Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli · PDF fileBeschrijving “...

4
Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli Kunstenaar: Sandro Botticelli, ca. 1480 Materiaal: Olieverf op paneel Afmeting: 203 x 314 cm Tentoongesteld in : Galleria degli Uffizi, Florence Pre-Iconografische beschrijving: Aan de linkerzijde van het schilderij staat een man in een rood gewaad, met open schoenen/laarzen met vleugels en een op zijn linkerzij hangt een zwaard. Op zijn hoofd draagt hij een helm. Hij kijkt omhoog en houdt daarbij in zijn rechterhand een stok met aan de zijkanten hiervan 2 draken. De stok wijst naar wat grijze wolken. Naast hem staan 3 vrouwen, gehuld in doorschijnende witte gewaden. Daaronder zijn ze naakt. Ze houden elkaars handen vast en zijn alle 3 afgewend van de beschouwer; de zijkant of achterkant is te zien. De voeten laten zien dat ze in beweging zijn en niet stil staan. Naast de 3 vrouwen, in het midden van de voorstelling maar een beetje verder naar achter, staat een vrouw in een rode cape met daaronder een blauwe jurk. De kleding is erg gedecoreerd. De borsten zijn extra geaccentueerd met versieringen en de buik is vrij dik. Ze maakt een zwaaiende beweging met haar rechterhand en kijkt de beschouwer aan. Haar voeten zijn gehuld in open sandalen. Boven haar zweeft een naakt mannetje met vleugels, pijl en boog. Deze figuur is geblinddoekt. Naast de vrouw in het centrum (rechts voor de beschouwer), staat een vrouw met een rijk gedecoreerde bloemenjurk. Ze draagt een bloemenkrans in het haar en lijkt te lopen. Haar armen zijn in beweging en handen zijn verborgen in en onder haar jurk tussen de bloemen. Naast het meisje met de bloemen staat nog een vrouw die angstig omhoog kijkt naar een andere figuur, die haar vast wil grijpen. Ze is naakt onder haar doorschijnende gewaad en er komen bloemen uit haar mond. Ze wil weglopen van haar belager. De meest rechtse figuur op de voorstelling is in andere kleuren weergegeven dan de rest van de figuren. Deze man is blauw/groen van kleur en lijkt bijna op te gaan in zijn omgeving. Hij kijkt naar de

Transcript of Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli · PDF fileBeschrijving “...

Page 1: Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli · PDF fileBeschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli . Kunstenaar: Sandro Botticelli, ca. 1480 Materiaal: Olieverf

Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli

Kunstenaar: Sandro Botticelli, ca. 1480

Materiaal: Olieverf op paneel

Afmeting: 203 x 314 cm

Tentoongesteld in: Galleria degli Uffizi, Florence

Pre-Iconografische beschrijving:

Aan de linkerzijde van het schilderij staat een man in een rood gewaad, met open schoenen/laarzen met vleugels en een op zijn linkerzij hangt een zwaard. Op zijn hoofd draagt hij een helm. Hij kijkt omhoog en houdt daarbij in zijn rechterhand een stok met aan de zijkanten hiervan 2 draken. De stok wijst naar wat grijze wolken.

Naast hem staan 3 vrouwen, gehuld in doorschijnende witte gewaden. Daaronder zijn ze naakt. Ze houden elkaars handen vast en zijn alle 3 afgewend van de beschouwer; de zijkant of achterkant is te zien. De voeten laten zien dat ze in beweging zijn en niet stil staan.

Naast de 3 vrouwen, in het midden van de voorstelling maar een beetje verder naar achter, staat een vrouw in een rode cape met daaronder een blauwe jurk. De kleding is erg gedecoreerd. De borsten zijn extra geaccentueerd met versieringen en de buik is vrij dik. Ze maakt een zwaaiende beweging met haar rechterhand en kijkt de beschouwer aan. Haar voeten zijn gehuld in open sandalen. Boven haar zweeft een naakt mannetje met vleugels, pijl en boog. Deze figuur is geblinddoekt.

Naast de vrouw in het centrum (rechts voor de beschouwer), staat een vrouw met een rijk gedecoreerde bloemenjurk. Ze draagt een bloemenkrans in het haar en lijkt te lopen. Haar armen zijn in beweging en handen zijn verborgen in en onder haar jurk tussen de bloemen.

Naast het meisje met de bloemen staat nog een vrouw die angstig omhoog kijkt naar een andere figuur, die haar vast wil grijpen. Ze is naakt onder haar doorschijnende gewaad en er komen bloemen uit haar mond. Ze wil weglopen van haar belager.

De meest rechtse figuur op de voorstelling is in andere kleuren weergegeven dan de rest van de figuren. Deze man is blauw/groen van kleur en lijkt bijna op te gaan in zijn omgeving. Hij kijkt naar de

Page 2: Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli · PDF fileBeschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli . Kunstenaar: Sandro Botticelli, ca. 1480 Materiaal: Olieverf

wegrennende vrouw en probeert haar vast te pakken. Hij heeft vleugels op zijn rug en zit verscholen tussen de bomen.

