Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering...

32
32 Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB

Transcript of Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering...

Page 1: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

32

Beleidsplan Duurzame

Bedrijfsvoering FB

Page 2: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Revisievenster.

Auteur: J. van Bruggen

Versie/Status: Concept 0,4

Opdrachtgever: M. Oving Opdrachtgever

Datum 29 november 2013

Verwerkt opmerkingen werkgroep en Fair trade

29 november 2013

Verwerkt opmerkingen werkgroep duurzaamheid

29 november 2013

Verwerkt opmerkingen MT-FB 3 december 2013

Verwerkt opmerkingen PO-FB 10 december 2013

26 februari 2014

Laatste revisie H. Nederlof. 6 maart 2014

Indiening CvB ter informatie 6 maart 2014 versie 1.0 DEF

Page 3: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 3 van 32

Inhoud 1.1 Aanleiding. ............................................................................................................................................................................ 4 1.2 Doel en functie van dit plan. ............................................................................................................................................ 5

Management samenvatting ............................................................................................................................................................. 6

1 Visie op duurzame bedrijfsvoering ..................................................................................................................................... 8

2.1. Wat is duurzame bedrijfsvoering? .................................................................................................................................... 8 2.2. Visie op duurzame bedrijfsvoering .................................................................................................................................. 8

2 Beleid 2013 -2016 ................................................................................................................................................................... 11

3.1. Management en organisatie ............................................................................................................................................ 12 3.2. Gezondheid en werkomstandigheden ........................................................................................................................... 14 3.3. Energie................................................................................................................................................................................. 15 3.4. Transport ............................................................................................................................................................................ 16 3.5 Water ................................................................................................................................................................................... 17 3.6. Materialen ........................................................................................................................................................................... 17 3.7. Afval ..................................................................................................................................................................................... 18 3.8. Ecologie en landgebruik .................................................................................................................................................. 19 3.9. Vervuiling ........................................................................................................................................................................... 19 3.10 Vervolg ................................................................................................................................................................................ 20

4. Aktiviteiten 2014 -2016 ......................................................................................................................................................... 21

Bijlagen .............................................................................................................................................................................................. 24

1. Verklaring BREEAM en ISO 26.000 ................................................................................................................................ 24 2. Huidig en toekomstig wettelijk kader .......................................................................................................................... 25 3. Benchmark instrumenten duurzaamheid ..................................................................................................................... 28

Page 4: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 4 van 32

1.1 Aanleiding.

Duurzaamheid behoort al jaren tot de centrale kernwaarden van de Hanzehogeschool. Zo is er in 1999 al een convenant (Handvest Duurzaam HBO) gesloten tussen de hogescholen, de Vereniging Hogescholen , de ministeries VROM, OCW, LNV en EZ en de stichting duurzaam hoger onderwijs (DHO) betreffende de integratie van duurzame ontwikkeling in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering in het hoger onderwijs. Dit blijkt ook uit haar strategisch plan “Koers op Kwaliteit”. De hogeschool wil werken van uit een houding van verantwoordelijkheid. Dat moet volgens het strategisch plan bijvoorbeeld terugkomen in de aandacht voor duurzaamheid in de bedrijfsvoering en huisvesting. “Er wordt gestuurd op het verminderen van energieverbruik door gedragsverandering bij medewerkers en studenten (bewustwording) en door toepassing van nieuwe (bewezen) technieken voor verwarmen, koelen en ventileren. Huisvestingsvraagstukken worden opgelost met respect en verantwoordelijkheid voor de omgeving”, aldus “Koers op kwaliteit”. De uitgangspunten uit “Koers op kwaliteit” zijn vertaald in het programmaplan duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen dat in 2009 door het CvB is vastgesteld. Dit vierjarig programmaplan loopt parallel aan “Koers op Kwaliteit” en wordt onder regie van het FB door een HG brede stuurgroep uitgewerkt. Over de bedrijfsvoering worden in het programmaplan de volgende voornemens genoemd:

1. De HG blijft maatregelen treffen die er toe leiden dat de milieubelasting van de eigen bedrijfsvoering wordt beheerst en gestadig wordt verminderd. In het kader van de meerjarenafspraken (MJA3) tussen het ministerie van VROM en de Vereniging Hogescholen, heeft de HG een convenant ondertekend met de Vereniging Hogescholen om het energie gebruik jaarlijks met drie procent terug te dringen. Dit wordt jaarlijks gemonitored door Agenschap NL. Bij aanbestedingen worden de Agentschap NL-criteria voor duurzaamheid zoveel als mogelijk opgenomen naar aanleiding van het afgesloten Convenant Duurzaamheid tussen VROM en de Vereniging Hogescholen.

2. De hogeschool heeft een voorbeeldfunctie in de richting van medewerkers en studenten in een duurzame bedrijfsvoering.

3. De hogeschool past in de eigen bedrijfsvoering de principes toe die in het onderwijs aan studenten worden overgedragen en die het resultaat zijn van onderzoek.

4. Verhoging van efficiency en effectiviteit zijn een aanjager voor duurzaamheid en leveren daar een belangrijke bijdrage aan.

5. Het ontwikkelen van beleid op duurzame bedrijfsvoering. Hierin worden o.a. de MJA3-afspraken over energiebesparingen betrokken maar ook zal er gezocht worden naar mogelijkheden om afvalstromen te verminderen. Er zullen milieu prestatie-indicatoren worden ontwikkeld voor de gebouwen en er zullen binnen de gebouwen duurzaamheidsteams worden benoemd. Het FB streeft ernaar om HG-breed een kwaliteitskeurmerk duurzaamheid te behalen.

Page 5: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 5 van 32

Tot zover de voornemens uit het programmaplan duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De kerntaak van het Facilitair Bedrijf is de ondersteuning van het onderwijs en onderzoek van de Hanzehogeschool. Die ondersteuning moet conform de HG beleidskaders op een maatschappelijk verantwoorde manier ingevuld worden. Daarom kiest het Facilitair Bedrijf voor duurzame bedrijfsvoering. Een van de centrale doelstellingen uit de meerjarenvisie 2010 -2014 “Trossen Los” van het Facilitair Bedrijf van de HG is dan ook: “Het FB draagt bij aan de voorbeeldfunctie van de HG als maatschappelijk verantwoordelijke en duurzame onderneming” In dit beleidsplan wordt aangegeven hoe het Facilitair Bedrijf deze doelstelling wil realiseren.

1.2 Doel en functie van dit plan.

Binnen het Facilitair Bedrijf worden verschillende initiatieven ondernomen om te komen tot duurzame bedrijfsvoering. Voorbeelden hiervan zijn :

Het MJA 3 convenant,

het convenant duurzaam inkoopbeleid,

Fairtrade,

groene energie,

een duurzaamheid paragraaf in het strategisch HuisvestingsPlan,

diverse facilitaire en ICT initiatieven om afvalstromen en energieverbruik te verminderen.

Het Facilitair Bedrijf heeft echter nergens vastgelegd wat wordt verstaan onder duurzame bedrijfsvoering, welke doelstellingen daar aan verbonden zijn en hoe die worden gemeten. Er is geen overkoepelend beleid waaraan werkzaamheden op het gebied van duurzaamheid worden getoetst, er zijn niet of nauwelijks richtlijnen en kaders waaraan werkzaamheden op het gebied van duurzaamheid moeten voldoen en er is geen samenhang en afstemming in de uitvoering. Er wordt nog onvoldoende systematisch en eenduidig gewerkt aan duurzame bedrijfsvoering. Daarbij komt dat we niet duidelijk op het netvlies hebben hoe we er als bedrijf voorstaan als het gaat om duurzaamheid.

Het doel van dit plan is om, binnen de beleidskaders van de HG en zo mogelijk binnen de reguliere begrotingen, overkoepelend beleid gericht op duurzame bedrijfsvoering vast te leggen met meetbare doelstellingen en concrete aktiviteiten. Dit plan zal na vaststelling door de directeur FB ter informatie worden verzonden aan het CvB en vervolgens dienen als richtinggevend kader voor het systematisch en eenduidig werken aan een duurzame bedrijfsvoering. Voor een extra impuls bij de start van de aktiviteiten zal een eenmalige CSBR aanvraag worden ingediend. De CSBR aanvraag zal gericht zijn op aktiviteiten om de zichtbaarheid van duurzaamheid te vergroten en duurzaamheid aantrekkelijk te maken, exposure, gedragsbeinvloeding, MJA3 en BREEAM certificering.

Page 6: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 6 van 32

De Hanzehogeschool Groningen wil een duurzame hoge school zijn zo blijkt uit haar strategisch plan “Koers op Kwaliteit”. De hogeschool wil werken vanuit een houding van verantwoordelijkheid. Dat moet volgens het strategisch plan bijvoorbeeld terugkomen in de aandacht voor duurzaamheid in de bedrijfsvoering en huisvesting. De bedrijfsvoering van het Facilitair Bedrijf richt zich op huisvesting, energie, milieu, ethisch gedrag, water, transport, gezondheid, inkoop, ICT voorzieningen, afval en facilitaire voorzieningen. Als onderdeel van een maatschappelijke verantwoordelijke non-profit organisatie, nemen wij verantwoordelijkheid voor de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens maatschappij en milieu en willen wij een bijdrage leveren aan een beter milieu en een gezonde toekomst voor de volgende generaties. Uit onze bedrijfsvoering moet respect blijken voor milieu, mens, dier en maatschappij. Dat doen we door onze bedrijfsvoering duurzaam te maken. Een belangrijk speerpunt is het terugdringen van energieverbruik en het toepassen van beproefde alternatieve energiebronnen in de bedrijfsvoering. Ons ambitie niveau is er op gericht om binnen de HG beleidskaders en waar mogelijk binnen de reguliere begrotingen:

• Voor onze huisvesting op termijn een BREEAM certificering te realiseren. • Het convenant duurzaam inkoop beleid te realiseren. • Het MJA3 convenant te realiseren. • De Fair trade certificering te handhaven .

