bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat...

8
MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten Voedselproductie klimaatneutraal in 2050? Palmolie in voeding: 84% duurzaam Kansen en uitdagingen: MAGAZINE bio-economie - T H E M A - n a t u u r l i j k e n h e r n i e u w b a a r

Transcript of bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat...

Page 1: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten

Voedselproductie klimaatneutraal in 2050?Palmolie in voeding: 84% duurzaam

Kansen en uitdagingen:

MAGAZINE

MAGAZINE

bio-economie- THEMA -

natuurlijk en hernieuwbaar

Page 2: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 32

Als medewerker van Croda, in Gouda beter bekend als de vroegere kaarsenfabriek, zijn biobased grondstoffen voor mij de natuurlijkste zaak van de wereld. Ze worden immers al meer dan 150 jaar gebruikt.

De term biobased heeft voor mij een sterke link met ‘hernieuwbaar’ en ‘circulair’. ‘Hernieuwbaar’ vaak in relatie tot brandstoffen en ‘circulair’ voor producten, die we met een herbewerking opnieuw kunnen gebrui-ken. De oliën- en vettenbedrijven in ons land hebben beslist mogelijk-heden om een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk streven om beter met schaarse grondstoffen om te gaan.

Als ketenorganisatie zijn we dan ook actief bezig om de belemmeringen, die opgeworpen worden door de huidige regelgeving, in kaart te brengen, oplossingen te bedenken en deze bij de betrokken overheden onder de aandacht te brengen. Het motto van het voorwoord van Kathelijn van Elk uit MVO magazine 18 “De kracht van de herhaling” is daarbij ook voor dit onderwerp weer van toepassing. We zullen iedere mogelijkheid moeten benutten om onze oplossingen en onze ideeën voor verbeteringen onder de aandacht te brengen van politiek en overheid.

Verdere invulling van de biobased of circulaire economie gebeurt vanuit innovatie in onze bedrijven, maar ook door innovatief gebruik van onze reststromen. De Nederlandse overheid probeert het innovatief gebruik van deze reststromen met beleid te faciliteren, maar de ‘handhavende’ werkelijkheid is nog een grote belemmering.

Meewerken aan het doel om via optimaal gebruik van biobased materiaal, de duurzaamheid van onze samenleving te verbeteren, is voor mij zeker een stimulans om door te gaan met het zoeken naar dat optimale gebruik van reststromen.

Richard de Oude,Regulatory Affairs Coordinator Croda en bestuurslid MVO

De natuurlijkste zaak van de wereld

Louis Braillelaan 802719 EK [email protected]

MVO Magazine is een digitale uitgave van MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten en is bestemd voor leden en externe relaties. Voor meer informatie zie: www.mvo.nl

DUURZAME ONTWIKKELING

Kansen en uitdagingen bio-economie 4 - 6

Voedselproductie in 2050 klimaatneutraal? 8 - 9

Eindrapportage Task Force Duurzame Palmolie 10 - 11

ALGEMEEN

FNLI en MVO: samenwerken aan gedeelde belangen 7

Croda: biobased oplossingen voor betere prestaties 12 - 13

Kort nieuws 14 - 15

Inhoud

- THEMA -

natuurlijk en hernieuwbaar

Page 3: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 54

DUURZAME ONTWIKKELING

Geschikte ketensHet zijn de lange ketens C-atomen in een vetmole-cuul, die de biochemie veel te bieden hebben. Dit chemische kenmerk leidt er onder andere toe dat de stoffen die van oliën en vetten worden gemaakt waterafstotend, krasvast of flexibel kunnen zijn, maar ook maakt het stoffen resistent tegen hoge tempera-tuur of bestand tegen logen en zuren.

KansenDat zorgt voor nieuwe producten en innovatieve op-lossingen. Met oliën en vetten als basis voor polyme-ren lonkt de enorme markt voor plastics. Ook andere

ontwikkelingen, zoals het gebruiken van microbiële oliën uit gisten of insectenolie, bieden kansen. Net als het gebruik van specifieke componenten uit olieza-

denmeel. Het gebruik van enzymen en micro-organis-men leidt tot mildere processen en energiebesparing. En ook biomassa kan worden ingezet voor technologi-sche toepassingen.

