Bijlage 2 Beoordeling Def

63
1 BIJLAGE 2 INTENSE LAAGBOUW >BEOORDELING 2010-06-23

description

Stukken raadsvergadering intense laagbouw Groningen

Transcript of Bijlage 2 Beoordeling Def

Page 1: Bijlage 2 Beoordeling Def

1

BIJLAGE 2

INTENSE LAAGBOUW >BEOORDELING

2010-06-23

Page 2: Bijlage 2 Beoordeling Def

2

01. FRIESESTRAATWEG AUTOBEDRIJVEN OPDRACHTGEVER: LEFIER STADGRONINGEN ARCHITECT: MAD ARCHITEKTEN I.S.M. 0-9ATELIER PLAN Het plan bestaan uit een tapijt van vijf stroken rug-aan-rug geschakelde patiowoningen tussen de Friesestraatweg en het Reitdiep, waarvan de dichtheid in de richting van het Reitdiep afneemt ten gunste van een collectief gebied met een open en groen karakter. De woningen zijn onderverdeeld in drie typen en bestaan uit een basismodule van 3x3x3 meter; alle functies, ook de buitenruimtes, bevinden zich binnen de grenzen van de woning. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet van de studie voegt zich op een natuurlijk manier naar de locatie. De compact geschakelde ringwoningen vormen een goede buffer richting de Friesestraatweg en waarborgen het open en groene karakter van het gebied aan de zijde van het Reitdiep. De cocon- en Reitdiepwoning vormen interessante typologische exercities; door de overmaat van de woning, die gebaseerd is op een modulair systeem, zijn zowel de buitenruimtes als het parkeren binnen de woningen opgelost. De patiowoning is in dat opzicht een goed principe voor de locatie en de opgave; de interne oriëntatie van de woningen verhouden zich goed tot het geplande aangrenzende appartementengebouw. Wel roepen de gekozen uitgangspunten ook vragen op: zijn de woningen, ondanks de overmaat, niet te klein voor een inpandige parkeeroplossing? Wat is nog de woonkwaliteit van de begane grond? De gekozen parkeeroplossing lijkt voor een moeizame en eenzijdige oriëntatie van de woningen op de relatief smalle straten te zorgen. Ook is het de vraag of in de stedenbouwkundige opzet niet te veel openingen aan de zijde van Friesestraatweg zijn voorzien; moet de auto zo ver het plangebied binnendringen? Wellicht dat een deel van de auto’s aan de rand van locatie geparkeerd zou kunnen worden? De gekozen parkeeroplossing zorgt met name in het westelijk deel van het plan voor een grote druk op de openbare ruimte, met als gevolg een moeizame relatie tussen het woonprogramma en de straat. Het plan is wellicht gebaat bij meer hiërarchie in de ruimtelijke opbouw, gecombineerd met meer verschillende typen woningen. MILIEU Het ontwerp biedt voldoende mogelijkheden voor een energiezuinige uitwerking (warmtepomp, oppervlaktewater, actieve/passieve zonne-energie). Voor de omgevingskwaliteit is met name het geluid van de ringweg bepalend; in de verdere uitwerking van het plan zijn (waarschijnlijk) aanvullende maatregelen nodig om tot een acceptabele geluidskwaliteit te komen. Aandachtspunten zijn verder de externe veiligheid; de locatie ligt vlak bij een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Ook moet rekening worden gehouden met een hoge-drukgasleiding in het gebied. MARKT Het ontwerp vormt een goede studie naar de mogelijkheden van patiowoning in hoge dichtheid. Er zal echter verder onderzocht moeten worden of ze in deze compacte schakeling op voldoende interesse van de markt kunnen rekenen. Hierbij lijkt het aanbevelenswaardig de verscheidenheid aan typen te vergroten en relatie van het wonen met de straat te heroverwegen. CONCLUSIE Lefier StadGroningen heeft inmiddels aangegeven dat ze de ontwikkeling van deze locatie wil bezien vanuit het perspectief van studentenwoningen op de Oving-locatie, als ook van de verdere ontwikkeling van de gehele Reitdiep-zone. Vooralsnog zal de locatie niet worden ontwikkeld in het kader van Intense Laagbouw.

Page 3: Bijlage 2 Beoordeling Def

3

02. FRIESESTRAATWEG BRIVEC OPDRACHTGEVER: JORCOM ARCHITECT: JOHANNES KAPPLER ARHCITEKTEN (DUITSLAND) PLAN Het ontwerp voor de locatie Brivec bestaat uit open, flexibele stedenbouwkundige structuur, waarin een verzameling woningtypen op uiteenlopende wijze is geschakeld en in compacte eenheden gegroepeerd. De zo ontstane blokken en rijen zijn volgens een orthogonaal stramien op een losse manier over de locatie verspreid, zodat een bijzondere openbare tussenruimte ontstaat met pleinen, straten en smalle stegen. STEDENBOUW+WONEN Het stedenbouwkundig model sluit goed aan op de structuur van de Ommelandenfabriek en past binnen het kader van losse ontwikkelingen aan de Friesestraatweg. De locatie heeft duidelijk twee verschillende gezichten; één aan de Friesestraatweg (met aangrenzend de ringweg) en één aan het Reitdiep. Het plan wordt ontsloten aan de straatzijde, aan de zijde van het Reitdiep is een, deels geprivatiseerde, groenzone voorzien; ertussen ontstaat een zone die door de plaatsing van de woonblokken en –rijen uit openbare ruimtes met een verschillend karakter bestaat. Naast diversiteit in openbare ruimte bevat het plan een grote verscheidenheid aan woningtypologieën, waarbij parkeerruimte zo veel mogelijk binnen de woningen is ondergebracht. Gecombineerd met de ontspannen stedenbouwkundige structuur levert dit interessante en uitdagende woonmilieus op; een insteekhaven waaromheen rijwoningen zijn gegroepeerd zorgt voor een bijzonder woningtype aan het water. Het flexibele en diverse karakter van de stedenbouwkundige structuur creëert echter ook een aantal belangrijke aandachtspunten; is de ontspannen ordening niet te transparant en zorgt zij, ondanks haar inherente kwaliteit, niet voor te weinig onderscheidt tussen de straat- en de Reitdiepzijde? De openingen tussen de bebouwing aan de straatzijde zijn positief voor de structuur van het plangebied, maar zorgen tevens voor een kwetsbare opstelling van het plan ten opzichte van de ringweg. De openingen zijn vanzelfsprekend voor de compositie, maar in relatie tot de extreem tegengestelde context aan beide zijden van de locatie, leveren ze (te) veel dwarsverbindingen op die van grote invloed zijn op de kwaliteit van het (openbare) binnengebied. De deels geprivatiseerde oever langs het Reitdiep onttrekt bovendien een deel van het groene karakter aan de openbare route langs het water. De diversiteit van het gebied bepaald in belangrijke mate de kwaliteit, maar is op de smalle strook van de locatie moeilijk te realiseren; het ontwerp bevat in dat opzicht wellicht te veel hiërarchieverschillen in de ruimtelijke opbouw van het gebied en kan gebaat zijn bij een vereenvoudiging in de uitwerking van de gehanteerde uitgangspunten en ontwerpprincipes. Hiermee zouden de verschillende soorten ruimtes een meer uitgesproken karakter kunnen krijgen. Daarnaast lijkt de volledige toegankelijkheid van het gebied voor auto’s een belangrijk aandachtspunt; het parkeren van de auto op eigen erf is een mooie oplossing, maar is in deze compacte ordening ook ingewikkeld om goed te realiseren. Zou het mogelijk zijn om sommige gebieden autovrij te maken? Ook verdient het parkeren binnen de bebouwing aandacht; hierbij bestaat het gevaar, zeker gezien de hoge dichtheid van het plan, dat auto’s de relatie tussen de woning en de straat bemoeilijken en in te grote mate de kwaliteit en inrichting van het verblijfsgebied zullen bepalen. MILIEU In het ontwerp is expliciet rekening gehouden met goede mogelijkheden voor een energiezuinige uitwerking (lage temperatuurverwarming, ventilatie met warmteterugwinning, zonneboiler en zonnepanelen). Ook wordt gebruik gemaakt van het oppervlaktewater en is aandacht geschonken aan het binnenmilieu (diepliggende ramen, natuurlijke ventilatie). Groene daken zorgen voor extra isolatie, een buffer voor de afvoer van regenwater en hebben een ecologische kwaliteit. Omgevingskwaliteit en geluid zijn aandachtspunten; in het ontwerp is hier enigszins rekening gehouden, maar dit behoeft in het vervolg extra aandacht, net als de externe veiligheid. De locatie ligt langs een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Een belangrijke risicocontour van

Page 4: Bijlage 2 Beoordeling Def

4

deze weg ligt op 30 meter; de afstand van deze weg tot de geplande bebouwing is kleiner dan 30 meter. MARKT De grote hoeveelheid verschillende woningtypologieën zorgt voor een breed palet aan mogelijke bewoners. Wel is het patiotype dominant; er moet verder onderzocht worden of deze voldoende geschikt is voor de beoogde doorstromers. CONCLUSIE De ontwikkelaar is er nog niet in geslaagd om met de eigenaar in overeenstemming te komen over de grondprijs van deze locatie. Vooralsnog wordt afgezien van verdere ontwikkeling in het kader van Intense Laagbouw.

Page 5: Bijlage 2 Beoordeling Def

5

03. FRIESESTRAATWEG GEMBETON OPDRACHTGEVER: GEMEENTE GRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: AAS ARCHITECTEN; ARCHITEKTURBÜRO SCHWALM-THEISS & BRESICH (OOSTENRIJK); JARMUND/VIGSNÆS ARKITEKTER (NOORWEGEN) A. AAS ARCHITECTEN PLAN Het plan bestaat uit een parkeerplint met daarboven geluidsmuurwoningen en appartementen, die de locatie van de aangrenzende ringweg afschermen. Achter deze ‘buffer’ bevindt zich een compacte en autoluwe woonbuurt die georiënteerd is op het Reitdiep, met rijwoningen die op verschillende wijze dusdanig zijn geschakeld dat ze (deels) een vrijstaand karakter krijgen. De woningen hebben allemaal een daktuin en sommige woningen, afhankelijk van de schakeling, een privé-buitenruimte op maaiveldniveau. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet creëert een duidelijke scheiding tussen de straatzijde en Reitdiepzijde; het parkeren in de plint is mooi opgelost, temeer daar deze door het hoogteverschil aan de zijde van de grondgebonden woningen slechts een halve verdieping verschil oplevert. Wel zou de parkeerplint een levendige straat aan de Friesestraatweg kunnen beperken en wordt er getwijfeld aan de beoogde kwaliteit van de appartementen boven de geluidsmuurwoningen. Daarnaast is de vraag of de ontsluiting van de woningen en van het plangebied vanuit de garage niet te krap bemeten is. De woningen zijn erg compact geschakeld, wat zeer beperkte privé-buitenruimte, maar ook zeer nauwe straten en openbare ruimte tot gevolg heeft. Wat is de kwaliteit van de voorgestelde privé-buitenruimtes? De woningen staan aan smalle straten en stegen, of zijn geschakeld rond binnenhoven waarvan betwist kan worden of deze niet te donker of benauwd zullen zijn. Niet alleen levert dit veel vragen op over de verhouding tussen de hoogte van de bebouwing en de open ruimte, ook is onduidelijk welke consequenties dit meebrengt voor de relatie tussen het openbare en private gebied, en hoe deze in de voorgestelde compacte schakeling in elkaar overgaan. Een deel van de woningen staat zonder privé-buitenruimte direct in het (krappe) openbare gebied. Blijft de privacy van de woningen gewaarborgd in de smalle straten? De verschillende schakelingen zijn een interessante stedenbouwkundige oefening, maar blijven abstract en zijn slechts schematisch uitgewerkt; hierdoor heeft het plan nog geen intrinsieke kwaliteit en is het op onderdelen te weinig doordacht. Het roept vragen op en bevat, door de krapte van de schakeling, ogenschijnlijk veel knelpunten. De consequentie van de compacte schakeling op de relatie tussen plattegrond, privé-buitenruimte en openbaar gebied is onvoldoende opgelost. MILIEU Het ontwerp biedt voldoende mogelijkheden voor een energiezuinige uitwerking (waterpomp, oppervlaktewater, zonnepanelen); de groene daken zorgen voor extra isolatie, een buffer voor regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Er is expliciet rekening gehouden met het geluid en omgevingskwaliteit. Externe veiligheid is een aandachtspunt; de locatie ligt langs een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Een belangrijke risicocontour van deze weg ligt op 30 meter; de afstand van deze weg tot de geplande bebouwing is kleiner dan 30 meter. MARKT Het is zeer de vraag of de woningen in deze compacte schakeling, ondanks de variatie in schakeling, interesse vanuit de markt zullen krijgen. Zowel voor de geluidsmuurwoningen en appartementen, als ook de daktuinwoningen geldt dat hun moeizame situering en schakeling erg bepalend zal zijn voor de verkoopbaarheid. B. ARCHITEKTURBÜRO SCHWALM-THEISS & BRESICH (OOSTENRIJK) PLAN Het ontwerp van Schwalm-Theiss & Bresich bestaat uit een terrassenstructuur van patiowoningen, waarin elke woning optimaal is afgeschermd van de Friesestraatweg en Ringweg, uitzicht heeft op het Reitdiep en goed

Page 6: Bijlage 2 Beoordeling Def

6

georiënteerd is ten opzichte van de zon. Ondanks de compacte schakeling is de privacy van de patio’s volledig gewaarborgd en hebben de woningen tevens een op het zuiden georiënteerd terras dat aan het woonvertrek grenst. De woningen worden ontsloten door twee brede binnenstraten en omsluiten de parkeergarage van twee lagen die in het hart van het gebouw ligt. Aan de zijde van de Friesestraatweg wordt het blok afgesloten met woningen voor studenten en tijdelijk gebruik. STEDENBOUW+WONEN Het plan verbeeldt een fascinerende en zeer consequente vertaling van het dualistische karakter van de locatie; de Friesestraatweg en het Reitdiep. De parkeeroplossing creëert een kunstmatige heuvel waarover een ingenieuze woningtypologie is gesitueerd, die de positieve en negatieve kenmerken van de locatie tegen elkaar uitspeelt. De woningen schermen zich af van de ringweg en Friesestraatweg, zijn op het Reitdiep en de zon georiënteerd en zijn zo inventief geschakeld en intern georganiseerd dat privacy, ondanks de ongekend hoge dichtheid, gewaarborgd blijft. Het innovatieve karakter van de terrasopbouw van het gehele blok levert een interessante woning over twee lagen op die, vanwege de doordachte schakeling, een hoge woonkwaliteit genereert; met de patio en het terras heeft de woning op beide lagen een buitenruimte die direct aan de woon- of slaapvertrekken grenst. Het plan heeft op zowel stedenbouwkundig als architectonisch niveau een vernieuwend karakter en is een zeer weloverwogen antwoord op de opgave van de locatie. Wel levert het consequent doorgevoerde concept twee kopse kanten op die zich weinig op de context van de locatie of omgeving richten. Deze lijken toevallig van aard, alsof het gaat om een eindeloos te herhalen blok dat aan twee zijden is afgesneden. Ondanks hun contextloosheid zijn de kopse zijden op een mooie compacte manier aangewend om de ontsluiting van de woningen te organiseren. De zorgvuldige routing start bij de hellingbanen, die loodrecht op het water zijn gesitueerd en zich vertakken in twee brede binnenstraten en twee gangen. Het ontsluitingsmechanisme is gekoppeld aan grote openingen die de schakeling van het patiotapijt doorbreken, zodat collectieve ruimtes ontstaan en er voldoende licht in de straten en gangen komt. Wellicht zou een aantal extra variaties of vermindering van het aantal woningen goed zijn om de kwaliteit van de binnenstraten, die gezien hun gesloten karakter kwetsbaar kunnen zijn, te verbeteren. MILIEU Het ontwerp biedt goede mogelijkheden voor een energiezuinige uitwerking (centrale warmtebron, vloerverwarming, ventilatie met warmteterugwinning, alternatieve energie, energiemanagement, oppervlaktewater). De groene daken zorgen voor extra isolatie, een buffer voor regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Er is aandacht voor duurzaam materiaalgebruik: ecologische en recyclebare bouwmaterialen. In het ontwerp is expliciet rekening gehouden met het geluid en een goede omgevingskwaliteit. Aandachtspunten zijn de eerste lijnsbebouwing aan de Friesestraatweg en de externe veiligheid; de locatie ligt langs een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Een belangrijke risicocontour van deze weg ligt op 30 meter; de afstand van deze weg tot de geplande bebouwing is kleiner dan 30 meter. MARKT Het plan is van dusdanige kwaliteit, dat het zeer de moeite waard wordt geacht om te onderzoeken of hieraan een vervolg kan worden gegeven. Wel is de vraag of de schaal en het aantal van één woningtype voorziene woningen niet te groot is voor de woningmarkt van Groningen. Daarbij zijn tevens de studentenwoningen en appartementen een aandachtspunt. Het plan is weliswaar moeilijk te faseren, maar biedt een nieuw, bijzonder type (en voor Groningen ongekend) gebouw dat een eigen aantrekkingskracht kan creëren. C. JARMUND/VIGSNÆS ARKITEKTER (NOORWEGEN) PLAN Het ontwerp van Jarmund/Vigsnæs Arkitekter bestaat uit een intensieve schakeling van eengezinswoningen, die met een duidelijke hiërarchie van publieke en private buitenruimtes zo over de locatie zijn verspreid dat optimaal contact met het Reitdiep ontstaat en een goede oriëntatie op de

Page 7: Bijlage 2 Beoordeling Def

7

zon. De woningen zijn in kleine groepen op verschillende manieren geschakeld en bevinden zich op een deels opgetild maaiveld, waaronder het parkeren is opgelost. De woningen hebben privé-buitenruimtes op maaiveld en/of op het dak. STEDENBOUW+WONEN Het plan toont een zeer fijnzinnige uitwerking van de dualistische opgave van locatie. Het parkeren bevindt zich op het maaiveldniveau van de Friesestraatweg, maar is overdekt zodat een nieuw maaiveld ontstaat dat aansluit op het dijkniveau aan het Reitdiep en dat bereikbaar is vanuit zowel de garage als vanaf het straatniveau. Het plangebied is daardoor autoluw, bevat geen niveauverschillen en sluit zowel goed aan op het Reitdiep, als de Friesestraatweg. Aan de zijde van de straat sluit het plangebied zich goed af naar de ringweg; hier zijn woningen in 3, 4 of 5 lagen (met deels commerciële ruimtes aan de straat) tegen de parkeerplint geplaatst, maar tevens openingen gelaten naar het hoger gelegen achtergebied, waarbij de trapgaten als geluidbuffer dienen. Het plan vertoont hiermee een vanzelfsprekend evenwicht tussen de twee verschillende zijden van het plangebied. De woningen zijn op een veelzijdige en ingenieuze wijze geschakeld, waardoor nieuwe vormen van privé- en openbare buitenruimtes ontstaan. Ondanks de dichte schakeling is een zeer zorgvuldig onderscheidt tussen privaat, publiek en openbaar gebied gemaakt, waardoor een hoogwaardig binnenklimaat ontstaat dat in de richting van het Reitdiep langzaam minder dicht en meer openbaar wordt. De subtiele overgangen die gecreëerd worden door de schakeling, leveren een uniek woongebied op dat zowel geborgen als transparant is en een goede relatie met het Reitdiep heeft. De schakeling van de woningen in kleine groepen resulteert op sommige plekken in mooie binnengebieden met privé-tuinen; daarnaast is een interessant concept ontwikkeld met dakterrassen als ‘overtuinen’. Hoewel hiervan de haalbaarheid betwijfeld kan worden, levert dit voor elke woning een (interessant nieuw type) buitenruimte op, die grenst aan de woonvertrekken. MILIEU Het ontwerp biedt goede mogelijkheden voor een energiezuinige uitwerking (daglicht/zonne-energie, goede isolatie, centrale warmtebron, oppervlaktewater). Er is aandacht voor duurzaam materiaalgebruik met een lage milieubelasting. Ook is goed rekening gehouden met geluid en omgevingskwaliteit (goede geluidsbuffers). Aandachtspunten zijn de woningen aan de zijde van Friesestraatweg en de externe veiligheid; de locatie ligt langs een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Een belangrijke risicocontour van deze weg ligt op 30 meter; de afstand van deze weg tot de geplande bebouwing is kleiner dan 30 meter. MARKT Het plan is zowel stedenbouwkundig als architectonisch buitengewoon subtiel en rijk. Het biedt veel mogelijkheden, zowel wat woningtypen als schakeling betreft en is daarom goed voorstelbaar. Het is goed faseerbaar. CONCLUSIE Er bestaat een grote voorkeur om het plan van Jarmund/Vigsnæs Arkitekter in het kader van Intense Laagbouw verder te ontwikkelen. Het plan biedt een overtuigend uitgangspunt voor de ontwikkeling van de locatie, waarbij we verder moeten onderzoeken of het project financieel haalbaar is. Vermarktbaarheid van de commerciële ruimtes lijkt moeilijk. De mogelijkheden voor fasering zijn goed. Toch is de oplossing van Architekturbüro Schwalm-Theiss & Bresich ook zeer interessant en wordt het aanbevelenswaardig geacht om actief te onderzoeken of dit voorstel elders in de stad een vervolg kan krijgen – mogelijkerwijs in relatie tot de recente aandacht voor jongerenhuisvesting. Ook hiervan moet de realiseerbaarheid worden onderzocht. De stichtingskosten van een dergelijke structuur zijn hoog; mogelijkheden tot fasering zijn moeilijk. Er is er besloten de Gembeton-locatie in het kader van de Nota Jongerenhuisvesting te onderzoeken; Schwalm-Theiss & Bresich zou hierin tevens een rol kunnen vervullen.

Page 8: Bijlage 2 Beoordeling Def

8

04. FRIESESTRAATWEG TUINCENTRUM EIGEN INITIATIEF ARCHITECT: BUREAU NOORDELOOS PLAN Het plan bestaat globaal uit twee delen; een lange strook rijwoningen in drie lagen boven een parkeervoorziening en een veld met twee typen twee aan twee geschakelde terraswoningen. Zowel de rijwoningen als de terraswoningen worden ontsloten vanaf de parallelweg van de Friesestraatweg, de weg die ook het huidige tuincentrum ontsluit. De parkeervoorziening voor alle woningen is ondergebracht in de strook met rijwoningen, zodat bijna het gehele gebied autovrij is en aansluit op de ervenstructuur van de aangrenzende bebouwing. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet van het plan is in principe een duidelijk gevolg van de locatie, maar ietwat schematisch van karakter. Ze zorgt voor een duidelijke scheiding tussen de rijwoningen langs het spoor en de terraswoningen die op het Reitdiep georiënteerd zijn. De rijwoningen vormen een goede buffer voor de rest van het gebied; hierin bevindt zich op de halfverdiepte begane grond in één laag een gestapelde parkeervoorziening, zodat de autodruk op het gebied op een slimme manier wordt opgelost. De parkeeroplossing roept wel vragen op over het gemak ervan; is deze oplossing praktisch wanneer er veel vervoersbewegingen gelijktijdig zijn? Dezelfde vraag geldt voor de ontsluiting van het gebied. Het beperken van de ontsluiting tot één toegangsweg betekent een kwalitatief openbaar gebied voor voetgangers en fietsers, maar legt tegelijk veel druk op de ontsluiting; is dit een reële oplossing voor de smalle parallel van de Friesestraatweg en de Smalstraat? Een belangrijk aandachtspunt is daarnaast de relatie met de bestaande bebouwing; niet alleen programmatisch maar ook fysiek legt de voorgestelde invulling een zware druk op de aangrenzende woonbuurt, die veel kleinschaliger van karakter is. De nieuwe woningen sluiten niet soepel aan; er is eerder sprake van een confrontatie met de bestaande bebouwing. De typologische insteek van de woningen is goed; de spoorwoningen zijn vanwege hun bufferwerking verticaal georganiseerd en op het zuiden georiënteerd, waarbij serviceruimtes zo veel mogelijk aan de spoorzijde van de woning zijn ondergebracht. De terraswoningen trappen af in de richting van het Reitdiep, zodat niet alleen op de begane grond privé-buitenruimte ontstaat, maar ook op elke verdieping en het dak. Wel is de vraag bij de terraswoningen of de relatie van het wonen met de begane grond, de straat en het openbaar gebied voldoende is gewaarborgd. De schematische weergave en uitwerking van het openbare gebied roept daarbij eveneens nog veel vragen op. Met name de kwaliteit van westelijk gelegen terraswoningen is in dat opzicht onduidelijk; deze hebben geen relatie met het Reitdiep, noch met de spoorwoningen, maar vormen ook niet de gewenste overgang naar de aangrenzende woningbouw. MILIEU Er is in het ontwerp niet aangegeven in hoeverre rekening is gehouden met energiezuinigheid; wel hebben de spoorwoningen boven het dakterras een verschuifbare zonwering die bestaat uit zonnepanelen. Geluid en omgevingskwaliteit vormen aandachtspunten, niet alleen vanwege het aangrenzende spoor, maar ook vanwege de nabijgelegen spoorbrug. Het spoor is daarnaast een aanvoerroute voor gevaarlijke stoffen; in feite moet een minimale afstand van 30 meter worden bewaard. Hiermee zou in de uitwerking rekening moeten worden gehouden en betekent vooralsnog een forse beperking voor de feitelijke ontwikkeling. MARKT Het plan bevat woningtypen die marktconform zijn; de kwaliteit en verkoopbaarheid hangt sterk af van de verdere ontwikkeling van het openbaar gebied en de relatie met de omgeving. CONCLUSIE Het plan is in aanzet een goede invulling, maar dient op basis van bovenstaande heroverwogen en verbeterd te worden. Met name de relatie met de omringende bebouwing en de kwaliteit van de woningen in relatie tot het

Page 9: Bijlage 2 Beoordeling Def

9

openbare gebied zijn daarbij essentieel. Samen met een ontwikkelende partij dient de locatie verder bestudeerd en ontwikkeld te worden.

