BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE...

22
LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001 Blz. 1 (22) BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE INLEIDING Dit document geeft een overzicht van de administratieve bepalingen die gelden voor alle LIFE-projecten die met ingang van 2000 mede door de Europese Commissie worden gefinancierd. Het bestaat uit 34 artikelen en drie bijlagen: Bijlage 1 - Model voor de bankgarantie Bijlage 2 - Standaardformulier voor uitgaven- en inkomstenstaten Bijlage 3 - Het LIFE-logo Het document bestaat uit vier hoofdstukken: 1. Hoofdstuk A – Gemeenschappelijke bepalingen (gelden voor alle LIFE-projecten) 2. Hoofdstuk B – Speciale bepalingen voor LIFE-Natuur-projecten 3. Hoofdstuk C – Speciale bepalingen voor LIFE-Milieu-projecten 4. Hoofdstuk D – Speciale bepalingen voor LIFE-Derde Landen-projecten

Transcript of BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE...

Page 1: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 1 (22)

BIJLAGE II

ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN

LIFE

INLEIDING

Dit document geeft een overzicht van de administratieve bepalingen die gelden vooralle LIFE-projecten die met ingang van 2000 mede door de Europese Commissieworden gefinancierd. Het bestaat uit 34 artikelen en drie bijlagen:

− Bijlage 1 - Model voor de bankgarantie− Bijlage 2 - Standaardformulier voor uitgaven- en inkomstenstaten− Bijlage 3 - Het LIFE-logo

Het document bestaat uit vier hoofdstukken:

1. Hoofdstuk A – Gemeenschappelijke bepalingen (gelden voor alle LIFE-projecten)

2. Hoofdstuk B – Speciale bepalingen voor LIFE-Natuur-projecten

3. Hoofdstuk C – Speciale bepalingen voor LIFE-Milieu-projecten

4. Hoofdstuk D – Speciale bepalingen voor LIFE-Derde Landen-projecten

Page 2: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 2 (22)

Inhoud

HOOFDSTUK A - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN ............................................................ 3

DEEL A.I - WETTELIJKE EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN ........................................................ 3Artikel 1 - Referenties .................................................................................................................................... 3Artikel 2 - Correspondentie ........................................................................................................................... 3Artikel 3 - De deelnemers .............................................................................................................................. 3Artikel 4 - Rol en verplichtingen van de begunstigde .................................................................................... 3Artikel 5 - Rol en verplichtingen van de partners .......................................................................................... 4Artikel 6 - Rol en verplichtingen van de onderaannemers............................................................................. 5Artikel 7 - Medefinanciers van het project (andere financiering dan door de Gemeenschap) ...................... 5Artikel 8 - Rol van externe equipes ................................................................................................................ 6Artikel 9 - Wettelijke aansprakelijkheid......................................................................................................... 6Artikel 10 - Belangenconflicten ..................................................................................................................... 6Artikel 11 - Technische activiteitenverslagen ................................................................................................ 6Artikel 12 - Vertraging bij de uitvoering ....................................................................................................... 8Artikel 13 - Wijziging van het project ............................................................................................................ 8Artikel 14 - Beëindiging van het project ........................................................................................................ 9Artikel 15 - Vertrouwelijkheid ..................................................................................................................... 10Artikel 16 - Publiciteit voor de steun van de Gemeenschap ........................................................................ 10Artikel 17 - Eigendom en benutting van de resultaten ................................................................................. 11Artikel 18 - Technische beschikbaarheid van audiovisueel materiaal......................................................... 11Artikel 19 - Rechtspraak .............................................................................................................................. 11

DEEL A.II - FINANCIËLE BEPALINGEN ......................................................................................... 12Artikel 20 - Financiële bijdrage van de Gemeenschap voor het project...................................................... 12Artikel 21 - Subsidiëerbare kosten .............................................................................................................. 12Artikel 22 - Niet-subsidiëerbare kosten ...................................................................................................... 15Artikel 23 - Wijze van betaling..................................................................................................................... 15Artikel 24 - Terugbetaling............................................................................................................................ 17Artikel 25 - Uitgaven- en inkomstenstaten ................................................................................................... 17Artikel 26 - Belasting over de toegevoegde waarde..................................................................................... 18Artikel 27 - Onafhankelijke financiële audit ................................................................................................ 18Artikel 28 - Financiële audit door de Commissie ........................................................................................ 18Artikel 29 - Controle van en bezoek aan het project.................................................................................... 19

HOOFDSTUK B - SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR LIFE-NATUUR-PROJECTEN................ 20

Artikel 30 - Bescherming van habitats en soorten ....................................................................................... 20Artikel 31 - Aankoop van grond/rechten...................................................................................................... 20

HOOFDSTUK C - SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR LIFE-MILIEU-PROJECTEN.................. 21

Artikel 32 - Projecten die inkomsten opleveren ........................................................................................... 21Artikel 33 - Niet-subsidiëerbare kosten ...................................................................................................... 21

HOOFDSTUK D - SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR LIFE-DERDE LANDEN-PROJECTEN. 22

Artikel 34 - Tussentijdse betaling ................................................................................................................ 22

Page 3: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 3 (22)

HOOFDSTUK A - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

DEEL A.I - Wettelijke en administratieve bepalingen

Artikel 1 - Referenties

1.1. Alle LIFE-projecten worden uitgevoerd in overeenstemming met, in volgorde vanprioriteit:

− Verordening (EG) nr. 1655/2000 van de Raad1,− de beschikking/overeenkomst of het contract met de Commissie (hierna "de

beschikking/overeenkomst of het contract" genoemd) waarmee financiële steunwordt verleend en dit aan de begunstigde wordt meegedeeld,

− deze administratieve bepalingen en− het in de beschikking/overeenkomst of het contract gespecificeerde projectvoorstel

(hierna "het project" genoemd).

Artikel 2 - Correspondentie

� Alle correspondentie wordt aan het volgende adres verzonden:

De Europese CommissieDirectoraat-generaal MilieuEenheid ENV.D.1 – BU-9 2/1Wetstraat 200B - 1049 BRUSSEL

Artikel 3 - De deelnemers

3.1. Afhankelijk van hun rol en verplichtingen kunnen in LIFE-projecten drie categorieënbetrokkenen een rol spelen, hierna "de deelnemers" genoemd:

− de begunstigde,− partner(s) en− onderaannemer(s).

Artikel 4 - Rol en verplichtingen van de begunstigde

4.1. De begunstigde is ten opzichte van de Commissie als enige wettelijk en financieelaansprakelijk voor de uitvoering van het project.

4.2. De begunstigde ontvangt de financiële bijdrage van de Commissie en zorgt er in hetgeval van een partnerschap voor dat deze financiële bijdrage wordt verdeeld zoals in demet de partners gesloten overeenkomsten wordt gespecificeerd.

