Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor...

16
M ilieu- E ducatie, N atuur & S amenleving MENS : een indringende en educatieve visie op het leefmilieu Dossiers en rubrieken didactisch gewikt en gewogen door eminente specialisten UITGIFTEKANTOOR 2800 MECHELEN 1 45 2e kwartaal 2002 Driemaandelijks populair-wetenschappelijk tijdschrift Biodiversiteit, de mens als onruststoker

Transcript of Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor...

Page 1: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

MENS :een indringendeen educatievevisie op hetleefmilieu

Dossiers en rubriekendidactisch gewikten gewogen dooreminente specialisten

M i l i e u -E d u c a t i e ,N a t u u r &S a m e n l e v i n g

MENS :een indringendeen educatievevisie op hetleefmilieu

Dossiers en rubriekendidactisch gewikten gewogen dooreminente specialisten

UIT

GIF

TEKA

NTO

OR

280

0 M

ECH

ELEN

1

45 2e kwartaal 2002 Driemaandelijks populair-wetenschappelijk tijdschrift

Biodiversiteit,de mens als onruststoker

Page 2: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

Biodiversiteit, of anders geformuleerd, de verscheidenheid van het leven op aarde, is deelvan onze dagelijkse handel en wandel. We zijn er totaal van afhankelijk voor ons voedsel,en gedeeltelijk voor onze woning, kleding en medicijnen. Ontspanning en hobby’s hebben veelal te maken met natuur en biodiversiteit. Kunst vindt er vaak inspiratie in.

Er leven miljoenen soorten dieren, planten en micro-organismen op onze planeet.Sinds het midden van de 18de eeuw, met de invoering van een standaardsysteem voornaamgeving, hebben wetenschappers zo’n 1,8 miljoen soorten beschreven. Dit is wellicht amper één tiende of minder, van wat in werkelijkheid leeft.

Van het leven op aarde bestaat geen algemene catalogus. Maar we weten dat in nauwe-lijks 500 jaar vele honderden soorten vogels, zoogdieren, insecten en zaadplanten zijnuitgestorven. De lijst van met uitsterven bedreigde soorten bevat duizenden namen. De mens is hiervoor verantwoordelijk. Hij is bezig de tak af te zagen waarop hij zit.

Precies tien jaar geleden werd in Rio de Janeiro door meer dan 150 staats- en rege-ringsleiders een agenda opgesteld om de milieuproblemen wereldwijd aan te pakken,o.m. via twee nieuwe internationale conventies: het Verdrag inzake biologische diversi-teit en het Verdrag inzake klimaatveranderingen. Momenteel hebben bijna 95% vanalle landen deze verdragen bekrachtigd.

Een groot aantal nieuwe structuren werd opgericht en de investering in vergaderingenis enorm. Op het terrein gaan de kaalkap, de exploitatie, de vervuiling echter onver-minderd verder. Er is een hallucinant onevenwicht tussen wat moet gebeuren en watgebeurt.

Biodiversiteit is niet enkel een probleem voor ‘Leefmilieu’. Het is een problematiekwaarmee alle economische en sociale sectoren en alle ministeries rekening moetenhouden. Het publiek moet bewust worden gemaakt van het probleem en opgevoed.‘Biodiversiteit en ecologie’ moet, net zoals taalonderricht, een verplicht vak worden inalle richtingen van het onderwijs.

De kleine keuzen die ieder van ons elke dag maakt, kunnen opgeteld grote impacthebben. Het is immers ons persoonlijk consumptiegedrag dat de motor is voor econo-

mie en ontwikkeling, die op hun beurt putten uit de natuuren deze verarmen en vervuilen. Door zorgvuldig te kiezenwelke producten we kopen en welke vertegenwoordigerswe kiezen, kan het brede publiek de zó noodzakelijke trendnaar duurzame ontwikkeling versnellen.

Jackie Van Goethem,Departementshoofd KBIN,VBD-Nationaal knooppunt. 2

Biodiversiteit, de mens als onruststoker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3Krioelen van het leven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3Vijf inslaande meteorieten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Meteoriet 1: De mens als jager, visser en verzamelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Meteoriet 2: De mens vernietigt de leefomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Meteoriet 3: De mens fragmenteerd het landschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Meteoriet 4: De mens brengt ‘vreemde eenden in de bijt’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Meteoriet 5: De mens vervuilt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Is biodiversiteit belangrijk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Bewaren wat overblijft . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

© Alle rechten voorbehouden MENS 2002

Coördinatie:Prof. Dr. R. [email protected]

www.2mens.com

Onder de auspiciën van:- Vlaamse Vereniging voor Biologie (V.V.B.)- Belgisch Werk tegen Kanker en Vlaamse Kankerliga- Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging

(K.V.C.V.)- Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV)- Vereniging Leraars Wetenschappen (VeLeWe)- Vereniging voor het Onderwijs in de Biologie (V.O.B.)- Vereniging Leraars Aardrijkskunde (V.L.A.)- Vlaamse Ingenieurskamer (V.I.K.)- Water - Energie - Leefmilieu (WEL)- Centrum voor Milieusanering, U. Gent- Verbond der Vlaamse Academici (V.V.A.)- Nederlands Instituut voor Biologen (NIBI)- Natuur & Wetenschap- Provinciaal Instituut voor Milieu-Educatie (PIME)- Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van

Antwerpen (KMDA)- Zoo Antwerpen en dierenpark Planckendael- Koninklijk Belgisch Instituut voor

Natuurwetenschappen (KBIN)- Koninklijk Instituut voor het duurzaam beheer

van de Natuurlijke rijkdommen en de bevordering van de schone Technologie (K.I.N.T.)

Met dank voor de illustraties aan :Peter RaeymaekersZoo AntwerpenCRC-KDMAHirochika Setsumasa – Laurent Pyot / Océan Vert –GammaInstituut voor NatuurbehoudAgricultural Research Service (ARS), VSAirprint - Danielle PhilippeLaboratorium Dierenecologie - UAProf. Dr. P. Busselen, KULAKRob Doolaard

Kernredactie:A. Van der Auweraert, MENSR. Caubergs, RUCAP. RaeymaekersC. Thoen, middelbaar onderwijsI. Tiggelovend

Redactionele coördinatie:A. Van der AuweraertRUCA, Groenenborgerlaan, 171 - 2020 AntwerpenTel.: 03 218 04 84 - Fax: 03 218 04 17e-mail: [email protected]

Abonnementen en info:C. De BuysscherTe Boelaarlei 21, 2140 AntwerpenTel.: 03 312 56 56 - Fax: 03 309 95 [email protected]ë: 18 € op 777-5921345-56Educatief abonnement: 10 €

(mits vermelding instellingsnummer)Losse nummers: 3,15 €(bij nabestellingen voor educatieve doeleinden)`

Promotie en externe relaties I. Van HerckMobile: 0475 97 35 27Fax: 051 22 65 [email protected]

Topic and fund raising:Dr. S. De NollinTel.: 03 322 74 69 - Fax 03 321 02 77e-mail: [email protected]

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Dr. R. Valcke [email protected]

MEN

S45

I n h o u d

Vo o r w o o r d

Page 3: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

3

MEN

S45

Biodiversiteit, de mens als onruststoker

Aan dit dossier werkten mee:Dr. Gert Ausloos en Prof. Dr. Jan Rammeloo, Nationale Plantentuin, Meise. Dr. Francis Kerkhof, Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium, KBIN. Dhr. Renaud Louwagie, Solvin. Prof. Dr. Erik Matthysen, Laboratorium Dierenecologie, Departement Biologie, UA.Dhr. Marc Peeters en Prof. Dr. Jackie Van Goethem, Nationaal knooppunt Biodiversiteitsverdrag, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, KBIN. Dr. Jurgen Tack, Platform Biodiversiteit, Instituut voor Natuurbehoud, IN.Prof. Dr. Linda Van Elsacker en Dr. Kristel De Vleeschouwer, Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, KMDA. Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC.

Krioelen van het leven

Overal op de aarde, van de tropen tot depoolkappen, zijn we omgeven door eenongewoon grote verscheidenheid aanleven. Biologen schatten dat er meer danveertien miljoen verschillende soortenorganismen op de aardbol leven, maarhet kunnen er ook honderd miljoen zijn.Deze overvloed aan levensvormen noe-men we biodiversiteit.