• Een gouden SustainaBul te bemachtigen in 2015. • Duurzaamheid zichtbaar en aantrekkelijk te maken • Bewustwording en gedragsbeïnvloeding onder studenten en medewerkers te

bewerkstelligen. Ons duurzaamheidsbeleid wordt vormgegeven aan de hand van de structuur en thema’s van BREEAM en ISO 26.000. Wij hanteren daarbij de volgende doelstellingen.

Thema Doelstellingen

Management Consistent en samenhangend, transparant duurzaamheidsbeleid Bewustwording medewerkers en studenten, voorbeeldfunctie Goed werkgeverschap, duurzaam HRM beleid

Gezondheid Gezonde gebouwen. Percentage van de gebouwen dat voldoet aan PvE ‘Frisse Scholen’ niveau B Verbetering binnenklimaat

Actief schoonmaakbeleid

Energie Milieu belasting beheersen en verminderen. Energiebesparing in procenten per jaar en per student. Realiseren MJA 3 afspraken = 2 % per jaar besparen. Inzicht geven in en zichtbaar maken van CO2 uitstoot Beperken CO2 uitstoot en compenseren Zichtbaar maken duurzame energie op de Campus Onderzoek zonnepanelen Groene stroom Groene ICT Energie en materiaal besparingen door "duurzame" software

Management samenvatting

Page 7: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 7 van 32

Thema Doelstellingen

Transport Reduceren benodigde energie en uitstoot en verhogen veiligheid. Water Reduceren drinkwatergebruik, besparing in procenten per jaar en per student.

Stimuleren drinken kraanwater Publiceren waterverbruik in gebouwen en op webportal

Materialen, duurzaam inkopen, eerlijk zaken doen

Reduceren milieubelasting en gebruik materialen. Realiseren convenant duurzaam inkoop beleid Fairtrade hogeschool Veiligheid en brandrisico’s zijn geborgd

Afval Reduceren afval, besparing in procenten per jaar. Verbetering afvalscheiding Recycling e-waste ( elektronisch afval) Verminderen papier gebruik

Ecologie & landgebruik

Ecologische verbeteringen realiseren campus en gebouwen.

Vervuiling Reduceren totale vervuiling per aspect: doelstelling besparing in procenten per jaar (Lozing, vuilwaterafvoer, Luchtvervuiling, chemisch opslag, grondvervuiling, gebruik koelmiddelen, lichtvervuiling en geluidvervuiling) Invoeren milieumanagementsysteem.

Page 8: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 8 van 32

2.1. Wat is duurzame bedrijfsvoering?

Bij duurzaamheid wordt vaak gedacht aan natuur en milieu en hoe we daar zuinig mee om moeten gaan. Maar het begrip duurzaamheid omvat meer. Duurzaam noemen we die ontwikkelingen, plannen of oplossingen die niet alleen de P van Profit (of Prosperity) dienen, maar ook de P van People en de P van Planet. Duurzame ontwikkeling is in

samenhang gericht op het welzijn van mensen en de kwaliteit van natuur en milieu, hier en daar, nu en in de toekomst. Het gaat steeds om balans tussen de drie P’s. In het programmaplan duurzaamheid en MVO van de Hanzehogeschool wordt voor duurzame ontwikkeling de begripsomschrijving van de VN

commissie Brundtland gebruikt: “Duurzame ontwikkeling is een proces van maatschappelijke verandering dat aandacht vraagt voor verschillende aspecten van menselijk handelen in hun onderlinge verwevenheid zoals ecologische-, economische-, sociaal culturele-, politieke- en gezondheidsaspecten. Het is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen,” . Aldus de definitie van de VN commissie Brundtland uit 1987. Bij duurzame ontwikkeling is sprake van een ideaal evenwicht tussen sociale, ecologische en economische belangen (people, planet and profit). Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen, zijn als duurzaam aan te merken. Het Facilitair Bedrijf vertaalt deze begripsomschrijving naar zijn eigen bedrijfsvoering door verantwoordelijkheid te nemen voor de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens, maatschappij en milieu en de belangen van volgende generaties zo min mogelijk te schaden. Binnen de kaders van het strategisch plan “Koers op kwaliteit” en binnen de kaders van de FB begrotingen willen wij een bijdrage leveren aan een beter milieu en een gezonde toekomst voor de volgende generaties. Daarom streven we naar een bedrijfsvoering met een balans tussen people, planet en profit en waarin duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen integraal zijn opgenomen.

2.2. Visie op duurzame bedrijfsvoering

De bedrijfsvoering van het Facilitair Bedrijf richt zich op huisvesting, energie, milieu, ethisch gedrag, water, transport, gezondheid, inkoop, ICTvoorzieningen, afval en facilitaire voorzieningen. Uit onze bedrijfsvoering moet respect blijken voor mens, dier, milieu en maatschappij. Onze bedrijfsvoering mag de belangen van toekomstige generaties zo min mogelijk schaden.

1 Visie op duurzame bedrijfsvoering

Page 9: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 9 van 32

Als onderdeel van een maatschappelijke verantwoordelijke non profit organisatie willen wij een voorbeeldfunctie vervullen voor medewerkers, studenten, bezoekers en partners van de Hanzehogeschool door duurzame bedrijfsvoering toe te passen. Wij hanteren hierbij de volgende uitgangspunten:

Wij kiezen er voor om duurzaamheid integraal onderdeel te laten zijn van alle afwegingen die in de bedrijfsvoering worden gemaakt.

De resultaten van duurzaam handelen moeten meetbaar zijn en vergeleken kunnen worden met resultaten van vergelijkbare instellingen. Benchmarking is hierbij een middel dat tot doel heeft best practices tot standaard te maken.

Duurzaam handelen, moet zichtbaar zijn voor medewerkers, studenten en bezoekers. Hiermee dragen wij naar studenten en medewerkers actief onze overtuiging uit. Wij beïnvloeden daarmee toekomstig gedrag.

Een investering in duurzaamheid moet in beginsel kunnen worden terugverdiend gedurende de economische levensduur van het object (d.w.z. ofwel het casco ofwel de ‘inrichting’) waarin geïnvesteerd wordt.

Mogelijkheid tot voorfinanciering van duurzaamheidsinvesteringen voor verbouw, onderhoud en inkoop dient ten minste voor al die gevallen gerealiseerd te worden waarin de investering kan worden terugverdiend. Een flexibeler revolverend fonds is hiervoor wenselijk.

Een belangrijk speerpunt is het terugdringen van energieverbruik en het toepassen van beproefde alternatieve energiebronnen in de bedrijfsvoering. De Hanzehogeschool is partner in het “Het Akkoord van Groningen”. Een van de speerpunten van dit akkoord is Energie. De eigen gebouwen van de akkoordpartners moeten energiezuinig en duurzaam worden gemaakt. Bij nieuwbouw vormen energiezuinigheid en duurzaamheid belangrijke prioriteiten, aldus het ‘Akkoord van Groningen”. Wij passen in de eigen bedrijfsvoering duurzame principes toe die aan het onderwijs en onderzoek worden overgedragen en die het resultaat zijn van onderzoek. Onze duurzame huisvesting en facilitaire processen inspireren medewerkers en studenten en zijn bij voorkeur ook onderwerp van onderzoek en verbetering, al dan niet geïntegreerd in het onderwijs en onderzoek van de HG. Wij stellen ons open als proeftuin voor initiatieven en ideeën over een duurzame bedrijfsvoering vanuit het onderwijs en onderzoek. Aan de hand van een klimaatvoetafdruk willen we jaarlijks onze CO2 uitstoot gaan meten en gaan sturen op vermindering en of compensatie daarvan.

Wij sturen op het verminderen van energieverbruik door gedragsverandering bij medewerkers en studenten ( bewustwording) en door toepassing van nieuwe (bewezen) technieken voor verwarming, koeling en ventilatie. Huisvestingsvraagstukken worden opgelost met respect en verantwoordelijkheid voor de omgeving. We treffen maatregelen die er toe leiden dat de milieubelasting van de eigen bedrijfsvoering wordt beheerst en gestadig wordt verminderd. In het kader van de meerjarenafspraken (MJA3) tussen het ministerie van VROM en de Vereniging Hogescholen, hebben wij een convenant ondertekend met de Vereniging Hogescholen om het energie verbruik jaarlijks met twee procent terug te dringen. Dit wordt jaarlijks gemonitord door Agentschap.NL. Ook bij aanbestedingen worden de

Page 10: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 10 van 32

Agentschap.NL -criteria voor duurzaamheid standaard opgenomen. Dit vanwege het afgesloten Convenant Duurzaamheid tussen VROM en de Vereniging Hogescholen waaraan de Hanzehogeschool zich heeft gecommitteerd. Duurzame huisvesting is noodzakelijk en vanzelfsprekend. De huisvesting van de Hanzehogeschool wordt een voorbeeld van duurzame ontwikkeling en maatschappelijke betrokkenheid. Onderwijsgebouwen hebben hier een voorbeeldfunctie in naar de samenleving. Het gaat daarbij niet alleen om duurzaam bouwen maar ook om investeren in gezonde leer- en werkomgevingen. Gezondheid in de zin van ARBO en Veiligheid maar ook in voeding en bewegen. De omgeving van de HG huisvesting wordt in allerlei opzichten beweegvriendelijk gemaakt met oog voor natuur en milieu. Fair trade is een belangrijk aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Fairtrade betekent: eerlijke handel. Dit betekent dat er voor producten een eerlijke prijs wordt betaald. Dat is een prijs die in verhouding staat tot de productiekosten en niet een prijs die wordt bepaald door de verhoudingen op de internationale markt. Dit houdt in dat de producenten in ontwikkelingslanden een eerlijk loon krijgen, er goede arbeidsomstandigheden voor de werknemers zijn, er met respect voor het milieu wordt geproduceerd en dat er sprake is van een betere handelspositie van de ontwikkelingslanden op de wereldmarkt. Wij zijn er trots op de eerste Fair trade hogeschool van Nederland te zijn en zorgen er voor dat we jaarlijks aan de juiste criteria blijven voldoen om deze titel te behouden. Kort samengevat zijn dit de volgende criteria:

Een actieve werkgroep

Inkopen van Fair trade producten

Communicatie en bewustwording richting medewerkers en studenten

Acties organiseren voor Fair trade Ons ambitie niveau is er op gericht om:

Voor onze huisvesting op termijn een BREEAM certificering te realiseren.