OverheidDe overheid ziet de bio-economie als een middel om diverse beleidsdoelen te realiseren, zoals het tegengaan van klimaatverandering en het scheppen van werkgele-genheid. Ze doet daarbij een beroep op het bedrijfsleven om activiteiten te ontplooien. Daarbij is het noodzakelijk dat de wetgeving innovaties, het gebruik van nieuwe grondstoffen en toepassing van nieuwe stoffen onder-steunt. Dit vraagt om een andere kijk op de wereld van beleidsmakers en toezichthouders.

Van afval naar grondstofHet huidige tijdsgewricht vraagt om een benadering waarbij nauwkeuriger wordt gekeken naar de geschikt-heid van een stof voor de betreffende toepassing. Stoffen moeten niet langer als afval worden afgevoerd, maar als grondstof worden ingezet. Op dit moment is de regelgeving daar nog niet op ingericht. Dat leidt tot interpretatieverschillen, waardoor er rechtsonzekerheid voor het bedrijfsleven ontstaat.

Elke dag gebruiken we producten die gemaakt zijn op basis van plantaardige en dierlijke oliën en

vetten. Voorbeelden van toepassingen zijn verf, zeep, smeermiddelen, plastics en cosmetica. De

biochemie biedt net zoveel, zo niet méér kansen dan de petrochemie. Toch is innovatie niet van-

zelfsprekend. Een nieuwe stof vindt alleen toepassing als het een nieuwe waardevolle functiona-

liteit biedt of een goedkoper alternatief is. Daarbij is het belangrijk dat de regelgeving innovaties

ondersteunt in plaats van belemmert.

Kansen en uitdagingen bio-economie

vervolg ➔

Page 4: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 76

FNLI en MVO: samenwerken aan gedeelde belangenDe Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) is de koepelorganisatie en belangenbe-

hartiger voor bedrijven en branches in de Nederlandse levensmiddelenindustrie: van ingrediënt tot

eindproduct. De FNLI vertegenwoordigt circa 450 bedrijven en 19 brancheorganisaties en is een pro-

actieve pleitbezorger voor de levensmiddelenindustrie, de grootste maakindustrie van Nederland.

Maatschappelijke verantwoordelijkheidAls aanspreekpunt voor overheid, politiek, handelspart-ners, NGO’s en pers in binnen- en buitenland, werkt de FNLI aan een stevige inbedding van de levensmiddelen-industrie in de Nederlandse samenleving. Daarvoor is het cruciaal dat bedrijven actief invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, op het gebied van voeding en gezondheid, verduurzaming en trans-parantie. De FNLI stimuleert en ondersteunt dit, met informatie, bijeenkomsten, advies en onderzoeksprojec-ten. Zo neemt de FNLI actief deel aan de Dutch Alliance on Sustainable Palm Oil en is ze partner van de Allian-tie Verduurzaming Voedsel en binnen het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Gedeelde belangenSamenwerking met partijen in en rond de agrifoodke-ten is de rode draad door het werk van de FNLI. Com-plexe uitdagingen als verduurzaming van grondstofke-tens, uitwisseling van productinformatie, borging van voedselveiligheid en het beschermen van een goed

vestigingsklimaat vergen vereende krachten en goede onderlinge afstemming. MVO is één van die natuurlijke partners. Veel leden van MVO zijn zelf levensmiddelen-fabrikant, andere hebben fabrikanten als belangrijkste afnemers. Er zijn veel gedeelde belangen.

Samenwerking uitbouwenZo is er veelvuldig contact tussen de FNLI en MVO over ruimte in regelgeving voor optimaal gebruik van bijpro-ducten en reststromen uit de keten, en pleiten beide verenigingen bij de overheid voor meer strategische aandacht voor de leveringszekerheid van belangrijke agrarische grondstoffen, zoals eiwitgewassen. Philip den Ouden, directeur FNLI: “De samenwerking tussen FNLI en MVO biedt ons beide voordelen, we bundelen krachten, kennis en middelen. De FNLI nodigt MVO dan ook van harte uit de samenwerking uit te bouwen”.

