Beweging - schrijfdans - SMOG in de...

Fiche nummer:

Fiche voorbereiden van activiteiten Arteveldehogeschool Versie 2014 bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Fiche voor voorbereiden van activiteiten

Omschrijving van de activiteit: Schrijfdans: de speelgoedtrein (8 peuters)

Ervaringssituatie: O zelfstandig spelen O ontmoeten O explorerend beleven X ontwikkelingondersteunend leren

Organisatie: O klassikale activiteit X groepsactiviteit

DOELEN

Lp beweging Motorische competentie MC 2 Aanvoelen en omgaan met lichaamsopbouw en dynamiek van bewegen: MC 2.2 De peuters bewegen op en rond de lichaamsassen om een aangepaste lichaamshouding aan te nemen: vlot bewegen op lichaamsassen: voorwaarts, op en neerwaarts, zijwaarts, achterwaarts. -‐> De peuters kunnen zich vlot bewegen met zowel hun armen als het totale lichaam. Lp beweging Motorische competentie MC 2 Aanvoelen en omgaan met lichaamsopbouw en dynamiek van bewegen: MC 2.4 De peuters voeren bewegingen gelijktijdig en opeenvolgend uit: twee lichaamsdelen gelijktijdig, opeenvolgend of afwisselend laten bewegen. -‐> De peuters kunnen hun armen gelijktijdig bewegen tijdens het schrijbelen.

Fiche nummer:


VERLOOP en BEGELEIDING

ORGANISATIE / MATERIAAL

Aanzet (De KL toont het cadeau.) ‘Sinterklaas heeft een cadeau gebracht. Dit cadeau is voor de klas. Wat zou er in zitten?’ – Reacties van de peuters afwachten. ‘X, jij mag het cadeau open maken.’ (Als het cadeau open is zien de kleuters een houten trein.) ‘Woow, wat zit er in het cadeau?’ – Een trein! ‘Het is een trein!’ ‘De trein gaat rijden. De deurtjes kunnen echt open en dicht.’ ‘Ik zou wel graag een trein willen zijn. Dan breng ik alle mensen overal naartoe.’ (De KL laat de trein verder rondrijden.) (De KL blaast op het fluitje.) ‘STOP!’ (De KL brengt de trein tot stilstand.) ‘We zijn toegekomen in het station: iedereen uitstappen!’ (De KL laat het lied afspelen en zingt mee.)

Straks mogen er een paar vriendjes samen met mij mee dansen. Maar we zullen eerst eens kijken wat wij vandaag allemaal kunnen doen in de klas.’ (De KL legt klassikaal de zelfstandige activiteiten kort uit. Nadien kiest de KL 8 peuters om de begeleide activiteit mee te doen.) ‘Welke vriendjes willen graag samen met mij dansen?’ (De KL duidt 8 peuters aan. Deze peuters blijven in de kring.) ‘Jullie blijven in de kring. Ik kom zo meteen.’ (De KL begeleidt de andere peuters naar de zelfstandige activiteiten en gaat nadien naar het groepje voor de begeleide activiteit.)

Cadeau met een speelgoedtrein in, fluitje, CD met het liedje.

Fiche nummer:


Speelleersituatie (Wanneer alle peuters voor een ZA gekozen hebben, gaat de KL naar de kring waar de begeleide activiteit doorgaat. De KL zet de muziek aan, begint te zingen en maakt de bewegingen voor.)

De totale lichaamsbeweging: met het hele lichaam. (1) Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn.

Draaien met de armen parallel langs het lichaam als bij de ouderwetse trein en in een rij achter elkaar lopen.

Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn.

Treinbewegingen of rooklussen.

Stap maar in. Stap naar voor. Stap maar uit. Stap naar achter. Tuuut tuut doet de fluit. Met één hand trekken aan een

denkbeeldige fluit Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn.




Even rusten even staan. Stilstaan op de plaats. De armen ook in rust.

