Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or...

63
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van HBsAg: evaluatie van een aanbeveling Te verdedigen door : Diedert De Paep en Jelena De Vrieze Promotor/begeleider : prof. dr. P. Van Damme en prof. dr. H. Theeten Masterproef ter verkrijging van het diploma van master in de geneeskunde Academiejaar 2013-2014

Transcript of Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or...

Page 1: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van HBsAg: evaluatie van een aanbeveling

Te verdedigen door : Diedert De Paep en Jelena De Vrieze Promotor/begeleider : prof. dr. P. Van Damme en prof. dr. H. Theeten

Masterproef

ter verkrijging van het diploma van master in de geneeskunde

Academiejaar 2013-2014

Page 2: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

1

Immunization policy in children born to HBsAg seropositive mothers

Evaluation of a recommendation

De Vrieze, J.; De Paep, D.; Van Damme, P.; Theeten, H.; Centre for the Evaluation of Vaccination; Vaccine &

Infectious Disease Institute; University of Antwerp

Introduction

Perinatal hepatitis B virus (HBV) transmission is a worldwide health problem that can be responsible for chronic

liver inflammation with an increased risk of cirrhosis and hepatocellular carcinoma (HCC). The likelihood of

chronic HBV infection depends on the age of primary infection. 80–90% of infants infected during the first year

of life develop chronic infection. HBV vaccine is 95% effective in preventing infection and its chronic

consequences. The World Health Organization (WHO) pleads for a universal vaccination against HBV as soon as

possible after birth, preferably within 24 hours. (1)

Belgium, similar to most West-European countries, uses a strategy of selective vaccination of children born to

Hepatitis B surface Antigen (HBsAg) seropositive mothers (2).

The Belgian Higher Health Council (HGR) recommends a first dose of the vaccine together with 300 IU hepatitis

B immunoglobulins (HBIG) to newborns of HBsAg seropositive mothers within 12 hours after birth. Then, as for

non-exposed infants, the routine vaccination schedule will be offered at 8, 12, 16 weeks and 15 months.

Serological control is recommended one month after the last vaccination to document vaccine-induced

immune response or breakthrough infection. (3) So far, this recommendation was evaluated once in a hospital

in Antwerp (4).

Aim

The goal of this study was to determine the compliance with the 2004 recommendation (HGR) in another

hospital in Antwerp and the influencing factors of compliance with the recommendation.

Page 3: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

2

Methodology

A retrospective cohort study was performed using data from women who gave birth in 2010 in the studied

hospital. We evaluate the screening policy for HBV and other infectious diseases. Univariate and multivariate

logistic regression analyses were used to examine the influencing factors of non-availability of a HBsAg

screening result. In the second part of our study, we evaluated the immunization policy at birth and the further

vaccination program in case of a HBsAg seropositive screening result. The HBsAg seropositive women who

agreed to participate were visited at home to fill in a questionnaire.

Results

• Out of 2,852 mothers records, 795 (27.9%) showed a HBsAg screening result in the hospital records1. Three

factors significantly influence the probability of having a HBsAg screening result available in the hospital

records: gynecological follow-up (Odds Ratio (OR) 4.288 and 95% confidence interval (C.I.) 3.261 – 5.640), proxy

for foreign origin (OR 1.884 en 95% C.I. 1.571 – 2.259) and a not spontaneous pregnancy (OR 3.049 en 95% C.I.

2.299 – 4.043)).

• We identified 9 HBsAg seropositive mothers of whom one mother gave birth to a twin. 5 were identified

through the hospital laboratory, 3 through contact with laboratories different from the hospital laboratory and

1 woman was in follow-up for chronic HBV. In 7 of the 10 baby patient files there was a clear documentation

that the mother was HBsAg seropositive and that the child had received HBV vaccination and HBIG at birth. In

3/10 baby patient files, the twin and another baby, there was no documentation that the mother was HBsAg

seropositive or that the children received HBV vaccination or HBIG. We were able to contact 5 of the 9

identified HBsAg seropositive mothers. 1 mother was not aware of her HBsAg seropositive status. With the

given data we calculate that out of 78%-89% mothers, the children received proper active and passive

immunization immediately after birth.

• All children of questioned mothers received the routine vaccination schedule.

• None of the children received serological control.

1 We contacted 3 external laboratories that gave us additional results of positive screening for HBsAg. These

data didn’t contribute to the part of research regarding screening.

Page 4: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

3

Conclusion

HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the

studied population, which means there is room for improvement in the compliance with the first step of the

recommendation. Problems of non-systematic screening and of transmural data transferring were identified.