Page 10: Bijlage 2 Beoordeling Def

10

05. HOENDIEP OPDRACHTGEVER: DE HUISMEESTERS ARCHITECT: ERWIN VAN LIEMPT I.S.M. PDB|DESIGN PLAN Het plan vormt een invulling van (een deel van) het binnenterrein van een grootstedelijk bouwblok aan het Hoendiep en bestaat uit een blok van 16 woningen rondom een besloten hof. Het voorziet tevens in de mogelijkheid om een tweede blok op de aangrenzende locatie te ontwikkelen. De woningen zijn georiënteerd op de hof, zodat privacy ten opzichte van het binnenterrein en de omringende bebouwing is gewaarborgd. STEDENBOUW+WONEN De hofwoning is als typologie voor de invulling van de locatie een mooi uitgangspunt. Het plan vormt een goede aanzet om op het binnenterrein van een bouwblok een nieuw blok te realiseren waarin de woningen zich op een besloten binnenhof richten. Het voorgestelde blok roept echter ook direct vragen op; manifesteert het zich niet te zeer als een geïsoleerd eiland? De relatie met de omgeving is moeizaam. Hoewel de locatie tot op zekere hoogte een introvert blok verantwoordt, is onduidelijk wat de relatie van het blok met zijn omgeving is. Daarnaast is het onderscheidt tussen de kwaliteit van het openbaar gebied rondom het blok en van het groengebied in de hof wel heel erg groot. De hoven zelf zijn enigszins moeizaam ontsloten, via de parkeerterreinen. De harde buitenwereld van de hofwoningen wordt nog versterkt door het ontbreken van entrees, aangezien deze allemaal aan de hofzijde zijn gesitueerd. Vraag is of de hof daarvoor niet te beperkt in afmeting is en het blok als zodanig niet te ontoegankelijk. Is de hof groot genoeg voor een enkelzijdige oriëntatie van woningen hierop? Bovendien is onduidelijk wat de status van het buitengebied is en hoe het openbare gebied zich verhoudt tot de woningen en omgekeerd. Hebben de woningen privé-buitenruimte aan de hofzijde? Is de hof wel echt een hof, fungeert de straat wel echt als straat? De hofwoning vormt in aanzet een interessante typologie voor de locatie, maar behoeft ook een betere stedenbouwkundige visie over situering, toegankelijkheid, oriëntatie, voor/achterkant en de relatie van de woning met de openbare ruimte. MILIEU Het ontwerp biedt mogelijkheden voor goede thermische isolatie. Gezien de context is de omgevingskwaliteit goed (verscholen binnenterrein). Er wordt gebruik gemaakt van duurzame onderhoudsvrije materialen, flexibele plattegronden en groene hoven. Aandachtspunt vormt het zinken dak, in verband met uitloging. MARKT Het plan voorziet in compacte woningen voor starters; voor de locatie is dat een goede keus. Uitbreiding van het programma met een zorgfunctie lijkt gezien de stedenbouwkundige situatie en de gekozen typologie een interessante keuze. Wanneer bestemd voor sociale huur en sociale koop zal het plan zonder bijdragen financieel niet haalbaar zijn. CONCLUSIE De locatie en het (mogelijk uitgebreide) programma zijn geschikt om op basis van deze typologie verder te onderzoeken, waarbij moet worden aangetekend dat de voorziene bebouwing op de parkeerplaats van het voormalige KPN-kantoor in samenhang moet worden bezien met de herontwikkeling daarvan. In het voorgestelde plan wordt enkel uitgegaan van de locatie van de Wijkpost. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling kan plaatsvinden zonder bijdragen van de gemeente. Er is aarzeling bij de huidige vorm van hofbebouwing; of deze de juiste is en op deze wijze toegepast zou moeten worden. Er zal verder onderzocht moeten worden of met een betere stedenbouwkundige en typologische inpassing een adequaat model kan worden gemaakt. Onduidelijk is op welke termijn de wijkpost zal vrijkomen.

Page 11: Bijlage 2 Beoordeling Def

11

06. A-WEG EIGEN INITIATIEF – MEERVOUDIGE STUDIE ARCHITECTEN: AAS ARCHITECTEN; BUREAU RITSEMA I.S.M. JUTTEN ARCHITECTUUR A. AAS ARCHITECTEN PLAN Het ontwerp van AAS Architecten voor de A-weg bestaat uit 32 geschakelde, om en om georiënteerde grondgebonden woningen met een eigen privé-daktuin. De woningen hebben een beukmaat van 3.60 meter maar grijpen per twee woningen in elkaar, zodat op verschillende niveaus een verdubbeling hiervan ontstaat. Het zo ontstane karakteristieke bouwblok is asymmetrisch; het heeft een meer open karakter aan de Hoendiepskade en een meer gesloten karakter in de richting van de A-weg. Het parkeren is in één laag ondergronds opgelost. STEDENBOUW+WONEN Het plan heeft door de wisselende oriëntatie van de woningen een opvallende verschijning; het om en om oplopende dakterras creëert een ruggengraatachtige structuur, die in de richting van de stad lichtjes oploopt. Door de smalle beukmaat en het in elkaar schakelen van de woningen is een bijzonder type ontstaan. De woning heeft een unieke kwaliteit, al is een terechte vraag of deze niet te ingewikkeld georganiseerd is. Is de gekozen typologie bovendien wel geschikt voor deze locatie? De locatie is een oude brede invalsroute die met een gebouw op bijzondere wijze gemarkeerd zou kunnen worden; het voorgestelde plan lijkt in dat opzicht, hoe ingenieus de typologie ook is, een optelsom van woningen. Het gebouw is opvallend, maar te weinig een markant of kenmerkend gebouw voor de locatie. Het heeft geen duidelijke kop, maar lijkt op een willekeurige plek te zijn afgesneden. De vraag is of grondgebonden woningbouw op deze locatie geschikt is om een markant gebouw te maken. Een volgende overweging vormt de relatie van de woningen met de straat. Omdat de locatie smal is en de woningen erg verticaal georganiseerd zijn, wordt de relatie van het woonprogramma met de straat bemoeilijkt. Ook levert de compacte schakeling een kwetsbare ontsluitingstructuur, al is deze net zo ingenieus als de typologie zelf. Aan de zuidzijde levert dit een arcade op met daarachter een binnenstraat met doorzichten naar de parkeergarage, waarvan moeilijk is in te schatten hoe deze zou functioneren; in combinatie met commerciële en kantoorfuncties zou deze ontsluiting kunnen werken. Het blijft echt een smalle plint met stijgpunten en de relatie met de straat is moeilijk aangezien de trottoirs zeer smal zijn. MILIEU Het ontwerp biedt een goede basis voor een energiezuinige uitwerking (collectieve warmtepomp, zonnepanelen). Het geluid en de omgevingskwaliteit worden bepaald door het verkeer; het is niet mogelijk een geluidsluwe zijde te creëren. De groene daken geven extra isolatie, zijn een buffer voor regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. MARKT Gezien de moeilijke locatie, ingeklemd tussen wegen, is het de vraag of hiervoor een markt te vinden is. Ook het bijzondere type werkt daarin mee. Het is een bijzonder gebouw, maar de kwaliteit en functionaliteit ervan zijn twijfelachtig voor de locatie. B. BUREAU RITSEMA I.S.M. JUTTEN ARCHITECTUUR PLAN Uitgangspunt voor het plan is het creëren van een robuust baken voor deze plek in de stad. Door de situering van het gebouw ontstaat een plein op een kruispunt van routes, dat zorgt voor de verankering van de plek in de stad. Het gebouw heeft een generieke structuur met dubbele gevel, waarin een grote hoeveelheid verschillende woningtypen als een puzzel is ondergebracht. Het kan een mix van wonen en werken huisvesten, waarbij verschillende samenstellingen mogelijk zijn. Het parkeren is in twee lagen ondergronds opgelost.

Page 12: Bijlage 2 Beoordeling Def

12

STEDENBOUW+WONEN Het concept van het baken in de stad is een interessant principe voor de locatie. Het gebouw doet recht aan de stedenbouwkundige situatie en het plein zou met een zorgvuldige uitwerking als een knoop in het stedelijk netwerk kunnen functioneren. De ingenieuze vervlechting van de woningen, de mogelijkheid voor woon/werkcombinaties en de via de grond ontsloten penthouses hebben in een uitdagend ontwerp geresulteerd, dat flexibiliteit in woninggrootte en –type biedt. Hoewel de penthouses moeilijk als laagbouw bestempeld kunnen worden, sluiten ze goed aan bij het uitgangspunt van het baken. Het zorgt voor unieke woningen op een unieke plek. Het woonprogramma zorgt echter ook de meeste vragen in relatie tot het gebouw als baken. Het gebouw heeft een markante verschijning, maar is ze voldoende een baken? De aanwezigheid van het woonprogramma verzacht in dat opzicht het markante karakter dat het gebouw zou moeten hebben. Ook de portico is in dat opzicht dubbelzinnig; voor het woonprogramma kan zij als passieve zongevel goed werken, maar het gebouw verliest daarmee wellicht iets van zijn krachtige verschijning. Omgekeerd biedt de combinatie met werken perspectief voor deze plek, maar maakt ze tegelijk de kwaliteit van het wonen in relatie tot de straat moeilijk. Op de koppen is zowel op de begane grond, als op de bovenste laag onder het tongewelf publiek programma voorzien; onduidelijk is echter of deze voldoende representatief vorm kunnen krijgen. Zijn de kopse kanten overtuigend genoegd en niet te gesloten? Het ontwerp is een mooie en interessante aanzet voor de discussie over de mogelijkheden van de plek. MILIEU In het ontwerp is uitgegaan van het passief benutten van zonne-energie in combinatie met wintertuinen als warmte/koudebuffer; op zich een goed principe, dat verder uitgewerkt moet worden en wellicht met andere maatregelen aangevuld kan worden. Het geluid en de omgevingskwaliteit worden bepaald door het verkeer; het is niet mogelijk een geluidsluwe zijde te creëren. Wel zorgt de portico met balkons aan de zuidzijde voor enige geluidswering. MARKT Het gevarieerde woonprogramma en de combinatie met werken lijkt reëel voor de locatie. Het bouwplan lijkt duur; de haalbaarheid is daarom een vraagteken. Ook de parkeeroplossing lijkt moeilijk te realiseren, zowel financieel als fysiek. CONCLUSIE De voorstellen zijn interessante exercities voor de complexe locatie, maar niet overtuigend genoeg om een vervolg te krijgen. Vooralsnog lijkt bebouwing op deze locatie in het kader van Intense Laagbouw ruimtelijk niet wenselijk en economisch niet haalbaar.

Page 13: Bijlage 2 Beoordeling Def

13

07. BEDUMERWEG EIGEN INITIATIEF – MEERVOUDIGE STUDIE ARCHITECTEN: ARCHITECTENBUREAU HOLVAST EN VAN WOERDEN; TEAM 4 ARCHITECTEN A. ARCHITECTENBUREAU HOLVAST EN VAN WOERDEN PLAN Holvast en Van Woerden doen een voorstel om het brede profiel van de Bedumerweg te corrigeren, een weg die met name bepaald wordt door verkeer en een barièrre vormt tussen de Korrewegwijk en de Hoogte. Door het invoegen van een extra strook bebouwing ontstaat een profiel dat zich beter verhoudt tot de omringende bebouwing en dat de ruimtelijke samenhang tussen beide wijken vergroot. Daarnaast wordt een deel van het Boterdiep teruggebracht; het plan bestaat uit 20 woningen die, aan de zijde van zuidoostelijke ventweg (Bankastraat), gegroepeerd in groepjes van twee half in het water en half op de oever staan. STEDENBOUW+WONEN Het plan mengt zich in de discussie over bebouwing in een historisch gegroeid breed profiel. Het terugbrengen van het water herstelt de historisch ruimtelijke continuïteit en benadrukt de lengte van de oude waterweg en invalsroute. De daaraan gekoppelde bebouwing doorbreekt het eenduidige kader dat de straatgevels van de Bedumerweg vormen, maar creëert in de lengterichting van de straat wel een bescheiden nieuwe wand, terwijl ook doorzichten naar de Bankastraat blijven bestaan. Hiermee blijft er een ruimtelijke relatie tussen de Bankastraat en de Bedumerweg gewaarborgd, maar wordt tevens een meer op de omringende bebouwing afgestemd profiel gerealiseerd, al is een terechte vraag of de in groepjes van twee geclusterde woningen daarvoor voldoende massa hebben. De los geordende tweetallen hebben een objectmatig karakter, die de soliditeit van de straatwand in de lengterichting lijken te ontkennen. Of de voorgestelde stedenbouwkundige situering een ‘helende’ of juist ‘belemmerende’ werking tussen beide wijken zal hebben, is daarom de grote vraag. De voor het plan uitgewerkte lamellenschakeling van twee woningen lijkt, gezien de beperkte ruimte, een interessante typologie. Hoewel hiermee het objectkarakter van de woningen vergroot wordt, levert deze keus een dubbele buitenruimte naast en tussen de woningen op. Door deze vondst ontstaan echter ook de meeste vragen; hoewel de ruimte tussen de woningen goed benut wordt, is deze niet alleen op de Bankastraat en het water gericht, maar tevens op de Bedumerweg en de bijbehorende verkeersoverlast. Vormen de voorgestelde hangende tuinen tussen en naast de woningen en het teruggebrachte water voldoende een buffer ten opzichte van de Bedumerweg? Bovendien is ondanks deze oriëntatie de relatie tussen de typologisch inventieve woningen en het water niet optimaal; de buitenruimte op de begane grond maakt deze koppeling, maar is verbonden met de bergruimte in de woning en niet met het woonprogramma. Een andere twijfel ontstaat bij de functie van de begane grond; de woning is verticaal georganiseerd en om en om zijn de woonvertrekken op de eerste en de tweede verdieping gesitueerd, wat een levendige begane grond en relatie met de straat bemoeilijkt. De mogelijkheid om werkruimtes te creëren biedt perspectief, maar het gevaar van een plint waarin slechts geparkeerd wordt is ook aanwezig. Het uitgangspunt om de historische lijn van het water terug te brengen creëert mogelijkheden voor bebouwing, maar de combinatie met woningbouw blijkt een complexe opgave. Levert het water voldoende kwaliteit voor de woningen? Is de kwaliteit van het wonen voldoende voor deze locatie en voegen de woningen een meerwaarde toe aan de Bankastraat? MILIEU Het ontwerp voldoet goed aan de duurzaamheidambities van de stad (goede isolatie, oriëntatie, zonwering; zonneboiler/panelen. Groene daken geven extra isolatie, een buffer voor regenwaterafvoer en ecologische kwaliteit. Voor de geluids- en omgevingskwaliteit is de Bedumerweg uiteraard een aandachtspunt; er zijn geen geluidsluwe buitenruimtes gecreëerd. MARKT Er is spanning tussen de voorgestelde woningen en de locatie; is er een doelgroep voor dure woningen op die locatie? Hoe verkoopbaar zijn de

Page 14: Bijlage 2 Beoordeling Def

14

woningen? Het plan kan niet bekostigd worden vanuit het beperkte woningbouwprogramma. B. TEAM 4 ARCHITECTEN PLAN Het plan bestaat uit 32 woningen die in de lengterichting van de Bedumerweg in 6 groepen van 4, 5 of 6 woningen volgens een lamellenstructuur zijn geschakeld. De woningen creëren een nieuw dubbel profiel; tussen de bebouwing zijn openbare ruimtes voorzien die als stepping stones de wijken aan weerszijden van de Bedumerweg functioneel verbinden. De woningen zijn smal en diep, en haaks op de straat georiënteerd. Parkeer- en buitenruimte bevindt zich, net als in het plan van Holvast en Van Woerden, tussen de woningen. Aan de zijde van de Bedumerweg is de bebouwing door middel van een smalle groenstrook van het verkeer gescheiden. STEDENBOUW+WONEN Het plan bestaat uit een typologisch vergelijkbare oplossing, maar verschilt stedenbouwkundig wezenlijk. In tegenstelling tot het plan van Holvast en Van Woerden wordt niet de historische lijn van het water teruggebracht, maar een compacter nieuw dubbel profiel voorgesteld. Hierdoor staan de woningen dicht aan de weg, maar is er tussen de bebouwing ruimte voor een uitgebreid openbaar programma. Zowel de compact geschakelde woningen als de openbare ruimte lijken echter klem te zitten tussen de Bedumerweg en de Bankastraat. Vraag is in hoeverre de kwaliteit van de woningen en de openbare ruimte niet te veel bepaald wordt door de omringende infrastructuur. Daarnaast is de begane grond van de woningen een aandachtspunt; het woonprogramma is (ten opzichte van de Bedumerweg logischerwijs) op de eerste verdieping gesitueerd, waardoor de begane grond en de relatie van de woningen met de Bankastraat grotendeels bepaald worden door het parkeren en de slaapvertrekken. Hiermee levert het nieuwe profiel aan de Bankastraat niet direct een functioneel-ruimtelijke meerwaarde. Hoewel de buitenruimte tussen de woningen goed is afgeschermd van zowel Bedumerweg en Bankastraat, is het de vraag of de kwaliteit van het wonen tussen beide straten voldoende is. De stepping stones leveren een goede aanzet tot de functionele verbinding van beide wijken. De koppeling van beide wijken met levendige openbare ruimte biedt kansen voor een goed profiel. De stedenbouwkundige opzet is daarbij zorgvuldig op de omgeving afgestemd; de stepping stones zijn uiteraard met de belangrijkste kruispunten verbonden, maar nemen naarmate de Bedumerweg breder wordt in de richting van de ringweg, in schaal en maat toe, net als het aantal geschakelde woningen. Ook voor de stepping stones is echter wel de vraag of deze in de huidige oplossing niet te zeer zijn ingeklemd tussen de Bedumerweg en de Bankastraat. De ruimtelijk opgave om het profiel van de Bedumerweg meer in overeenstemming te brengen met de bebouwing is een goed uitgangspunt. Ook hier blijkt deze opgave zich echter moeilijk te combineren met woonprogramma. De typologische oplossing vormt een goede basis, maar creëert door de complexe context ook veel vragen. MILIEU Hoewel het plan een uitstekende score behaalt met het instrument GPR Gebouw, is niet duidelijk in hoeverre een energiezuinig ontwerp gerealiseerd kan worden. In het ontwerp is goed rekening gehouden met de geluids- en omgevingskwaliteit; bergingen dienen als geluidweringen in de richting van de Bedumerweg. MARKT De doelgroep van starters en middelbare singels past goed bij de locatie. Wel staan de woningen erg dicht op de weg; dit lijkt ongunstig voor de verkoopbaarheid. Ook is de vraag of de woning niet te duur is voor de doelgroep en de locatie. CONCLUSIE Er is grote waardering voor beide voorstellen. De plannen laten een interessante aanzet zien in de behandeling van het brede profiel van de Bedumerweg. Toch blijkt dat woningbouw op de locatie een complexe opgave genereert en zich moeilijk laat verenigen met de infrastructuur. Hoewel de plek ruimtelijk mogelijkheden biedt voor bebouwing, is een goede functionele

Page 15: Bijlage 2 Beoordeling Def

15

inpassing van woonprogramma moeilijk. De studies tonen interessante woningtypologieën; misschien zou de combinatie of verdere ontwikkeling van beide plannen een goed alternatief opleveren? Ondanks de waarde van beide studies is het zeer de vraag of de locatie geschikt is om in het kader van Intense Laagbouw te ontwikkelen. Er is aarzeling ten aanzien van woonprogramma op de locatie, maar we staan niet direct afwijzend ten opzichte van de initiatieven. Het wordt zinvol geacht de plannen in breder verband met zowel bewoners als betrokken corporaties die bezit hebben in de omgeving, te bespreken en verder te onderzoeken.

Page 16: Bijlage 2 Beoordeling Def

16

08. MELISSEWEG OPDRACHTGEVER: NIJESTEE ARCHITECT: KAW ARCHITECTEN PLAN Het plan van KAW architecten bestaat uit 200 woningen die in compacte clusters van verschillende woningtypen over 6 hectare grond zijn verspreid. Hierdoor is er tussen de woningclusters veel ruimte voor openbaar groen van hoge kwaliteit, dat een relatie kan aangaan met de beleving van de woning. De groenstructuur zorgt er bovendien voor dat het plan zich natuurlijk in de bestaande structuur van de omringende bebouwing voegt. De woningclusters bestaan uit dubbele stroken geschakelde woningen die half over een parkeergarage op de begane grond zijn gevouwen. Boven de garage ontstaat een dek dat wisselend ruimte biedt aan privé-tuinen of hoven. STEDENBOUW+WONEN Het plan past goed in de omgeving van Ulgersmaborg: zowel de groen- als bebouwingstructuur sluit mooi aan op de wijk en de woningen verrijken het gebied, zonder een groot contrast met de bestaande vooraard te vormen. Doordat de woningen zo compact mogelijk zijn geclusterd, is er veel ruimte voor gemeenschappelijk groen met een hoge kwaliteit. Bovendien is door de overdekte parkeeroplossing, ondanks de compacte clustering, een dubbele oriëntatie in de woningen ontstaan, zonder dat de auto bepalend is voor de openbare ruimte. Aandachtspunt voor het hierdoor ontstane tweede maaiveld is echter wel de relatie met het omringende landschap. Deze zou dusdanig vormgegeven moeten worden dat zowel de woningen als het dek een directe relatie met het omringende landschap kunnen aangaan. Het tweede maaiveld en het openbare groen moeten zorgvuldig op elkaar afgestemd worden. Een tweede aandachtspunt vormt de relatie van de woningclusters met het bedrijventerrein; hier lijkt het plan ruimtelijk en functioneel op de Melisseweg te botsen. Vraag is of de schakeling dwars op de Melisseweg een goede keus is, temeer daar deze in combinatie met de smalle omringende groenstrook een onduidelijke relatie met de straat aangaan. Ook de kwaliteit van de groene ruimte tussen de blokken is hierbij een aandachtspunt, net als de relatie van de clusters in de richting van de Pop Dijkemaweg. De drie in het plan verwerkte woningtypen zijn in basis gelijk, maar verschillen in hun omgang met het tweede maaiveld. De randwoningen laten een bijzonder patiotype zien dat half in een groene dijk van het aangrenzende park is geschoven. Vraag is of de woningtypen geen baat hebben bij individueel groen en of de parkeeroplossing onder een dek wel noodzakelijk is. Een type met meer privé-tuinen zou het woonprogramma nog verder kunnen differentiëren. MILIEU Het ontwerp geeft een goede aanzet tot een energiezuinig plan (actieve zonne-energie door bijzondere vorm van de kap, collectief installatiesysteem); in het vervolg dient dit verder te worden uitgewerkt. In het ontwerp is expliciet rekening gehouden met de omgevingskwaliteit; het plan schermt zich af van de oostelijke ringweg en omsluit aan deze zijde een geluidsluwe zone met veel groen en water. Externe veiligheid vormt een aandachtspunt; de locatie ligt langs een transportroute voor de gevaarlijke stoffen, de minimale afstand tot de bebouwing moet 30 meter bedragen. MARKT Het plan is geschikt voor de beoogde doelgroep van starters en jonge gezinnen; het ontwikkelen van woningen voor sociale huur en sociale koop past goed. Het plan levert verjonging op in de buurt, maar biedt tevens mogelijkheden voor ouderen. Vraag is wel of de relatie met het bedrijventerrein geen negatieve invloed heeft op de verkoopbaarheid, temeer daar bij een gefaseerde uitvoering, de voorziene kwaliteit langzaam zal ontstaan. De grondverhoudingen, de contouren van industrie en verkeer, maar ook de staat van ondergrondse infrastructuur verdienen in het vervolg extra aandacht. CONCLUSIE Hoewel voor de verdere ontwikkeling van het plan verschillende aandachtspunten naar voren zijn gebracht, willen we de betrokken partijen aanmoedigen om het plan nader te onderzoeken en uit te werken. Aandacht

Page 17: Bijlage 2 Beoordeling Def

17

wordt gevraagd voor het kostenverhaal; de grond in het plangebied is in handen van verschillende eigenaren. De overeenkomst van de gemeente met het Noorderpoort College inzake een eerdere grondoverdracht vereist tevens aandacht. Er is twijfel over de verkoopbaarheid van de woningen op specifiek deze locatie. Van belang zijn de contouren van het industriegebied en het wegverkeer.