Het convenant duurzaam inkoop beleid te realiseren.

Het MJA3 convenant te realiseren.

De Fair trade certificering te handhaven.

Een gouden SustainaBul bemachtigen. Onze visie op duurzaamheid, zoals hierboven omschreven, vertalen wij in het volgende hoofdstuk naar duurzaamheidsbeleid.

Page 11: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 11 van 32

Ons duurzaamheidsbeleid wordt vormgegeven aan de hand van de structuur en thema’s van BREEAM en ISO 26.000. Hiervoor is gekozen omdat in het Strategisch Huisvestingsplan van de HG is opgenomen dat, zodra BREEAM hiervoor voldoende is ontwikkeld, wij streven naar BREEAM-certificering van al onze gebouwen. In het Energie Efficiencyplan 2013 -2016 dat in 2012 door het CvB is vastgesteld, staat daarover dat de HG de eerste hogeschool met BREEAM-certificatie wil zijn binnen Nederland. Met een BREEAM certificatie kan de Hanzehogeschool zich nationaal en internationaal onderscheiden. De thema’s van Breeam zijn voor een integraal duurzaamheids beleid echter niet breed genoeg omdat zij specifiek gericht zijn op de huisvesting. Daarom is gekozen voor een mix van Breeam en ISO 26.000. Hieruit hebben we 9 duurzaamheidscategorieën gevormd aan de hand waarvan wij ons duurzaamheidsbeleid in gaan vullen. Breeam is een meetinstrument en ISO 26000 is een internationale richtlijn voor organisaties die maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling in de praktijk willen brengen. Een uitgebreidere toelichting op deze onderwerpen staat in bijlage 1. Ons beleid is er op gericht om binnen de beleidskaders van de HG en binnen de reguliere begrotingen duurzame bedrijfsvoering te realiseren waarbij het thema energie de belangrijkste speerpunt is. Bij dit thema ligt ook nadrukkelijk een relatie met het onderwijs en onderzoek, het Energiekenniscentrum, EnTranCe en de Energy Academy Europe. Aan ons beleid geven wij aan de hand van negen duurzaamheids categorieën nadere invulling:

Management

Gezondheid

werk

omstandigheden

Energie

Water

Transport

Materialen

Eerlijk zaken doen

Afval

Vervuiling

Milieu

Landgebruik

Ecologie

2 Beleid 2013 -2016

Page 12: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 12 van 32

3.1. Management en organisatie

Coördinator en FB brede werkgroep Binnen het Facilitair Bedrijf is er een eindverantwoordelijke die duurzaamheid onder haar hoede heeft en alle duurzaamheids aktiviteiten coördineert. Daarnaast is een FB brede werkgroep duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen ingesteld. Trekker van deze werkgroep is de coördinator duurzaamheid. De werkgroep heeft als opdracht alle activiteiten op het gebied van duurzame bedrijfsvoering in kaart te brengen, te bundelen en per afdeling meetbare doelstellingen te formuleren en te monitoren. De werkgroep is beheerder van het beleid t.a.v. duurzaamheid en rapporteert via het MT-FB aan het CvB. Scholing en training Medewerkers en in het bijzonder de FB brede werkgroep worden in de gelegenheid gesteld om zich door het volgen van seminars en cursussen op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op het vlak van duurzaamheid. Minimaal één van de medewerkers is BREEAM-expert en minimaal een medewerker is Fair trade expert. Daarnaast beschikken de Locatiemanagers over de actuele kennis over duurzame bedrijfsvoering en wet- en regelgeving op dit gebied. De locatiemanagers zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het duurzaamhedsbeleid op locatie. Milieumanagementsysteem We willen de milieueffecten minimaliseren en beheersbaar houden. In dit kader is een GAP-analyse ISO 14.001 uitgevoerd. De komende periode zal vanuit deze analyse nader invulling gegeven worden aan een milieumanagementsysteem volgens de norm ISO 14.001 waarbij overwogen wordt om uiteindelijk over te gaan tot certificering. Bewustwording en communicatie Bewustwording en communicatie zijn van belang om duurzaamheid breed gedragen en zichtbaar te maken in de organisatie en bij de studenten. Het bestaande ambassadeursplatform waarin vertegenwoordigers van alle schools, kenniscentra en stafbureau’s zitting hebben, zal hiervoor intensiever dan nu worden ingezet. De coördinator duurzaamheid zal voor dit platform een jaarlijks programma opstellen waaronder ook de aktiviteiten op de landelijke duurzaamheidsdag zullen gaan vallen. Naast het onderhouden van het duurzaamheids webportal op het internet waar alle aktiviteiten op het gebied van duurzame bedrijfsvoering worden gemeld, zal er op het intranet van de HG bij het FB ook een aparte duurzaamheidsknop worden aangemaakt en worden gevuld met al onze aktiviteiten. We willen energiebesparend gedrag onder personeel en studenten bevorderen door de invoering van het “Changeprogramma”. Het Changeprogramma is een energiebesparingsprogramma, door gedragsverandering, dat afgelopen jaren bij Duitse hogescholen en universiteiten is uitgevoerd onder begeleiding van de Universiteit Bochum en De Hochschul-Informations-System (HIS) te Hannover. Door de Rijks Universiteit Groningen (RUG) en de Hanzehogeschool (HG) is met het HIS afgesproken dat van het ontwikkeld materiaal en van de opgedane ervaringen gebruik kan worden gemaakt. Ook bewustwording over Fair trade en communicatie over Fair trade wordt actief opgepakt door de werkgroep Fair trade en de contacten met schools, studenten en afdelingen breiden zich nog steeds uit. Daarnaast willen wij in overleg met een aantal lectoraten aktiviteiten opzetten die bewustwording en gedragsverandering beïnvloeden.

Page 13: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 13 van 32

CO2 footprint Ons streven is om zoveel mogelijk klimaatneutraal te werken en daarmee de totale verantwoordelijkheid te dragen voor onze CO2 uitstoot. Hiervoor zal een CO2 footprint worden ontwikkeld waarmee we onze CO2 uitstoot gaan meten en zichtbaar gaan maken. Wij geven

gedetailleerd inzicht in het actieplan om CO2 uitstoot te beperken of te verminderen (volgens Het overheid convenant met 30% in 2020 t.o.v.2005), door het publiceren van bijvoorbeeld het Energie‐Efficiency Plan op de webportal duurzaamheid van de HG. De CO2‐uitstoot van het gas wordt gecompenseerd met CO2‐credits. Een CO2‐credit, Ook wel een VER (Verified Emission Reduction unit) genoemd, staat voor 1 ton gecontroleerde CO2 reductie. De Gas Neutraal certificaten van GDF Suez Energie Nederland zijn aangekocht via De Klimaat Neutraal Groep die CO2-­‐credits verkoopt afkomstig uit o.a. de projecten van Stichting Face. De door GDF Suez Energie Nederland aangeboden Gas Neutraal certificaten Zijn 100% afkomstig uit bebossingprojecten van Stichting Face. Stichting FACE beheert projecten waarbij bossen worden aangeplant en beheerd in Ecuador. In 2009 is Stichting FACE overgegaan in Face the Future. Duurzaam inkoopbeleid, eerlijk zaken doen, betrokkenheid gemeenschap De Hanzehogeschool hanteert een milieuvriendelijk/duurzaam inkoopbeleid waarin duurzaamheids eisen aan materialen, producten en diensten zijn opgenomen Voorbeelden die wij hebben geïmplementeerd zijn het convenant Duurzaam inkopen, het convenant Verantwoordelijk Marktgedrag, certificaat Fair trade hogeschool en aanbestedingen met duurzaamheidseisen. Met het convenant Verantwoordelijk Marktgedrag onderstrepen wij een goed opdrachtgever te willen zijn met oog voor de belangen van de werknemers in de schoonmaakbranche. Dit uit zich in de zorg voor onder meer een realistische werkdruk en goede arbeidsomstandigheden voor het schoonmaakpersoneel en in het hanteren van het criterium “economisch meest voordelige aanbieding” in plaats van “laagste prijs” bij aanbesteding van schoonmaakonderhoud. De schoonmaakdienstverlening is onlangs door ons opnieuw aanbesteed. Naast de uitgangspunten van de Code stond ook de inzet van werknemers met een achterstand op de sollicitatiemarkt voorop bij deze aanbesteding. Wij gebruiken 100% milieu gecertificeerd papier voor readers en printpapier. In de aanbesteding voor de cateraar zijn duidelijke richtlijnen opgenomen met betrekking tot milieu, eerlijke handel en dierenwelzijn. De cateraar dient een assortiment te verstrekken dat minimaal voor 75% bestaat uit gezonde producten conform de keuzetabel Voedingscentrum en/of “Ik kies bewust logo”. Tropische producten die worden verkocht door de cateraar of worden aangeboden in koffie- frisdrank- en snoepautomaten zoals koffie, thee, chocolade en bananen zijn gecertificeerd door Max Havelaar/Fairtrade. Ons inkoopbeleid is publiekelijk beschikbaar op de webportal duurzaamheid. Efficiënt gebruik gebouwen en voorzieningen En zijn gebruikershandleidingen en onderhoudshandelingen binnen de locaties aanwezig om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de gebouwen en voorzieningen.