1 PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1.

Page 4: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 4 (22)

4.3. De begunstigde wordt geacht een deel van de kosten van het door hem geleide project tedragen.

4.4. De begunstigde is het enige aanspreekpunt voor de Commissie en is de enige deelnemerdie rechtstreeks verslag uitbrengt bij de Commissie over de technische en financiëlevoortgang van het project. In dat kader dient de begunstigde tussentijdse en definitievekostenstaten en verslagen in waarin de door de partners verstrekte gegevens zijnverwerkt, zijn gecontroleerd en in overeenstemming met de bijbehorende kostenstatenzijn bevonden.

4.5. De begunstigde is rechtstreeks betrokken bij de technische uitvoering van het project ende verspreiding van de projectresultaten.

4.6. De begunstigde houdt een boekhouding bij volgens de normale boekhoudkundigeprincipes die de wet en de bestaande regelgeving voorschrijven. Hij of zij bewaart allerelevante bewijsstukken van alle uitgaven, inkomsten en opbrengsten van het project dieaan de Commissie worden opgegeven (inclusief kopieën van die van partners enonderaannemers), zoals facturen, tijdstaten en de gebruikte documenten voor hetberekenen van de overheadkosten. Deze documentatie dient volledig, nauwkeurig endoeltreffend te zijn.

4.7. Voorzover noodzakelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden sluit de begunstigdemet de eventuele partners overeenkomsten die nodig zijn voor de voltooiing van dewerkzaamheden, vooropgesteld dat deze geen inbreuk maken op hun verplichtingenzoals bepaald in de beschikking/overeenkomst of het contract. Dergelijkeovereenkomsten omschrijven duidelijk de rol, rechten en verantwoordelijkheden van dedeelnemers. Ze omschrijven de door iedere deelnemer uit te voeren taken en leggen definanciële afspraken met inachtneming van artikel 20 nauwkeurig vast. In dezeovereenkomsten wordt de bepaling opgenomen dat de Gemeenschap ten opzichte van departners dezelfde rechten en garanties kan doen gelden als ten opzichte van debegunstigde zelf. De Commissie wordt in kennis gesteld van de hoofdpunten van dezeovereenkomsten zodra ze definitief zijn vastgesteld.

4.8. De begunstigde zorgt ervoor dat onderaannemers facturen uitschrijven met eenduidelijke verwijzing naar het project. De facturen en alle documenten ter ondersteuningvan de keuze voor de onderaannemer en alle bijzonderheden over de geleverde dienstworden bewaard.

4.9. De begunstigde heeft de plicht om te zorgen dat er publiciteit wordt gegeven aan decommunautaire subsidie, zoals bepaald in artikel 16.

4.10. De begunstigde is verplicht om de noodzakelijke kennis voor de uitvoering van hetproject vrijelijk met de partners te delen.

Artikel 5 - Rol en verplichtingen van de partners

5.1. De partners leveren een bijdrage aan een of meer taken die deel uitmaken van deuitvoering van het project en derhalve ook aan de kosten.

5.2. De partners profiteren van de financiële bijdrage van de Commissie zoals bepaald in deovereenkomst tussen de partners en de begunstigde.

Page 5: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 5 (22)

5.3. De partners houden een boekhouding bij volgens de normale boekhoudkundigeprincipes die de wet en de bestaande regelgeving voorschrijven. Zij bewaren allerelevante bewijsstukken van alle uitgaven, inkomsten en opbrengsten van het project diedoor de begunstigde aan de Commissie worden opgegeven, zoals facturen, tijdstaten ende gebruikte documenten voor het berekenen van de overheadkosten. Dezedocumentatie dient duidelijk, nauwkeurig en doeltreffend te zijn.

5.4. De partners hebben de plicht om de begunstigde, die belast is met de technische enfinanciële verslaggeving aan de Commissie, alle voor deze activiteit noodzakelijkedocumenten te verstrekken.

5.5. Partners brengen niet rechtstreeks bij de Commissie verslag uit over de technische enfinanciële voortgang, tenzij zij daar door de Commissie expliciet om worden gevraagd.

5.6. De partners zorgen ervoor dat onderaannemers facturen uitschrijven met een duidelijkeverwijzing naar het project; alle documenten ter ondersteuning van de keuze voor deonderaannemer en alle bijzonderheden over de geleverde dienst worden bewaard.

5.7. Partners zijn verplicht om de noodzakelijke kennis voor de uitvoering van het projectvrijelijk met de begunstigde en met andere partners te delen.

5.8. De partners hebben de plicht om te zorgen dat er publiciteit wordt gegeven aan decommunautaire subsidie, zoals bepaald in artikel 16.

5.9. Partners mogen in het kader van het project niet optreden als onderaannemer van debegunstigde of van andere partners.

Artikel 6 - Rol en verplichtingen van de onderaannemers

6.1. Voor specifieke taken van bepaalde duur kan een beroep worden gedaan oponderaannemers, die niet als partners worden beschouwd.

6.2. Onderaannemers leveren externe diensten aan de begunstigde en/of de partners, die debetrokken werkzaamheden volledig vergoeden.

6.3. Onderaannemers doen geen financiële investeringen in het project en kunnen daaromgeen aanspraak maken op eventuele intellectuele-eigendomsrechten die voortvloeien uitde resultaten van het project.

6.4. Indien de begunstigde een overheidsinstantie is, voldoen uitbestedingen aanonderaannemers aan de toepasselijke regels voor overheidsopdrachten en zijn ze, waarvan toepassing, in overeenstemming met de communautaire richtlijnen inzake deprocedures voor overheidsopdrachten.

Artikel 7 - Medefinanciers van het project (andere financiering dan door deGemeenschap)

7.1. Medefinanciers leveren een financiële bijdrage aan het project en profiteren niet van decommunautaire subsidie, behalve in het geval dat ze tevens als partners bij het projectzijn betrokken.

Page 6: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 6 (22)

7.2. Medefinanciers hoeven niet rechtstreeks bij de technische uitvoering van het projectbetrokken te zijn.

7.3. Voorzover noodzakelijk voor het zekerstellen van de medefinanciering sluiten debegunstigde en/of de partners overeenkomsten met medefinanciers, vooropgesteld datdeze geen inbreuk maken op de verplichtingen van de begunstigde en/of de partnerszoals bepaald in de beschikking/overeenkomst of het contract.

Artikel 8 - Rol van externe equipes

8.1. Bij de follow-up van het project wordt de Commissie gesteund door externe equipes. Deequipes helpen door de vorderingen van het project op technisch niveau en desamenhang met de gemaakte kosten te volgen en te beoordelen. Ze fungeren uitsluitendals adviesorgaan voor de Commissie en de begunstigden maar zijn niet betrokken bij hetbeheer van de financiële middelen. De equipes zijn onafhankelijk van de projecten. Zebezoeken het project als vertegenwoordiger van de Commissie en geven eenbeoordeling van de verslagen die bij de Commissie worden ingediend.

8.2. Voor de externe equipes gelden dezelfde regels inzake vertrouwelijkheid als voor dedeelnemers aan het project en de Commissie (zoals bepaald in artikel 15).