ALGEMEEN

Wat in de ene regio is toegestaan leidt in een andere regio tot overtreding. Frank Bergmans, binnen MVO verantwoordelijk voor het thema biobased: “Natuurlijk kan een bedrijf de rechter vragen de opgelegde maat-regel te toetsen. Maar dat kost veel tijd en energie van zowel bedrijven als overheid. Zouden we die tijd en het geld dat daarmee gemoeid is niet beter kunnen steken in innovatie? Door een duidelijk wettelijk raamwerk dat risico’s van biomassa beheersbaar maakt weet het bedrijfsleven vooraf waar het aan toe is. De wetgeving voor food & feed is daar een goed voorbeeld van”.

Bergmans verduidelijkt: “Of iets een afvalstof is of niet, is eigenlijk alleen relevant wanneer sprake er is van dumping. Waar het in de bio-economie om gaat is de vraag of een stof geschikt is voor een nieuwe spe-cifieke toepassing. In het geval van biomassa is het daarbij veel belangrijker om te weten of iets plantaar-dig of dierlijk van herkomst is, in welke mate bepaalde microcomponenten of pathogenen aanwezig zijn, en of de concentratie daarvan de grenswaarde voor een specifieke toepassing overschrijdt of niet. De afval-stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke toepassing”.

Het zou goed zijn als inspectiediensten en bedrijfsle-ven met elkaar om tafel gaan om van elkaar te leren. De dynamiek in de markt vraagt dat overheid en be-drijfsleven samen optrekken bij het in kaart brengen van de risico’s en het formuleren van beheersmaatre-gelen in de keten. De MVO-sector deelt haar kennis en ervaring met beleidsmakers en inspectiediensten via regulier overleg, presentaties en cursussen. We kunnen daarmee de transparantie en veiligheid in de keten vergroten en tegelijkertijd het pad naar de bio-economie effenen.

Ketentransparantie door certificatieEen dergelijke samenwerking zou vorm kunnen krijgen in een handhavingsconvenant of een Green Deal. Het bedrijfsleven ziet het belang van transpa-rantie door middel van een certificatieschema. Dit Responsible Biomass Assurance (RBA) is afgeleid van het GMP+ International certificatieschema voor diervoedertoepassingen. De overheid kan gebruik van dit schema bevorderen door wettelijke eisen te stellen aan veiligheid en traceerbaarheid van ingangs-materialen voor productie van biobased producten. Dan moet er wel snel een beslissing worden geno-men, want het huidige systeem, dat geen voordeel biedt en bovendien ongelijkheid in de hand werkt, is gedoemd te mislukken.

Voor meer informatie hierover kunt u contact op-nemen met Frank Bergmans via [email protected] of 079 363 43 56.

Page 5: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 98

DUURZAME ONTWIKKELING

Voedselproductie in 2050: klimaatneutraal? In 2050 zijn aardappelen onze bron van koolhydraten en insecten onze bron van eiwitten. In

Europa op vakantie gaan doen we met een hypersnelle trein. Vliegen is op rantsoen, dat doen

we hoogstens eenmaal per jaar. Oliën worden geperst uit lokaal geteelde oliezaden in regionaal

georiënteerde oliemolens. Noordwest-Europa is op zijn eigen voedselvoorziening aangewezen.

Mondiale voedselproductie hoger op de agendaDe discussies over de scenario’s maakten de urgen-tie van sterk klimaatbeleid duidelijk om het doel van ten hoogste 2°C temperatuurstijging van de Parijs Klimaattop te kunnen halen. Hier is wereldwijde soli-dariteit voor nodig en de introductie van een mondiale prijs op de uitstoot van broeikasgassen. Het gebruik van biomassa werd gezien als een van de meest voor de hand liggende manieren om de CO2-uitstoot van-wege warmtevraag in de industrie te beperken.

ConclusiesAan het eind van de ochtend ontpopten zich de volgende conclusies:1. De sector moet doorgaan met de internationale ini-

tiatieven ter verduurzaming van de landbouw en het klimaathoofdstuk daarvan uitbreiden, ook al is natuur-bescherming een publieke verantwoordelijkheid.

2. Het gebruik van levenscyclusanalyse om “hot spots” in de productieketen te bepalen, moet worden gepromoot en als basis dienen voor bewustwording en verbetering. Meer onderzoek is nodig om de concrete effecten van klimaat-verandering op onze grondstoffenvoorziening in kaart te brengen.

3. Het belang van grondstoffenzekerheid en de mondiale handel in agrarische grondstoffen moet hoger op de agenda bij bedrijfsleven en politiek komen.

