Bescherming motivatienota (pdf)

26
Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 1 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort IV. MOTIVATIE VAN HET VOORSTEL De bescherming van de voormalige VTS-site in de historische binnenstad van Sint-Niklaas wordt op voorstel van Minister Bourgeois als een ad hoc-dossier voor bescherming voorgesteld. De VTS-site die voor bescherming voorgedragen wordt omvat een grote herenwoning aan het O.-L.-Vrouwplein, gekend als de voormalige woning van nijveraars en textielfabrikanten Janssens. Dit architectuurhistorisch interessant breedhuis in Lodewijk XVI-stijl, en in kern minstens opklimmend tot de 17 de eeuw, onderging beperkte aanpassingen circa 1909 bij de inrichting tot vakschool. De achterliggende gebouwen tussen het O.-L.-Vrouwplein en de Collegestraat werden opgetrokken in de 19 de eeuw en na 1908 omgevormd tot schoollokalen voor de Vakschool Sint-Antonius. Het poortgebouw aan de noordelijke speelplaats dateert van 1915 en maakt ook deel uit van de bescherming. De site is gelegen in het gezichtsveld van de als monument beschermde O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk aan het O.-L.-Vrouwplein (KB van 20.11.1973). Het poortgebouw en een aantal schoolgebouwen aan de noordelijke speelplaats ter hoogte van de Collegestraat maken deel uit van het beschermde stadsgezicht “Sint -Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979). De VTS-site is opgenomen in de vastgestelde Inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID 15114) als “Herenhuis met katoenfabriek” . Reeds in 1980 (MB van 13.10.1980) was het voormalige herenhuis met schoolgebouw, gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein 5-6 als monument op ontwerp van lijst geplaatst, het O.-L.- Vrouwplein als stadsgezicht, als uitbreiding van de bescherming van de O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk (KB van 20.11.1973) op vraag van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Omwille van vergevorderde stadsvernieuwings- en urbanisatieplannen in de historische binnenstad werd de beschermingsprocedure van het monument en stadsgezicht stopgezet. De bescherming van het herenhuis Janssens stond niet ter discussie. De VTS-site bleef tot 2008 als school in gebruik. Daarna verhuisden de laatste leerlingen naar een nieuwe schoolsite en werden de historische gebouwen aan het O.-L.-Vrouwplein verlaten. De schoolsite werd verkocht aan de stad Sint-Niklaas en Interwaas in het kader van een herbestemmingsproject met woon-, cultuur- en kinderopvangfuncties, waarvoor thans een Masterplan is uitgewerkt. Naar aanleiding van dit herbestemmingsproject gaf Minister Bourgeois de administratie Onroerend Erfgoed begin 2012 de opdracht het beschermingsdossier uit te werken voor de klassering van het herenhuis aan de straat, de L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel aan de eerste speelplaats en het poortje aan de Collegestraat. V. INHOUDELIJK DOSSIER a) Historisch overzicht - Bouwhistoriek De VTS site situeert zich tussen het Onze-Lieve-Vrouwplein en de Collegestraat.

Transcript of Bescherming motivatienota (pdf)

Page 1: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 1 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

IV. MOTIVATIE VAN HET VOORSTEL De bescherming van de voormalige VTS-site in de historische binnenstad van Sint-Niklaas wordt op voorstel van Minister Bourgeois als een ad hoc-dossier voor bescherming voorgesteld. De VTS-site die voor bescherming voorgedragen wordt omvat een grote herenwoning aan het O.-L.-Vrouwplein, gekend als de voormalige woning van nijveraars en textielfabrikanten Janssens. Dit architectuurhistorisch interessant breedhuis in Lodewijk XVI-stijl, en in kern minstens opklimmend tot de 17de eeuw, onderging beperkte aanpassingen circa 1909 bij de inrichting tot vakschool. De achterliggende gebouwen tussen het O.-L.-Vrouwplein en de Collegestraat werden opgetrokken in de 19de eeuw en na 1908 omgevormd tot schoollokalen voor de Vakschool Sint-Antonius. Het poortgebouw aan de noordelijke speelplaats dateert van 1915 en maakt ook deel uit van de bescherming. De site is gelegen in het gezichtsveld van de als monument beschermde O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk aan het O.-L.-Vrouwplein (KB van 20.11.1973). Het poortgebouw en een aantal schoolgebouwen aan de noordelijke speelplaats ter hoogte van de Collegestraat maken deel uit van het beschermde stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979). De VTS-site is opgenomen in de vastgestelde Inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID 15114) als “Herenhuis met katoenfabriek” . Reeds in 1980 (MB van 13.10.1980) was het voormalige herenhuis met schoolgebouw, gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein 5-6 als monument op ontwerp van lijst geplaatst, het O.-L.-Vrouwplein als stadsgezicht, als uitbreiding van de bescherming van de O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk (KB van 20.11.1973) op vraag van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Omwille van vergevorderde stadsvernieuwings- en urbanisatieplannen in de historische binnenstad werd de beschermingsprocedure van het monument en stadsgezicht stopgezet. De bescherming van het herenhuis Janssens stond niet ter discussie. De VTS-site bleef tot 2008 als school in gebruik. Daarna verhuisden de laatste leerlingen naar een nieuwe schoolsite en werden de historische gebouwen aan het O.-L.-Vrouwplein verlaten. De schoolsite werd verkocht aan de stad Sint-Niklaas en Interwaas in het kader van een herbestemmingsproject met woon-, cultuur- en kinderopvangfuncties, waarvoor thans een Masterplan is uitgewerkt. Naar aanleiding van dit herbestemmingsproject gaf Minister Bourgeois de administratie Onroerend Erfgoed begin 2012 de opdracht het beschermingsdossier uit te werken voor de klassering van het herenhuis aan de straat, de L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel aan de eerste speelplaats en het poortje aan de Collegestraat. V. INHOUDELIJK DOSSIER a) Historisch overzicht - Bouwhistoriek De VTS –site situeert zich tussen het Onze-Lieve-Vrouwplein en de Collegestraat.

Page 2: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 2 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Het O.-L.-Vrouwplein is een nagenoeg rechthoekig plein ten Westen van de in 1841-1844 gebouwde O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk. Dit plein in de historische binnenstad was vroeger gekend als de Houtmarkt en behoorde eertijds tot de veel grotere Kerkendries. De bebouwing aan de Kerkendries, een grote driehoekige dorpsdries dat later ingekort en omgedoopt werd tot Grote Markt, gaat terug tot de 13de eeuw, de ontstaansperiode van Sint-Niklaas. Van de 13de eeuw tot de 15de eeuw had de Kerkendries voornamelijk een agrarisch karakter; vanaf de 16de eeuw en vooral midden 17de eeuw evolueerde het tot aanééngesloten bebouwing met ambachtelijke en handelsfuncties. Het driesplein verwierf geleidelijk meer en meer economische en vooral politieke betekenis. Het herenhuis van de familie Janssens – de Belie, later Janssens – De Decker, bevindt zich tegenover de Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk en is één van de weinige bewaarde historische woningen aan het plein dat heden gemarkeerd wordt door veel nieuw– en hoogbouw. - Oudste geschiedenis van het herenhuis De oudste geschiedenis van het herenhuis is deels gereconstrueerd aan de hand van het privéarchief van de familie Janssens en gegevens uit het handschriftelijk dagboek van Stephanie Janssens, “Souvenirs et traditions” van 1882-1884 die door dhr. De Coninck ter beschikking werden gesteld. Deze informatie werd aangevuld met bijkomend archivalisch onderzoek uitgevoerd door erfgoedconsulent Regi De Meirsman. Het herenhuis Janssens – de Belie, later Janssens – De Decker heeft thans het voorkomen van één classicistisch gebouw. In feite bestaat het uit twee afzonderlijke woningen (nr. 5 en 6) die inwendig met elkaar werden verbonden en ten laatste in het begin van de 19de eeuw één voorgevel hebben gekregen. De drie linkse traveeën (twee vensters en voordeur) behoren tot de voormalige woning nr. 6 met enkelhuisopstand. De vroegere nr. 5 telt vijf traveeën (vier vensters en poort). De exacte bouwdatum van beide woningen is niet bekend, maar volgens een jaartal in de gang tegen een oorspronkelijke buitenmuur, klimt de woning nr. 5 in kern minstens op tot 1691. Zeer waarschijnlijk werd een ouder gebouw in 1691 heropgericht na de grote brand van 1690 die niet minder dan 565 huizen aan de Kerkendries in de as legde. De huizen aan de dorpsdries waren merendeels opgetrokken in hout en bedekt met stro of riet. Enkel de met leien gedekte en in steen opgetrokken gebouwen, zoals het Landhuis, Prochiehuis, Cipierage en Castrohof bleven gespaard. De oudst gekende afbeelding van de Marktomgeving, “De Plaetse van Sinte Niclaus” van 1602 uit het kaartboek van de heer van Beveren, de hertog van Arenberg, illustreert de vele gebouwen rond het driehoekige marktplein en ongeveer ter hoogte van het latere herenhuis Janssens. Ook op de kaart van de kern van Sint-Niklaas opgenomen in de Flandria Illustrata (1641-1644) van Antonius Sanderus is de intense en aaneengesloten bebouwing nabij de latere VTS-site duidelijk te zien. De voorgangers van het huidige herenhuis Janssens zijn echter niet juist te localiseren. Volgens notariële akten binnen de familie Janssens behoorde de voorloper van woning nr. 5 of nr. 6 circa 1679 toe aan Antoni Snouck die het huis had gekocht van zijn schoonbroer Andreas Van Goethem.

Page 3: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 3 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

In het Landboek van 1729 voor De Keure staan de heropgerichte woonhuizen en het achterliggende terrein opgetekend als eigendom van jonker Joannes van Landeghem (nr. 132) en van jonker Beirnaert van Beveren (nr. 133). Beide percelen werden verpacht aan vooraanstaande personen. In het laatste kwart van de 18de eeuw, tijdens het bezit van de familie van Landeghem ondergingen beide woningen zeer waarschijnlijk een aantal aanpassingen. De jaarstenen “1785” en “1788” in de achtergevel zijn een indicatie dat woning nr. 5 noordwaarts werd uitgebreid met een extra L-vormige gang met poort, waardoor de in 1691 gedateerde oorspronkelijke buitengevel binnenmuur werd. De poorttravee van nr. 5 aan het marktplein werd verhoogd, cf. het jaartal “1788” in de boogzwikken en de zichtbare bouwnaden op de bovenverdieping. Een 19de-eeuwse reproductie van een kaart van circa 1780 van Pieter Jozef Heyndrickx, geeft een impressie van het voorkomen van de marktgevel met éénlaags poortgebouw onder bekronende dakkapel vooraleer de poort in 1788 (cf. datumsteen in de zwikken) werd opgetrokken. De interpretatie van het plan vereist toch enige voorzichtigheid aangezien de gevels van de beide woningen er anders uit zien. En aangezien de woningen worden toegeschreven aan de heer De Lakethulle die volgens archivalisch onderzoek het eigendom pas tien jaar later verwierf. (zie verder). In het laatste kwart van de 18de eeuw of het begin van de 19de eeuw werden ook de marktgevels van nr. 5 en nr. 6 geüniformeerd. Deze nieuwe toestand met de verhoogde poorttravee is goed te herkennen op de historische kaart van 1803 uit het kaartboek van Du Caju van de “groot kloosterlandwijk”, in bezit van de KOKW (Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas). De erfgenamen van de tak van Landeghem D’ Essche gaven in 1792 de heer Jacobus de Belie stadhouder van het Land en Casteel van Beveren de opdracht hun eigendom publiekelijk te verkopen. De akte opgesteld door notaris Decker geeft een gedetailleerde beschrijving van het woonhuis : “ een huys met den gronde, porte cochere, remisen, stallingen ende verdere aedificien aerd, wortel ende nagelvast, soo het selve gestaen ende gelegen is binnen de prochie van Sint Nicolaes in den grooten cloosterland wijk, staende in de prochie caerte op nr 132 et 133, groot volgens de selve drij honderd eenenvijftig roeden prijs 319 1/2 roeden, ten voorhoogde aen de Houtmerkt, van d’een sijde gehuyst, de geestelijke dogters room, ende van d’andere de weduwe Andries Merkx, bij den selven M’her van Landegem lest bewoont geweest met voorder last om naer gedaene vercoopinge danof uyt goeden ende erven te gaen, den cooper daer inne te laeten goeden ende erven voor xuge competent, de penningen daer van commende te procederen onder het verleenen van sijne quittantie te ontfangen … “ Door deze openbare verkoop kwam de woning in het bezit van de adellijke familie De Lakethulle. Volgens de kroniek van de familie Janssens betrokken ze het herenhuis aan de Houtmarkt, het latere O.-L.-Vrouwplein, slechts een aantal jaar vooraleer ze verhuisden naar Brussel. Alsnog volgens de familiekroniek verwierf Jan Janssens, telg van een zeer belangrijk textielfabrikantengeslacht uit Sint-Niklaas, de meesterwoning in 1811. Notariële documenten dateren de officiële verwerving van het pand pas in 1820, zeven maanden na het overlijden van Jan Janssens. Een bewaarde aankoopakte in het privéarchief van de familie Janssens bewijst dat Marie Josine de Belie, weduwe van Jan

