van het kunstwerk tijd heeft gekost.

Stijn Hooijerfoto's: Tom Knigge, Hans Poel

B O E K B E S p R E K i N G

G E D i C H T

In maart van dit jaar heeft het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouw-kunst een nieuwe essay uitgegeven getiteld De waarde van de amateur. Jorinde Seijdel bespreekt hierin de opkomst en zichtbaar-heid van de amateur in de beeldende kunst en de samenleving. Er lijkt een nieuwe amateur te zijn opgestaan. Met de opkomst van de digitale cultuur zijn er voor de amateur veel meer mogelijkheden om zich

te presenteren aan een publiek. Het internet is bovendien een podium waar ook professionele kunstenaars gebruik van maken, waardoor de grens tussen professioneel en amateur alleen maar verder verwaterd. Precies in die ont-stane ruimte lijkt de amateur zich als een vis in het water te voelen. De professional kijkt gefascineerd en met een mengeling van jaloezie en argwaan toe.

Seijdel beschrijft helder hoe met de toenemende professi-onalisering van onze samenleving de amateur de negatieve connotatie kreeg die hij tegenwoordig vaak heeft. Aan het begin van de achttiende eeuw was een amateur nog iemand die in de eerste plaats liefhebber is en zijn liefhebberij kan uitvoeren zonder er voor betaald te worden. Met andere woorden: die rijk genoeg is voor deze tijdsbesteding en daardoor zijn ‘spel’ zuiver en belangeloos kan houden.

Bijna als een soort kwaliteitskeurmerk. Tegenwoordig is een amateur vooral een mindere van een professional.De opkomst van de hedendaagse amateur laat volgens Seijdel goed zien dat de professionele beeldende kunste-naar zich steeds minder makkelijk laat definiëren. Een beeldend kunstenaar moet tegenwoordig ondernemend zijn en gericht op de markt, maar ook erkenning zoeken in het professionele circuit en, oja, ‘anders’ zijn. Daar heeft een amateur op een minder verstikkende manier mee te maken en dat maakt hem voor de professional des te aantrekke-lijker.

Op een mooie manier beschrijft Seijdel mythen en counter-mythen van het kunstenaarschap, professioneel of amateur. De tegenstelling tussen professionele kunstenaar en ama-teur is aan het verschuiven, en daarmee verandert ook de rol van het publiek. Producenten, consumenten, prosumers (producent-consument) en ‘pro-am’ (professioneel ama-teur) maken in wisselende samenstelling onderdeel uit van een diffuser wordende kunstwereld. Het zal nog wel even duren voordat het nieuwe archetype van de beeldend kun-stenaar, professioneel of amateur, uit het bezonken water boven komt drijven. En tot die tijd vermaken wij ons prima.

Nynke Oele

De waarde van de amateur, Jorinde Seijdel, maart 2010, ISBN 978-90-76936-23-9, te bestellen via [email protected]

Rasa, ad lib.

Hieven ze de boemel op. En de bakker.Ook ging, Hak! De slager. Vers bloed sijpelde weg.

Multiplex, alles multiplex. Aan galm bij de misgeen gebrek. Wij zijn met steeds minder alleen

en grijs. Ginds, horen wij, hangen de vruchten. Een wereld verderop. Wij kunnen daar niet heen.

Hak! Laat engelen de perken harken. Praat ons niet van het Paradijs.

de nieuwe amateur is opgestaan

Anneke Claus

Op zaterdag 22 mei beleeft de Nieuwe Botermarkt haar eerste editie. Het festival profileert zich als dé plek voor aanstormend creatief talent uit alle hoeken van de kunst. Alle denkbare disciplines uit de creatieve industrie zijn vertegenwoordigd. Om de hoek bij Simplon in Groningen wordt het CiBoGa terrein, een braakliggend ter-rein in het Ebbingekwartier, omge-toverd tot festivalterrein. De Nieuwe Botermarkt bestaat uit diverse podia, zeecontainers, eettentjes, beeldende kunst exposities en een gezellige bar. Ik proef van de sfeer, de optredens en natuurlijk van de chocoladefondue!