De wereld is niet overal even biodivers.Aan de poolgebieden zijn er het minsteaantal soorten, rond de evenaar hetmeeste. Maar ook binnen deze tendenszijn er verschillen. Op diverse plaatsenop de aarde vinden we gebieden meteen uitzonderlijke hoge dichtheid aanunieke soorten. Dergelijke gebiedennoemt men ‘hot spots’ van biodiversiteit.Het bekendste voorbeeld van een hotspot is het tropisch regenwoud, maar

ook de Alpen herbergen een groot aan-tal unieke organismen. Biodiversiteit is echter meer dan alleenmaar soorten tellen, biodiversiteit gaatook over de habitats ofwel de specifiekeleefomgevingen van al deze organismenen ook over de ecosystemen ofwel deunieke leefgemeenschappen die dezeorganismen tezamen vormen.

Hawaï oogt als een paradijselijke smaragd in de Grote Oceaan. Maar de weelderige schoonheid van Hawaï is misleidend.Niet zolang geleden had Hawaï meer unieke dieren en planten dan welke eilandengroep ooit. Sinds de mens op Hawaïwoont, zijn de berghellingen, de bossen en de laagvlakten van het eiland hun unieke soorten kwijtgeraakt. Die evolutieop Hawaï is een dramatische waarschuwing voor wat er binnenkort met onze hele planeet kan gebeuren.

Biodiversiteit, de mens als onruststoker

Page 4: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

We hebben nog niet eens twee miljoensoorten een naam gegeven. Elke dagontdekken biologen zo’n 40 nieuwesoorten. Als we aan het huidige ritmedie biodiversiteit blijven beschrijven, zalhet nog eeuwen duren vooraleer we eeninventaris hebben van alle wezens.

Van sommige groepen, zoals de zoog-dieren, de amfibieën, de reptielen, devogels, de vissen en de hogere plantenhebben we het grootste deel inmiddelswel een naam gegeven. Dat is echterniet het geval voor de bacteriën, devirussen, de algen en de insecten. Het isoverigens opvallend hoe succesvol deinsecten zijn: van alle soorten levendewezens nemen zij de helft van het aantalvoor hun rekening.

Bedreiging

Volgens Robert M. May, een vooraan-staand zoöloog uit Oxford, gaat debiodiversiteit er met rasse schreden opachteruit. Soorten sterven nu honderdtot duizend keer sneller uit in vergelij-king met de tijd voor de mens tentonele verscheen. De nabije toekomstziet er nog somberder uit: in de 21steeeuw zal het uitsterven met een factortien toenemen. "We staan aan de rand van de zesdegrote vernietigingsgolf in het bestaanvan het leven op aarde," waarschuwtMay. "Deze keer is het geen vulkaan ofde inslag van een meteoriet die het levenop aarde bedreigt. Voor het eerst is ereen wezen op aarde dat soms bewust,maar meestal onbewust, het leven rond-om hem massaal vernietigt. Dat wezen isde mens."

Ups …

Dat soorten uitsterven en er nieuwesoorten ontstaan, is de natuurlijke gangvan zaken. Dat is inherent aan de evolu-tie, de grote motor achter het leven opaarde. Aanvankelijk, zo’n drie tot viermiljard jaar geleden, stelde dat levenniet zoveel voor. Vermoedelijk bestondhet leven uit eenvoudige cellen zonderduidelijke kern en organellen. Meercomplexe cellen verschenen zowat 1,5tot 2 miljard jaar geleden. Maar hetduurde nog eens 750 miljoen jaar voor deeerste meercellige organismen ten toneleverschenen in de vorm van primitievesponzen. Al bij al weinig spectaculairs.De echte groei van de biodiversiteitkwam er 570 miljoen jaar geleden tijdensde zogenaamde Cambrische explosie.Wellicht ontstonden toen alle hoofdgroe-pen bij de dieren die nu nog bestaan.Ook de groep waartoe de mens behoort,de gewervelden, stamt uit die tijd. Zowat 450 miljoen jaar geleden gingende eerste planten en dieren (amfibieën)aan land, en die bezetten al snel allehoeken van de wereld en er ontstondeen geheel nieuw gamma van levens-vormen. De laatste 100 miljoen jaar namde biodiversiteit sneller toe dan ooit. Zoverdubbelde het aantal soorten zeeorga-nismen en verdrievoudigde het aantalsoorten op het land. Eén van de belang-rijkste oorzaken was het uiteenvallen vande grote continenten Gondwana enLaurazië. Op elk continent evolueerdenpopulaties in hun eigen richting engroeiden ze uit tot verschillende soor-ten. Er ontstonden op de verschillendecontinenten zelfs aparte diergroepenzoals de buideldieren in Australië.

4

MEN

S45

Inse

cten

Zwam

men

en

schi

mm

els

Bact

erië

n

Alge

n

Nem

atod

en e

n w

orm

en

Viru

ssen

Bloe

mpl

ante

n

Wee

kdie

ren

Prot

ozoë

n

Scha

aldi

eren

Viss

en

Vare

nach

tigen

Voge

ls

Rept

iele

n

Zoog

dier

en

Amfib

iën

Biodiversiteit in cijfers: overzicht van het aantal gekende soorten aantal geschatte soorten

0

50 000

100 000

500 000

1 000 000

1 500 000

9 000 000

Bron: UNEP, Global Biodiversity Assessment, 1995 en Encyclopedia of Biodiversity, S.A. Lewin

Page 5: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

MEN

S45

5

… en downs

Biodiversiteit ging echter niet altijd inopgaande richting. Af en toe kwam ereen kink in de kabel en werd het levenop aarde voor een aanzienlijk deel ver-nietigd. Voor de laatste massaleuitroeiing op wereldschaal moeten we65 miljoen jaar teruggaan. Van de dino-sauriërs bleef niks meer over danfossielen om te onderzoeken en tentoonte stellen. Veel wetenschappers denkendat die uitroeiing het gevolg is van ecologische veranderingen nadat eenmeteoriet van vijftien kilometer doorme-ter insloeg waar nu de golf van Mexicois. De kracht van de inslag was kolossaal.Maandenlang hingen er dichte stofwol-ken die het zonlicht tegenhielden. Overde hele wereld, die op dat ogenblik tro-pisch was, zakte de temperatuur en werdde regen verzuurd en giftig. Op kortetijd verdween meer dan de helft van allesoorten levende wezens op aarde.

Volgens het Natuurrapport 2001 van hetInstituut voor Natuurbehoud komen inBelgië tussen de 40 000 en 50 000 soor-ten voor. De ongewervelde dieren(insecten, spinnen, schaaldieren …) zijnhet talrijkst vertegenwoordigd. Voor een aantal goed bestudeerdegroepen werden ‘rode lijsten’ opge-steld. Die duiden aan welke soorten in

de voorbije decennia zijn uitgestorven(zwart) of welke worden bedreigd(rood) en daarom extra beschermings-maatregelen vragen.Algemeen genomen, is bijna één derdevan de soorten uit de onderzochtegroepen met uitsterven bedreigd en is7,5% al uitgestorven. Bron: Instituut voor Natuurbehoud

Mossen502 soorten

Korstmossen308 soorten

Paddestoelen552 soorten

Spinnen592 soorten

Sprinkhanen39 soorten

Hogere planten1279 soorten

Dagvlinders64 soorten

Loopkevers352 soorten

Libellen58 soorten

Amfibie n/Reptielen19 soorten

Vissen55 soorten

Slankpootvliegen260 soorten

Vleermuizen18 soorten

Zoogdieren42 soorten

Broedvogels163 soorten

Precambrium Cambrium Ordovicium Siluur Devoon Carboon Perm Trias Jura Krijt Tertiair Quartair

Miljoenen jaren geleden 570 500 430 395 345 280 225 190 135 65 2,5

OrdoviciumDuur: 10 miljoen jaar

Aantal soortenuitgestorven: 85%

Vermoedelijke oorzaak:fluctuaties in zeepeil

DevoonDuur: <3 miljoen jaar

Aantal soortenuitgestorven: 83%

Vermoedelijke oorzaak:komeetinslag,wereldwijde afkoeling,verlies van zuurstof inoceaan

PermDuur: onbekend

Aantal soortenuitgestorven: 95%

Vermoedelijke oorzaak:komeetinslag,vulkanische activiteit,fluctuaties zeepeil

TriasDuur: 3-4 miljoen jaar

Aantal soortenuitgestorven:t 80%

Vermoedelijke oorzaak:

vulkanische activiteit,opwarming

KrijtDuur: < 1 miljoen jaar

Aantal soortenuitgestorven: 75%

Vermoedelijke oorzaak:komeetinslag,vulkanische activiteit

De vijf periodes vanmassaal uitsterven

Onstaanvan grotemeercelligewezens

Eerste gewervelden

Eerste levenop het land

Reptielen enzoogdieren

Eerste vogels Eerste mensachtigen

Eerste primaten(aapachtigen) Moderne mens

Het was niet de eerste massa-

le vernietiging van leven op

aarde. Waarschijnlijk was het

al de vijfde wereldwijde verwoesting.