Page 18: Bijlage 2 Beoordeling Def

18

09. FLORAKADE ALFA LAVAL OPDRACHTGEVER: BAM – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: LAURA ALVAREZ ARCHITECTURE; LOOS ARCHITECTS; TWA ARCHITECTEN A. LAURA ALVAREZ ARCHITECTURE PLAN Het plan van Laura Álvarez bestaat uit 3 blokken met in elkaar gevlochten patiowoningen over 2 of 3 lagen, die in elk blok 2 interne gemeenschappelijke patio’s boven een parkeerdek omsluiten. De blokken worden gescheiden door twee straten die haaks op de locatie staan en een ruimtelijke relatie leggen tussen het Van Starkenborghkanaal en het park aan de Pioenstraat. Naast de gemeenschappelijk patio’s grenzen twee in elkaar gevlochten woningen steeds aan twee ‘privé-patio’s’, behalve de woningen die zich boven de opgangen naar de gemeenschappelijke patio’s bevinden. Hierdoor is een stedelijk patroon ontstaan met 9 verschillende patiotypen. De woningen worden ontsloten vanuit zowel de straten als de gemeenschappelijke patio’s. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet van het plan is het resultaat van een fijnmazig netwerk van geschakelde patiowoningen, waarin een zorgvuldige overgang is gezocht van straat naar gemeenschappelijk patio en privé-patio. Dit resulteert in een prachtig complex stedelijk weefsel, waarvan de verschillende patiotypen letterlijk in elkaar grijpen en een zeer diverse, rijke ruimtelijke ervaring teweeg brengen. Het plan is een interessante poging om met een verscheidenheid aan patiotypes toch een stedelijk blok te maken. In tegenstelling tot de stedenbouwkundige uitgangspunten is het blok in de lengterichting niet doorsneden, zoals de stedenbouwkundige opzet van het aangrenzende blok tussen de Pioenstraat en de Florakade laat zien. Daarnaast voldoet het plan niet aan de randvoorwaarden van het bestemmingsplan; belangrijkste aandachtspunt is dat naast de noord-zuidverbinding door het blok, een meer stedelijke uitwerking van het blok aan de zijde van het kanaal en het park wordt gewenst. Een verdere differentiatie van woningtypen zou hieraan kunnen bijdragen. De vraag is bovendien of, ondanks de hoeveelheid variatie, het plan niet een te groot aantal patiowoningen bevat. Het patiotype leent zich goed voor de compactheid van het plan, maar zou wellicht aangevuld kunnen worden met andere typen. Daarnaast lijkt het wat betreft de stedenbouwkundige opzet een terechte vraag of het dwarsparkeren in de betrekkelijk smalle tussenstraten niet een te grote druk legt op de kwaliteit van deze ruimte. Hierdoor wordt het contrast met de gemeenschappelijk patio’s, die zondermeer een ruimtelijke kwaliteit hebben, groot. De fijnzinnige stedenbouwkundige organisatie ontstaat door de ingenieuze vervlechting van zowel verticaal als horizontaal geschakelde, unieke patiowoningen. Dit levert een boeiende en complexe relatie tussen de woningen op, maar zorgt eveneens voor een grote menging van privé-sferen. Zo subtiel als de overgangen tussen de openbare straten en de meer publieke gemeenschappelijke patio’s en hun gebruik lijken te zijn, zo moeizaam lijkt het daadwerkelijk private karakter van de in elkaar gevlochten woningen en hun buitenruimtes gewaarborgd. De verwevenheid van de woningen creëert daarmee een ander type privé-buitenruimte, die in feite per twee woningen gedeeld lijkt te zijn en meer als groene lichtschacht dient dan als tuin. Gezien de karakteristiek van de omliggende wijk lijkt het een terechte vraag of dit type, al is het een bijzonder stedelijke schakeling van patiowoningen, in de wijk niet te veel een eiland op zich zal zijn. MILIEU Het ontwerp past lage temperatuurverwarming toe, evenals natuurlijke ventilatie met gecontroleerde CO2-concentratie; bij verdere uitwerking zijn aanvullende maatregelen nodig om tot een daadwerkelijk energiezuinig ontwerp te komen. Wat betreft leefomgevingkwaliteit zijn er geen problemen te verwachten. Externe veiligheid is wel een aandachtspunt; het kanaal is een route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. De minimale afstand tot het water dient 25 meter te zijn.

Page 19: Bijlage 2 Beoordeling Def

19

Extra aandacht is besteed aan water en waterbesparende installaties: de opvang van regenwater voor gebruik in toilet en tuin of voor het wassen van auto’s MARKT De grootste vraag in de haalbaarheid en verkoopbaarheid van het plan is of de hoeveel patiowoningen niet te groot is voor een stad als Groningen. De locatie leent zich er wel voor maar zou wellicht in combinatie met andere typen een grotere kans van slagen hebben. Daarnaast is zowel de voorgestelde stedenbouwkundige opzet als de toegepaste patiotypologie zeer vooruitstrevend en innovatief; ook hierbij geldt dat het aantal daarvoor wellicht te groot is. B. LOOS ARCHITECTS PLAN Het plan van Loos bestaat uit 6 onafhankelijke blokken waarin een grote verscheidenheid aan grondgebonden woningtypen van 3-4 lagen is opgenomen, die georganiseerd zijn rond een overdekt parkeerveld op de begane grond. De meeste woningen vouwen zich over het parkeerdek en hebben op het dek een privé-buitenruimte. Op het dek bevinden zich ook gemeenschappelijke paden en doorkijken naar de parkeergarage. Op een aantal plaatsen in de blokken zijn kleine appartemententorentjes opgenomen van 5 of 6 lagen. De 6 blokken worden gescheiden door twee dwarsstraten tussen de Pioenstraat en de Florakade en een straat in de lengterichting van het blok. Omdat deze breder zijn dan gewoon, autoluw zijn en van vorm verschillen (met uiteen- of naar elkaar toelopende straten) fungeren ze als collectieve publieke ruimte. STEDENBOUW+WONEN Het plan sluit mooi aan op de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de locatie; het past goed in de directe omgeving en bouwt voort op de context van de wijk als totaal. De stedenbouwkundige opzet creëert een autoluw en veelzijdig stervormig binnengebied, dat in feite wordt gevormd door de straten die het blok in zes kleinere blokken splitsen. De subtiele vorm van de blokken is daarbij zeer bepalend en, hoewel gebaseerd op een orthogonale indeling, net afwijkend van een eenvoudig grid van lengte- en dwarsstraten. Hiermee combineren de straten hun infrastructurele verbindingsfunctie met die van publieke ruimte en ontstaat een mooie ruimtelijke gelaagdheid binnen het totale blok. De keuze van de parkeeroplossing is daarbij essentieel, aangezien deze de straten autovrij houdt en het toegepaste tweede maaiveld optimaal benut. Dit heeft geresulteerd in zes zeer gedifferentieerde stedelijke woonblokken met een hoge dichtheid. De verschillen in woningtypen dragen sterk bij aan het gedifferentieerde beeld. Deze zijn weliswaar gebaseerd op een basistype, waarbij zowel de relatie met de straat als het dek is gewaarborgd, maar vertonen kleine verschillen. Vraag is of de kleine appartemententorentjes nodig zijn om het blok nog gevarieerder te maken; ook zonder de appartementen is het plan veelzijdig genoeg. MILIEU In het ontwerp zijn goede principes opgenomen voor een energiezuinige uitwerking (warmtepompen, passief huis); nadere invulling en uitwerking is gewenst. De groene daken geven extra isolatie, een buffer voor regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Voor de leefomgevingkwaliteit worden geen problemen verwacht. Externe veiligheid is wel een aandachtspunt; het kanaal is een route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. De minimale afstand tot het water dient 25 meter te zijn. MARKT Het plan is zeer marktconform, al zou een kleiner woningtype voor starters een goede aanvulling zijn. Het plan is bovendien flexibel en in fasen te realiseren, wat voor de haalbaarheid zeer gunstig is. C. TWA ARCHITECTEN PLAN Het plan van TWA architecten is gebaseerd op een eenvoudig en flexibel grid, dat een grote verscheidenheid aan woningtypen mogelijk maakt en straten,

Page 20: Bijlage 2 Beoordeling Def

20

pleinen en stegen op twee maaiveldniveaus met elkaar verbindt. Het grid sluit aan op de aangrenzende blokken en zorgt voor zowel lengte- als dwarsverbindingen door het blok. Het eerste maaiveld van de gridstructuur biedt plaats aan ontsluiting, parkeren en een plein; het tweede voorziet in een collectief verblijfsgebied. De meeste woningen kunnen vanaf het maaiveld zowel als het dek worden ontsloten, waardoor alternatieve woningtypologieën en functies kunnen ontstaan. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige structuur lijkt opgevat als een stad in een stad, met een complexe interne structuur die relaties met de omgeving aangaat. Daarmee voldoet het niet aan de stedenbouwkundige uitgangspunten en het bestemmingsplan; het plan heeft een originele en zeer gelaagde opbouw, maar past daarmee minder goed in de context van de wijk als totaal. De vernuftige routing door het blok op twee niveaus roept daarbij bovendien de vraag op of de openbare, publieke en private ruimtes niet te veel op elkaar zijn betrokken. Hoewel hiermee een rijk en veelzijdig stedelijk weefsel ontstaat, ontstaan tevens moeilijk te definiëren restruimtes, die het gevolg lijken te zijn van de typologische diversiteit; de diversiteit is wellicht te groot? Die vraag komt ook naar voren bij het tweede maaiveld; verliest de begane grond daarmee niet een deel van haar kwaliteit? Voegt de extra laag in de publieke ruimte voldoende toe? De typologische diversiteit en gelaagdheid van het plan zorgen daarnaast voor een complexe ontsluiting. De mogelijkheid voor een dubbele ontsluiting is daarmee een interessante insteek voor alternatieven in gebruik, maar ook hierbij rijst de vraag of deze niet voor een te complexe ruimtelijke structuur zorgt, waarmee de kwaliteit van de oplossing ondermijnd wordt. Het plan lijkt in zijn geheel gebaat bij een eenvoudigere insteek; het gekozen grid biedt daartoe voldoende mogelijkheden. MILIEU Het ontwerp bevat goede uitgangspunten voor een energiezuinige uitwerking (blokverwarming met biomassacentrale of warmtepomp, extra isolatie, warmteterugwinning van water en ventilatie, zonneboilers); ook zijn maatregelen tegen oververhitting genomen. Wat betreft leefomgevingkwaliteit zijn er geen problemen te verwachten. Externe veiligheid is wel een aandachtspunt; het kanaal is een route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. De minimale afstand tot het water dient 25 meter te zijn. Daarnaast is een duurzaam materiaalgebruik voorgesteld en een grijswatercircuit. MARKT De te grote diversiteit en gelaagdheid van het ontwerp lijken het realiteitsgehalte van het plan in de weg te staan. CONCLUSIE De voorkeur van de opdrachtgevende partij gaat uit naar het plan van Loos Architects en het biedt perspectief om met dit plan verder te gaan. Wij onderschrijven deze voorkeur volledig. Het plan heeft een hoge stedenbouwkundige kwaliteit en is flexibel genoeg om wijzigingen en een gefaseerde ontwikkeling mogelijk te maken. Wel zal de ontwikkeling van het plan moeten worden afgestemd op ontwikkelende corporaties in de omgeving. Mooi uitgangspunt zou zijn om de drie architecten bij de het vervolg, dat wil zeggen: bij de architectonische uitwerking van het stedenbouwkundig plan (voorkeursmodel), te betrekken. De architectenkeuze komt uiteraard tot stand in nauwe samenspraak tussen ontwikkelende partij en de gemeente.

Page 21: Bijlage 2 Beoordeling Def

21

10. OOSTERHAMRIKKADE SYBESMA OPDRACHTGEVER: NIJESTEE – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: ANA ARCHITECTEN; NEXT ARCHITECTS A. ANA ARCHITECTS PLAN Het plan van ANA architecten bestaat uit blokjes van 3-6 geschakelde woningen, die in vier lange rijen verspreid zijn over een kunstmatige heuvel van parkeerplaatsen en bergingen. De smalle straten worden op een aantal plaatsen verbreed tot collectieve buitenruimtes. Dwarsstraten verbinden de lange zijden van het plangebied en de woningen met de waterzijde. Door de kunstmatige heuvel strekt het maaiveld zich uit over de begane grond, eerste en tweede verdieping; ze wordt gevormd door smalle, intieme en autovrije straatjes. De heuvel zorgt ervoor dat de meeste woningen vanuit de woonverdieping vrij uitzicht op de omgeving hebben. Om de privacy in de smalle straatjes te waarborgen is het principe van de overtuin toegepast; de woningen hebben aan de overzijde van de straat een flexibele ruimte. Privé-buitenruimte bevindt zich op het dak van de woningen. Op de kop van de locatie zijn appartementen voorzien. STEDENBOUW+WONEN Het plan past binnen de grenzen van het bestemmingsplan Waterrand en daarmee binnen de stedenbouwkundige context van de plek. De stedenbouwkundige opzet en de parkeeroplossing zorgen voor een inventief schema, temeer daar de kunstmatige heuvel de woningen een extra kwaliteit geeft. Het schema doet denken aan de Siedlung Halen, van Atelier 5, maar dan op een kunstmatig landschap. De kunstmatigheid van de heuvel zorgt echter wel voor de meeste vragen; creëert het plan door het opgetilde maaiveld niet te veel een eiland op zich? Is de collectieve ruimte van smalle straten en pleinen wel ruim genoeg en van voldoende kwaliteit om de grote hoeveelheid woningen te bedienen. En, nog belangrijker, is dit netwerk van straten en pleintjes goed op de omgeving aangetakt? De parkeeroplossing zorgt voor een mooie autovrije, collectieve ruimte, maar werpt ook letterlijk een drempel op voor de ontsluitingen van de woningen. Hiervoor worden stijgpunten vanuit de garage gebruikt, maar ook hellingbanen en trappen vanaf het maaiveld. Deze vormen in feite enkel de ontsluiting van het opgetilde stratenpatroon. Is de ‘straatdichtheid’ wellicht te hoog voor een kunstmatig maaiveld? De gekozen woningtypologie met ‘overkamer’ zorgt hierbij overigens voor een interessante relatie tussen straat en woning. De keuken en de flexibele ruimte als overkamer (die als werkplek of atelier kan dienen) sluiten daarbij direct aan op het collectieve karakter van de begane grond. Daarnaast is de vraag of het plan niet te compact is voor de (perifere) locatie en of dit niet ten koste gaat van de relatie met het Van Starkenborghkanaal. Privé-buitenruimte bevindt zich alleen op het dak, terwijl de kwaliteit van de locatie een directe relatie van de woningen met het maaiveld doet vermoeden. Hoewel de stedenbouwkundige opzet en de gekozen parkeeroplossing het karakter van de gemeenschappelijke woonsfeer bepalen, blijft de vraag of de toegepaste dichtheid niet op gespannen voet staat met de kwaliteit van collectieve ruimte en daarmee de beoogde woonkwaliteit. MILIEU In het ontwerp worden enkele zinvolle suggesties gedaan voor de energiezuinige uitwerking (collectieve warmtepomp, warmte/koudeopslag, balansventilatie, zonneboiler of –cellen), maar verder is dit thema niet uitgewerkt. Wel is uitgegaan van een optimale oriëntatie ten opzichte van de zon. Groene daken zorgen voor een goede waterhuishouding, maar zorgen ook voor extra isolatie en ecologische kwaliteit. Geluid is een aandachtspunt voor de locatie (toekomstige HOV-lijn; een geluidsluw binnengebied is moeilijk te creëren en hiermee dient rekening te worden gehouden. Ook externe veiligheid is een aandachtspunt; de locatie ligt langs het Van Starkenborghkanaal, een route voor gevaarlijke stoffen. De minimale afstand tot het water dient 25 meter te zijn. Hoogbouw langs een transportroute is ongewenst. Het ontwerp gaat uit van materialen met een lage milieubelasting (bijvoorbeeld leemstuc, hout).

Page 22: Bijlage 2 Beoordeling Def

22

MARKT Hoewel de stedenbouwkundige opzet en de gekozen parkeeroplossing het karakter van de gemeenschappelijke woonsfeer bepalen, blijft de vraag of de toegepaste dichtheid niet op gespannen voet staat met de kwaliteit van collectieve ruimte en daarmee de beoogde woonkwaliteit. Daarnaast bestaat bij de opdrachtgevende partij de twijfel of de locatie op korte termijn verder te ontwikkelen is; het plan biedt veel goede ingrediënten, maar er zijn momenteel veel bouwprojecten in de directe omgeving gepland, die reeds verder in ontwikkeling zijn en voorlopig in voldoende aanbod voorzien. B. NEXT ARCHITECTS PLAN Het plan van NEXT architects bestaat uit vier woningtypen die in een slingerbeweging geordend zijn en daarmee aan zowel de water- als de straatzijde vier hoven omsluiten. Behalve de appartementen op de kop van de locatie, zijn alle woningen grondgebonden; er zijn patiowoningen, split-levelwoningen en rug-aan-rugwoningen die half over elkaar heen zijn geschoven. Het parkeren is half verdiept opgelost in de vier hoven aan de waterzijde en deels onder de bebouwing geschoven, maar wordt ontsloten aan de straatzijde. Op de parkeerlaag bevindt zich een dek dat langzaam in de richting van de straat oploopt en waaraan de woningen zo veel mogelijk zijn ontsloten. In de hoven aan de straatzijde zijn tuinen voorzien. STEDENBOUW+WONEN De meanderende vorm van de stedenbouwkundige opzet zorgt ervoor dat de woningen op een ingenieuze manier via semi-openbare hoven verbonden zijn met en gericht zijn op de Oosterhamrikkade. De hovenstructuur verlengt letterlijk de kade en ontsluit, door de schaal ervan, een mooie beperkte hoeveelheid woningen. Mooi is tevens dat de kwaliteit van de openbare ruimte is gekoppeld is aan de kwaliteit van het water. De ruimtelijke opzet creëert daarnaast een mooie mix van typologieën, al wordt getwijfeld aan de toepasbaarheid van rug-aan-rugwoningen op deze locatie en de manier waarop ze in de slinger zijn verwerkt. De verschillende typen woningen hebben verschillende buitenruimtes: patio’s, tuinen aan de straatzijde of terrassen. Daarnaast zorgen de hoven voor mooie overgangen naar straat of waterzijde. Hierdoor is de ontsluiting van de woningen ook heel helder en de adressering van de woningen binnen het totale plangebied eenduidig. Het plan past op enkele kleinigheden na binnen het bestemmingsplan en daarmee binnen de stedenbouwkundige context van de locatie. Wel is de vraag of de gekozen parkeeroplossing niet te ingewikkeld is; een parkeerveld onder de gehele locatie zou wellicht logischer zijn. De parkeeroplossing is echter wel efficiënt en levert een hoogwaardige openbare ruimte op. Het plan kan nog aan kwaliteit winnen in de verdere uitwerking; wellicht wordt bij de toren (vanuit de stedenbouwkundige opzet) te veel vastgehouden aan het gekozen vormidioom. Wel interessant is dat in het verloop van de slinger een niet al te hoog accent ontstaat. MILIEU In het ontwerp is weinig aandacht geschonken aan een energiezuinige uitwerking. Wel is uitgegaan van groene daken; deze houden regenwater vast, zorgen voor extra isolatie en hebben een ecologische kwaliteit. Geluid is een aandachtspunt voor de locatie; in het ontwerp is expliciet rekening gehouden met de geluidbelasting van de toekomstige HOV-lijn. Aan de noordzijde wordt een geluidluwe kant gecreëerd. Ook externe veiligheid is een aandachtspunt; de locatie ligt langs het Van Starkenborghkanaal, een route voor gevaarlijke stoffen. De minimale afstand tot het water dient 25 meter te zijn. Hoogbouw langs een transportroute is ongewenst. MARKT Het plan biedt een goede stedenbouwkundige hoofdopzet en lijkt op een realistische manier uitgewerkt te kunnen worden. Ook voor dit plan geldt echter dat Nijestee als opdrachtgever voorlopig te veel andere bouwprojecten in de omgeving heeft en onduidelijk is in hoeverre een vervolg wordt gegeven aan deze ontwikkeling.

Page 23: Bijlage 2 Beoordeling Def

23

CONCLUSIE Beide plannen vormen een goede aanzet voor de invulling van het gebied en laten binnen het kader van de manifestatie interessante oplossingen zien voor toekomstige ontwikkelingen. Het plan van ANA zou wellicht in iets minder dichte vorm verder ontwikkeld kunnen worden, het plan van NEXT misschien met iets andere woningtypen. Maar beide bieden goede bouwstenen voor een vervolg. Wel wordt door de opdrachtgever, als ook door de projectgroep Intense Laagbouw getwijfeld aan het hoogteaccent. Gezien de lopende bouwopgave in de directe omgeving en de huidige situatie in de markt, aarzelt opdrachtgever Nijestee echter om het plan op korte termijn verder te ontwikkelen. Voorlopig krijgen de plannen en de ontwikkeling van de locatie geen vervolg in het kader van Intense Laagbouw.

Page 24: Bijlage 2 Beoordeling Def

24

11. OOSTERHAMRIKKADE ZUIDZIJDE OPDRACHTGEVER: GEMEENTE GRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: 2012ARCHITECTEN; ATELIER BRUUT; SKETS ARCHITECTUURSTUDIO A. 2012ARCHITECTEN PLAN Het ontwerp van 2012Architecten bestaat uit een tapijt van vier rijen rug-aan-rug geschakelde woningen, die langzaam in de richting van het water hoger worden. De vier rijen bevatten meerdere woningtypen gebaseerd op twee basistypen: de buitenste twee rijen worden gevormd door terraswoningen, de binnenste twee rijen door patiowoningen. Alle woningen worden aan de straat of de kade ontsloten, ook de woningen die zich in het binnengebied bevinden. Het parkeren is onder een van de rijen met patiowoningen opgelost. STEDENBOUW+WONEN Het plan heeft een sterk innovatief karakter, zowel in typologie en stedenbouwkundige opzet, als ook in duurzaamheid, het hergebruik van materialen en groene daken. Hoewel ingenieus op de locatie gelegd, heeft het plan eveneens een erg prototypisch karakter; het is goed georiënteerd op de zon, maar vormt een eiland op zich. Het is een lineaire verkaveling die weinig op de omgeving is gericht. Hierdoor lijken de kopse kanten (aan de dwarsstraten) simpelweg afgesneden, alsof het plan in feite een eindeloos toepasbaar model is. Ondanks de interessante typologie en schakeling, past het plan zoals getekend niet goed binnen het bestemmingsplan, dat uitgaat van een gesloten bouwblok, passend binnen de karakteristiek van de wijk, met 4 bouwlagen aan de belangrijkste wegen; de twee lagen aan de Vinkenstraat zijn hiermee in tegenspraak. De ontsluiting van de woningen en het parkeren is intelligent opgelost; ook de ‘verborgen woningen’ hebben een deur -en dus een duidelijk adres- aan de straat. Het plan creëert een heldere scheiding tussen openbaar en privé-gebied. Binnen het plangebied is geen openbare ruimte; de woningen aan de randen zijn op straat gericht, de woningen in het blok op hun eigen patio. Hoewel getwijfeld kan worden aan de geschiktheid van het plan voor de locatie, levert de stedenbouwkundige opzet een mooi gedifferentieerd woningaanbod op. Het is de vraag of het plan een meerwaarde heeft voor de Oosterparkwijk, maar in zichzelf is het een zeer doordacht stedenbouwkundig en typologisch model voor intense laagbouw. MILIEU In het ontwerp zijn de woningen optimaal op de zon georiënteerd, met behulp van een terrasopbouw. Ook wordt uitgegaan van verwarmingswater op basis van zonne-energie. Groene daken geven extra isolatie, regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Het ontwerp zou aangevuld kunnen worden met een warmtepomp. Geluid is een aandachtspunt; het plan is georiënteerd op het zuiden, waar ook de toekomstige HOV-lijn komt. Dit zorgt voor een hoge geluidbelasting aan de zijde met de meeste kwaliteit. Uniek in het ontwerp is de keuze voor hergebruik van materialen – de te slopen torens van de belastingdienst. MARKT Het model biedt een grote variëteit aan woningen, zowel in type als in grootte en kan dus een grote hoeveelheid bewonersgroepen aanspreken. Wel is de vraag of de twee basistypen in deze hoeveelheid geschikt is voor de locatie. B. ATELIER BRUUT PLAN Het ontwerp van atelierbruut omvat gestapelde dubbellaagse drive-inwoningen, woon/werkwoningen en gestapelde maisonnettes, rond een dubbellaagse parkeervoorziening met daarboven een dek. Hierdoor zijn de drive-inwoningen zowel vanuit de parkeergarage ontsloten, als via het dek of de straat. De woon/werkwoningen zijn via het dek of de kade ontsloten, de maisonnettes via galerijen. Alle woningen hebben een serre over twee lagen. Het dek fungeert als gemeenschappelijke buitenruimte.