The correct policy at birth, HBV vaccination and HBIG administration was performed in 78%-89% of HBsAg

seropositive mothers. Taking into consideration the best estimation of the screening prevalence (5) it means

that only 60-68% HBsAg positive mothers are both identified by screening and the correct policy at birth is

followed. It raises the question whether we shouldn’t implement a universal birth dose of the HBV vaccine as

recommended by the WHO (1).

Page 5: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

4

Bibliography

1. WHO. Hepatitis B Fact sheet. [Online].; 2013 [cited 2014 april 12. Available from:

http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs204/en/.

2. De Paep D, De Vrieze J. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: literatuurstudie. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, Faculteit geneeskunde;

2011.

3. H.G.R. Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. [Online].; 2004 [cited 2010 December 10.

Available from: http://www.zorg-en-

gezondheid.be/uploadedFiles/NLsite_v2/Ziektes/Vaccinaties/Vaccins_A-

Z/Hepatitis_B/Advies_HGR%20vaccinatie%20zuigeling%20moeder%20Hep%20B.pdf.

4. De Roeck Y, Dockx S. Perinatale hepatitis B transmissie: evaluatie van de screening en het

vaccinatiebeleid in Antwerpen: eindwerk. Wilrijk:; 2012.

5. Bijkomende informatie beschikbaar op www.nic-ima.be (operationeel vanaf januari 2005):

Reproductieve gezondheid. Intermutualistisch Data-Agentschap. Prenatale raadplegingen en

onderzoeken bij vrouwen die bevallen zijn in het 3de trimester 2002.

6. De Roeck Y, Dockx S. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: literatuurstudie. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, faculteit geneeskunde;

2009.

7. De Roeck Y, Dockx S. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: vorderingsverslag. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, Faculteit geneeskunde;

2010.

8. De Roeck Y, Dockx S. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: paper. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, Faculteit geneeskunde; 2011.

9. Gielis E. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie van een

aanbeveling. KUL, UG, UA, VUB, Manama-opleiding jeugdgezondheidszorg; 2010.

10. De Paep D, De Vrieze J. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: vorderingsverslag. Wilrijk:; 2012.

11. De Paep D, De Vrieze J. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: paper. Wilrijk:; 2013.

Page 6: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Inhoud

Engelstalige samenvatting

Inleiding ................................................................................................................................................... 1

Doelstelling .............................................................................................................................................. 3

Materiaal en methoden – statistiek ........................................................................................................ 4

Deel 1: Screening naar HBsAg en andere infectieziekten bij de zwangere vrouw .............................. 5

Deel 2: Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder .......................................... 9

Resultaten ............................................................................................................................................. 11

Deel 1: Screening naar HBsAg en andere infectieziekten bij de zwangere vrouw ............................ 11

Deel 2: Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder ........................................ 18

Discussie ................................................................................................................................................ 22

Deel 1: Screening naar HBsAg en andere infectieziekten bij de zwangere vrouw ............................ 22

Deel 2: Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder ........................................ 27

Dankwoord ............................................................................................................................................ 30

Referenties ............................................................................................................................................ 31

Bijlagen..................................................................................................................................................33

Page 7: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

1

Inleiding

Ziektes veroorzaakt door het hepatitis B virus (HBV) zijn wereldwijd verspreid. Naar schatting zijn er

wereldwijd meer dan 2 miljard mensen geïnfecteerd met HBV. Hiervan zijn er ongeveer 240 miljoen

chronisch geïnfecteerd (1). Deze personen lopen risico op ernstige ziekte en dood, voornamelijk door

levercirrose en hepatocellulair carcinoom (HCC). Men schat dat er jaarlijks wereldwijd 600 000

mensen sterven aan HBV-gerelateerde ziektes. Zonder HBV vaccinatie zouden dit er 1 400 000 zijn

(2). Het oppervlakteantigeen van HBV (HBsAg) kan gedetecteerd worden in het serum 30-60 dagen

na infectie en kan erg variabel persisteren. Het resultaat van HBV infectie is leeftijdsafhankelijk en

minder gunstig hoe jonger de infectie opgelopen wordt. Kinderen geboren bij HBsAg seropositieve

vrouwen, geïmmuniseerd bij de geboorte, hebben 3,5 keer minder kans op het oplopen van de

infectie dan hun niet-geïmmuniseerde lotgenoten (3). Het uitstellen van de geboortedosis geeft

aanleiding tot een verminderde doeltreffendheid van preventie van perinatale transmissie (4).

Daarnaast is het vaccin ook in een algemeen vaccinatieprogramma effectief in het verminderen van

de incidentie en mortaliteit van HCC (5).1

Bij onderzoek in de Vlaamse populatie lag de seroprevalentie van HBsAg tussen 0.66% (6) en 0.7%

(7). Een onderzoek bij zwangere vrouwen vond een seroprevalentie van 0.67% (8).