Page 6: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

6

Sommige biologen, zoals Robert May,beweren dat we aan de vooravond staanvan een zesde grote uitroeiing. Zij bewerendat de impact van de mens op het levenovereen komt met de inslag van een meteoriet of de uitbarsting van een reuzen-vulkaan. Er zijn vijf manieren waarop de mens debiodiversiteit vernietigt: het zijn de vijf inslaande meteorieten van de zesde grotevernietiging.

Meteoriet 1: De mens als jager, visser enverzamelaar

Vijftigduizend jaar geleden waren er nogenorme kuddes met grote dieren op allecontinenten. In Australië verdwenen zeongeveer 40 000 jaar geleden, in Ameri-ka 13 000 jaar geleden en inNieuw-Zeeland zowat 1 000 jaar gele-den. Nu vinden we dergelijke kuddesalleen nog in Afrika. Het uitsterven van de grote kuddes land-zoogdieren of loopvogels ging inAustralië, Amerika en Nieuw-Zeeland tel-kens gepaard met het verschijnen vande mens. Is die samenloop toeval, ofvormt het een eerste aanwijzing dat demens schuldig is aan de verdwijning vandie kuddes?

In tegenstelling tot de grote dieren vanAfrika, die gedurende miljoenen jarenmet de mens waren mee geëvolueerd,waren de grote landdieren in anderedelen van de wereld onbekend met hetfenomeen mens. Hij was immers eenvreemde, een onbekende, niet dadelijkiemand om bang van te zijn ... dat bleekachteraf een grove misrekening. De gro-te dieren op al die continenten kregen afte rekenen met de beste jagers die erooit zijn geweest. Wellicht werd dezeconfrontatie hun ondergang.Bovendien is de mens een wisseljager.Hij jaagt op een grote verscheidenheidaan prooien. Als één soort zeldzaamwordt, dan jaagt hij gewoon op eenandere. Hij kiest eenvoudigweg voor deprooi die binnen handbereik ligt.

Ook nu nog perfectioneert de mens zijnjachttechniek om nog meer schattenvoor eigen gebruik uit de natuur weg teslepen. De visvangst is daar een goedvoorbeeld van. Met de akoestischeopsporingstechnieken van vandaag ende heel krachtige vissersboten die reus-achtige netten slepen, kan elke tonijn,elke kabeljauw, zelfs elke garnaal uit dezee worden weggevist. De vissen heb-ben gewoon geen kans meer om teontsnappen.

Waar de mens in 1950 over de helewereld 19 miljoen ton aan vis boven-haalde, is dat in 2000 gestegen totboven de 85 miljoen ton. Bovendienwordt nog eens 20 miljoen ton visteruggeworpen omdat ze te klein zijn ofbehoren tot soorten waarvoor een

vangstverbod geldt. De meeste van dievissen brengen het er echter niet levendvanaf.Volgens de Voedsel- en Landbouworga-nisatie (FAO) van de Verenigde Natieswordt op de helft van alle visgronden opvolle capaciteit gevist. Er bestaat nognet een evenwicht tussen het aantal vis-sen dat wordt weggevangen en deaangroei van nieuwe exemplaren. Maardat evenwicht is fragiel en kan snelomslaan in overbevissing. Op een kwartvan alle visgronden wordt teveel gevan-gen, dat heeft al geleid tot een volledigeuitputting van tien procent van debestaande visgronden.

Jacques Diouf, directeur van de FAOtrekt slechts één conclusie: "Er is teveelgeïnvesteerd in de vissersvloten en in nieuwe technologieën om vis te vangen.We vissen vandaag met teveel boten op te weinig vis." Dergelijk gebruik van technologie leidt tot een regelrechteondergang van de soorten waar we opjagen.

MEN

S45

Vijf inslaande meteorieten

De grote Afrikaanse zoogdieren hebben geleerddat de mens een gevaarlijke jager is.

De mens haalt teveel vis uit de zee.

De mens als superjager is de

eerste van de vijf meteorieten

waarmee we de biodiversiteit

op aarde vernietigen.

Page 7: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

7

Meteoriet 2: De mens vernietigt de leef-omgeving

Het aantal mensen neemt toe en zenemen almaar meer oppervlakte in methun gebouwen, hun infrastructuur, hunindustrie en hun intensieve landbouw.Daardoor verdrukt de mens de natuur.Geen enkele menselijke activiteit is nade-liger voor de biodiversiteit dan dewereldwijde vernietiging van de natuur-lijke leefomgeving, van habitat.

Een voorbeeld van habitatvernietiging, is de vernietiging van de oerbossen.Oerbossen vormen op aarde ‘hot spots’van biodiversiteit. Nergens is de rijkdomaan planten- en diersoorten zo groot.De bekendste oerbossen zijn de tropi-sche regenwouden in het Amazone-gebied, in Papoea Nieuw-Guinea, inIndonesië, in Maleisië en in Centraal-

Afrika die het leefgebied zijn van ondermeer de gorilla en de okapi. Ook inEuropa zijn er nog oerbossen, ondermeer in Scandinavië en in Europees-Rus-land. In Noord-Amerika strekken deoerbossen zich uit van oost naar west,over de wijdse arctische gebieden tussenNewfoundland en Alaska, en van noordnaar zuid, over de wouden aan de kusten van Alaska en West-Canada. Verder liggen er over heel de VS enCanada verspreid nog tienduizendenstroken oerbossen.

Een kleine tienduizend jaar geleden waszowat de helft van het land op de aardebedekt met bossen. Vandaag zijn tachtigprocent van die oorspronkelijke oerbos-sen verdwenen. Alleen al in de laatstevijftig jaar ging er twintig procent vanhet oerbos voor de hakbijl. Als de mensop deze manier blijft kappen, is er overvijftig jaar geen oerbos meer over.

Eén van de schuldigen in de vernietigingvan die oerbossen is de houtindustrie,die grote stukken bos weghakt voor deAmerikaanse en Europese markten. Doordeze exploitatie verdwijnen niet alleensteeds meer boomsoorten maar samenmet de bomen verdwijnen vele planten-soorten, miljoenen insecten en eenmassa andere dieren. Vaak komen in deplaats ‘houtakkers’ met snelgroeiendebomen waarin de meeste oorspronkelij-ke oerbosbewoners niet overleven.

Heel vaak wordt habitat echter op eensubtielere, minder zichtbare manier ver-nietigd. Ook bij ons. Sommige marienebiologen stellen zich vragen bij demanier waarop vandaag in de Noordzeewordt gevist. De meeste Vlaamse enNederlandse vissers maken gebruik vanboomkorren ofwel sleepnetten die zeover de bodem van de zee trekken. Opdie manier hopen ze bodemvissen alsschol, pladijs en tong in hun netten testrikken.