Met een zonnetje en een aange-name temperatuur is het een prima festivaldag. Toch valt de tegenvallende opkomst me meteen op zodra ik het terrein op loop. Waar zou het aan liggen? Moet het festival zichzelf nog bewijzen en aan bekendheid winnen of moet ik de oorzaak ergens anders zoeken? Het weekend ervoor, op 14 en 15 mei, opent het Rebours Festival

voor het eerst haar deuren. Het multidisciplinaire festival hanteert een brede programmering van muziek, theater, kunst, exposities en technolo-gie. Bezoekers die dit festival aan een kritisch oordeel hebben onderworpen laten de Nieuwe Botermarkt misschien liever aan hun neus voorbij gaan. Dat geldt wellicht ook voor de mensen die op 5 en 6 juni Grunn Pop bezoeken in het Stadspark in Groningen. Of gaan kunst- en cultuurliefhebbers liever naar het Gideon Festival, dat op 4, 5 en 6 juni staat gepland? Het mag duidelijk zijn dat er in deze zonnige tijd van het jaar veel festivals worden georganiseerd. Je kunt je afvragen of een nieuwe aanwinst nog echt wat toevoegt aan deze oneindige lijst. En mag de Nieuwe Botermarkt zichzelf wel een festival noemen met één volle dag aan muziek en kunst?

Er is van alles te zien en te doen. Men-sen struinen over het terrein, genieten van een hapje en een drankje, nemen een kijkje bij de podia en in de kleine

containers waarin kunstenaars hun werk exposeren, jonge filmmakers hun films vertonen en muzikale talen-ten laten horen wat zij in huis hebben. Ik kom bijzondere dingen tegen. Van een kas waar ik planten kan aaien tot een container met poppenhuizen die ik zelf mag helpen inrichten. Bij een kraampje mag ik zelf mijn poffer-tjes bakken. Hoogtepunt is voor mij de verrassend goede film Tick Tack, gemaakt door de piepjonge leden van de Filmproductiegroep die met de film de eerste prijs binnensleepte bij de Kunstbende Groningen en ook tijdens de landelijke finale een mooie tweede plaats behaalde (een interview met Els Vegter van de Filmproductiegroep lees je in de rubriek Amateur?!).

Als ik aan het eind van de middag richting de uitgang van het festivalter-rein loop, pik ik nog wat mee van de band Final Destination. Ik ben onder de indruk van de krachtige stem van de jonge zangeres. De Nieuwe Botermarkt herbergt inderdaad veel nieuw, jong talent, zo concludeer ik. Jammer dat het potentiële festivalpubliek door de bomen het bos niet meer ziet. Tijd om de krachten te bundelen!

Gonnie Tutelaers, foto's: Johan Dik

F E S T i V A L

de nieuwe botermarkt: een interessante boom in een heel groot bos

Nieuwe festivals schieten in de provincie Groningen als paddenstoelen uit de grond. De provincie vindt het belangrijk om jong talent een podium te bieden. Veel initiatiefnemers gaan met dat gegeven aan de haal. is dat een goede ontwikkeling of zorgt het ervoor dat we ‘festivalmoe’ worden en de kwaliteit van de initiatieven zien kelderen? Tijd voor een proef op de som. proefkonijn: de Nieuwe Botermarkt.

“We willen Groningen met onze films op de kaart zetten”

A M A T E U R ? ! Wie zijn de beoefenaars van amateurkunst in de provincie Groningen? Welke betekenis heeft het in hun leven? Wat zijn hun dromen en ambities? Elk nummer praat Gonnie Tute-laers met een echte liefhebber over deze en andere zaken.

Tijdens mijn bezoek aan Festival de Nieuwe Botermarkt was ik enorm onder de indruk van de film Tick Tack, die in één van de containers op het festivalterrein werd vertoond. Groot was mijn verbazing toen ik op onderzoek uitging en ontdekte dat de makers jonge middelbare scho-lieren zijn, die hun krachten hebben gebundeld in de Filmproductiegroep. Tick Tack is speciaal ontwikkeld voor deelname aan de Groningse voorronde van de Kunstbende, die in het teken stond van het thema ‘Tijd’. Met Tick Tack won de Filmproductiegroep zon-der moeite de Kunstbende Groningen finale, stoomde vervolgens door naar de landelijke finale in Amsterdam en ging er opnieuw vandoor met een (tweede) prijs. Daar wil ik meer over weten! In een interview met zestienja-rig Filmproductiegroep-lid Els Vegter zoek ik uit wat de jongeren drijft.