Artikel 9 - Wettelijke aansprakelijkheid

9.1. De Commissie kan onder geen voorwaarde of om welke reden dan ook aansprakelijkworden gesteld in geval van op de beschikking/overeenkomst of het contract gebaseerdeklachten in verband met schade of letsel die tijdens de uitvoering van het project aan hetpersoneel of het eigendom van de begunstigde is toegebracht. Iedere eis totschadevergoeding of terugbetaling in verband met een dergelijke klacht wordt dan ookdoor de Commissie afgewezen.

9.2. De begunstigden vrijwaren de Commissie van alle aansprakelijkheid in verband met hunrelatie met hun partners of de in deze context getekende overeenkomsten.

9.3. De begunstigde en de partners zijn als enige aansprakelijk jegens derden, inclusief vooriedere schade die als gevolg van de uitvoering van het project door hen wordt geleden.

Artikel 10 - Belangenconflicten

10.1. De begunstigde verbindt zich ertoe alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen ombelangenconflicten uit te sluiten en stelt de Commissie onverwijld op de hoogte van elkesituatie die tot een belangenconflict leidt of kan leiden.

Artikel 11 - Technische activiteitenverslagenDe begunstigde verstrekt de Commissie:

− een of meer voortgangverslagen volgens het voor het project vastgelegde tijdschema;− één tussentijds activiteitenverslag volgens het in het project vastgelegd schema;− een eindverslag, dat uiterlijk drie maanden na de datum van voltooiing van het

project wordt ingediend;

Page 7: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 7 (22)

− informatie over het beheer van het project, die te allen tijde op verzoek wordtverstrekt.

De voortgangsverslagen bevatten een duidelijke en beknopte beschrijving van alle activiteitendie worden ondernomen met betrekking tot de voor het project vastgestelde doelstellingen, actiesen het werkplan. Er moet ook een overzicht van de financiële toestand van het project wordenopgenomen. Een typisch voortgangsverslag is 10 tot 20 bladzijden lang.

Een van de voortgangsverslagen mag worden vervangen door het tussentijds verslag wanneer debegunstigde de in artikel 23.3 bedoelde uitgavendrempel bereikt vóór de in het project voor hettussentijds verslag geplande datum. Dit maakt het voor de begunstigde mogelijk om tijdig zijnverzoek om een tussentijdse betaling in te dienen. In een dergelijk geval wordt eenvoortgangsverslag ingediend op de datum waarop oorspronkelijk een tussentijds verslag moestworden ingediend.

Het tussentijds verslag bevat:

− een gedetailleerd verslag van de activiteiten, gerelateerd aan de doelstellingen, deacties en het werkprogramma van het project (maximaal 50 bladzijden, zowel oppapier als in digitaal formaat);

− indien relevant een bijlage met dia's/kleurenfoto's/elektronische afbeeldingen die eenillustratie geven van de belangrijkste acties en resultaten van het project; alle anderedocumenten, kaarten of publicaties die als een identificeerbaar product van hetproject kunnen worden beschouwd of die nuttig zijn om het succes van het project tebeoordelen;

− een tussentijdse uitgaven- en inkomstenstaat, hetzij ter kennisgeving, hetzij alsverzoek om tussentijdse betaling.

Het eindverslag bevat:

− een overzicht van de belangrijkste resultaten van het project (maximaal 5 bladzijden,zowel op papier als in digitaal formaat);

− een gedetailleerd verslag van de activiteiten, gerelateerd aan de doelstellingen, deacties en het werkprogramma van het project (maximaal 50 bladzijden, zowel oppapier als in digitaal formaat);

− indien relevant een bijlage met dia's/kleurenfoto's/elektronische afbeeldingen die eenillustratie geven van de belangrijkste acties en resultaten van het project; alle anderedocumenten, kaarten of publicaties die als een identificeerbaar product van hetproject kunnen worden beschouwd of die nuttig zijn om het succes van het project tebeoordelen;

− een verslag voor leken, op papier en in digitaal formaat; Het verslag voor leken is opeen bredere doelgroep gericht. Het is bedoeld om besluitvormers en niet-technischepartijen te informeren over de doelstellingen en de resultaten van het project. Het isongeveer 5 tot 10 bladzijden lang en wordt opgesteld in de taal van de begunstigde,alsook in het Engels en het Frans. Als uitzonderlijke geval, worden de in 2001gefinancierde projecten in het kader van LIFE-Natuur en LIFE-Derde Landen vandeze verplichting vrijgesteld;

− de definitieve uitgavenstaat.

Deze verslagen worden tegelijkertijd verzonden aan:

− de Commissie (één volledig exemplaar met de bijlagen en twee exemplaren van deuitgavenstaat);

Page 8: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 8 (22)

− de door de Commissie aangewezen externe equipe voor het project (een volledigexemplaar met de bijlagen en een uitgavenstaat).

De instanties van de lidstaten hebben het recht een exemplaar van de voortgangs- entussentijdse verslagen te vragen. In Verordening (EG) nr. 1655/2000 (LIFE) van de Raad wordtbepaald dat de begunstigde verplicht is om binnen 3 maanden na afronding van het project bijdeze instanties ook een exemplaar van het eindverslag in te dienen (zie de lijst aan het begin vanhet aanvraagpakket).

Zonodig kan de Commissie verzoeken om extra exemplaren van verslagen en/of bijlagen toe tezenden.

Om de projectresultaten te verspreiden moet de begunstigde een website opzetten of eenbestaande site gebruiken. In uitzonderlijke gevallen worden in 2001 gefinancierde projecten inhet kader van LIFE-Milieu en LIFE-Derde Landen van deze verplichting vrijgesteld. In deverslagen (b.v. de samenvattende en gedetailleerde activiteitenverslagen, het verslag voor leken,enz.) moet het adres van de website waar de belangrijkste resultaten van het project voor hetpubliek beschikbaar zijn, worden vermeld.

De begunstigden zullen gedetailleerde “guidelines” voor de rapportering ontvangen.

Artikel 12 - Vertraging bij de uitvoering

12.1. De begunstigde stelt de Commissie onmiddellijk en met vermelding van alle details opde hoogte van gebeurtenissen die de uitvoering van dit project kunnen schaden ofvertragen. De betrokken partijen beslissen gezamenlijk over de te nemen maatregelen.

12.2. Vertraging bij de uitvoering kan leiden tot een wijziging van het project (artikel 13) oftot de beëindiging daarvan (artikel 14).

Artikel 13 - Wijziging van het project

13.1. De begunstigde is verplicht de Commissie vóór elke belangrijke wijziging van hetproject op de hoogte te stellen en haar schriftelijke toestemming te verkrijgen.