Page 14: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 14 van 32

Renovatie en Nieuwbouw Bij iedere renovatie of nieuwbouw zal de BREEAM- systematiek en het door Agentschap NL ontwikkelde Programma van Eisen ‘Frisse Scholen’ worden gehanteerd om duurzaamheids eisen te stellen (het PvE’ Frisse Scholen’ bevat eisen op het gebied van luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort). Waar mogelijk zal verbinding wordne gezocht met de binnen de hogeschool beschikbare nuttige kennis (Schools en COE’s). Fairtrade hogeschool In 2014 hopen we onze titel van Fairtrade hogeschool voor minstens 3 jaar te kunnen verlengen. Doel is om de werkzaamheden op het gebied van Fairtrade te continueren en waar mogelijk te borgen. Verhogen van de bekendheid van Fairtrade onder studenten en medewerkers en de daarmee samenhangende activiteiten is dan ook een belangrijk speerpunt. Het jaarplan van de werkgroep Fairtrade laat zien dat naast aansluiting op bestaande activiteiten ook ieder jaar sprake is van een toename aan activiteiten binnen de Hanzehogeschool en als ambassadeur binnen de stad Groningen. Daarnaast heeft de Hanzehogeschool heeft als Fairtrade hogeschool een belangrijke voorbeeldfunctie voor andere hogescholen, universiteiten en organisaties in Noord-Nederland. Benchmark instrumenten duurzaamheid. Door benchmarkonderzoeken wordt relatief eenvoudig duidelijk waar de HG staat ten opzichte van de overige hogescholen en waar de verbeterpunten zitten. In bijlage twee wordt een overzicht gegeven van Benchmark instrumenten op het gebied van duurzaamheid. Tot nu toe hebben wij meegedaan aan twee benchmarkonderzoeken op het gebied van duurzaamheid; De NFC index in 2012. De SustainaBul in 2013. Van de hogescholen zijn we op de derde plaats geëindigd en van 26 alle deelnemende universiteiten en hoge scholen op de negende plaats. Door aan de hand van de BREEAM structuur de HG te verbeteren op het aspect duurzaamheid, zal de HG ook hoger scoren bij de benchmark initiatieven zoals SustainaBul. Wij blijven aangesloten bij de initiatieven SustainaBul en NFC-Index en in de toekomst wellicht andere initiatieven.

3.2. Gezondheid en werkomstandigheden

Programma van Eisen “Frisse Scholen” Goede gezondheid en goede werkomstandigheden van medewerkers en studenten is van groot belang voor de HG als werkgever. Daarom zorgen wij, naast het voeren van een duurzaam HRM beleid, voor een gezonde en prettige werk- en leeromgeving en goede werkomstandigheden. Gezondheidsklachten dienen te allen tijde voorkomen te worden. Een slechte kwaliteit van binnenmilieus leidt tot gezondheidsklachten. In leslokalen is de CO2-concentratie vaak te hoog. Dit is een aanwijzing voor onvoldoende ventilatie en een slechte luchtkwaliteit. Dit verhoogt het ziekteverzuim van leerkrachten en leerlingen. Andere veel voorkomende problemen zijn te lage temperaturen en tochtklachten in de winter, te hoge temperaturen in de zomer en problemen met daglicht en verlichting. Daarom is ons doel om het binnenklimaat in alle gebouwen/ruimten bij renovatie minimaal naar niveau C van het door AgentschapNL ontwikkelde Programma van Eisen ‘Frisse Scholen’ te brengen. Voor nieuwbouw geldt minimaal niveau B.

Page 15: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 15 van 32

Per mei 2012 heeft Agentschap NL een nieuwe versie van het Programma van Eisen (PvE) Frisse Scholen beschikbaar. Deze is aangepast aan het vernieuwde Bouwbesluit. Het PvE bevat voor de vijf thema’s energiezuinigheid, luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort, verschillende ambitieniveaus en prestatie-eisen. De belangrijkste veranderingen in PvE Frisse Scholen zijn: - Aanpassing aan eisen in het Bouwbesluit t.a.v. de veranderde en verzwaarde eisen voor luchtkwaliteit voor nieuwbouw. - Uitgebreidere eisen t.a.v. geluidisolatie ( er zijn ook eisen t.a.v. de geluidisolatie van binnen- en buitenmuren opgenomen) - De eisen van niveau C t.a.v. energiezuinigheid zijn in overeenstemming gebracht met de eisen van het Bouwbesluit. Onze ambitie v.w.b. de ventilatie is als volgt: Doorvoeren van de eisen zoals gesteld in het Programma van Eisen Frisse Scholen van het Agentschap NL; met daarbij de ambitie klasse B voor renovatie bestaande bouw i.p.v. klasse C toe te passen. Uitgangspunt is daarom om nieuwbouw en bestaande bouw op een zelfde niveau te brengen. Verlichting Verlichtingsinstallaties in verblijfsruimten, waaronder leslokalen, worden ontworpen conform de norm NEN-EN 12464-1: Licht en Verlichting – Werkplekverlichting – Deel 1: Werkplekken binnen, een normblad dat ook in het Programma van Eisen Frisse Scholen is opgenomen. Deze verlichtingsinstallaties worden in principe aangebracht met de meest energiezuinige verlichtingsarmaturen. Schoonmaak Daarbij wordt er een actief schoonmaakbeleid gehanteerd met schoonmaakmiddelen die zo min mogelijk schade aan het milieu aanbrengen. Ook hier is programma van eisen “Frisse Scholen” van toepassing. Het schoonmaakbedrijf wordt beoordeeld aan de hand van KPI’s door een externe controleur. Optionele verlenging van het contract wordt bepaald aan de hand van behaalde Resultaten. Er wordt schoongemaakt m.b.v. de microvezelmethode met minimaal gebruik van schoonmaakmiddelen.

3.3. Energie.

Energie is een speerpunt van de HG. Wij streven daarom uiteindelijk naar energie neutrale gebouwen. Hier zal nader onderzoek naar gedaan worden. Dit kan eventueel worden bereikt door een combinatie van het inzetten van energiebesparende middelen en de inzet van duurzame energie. Het speerpunt energie moet zichtbaar worden op de Campus. Daarom onderzoeken wij de mogelijkheden om zonnepanelen aan te brengen. Ook overwegen wij de aanschaf van elektrisch vervoer voor stage- en dienstreizen van medewerkers. Ook hiermee wordt het speerpunt energie zichtbaar. In het kader van de meerjarenafspraken (MJA3) tussen het ministerie van VROM en de Vereniging Hogescholen, hebben wij een convenant ondertekend met de Vereniging Hogescholen om het energiegebruik jaarlijks met twee procent terug te dringen. Dit wordt jaarlijks gemonitord door AgentschapNL. Daarnaast is het HG aangesloten bij het Akkoord van Groningen dat de deelnemers verplicht haar gebouwen duurzaam en energiezuinig te maken. In 2012 zijn wij overgegaan op de inkoop van groene stroom.

Page 16: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 16 van 32

Bij iedere aanpassing, renovatie of nieuwbouw zal nagegaan worden of, en in welke mate energie bespaard en duurzame energie ingezet kan worden. Hierbij wordt voor de meer investering in principe een terugverdientijd aangehouden van 10 jaar of zoveel korter of langer dan de technische of economische levensduur van de maatregelen toelaat. Voor de rentabiliteit van maatregelen wordt naar de totale levensduurkosten gekeken (Netto Contante Waarde) en wordt rekening gehouden met de geldende en verwachte energietarieven. Alle (resterende) energie voor de gebouwen die de HG extern inkoopt is 100% als hernieuwbare energie (e.e.a. conform artikel 1 van de Europese richtlijn Energie uit Hernieuwbare bronnen). Onze concrete voornemens zijn vastgelegd in een Energie Efficiency Plan 2013 -2016. Ieder jaar wordt hier een jaarverslag over uitgebracht. Daarboven willen wij de haalbaarheid van de volgende ambities onderzoeken: • Nu worden energiebesparende maatregelen doorgevoerd, volgens MJA3, met een · terugverdientijd ≤ 10 jaar. Als doelstelling zouden wij daar bijv. ≤15 jaar van kunnen maken. • Energie Prestatie Coëfficiënt -eis conform Bouwbesluit verlagen naar 0,4 in plaats van 0,6. De verwachting is dat de waarde van 0,4 in 2015 wordt ingevoerd; wij zouden daar alvast op vooruit kunnen lopen. • Bij alle geplande energiebesparende maatregelen op tafel laten leggen wat de (financiële) consequenties zijn om 10% extra energie te besparen zodat HG keuze heeft wat te doen. Groene ICT Zowel op server- als werkplek-hardware worden energiebesparende maatregelen toegepast. De afgelopen jaren zijn al grote besparingen gerealiseerd met een ingesteld uitschakelbeleid. Werkplekken worden al sinds 2007 uitgeschakeld als ze niet gebruikt worden. In de zomer van 2012 zijn alle printers vervangen door moderne apparatuur, waardoor het totale energieverbruik van printers met ongeveer 60% is gereduceerd. Virtualisatie van servers heeft het laatste jaar een grote vlucht genomen bij de Hanze. Van de 491 servers zijn er nu 482 virtueel, waardoor het energieverbruik in het datacenter fors is gedaald, terwijl het aantal servers is toegenomen.