MEN

S45

Steeds meer oerbos gaat voor de bijl.Foto’s: CRC-KMDA

Waar de mens woont, is weinig plaats voorde natuur.Foto: Airprint - Daniel Philippe

Page 8: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

Maar de schurende netten verwoestenhet woongebied van heel wat organis-men. Voor elke kilogram platvis, halende vissers één tot twee kilogram anderevis boven en één tot vier kilogram aanonbruikbare ongewervelden zoals krab-ben en weekdieren. Al deze organismengaan terug overboord, maar vaak meerdood dan levend. Bovendien bescha-digen de boomkorren ook de bodem-structuur, soms tot op een diepte vanacht centimeter. De sporen van zo’n netkunnen gedurende meer dan een jaarzichtbaar blijven. Op de plaats waar eennet de bodem passeert, is de sterfteonder de zeeorganismen bijna compleet.Na verloopt van tijd wordt de bodemwel opnieuw gekoloniseerd door nieuw

zeeleven, maar veelal is dat nieuwe levenveel armer aan soorten. Zelfs de oppapier zo goed beschermde Waddenzeeis het toneel van mechanische kokkel-visserij die de bodem voor jaren bescha-digt.

Meteoriet 3: De mens fragmenteert hetlandschap

Bij het innemen van de natuurlijke leef-omgeving laat de mens soms hier endaar een stukje ongemoeid. Gelukkiggaat het vaak om waardevolle restantendie als reservaat worden beschermd enbeheerd en waar de mens tracht om debiodiversiteit op peil te houden. Somszijn die biologische eilanden echter nietmeer dan kleine snippers natuurgebieddie aan de aandacht zijn ontsnapt of dieals ‘schaamgroen’ in stand wordengehouden. Hebben deze eilanden echtervoldoende draagkracht om populatiesen soorten te behouden?Landschapsfragmentatie grijpt overal om

zich heen. Bij de aanleg van een weg,een spoor of een kanaal doorheen eengroot natuurgebied, snijden we hetgebied in twee delen: het begin vaneilandvorming. Een aantal organismenraken niet over die nieuwe versperringen kunnen niet van de ene kant van hetnatuurgebied naar de andere migreren.Als de populatie in de ene helft in deproblemen komt, is er vanuit de anderehelft geen aanvulling meer mogelijk.

Eilandvorming leidt ertoe dat ecosyste-men eenvoudiger worden en het aantalsoorten vermindert. Hoe kleiner de eilan-den, hoe groter de isolatie, hoe groterhet risico dat populaties één na één uit-sterven en soorten verdwijnen.

Natuurlijk gaan vernietiging van habitaten eilandvorming hand in hand. Eiland-vorming ontstaat immers door ver-nietiging van de leefomgeving. Maar hetwordt duidelijk dat de stukjes natuur diewe hier en daar laten staan, onvoldoendezijn om de biodiversiteit op peil te hou-den. Het is een illusie te denken dat denatuurlijke eilandjes vrijhavens zijn voor

8

MEN

S45

Boomkorren beschadigen de zeebodem. De groene eilanden temidden menselijke activiteit hebben slechts een beperkte draagkracht ompopulaties in stand te houden. Foto: Airprint - Daniel Philippe

De tweede meteoriet, het

vernietigen van de natuurlijke

leefomgeving, is veruit

de meest schadelijke voor

de teloorgang van de

biodiversiteit.

Page 9: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

9

MEN

S45

Versnippering en fragmentatievan het leefgebied is de derdemeteoriet die de biodiversiteitbedreigt.

Intermezzo Op grote en kleine voet

Een treffend voorbeeld van recenteeilandvorming zijn de Taita-heuvels inhet Zuid-Oosten van Kenia. Hetgebied maakt deel uit van één van de meest bedreigde biodiversiteits-‘hotspots’ ter wereld en het wordtintens door Belgische onderzoekersbestudeerd. De heuvels herbergenonder meer drie vogelsoorten diealleen in de Taita-heuvels voorkomen.Wetenschappers van de UniversiteitAntwerpen hebben hun onderzoekgericht op één van die vogelsoorten:de Taita-lijster. Er blijven er naar schat-ting nog 1400 over, maar ze zittenverspreid in de versnipperde stukjeswoud die overblijven. De vogels kun-nen moeilijk van het ene eilandje naarhet andere migreren. In sommigeeilanden dreigen ze uit te sterven.

De onderzoekers zagen iets opmerke-lijks: het lichaam van de vogels die inde meest bedreigde gebieden leef-den, vertoonden ook de grootsteasymmetrie in hun lichaamsbouw. Eris met andere woorden een groterverschil tussen bijvoorbeeld de lengtevan de linker- en de rechtervoetbeen-tjes bij vogels die onder een sterkereoverlevingsdruk staan. Wellicht ver-taalt die hoge druk zich in eenonevenwichtige ontwikkeling engroei. Het is mogelijk dat de onder-zoekers een indicator hebbengevonden om vogelpopulaties teidentificeren die met uitroeiing wor-den bedreigd.

Vlinders van de kaart

Vlaanderen is een vlinderkerkhof. Van de 64 inheemse vlindersoorten die in denegentiende eeuw voorkwamen, zijn er 19 verdwenen. De grootste kaalslag hadplaats gedurende de laatste vijftig jaar. Van de soorten die overblijven, is minstensde helft bedreigd.

Meer nog dan andere organismen zijn vlinders gevoelig voor de teloorgang vanhun leefomgeving, en met die leefomgeving ging het in de tweede helft van detwintigste eeuw grondig mis. Vlaanderen kende een explosie aan nieuwe wegen,woongebieden en industriegebieden. De ruimte voor groen werd schaars. Verderevolueerde de Vlaamse landbouw tot één van de meest intensieve van Europa.Velden worden bijna nergens zo intensief bemest en gemaaid als in Vlaanderen.Daarmee werden gemengde gras- en bloemenweiden omgetoverd tot hoogpro-ductieve monoculturen van grassen, hetgeen een ramp is voor vlinders. Deplaatsjes die nog overblijven voor de vlinders geraken daarenboven gefragmen-teerd waardoor vooral de honkvaste soorten verdwijnen.

Vanwege dit alles is de voorbije eeuw het aantal Vlaamse ‘hot spots’ voor vlinders- gebieden met een grote diversiteit aan vlindersoorten – met 90% teruggelo-pen. Vooral rond Brussel, in de duinen en in het Noord-Oosten van de provincieAntwerpen is de vlinderkaalslag zonder weerga. Alleen de Kempen en Limburgblijven over als een pleisterplaats voor vlinders.

Ook het vlinderonvriendelijke beheer in de schaarse en versnipperde natuurge-bieden is een boosdoener. Al te vaak hebben de beheerders alleen aandacht voorplanten, vogels en zoogdieren. De insecten en vlinders worden stiefmoederlijkbehandeld en krijgen nauwelijks een volwaardige plaats. Hoog tijd om daar ietsaan te doen.

Asymmetrische lichaamsbouw bij de Taita-lijsterwijst op hoge fysiologische stress.

Page 10: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

10

MEN

S45

alle soorten die in het vroegere onge-schonden grote leefgebiedvoorkwamen.

Meteoriet 4: De mens brengt ‘vreemdeeenden in de bijt’

De vierde manier waarop menselijkeactiviteit de diversiteit van het leven aan-tast, is de schade die ontstaat alsplanten en dieren met de mens mee-reizen en ergens terechtkomen waar zenooit eerder leefden. Meestal kwijnendie vreemdelingen snel weg omdat zeniet zijn aangepast aan hun nieuweomgeving. Soms echter gedijen dezeindringers heel goed en vormen ze eenbedreiging voor de plaatselijke soorten:we noemen die nieuwe soorten daninvasieve soorten. Een voorbeeld is de kamkwal Mnemiopsisleidyi die in het gesloten zeebekken vande Kaspische Zee een ecologische rampveroorzaakt. Op enkele maanden tijdheeft deze kamkwal bezit genomen vande zee, vanaf het zilte water in het zui-den tot het bijna zoete water in hetnoorden, aan de monding van de Wolga.De vuistgrote, vraatzuchtige Mnemiop-sis-kwal leeft van zoöplankton, hetnatuurlijke voedsel van de zeevissen.Bovendien eet de kwal de zwevendeeieren en de larven van die vissen. Eentiental jaar geleden zorgde een gelijkaar-dige toename van kamkwallen in deZwarte Zee voor een ecologische eneconomische ramp omdat de gehele vis-serij instortte. Vroeger haalden vissers700.000 ton vis uit de Zwarte Zee, nade invasie van de kamkwal nog amper100.000 ton. De kamkwal leeft normaal langs de oost-kust van Noord-Amerika. Schepen namende kwal in hun waterballasttanks over deAtlantische Oceaan naar de Zwarte Zee,waar de kwal een uitgelezen biotoopvond. Van de Zwarte Zee tot de Kaspi-sche Zee is het echter nog een heel eind.Beide zijn gescheiden door de Kaukasus.Toch slaagde de kwal erin om de over-steek te maken, wellicht weer alsongenode verstekeling aan boord vanschepen die vracht vanuit de Zwarte Zeevia de Don, het Lenin-kanaal en de Wolga

naar de Kaspische havensteden vervoer-

den. Ook nu weer heeft de vraatzuchtigekwal een nieuw jachtterrein gevonden en

weldra zal de gehele Kaspische zeefaunaen –flora in de verdrukking komen. Zelfsde Kaspische rob is in gevaar, want de viswaarvan hij leeft is aangewezen op hetzoöplankton waarin de kwal lelijk huis-houdt.