Page 25: Bijlage 2 Beoordeling Def

25

STEDENBOUW+WONEN Het plan creëert een helder stedelijk blok waarbij de kwaliteiten binnen en buiten het blok goed zijn benut, zowel op het niveau van de Oosterparkwijk, als de stad als geheel. Het past in principe binnen het bestemmingsplan, maar laat net als het plan van 2012Architecten de kopse kanten blind eindigen. Dit is voor de opzet van het verhoogde maaiveld en de parkeeroplossing een logische uitwerking, maar levert in relatie tot de omgeving een moeizame aansluiting op. Wel zorgt de gekozen opzet voor een mooi hof op niveau; de relatie tussen de parkeergarage, het dek en de ontsluitingen van de woningen is zeer overtuigend en vanzelfsprekend opgelost. Hierdoor is de adressering van de woningen goed, al is de ontsluiting van de woningen op het verhoogde maaiveld minder vanzelfsprekend grondgebonden. Het plan zet in die zin de definitie van laagbouw op scherp; hoewel gestapeld zijn de drive-inwoningen en woon/werkwoningen in ieder geval aan één zijde verbonden met straat of maaiveld en staan ze in die zin met beide benen op de grond. Vraag is of het blok niet te massaal is, al wordt de massa van het blok gerelativeerd door de verhoogde hof. Daarnaast is het ontbreken van privé-buitenruimte een aandachtspunt. MILIEU Het ontwerp is goed op de zon georiënteerd; in de zomer fungeren de serres als overstek, in de winter als aangename verblijfsruimte (laag hangende zon); daarnaast zorgen de diepe bouwmassa en het parkeren in het hart van het gebouw voor reductie van warmtetransmissie. Aanvullende maatregelen zijn noodzakelijk voor een echt energiezuinig ontwerp. Groene daken geven extra isolatie, regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Geluid is een aandachtspunt; in het ontwerp is duidelijk rekening gehouden met de toekomstige HOV-lijn; het ontwerp creëert een gemeenschappelijke, geluidsluwe buitenruime. De serres zorgen voor een goede geluidbuffer. MARKT Het plan voorziet in een gedifferentieerd woningaanbod; het ontbreken van privé-buitenruimte is een aandachtspunt. Het plan biedt een goede basis; nadere uitwerking ten aanzien van de zijstraten lijkt noodzakelijk. C. SKETS ARCHITECTUURSTUDIO PLAN Het plan van SKETS architectuurstudio is opgebouwd uit een tapijt van patiowoningen in drie lagen rond een smalle dwarsstraat en een parkeervoorziening van drie lagen. Ook voorzien zijn appartementen, eveneens georganiseerd rond een patio. De woningen worden vanuit de omliggende straten zowel als de smalle dwarsstraat ontsloten. De patio’s zijn twee aan twee geordend, zowel bij de grondgebonden woningen als de appartementen, waarbij ze in feite als grote lichtschachten fungeren. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet getuigt van een interessante poging om met een ongebruikelijk woningtype en een specifieke architectonische uitstraling een stedelijk blok te creëren dat refereert aan de oorspronkelijke functie van het gebied. Daarnaast is het plan zo veel mogelijk gebaseerd op daadwerkelijk grondgebonden woningen; het is een fraaie schakeling van patiowoningen die tezamen een zeer compact tapijt vormen. Ondanks de zorgvuldige stedenbouwkundige en typologische afstemming, past het plan niet goed binnen de uitgangspunten van het bestemmingsplan; ze past moeilijk in de stedenbouwkundige context. De dichtheid van de schakeling en de keuze van het woningtype zorgt voor te gesloten gevels aan de belangrijkste straten; het tapijt van woningen is in zichzelf een heldere ruimtelijke structuur, maar sluit weinig aan op de omgeving. De aanwezigheid van patio’s aan de randen versterkt deze tegenstelling. De woningen richten zich op de patio en hebben geen duidelijke relatie met de straat. De relatie tussen de gekozen stedenbouwkundige opzet en de woningen is mooi; de ontsluitingen zijn goed en adressering helder. Het daadwerkelijk grondgebonden karakter van de woningen is bepalend geweest voor de vormentaal; door de hoge dichtheid is de positie en vorm van de patio’s, als ook de daklijn afgestemd op de lichtinval en de stand van de zon.

Page 26: Bijlage 2 Beoordeling Def

26

De parkeeroplossing ligt als een compact eiland tussen de patiowoningen, maar heeft geen relatie met de woningen of de ontsluitingen daarvan. Het dek van de garage zorgt voor een mooi extra maaiveld als ontsluiting voor de appartementen. Net als bij het plan van 2012Architecten is het de vraag of het patiotype geschikt is voor deze locatie; de patiowoningen, met overigens zeer goede plattegronden, en de manier waar deze geschakeld zijn, lijken te veel een eiland op zich. Ook de plattegronden van de appartementen zijn interessant. MILIEU In het ontwerp is uitgegaan van een energiezuinig concept (vraaggestuurde ventilatie, warmtepomp, goede isolatie, vloerverwarming, eventueel zonneboiler). Buitenwering voorkomt oververhitting in de zomer. Geluid is een aandachtspunt; de bebouwing aan de zuidzijde is op de begane grond aangesloten, maar bij verder uitwerking is de geluidsbelasting op de open ponsgaten van de verdieping cruciaal. MARKT Vraag is of de gekozen woningtypologie geschikt is voor de plek en in deze hoeveelheid marktconform; de plattegronden van de appartementen verrijken het woningaanbod. CONCLUSIE Er is grote voorkeur voor de oplossing van atelierbruut; wij adviseren om bij de verdere ontwikkeling van de locatie het plan en de typologie van atelierbruut als uitgangspunt te nemen. Los van de ingediende plannen en het vervolg is het een terechte vraag of de voorziene hoogbouwintensivering aan de waterzijde werkelijk nodig is. Er wordt geadviseerd om de locatie vooralsnog niet in ontwikkeling te brengen, maar deze goed af te stemmen op (verder gevorderde) ontwikkelingen in de omgeving.

Page 27: Bijlage 2 Beoordeling Def

27

12. OOSTERHAMRIKKADE NOORDZIJDE OPDRACHTGEVER: GEMEENTE GRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: AEQUO ARCHITECTS; ANGELIS+PARTNER ARCHITEKTEN; ZOFA A. AEQUO ARCHITECTS PLAN Het plan van AEQUO Architects bestaat uit een stedelijke strook van vijf lagen aan de Oosterhamrikkade en een strook patiowoningen in het bouwblok, gescheiden door een parkeerlaag op de begane grond met daarboven een tweede maaiveld dat beide stroken met elkaar verbindt en een collectieve stedelijke ruimte creëert. De parkeerlaag loopt door tot onder de patiowoningen, waardoor deze over twee lagen zijn georganiseerd maar grotendeels op dekniveau liggen. De strook van vijf lagen die het bouwblok aan de zijde van de Oosterhamrikkade weer voltooit, is opgebouwd uit een groot aantal in elkaar gevlochten woningtypen, die vrijwel allemaal aan straat of dek zijn ontsloten. Het dek is toegankelijk vanaf de parkeerlaag, de patiowoningen en de Oosterhamrikkade, en voorzien van grote openingen die het parkeren van licht en groen kunnen voorzien. STEDENBOUW+WONEN Het plan past goed in de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de locatie en creëert een mooie vloeiende overgang van de strook met vijf lagen aan de Oosterhamrikkade en de tweelaagse patiowoningen op het binnengebied. De strook aan de Oosterhamrikkade vormt een goede stedelijke afsluiting van het blok, terwijl de patiowoningen het zicht hierop verzachten door het hellende, begroeide dak. Deze helling, die ook de vijfde laag aan de Oosterhamrikkade bepaalt, zorgt voor een evenwichtige visuele relatie tussen de intensivering die het plan kenmerkt en het bestaande blok. Het plan is goed ingepast en voegt zich overtuigend naar de context. De parkeeroplossing en de relatie met de patiowoningen zowel als de woningen langs de Oosterhamrikkade is goed. De parkeerlaag biedt voor de stedelijke setting een mooi alternatief maaiveld, dat door grote openingen de kwaliteit van het parkeren aanzienlijk vergroot. Ook mooi is dat door het nieuwe maaiveld elke woning via straat en/of maaiveld en dus via de ‘grond’ ontsloten kan worden. Het dek creëert tevens een directe relatie tussen de vijflaagse bebouwing en de patiowoningen, al wordt deze relatie niet doorgezet naar het achterpad. Dit brengt de grootste twijfel over het dek met zich mee. De relatie van het dek met de Oosterhamrikkade lijkt voldoende gewaarborgd, maar hoe is het plan aan de interne verkeerstructuur van het blok getakt? Is er een directe relatie tussen het dek en het achterpad, of is deze enkel via de kopse kanten van de stroken voorzien? De open, ‘onafgemaakte’ eindes van het dek zijn tevens een punt van zorg. De schaal van het dek is aan de grote kant en kent een duidelijk lineair karakter. Dit wordt versterkt doordat het maaiveld aan de uiteindes in feite oplost in het blok, zonder een goede afsluiting. Het plan zou aan kwaliteit kunnen winnen door een duidelijk begin en einde te creëren, dan wel de schaal van het maaiveld in kleinere, ook beter te faseren, eenheden onder te verdelen. Er is gekozen voor een intelligente puzzel van woningtypen, zodat elke woningen een relatie heeft met dek en/of straat. Dit levert interessante en onalledaagse woningtypen op, al zullen sommige te complex zijn om goed in de markt te kunnen zetten. Een aarzeling bij het totale blok aan de Oosterhamrikkade wordt gevormd door de terugliggende eerste laag. Er wordt getwijfeld aan de kwaliteit hiervan, zowel voor de woningen als voor de relatie van de woningen met de straat. MILIEU Het plan bevat goede uitgangspunten voor een energiezuinige uitwerking (trias energetica; collectieve warmtepomp, betonkernactivering). Daarnaast zorgen groene daken voor extra isolatie en dienen ze als buffer voor regenwater. Geluid is een aandachtspunt, maar hiermee is rekening gehouden in het ontwerp. Achter de aaneengesloten bebouwing langs de Oosterhamrikkade is een geluidsluw maaiveld gecreëerd en op de begane grond langs de drukke weg zijn niet geluidsgevoelige functies gesitueerd. Aandachtspunt blijft de indeling van de woningen op de bovenverdiepingen. Wat betreft materiaal wordt het hergebruik van gevelstenen en het bouwen in hout (Lenotec) voorgesteld.

Page 28: Bijlage 2 Beoordeling Def

28

MARKT Het plan kent een grote hoeveelheid woningtypen en lijkt geschikt voor verschillende doelgroepen. Wel wordt er vanuit gegaan dat het plan is op te splitsen in kleinere eenheden, zodat het gefaseerd of in een beperktere maat uitgevoerd kan worden. B. ANGELIS+PARTNER ARCHITEKTEN PLAN Het plan van Angelis+Partner Architekten is opgebouwd uit een bebouwingstrook langs de Oosterhamrikkade van vier lagen, die door zes dwars gesitueerde, hellende bouwvolumes verbonden is met een lamellenstructuur van tweelaagse eengezinswoningen aan het achterpad. Tussen het bouwvolume aan de Oosterhamrikkade en de eengezinswoningen aan het achterpad is een parkeerlaag voorzien, waarboven zes collectieve (maar door hun ruimtelijke opbouw in feite semi-openbare) hoven zijn geplaatst. De dwars gesitueerde bouwvolumes zorgen voor een kleinschaliger beleving van het plan, terwijl de intensiteit ervan vergroot wordt. De hoven zijn met elkaar verbonden, maar zorgen tevens voor de relatie tussen de Oosterhamrikkade en de in het blok gelegen woningen. STEDENBOUW+WONEN Het plan voegt zich zorgvuldig in de stedenbouwkundige context en past naadloos in de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de locatie. Het combineert twee voor de Korrewegwijk kenmerkende stedenbouwkundige structuren: het gesloten bouwblok en de hof, zodat een hoge dichtheid kan worden gerealiseerd. Door de hellende volumes van de eengezinswoningen aan het achterpad, als ook door de hellende vierde laag langs de Oosterhamrikkade en de dwars gesitueerde bouwvolumes wordt visueel een soepele overgang tussen de nieuwbouw en het bestaande blok gecreëerd. De haaks op de lengte van de locatie gesitueerde bouwvolumes zorgen voor een grote intensivering van het achtergebied, maar maken tevens de enorme schaal en maat van de locatie in kleinere eenheden toegankelijk. Dit wordt versterkt door de lamellenstructuur van de woningen aan het achterpad, die voorkomt dat er een aaneengesloten bouwmassa in de richting van de woningen aan de Star Numanstraat ontstaat en bovendien voor een goede ruimtelijke verankering van het ontwerp in de omgeving zorgt. Tussen de woningen aan het achterpad zijn tuinen voorzien, maar eveneens openingen gelaten, zodat elke hof met het achterpad verbonden is. De hoven zijn daarnaast allemaal met elkaar en de Oosterhamrikkade verbonden, zodat de gehele structuur een rijkgeschakeerd en fijnmazig stadsweefsel oplevert. Door de bijzondere vorm van de afgesneden en hellende bouwvolumes is een verassende verzameling woningtypen ontstaan, waarvan de meeste woningen direct in relatie staan met de straat en/of de semi-openbare hof. Door de stedenbouwkundige opzet en toegankelijkheid van de bouwstructuur zijn zes kleinschalige woonbuurten ontstaan die op overtuigende wijze bemiddelen tussen de levendige Oosterhamrikkade en de aangrenzende woningbouw. De kwaliteit van de hoven en de mogelijke doorkoppeling onderling als ook naar de achterburen geven het plan een meerwaarde. De intensiteit van het plan is op schitterende wijze aan de kwaliteiten van de locatie gekoppeld. MILIEU In het ontwerp is nog geen invulling gegeven aan een energiezuinige uitwerking. Voor de omgevingskwaliteit is geluid een aandachtspunt; hiermee is in het ontwerp rekening gehouden. Er is sprake van een aaneengesloten bebouwing langs de Oosterhamrikkade, waardoor erachter een geluidsluwe ruimte wordt gecreëerd. Aandachtspunt bij de verdere uitwerking is de indeling van de geluidsbelaste zijde van de woningen aan de Oosterhamrikkade. MARKT Het plan kent een grote hoeveelheid woningtypen en is geschikt voor verschillende doelgroepen. Bovendien is het door de stedenbouwkundige opzet goed faseerbaar en/of in kleinere eenheden uitvoerbaar.

Page 29: Bijlage 2 Beoordeling Def

29

C. ZOFA PLAN Het plan van zofa is in volumeopbouw vergelijkbaar met de twee overige plannen, maar verschilt in vorm en uitwerking. De bebouwing is georganiseerd in twee stroken, variërend van vier lagen aan de Oosterhamrikkade tot één laag aan het achterpad. Beide stroken verspringen ook naar twee of drie lagen, waardoor een zeer gelaagde opbouw van het blok ontstaat. De twee stroken zijn opgebouwd uit steeds een cluster van drie vervlochten woningen aan de Oosterhamrikkade en twee geschakelde patiowoningen aan het achterpad, gescheiden door een parkeerlaag met een collectief maaiveld daarboven. Door de inventieve schakeling wordt de verhoogde woonstraat een verlengstuk van de woning. Elke woning heeft daarnaast een compacte daktuin. STEDENBOUW+WONEN Hoewel het volume sprongsgewijs aftrapt in de richting van de bebouwing aan de Star Numanstraat past het plan wat betreft volume goed binnen de stedenbouwkundige uitgangspunten. Het geheel heeft door de terrasachtige opbouw een wat grilliger karakter en weerspiegelt mooi de diversiteit die de clusters van woningtypen bieden. De parkeeroplossing is goed georganiseerd en via grote openingen op de Oosterhamrikkade kortgesloten. De parkeerplaatsen zijn direct aan de woningen gekoppeld; auto’s kunnen bijna letterlijk voor de deur gezet worden. De woningen zijn vanuit de garage zowel als vanaf het dek en/of de straat en het achterpad ontsloten, wat een goede toegankelijkheid creëert en de relatie van de woningen met de omgeving versterkt. Het plan is goed in de context verankert. Aandachtspunt is wel, net als bij het plan van AEQUO, de schaal en maat van het verhoogde maaiveld. Voordeel is dat in het plan van zofa het dek aan beide kopse zijden beëindigd is. Bovendien is een goede verbinding met het achterpad gemaakt, centraal in het plan. Vraag is of dit voldoende is, of dat een betere koppeling van het plan aan de interne structuur van het bouwblok is gewenst. Wel is overtuigend invulling gegeven aan een monumentale entree en is de verhoogde woonstraat door de bijzondere schakeling en grote openingen naar zowel de Oosterhamrikkade als het achterpad een interessante stedelijke ruimte geworden. De woningtypen bestaan uit clusters van vijf en bieden een palet van unieke woningen, die op intrigerende wijze zijn geschakeld. Vraag is of de woningen niet te ingewikkeld zijn; is de puzzel te complex? Op de begane grond is ruimte voor commerciële functies. Het gevelbeeld suggereert een totaalplan maar verbeeldt tevens de typologische puzzel waaruit het plan is opgebouwd. MILIEU In het ontwerp is rekening gehouden met een energiezuinige uitwerking (klimaatgevel, zonnepanelen, vegetatie). Aandachtspunt is oververhitting aan de zuidzijde. De klimaatgevel doet tevens dienst als geluidsscherm; daarnaast is een zo goed als aaneengesloten bebouwing gecreëerd aan de drukke Oosterhamrikkade, waardoor erachter een geluidsluw gebied wordt gecreëerd. MARKT Hoewel het plan een totaalbeeld creëert, is het vanwege de opbouw uit clusters goed te faseren. Het woningaanbod is divers en uniek, geschikt voor een brede doelgroep. CONCLUSIE Alle drie plannen hebben een goede kans van slagen. Geadviseerd wordt om ze allen in te zetten in de verdere ontwikkeling van beide blokken tussen de Oosterhamrikkade en de Star Numanstraat. De plannen zullen niet op grote schaal worden toegepast, maar in kleinere eenheden, wat een aantal hierboven genoemde aandachtspunten overbodig maakt. Wel zullen de plannen verder op de daartoe aan te wijzen locaties toegespitst moeten worden. Eén zal in deelgebied B worden uitgewerkt, twee in deelgebied A. De voorgestelde aanpak heeft steun in de buurt. Er kan op korte termijn met de ontwikkeling van deze drie projecten gestart worden, elk met een andere ontwikkelaar.

Page 30: Bijlage 2 Beoordeling Def

30

13. OOSTERHAMRIKKADE DISTRIBUTIECENTRUM UMCG OPDRACHTGEVER: URBAN INTEREST ARCHITECT: VAN RINGEN ARCHITECTEN PLAN Het plan van Van Ringen Architecten bestaat uit 46 rug-aan-rug geschakelde woningen die in een lamellenstructuur zijn georganiseerd rond zes hoven. De lamellenstructuur vormt de nieuwe afsluiting van het bouwblok en maakt op een slimme manier gebruik van de diepte van het blok. Hierdoor ontstaat er extra ruimte voor woningen en is het mogelijk de parkeervoorziening onder een gemeenschappelijk dek diep in het blok te situeren. Het opgetilde maaiveld trapt af naar de hoven en zorgt ervoor dat alle, ook de diep in het blok gelegen, woningen zicht op het water hebben. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp maakt op een inventieve manier gebruik van de grote dieptemaat van het blok; de lamellenstructuur creëert semi-openbare hofjes met een overzichtelijke en beperkte schaal en maat. De totale gevelafstand van de bebouwing langs de kade en dus de kwaliteit van wonen neemt hierdoor toe. Het plan past met deze zorgvuldige stedenbouwkundige opzet naadloos in de context van de Oosterparkwijk, waarin dergelijke hofjes ook voorkomen. Ook voegt het plan zich mooi naar de stedenbouwkundige karakteristiek van de wijk, waarbij stedenbouw, architectuur en openbare ruimte goed op elkaar zijn afgestemd. Daarnaast past het plan goed in de Visie Oosterhamriktracé, waarin de bebouwing langs de Oosterhamrikkade wordt omgevormd tot een zone waarin binnenstedelijk wonen een belangrijke plek krijgt. Ondanks de dichtheid van het plan is de kwaliteit van de hofjes goed; ze ontsluiten een beperkt aantal woningen en blijven daarmee overzichtelijk en goed beheersbaar. Per hofje is het parkeren opgelost, wat de vervoersbewegingen beperkt. Door de heldere ontsluiting is de adressering van de woningen eveneens goed, temeer daar de hoven goed in verbinding staan met de kade en in feite onderdeel zijn van één ononderbroken ruimte aan het water. De kwaliteit van de openbare ruimte is daardoor direct verbonden met die van de ruimtelijke kwaliteit van de locatie, wat de woningen ondanks het ontbreken van tuinen aantrekkelijk maakt. MILIEU De woningen zijn goed georiënteerd op de zon; daarnaast is de voorgestelde warmtepomp een goed middel voor een energiezuinig ontwerp, net als het alternatief van aardwarmte – dit zou nader onderzocht moeten worden. Een andere (nader te onderzoeken) oplossing is de toepassing van restwarmte van het UMCG. Geluid is een aandachtspunt; gevoelig punt voor de verdere uitwerking is de open bebouwing aan de zijde van de busbaan. MARKT Het woningaanbod is divers, wat het plan kansrijk maakt. Het type woning, de stedenbouwkundige opzet en de relatie met de openbare ruimte passen goed op de locatie en zorgen voor een realistisch plan. De faseerbaarheid en dus ontwikkelingsmogelijkheden van het plan zijn goed. CONCLUSIE Het plan leent zich goed voor verdere ontwikkeling. Aandachtspunt in de nadere uitwerking is de aansluiting van het plan op de aangrenzende bebouwing in het blok. Daarnaast is een goede uitwerking van de voorgestelde architectuur (details en materiaal) essentieel voor de kwaliteit van het plan. We zien graag het vervolgtraject van dit plan tegemoet en zouden de ontwikkelaar willen uitnodigen om het in samenwerking met de dienst RO/EZ verder te ontwikkelen. De ontwikkelaar heeft echter aangegeven het plan niet verder te willen ontwikkelen.

Page 31: Bijlage 2 Beoordeling Def

31

14. BODENTERREIN OPDRACHTGEVER: GEMEENTE GRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: CIMKA; GRUPPE OMP (DUITSLAND); POOL ARCHITEKTUR (OOSTENRIJK) A. CIMKA PLAN Het plan bestaat uit grondgebonden woningen, beneden/bovenwoningen en appartementen die in een lamellenstructuur zijn georganiseerd boven een halfverdiepte parkeergarage en een plint met voorzieningen aan de toekomstige Vrydemaweg. De plint zorgt voor een goede afscherming in de richting van het water en fungeert als een semi-openbaar stadsbalkon dat afloopt naar de kade. De ruimte tussen de lamellenstructuur kan naar gelang behoefte en type woning worden gebruikt als gemeenschappelijke of privé-buitenruimte. De daken worden gebruikt voor terrassen. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet van een lamellenstructuur in combinatie met een plint biedt een interessant ruimtelijk antwoord op de verschillende zijdes van de locatie; de woningen zijn optimaal georiënteerd en staan allemaal in verbinding met het water, terwijl aan de toekomstige Vrydemaweg een duidelijke straatwand ontstaat. Het opgetilde stadsbalkon boven de plint met voorzieningen speelt daarbij een verbindende rol; niet alleen creëert deze een relatie tussen de straat en het achtergebied, het verbindt tevens de verschillende zijdes van de lamellen met elkaar. Het stadsbalkon fungeert zo als een mooie semi-openbare ruimte die zowel overgang als scheiding is van de straat en achtergebied. Daarnaast biedt de stedenbouwkundige opzet kansen voor een goede mix van private, semi-openbare en openbare ruimte, die in het voorliggende schema, net als de woonblokken, meer een model met mogelijkheden presenteert dan een voltooid plan laat zien. Het plan voorziet in verschillende woningtypen, van grondgebonden woningbouw tot appartementen. De organisatie in stroken levert dubbelzijdig georiënteerde woningen op en biedt mogelijkheden voor zowel woning als buitenruimte. De ruimte tussen de lamellenstructuur kan worden ingericht met privé-tuinen of collectieve hoven. De terrasopbouw richting het balkon maakt verschillend ingerichte private en collectieve inrichting mogelijk. MILIEU Er is sprake van een optimale bezonning van de woningen; de woningen zijn voorzien van lamellen die warmtereducerend zijn, maar ook warmte- en stroomopwekkend. Daarnaast zijn andere maatregelen genomen voor een energiezuinig ontwerp (collectieve warmtepomp, vloer/wandverwarming, ventilatie met warmteterugwinning, ledverlichting en eventueel micro wkk, stoken op biomassa). Een andere (nader te onderzoeken) oplossing is de toepassing van restwarmte van het UMCG. Het ontwerp is voorzien van zo veel mogelijk recyclebaar/upcyclebaar materiaal en een hoogwaardige, onderhoudsvriendelijke afwerking. Groene daken zorgen voor extra isolatie, regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Daarnaast wordt regenwater hergebruikt. Geluid is een aandachtspunt (toekomstige HOV-lijn); in de verdere uitwerking moet onderzocht worden of de aangesloten bebouwing op de begane grond voldoende afscherming biedt tegen geluidsbelasting op de woningen. MARKT Het plan kent een mooi gedifferentieerd woningaanbod en is daarmee kansrijk. B. GRUPPE OMP (DUITSLAND) PLAN Het plan van gruppe omp bestaat uit een compact stadsblok waarin verschillende woningtypen opgenomen zijn. Deze typen zijn globaal over drie zones verspreid: een straatzone met winkels en appartementen voor studenten, starters en ouderen, daarna een tuinzone met woon/werkwoningen die aan een achterstraat worden ontsloten en als laatste een waterfront met gezinswoningen. De gesloten wand aan de toekomstige Vrydemaweg zorgt voor een goede afscherming van het achtergebied, waar, door de losse ordening en schakeling van de woningen, een ontspannen woonsfeer ontstaat.