13.2. Wijzigingen worden als belangrijk beschouwd wanneer ze betrekking hebben op:

− veranderingen in de reikwijdte of de doelstellingen van het project;− veranderingen in de aard of inhoud van de belangrijkste verwachte resultaten;− veranderingen in het partnerschap (b.v. partners die zich terugtrekken of een andere

rol krijgen);− veranderingen in verband met de rechtspersoonlijkheid of de economische status van

de begunstigde en/of de partners, mochten deze gevolgen hebben voor de uitvoeringvan het project;

− voor LIFE-Milieu-projecten: een verandering van contactpersoon (projectbeheerderenz.);

− vertragingen bij de uitvoering van de projecttaken waardoor de einddatum van hetproject opschuift;

− veranderingen in het financieringsplan (b.v. veranderingen in het financiëledeelnemingspercentage, zoals bepaald in de beschikking/overeenkomst of hetcontract, mochten deze gevolgen hebben voor de uitvoering van het project);

Page 9: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 9 (22)

− bewegingen tussen de onderscheiden budgetonderdelen in de voorlopige begrotingvan het project (tenzij die niet meer bedragen dan 10.000 euro of 10% van eenuitgavencategorie).

13.3. Wanneer vooraf een schriftelijke toestemming van de Commissie vereist is, wordt doorde begunstigde uiterlijk drie maanden voor het einde van het project een officieelverzoek tot wijziging verzonden. Dit verzoek bevat alle gegevens ter beschrijving enmotivering van de gevraagde wijzigingen en wordt ingediend in de vorm die deCommissie voor verslagen verplicht stelt. Indien de Commissie hiermee instemt, wordtaan de begunstigde een aanvullende clausule gezonden.

13.4. Wanneer een belangrijke wijziging zonder deze vereiste instemming wordt ingevoerd,behoudt de Commissie zich het recht voor medefinanciering van dergelijke gewijzigdeactiviteiten te weigeren en indien van toepassing de steun van de Gemeenschap(volledig of gedeeltelijk) in te trekken, op te schorten of terug te vragen.

13.5. Wanneer de wijziging als niet-aanmerkelijk wordt beschouwd omdat deze geengevolgen heeft voor de fundamentele doelstelling van het project en de financiëlegevolgen ervan beperkt zijn, kan de begunstigde de wijziging invoeren en stelt hij of zijde Commissie hiervan in het volgende verslag in kennis.

Artikel 14 - Beëindiging van het project

14.1. De Commissie kan de beschikking/overeenkomst of het contract beëindigen indien debegunstigde zonder geldige economische of technische reden nalaat aan een van de uitde beschikking/overeenkomst of het contract voortvloeiende verplichtingen te voldoen,en hij of zij, na per aangetekend schrijven te zijn gemaand om aan deze verplichtingen tevoldoen, zulks één maand na ontvangst van dit schrijven nog niet heeft gedaan. In datgeval blokkeert de Commissie de bankgarantie en kan zij volledige of gedeeltelijketerugbetaling eisen van de bedragen die reeds zijn betaald.

14.2. De Commissie kan de beschikking/overeenkomst of het contract zonder voorafgaandekennisgeving en zonder enigerlei schadevergoeding beëindigen, indien de begunstigdein staat van faillissement of in liquidatie verkeert of tegen hem een soortgelijkeprocedure is ingeleid, dan wel opzettelijk valse of onvolledige verklaringen aflegt om definanciële bijdrage van de Gemeenschap te verkrijgen waarop debeschikking/overeenkomst of het contract betrekking heeft. In dat geval kan deCommissie volledige of gedeeltelijke terugbetaling eisen van de bedragen die reeds inhet kader van de beschikking/overeenkomst of het contract zijn betaald.

14.3. Beëindiging van de beschikking/overeenkomst of het contract wegens financiëleonregelmatigheden laat de toepassing van andere administratieve maatregelen ofsancties overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van deEuropese Gemeenschappen, onverlet.

Page 10: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 10 (22)

14.4. De begunstigde kan het project te allen tijde beëindigen door het met inachtneming vaneen termijn van twee maanden schriftelijk op te zeggen, mits er sprake is van geldigeeconomische of technische redenen. De begunstigde is verplicht een technisch verslag inte dienen waarin de stand van zaken bij de werkzaamheden en de redenen die tot debeëindiging hebben geleid, worden geschetst. De begunstigde dient een financieelverslag in, op basis waarvan de hoogte van de voor subsidies in aanmerking komendeuitgaven door de Commissie wordt vastgesteld.

14.5. De werkingsduur van de beschikking loopt af 24 maanden na de afronding van hetproject. De Commissie stelt de begunstigde in kennis van eventueel toegestaneverlengingen.

Artikel 15 - Vertrouwelijkheid

15.1. De Commissie en de begunstigde/partners verbinden zich ertoe de vertrouwelijkheid tewaarborgen van alle documenten, informatie of andere gegevens die hun in vertrouwenbekend worden gemaakt en waarvan openbaarmaking de andere partij zou kunnenschaden.

15.2. De Commissie is gerechtigd, ongeacht in welke vorm en via welk medium, inclusief hetinternet, alle informatie te publiceren die zij relevant acht.

Artikel 16 - Publiciteit voor de steun van de Gemeenschap

16.1. De begunstigde en de partners zijn verplicht de door de Gemeenschap gegeven steun tevermelden in alle documenten en media die in het kader van het project wordengeproduceerd zoals boeken, brochures, persmededelingen, video's en software. Daarvooris een speciaal LIFE-logo ontworpen (dit is opgenomen in bijlage 3). In de titelrol aanhet begin en/of aan het eind van audiovisueel materiaal wordt een expliciete en leesbarevermelding van de LIFE-steun opgenomen (b.v.: "Geproduceerd met een bijdrage vanhet financieel instrument LIFE van de Europese Gemeenschap").

16.2. Het LIFE-logo kan niet als een gecertificeerd kwaliteitsmerk of milieukeur wordengebruikt, maar uitsluitend ten behoeve van activiteiten voor informatieverspreiding.

16.3. De begunstigde en de partners zijn verplicht op de locaties waar het project wordtuitgevoerd op strategische plaatsen die voor het publiek toegankelijk en zichtbaar zijn,mededelingenborden met een beschrijving van het project neer te zetten en teonderhouden. Op deze borden wordt altijd het LIFE-logo aangebracht.

16.4. De begunstigde en de partners geven, met name in de media, bekendheid aan het projecten de resultaten daarvan en vermelden daarbij altijd de steun van de Gemeenschap. Inelk activiteitenverslag worden hierover bijzonderheden vermeld.

16.5. De begunstigde en de partners zijn verplicht de Commissie uiterlijk drie weken vooraf inkennis te stellen van en uit te nodigen voor alle seminars en publieke conferenties die inhet kader van het project worden georganiseerd.

Page 11: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 11 (22)

Artikel 17 - Eigendom en benutting van de resultaten

17.1. De begunstigde en/of de partners zijn eigenaar van in het kader van het projectverkregen documenten, potentieel octrooieerbare of geoctrooieerde uitvindingen enkennis.

17.2. Teneinde het gebruik van milieuvriendelijke technieken of modellen te bevorderen achtde Commissie het van groot belang dat de begunstigde deze documenten, octrooien enkennis in de Gemeenschap onder niet-discriminerende en commercieel verantwoordevoorwaarden ter beschikking stelt.