De Filmproductiegroep is ontstaan met de hulp van stichting Met Meer Cultuur (MMC). De zoon van een lid van de stichting was betrokken bij een theaterproject met jongeren in de leeftijd van vijftien tot achttien jaar. De presentatie van dit project resulteerde in een zelfgemaakte film. De keuze voor dit medium bleek een schot in de roos. Nieuwe films volgde waarop een aantal jongeren zitting namen in de MMC werkgroep “De Filmproduc-tiegroep”.Allemaal wonen ze in Veendam en omstreken. Hun afzonderlijke talenten liggen niet alleen op het gebied van film. Ook hun liefde voor en kennis van

theater, muziek en literatuur zetten ze in om hun films tot een succes te ma-ken. Els houdt vooral van theater en muziek. Ze zingt en speelt piano en gi-taar. Ze levert dan ook regelmatig een bijdrage aan de muzikale composities die worden ingezet om de beelden te versterken. De film Tick Tack is boven-dien tot stand gekomen aan de hand van een door Els geschreven gedicht. “Ik hou erg van theater en ga daarbij vooral uit van de tekst. Ik houd me voornamelijk bezig met het artistieke gedeelte van een film. Samen met de verschillende leden bedenken we een concept en zoeken we naar passende beelden, muziek en tekst. Andere leden concentreren zich op het film-technische gedeelte, op verhaallijn, muziek en op de organisatie/productie van De Filmproductiegroep.Zo heb ik het gedicht gemaakt voor de film, heeft Jan Hoitzing (16 jaar) de muziek zelf gecomponeerd en uitge-voerd en waren de regie, camera en montage in handen van Joren Molter (16 jaar).”

Tick Tack behandelt een diepgaand onderwerp: het verstrijken van de tijd en de tijdelijkheid van een leven. “We houden van drama. Je zult ons niet snel een komedie zien maken,” zegt Els. De volgende film, met de werktitel Vivienne/Vol van Leven gaat dan ook over een meisje die in haar eigen fantasiewereld verstrikt raakt. In de zomer begint de groep met filmen. De leden doen een beroep op subsidies en nuttige contacten om alle beno-digde materialen te kunnen bekosti-

gen. De Filmproductiegroep gaat dus doordacht te werk. “Voor Vivienne/Vol van Leven werken we in dat kader met acteurs van de Noorderlingen in Groningen.”

Schoolgaande jongeren die profes-sioneel ogende films produceren. Zijn dat professionals of amateurs? “Kijk, we zijn pas een jaar geleden begonnen met de Filmproductiegroep en hebben toen de Kunstbende aangepakt als startpunt. Dat was een groot succes en in dat jaar is er heel veel gebeurd. We zijn zelfs gevraagd om te jureren tijdens het Internationale Filmfestival Rotterdam! De Filmproductiegroep is een vriendengroep, maar wat we doen gaat inmiddels veel verder dan dat. We pakken het professioneel aan. Inmid-dels voeren we discussies over de taakverdeling binnen de groep en dus ook over de hiërarchie die we inmid-dels gedwongen zijn aan te brengen. Toch vind ik dat je mensen van zestien nog geen professionals kunt noemen.”

Films maken in Groningen. Moet je daarvoor niet in Amsterdam zijn? “Nee hoor, helemaal niet. Groningen is een prachtige provincie. Het platteland is heel mooi, net als de stad Groningen. Dat staat garant voor mooie beel-den. We hebben hier de ruimte en de vrijheid om mooie dingen te maken. Daarmee willen we Groningen op de kaart zetten! Pas als ik klaar ben met mijn middelbare school en een thea-teropleiding ga volgen, trek ik weg uit het noorden.” Gelukkig voor ons duurt dat nog even.

Filmen in groningen

www.defilmproductiegroep.nl

F O T O G A L E R i E

Hans poel (Tolbert, 18 jaar) fotografeert sinds 2006. Hij begon met de oude analoge Minolta van zijn ouders, om de vakantie door te komen, en ging later over op digitaal. “Deze foto’s komen eigenlijk uit drie verschillende series, maar passen goed bij elkaar omdat ze dezelfde donkere sfeer oproepen. Ze laten ook goed mijn stijl zien, die erg contrastrijk is en analoog met digitaal combineert. Fotografe-ren is een heel direct en veelzijdig medium, waar ik veel creativiteit en passie in kwijt kan. Elke keer kan ik weer verder groeien in mijn foto’s, iets wat een lastige, maar mooie uitdaging is.” Hans hoopt aangenomen te worden op een kunstacademie. Daarna wil hij journa-listiek of documentair fotograaf worden. En natuurlijk de World Press Photo winnen. http://hanspoel.daportfolio.com/

in de fotogalerie krijgt elk nummer een nieuwe amateurfotograaf de kans om zijn of haar werk te presenteren en toe te lichten.