In de komende maanden zal MVO samen met haar stakeholders de conclusies van dit seminar omzetten in concrete acties.

Een uitgebreid verslag van de bijeenkomst kunt u opvragen via [email protected].

Dit beeld werd geschetst in een van de vier scenario’s die aan bod kwamen tijdens het seminar “Uw voed-selvoorziening in 2050: klimaatneutraal?” op 20 mei jl. geleid door Marijn Frank, bekend van “De Keurings-dienst van Waarde’.

Een blik in de toekomstIngrediëntenproducenten, producenten van consu-mentenartikelen, vertegenwoordigers van NGO’s en consultants bespraken groepsgewijs hoe de voed-selproductie er in 2050 uit zal zien. Dit gebeurde aan de hand van vier scenario’s:

Strong    Climate    Change  

Scenario  1:  SSP4,  5    

•  Temperatuurs:jging  >  20C  •  Zeespiegels:jging  >  50  cm  •  Sterke  globale  markt,  veel  

interna:onal  verkeer  van  goederen  en  mensen  

•  Hoge  emissies:  geen  emissie  beperkende  maatregelen  

   

Scenario  4:    SSP3    

•  Temperatuurs:jging  >  20C  •  Zeespiegels:jging  >  50  cm  •  Fort  Europa  •  Hoge  emissies:  geen  emissie  

beperkende  maatregelen  

 

Scenario  2:  SSP1    

•  Temperatuurs:jging  <  10C  •  Zeespiegels:jging  <  10  cm  •  Sterke  globale  samenwerking  •  CO2  neutraal:  Gobaal  akkoord  

om  emissies  te  beperken  geslaagd,  veel  emissie  beperkende  regelgeving  op  basis  van  globale  overeenkomsten  en  carbon  trading  

Scenario  3:  SSP5  •  Temperatuurs:jging  <  10C  •  Zeespiegels:jging  <  10  cm  •  Sterke  regionale  markt  

(protec:onisme:  Fort  Europa)  •  CO2  neutraal:  emissie  reduc:e  

(vooral  door  vermindering  gebruik  )  

 

Strong  Globaliza:on  

DUURZAME

ONTWIKKELING

VERNOF seminar in samenwerking met MVO, Het Comité van Graanhandelaren, FNLI en Wageningen UR.

Page 6: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 1110

DUURZAME ONTWIKKELING

Task Force Duurzame Palmolie presenteert eindresultaten 2015

84% van de in Nederland verwerkte palmolie voor voeding is duurzaamDe Task Force Duurzame Palmolie presenteerde afgelopen maand

haar eindrapport. Van alle palmolie die in 2015 door de Nederlandse

voedingsmiddelenindustrie is verwerkt, was 84% duurzaam.

Eddy Esselink, voor-zitter van de Task Force, overhandig-de het eindrapport aan Jeroen Rooden-burg, Ambassadeur Bedrijfsleven en Ontwikkelingssa-menwerking van het ministerie van

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwer-king, met de boodschap dat alle Taskforceleden 100% duurzame palmolie gebruiken in Nederland. Rooden-burg feliciteerde de leden van de Task Force met het behaalde resultaat en gaf aan dat de palmolieketen heeft laten zien dat ook zonder regelgeving veel kan worden bereikt.

Ook Johan van de Gronden, directeur van het Wereld Natuur Fonds (WNF) feliciteerde de Task Force en drong bij partijen aan om stappen te blijven zetten. Hij riep op om RSPO Next en zero ontbossing op te ne-

men in de doelen voor 2020. “Duurzaamheid is een continu proces”, benadrukte de WNF-directeur. De overheid riep hij op “een con-crete stip op de horizon te zetten en duurzaam-heid meer en concreter te stimuleren”.

Belangrijk resultaatDe leden van de Task Force committeerden zich in 2010 aan de ambitie om te komen tot ‘100% duur-zame palmolie voor de Nederlandse markt eind 2015’. Nu, vijf jaar later, blijkt dat palmolie verwerkt door deze sectoren en specifiek voor de Nederlandse markt - export en niet aangesloten sectoren niet meegerekend - 100% duurzaam is. Dit geldt zowel voor de aangesloten voedingsmiddelenindustrie als de diervoederindustrie. Daarmee is de ambitie van de Task Force gerealiseerd.