17.3. De Commissie verwacht dat de begunstigde en/of de partners de bepaling onder 17.2gedurende een periode van vijf jaar na de beëindiging van het project in acht nemen.

17.4. Wanneer de begunstigde zonder legitieme redenen weigert toegang tot deze producten tegeven of overeenkomstig deze voorwaarden licenties te vertrekken, behoudt deCommissie zich het recht voor de bepalingen van artikel 14 toe te passen of, indien hetproject reeds is afgesloten, volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de bijdrage vande Gemeenschap te verlangen.

Artikel 18 - Technische beschikbaarheid van audiovisueel materiaal

18.1. De begunstigde dient al het in het kader van het project geproduceerde audiovisuelemateriaal op twee dragers in: een VHS-videocassette en een professionele tape(minimaal Betacam SP) om in de toekomst te dupliceren. Tevens deelt hij of zij mee opwelk adres de mastertape wordt gedeponeerd.

18.2. De begunstigde verleent de Commissie zonder tijdslimiet de niet-exclusieve rechten omde audiovisuele productie volledig of gedeeltelijk voor niet-commerciële doeleinden tereproduceren, indien nodig na te synchroniseren, te distribueren of te gebruiken, ooktijdens publieke evenementen. De Commissie wordt echter niet als "co-producent"beschouwd.

18.3. De Commissie behoudt zich het recht voor de met de technische verslagen ingediendefoto's te gebruiken voor de illustratie van voorlichtingsmateriaal dat zij over LIFE en/ofNATURA 2000 produceert. Zij neemt hierbij de bronvermelding op zoals die in deverslagen is aangegeven.

Artikel 19 - Rechtspraak

19.1. Alleen het Hof van eerste aanleg en eventueel in hoger beroep het Hof van Justitie vande Europese Gemeenschappen is bevoegd om uitspraak te doen bij een eventueel geschilten aanzien van het project tussen de Commissie en de begunstigde.

Page 12: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 12 (22)

DEEL A.II - Financiële bepalingen

Artikel 20 - Financiële bijdrage van de Gemeenschap voor het project

20.1. De hoogte van de financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt bepaald door op degemaakte subsidieerbare kosten de in de beschikking/overeenkomst of het contractvastgestelde percentages toe te passen.

20.2. Zelfs als de totale reële kosten de in de beschikking/overeenkomst of het contractvastgestelde geraamde begroting overschrijden, mag het totale door de Commissie aande begunstigde betaalde bedrag in geen geval hoger zijn dan het in debeschikking/overeenkomst of het contract vastgestelde maximale bedrag voor debijdrage van de Gemeenschap,

20.3. De begunstigde en de partners hebben recht op een aandeel in de bijdrage van deGemeenschap dat maximaal gelijk is aan hun respectieve totale reële kosten.

20.4. Onverminderd specifieke bepalingen inzake LIFE-Milieu-projecten in artikel 32 stemtde begunstigde ermee in dat de winst die het project tijdens de uitvoering oplevert wordtmeegeteld als directe inkomsten voor het project. De Commissie kan haar financiëlebijdrage verlagen om de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht te brengen.

20.5. Rente die wordt verkregen op de door de Commissie betaalde bedragen dient altijd teworden opgegeven en zal op de financiële bijdrage van de Gemeenschap in minderingworden gebracht.

20.6. De begunstigde en de eventuele partners stemmen ermee in dat de financiële bijdragevan de Gemeenschap geen vordering op de Commissie vormt en derhalve niet aan eenandere instantie kan worden afgestaan of op enigerlei wijze aan een derde kan wordenovergedragen.

Artikel 21 - Subsidieerbare kosten

21.1. Om als subsidieerbaar te worden beschouwd moeten kosten:

− zijn opgenomen in de voorlopige begroting voor het project,− rechtstreeks samenhangen met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onder

de beschikking/overeenkomst of het contract vallende project,− redelijk zijn en in overeenstemming zijn met de principes van gezond financieel

beheer, met name rendement en kosteneffectiviteit,− feitelijk zijn gemaakt tijdens de looptijd van het project, zoals die in de

beschikking/overeenkomst of het contract is vastgelegd, en zijn opgenomen in deboekhouding of belastingdocumenten van de begunstigde en de eventuele partners,en identificeerbaar en controleerbaar zijn.

Page 13: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 13 (22)

21.2. Personeelskosten worden opgevoerd naar gelang van de feitelijke tijd die aan het projectis besteed. Ze worden berekend op grond van het feitelijke brutosalaris of -loon inclusiefsociale lasten, maar exclusief andere kosten. De projectwerktijd van elke werknemer(met inbegrip van ambtenaren en werknemers van overheidsinstanties die voor hetproject werken) wordt geregistreerd aan de hand van tijdstaten, die door de begunstigdeen de eventuele partners worden opgesteld en gewaarmerkt.

21.3. Reiskosten worden in rekening gebracht volgens de eigen regels van de begunstigde ofpartner. Voor LIFE-Natuur-projecten en LIFE-Milieu-projecten is voor reizen buiten deEuropese Unie en kandidaatlanden die aan LIFE deelnemen vooraf toestemming van deCommissie vereist, tenzij de bestemming en de reisredenen duidelijk in het projectwaren gespecificeerd. Voor LIFE-Derde landen-projecten is voor reizen buiten hetprojectgebied schriftelijke toestemming vooraf vereist, tenzij de bestemming en dereisredenen duidelijk in het project waren gespecificeerd.

21.4. Onder “Externe bijstand” vallen de kosten van uitbesteding (door onderaannemersuitgevoerde werkzaamheden, huur of gebruik van apparatuur of infrastructuur,dienstverleningscontracten enz.). Uitbesteding van de uitvoering van projecttaken diemeer dan 35% van de totale subsidiieerbare kosten vertegenwoordigen is niettoegestaan, tenzij dit expliciet in het project is gespecificeerd. Kosten voor het kopen ofleasen (in tegenstelling tot huren) van duurzame apparatuur, infrastructuur ofverbruiksgoederen door onderaannemers mogen niet worden opgevoerd onder debegrotingspost “Externe bijstand”. Deze kosten worden afzonderlijk opgegeven onderde desbetreffende begrotingsposten.

21.5. De afschrijving van uitgaven voor duurzame goederen waarbij het gaat om hetkopen/vervaardigen of leasen van apparatuur of infrastructuur tijdens de projectperiodeworden alleen in aanmerking genomen indien ze:

− op de inventaris van duurzame goederen van de begunstigde of partners wordengeplaatst, met een mogelijke uitzondering voor geleasde duurzame goederen,

− volgens de fiscale en boekhoudkundige regels die op de begunstigde of partners vanhet project van toepassing zijn, als kapitaalinvesteringen worden behandeld,

− tegen normale marktprijzen worden gekocht of geleasd.