Page 4: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 4 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Janssens, in 1820 via de mandataris dhr. Ferdinand Buys het woonhuis en de achterliggende grond omschreven als “une Maison en deux demeures dont la grande est à porte cochere remise et cours située a St Nicolas Marche aux bois section grooten Kloosterland Wijk nr 132 & 133 contenant cinquante deux perches trois (annes) àmaisonée d’un coté a Boniface (?) Van Puyvelde et de l’autre aux héritiers Mercx ….” van de familie De Lakethulle kocht. Mogelijk huurde de familie Janssens – de Belie het herenhuis vanaf 1811 maar werd het pas echt verworven in 1820. De zinsnede “maison en deux …., dont la grande est à porte cochere remise et cours ” bevestigd dat het herenhuis in 1820 reeds bestond uit twee woningen waarvan het grootste huis (nr. 5) voorzien was van een koetspoort, wagenhuis en koer. Het is de oudste zoon Louis Janssens die later het katoenfabriek Janssens – De Decker op dit terrein opstartte en uitbouwde. - Ontwikkeling als woning Janssens – de Belie, later Janssens – De Decker en textielfabriek Familie Janssens De tak van katoenfabrikant Jan Janssens (1769-1820), die de zg. VTS-site in de 19de eeuw in zijn bezit had, gaat volgens de familiekroniek terug tot de van Hamme afkomstige schaliedekker Gillis Janssens, die zich circa 1669 in Sint-Niklaas vestigde. Een zoon Olivier Janssens volgde zijn vader als schaliedekker op en begon een jeneverstokerij. Zijn echtgenote runde een handel in bouwmaterialen. Hun zoon, handelaar Petrus Janssens (1709-1790) trad in 1734 in het huwelijk met Anna Catharina Andries (1709-1790), was woonachtig te Sint-Niklaas en kreeg 8 kinderen. De tweede zoon van Petrus, Gillis Jozef Janssens (1737-1804) huwde in 1759 Maria Petronella Lyssens (1743-1809), dochter van textielfabrikant Judocus Lyssens en vennoot van Joannes (Jan) Talboom. Via dit huwelijk trouwde Gillis Jozef Janssens, voorvader van de bewoners van het herenhuis aan het O.-L.-Vrouwplein en groot textielfabrikantengeslacht te Sint-Niklaas, zich in bij ambachtelijke producenten en handelaars in weefsels. De samenwerking tussen de familie Lyssens en Talboom werd in 1763 geöfficialiseerd door de oprichting van een moderne vereniging op ambachtelijke leest geschoeid. Deze “compagnie” richtte hiervoor een gemeenschappelijk werkhuis met getouwen, weverij en ververij op, dat bestond naast de eigen bedrijven. Gillis Jozef Janssens trad circa 1769 tot de gemeenschappelijke textielfirma toe. Aanvankelijk werden alle oprichters vermeld in de firmanaam, maar na het overlijden van de medestichters Judocus en Petrus Lyssens en Jan Talboom in 1784 bleef uiteindelijk enkel de naam Janssens over. Het atelier werd ondergebracht in de voormalige hengstenfokkerij “den haras” die Gillis Jozef Janssens na 1780 van de overheid had gekocht. Deze bedrijfsruimte zou in gebruik blijven tot het kasteel van Boonhem in 1826 door zijn kleinzoon verworven werd. Gillis Jozef Janssens bouwde de onderneming en zijn patrimonium verder uit. Bij een telling in 1794 had zijn bedrijf rond de 390 personen in dienst. In 1795 had het bedrijf een hoog niveau bereikt.

Page 5: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 5 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Naast textiel stond Gillis Jozef Janssens ook in voor de productie van mout voor brouwers en bakkers, kolen- en wolhandel, en bezat hij tal van eigendommen. Als armmeester was hij ook de oprichter van het ouderlingentehuis in 1791. Vanaf de jaren 1795 verslechterde de economische toestand in onze gewesten. Door het gebrek aan grondstoffen, tengevolge van de politieke omwentelingen en sociaal-economische problemen alsook door een aantal slechte bedrijfstechnische beslissingen ging het bedrijf van Gillis Jozef Janssens achteruit. Het gezin Gillis Jozef Janssens en Maria Petronella Lyssens telde 16 kinderen, waarvan Jan Janssens (1769-1820) het zesde kind was. In 1791 huwde hij de zeven jaar jongere zeer welstellende renteniersdochter Marie Josine (Judoca) de Belie (1756-1823). Jan zou eerst getracht hebben een wijnhandel op te zetten alvorens in de voetsporen van zijn vader en familie te treden en naar de textielbranche over te stappen. Samen met zijn schoonbroer Anto(o)n Van Der Varent, echtgenoot van zijn oudere zus Theresia-Agatha, broer Alexander en nog familieleden nam hij het textielbedrijf in 1809 over onder de naam “Van Der Varent et Janssens”. Zowel Jans’ broer als schoonbroer verkochten de navolgende jaren hun aandeel in de zaak, zodat het bedrijf na 1 mei 1818 gekend was als “Jan Janssens – de Belie”. Na de annexatie door Nederland tijdens het bewind van Willem I kwam er in het begin van de 19de eeuw een kentering in de economische toestand. Nieuwe afzetgebieden werden aangesneden en de Oost- en Westindische markten waren ook voor de Zuidelijke Nederlanden toegankelijk. De textielnijverheid te Sint-Niklaas kende hierdoor een ontzettende ontwikkeling en de stad groeide uit tot één van de voornaamste markten in de provincie. Uit het onderzoek van K. Boon blijkt dat het textielbedrijf Janssens in het begin van de 19de eeuw onder het bewind van Jan Janssens gestagneerd was. Onder meer ten gevolge van de hoge verschuldigde uitkoopsommen aan broers en zussen ging het Jan niet echt voor de wind. Zoon Louis Jan Jozef Janssens slaagde er pas in om te profiteren van het gunstige economische klimaat om het familiebedrijf tot ontwikkeling en grote bloei te brengen. Ontwikkeling textielfabriek Janssens – De Decker Jan Janssens en Marie Josine (Judoca) de Belie kregen vijf kinderen, waarvan de oudste en enige overlevende zoon Louis Jan Jozef Janssens (1793 -1844) het textielbedrijf na 1820 verderzette. Louis trad in 1822 met de toen 17-jarige Marie Thérèse De Decker (1805-1871) in het huwelijk. Dankzij de financiële middelen van zijn echtgenote zette Louis Janssens het familiebedrijf verder onder de naam “wolspinnerij en lakenweverij Janssens – De Decker” en vormde het om tot één van de modernste bedrijven in Sint-Niklaas. In 1824 huurde Louis Jan Jozef Janssens, samen met schoonbroer P.A. Verwilghen het kasteel van Boonhem aan de Hofstraat van zijn oom Alexander. Dit kasteel was in 1803 verworven door olieslager Joannes Van Hecke, later ging het over op zijn schoonzoon rentenier Alexander Janssens (broer van Jan en oom van Louis). Twee jaar later op 20 mei 1826 kocht Louis Jan Jozef Janssens het omgrachte kasteeldomein en richtte er een wolspinnerij en lakenweverij op, alwaar hij in 1827 de eerste stoommachine in Sint-Niklaas installeerde. Hierdoor nam de productie een hoge vlucht. Tussen 1827-1854 was de firma Janssens – De Decker de enige Sint-Niklase firma die een stoommachine had. De mechanisering deed slechts langzaam zijn intrede in Sint-Niklaas. Het bedrijf Janssens – De Decker was voor op zijn tijd.

Page 6: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 6 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Een tweede filiaal installeerde Louis Jan Jozef vóór 1844 in de bijgebouwen van het herenhuis aan het O.-L.-Vrouwplein dat zijn moeder Marie Josine (Judoca) de Belie in 1820 gekocht had en waar hij zich met zijn gezin vestigde. Vanaf de Belgische omwenteling in 1830 ging o.m. door de inkrimping van Nederland als afzetmarkt, de economie weer achteruit. Pas vanaf de jaren 1834 verbeterde het economische klimaat, dankzij overheidsinitiatieven en de ontwikkeling van het spoorwegennet. De crisis van 1838-1839 zorgde echter voor een nieuwe inzinking. De wolindustrie te Sint-Niklaas kende een bijkomende terugval door de import van goedkope wol. De firma Janssens – De Decker begon omstreeks 1838-1839 als pionier fantasieweefsels in wol te vervaardigen; de gekende tartan sjaals (met schotse ruiten). Dit kende een grote bijval en veel navolging. In 1860 waren er een 70-tal van dergelijke weverijen in Sint-Niklaas. Vanuit zijn katholieke, humanitaire maar ook paternalistische overtuiging richtte Louis Jan Jozef Janssens volgens De Potter en Broeckaert circa 1839 een school op voor de tewerkgestelde kinderen en een zondagsschool voor de arbeiders van zijn bedrijf. Zijn ongehuwde zus Amelie Joanna Maria Janssens (1795-1871) zou volgens de familiekroniek heel haar leven les geven in de school van Janssens. Ze bleef ook in het ouderlijk huis wonen (nr. 6) dat ze in volle eigendom kreeg en stond mee in voor de opvoeding van de kinderen van haar broer Louis na zijn overlijden in 1844. Ook Louis’ echtgenote, Marie Thérèse De Decker (1805-1871), onderrichtte de arbeiderskinderen op zondagen in de geloofsleer (catechese). De Potter en Broeckaert beschrijven niet duidelijk waar de “school” zich situeerde. Zeer waarschijnlijk werden de lessen gegeven in de bedrijfsgebouwen zowel in de Hofstraat als aan het O.-L.-Vrouwplein. Na het overlijden van Louis Jan Jozef Janssens in 1844 werden de eigendommen verdeeld. De aangifte van nalatenschap van 1844 en de verdelingsakte van 1846 van bezittingen van Louis en zijn ongehuwde zus Amelie (afkomstig van de familie Janssens en de Belie) zijn belangrijke tijdsdocumenten en bronnen voor de latere VTS-site. Volgens deze documenten bestond het herenhuis aan het O.-L.-Vrouwplein nog steeds uit twee woningen. Nr. 5 “omvattende het huis met batimenten en grond (E 443, 444, 445)”, werd bewoond door Louis Janssens, zijn echtgenote en minderjarige kinderen. Hij had het met eigen geld merkelijk vergroot met nieuwe gebouwen, en had de oude veranderd en verbeterd. Aangezien het nog steeds ter exploitatie van hun fabriek werd gebruikt, kregen de weduwe en de kinderen het domein toegewezen. Nr. 6 “omvattende een huis met grond (E446)” werd bewoond door zus Amelie en aan haar in volle eigendom toegewezen. Midden 19de eeuw bestond de fabriek Janssens – De Decker dus uit twee vestigingen : het “fabrique d’étoffes de laines” (op de site van het voormalige kasteel van Boonhem in de Hofstraat) en het “fabrique d’étoffes de coton” (aan het O.-L.-Vrouwplein), zoals op een briefhoofd van 1856 afgebeeld. Louis Jan Jozef vergrootte de L-vormige woning nr. 5 in de periode 1820-1844 met de linkerbedrijfsvleugel van twee bouwlagen en 17 traveeën. Wellicht verfraaide hij ook de poortdoorrit aan de binnenkoer met een meerhoekige torenspits met tentvormig dak (cf. briefhoofd van 1856 en historisch fotomateriaal), die in de loop van de 20ste eeuw verwijderd werd.