In België wordt de richtlijn van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) (9) gehandhaafd. De aanbeveling

houdt in dat er een prenatale screening van HBsAg moet plaatsvinden bij alle zwangere vrouwen.

Wanneer de moeder HBsAg seropositief test, moet er binnen de 12 uur na de geboorte een eerste

dosis van het HBV vaccin samen met 300IE hepatitis B immunoglobulinen (HBIG) aan het kind

toegediend worden. Dosis 2, 3, 4 en 5 van het vaccin worden op week 8, 12 en 16 en op maand 15

toegediend. Na hun geboortedosis doorlopen zij dus het normale vaccinatieschema voor HBV van de

zuigeling. De eerste maand na de laatste dosis, dient er een serologische controle plaats te vinden

om te controleren of de kinderen voldoende antilichamen (Anti-HBs) hebben ontwikkeld voor

1 Verwijzingen in deze paragraaf zoals in (11)

Page 8: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

2

immunisatie tegen HBV en of een doorbraakinfectie plaatsgreep. Deze aanbeveling aan de hand van

systematische screening is vergelijkbaar met aanbevelingen in andere westerse landen (10). Hij is

echter niet conform de aanbeveling van de World Health Organization (WHO) die aanraadt aan alle

landen om alle kinderen bij geboorte een eerste dosis van het vaccin toe te dienen. De WHO raadt

geen systematische screening van HBsAg bij zwangere vrouwen aan (1) (11).

Het verminderen van de perinatale transmissie bij moeders die HBsAg seropositief zijn en het hieraan

gekoppeld juiste beleid bij de zuigeling is kostenbesparend voor de maatschappij zowel op korte als

op lange termijn (12). Als de aanbeveling niet goed gevolgd wordt, gaat mogelijks de koppeling

tussen de relatief dure screening en de relatief goedkope interventie bij personen “at risk” verloren

en gaat de efficiëntie en kosten-baten van deze interventie respectievelijk omlaag en omhoog. Deze

evaluatie heeft dus als nut om fouten en mogelijke struikelblokken in de aanbeveling te identificeren

en op te lossen om zo te komen tot een gerichter gebruik van het budget binnen de

gezondheidszorg. Bovendien loopt een moeder die zich niet bewust is van haar HBsAg

seropositiviteit, meer kans anderen te besmetten, zowel in haar privé omgeving als in de

gezondheidszorg. Zo is de screening van zwangere vrouwen ook een manier van case-finding,

primaire en secundaire preventie.

In de algemene Belgische praktijk varieert de uptake wat betreft screening van infectieziekten bij

zwangeren van 62,4% tot 88,1%, afhankelijk van de infectieziekte. Voor HBsAg bedraagt dit 76% (13).

Voor het verder beleid indien de moeder HBsAg seropositief blijkt, waren er in tegenstelling tot vele

andere Europese landen en de Verenigde Staten van Amerika (VSA) , in België nog geen resultaten

beschikbaar van eerdere evaluaties van de aanbevelingen zoals hierboven beschreven. Ondertussen

zijn er reeds resultaten beschikbaar van een evaluatie in het Gasthuiszusters Antwerpen (GZA) Sint-

Vincentius ziekenhuis (SV) (14). Ons onderzoek in het GZA Sint-Augustinus ziekenhuis (SA) volgt een

vergelijkbaar protocol. We controleren of de aanbeveling correct gevolgd wordt en welke factoren

hier een invloed op hebben. Met een tweede evaluatie kunnen we de resultaten van de twee studies

Page 9: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

3

vergelijken. Zo kunnen we de huidige situatie in kaart brengen en nakijken of er nood is aan een

herevaluatie van de aanbeveling. Bovendien kunnen onze resultaten opnieuw een basis vormen voor

verdere studies.

Doelstelling

In ons eindwerk willen we de volgende onderzoeksvraag evalueren: “ Wordt het advies van de HGR,

betreffende het beleid bij pasgeboren zuigelingen van een moeder die drager is van HBsAg, in al haar

aspecten toegepast en wat zijn factoren die een invloed hebben op het al dan niet volgen van het

advies?” Om deze onderzoeksvraag te evalueren zullen we de resultaten uit ons eigen onderzoek

combineren en vergelijken met resultaten van voorgaand onderzoek in het SV. We willen zo nagaan

of we gevonden resultaten kunnen generaliseren naar een meer algemene populatie (14) (15) (16)

(17) (18).

Naast de evaluatie van de screening op HBV bij zwangere vrouwen, hebben we ook de screening van

een aantal andere infectieziekten nagekeken, enerzijds als beïnvloedende factor voor HBV screening,

anderzijds als beschrijvend onderzoek om te toetsen aan de huidige richtlijnen (10) (19) (20) (21)

(22).