21.6. Afhankelijk van het soort duurzame goederen hanteert de Commissie verschillendeafschrijvingspercentages, namelijk:

− infrastructuurkosten komen in aanmerking voor 25% van de gemaakte kosten,− apparatuurkosten komen in aanmerking voor 50% van de gemaakte kosten,− prototypes2 komen voor 100% in aanmerking (voor LIFE-Milieu- en LIFE-Derde

landen-projecten).

2 Bij prototypes gaat het om infrastructuur of apparatuur die er alleen is voor de duur van het project en die een

cruciale rol speelt in de demonstratieactiviteiten van het project. Alleen onderdelen die binnen de projectperiodeworden aangeschaft, kunnen worden gedeclareerd. Mocht een prototype of één of meer onderdelen daarvanaan het einde van het project op de inventaris van duurzame goederen van de begunstigde of partners blijvenstaan, dan worden de kosten opgegeven in het financiële eindverslag en wordt afschrijving toegepast.

Page 14: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 14 (22)

21.7. Voor LIFE-Natuur-projecten worden de kosten die door overheidsinstanties of niet-gouvernementele/non-profitorganisaties worden gemaakt voor duurzame goederen dieintrinsiek verbonden zijn met de uitvoering van het project en expliciet gepland zijn, alsvolledig subsidieerbaar beschouwd. De kosten zijn alleen subsidieerbaar als debegunstigde en de partners toezeggen dat deze goederen ook na de beëindiging van hetin het kader van LIFE-Natuur medegefinancierde project definitief bestemd blijven vooractiviteiten op het gebied van natuurbehoud.

21.8. De afschrijvingskosten van duurzame goederen die vóór de startdatum van het projectzijn aangeschaft worden als niet-subsidiabel beschouwd, tenzij deze uitdrukkelijk in hetproject waren voorzien. In dat geval wordt de waarde van de betrokken artikelenafgeschreven volgens de fiscale en boekhoudkundige regels die op de begunstigde ofpartners van toepassing zijn. De afschrijvingen op het artikel kunnen overeenkomstig deduur van de activiteit worden opgenomen onder de post "overheadkosten" (zie onder21.12).

21.9. Voor LIFE-Natuur-projecten zijn de aan de aankoop en het leasen van grond/rechtenverbonden kosten subsidiabel en deze worden gescheiden van de duurzame goederenopgevoerd. De specifieke bepalingen van artikel 31 zijn van toepassing.

21.10. Uitgaven voor verbruiksgoederen hebben betrekking op de aankoop, de vervaardiging,de reparatie of het gebruik van materialen, goederen of apparaten die:

− niet op de inventaris van duurzame goederen van de begunstigde of partners van hetproject worden geplaatst,

− volgens de fiscale en boekhoudkundige regels die op de begunstigde of partners vanhet project van toepassing zijn, niet als kapitaalinvesteringen worden behandeld,

− specifiek verbonden zijn met de uitvoering van het project (algemeneverbruiksgoederen/benodigdheden worden opgenomen onder de post"overheadkosten").

21.11. Algemene Onkosten zijn kosten die noodzakelijk zijn voor het project maar niet binneneen bepaalde categorie vallen; deze mogen over het algemeen niet meer dan 5% van detotale subsidiabele kosten van het project bedragen. De uitgaven moeten controleerbaarzijn en niet hoger dan de werkelijke kosten. De kosten die zijn gemaakt ter verkrijgingvan de bankgarantie, wanneer de Commissie deze verlangt, mogen onder deze postworden opgevoerd, net als de kosten van accountantscontrole door een onafhankelijkeaccountant.

21.12. Overheadkosten zijn subsidieerbaar tot maximaal 7 % van het totale bedrag van desubsidieerbare directe kosten. Overheadkosten zijn subsidieerbaar als indirecte kosten opvoorwaarde dat ze reëel en controleerbaar zijn en geen kosten omvatten die al onder eenandere begrotingspost geboekt zijn. Overheadkosten zijn bedoeld voor algemeneindirecte kosten die nodig zijn voor het in dienst hebben, managen, huisvesten en directof indirect ondersteunen van het personeel dat de projectwerkzaamheden uitvoert.Overheadkosten kunnen ook betrekking hebben op infrastructuur en apparatuur terplekke.

Page 15: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 15 (22)

Artikel 22 - Niet-subsidieerbare kosten

22.1. De volgende kosten zijn niet subsidieerbaar en kunnen derhalve bij de berekening vande totale kosten van het project niet door de Commissie worden meegerekend:

− kosten die zijn gemaakt voor activiteiten waarvoor steun is verleend in het kader vanandere financiële instrumenten van de Gemeenschap,

− wisselkoersverliezen,− nodeloze kosten of verspillingen,− uitgaven voor distributie en voor verkoop en reclame ten behoeve van producten of

commerciële activiteiten, behalve wanneer deze specifiek in het project wordenvermeld,

− reserveringen voor eventuele toekomstige verliezen of verplichtingen,− rente op leningen en rente op geleend kapitaal,− dubieuze schulden,− representatiekosten, behalve de kosten die als volledig en uitsluitend nodig voor de

uitvoering van werkzaamheden in het kader van het project worden geaccepteerd,− kosten voor andere projecten die door derden worden gefinancierd,− gratis verstrekte activa en diensten, met inbegrip van vrijwilligerswerk,− de reis- en verblijfskosten en alle andere vormen van vergoeding voor de

functionarissen van de instellingen van de Gemeenschap en van de externe equipes,− studies die niet specifiek betrekking hebben op de doelstelling van het gefinancierde

project,− investeringen in grote infrastructuurwerken,− fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en verwante activiteiten voor

technologische ontwikkeling,− niet-subsidiabele kosten zoals gedefinieerd in de specifieke bepalingen voor LIFE-

Milieu in artikel 33.

Artikel 23 - Wijze van betaling

23.1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt als volgt in drie termijnen betaald.

23.2. Het voorschot, dat overeenkomt met 40% van de maximale financiële bijdrage van deGemeenschap, wordt betaald binnen 60 dagen na ontvangst van:

− de aanvaarding door de begunstigde van de beschikking/overeenkomst of het contracttot verlening van financiële steun;

− een getekend betalingsverzoek met vermelding van naam en adres van debegunstigde, naam en adres van de bank, de gegevens van de bankrekening, hetreferentienummer van het project en eventueel een door de begunstigdegespecificeerde referentie om de betaling te identificeren;

− voor een particuliere begunstigde een door een bank of verzekeringsmaatschappijafgegeven garantie voor het bedrag van dit voorschot, die geldig is voor de duur vanhet project plus zes maanden. Bij verlenging van het project moet deze geldigheidworden verlengd. Bijlage 1 bevat het model voor de bankgarantie;

− non-profitorganisaties worden vrijgesteld van verstrekking van de bankgarantie,tenzij de Commissie hier specifiek om vraagt.