B E S C H O U W i N G

Koos Kregel begon zijn theatercarrière als speler bij de Acteerstudio. Daar werkte hij o.a. samen met Hans Feithwinkel en Henk Klabbers. Ook heeft hij een aantal jaren gespeeld bij De Horzel van Cora Broekhuizen. Steeds meer ontwikkelde hij zich als docent en regisseur. Toen de Vooropleiding Theater uit zijn voegen barstte ontstond in 1994 het idee om in Groningen een Jeugdtheaterschool op te richten en werd Koos (aanvankelijk samen met Niels Doornbos, maar na 2 jaar alleen) artistiek leider. In 2009 haalde hij zijn officiële onderwijsbevoegdheid voor Drama. Onder zijn leiding groeide de school naar meer dan 450 leerlingen tussen de 8 en 18 jaar.

Zijn leiderschap laat zich kenmerken door een onvoor-waardelijke betrokkenheid bij de leerlingen. “Zij maken de school,” aldus Koos. Die betrokkenheid blijkt niet alleen uit de opmerkingen tijdens de les, die bij sommige leerlingen nog jarenlang na-echoën, maar ook uit het luisterend oor na afloop in de kroeg. Uit de verhalen blijkt dat er heel wat onzekere pubers zijn die zelfvertrouwen, vriendschap en lef hebben gevonden bij de Jeugdtheaterschool. Of zoals Kirsten Pijper het verwoordt: “Ik heb van Koos geleerd dat ik niet meer moet zeggen dat ik iets niet kan.” Dat is, naast

spelen natuurlijk, precies wat Koos voor ogen had. Soms blijkt zelfs dat er bij het verlaten van de school vriend-schappen kunnen ontstaan tussen docent en leerling, zoals Gerdie Niehof, één van de eerste lichting JTS-ers, in een persoonlijk verhaal toelicht.

Zijn passie voor het lesgeven en het werken met jongeren spat van de avond af. Dat er achter al die passie toch nog veel onzekerheid schuil gaat, is volgens collega’s dan ook zijn slechtste eigenschap. “Helemaal niet nodig,” zegt Fenna Besijn, docent bij de JTS.

In een bij vlagen hilarische bewegingscompositie door de docenten van de JTS wordt Koos trefzeker neergezet: Koos kijkt, lacht, zucht, klaagt en juicht je opeens in zesvoud tegemoet. Uiteraard met lollie.Vanaf komend seizoen gaat Koos Kregel door met lesgeven bij het Noorderpoort college bij de MBO-opleiding Kunst Theater Media in Groningen. Daarnaast blijft hij als docent werkzaam bij de Amateurtheaterschool (ATS). Annemiek Dijkstra is de nieuwe artistiek leider van de JTS.

Nynke Oele, foto: Albert Hidding

Dit jaar bestaat de Jeugdtheaterschool Groningen (JTS) 15 jaar en al 15 jaar is Koos Kregel de artistiek leider. Met zijn voorstelling Bloeddruk neemt hij afscheid. Collega’s en (oud)leerlin-gen trakteren hem na afloop van de première op een verrassingsavond vol herinneringen, korte performances en ontroerende toespraken. “ik ben er he-lemaal vol van,” zegt Koos aan het einde van de avond met dikke ogen.

afscheid koos kregel wordt bijzondere reünie

i N T E R V i E W

Op één van de eerste zomerse dagen van dit jaar is het nog rustig bij het Hoornse Meer. Een paar mensen stellen hun nog witte huid bloot aan de zon. Op het water is een enkele zeilboot te zien. Dat zal komende zomer wel anders zijn. Een grote zwaan, gemaakt van petflessen zal dan op het meer drijven. Kunstenares Maria Koijck is initiatiefneemster van het petflessen-project.

Koijck zamelt in haar wijk petfles-sen in met als doel daar uiteindelijke een zwaan van te bouwen van drie tot vier meter hoog en vijf meter lang. Maar liefst 25.000 flessen heeft ze hiervoor nodig. “Ik ben anderhalf jaar geleden met hulporganisatie Save The Children mee geweest naar Sierra Leone”, vertelt Koijck. “Ik dacht, ik ga leuk een beetje bootjes vouwen met de kinderen op het strand. Toen kwam ik op het strand aan. Het was eenender-tig graden, maar het kippenvel stond me op de armen: ik heb nog nooit zo’n troep gezien. Alleen maar plastic zooi

en met name plastic flessen. Daar liepen varkens door heen, mensen, eigenlijk alles en iedereen. Er waren heel veel erge dingen daar, maar met die plastic afval kon ik wat, dat kon ik nog behappen”.

