Berekeningen maken deel 2

33
Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Transcript of Berekeningen maken deel 2

Page 1: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Page 2: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Een excel werkblad bestaat uit verschillende “cellen”

Page 3: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Een excel werkblad bestaat uit verschillende “cellen”

De cellen zijn vakjes en worden aangegeven metEen letter en een nummer.

De cel met de zwarte randen is cel A2

Page 4: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Een excel werkblad bestaat uit verschillende “cellen”

De cellen zijn vakjes en worden aangegeven metEen letter en een nummer.

De cel met de zwarte randen is cel A2

Cel B2 is 12 en cel B3 is 56.

Page 5: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Een excel werkblad bestaat uit verschillende “cellen”

De cellen zijn vakjes en worden aangegeven metEen letter en een nummer.

De cel met de zwarte randen is cel A2

Cel B2 is 12 en cel B3 is 56.

Ik wil cel B2 en B3 bij elkaar optellen. Hoe kan ik dat handig met Excel doen?

Page 6: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5

Page 7: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5Je merkt dat cel B5 nu zwart wordt, dat betekent dat je in die cel gaat werken.

Page 8: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5Je merkt dat cel B5 nu zwart wordt, dat betekent dat je in die cel gaat werken.

Type: =B2+B3

Page 9: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5Je merkt dat cel B5 nu zwart wordt, dat betekent dat je in die cel gaat werken.

Wat je typt verschijnt ook in de “formulebalk”

Type: =B2+B3

Page 10: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5Je merkt dat cel B5 nu zwart wordt, dat betekent dat je in die cel gaat werken.

Wat je typt verschijnt ook in de “formulebalk”

Je ziet dat cel B2 blauwwordt en B3 groen.

Type: =B2+B3

Page 11: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5Je merkt dat cel B5 nu zwart wordt, dat betekent dat je in die cel gaat werken.

Type: =B2+B3 En druk dan op enter.

Page 12: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Eerst moet ik een cel selecteren. Druk op cel B5Je merkt dat cel B5 nu zwart wordt, dat betekent dat je in die cel gaat werken.

Type: =B2+B3 En druk dan op enter.

Nu staat er in cel B5 de uitkomst van 12 + 56.

Page 13: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu wil ook weten hoeveel C2 + C3 is en ook D2 + D3 en E2 +E3

Hoe kan ik dat handig doen?Moet ik weer alles typen?

Page 14: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu wil ook weten hoeveel C2 + C3 is en ook D2 + D3 en E2 +E3

Hoe kan ik dat handig doen?Moet ik weer alles typen?

Nee, dat hoeft niet. Je kan zoiets veel sneller uitrekenen!

Page 15: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Druk op de cel B5.

Die cel heeft al een formule, namelijk “B2+B3

En daar ga je gebruik van maken.

Page 16: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Druk op de cel B5.

Die cel heeft al een formule, namelijk “B2+B3

En daar ga je gebruik van maken.

Ga met je cursor (muis pijltje) op de rand (de rand rechtsonder) van cel B5 staan, er verschijnt een grote +.

Page 17: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Druk op de cel B5.

Die cel heeft al een formule, namelijk “B2+B3

En daar ga je gebruik van maken.

Ga met je cursor (muis pijltje) op de rand (de rand rechtsonder) van cel B5 staan, er verschijnt een grote +.

Druk nu op je linker muisknop en houd de knop ingedrukt.Sleep die grote + (terwijl je de linkermuisknop ingedrukt houd) naar rechts, naar cel E5 en laat los.

Page 18: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Optellen van cellen

Je ziet nu dat er in de cellen C5, D5 en E5 getallen staan.

Namelijk de uitkomst van de cellen C2+C3, D2+D3 en E2+E3.

Wat heeft excel eigenlijk gedaan?

Page 19: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Optellen van cellen

Je ziet nu dat er in de cellen C5, D5 en E5 getallen staan.

Namelijk de uitkomst van de cellen C2+C3, D2+D3 en E2+E3.

Wat heeft excel eigenlijk gedaan?Door de verschuiving met de grote +, heeft excel de formule van cel B5 verschoven naar de cel ernaast. Maar excel heeft je formule aangepast zodat het geldt voor de cel ernaast.

Page 20: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Optellen van cellen

Je ziet nu dat er in de cellen C5, D5 en E5 getallen staan.

Namelijk de uitkomst van de cellen C2+C3, D2+D3 en E2+E3.

Wat heeft excel eigenlijk gedaan?Door de verschuiving met de grote +, heeft excel de formule van cel B5 verschoven naar de cel ernaast. Maar excel heeft je formule aangepast zodat het geldt voor de cel ernaast. Druk op de cel C5 en je ziet dat de formule daarin is “=C2+C3”

Page 21: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Je kan naast optellen ook aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Hier zijn de tekens die je moet gebruiken:

Optellen =+Aftrekken=-Vermenigvuldigen =*Delen=/

De * staat boven de 8 op je toetsenbord.Gebruik niet de : voor delen, want dat rekent excel fout.

Page 22: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Ik heb nu een aantal getallen en ik wil steeds de bijbehorend berekening maken.

Ik begin met de bovenste, daar moet ik getallen van elkaar aftrekken.

Page 23: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Ik heb nu een aantal getallen en ik wil steeds de bijbehorend berekening maken.

Ik begin met de bovenste, daar moet ik getallen van elkaar aftrekken.

Ik klik op cel B4 en type: =B1-B2

Page 24: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Ik heb nu een aantal getallen en ik wil steeds de bijbehorend berekening maken.

Ik begin met de bovenste, daar moet ik getallen van elkaar aftrekken.

Ik klik op cel B4 en type: =B1-B2 en druk op enter.

Page 25: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Ik heb nu een aantal getallen en ik wil steeds de bijbehorend berekening maken.

Ik begin met de bovenste, daar moet ik getallen van elkaar aftrekken.

Ik klik op cel B4 en type: =B1-B2 en druk op enter. Ik klik op cel B4 en ga ik met mijn muis op het rand van cel B4

Ik druk erop en sleep het na E4 en laat los.

Page 26: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu maak ik opdracht 2,dat is een vermenigvuldiging.

Page 27: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu maak ik opdracht 2,dat is een vermenigvuldiging.

Ik klik op cel B9 en type: =B6*B7

Page 28: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu maak ik opdracht 2,dat is een vermenigvuldiging.

Ik klik op cel B9 en type: =B6*B7 en druk daarna op enter.

Page 29: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu maak ik opdracht 2,dat is een vermenigvuldiging.

Ik klik op cel B9 en type: =B6*B7 en druk daarna op enter.

Ik druk op cel B9, ga met mijn muis op het randje (rand rechtsonder van de cel) en druk daarop (ingedrukt houden). Daarna sleep ik het naar cel E9 en laat los.

Page 30: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu ben ik bij opdracht 3. Dat is een deling.

Page 31: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu ben ik bij opdracht 3. Dat is een deling.

Ik druk op cel B14 en type: =B11/B12

Page 32: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu ben ik bij opdracht 3. Dat is een deling.

Ik druk op cel B14 en type: =B11/B12 en druk op enter.

Page 33: Berekeningen maken deel 2

Werken met Excel. Berekeningen maken deel 2

Nu ben ik bij opdracht 3. Dat is een deling.

Ik druk op cel B14 en type: =B11/B12 en druk op enter.

Ik druk op cel B14, ga met mijn muis op het randje (rand rechtsonder van de cel) en druk daarop (ingedrukt houden). Daarna sleep ik het naar cel E14 en laat los.