Page 32: Bijlage 2 Beoordeling Def

32

STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet maakt net als in het plan van CIMKA een mooie overgang tussen de stedelijke sfeer aan de Vrydemaweg en het ontspannen achtergebied langs de Oosterhamrikkade. Tussen de twee zones is een derde geplaatst, zodat een mooie mix van woningtypologieën en een gedifferentieerd woonmilieu ontstaat. Vraag is wel of de plint met voorzieningen aan de toekomstige Vrydemaweg niet te gefragmenteerd is vormgegeven; hier zijn de ruimte-eenheden door de fysieke structuur klein gehouden, wat de mogelijkheden voor verschillende functies beperkt. De stedenbouwkundige opzet lijkt hierin gemakkelijk aanpasbaar. Het achterterrein met woon/werkwoningen en ateliers creëert een informeel binnengebied met mooi overgangen tussen openbare, collectieve en private ruimte, al dient deze zorgvuldig te worden vormgegeven. Een dergelijke informele sfeer kan een kwetsbare openbare ruimte opleveren, maar lijkt in het voorgestelde ontwerp kansrijk door de combinatie van wonen en werken; een goede balans tussen de collectieve en private ruimte is echter noodzakelijk. De schaal en maat van het plan is goed afgestemd op de context; hierdoor wordt tevens de mix van woningtypen gedefinieerd. De woon/werkzone verdient de meeste aandacht, zowel wat betreft ontsluiting als adressering. De kwaliteit van de openbare ruimte in het blok wordt in belangrijke mate bepaald door de mix van woon/werkwoningen en de balans tussen openbare, semi-openbare en private ruimte. Een goed uitgangspunt is dat de woningdifferentiatie groot is. Het plan biedt een goed stedenbouwkundig uitgangspunt, maar dient in de verdere ontwikkeling zorgvuldige te worden uitgewerkt. Het stedenbouw model biedt daarvoor veel mogelijkheden, zowel wat betreft woningtypologie als de verschillende typen buitenruimtes. Net als het plan van CIMKA laat het plan verschillende mogelijkheden zien; het is een model met potenties, die in een volgende fase verder gedefinieerd en uitgewerkt moeten worden. MILIEU In het ontwerp zijn geen specifieke maatregelen genomen voor een energiezuinig ontwerp. Wel is aangegeven dat de grote glazen openingen mogelijkheden bieden voor het opvangen van zonwarmte. Een andere (nader te onderzoeken) oplossing is de toepassing van restwarmte van het UMCG. Geluid is een aandachtspunt; in het ontwerp is duidelijk rekening gehouden met de toekomstige HOV-lijn. Aandachtspunten zijn enkele openingen in de eerste lijnsbebouwing en de woningen langs de HOV-lijn. MARKT Het plan kent een gedifferentieerd woningaanbod, met een interessante mix van buitenruimtes; dit vergroot de haalbaarheid. C. POOL ARCHITEKTUR (OOSTENRIJK) PLAN Het ontwerp van Pool Architektur is opgebouwd uit een terrasvormige plint met commerciële functies en parkeren, waarover een tapijt van patiowoningen in ongekend hoge dichtheid is gelegd. Tussen de plint en de patiowoningen is een collectief landschap ontstaan dat ruimte biedt aan speelplaatsen, fietsenstallingen, fitnessruimte en een café. De gemeenschappelijke tussenruimte is zo georganiseerd dat alle woningen op het water zijn georiënteerd en goed uitzicht hebben. Het plan telt 86 woningen op basis van 23 verschillende woningtypen. STEDENBOUW+WONEN Het plan van Pool bestaat uit een ingenieuze schakeling van een grote hoeveelheid verschillende typen patiowoningen, waarvan een groot deel boven het maaiveld zweeft. Het innovatieve karakter van de schakeling van goed doordachte patiotypologieën zorgt echter ook voor aandachtspunten op stedenbouwkundig niveau. Omdat een deel van de woningen is opgetild boven het maaiveld en een deel van het collectieve landschap onder de woningen ook op een verhoogd maaiveld is gelegd, is het de vraag of de woningen nog wel grondgebonden zijn, of ze nog voldoende relatie met het maaiveld hebben. Is het noodzakelijk de woningen op te tillen? In dat opzicht vormt het plan een grensverleggende poging om de laagbouwdefinitie op te rekken.

Page 33: Bijlage 2 Beoordeling Def

33

Daarnaast geeft het collectieve landschap tussen de voorzieningenplint en de (hoge dichtheid van) woningen het plan weliswaar ruimte, maar zorgt het ook voor een kwetsbare ontsluiting en gevoelig tussenmilieu, omdat deze zich grotendeels onder de woningen bevindt. Hiermee bestaat het gevaar dat er een ‘onderwereld’ ontstaat, al kan de zone een mooie overgang vormen zoals voorzien. Het collectieve landschap op de terrasvormige opbouw zou zeer zorgvuldig gedefinieerd en vormgegeven moeten worden, zodat er een nauwkeurige overgang tussen de private en publieke ruimte kan ontstaan. Vraag is of de hoge dichtheid niet in een te complexe opgave voor het tussenmilieu resulteert. De gevoelige semi-openbare ruimte bepaalt in belangrijke mate de relatie tussen woning, straat en kade. Hoewel deze als goede overgang kan dienen, blijft de vraag in hoeverre er voldoende licht- en luchttoetreding dusdanig is dat er een aangename sfeer gecreëerd kan worden. MILIEU De oriëntatie van de woningen op de zon biedt een goed uitgangspunt voor een energiezuinig ontwerp; dit dient verder uitgewerkt te worden. Een andere (nader te onderzoeken) oplossing is de toepassing van restwarmte van het UMCG. Groende daken geven extra isolatie, hemelwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Geluid is een aandachtspunt (toekomstige HOV-lijn); hiermee dient in de verder uitwerking rekening te worden gehouden. Positief is het verloop: hoog aan de geluidsbelaste kant, laag aan het water. MARKT Het plan bevat een grote hoeveelheid verschillende typen woningen, al zijn deze alle gebaseerd op het patiotype. Vraag is of dit type in deze hoeveelheid te ontwikkelen is. Hoewel het ontwerp baanbrekend is, lijkt de haalbaarheid daardoor twijfelachtig. CONCLUSIE De stedenbouwkundige opzet van zowel het plan van CIMKA als Gruppe omp lijken kansrijk, de voorkeur gaat naar laatstgenoemde vanwege de opbouw van het blok. Samen met een toekomstige ontwikkelaar moet onderzocht worden in hoeverre de plannen als basis voor verdere ontwikkeling kunnen dienen. Een mooi uitgangspunt zou zijn om de drie architecten bij de architectonische uitwerking van het stedenbouwkundig plan (voorkeursmodel) te betrekken. De architectenkeuze komt uiteraard tot stand in nauwe samenspraak tussen ontwikkelende partij en de gemeente. Gezien overweldigende aanbod van woningen in deze zone is reeds besloten dat de locatie voorlopig niet in ontwikkeling komt. Vooralsnog ligt in de planning om de locatie een tijdelijke bestemming voor studentenkamers te geven. Verdere ontwikkeling van de locatie in het kader van Intense Laagbouw wordt nu niet ter hand genomen. Wanneer een vervolg van de ontwikkeling in het kader van Intense Laagbouw wordt overwogen is het van belang de mogelijke ontwikkeling van de tram te betrekken bij de verdere uitwerking.

Page 34: Bijlage 2 Beoordeling Def

34

15. CIBOGA SCHOTS 10A OPDRACHTGEVER: NIJESTEE ARCHITECT: NRJ-ARCHITECTUUR I.S.M. NOARD-ARCHITECTUUR PLAN Het ontwerp voor schots 10A voorziet in een autoluw woongebied achter de bestaande bebouwing aan de Bloemstraat en het voormalige EGD-gebouw aan de Langestraat. Hierin zijn rug-aan-rugwoningen gesitueerd, losjes gerangschikt in een lamellenstructuur evenwijdig aan de Langestraat. Het compacte bebouwingspatroon wordt ontsloten door smalle straatjes die op sommige plaatsen verbreden tot gemeenschappelijk patio’s en waaromheen voor- dan wel achterzijdes van de woningen georganiseerd zijn. Verder zijn er gemeenschappelijke groenvoorzieningen en hebben de woningen dakterrassen. STEDENBOUW+WONEN Het plan van NRJ probeert een aantrekkelijk woonmilieu te creëren dat zowel aansluit op de schotsenstructuur van CIBOGA als op de schaal van de bebouwing aan de Bloemstraat. Hiervoor zijn op slimme wijze woningmodules gebruikt die zowel op stedelijk als woonniveau verschillende configuraties kunnen aannemen, zodat een gedifferentieerd blok ontstaat dat toch een duidelijke eenheid vormt. De ingreep met modules is een antwoord op de complexe vorm en ligging van de locatie, ingeklemd tussen bestaande bebouwing, het CIBOGA-plan en rekening houdend met een transformatorhuisje, maar de vraag is of op deze manier voldoende wordt gereageerd op de omgeving. Hoewel inventief in basisstructuur lijkt de stedenbouwkundige opzet vooral gedacht vanuit het woningmodel. De modulestructuur biedt veel mogelijkheden, maar zorgt tegelijk in de stedelijke ordening voor een beperking. Vanwege de vaste vorm van de basismodule sluit het plan niet direct aan op de stedenbouwkundige opzet van de omgeving. In het ontwerp zijn woon/werkwoningen opgenomen, maar de gewenste mengfunctie van het gebied als overgang van het UMCG naar het Ebbingekwartier is beperkt vormgegeven. De ingenieuze basismodule van de woningen heeft een vaste kern en kent veel verschillende indelingsmogelijkheden en flexibiliteit. Elke woning heeft een tuin, balkon of dakterras en is daarnaast met drie andere woningen rond een gemeenschappelijke patio georganiseerd. De collectieve buitenruimtes zijn een ruimtelijke verrijking van het compacte bebouwingspatroon en de smalle straten, al zijn deze ook kwetsbaar door hun schaal en de oriëntatie van de woningen erop. De vraag is in hoeverre de gemeenschappelijke patio’s daadwerkelijk als collectieve buiten kunnen fungeren en niet verworden tot ‘restruimte’. Daarnaast leveren de gemeenschappelijke buitenruimtes een complexe ontsluitingstructuur, temeer daar de woningen met zowel voor- als achterkanten op de patio’s uitkomen. De kwaliteit van de openbare ruimte –de smalle straten en gemeenschappelijke patio’s- is gevoelig en dient zorgvuldig overwogen te worden. De woonkwaliteit hangt met deze hoge dichtheid vooral af van de kwaliteit van het gehele plangebied. Bij verdere uitwerking zou van belang zijn om voldoende aandacht te besteden aan een goede architectonische en ruimtelijke vormgeving van de relatie tussen de woningen en de gemeenschappelijke buitenruimtes. MILIEU Uit het ontwerp blijkt niet op welke manier een energiezuinige uitwerking wordt gerealiseerd. Wel wordt aangegeven dat duurzaamheid uitgangspunt is voor de ontwikkeling van CIBOGA. Op de locatie wordt een optimale leefomgevingkwaliteit verwacht; de locatie ligt in een geluidsluwe zone en wordt autovrij gehouden. MARKT Het plan biedt een gedifferentieerd woningaanbod en lijkt in dat opzicht kansrijk. Wel is de vraag of een dermate dichte verkaveling met rug-aan-rug geschakelde woningen aantrekkelijk genoeg is voor Groningen. CONCLUSIE Het plan is in nauw overleg met corporatie Nijestee opgezet en zij wil het graag verder ontwikkelen. In de verdere uitwerking dienen de aandachtspunten en opmerkingen zoals hier gemaakt, meegenomen te worden. Het plan sluit nog onvoldoende aan op de stedenbouwkundige en functionele uitgangspunten voor het gebied. Wanneer de ontwikkeling in het kader van Intense Laagbouw wordt

Page 35: Bijlage 2 Beoordeling Def

35

voortgezet is het van belang de mogelijke ontwikkeling van de tram te betrekken bij de verdere uitwerking.

Page 36: Bijlage 2 Beoordeling Def

36

16. BOTERDIEP CITY ON A ROOF OPDRACHTGEVER: LEFIER STADGRONINGEN ARCHITECT: ONIX PLAN Uitgangspunt van het plan is de verdichting van het daklandschap van bebouwing langs het Boterdiep. Via het binnenterrein kan op verschillende plaatsen een opgetilde straat worden bereikt die het mogelijk maakt voorheen ontoegankelijke locaties te ontsluiten en verdichten. Het plan sluit daarmee aan op bestaande initiatieven voor het optoppen van een deel van de bebouwing aan het Boterdiep en voegt een nieuw driedimensionaal netwerk toe dat deze met elkaar verbindt en bereikbaar maakt vanuit de stegen haaks op het Boterdiep als ook het CIBOGA-terrein. Het intensiveert een bestaand ‘tweede’ maaiveld. STEDENBOUW+WONEN De kracht van het voorstel is dat het letterlijk ruimte biedt aan initiatieven en, misschien nog belangrijker, deze op een ruimtelijk spannende wijze met elkaar verbindt. Het plan gaat uit van een groeimodel waarbij een tweede maaiveld uiteindelijk over het volledige blok is uitgerold. Dit past vooralsnog niet in het huidige bestemmingsplan, dat slechts op het binnenterrein één bouwlaag toestaat. Het voorstel is vooralsnog om het bestaande bestemmingsplan als uitgangspunt te nemen en elke fase apart te toetsen, zodat besloten kan worden vrijstelling te verlenen of het bestemmingsplan aan te passen. Nadeel hiervan is dat het ruimtelijke basisschema, dat de initiatieven mogelijk moet maken en dat de inherente kwaliteit van dit voorstel vormt, dan niet aanwezig is – de verleiding die van het gepresenteerde model uitgaat, kan dan niet worden ingezet om de ontwikkeling te stimuleren. Daarnaast lijkt het handhaven van het bestemmingsplan in belangrijke mate de kwaliteit van de openbare ruimte op het tweede maaiveld te bepalen, aangezien deze erg afhankelijk is van de continuïteit van de route over het dak. De kwaliteit van het tweede maaiveld wordt bepaald door de gezamenlijke inspanning van initiatiefnemers, maar kan beter als voorwaarde dienen dan als gevolg achteraf. MILIEU In het ontwerp is een energiezuinige uitwerking nog niet ingevuld. De verwachte leefomgevingkwaliteit is goed; het ontwerp maakt gebruik van een geluidsluwe zone in het bouwblok. Uitgangspunt is een het duurzaam, dubbel gebruik van de ruimte. MARKT Er dient onderzocht te worden of het bestemmingsplan opgerekt kan worden. Vraag is in hoeverre dit mogelijk is, zonder dat er een vrijbrief wordt gegeven voor alle mogelijk denkbare ontwikkelingen binnen het blok. Corporatie Lefier fungeert hierin als aanjager; belangrijk is volgens de corporatie dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd, omdat de initiatieven anders niet van de grond zullen komen – vanwege de reikwijdte van het plan en de beperking van het bestemmingsplan zullen deze niet spontaan ontstaan. CONCLUSIE Het initiatief wordt gesteund en verdient een stimulans om verder uitgewerkt te worden. Belangrijk is dat op het niveau van het bestemmingsplan een basis ligt, zodat iedereen op eigen initiatief kan instappen, zonder dat het een verzameling losse projecten wordt. Bijvoorbeeld: ‘bestemmingsplan handhaven met binnenplans vrijstelling voor paviljoenachtige opbouwen die met elkaar verbonden zijn en onderdeel zijn van openbare route over het tweede maaiveld’. Een soortgelijke omschrijving zou voldoende mogelijkheden kunnen creëren, maar tevens de relatie tussen de initiatieven onderling moeten garanderen; essentieel voor de meerwaarde van het plan is dat de verbinding tussen verschillende projecten zorgvuldig wordt geregeld.

Page 37: Bijlage 2 Beoordeling Def

37

17. SONTWEG CONTAINERTERMINAL OPDRACHTGEVER: GEMEENTE GRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: DROSTE DROSTE & URBAN ARCHITEKTEN (DUITSLAND); JDS ARCHITECTS (BRUSSEL, KOPENHAGEN, OSLO); CINO ZUCCHI ARCHITETTI (ITALIË) A. DROSTE DROSTE & URBAN ARCHITEKTEN (DUITSLAND) PLAN Het plan van Droste Droste & Urban bestaat uit twee delen met een verschillend karakter; aan het Eemskanaal twee rijen geschakelde en/of in elkaar verweven stadswoningen van 3-4 lagen rond een parkeervoorziening in twee lagen (waarvan 1 ondergronds) en aan de zijde van de Deense Haven drie rijen losjes geordende, (semi)vrijstaande grondgebonden eengezinswoningen met tuinen. Op het parkeerdek is een landschappelijke route voorzien, die tevens ruimte biedt aan privé-buitenruimtes. De woningen langs de pareerstrook hebben daarnaast dakterrassen en/of balkons. Aan het begin van de containerterminal en op de kop zijn twee torens met appartementen voorzien. De stedenbouwkundige opzet wordt doorsneden door twee diagonalen; een landschappelijke die het begin van de containerterminal met de kade aan het Eemskanaal verbindt en een meer stedelijke die, begeleid door een bouwvolume op de tweede verdieping dat verbonden is met de toren op de kop, de kade aan het Eemskanaal met die van de Deense Haven verbindt. De locatie is ingevuld met zes flexibel indeelbare woontypen zodat een grote variëteit aan bewonersgroepen kan ontstaan. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp presenteert een rijke ruimtelijke compositie met een interessante en genuanceerde mix van verschillende woningtypen. De woningen zijn enigszins traditioneel maar zorgvuldig geordend, wat het een realistisch plan maakt, met een zeer gedifferentieerd woningaanbod. Het ontwerp zit stedenbouwkundig goed in elkaar en sluit goed aan op de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de locatie. Het contrast tussen het noorden en het zuiden is helder. Het noordelijke deel heeft een stedelijk karakter, met mooie openbare routes langs de kade. De privé-buitenruimte is hier opgelost in het volume van de woningen of aan de achterzijde boven het parkeerdek. Vraag hierbij is overigens of de openbare groene route over het parkeerdek niet te dicht op de woningen komt. Het zuidelijk deel heeft een ontspannen karakter, met een grote variatie aan woningen. De kade is meer semi-openbaar. De stedenbouwkundige opzet is ruimer, de woningen zijn vrijstaand en af en toe geschakeld, maar een belangrijke vraag is of de ruime ontsluitingswegen niet een te grote verkeersdruk geven en in te grote mate de woonkwaliteit van het zuidelijke deel bepalen. De rijke stedenbouwkundige compositie levert daarnaast enige spanning op tussen de laagbouw- en hoogbouwtypen. De positie van de hoogbouw aan het begin van de terminal, de hoogbouw op de kop en de verbinding hiervan met het diagonaal gesitueerde blok, creëren een complexe stedelijke ruimte; de aansluiting van de hoogbouw op de laagbouwstructuur is nog onduidelijk, hoe verhouden deze zich tot elkaar en wat is de relatie van de hoogbouw met de stedenbouwkundige opzet van de laagbouw? De hoogbouw zou inbreuk kunnen maken op de schaal en ordening van de laagbouwwoningen; in de verdere uitwerking zou hiervoor aandacht moeten zijn. Een zorgvuldig afstemming van de hoog- en laagbouw lijkt noodzakelijk voor de woonkwaliteit, maar bepaalt tevens de kwaliteit van de openbare ruimte en het gebruik ervan. MILIEU Er is sprake van een goede oriëntatie op de zon; er wordt gebruik gemaakt van zonne-energie. Om te komen tot een energiezuinig ontwerp is verdere uitwerking nodig. Een mogelijkheid is het toepassen van oppervlaktewater als energiebron. Er worden natuurlijke materialen toegepast. Geluid is een aandachtspunt op deze locatie (Sontweg/brug). Hiermee is in het ontwerp niet expliciet rekening gehouden; bij verdere uitwerking vergt dit aandacht. Externe veiligheid is ook een aandachtspunt; de locatie ligt aan het Eemskanaal, een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook hiermee moet bij de verdere uitwerking rekening worden gehouden; de minimale afstand vanaf de kade dient 25 meter te zijn. Hoogbouw is minder gewenst vanuit het oogpunt van externe veiligheid.

Page 38: Bijlage 2 Beoordeling Def

38

MARKT Het plan biedt een aantrekkelijk woonmilieu, met een grote verscheidenheid aan woningen en veel openbaar gebied en goed toegankelijk kades. Het is goed te faseren en biedt daarnaast mogelijkheden voor particulier opdrachtgeverschap. De flexibel indeelbare woningtypen maken het plan marktconform en kansrijk. Op korte termijn is de afzet van de appartementen lastig. De appartementen creëren een hoge parkeerdruk, die tot een kostbare parkeeroplossing kan leiden. Aandachtspunt is verder de interne verkeersontsluiting van het zuidelijke deel. B. JDS ARCHITECTS (BRUSSEL, KOPENHAGEN, OSLO) PLAN Uitgangspunt voor het plan van JDS Architects vormt een glooiend netwerk van slingerende landschappelijke paden waaraan appartementen, maisonnettes, rijwoningen en vrijstaande woningen zijn ontsloten. Hoewel de hoogte van de totale structuur op sommige plaatsen zes lagen is, hebben de woningen allemaal privé-buitenruimte en staan ze via een directe lijn met het maaiveld in verbinding. Hiermee wordt op extreme wijze een poging gedaan om zonder het contact met de grond te verliezen, toch met aanzienlijke dichtheid en hoogte te kunnen bouwen. Het landschappelijke netwerk heeft de vorm van een aantal geschakelde krakelingen, zodat er grote groene binnenhoven ontstaan voor gemeenschappelijk gebruik. Aangezien de structuur deels is opgetild kan het parkeren uit het zicht worden opgelost en is het uitzicht op het omringende water vrij, terwijl op de kop van de terminal hierdoor ruimte is voor een plezierhaven in een van de hoven. De doorgaande routes gaan vloeiend over in het dak, dat eveneens als doorlopend landschapspark is vormgegeven. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp van JDS presenteert een unieke stedelijke structuur die een volstrekt nieuwe woning- en bloktypologie introduceert en als gelaagd landschap de grenzen van grondgebondenheid tot het uiterste oprekt. De zo ontstane spectaculaire stedelijke ruimte heeft duidelijk een icoonvormende werking en is in alle opzichten nieuw: de relatie met het maaiveld, de relatie tussen de woningen en het maaiveld, het netwerk van paden dat het maaiveld en daklandschap met elkaar verbindt en de koppeling van verschillende woonmilieus. Wat icoonvorming betreft voldoet het ruim aan de visie Eemskanaalzone; het heeft uitstraling op het niveau van de stad en regio. De kwaliteit van het totaalconcept vormt echter ook het grootste nadeel; het totaalconcept maakt geleidelijke ontwikkeling onmogelijk, de structuur lijkt in één keer gebouwd te moeten worden. Het plan is zeer complex, moeilijk te bouwen en hierdoor kwetsbaar. Het totaalconcept is moeilijk op onderdelen aan te passen; het is als zodanig een hermetisch ontwerpconcept, al presenteert het vooralsnog meer een schema dan een volledig uitgewerkt ontwerp. Belangrijke aandachtspunten zijn daarnaast de relatie van de woningen met de doorlopende promenades, maar ook de overgangen tussen de private en publieke ruimte; het ontwerp heeft wat dat betreft een sterk collectief karakter. Gezien de omvang van de structuur is het de vraag hoe de verschillende typen woningen aan de opgetilde en glooiende straten functioneren; dit zou goed inzichtelijk gemaakt moeten worden. Het ontwerp zou op veel punten nader uitgewerkt moeten worden voordat duidelijk is in hoeverre het realistisch is; zo is ook geen rekening gehouden met het vrijhouden van de persleiding en de buffer tussen de kade en de bebouwing, zoals omschreven in het programma van eisen. Hoewel het ontwerp veel aandachtspunten en onduidelijkheden kent, presenteert het een ongekende structuur die kansen biedt. MILIEU In het ontwerp is een energiezuinige uitwerking nog niet ingevuld. Wel heeft de locatie een optimale oriëntatie op het zuiden. Een mogelijkheid is het toepassen van oppervlaktewater als energiebron. Geluid is een aandachtspunt op deze locatie (Sontweg/brug). De geweven structuur van het ontwerp creëert een aantal goede geluidsluwe zones; wel zijn aanvullende maatregelen nodig. Externe veiligheid is ook een aandachtspunt; de locatie ligt aan het Eemskanaal, een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hiermee moet