Page 10: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

4

Materiaal en methoden – statistiek

Inleiding

Dit 4-jarig onderzoek kadert in een masterproef voor het behalen van een diploma master in de

geneeskunde. Promotoren van deze masterproef zijn professor dokter Pierre Van Damme en

professor dokter Heidi Theeten. In het kader van dit onderzoek verschenen reeds volgende werken:

(10) (23) (24).

Onze masterproef kadert binnen observationeel en etiognostisch onderzoek en bestaat uit twee

delen. In deel één evalueren wij de screening op HBsAg bij zwangere vrouwen en de factoren die

hierop een invloed hebben. Hiernaast evalueren wij ook de screening van andere infectieziekten

tijdens de zwangerschap. Onze populatie is het geboortecohort van vrouwen bevallen in 2010 in SA.

Onze gegevensverzameling gebeurt d.m.v. dossieronderzoek.

In deel twee evalueren we de aanbeveling wat betreft het beleid voor de zuigeling geboren bij een

HBsAg seropositieve moeder. Onze populatie zijn de HBsAg seropositieve moeders die we konden

identificeren uit de populatie van deel 1. De gegevensverzameling gebeurt d.m.v. dossieronderzoek,

gecombineerd met telefonisch contact en huisbezoeken.

Voor ons onderzoek kregen we toestemming van de adviescommissie medische ethiek van de

Universiteit Antwerpen (goedkeuring 06/04/20092), de ethische commissie van GZA (goedkeuring

08/11/20113 & 08/02/20134) en het diensthoofd gynaecologie van SA.

Het onderzoek vond plaats in overleg met de gynaecologen van SA. We koppelden de voorlopige

resultaten reeds eenmaal terug op een stafvoorstelling en zullen na de verdediging van onze

masterproef ook de definitieve resultaten terugkoppelen.

2 Zie bijlage 1

3 Zie bijlage 2

4 Zie bijlage 3

Page 11: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

5

Deel 1: Screening naar HBsAg en andere infectieziekten bij de zwangere vrouw

Gegevensverzameling

Van december 2011 tot januari 2013 verzamelden we gegevens uit de dossiers van het

geboortecohort van 2010, dat bestaat uit 2852 vrouwen die in 2010 bevielen in SA.

Uit de geboortedossiers via C2M®5 haalden we achtereenvolgens volgende gegevens:

- Uit “ minimaal klinische gegevens”: leeftijd, woonplaats (postcode), huisarts, prenatale

opvolging (minstens één consult met een gynaecoloog voor de bevalling)

- Uit “labo” of een in gescand laboformulier onder “interne -“ of “externe brieven”, “import

interne -” of “- externe data”: GBS en infectieuze serologie6 (meest recente labo-uitslag

tijdens een normale bevallingsduur van 9 maanden).

- Uit het geschreven patiëntendossier, ingescand te vinden onder “import interne data”:

sociale gegevens (gehuwd, kind erkend, kind niet-erkend), naam partner, totstandkoming

zwangerschap (spontaan of niet), eerdere levend geboorten en aantal, HIV en GBS indien

niet in een laboverslag (onderscheid vermeld in resultaten) en proxy voor buitenlandse

afkomst (op basis van naam)

De gegevens werden genoteerd in een geanonimiseerd Excel® bestand aan de hand van cijfercodes.

Na een eerste dataverzameling van 1050 dossiers en na afronding van alle 2852 dossiers vond er een

data-cleaning plaats om onverwachte of incompatibele data te controleren. Er werden 1 op 100

5 Software voor het bijhouden en organiseren van een elektronisch medisch dossier

6 Infectieuze serologie: Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV), Syfilis (Venereal Disease Research Laboratory

test (VDRL) (= Rapid Plasma Reagens (RPR)), Lues antistoffen, Treponema Pallidum Haemagglutination Assay

(TPHA), Fluorescent Treponemal Antibody Absorption (FTA Abs)), Toxoplasmose IgG en IgM, Chlamydia

Trachomatis IgA en IgG, Cytomegalovirus (CMV) IgG en IgM, Ebstein-Barr Virus (EBV) IgG en IgM, Hepatitis A

(HAV) IgG en IgM, HBsAg, Anti-HBs, Hepatitis B core antistoffen (Anti-HBc) IgM en Total, Hepatitis B e antigeen

(HBeAg), Hepatitis B e antistoffen (Anti-HBe), Hepatitis C (HCV) antistoffen, Rubella IgG en IgM, Parvovirus IgG

en IgM, Herpes simplex IgG en IgM en Varicella zoster IgG en IgM.