Page 7: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 7 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Louis Jan Jozef Janssens en Marie Thérèse De Decker hadden 11 kinderen. Hun oudste zoon Theodoor Pierre Francois Janssens (1825-1889), later gekend als Janssens de Vaerebeke nam vanaf 1844 na het vroegtijdig overlijden van zijn vader de leiding van het bedrijf Janssens – De Decker over. Vanaf 1851 was hij ook politiek actief als Vlaamsgezinde volksvertegenwoordiger voor de katholieke partij, en was hij medestichter van de nieuwe spoorlijn Mechelen-Terneuzen. Hij wordt beschouwd als één van de belangrijkste vertegenwoordigers in het Waasland voor zijn tijd. Als patroon zocht hij oplossingen voor de noden van zijn personeel en als politicus trad hij op als beschermer van de arbeiders. Vanuit de toenmalige paternalistische katholieke visie dat de patroon ook verantwoordelijk was voor het welzijn, de morele verheffing en opvoeding van zijn personeel stond Theodoor Janssens mee aan de wieg van de oprichting van de werkmanskring Sint-Jan-Baptist. In 1876 richtte hij een Hulp- en Pensioenkas voor de werklieden van zijn bedrijf op dat toen verspreid over beide vestingen ongeveer 800 werklieden telde. Drie jaar later (circa 1879) richtte hij een volledige vrije school op. De door zijn vader gestichte fabriekschool van de firma Janssens op de bedrijfssite, waarbij de kinderen dagelijks een uur onderwijs kregen was nog steeds een ongewoon initiatief. Hij was ook een zeer gelovig man die een spilfiguur was in het Sint-Vincentius-à-Paulo genootschap Waasland, opgericht in 1848 vlak na de grote hongerperiode. Zijn beide broers Benedictus-Aloysius (gekend als Louis, 1832-1884) en Alfons J. (1841-1906) werkten ook mee in het familiebedrijf. Ook zij waren zeer gelovig, politiek actief, Vlaamsgezind en kwamen vanuit hun christelijke en paternalistische overtuiging o.m. op voor het vrij onderwijs en waren actief in tal van christelijke verenigingen. Theodoor huwde in 1852 Marie Angélique Beeckman (1834-1889), dochter van de burgemeester van Wichelen. Ook dit gezin was gezegend met 10 kinderen. Theodoor Janssens bewoonde met zijn gezin het nieuwe kasteel van Boonhem opgericht circa 1846 in de Brouwerstraat, de huidige Richard Van Britsomstraat, dat inmiddels afgebroken is. Zijn moeder bleef met een aantal broers en zussen wonen in het ouderlijke huis aan het O.-L.-Vrouwplein nr. 5. Zijn tante Amelie woonde in nr. 6. Theodoors’ zoon Jean Marie Paul Janssens de Vaerebeke (gekend als Paul, 1856-1925) volgde hem op als textielfabrikant. Twee andere bekende zonen waren kunstschilder Jozef M. Janssens de Vaerebeke (1854-1930) en Mgr. Henri-Laurent Janssens de Vaerebeke (1855-1925). In 1889 werd melding gemaakt van de “Meisjes Patronnage van het Kindeken Jezus” dat ook in het fabriek Janssens gevestigd was. Een foto van rond de eeuwwisseling bewaard in de Bibliotheca Wasiana toont de meisjes van deze christelijke vereniging op de verharde binnenplaats. Eind 19de eeuw werden de bedrijfsactiviteiten meer en meer verplaatst naar de vestiging in de Hofstraat waar meer exploitatiemogelijkheden waren en dat uitgebouwd werd tot een grote bedrijfssite. - Verkoop herenhuis en textielbedrijf Janssens – De Decker Begin 20ste eeuw werd het herenhuis Janssens – De Decker en het achterliggende textielfabriek verkocht. De reden tot verkoop is onduidelijk. Naar verluidt zou het bedrijf Janssens in het begin van de 20ste eeuw door slechte investeringen in het buitenland (struisvogelkwekerij in Texas) financieel verlies geleden hebben en genoodzaakt zijn geweest om eigendommen te verkopen.

Page 8: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 8 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Volgens de overschrijving door de hypotheekbewaarder, vroegen de kinderen en erfgenamen van de overleden broers (Pieter Jozef Marie; Theodoor Pierre; Benedictus-Aloysius en Alfons J.) in 1907 om de gemeenschappelijke eigendommen openbaar te verkopen. Koop 1 omvatte : “Een voornaam huis met verdiep, koetspoort, uitgestrekte gebouwen, gediend hebbende voor fabriek, grond & afhangen staande & gelegen aan de Onze-Lieve-Vrouwplaats, vroeger genaamd Houtmarkt nr. 5, ter kadaster bekend sectie E nr. 443 & deel van nr. 444 b, groot dertien aren vijftig centiaren; palende noord koop drij, zuid de heeren Charles Louis De Voorde & Truyens Coullier, te St Nicolaas & koop vier west gezeide Onze Lieve Vrouwplaats & oost den volgenden koop Voorheen bewoond geweest door juffer Joannette Janssens & thans onbewoond Is onder dezen koop begrepen eenen stal thans gebruikt door jufvrouw Seghers, bewoonster van het huis koop drij …” Koop 2 omvatte : “Een lusttuin voorheen deel makende van voorstaanden koop met afhangen lees afzonderen toegang tot de collegie- & brouwerstraten, gebouwen dandere (?) aankleven, staande & gelegen als vooren sectie E nrs. 508 rE & deel van nr. 444 b samen groot dertig aren tachtig centiaren palende met den uitweg (…) Collegiestraat & met den tuin de koopen ses tot elf, zuid etc …” Juffrouw Joannette Janssens, Joanna Victoire Marie, waarvan sprake in de akte was een jongere zus van Theodoor Pierre Janssens de Vaerebeke die tot aan haar dood in 1905 de herenwoning nr. 5 bewoonde. Juffrouw Seghers huurde sinds 1903 een deel van het herenhuis, het enkelhuis nr. 6. Het herenhuis en voormalig fabrieksgebouw aan het O.-L.-Vrouwplein zou volgens een notariële akte in 1907 verkocht worden aan notaris Dierckx uit Turnhout. Deze verkoop ging echter niet door en familielid Antoine Maria Janssens(1868-1929), zoon van Benedictus-Aloysius verwierf bij akte van 25.04.1907 het domein. Datzelfde jaar bood Antoine Janssens nr. 5 te koop aan Mgr. Stillemans voor de inrichting van de Vakschool (zie verder). De linkse woning van drie traveeën en twee bouwlagen, nr. 6 verkocht Antoine Janssens in 1910 aan de EH Arthur Scheiris, leraar aan het Sint-Lievensgesticht te Gent. Sinds 1903 werd het huis gepacht door juffrouw Charlotte Seghers voor de duur van negen jaar, die voor eenzelfde termijn de pacht kon verlengen. Huis nr. 6 bleef in privébezit en werd pas in het laatste kwart van de 20ste eeuw officieel bij de VTS-site gevoegd en ingericht als burelen en klaslokalen. - Omvorming voormalig herenhuis Janssens – De Decker tot Vak- en Ambachtschool In 1907 verkocht Antoine Janssens aan Mgr. Antonius Stillemans, Sint-Niklazenaar en bisschop van Gent, een deel van de gebouwen van de firma Janssens – De Decker om er de Vak- en Ambachtschool Sint-Antonius in te richten. De aankoop omvatte het herenhuis van de familie Janssens – De Decker (nr. 5) met de achterliggende U-vormige geplaatste voormalige bedrijfsgebouwen, gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein. De vakschool voor hout- en ijzerbewerkers in avondonderwijs startte op 1.03.1908 in de vroegere bedrijfsvleugels, de plechtige inwijding door Mgr. Stillemans vond plaats op 11.05.1908.

Page 9: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 9 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

De oprichting van de Vak- en Ambachtschool in Sint-Niklaas onder supervisie van het bisdom als tegenwicht tegen de niet-confessionele Nijverheidsschool, stond niet alleen. Verschillende ambachtscholen, zoals deze te Gent en Aalst, werden vanaf de eeuwwisseling al dan niet door toedoen van Mgr. Stillemans gesticht. Deze stichtingen vloeiden voort uit de grote christelijke en maatschappelijke omwenteling ten gevolge van de Pauselijke Encycliek Rerum Novarum van 1891, waarbij de ontvoogding van de lagere sociale klasse door opleiding en onderwijs en het recht op een menswaardig bestaan met eigendom en volwaardig loon centraal werden gesteld. In België was het politieke klimaat ook gewijzigd door de oprichting van de Christelijke Volkspartij in 1893, de Daens-geschiedenis en het oprukkende socialisme. Mgr. Antonius Stillemans heeft veel bijgedragen om de ideeën van Rerum Novarum ingang te doen vinden in de werkgevermilieus. De oprichting van vak- en ambachtscholen was één van de instrumenten van de katholieke begoede burgerij om jongeren een goede opleiding te geven en ze van het socialisme weg te houden. Zoals hoger aangetoond was de in het katholieke milieu verankerde textielfamilie Janssens sterk begaan met de noden, opvoeding en opleiding van de lagere sociale klasse. Het is dan ook aannemelijk dat Antonius Janssens Mgr. Stillemans en het Vak- en Ambachtschoolproject erg genegen was. Mgr Stillemans koos St.-Antonius als patroonheilige voor de nieuwe Vak- en Ambachtschool, volgens de overlevering ter ere van Antonius Janssens en hemzelf. Eind 1909 – begin 1910 werd de straatgevel in Lodewijk XVI-stijl van het herenhuis aan het O.-L.-Vrouwplein gewijzigd. Dakkapellen en een centraal fronton met het opschrift “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius”, het bisschoppelijk wapen van de stichter en de woorden “Vivat Jesus” werden toegevoegd. Vanaf de oprichting kende de school een groot succes. Eind 1909 kocht Mgr. Stillemans daarom ook nog de vroegere lusttuin van het herenhuis Janssens bestemd voor verdere uitbreidingen van de schoolsite en de opstart van nieuwe richtingen (zoals voor de vakopleiding van kleermakers, schoenmakers, hoefsmeden….) Ter hoogte van het vroegere hekwerk dat de verharde koer afsloot van de tuin, werd in 1910 (cf. datumsteen) de tussenvleugel opgericht. De gedenksteen geplaatst ter ere van de stichter en bouwheer, Mgr. Stillemans, luidt als volgt “ANNO D°MCMX / ILL () D() ANTONIUS STILLEMANS/ EPISC (us) GANDAVENSIS /MUNIFICE AEDIFICAVIT”. De grote open atelierruimte op de begane grond, met fraaie ijzeren consoles in de eerste twee traveeën was bestemd als “machinezaal”, zoals een begin 20ste-eeuwse prentbriefkaart illustreert. Door de oprichting van de tussenvleugel ontstond er een eerste zuidelijke binnenkoer achter het herenhuis omringd door de 19de-eeuwse voormalige bedrijfsvleugel, de tussenvleugel van 1910 en een korte 19de-eeuwse uitbouw rechts die midden 20ste eeuw vervangen werd door twee andere volumes (klaslokalen). Na 1910 werd de schoolsite met nieuwe gebouwen naar de kant van de Collegestraat ten noorden van de tussenvleugel uitgebreid bestemd voor nieuwe studierichtingen. Mgr. Stillemans bekostigde in 1913 de bouw van een nieuwe vleugel haaks tegen de achtergevel van de tussenvleugel. De baksteenbouw links, van twee bouwlagen en acht traveeën onder zadeldak met een meerhoekige uitbouw onder puntdakje, was bestemd voor een tekenzaal, twee theorie- en twee praktijkklassen. De tekenzaal met merkwaardige trekkers op de begane grond is duidelijk herkenbaar op een begin 20ste-eeuwse prentbriefkaart.