Page 39: Bijlage 2 Beoordeling Def

39

bij de verdere uitwerking rekening worden gehouden; de minimale afstand vanaf de kade dient 25 meter te zijn. MARKT Het ontwerp is uniek en creëert een pionierssfeer; het biedt daarom kansen. De ongebruikelijke vorm en complexe opbouw maken het plan echter tegelijkertijd ook kwetsbaar en beperken het realiteitsgehalte. Het is moeilijk te faseren en te beheren. Het plan lijkt kostbaar, wat de werkelijke haalbaarheid twijfelachtig maakt. Aangezien het plan een basisschema presenteert, zou op basis van de aandachtspunten het concept verder ontwikkeld moeten worden. C. CINO ZUCCHI ARCHITETTI (ITALIË) PLAN Net als het plan van Droste Droste & Urban is het ontwerp van Zucchi in twee zones verdeeld, in dit plan gescheiden door een brede, deels groene openbare ruimte die het begin van de containerterminal met de kop verbindt. Aan de zijde van het Eemskanaal bevinden zich compacte rijwoningen die in groepjes van vijf woningen haaks op de kade zijn geordend en worden afgesloten door twee onder één kap benden/bovenwoningen. De rijwoningen hebben kleine tuinen en dakterrassen en verspringen soms ten opzichte van elkaar, waardoor een gelaagde ruimtelijke opbouw ontstaat. Aan de zijde van de Deense Haven is een fijnmazig weefsel van patiowoningen voorzien, dat wordt ontsloten door smalle straten en kleine pleinen. Aan het begin van de terminal is middelhoogbouw gesitueerd, op de kop een toren met appartementen. De hoog- en middelhoogbouw ensceneren de openbare ruimte, die op verschillende plaatsen versmalt en verbreedt en culmineert in een openbaar plein met insteekhaven op de kop. Aan de Deense Haven bevinden zich aanlegsteigers voor waterrecreatie. Het parkeren is opgelost in twee parkeergarages onder de bebouwde zones. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp van Zucchi presenteert een aantrekkelijk autovrij woongebied met een breed en gedifferentieerd woningaanbod, dat in een zeer zorgvuldige ruimtelijke compositie rond een deels groene openbare ruimte is geordend. De openbare ruimte wordt door de middelhoogbouw en hoogbouw prachtig georkestreerd en ontsluit op vanzelfsprekende wijze het openbare gebied aan het water op de kop van de terminal, de woongebieden en de openbare oevers. De woongebieden zijn georganiseerd als een fijnmazig stedelijk weefsel, dat een compact middeleeuws woonmilieu in herinnering brengt. De stedelijke invulling zorgt voor een uitgewogen en rijke schakeling; de ontstane enclaves hebben een duidelijk eigen karakter. Het plan voldoet aan de visie Eemskanaalzone, waarin twee markante eindpunten zijn voorzien. De middelhoogbouw en hoogbouw zijn nauwkeurig afgestemd op de laagbouwstructuur. Vraag is of de volledig autovrije openbare ruimte voldoende toegankelijk is voor bezoekers, al is de schaal van het gebied goed in overeenstemming met het programma en kan deze prima zonder auto ontsloten worden. De grondgebonden woningen bestaan uit een aantal basistypen, waarop variaties mogelijk zijn. De relatie van de woningen met de privé-buitenruimte en collectieve ruimte bevat mooie overgangen en is op subtiele wijze vormgegeven; hierdoor ontstaan er geleidelijke overgangen van privé- naar semi-openbare en openbare ruimte. In de verder uitwerking zou met name de toegankelijkheid van het gebied voor bezoekers een aandachtspunt zijn. MILIEU In het ontwerp is expliciet uitgegaan van een energiezuinig concept (goede oriëntatie op de zon, loggia’s als zonnescherm, actieve zonne-energie, zonnecellen, silicapanelen, goede isolatie, zorgvuldige situering van vensters, eventueel warmtepomp); mogelijkerwijs kan gebruik worden gemaakt van het oppervlaktewater. Er worden niet milieubelastende, duurzame en te recyclen materialen gebruikt. Groene daken zorgen voor extra isolatie, regenwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Geluid is een aandachtspunt op deze locatie (Sontweg/brug). Hiermee is in het ontwerp niet expliciet rekening gehouden; bij verdere uitwerking vergt dit aandacht. Externe veiligheid is ook een aandachtspunt; de locatie ligt aan het

Page 40: Bijlage 2 Beoordeling Def

40

Eemskanaal, een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook hiermee moet bij de verdere uitwerking rekening worden gehouden; de minimale afstand vanaf de kade dient 25 meter te zijn. Hoogbouw is minder gewenst vanuit het oogpunt van externe veiligheid. MARKT Het plan biedt een aantrekkelijk woonmilieu, met een grote verscheidenheid aan woningen en veel openbaar gebied en goed toegankelijke kades. Het is goed te faseren en biedt daarnaast mogelijkheden voor particulier opdrachtgeverschap. De grote verscheidenheid aan woningtypen maken het plan marktconform en kansrijk. Op korte termijn is de afzet van de appartementen lastig. De appartementen creëren een hoge parkeerdruk, die tot een kostbare parkeeroplossing kan leiden. Aandachtspunt is verder de toegankelijkheid van het gebied voor bezoekers. CONCLUSIE Het plan Droste Droste & Urban Architekten en het plan van Zucchi lijken in het meest kansrijk voor verdere ontwikkeling. Laatstgenoemde geniet daarbij voorkeur, aangezien deze een uitzonderlijk ruimtelijk en rijk woonmilieu creëert en in de compositie nadrukkelijk gericht is op het omringende water. Met een toekomstige ontwikkelaar moet onderzocht worden in hoeverre dit plan als basis voor verdere ontwikkeling kunnen dienen. Daarbij speelt een belangrijke rol de exacte configuratie en vormgeving van de Sontbrug. Het toenemende autoverkeer in de zone blijft een punt van aandacht; vanzelfsprekend heeft dit invloed op de omgevingskwaliteit. Het project kan pas echt van start gaan na het besluit over het voorlopig ontwerp van de Sontbrug. Uitgangspunt zou kunnen zijn om de drie architecten bij de architectonische uitwerking van het stedenbouwkundig plan (voorkeursmodel) te betrekken. De architectenkeuze komt uiteraard tot stand in nauwe samenspraak tussen ontwikkelende partij en de gemeente.

Page 41: Bijlage 2 Beoordeling Def

41

18. DAMSTERDIEP EEMSKANAAL OPDRACHTGEVER: NIJESTEE ARCHITECT: PVANB ARCHITECTEN I.S.M. MD LANDSCHAPSARCHITECTEN PLAN Het plan van pvanb architecten in samenwerking met MD Landschapsarchitecten omvat een staalkaart van verschillende intensieve, grondgebonden woningtypologieën, die volgens een orthogonaal raster losjes over vier velden verspreid zijn. De van karakter verschillende velden worden ontsloten via de in het gebied aanwezige lange lijnen, die zijn gekoppeld aan markante pleinen bij de industriële monumenten. Hierdoor ontstaat een informeel en met name op voetgangers en fietsers gericht stedelijk weefsel, temeer daar een groot deel van het parkeren is opgelost op de fabriekshal van de voormalige Noord Nederlandse Zakkenhandel. De woningen hebben buitenkamers, omsloten tuinen, voor/achtertuinen, overtuinen en/of dakterrassen als privé-buitenruimte. STEDENBOUW+WONEN De verschillende velden in het plan zijn ontstaan door een hoge woningdiversiteit en -dichtheid; het ontwerp wordt bepaald door een buitengewoon innovatieve en intrigerende studie naar de impact van verschillende verkavelings- en ontsluitingsystemen. Het is een zeer systematisch onderzoek naar typologie, ontsluiting en bebouwingsprincipe en levert een prachtig overzicht van mogelijkheden voor laagbouw in hoge dichtheid. Als gevolg van dit ontwerpende onderzoek, blijft de stedenbouwkundige opzet nog schematisch, al zijn er duidelijk keuzes gemaakt voor de grote lijnen. Hierin spelen aanwezige lange lijnen een rol, die de goede verbinding bewerkstelligen tussen het Damsterdiep en het Eemskanaal. De hoge dichtheid aan woningen en diversiteit belet vooralsnog een stedenbouwkundig uitgebalanceerd ontwerp. Belangrijkste uitgangspunt voor de stedenbouwkundige compositie is echter het revolutionaire idee om het volledige parkeerprogramma te bundelen in één van de in het gebied nog aanwezige industriële monumenten. De oude fabriekshal wordt omgevormd tot parkeerhuis, waardoor de velden zeer compact en autovrij gehouden kunnen worden. Dit is een interessant gegeven, al komt de relatie van de parkeeroplossing met de woningen daarbij te vervallen. De verschillende typen woningen leveren een gevarieerd en gedifferentieerd woonmilieu op, waardoor in een verdere ontwikkeling gemakkelijk aanpassingen zijn op te nemen. Op sommige plaatsen lijkt het generieke karakter van de studie te weinig afgestemd op de locatie; met name aan de randen zijn de woningtypen weinig vanuit de context van de locatie gedefinieerd. De kopse gevels richting Damsterdiep en Eemskanaal lijken een beperkte relatie aan te gaan met het openbare gebied. In een vervolg verdienen deze randen voldoende aandacht, net als de hoofdontsluiting en verkeersafwikkeling; hier biedt de locatie juist veel kansen, maar gezien het veelzijdige karakter van het voorstel ligt hierin een scala aan mogelijkheden verborgen. MILIEU In het ontwerp is expliciet uitgegaan van een energiezuinig concept (optimaal benutten zonwarmte, goede oriëntatie en meer daglicht dan nodig, goede isolatie, zonnepanelen, warmtepompsysteem, CO2-gestuurde ventilatie, eventueel zomernachtkoeling). Geluid is een aandachtspunt; in het ontwerp is hiermee gedeeltelijk rekening gehouden. Met name de eerste lijnsbebouwing dicht langs de Berlagebrug is kritisch; dit zou in de verdere uitwerking heroverwogen kunnen worden. MARKT Het is een onconventioneel plan met een rijkdom aan typologieën; dit maakt het gedifferentieerd en kansrijk. Wel is de vraag of alle onderzochte typologieën werkelijk ontwikkeld kunnen worden en of de parkeeroplossing toereikend is. Daarnaast is het zaak het ontwerp goed aan te laten sluiten op de stedenbouwkundige uitgangspunten. Het plan is zeer flexibel en goed faseerbaar. CONCLUSIE De ontwerpstudie levert een interessante basis voor verdere ontwikkeling. Het plan voor Damsterdiep Eemskanaal en het plan voor Balkgat Eemskanaal (19) laten zien dat er voldoende mogelijkheden zijn om het gebied tussen het

Page 42: Bijlage 2 Beoordeling Def

42

Eemskanaal en het Damsterdiep perceelsgewijs te ontwikkelen, in plaats van te ontwikkelen op basis van een totaalplan. Het voorstel is om deze locaties op basis van voorliggende studies verder te ontwikkelen, met inachtneming van de (onder andere financiële) afspraken die in een eerder traject zijn gemaakt. Deze afspraken dienen in randvoorwaarden in de ontwikkeling van de locaties meegenomen te worden. Corporatie Nijestee is enthousiast om met het plan verder te gaan. Het biedt een interessant concept; vraag is hoe het goed in de omgeving verankerd kan worden en hoe het zich verhoudt tot de voorziene ontwikkeling van het gehele gebied. Een aandachtspunt maar tevens zeer interessant uitgangspunt blijft daarnaast de parkeervoorziening.

Page 43: Bijlage 2 Beoordeling Def

43

19. BALKGAT EEMSKANAAL OPDRACHTGEVER: AM WONEN ARCHITECT: ARCHITECTEN VAN MOURIK I.S.M. MD LANDSCHAPSARCHITECTEN PLAN Uitgangspunt is een buurt die stedelijke dichtheid en intimiteit combineert met een ecologisch waardevol groengebied. Verschillende woningtypen zijn in compacte rijen gegroepeerd en globaal in twee carrés over de locatie verdeeld. Hierdoor is er naast ruimte voor privé-tuinen plek voor een groengebied dat tot in het centrum van het plangebied reikt en deze verbindt met de groenzone in de richting van het Damsterdiep. Het parkeren is opgelost in halfverdiepte parkeerstroken onder de rijwoningen aan de randen, waarop zich tevens tuinen bevinden. De parkeerdijken zorgen voor natuurlijke ventilatie en creëren een mooie ruimtelijke overgang tussen privé- en openbaar gebied. De woningen hebben naast tuinen dakterrassen en/of buitenkamers. STEDENBOUW+WONEN Het plan presenteert een goed doordacht stedenbouwkundig verkavelingsmodel, dat gebaseerd is op een halfverdiepte parkeeroplossing waarboven privé-tuinen zijn gesitueerd. Mooi is dat er naast privé-buitenruimte veel collectief groen met ecologische waarde is. Hierdoor is de privé-buitenruimte beperkt, al is door de positie van de woonblokken het collectieve groen ook enigszins versnipperd. De overgangen van privé naar openbare ruimte zijn door het hoogteverschil van de halfverdiepte parkeeroplossing zorgvuldig gedefinieerd, maar wellicht zou bundeling van het collectieve groen waardevoller voor de gehele locatie zijn. Vraag is of het collectieve groen op deze schaal niet te beperkt en daardoor kwetsbaar is; het ecologisch park zou goed ingepast moeten worden. Misschien zijn er juist nog te veel privé-buitenruimtes voorzien ten koste van meer ecologisch groen? Vraag is of de samenhang tussen woningtype, buitenruimte en openbaar gebied in alle gevallen voldoende is. De locatie maakt goed gebruik van de gunstige ligging aan het Eemskanaal en ligt betrekkelijk dichtbij de binnenstad; ondanks de beperkte buitenruimte levert het plan een aantrekkelijk woonmilieu voor deze locatie. Bezien moet worden of de schaal en maat van de bouwblokken aan het Eemskanaal passen bij het karakter en de voorziene ontwikkeling van het gehele gebied. De blokken aan de Eemskanaal zouden in dat opzicht een meer stedelijk karakter kunnen hebben. Daarnaast is de vraag of de positie van de blokken haaks op de kade gunstig is. De relatie van de openbare ruimte en ontsluitingsstructuur van de wijk met de kade zou nog versterkt kunnen worden. In het plan is een grote hoeveelheid verschillende typen woningen ondergebracht, waarvan een aantal dezelfde basis hebben. Hoewel de diversiteit aan woningtypen een goed gedifferentieerd woongebied oplevert, is de hoeveelheid misschien te groot; aan een aantal typen wordt getwijfeld op deze locatie, zoals de rug-aan-rugwoningen. Het aantal woningtypen zou beperkt kunnen worden ten goede van de flexibiliteit van de indeelbaarheid, zodat bewonersinbreng de verschillende woningen een duidelijk eigen gezicht kan geven. MILIEU Voor een energiezuinige uitwerking wordt voorgesteld de mogelijkheden van warmte/koudeopslag te onderzoeken. Daarnaast wordt uitgegaan van warmtereductie door goede situering van functies (korte leidingen). In de uitwerking moet dit verder ingevuld worden. Mogelijk kan gebruik worden gemaakt van het oppervlaktewater. Voor de locatie wordt een prima omgevingskwaliteit verwacht. Uitgangspunt is het gebruik van duurzame materialen. MARKT De grote diversiteit aan woningtypologieën zorgt voor een goede strategie voor de locatie en sluit aan bij marktvraag. Het plan is kansrijk voor verdere ontwikkeling, met inachtneming van de (onder andere financiële) afspraken die in een eerder traject zijn gemaakt – de locatie is financieel onderdeel van de volledige ontwikkeling langs het Eemskanaal. De afspraken dienen in randvoorwaarden in de ontwikkeling van de locaties meegenomen te worden.

Page 44: Bijlage 2 Beoordeling Def

44

CONCLUSIE AM Wonen heeft ingezet op een realistisch plan en wil graag verder met de ontwikkeling van de locatie op basis van dit ontwerp. Bovenstaande overwegingen en opmerkingen zijn van belang voor het vervolg. Wij stellen voor, met inachtneming van bovenstaande opmerkingen en de opmerkingen zoals gedaan bij locatie 18, de locatie verder te ontwikkelen in het kader van Intense Laagbouw.

Page 45: Bijlage 2 Beoordeling Def

45

20. SONTWEG BEREDEN POLITIE OPDRACHTGEVER: HEIJMANS VASTGOED EN LEFIER STADGRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: EMMA ARCHITECTEN; GROSFELD VAN DER VELDE A. EMMA ARCHITECTEN PLAN Het plan van Emma architecten omvat een tapijt van rug-aan-rug-aan-zij-woningen die in twee langwerpige puzzelstructuren haaks op de Sontweg en het Eemskanaal zijn geordend en half over een parkeervoorziening van één laag op de begane grond zijn gelegd. De woningen zijn daarbij steeds per drie of vier woningen rond een compacte groenstedelijke hof gesitueerd waarin zich ook kleine privé-tuinen bevinden; twee hoven zijn dan weer gekoppeld aan een grotere gemeenschappelijke hof, die als ontsluiting vanaf de straat dient. Naast de privé-tuinen aan de hoven hebben de woningen dakterrassen. De opgetilde middenstraat tussen de puzzelstructuren bevat een publieke route tussen de Snotweg en het Eemskanaal en verbindt drie grotere hoven; één aan de Sontwerg, één aan het Eemskanaal en één in het binnengebied. Extra parkeervoorzieningen zijn langs de randen van het plangebied op maaiveld gesitueerd. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp presenteert een zeer innovatieve schakeling van vernieuwende woningtypen, die in feite samen een grote hovenstructuur vormen en een eigentijdse collectieve woonvorm creëren. Naar de Sontweg toe zijn woon/werkwoningen voorzien waardoor een steviger wand ontstaat met deels publiek programma. De positie van de parkeeroplossing is wezenlijk; deze bepaalt de kwaliteit van het plan, maar roept tevens vragen op. De parkeeroplossing is ingenieus onder het plan gelegd en is direct gerelateerd aan de woningen. Ook vormen de drie opeenvolgende hoven op het (door de parkeeroplossing) verhoogde maaiveld tussen de Sontweg en het Eemskanaal een mooie overgang van de semi-openbare ruimte tussen de woningen naar de openbare kade en de straat. Echter, tegelijkertijd zorgt de verhoging van de hoven ervoor dat de gehele structuur min of meer als eiland functioneert dat moeilijk toegankelijk is. Het stedenbouwkundig concept is interessant, maar de vraag is of het hoogteverschil en de hellingbanen niet een te grote drempel vormen in het gebruik. Hoewel de gehele structuur enigszins intern georiënteerd is, ligt hierin ook de grote kwaliteit van de subtiele overgangen tussen privé-buitenruimte, groenstedelijke patio, collectieve hof en openbare ruimte. De duidelijke vormen en de mogelijkheden tot het toe-eigenen van ruimte in de collectieve hoven zegt iets over het gebruik ervan; de maat en schaal van de hoven is wellicht aan de kleine kant. Daarnaast is een belangrijke vraag of het ontwerp door de interne oriëntatie niet te veel een eiland is dat te weinig op de context van de Eemskanaalzone is gericht, al neigt het karakter van de locatie vanzelfsprekend naar een eilandstructuur. Het plan opent zich naar het Eemskanaal, maar de vraag is of deze relatie vanzelfsprekend genoeg is. Door de bijzondere structuur is de collectieve woonvorm in principe opgedeeld in kleine eenheden en biedt de gekozen vorm verschillende mogelijkheden voor verschillende vormen van collectiviteit op verschillende niveaus. Hierbij is de ontstane woningtypologie interessant, maar tevens gedurfd; de rug-aan-rug-aan-zij-schakeling heeft wel eenzijdig georiënteerd woningen tot gevolg, die bovendien erg op elkaar gericht zijn. Een mooi uitgangspunt is de grote hoeveelheid verschillende indelingsmogelijkheden op grond van drie basistypen. Daarnaast levert de relatie van het wonen met terras, tuin, gemeenschappelijke patio en hof een bijzonder verlengstuk van de traditionele grondgebonden woning op. MILIEU Voor een energiezuinige uitwerking zijn in het ontwerp geen expliciete maatregelen genomen. Geluid is een aandachtspunt; er is sprake van een hoge geluidsbelasting vanaf de Sontweg. Met name in de eerste lijnsbebouwing dient hiermee in de verdere uitwerking rekening te worden gehouden. De hofstructuur zorgt voor goede geluidsluwe zones.

Page 46: Bijlage 2 Beoordeling Def

46

MARKT De complexe schakeling van nieuwe typen maakt het een innovatief maar tevens kwetsbaar project; de woningen zijn eenzijdig georiënteerd, de rug-aan-rug-aan-zijschakeling en de kleine privé-buitenruimtes beperken de haalbaarheid, temeer daar rug-aan-rugwoningen moeilijk in de markt liggen. Een vorm van collectieve ontwikkeling (met gelijkgestemden) zou wellicht kunnen bijdragen aan de realiteit van het plan. B. GROSFELD VAN DER VELDE PLAN Het ontwerp bestaat uit compacte rijwoningen die in vier meanderende slingers zijn geordend en worden ontsloten door smalle staten en pleinen. Hierdoor ontstaat een kashba-achtige stedelijke ruimte waarin de woningen steeds op twee semi-openbare, collectieve buitenruimtes zijn georiënteerd. Tussen de woning en de gemeenschappelijke ruimte is een zone gereserveerd die als overgang dient van privé naar openbaar. De woningen zijn ontsloten via de straten, stegen en pleinen, maar ook verbonden met de halfverdiepte parkeergarage onder de woningen. Het hierdoor iets opgetilde collectieve maaiveld heeft zodoende meer een semi-openbaar, dan openbaar karakter. De woningen hebben balkons en dakterrassen als privé-buitenruimte. STEDENBOUW+WONEN Het plan is opgebouwd uit een spannend semi-openbaar stelsel van straten, stegen en pleinen, waarbinnen de woningen tweezijdig georiënteerd zijn. De opzet levert een toegankelijk gebied op dat los van de dwarsstraten een goede verbinding legt tussen de Sontweg en de Eemskanaalzone. Net als het plan Emma gedraagt de stedenbouwkundige structuur zich als een eiland in een relatief contextloze omgeving en is ze intern georiënteerd. Het interieur en exterieur vormen duidelijk een contrast. De stedenbouwkundige opzet bemiddelt tussen de woningen en voorziet in een prachtig veelzijdige stedelijke ruimte, zodat de woningen aan steeds verschillende typen ruimtes grenzen. De parkeeroplossing is half verdiept en heeft een directe relatie met de woningen. Hierdoor is het maaiveld iets opgetild ten opzichte van de straat, maar zijn de niveaus van de straten, stegen en pleinen gelijk. Het verhoogde maaiveld is grotendeels bestraat, maar is op de pleinen voorzien van groen. Wellicht dat het maaiveld te stenig is vormgegeven; zijn er alternatieven mogelijk op het dak van de parkeeroplossing? Belangrijke vraag is tevens of het gehele maaiveld collectief moet zijn; hiermee hebben de dubbelzijdig georiënteerde woningen in principe geen voor- en achterkanten, maar vraag is of dit in de praktijk ook zo werkt en er toch geen achterkanten zullen ontstaan (aan een van de voorkanten). Een overweging zou kunnen zijn een duidelijke scheiding tussen een formele en informele kant te maken. Op woningniveau is een dergelijke scheiding licht aangebracht met een zorgvuldige overgang van privé naar openbaar, door een kleine privé-plek voor de woning te creëren; deze zijn echter niet afgescheiden en liggen in feite direct in de openbare ruimte. De relatie van de woning met het openbare gebied zorgt wat dat betreft voor spanning in de opzet. Essentieel is om een goede verhouding tussen de domeinen te realiseren, zonder dat het ten koste van de toegankelijkheid van het plan gaat. Ondanks de kleine privé-plek op maaiveld, bevindt de eigenlijk buitenruimte van de woningen zich op het balkon en het dakterras; vraag is of op deze wijze de relatie van de woningen met het maaiveld voldoende is gewaarborgd. MILIEU Uitgangspunt is een goede oriëntatie op de zon en een tweezijdige daglichttoetreding van de woningen, balansventilatie met warmteterugwinning; bij verdere uitwerking moet dit verder worden ingevuld om tot een werkelijk energiezuinig ontwerp te komen. Geluid is een aandachtspunt; er is sprake van een hoge geluidsbelasting vanaf de Sontweg. De eerste lijnsbebouwing heeft een afschermende werking voor het gebied erachter. Aandachtspunt voor de verdere uitwerking zijn de openingen in de structuur aan de zijde van de Sontweg. MARKT Het plan is naar binnen gekeerd maar lijkt in deze contextloze situatie mogelijk. Net als bij het plan van Emma, is de structuur zeer compact en zou

Page 47: Bijlage 2 Beoordeling Def

47

een collectieve ontwikkeling wellicht kunnen bijdragen aan de realiteit van het plan. Het publieke domein is veelzijdig, maar daardoor ook veeleisend in uitwerking. De structuur is fascinerend en biedt een interessante, grondgebonden woningtypologie. Het plan lijkt meer marktconform dan het plan van Emma. CONCLUSIE Beide plannen presenteren voldoende interessante aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling, vraag is hoe opdrachtgevers Heijmans Vastgoed en Lefier StadGroningen verder willen met de ontwikkeling. Vooralsnog ligt het in hun bedoeling om te onderzoeken wat de opbrengsten zouden kunnen zijn bij verwerving van de locatie; het vervolg is daarvan afhankelijk, als ook van de tweede fase van de Kop van Oost, die vooraf aan deze locatie in ontwikkeling wordt genomen. Mocht de locatie een vervolg krijgen, dan zou een mooi uitgangspunt zijn om beide architecten bij de architectonische uitwerking van een van de stedenbouwkundige modellen te betrekken. Verdere ontwikkeling in het kader van Intense Laagbouw wordt niet direct ter hand genomen.

