Bijlagen bij de houtskoolschets - Universiteit Utrecht · overheid, bedrijven etc). 3 Visuele...
Transcript of Bijlagen bij de houtskoolschets - Universiteit Utrecht · overheid, bedrijven etc). 3 Visuele...
1
Bijlagen bij de houtskoolschets
Bouwstenen ter inspiratie van de themagroepen:
1. Academic community
2. Aantrekken, stimuleren en koesteren van talent
3. Digitale universiteit
4. Global University
5. Multidisciplinariteit
6. University & Society
2
1. Academic Community – Ambities Strategisch Plan 2020-2024
Versie: 23 januari 2020
Inleiding
Wat vinden we belangrijk om als ‘Academic Community’ in 2030 bereikt te hebben? Om deze
vraag te beantwoorden, is het noodzakelijk eerst na te denken wie onderdeel uitmaakt van deze
Academic Community:
- De UU Academic Community omvat iedereen die een bijdrage levert aan het nastreven
van de missie van de UU:
De Universiteit Utrecht werkt aan een betere wereld.
Onze afgestudeerden hebben de kennis en vaardigheid om een substantiële bijdrage
te kunnen leveren aan de maatschappij. Ons onderzoek is grensverleggend en gericht
op het oplossen van grote mondiale vraagstukken. Onze cultuur van samenwerking
maakt innovatie, nieuwe inzichten en maatschappelijke impact mogelijk. De
kernwaarden ambitie, inspiratie, betrokkenheid en onafhankelijkheid vormen de basis
voor onze universitaire gemeenschap.
- In onze visualisering is er sprake een ‘kern’ community die bestaat uit studenten en
medewerkers (zie afbeelding, witte cirkel). Verder zijn er groepen die in het verleden
actief deel uitmaakten van de kern community en zich nu vanuit iets meer distantie bij de
UU community betrokken voelen, gevisualiseerd middels de gele schil om de kern
community. Daarnaast zijn er externe partners, die gedurende kortere of langere tijd zich
bij de UU Academic Community betrokken voelen (zie afbeelding, grijze schil).
- De UU Academic Community bestaat zowel uit één community, als uit een veelvoud van
academic communities die samen deel uitmaken van de overkoepelende UU Academic
Community. Elke student of medewerker is onderdeel van verschillende communities.
Dit kan een community zijn die gericht is op de interne omgeving (goede voorbeelden
zijn een opleiding, een focusgebied, een leergang als Onderwijskundig leiderschap), maar
kan ook een community zijn met de externe omgeving (zie afbeelding, voorbeeld in
rood).
- De academic community is fluïde. Een groot deel van de community maakt maar relatief
kort onderdeel uit van de UU community. Studenten, aio’s, postdocs vertrekken na een
aantal jaren. Zij blijven echter onderdeel van de community als alumni en oud-
medewerkers. Zij zijn de ambassadeurs van de Academic Community buiten de UU (zie
afbeelding, gele cirkel).
- Naast de ‘kern’ community van studenten medewerkers vormen we diverse academic
communities met externe partners (nationale en internationale kennisinstellingen,
overheid, bedrijven etc).
3
Visuele weergave Academic Community
De UU Academic Community in 2030
Onze ambities voor de UU Academic Community in 2030 betreffen ambities over wie wij als
academic community willen zijn, hoe wij met elkaar om willen gaan en wat daarvoor nodig is.
Onderstaand beschrijft puntsgewijs hoe wij de UU Academic Community van 2030 voor ons zien.
1. De Academic Community investeert in mij
• Iedereen voelt zich welkom, gewaardeerd en onderdeel van de academic community/ies;
ongeacht gender, religie, cultuur, nationaliteit, inzetbaarheid, etc. De UU is inclusief en
zet zich hier blijvend voor in. Inclusiviteit richt zich op iedereen, niet slechts op een
beperkt aantal minderheidsgroepen. Initiatieven zoals het Westerdijkjaar of de Diversity
and Inclusion Award ondersteunen studenten en medewerkers om het gesprek over een
thema aan te gaan.
• Toegankelijkheid van gebouwen, systemen en samenwerkingsverbanden is optimaal
zodat alle studenten en medewerkers zonder barrières (fysiek of sociaal) onderdeel
kunnen zijn van de academic community. Toegankelijkheid is voortdurend
aandachtspunt, hierop wordt geëvalueerd en verbeterd.
• De UU daagt uit, maar overvraagt niet. De UU creëert een stimulerende, prikkelende
werkomgeving, en zorgt dat dit in balans is met respect en waardering voor elkaar en
elkaars tijd, talenten en ambities en een gezonde werk-privé balans. Juist tegen de
achtergrond van de discussies over werkdruk is deze balans van groot belang; veel
medewerkers voelen zich overvraagt en/of lijden onder de niet aflatende prestatiedruk;
ook de versnippering van taken draagt bij aan de werkdruk.
• Er is waardering en erkenning voor vele talenten en talentontwikkeling is belangrijk. Elke
individu kan tot zijn recht komen en zich verder ontwikkelen. Voor alle medewerkers
bestaan er ontwikkelingsprogramma’s. Voor studenten zijn er mogelijkheden om zich
4
naast hun opleiding te ontwikkelen, bijv. via career-services, studie- of
studentenverenigingen of medezeggenschap
• De UU investeert in een duurzame werkomgeving en ondersteunt optimaal met digitale,
duurzame samenwerking in een mondiale wereld.
• Gelijkwaardig samenwerking staat centraal. Gelijkwaardig samenwerking tussen
studenten en medewerkers wordt gestimuleerd en gefaciliteerd door o.a. het opzetten
van soft spaces. Green Office Utrecht is hier een voorbeeld van.
2. Ik investeer in de Academic Community
• Ik neem initiatief om actief bij te dragen aan een stimulerende, respectvolle en duurzame
Academic Community. Ik laat anderen tot hun recht komen en zet me in voor hun
ontwikkeling. Concreet betekent dit o.a. dat ik mij actief voor de sociale veiligheid van
mijzelf en anderen en inzet, in houding en reflectie, voor duurzaamheid. Dit is één van
onze gemeenschappelijke doelen en hier lever ik mijn eigen bijdrage aan.
• Ik werk samen met anderen, we hebben allemaal een rol en ieders rol is belangrijk. Ik zet
mij in voor gelijkwaardige samenwerking, met verschillende disciplines, onderdelen, WP
en OBP, medewerkers en studenten. Juist de combinatie van een veelheid aan
vaardigheden, talenten, expertise, disciplines en inzichten is noodzakelijk om in
gezamenlijkheid onze doelen te bereiken. Ik verplaats me in gezichtspunten van
anderen. Kennis van elkaar leidt tot meer begrip, respect en waardering voor elkaar.
Denk hierbij aan studenten en docenten die elkaar ontmoeten, zowel rond academische
thema’s als bij sociale gelegenheid, en zich in elkaar verdiepen, WP en OBP of
medewerkers van verschillende faculteiten.
• Ik neem mede verantwoordelijkheid voor het welzijn van anderen binnen de community.
Ik draag bij aan een veilige werkomgeving en spreek mij uit op moment van misstanden.
Te denken valt aan het breed introduceren van de training Active Bystander of aan
trainingen om constructief kritische feedback te geven (pilot Geo)
• Ik draag bij aan een Open Science cultuur en manier van werken. Ik zet mij in om mensen
uit allerlei delen van de maatschappij bij de wetenschap te betrekken en ontvang input
vanuit de bredere maatschappij bij het vormgeven van mijn werk. Ik erken en waardeer
de bijdragen van anderen.
• Ik draag bij aan diversiteit en inclusiviteit binnen de UU Academic Community.
3. De Academic Community: dat zijn wij
• De academic community is meer dan werk/studie sec en betreft mede het netwerk om
studie en werk heen. Dit kunnen we actief beleggen bij community managers.
• We zijn een team en werken gezamenlijk aan een betere wereld. We werken actief
samen met wetenschappelijke en maatschappelijke partners, zowel in Nederland als
daarbuiten, op het gebied maatschappelijk relevante thema’s. Duurzaamheid is een
voortdurend aandachtspunt bij alles dat we doen.
• We zijn een diverse community in brede zin en stellen ons open op naar een ieder. We
zijn gastvrij en vormen een ‘academic guesthouse’ voor partners van buiten.
• We zijn een open community; ook nieuwe leden van de community, tijdelijke
medewerkers, gastonderzoekers en uitwisselingsstudenten voelen zich deel van de
community. Deze studenten en medewerkers, net als alumni en oud-medewerkers,
blijven onderdeel van de community als zij vertrekken. Zij zijn de ambassadeurs in onze
externe omgeving.
• De samenstelling van de UU Academic Community wijzigt voortdurend; iedereen die zich
identificeert met en bijdraagt aan de gezamenlijke missie en doelen is onderdeel.
5
• We hebben respect voor elkaar, en communiceren respectvol en vanuit
gelijkwaardigheid. Elk talent, elke expertise en elke discipline is waardevol; juist deze
combinatie van een veelheid aan vaardigheden, talenten, expertise, disciplines en
inzichten is noodzakelijk om gezamenlijk onze doelen te bereiken. We heffen de
barrières op die verhinderen dat teams, functies en studenten en medewerkers met
elkaar samenwerken en zoeken elkaar op.
• We stimuleren ontmoeting, debat, reflectie, en uitwisseling, met elkaar en anderen. We
creëren ontmoetingsplekken – soft spaces – en versterken daarmee samenwerking en
debat en leren van elkaar. Ontmoeting en uitwisseling vindt plaats tussen medewerkers
(WP en OBP) en studenten, tussen disciplines, tussen wetenschap en maatschappij. UU
creëert ontmoetingsplekken, versterkt samenwerking door ruimte voor ontmoeting te
realiseren. Er is tijd en waardering voor ontmoeting. Concrete voorbeelden van hoe
ontmoeting voor een breed publiek (studenten, medewerkers, alumni, externen)
gecreëerd kan worden zijn: een pop up ontmoetingsplek of meet the professor voor
studenten.
• Er is ruimte voor meerdere gezichtspunten, we zijn het niet altijd eens. Dit wordt
bijvoorbeeld gestimuleerd door toetsing met open vragen waardoor argumentatie
gestimuleerd wordt en centraal staat.
• Transparantie, verantwoordingstructuren en vertrouwen worden maximaal gefaciliteerd.
De training active bystander is een voorbeeld hoe we werken aan een veilig klimaat
• We geven elkaar complimenten bij succes en leren er samen van als het niet goed gaat.
• We zijn een open community: we delen kennis ook met partners in de buitencirkel;
Voorbeelden zijn de academic community met TU/e en WUR, op het Science Park, met
wetenschappelijke partners wereldwijd en met maatschappelijke organisaties.
• De UU zet zich in om mensen uit allerlei delen van de maatschappij bij de wetenschap te
betrekken (via Open Science, Meet the Prof. Debuut Etc.) en is zelf ook bereid om input
vanuit de bredere maatschappij te ontvangen.
6
2. Aantrekken, stimuleren en koesteren van ieders talent
Dit strategisch plan is gericht op het aantrekken, stimuleren en koesteren van ieders talent op
basis van gelijkheid, diversiteit en inclusie. Hiervoor is een nieuw systeem van erkennen en
waarderen nodig dat menselijk kapitaal niet in een keurslijf plaatst maar duurzaam is ingericht
met diverse en dynamische loopbaanpaden. Dit systeem wordt gekenmerkt door hoogwaardig
leiderschap binnen onze academie, respect en wederkerigheid in contact met studenten en
ondersteuning, en het hieruit voortvloeiende (interdisciplinaire) collectief waarmee we de
maatschappelijke problemen te lijf gaan met korte toegankelijke lijnen naar de samenleving
(Open Science). Er is ruimte voor verschillende talenten en ruimte voor verscheidenheid in
loopbanen, waarin mensen makkelijker kunnen wisselen.