De vervuiling maakte indruk op Koijck. Weer thuis begon ze op de route van haar huis naar haar atelier plastic flesjes te verzamelen om haar eerste beeld van petflessen te maken, een uitvergroting van het vruchtbaarheids-beeldje de Venus van Willendorf. “Dat is het begin van mijn manier gewor-den”, zegt Koijck. “Het materiaal ligt op straat, het is goedkoop, het is waanzinnig mooi en alles wat gebruikt wordt, komt niet in zee terecht.”

Na dit solo-project wilde Koijck graag met de hele buurt aan de slag, om samen met de bewoners een kunstwerk te creëren wat in het meer zal gaan drijven. Community Art, volgens Koijck. “Ik vind het leuk om in deze wijk iets te doen met kunst en

daarnaast gaat het natuurlijk ook om het creëren van bewustwording”, zegt Koijck. Inmiddels worden er driftig flessen ingezameld. ‘Iedereen wil meedoen”, vertelt Koijck. Niet alleen bij het inzamelen van de flessen wordt de wijk gemobiliseerd. Ook voor het lassen van het stalen frame, dat de basis moet vormen voor de zwaan, zijn vrijwilligers nodig.

“Ik ben echt geschrokken van de situatie in Sierra Leone. Kunst is een mooie manier om dat onder de aandacht te brengen. Eigenlijk wil ik dat het een soort bloemencorso gaat worden, maar dan van petflessen. Dat je bijvoorbeeld volgend jaar een petflessen-beeldenshow kunt maken op het Hoornse Meer, met beelden van verschillende wijken. En dan ga je landelijk, dan over de hele wereld en dan is alle plastic rotzooi opgeruimd,” lacht Koijck. “Maar dat is een droom.”

Elske Woudstra

lelijk peteendje verandert in mooie zwaan

www.zwaanenmeer.com, www.bas-is.nl

K i J K E R S p L E z i E R Niets is zo persoonlijk als het kijken naar kunst. in Kijkersplezier krijg je de kans om met andermans blik naar uiteenlopende culturele evenementen te kijken.

Ons doel is het Quiltfestival dat voor het eerst dit jaar in tien historische kerken in het Hogeland wordt georganiseerd. Verschillende quiltverenigingen, textielgroepen en individu-ele quilters presenteren hun werk. Quilts zijn kleine lapjes stof die aan elkaar genaaid worden en samen een nieuwe lap vormen. Het festival heeft een fietsroute uitgestippeld en bijna overal is koffie en cake. In dorpshuis De Rank in Uithuizen is een markt met eindeloze hoeveelheden stofjes, garen, wol en draad. En niet te vergeten: boeken over quil-ten met patronen en verhalen. Ik weet nu dat er quiltreizen worden georganiseerd.

Quilten draait om kleur, compositie, materiaal en techniek. De afwerking en de details zijn cruciaal. Ik zie een quilt waarbij de lapjes stof met contrasterend garen aan elkaar zijn bevestigd. De lapjes bestaan echter uit een wild kleu-renpatroon, waardoor het contrasterende garen met een engelengeduld moet zijn uitgezocht. Zo verandert de quilt voor mijn ogen in een baken van aandacht en geduld.R. houdt het meeste van de traditionele quilt, met blokpa-tronen en een brede rand. “Dan ben je dus een conserva-tieve quiltster,” concludeerde S. optimistisch. De meeste quilts zijn een bonte mix aan stijlen en patronen, van een

heuse impressionistische quilt tot een quilt op basis van een op stof geprinte foto met daar omheen -in blokvorm- bomen en takken. Quilters zijn niet gebonden aan een vaste stijl. Elke quilt is nieuw en “meestal ontstaat het gewoon,” hoor ik een quiltster uitleggen aan haar vriendin. Na een blokkenquilt mag je dus gewoon een bonte papagaaienquilt gaan maken. Niemand die je van een stijlbreuk beschuldigt.

De vrijheid van stijlen staat haaks op de discipline en de nauwkeurigheid waarmee de lapjes stof aan elkaar gestikt worden. Qua patroon mag eigenlijk alles, maar een quilt is pas echt goed gelukt als het netjes is gedaan. Misschien dat een aantal quilt-dames daarom zo streng keken. Het festival is goed bezocht. En de reacties waren overwe-gend positief. “Bij het zien van een quilt/ slaat zelfs mijn ziel op tilt” dichtte Jet uit Emmen in het gastenboek van de Jacobikerk. De hoeveelheid stijlen en methodieken (met of zonder inlegluier bijvoorbeeld, machinaal of handmatig gestikt en doorgequilt) zijn een feest, maar dat je nooit eens een steekje mag laten vallen, laat staan dat er een steekje los mag zitten, daarvan begint mijn ziel toch lichtjes te rillen.