Page 16: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 16 (22)

23.3. Onverminderd de specifieke bepalingen voor LIFE-Derde landen (artikel 34) wordt eentweede termijn (tussentijdse betaling), die overeenkomt met 30% van de maximalefinanciële bijdrage van de Gemeenschap, betaald mits ten minste 30% van de totalegeraamde kosten van het project zijn gemaakt. De betaling wordt uitgevoerd binnen60 dagen na ontvangst van:

− een getekend betalingsverzoek met vermelding van naam en adres van debegunstigde, naam en adres van de bank, de gegevens van de bankrekening, hetreferentienummer van het project en eventueel een door de begunstigdegespecificeerde referentie om de betaling te identificeren;

− het officiële registratienummer, de organisatie en de naam en het adres van deaccountant worden verstrekt bij de indiening van het tussentijdse betalingsverzoek;

− de desbetreffende uitgaven- en inkomstenstaat en het tussentijds verslag (artikel 11).

23.4. Het restant (eindbetaling) wordt betaald binnen 60 dagen na ontvangst van:

− een getekend betalingsverzoek met vermelding van naam en adres van debegunstigde, naam en adres van de bank, de gegevens van de bankrekening, hetreferentienummer van het project en eventueel een door de begunstigdegespecificeerde referentie om de betaling te identificeren;

− de desbetreffende uitgaven- en inkomstenstaat, het eindverslag (artikel 11) en hetfinancïele audit verslag (artikel 27).

23.5. Mochten de definitieve subsidiabele kosten bij de voltooiing van het project lager zijndan de raming, dan zal de bijdrage van de Gemeenschap worden beperkt tot het bedragdat wordt berekend door op deze kosten het vaste percentage toe te passen.

23.6. De Commissie kan de betaling binnen de termijn van 60 dagen na de datum vanontvangst van het betalingsverzoek opschorten. De begunstigde wordt door deCommissie schriftelijk in kennis gesteld van de redenen voor deze opschorting en deaard van de benodigde aanvullende informatie.

23.7. Indien de betalingstermijn van 60 dagen is opgeschort, begint de betalingstermijn weerte lopen vanaf de datum waarop de gevraagde aanvullende informatie wordt ontvangen.

23.8. De betalingen van de Commissie worden uitgevoerd in EURO (€).

23.9. Alle betalingen gebeuren op naam van de begunstigde op de in het betalingsverzoekvermelde bankrekening. Wijzigingen worden onmiddellijk aan de Commissiemeegedeeld.

23.10. De betaling wordt geacht te zijn uitgevoerd op de datum waarop de bankrekening van deCommissie wordt gedebiteerd.

23.11. Een mogelijke schorsing van de betalingstermijn niet meegerekend kan een niet-publieke begunstigde binnen twee maanden na ontvangst van een te late betalingaanspraak maken op rente tegen de rentevoet die door de Europese Centrale Bank voorhaar voornaamste herfinancieringstransacties wordt gehanteerd, vermeerderd metanderhalf procentpunt.

Page 17: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 17 (22)

Artikel 24 - Terugbetaling

24.1. In de in artikel 14 bedoelde gevallen verbindt de begunstigde zich ertoe om betaaldebedragen die de reële subsidiabele kosten overschrijden, op de door de Commissievastgestelde wijze en binnen de door haar vastgestelde termijn aan de Commissie terugte betalen.

24.2. Bij beëindiging van de beschikking/overeenkomst of het contract in de in artikel 14gespecificeerde gevallen kan de Commissie volledige of gedeeltelijke terugbetaling vande aan de begunstigde betaalde bedragen verlangen. De Commissie bepaalt op welkewijze en binnen welke termijn deze volledige of gedeeltelijke terugbetaling dient plaatste vinden.

24.3. Mocht de begunstigde deze bedragen niet binnen de door de Commissie vastgesteldetermijn hebben terugbetaald, dan kan de Commissie de verschuldigde bedragenverhogen met rente tegen de rentevoet die door de Europese Centrale Bank voor haarvoornaamste herfinancieringstransacties wordt gehanteerd, vermeerderd met anderhalfprocentpunt.

24.4. Bankkosten die worden gemaakt bij de terugbetaling van aan de Commissieverschuldigde bedragen komen volledig voor rekening van de begunstigde.

24.5. De invorderingsopdracht van de Commissie aan de begunstigde die verplicht is eenbedrag aan de Commissie terug te betalen, vormt executoriale titel in de zin vanartikel 256 van het EG-Verdrag, artikel 92 van het EGKS-Verdrag en artikel 164 van hetEuratom-Verdrag.

24.6. Bedragen die aan de Commissie dienen te worden terugbetaald, kunnen wordenverrekend met enigerlei bedragen die aan de begunstigde verschuldigd zijn.

Artikel 25 - Uitgaven- en inkomstenstaten

25.1. Bij de indiening van tussentijdse en eindverslagen worden uitgaven- en inkomstenstateningediend.

25.2. De uitgaven- en inkomstenstaten worden ingediend op of overeenkomstig destandaardformulieren (zie Bijlage 2). Twee exemplaren worden bij de Commissieingediend en één exemplaar bij het door de Commissie aangewezen externe equipe.

25.3. Bewijsstukken voor uitgaven (zoals facturen) behoeven niet bij de uitgaven- eninkomstenstaat te worden gevoegd. De begunstigde verstrekt de Commissie echter opverzoek alle bijzonderheden, met inbegrip van facturen, die zij nodig zou kunnenhebben voor de beoordeling van de uitgave en het desbetreffende activiteitenverslag.

25.4. In de uitgaven- en inkomstenstaten wordt alleen de euro (€) gebruikt. Door debegunstigde in andere valuta uitgevoerde betalingen worden door de begunstigdeomgerekend met behulp van de wisselkoers die door de Europese Centrale Bank wordttoegepast op de eerste dag van de maand waarin de uitgaven- en inkomstenstaat bij deCommissie wordt ingediend. In uitzonderingsgevallen kan de Commissie op verzoekvan de begunstigde accepteren dat de begunstigde de koers gebruikt die wordt toegepastop de eerste dag van de maand waarin de uitgave is gedaan.

Page 18: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 18 (22)

Artikel 26 - Belasting over de toegevoegde waarde

26.1. Wanneer de begunstigde of de partners de in het kader van het project betaalde BTWniet kunnen terugkrijgen, worden deze kosten als subsidieerbaar beschouwd.

26.2. Om de BTW-heffing als subsidieerbaar in aanmerking te laten komen dient debegunstigde een verklaring van de desbetreffende nationale instanties in dat hij of zijen/of diens partners over de voor het project benodigde activa en diensten BTW moetenbetalen en deze niet terug kunnen krijgen.

Artikel 27 - Onafhankelijke financiële audit

27.1. De Commissie verlangt dat een door de begunstigde aangewezen accountantde in deeindverslagen aan de Commissie verstrekte financiële staten controleert.

27.2. De accountant controleert niet alleen of de nationale wetgeving en boekhoudkundigevoorschriften in acht worden genomen, maar verklaart ook dat alle gemaakte kosten aande Administratieve Standaardbepalingen van LIFE voldoen.