3.4. Transport

De grootste indirecte bron van energieverbruik is transport. Bij de HG zijn er dagelijks een groot aantal vervoersbewegingen tussen de woonplaats en hogeschoolgebouwen, zowel van de medewerkers als de studenten. Om het autogebruik zoveel mogelijk te ontmoedigen zijn er verschillende maatregelen getroffen, zoals betaald parkeren, veilige fietsroutes, aangepaste bus routes en een busbaan vanaf het station Groningen. De HG stimuleert medewerkers om met de fiets naar het werk te komen door een gunstig fietsplan aan te bieden. Daarom zijn er ook in alle gebouwen douches beschikbaar. De Hanzehogeschool is convenantpartner in de Taskforce Mobiliteitsmanagement Regio Groningen-Assen. Doel is het terugdringen van het autogebruik in de spitsperiode met vijf procent. Hiervoor is het programma “Mobiliteitsmanagement” opgezet: het organiseren van slim reizen & werken, waarbij de reiziger wordt geprikkeld om alternatieven te gebruiken als de fiets, openbaar vervoer, P+R of telewerken.

Page 17: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 17 van 32

Elektrisch vervoer. Wij willen het gebruik van elektrisch vervoer stimuleren door middel van het aanleggen van elektrische oplaadpunten op de campus en op de parkeerplaatsen van HG gebouwen elders. Inmiddels zijn er op de Campus 10 oplaadpunten voor e-bikes, 3 oplaadpunten voor elektrische scooters en 3 oplaadpunten voor elektrische auto’s gerealiseerd. Klimaat neutraal reizen Eén van de maatregelen om de milieubelasting van de eigen bedrijfsvoering te beheersen, is door klimaatneutraal te gaan vliegen en reizen. Medewerkers van de HG vliegen in het kader van zakelijke dienstreizen frequent over de gehele wereld en huren auto’s. De CO2, die door deze zakelijke dienstreizen wordt uit gestoten, kan worden gecompenseerd door elders in de wereld een gelijke hoeveelheid aan CO2-reductie te realiseren door te investeren in duurzame energieprojecten in de wereld, die CO2-uitstoot voorkomen of fors verminderen. Om dit te realiseren hebben wij een contract afgesloten met Climate Neutral Group (CNG).

CNG is zo’n organisatie die investeert in duurzame energieprojecten. Deze organisatie kan door middel van afspraken met onze travel agent -VCK Travel- per geboekte reis de uitstoot al tijdens het boeken automatisch berekenen, zodat de compensatiekosten direct worden verrekend op de betreffende factuur. Voor autohuur bij onze gecontracteerde autoverhuurder, Century Autoverhuur BV, kan CNG de uitstoot op periodieke basis achteraf compenseren.

3.5 Water

Wij willen onnodig gebruik ( verspilling) van drinkwater voorkomen. Daarom gaan we het van het drinkwatergebruik per gebouw monitoren en gaan we inventariseren wat de grootverbruikers zijn. Concrete besparingsdoelstellingen zullen aan de hand van de inventarisatie van het verbruik worden bepaald. Bij renovaties aan gebouwen zullen waterbesparende maatregelen worden meegenomen. Daarnaast wordt er regenwater opgevangen en gebruikt voor de groenvoorziening. Op deze manier wordt niet alleen het oppervlaktewater gespaard maar wordt er ook bespaard op het drinkwater. Wij onderzoeken de mogelijkheden om gebruik te maken van doorstroombegrenzers, perlators, grijswater, hemelwater, of andere besparingstechnieken.

3.6. Materialen

Wij willen de milieubelasting van gebruikte materialen in de HG gebouwen, de facilitaire dienstverlening, de catering en in de ICT voorzieningen zo laag mogelijk houden. Daarom streven wij er naar om ons inkoopbeleid te richten op 100% duurzaam inkopen in 2015. Voor renovatie en nieuwbouw zal, conform het Bouwbesluit, een berekening volgens de ‘Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken’ worden uitgevoerd. Deze methode bepaalt op een eenduidige en controleerbare wijze de prestatie van het gebouw of bouwwerk, en kijkt daarbij naar de producten en elementen waaruit het bouwwerk is opgebouwd. Aan de hand van deze berekening zal worden nagegaan hoe de milieubelasting kan worden gereduceerd. Voor zover mogelijk en haalbaar zal het principe van Cradle-to-Cradle

Page 18: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 18 van 32

worden toegepast en hebben producten met een DUBO- keur de voorkeur. Voor de toepassing van hout wordt uitsluitend hout met het keurmerk FSC toegepast. Wij vragen van leveranciers om te werken met een ethisch en duurzaam beleid: hierop wordt dan ook gelet bij inkoop en bij aanbestedingen. Bij aanbestedingen worden eisen gesteld aan de leverancier en door de leverancier te leveren goederen/materialen betreffende duurzaamheidscriteria van o.a. Agentschap.NL en Fairtrade. Voor de bestaande gebouwen worden Meer Jaren Onderhoudsplannen opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van het verbeteren van de milieukwaliteit. Dit geldt ook voor het opstellen van Energie Efficiëncy Plannen. Maatregelen om de veiligheids- en brandrisico’s te beheersen, vinden wij van cruciaal belang. In elk gebouw zijn getrainde medewerkers aanwezig die kunnen helpen bij brandbestrijding of ontruiming van het gebouw.

3.7. Afval

Een duurzame bedrijfsvoering betekent ook het verminderen van de afvalproductie in de gehele keten van de HG. Recentelijk hebben wij een nulmeting uitgevoerd om de totale afvalproductie inzichtelijk te maken, zodat hier op kan worden gestuurd. In overleg met de afvalverwerker wordt het afval in zoveel mogelijk stromen gescheiden. Wij vinden het onze plicht om afval op de minst milieubelastende wijze af te voeren en te (laten) verwerken binnen geldende redelijkheideisen. Het afvalverwerkingsbedrijf dient aan ons een overzicht te verschaffen van de wijze waarop alle afvalstromen van de Hanzehogeschool Groningen worden verwerkt, inclusief de verwerkingsmethode van de afvalstof en de locatie van verwerking (ook tussenopslag locaties aangeven). Ieder kwartaal wordt er door het afvalverwerkingsbedrijf een digitaal bewerkbare managementrapportage opgeleverd waarin per locatie waarin de volgende onderwerpen zijn opgenomen:

e en verwerkte hoeveelheden c.q. gewichten per afvalstroom;

inzamelmiddelen;

ons gemelde problemen, storingen en klachten en de daarop door het bedrijf ondernomen acties; De uitdaging is om het gedrag van de medewerkers en studenten zodanig te beïnvloeden, dat het afval daadwerkelijk wordt gescheiden. Wij ondersteunen initiatieven op het gebied van recycling en het reduceren en voorkomen van afval. Een voorbeeld hiervan is het kraanwatertappunt van ‘Join the Pipe’ in samenwerking met waterbedrijf Groningen dat is geplaatst op de Zernike campus naast de fontein. ‘Join the Pipe’ heeft kraanwatertappunten ontwikkeld om zo kraanwater terug in het straatbeeld te krijgen en een alternatief te bieden voor het voorverpakte water in plastic flesjes, die het milieu belasten. De organisatie besteedt een deel van de opbrengsten aan water- en sanitatie projecten in Afrika en Azië. Chemisch afval en chemisch kantoor afval worden gescheiden ingezameld. Oud meubilair wordt deel gedemonteerd en gescheiden afgevoerd. Mogelijkheden tot hergebruik worden voortdurend onderzocht.

Page 19: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 19 van 32

Er zijn contracten af gesloten met leveranciers waarin bijvoorbeeld voor meubilair en pc’s passages zijn opgenomen dat de leverancier verantwoordelijk wordt gesteld voor de afvoer van verpakkingsmateriaal en/of vervangen materialen. Deze verplichting wordt nog niet overal goed nageleefd en gecontroleerd. Waar mogelijk moeten leveranciers worden gewezen op hun verplichting hun afval en verpakkingsmateriaal terug te nemen. leveranciers worden aangesproken op hun contractuele verplichting afval retour te nemen; daar waar mogelijk of relevant wordt deze verplichting opgenomen in nieuwe overeenkomsten. Momenteel wordt door het Energie kenniscentrum in samenwerking met het instituut voor Life Science and Technology onderzoek gedaan naar de vergisting van keukenafval. De uitkomsten van dit onderzoek zullen zo mogelijk worden verwerkt in onze bedrijfsvoering. Green IT / (e-) waste. Oude apparatuur moet op een verantwoorde wijze worden afgevoerd door de Inschrijver. Oude apparatuur moet op verantwoorde wijze gerecycled worden. Recycling moet door gecertificeerde bedrijven gedaan worden. Aan de afvoer en recycling mogen voor ons geen kosten verbonden zijn. Hergebruik van apparatuur is ook mogelijk indien de leverancier hiervoor een bestemming vindt. Deze bestemming moet wel charitatief van aard zijn en mag geen commerciële basis hebben. Verder moet de leverancier garanderen dat bij de afvoer van oude apparatuur geen sprake is van kinderarbeid of ongewenste sociale omstandigheden Leveranciers worden aangesproken op hun verplichting elektronisch afval retour te nemen. Hierbij dient daar waar mogelijk gestuurd te worden op afvalverwerking door de leverancier. Onderwerpen daarbij zijn recycling en tweedehands inzet. Voorkomen moet worden dat elektronisch afval van de HG elders in de wereld wordt gedumpt.

3.8. Ecologie en landgebruik

Bij een groot terrein zoals de campus in Groningen waar de meeste van de HG- gebouwen zich bevinden, is het belangrijk om de ecologische waarde van het terrein en omgeving te behouden en de biodiversiteit te verbreden. Met ons beleid op dit gebied werken wij aan duurzame gebouwen die opgaan in het landschap, door het realiseren van groene daken, wanden, tuinen en plantenbakken. Daarnaast zijn er voorzieningen aangebracht om de leefomstandigheden van ongewervelde dieren, vleermuizen en vogels te verbeteren en wordt er samengewerkt met natuurorganisaties uit de omgeving. Om het landgebruik zo efficiënt mogelijk in te richten, stimuleert de HG multifunctioneel ruimtegebruik en hanteert de HG een “geen leegstandsbeleid”. Een groot deel van de parkeervoorzieningen is toegankelijk zowel voor medewerkers en studenten van zowel de HG als de universiteit en bedrijven op de campus. Ook is de Zernike Campus zodanig ingericht dat groen de overhand heeft, ten opzichte van het aantal m2 bestrating. Het groen is gerealiseerd in de vorm van gras, veel verschillende soorten bomen en hagen.