Page 12: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

6

patiëntendossiers volledig opnieuw onderzocht om te controleren of de dataverzameling correct

gebeurd was. De controle bevestigde dit.

Om na afronding van het dossieronderzoek in SA de identificatie van HBsAg seropositieve moeders in

ons geboortecohort te verhogen contacteerden we verschillende externe laboratoria. Het gaat om

de laboratoria waarmee de gynaecologen van SA het meest samenwerken, met name het Algemeen

Medisch Labo (AML), het labo van de Eeuwfeestkliniek (AZ Monica) en het Algemeen Klinisch Labo

Lier (AKL).

Omwille van praktische en medico-legale redenen kon men ons enkel de gegevens bezorgen van die

personen uit ons geboortecohort met een HBsAg seropositief resultaat. Hierdoor konden we

bijkomende HBsAg seropositieve moeders identificeren voor het tweede deel van ons onderzoek.

Deze gegevens konden we echter niet gebruiken voor de evaluatie van de screening.

Statistische verwerking

We voerden een eerste interim analyse uit op de onvolledige dataset van 1050 op 2852 afgewerkte

dossiers. Hiervoor maakten we gebruik van een chi-kwadraat test en gebruikten we de CHI.TOETS

functie in Excel®.

We vergeleken de proporties van het al dan niet aanwezig zijn van een testresultaat (ongeacht het

resultaat) tussen de groep met een bepaalde factor aanwezig en een groep zonder die factor

aanwezig. Zo bepaalden we univariaat of een bepaalde factor het aantal testresultaten significant

beïnvloedde.

Vervolgens vergeleken we de proportie van onze populatie die gescreend was voor HBsAg met de

proportie van onze populatie die gescreend was voor Rubella, Syfilis, HIV7, GBS8, CMV IgG,

Toxoplasmose IgG en HCV. Hiervoor gebruikten we ook de CHI.TOETS functie in Excel®.

7 We gebruikten hiervoor enkel de resultaten teruggevonden in de laboresultaten (“HIV enkel uit labo”) zonder

combinatie met de resultaten in het geschreven patiëntendossier (“HIV totaal”). Aangezien er in het

geschreven patiëntendossier enkel ruimte voorzien is voor HIV en GBS zou dit de vergelijkbaarheid met de

overige infectieziekten negatief beïnvloeden.

Page 13: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

7

De data-uitkomst, het al dan niet volgen van het advies wat betreft de screening naar HBsAg, is een

binaire uitkomst. Hiervan willen we weten welke factoren deze binaire uitkomst beïnvloeden. Voor

de verwerking van de volledige dataset gebruiken we dus een logistisch regressiemodel. We maken

hiervoor gebruik van het statistisch programma SPSS®. We transformeren de dataset uit Excel® naar

een dataset in SPSS®.

- Eerst voeren we een “correlations” uit met SPSS® om een idee te krijgen van de

beïnvloedende effecten op “screeningsresultaat beschikbaar voor HBsAg” en mogelijke

onderling beïnvloedende effecten tussen de factoren9.

- Vervolgens voeren we een “binary logistic regression” uit met SPSS® met

“screeningsresultaat beschikbaar voor HBsAg” als “dependent”. We gebruiken een

backward selection waarbij we factoren met een P>0.3 niet includeren in de volgende

stap.

o We passen eerst een univariate logistische regressie toe voor de factoren10

afzonderlijk.

o Vervolgens passen we een eerste multipele logistische regressie toe op de

significante (P<0.05) en rand-significante (P<0.3) factoren uit de eerste univariate

logistische regressie11.

8 Idem voetnoot 7, “GBS enkel uit labo”, “GBS totaal”

9 Factoren: “screeningsresultaat beschikbaar voor HBsAg”, Leeftijd, woonplaats, huisarts, prenatale opvolging,

sociale gegevens (gehuwd, kind erkend, kind niet-erkend), naam partner, totstandkoming zwangerschap

(spontaan of niet), eerdere levend geboorten (ja of neen) en aantal, proxy voor buitenlandse afkomst

10 Factoren: Leeftijd, woonplaats, huisarts, prenatale opvolging, sociale gegevens (gehuwd, kind erkend, kind

niet-erkend), naam partner, totstandkoming zwangerschap (spontaan of niet), eerdere levend geboorten (ja of

neen) en aantal, proxy voor buitenlandse afkomst

11 Factoren: Leeftijd, huisarts, prenatale opvolging, sociale gegevens (gehuwd, kind erkend, kind niet-erkend),

totstandkoming zwangerschap (spontaan of niet), eerdere levend geboorten (ja of neen), proxy voor

buitenlandse afkomst

Page 14: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

8

o Vervolgens passen we een tweede multipele logistische regressie toe op de

significante (P<0.05) en rand-significante factoren (P<0.3) uit de eerste multipele

logistische regressie12.

o Ten slotte passen we een multipele logistische regressie toe op de significante

factoren (P<0.05) en de interactie-effecten13 tussen de significante factoren.