Alle mensen mogen nu gaan. Door elkaar lopen. Mogelijkheden voor verbreden/verdiepen: -‐ Achter elkaar als een trein door het lokaal gaan, armen draaien parallel naar voren, maar ook weer naar achteren. Er kan ook een treinspoor met krijt op de grond getekend worden. Met confetti, snippers of wat zand kunnen er vlekken gemaakt worden. De trein rijdt door het vlekkenlandschap. -‐ Zittend op de grond of op een lange bank met de armen parallel ronddraaien. De muziek op pauze zetten = armen stil. De muziek gaat, armen draaien naar achteren. (Muzikale tegenstelling: muziek – geen muziek.) -‐ Treintje spelen door stoelen achter elkaar te zetten. -‐ De armen moeten horizontaal bewegen. -‐ Op de grond zitten met de benen gespreid: Sjoeke sjoeke= armen draaien. Stap maar in= benen open. Stap maar uit= benen toe. Tuut tuut doet de fluit: knieën optrekken tot aan de buik.

KL kl kl kl kl kl kl kl kl

Fiche nummer:


(De KL en de kleuters verplaatsen zich naar de werktafel. De KL laat de peuters rond de tafel staan en laat hen een schort aandoen. De KL toont de beweging voor met stiften op een papier op een horizontaal vlak.) Schrijbelen met scheerschuim op de tafel. (2) Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn.

Rondcirkelen en lussen maken met twee of een hand.



Stap maar in. Handen in de cirkel plaatsen. Stap maar uit. Handen uit de cirkel plaatsen. Tuuut tuut doet de fluit. Strepen naar beneden trekken. Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn.




Even rusten even staan. Handen plat op het oppervlak plaatsen.

Alle mensen mogen nu gaan. Rondkrongelen op het oppervlak. à Heb je op dat moment een kinderverzorgster in de klas kan je parallel werken met twee groepen. Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn. Hierbij ga je je wijsvinger

en midden vinger haaks zetten zoals op de prent en ronddraaiende bewegingen maken.

Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn. Hierbij ga je je wijsvinger


Stap maar in. Je zet je ene hand zo dat je duim en je wijsvinger een ‘U’ vormen. De opening wijst naar opzij en zo steek je je andere hand in de gleuf.

Stap maar uit. Met een hand naar je toe zwaaien. Tuuut tuut doet de fluit. Met twee vingers van éénzelfde

Cd nummer 9 of 10, papier en stiften, scheerschuim, schort voor de KL en schortjes voor de peuters.



Fiche nummer:


hand maak je een fluit. Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn. Hierbij ga je je wijsvinger


Sjoeke sjoeke sjoeke sjoeke doet de trein. Ik wil zo graag een treintje zijn. Hierbij ga je je wijsvinger


Even rusten even staan. Twee vingers van de ene hand plaatsen op de handpalm van je andere hand.

Alle mensen mogen nu gaan. Rondkrongelen op het oppervlak. Mogelijkheden voor verbreden/verdiepen: De peuters gaan al zingend en spelend met instrumenten klankeigenschappen (duur, sterkte, hoogte, tempo, klankkleur, richting ...) en muzikale aspecten (melodie, ritme, dynamiek, structuur, stemvolume, ademhaling, stemplaatsing, resonantie ...) verkennen (de peuters gaan zelf bewegingen bedenken voor op de muziek) – Muzische ontwikkeling. Afsluiten ‘We gaan het liedje nog een keer zingen. Iedereen doet mee!’ (De KL ruimt achteraf al het materiaal op. De peuters wassen hun handen en doen hun schort uit met behulp van de KL.)

BRONNEN geraadpleegd voor deze activiteit

− Odet: \ − Ontwikkelingsplan: \ − Leerplannen: Beweging − Cursus: \ (pag. -‐ tot -‐ ) − Voorbeeldvoorbereiding: JA/NEE − Andere informatiebronnen: R.A. Oussoren, (2004), Peuter – Schrijfdans: bewegen met

muziek uit de lucht en op het schrijfoppervlak, Atelier Rijksbouwmeester, p 44-‐47. − Samengewerkt met: \

Fiche nummer:


BIJLAGEN: R.A. Oussoren, (2004), Peuter – Schrijfdans: bewegen met muziek uit de lucht en op het schrijfoppervlak, Atelier Rijksbouwmeester, p 44-‐47.

Beweging - schrijfdans - SMOG in de...

Documents

Transcript of Beweging - schrijfdans - SMOG in de...