Nynke Oele, illustratie: Nele Bauwens

Quiltfestival Noord Groningen, 11, 12, 13 juni in tien historische kerken in het Hogeland | www.quiltfestival.nl

doorgestiktOp een zonnige zondagmiddag rij ik met vrienden R. en S. in de auto naar zijldijk, niet wetende dat we kort daarop een parallel universum zullen betreden. Het universum van het quilten.

De voorstellingen zijn bijna allemaal uitverkocht. Voor zo’n groots theater-avontuur is het altijd weer spannend hoe het uiteindelijk financieel en or-ganisatorisch uitpakt, vooral als je be-denkt dat je inkomsten voor een kwart uit de kaartverkoop en horecaomzet moet komen. Op een begroting van een ton is dat een aanzienlijk deel. Emil Klok doet samen met Maartje Kreb de productie van tWotterop. Klok houdt zich daarbij naast de pro-ductionele kant ook met de financi-ele kant van het verhaal bezig. Al in 2008 zijn bij theatergroep Waark de eerste ideeën gevormd en gesprek-ken gevoerd. Spoedig daarna zijn de subsidieaanvragen geschreven en in augustus 2009 heeft het bestuur groen licht gegeven voor het produceren van deze voorstelling. Als productieleider sla je op dat moment een weg in vol praktische hindernissen, waarvan sommige in eerste instantie misschien wel onneembaar lijken. Je schippert

dan regelmatig heen en weer tussen de artistieke wensen en de zakelijke grenzen.

Regel het maar!Een productie op het water, dan moet je een constructie hebben die drijft, en niet minder belangrijk: één die blijft drijven met duizenden kilo’s belasting op het dek. En je publiek mag ook niet per ongeluk overboord slaan. Na verschillende op de tekentafel uit-gewerkte plannen zijn er uiteindelijk twee dekschuiten en pontons gehuurd in Groningen, en het jachtje waar de spelers op spelen is in Maastricht op de kop getikt. Vervolgens moet zo’n bootje naar het noorden gevaren wor-den. Een hele onderneming.En hoe repeteer je met je spelers, voordat de constructie op het water er is? Dan laat je je decorbouwer een één-op-één replica bouwen, voor op het droge. Na de dry-out, kwam toen de echte try-out. Voor die try-out

moest er nog stroom, water, horeca, nachtwakers, vrijwilligers, lascon-structies, schippers en matrozen en op het allerlaatste moment ook nog even een kano geregeld worden, en klaar!Als organisatie kan je veel regelen. Alles, in feite. Behalve één ding: het weer. En met een locatievoorstelling buiten op het water is dat een vrij aan-wezige factor. Uiteraard is het prettig als het tijdens de voorstellingen droog is, maar als dat niet zo is dan zijn er gelukkig altijd nog poncho’s en warme dekentjes. Maar wat doe je als in de aanloop van de première de vracht-wagen met een absoluut onmisbaar aggregaat vastloopt in de modder van een weiland? Met een poncho en een deken kom je dan niet ver. Klok vertelt: “Tot onze opluchting kwam de vrachtwagen weer los, maar kon met deze modderomstandigheden niet verder richting de aanlegsteiger waar het aggregaat op de pontons getakeld zou worden. Een stukje verderop bleek echter een bruggetje te zijn. De constructie werd naar de brug gevaren, en de vrachtwagen ging met een takel op de brug staan. Dit had een ware verkeersopstopping tot gevolg, maar het aggregaat stond daar waar hij zijn moest. Althans, bij benadering. Hij kon op deze manier van takelen namelijk niet recht in het midden geplaatst worden, waardoor

A C H T E R G R O N D

met twotterop het water opDe Groningse theatergroep Waark speelt dit seizoen wel een heel bijzondere productie. tWotterop naar Way Upstream van Alan Ayckbourn. Een indrukwekkende constructie gemaakt van twee dekschuiten, pontons, een schottelbootje, en een klein jachtje vormt de speellocatie. Een locatievoorstelling op het water, die eerst op het Reitdiep bij Electra, vervolgens op het Schildmeer en als laatste in Groningen bij de Dorkwerdersluis op het water ligt. Een hele organisatie om dat goed op poten te krijgen.