Kijkend naar het totale gebruik van duurzame palmolie in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie, dan blijkt uit het rapport dat dit aandeel is gestegen van 30% eind 2011 naar 84% eind 2015. Ook het aandeel fysieke stromen van duurzame palmolie nam toe in 2015: van de gebruikte duurzame palmolie was 80% ‘Mass Balanced’ of ‘Segregated’ gecertificeerd.

EuropaHet succes van de Task Force heeft geleid tot verge-lijkbare initiatieven in 8 Europese landen. Samen met IDH, The Sustainable Trade Initiative, werkt MVO in het European Sustainable Palm Oil (ESPO)-project aan de doelstelling om in 2020 in heel Europa alleen

nog duurzame palmolie te verwerken. MVO-directeur Frans Claassen benadrukt hierin het belang van een ‘level playing field’ in Europa.

DASPODe leden van de Task Force Duurzame Palmolie blijven zich inzetten via de ‘Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil’ (DASPO). Jeroen Roodenburg moedigde dit aan en riep “alle partijen in Nederland op om zich aan te sluiten bij de DASPO en te gaan voor 100% duurzaam”. De DASPO-leden zullen nauw samenwerken met Europese partners, zodat uiteindelijk ook alle palmolie die vanuit Nederland wordt geëxporteerd duurzaam is.

Page 7: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 1312

IndustrieCroda maakt ook producten die andere industrieën in staat stellen beter te functioneren. Zo maakt het bedrijf weekmakers voor plastics en grondstoffen voor coatings. Verf op basis van lijnzaadolie is al eeuwenoud en kent momenteel een revival. In het laatste geval zijn minder organische oplosmiddelen nodig wat beter is voor de gezondheid van de schilder en klimaatverandering en verzuring tegengaat. Olie is bovendien ook een goed smeermiddel om slijtage aan de draaiende machineonderdelen te verminde-

ren. Ook de papierindustrie kan een beroep doen op oleochemicals, bijvoorbeeld voor het bleken van de grondstoffen, voor het beheersen van het schuim in het productieproces, voor het beschermen van het oppervlak en tenslotte in de inkt.

ToekomstHans Ridderikhoff van Croda voegt daar nog aan toe: “Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen lopende met

behulp van oleochemie zoals high impact polylactic acid (PLA), een volledig biobased plastic dat het beste van twee werelden combineert. De PLA gemaakt van suiker is van nature bros, maar toevoegingen op basis van oliën leiden tot een sterker product. Een andere ontwikkeling is de productie van materialen die het mogelijk maken om warmte op te slaan en later nuttig toe te passen. Gebruik ervan kan het energieverbruik drastisch verlagen. Ook werken we aan een nieuw concept voor een biobased rubber dat het geluid en trillingen van tram- en treinwielen op de rails absor-beert. Dit soort onderzoeken wordt veelal gezamenlijk met industriële partners en universitaire instellingen in Nederland uitgevoerd”.

FootprintDe innovatieve oplossingen op basis van plantaardige en dierlijke oliën en vetten stellen andere sectoren in staat zich te verduurzamen. Ook Croda zelf heeft duurzame bedrijfsvoering hoog in het vaandel staan. Momenteel werkt het bedrijf in het kader van een Europees “Life” project, genaamd Quarterback, aan glycerine reststroom vergisting. Daarmee verlaagt het bedrijf zijn broeikasgasemissie in Gouda in één klap met 25%. Ga voor meer informatie naar www.croda.com.

Croda: biobased oplossingen voor betere prestaties

Het geheim zit in het slim combineren van de ver-schillen in vetzuren en de stoffen waarmee je ze laat reageren. Door combinaties te maken van de verschil-lende ketenlengtes, en het aantal en de plaats van de dubbele bindingen te gebruiken in combinatie met andere stoffen, is Croda in staat om een bijna ontel-baar aantal nieuwe grondstoffen te maken.

Persoonlijke verzorgingDat levert ingrediënten op die nuttige eigenschappen

verlenen aan producten die consumenten dagelijks gebruiken. Denk daarbij aan persoonlijke verzorgings-middelen, zoals zeep, shampoo, body milk of masca-ra. Croda’s producten zijn ook terug te vinden in was- en reinigingsmiddelen voor het reinigen van alles wat in huis valt schoon te maken. Van vloer tot vaatwasser en van auto tot kleding. Maar het bedrijf produceert ook omega-3 visolie concentraten voor farmaceuti-sche producten en grondstoffen die de landbouwer helpen zijn gewassen te voeden en te beschermen.