Page 10: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 10 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

De voorgevel van deze vleugel ligt in het stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979) en wordt niet in de voorliggende bescherming als monument opgenomen. Achter deze vleugel in een spievormige hoek van het perceel werd boven de lasserij in 1939 n.a.v. architect De Boom door toedoen van priester-directeur Joseph Verbraken een kapel gewijd aan O.-L.-Vrouw-Onbevlekt ingericht. De leerlingen voerden de werken uit. Dit gebouw is voorzien om afgebroken te worden, de kapelinrichting is al volledig ontmanteld en wordt om die reden niet in het beschermingsvoorstel opgenomen. De spiegelende rechtervleugel van twee bouwlagen en 11 traveeën werd omstreeks 1914 eveneens met financiële tussenkomst van Mgr. Stillemans opgetrokken. Naar verluidt zou dit gebouw door een brand in de nacht van 9 en 10 oktober 1914 ernstig beschadigd geweest zijn.

In 1915 werd de poort aan de Collegestraat gebouwd als “uitgangspoort langs den hof”. De noordelijke speelplaats was toen nog ingericht als tuin. De fraaie bakstenen poort in neogotische stijl draagt langs de kant van de Collegestraat het opschrift “Vakschool St Antonius”, het wapenschild van Mgr Stillemans en het bouwjaar 1915. Het topstuk aan de zijde van de speelplaats draagt de woorden “Arbeid / Adelt” met centraal het beeld van St. Antonius. Omwille van de geplande afbraak- en restauratiewerken in functie van het herbestemmingsproject zoals voorzien in het Masterplan, is het beeld tijdelijk in het stedelijk museum ondergebracht. De poort ligt eveneens in het stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979), maar wordt omwille van de architecturale waarde in het voorliggende beschermingsdossier als monument opgenomen. Tot 1920 werden de lessen ’s avonds en zondags gegeven, vanaf 11.01.1920 werd een volwaardige dagschool ingericht. De opleiding metaal werd als eerste in dagonderwijs gegeven. In september 1922 werd de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” omgedoopt tot “Vak- en Beroepsschool St.-Antonius (maatschappij zonder winstgevend doel)”. De school breidde verder uit. Klaslokalen, lesmateriaal en bureau’s werden in de jaren 1920 verbeterd en heringericht. De noordelijke begroeide speelplaats kreeg eerst elektrische verlichting en trottoirs. Daarna werd de tuin geruimd en de grond verhard met dalstenen. In 1928 werd het “Technisch Instituut voor de Breikunde (TIB)” opgericht, inspelend op de belangrijke economische plaats die de Sint-Niklase textielindrustrie als breiproducent innam tijdens het interbellum. De nieuwe afdeling werd ingericht aan de noordelijke speelplaats (kant Collegestraat) en ondergebracht in de bestaande rechtervleugel van 11 traveeën tegen de tussenvleugel van 1910. De ateliers kwamen op de gelijkvloerse verdieping, de refter erboven. In 1959 werd het gebouw verhoogd en een derde niveau met klaslokalen toegevoegd. Dankzij het grote succes van de studierichting voor Breikunde, werd er nog een nieuwe vleugel gebouwd met ateliers en turnzaal in 1951. Dit volume dat de noordelijke speelplaats afsluit met wapenschild “TIB – Technisch Instituut voor Breikunde” werd plechtig ingehuldigd op 15 of 16 juni 1952. Beide vleugels liggen in de afbakening van het stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979), maar worden niet als monument voorgesteld.

Page 11: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 11 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

In oktober 1958 verenigden de “Vak- en Beroepsschool Sint-Antonius”, het “Technisch Instituut voor Breikunde” en de afdeling Mechanica zich onder de noemer van “Vrije Technische Scholen” (VTS). De daaropvolgende jaren werden tal van ateliers en constructies (zonder erfgoedwaarde) verspreid op de schoolsite opgetrokken, die in het Masterplan voorzien zijn om afgebroken te worden. Bij MB van 13.10.1980 werd het voormalige herenhuis met schoolgebouw van de VTS, gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein 5-6 als monument op ontwerp van lijst geplaatst, het O.-L.-Vrouwplein als stadsgezicht. De klassering was opgestart als uitbreiding van de als monument beschermde nabijgelegen O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk. Omwille van het vergevorderde binnenstads- en autowegenplan werd de beschermingsprocedure stopgezet. Rond dezelfde periode kocht de inrichtende macht een tweede vestigingsplaats in de Breedstraat voor de oprichting van VTS2. In 2008 verhuisden de laatste leerlingen naar een nieuwe schoolsite en werden de historische gebouwen aan het O.-L.-Vrouwplein verlaten. De schoolsite werd later verkocht aan de stad Sint-Niklaas en Interwaas in het kader van een herbestemmingsproject waarvoor thans een Masterplan is uitgewerkt. Het is de intentie van de stad om op de voormalige VTS-site een cluster van woon-, cultuur- en kinderopvangfuncties onder te brengen. Om dit te kunnen realiseren is een RUP voor de VTS-site in opmaak. b) Beschrijving van de huidige toestand - Plattegrond en opbouw De VTS-site gegroeid uit de voormalige woonst met katoenfabriek Janssens, later Janssens – De Decker en sinds 1908 ingericht als Vak- en Ambachtschool Sint-Antonius, ontvouwt de volgende plattegrond : De gebouwen zijn gegroepeerd rond twee speelplaatsen;

- de zuidelijk speelplaats nabij het O.-L.-Vrouwplein wordt omsloten door het herenhuis Janssens, twee L-vormige uitbouwen en de haakse tussenvleugel van 1910

- de noordelijke speelplaats nabij de Collegestraat wordt omsloten door twee vleugels van 1913 en 1914, waarvan de rechter verhoogd werd met een derde verdieping, het gebouw van het Technisch Instituut voor Breikunde van 1951 en het neogotisch poortje van 1915.

- Oost-, West- en Noordwaarts werden tal van gebouwtjes en constructies opgetrokken vanaf de jaren 1960 die geen erfgoedwaarde hebben.

Enkel de gebouwen die voor bescherming voorgedragen worden, worden hierna beschreven. De voor bescherming voorgestelde gebouwen zijn :

- het herenhuis aan de straat, - de voormalige 19de-eeuwse bedrijfsvleugel en de schoolvleugel van 1910 aan de

eerste speelplaats - het neogotische poortje van 1915 aan de Collegestraat.

- Voor bescherming voorgestelde gebouwen : herenhuis, vml fabrieksvleugel, tussengebouw van 1910, poort van 1915

Page 12: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 12 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

- Herenhuis Janssens-de Belie, later Janssens – De Decker Exterieur Straatgevel nr. 5 en 6 Voormalig herenhuis Janssens – de Belie, later Janssens – De Decker in Lodewijk XVI-stijl parallel ingeplant aan het O.-L.-Vrouwplein, samengesteld uit twee woningen. In de inventaris van het bouwkundig erfgoed foutief toegeschreven aan Janssens-Lyssens, een voorvader van Jan Janssens. Monumentaal en beeldbepalend gebouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met houten dakkapellen en centraal driehoekig fronton, toegevoegd begin 1910 naar plannen van november 1909. Aanvankelijk twee verschillende voorgevels met lagere poorttravee. Poort cf. datuminscriptie en bouwnaden circa 1788 verhoogd. Na samenvoeging woningen, voorgevels geüniformeerd in het laatste kwart van de 18de of het begin van de 19de eeuw. Gevelafwerking volgens stilistische kenmerken midden 19de eeuw nogmaals gewijzigd. Voortgaande op oude prentbriefkaarten was de voorgevel toen afgewerkt met pleisterwerk en bossage ter hoogte van de poorttravee, kenmerkend voor het neoclassicisme. De straatgevel wordt thans gekenmerkt door een sobere ontpleisterde bakstenen lijstgevel op hoge arduinen plint. Ritmerende rechthoekige vensters in vlakke arduinen omlijsting op dito lekdrempels op consooltjes, typisch voor het midden van de 19de eeuw. Vroeger beluikt cf. bewaarde duimen. Bij de drie linkertraveeën (van nr. 6) begin 20ste-eeuwse rolluikkasten en behouden ijzeren leuningen. Rechthoekige deur in de derde travee en de oorspronkelijke toegang van nr. 6, gevat in arduinen omlijsting op hoge neuten onder gestrekte druiplijst op Lodewijk XVI-consoles. Vooraan hardstenen bordes van drie afgeronde treden. Fraaie voordeur uit het interbellum met beglaasd deur- en bovenlicht met siersmeedwerk. In de uiterste travee (rechts), brede korfboogpoort in arduinen omlijsting op neuten, met imposten en sluitsteen en gestrekte druiplijst. Jaartal 1788 in de boogzwikken. Bouwnaad van de verhoging op de bovenverdieping zichtbaar. Zware bolvormige schampstenen aan de poortdoorrit. Over de gehele breedte van het herenhuis, bovenaan aflijnende houten kroonlijst op klossen, in het midden onderbroken door het driehoekige fronton met wapen van Mgr. A. Stillemans, aangebracht in 1909/1910. Daaronder bakstenen lijst, eveneens toegevoegd in het begin van de 20ste eeuw en aanvankelijk voorzien van opschrift “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” (cf. oude prentbriefkaart). De overzolderde poortdoorrit in de laatste travee, geeft uit op een verharde doorrit met rechts een hoge 20ste-eeuwse muur met drie korfboogvormige schijnpoorten, voorzien van de wapenschilden van de verschillende vakafdelingen en de opschriften V.T.S., I.B. en V.S.A. Links, deels onder de poortdoorrit zijn er twee zijtoegangen tot het herenhuis, die uitgeven op de brede parallel aan de straatgevel geplaatste traphal. Beide beglaasde deuren zijn gevat in een hardstenen geprofileerde omlijsting en voorzien van fraai neogotisch getint ijzerwerk, wellicht eind-19de of begin-20ste-eeuws. Daarnaast de bakstenen zijgevel van het herenhuis met per twee gekoppelde rechthoekige vensters in gewitte omlijsting. Jaartal “1691” aangebracht tegen de oorspronkelijke achter- en buitengevel, die door de toevoeging van een L-vormige gang eind 18de eeuw thans ingebouwd is. De huidige verankerde bakstenen achtergevel van nr. 5 aan de zuidelijke binnenkoer, is gedateerd “1785” (cf. jaarsteen midden) en “1788” (cf. jaarsteen boven poortdoorrit en onder uurwerk), en was in de tweede helft van de 19de eeuw voortgaande op historisch materiaal witgeschilderd of bepleisterd.