3.9. Vervuiling

Wij willen verwarmingssystemen toepassen die zo min mogelijk emissies uitstoten en koelinstallaties gebruiken met zo min mogelijk chemische stoffen (koelvloeistoffen). We zorgen ervoor dat deze installaties regelmatig een controle en onderhoudsbeurt ondergaan om lekkages te voorkomen. Verder willen we procedures implementeren die het effect van licht- en

Page 20: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 20 van 32

geluidsvervuiling van voornamelijk de campus tegen gaan. Daarnaast wordt er een klachtenprocedure ontwikkeld, zodat overlast eenvoudig gemeld kan worden. Tot slot streven wij er naar om in alle keukens het afvalwater zoveel mogelijk te filteren. Daarnaast worden er maatregelen getroffen om vervuiling van het oppervlakte water tegen te gaan en om een gelijkmatige lozing te realiseren.

3.10 Vervolg

Tot zover onze beleidsvoornemens voor een duurzame bedrijfsvoering. Na vaststelling van deze beleidsvoornemens zullen per thema concrete meetbare doelen worden geformuleerd die jaarlijks volgens de PDCA cyclus zullen worden geëvalueerd en bijgesteld. Jaarlijks zal via een jaarverslag worden gerapporteerd over de voortgang. Hierin zal worden aangegeven of de maatregelen bijdragen aan de doelstellingen. Eventuele afwijkingen worden gecorrigeerd en de maatregelen zullen worden aangepast. Per thema wordt een eindverantwoordelijke afdeling van het FB aangewezen. De coördinator duurzaamheid draagt zorg voor het jaarverslag. In het volgende hoofdstuk wordt een eerste aanzet gedaan voor een aktiviteiten plan 2014 -2016.

Page 21: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 21 van 32

In onderstaand overzicht zijn de voorlopige doelstellingen en aktiviteiten geformuleerd vooruitlopend op de vaststelling van de beleidsthema’s die in hoofdstuk 3 beschreven staan. Dit overzicht wordt na vaststelling van het beleid, verder geconcretiseerd en aangevuld. Thema Doelstellingen Aktviteit Actiehouder(s)

Management Consistent en samenhangend , transparant duurzaamheidsbeleid met meetbare doelen. Goed werkgeverschap/ duurzaam HRM beleid

Jaarplan/verslag HG Platform, bewustwording medewerkers en studenten Communicatie webportal, intranet Changeprogramma uitvoeren In overleg met lectoraten gedrags beïnvloeding- aktiviteiten opzetten Duurzaamheidsdag SustainaBul CO2 footprint Scholing en training Milieumanagementsysteem Benchmarks BREEAM certificering Fairtrade certificering Opdracht duurzaamheidsprijs Zichtbaar maken duurzame elementen

Coördinator Werkgroep duurzaamheid Werkgroep Faitrade

Gezondheid Gezonde gebouwen. Percentage van de gebouwen dat voldoet aan PvE ‘Frisse Scholen’ niveau B Verbetering binnenklimaat

Bij renovatie Van DoorenVeste binnenklimaat minimaal naar niveau C Nieuwbouwdeel Prins Claus Conservatorium minimaal niveau B Nieuwbouwdeel WBC minimaal niveau B Nieuwbouw Energy Academy minimaal niveau B

Afdeling P & I i.s.m. afdeling leveranciersmanagement

Actief schoonmaakbeleid Schoonmaakbedrijf wordt op basis van KPI’s gecontroleerd. Doorlopende sturing en controle op kwaliteit

Afdelingen Leveranciersmanagement en Uitvoering

4. Aktiviteiten 2014 -2016

Page 22: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 22 van 32

Energie Milieu belasting beheersen en verminderen. Energiebesparing in procenten per jaar en per student. Realiseren MJA 3 afspraken = 2 % per jaar besparen. Inzicht geven in en zichtbaar maken van CO2 uitstoot Beperken CO2 uitstoot Zichtbaar maken duurzame energie op de Campus

Zie Energie Efficiencyplan Onderzoek naar zonnepanelen Publiceren energieverbruik, zichtbaar maken in gebouwen

Afdeling Leveranciersmanagement

Groene ICT Energie en materiaal besparingen door "duurzame" software

Onderzoek naar duurzame software oplossingen, die toepasbaar zijn in IT infrastructuur van de Hanzehogeschool. Ontwikkeling van een "rekenmodel" waarmee we kunnen bepalen of het verder uitbouwen van maatregelen financieel verantwoord en duurzaam is. De eerste concrete stap is het uitvoeren van een nulmeting en in kaart brengen van (energie) gebruik in het schooljaar 2013-2014.

Afdeling Informatisering

Thema Doelstellingen Aktiviteit Actiehouder

Transport Reduceren benodigde energie en uitstoot en verhogen veiligheid.

Klimaat neutraal reizen Fietsplan Parkeerbeleid Oplaadpalen elektrisch vervoer

Afdeling Leveranciersmanagement P & I

Water Reduceren drinkwatergebruik, besparing in procenten per jaar en per student. Stimuleren drinken kraanwater

Zichtbaar maken en monitoren drinkwatergebruik in gebouwen Pilot inzet van waterloze urinoirs bij HIT Onderzoek naar gebruik van doorstroombegrenzers, perlators, grijswater, hemelwater, of andere besparingstechnieken Plaatsen van meerdere Join the Pipe kraanwater punten op de Campus en bij andere HG gebouwen

Afdeling Leveranciersmanagement, P & I en Uitvoering

Materialen, duurzaam inkopen, eerlijk

Reduceren milieubelasting en gebruik materialen. Realiseren convenant duurzaam inkoop

Bij renovatie en nieuwbouw werken volgens “bepalingsmethode Milieuprestatie gebouwen. In opstellen Energie Efficiency Plan rekening houden met milieu

Afdelingen P & I, Leveranciersmanagement Uitvoering en

Page 23: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 23 van 32

zaken doen beleid Fairtrade hogeschool Veiligheid en brandrisico’s zijn geborgd

kwaliteit Bij aanbestedingen eisen duurzaamheid en Fairtrade Sturing op kwaliteit via KPI’s. BHV op orde en continue opleiden

Informatisering

Afval Reduceren afval, besparing in procenten per jaar. Verbetering afvalscheiding Recycling e-waste Verminderen papier gebruik

Keukenafval wordt als aparte afvalstroom gefaciliteerd met aparte containers. Het uitvoeren van een nulmeting en in kaart brengen van papier gebruik in het schooljaar 2013-2014. Op basis van deze gegevens kan in een volgende cyclus nagedacht worden over concrete maatregelen om het papiergebruik terug te dringen. Leveranciers worden aangesproken op hun verplichting afval retour te nemen en op een milieuverantwoorde wijze te verwerken Sturen op recycling en tweede hands inzet. Nagaan welke certificeringen we van leveranciers verwachten die aantonen dat ze voldoen aan de door ons gestelde eisen Controle op naleving van de eisen.

Ecologie & landgebruik

Ecologische verbeteringen realiseren campus en gebouwen.

Afdeling P & I

Vervuiling Reduceren totale vervuiling per aspect, doelstelling besparing in procenten per jaar (Lozing, vuilwaterafvoer, Luchtvervuiling, chemisch opslag, grondvervuiling, gebruik koelmiddelen, lichtvervuiling en geluidvervuiling)

Invoeren milieu managementsysteem ( ISO 14000) Bij vervanging verwarmings systemen wordt duurzaamheid als kwaliteitscriterium meegenomen. Alle verwarminsketels voldoen aan de emissienormen en worden regelmatig gecontroleerd en onderhouden Koelinstallaties met niet (meer) toegestane chemische stoffen worden stapsgewijs vervangen. Bij nieuwbouw wordt koelapparatuur ingezet die voldoet aan de nieuwste regelgeving. Straatverlichting op de Campus dooft een kwartier na afloop van de laatste aktiviteiten. Gebouwverlichting wordt bij het afsluiten gedoofd. Afvalwater van keukens verloopt via een vet opvangput. De putten worden regelmatig geïnspecteerd en geleegd.

Afdeling Leveranciersmanagement, P & I en Uitvoering

Page 24: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 24 van 32

1. Verklaring BREEAM en ISO 26.000

1.1 BREEAM BREEAM-NL In-Use is een monitoringsinstrument waarmee men de duurzaamheidsprestatie van bestaande huisvesting kan monitoren. Het keurmerk beoordeelt de gebouweigenschappen en het beheer en gebruik ervan. Het gebruik betekent in dit geval de facilitaire voorzieningen en processen van de HG. Bij ieder onderdeel komen de negen duurzaamheidscategorieën aan bod. Dit zijn: 1. management, 2. gezondheid, 3. energie, 4. transport, 5. water, 6. materialen, 7. afval, 8. ecologie & landgebruik, 9. vervuiling. Het beleid gericht op duurzaamheid komt in BREEAM voornamelijk terug in het aspect management. Daarnaast is het mogelijk om aan de hand van de overige acht aspecten duurzaamheid van de assets, beheer en gebruik concreet aan te pakken. Hierin worden concrete middelen gegeven om duurzaamheid van de huisvesting en facilitaire activiteiten te verbeteren. De focus van BREEAM is voornamelijk op duurzaamheid en niet op MVO. Hierbij kan ISO een goede aanvulling bieden om MVO- beleid op stellen en te verankeren in de organisatie. 1.2. ISO 26000 ISO 26000 is een internationale richtlijn voor Maatschappelijke Verantwoordelijkheid van Organisaties. Deze richtlijn is gemaakt voor organisaties die ondersteuning willen bij het in de praktijk brengen van MVO, vanuit de wens invulling te geven aan duurzame ontwikkeling en daarin bijdragen aan de doelstellingen die de overheid daaraan stelt. Uit ISO 26.000 zijn zeven kernthema’s te benoemen: 1 Bestuur van de organisatie (organizational governance) 2 Mensenrechten 3 Arbeidspraktijk 4 Het milieu 5 Eerlijk zakendoen 6 Consumentenaangelegenheden 7 Betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap.