Ook bij ons komen tientallen invasievesoorten voor. Recent nemen onder meerde halsbandparkiet, de grondeekhoorn,de nijlgans en de canadagans spectacu-lair in aantal toe. Misschien is het eenkwestie van tijd tot ze zich uitbreidennaar meer kwetsbare gebieden waar zeinheemse soorten gaan verdringen.

Meteoriet 5: De mens vervuilt

Er zijn weinig plaatsen op aarde zondervervuiling. Meestal blijft de schade vanvervuiling geografisch beperkt, maar deschade kan daar wel heel groot zijn. Eéngiftige lozing in een beek is vaak vol-doende om alle leven in die beek in éénkeer te vernietigen. Het duurt dan somsjaren vooraleer herstel optreedt.Maar vervuiling kan ook langdurig enstructureel zijn. Zo kennen we in Belgiëhet probleem van de overmaat aanmeststoffen. Vooral de intensieve land-bouw loost karrenvrachten stikstof enfosfor in de natuur. Die nutriënten ver-storen het ecologische evenwicht,waardoor in de meeste gevallen de soor-tenrijkdom daalt. Vooral flora en faunaaangepast aan een schrale, voedselarmeleefomgeving, zijn er de laatste eeuwsterk op achteruitgegaan (zie ‘vlindersvan de kaart’).Verder is er nog een andere soort vervui-ling die wereldwijd grote gevolgen kanhebben: de opwarming van de aardedoor broeikasgassen die in de atmosfeerworden gepompt. Deze gassen houdende zonnewarmte vast. Hoe meer broei-

De introductie van vreemde

invasieve soorten is wellicht

de tweede belangrijkste mete-

oriet waarmee de mens de

biodiversiteit bedreigt.

De kamkwal Mnemiopsis leidyi bedreigt na deZwarte Zee nu ook de Kaspische Zee.

De canadagans en de Aziatische grondeekhoorngedijen wonderwel in België.

Amerikaanse vogelkers, soms zelfs bospestgenoemd, heeft een grotere kiemkracht en eenveel snellere ontwikkeling dan de inheemse heideplanten.

Page 11: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

11

MEN

S45

kasgassen in de atmosfeer, hoe sterkerde aarde opwarmt (zie Mens 43, Het kli-maat in de knoei). Die opwarming kan diepgaande veran-deringen veroorzaken in het leefpatroonen de verspreiding van dieren en plan-ten. Vogels leggen hun eieren te vroeg,insecten verpoppen twee tot drie wekeneerder en de paddenoverzet start eenvolle maand vroeger. Ook een grootaantal plantensoorten ontkiemen eerderen komen sneller tot vrucht. Een ander gevolg is dat veel diersoortenzich naar het noorden verspreiden: zevolgen de opschuivende klimaatgordels.Dit is in de eerste plaats te merken bij deinsecten. Die zijn niet alleen heel gevoe-lig aan de veranderende temperatuur, ze zijn ook heel mobiel. Ze volgen dussneller de opschuivende klimaatzonesdan andere organismen. Zo was de sikkelsprinkhaan (Phaneropte-ra falcata) vijftien jaar geleden nog eennobele onbekende in België. Alleen inhet zuiden van Lotharingen en op enke-le plaatsen in de Viroinvallei kwam hijvoor. De soort heeft zich nu noordelijkverspreid en heeft het noordoosten vanhet land bereikt. Ook met de libellenbevolking gaat hetdezelfde kant op. Door onderzoekersvan het Instituut voor Natuurbehoud

werd vastgesteld dat acht zuidelijkelibellensoorten steeds frequenter voorko-men in ons land - op een totaal van 68libellensoorten. Libellen kunnen – in vergelijking metveel andere insecten – bijzonder snelnieuwe gebieden koloniseren. Veel libel-lensoorten hebben de neiging om flinkrond te zwerven voor ze zich voortplan-ten. Warme en droge zomersbegunstigen deze rondzwervingenwaardoor diverse mediterrane libellen-soorten in het noordwesten van Europaverzeild geraken. De toename van diezuidelijke soorten blijkt dus duidelijk inverband te staan met de opeenvolgingvan warmere en drogere zomers. Mis-schien ervaren we de toename van diezuidelijke libellen als positief, maar wemoeten niet te snel hoera roepen. Ande-re libellensoorten gaan erop achteruit.Zo wordt de speerwaterjuffer in de Kem-pen en de Hoge Venen buitenspel gezet.

Niet alle organismen zijn echter evenmobiel als de libellen. Bomen bijvoor-beeld hebben een zekere tijd nodig ommee te verhuizen met de opschuivendeklimaatgordels. Neem even het voor-beeld van een eikenbos. Hoe beweegtzo’n eikenbos? In de herfst bewaren eek-hoorns en vogels – onder meer Vlaamsegaai - eikels voor de winter. Vaak vergetenze die bewaarplaats en het zijn die verge-ten eikels die gaan kiemen. Als de aardeopwarmt zullen eikels aan de noordkantvan het areaal opschieten; aan de zuid-kant, waar het te warm en te droog is,gaan de kiemen dood. Zo verhuist hetbos langzaam naar het noorden. Op het einde van de laatste ijstijdenhadden de bomen duizenden jaren tijdom die verhuis te ondergaan, maar van-daag lijkt de opwarming van de aardesneller te gaan dan ooit. Nu zouden zein 100 jaar tijd even ver moetenopschuiven als destijds in duizend jaar.Daarenboven worden ze nu tegenge-houden door menselijke grenzen zoalswoongebieden, kanalen of gewoonwegopen akkers en velden. Door die combi-natie van menselijke grenzen en hetbroeikaseffect zijn milieudeskundigenongerust over het vermogen van denatuur om tijdig te migreren.

De vijf bijzonderste manieren waarop demens de biodiversiteit verstoort: we oog-sten te veel, we vernietigen leefomgeving,zorgen voor eilandvorming, voerenvreemde soorten in en vervuilen hetmilieu. Deze vijf factoren zorgen ervoordat de natuur verandert. Verandering opzich is niet erg. Precies door die continueverandering, door wat we in de biologie‘evolutie’ noemen, is de biodiversiteit vanvandaag ontstaan. Maar tot nu toegebeurde verandering altijd geleidelijk.Nu gaan de veranderingen sneller danooit.

Vervuiling en het broeikasef-fect zijn de vijfde redenwaarom ons een kaalslag vande biodiversiteit te wachtenstaat.

Vaak blijft de schade van milieuvervuilinggeografisch beperkt, maar vervuiling kan wel hetlokale ecosysteem zwaar aantasten.

Eekhoorns en vogels ‘verhuizen’ het eikenbos.