De plannen in dit document raken i) de kerndomeinen van onze universiteit (onderwijs,
onderzoek, impact, leiderschap, patiëntenzorg en de ondersteunende disciplines), en ii) alle
medewerkers (WP, OBP) en studenten.
6 STIPPEN OP DE HORIZON VOOR 2030:
1) Duurzaam beleid gericht op aantrekken, stimuleren en koesteren van ieders talent. De
UU is een aantrekkelijke universiteit waar kwalitatief sterke en hoog gemotiveerde en
betrokken mensen graag willen werken en studeren. We hebben een duurzaam beleid voor
werving, selectie en aantrekken van getalenteerde nieuwe medewerkers en studenten. We
koesteren onze mensen en geven ze perspectief en ontwikkelmogelijkheden, gericht op
behoud dan wel interne en externe doorstroom. Ons menselijk kapitaal (medewerkers en
studenten) is gezond en ervaart een acceptabele werkdruk. We investeren in outreach en
opleiding richting de samenleving en arbeidsmarkt (life-long learning) en we werken hierin
samen met maatschappelijke partners (co-creatie).
2) Talentbeleid gebaseerd op gelijkheid, diversiteit en inclusie. We streven een afspiegeling
van de samenleving te zijn op alle niveaus binnen de academische community, met gelijke
kansen voor iedereen. Het maatschappelijke en academische debat wordt open gevoerd,
waarbij iedereen zich vrij voelt om te participeren op basis van gelijkheid en waar wij elkaar
(durven) aanspreken als collega’s of studenten hiervan afwijken. Ons wetenschappelijk
onderzoek is inclusief, divers, en geïntegreerd in de curricula. Deze elementen versterken het
aantrekken, stimuleren en koesteren van talent.
3) Diverse en dynamische loopbaan- en studiepaden. We hebben een grote verscheidenheid
in mogelijke carrièrepaden, zorgen dat die zichtbaar zijn voor iedereen en we erkennen en
waarderen een diversiteit aan competenties en talenten. Het wordt gedurende een
loopbaan- of studiepad makkelijker om een ander pad in te slaan, te variëren op het
bestaande pad en/of weer terug te keren op een eerder gekozen pad. Een verscheidenheid
aan profielen en achtergronden vullen elkaar aan binnen een team, departement, faculteit of
studentengroep, de focus ligt daarbij op in gezamenlijkheid resultaten behalen. Een optimale
integratie tussen onderwijs en onderzoek, de kernwaarden van de universiteit, staat hierbij
centraal. De studiepaden van studenten zijn flexibel en gekenmerkt door meer maatwerk.
7
4) Balans tussen individu en teamprestaties. We beoordelen medewerkers en studenten
zowel op hun individuele als op hun teamprestaties. We hebben criteria (‘next generation
metrics’) waarmee we teams en consortia kunnen erkennen en waarderen voor hun
gezamenlijke werk. Dit bevordert een veiligere en inclusievere werkcultuur waarin
(interdisciplinaire) teams de maatschappelijke problematiek beter kunnen voorzien, en zorgt
er voor dat verschillende kwaliteiten in gezamenlijkheid tot hun recht komen.
5) Focus op kwaliteit. In de beoordeling van medewerkers en studenten leggen we de nadruk
minder op kwantitatieve resultaten (zoals aantal publicaties voor medewerkers en eindcijfers
voor studenten), en sterker op kwaliteit, impact, inhoud, teamwerk, integriteit, creativiteit,
kritisch denken, probleemoplossend vermogen, interdisciplinair werken en bijdrage aan
onderwijs, wetenschap, ondersteunende disciplines en/of maatschappij. Dit geeft ruimte aan
meer diverse en meer dynamische loopbaanpaden, en zal de ervaren werkdruk verlagen.
6) Stimuleren van hoogwaardig leiderschap. Ons leiderschap is gericht op het laten
excelleren en ontplooien van onze studenten en medewerkers (WP en OBP), zowel
individueel als in teams. We hebben uitstekend leiderschap op alle niveaus en dit wordt
constant onderhouden door ontwikkelaanbod, door ontwikkeling in de praktijk en door een
feedback cultuur. Er is ruime aandacht voor bewustwording en het trainen van goed
leiderschap bij onze studenten, de leiders van morgen.
PLANNEN (2020-2024):
We stimuleren goed leiderschap. Goed leiderschap is cruciaal voor het creëren van een veilige,
inclusieve en inspirerende studie- en werkomgeving in 2024. Het gaat om leiderschap op drie
niveaus: persoonlijk, organisatorisch en strategisch leiderschap.
• Ons leiderschap is gericht op het laten excelleren en ontplooien van onze medewerkers
en studenten, zowel individueel als in teams.
• Leiderschap is voortdurend onderwerp van gesprek, staat op de agenda zoals
bijvoorbeeld bij het omarmen van erkennen en waarderen of oog hebben voor
diversiteit, en is regulier onderdeel van de B&O-cyclus en komt ook buiten de formele
momenten ter sprake. Hierbij hoort een attitude van zelfreflectie en blijven leren voor
iedere medewerker en student.
• We bieden continu leergangen leiderschap op alle niveaus en op het gebied van
onderwijs, onderzoek en OBP. Elke hoogleraar is verplicht hierin te participeren.
• In het onderwijs creëren we bewustwording en trainingsmodules voor studenten, met
expliciet aandacht voor persoonlijk leiderschap en zelfreflectie.
In 2024 heeft de UU een nieuw systeem van erkennen en waarderen ingevoerd voor
studenten, OBP en WP. We hebben in 2024 in de taaklast expliciet ruimte gemaakt voor
management, groepswerk en impact, naast reguliere onderwijs- en onderzoek verdeling (MERIT).
We streven naar een optimale alignment tussen ambities van individuen, teams en de UU.
• Loopbaanpaden binnen studie en werk gaan we meer diversifiëren, met waardering voor
o sterktes en ambities van het individu
o teamwerk naast individuele talenten
o onderwijs, onderzoek, impact, leiderschap en patiëntenzorg
(per medewerker 2 van deze 5 en per team 5 van deze 5 kerndomeinen bij WP,
nog nader uit te werken voor OBP en studenten).
8
• Gedurende de loopbaan kan een persoonlijk profiel makkelijker worden bijgestuurd en
gevarieerd en/of weer terug te keren op een eerder gekozen pad (dynamisering).
• We geven meer erkenning en beloning voor nu nog ondergewaardeerde taken.
• We ontwikkelen een nieuw functieordeningsysteem.
• Voor studenten ontwikkelen we interdisciplinair ‘rode draad’ onderwijs. Vanaf de start
van de bachelor voor elke student een lint van UU-vaardigheden (denk bijv. aan
leiderschap, diversiteit en inclusie, open science, duurzaamheid, of vrijwilligerswerk).
• Flex studeren is binnen elke opleiding mogelijk. Er is meer maatwerk en flexibilisering
nodig om studenten hun eigen leerweg te laten sturen en hun eigen talenten te laten
ontwikkelen. Daarmee wordt de combinatie werken en studeren mogelijk gemaakt, maar
ook de combinatie studeren en zorgtaken, studeren met een beperking of ziekte.
Maatwerk is niet alleen nodig voor studenten die langzamer over hun studie willen of
moeten doen, maar ook voor studenten die willen versnellen of buiten de huidige
gebaande paden onderwijs willen volgen. Maatwerk betekent dat de volgende dingen
goed zijn geregeld: begeleiding bij het maken van keuzes en afspraken over leerwegen,
logistieke processen, kwaliteitszorg en it-voorzieningen.
Als universiteit willen we aantrekkelijk zijn en blijven voor medewerkers en studenten.
We bieden in 2024 een omgeving waarin talenten gekoesterd worden en kansen krijgen zich
verder te ontwikkelen.
• We werken aan meer bewustwording en richten een structuur in waarbinnen een
strategische personeelsplanning en personeelschouw regulier onderdeel zijn bij de
ontwikkeling van alle teams van medewerkers. Deze uitkomsten leven we na, ook in
B&O- en bevorderderingscontext.
• Binnen elk soort aanstelling is ruimte en expliciet aandacht voor ontwikkeling t.b.v.
doorstroom en behoud. Elke medewerker voelt zich verantwoordelijk voor eigen
ontwikkeling en loopbaan. Contracten voor 2 jaar of minder gaan we niet aan zonder
deugdelijk ontwikkelplan. We dragen zorg voor goed verwachtingsmanagement.
• Er is plek voor en behoefte aan een sterke disciplinaire basis. Deze vormt tevens de basis
voor samenwerking over de disciplines heen (T-shaped professionals). We maken en
implementeren uniform en gestructureerd beleid voor talentprogramma’s, tenure tracks
en mentoring per kerndomein (onderwijs, onderzoek, impact, leiderschap en
patiëntenzorg). Dit geldt ook voor studenten.
• OBP en WP hebben een gelijkwaardige rol in teamscience. Dynamische loopbaanpaden
voor OBP zijn normaal, en de strakke scheiding tussen WP en OBP is vervaagd. Er zijn
tenure-tracks voor OBP.
• Elk kerndomein kan uiteindelijk leiden tot benoemingen in de top van de organisatie
(denk aan hoogleraren met accent op onderwijs of impact).
• We verlagen de onderwijs workload voor beginnende UDs.
We ontwikkelen en implementeren ‘Next Generation Metrics’
De Universiteit Utrecht heeft in 2024 ‘Next Generation Metrics’ ontwikkeld en geïmplementeerd.
Deze ‘Next Generation Metrics’ zijn discipline en context afhankelijk, en bestaan uit een divers
palet van indicatoren, zoals ook de vermeldingen in (sociale) media, beleidsdocumenten en
kamerstukken.
• We ontwikkelen en implementeren gecontextualiseerde metrics die aangeven wat WP en
OBP in een bepaald domein doen.
9
• We creëren meer maatstaven om teaminspanningen en -resultaten te erkennen en
beoordelen voor hun gezamenlijke werk.
• We leggen meer focus op kwaliteit, inhoud en impactvolle output, en maatschappelijke
impact, en gaan hierover met elkaar in gesprek.
• Er is meer aandacht voor (1) coaching, (2) het stimuleren van ontwikkeling, en (3) het
sturen op ‘next generation metrics’.
• We implementeren maatstaven om studentsucces te kunnen bepalen, met minder focus
op eindcijfers en meer focus op (interdisciplinair) groepswerk en academische
vaardigheden.
• Honours studenten worden uitgenodigd op ambitie en (samenwerkings)vaardigheden
(niet op cijfers)
• We herzien de proefschrift criteria t.b.v. promotietraject van PhD-studenten, met minder
focus op het aantal publicaties en meer focus op competenties.
We streven naar duurzame inzetbaarheid van medewerkers en studenten
In 2024 is onderwijs voor professionals een vanzelfsprekende en toekomstgerichte pijler van het
onderwijsaanbod van de Universiteit Utrecht, zichtbaar verbonden met het onderzoek binnen de
strategische onderzoeksthema’s. We bieden doorgaande en samenhangende opleidings- en
scholingspaden van bachelor tot professionals/alumni passend bij een leven lang ontwikkelen.
• We ontwikkelen Life Long Learning verder: van outreach op basisscholen tot en met de
arbeidsmarkt. Dit motiveert studenten en medewerkers en biedt ontwikkelkansen voor
arbeidsmarkt en maatschappij (co-creatie).
• We formuleren concrete acties die bijdragen aan verlaging van de werkdruk en voeren ze
met prioriteit uit.
• Door meer samenwerking en focus op kwaliteit in teamverband verminderen we
onnodige concurrentie en werkdruk.