Bijlagen

Page 25: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 25 van 32

2. Huidig en toekomstig wettelijk kader

Energieakkoord In het ‘Energieakkoord voor duurzame groei1’ is de basis voor een energie- en klimaatbeleid gelegd. Het akkoord biedt een langetermijnperspectief met afspraken voor de korte en middellange termijn. Het moet de economie op korte termijn weer op gang helpen met een impuls voor investeringen en werkgelegenheid. Daarnaast wil de overheid met dit energieakkoord de lasten voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk beperken. De doelen uit het Energieakkoord:

- Een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar;

- 100 Petajoule aan energiebesparing in het finale energieverbruik van Nederland per 2020;

- Een toename van het aandeel van hernieuwbare energieopwekking (nu ruim 4 procent)

naar 14 procent in 2020;

- Een verdere stijging van dit aandeel naar 16 procent in 2023;

- Ten minste 15.000 voltijdsbanen, voor een belangrijk deel in de eerstkomende jaren te

creëren.

Het energieakkoord bevat tien pijlers. Een van de relevante pijlers uit dit Energieakkoord voor de Hanzehogeschool is energiebesparing. Er komt een nationaal fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van circa € 600 mln. Dit nationaal energie bespaarfonds zal nog in 2013 van start gaan. Ook de pijler ‘Mobiliteit en Transport’ van het Energieakkoord (die bestaat uit zeven stappen richting een efficiënter verkeer en vervoer en een meer duurzame invulling van mobiliteit) is wellicht relevant voor de Hanzehogeschool Groningen. De landelijke doelstellingen zijn een reductie van de CO2-uitstoot met 60% per 2050 ten opzichte van 1990 en op weg daarnaar toe een reductie tot 25 Mton (-17%) in 2030. De verwachting is dat door het energieakkoord en het sluiten van de kolencentrales, de prijs voor elektriciteit zal stijgen. Dit zal voornamelijk gevolgen hebben voor consumenten, maar het is niet uitgesloten dat het ook voor bedrijven gevolgen zal hebben. Milieuprestatie van gebouwen Vanaf 1 januari 2013 gelden de voorschriften uit het Bouwbesluit 20122 voor de berekening van de milieuprestatie van gebouwen, waarbij het gaat om nieuwbouw van woningen en van

kantoren groter dan 100 m². Deze berekening moet worden uitgevoerd overeenkomstig de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken versie 1-11-2011. De berekening geeft inzicht in wat de milieueffecten zijn van het gebouw, aan de hand van de daarin toegepaste materialen. Er zijn op dit moment nog geen grenswaarden in het voorschrift opgenomen. De overheid wil eerst ervaring opdoen en zicht krijgen op de effecten in de markt. Er kunnen wel al afspraken worden gemaakt of er kan beleid worden opgesteld over het te

1 ‘Energieakkoord voor duurzame groei’: september 2013, www. ser.nl 2 Bouwbesluit 2012: zie www.rijksoverheid.nl

Page 26: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 26 van 32

behalen kwaliteitsniveau. Dit hoeft niet te wachten op een minimumniveau dat is vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. De ‘Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken’ is niet alleen genoemd in het Bouwbesluit 2012, maar ook bij de certificering van duurzaam vastgoed volgens BREEAM-NL, GPR Gebouw en bij Duurzaam Inkopen. Daarin is dezelfde Bepalingsmethode aangewezen en zijn wel grenswaarden opgenomen. Hiermee wordt een partij in staat gesteld om voor een bouwwerk met één enkele berekening voor verschillende doeleinden aan te tonen welke milieuprestatie er wordt geleverd. In de nabije toekomst is de verwachting dat er ook grenswaarden voor de milieuprestatie van nieuwe gebouwen zullen worden opgenomen in het Bouwbesluit. EPBD/Energielabel Op 4 januari 2003 is de Europese richtlijn Energy Performance Building Directive (EPBD) gepubliceerd en in werking getreden. De Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) heeft tot doel het stimuleren van een verbeterde energieprestatie voor gebouwen in de Europese Unie. Hierbij moet rekening worden gehouden met de klimatologische en plaatselijke omstandigheden buiten het gebouw, de eisen voor het binnenklimaat en de kosteneffectiviteit. Per 1 januari 2008 is het energielabel voor gebouwen verplicht. Het energielabel komt voort uit de Europese richtlijn voor energieprestatie van gebouwen, de EPBD (Energy Performance of Buildings Directive3). De EPBD verplicht alle EU-landen tot 5 concrete activiteiten om de energieprestatie van gebouwen in Europa te verbeteren:

- Eisen voor een algemeen kader voor de methode ter berekening van een geïntegreerde

energieprestatie van gebouwen;

- Minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen;

- Minimumeisen voor de energieprestatie van bestaande grote gebouwen, die ingrijpend

gerenoveerd worden;

- De energiecertificering van gebouwen;

- De regelmatige keuring van cv-ketels en airconditioningsystemen en een eenmalige totale

keuring van verwarmingsinstallaties waarvan de ketel ouder is dan 15 jaar.

De Hanzehogeschool heeft het energielabel voor alle gebouwen bepaald inclusief een uitwerking van de kansrijke energiebesparende maatregelen. Deze regelgeving is dus door de HG al geïmplementeerd. Wet milieubeheer In de Wet Milieubeheer (WM) is opgenomen dat alle energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar moeten worden toegepast. Het energieakkoord is er op gericht om hier uitvoering aan te geven. Er worden erkende maatregellijsten opgesteld, een expertisecentrum ter ondersteuning opgericht en er wordt een pilot voor een Energie Prestatie Keuring (EPK) opgezet. Daarnaast gaan uitvoeringsdiensten prioriteit geven aan de handhaving van deze eis uit de WM. In het energieakkoord is geen duidelijk ambitieniveau uitgesproken over het aantal te bereiken bedrijven en instellingen en het te realiseren potentieel.

3 EPDB: zie http://www.epbd-ca.eu/

Page 27: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J. van Bruggen Pagina 27 van 32

De Hanzehogeschool heeft al afspraken vastgelegd omtrent het doorvoeren van energiebesparende maatregelen en dus zal de EPK geen obstakel nog belemmering vormen ten aanzien van het huidige beleid en de uitvoering hiervan. Energie p4restatie van Gebouwen (EPG) Het Nationaal Plan voor het bevorderen van bijna-energie neutrale gebouwen in Nederland beschrijft het Nederlandse beleid om te komen tot bijna-energie neutrale gebouwen na eind 2018, respectievelijk 2020. In het Nationaal Plan staat wat onder een bijna-energieneutraal gebouw (BENG) verstaan wordt. Ook noemt het Plan tussentijdse streefcijfers op weg naar bijna-energie neutrale nieuwbouw vanaf 2020. In 2015 is een aanscherping van de eis voorzien tot een energieprestatie coëfficiënt (EPC) lager of gelijk aan 0,4 voor woningen. Voor utiliteitsbouw geldt dat deze in 2015 50% energie-efficiënter moet zijn ten opzichte van 2007. Hiervoor zijn in januari 2009 de eisen aangescherpt met gemiddeld circa 25% (het verschilt per gebouwfunctie) ten opzichte van 2007. Een verdere verlaging van de EPC volgt gefaseerd: het streven is de aanscherping naar bijna energieneutraal voor overheidsgebouwen vanaf 31 december 2018 in te laten gaan en voor alle andere gebouwen vanaf 31 december 2020. MJA-35 verplichtingen De HG heeft zich gecommitteerd aan het MJA-3 convenant. Het Uitvoeringsinstrument voor MJA-3 is het Energie Efficiency Plan (EEP) waarvan de laatste versie voor de periode 2013-2016 is opgesteld. De HG implementeert diverse maatregelen, die zijn verdeeld in een aantal categorieën; te weten:

- Bevorderen energiebesparend gedrag onder personeel en studenten;

- Actualiseren maatregelen EEP 2009, de niet uitgevoerde maatregelen uit de vorige

periode;

- Renovaties, de te nemen maatregelen bij op stapel staande renovaties;

- Ketenmaatregelen, maatregelen die wel een CO2- besparing tot gevolg hebben maar niet

direct terug te zien zijn in het energiegebruik van de Hanzehogeschool (bv. groene

stroom);

- Aanvullende EEP-maatregelen technisch, technische maatregelen om energie te besparen.