Page 48: Bijlage 2 Beoordeling Def

48

21. PETRUS CAMPERSINGEL OPDRACHTGEVER: LEFIER STADGRONINGEN ARCHITECT: BUREAU RITSEMA I.S.M. JUTTEN ARCHITECTUUR PLAN Het plan van Bureau Ritsema in samenwerking met Jutten Architectuur omvat het creëren van een collectieve binnentuin met daarin een cilindervormig woongebouw en het hergebruiken van de oude PTB-loods voor praktijkwoningen. De woningen in de loods hebben een praktijkruimte op de begane grond en beslaan drie lagen, grenzend aan een serre die op het zuiden is georiënteerd. De woningen in de tombola volgen de roterende beweging van de cilindervorm en zijn zodoende diagonaal georganiseerd rond een collectieve plantenkas; elke verdieping verschuift in opgaande lijn een travee en heeft daarmee een unieke oriëntatie ten opzichte van de overige verdiepingen. Hierdoor hebben alle woningen, ondanks de alzijdige vorm van de tombola, een goede oriëntatie op de zon en een brede blik op de collectieve tuin. De tombola is opgetild zodat het parken op begane grond opgelost kan worden. De woningen hebben terras op de eerste verdieping en op het dak. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp presenteert een mooi initiatief om het binnenterrein van een bouwblok met een lange geschiedenis van intense laagbouw verder te verrijken. Naast de herbestemming van de oude PTB-loods is daarbij een autonome bebouwing voorzien in een groene binnentuin voorzien. Hiermee wordt de omringende bebouwing aan een collectief groengebied gekoppeld en ontstaat er een nieuwe voorzijde aan de binnenkant van het bouwblok. Ook wordt hiermee aansluiting gezocht op het omringende programma van het UMCG. Prangende vraag is wel of de kwaliteit van de ruimte niet te veel bepaald wordt door de achterkanten van de omringende bebouwing. De herbestemming van de loods biedt ruimte aan nieuw programma en gebruikt een deel van de hal als serre. Vraag is of de ingreep voldoende recht doet aan de loods; de kwaliteit van de hal zit niet in de laatste plaats aan de binnenkant, namelijk de industriehal met toebehoren. Herbestemming is dus moeilijk, aangezien het extra programma beslag legt op de ruimte; reeds bestaande initiatieven om de hal te gebruiken tonen dezelfde spanning tussen de kwaliteit van de hal en de nieuwe invulling. De tombola creëert een interessant roterend woningtype dat de locatie goed benut en de woningen een veelzijdige oriëntatie op de omgeving biedt. De kas in het midden van het gebouw zorgt voor een tussenklimaat maar brengt ook extra licht in de woningen. De parkeeroplossing is vernuftig en tast het karakter van de stadstuin niet aan. Het parkeren is licht verdiept en deels onder de bestaande bebouwing aan de Professor Rankestraat gesitueerd. Vraag is wel of de parkeeroplossing de relatie van de woningen met het maaiveld voldoende waarborgt. Er is een grondgebonden woning ontstaan die in feite slechts de voordeur op het maaiveld heeft. De positie van de deur in de tuin is weloverwogen en zorgt voor dynamiek in het gebruik van de collectieve ruimte. MILIEU In het ontwerp wordt expliciet rekening gehouden met een energiezuinig concept (passieve zonne-energie, kas tussenklimaat en warmte/koudebuffer); in de verdere uitwerking dient hieraan nog nader invulling te worden gegeven. Aandachtspunt is het voorkomen van oververhitting. De tombola bestaat uit een demontabel bouwsysteem met flexibele plattegronden; uitgangspunt is het gebruik van herbruikbare materialen. Er wordt een prima omgevingskwaliteit verwacht; de locatie ligt verscholen in een bouwblok. MARKT De PTB-loods is inmiddels door het UMCG verbouwd voor herbestemming; realisatie van het plan is dus voorlopig niet mogelijk. Vraag is of de ontwikkeling van de tuin en tombola op dit moment haalbaar is. CONCLUSIE Het plan lijkt vanwege de huidige herbestemming vooralsnog geen vervolg te krijgen.

Page 49: Bijlage 2 Beoordeling Def

49

22. WINSCHOTERDIEP DE MEEUWEN OPDRACHTGEVER: BAM, DE HUISMEESTERS EN LEFIER STADGRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: DAAD ARCHITECTEN; FRANZ_ZIEGLER – BUREAU VOOR ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW; DE ZWARTE HOND A. DAAD ARCHITECTEN PLAN Het ontwerp is gebaseerd op een dynamisch concept dat gemakkelijk kan inspelen op snelle veranderingen in de vraag en presenteert zodoende geen eindbeeld. Het voorstel is te lezen als een geoptimaliseerde ruimtelijke en stedenbouwkundige onderlegger, op basis waarvan verschillende invullingen in de loop van de tijd een plek kunnen vinden. Er is een ‘barcodestructuur’ van parallel gerichte stroken ontstaan met een stramienmaat van 5,5 meter, die maximaal gebruik maakt van de bestaande infrastructuur en aansluit op de stedenbouwkundige structuur van De Meeuwen. Het stedenbouwkundig raamwerk kan naar gelang de vraag ingevuld worden met de voorgestelde serie flexibele woningtypologieën. STEDENBOUW+WONEN Het plan van DAAD is nog weinig gedefinieerd, maar biedt een rijk scala aan mogelijkheden. Het presenteert een model op basis van beproefde maateenheden, dat op hoofdlijnen zorgvuldig aansluit op de bestaande structuur van De Meeuwen en in dichtheid aan de Oosterpoort refereert. Het gebruikt bestaande infrastructuur in een langzame, duurzame ontwikkeling en levert daarmee een interessant groeimodel op. Wel is de vraag of de barcodestructuur voldoende op de rand langs de Europaweg inspeelt; zorgt deze voor voldoende bescherming tegen het geluid van weg? De verhoging van de stroken op de spitse hoeken met de Europaweg vormt een mooie ruimtelijke oplossing, maar biedt geen duidelijke afsluiting van het gebied. Daarnaast wordt de diagonaal door het plangebied niet duidelijk gekoppeld aan de omgeving; ook de relatie met het Winschoterdiep en de bedrijvenstrook is in dat opzicht nog niet duidelijk. De autovrije straten sluiten wel mooi aan op het centrale veld van De Meeuwen. Het is moeilijk in te schatten of het raamwerk met basistypen een voldoende gedifferentieerd stedelijk woongebied oplevert. Het plan is zeer compact, maar gezien het groeimodel is moeilijk in te schatten wat voor consequenties dit heeft voor het openbaar gebied; is het plan ‘ruim’ genoeg, is er genoeg collectieve ruimte, of is het schema wellicht te compact? Hoewel het model erg conceptueel is, ontstaat een interessante verkaveling. De strategie moet nog verder vorm krijgen en zou in de loop van de tijd in een daadwerkelijk stedenbouwkundig plan moeten landen. MILIEU Uitgangspunt voor een energiezuinige uitwerking is de zuid-westoriëntatie op de zon en overstekken en schermen om oververhitting te voorkomen. Verder zijn geen energiezuinige maatregelen genomen. Geluid en lucht zijn aandachtspunten voor het gebied; het ontwerp biedt wel enige afscherming ten opzichte van de Europaweg, maar vraag is of dit voldoende zal zijn. Ook externe veiligheid is een aandachtspunt; een klein deel van de woningen ligt in het invloedsgebied van het LPG station aan de Europaweg. Hiermee moet in het vervolg rekening worden gehouden (geen overschrijding oriëntatiewaarde externe veiligheid). MARKT Aangezien het plan een basismodel is dat naar gelang de vraag ingevuld kan worden, zal het zich per definitie altijd marktconform kunnen ontwikkelen. Aandachtspunt is of het model in deze compacte vorm naar de huidige vraag ingevuld kan worden. B. FRANZ_ZIEGLER – BUREAU VOOR ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW PLAN Het ontwerp van Ziegler is opgebouwd uit tien in grootte verschillende blokken met rijwoningen die de structuur en richting van De Meeuwen nauw volgen. De blokken bestaan uit een grote hoeveelheid woningtypen en zijn van elkaar gescheiden door woonpaden en hofjes. Het parkeren is, deels half

Page 50: Bijlage 2 Beoordeling Def

50

verdiept, opgelost onder privé-terrassen op de binnenplaatsen van de bouwblokken, waardoor het gebied autoluw is er aan de buitenkant van de blokken ruimte is voor kleine voortuinen. Het plan borduurt voort op de fijnmazige structuur van de Oosterpoort en creëert middels een insteekhaven een mooie verbinding met het oude Winschoterdiep, dat zo het centrum van de wijk wordt. STEDENBOUW+WONEN Het plan kent een gevarieerd woningaanbod en creëert daarmee een grote verscheidenheid aan woonblokken die op een beproefde en overtuigende wijze de stedenbouwkundige opzet bepalen. De structuur sluit goed aan op De Meeuwen maar verlengt ook het stedelijk weefsel van de Oosterpoort en is zodoende van belang voor de gehele wijk. Het is een afwisselend en rijk plan, waarin de maat en schaal van de bouwblokken nauwkeurig zijn afgestemd op het stedelijke context. Het concept van de haven draagt bij het Winschoterdiep als verbindend element in de wijk. Aan de rand langs de Europaweg is het echter de vraag of de gekozen stedenbouwkundige structuur toereikend is. De vele dwarsverbindingen en kopgevels maken de beleving van de Europaweg minimaal, maar vormen geen duidelijke afsluiting, die gezien de verkeersdrukte wel wenselijk is. Daarnaast zorgt de bebouwing langs de Europaweg voor een onduidelijke aansluiting in de richting van De Meeuwen. Het plan kent een grote hoeveelheid verschillende woningtypologieën, met opties tot uitbreiding. Ze zijn op een vanzelfsprekende manier in de blokken geordend en grenzen aan intieme autovrije hofjes of woonpaden. Wel is de vraag in hoeverre de gekozen parkeeroplossing voor voldoende kwaliteit op de binnenterreinen zorgt. De voorziene woonsfeer aan de binnenkant van de blokken is hierdoor niet duidelijk. MILIEU In het ontwerp zijn vooralsnog geen energiezuinige maatregelen getroffen. Geluid en lucht zijn aandachtspunten voor het gebied; in het ontwerp is hiermee expliciet rekening gehouden. Er zijn geluidsluwe hofjes gecreëerd. Een acceptabele omgevingskwaliteit blijft echter een punt van zorg. Ook externe veiligheid is een aandachtspunt; een klein deel van de woningen ligt in het invloedsgebied van het LPG station aan de Europaweg. Hiermee moet in het vervolg rekening worden gehouden (geen overschrijding oriëntatiewaarde externe veiligheid). MARKT De goede verknoping van het plan met zijn omgeving en het gedifferentieerde woningaanbod maken het plan zeer goed uitvoerbaar en faseerbaar. C. DE ZWARTE HOND PLAN Het plan van De Zwarte Hond bestaat globaal uit drie zones; een robuuste stedelijke terrassenstrook die een duidelijke rug naar de Europaweg vormt en verschillende woningtypen (waaronder woon/werkwoningen) langs opgetilde straten ontsluit, een min of meer gesloten bouwblok van grondgebonden woningen rond een gemeenschappelijke tuin en een kashba-achtige structuur met deels vrijstaande, deels geschakelde patiowoningen. De drie zones voegen zich naar de structuur van De Meeuwen; door de compacte terrassenstrook blijkt er zelfs ruimte voor een grote extra groenstrook. Het parkeren is deels onder de groenstrook voorzien, maar wordt daarnaast binnen het blok of bij de woning opgelost. De terrassenstrook wordt in de richting van de ringweg afgesloten met een hoogbouwaccent. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp van De Zwarte Hond presenteert een zeer interessante oplossing in de richting van de Europaweg, zonder dat de ventweg een dode straat wordt. De combinatie van woon/werkwoningen zou hierbij goed kunnen werken. Het blok vormt een mooie afscherming van de drukke weg en is opgebouwd uit een mix van verschillende woningtypen die op niveau ‘grondontsloten’ zijn. Hiermee creëert het niet alleen een zorgvuldige oplossing voor de locatie, maar voegt het zich ook in de discussie over de grenzen van de definitie van intense laagbouw. Belangrijk aandachtspunt is natuurlijk in hoeverre de bovenstraat daadwerkelijk als straat kan fungeren; is deze in de

Page 51: Bijlage 2 Beoordeling Def

51

voorgestelde schakeling goed geconcipieerd? Levert de bovenstraat voldoende kwaliteit voor de woningen? Essentiële vraag is of de voorgestelde ontsluiting levendig en toegankelijk genoeg zal zijn om als werkelijk alternatief voor de straat te kunnen dienen en de woningen daarmee zo veel mogelijk een grondgebonden karakter geeft. De parkeeroplossing is gekoppeld aan de woningen en daarnaast voor een groot deel opgelost in een groen talud, wat het plan extra ruimte geeft ondanks de forse dichtheid. Daarnaast compenseert het een deel van het groenverlies voor De Meeuwen, aangezien in de huidige situatie tussen de woningen en de Europaweg een groene buffer is gesitueerd. De compacte schakeling van het terrassenblok levert zo een dubbele winst op. Aarzeling bestaat er voor de voorgestelde afsluitende hoogbouw in zuidelijke richting. Deze zorgt voor een goede afsluiting naar de ringweg maar heeft gezien de locatie geen vanzelfsprekende woonkwaliteit. De patiowoningen zorgen daarentegen voor een rijke verkaveling. Ze zijn compact geschakeld, maar dusdanig dat er voldoende ruimte tussen de woningen blijft. Twijfel bestaat er wel bij de ommuring van de tuinen, waardoor dichtgezette eilanden ontstaan, die zich volledig lijken af te sluiten van de omgeving. MILIEU Er zijn goed uitgangspunten voor een energiezuinige uitwerking (collectieve warmte/koudeopslag, extra isolatie, PV-cellen en warmteterugwinning); aandachtspunt is het voorkomen van oververhitting. Geluid en lucht zijn aandachtspunten voor het gebied; in het ontwerp is hiermee expliciet rekening gehouden. Er is een afschermende bebouwing langs de Europaweg voorzien. Een acceptabele omgevingskwaliteit blijft echter een punt van zorg. De geluidsbelasting op de eerste lijnsbebouwing is hoog. Ook externe veiligheid is een aandachtspunt; een klein deel van de woningen ligt in het invloedsgebied van het LPG station aan de Europaweg. Hiermee moet in het vervolg rekening worden gehouden (geen overschrijding oriëntatiewaarde externe veiligheid). MARKT De kosten lijken hoog door het complexe terrassenblok richting de Europaweg, maar deze oplossing biedt wel mooie kansen om de locatie te ontwikkelen. De aantrekkelijk hangt in sterke mate af van de te realiseren bovenstraten. De grote variëteit aan typen heeft een positieve werking. Het gehele plan is goed faseerbaar en kansrijk. Vraag is wel of de patiowoningen niet in de te grote aantal zijn voorzien. CONCLUSIE: Opdrachtgevers BAM, De Huismeesters en Lefier StadGroningen hebben aangegeven voorkeur te hebben voor het plan van De Zwarte Hond. Op initiatief van de Wijkorganisatie Breed Buurtoverleg Oosterpoort is in samenwerking met Stadsdeelcoördinatie ook door bewoners een beoordeling gemaakt, gefinancierd door Stasddeelcoördinatie en ondersteund met deskundigheid door KUUB Centrum voor particuliere bouw: Beoordelingsrapportage Intense Laagbouw De Meeuwen. Het rapport is bijgevoegd in bijlage 3. Hier volgt puntsgewijs commentaar op de belangrijkste conclusies van het rapport, zoals opgetekend op pagina 15 en 16:

1. Speerpunten A In de plannen voor De Meeuwen is een serieuze poging ondernomen om de problematiek van geluids- en fijnstofoverlast weg te nemen. Gezien het stadium en de status van de plannen is het onmogelijk om hierover een definitief negatief oordeel te vellen; integendeel, de plannen bieden uitstekende uitgangspunten. Het plan van De Zwarte Hond is in dat opzicht het meest overtuigend. B In het huidige bestemmingsplan is voorzien in een intensivering van de zone tussen De Meeuwen en de Europaweg met kantoorbebouwing. De toevoeging van woningbouw in plaats van kantoren is gezien de markt voor kantoorruimte acceptabel en zou de wijk kunnen verrijken; het toevoegen van intense grondgebonden woningbouw zorgt voor verdere differentiatie van de wijk en

Page 52: Bijlage 2 Beoordeling Def

52

vergoot het palet grondgebonden woningtypen dat in de wijk voor handen is. De toenemende bebouwingsdruk zal niet groter worden door de functiewisseling van kantoren naar woningen; het toevoegen van woningen kan de aansluiting met De Meeuwen verbeteren en een stedenbouwkundige vanzelfsprekend verlengstuk van de wijk creëren, waardoor het risico op leegstand en verhuur in de onderkant van de markt niet erg voor de hand liggend is. C De ontspannen verkaveling van De Meeuwen met een kwalitatief goed ontworpen, groene openbare ruimte komt door de voorgestelde plannen niet gevaar; in het plan van De Zwarte Hond is buiten De Meeuwen zelfs als gevolg van een ingenieuze parkeeroplossing extra groene openbare ruimte gemaakt. D De plannen zorgen voor een verbetering van de wijk in de direct omgeving en verrijken in dat opzicht de entree van de stad via de Europaweg. Met name het plan van De Zwarte Hond zorgt voor een goede stedelijke context die het karakter van de locatie benadrukt en de richting van de Europaweg begeleid. Het plan van De Zwarte Hond presenteert een duidelijke verbetering van de entree ten opzichte van de huidige situatie.

2. Bebouwingsdichtheid De bebouwingsvoorstellen leiden tot verdichting van de gehele zone tussen Winschoterdiep en Europaweg en passen daarmee binnen het nationaal mede door het Rijk uitgedragen streven om 25-40% van alles nieuwe woningen, winkels en kantoren in bestaand stedelijk gebied te realiseren. Het ministerie van VROM heeft uitgebreid aandacht besteed aan de manifestatie Intense Laagbouw; ze heeft de tentoonstelling gesponsord en deze is in januari 2010 in de hal van het ministerie te zien geweest. De gemeente Groningen draagt al jaren het streven uit om wijken compact en levendig te houden; dit blijkt de leefbaarheid en sociale cohesie enorm te bevorderen. De dichtheid van De Meeuwen is relatief laag en de buurt kent een longfunctie voor de wijk. Op wijkniveau wordt het gebied echter allerminst gekenschetst door een suburbaan karakter. De zone tussen De Meeuwen en de Europaweg maakt onderdeel uit van de Oosterpoort en grenst aan de het bedrijventerrein langs de Europaweg, wat de locatie een hoogstedelijk karakter geeft. De dichtheid van de gehele wijk is hoog, de Oosterpoort heeft één van de hoogste bebouwingsdichtheden in de stad. De Meeuwen vervult op wijkniveau een bijzondere functie, omdat het lager van dichtheid is en een groengebied omsluit. Dit zal door de gepresenteerde voorstellen niet veranderen. De plannen vormen het sluitstuk van de Oosterpoort en sluiten aan op de bebouwingsintensiteit van de wijk als geheel, wat de bijzondere functie van De Meeuwen zal versterken. Bovendien kan op basis van de voorstellen een goede relatie tussen de wijk en het Winschoterdiep ontstaan, zodat deze, net als De Meeuwen een longfunctie voor wijk als geheel kan krijgen. 3. De plannen zijn gemaakt in opdracht van samenwerkende corporaties en commerciële partijen. Zij zijn optimistisch over de marktpotentie van het gebied. Er is geen reden om aan te nemen dat een zorgvuldige inpassing van woningen op de locatie, met bijzondere aandacht voor de invloed van de Europaweg, risico’s tot leegstand en verhuur in de onderkant van de markt tot gevolg zal hebben. EINDCONCLUSIE Op basis van de beoordeling onderschijven wij de voorkeur van de ontwikkelende partijen. Voor de strook langs de Europaweg is zeer gewenst realiseerbaarheid van dit deel verder te bestuderen. Voor het zuidelijke deel wordt de oplossing van De Zwarte Hond niet per definitie de meest geschikte geacht. Het plan van Ziegler en DAAD bieden daarvoor ook goede oplossingen. Mooi uitgangspunt zou zijn om voor het zuidelijke deel de drie architecten bij verdere uitwerking te betrekken. Belangrijk aandachtspunt blijft de omgevingskwaliteit, aangezien het wat betreft lucht en geluid een van de hoogst belaste locaties in de stad is. Er moet onderzocht worden of er een acceptabele leefkwaliteit is te realiseren. Dit verdient bij de verdere uitwerking prominent aandacht.

Page 53: Bijlage 2 Beoordeling Def

53

23. EUROPAPARK KOLENKADE EIGEN INITIATIEF – MEERVOUDIGE STUDIE ARCHITECTEN: BROEKBAKEMA; PVANB ARCHITECTEN I.S.M. MD LANDSCHAPSARCHITECTEN; TEAM 4 ARCHITECTEN De plannen voor de locatie Europapark Kolenkaden zijn al in een eerder stadium beoordeeld door de afdeling Ruimtelijke Plannen. De opdrachtgever heeft zich voor aanvang van de manifestatie teruggetrokken en de plannen zijn op initiatief van de deelnemende architecten gepresenteerd. Het vervolg in de ontwikkeling van de locatie is vooralsnog onduidelijk. Verdere ontwikkeling in het kader van Intense Laagbouw is vooralsnog niet voorzien.

Page 54: Bijlage 2 Beoordeling Def

54

24. ENGELSE KAMP HELPERLINIE OPDRACHTGEVER: GEMEENTE GRONINGEN – MEERVOUDIGE OPDRACHT ARCHITECTEN: ATELIER KEMPE THILL; BLAURAUM (DUITSLAND); HUGGEN BERGER FRIES (ZWITSERLAND) PROCES Vertrekpunt voor de locatie was het plan van Atelier Quadrat, waarin voor de locatie 66 grondgebonden en 72 appartementen waren voorzien. Onderzocht is of hetzelfde aantal woningen gerealiseerd kan worden met enkel grondgebonden woningen. A. ATELIER KEMPE THILL PLAN Het ontwerp van Atelier Kempe Thill bestaat uit een dubbel bouwblok met 180 eengezinswoningen rond een collectieve landschappelijke binnenhof. Tussen de twee blokken bevindt zich een met glas overdekte binnenstraat, die in de hoeken wordt verbreed tot kleine pleinen en als gemeenschappelijke ‘buitenruimte’ geldt. Het blok wordt doorsneden door twee dwarsstraten die de Engelse Kamp met de waterkant verbinden. De verdiepte parkeervoorziening volgt de vorm van het blok en is via de binnenstraat of de dwarsstraten te bereiken. De woningen worden via de overdekte binnenstraat ontsloten. Een privé-buitenruimte bevindt zich aan de straat- of hofzijde en op het dak. STEDENBOUWK+WONEN Het ingediende plan is zeer conceptueel en speelt nauwelijks in op de kwaliteit en het landschappelijke karakter van de locatie. Het lijkt in dat opzicht een contextloos en schematisch uitgewerkt model, al is de opzet helder en krachtig. Door de manier van schakelen en de schaal van het programma zijn de woningen onderdeel van een collectief woongebouw. Verschillende vormen van collectiviteit zijn op een zorgvuldige manier in het plan verweven, maar de vraag is of deze niet te nadrukkelijk aanwezig zijn en ten koste gaan van de privé-ruimte. De stedenbouwkundige opzet zorgt voor een mooie grote groene hof, maar creëert tevens een zeer dichte schakeling en scherpe overgangen tussen woning en openbare ruimte. De relatie van het blok met het openbare groengebied aan de zijde van het Helperdiep is gering. Wel levert het volledig doorgevoerde concept van verticale tuinen in de compacte schakeling aantrekkelijke collectieve ruimtes op in de binnenstraat en de dwarsstraten. Daarnaast is de vraag of de voorgestelde typologie niet te beperkt is voor de schaal en omvang van het blok. De oriëntatie van de woningen in het blok is daarmee niet in alle opzichte overtuigend. Wellicht dat een meer gedifferentieerd woningaanbod de stedenbouwkundige opzet zou kunnen verrijken? Het gekozen concept levert een interessant en vindingrijk compact dubbel bouwblok op, maar zou verder op de locatie toegespitst kunnen worden. Het model is net zo scherp en genadeloos als de opgave die gesteld is, maar biedt tevens ruimte voor nuancering; in die zin kan het als denkmodel fungeren. MILIEU Uitgangspunt voor een energiezuinige uitwerking is een lage EPC; dit is echter nog niet zichtbaar ingevuld. Verder werkt de binnenstraat als een klimaatbuffer. Groene daken zorgen voor extra isolatie, een buffer voor hemelwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. Er worden duurzame materialen toegepast (houtskeletbouw). De verwachte leefomgevingkwaliteit is prima; wel kan er enige geluidsbelasting van het spoor ontstaan. Het ontwerp voorziet in afschermende bebouwing en creëert een geluidsluw binnengebied. MARKT Het plan is door het totaalkarakter moeilijk te faseren en lijkt door de gekozen parkeeroplossing kostbaar. Er lijkt spanning te bestaan tussen de kwaliteit van het totale blok en de gebruikskwaliteit van de individuele woningen. Vraag is of de woningen, ondanks hun individualiteit en grondgebondenheid niet te veel onderdeel zijn van een collectief gebouw. B. BLAURAUM (DUITSLAND) PLAN