Page 13: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 13 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Deze achtergevel is samengesteld uit twee delen. Linker en wellicht oudste gedeelte, met jaartal “1785”, bestaande uit drie traveeën onder hoog schilddak met laaddeur. Rechthoekige vensters met (19de-eeuws of ouder) schrijnwerk met kleinhouten, op de begane grond voorzien van tralies en hardstenen drempels geplaatst in het gevelvlak (18de-eeuwse toestand). Rechter deel met poortdoorrit, gedateerd “1788”, wordt op de begane grond gemarkeerd door een korfboogvormige doorrit die hogeropgaat in een afgeknotte toren. De meerhoekige torenspits met tentvormig dak, zoals afgebeeld op een briefhoofd van 1856 en een begin 20ste-eeuwse foto, werd in de loop van de 20ste eeuw verwijderd. Het bovenvenster werd gedicht en vervangen door een uurwerk met Romeinse cijfers. Dit astronomisch uurwerk werd op vraag van priester-directeur J. Verbraken vervaardigd door Edgard Heirman, die later de bekende “Heirmanklok” maakte. Edgard, uurwerkmaker, en later ook kunstschilder en schrijver kwam naar de school om het nodige radarwerk te leren maken en schonk een klein uurwerk aan de school uit erkentelijkheid. Het mechanisme is nog steeds aanwezig, maar aan restauratie toe. Omwille van brandveiligheidsvoorschriften werd een ijzeren brandtrap geplaatst eind 20ste eeuw, die in de toekomst verwijderd zal worden. De sobere witgeschilderde verankerde bakstenen achtergevel van nr. 6 is slechts gedeeltelijk zichtbaar door de voormalige bedrijfsvleugel en de toevoeging van een veranda en keukenuitbouw in de loop van de 20ste eeuw. Interieur Interieur nr. 6. Gebouw van drie traveeën met L-vormige plattegrond. Oudste gedeelte vooraan ter hoogte van twee eerste salons en gang volledig onderkelderd door één brede tongewelfde kelder, die minstens teruggaat tot de 17de-eeuwse historische bouwfase. De kelder is toegankelijk via keldertrap onder trap en via vroegere buitentoegang die uitkwam achter nr. 5, maar thans ingebouwd is. Kelder met typische rode tegelvloer en brede uitgespaarde keldergaten in de gevelplint. Historische dragende structuur van het huis (moerbalken, plaats van schouwmonden en rookkanalen) en eenvoudige ruimte-indeling (twee ruimtes achter elkaar en zijgang), is nog aanwezig en klimt mogelijk op tot de 17de-eeuwse bouwperiode. Aankleding van de salons en de gang jonger. De interieurafwerking met o.m. gestucte plafonds met kooflijsten en omlopend lijstwerk met uitgespaarde hoeken (neoclassicistische stijl), dito schouwboezems, marmeren schouwmantels met schelpmotief (eclectische stijl), parketvloer, …. is in de eind 19de eeuw - begin 20ste eeuw te dateren. Ook de eclectische afwerking van de gang op de begane grond met verzorgde mozaïekvloer, wanden met paneelversiering met gestrikte kransen, drie omlijste deuren met kroonlijsten met strikmotief, gestuct plafond met centraal rozet met stralenkrans, … dateert uit dezelfde periode. De keukenuitbouw en veranda aan de tuinzijde werd toegevoegd in de tweede helft 20ste eeuw. Nr. 6 is inwendig verbonden met nr. 5 via de rechter deur in de traphal op de begane grond, waarvoor de vroegere buitenmuren van beide woningen doorbroken werden. In de gang op de bovenverdieping is ook een gat gemaakt naar een van de vroegere slaapkamers van nr. 5. Deze verbinding is zeer waarschijnlijk pas gerealiseerd nadat nr. 6 door de schooldirectie als bureau en klaslokalen werd ingericht. Interieur nr. 5. Voortgaande op de beperkte bouwhistorische gegevens bestond het 17de-eeuwse bouwvolume (cf. jaartal 1691) uit een rechthoekig gebouw met lager poortgebouw rechts. Dit oudste volume omvatte de ruimtes op de begane grond en bovenverdieping die thans

Page 14: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 14 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

ingericht zijn als salons / slaapkamers aan de straatkant, de traphal, voormalig bureau en keuken / kamers. Eind 18de eeuw werd het poortgebouw verhoogd en het huis achteraan vergroot met een L-vormige gang met poortdoorrit met toren. De historische dragende structuur met moerbalken, de oude rookkanalen en schouwmonden zijn nog onder een jongere aankleding aanwezig. De ruimtes zijn thans inwendig gegroepeerd rond de brede traphal, parallel aan de voorgevel, die bereikbaar is via twee deuren onder de poortdoorrit. De traphal vertoont stilistische kenmerken uit de 19de eeuw. De brede ruimte wordt gekenmerkt door een zware houten bordestrap met zwarte marmeren bloktrede en trappaal met granaatappel, witte en grijs-zwarte tegelvloer met centraal rozet met gele marmer, wanden versierd met gecanneleerde pilasters met composietkapiteel. Op het plafond op de overloop rest er nog een halfcirkelvormige stucdecoratie die mogelijk behoorde tot een oudere interieurafwerking. De traphal met huidig voorkomen wordt afgebeeld op een foto van rond de eeuwwisseling, afkomstig van de familie Janssens, bewaart in de Bibliotheca Wasiana. Ook foto’s van rond 1900 van beide salons aan de straatkant met hun huidig voorkomen worden in deze collectie bewaard. Zoals hoger vermeld is de dragende structuur met moerbalken in deze beide grote kamers nog aanwezig. Beide ruimtes werden in de 19de eeuw en begin 20ste eeuw in een eclectische stijl vernieuwd met behoud van oude elementen. Zo treft men o.m. een Empiregetinte schouwboezem met fraaie wit marmeren schouwmantel met gecanneleerde zuiltjes, corresponderende venstertabletten, gestucte moerbalken met eenvoudig lijstwerk e.d.… aan. Het voormalige bureau en de tot keuken ingerichte daarachterliggende ruimte ten noorden van de traphal, werden in de tweede helft van de 20ste eeuw sterk aangepast. Verzorgde muurhoge ingemaakte kasten dateren wellicht nog uit de 19de eeuw. Op de bovenverdieping in de kamers aan de straatkant en de gang zijn nog een aantal interessante bouwelementen bewaard die zeer waarschijnlijk teruggaan tot de oudste bouwfase. De moerbalk in de ruimte die thans verbonden is met nr. 6, behield onder het stucwerk een oude balksleutel. De typische concave vorm van de vroegere schouwmonden zit nog onder mooie 19de-eeuwse schouwmantels. De moerbalken in de gang worden gedragen door geprofileerde (natuurstenen?) consooltjes. De kamers boven de poortdoorrit werden pas toegevoegd na de verhoging van de poorttravee circa 1788. Het niveauverschil met de andere slaapkamers, de haaks geplaatste balken en het eigenaardig ingeplante rookkanaal illustreren dit. De twee kamers op de bovenverdieping (boven de vroegere bureau en keuken) herbergen nog een oude schouwboezemversiering met uitgespaarde hoeken en een oude binnendeur met hengsels. Interieurelementen die mogelijk opklimmen tot de 18de eeuw. Het mechanisme van het astronomisch uurwerk geplaatst door Edgard Heirman in de jaren 1930 is nog aanwezig in de torenuitbouw boven de poortdoorrit aan de zuidelijke speelplaats. Op zolder bleven het oude gebint met telmerken en wat brede plankenvloeren behouden. Aangezien de spantenstructuur zonder noemenswaardige verbouwingen doorloopt boven de circa 1788 verhoogde poorttravee en het laadluik met een deel van de laadconstructie omvat, klimt het gebint mogelijk op tot het laatste kwart van de 18de eeuw. Het torentje boven de in de 18de eeuw toegevoegde poortdoorrit ter hoogte van de zuidelijke speelplaats vertoont merkwaardig spitsbogig metselwerk.

Page 15: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 15 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

- Voormalig bedrijfs- en later schoolgebouw aan de zuidelijke binnenkoer. De linkervleugel, haaks op de achtergevel van het herenhuis Janssens, was in de 19de eeuw ingericht als katoenfabriek. Begin 20ste eeuw werd de vleugel omgevormd tot klaslokalen. Deze verankerde 19de-eeuwse vleugel, opgericht tussen 1820-1844, van twee bouwlagen onder doorlopend pannen zadeldak telt 18 traveeën waarvan de eerste travee opklimt tot de 18de-eeuwse bouwfase, wanneer nr. 5 achteraan werd vergroot met L-vormige gang met doorrit. Sporen van de verlenging zijn duidelijk zichtbaar in het metselwerk. De houten 18de-eeuwse dakkapel met voluutvormige vleugelstukken in de eerste travee, nog beschreven in de Inventaris van het bouwkundig erfgoed, werd na de jaren 1977 verwijderd. Dit langwerpig volume is opgetrokken in een sobere bak- en zandsteenstijl met banden en –negblokken in imitatienatuursteen, benadrukte voegen en sporen van rood schilderwerk. Deze stilistische afwerking werd begin 20ste eeuw aangebracht en vervangt het 19de-eeuwse en nog soberdere parament van effen baksteen met witomlijste en deels beluikte boven- en benedenvensters (cf. historisch fotomateriaal). Enkel de zuidelijk georiënteerde binnenkoergevel is voorzien van korfbogige en rechthoekige vensters en deuren, kenmerkend voor de oorspronkelijke 19de-eeuwse industriële functie. De achtergevel is blind. De korfboogvormige benedenvensters met straalsgewijs geplaatste roedenverdeling met centraal rocaillemotief in het bovenlicht in de eerste vier traveeën klimmen op tot de 19de-eeuwse bouwfase. De 19de-eeuwse beluikte vensterdeuren, zoals afgebeeld op een historische foto, werden wellicht bij de inrichting tot klaslokalen kleiner gemaakt. Het Heilig Hartbeeld in beeldnis, in de 8ste travee, werd volgens de literatuur in 1930 door priester-directeur J. Verbraken geplaatst en was gekocht bij beeldhouwer Camille De Mey van St.-Denijs-Westrem. De plaatsing van dit beeld was niet ongebruikelijk. De verering van het Heilig Hart kende een grote bloei op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw door vernieuwde belangstelling van de pausen. Als symbool van persoonlijke vroomheid, sociale actie en naastenliefde gold het Heilig Hart als voorbeeld voor de gelovigen. Vanuit die optiek werd de verering ook geïntroduceerd in katholieke scholen en werden H. Hartbeelden geplaatst op speelplaatsen of in gemeenschappelijke lokalen. Omwille van de geplande voorbereidende afbraak- en renovatiewerken in functie van het herbestemmingsproject is het beeld thans verwijderd en ondergebracht in het stedelijk museum. Het zal teruggeplaatst worden na de restauratie van de site. Interieur. De 1ste travee, die opklimt tot de 18de-eeuwse bouwfase, hoorde duidelijk bij het herenhuis en staat inwendig in verbinding met de toegevoegde gang en poort. Op de begane grond en de bovenverdieping is er nog een bewaarde schouw met rookkanaal. Deze ruimtes hadden aanvankelijk geen bedrijfsfunctie, maar werden wellicht gebruikt als dienstgebouw (bijkeuken?). Vanaf de 2de travee was de 19de-eeuwse bedrijfsvleugel, gebruikt als atelier, zowel op de gelijkvloerse als de bovenverdieping zeer waarschijnlijk één grote doorlopende ruimte. Thans is er geen specifieke aankleding zichtbaar doordat de ruimtes in klaslokalen met verlaagde plafonds zijn opgedeeld. De bovenverdieping bewaart nog een tongewelf met kleine “welfsels”, zeer waarschijnlijk gevormd door bakstenen troggewelven op metalen I-profielen, op consooltjes, die slechts gedeeltelijk zichtbaar zijn door de verlaagde plafonds. Tegenover de linkervleugel bevond zich in de 19de eeuw een remise of atelier met een gelijkaardige opbouw en korfbogige poorten (cf. oude foto’s). Dit korter éénlaags gebouw van 7 traveeën onder pannen zadeldak, werd in de tweede helft van de 20ste eeuw vervangen