• We versterken PhD-trajecten en monitoren het persoonlijke welzijn van promovendi. We
geven mentoren meer tijd en waardering. We hebben problemen in PhD trajecten eerder
in kaart om beter te kunnen bijsturen.
Gelijkheid, diversiteit en inclusie binnen de gehele community
Bij de Universiteit Utrecht voelt in 2024 iedereen zich welkom en uitgenodigd deel te nemen aan
een het debat op basis van gelijkheid. We zetten ons in voor een zo open en toegankelijk
mogelijke community.
• Een bewezen effectieve ‘unconscious bias’ training is voor alle studenten en
medewerkers (OBP en WP) verplicht, zodat er meer awareness ontstaat voor inclusiviteit.
• We maken helder doelgroepenbeleid voor ‘under-represented groups’.
• Inclusieve integratie van onderzoek in onderwijs. Een representatieve afspiegeling van
het onderzoek van de UU wordt geïntegreerd in de curricula. Elke student komt vanaf het
begin van de bachelor in aanraking met onderzoek en zelf onderzoek doen (bijvoorbeeld
via Bachelor Research Hubs, netwerk van toegewijde facultaire ontmoetingsplaatsen
waar bachelor studenten en onderzoekers samenkomen). Dit stimuleert training van
academische vaardigheden en talentontwikkeling, en faciliteert wederzijdse interactie
tussen onderzoeker en student in een vroeg stadium.
10
Bronnen:
Bovenstaande bouwstenen ter inspiratie van het Strategisch Plan zijn naast gesprekken binnen
de UU o.a. gebaseerd op de documenten die recent gepubliceerd zijn en samen goed de huidige
stand van zaken weergeven:
• Memo Flexibiliseringsoverleg van de UU (onderwijs) d.d. 19 december 2019
• Strategische agenda OCW Houdbaarheid voor de toekomst, 2 december 2019
• Position paper LERU Equality, diversity and inclusion at universities: the power of a
systemic approach, September 2019
• Diversity and Inclusion at Utrecht University, Highlights 2018-2019, September 2019
• Position paper VSNU/NFU/KNAW/NWO/ZonMw Ruimte voor ieders talent, November
2019
• Concept versie 2 UU Werkagenda Onderwijs voor Professionals 2020-2022, d.d. 27-11-
2019
• UU flyer leiderschap: Welke rol speel jij als leidinggevende? 2020
• Final Report of the Expert Group on Indicators for Researchers’ engagement with open
science
https://ec.europa.eu/research/openscience/index.cfm?pg=altmetrics_eg
• Next-generation metrics: Responsible metrics and evaluation for open science
https://ec.europa.eu/research/openscience/pdf/report.pdf
11
Ambities 2024
1. Ons onderwijs wordt on campus, blended en online aangeboden, met alle daarvoor
noodzakelijk digitale instrumenten. We gebruiken op grote schaal hulpmiddelen zoals digitaal
toetsen, verrijkte kennisclips en Artificial Intelligence.
2. De universiteit zet in op flexibilisering van onderwijs, zowel voor een deel van het reguliere
onderwijs, als voor een ‘leven lang leren’ optie. De UU richt zich op het ontwikkelen van
verschillende vormen van interactief onderwijs in kleine groepen, het (on campus, blended en
online) aanbieden en volgen van onderwijs aan andere instellingen (NL en EU), en het flexibel
kunnen aanpassen van het curriculum.
3. Door de snelle technologische ontwikkelingen en toenemende digitalisering van de
samenleving werkt de UU aan de inrichting van een snelle, flexibele en wendbare
netwerkorganisatie. In alle geledingen van de universiteit krijgt innovatie ruimte. Er heerst een
duurzame innovatie cultuur met een grote mate van veranderbereidheid in alle lagen van de
organisatie.
4. Alle studenten die bij de UU afstuderen in 2024 zijn digitaal geletterd: ze zijn geschoold in
informatievaardigheden en mediawijsheid, en kunnen ICT technologie gebruiken en
aanpassen binnen hun domein.
5. UU is in 2024 de leidende academische partij op de koppeling van alfa, bèta en gamma
domeinen met betrekking tot het onderzoek naar de digitale samenleving, in samenwerking
met partijen buiten de universiteit.
6. In 2024 hebben alle UU onderzoekers toegang tot de noodzakelijke (data-)infrastructuur voor
hun onderzoek, inclusief toegang tot kennis van alle aspecten van onderzoeksdata (privacy,
informatiebeveiliging, ethische aspecten, analysesoftware, methodes, etc.) Deze infrastructuur
wordt zo veel mogelijk in nationale en Europese samenwerking gerealiseerd, zodat
onderzoekers naadloos kunnen samenwerken met elkaar.
7. De UU zorgt voor een duurzame (groene) digitale bedrijfsvoering.
8. Open Science is volledig geïntegreerd in onderwijs en onderzoek bij de UU, ondersteund door
digitale technologie op gebied van data en software.
9. We gebruiken bedrijfsdata (leerdata van studenten, onderzoeksdata van onderzoekers) op een
verantwoorde, transparante en ethische wijze om onderwijs te verbeteren.
10. De digitalisering van de universiteit (als onderwijs- en onderzoeksomgeving en als organisatie)
noopt tot het aanscherpen van een aantal publieke waarden in het komend strategisch plan.
Die waarden vormen de basis voor al onze digitale veranderingen. Ze moeten
geoperationaliseerd maar ook blijvend getoetst worden.
12
3. Contouren 2030 – digitale universiteit
In 2030 willen we een universiteit zijn die zich volledig thuis voelt in de digitale samenleving
Inleiding
De digitale universiteit is een breed en veelomvattend thema. Onze samenleving zit
onmiskenbaar in een digitale tijdperk, dat heeft grote impact, zeker ook op de universiteit. Bij
een groot deel van de veranderingen op de universiteit is er een digitaal aspect aan te wijzen. In
dit document proberen we een aantal onderwerpen te benoemen die hier spelen. We hebben er
voor gekozen geen scherpe structuur aan te brengen, maar gewoon de belangrijkste aspecten
onder elkaar te zetten. Daardoor is er regelmatig enige overlap te vinden.
De studiegroep Digitale Universiteit
Digitale samenleving als onderzoeksonderwerp
De universiteit is onderdeel van de digitale samenleving. Door interdisciplinair onderzoek naar
dit thema onderscheidt de universiteit zich van andere kennisinstellingen. De toegevoegde
waarde van een perspectief vanuit bijvoorbeeld de geestes- en sociaalwetenschappen op de
digitale samenleving zorgt voor een unieke positionering van de Universiteit Utrecht. Dat moet
echter wel goed worden verbonden met de kennis over de digitale en technologische
ontwikkelingen en toepassingen daarvan. Dit sluit aan bij het sterke interdisciplinaire karakter
van onze universiteit.
De universiteit als publieke digitale omgeving
De UU in 2030 biedt een uitstekende digitaal-fysieke leeromgeving waar onderwijs en onderzoek
worden gekoesterd als een gemeenschappelijk goed. De UU maakt zich sterk voor een digitale
leeromgeving die gebouwd is op basis van publieke waarden, zoals veiligheid, privacy,
nauwkeurigheid en toegankelijkheid. Tegelijk doet die omgeving recht aan democratische
waarden van onafhankelijke instituties, zoals autonomie, transparantie, inclusiviteit en
diversiteit. In die digitale leer- en onderzoeksomgeving worden data zorgvuldig beheerd.
Idealiter geven studenten en medewerkers die data generen zélf aan of deze (geanonimiseerd
en geaggregeerd) gebruikt mogen worden voor onderzoeksdoeleinden. De UU maakt, samen
met andere Nederlandse universiteiten en organisaties als SURF, afspraken over een gedeeld
kader voor het gebruik van leer- en onderzoeksdata.
Universiteiten zullen ook in de komende jaren sterke concurrentie ondervinden van private
(tech)bedrijven waar het gaat om het aanbod van digitale leermiddelen en platformomgevingen.
Het is belangrijk dat de universiteit de voorwaarden van die commerciële diensten toetst op de
publieke waarden waaraan de sector hoge eisen stelt (bv een verbod op het doorverkopen van
studentdata of de uitruil van gratis digitale diensten tegen gebruikersdata). Digitale
infrastructuren zijn bij voorkeur gebouwd op open source software en non-profit systemen die
aangedreven worden door duidelijke protocollen voor gedeelde open bronnen. Juist de
universiteit moet een digitale omgeving bieden waar medewerkers en studenten zich veilig
kunnen ontwikkelen—een omgeving die uitdaagt en tegelijk veilig is. De UU kan hierin een
leidende rol spelen, niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. Alleen door samen te werken
13
met andere universiteiten op het vlak van digitalisering en leven lang leren, kan de publieke
hoger onderwijssector echt tegenwicht bieden aan de macht van de tech-reuzen.
Dit heeft een directe relatie met Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG) 4: Ensure inclusive and
quality education for all and promote lifelong learning.
Innovatieve organisatie
Het zien aankomen van de nieuwe mogelijkheden, en daar tijdig op inspelen is belangrijk. Nog
belangrijker is dat we ons voorbereiden op de nieuwe mogelijkheden die we nog niet kennen.
Dat kan door de organisatie flexibel en wendbaar in te richten, zodat we snel kunnen inspelen
op nieuwe kansen die de technologische ontwikkelingen mogelijk maken. Dat betekent dat onze
organisatie niet hiërarchisch en in kolommen georganiseerd moet worden, met bijvoorbeeld een
strikte scheiding tussen wetenschappelijk en ondersteunend personeel. We functioneren nu op
voorspelbaarheid, het systeem is een rem op innovatie.
Het verbinden en netwerken moet juist centraal staan. Er is grote behoefte aan een soort
‘vrijplaats’ (plekken van ongeregelde orde, innovation spaces, parallelle organisatie) waarin
geëxperimenteerd kan worden zonder de belemmeringen van de ‘legacy organisatie’. We
moeten investeren in een cultuur die adaptief en open is waardoor we snel kunnen reageren op
veranderingen. Medewerkers moeten in staat worden gesteld innovatief te zijn. Ze moeten
gewaardeerd en ondersteund worden. Het verminderen van risicomijding is hierbij belangrijk,
een goede omgang met onvoorspelbaarheid is nodig.
Dit vergt ook competenties en skills van medewerkers (en studenten) die passen bij een
innovatieve organisatie. Er moet een beeld komen van deze benodigde competenties, maar ook
van de aanwezige competenties van het huidige personeelsbestand. Door middel van
doorstroming, inzetten op persoonlijke ontwikkelingen en het bieden van ruimte en kansen aan
medewerkers met innovatieve ideeën kan hier op gestuurd worden.
Onderwijsinnovatie
Het innoveren van onderwijs wordt bepaald door de veranderbereidheid van de
onderwijsorganisatie. De cultuur van veranderbereidheid is binnen de Universiteit Utrecht de
afgelopen jaren versterkt door autonomie en eigenaarschap van onderwijsverandering laag in
de organisatie te beleggen en door de vraag en behoefte van docenten(onderzoekers) en
studenten te vertalen naar concrete praktijkoplossingen. Daarbij is rekening gehouden met de
verschillende doelgroepen, zoals: de Innovators en Early Adopters en de Early and Late Majority
en zijn de processtappen voor organisatieverandering van John P. Kotter’s toegepast.
Het onderhouden van deze cultuur van veranderbereidheid is essentieel voor het creëren van
een organisatie die duurzaam innoveert, vernieuwt en verandert en dit is essentieel om ons
onderwijs te blijven innoveren. Op die manier leiden experimenten met technologische
ontwikkelingen en digitalisering in het onderwijs tot breed gedragen veranderingen en
succesvolle implementaties.