Om de screening op HBsAg te vergelijken met de screening op andere infectieziekten, om de

screening op infectieziekten onderling te vergelijken en om het effect van afkomst op prenatale

opvolging na te gaan, voeren we een Pearson Chi-kwadraat test uit via “crosstabs” in SPSS®. We

vergelijken achtereenvolgens:

- “screeningsresultaat beschikbaar voor HBsAg” met “screeningsresultaat beschikbaar voor

andere infectieziekten14”.

- “screeningsresultaat beschikbaar voor CMV” en “screeningsresultaat beschikbaar voor

HCV” met “screeningsresultaat beschikbaar voor Syfilis”, “screeningsresultaat beschikbaar

voor Rubella” en “screeningsresultaat beschikbaar voor HIV enkel uit labo”.

- “prenatale opvolging” en “proxy buitenlandse afkomst”

We stellen de frequentietabellen op zoals weergegeven in de resultaten.

12

Factoren: Leeftijd, huisarts, prenatale opvolging, totstandkoming zwangerschap (spontaan of niet), proxy

voor buitenlandse afkomst

13 Factoren: Prenatale opvolging, totstandkoming zwangerschap (spontaan of niet), proxy voor buitenlandse

afkomst

Interactie-effecten: Prenatale opvolging + totstandkoming zwangerschap (spontaan of niet), Prenatale

opvolging + proxy voor buitenlandse afkomst, totstandkoming zwangerschap (spontaan of niet) + proxy voor

buitenlandse afkomst

14 Andere infectieziekten: Syfilis, HIV, GBS, Toxoplasmose, HCV, CMV, Rubella

Page 15: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

9

Deel 2: Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder

In januari en februari 2013 vond de gegevensverzameling plaats van het tweede deel van ons

onderzoek. De onderzoekspopulatie zijn de HBsAg seropositieve moeders uit het geboortecohort van

2010, geïdentificeerd tijdens het eerste deel van ons onderzoek. Het gaat om 9 HBsAg seropositieve

moeders en 10 pasgeborenen bij een HBsAg seropositieve moeder, waaronder een tweeling. Het

contact met de HBsAg seropositieve moeders vond plaats in 3 stappen.

1. Allereerst brachten wij de HBsAg seropositieve moeders via een brief op de hoogte van ons

onderzoek. De adresgegevens vonden we terug in de dossiers van SA. Met deze brief werden

zij uitgenodigd voor medewerking aan een onderzoek over het testbeleid naar HBV tijdens de

zwangerschap. Er werd uitleg gegeven over de studie en meegedeeld dat we hen telefonisch

zouden contacteren om een thuisafspraak te maken. Een informed consent werd

toegevoegd. De documenten werden zowel in het Nederlands, Frans, als Engels verstuurd.15

2. Een à twee weken na het versturen van de brieven werden de HBsAg seropositieve moeders

telefonisch gecontacteerd met de vraag voor een afspraak bij hen thuis om een vragenlijst te

overlopen. Indien ze niet toestemden, vroegen we hen of zij deze vragenlijst telefonisch

wilden overlopen. Het telefonisch contact gebeurde via een neergeschreven en goedgekeurd

protocol.16

3. Tijdens het afgesproken huisbezoek werd eerst een informed consent ondertekend door de

moeders. Vervolgens overliepen we de vragenlijst en kregen we de kans het moederboekje

van Kind en gezin (K&G) in te kijken.17

Alle documentatie en protocollen voor contact met de HBsAg seropositieve moeders zijn zo

opgesteld dat HBsAg seropositieve moeders, die niet op de hoogte zijn van hun

15

Brief en informed consent voor HBsAg positieve moeders (Nederlandstalige versies) zie bijlage 4

16 Protocol voor telefonisch contact met HBsAg positieve moeders (Nederlandstalige versie) zie bijlage 5

17 Vragenlijst en protocol huisbezoek bij HBsAg positieve moeders (Nederlandstalige versie) zie bijlage 6

Page 16: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

10

seropositiviteit, dit ook niet kunnen afleiden uit onze documentatie of ons contact. Wij

brengen de behandelende arts van de moeder, die geen weet heeft van haar HBsAg

seropositiviteit, steeds op de hoogte.

De gegevens werden eerst genoteerd op de vragenlijsten zelf. Vervolgens werden deze overgenomen

in een geanonimiseerd Excel® bestand aan de hand van cijfercodes. Tot slot transformeerden we de

dataset uit Excel® naar een dataset in SPSS®.