Page 16: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 16 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

door twee nieuwe volumes die geen erfgoedwaarde hebben en inmiddels vergund zijn om afgebroken te worden in het kader van het herbestemmingsproject. - Tussengebouw van 1910 Het “tussengebouw” dat de zuidelijke speelplaats afsluit werd door de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” circa 1910 opgericht in de voormalige lusttuin van de familie Janssens – De Decker, op de plaats van het vroegere gesmeed ijzeren hekwerk. Ter ere van de stichter Mgr. Stillemans werd een gedenksteen aangebracht in de poorttravee met opschrift “ANNO D°MCMX / ILL () D() ANTONIUS STILLEMANS/ EPISC (us) GANDAVENSIS /MUNIFICE AEDIFICAVIT”. Deze begin 20ste-eeuwse schoolvleugel van twee bouwlagen telt 8 traveeën, waarvan enkel de middelste vier aan de zuidzijde zichtbaar en niet ingebouwd zijn. De baksteenbouw is aan de zuidzijde geleed door lisenen; de spaarvelden bovenaan zijn gemarkeerd door een aflijnend tandlijstje in zwart gesinterde baksteen onder houten kroonlijst. Afdekkend steil zadeldak met dakkapellen. Getoogde vensters versierd met hoekblokken en behouden schrijnwerk met karakteristieke kleinhouten. Poorttravee gemarkeerd door brede korfbogige poort met waaiervormig bovenlicht, hoger vermelde gedenksteen en groot getoogd venster. De vormgeving van het schrijnwerk met kleine roedenverdeling is typerend voor de bouwperiode en de functie van het gebouw en dient omwille van het beeldbepalend karakter gerespecteerd te worden. Het gebouw markeert het binnenblok en geldt als een representatief voorbeeld van begin 20steeeuwse schoolarchitectuur. Volgens historische prentbriefkaarten was de noordelijke achtergevel op een gelijkaardige manier afgewerkt. Thans is de oorspronkelijke gevel aan het gezichtsveld onttrokken door een jonger volume met weinig erfgoedwaarde, waarvoor de sloop al vergund is. De achtergevel ligt in de afbakening van het stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979). Het Masterplan voorziet om de achtergevel na de afbraak van de jongere aanbouw te reconstrueren en o.m. de verdwenen korfbogige poort terug te plaatsen en de gedichte vensters te openen. Interieur. De binnenindeling van de grote atelierruimtes met hoge plafond bleef deels behouden. De ijzeren spanten en ijzeren liggers in de eerste traveeën van de vroegere machinekamer op de begane grond zijn nog aanwezig. Omwille van het toegevoegde jongere volume werden vensters in de achtergevel deels gedicht. Op de begane grond werden ook een aantal vensters en de poort in de achtergevel verwijderd. Om de zolderverdieping te kunnen gebruiken werd er een extra verdiep in de tweede helft van de 20ste eeuw toegevoegd; de zware spantenconstructie bleef behouden - Poort Collegestraat (1915) De neogotische poort, nabij de Collegestraat, ligt in de afbakening van het stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979) en heeft alle kenmerken van een neogotische constructie. Opgetrokken in baksteen met verwerking van hardsteen in banden, plint, sluitstenen en negblokken. Centraal, hogeropgaande poorttravee begrensd door pilasters en voorzien van uitgewerkte bekroning. Aan de kant van de Collegestraat gedateerd “Anno” “1915” en verfraaid met opschrift “Vakschool St Antonius” “Vivat Jesus” en het wapenschild van Mgr Stillemans. Bekroning aan speelpleinzijde verrijkt met de woorden “Arbeid” “Adelt” naast de beeldnis voor het beeld van St.-Antonius boven het opschrift “H. Antonius bescherm onze school”.

Page 17: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 17 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Het St.-Antoniusbeeld dat geplaatst werd in 1930 na aankoop bij beeldhouwer Camille De Mey uit Sint-Denijs-Westrem door priester-directeur J. Verbraken wordt heden bewaard in het stedelijk museum omwille van de geplande werken. Het zal na de restauratie teruggeplaatst worden. Daaronder fraaie korfboogvormige poort met houten deur afgewerkt met typisch neogotisch gesmeed ijzeren beslag (hengsels versierd met hogels). Centrale poorttravee links en rechts geflankeerd door blinde muur uitgewerkt met typische rondbogige spaarvelden en kleine torentjes met bekroning bovenaan. Voetgangerspoortje in zuidelijk deel van de muur. De oprit naar de poort van 1915 was aan de Collegestraat vroeger afgesloten door gietijzeren hekwerk. Er wordt onderzocht om dit ijzerwerk na de restauratie terug te plaatsen. c) Bouwfysische evaluatie Door de leegstand gedurende een aantal jaar zijn de gebouwen verwaarloosd. De voor bescherming voorgestelde gebouwen vertonen constructief en qua stabiliteit geen grote problemen. Vochtproblemen, zwamaantasting en opstijgend vocht op sommige plaatsen tengevolge van gebrek aan onderhoud, beschadigd houtwerk van vensters, slecht werkende dakgoten en slechte of onvoldoende dakdichting zijn de meest voorkomende bouwfysische tekorten. De site wordt thans “tijdelijk bewoond” door particulieren op vraag van de stad Sint-Niklaas. Men probeert zo de site voor vandalisme te vrijwaren en de gebouwen in afwachting van de geplande restauratiewerken enigszins te onderhouden. d) Ruimtelijke context De voormalige VTS-site bevindt zich in de historische binnenstad van Sint-Niklaas en situeert zich tussen het Onze-Lieve-Vrouwplein en de Collegestraat. Het O.-L.-Vrouwplein is een nagenoeg rechthoekig plein ten Westen van de in 1841-1844 gebouwde O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk. Dit plein in de historische binnenstad was vroeger gekend als de Houtmarkt en behoorde eertijds tot de veel grotere Kerkendries. De bebouwing aan de Kerkendries, een grote driehoekige dorpsdries dat later ingekort en omgedoopt werd tot Grote Markt, gaat terug tot de 13de eeuw, de ontstaansperiode van Sint-Niklaas. Door het grootschalige binnenstads- en autowegenplan in de jaren 1980, de afbraak van een bouwblok ter hoogte van de Hofstraat en vervangende nieuwbouw is de omgeving van het O.-L.-Vrouwplein sterk aangetast. Het herenhuis van de familie Janssens is één van de weinige bewaarde historische woningen aan het plein dat heden gemarkeerd wordt door veel nieuw– en hoogbouw. De site is gelegen in het gezichtsveld van de als monument beschermde O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk aan het O.-L.-Vrouwplein (KB van 20.11.1973). Het poortgebouw en een aantal schoolgebouwen aan de noordelijke speelplaats ter hoogte van de Collegestraat maken deel uit van het beschermde stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979). e) Juridische toestand van de VTS-site - op het gewestplan St.Niklaas-Lokeren (KB van 07.11.1978) bestemming woongebied, - gelegen in afbakening BPA Centrum II (MB van 17.04.1980) - gelegen in Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Sint-Niklaas (dd 19.01.2007)

Page 18: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 18 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

- gelegen in Gemeentelijk RUP Afbakening Kernwinkelgebied (dd 19.02.2009) - gelegen in Ontwerp van Gemeentelijk RUP VTS-site (dd 21.02.2012) - poortgebouwen, schoolgebouwen aan noordelijke speelplaats gelegen in afbakening van beschermd stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979). - deels gelegen in gezichtsveld van Monument O.-L.-Vrouw van Bijstand der Christenenkerk aan het O.-L.-Vrouwplein (KB van 20.11.1973). - opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID 15114) als “Herenhuis met katoenfabriek” - Masterplan goedgekeurd - stedenbouwkundige vergunning voor slopen van minderwaardige gebouwen op de VTS-site (E, G, X, W, V, I, Q, M, op het Masterplan) dd 18.10.2011 - stedenbouwkundige vergunning voor sloop gebouw R op het Masterplan en gedeeltelijke demontage van de poort op voorwaarde dat de afbraak geregistreerd wordt en de materialen veilig gestockeerd worden in functie van latere heropbouw dd 18.04.2012. f) Evaluatie van waarden i) Waarden historische waarde - Het in kern minstens tot 1691 opklimmende voormalige herenhuis Janssens is een zeldzame getuige van de oudste bebouwingsgeschiedenis in het historisch centrum van Sint-Niklaas. Gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein, deel van de grote driehoekige Kerkendries de latere Grote Markt, die bebouwd werd vanaf de 13de eeuw de ontstaansperiode van Sint-Niklaas en na de grote brand in 1690 evolueerde tot politiek, economisch en maatschappelijk centrum met aanééngesloten bebouwing met ambachtelijke functies. Het uit twee woningen samengestelde voormalige herenhuis Janssens, was in de 17de en 18de eeuw in het bezit van verschillende vooraanstaande en adellijke families (Van Landeghem, de Lakethulle, …) die voor de geschiedenis van Sint-Niklaas betekenisvol zijn geweest. - Door de verwerving van het domein door de familie Janssens in het begin van de 19de eeuw, ontwikkelde de site zich van bewoningsplaats tot textielbedrijf als onderdeel van de gerenommeerde textielfirma Janssens – De Decker. Het familiebedrijf dat in de 19de eeuw tot één van de grootste textielfirma’s te Sint-Niklaas uitgroeide, geldt op het gebied van infrastructuur, organisatie en sociale voorzieningen als een voorbeeld van moderne bedrijfsvoering. De historische en sociaal-economische betekenis van het bedrijf en de politiek-actieve familie Janssens, is voor de textielindustrie niet te onderschatten. - De oprichting van de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” in 1908 door Mgr. Stillemans kaderde binnen een bredere maatschappelijke en politieke ontwikkeling voortvloeiend uit de ideeën van de Encycliek Rerum Novarum waarbij de ontvoogding van de lagere sociale klasse door opleiding en onderwijs en het recht op een menswaardig bestaan met eigendom en volwaardig loon centraal werden gesteld. Als voorvechter van dit gedachtegoed en als middel tegen het oprukkende socialisme stimuleerde de van Sint-Niklaas afkomstige Mgr. Stillemans de uitbouw van vak- en ambachtscholen voor jongeren uit de armere klasse. De ontwikkeling van de school staat ook in relatie tot de toenemende vraag aan geschoolde ambachtslui en vakmensen voor de groeiende textiel- en de breigoedindustrie in Sint-Niklaas. sociaal-culturele waarde :

Page 19: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 19 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