Ons onderwijs wordt On Campus, Blended en Online aangeboden, met alle daarvoor
noodzakelijk digitale instrumenten.
• Toetsen worden grotendeels digitaal afgenomen en de ontwikkeling van studenten zal
meer longitudinaal worden gevolgd en de losse toetsen worden geleidelijk vervangen
door een nieuwe vorm van toetsen: Programmatic Assessment.
14
• Verrijkte kennisclips gaan hoorcolleges grotendeels vervangen en de tijd die daarbij
vrijkomt wordt ingezet voor extra begeleiding van studenten. Hoorcollegezalen worden
gereduceerd en in plaats daarvan komt ruimte beschikbaar voor interactie, projectmatig
werken en kleinschalige groepsactiviteiten.
• Laboratorium practica zullen worden ondersteund door e-lab, pre-lab applicaties, digitale
microscopie en virtual en augmented reality.
• Software applicaties voor tal van didactische processen en (soft) skills zullen het face to
face onderwijs ondersteunen.
• Met een nieuwe best of breed leerplatform en een Learning Record Store zal data
worden verzameld en opgeslagen die gebruikt kan worden voor het toepassen van
Learning Analytics waardoor studenten optimaal ondersteund kunnen worden in hun
(persoonlijke) ontwikkeling en docenten worden geholpen om hun onderwijs beter af te
stemmen op de vraag en behoefte van de studenten.
• Met behulp van Artificial Intelligence zullen slimme teaching assistants worden
ontwikkeld die docenten en studenten zullen ondersteunen bij interactie, moderatie en
het verstrekken van feedback.
Deze ontwikkeling kan niet binnen een individuele instelling alleen plaatsvinden, daarvoor is
samenwerking met andere universiteiten (en andere organisaties en bedrijfsleven) essentieel.
Het zal dus nodig zijn om binnen reeds bestaande netwerken en allianties samen te werken met
steun en funding van lokale, regionale, nationale en europese overheden.
Het Utrechtse onderwijs zal naast de ontwikkeling van Blended en Online onderwijs ook meer
bewegen in de richting van Challenge Based Learning en met voorzieningen voor
afstandsonderwijs ook internationaler worden.
Onderwijsinnovatie, technologie en digitalisering maken het mogelijk om grotere groepen
studenten te faciliteren zonder dat de omvang van het aantal on campus studenten toe zal
nemen. Hierdoor kan het aantal studenten voor het initiële onderwijs en LifeLong Learning
groeien.
Digitale ‘geletterdheid’
Met de digitale hulpmiddelen van vandaag en morgen hebben onze volgende generatie
studenten een ongekende kracht om hun vermogen om te denken, leren, communiceren,
samenwerken en creëren te vergroten. Samen met al die kracht komt de noodzaak om de juiste
vaardigheden en skills te leren om enorme hoeveelheden informatie, media en technologie te
verwerken. Digitale geletterdheid maakt deel uit van de 21st Century Knowledge and Skills, met:
• Informatievaardigheden, denk aan informatie vinden, beoordelen, filteren en gebruiken,
maar ook het verantwoord delen van informatie en Open Science (dit heeft een directe
relatie met SDG 4.4)
• Mediawijsheid, denk aan werking van media, neutraliteit, betrouwbaarheid, invloed van
media.
• Kennis van informatie- en communicatietechnologie, denk ook aan machine learning, big
data, datamanagement, data science, programmeren.
• Verder is er extra aandacht (ook contacturen) nodig voor het leren van soft skills om mee
te kunnen gaan met de innovaties; hierbij kan bijvoorbeeld worden aangesloten bij het
‘Utrechts profiel’ bij geneeskunde, dat bestaat uit o.a. kritisch en ondernemend,
15
innovatief gebruik maken van technologie, bedachtzame risico’s durven nemen,
creatieve probleemoplossers, etc.
Doel is om in alle opleidingen aandacht te hebben voor deze onderdelen. Goede introducties of
praktische trainingen zouden toegankelijk moeten zijn voor alle studenten, maar ook voor
professionals (leven lang leren).
Onderzoeksinfrastructuur
De rol van digitale data is groot en wordt alleen maar groter. Cruciaal wordt de vaardigheid om
data herbruikbaar te maken. Dat vergt datamanagement, standaarden, infrastructuur voor
dataopslag en bovenal de bereidheid data te delen (Open Science). Ook reproduceerbaarheid en
repliceerbaarheid is cruciaal voor de toekomst van ons onderzoek, daar is nog veel werk te
verzetten. Dit vergt oplossingen voor het opslaan en delen van data, software en meer.
Er zal een groeiende behoefte blijven aan meer rekenkracht, meer kennis over het werken met
data (machine learning, visualisatie, data lakes, statistiek, tools, programmeerkennis etc.). Meer
rekenkracht kan worden georganiseerd door lokale HPC, nationale HPC (Surf), Europese HPC en
cloudoplossingen slim te combineren. De HPC federatie kan dat gaan organiseren, te beginnen
bij een federated campus infrastructuur.
Infrastructuur is niet discipline specifiek maar methode specifiek. Onderzoekers vanuit
verschillende disciplines, zullen soms een methode van onderzoek delen (interviews, tekst
mining, etc.) deze onderzoekers moeten elkaar kunnen vinden en samenwerken, zodat expertise
gedeeld kan worden.
IT infrastructuur voor onderzoek (en ook onderwijs) wordt in toenemende mate via cloud
technologie aangeboden. Hierdoor nemen de kansen op vendor lock-in toe, en kans op
oneigenlijk gebruik van de eigen data. Daarom is het van belang, gezamenlijk met andere
universiteiten, te investeren in het bouwen van een publieke cloud omgeving, oa. in
samenwerking met Surf.
Flexibilisering van het onderwijs
De UU wil graag meer inzetten op flexibel onderwijs, zowel voor de reguliere studenten als voor
professionals (alumni / leven lang leren). Denk aan het volgen van kleine onderwijseenheden (zie
ook de positieve ervaringen met de summerschool), studeren buiten de gebaande paden
(Universiteit van Nederland?), combineren van verschillende disciplines voor meer innovatie, of
beter combineren werk en studie. De huidige onderwijsorganisatie is star. Nieuwe studies of
grote veranderingen in curriculum kosten veel tijd. Bachelors mogen wel wat behoudend zijn,
maar masters zouden jaarlijks aangepast moeten kunnen worden. Daar moet een verschuiving
zichtbaar zijn: van onderwijs geven naar het begeleiden van het vergaren van kennis, met de
studenten meer in de lead, mogelijk in samenwerking met een externe organisatie. Met
aandacht voor de balans tussen de student in de lead en de begeleiding faciliteren als daar
behoefte aan is.
De digitale universiteit moet deze ontwikkeling vooral goed faciliteren. Hierbij moet worden
gedacht aan het uitreiken van ‘edubadges’ (microcertificaten) , plaats- en tijdonafhankelijk (ook
buitenland) onderwijs, digitale leeromgeving, informatievoorziening en de benodigde logistieke
processen ondersteunen. De digitale universiteit kan deze ontwikkeling ook versnellen, en
nieuwe initiatieven mogelijk maken.
16
Duurzame digitale universiteit
De digitale universiteit introduceert doorgaans meer IT. Bij de inkoop van IT is er echter beperkt
aandacht voor duurzaamheid. Gezien de duurzame ambitie van de UU ligt het voor de hand hier
de komende jaren veel meer op te gaan sturen. Cruciaal is om te kiezen voor groene
datacenters, met groene stroom, hergebruik van warmte; maar ook te kiezen voor
energievriendelijke en duurzame hardware. In aanbestedingen zou de mate van duurzaamheid
van een IT leverancier mee moeten wegen.
Naast uitdagingen, biedt de digitale universiteit ook kansen om duurzamer te worden. Met state
of the art videoconferencing faciliteiten kan (vlieg)reizen worden beperkt, met digitale kennis,
samen met Open Science, kan de ontwikkeling van andere landen stimuleren. Ook kan, door de
aanwezige kennis van de UU over duurzaamheid in praktijk te brengen, deze kennis beter
toepasbaar worden gemaakt, ook buiten de universiteit.
De UU zou de ambitie moeten hebben om voorloper te zijn in de keuze voor duurzame IT.
Dit punt heeft een directe relatie met SDG 13: Take urgent action to combat climate change and its
impacts
Onderwijs op afstand
De Universiteit Utrecht moet geen volledig digitale universiteit worden. In het onderwijs is
contact tussen docent en student, en tussen studenten onderling cruciaal. Ook het aanwenden
van sociale vaardigheden en het groepsproces van gezamenlijk leren hebben toegevoegde
waarde; immers ook onderzoek betekent steeds meer samenwerken. Deze contacturen moeten
echter wel effectief worden gebruikt, en dat kan met hulp van digitale tools. Zo kan de uitleg
soms ook digitaal gevolgd worden (opgenomen college, kennisclips, e-modules) en de toepassing
juist met begeleiding van de docent kan plaatsvinden. Zo kan de basiskennis prima digitaal
worden onderwezen, maar complexere kennis heeft interactie en discussie nodig, eventueel
geïntegreerd met digitale tools. Zo kan men ook beter in eigen tempo studeren, en is het
onderwijs interactief op momenten dat dat wat toevoegt. Ook dit vergt meer goede
ontmoetingsplekken, waar men goed kan samenwerken. Een aanvullende infrastructuur voor
digitaal samenwerken is belangrijk, die moet bovenal gebruikersvriendelijk, toegankelijk voor alle
studenten (inclusiviteit) en veilig zijn.
Door een life long learning programma aan te bieden (zie oa. Werkagenda Onderwijs voor
Professionals 2020-2022), blijft de universiteit in contact met het beroepenveld, met name de
alumni.
Samenwerking
De digitale universiteit zou samenwerking moeten vereenvoudigen. Doordat instellingen
verschillende keuzes maken wat betreft IT systemen, maar ook om redenen van
informatiebeveiliging en privacy, is mede daardoor samenwerken met andere organisaties juist
ingewikkelder gemaakt. Juist met de organisaties waar de universiteit Utrecht een alliantie of een
campus mee deelt, zou de samenwerking goed gefaciliteerd moeten zijn, doordat de digitale
infrastructuur goed op elkaar aansluit.
Onderzoek en onderwijs zullen in toenemende mate afhankelijk zijn van netwerken van
samenwerkende collega's en studenten. Gegevens die uit dergelijke samenwerkingen
17
voortvloeien, dienen als input voor verder leren en onderwijzen. We moeten leergegevens
kunnen 'recyclen' om ervoor te zorgen dat ze als input voor nieuwe leercycli dienen.
Door in te zetten op citizen science, kiest de universiteit voor samenwerken met de burgers, hen
te betrekken bij ons onderzoek en de maatschappelijke relevantie van het onderzoek te laten
zien. De digitale samenleving biedt kansen om makkelijk en meer verbinding te leggen. In
onderzoek is samenwerking met andere instellingen heel normaal, dat zou het op het gebied van
onderwijs ook moeten worden. Het ontwikkelen van cursussen met basiskennis en
vaardigheden (bijvoorbeeld statistiek) kunnen we prima samen met andere universiteiten
ontwikkelen, zodat we onze kennis en expertise vooral inzetten op de vakken waar we
onderscheidend in zijn. De Universiteit Utrecht zou de universiteit van samenwerking moeten
zijn.
Campus
In een digitale universiteit vinden we fysiek ontmoeting erg belangrijk. De ontmoeting tussen
studenten en docenten en tussen onderzoekers wordt optimaal gefaciliteerd door onze
gebouwen. Contacturen blijven onmisbaar in goed onderwijs. Digitaal onderwijs maakt
onderwijs mogelijk met minder huisvestingsproblemen, het maakt onderwijs schaalbaar. Dit
leidt tot het ontstaan van een virtuele campus.