Omwille van de kleine populatie in het tweede deel van ons onderzoek (9 moeders en 10 kinderen)

voeren we geen statistische analyses uit op deze dataset. We stellen de frequentietabellen op zoals

weergegeven in de resultaten. Afhankelijk van hoe bepaalde missing data worden ingevuld, bekomen

we een worst case (ondergrens) en een best case (bovengrens) voor het percentage van een correct

gevolgd beleid voor de verschillende aspecten van de aanbeveling van de HGR. Samen definiëren ze

een percentagerange.

De percentagerange van een correct gevolgd beleid bij geboorte (vaccinatie + HBIG) combineren we

met een gekend screeningspercentage (13). Zo komen we tot een percentagerange van de kans dat

een HBsAg seropositieve moeder zowel geïdentificeerd wordt d.m.v. screening als dat het correct

beleid bij de geboorte gevolgd wordt18.

Door het voorkomen van een tweeling in zowel onze HBsAg seropositieve populatie als die van het

vorige masterproefduo De Roeck en Dockx in het SV komt de populatie kinderen geboren bij een

HBsAg seropositieve moeder niet overeen met de populatie HBsAg seropositieve moeders. Omdat

het bij een tweeling niet gaat om twee onafhankelijke meetresultaten zullen wij bij voorkeur de

HBsAg seropositieve moeders beschrijven en vergelijken in plaats van de populatie kinderen geboren

bij een HBsAg seropositieve moeder. Beide populaties worden waar mogelijk wel beschreven.

18

Formule: “ondergrens percentagerange correct gevolgd beleid bij geboorte maal screeningspercentage” tot

“bovengrens percentagerange correct gevolgd beleid bij geboorte maal screeningspercentage”

Page 17: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

11

Resultaten

Deel 1: Screening naar HBsAg en andere infectieziekten bij de zwangere vrouw

We onderzochten 2852 dossiers van vrouwen die in 2010 in SA bevielen. De moeders waren

gemiddeld 29,6 jaar met een spreiding van 16 tot 45 jaar. 47% beviel van een 1ste kind (gemiddelde

leeftijd 28 jaar), 34% beviel van een 2de kind (gemiddelde leeftijd 30 jaar), 12% beviel van een 3de kind

(gemiddelde leeftijd 32 jaar), 4% beviel van een 4de kind (gemiddelde leeftijd 32 jaar) en 3% beviel

van een 5de kind of meer.

Screening naar HBsAg en andere infectieziekten

In tabel 1 is de beschikbaarheid van screeningsresultaten uit C2M© terug te vinden in absolute en

procentuele cijfers. Voor HBsAg is er voor 27.9% van de moeders een screeningsresultaat te vinden

in C2M©. Hiervan waren 6 personen HBsAg seropositief. We konden hieraan 3 HBsAg seropositieve

vrouwen toevoegen uit de externe laboratoria.

In tabel 2 staan de infectieziekten vermeld, waarvoor een aanbeveling tot screening bestaat of die in

een vergelijkbare mate getest worden met name HCV en CMV. De infectieziekten zijn gerangschikt

naargelang er significant meer of significant minder screeningsresultaten beschikbaar zijn dan voor

HBsAg. “GBS enkel uit labo” en “Toxoplasmose IgG” is significant meer beschikbaar dan HBsAg, “CMV

IgG”, “HCV”, “Rubella IgG”, “Syfilis” en “HIV enkel uit labo” significant minder dan HBsAg.

HCV en CMV staan cursief gedrukt, omdat er geen consensus of aanbeveling tot screening bestaat

tijdens de zwangerschap. In tabel 3 kijken we voor HCV, CMV en HIV na of ze significant meer of

minder testresultaten beschikbaar hebben dan Syfilis en Rubella.

In tabel 4 staan de factoren waarvoor we getest hebben of het wel of niet aanwezig zijn, het

screeningsresultaat van HBsAg beïnvloedt. De 4 significantieniveaus per factor zijn, van links naar

rechts, die van de univariate logistische regressie, die van de 1ste en de 2de multipele logistische

regressie en die van de multipele logistische regressie met interactie-effecten. Per factor staat 1 P-

Page 18: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

12

waarde in het vet. Dat is P-waarde van het finaal model voor deze factor. We verwijzen naar het

finaal model bij het verder bespreken en interpreteren van de respectievelijke factor.