Page 12: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

12

MEN

S45

Belgische PVC-technologie helptbiodiversiteitonderzoek

Masoala (Madagascar) – Het is half vijfin de ochtend als de leden van hetbasiskamp worden gewekt door debrullende branders van de hete lucht-ballon. De gigantische ballon kruiptmoeizaam overeind. Alsof hij, langzaamontwakend, zich uitrekt en zijn fellekleuren wil tonen aan het neveligeregenwoud. Vanochtend zal het lucht-schip een vlot - de Solvin Bretzel - opde toppen van de bomen droppen. DeSolvin Bretzel, ontworpen in de vormvan het bekende zoutkoekje uit de Elzas,geeft de onderzoekers de kans om zichgedurende langere tijd op de kroonlaagvan het regenwoud te nestelen. Ze hoe-ven niet telkens van de ene boom in deandere te klauteren.De ballon en het vlot maken deel uitvan de Pro-Natura-expeditie in hetregenwoud van het Masoala-schierei-land in Madagaskar. Tijdens een periode

van drie maanden kunnen 75 weten-schappers de diversiteit aan leven in dehoogste laag van het tropische regen-woud in kaart brengen. Het meesteleven in het tropische regenwoudbevindt zich immers niet op de grondmaar op een hoogte van dertig tot vijf-tig meter, daar waar de zonnestralenlicht en warmte in overvloed leveren. Het vlot is een onmisbaar onderdeel indeze expeditie, het is ruim vierhonderdvierkante meter groot maar weegt nau-welijks vijfhonderd kilogram. Het vlotontstond uit een samenwerking tussenhet Belgische Sioen, de Europese PVC-producent Solvin en het moederbedrijfSolvay. Het nylonnet tussen de ribbenvan het boomvlot werd op maatgebreid door een stel gespecialiseerdeBretoense scheepstuigers.

Wetenschappers van allerlei pluimage –plantkundigen, insectenkenners, zoölo-gen, amfibiedeskundigen, genetici,ecologen … – gaan in Masoala op zoek

naar unieke organismen die men alleenaantreft in de toppen van het regen-woud. "Er is echter veel meer te vindendan alleen maar unieke, exotische orga-nismen," zegt expeditieleider Prof. Dr.Francis Hallé. "Duizenden natuurlijkestoffen, die we kunnen gebruiken alspesticiden, herbiciden, medicijnen engeurstoffen, verbergen zich in hetwoud. Alleen al in puur economisch ter-men zijn die veel meer waard dan hetregenwoud ooit kan opbrengen aantropisch hout."

Om zijn woorden kracht bij te zetten,neemt Hallé ook een aantal geur- enaromaspecialisten mee van de groepGivaudan. Zij analyseren het complexegeurpalet van tientallen exotische bloe-men en vruchten en hopen erbinnenkort nieuwe parfums mee op demarkt te brengen.

Foto’s van Hirochika Setsumasa – Laurent Pyot/ Océan Vert – Gamma

Op de toppen van het regenwoud

Page 13: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

13

"Als je van ratten houdt, van katten,van gewone vinken en zo, en als jedie overal wilt zien waar je komt,dan is biologische diversiteit echtniet aan jou besteed. Maar als jij enje nakomelingen in een boeiendewereld willen wonen, met een rijk-dom en een grote variatie aan leven,met wilde natuur vol verrassingenen esthetische verrukkingen, dan ishet behoud van de biodiversiteit ietsvoor jou. Ik geloof dat als er genoegeducatie is, genoeg bewustwordingen gevoeligheid voor de problemen,dat de mensen dan tot verbluffendedingen in staat zijn en hun houdingkunnen veranderen."

Edward O. Wilson

"Je kunt je afvragen of het verdwij-nen van bijvoorbeeld een reekskleine slakken op Hawai iets uit-maakt. Er zijn geen merkbareecologische gevolgen of schade,althans niet voor zover we weten.Het zou natuurlijk kunnen dat weeen tijd niks merken van schade.Maar zelfs al zou er helemaal geenschade zijn, dan blijft het nogsteeds triest dat onze nakomelingeneen natuur erven die armer is dande natuur die wij van onze oudershebben geërfd."

Sir David F. Attenborough

Moeten we ons eigenlijk wel zorgenmaken over die biodiversiteit? Zelfs alzou de helft van alle soorten uitsterven,so what? Er blijven er dan nog altijd zo’nzeven miljoen over. Heeft het echt zoveelbelang dat we de panda redden, dat dedas terug in het landschap voorkomt,dat de huismus wordt beschermd? Is biodiversiteit überhaupt belangrijk?De natuur verschaft de mens nog altijdalle noodzakelijke middelen om te overle-ven. De natuur laat hem ademen, eten endrinken en voorziet in de materialen waar-mee hij zichzelf een onderdak bouwt. Eenverregaande vernieling van die natuur envan de biodiversiteit, brengt dat allemaalin gevaar. Precies daarom zou een grootverlies aan biodiversiteit ons wel eens zuurkunnen opbreken, ook waar we het nietzo dadelijk zouden verwachten. We gevenhieronder slechts enkele van de redenenwaarom biodiversiteit ons aanbelangt.

• Piramide van het leven

Elk diertje of plantje, zelfs elke bacterie enelke gist, heeft zijn plaats in een ingewik-keld netwerk van onderlinge afhanke-lijkheid. We zijn allemaal op de één ofandere manier op elkaar aangewezen. Deene eet de andere, of vormt er een sym-biose mee om beter gewapend te zijn omte overleven. Dat netwerk vormt een pira-mide en die piramide blijft slechtsovereind als elke steen gedragen wordtdoor een aantal stenen daaronder. Als weteveel stenen weghalen uit de piramide,dan lopen we het risico dat de piramideinstort. Vooral de soorten die zich op de

top van die piramide bevinden, zoals demens, lopen dan het grootste risico.In die optiek is het misschien verkeerdhet grootste deel van onze inspanningente investeren in organismen met degrootste aaibaarheidsfactor, zoals de reu-zenpanda of de Bengaalse tijger. Diedieren bevinden zich boven op de topvan de piramide. Om de piramide over-eind te houden zijn de organismen aande basis minstens even belangrijk.

• Smalle voedselbasis

Traditioneel jaagt, vist of plukt de mensom zijn dagelijkse lunch bij elkaar tesprokkelen. Sinds zowat 8 000 jaar is hijechter overgeschakeld op landbouw. Hetis opvallend hoe hij daarbij slechts eenheel beperkt assortiment aan gewasseninzet. Zo is de wereldwijde voedselpro-ductie gebaseerd op slechts een dertigtalplantensoorten, terwijl er toch zowat80.000 eetbare planten zijn. Meer nog,slechts drie gewassen, tarwe, maïs enrijst, zorgen voor twee derde van de glo-bale voedselvoorziening. Dit is een helesmalle basis en dat houdt risico’s in. Hetis niet uit te sluiten dat die basis ooitwordt onderuitgehaald door een vernie-tigende ziekte.Die smalle voedselbron is een belangrijkereden om de biodiversiteit op peil tehouden. Ongetwijfeld bevinden er zichonder die 80.000 eetbare planten nogtalrijke gewassen die nog meer geschiktzijn om als voedingsgewas dienst tedoen, dan de dertig die de mens nugebruikt.

MEN

S45

Is biodiversiteit belangrijk?

Rijst, tarwe en maïs zorgen voor twee derdevan de globale voedselvoorziening.

De organismen aan de top zijn afhankelijk van de levende wezens aan de basis.

Tertiaire consumenten

Secundaire consumenten

Primaire consumenten

Primaire producenten

Aantal organismen

op het land

carnivoor

carnivoor

herbivoor

plant

in de zee

carnivoor

carnivoor

zooplankton

phytoplankton

Page 14: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

• Biologische bestrijding

De mens haalt steeds meer bestrijdings-middelen uit de natuur zelf. Ze wordenvaak gebruikt om de invasieve soorten -de vreemde indringers die de lokale soor-ten verdrijven - in de hand te houden (ziemeteoor 4). Zo ontstond er in Australië,het paradijs van de geïntroduceerde soor-ten, een probleem met de vijgcactus(Opuntia ficus indica), die er in de 19deeeuw werd geïntroduceerd. Al snel werdde plant een pestsoort en nam het tien-duizenden hectaren land in beslag.Uiteindelijk ontdekte men in de regen-wouden van Zuid-Amerika een kleine motwaarvan de rupsen verzot zijn op de vijgcactus. Deze Zuid-Amerikaanse gast-arbeider houdt de vijgcactus in bedwang.Een ander voorbeeld is de bestrijding vanheksenkruid. Deze plant parasiteert opde wortels van planten en beschadigtvooral de graangewassen in tropische ensubtropische streken. Traditionele bestrij-dingsmethoden baten niet. Het levenvan miljoenen mensen in Afrika, India enhet Midden Oosten wordt direct beïn-vloed door de ernstige oogstverliezen alsgevolg van heksenkruid. Recent hebbenwetenschappers een Afrikaanse schimmelontdekt die korte metten maakt metdeze parasiet.Er zijn tientallen voorbeelden te gevenvan dergelijke succesvolle biologischebestrijding. Maar als de biodiversiteit ver-kleint, is er minder kans om de meestgeschikte organismen voor biobestrijdingte vinden.