Bedrijfsvoering en data
De universitaire bedrijfsvoering zal grote veranderingen moeten ondergaan. De
bedrijfssystemen worden alleen maar belangrijker. Data over onze primaire processen zal een
grote rol innemen in de sturing van de universiteit. Belangrijke aandachtspunten zijn:
• Menselijke maat: de systemen moeten er zijn om de studenten en medewerkers te
ondersteunen. Administratieve handelingen die men maar een paar keer per jaar doet
kunnen soms beter niet geautomatiseerd worden; self service is geen doel op zich.
Ondersteuning blijft altijd nodig.
• Informatievoorziening: studenten en medewerkers hebben de juiste informatie nodig, op
het juiste moment, op de juiste plaats. Dit vergt integratie van de bedrijfssystemen, veel
aandacht voor toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en informatiebeveiliging. Het
maakt het papierloze kantoor mogelijk.
• Legacy: overstappen naar nieuwe systemen moet eenvoudiger worden, door meer
aandacht voor open source, open standaarden, interoperabiliteit en het voorkomen van
vendor lock- in.
• Innovatie: continue innoveren is cruciaal, dat betekent dat de bedrijfsvoering flexibel
georganiseerd moeten zijn, goed moet zijn in veranderen en snelle besluitvorming moet
ondersteunen.
Data van de universiteit kan een grote rol spelen in het verbeteren van de bedrijfsvoering. Maar
deze data is niet alleen van de universiteit, maar in zekere zin ook van de studenten en
medewerkers zelf. Dit betekent terughoudendheid in het gebruik van privacygevoelige data. Er
moet bij het gebruik van gevoelige data een goede afweging worden gemaakt op basis van de
toegevoegde waarde ervan. De veiligheid van de data heeft de grootste prioriteit.
18
Open Science
Open Science speelt zich onmiskenbaar af in de digitale wereld: zo biedt deze de mogelijkheid de
resultaten van wetenschappelijk onderzoek (publicaties, onderzoeksdata) met één muisklik te
delen met de hele wereld. De mogelijkheden op het terrein van disseminatie in de digitale
wereld zijn daarmee cruciaal voor kennisdeling binnen de samenleving en dus ook tussen de UU
en partijen en doelgroepen daarbuiten en daarmee op de doelstellingen van open science. Het
speelt daarmee ook een rol voor een terrein als Public Engagement, waar het gaat om de
interactie tussen de UU en het brede publiek.
Dit brengt met zich mee dat aandacht geschonken moet worden aan het veilig kunnen delen van
kennis met inbegrip van zaken als intellectueel eigendom en privacy. De vraag waar de UU regie
op wil houden als het gaat om het kennis delen, moet beantwoord worden.
Dit stelt weer eisen aan de samenwerking tussen de wetenschap in het publieke domein (en dus
binnen de UU) en private partijen. De komende jaren moet, op basis van de waarden van de UU,
duidelijk worden op welke voorwaarden wetenschappelijke kennis (her)gebruikt kunnen worden.
Er zullen de komende tijd nieuwe methoden voor het erkennen & waarderen van
wetenschap(pers) ontwikkeld worden. Daarbij spelen ook nu al inzichten in het (her)gebruik van
kennis in de digitale wereld een belangrijke rol, en die zal alleen maar toenemen. De
afhankelijkheid van analyses, uitgevoerd door daartoe ontwikkelde software (‘machines’, niet
mensen) zal daarbij heel groot worden. Deze analyses zullen in de vorm van dienstverlening
door private partijen (bv uitgevers) aan ons aangeboden worden. Ook daar is het van groot
belang te bepalen hoe ver we toegang geven tot informatie over digitale werkprocessen tot
externe partijen om die analyses te kunnen maken. Voor het comfortabel ontwikkelen van open
science werkwijzen in de digitale UU is het tenslotte cruciaal dat alle medewerkers ondersteund
worden in het vergaren van de benodigde kennis, vaardigheden en competenties.
Dit doel heeft een directe relatie met SDG 16.10: Ensure public access to information and protect
fundamental freedoms.
Diversiteit
Met de groter wordende rol van technologie is het belangrijk dat de universiteit voor de
studenten en medewerkers zo toegankelijk mogelijk is. Dat zij gebruik kunnen maken van alle
voorzieningen, waarbij iedereen zich welkom voelt en optimaal kan ontplooien. Verder kan
digital university ook ingezet worden om diversiteit en inclusie te vergroten, door online
trainingen (zoals de unconscious bias training).
Bijlagen
• Bijlage 1 - Digital literacy
• Bijlage 2 - Notitie input Flexibiliseringsoverleg Strategisch Plan
• Bijlage 3 - foto's brainstorm studenten)
• Bijlage 4 - Theme briefing digital university
• Bijlage 5 - Verslag Round Table Digital 4 september 2019
• Bijlage 6 - Background info Workshop Sustainability 191217
19
4. Global University – bouwstenen voor het strategisch plan 2020-
2024 van de Universiteit Utrecht
A global university is een universiteit…
…waarin de geografische, culturele en etnische grenzen geen belemmering vormen
maar waar de verschillen en overeenkomsten worden gebruikt om lokaal en globaal de
wereld beter maken.
… waar wereldburgers werken en worden opgeleid, waar de cultuur het mogelijk
maakt voor mensen van diverse afkomst te aarden en te floreren waar in het onderzoek
(lokale) problematiek wordt gezien in een globale context.
… die de blik naar buiten richt en de buitenwereld binnenhaalt, open staat voor
samenwerking en focust op maatschappelijke impact.
Inleiding
De vraagstukken waarmee we als samenleving en als universiteit worden geconfronteerd, zijn
sterk verweven met de wereld om ons heen en kennen geen grenzen. De problematiek zoals we
die in Nederland ervaren op terreinen zoals gezondheid, migratie, klimaat, duurzaamheid, is
sterk verbonden met die in andere landen en culturen. Oplossingen kunnen we dan ook niet
zonder een globaal perspectief realiseren. In samenwerking moeten we op een betekenisvolle
manier vanuit verschillende academische, culturele, sociaal economische, politieke en nationale
contexten de uitdagingen aangaan om de wereld een goede en leefbare plaats te maken en te
houden voor iedereen. Verbinden, uitwisselen en begrijpen zijn daarvoor cruciaal.
Deze brede en alomvattende benadering is een essentieel kenmerk van een global university. Als
een global university brengt de Universiteit Utrecht de buitenwereld binnen en verbindt ze zich
daarmee. Deze buitenwereld begint direct om de hoek, bij collega’s op het Utrecht Science Park,
in de Utrechtse wijken, elders in Nederland, de EU of verder weg. Het is niet alleen de fysieke
afstand die ‘global’ definieert. Het is soms een grotere uitdaging om de buitenwereld naar
binnen te brengen die het dichtst bij ons staat of om binnen onze eigen organisatie echt inclusief
te zijn.
Een global university vereist binnen en buiten de eigen organisatie partnerschappen op
meerdere niveaus, netwerken, uitwisseling en een open cultuur in zowel onderzoek en onderwijs
als in de bedrijfsvoering. Een global university draagt met haar activiteiten bij aan echte
verbinding, uitwisseling en wederzijds begrip om zo te inspireren, geïnspireerd te worden, te
streven naar een duurzame, open en inclusieve samenleving. We dragen daar gezamenlijk
verantwoordelijkheid voor.
In de UU wordt deze verantwoordelijkheid al op veel manieren genomen. Daar moeten we zeker
mee doorgaan maar er zijn ook nog grote stappen te zetten waardoor wij en anderen in 2030
daadwerkelijk op alle fronten kunnen ervaren dat de UU een echte global university is.
20
Waar staan we nu?
Sinds 2015 zijn we een inhaalslag aan het maken. Er is een geleidelijke ontwikkeling in gang gezet
naar een internationale universiteit: een universiteit waar samenwerking centraal staat, omdat
we erin geloven dat verschillende perspectieven bijdragen aan een betere kwaliteit van ons
werk. De acties zijn tot nu toe gericht op het verbeteren van de randvoorwaarden: meer
huisvesting voor internationale studenten, betere opvang en introductie van internationale
studenten en medewerkers, verbeteren van de taalvaardigheid en interculturele competenties
van medewerkers en meer onderwijs in het Engels. We bevinden ons nog midden in dit proces.
De tweede fase van het internationaliseringsprogramma waarin deze activiteiten zijn gebundeld
is net gestart en loopt tot 2024. Voltooiing zal indien succesvol echter slechts leiden tot de basis
op orde en niet automatisch tot een Global University. Daar is meer voor nodig.
Internationalisering is een deel van het instrumentarium om tot een global university te komen.
Er zijn ook andere bouwstenen nodig. De keuze voor strategische thema’s, voor Open Science en
maatschappelijk impact zorgen ervoor dat de Universiteit Utrecht goed staat voorgesorteerd om
stappen te zetten naar een global university.
Het Strategisch Plan 2020-2024 biedt de mogelijkheid nadere invulling te geven wat een Global
University is wat daar voor nodig is.
Contouren 2030
In 2030 is de Universiteit Utrecht de spil in een breed en divers network. Er werken mensen die
verder kijken dan hun eigen wereld, hun eigen ‘terrein’. Mensen die in staat zijn om verbindingen
te leggen tussen lokale problemen en globale ontwikkelingen. Mensen die een cultuur in stand
houden waarin gasten zich voor kortere en langere tijd welkom voelen en zich in staat voelen
volwaardig bij te dragen aan onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Een cultuur waarin sprake
is van natuurlijke uitwisseling van ideeën, argumenten, achtergronden en gebruiken.
Het onderzoek draagt bij aan het realiseren van de sustainable development goals; hierbij spelen
landsgrenzen of culturele grenzen geen rol. Onderzoek naar watermanagement in de Zeeuwse
delta gaat hand in hand met soortgelijk onderzoek in de delta van Bangladesh. Onderzoek naar
het voorkomen van RS infecties bij te vroeg geboren kinderen in Nederland wordt gebruikt om
ook RS infecties in Afrika te verminderen. Onderzoek naar een democratische en inclusieve
inrichting van de samenleving richt zich niet alleen op Nederland of de EU. Eindgebruikers
worden betrokken bij het onderzoek, zowel bij het bepalen van de agenda als bij de uitvoering.
En het onderzoek is zowel wetenschappelijk uitmuntend als maatschappelijk relevant. De
ontwikkelingen in Open Science bevorderen deze werkwijze.
Het onderwijs aan de Universiteit Utrecht richt zich op het opleiden van wereldburgers. Mensen
die de wereld om zich heen kunnen verklaren en begrijpen aan de hand van eigen ervaringen uit
heel andere culturen en landen, elders opgedaan of in Utrecht. Mensen die zien dat lokale
problematiek altijd een globale context kent. Mensen die tot creatieve oplossingen kunnen
komen door lokaal aan globaal te verbinden. Mensen die makkelijk samenwerken in netwerken
en grenzen slechten in plaats van opwerpen.
Dit alles maakt de UU tot een gewilde partner, zowel in onderzoeksconsortia als in
mobiliteitsnetwerken en institutionele samenwerking.
21
Ambities 2024
1 Global onderwijs
Alle bachelor en master programma’s integreren global perspectieven in de eindtermen van het
curriculum: als input (een breed (global) perspectief helpt ons lokale vraagstukken oplossen en
als output (lokale kennis draagt bij aan het oplossen van grensoverschrijdende problemen).
2 Global onderwijs en onderzoeksnetwerken
We maken “Regional Interest Groups” waarin staf, studenten en gasten elkaar informeren en
inspireren over Onderwijs en onderzoek in specifieke regio’s in de wereld. Deze RIGS vormen de
drijfveer voor samenwerking, coördinatie en verbinding van en tussen onderwijs en
onderzoeksactiviteiten. Ze fungeren als gemeenschappen voor medewerkers, studenten en
gasten en dragen bij aan een “warm stay”.