Alle figuren staan of zweven in een omgeving met veel vruchtenbomen en bloemen in het gras. De bomen dragen oranje vruchten en ze zijn links en rechts van de centraal staande vrouw geschilderd. Achter haar lijken de bomen niet te bestaan, maar is er een haag van kleine blaadjes te zien.

Iconografische beschrijving

Het schilderij is opgebouwd uit 9 figuren en stelt een allegorie op de lente voor. De vrouw helemaal centraal is Venus, de Godin van de Liefde. Venus staat afgebeeld in de lentetuin. Boven haar zweeft haar zoon Amor/Cupido en helemaal links is zijn vader en God Mercurius te zien. Naast haar aan de linkse kant staan haar dienaressen, de drie Gratiën en rechts van haar staat Flora, de Godin van de Bloemen en de jeugd. Rechts naast Flora staat de nimf Chloris die beet gepakt wordt door Zephyrus, de God van de wind.

Mercurius is de zoon van Maia en wordt al in teksten uit de oudheid in verband gebracht met Venus en met de lente. Hij is de zoon van Jupiter en wordt vaak als boodschapper van de goden afgebeeld. Hier in deze voorstelling draagt hij zijn gevleugelde sandalen, om snel te kunnen reizen, en de petasus, een ronde hoed met een ondiepe bol en een puntige voorkant. In zijn hand heeft hij een caduceus, een toverstaf omkronkeld door 2 slangen/draken met vleugels. Met deze caduceus verdrijft hij de wolken boven de tuin en beschermt zo Venus’ tuin. Wolken horen daar niet thuis. Hij heeft vlammen in zijn gewaad, wat de drieëenheid met Cupido en Venus laat zien, want zij hebben ook vlammen van liefde bij zich in kleding en/of attributen. Mercurius zou de leider van de drie gratiën zijn.

De drie Gratiën zijn de personificatie van gratie en schoonheid en de dienaressen van verschillende godinnen. In de kunst meestal dienaressen van Venus, met wie ze een aantal attributen delen, zoals roos en mirte die ook op la Primavera te zien zijn. Volgens Hesiodus waren hun namen Aglaia, Euphrosyne en Thalia. Als groep staan ze zo afgebeeld dat de 2 buitenste figuren het gezicht naar de toeschouwer wenden en de middelste juist niet. Dat is ook hier het geval, maar ze kijken de beschouwer niet aan. Seneca beschreef hen als glimlachende maagden, naakt en in een doorschijnend kleed. Die waren het symbool van de drie vormen van gulheid, nl. het geven, ontvangen en schenken van giften of weldaden. Botticelli heeft ze ook geschilderd als naakten met een weinig verhullend doorschijnend gewaad. Ze dansen voorzichtig rond in de liefdestuin.

Page 3: Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli · PDF fileBeschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli . Kunstenaar: Sandro Botticelli, ca. 1480 Materiaal: Olieverf

Venus: verschijnt als een rijkelijk uitgedoste matrona, godin van de (huwelijks)liefde en de schoonheid. Ze lijkt te wijzen of te zwaaien naar de drie gratiën. Venus is een Romeinse godin, vereenzelvigd met de Griekse Aphrodite, van wie Venus’ kenmerken zijn afgeleid. In het schilderij La Primavera zijn dat de rozen en de mirte achter haar. De roos die gewijd was aan Venus was oorspronkelijk wit, maar door haar bloed rood gekleurd omdat zij in een doorn stapte toen zij zich haastte om de stervende Adonis te helpen. De rozen die Flora voor haar uitstrooit in La Primavera zijn wit, rood en roze. De sinaasappelbomen achter Venus maken een boog om haar koninklijkheid te laten zien. In de boor groeit mirte, een ander attribuut van Venus. De aardse Venus is rijk gekleed en aan de bovenrand van haar jurk en versiersels om de borsten is gewerkt met een vlampatroon, wat haar koppelt aan Mercurius en Cupido. Ze vertegenwoordigt schoonheid in de materiële wereld en is het principe van de voortplanting. De bloementuin op la Primavera is van Venus, waarin in de lente allerlei verschillende bloemen rijkelijk beginnen te groeien en bloeien.

Cupido/Amor: God van de liefde. Hier is hij geblinddoekt afgebeeld, waarschijnlijk omdat liefde blind maakt. Het kan ook een verwijzing zijn naar de duisternis van de zonde. Cupido is de zoon van Venus en Mercurius, verwekt tijdens een romance. Als relatie met deze 2 figuren zijn aan zijn pijl vlammen te zien. Hij is afgebeeld met zijn attributen pijl, boog en pijlkoker en hij heeft vleugels om zich boven de geliefden te kunnen laten zweven. Zijn pijl is gericht op één van de drie gratiën en in haar zou hij wel interesse hebben. Meestal is het niet zo’n belangrijke figuur in de voorstelling.