Croda is een voorloper in het ontwikkelen van innovatieve toepassingen van oliën en vetten.

Het bedrijf dat in Gouda ooit begon met kaarsen en in Engeland met het vet uit schapenwol, is

uitgegroeid tot een onderneming die tal van stoffen produceert met moeilijke namen waarvan de

meeste mensen het bestaan niet kennen. Toch gebruiken we ze dagelijks. Om een vergelijking te

maken met de IT zou je kunnen zeggen: Croda Inside.

ALGEMEEN

Page 8: bio-economie › media › mm › mvo-magazine-nr19-def.pdf · stoffenwetgeving maakt dat onderscheid niet en is dus ongeschikt om te bepalen of een stof geschikt is voor een specifieke

14 MVO MAGAZINE NR 19 - 2016 15

ALGEMEEN

MVO-cursus Food & Feed Safety of Oils and Fats MVO feliciteert alle 42 deelne-mers aan de 2016-editie van de cursus Food & Feed Safety of Oils and Fats met het behalen van het certificaat. De cursus, die de voedsel- en diervoederveilig-heid in de hele keten van oliën- en

vetten behandelt, is in een aantal jaren uitgegroeid tot de internatio-nale standaard voor training op dit gebied. De zevende editie van de cursus vond dit jaar plaats van 14 tot en met 16 juni in Vlaardingen en Rotterdam, en bestond behalve uit presentaties en cases uit een aantal bedrijfsbezoeken. Vooraf-

gaand aan de cursus organiseerde MVO ook dit jaar een zogeheten precourse. Aan de precourse de-den 35 cursisten mee. Zij kregen een spoedcursus olieraffinage. MVO bedankt alle experts vanuit de MVO keten, stakeholders en overheid voor hun bijdrage aan de cursus.

Kort nieuwsYoung Oils & Fats ontmoet Young VopakOp donderdag 7 juli 2016 organi-seert YOF (Young Oils & Fats) in sa-menwerking met Young Vopak een bedrijfsbezoek en netwerkborrel bij Vopak in Vlaardingen. Vopak opent haar deuren om de YOF-leden te laten kennismaken met de wereld van tankopslag en logistiek. De bijeenkomst wordt afgesloten met een netwerkbor-rel. Neem voor meer informatie en aanmelding contact op met Thijs Pasmans via [email protected] of 079 363 43 55.

Lamb Weston wint Award 2015Lamb Weston / Meijer (LWM), producent van diepgevroren aardappelproducten wint de award 2015 van de Task Force Duurzame

Palmolie. In 2015 stapte LWM geheel over op ‘Segregated’ duur-zame palmolie. “Lamb Weston / Meijer werkt aan verduurzaming van de totale voedingsketen en heeft daarom alle palmolie die wordt gebruikt in de aardappelpro-ducten, inclusief alle private labels geproduceerd in Europa, omgezet naar fysiek gescheiden duurzame palmolie”, aldus Jolanda Soons, manager duurzaamheid bij LWM.

Volg MVO op TwitterDe makkelijkste manier om snel op de hoogte te zijn

van wat MVO allemaal doet, is ons te volgen via Twitter. Volg ons via deze link voor onze activiteiten en standpunten over Duurzame ontwikkeling, Voedsel- en diervoe-derveiligheid, Handelspolitiek en Voeding en gezondheid. En praat mee!

Vette feiten nu ook op InstagramElke vrijdag plaatsen we een re-cept van een overheerlijk gerecht op Instagram. Ons uitgangspunt bij het maken van de recepten is

dat we goede vet-ten en plantaardige oliën gebruiken. Halverwege de week delen we een woensdagweetje bijvoorbeeld over de functionaliteit van vet in voedingsmiddelen. Dus voor re-cepten, inspiratie, feiten en fabels volg je vettefeiten via Twitter en Instagram. Vergeet ook niet om regelmatig www.vettefeiten.nl te checken voor nieuws over de rol van oliën en vetten in ons dagelijks leven.