- De site was vanaf de 17de eeuw eigendom van verschillende vooraanstaande families (Van Landeghem, de Lakethulle, Janssens, Mgr. Stillemans) en respectievelijk ingericht als woonst, fabrikantenwoning met bedrijf en als school. De omvang van de gebouwen alsook de ligging van de site aan het marktplein, het historisch, economisch en politiek centrum van Sint-Niklaas, visualiseert de sociale positie en maatschappelijke betekenis van de diverse bewoners en ondergebrachte functies. - De school voor tewerkgestelde kinderen en de zondagsschool opgericht in 1839 bij het textielbedrijf Janssens – De Decker is sociaal-cultureel zeer betekenisvol en geldt als zeer uitzonderlijk en vooruitstrevend voor het begin van de 19de eeuw. De oprichting van de school alsook van een Hulp- en Pensioenkas voor werknemers circa 1876 is typerend voor de katholieke, humanitaire en paternalistische overtuiging van de familie Janssens en de katholieke hogere burgerij in de 19de eeuw die het de plicht van de bedrijfsleider vonden in te staan voor de ontwikkeling, de morele verheffing en het welzijn van de arbeider; - Dit katholiek, sociaal en opvoedend engagement werd door de oprichting van de Vak- en Ambachtschool voor de lagere sociale klasse door Mgr. Stillemans in het begin van de 20ste eeuw voortgezet. De oprichting van de vakschool is kenmerkend voor het katholieke reveil in het begin van de 20ste eeuw en de politieke cultuur in de stad Sint-Niklaas in die periode. Architectuurhistorische waarde : - Het herenhuis Janssens aan het O.-L.-Vrouwplein is architectuurhistorisch representatief voor de bouwevolutie van burgerlijke architectuur in een stedelijk centrum. Geëvolueerd van twee kleinere 17de-eeuwse woningen met residentiële functie tot een meesterwoning met classicistisch voorkomen in de 19de eeuw gebruikt als fabrikantenwoning bij textielbedrijf Janssens – De Decker. In de 20ste eeuw herbestemd tot Vak- en Ambachtschool St.-Antonius. Historische dragende en inwendige structuur behouden onder de fraaie en kwalitatieve 19de- en begin 20ste-eeuwse interieuraankleding die door de opeenvolgende bewoners was aangebracht aangepast aan de gangbare modes en de nieuwe functies. - De twee bouwlagen tellende sobere haakse uitbouw met blinde achtergevel en zuidelijk georiënteerde koergevel opgetrokken tussen 1820 en 1844, is kenmerkend voor een gebouw met industriële functie uit het begin van de 19de eeuw. - De voormalige schoolvleugel die de zuidelijke speelplaats afsluit, in 1910 gebouwd door Mgr. Stillemans voor de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” geldt als een representatief voorbeeld van sobere begin 20se-eeuwse schoolarchitectuur. Gekenmerkt door een gelede baksteenbouw met decoratief metselwerk, grote getoogde vensters, voorzien van karakteristieke kleinhouten, en brede korfboogvormige poort. - Het poortje nabij de Collegestraat gedateerd 1915 is architectuurhistorisch duidelijk herkenbaar als een neogotische constructie. Traditioneel opgetrokken in baksteen en hardsteen, met decoratief metselwerk, kleine torentjes met bekroning, en een fraaie korfbogige houten poort met typisch neogotisch gesmeed ijzeren beslag. De centrale hogeropgaande poorttravee is versierd met oprichtingsdatum, patroonheilige, verschillende symboliserende spreuken en wapenschilden ter verheerlijking van de oprichter en de inrichtende macht.

Page 20: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 20 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

ii) Afbakening De bescherming als monument omvat het herenhuis Janssens in Lodewijk XVI-stijl gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein, de haakse bedrijfs- en schoolvleugels rond de eerste binnenkoer, en het poortgebouw van 1915 aan de Collegestraat dat reeds gelegen is in het stadsgezicht “Sint-Antoniuskerk met onmiddellijke omgeving” (KB van 11.09.1979).

iii) Criteria Zeldzaamheid Het in kern 17de-eeuwse herenhuis is een zeldzame getuige van de historische bewoningsgeschiedenis aan het O.-L.-Vrouwplein, vroeger de Houtmarkt, deel van de vroegere Kerkendries. De bebouwing aan de Kerkendries, een grote driehoekige dorpsdries die later ingekort en omgedoopt werd tot Grote Markt, gaat terug tot de 13de eeuw, de ontstaansperiode van Sint-Niklaas. Door het grootschalige binnenstads- en autowegenplan in de jaren 1980, de afbraak van een bouwblok ter hoogte van de Hofstraat en vervangende hoogbouw is de omgeving van het O.-L.-Vrouwplein sterk aangetast. Het herenhuis van de familie Janssens is één van de weinige bewaarde historische woningen aan het plein dat heden gemarkeerd wordt veel nieuw- en hoogbouw. Herkenbaarheid Het herenhuis Janssens aan het O.-L.-Vrouwplein is architectuurhistorisch herkenbaar als een gebouw met classicistisch voorkomen. De haakse 19de-eeuwse uitbouw is architecturaal representatief voor een voormalige fabrieksvleugel, de schoolvleugel van 1910 en het neogotische poortje als uitingen van begin 20ste-eeuwse schoolarchitectuur . Doorheen de eeuwen was de site eigendom van verschillende vooraanstaande families (Van Landeghem, de Lakethulle, Janssens) en ingericht als woonst, fabrikantenwoning met bedrijf en school. De omvang van de gebouwen alsook de ligging van de site aan het marktplein, het historisch, economisch en politiek centrum van Sint-Niklaas, visualiseert de sociale positie en maatschappelijke betekenis van de diverse vroegere bewoners en ondergebrachte functies. De omvorming van de site tot Vakschool in het begin van de 20ste eeuw, bouwde verder op de zichtbaarheid, herkenbaarheid en maatschappelijke betekenis van het katholieke onderwijs in de stad Sint-Niklaas. Representativiteit Het herenhuis, thans met classicistisch voorkomen, is representatief voor de bouwevolutie van burgerlijke woningen in een stedelijk centrum. Samengesteld uit twee huizen die in kern teruggaan tot kleinere 17de-eeuwse volumes die eind 18de eeuw werden samengevoegd en uitgebreid door de poorttravee te verhogen en een gang met poortdoorrit en traptoren toe te voegen. Voorgevel eind 18de of begin 19de eeuw naar gangbare mode geüniformeerd. Historische dragende structuren inwendig nog aanwezig maar slechts gedeeltelijk zichtbaar tengevolge van kwalitatieve interieuraanpassingen in eclectische stijl aangebracht in de loop van de 19de eeuw na omvorming van het huis met residentiële functie tot een fabrikantenwoning met textielbedrijf. Beperkte stilistische wijzigingen in het begin van de 20ste eeuw doorgevoerd bij de herbestemming tot school.

Page 21: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 21 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

De omvorming van de vrijgekomen site tot vakschool is daarenboven kenmerkend voor het katholieke reveil in het begin van de 20ste eeuw en de politieke cultuur in de stad Sint-Niklaas in die periode. De twee bouwlagen tellende sobere haakse uitbouw met blinde achtergevel en zuidelijk georiënteerde koergevel is kenmerkend voor een gebouw met industriële functie uit het begin van de 19de eeuw. De voormalige schoolvleugel die de zuidelijke speelplaats afsluit, in 1910 gebouwd door Mgr. Stillemans voor de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” geldt als een representatief voorbeeld van sobere begin 20se-eeuwse schoolarchitectuur. Gekenmerkt door een gelede baksteenbouw met grote getoogde vensters, voorzien van karakteristieke kleinhouten, en brede korfboogvormige poort. Het poortje nabij de Collegestraat gedateerd 1915 is architectuurhistorisch representatief voor een neogotische constructie. Traditioneel opgetrokken in baksteen en hardsteen, decoratief metselwerk, kleine torentjes met bekroning, fraaie korfbogige houten poort met typisch neogotisch gesmeed ijzeren beslag, en diverse opschriften ter verheerlijking van de oprichter en de inrichtende macht. Ensemblewaarde – Contextwaarde De contextwaarde wordt onder meer bepaald door de onlosmakelijke historische verbondenheid tussen de voormalige VTS-site en het O.-L.-Vrouwplein. De voor bescherming voorgestelde gebouwen vormen daarenboven een kwalitatief ensemble bestaande uit het in kern tot de 17de eeuw opklimmende herenhuis, het begin 19de-eeuwse voormalige bedrijfsgebouw Janssens – De Decker toegevoegd na de verwerving door de familie Janssens en de inschakeling in het textielbedrijf, de schoolvleugel van 1910 én het poortje van 1915 gebouwd na de omvorming tot Vak- en Ambachtschool St.-Antonius. iv) Thematisch-typologisch kader De voormalige VTS-site is door de hoge ouderdom van de site, de verschillende eigenaars en functies die er in ondergebracht werden in veel opzichten atypisch. In kern gaat het herenhuis Janssens terug op twee woningen die opklimmen tot de 17de eeuw en pas eind 18de eeuw werden samengevoegd. Volgens archivalisch onderzoek behoorden ze in die periode toe aan lokale prominenten en adellijke families, die de gebouwen wellicht omwille van de centrale ligging in het historische, politieke, economische en maatschappelijke centrum van Sint-Niklaas in bezit hadden. Begin 19de eeuw verwierf de belangrijke textielfamilie Janssens de site als woonst en vestigden ze daar een deel van het familiebedrijf. Zeer waarschijnlijk had de familie Janssens eveneens de gebouwen gekocht uit economische en sociale overwegingen. Gelegen in de stad aan vlot bereikbare belangrijke handelswegen, en aan het politieke en economische centrum van Sint-Niklaas. De betekenis van de familie en de maatschappelijke positie die ze bekleedden werd door hun aanwezigheid aan de vroegere Houtmarkt daarenboven gevisualiseerd. De verschillende eigenaars vergrootten en moderniseerden de beide woningen doorheen de eeuwen, maar herbouwden ze niet. Het herenhuis Janssens kan daardoor niet als één bepaald type gebouw geklasseerd worden. Het herenhuis Janssens geldt evenmin als voorbeeld van een traditionele fabrikantenwoning die door een nijveraar in een bepaalde stijl gebouwd werd bij zijn bedrijf. Slechts een gedeelte van het bedrijf Janssens – De Decker was op locatie aan het O.-L.-Vrouwplein gevestigd. Omwille van uitbreidingsmogelijkheden werd reeds in 1826 het kasteel van

Page 22: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 22 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

Boonhem aan de Hofstraat verworven, waar het echte grote bedrijf werd gevestigd dat in de loop van de 19de en 20ste eeuw gestaag werd uitgebreid. Het herenhuis met fabriek werd in 1908 gekocht door Mgr. Stillemans en gesteund door de katholieke familie Janssens en de Sint-Niklase burgerij omgevormd tot schoolsite. Andermaal werd er niets afgebroken, maar werden de bestaande gebouwen heringericht ten behoeve van de school. Dankzij het succes breidde de vakschool uit en richtte ze extra vleugels in de karakteristieke en zeer herkenbare begin 20ste-eeuwse schoolarchitectuurstijl op. De stichting van de Vakschool te Sint-Niklaas kaderde, evenals deze te Gent en Aalst, in de grote christelijke en maatschappelijke omwenteling ten gevolge van de Encycliek Rerum Novarum. Door de diversiteit aan eigenaars en vroegere functies, de historische betekenis als textielbedrijf en als Vakschool is de voormalige VTS-site (architectuur)historisch en sociaal-cultureel zeer belangrijk voor de stad Sint-Niklaas en typologisch niet onder is één noemer te klasseren. v) Beheersdoelstellingen en toekomstvisie De voor bescherming voorgestelde gebouwen van de voormalige VTS-site dienen minstens in hun huidige staat onderhouden te worden. Indien de eigenaar overgaat tot renovatie en / of restauratie stelt Onroerend Erfgoed zijn expertise ter beschikking om deze werken te begeleiden, alsook om de procedures en de premiemogelijkheden te verduidelijken. Een aantal doelstellingen tot beheer voor de site worden hierna geformuleerd. Ze houden rekening met de geplande herbestemming zoals voorzien in het Masterplan en het RUP VTS-site in opmaak. Voorafgaand akkoord van de erfgoedconsulenten beheer Oost-Vlaanderen van de Vlaamse Overheid blijft vereist! Herenhuis De opdeling van het herenhuis in verschillende woonentiteiten, zoals voorgesteld in het Masterplan, is voor Onroerend Erfgoed mogelijk maar de draagkracht van het gebouw mag door de inplanning van teveel appartementen niet overschreden worden. De historische structuur en indeling (o.a. poortdoorrit, moerbalken, balkenlaag, rookkanalen, schouwmonden, zolder met laadluik…), interieurafwerking (o.a. schouwmantels, plafonds, traphal, vloerafwerking, …) dienen behouden te blijven en geïntegreerd te worden in de nieuwe functie. Indien de voorgevel terug bepleisterd wordt, dient dit naar historisch model te gebeuren. Decoratieve gevelelementen en diverse jaarstenen dienen zichtbaar te blijven. De jongere uitbouw (veranda en keuken) heeft geen erfgoedwaarde en kan gewijzigd worden. De afbraak van de ijzeren brandtrap is geen probleem. Bedrijfsvleugel van 1820-1844 De bedrijfsvleugel is voorzien om verbouwd en opgedeeld te worden in afzonderlijke woonentiteiten met tuintjes. Het volume van twee bouwlagen onder zadeldak dient gerespecteerd. Een beperkte uitbreiding aan de tuinzijde moet mogelijk zijn. De ritmering, indeling, plaatsing van muuropeningen van de koergevel dient behouden te blijven, alsook de huidige gevelafwerking (o.m. baksteenbouw met banden, beeldnis met H. Hartbeeld). Het terugplaatsen van het H. Hartbeeld na restauratie is vereist. Dit beeld maakt wezenlijk deel uit van de geschiedenis van de katholieke vakschool.