3. Wereldburgers
Alle studenten en medewerkers hebben actief interculturele competenties verworven en blijven
die ontwikkelen in hun werk en/of studie. Dit stelt ze in staat om als wereldburgers te denken en
te handelen in verschillende culturele en socio-economische omgevingen en tot betekenisvolle
uitwisseling te komen met mensen met een andere achtergrond.
Bovenstaande ambities zijn gepresenteerd en bediscussieerd op de strategiebijeenkomst van
21-22 januari. Onderstaande ambities acht de studiegroep Global University ook van belang:
4. De UU wordt zowel extern als intern gewaardeerd als universiteit die concreet invulling geeft
aan het concept global university in zowel haar interne als externe activiteiten.
5. De UU benut netwerken effectief voor het werven van beschikbare (EU) fondsen.
6. De UU benut netwerken effectief om bij te dragen aan de SDG’s door gezamenlijk onderzoek,
onderwijs en uitwisseling van expertise.
7. De UU heeft en geeft inzicht in hoe zij op internationaal, nationaal en lokaal niveau in
onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering bijdraagt aan verschillende SDG’s.
8. De UU bevordert fysieke uitwisseling maar stimuleert tegelijkertijd een andere vormen van
uitwisseling door inzet op digitale samenwerking. Op alle faculteiten zijn goede faciliteiten
voor online vergaderen en onderwijsruimtes waar voor online samenwerking mogelijk is
(Teaching and Learning Labs).
9. De UU heeft een actief en effectief beleid om minder internationaal te reizen en daarbij
minder vaak te vliegen.
10. De UU community kent vele culturen en achtergronden. De UU faciliteert intern een
effectieve intercultural community waarbij begrip tussen zowel studenten als medewerkers
met verschillende achtergronden voorop staat. De international classroom is een
intercultural classroom.
11. De UU zorgt dat internationale medewerkers en studenten niet alleen een warm welkom
ervaren maar zich ook gezien voelen en gesteund blijven gedurende hun verblijf.
12. De UU heeft in afstemming met regionale partners voldoende woningaanbod voor
internationale studenten en (gast)medewerkers.
13. De UU is een tweetalige universiteit. Iedereen die langer dan 2 jaar aan de UU verbonden is
wordt gestimuleerd en ondersteund in het op zijn minst passief beheersen van zowel
22
Nederlands als Engels. Informatie die voor alle medewerkers en/of studenten bestemd is
wordt altijd tweetalig aangeboden.
23
5. Studiegroep ‘Multidisciplinary’
Ambities en doelen Strategisch Plan 2020 – 2024
Discussienotitie t.b.v. de conferentie op 21-22 januari 2020
1. Terugblik op Strategisch Plan 2016-2020
In het Strategisch Plan 2016-2020 is de missie van de UU als volgt verwoord:
“De Universiteit Utrecht werkt aan een betere wereld. Onze afgestudeerden hebben de kennis
en vaardigheid om een substantiële bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij. Ons
onderzoek is grensverleggend en gericht op het oplossen van grote mondiale vraagstukken.
Onze cultuur van samenwerking maakt innovatie, nieuwe inzichten en maatschappelijke
impact mogelijk. De kernwaarden ambitie, inspiratie, betrokkenheid en onafhankelijkheid
vormen de basis voor onze universitaire gemeenschap.” (pag. 6)
Tegen die achtergrond koos de UU in haar strategisch plan voor het volgende profiel:
“De Universiteit Utrecht kenmerkt zich door haar cultuur van samenwerking. Onze studenten
worden uitgedaagd niet alleen verdieping in de eigen opleiding te zoeken maar ook over de
grenzen van hun opleiding heen te kijken en ervaring op te doen met interdisciplinaire
vraagstukken. Onze onderzoekers benutten de breedte van de universiteit door samen te werken
in interdisciplinaire verbanden, vanuit de kracht van de eigen discipline. Interdisciplinair
onderzoek binnen de universiteit is geconcentreerd in vier strategische thema’s die gericht zijn op
maatschappelijke uitdagingen:
• Dynamics of Youth
• Institutions for Open Societies
• Life Sciences
• Sustainability
Elf focusgebieden vormen daarnaast de broedplaats voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Op
de raakvlakken tussen strategische thema’s en focusgebieden ontstaan interdisciplinaire
initiatieven.” (pag. 10)
Concrete doelstellingen met betrekking tot interdisciplinair onderwijs waren:
• “Studenten krijgen nog betere mogelijkheden om gebruik te maken van de breedte en
interdisciplinariteit van het Utrechtse onderwijsaanbod. In 2020 is het volgen van onderwijs
buiten de eigen opleiding normaal. Belemmeringen worden weggenomen. Voor studenten die
dat willen en kunnen, gaan we de ruimte om studieprogramma’s flexibel in te vullen
vergroten.” (pag. 16)
• “In 2020 beschikt de universiteit over een internationaal competitief en relevant palet aan
masteropleidingen dat het onderzoeksprofiel van de universiteit weerspiegelt, dat ruimte biedt
voor interdisciplinariteit en flexibiliteit, en dat grote aantrekkingskracht heeft op internationale
studenten.” (pag. 17)
24
• “We bouwen het honoursonderwijs verder uit en realiseren een universitair Honours College
als centrale en fysieke plaats voor het universiteitsbrede, interdisciplinaire honoursonderwijs.
Dit Honours College functioneert als proeftuin voor onderwijsvernieuwing en draagt bij aan
versterking van ons profiel.” (pag. 18)
Voor interdisciplinair onderzoek werd de volgende doelstelling geformuleerd:
• “In 2020 heeft elk strategisch thema een of meer interdisciplinaire ‘hubs’ ingericht. In deze
hubs werken interdisciplinaire teams met nationale en internationale partners aan
oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen. Een aantal van deze hubs brengt
partners uit overheid, bedrijfsleven, science-based startups, maatschappelijke organisaties en
de kennissector bij elkaar op de campus in (tijdelijke) projectorganisaties.” (pag. 21)
Als we terugkijken op de periode 2016-2020 zien we dat al veel bereikt is, zoals:
• voor onderzoek o.a.:
o versterking van de (interdisciplinaire) strategische thema’s met hubs waarin
verbinding wordt gemaakt tussen disciplines en met maatschappelijke partijen
en bedrijfsleven
o nieuwe (interdisciplinaire) focusgebieden die aansluiten bij maatschappelijke
vraagstukken
• voor onderwijs o.a.:
o nieuwe bacheloropleidingen
o nieuwe interdisciplinaire masters
o invulling van de profileringsruimte
o honoursprogramma
De ambities die de studiegroep voorstelt, sluiten naadloos aan op de doelen en resultaten uit de
afgelopen periode.
2. Uitleg van het begrip multidisciplinary door de studiegroep
In de studiegroep is veel gesproken over het onderscheid tussen interdisciplinary,
multidisciplinary en transdisciplinary. De begrippen liggen in de praktijk dicht bij elkaar. Waar het
volgens de studiegroep om draait is dat antwoorden op veel complexe maatschappelijke
vraagstukken gevonden worden op de snijvlakken van disciplines. Daarom is het belangrijk dat
studenten zich breed ontwikkelen en over grenzen van disciplines leren kijken. Onderzoekers
benutten de breedte van de universiteit door samen te werken in interdisciplinaire verbanden,
vanuit de kracht van de eigen discipline. Vanuit die interdisciplinaire samenwerking ontstaan ook
nieuwe kansen voor interdisciplinair onderwijs. De strategische alliantie met de Technische
Universiteit Eindhoven, Wageningen Universiteit en Research Center en het UMCU biedt een
uitgelezen kans om interdisciplinaire samenwerking verder te ontwikkelen.
3. Ambities 2030 en doelen 2024
De studiegroep noemt 3 ambities voor 2030. Per ambitie wordt met een korte tekst een
toekomstbeeld geschetst (cursief). Om de ambities te realiseren is per ambitie een aantal doelen
voor 2024 gesteld.
25
Ambitie 1: Multidisciplinair onderzoek is vanzelfsprekend
Multidisciplinariteit in onderzoek en onderwijs staat centraal in de universiteit van de toekomst.
Binnen de UU wordt al sinds 2010 gewerkt aan interdisciplinaire samenwerking via de
strategische thema’s. In latere jaren zijn daar hubs en focusgebieden bijgekomen. In maart 2020
wordt de strategische alliantie met Eindhoven, Wageningen en UMCU gelanceerd met als
centraal thema Challenging the Future. Onderzoekers werken samen aan maatschappelijke
vragen rond gezondheid, voedsel, energie en een circulaire samenleving. Oplossingen worden
gevonden in onder andere kunstmatige intelligentie en moleculaire levenswetenschappen.
Multidisciplinaire samenwerking en tal van cross-overs leiden tot een grote verandering binnen
de universiteit. In 2030 is al het onderzoek gedreven door samenhang met interdisciplinaire
vraagstukken en een duurzame maatschappelijke impact. Dit beperkt zich niet tot de
strategische thema's. De UU is dan juist een plaats waar ook vernieuwend en onvoorzien
onderzoek gedaan wordt buiten de bestaande thema's en hun gevestigde onderzoekmethoden.
Disciplines en fundamenteel onderzoek verdiepen en versterken zich door inzichten en
invloeden opgedaan door die samenwerkingen en vormen een stevig fundament en bron voor
toekomstige multi- en interdisciplinaire samenwerking. Dat leidt tot een enorme verandering van
de rol van faculteiten. In 2030 hebben zij zich zo ingericht dat laagdrempelige en relatief flexibele
samenwerkingsverbanden binnen de UU, de strategische alliantie, en met partners daarbuiten
de praktijk zijn.
Beeld voor 2030
De UU werkt al 10 jaar intensief samen met de Technische Universiteit Eindhoven,
Wageningen Universiteit & Research Center en het UMCU. De alliantie besteedt jaarlijks
tientallen miljoenen aan multidisciplinair onderzoek en onderwijs. Studenten en onderzoekers
werken (virtueel) samen in tal van programmalijnen. De alliantie wordt nationaal en
internationaal gezien als een van dé voorbeelden van de universiteit van de toekomst. Samen
met hogescholen organiseert de alliantie ook het jaarlijkse Impactcongres, inmiddels een
breed bekend en gerespecteerd evenement in de Jaarbeurs. Wetenschappers, bedrijven,
overheden, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties uit Midden-Nederland
ontmoeten elkaar om maatschappelijke vragen te adresseren en multidisciplinaire teams
samen te stellen die daarmee aan de slag gaan. Ook interdisciplinaire teams van bachelor,
master en PhD studenten, vaak aangevuld met een LLL deelnemer, pitchen daar hun ideeën
en oplossingen voor het vraagstuk waar ze samen met een maatschappelijke partner aan
hebben gewerkt. Dat is een hele eer, want er is geen plek voor de honderden teams die het
afgelopen jaar in het Impact Lab actief zijn geweest.
Doelstellingen voor 2024:
• Strategische thema’s, hubs en focusgebieden zijn bij uitstek de multidisciplinaire
schakelpunten binnen de UU. Zij vormen de motoren van wetenschappelijke vernieuwing
door verbindingen te leggen tussen disciplines en met externe partijen. Met name de
strategische thema’s hebben een belangrijke strategische en sturende verantwoordelijkheid
met bijbehorende slagkracht.
• De samenwerking in de strategische alliantie met Eindhoven, Wageningen en UMCU wordt
steeds intensiever.
• Multidisciplinaire research communities laten zich bij hun onderzoeksvragen leiden door
maatschappelijke vragen en betrekken maatschappelijke partijen bij de oplossing daarvan.