• Bron van natuurlijke producten

De rijke biodiversiteit is tevens een onuit-puttelijke bron van natuurlijke productendie we gebruiken als onkruidbestrijders,insecticiden en vooral als medicijnen.Ongeveer een kwart van alle medicijnendie op de markt zijn, komt regelrecht uitde natuur of zijn chemisch gesyntheti-seerde analoge stoffen van natuurlijkeproducten (zie tabel). Zo bracht het Bel-gische bedrijf Janssen Pharmaceuticaonlangs een geneesmiddel op de markttegen de ziekte van Alzheimer. Het actie-ve bestanddeel ervan is afkomstig uitnarcissen.

De voorraad aan potentiële medicijnenin de natuur is onvoorstelbaar groot,vooral in het tropische regenwoud. Defarmaceutische industrie realiseert zichdat het belangrijk is zoveel mogelijkplanten van de tropische regenwoudente onderzoeken op hun farmaceutischewaarde. Ook zij pleiten ervoor om desnelle verdwijning van de tropische

regenwouden een halt toe te roepen.Wetenschappers bestuderen het complexe geurpalet van tropische bloemen.Foto: Hirochika Setsumasa – Laurent Pyot /Océan Vert – Gamma

• Meer dan bloemetjes en bijtjes

Organismen, die in het wild leven, voe-ren een aantal taken uit die voor ons vanlevensbelang zijn. Zonder hun noestearbeid zou het leven heel wat mindercomfortabel zijn, meer nog, een aantaltaken kunnen we niet zelf overnemen.Zo produceren planten zuurstof, zonderdie zuurstof kan de mens niet ademen endus niet overleven. Jaarlijks bestuiveninsecten en kleine vogels miljarden

planten. Zonder bestuiving zouden dieplanten geen vruchten produceren enwas er veel minder fruit en groenten.Ontelbare micro-organismen verwerkenen zuiveren afval en rioolwater ... kortomer zijn duizend-en-één taken die denatuur uitvoert en waar de mens baat bijheeft. Meer en meer maakt de mens ook opeen doelgerichte manier gebruik van diearbeid. Met petroleum vervuilde zeeënen terreinen worden met behulp vangeselecteerde bacteriestammen gezui-verd. Bodems die vervuild zijn met zwaremetalen decontamineren door er speci-fieke gewassen op te planten. Micro-organismen worden ingezet om onsorganisch afval te vergisten. Daardoorontstaat gas om stroom en warmte op tewekken. Maar door een massaal verliesaan biodiversiteit, zullen nuttige organis-men verloren gaan.

Werk aan de winkel

De maatregelen die nu worden genomenop mondiaal, Europees en nationaalniveau zijn op zich nog geen garantievoor het behoud van de biodiversiteit (zieBewaren wat overblijft). Natuurbehoud ismeer dan het overeind laten staan vannatuursnippers, die slechts een pleister opeen houten been zijn. Om de biodiversi-teit echt te redden is bewuster en metmeer respect voor de natuur leven nood-zakelijk. Uiteindelijk moeten we tot eenduurzame samenleving komen, waarinmens en natuur harmonieus samenleven,niet alleen naast, maar vooral met

MEN

S45

14

Geneesmiddelen afkomstig uit de natuurGeneesmiddel Behandeling van OrganismeCyclosporine Afstoting na Tolypocladium inflatum

orgaantransplantatie (schimmel)Lovastatine Hoge cholesterolwaarden Aspergillus terreus

in het bloed (schimmel)Digitalis Hartritmestoornis VingerhoedskruidAtropine Wolfskers (Atropa bella-donna)Reserpine Hoge bloeddruk SlangewortelAspirine Pijn WilgCodeïne en morfine PappaverCocaïne CocaplantKinine Malaria KinaboomVincristine, vinblastine Kanker Tropische maagdenpalmTaxol Venijnboom (Taxus baccata)Galantamine Ziekte van Alzheimer NarcisTalrijke antibiotica Bacteriële infectieziekten Schimmels en bacteriën

Page 15: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

15

MEN

S45

Verdrag van de VerenigdeNaties

Tijdens de Conferentie van de Verenig-de Naties inzake Leefmilieu enOntwikkeling (UNCED) in Rio de Janeiroin juni 1992 werd het ‘Verdrag inzakebiologische diversiteit’ afgesloten. Het iseen wettelijk bindend akkoord tussenlanden van de hele wereld. De doelstel-lingen van het verdrag zijn drievoudig:de biologische diversiteit behouden, debestanddelen ervan op duurzame wijzegebruiken en de voordelen die voort-vloeien uit het gebruik van genetischerijkdommen eerlijk en billijk verdelenonder alle volkeren.Het is het eerste akkoord dat alle aspec-ten van biologische diversiteit omvat(soorten, ecosystemen en genetischerijkdommen) en het werd één van demeest veelvuldig bekrachtigde interna-tionale verdragen inzake leefmilieu.

In tegenstelling tot andere internatio-nale akkoorden, die strikte en concreteactiepunten bevatten, wil het Verdragde problemen inzake biologische diver-siteit soepel benaderen. De individuelelanden mogen zelf beslissen hoe ze dedoelstellingen willen bereiken. Een vande grootste verwezenlijkingen tot dus-ver is het opwekken van een groteinteresse voor biodiversiteit op natio-naal vlak, zowel in de ontwikkeldelanden als in de ontwikkelingslanden.

De uitvoering van het Verdrag inzakebiologische diversiteit is een lange-termijnproces dat via een aanpak vande onderliggende, fundamentele pro-blemen tot duurzame oplossingentracht te komen en tot een ommekeerin denken en handelen.(http://webbie.kbinirsnb.be/bch-cbd/belgie/index-nl.htm).

Natura 2000

Ook de Europese Unie tracht eenbeleid te voeren om de natuur instand te houden. Al in 1973 werdenin het eerste ‘Actieprogramma voorhet milieu’ de prioriteiten vastgelegd.Het Europese beleid steunt op tweebelangrijke richtlijnen: de Vogelricht-lijn, die op 2 april 1979 het licht zag,en de Habitatrichtlijn, die op 21 mei1992 werd goedgekeurd. De tweerichtlijnen beogen de instandhoudingvan de natuurlijke leefmilieus en dewilde flora en fauna. De EuropeseUnie wil daarvoor een Europees net-werk van beschermde gebiedencreëren. Iedere lidstaat moet op zijngrondgebied speciale natuurbescher-mingszones aanwijzen die tezamenhet Europese netwerk van bescherm-de gebieden "NATURA 2000" vormen.Ook de speciale zones van de Vogel-richtlijn behoren tot dit netwerk(http://europa.eu.int/comm/environ-ment/nature/natura.htm).

Wilt u meer lezen over biodiversiteit:

Het Belgische officiële uitwisselings-web voor het Biodiversiteitsverdraghttp://www.naturalsciences.be/bch-cbd/home.htm

Belgian Biodiversity Platform,http://www.biodiversity.be/bbpf/

Biodiversity Resources in Belgium,http://www.br.fgov.be/biodiv/

Biodiversity and conservation, ahypertext book door Peter J. Briant,http://darwin.bio.uci.edu/~sustain/bio65/Titlpage.htm#Table%20of%20contents

Biodiversity II: Understanding and Protecting Our Biological Resourcesdoor Marjorie L. Reaka-Kudla, Don E.Wilson, and Edward O. Wilson,http://www.nap.edu/books/0309052270/html/index.html

Natuurrapport 2001, Instituut voorNatuurbehoud, www.instnat.be

elkaar.