Page 23: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 23 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

De binneninrichting kan gewijzigd worden, maar de welfsels op consoles op de bovenverdieping die teruggaan op de vroegere industriële functie moeten in de nieuwe functie geïntegreerd worden. Schoolvleugel van 1910. Het voorkomen van de schoolvleugel van 1910 is kenmerkend voor de schoolarchitectuur uit die periode en deze vroegere functie dient architecturaal afleesbaar te blijven. Het uitwendig karakter van de gevels, met bestaande ritmering, gevelafwerking, gevelindeling (zoals o.m. lisenen, aflijnende tandlijst, baksteenparament, grote getoogde vensters, korfbogige poort, gedenksteen, decoratief metselwerk …) dient bewaard te blijven. Ook de vormgeving van het schrijnwerk met kleinhouten, typerend voor de bouwperiode en de vroegere functie van gebouw, moet omwille van het beeldbepalend karakter gerespecteerd of tenminste naar bestaand model hermaakt worden. Na afbraak van het jonger volume tegen de achtergevel, is reconstructie van de achtergevel naar vroegere toestand met herplaatsing van poort en het openen van gedichte vensters zoals in het Masterplan voorzien, wenselijk. Ook de zuidelijke voorgevel dient na afbraak van de haakse vleugel rechts hersteld te worden. Onroerend Erfgoed stelt het behoud van de bestaande dakvorm voorop. Van de vroegere binneninrichting moeten o.m. de zeer markante ijzeren consoles behouden blijven. Poortje van 1915 De reconstructie van de blinde muur waarvoor toestemming tot demontage werd gegeven in functie van het herbestemmingsproject, dient maximum 1 jaar na oplevering gereconstrueerd te worden, zoals voorzien in de afgeleverde vergunning. Het Sint-Antoniusbeeld dat omwille van veiligheidsredenen elders wordt bewaard, dient teruggeplaatst. g) Literatuur en documentatie Bibliotheca Wasiana, Map 623, Map 289 Materplan VTS-site. Sint-Niklaas (onuitgegeven studie juni 2010, Nero bvba i.o.v. Interwaas en Stad Sint-Niklaas) Privearchief familie Janssens . Stadsarchief Sint-Niklaas, Modern Archief Bouwplannen 3695/2815. Rijksarchief Beveren, Fonds Hypotheekbewaarder, Dendermonde; Vlaamse Overheid, Onroerend Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, archief. Boon K., “De sociaal-economische transformatie van St.-Niklaas-Waas, 1700-1850, deel II” in Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, Deel 94, 1991, p.107-182 De Cock, Jozef, Het verhaal van een school. Van Vak- en Ambachtsschool Sint-Antonius (1908) tot Vrije Technische Scholen van Sint-Niklaas (1988), Sint-Niklaas, 1988. Laevaert Louis, Stad Sint-Niklaas. Bijdrage tot de geschiedenis van de wijken, straten, pleinen, huizen en markt, Antwerpen, 1966. De Potter F. - Broeckaert J., Geschiedenis der stad St.-Nicolaas, (eerste en tweede deel, Gent, 1882-1883), heruitgave Brussel, 1975. De stad Sint-Niklaas. Een doorbraak van historie naar toekomst, Gent-Leuven-Brussel, 1971. Stadsbestuur Sint-Niklaas, Stad in de tijd. Acht historische studies over Sint-Niklaas, Belsele, Nieuwkerken en Sinaai, Sint-Niklaas, 2000. Van Oyen M. - Van Bouchaute P., “Mentaliteitstrekken van het Sint-Niklase textielpatronaat (1850-1900)” in Archivaria, jg. 2, nr. 5, nov. 1994, p.41-52.

Page 24: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 24 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

VI. GEMOTIVEERD ADVIES Dient te worden beschermd wegens de historische waarde, de sociaal-culturele waarde en de historische in casu de architectuur-historische waarde - als monument Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort gelegen te Sint-Niklaas (Sint-Niklaas), Onze-Lieve-Vrouwplein 5, Collegestraat z.nr. bekend ten kadaster SINT-NIKLAAS, 3de afdeling, sectie E, perceelnummers 443N DEEL zoals aangeduid op bijgevoegd plan Het algemeen belang dat de bescherming verantwoordt, wordt door het uitzonderlijk karakter van volgende intrinsieke waarden gemotiveerd : de historische waarde van de een deel van de voormalige VTS-site, gelegen Onze-Lieve-Vrouwplein 5 en Collegestraat znr. te Sint-Niklaas - Het in kern minstens tot 1691 opklimmende voormalige herenhuis Janssens is een zeldzame getuige van de oudste bebouwingsgeschiedenis in het historisch centrum van Sint-Niklaas. Gelegen aan het O.-L.-Vrouwplein, deel van de grote driehoekige Kerkendries de latere Grote Markt, die bebouwd werd vanaf de 13de eeuw de ontstaansperiode van Sint-Niklaas en na de grote brand in 1690 evolueerde tot politiek, economisch en maatschappelijk centrum met aanééngesloten bebouwing met ambachtelijke functies. Het uit twee woningen samengestelde voormalige herenhuis Janssens, was in de 17de en 18de eeuw in het bezit van verschillende vooraanstaande en adellijke families (Van Landeghem, de Lakethulle, …) die voor de geschiedenis van Sint-Niklaas betekenisvol zijn geweest. - Door de verwerving van het domein door de familie Janssens in het begin van de 19de eeuw, ontwikkelde de site zich van bewoningsplaats tot textielbedrijf als onderdeel van de gerenommeerde textielfirma Janssens – De Decker. Het familiebedrijf dat in de 19de eeuw tot één van de grootste textielfirma’s te Sint-Niklaas uitgroeide, geldt op het gebied van infrastructuur, organisatie en sociale voorzieningen als een voorbeeld van moderne bedrijfsvoering. De historische en sociaal-economische betekenis van het bedrijf en de politiek-actieve familie Janssens, is voor de textielindustrie niet te onderschatten. - De oprichting van de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” in 1908 door Mgr. Stillemans kaderde binnen een bredere maatschappelijke en politieke ontwikkeling voortvloeiend uit de ideeën van de Encycliek Rerum Novarum waarbij de ontvoogding van de lagere sociale klasse door opleiding en onderwijs en het recht op een menswaardig bestaan met eigendom en volwaardig loon centraal werden gesteld. Als voorvechter van dit gedachtegoed en als middel tegen het oprukkende socialisme stimuleerde de van Sint-Niklaas afkomstige Mgr. Stillemans de uitbouw van vak- en ambachtscholen voor jongeren uit de armere klasse. De ontwikkeling van de school staat ook in relatie tot de toenemende vraag aan geschoolde ambachtslui en vakmensen voor de groeiende textiel- en de breigoedindustrie in Sint-Niklaas.

Page 25: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 25 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort

de sociaal-culturele waarde van een deel van de voormalige VTS-site, gelegen Onze-Lieve-Vrouwplein 5 en Collegestraat znr. te Sint-Niklaas - De site was vanaf de 17de eeuw eigendom van verschillende vooraanstaande families (Van Landeghem, de Lakethulle, Janssens, Mgr. Stillemans) en respectievelijk ingericht als woonst, fabrikantenwoning met bedrijf en als school. De omvang van de gebouwen alsook de ligging van de site aan het marktplein, het historisch, economisch en politiek centrum van Sint-Niklaas, visualiseert de sociale positie en maatschappelijke betekenis van de diverse bewoners en ondergebrachte functies. - De school voor tewerkgestelde kinderen en de zondagsschool opgericht in 1839 bij het textielbedrijf Janssens – De Decker is sociaal-cultureel zeer betekenisvol en geldt als zeer uitzonderlijk en vooruitstrevend voor het begin van de 19de eeuw. De oprichting van de school alsook van een Hulp- en Pensioenkas voor werknemers circa 1876 is typerend voor de katholieke, humanitaire en paternalistische overtuiging van de familie Janssens en de katholieke hogere burgerij in de 19de eeuw die het de plicht van de bedrijfsleider vonden in te staan voor de ontwikkeling, de morele verheffing en het welzijn van de arbeider; - Dit katholiek, sociaal en opvoedend engagement werd door de oprichting van de Vak- en Ambachtschool voor de lagere sociale klasse door Mgr. Stillemans in het begin van de 20ste eeuw voortgezet. De oprichting van de vakschool is kenmerkend voor het katholieke reveil in het begin van de 20ste eeuw en de politieke cultuur in de stad Sint-Niklaas in die periode. de historische in casu de architectuurhistorische waarde van een deel van de voormalige VTS-site, gelegen Onze-Lieve-Vrouwplein 5 en Collegestraat znr. te Sint-Niklaas - Het herenhuis Janssens aan het O.-L.-Vrouwplein is architectuurhistorisch representatief voor de bouwevolutie van burgerlijke architectuur in een stedelijk centrum. Geëvolueerd van twee kleinere 17de-eeuwse woningen met residentiële functie tot een meesterwoning met classicistisch voorkomen in de 19de eeuw gebruikt als fabrikantenwoning bij textielbedrijf Janssens – De Decker. In de 20ste eeuw herbestemd tot Vak- en Ambachtschool St.-Antonius. Historische dragende en inwendige structuur behouden onder de fraaie en kwalitatieve 19de- en begin 20ste-eeuwse interieuraankleding die door de opeenvolgende bewoners was aangebracht aangepast aan de gangbare modes en de nieuwe functies. - De twee bouwlagen tellende sobere haakse uitbouw met blinde achtergevel en zuidelijk georiënteerde koergevel opgetrokken tussen 1820 en 1844, is kenmerkend voor een gebouw met industriële functie uit het begin van de 19de eeuw. - De voormalige schoolvleugel die de zuidelijke speelplaats afsluit, in 1910 gebouwd door Mgr. Stillemans voor de “Vak- en Ambachtschool St.-Antonius” geldt als een representatief voorbeeld van sobere begin 20se-eeuwse schoolarchitectuur. Gekenmerkt door een gelede baksteenbouw met decoratief metselwerk, grote getoogde vensters, voorzien van karakteristieke kleinhouten, en brede korfboogvormige poort. - Het poortje nabij de Collegestraat gedateerd 1915 is architectuurhistorisch duidelijk herkenbaar als een neogotische constructie. Traditioneel opgetrokken in baksteen en hardsteen, met decoratief metselwerk, kleine torentjes met bekroning, en een fraaie korfbogige houten poort met typisch neogotisch gesmeed ijzeren beslag. De centrale hogeropgaande poorttravee is versierd met oprichtingsdatum, patroonheilige, verschillende symboliserende spreuken en wapenschilden ter verheerlijking van de oprichter en de inrichtende macht.

Page 26: Bescherming motivatienota (pdf)

Dossiernr.: 4.001/46021/102.1 pagina 26 SINT-NIKLAAS: Deel van de voormalige VTS-site, omvattende het herenhuis Janssens met poortdoorrit, L-vormige voormalige bedrijfs- en schoolvleugel en neogotische poort