• Bij de herziening van het universitaire verdeelmodel wordt een substantieel deel van de
middelen vrijgemaakt voor multidisciplinaire samenwerking, vooral voor de bestaande
26
thema’s, hubs en de thema’s uit de alliantie.
• De middelen voor multidisciplinaire samenwerking worden zo veel mogelijk gebundeld
ingezet. Dus zo weinig mogelijk seed money voor kleine projecten, maar in plaats daarvan
robuuste budgetten voor interdisciplinair onderzoek. Hiervoor zijn nationaal en
internationaal moeilijk middelen te verkrijgen (NWO, EU).
• Faculteiten zorgen met elkaar voor een hechte ondersteuning van de thema’s, hubs en
focusgebieden. Een deel van de facultaire middelen wordt vrijgemaakt voor multidisciplinaire
samenwerking binnen de universiteit, de alliantie, en met externe partners.
• Focusgebieden zijn broedplaatsen voor nieuwe multidisciplinaire onderzoekssamenwerking.
In de focusgebieden wordt samenwerking gezocht met de strategische partners. Daar is
ruimte voor experimenten en flexibele korter lopende onderzoeksprojecten.
Ambitie 2: Multidisciplinair onderwijs voor iedereen
Multidisciplinair onderwijs is volstrekt vanzelfsprekend in 2030. In tien jaar tijd is het
onderwijsaanbod van de UU drastisch veranderd. Studenten starten via een brede bachelor met
veel keuzeruimte. Gaandeweg verdiepen zij zich stevig in één of soms meerdere
samenhangende vakgebieden, maar studenten voelen zich ook door docenten, studieadviseurs,
hun peers en in de informatie- en communicatiekanalen voortdurend geprikkeld om
nieuwsgierig te zijn naar wat de inhoud en methodologieën van andere vakgebieden te bieden
hebben. Dit is ook waarom ze voor Utrecht gekozen hebben want de UU heeft een enorm goede
reputatie als het gaat om de individuele aandacht voor de persoonlijke en academische vorming
tot een maatschappelijk betrokken academicus. Dit alles is ook vastgelegd in het in 2024
aangescherpte Utrechtse Onderwijsmodel. Een van de nieuwe centrale elementen daarin is de
ontwikkeling van interdisciplinaire competenties. Studenten komen in hun studieprogramma in
aanraking met interdisciplinaire vakken, modules, stages of projecten, en veel studenten kiezen
er zelfs voor om een interdisciplinaire capstone cursus of project te doen.
De masterfase voorziet in een stevig vakgericht programma, zoveel mogelijk aangevuld met
onderwijs uit aanverwante disciplines. De strategische thema’s, inmiddels ook ontwikkeld in
samenhang met de alliantie, en zelfs veel van de focusgebieden, zijn stevig geprofileerd in de
masterprogramma’s via een rijk scala aan keuzemodules, profielen, stages en challenges. Het
onderwijs mag gerust het meest interdisciplinaire onderwijs van Nederland genoemd worden.
Bij de toelating tot de programma’s is interdisciplinaire ervaring een belangrijk criterium.
Beeld voor 2030
Studente Jantine Jansen studeert eind 2029 af in de geneeskunde. Ze kijkt terug op een
interessante studietijd waarin ze begon met interessante keuzevakken in het tweede jaar van
haar bachelor. Ze vond het heerlijk dat ze ruimte had om kennis te maken met vakgebieden
buiten de geneeskunde die ze wel vaag kende, maar nooit echt begreep. Het heeft haar blik
op de wereld enorm vergroot. Daarna is ze verder gegaan met de studie waar ze eigenlijk
voor naar Utrecht kwam. Hoewel ze opgeleid is tot een uitstekende medicus, weet ze als geen
ander verbinding te leggen met andere disciplines. Tijdens haar masterfase volgde ze
technische keuzevakken over artificial intelligence in Eindhoven en vakken over moleculaire
gezondheidswetenschappen in Wageningen. Haar masterfase was iets intensiever dan ze had
verwacht, maar ze had het niet willen missen.
27
Doelstellingen voor 2024:
• Studenten krijgen een breed onderwijsaanbod. In de bachelor- en masterfase is veel ruimte
om een multi- en interdisciplinair curriculum op te bouwen. Docenten vanuit Wageningen en
Eindhoven doceren ook in Utrecht. Omgekeerd doceren Utrechtse docenten, zoals in de
sociale en geesteswetenschappen, bij de alliantiepartners. Hierdoor krijgen Utrechtse
studenten bijvoorbeeld toegang tot technisch onderwijs, en Eindhovense studenten toegang
tot de sociale en geesteswetenschappen.
• Het Utrechtse Onderwijsmodel is herzien. Kernpunten met betrekking tot inter- en
multidisciplinair onderwijs zijn: interdisciplinair onderwijs heeft in alle curricula een
duidelijke plek, veel flexibele ruimte. Om dit in de masterfase mogelijk te maken, worden één
jarige masterprogramma’s verlengd naar 1,5 jaar.
• Interdisciplinaire competenties staan beschreven in de eindtermen van elk bachelor- en
masterprogramma.
• Faculteiten hebben innovatieruimte en ontwikkelen gezamenlijk interdisciplinair
onderwijsaanbod. Een universitair centraal regieorgaan voor verbreding en
interdisciplinariteit ziet toe op de reikwijdte en samenhang van het nieuwe interdisciplinaire
onderwijsaanbod. Docenten uit verschillende disciplines werken samen aan de ontwikkeling
van een interdisciplinair aanbod, gefaciliteerd door een Stimuleringsfonds. Er is ook een
goed ingericht platform waar enthousiaste docenten elkaar kunnen vinden en de
ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om (verdere) expertise op het gebied van het
ontwikkelen en geven van interdisciplinair onderwijs te ontwikkelen.
• Er is een eerlijk bekostigingsmodel voor interdisciplinair onderwijs dat past bij de aard van
en ambities op het gebied van interdisciplinair onderwijs. De invoering van dit model is
overal op dezelfde wijze gevoeld.
• Samenwerking met externe partijen is een vanzelfsprekend onderdeel in het
onderwijsaanbod. Elke student heeft aan het eind van zijn studie een project community
service learning afgerond.
Ambitie 3: Iedereen draagt bij aan multidisciplinair onderwijs en onderzoek
Multidisciplinariteit is niet meer weg te denken in 2030. Onderzoekers kunnen zich nauwelijks
voorstellen dat vroeger alle onderwijs en onderzoek langs de lijn van disciplinegerichte groepen
en departementen was georganiseerd. Een jaar of zeven geleden is een nieuw model voor het
erkennen en waarderen van onderzoek en onderwijs ingevoerd. Alle wetenschappelijk personeel
heeft hiervan de gevolgen ondervonden. Het heeft geleid tot een enorme verandering. Er zijn
veel meer carrièrepaden ontstaan. Sommige hoogleraren zijn benoemd op basis van hun
uitstekende track record in externe samenwerking. Anderen hebben hun sporen verdiend door
het trekken van onderzoek- of onderwijsvernieuwing. Hoogleraren worden gezien als
boegbeelden van multidisciplinaire programma’s en projecten, die werken aan maatschappelijke
vraagstukken.
28
Beeld voor 2030
Hoogleraar El-Messaoudi is in 2030 alweer tien jaar in dienst. Hij is benoemd als hoogleraar
en trekt een interdisciplinair onderzoeksprogramma. Hij is begonnen als postdoc bij het
departement Sustainable Development van de Faculteit Geowetenschappen. Vanaf het begin
heeft hij zich sterk gemaakt voor multidisciplinair onderwijs en onderzoek. Hij weet
gemakkelijk met docenten van andere departementen en faculteiten multidisciplinaire minors
te ontwikkelen. Daarbij wordt hij gelukkig goed gesteund door zijn onderwijsdirecteur en zijn
faculteit. Het UU High Potential Programma Interdisciplinair Onderwijs & Onderzoek heeft
hem, naast alle bestaande universitaire platforms op dit gebied, een enorme boost gegeven
toen hij nog tenure tracker was. Zijn passie is om studenten vanuit wetenschappelijke kennis
te laten samenwerken aan maatschappelijke opgaven. Tien jaar geleden was het nog niet
eenvoudig om zaken gedaan te krijgen. Het organiseren van gezamenlijk onderwijs verliep
stroef, samenwerking met maatschappelijke partners werd niet altijd gewaardeerd en ook zijn
praktijkgerichte onderzoek stond niet bovenaan de publicatielijstjes. Inmiddels is het wel
anders. In de loop der jaren heeft de universiteit veel meer waardering gekregen voor het type
onderwijs en onderzoek waar hij aan werkt. De waardering van studenten en
maatschappelijke partners was er al, maar ook in zijn beoordelingsgesprekken krijgt het nu
goede waardering.
Doelstellingen voor 2024:
• In 2024 is het vanzelfsprekend dat onderzoekers en docenten worden beoordeeld op een
breed scala aan activiteiten. Multidisciplinariteit en variëteit in prestaties hebben een
belangrijke plek in het beoordelingsmodel.
• UU werkt volgens de principes van San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA).
Binnen de Universiteit worden indicatoren gebruikt die aansluiten bij de aard en cultuur van
interdisciplinaire programma’s. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. Onderzoek, onderwijs
en impact staan in min of meer gelijke verhouding tot elkaar. Teamwork is een belangrijke
randvoorwaarde.
• Samenwerking binnen en tussen faculteiten wordt gewaardeerd. Bij de toekenning van
onderzoeksmiddelen wordt hiermee rekening gehouden.
29
6. University & Society
– Bijdrage ambities Strategisch Plan 2020 – 2024
• Public Engagement en onderzoek Toekomstbeeld: Postdoc Murat is onderdeel van een multidisciplinair team van UU-
onderzoekers dat samenwerkt met de gemeente Utrecht aan een projectvoorstel om onderzoek
te doen naar de vergrijzing in Wijk C. Om de bewoners vanaf het begin betrekken bij het project,
heeft Murat het initiatief genomen om een Public Engagement strategie op te stellen. Dat doet
hij samen met mensen van het UU Centre for Public Engagement en buurtwerkers en
zorginitiatieven in Wijk C. Hij is trots op die strategie en hoopt dat het goed ontvangen wordt,
mede omdat zijn inspanningen op Public Engagement ook zullen meewegen in zijn
beoordelingsgesprek volgende maand.
Ambitie 2030: Bij alle UU-onderzoeksprojecten is voordat ze van start gaan, aantoonbaar
aandacht besteed aan de manier waarop het project bijdraagt en vormgeeft aan
maatschappelijke impact. Er is lokaal, nationaal en internationaal waardering voor de manier
waarop de UU vormgeeft aan Public Engagement als impactroute, in een coherent, slagvaardig,
evidence-based, en inclusief Public Engagement programma gericht op een brede doorsnee van
de samenleving en met meetbare impact.
Actielijn 2020-2024: Inrichting van een universiteitsbreed Expertisecentrum Public Engagement
dat multidisciplinaire onderzoeksteams ondersteunt bij het opstellen, uitvoeren en evalueren
van hun public engagementstrategie. Public Engagement erkennen en waarderen als mogelijke
impact-route in B&O-gesprekken.