België, niet altijd de besteleerling

In 2000 dreigde de Europese commis-sie ermee om België te dagvaardenvoor het Hof van Justitie. De diverseBelgische regeringen toonden onvol-doende haast om gevolg te geven aande Habitatrichtlijn. Noch op het wet-gevende vlak – het omzetten van deEuropese richtlijn naar een nationaleregelgeving -, noch op het praktischevlak – voldoende gebieden afbakenen -,was België in orde. Alvast de Vlaamseregering besliste toen om er spoedigwerk van te maken. Ze duidde in mei2001 ongeveer 42 000 ha natuur-beschermingszones aan, waardoor de totale oppervlakte op ongeveer 102 000 ha komt en begin 2002 pasteze het Natuurdecreet van 1997 aanom in overeenstemming te zijn met deEuropese Habitatrichtlijn.

De speciale natuurbeschermingszonesworden in Vlaanderen opgenomen inhet ‘Vlaams Ecologische Netwerk’(VEN) of in natuurverwevingsge-bieden. Het VEN is een samenhangenden ecologisch functioneel geheel van natuurgebieden waarbinnen hetbehoud en de ontwikkeling van een

hoogwaardige natuur de eerstebekommernis is. De Vlaamse regeringstreeft naar de afbakening van 125 000 ha VEN tegen 2003.

Het VEN wordt verder ondersteunddoor het ‘Integraal verwevings- enondersteunend netwerk’ (IVON), datuit natuurverwevings- en natuurverbin-dingsgebieden bestaat. In deverwevingsgebieden is de natuur ooknog van belang, maar andere activitei-ten zoals landbouw, bosbouw, militairbeheer of drinkwatervoorziening zijn erevenwaardig. De verbindingsgebiedenzijn er vooral op gericht om de migra-tie van planten en dieren tussenVEN-gebieden mogelijk te maken.Tegen 2003 moeten 150 000 ha ver-wevingsgebied zijn afgebakend.Er is voor de Vlaamse overheid nogheel wat werk om tegen 2003 al haarbeloftes na te komen. Maar ook voor uen mij is er werk aan de winkel. In aldie afgebakende gebieden staat denatuur nu centraal. Tientallen profes-sionelen en duizenden vrijwilligerstrachten de natuurgebieden te behe-ren en te onderhouden zodat debiodiversiteit maximaal behoudenblijft. Vaak is het beheer van eennatuurgebied toegewezen aan natuur-verenigingen zoals Natuurpunt(http://www.natuurpunt.be), het WWF

Bewaren wat er overblijftDat de biodiversiteit erop achteruitgaat, staat als een paal boven water. Maar watdoen we eraan? Hoe houden we de biodiversiteit op peil? Het is nog niet te laat. Er zijn verschillende initiatieven, zowel wereldwijd als heel lokaal.

Page 16: Biodiversiteit, de mens als onruststoker · Dr. Aline Van der Werf, Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, DWTC. Krioelen van het leven

O•D

EVIE

03

32

2 0

8 6

0

“MENS” in retrospectieReeds verschenen dossiers, nog verkrijgbaar zolang de voorraad strekt:

MENS 1: “Wie is bang voor dioxinen?”MENS 2: “Leven en sterven met chloorfenolen”MENS 3: “Zware problemen met zware metalen?”MENS 4: “De aardbol op hol”MENS 5: “Over kruid en onkruid”MENS 6: “Verpakking of ballast?” (uitgeput)MENS 7: “Snijden in eigen vlees”MENS 8: “In de schaduw van AIDS”MENS 9: “Kat en hond in het leefmilieu”MENS 10: “Water, bron van leven... en dood”MENS 11: “Chloor: pro en contra”MENS 12: “Verpakking: een zegen voor

het leefmilieu?”MENS 13: “Kanker & Milieu”MENS 14: “Plastiek: pro en contra”MENS 15: “Wees goed jegens dieren”MENS 16: “Hoe ontstaat een geneesmiddel?”MENS 17: “Moet er nog mest zijn?”MENS 18: “Bronnen van energie” (uitgeput)MENS 19: “Milieubalansen”MENS 20: “Mens en verslaving” (uitgeput)MENS 21: “Afval inzamelen: een kunst”MENS 22: “Wees goed jegens proefdieren”MENS 23: “Risico’s van kankerverwekkende stoffen”MENS 24: “Duurzaam bouwen met kunststoffen”MENS 25: “Recycleren moet je leren”MENS 26: “Gentechnologie op ons bord” (uitgeput)MENS 27: “Chemie: basis van leven”MENS 28: “Vlees, een probleem?”MENS 29: “Beter voorkomen dan genezen”MENS 30: “Biocides, een vloek of een zegen?”MENS 31: “Het transgene tijdperk” MENS 32: “Jacht op ziektegenen”MENS 33: “Eet en beweeg je fit”MENS 34: “Genetisch volmaakt?”MENS 35: “Pseudo-hormonen: vruchtbaarheid

in gevaar”MENS 36: “Duurzame Ontwikkeling”MENS 37: “Allergie in opmars!”MENS 38: “Vrouwen in de wetenschap”MENS 39: “Gelabeld vlees, veilig vlees!?”MENS 40: “Een tweede leven voor kunststoffen”MENS 41: “Stressssss”MENS 42: “Voedselveiligheid, een complex verhaal”MENS 43: “Het klimaat in de knoei”MENS 44: “Voorbij de grenzen van het ZIEN”

Dossier op komst:

Biomassa, de groene grondstof

Milieu, Educatie, Natuur en Samenleving

46De Zoo, meer dan een tuin met dierenDe biologen van de Antwerpse Zoo en het dierenpark Planckendael kijken buiten de omheining van hun park: ze willen bedreigde diersoorten ook in hunnatuurlijk leefgebied beschermen. Dit jaar heeft de Antwerpse Zoo het project ‘BioBrasil’ opgezet waarbij de goud-kopleeuwapen optreden als ‘ambassadeurs’ voor het bedreigde kustregenwoudvan Brazilië. Het project is een Belgisch-Braziliaanse co-operatie rond biodiversi-teit en wordt in belangrijke mate ondersteund door de Nationale Loterij. De samenwerking heeft ook uitlopers in de Antwerpse Zoo zelf. Onder het themaBraZOOlia komt de biologische en culturele diversiteit van Brazilië aan bod enook in dit educatieve project steelt de goudkopleeuwaap de show(http://www.zooantwerpen.be).

Op de bres voor plantenPlanten worden vaak stiefmoederlijk behandeld. Als ze niet eetbaar of mooi zijn,krijgen ze weinig tot geen aandacht. Planten nemen echter een zeer belangrijkeplaats in onder de levende wezens. Er zijn meer dan 300 000 soorten en degrootste plantenfamilie, de orchideeën, telt op haar eentje bijna meer soortendan alle vogels, zoogdieren, reptielen en amfibieën samen. Planten kunnen zonlicht oogsten en vormen zo de fundamenten van heel watecosystemen. Daarom is het extra verontrustend dat momenteel ook planten opgrote schaal uitsterven. In dit verband is het werk van botanische tuinen belangrijk. Van de 1300 plan-tentuinen die verspreid liggen over heel de wereld, is de Nationale Plantentuinvan België in Meise, één van de grootste ter wereld. Naast de prachtige exposi-ties, die voor het publiek toegankelijk zijn, is er een grote botanische biblio-theek, een groot herbarium (> 3 000 000 specimens) en zijn er uitgebreidelevende collecties (ongeveer 17 500 soorten) (http://www.br.fgov.be/).

BraZOOliaVIVA

Het Belgisch platform voor biodiversiteit (BBPF) is een initiatief van defederale overheid om alle wetenschappelijke kennis over biodiversiteit ennatuurbehoud in België te bundelen. Het BBPF wil het biodiversiteit-onderzoek promoten door netwerken tussen Belgische wetenschap-pers uit te bouwen. http://www.biodiversity.be/bbp