4 NEN 7120 – Energieprestatie van Gebouwen (EPG); zie http://www.agentschapnl.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/gebouwen/energieprestatie-nieuwbouw-epn/regelgeving/bepalingsmethode 5 Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie 2001-2020; zie ook http://www.agentschapnl.nl/subsidies-regelingen/meerjarenafspraken-energie-efficiency

Page 28: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB versie 1-0 Definitief.docx Auteur: Auteur Versie/status: Versie/Status Pagina 28 van 32

3. Benchmark instrumenten duurzaamheid In deze paragraaf wordt in beeld gebracht welke aanwezige en bruikbare vormen van benchmark er beschikbaar zijn en tevens bruikbaar voor het benchmarken van de duurzaamheid van de Hanzehogeschool. MVO gerelateerde benchmark instrumenten vallen buiten de scope van dit rapport. Naast BREEAM, dat als instrument wordt gebruikt om het duurzaamheidsbeleid in te richten voor de HG, zijn er ook andere benchmark tools om duurzaamheid van organisaties en gebouwen te vergelijken. De volgende benchmarking instrumenten voor duurzaamheid worden behandeld: - BREEAM; - Greenhouse Gas Protocol Initiative (GHG Protocol; - SustainaBul; - Global Reporting Initiative (GRI) richtlijnen; - NFC-index. Het instrument GPR gebouw is buiten de analyse gehouden, omdat dit instrument voornamelijk wordt toegepast bij nieuwbouw situaties en (momenteel) niet inspeelt op benchmarking, of het benchmarken van bepaalde aspecten zoals de GPR score per thema. BREEAM Met BREEAM heeft een organisatie de mogelijkheid om de behaalde BREEAM certificaten (aantal behaalde sterren) met andere projecten te vergelijken op de site van BREEAM. Daarnaast werkt het Dutch Green Building Council (DGBC) momenteel aan een Benchmark database gebaseerd op een aantal Kritische Prestatie Indicatoren (KPI), die verwerkt zijn in BREEAM In-Use. De KPI’s zijn:

- Elektriciteitsverbruik per m²; - Gasverbruik per m²;

- Totaal energieverbruik per m²; - Waterverbruik per m²;

- Afval per m² per gebouw. Aan de hand van deze KPI’ s kan de HG zich vergelijken met andere gebouwen en organisaties. Op die manier kan de HG bepalen of het op KPI goed scoort en bij welke KPI verbeterd moet worden. GHG Protocol Het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) Initiative werd in 1998 gelanceerd met de dubbele doelstelling om een internationale standaard te ontwikkelen voor de verantwoording en de verslaggeving in verband met de uitstoot van broeikasgassen door bedrijven; en om deze standaard zo breed mogelijk te verspreiden. Er zijn verschillende interpretaties over welke categorieën in een CO2 footprint berekend moeten worden. Het Green House Gas Protocol maakt onderscheid in verschillende scopes op basis van de herkomst van het broeikasgas. Scope 1 : alle uitstoot die direct het gevolg is van eigen activiteiten, zoals de uitstoot van eigen fabrieken en vrachtauto’s of eigen gasgebruik (bijv. gasboilers, warmtekrachtinstallaties en ovens); Scope 2 : de indirecte emissies voor de energie die is ingekocht, bijvoorbeeld van een elektriciteitsbedrijf. De emissie vindt dan plaats bij het opwekken van de elektriciteit;

Page 29: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB versie 1-0 Definitief.docx Auteur: Auteur Versie/status: Versie/Status Pagina 29 van 32

Scope 3: alle overige emissies als gevolg van de activiteiten van het bedrijf, zoals de uitstoot van transport of productie dat is uitbesteed of afvalverwerking. Deze tool is bruikbaar om de CO2 uitstoot van de hele organisatie inzichtelijk te maken en te benchmarken met andere organisaties in bijvoorbeeld de nationale CO2 benchmark. Voordeel van deze benchmark is dat het gericht is op Nederlandse bedrijven, waarbij ook hoger onderwijsinstellingen zijn aangesloten. Daarnaast kan deze tool ook als input worden gebruikt voor de andere benchmarkonderzoeken zoals de SustainaBul, GRI-richtlijnen, NFC-Index en ook bij BREEAM. Nadeel is dat de benchmark gefocust is op de CO2 uitstoot en, in tegenstelling tot de overige benchmarkonderzoeken, geen andere duurzaamheidsaspecten meeneemt. SustainaBul De SustainaBul is een ranglijst met Nederlandse universiteiten en hogescholen op het gebied van duurzaamheid en transparantie. Ook in 2013 is het duurzaamheidsbeleid van de Nederlandse universiteiten en hogescholen in kaart gebracht. De Sustainabul zal een jaarlijks terugkerende ranglijst worden, waarop hoger onderwijsinstellingen in Nederland worden beoordeeld. Een landelijk duurzaam studentennetwerk “Morgen” organiseert de jaarlijkse SustainaBul. De Hanzehogeschool heeft de zilveren SustainaBul ontvangen en is geëindigd op de negende plaats overall, en de derde plaats in de ranking van hogescholen in Nederland. In deze ranking worden de volgende aspecten beoordeeld: - Management en beleid; - Onderwijs; - CO2 uitstoot en energie; - Waterverbruik; - Afvalverwerking; - Inkoopbeleid; - Duurzaam voedsel; - Nieuwbouw en renovatie; - Betrokkenheid staf en studenten. Aan de hand van de SustainaBul is voor de HG inzichtelijk welke aspecten goed en slecht scoren; ook ten opzichte van andere onderwijsinstellingen. Hiermee kan de HG nieuwe doelstellingen en verbeterplannen opstellen voor de aspecten die minder goed scoren. Het wordt dan ook aanbevolen om aangesloten te blijven bij dit initiatief. Hiermee wordt de eigen organisatie geprikkeld om de doelstelling om de duurzaamste hogeschool te worden, na te blijven streven. GRI-richtlijnen Het GRI werd opgericht in 1997 met als missie: het verheffen van duurzaamheidrapportages naar het niveau van financiële rapportages. Het GRI heeft een set kernmeetpunten ontwikkeld die een generiek doel hebben. Daarnaast zijn branche specifieke meetpunten uitgewerkt en is er een uniform “framework” samengesteld voor het rapporteren van informatie direct verbonden aan de duurzame bedrijfsprestatie. In grote lijnen adviseren de richtlijnen van de GRI specifieke informatie gerelateerd aan ecologische, sociaal-maatschappelijke en economische prestaties. De richtlijnen zijn gestructureerd rond een

Page 30: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB versie 1-0 Definitief.docx Auteur: Auteur Versie/status: Versie/Status Pagina 30 van 32

directieverklaring, sleutelindicatoren op ecologisch, sociaal en economisch vlak, een profiel van de rapporterende organisaties, beschrijvingen van relevant beleid en managementsystemen, relaties met stakeholders, managementprestaties, operationele prestaties, productprestaties en een duurzaamheidsoverzicht. Het GRI framework geeft een meer algemeen overzicht op het gebied van duurzaamheid, waar grote organisaties aan zijn verbonden. Gezien de doelstelling van de HG om duurzaamste hogeschool van Nederland te worden is wordt dit framework niet als de geschikte benchmarking tool bevonden. NFC-index (duurzaamheid) De NFC Index geeft inzicht in de facilitaire werkplekkosten van kantoorhoudende organisaties. Binnen de scope vallen de kosten voor huisvesting, de geleverde diensten (zoals schoonmaak, catering, e.d.) en management. In 2011 heeft NFC haar portfolio uitgebreid met de duurzaamheidsindex, met het doel bedrijven inzicht te geven op het gebied van duurzaamheid van de facilitaire activiteiten. De index is gebaseerd op twee onderdelen: een uitvraag van de CO2 uitstoot van de facilitaire activiteiten en een vragenlijst over alle facilitaire processen met betrekking tot de mate van duurzaamheid. De vragenlijsten die gebruikt gaan worden om inzicht te krijgen in de duurzaamheid van gebouwen, organisaties en werkplekken is gebaseerd op de BREEAM-NL Bestaande Bouw en Gebruik methodiek. Bij de NFC is een selectie gemaakt op duurzaamheidsitems specifiek gericht op de werkplek, de eindgebruiker in de organisaties. De NFC richt zich op de duurzaamheid van diverse items zoals ruimtegebruik, terrein, werkplekken, voorzieningen, veiligheid en inkoop en geeft inzicht in de totale breedte van de duurzaamheid van een gebouw en haar werkplekken. In 2012 heeft AOS Studley een benchmarkonderzoek met 11 hogescholen aan de hand van de NFC-index . uitgevoerd. Het wordt aanbevolen hieraan te blijven participeren, want naast duurzaamheid krijgt de organisatie van HG ook inzicht in kosten van facilitaire diensten in vergelijking tot de andere hogescholen. Met betrekking tot duurzaamheid geeft de SustainaBul hier een betere kijk, doordat die gefocust is op alleen duurzaamheid. Conclusie tools voor benchmark Het instrument BREEAM gaat met betrekking tot duurzaamheid van de organisatie, gebouwen en gebruik, verder en uitgebreider te werk dan de overige tools en initiatieven. Door aan de hand van de BREEAM structuur de HG te verbeteren op het aspect duurzaamheid zal de HG ook hoger scoren bij de benchmark initiatieven zoals bijvoorbeeld het hierboven toegelichte SustainaBul. Het wordt aanbevolen om aangesloten te blijven bij de initiatieven SustainaBul en NFC-Index en in de toekomst wellicht andere initiatieven. Want de continuïteit van dergelijke initiatieven zijn onzeker. Wel wordt door middel van die benchmarkonderzoeken relatief eenvoudig duidelijk waar de HG staat ten opzichte van de overige hogescholen en waar de verbeterpunten zitten. Voor het behalen van De HG doelstellingen op het gebied van duurzaamheid is het niet noodzakelijk om te participeren in een internationale benchmark zoals de GRI-richtlijn. Mochten de doelstellingen wijzigen naar internationale doelstellingen dan worden benchmarkingtools als GRI-richtlijn en GHG Protocol interessant om toe te passen.

Page 31: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB versie 1-0 Definitief.docx Auteur: Auteur Versie/status: Versie/Status Pagina 31 van 32

Page 32: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB...Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering Facilitair Bedrijf Auteur: Auteur Versie/status: Definitief 1.0 6 maart 2014 Auteur J.

Projectplan Project

Bestandsnaam: Beleidsplan Duurzame Bedrijfsvoering FB versie 1-0 Definitief.docx Auteur: Auteur Versie/status: Versie/Status Pagina 32 van 32