Page 55: Bijlage 2 Beoordeling Def

55

Het plan van blauraum is opgehangen aan een ruggengraatstructuur van paden die om en om straten en gemeenschappelijke groengebieden langs een noord-zuidverbinding ontsluit. De basis wordt gevormd door een halfverdiepte parkeergarage die in het landschap is geschoven en die het stratenpatroon daarboven, dat volledig op voetgangers en fietsers is gericht, bepaalt. De woningen zijn in compacte rijen van 2-6 woningen geschakeld en telkens op zowel de straat als het groengebied georiënteerd. Met een basistype zijn verschillende rij- en beneden/bovenwoningen gecreëerd, variërend van 2-6 lagen, met op elke verdieping een buitenruimte. Ook op de begane grond bevindt zich over de volledige lengte van de woning een buitenruimte, waardoor de rijen van aaneengesloten woningen altijd permeabel zijn en de relatie tussen straat en groengebied versterkt wordt. De buitenruimtes van de woningen zijn zowel via een interne als een externe route te bereiken. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp van blauraum is landschappelijk van karakter en op een speelse manier prachtig in de omgeving gelegd. Het lijkt de uitkomst van een nauwkeurig onderzoek naar de relatie tussen woningtypologie, ontsluiting aan de straat en relatie met collectief groen. Door de goede oriëntatie van de woningen levert dit een sterk stedenbouwkundig concept op, dat prachtig is verweven met de locatie en goed inspeelt op de kwaliteiten van de context. Daarnaast maakt het de locatie zeer toegankelijk. De rijwoningen zijn compact geschakeld, wat een hoge dichtheid tot gevolg heeft. Het parkeren is daarbij vernuftig en direct in relatie tot de woningen opgelost. De toegepaste typologie is conceptueel zeer interessant, maar daardoor ook complex. De woningen hebben op elke verdieping een buitenruimte bìnnen het volume, die zowel via een interne als externe route ontsloten is. Met het basistype is een grote variatie aan het verschillende woningen te ontwikkelen, wat het plan flexibel maakt en tevens een duidelijke identiteit geeft. Wel is de vraag of de complexe basisstructuur niet ten koste gaat van effectieve woonruimte. De woningen zouden in vereenvoudigde vorm wellicht aan kracht winnen. Ook is de vraag of de gestapeld variant met beneden/bovenwoningen nodig is. Daarnaast is de beperkte privé-buitenruimte op de begane grond een aandachtspunt. Deze is klein maar wel goed gepositioneerd en zorgt voor een doorwaadbaarheid van de rijen als geheel. Een iets minder dichte en eenvoudigere schakeling zou het gekozen woonconcept wellicht kunnen versterken. MILIEU Uitgangspunt voor een energiezuinige uitwerking is een warmtepomp, een goede basis, zeker als deze gecombineerd wordt met extra isolatie. Alternatief is een aardwarmtesysteem, waarvan de mogelijkheid voor deze locatie onderzocht moet worden. Er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke, ecologisch verantwoorde en onderhoudsarme bouwmaterialen (bijvoorbeeld leemstuc en leemblokken). Groene daken zorgen voor extra isolatie, een buffer voor hemelwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. De verwachte leefomgevingkwaliteit is prima; wel kan er enige geluidsbelasting van het spoor ontstaan. Het ontwerp heeft een open structuur dat geluid toelaat; hiermee dient in het vervolg rekening te worden gehouden. MARKT Het plan is goed faseerbaar en biedt de mogelijkheid om een gedifferentieerd woningaanbod te creëren. Meer ruimte voor privé-buitenruimtes zou de aantrekkelijkheid vergroten. Daarnaast is de vraag of de gekozen parkeeroplossing haalbaar is, al is deze prachtig met het landschap verweven en bepaalt ze in grote mate de kwaliteit van het openbare gebied. C. HUGGEN BERGER FRIES ARCHITEKTEN (ZWITSERLAND) PLAN Het ontwerp van Huggen Berger Fries Architekten wordt gevormd door een groot meanderend blok dat zich voegt naar de locatie en opgebouwd is uit weer een kleinere meanderstructuur. Deze meander in een meander is gevuld met een driedimensionale puzzel van grondgebonden woningen met een tuin en/of daktuin en appartementen. De kleine meanderstructuur zorgt ervoor dat het blok niet te massief wordt en organiseert de woningen rond een grote hoeveelheid hoven. De begane grond van het blok bestaat over de volledige lengte van de meander uit een binnenstraat, die de woningen ontsluit en veel

Page 56: Bijlage 2 Beoordeling Def

56

openingen naar het omringende groengebied bevat; beide zijden van de meander worden op deze manier met elkaar verbonden. Door de dubbele meanderstructuur heeft de binnenstraat een open karakter en hebben de woningen een grote verscheidenheid aan vormen en plattegronden. Het blok wordt omsloten door een gordel van privé-tuinen maar laat daarnaast ruimte voor collectieve hoven en een landschappelijk openbaar gebied. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp voegt zich op een natuurlijke manier naar de omgeving en is zeer zorgvuldig toegespitst op het landschap. Het behoudt het groene karakter van de locatie en koppelt deze aan de vorm van het blok. Door de kleine meanderstructuur in de grote meandervorm van het blok, is het concept van de binnenstraat goed denkbaar en zijn de woningen, ondanks de hoge dichtheid en typologische puzzel, altijd goed georiënteerd. De hoven zorgen voor voldoende licht in de binnenstraat, die door de vele openingen een boeiende verbinding tussen beide zijden van het blok vormt. Daarnaast is de vorm van het blok mooi afgestemd op de meer groene zijde van het Helperdiep en de meer stedelijke zijde aan de Engelse Kamp. Vraag is wel hoe de privé-buitenruimtes aan het openbare gebied grenzen, al lijken de overgangen van privé naar openbaar in de structuur van het gehele blok goed geregeld. De openingen op de begane grond zouden op sommige plaatsen wellicht het gehele blok kunnen doorsnijden, waardoor de relatie tussen het Helperdiep en de Engelse Kamp versterkt wordt. Het blok bestaat uit een prachtige typologische puzzel en biedt daarmee een gedifferentieerd woningaanbod. Dit maakt de woningen wel complex en daardoor het plan ook kwetsbaar. De ingenieuze schakeling levert een enorme rijkdom aan verschillende woningen op, maar geeft het gebouw tevens een duidelijk collectief karakter. Vraag is of de collectiviteit niet ten koste gaat van de individuele woning. MILIEU Het plan is zo ontworpen, dat ondanks de hoge dichtheid, energietoepassing van zonlicht en –warmte mogelijk zijn; daarnaast is en centraal warmtesysteem mogelijk. Energiemaatregelen dienen bij uitwerking verder ingevuld te worden. Er worden recyclebare materialen gebruikt. De verwachte leefomgevingkwaliteit is prima; wel kan er enige geluidsbelasting van het spoor ontstaan. Hiermee dient in het vervolg rekening te worden gehouden. MARKT Het plan is moeilijk faseerbaar; de woningen zijn complex in vorm en schakeling, dat kan de haalbaarheid beperken. Het parkeren is mooi opgelost maar lijkt krap en wordt slechts door één inrit ontsloten. CONCLUSIE: Het plan van blauraum biedt een goed uitgangspunt voor verdere ontwikkeling. Het plan is gedifferentieerd en flexibel, zowel wat betreft stedenbouwkundige opzet als architectonische invulling. Op basis van bovenstaande zou het plan verder ontwikkeld kunnen worden. Voor de architectonische uitwerking van het model van blauraum is een mooi streven om de drie architecten hierbij te betrekken. De architectenkeuze komt uiteraard tot stand in nauwe samenspraak tussen ontwikkelende partij en de gemeente.

Page 57: Bijlage 2 Beoordeling Def

57

25. HELPER WESTSINGEL WOONWAGENLOCATIE OPDRACHTGEVER: SLOKKER VASTGOED EN LEFIER STADGRONINGEN ARCHITECT: ARCHITECTUURSTUDIO HH PLAN Het ontwerp is opgebouwd uit 32 split-levelrijwoningen van 3 lagen, die verdeeld zijn over twee stroken parallel aan de Helper Westsingel en het Helperdiep. De stroken zijn in meer of mindere mate gebogen en creëren daardoor een afgebakend collectief groengebied waaraan tevens de tuinen van woningen grenzen. Op twee plaatsen wordt de strookbebouwing doorbroken, zodat de relatie tussen het Helperdiep en de Helper Westsingel aanwezig blijft en het contact met binnengebied gewaarborgd. De woningen worden ontsloten aan de tuinzijde en hebben aan de ‘voorzijde’ een iets ten opzichte van het maaiveld verhoogd terras. Het parkeren is centraal opgelost onder een als kantoor te herbestemmen Finse School. STEDENBOUW+WONEN De stedenbouwkundige opzet is mooi ingebed in de context en sluit goed aan op bestaande routes in de omgeving. De losse groene setting creëert een informele padenstructuur die de locatie op vanzelfsprekende wijze doorwaadbaar maken. Dit is grotendeels mogelijk doordat het parkeren slim is opgelost onder de te herbestemmen Finse school, zodat het woongebied autovrij gehouden kan worden en natuurlijk overgaat in het groengebied ten noorden van de locatie. De ontsluiting van de woningen is daarmee niet gekoppeld aan de parkeeroplossing, maar geregeld vanuit het collectieve groengebied tussen de twee stroken. Het plan past niet binnen het bestemmingsplan maar wordt wel opgenomen met een wijzigingsbevoegdheid in het geactualiseerde bestemmingsplan. Aandachtspunt is de zone van vijf meter langs het Helperdiep die volgens de keur van het waterschap niet bebouwd mag worden. Het voornemen is om deze strook op te nemen in een ecologische zone, maar dit vooralsnog een wens. Het hergebruik van de Finse school als basis voor de parkeeroplossing is interessant. De hieraan gekoppelde ontsluiting van de woningen vanuit het binnengebied levert naast een mooi landschappelijk binnengebied echter ook een moeizame relatie op van de woningen met de Helper Westsingel; de ten opzichte van het maaiveld opgetilde balkons creëren een privé-buitenruimte die boven het openbare groen zweeft en geen duidelijke relatie met de straat aangaat. Dit maakt de adressering van de woningen aan de Helper Westsingel wonderlijk, aangezien deze wel met hun woonprogramma op de straat zijn gericht, maar niet toegankelijk zijn vanaf die zijde. Ook de afbakening van en bergingen in de tuinen aan de achterzijde van de woningen, in het binnengebied, behoeven in dat opzicht aandacht. Belangrijk voor het plan is dat de positie en ontsluiting van de woningen geen onduidelijke overgangen tussen privé- en openbare ruimte opleveren. De gekozen woningtypologie past goed bij de stedenbouwkundige uitgangspunten van het plan en gaan een natuurlijke relatie met hun omgeving aan. Wel wordt er getwijfeld aan de reeds genoemde opgetilde balkons; deze behoeven in het vervolg aandacht. MILIEU Er is een GPR-score van 7,5, wat een energiezuinig plan betekent; op welke manier dit wordt gerealiseerd is niet aangegeven. Wel is aangegeven de aandacht voor een goede luchtkwaliteit in de woningen. Geluid en lucht spelen op deze locatie geen rol; er wordt een prima leefomgevingkwaliteit verwacht. MARKT De woningen bevinden zich in het duurdere segment, wat veel van de opwaardering van de omgeving vraagt. Het plan is goed faseerbaar en lijkt kansrijk. Of de parkeeroplossing realistisch is moet verder onderzocht worden; het voorstel lijkt haalbaar, maar moet in detail bestudeerd worden (verhoogde ligging, breedte en afsluiting omloop, kosten herbouw). CONCLUSIE Met inachtneming van de kanttekeningen en opmerkingen lijkt het plan goede ingrediënten te bevatten voor verdere ontwikkeling. Vooralsnog is ontwikkeling echter afhankelijk van de herinrichting/vernieuwing van het kermisexploitantenterrein. Ook is bijzondere aandacht vereist voor de

Page 58: Bijlage 2 Beoordeling Def

58

herbestemming van het monument en de de zone van vijf meter langs het Helperdiep die volgens de keur van het waterschap niet bebouwd mag worden, alsmede de mogelijke ontwikkeling van een ecologische zone langs het Helperdiep. Zolang de realiteit van de parkeeroplossing niet goed is onderzocht, is buiten het plangebied parkeren geen overtuigende oplossing; dit zal in de verdere uitwerking van het plan van alternatieven moeten worden voorzien. De ontwikkeling van de locatie zal in nauw overleg met de afdeling Ruimtelijke Plannen (en Monumenten) een vervolg moeten krijgen.

Page 59: Bijlage 2 Beoordeling Def

59

26. REGGESTRAAT EIGEN INITIATIEF ARCHITECT: KLEIN ARCHITECTEN PLAN Het plan van Klein architecten bestaat uit 17 woningen die in twee rijen half over een iets verdiepte parkeergarage zijn gevouwen. De woningen aan de Reggestraat volgen een lamellenstructuur en hebben tussen de woningen een privé-buitenruimte, de aangesloten rijwoningen hebben een tuin aan de achterzijde. Het dek boven de parkeergarage dient als woonstraat en ontsluit de woningen, die daarnaast via de tuin bereikbaar zijn. STEDENBOUW+WONEN Het ontwerp presenteert een zeer geschikte invulling voor het deel van een bouwblok dat nu wordt ingenomen door een school. De voorgestelde woonstraat met twee rijen woningen zou het blok op een mooie manier vervolmaken en versterkt de huidige blokstructuur. Daarnaast past het concept goed bij dit deel van de stad en vormt het een nieuw hoofdstuk in de vernieuwing van de Rivierenbuurt; de locatie ligt nabij station en centrum, maar geniet een ontspannen kwaliteit door de ligging in het blok. Wel verdient de aansluiting van de dubbele rij op de IJsselstraat en op de hoek van de Reggestraat extra aandacht. Mogelijkerwijs kan het blok aan de overzijde van de Reggestraat ook in de ontwikkeling betrokken worden? Daarnaast is de vraag in hoeverre de oriëntatie van de woningen voldoende relatie met de veroogde woonstraat hebben en of de ontsluitingen aan de Reggestraat voldoende levendigheid brengen. Door de gekozen parkeeroplossing levert de woningtypologie boeiende plattegronden op. De bijna dubbelhoge ruimte biedt daarbij veel flexibiliteit en mogelijkheden. De positie van de twee gehanteerde typen creëert een goede afsluiting in de richting van de bestaande bebouwing, terwijl ze zich vanwege de lamellenstructuur aan de straatzijde opent. MILIEU Gekozen is voor een energiezuinig concept (hoge isolatiewaarde, warmtepomp, retourlucht van de ventilatie, lage temperatuurverwarming, warmteterugwinning, zelfregulerende ventilatieroosters en zonwering). Geluid en lucht spelen geen rol op deze locatie; er wordt een prima leefomgevingkwaliteit verwacht. MARKT De woningen passen goed in de buurt en verrijken deze door een nieuw type toe te voegen. Wel lijken de woningen duur en is de vraag of ze de beoogde doelgroep kunnen aanspreken. CONCLUSIE: Het plan beslaat de huidige locatie van de school De Wingerd en is eigendom van de Stichting voor Christelijk Speciaal Onderwijs Groningen (SCSOG). De school kan en wil verhuizen op den duur; daarvoor komt geld vrij vanaf 2010/2011. Aanvankelijk wilde de school graag samen met De Kimkiel naar een nieuwe locatie, maar dit plan is niet verwezenlijkt. De ontwikkeling is dus vooralsnog afhankelijk van de toekomstige verhuizing van de school. Met inachtneming van de kanttekeningen en opmerkingen kan het plan verder ontwikkeld worden. Daarbij zou overwogen kunnen worden om de locatie aan de overzijde van de Reggestraat en eventueel die van het klooster in het vervolg mee te nemen.

Page 60: Bijlage 2 Beoordeling Def

60

27. MEERSTAD EIGEN INITIATIEF ARCHITECT: DE ZWARTE HOND PLAN Het plan is opgebouwd uit een lint met drijvende tuinen dat als ruggengraat dient voor waterwoningen. Er zijn vrij liggende en gegroepeerde drijvers, beide ontwikkeld als cascovlot dat naar eigen inzicht is in te delen. Het lint bestaat uit flexibele steigers met riool-, water- en energievoorzieningen, zodat het op elk moment ingekort of verlengd kan worden en van vorm kan veranderen door stroming en wind. STEDENBOUW+WONEN Het voorstel voor drijvende woningen past uitstekend binnen de visie voor Meerstad, ook voor deze plek, maar past niet binnen de ‘artikel 19 plannen’, het bestemmingsplan. Wellicht dat het ontwerp een aanzet kan vormen om de vastgeroeste denkpatronen over drijvende huizen los te weken. Kwaliteit van drijvende woningen is natuurlijk dat ze kunnen wegdrijven. De ontsluiting vormt daarbij een aandachtspunt, maar dit lijkt oplosbaar. Ander vraagstuk: hoe moet het parkeren opgelost worden? Het parkeren kan de voorgestelde idylle behoorlijk verstoren. De mogelijkheid om het lint met de woningen daadwerkelijk te laten wegdrijven naar gelang wind en stroming benut de kwaliteiten van de woning en de locatie optimaal. Het vormt een verrijking van het plan voor Meerstad maar biedt tevens een nieuwe beleving voor de woning, zoals een voortdurend wisselende oriëntatie. De vrijheid in beweging van de woningen is op een interessante manier gekoppeld aan de flexibiliteit en vrije indeelbaarheid van de drijvers. Hiermee krijgen het plan op zowel op stedenbouwkundig als typologisch niveau een daadwerkelijk pionierskarakter. De drijvers zijn individueel maar ook collectief in te richten en bieden daarmee ruimte aan verschillende vormen van wonen. MILIEU Wat betreft een energiezuinige uitwerking is gekozen voor een collectieve toepassing van warmte/koudeopslag; wellicht is een ander concept voor deze woningen beter geschikt. Daarnaast is uitgegaan van extra isolatie, PV-cellen, warmteterugwinning. Aandachtspunt is het voorkomen van oververhitting. Geluid en lucht spelen op deze locatie geen rol; er wordt een prima leefomgevingkwaliteit verwacht. MARKT De woningen bieden optimale vrijheid en gezien de ‘stedenbouwkundige’ context ruimte voor veel verschillende bewonersgroepen. Het plan is bovendien goed faseerbaar. Vraag is er een doelgroep is te vinden voor een dergelijk manier van 'wegdrijvend wonen’. CONCLUSIE Het uitgangspunt van de studie biedt voldoende aanknopingspunten om verder uit te werken. Het is een zeer inventieve en typologisch interessante studie en verdient als zodanig een vervolg. Onderzocht moet worden of het gepresenteerde idee daadwerkelijk in een realistisch plan omgezet kan worden. Vragen die daarbij spelen, zijn: hoe openbaar blijven de kades en daarmee de beleving van het water van Meerstad? Hoe komen hulpdiensten ter plaatse? Hoe wordt het parkeren opgelost? Hoe voorkom je dat de drijvers met elkaar in aanraking komen? Etc. Boeiend om verder te onderzoeken!

Page 61: Bijlage 2 Beoordeling Def

61

28. TYPOLOGIESTUDIE INTENSE LAAGBOUW EIGEN INITIATIEF ARCHITECT: DAAD ARCHITECTEN PLAN Het typologisch onderzoek van DAAD Architecten richt zich op de restruimte langs infrastructurele werken. Om de fysieke barrièrewerking van infrastructuur te slechten is gezocht naar intensiveringmogelijkheden tussen bestaande bebouwing en wegen. De blokkades zijn omarmd en verrijkt met (woon)programma, waardoor niet alleen loze ruimte geïntensiveerd en verdicht wordt maar tevens goede verbindingen ontstaan tussen van elkaar gescheiden stadsdelen. De bijzondere context zorgt voor de ontwikkeling van ongekende woningtypologieën. STEDENBOUW+WONEN De typologiestudie is een fascinerende aanzet voor de verdichting én verbetering van infrastructurele barrières tot levendige zones die juist een verbindende werking tussen verschillende stadsdelen heeft. Het is een interessante analyse van deze typisch stedelijke ‘restruimte’, die resulteert in een uitdagende opdrachtformulering. Zoals door DAAD verwoord, is niet de aanwezigheid van infrastructuur het probleem, als wel de obstakels die zij vormen in de beleving van het stedelijk weefsel; voornaamste vraag is dus in hoeverre (woon)programma op zo’n manier toegevoegd kan worden dat de fysieke ruimte die infrastructuur inneemt, op een aantrekkelijke en ‘helende’ wijze in de stedelijke structuur wordt ingebed. Het onderzoek geeft een eerste aanzet hiervoor, maar is nog onvoldoende uitgewerkt om echt te overtuigen. Het uitgangspunt om infrastructurele dijklichamen letterlijk te omarmen biedt mogelijkheden voor programma, al is de vraag of wonen hiervoor geschikt is. Een verdere uitwerking zou dit moeten uitwijzen. Het verdichten van de onderdoorgangen met programma zou de kwaliteit van deze ruimtes enorm kunnen verbeteren. MILIEU Het ontwerp maakt gebruik van een interessant energieconcept; de woningen kunnen in principe zonder toegevoegde energie functioneren, opgewekte warmte wordt opgeslagen en via een warmtepomp ter beschikking gesteld. Mits het ontwerp goed wordt uitgewerkt kan de leefomgevingkwaliteit tot een acceptabel niveau worden gebracht. Op plaatsen waar gevaarlijke stoffen over de weg worden vervoerd is externe veiligheid een belangrijk aandachtspunt. MARKT Onduidelijk is in hoeverre woonprogramma geschikt is voor de onderzochte ruimtes. Er moet verder bestudeerd worden of het uitgangspunt van de studie voldoende kwalitatief hoogwaardige uitgewerkt kan worden; geven de ruimte en het programma voldoende mogelijkheden voor een architectonisch goede ontwikkeling? Daarnaast is de vraag of een dergelijk concept exploitabel is. CONCLUSIE Het onderzoek verdient zeker een vervolg en zou op den duur getest moeten worden op een locatie in de stad. DAAD heeft aangegeven het concept verder te willen onderzoeken, alvorens ze met definitieve voorstellen komt; doorontwikkeling van het concept moet gestimuleerd worden.

Page 62: Bijlage 2 Beoordeling Def

62

29. TYPOLOGIESTUDIE INTENSE LAAGBOUW EIGEN INIATITIEF ARCHITECT: ONIX PLAN Het plan van Onix bestaat uit een scenario voor een compacte groene stad, waarin het groenoppervlak geoptimaliseerd is. Het prototype wordt gevormd door terrasvormige woningblokken die een ruim bemeten parkeervoorziening op de begane grond overdekken. Hierdoor is de openbare ruimte autovrij en kan deze volledig landschappelijk worden ingericht, net als de terrassen en daktuinen die door de vorm van de blokken op elke laag aanwezig zijn. De woningen zijn rug-aan-rug geschakeld, maar in elkaar gevlochten, zodat ze een dubbele oriëntatie hebben. Het prototype kan in verschillende stedelijke configuraties worden geordend. STEDENBOUW+WONEN Het concept van de typologiestudie levert aantrekkelijke ingrediënten en zou zich moeten bewijzen op een locatie. Vraag is in hoeverre het concept voor een verantwoorde stedelijke inbedding kan zorgen. Het is flexibel, maar in de huidige vorm ook nog schematisch; vooralsnog is het een goed theoretisch model, dat in de praktijk verrijkt zal moeten worden. Kan het model op een goede manier op de omgeving worden afgestemd? Hoe zouden de koppen in relatie tot de openbare ruimte moeten worden opgelost? Daarnaast is interessant om verder te onderzoeken of het model zich voor hoogstedelijk gebied leent; is de voorgestelde mogelijke verdichting tot, vijf, zes of zelfs zeven lagen realistisch? MILIEU Het ontwerp is zeer geschikt voor het ontwikkelen van een energiezuinig concept, met als uitgangspunten een collectieve installatie en optimaal gebruik van de zon. MARKT Onduidelijk is of het stedenbouwkundig model exploitabel is; het concept zou op een concrete locatie getest moeten. CONCLUSIE Uitgangspunt is om de studie verder te testen aan de hand van een geschikte locatie. Op initiatief van de architect wordt gezocht naar een locatie die de mogelijkheid biedt om het model concreet te maken. Samenwerking met een corporatie of ontwikkelaar zou het proces kunnen vergemakkelijken.

Page 63: Bijlage 2 Beoordeling Def

63

30. TYPOLOGIESTUDIE INTENSE LAAGBOUW EIGEN INITIATIEF ARCHITECT: VAN RINGEN ARCHITECTEN PLAN De typologiestudie van Van Ringen Architecten is gebaseerd op een modulair systeem waarmee zeven verschillende woningtypen volgens een orthogonaal stedenbouwkundig stramien zijn geordend. Plaatselijk is het maaiveld ten behoeve van parkeren verhoogd, waardoor een gevarieerd stedelijke ruimte ontstaat en een autoluw straatbeeld met pleintjes, steegjes en straatjes. De woningen zijn vrij indeelbaar en hebben en dakterras en/of patio; door variëteit in typologie, indeling, plaatsing en oriëntatie is iedere woning uniek. STEDENBOUW+WONEN Het model van Van Ringen is reeds toegepast; voor de beoordeling, zie locatie 13. MILIEU Er is gekozen voor een warmtepompconcept, voor een dergelijk intensief ontwerp een zeer geschikte basis voor een energiezuinige uitwerking, zeker als ook gekozen wordt voor extra isolatie. De verhouding tussen binnen- en buitenoppervlakte is gunstig, zodat een lage EPC-waarde gerealiseerd kan worden. Groene daken zorgen voor extra isolatie, een buffer voor hemelwaterafvoer en hebben een ecologische kwaliteit. De toegepaste materialen zijn onderhoudsarm. MARKT Het onderzoek is aan de Oosterhamrikkade op een concrete locatie getest en lijkt exploitabel. Zie locatie 13. CONCLUSIE Zie locatie 13. Hier heeft de architect op overtuigende wijze aangetoond hoe de voorgestelde typologie op bestaande locaties kan landen. Het uitgangspunt is dat locatie 13 op basis van het gepresenteerd voorstel ontwikkeld kan worden.