In tWotterop proberen twee bevriende stellen een leuke vakantie te hebben op een veel te klein bootje. Als het bootje vastloopt worden ze gelukkig snel gered door een stoere vent, die daarna met open armen ontvangen wordt. Maar zijn de bedoelingen van deze sympa-thieke redder in nood wel zo goedaardig? Gré van der Veen heeft de tragikomedie Way Upstream van Alan Ayckbourn naar het Gronings bewerkt en Jack Nieborg tekende voor de regie.

de constructie totaal uit evenwicht lag. We hadden een contragewicht van 1400 kilo nodig om de boel weer in evenwicht te krijgen. Een watertank met 1000 liter uit het Reitdiep en een paar oliedrums boden hier gelukkig uitkomst!”

Een echte productieleider is…De voorbeelden van de productionele organisatie van tWotterop zijn slechts een paar dingen die je tegenkomt als productieleider, met name als het the-atergezelschap een locatievoorstelling gaat maken. De productieleider is de duizendpoot die met creatieve oplos-singen moet komen. Je staat tussen de artistiek en zakelijk leider en alle overige medewerkers in. De spil in de organisatie. Aanspreekpunt. Middel-punt. Aanjager. Coördinator. Manusje-van-alles. Zomaar wat trefwoorden die de productieleider typeren. Je kan dit gaandeweg in de praktijk leren, wat de meesten ook doen of gedaan hebben, maar er blijkt desondanks een gebrek te zijn aan goede productieleiders.

OpleidingDe Theaterwerkplaats De Prins van Groningen heeft in 2008 voor het eerst de tweejarige opleiding tot productie-leider aangeboden. Wegens een nog steeds aanwezige grote behoefte aan deze opleiding enerzijds en productie-leiders anderzijds wordt momenteel hard gewerkt aan de start van een nieuwe leerronde. Hiervoor zijn echter momenteel nog niet voldoende gelden beschikbaar. Het streven is wel om deze opleiding in de loop van het nieu-we seizoen wederom van start te laten gaan. Meer informatie hierover kun je krijgen bij de Theaterwerkplaats: www.theaterwerkplaatsgroningen.nl

Iris van Dijk, foto's: Joshua Keller

Jeugdcircus Santelli heeft met San-telli Xclusief een groep in huis die het circustheater in Groningen een nieuwe invulling geeft. Zeven jongeren tussen de 16 en 20 jaar hebben met de voor-stelling De jonge Jongen een dynami-sche, krachtige voorstelling gemaakt, die meer is dan circus alleen. Op het straattheater festival Buitenkans in Enschede won de groep de eerste prijs in de categorie ‘Jong en nieuw talent’.

Talent hebben ze zeker, en discipline ook. De voorstelling bestaat uit ruim een half uur vol beweging, plezier en uiterste concentratie. Soepele jong-leerscènes met mooie groepschoreo-grafieën volgen op uitbundige acroba-tiek en snelle achtervolgingen. Want behalve traditionele circuselementen proberen de jongeren ook met hun lichaamshouding en beweging een verhaal te vertellen: het verhaal van de jonge Werther, losjes gebaseerd op de tekst van Goethe. Dat Goethe mis-schien net iets te hoog gegrepen is, is

de jongeren snel vergeven. Het spel van verleiding en afwijzing, in de in-terpretatie van Santelli Xclusief, blijkt namelijk ook zonder woorden prima uitgebeeld te kunnen worden met kegels, acrobatiek en een trapezeact. Werther, gespeeld door Bram An-neveldt, springt, hangt en klimt over zijn medespelers om de liefde van het meisje te winnen. Hij lijkt succesvol, maar de geest van Goethe, die zijn hoofdpersoon uiteindelijk zelfmoord laat plegen, legt een schaduw over de goede afloop.

De trucs die de jongeren doen zijn simpelweg goed. En gecompliceerd. En moeilijk te timen. Maar ze kunnen het allemaal. Gecombineerd met een bepaald gevoel voor drama levert dat een voorstelling op die langer blijft hangen dan de meeste traditionele circusvoorstellingen.