Referenties: -
• Public/community engagement en onderwijs Toekomstbeeld: De Haarlemse vriendinnen Saida en Sterre zitten in 5VWO. Saida weet al wat ze
wil: natuurkunde studeren en wetenschapper worden, net als Erik van Sebille, die ze jaren
geleden zag in het Jeugdjournaal. Dat wil ik, dacht ze toen: onderzoek doen dat helpt om de
wereld beter te maken. Maar ze weet nog niet zo goed welke studie ze dan wil doen. Ze was
nauw betrokken bij oprichting van jongerenpartij Yes We Dare vijf jaar geleden. Dat was ook
waarom ze in de tweede bleef zitten. En dit jaar misschien wel weer. Ze kan niet wachten tot ze
van school is. Er is actie nodig. Tijdens de studiekeuzeweek op school treffen de vriendinnen
elkaar bij een stand van de Universiteit Utrecht. Daar vertelt een student hoe hij als onderdeel
van zijn studie rechten juridisch advies geeft aan particulieren die de overheid willen aanklagen
wegens schenden van de milieuwetgeving. Een jaar later schrijven Sterre en Saida zich in als
student aan de Universiteit Utrecht.
Ambitie 2030: Alle studenten van de UU nemen gedurende hun studie deel aan minimaal één
cursus met activiteiten die bijdragen aan een duurzame open samenleving, meestal samen met
maatschappelijke partners. Nederlandse en internationale studenten willen aan de Universiteit
Utrecht studeren omdat bijdragen aan een betere wereld daar niet alleen een slogan is, maar
zichtbaar invulling krijgt en wordt gestimuleerd in onderwijs, onderzoek en het studentenleven.
30
Actielijn 2020-2024: Het programma Community Service Learning wordt voortgezet en
uitgebreid in samenwerking met alle faculteiten en strategische thema’s. Het Centre for
Academic Teaching neemt het initiatief tot ontwikkeling van trainingsaanbod om docenten te
ondersteunen bij het inspelen op de actualiteit in hun onderwijs.
Referenties:
• Position Paper Community Service Learning: ‘Onderwijs met de samenleving:
strategische verkenning CSL’
• Ondernemerschap Beeldend verhaal: Josien sprak op een receptie met Jacco, een oud-promovendus van haar die
nu bij een start-up in Eindhoven werkt. Jacco wil graag het instrument dat hij tijdens zijn
promotie heeft gebouwd, en dat nu volop door Josiens lab wordt gebruikt, gebruiken om een
prototype door te meten, dat zijn nieuwe werkgever heeft ontwikkeld. Josien faciliteert dit graag,
maar wil wel dat er een formele overeenkomst op papier komt. Ze wordt daarbij snel en goed
vanuit de UU ondersteund, en krijgt onder andere het advies een kleine onkostenvergoeding te
vragen. Daarmee kan ze weer een promovendus op conferentie laten gaan.
Ambitie 2030: UU-onderzoekers worden gestimuleerd onderzoek te doen samen met grote en
kleine bedrijven, en worden daarbij ondersteund vanuit de UU.
Actielijn 2020-2024: Inrichting van een intern ‘match-making bureau’ dat wetenschappers helpt
bij het contact (legal, finance, afwikkeling) met organisaties die willen samenwerken in
onderzoek.
Referenties: -
Toekomstverhaal: Aisha heeft in een cursus tijdens haar studie informatica een software-tool
ontwikkeld dat mensen met een klein inkomen helpt hun uitgaven te plannen. Ze krijgt een 10
voor de opdracht, en is zo enthousiast dat ze de tool ook beschikbaar wil maken voor de rest van
de wereld. Haar aanvraag bij het UU Innovatie-fonds, een investeringsfonds dat haar helpt om
een bedrijf te starten, wordt gehonoreerd.
Ambitie 2030: De UU heeft een investeringsfonds waar studenten en wetenschappers kunnen
aankloppen om start-kapitaal op te halen voor start-ups die vanuit onderwijs of onderzoek zijn
ontstaan.
Actielijn 2020-2024: Oprichting van een UU Innovatie-fonds, wellicht als onderdeel van of in
coöperatie met het U-fonds en verschillende bedrijven en/of organisaties.
Referenties: Naar een idee van en met hulp van Rebecca van Musscher
• De universiteit als verbindende soft space Toekomstverhaal: Karel studeert Milieu-natuurwetenschappen en woont op kamers in
Overvecht Noord. Hij moet deze week een opdracht inleveren over klimaatactivisme, maar
omdat het regent wil hij niet naar het USP fietsen. In plaats daarvan gaat hij naar het
buurtcentrum/de openbare bibliotheek in Overvecht Noord, waar hij net zo makkelijk kan
werken als in de UB op het USP. Als hij koffie gaat halen in de kantine van het buurtcentrum,
31
begint hij een praatje met Faisal. Faisal is een bejaarde buurtgenoot, en de twee raken aan de
praat over de impact van klimaatverandering door de jaren heen. Beiden krijgen zo nieuwe
inzichten. Als de koffie op is bedanken ze elkaar en kan Karel de inzichten van Faisal direct in zijn
opdracht verwerken.
Ambitie2030: De UU gebruikt en promoot haar campussen (USP, binnenstad en ook in de
wijken) als een soft space, waarin we de samenleving uitnodigen met de UU samen te werken en
te co-creëren en ons andersom ook door de samenleving uit laten nodigen.
Actielijn 2020-2024: Intensivering van de samenwerking met buurthuizen en openbare
bibliotheken, om zo embedded te gaan in de wijken.
Referenties: -
Toekomstverhaal: Mark is (deeltijd)docent maatschappijleer in de tweede klas van een VMBO-
school in Dan Haag. Als hij een les over online privacy aan het voorbereiden is, komt hij een
portal van de UU tegen waar allerlei bronnen en nuttige informatie ook op VMBO-niveau worden
aangeboden.
Ambitie 2030: De UU neemt haar maatschappelijke verantwoordelijkheid in het faciliteren van
het publieke debat, en doet dat specifiek ook voor groepen die verder van de wetenschap af
staan.
Actielijn 2020-2024: Versterken van de samenwerking met VMBO-scholen
Referenties: -
Toekomstverhaal: iedereen wist wel dat beton en staal eigenlijk al langer niet meer zouden
moeten worden gebruikt. Maar de belangen waren groot en alternatieven als bouwen met hout
leken door onzekerheden omgeven. Aan de UU had studenten in diverse interdisciplinaire
modulen samen met staf echter veel onderzoekswerk verricht. Op initiatief van de rector werd
een speciale ‘Utrecht Meeting’ bijeengeroepen. Over een periode van acht maanden werkten
stakeholders uit maatschappij en overheid samen met de universiteit aan transitiepaden voor de
overgang naar een bio-based bouwindustrie. Handige bijeenkomstigheid was dat de meeste
studenten die hieraan bijdroegen, ook besloten hun scriptie over dit onderwerp te schrijven.
Achteraf hoefden ze niet te solliciteren: ze waren al aangenomen door betrokken organisaties
voor ze goed en wel klaar waren met schrijven.
Ambitie 2030: De UU groeit uit tot een plek waar netelige gesprekken kunnen worden gevoerd.
De ‘Utrecht Meeting’ groeit uit tot een merk dat, net als ‘Oslo’ in internationale betrekkingen,
staat voor het durven aangaan van netelige gesprekken. De UU benut haar onafhankelijkheid,
sfeer en geborgenheid om uit te groeien tot een ‘soft space’. Zo helpt de universiteit actief aan
het bespreekbaar maken en oplossen van lastige maatschappelijke vraagstukken.
Actielijn 2020-2024: Intensivering samenwerken met maatschappelijke stakeholders, gebruiken
van de campus als plek voor het maatschappelijke gesprek.
Referenties: Idee is ingebracht door Maarten Hajer
32
• Onderwijs voor Professionals Toekomstbeeld: Op zoek naar manieren om bij te scholen, kwam Janneke al snel bij de
Universiteit Utrecht uit. Er is daar een breed en helder weergegeven aanbod. Wat Janneke vooral
zo aantrekkelijk vindt, is de combinatie tussen het academische en het maatschappelijke. Dat
komt doordat er veel wordt samengewerkt met HO-partners (WUR/TUE/UMCU/HU) én
maatschappelijke partners. Samen worden er maatschappelijke vraagstukken geformuleerd, die
Janneke herkent vanuit haar eigen praktijk, en waarvoor in het onderwijs naar oplossingen wordt
gezocht. Janneke meldt zich aan en krijgt gelijk toegang tot de leeromgeving en een deel van het
cursusmateriaal. Enthousiast bekijkt ze alles.
Ambitie 2030: UU wil bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, samen
met partners (organisaties en de samenleving), en zo bijdragen aan kenniscirculatie. Een van de
manieren om dat te doen is actuele kennis aanbieden in de vorm van onderwijs aan
professionals in de werkvelden. Deelnemers ervaren weinig of geen obstakels bij het aanmelden
voor en volgen van dit type onderwijs.
Actielijn 2020-2024: UU Intensivering samenwerken met maatschappelijke partners.
Referenties:
• Outlines werkplan 2020 LLL
• Rapportage mei 2019 stand van zaken programma LLL
• Interview met Wieger Bakker, dean LifeLong Learning, in ScienceGuide (2018)
Toekomstbeeld: De manager bedrijfsvoering kijkt de cijfers na van al het nascholingsaanbod
van zijn faculteit. De variatie en het volume van het aanbod zijn dusdanig groot dat het een
stabiele stroom en groei van inkomsten genereert (50 tot 100%) voor de UU. Hiermee is de
financiële ruimte van faculteiten en strategische thema’s duurzaam vergroot. De manager
bedrijfsvoering bedenkt tevreden dat deelnemers er hierdoor zeker van kunnen zijn dat ze ook
de komende decennia nog gebruik kunnen blijven maken van het interessante onderwijsaanbod.
En dan te bedenken dat het nog eens zo heel lang geleden was dat docenten onderwijs voor
deze doelgroep niet als onderdeel van hun taakstelling beschouwden. Inmiddels loopt initieel en
postinitieel onderwijs volledig door elkaar en levert dat juist zo’n grote meerwaarde op – volgens
niet in de laatste plaats de docenten.
Ambitie 2030: Aanbod op gebied van onderwijs voor professionals behoort tot een van de
kerntaken van de Universiteit Utrecht. Onderwijs voor Professionals maakt standaard onderdeel
uit van het onderwijsaanbod van alle faculteiten en van alle strategische thema’s en sluit aan op
de wensen van de professionals.
Actielijn 2020-2024:
Vergroten van het aanbod, financieel rendabel maken en beschouwen als een normaal
onderdeel van de taakstelling van docenten.
33
Referenties:
• Idem als hierboven.
• Inspelen op maatschappelijke behoeften Jan is 5 jaar geleden afgestudeerd in zijn bachelor Geschiedenis en na zijn stage aan de slag
gegaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij vindt zijn werk leuk, maar begint de laatste
tijd toch te twijfelen of hij niet toch een master wil gaan doen en mist het leren. Hij zou graag
verder studeren, maar heeft zijn inkomen wel nodig, dus hij wil geen jaar stoppen met werken.
Hij komt terecht op een website over het beroep van leraar. De website blijkt gemaakt te zijn
voor verschillende Utrechtse onderwijsinstellingen die gezamenlijk onderwijs aanbieden. Zo kan
hij één traject volgen, waarbij hij kan kiezen uit een groot aanbod van vakken en leervormen,
passend bij zijn interesse, tempo en zijn behoefte om dit te combineren met zijn werk.
Ambitie 2030: De Universiteit Utrecht draagt op substantiële wijze bij aan het oplossen van
maatschappelijke problemen, zoals het lerarentekort.
Actielijn 2020-2024: De Universiteit Utrecht signaleert en agendeert maatschappelijke
problemen en draagt actief bij aan oplossingen. Zo initieert en participeert zij actief aan de
alliantie met de andere instellingen in Utrecht die een deel van de lerarenopleiding verzorgen.
Een onderdeel daarvan is het bundelen van elkaars aanbod en het vergroten van het aantal
trajecten om een bevoegdheid te behalen.
Referenties:
• Ruim baan voor opleiden
• www.Utrechtleert.nl
• Utrechtse Onderwijs Agenda
• Utrecht Leert Alliantie