Flora en Chloris: De bloemengodin beantwoordt aan het schoonheidsideaal van Botticelli’s tijd. Haar jurk is bezaaid met rozen, Venus’ bloem, en vele andere bloemen en ze draagt bloemjuwelen. Ze strooit de rozen uit haar jurk neer voor Venus’ voeten. De Griekse bloemengodin was Chloris, gehuwd met Zephyr, de westenwind van de lente, die de bloemen bij haar verwekte. De Romeinen noemen haar Flora. Lucretius vertelt dat Flora in het voorjaar in de voetstappen treedt van Zephyrus en daarbij haar pad met bloesems strooit. Ovidius, aan wie Botticelli een element van zijn Primavera ontleende, vertelt hoe Chloris wegvluchtte voor Zephyrus. Zephyrus wordt overmand door passie vanwege haar schoonheid en dwingt haar uiteindelijk met hem te trouwen. Maar uit spijt wist hij haar tenslotte te omhelzen, veranderde zij in Flora en stroomden er bloemen van haar lippen. Dit is het moment dat Botticelli afbeeldt, met beide godinnen naast elkaar. Flora strooit bloemen, uit Chloris mond komen slingers van bloemen die weer vallen op de jurk van Flora. Zephyrus schenkt haar uit berouw een tuin vol bloemen waarin het eeuwig lente is. Flora staat symbool voor de maand mei.

Page 4: Beschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli · PDF fileBeschrijving “ La Primavera” van Sandro Botticelli . Kunstenaar: Sandro Botticelli, ca. 1480 Materiaal: Olieverf

Zephyrus: de God van de westenwind, hier uitgebeeld als een donkere gedaante. Hij had in de oudheid een positieve connotatie. Hij werd geassocieerd met de lente en met Venus. Volgens een gedicht van Botticelli’s tijdgenoot Angelo Poliziano is Zephyrus de enige wind die Venus’ tuin mag betreden. Hij zorgt voor dauw en zoete geuren en bekleedt de aarde met allerlei bloemen. Botticelli schildert veel bloemen op La Primavera. Het zijn wel 200 verschillende bloemen die in de lente in de heuvels rondom Florence bloeien. Niet alle bloemen die zijn afgebeeld op dit schilderij bloeien in de lente. Hierin heeft Botticelli wat artistieke vrijheid genomen.

Iconografische interpretatie:

Dit schilderij van Botticelli wordt gezien als een ommekeer in de schilderkunst. Voorheen werden zulke grote werken alleen gemaakt voor religieuze doeleinden. Deze werken hadden als doel de publieke aanbidding van het katholieke geloof te dienen. Het was belangrijk dat de boodschap voor iedereen meteen duidelijk was.

In 1470 opende Botticelli zijn eigen studio in Florence, maar al snel probeerde hij, zoals veel schilders in die tijd, in Rome werk te vinden. Hoewel hij enkele fresco’s in de Sixtijnse Kapel heeft geschilderd, slaagde hij er niet in een bestaan op te bouwen in die grote stad. Hij keerde dan ook terug naar Florence. In die tijd schilderde hij nog steeds religieus werk, maar daarnaast kreeg hij ook andere opdrachten. Rond 1478 begon hij aan La Primavera. Botticelli schilderde deze voorstelling in opdracht van Lorenzo di Pier Francesco de’ Medici (een achterneef van Lorenzo Il Magnifico), ter gelegenheid van zijn huwelijk met Semiramis d’Appiano. Het schilderij hing dan ook eerst lange tijd in de slaapkamer van het paar in het Palazzo Medici (aan de huidige Via Cavour in Florence). Het hing alleen in privévertrekken. Deze allegorie en mythische voorstelling was niet voor het grote publiek bestemd en voldeed niet aan de eisen van schilderijen die het geloof als voorstelling had. Het was geschilderd voor een speciale opdrachtgever, en voldeed aan zijn wensen. De schilder werd geïnstrueerd wat de wensen waren en dat moest geschilderd worden. Alleen de opdrachtgever en eventueel een aantal andere personen die dicht bij de opdrachtgever stonden wisten de betekenis van het schilderij. Dat maakt sommige symboliek in het schilderij ook moeilijk te verklaren.

La Primavera is het 1e voorbeeld van een nieuw soort schilderijen in de 15e eeuw. Botticelli beeldt hier geen specifiek klassiek verhaal uit, maar haalde inspiratie uit allerlei literaire bronnen uit de Oudheid en zijn eigen tijd. De mythologische figuren die hier verschijnen, kunnen worden geassocieerd met het huwelijk, wat zou kunnen verwijzen naar het huwelijk van zijn opdrachtgever.

Bronnen:

• Patrick de Rynck, De kunst van het kijken; iconografie van de Europese schilderkunst 14de-18de eeuw, Ludion Gent-Amsterdam, 2004

• L.D. and Helen S. Ettlinger, Botticelli; 138 illustrations 18 in colour, Thames and Hudson London, 1976

• Alexandra Grömling & Tilman Lingesleben, Masters of Italian art; Botticelli, Könemann Keulen 1998

• James Hall, Hall’s Iconografisch handboek; Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst, Primavera pers Leiden 7e druk 2011