De redactie

G E z i E N De jonge Jongen | Santelli Xclusief | regie: Sara Roos Dijkstra Locatie: OUT-Theater, 10-6-2010

Ook nog te zien tijdens de Noorderzondag, op 29 augustus in Groningen, www.jeugdcircus.nl

kort maar krachtig

Ze zat als een kleermaker op de smalle stoep voor haar schipperswoninkje en verfde haar voordeur. Het was hoogzomer. Verfspikkels glansden in haar zwarte op-gestoken haar. Een afgekeurd T-shirt stond haar goedgekeurd. Een klein verfveegje op haar rechterwang deed aandoenlijk aan. Ik kwam aanlopen met een bos rode rozen – idyllischer werd het niet. ‘Goh, je had beter een pot verf kunnen meenemen.’ Helder. Met rozen kon ik de ruzie van gisteravond niet afkopen. Ik legde de bloe-men naast haar neer en liep woordeloos weg. Een half uur later kwam ik terug met een pot verf. Ik knielde naast haar neer bij de vensterbank, die ze op dat moment onder handen nam. Haar kwast streelde het hout op jaloersmakende wijze. Ik zette de pot verf naast haar neer en wachtte af. Ze nam haar tijd, de mijne deed er niet toe. ‘Jezus, neem dan tenmínste de juiste kléúr mee.’ Gebroken wit, crème, iets daartussenin; ik wist het niet meer. Ze doopte haar vingertopje in haar eigen pot, streek over mijn linkerwang en zei: ‘Ga terug naar de verfwinkelmeneer en draai hem deze wang toe.’ Ze zei ‘verfwinkelmeneer’…Ik knikte minzaam en liep weg. We hadden nog geen moment oogcontact gehad. Voor ik de straat uit en de hoek om was, keek ik even hoopvol achterom. Zij keek naar de vensterbank. Even later keerde ik de verfwinkelmeneer mijn linkerwang toe. ‘Snapt u wat van actrices?’ vroeg ik hem. Hij bekeek mijn wang, liep naar een schap en kwam terug met de juiste kleur. ‘Actrices zijn net als een pot verf,’ zei hij met de plotse trotsheid van een te lang miskende autoriteit. ‘Ze willen voor gebruik eerst geroerd worden, anders dekken ze niet goed.’ Hij begon te lachen. Lachende mensen genereren hoop.Maar toen ik terugkeerde, was ze verdwenen. Op de stoep stond met witte tape ‘NAT’ geplakt, met daarboven twee pijlen. Eentje richting vensterbank en eentje richting voordeur. Een klein hoekje van de vensterbank was onbeschilderd gebleven. Ik belde tevergeefs aan.

Een paar weken later zag ik haar spelen in een voorstelling op Noorderzon. Na afloop trof ik haar in een paviljoen aan de vijver. Het was druk. Ze had een slok op.‘Hééé, Jim man! Goed je te zien. En man! Je rozen hebben nog zeker een week gestaan! Wat zeg ik, twéé weken!’Ik wilde zeggen: sorry voor die ruzie toen. En: je speelde geweldig vanavond. Maar het werd: ‘Ik heb nog een pot verf voor je, voor dat laatste stukje vensterbank.’‘Vensterbank? Vensterbank?’ zei ze. Ze fronste haar wenkbrauwen terwijl ze over mijn schouder heen keek. Een ander trok haar aandacht. Wankelend liep ze weg.Ik dacht terug aan de verfwinkelmeneer en glimlachte.

‘nat’

C O L U M N Jim Rotteveel

Theatergroep Opnieuw | Nieuw!

In april heeft de nieuwe Theatergroep Opnieuw haar eerste première gehad, Wat een pop-penkast!. Kijk voor meer informatie over deze groep en hun voorstellingen op www.tgopnieuw.nl

TheaterTalentLab | 17-24 juli, 24-31 juli, 31 juli tot 7 augustus en 7-14 augustus; Dronten | www.theatertalentlab.nl

TheaterTalentLab is een laboratorium van Buitenkunst voor jonge ambitieuze mensen (16-25 jaar) die zich verder willen ontwikkelen binnen de discipline theater. Een plek waar je in de zomer in een compacte periode heel intensief met theater aan de slag gaat onder begelei-ding van professionals uit de theaterpraktijk. Er worden workshops op hoog niveau aangebo-den (camera, tekst, scènestudie, stem, improvisatie en presentatie), zodat je je verder kunt ontwikkelen.

Heb je ook iets nieuws te melden? Schrijf dan naar de redactie van Blick

A A N K O N D i G i N G E N

wil je in het nieuwe culturele seizoen ’10-’11 op de hoogte zijn van alles op het gebied van

amateurkunst in groningen?

stuur dan nu een mailtje met je naam en adres naar [email protected]

en je ontvangt blick vijf keer per jaar gratis thuis.

issn 1879-9752