Artikel 28 - Financiële audit door de Commissie

28.1. De Commissie of een door haar gemachtigde vertegenwoordiger kan te allen tijdegedurende het project en tot maximaal vijf jaar na de voltooiing van het project of de inartikel 23 bedoelde laatste betaling van de bijdrage van de Gemeenschap een controle bijde begunstigde en de partners uitvoeren.

28.2. De controle wordt op basis van vertrouwelijkheid uitgevoerd.

28.3. De Commissie of een door haar gemachtigde vertegenwoordiger heeft toegang totdocumentatie die nodig is om vast te stellen of kosten van deelnemers aan het projectsubsidiabel zijn, zoals facturen of uittreksels van de loonstaten.

28.4. De Commissie neemt de nodige maatregelen om te waarborgen dat haar gemachtigdevertegenwoordigers de voor hen toegankelijke of aan hen verstrekte gegevensvertrouwelijk behandelen.

28.5. De Commissie kan het gebruik van de financiële bijdrage van de Gemeenschap door debegunstigde en de partners controleren.

28.6. Een verslag over de conclusies van de audit wordt aan de begunstigde en de betrokkenpartners toegezonden. Deze kunnen binnen één maand na ontvangst hun opmerkingenaan de Commissie kenbaar maken. De Commissie kan besluiten geen rekening tehouden met na deze termijn ingediende opmerkingen.

28.7. Op basis van de conclusies van de controle neemt de Commissie alle door haar nodiggeachte maatregelen, eventueel met inbegrip van een invorderingsopdracht voor alledoor haar uitgevoerde betalingen of een deel daarvan.

Page 19: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 19 (22)

28.8. De Rekenkamer kan het gebruik van de financiële bijdrage van de Gemeenschap in hetkader van de beschikking/overeenkomst of het contract op basis van haar eigenprocedures controleren.

Artikel 29 - Controle van en bezoek aan het project

29.1. De begunstigde verbindt zich ertoe het personeel van de Commissie en door deCommissie gemachtigde personen toegang te verlenen tot de locaties of de panden waarhet project wordt uitgevoerd en tot alle documenten die verband houden met hettechnische en financiële beheer van de activiteiten. Voor de toegang van personen diedoor de Commissie gemachtigd zijn, kunnen regelingen inzake vertrouwelijkheid geldendie door de Commissie en de begunstigde onderling worden overeengekomen.

29.2. Deze controles kunnen tot maximaal vijf jaar na de voltooiing van het project of de inartikel 23, sub 23.4, bedoelde eindbetaling aanvangen.

29.3. Deze controles worden op basis van vertrouwelijkheid uitgevoerd.

29.4. De begunstigde en de partners verlenen de Commissie of haar gemachtigdevertegenwoordigers afdoende bijstand.

Page 20: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 20 (22)

HOOFDSTUK B - SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR LIFE-NATUUR-PROJECTEN

Artikel 30 - Bescherming van habitats en soorten

30.1. De begunstigde is verplicht de Commissie op de hoogte te stellen van alle activiteitenvan derden waarvan nadelige gevolgen kunnen worden verwacht voor de in het projectbeoogde locaties/soorten en derden er zo veel mogelijk van te overtuigen van dergelijkeactiviteiten af te zien.

Artikel 31 - Aankoop van grond/rechten

31.1. Kosten die worden gemaakt voor de aankoop van grond/rechten, intrinsiek gekoppeldaan de uitvoering van het project en expliciet in het project opgenomen, worden volledigals subsidiabel beschouwd. De kosten zijn alleen subsidiabel als de begunstigde en departners toezeggen dat deze goederen ook na de beëindiging van het in het kader vanLIFE-Natuur medegefinancierde project definitief bestemd blijven voor activiteiten ophet gebied van natuurbehoud.

31.2. Wanneer grond overeenkomstig het project met de financiële steun van de Commissiewordt aangekocht, zorgt de begunstigde ervoor dat in het koopcontract en/of deregistratie in het kadaster een waarborg wordt opgenomen dat de grond definitiefbestemd blijft voor natuurbehoud.

31.3. De bestemmingsgarantie geldt niet voor aangekochte grond die later in het kader van hetproject wordt geruild. De ruil moet uiterlijk vóór het einde van het project plaatsvinden,tenzij de Commissie uitdrukkelijk toestemming geeft voor een andere regeling.

Page 21: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 21 (22)

HOOFDSTUK C - SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR LIFE-MILIEU-PROJECTEN

Artikel 32 - Projecten die inkomsten opleveren

32.1. In de verordening wordt bepaald dat projecten die "aanzienlijke inkomsten kunnenopleveren" een bijdrage van de Gemeenschap kunnen ontvangen van maximaal 30%van de subsidiabele kosten. Inkomsten kunnen feitelijke opbrengsten zijn, maar ookbesparingen op de exploitatiekosten. Deze voorwaarde betreft een langere termijn danhet beperkte tijdsbestek van het project. Ook projecten die in de toekomst inkomsten ofkostenbesparingen zouden kunnen opleveren, komen dus in aanmerking voor een LIFE-subsidie van 30%. Bovendien gaat het bij de mogelijkheden voor het genereren vaninkomsten om het hele project en niet alleen om de begunstigde; indien anderebelanghebbende partijen, partners of andere, als gevolg van het project inkomsten ofkostenbesparingen kunnen verwachten, dan geldt de 30%-regel.

32.2. In het geval van een maximale bijdrage van 30%, zoals hierboven omschreven, dient debijdrage van de begunstigde aan de financiering van het project ten minste gelijk te zijnaan de steun van de Gemeenschap.

Artikel 33 - Niet-subsidiabele kosten

33.1. Kosten van de aankoop van grond of andere kosten in verband met de aankoop ofinvesteringen van niet-innovatieve structurele aard, met inbegrip van activiteiten waarvande haalbaarheid reeds op industriële schaal is aangetoond, worden als niet-subsidiabelbeschouwd.

Page 22: BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE …ec.europa.eu/environment/archives/life/toolkit/pmtools/documents/nl… · BIJLAGE II ADMINISTRATIEVE STANDAARDBEPALINGEN LIFE

LIFE Administratieve standaardbepalingen/Nl. 20.4.2001

Blz. 22 (22)

HOOFDSTUK D - SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR LIFE-DERDE LANDEN-PROJECTEN

Artikel 34 - Tussentijdse betaling− De hoogte van de tussentijdse betaling wordt berekend door het percentage van de

financiële bijdrage van de Gemeenschap (zoals bepaald in de overeenkomst) toe tepassen op de feitelijke gedane subsidiabele uitgaven. De hoogte van de tussentijdsebetaling is maximaal 50% van de maximale hoogte van de financiële bijdrage inaanvulling op het voorschot. Dit houdt in dat het totaal van het voorschot plus detussentijdse betaling niet groter mag zijn dan 90% van de financiële bijdrage van deGemeenschap.