De significante factoren zijn: “gynaecologische opvolging” (Odds Ratio (OR) 4.288 en 95% confidence

interval (C.I.) 3.261 – 5.640), “proxy buitenlandse afkomst” (OR 1.884 en 95% C.I. 1.571 – 2.259) en

“niet spontaan ontstane zwangerschap” (OR 3.049 en 95% C.I. 2.299 – 4.043). Deze drie factoren

waren alle binair (wel of niet aanwezig) en indien aanwezig verhoogden ze de kans om een

serologisch resultaat van HBsAg terug te vinden in het dossier.

Bij het voorgaande onderzoek in het SV werden geen significante factoren teruggevonden. Zij

onderzochten volgende factoren: “nationaliteit”, “leeftijd moeder”, “rangnummer kind”,

“scholingsgraad moeder”, “tewerkstelling moeder”, “gezinsinkomen”, “consult huisarts” en “consult

specialist”. Zij maakten hierbij gebruik van gegevens verzameld uit dossieronderzoek en telefonisch

afgenomen vragenlijsten. Wij maakten voor dit eerste deel van ons onderzoek enkel gebruik van

dossieronderzoek (14).

Page 19: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

13

Gescreend (absolute cijfers) Gescreend (procent)

HIV19

2786 (enkel uit labo = 783) 97.7 (enkel uit labo = 27.5)

GBS20

2460 (enkel uit labo = 1813) 86.3 (enkel uit labo = 63.6)

Toxoplasmose IgG 1118 39.2

Toxoplasmose IgM 1117 39.2

HBsAg 795 27.9

HCV antistoffen 709 24.9

CMV IgG 664 23.3

CMV IgM 660 23.1

Rubella IgG 658 23.1

Anti-HBs 556 19.5

Syfilis

- VDRL

- Lues antistoffen

- TPHA

- FTA Abs

518

388

202

30

3

18.2

13.6

7.1

1.1

0.1

Rubella IgM 467 16.4

HAV IgM 161 5.6

Anti-HBc 111 3.9

HAV IgG 8 0.3

Tabel 1: Beschrijvende analyse over beschikbaarheid screeningsresultaat in C2M© van de 2852 onderzochte vrouwen absoluut en

procentueel

19

I.t.t. “HIV enkel uit labo” waarbij een geregistreerd en objectiveerbaar screeningsresultaat beschikbaar is

omvat “HIV totaal” alle vermeldingen van HIV status, al dan niet onderbouwd met een screeningsresultaat.

20 I.t.t. “GBS enkel uit labo” waarbij een geregistreerd en objectiveerbaar screeningsresultaat beschikbaar is

omvat “GBS totaal” alle vermeldingen van GBS status, al dan niet onderbouwd met een screeningsresultaat.

Page 20: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

14

Significant meer testresultaten dan HBsAg Significant minder testresultaten dan HBsAg

GBS enkel uit labo (P<0.001) CMV IgG (P<0.001)

Toxoplasmose IgG (P<0.001) HCV (P<0.001)

Rubella IgG (P<0.001)

Syfilis (P<0.001)

HIV enkel uit labo (P<0.001)

Tabel 2: Verklarende analyse m.b.v. Pearson Chi-kwadraat test voor vergelijken van de proportie van de populatie waarvoor een

testresultaat beschikbaar is van de verschillende infectieziekten t.o.v. HBsAg. De infectieziekten waarvoor geen aanbeveling tot

screening bestaat staan cursief.

Syfilis Rubella HIV enkel uit labo

CMV P<0.00121

P<0.00122

P<0.00123

HCV P<0.00124

P<0.00125

P<0.00126

Tabel 3: Verklarende analyse m.b.v. Pearson Chi-kwadraat test voor vergelijken van de proportie van de populatie waarvoor een

testresultaat beschikbaar is van Syfilis, Rubella en HIV t.o.v. CMV en HCV

21

Voor CMV zijn er significant meer screeningsresultaten beschikbaar dan voor Syfilis

22 Voor CMV zijn er significant meer screeningsresultaten beschikbaar dan voor Rubella

23 Voor CMV zijn er significant minder screeningsresultaten beschikbaar dan voor HIV enkel uit labo

24 Voor HCV zijn er significant meer screeningsresultaten beschikbaar dan voor Syfilis

25 Voor HCV zijn er significant meer screeningsresultaten beschikbaar dan voor Rubella

26 Voor HCV zijn er significant minder screeningsresultaten beschikbaar dan voor HIV enkel uit labo

Page 21: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

15

Significant Niet significant

Gynaecologische opvolging Eerdere levend geboorten (ja of neen)

P<0.001 P<0.001 P<0.001 P<0.001 P=0.220 P=0.750 n.v.t. n.v.t.

Proxy buitenlandse afkomst Aantal eerdere levend geboorten

P<0.001 P<0.001 P<0.001 P=0.147 P=0.315 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Niet spontaan ontstane zwangerschap Huisarts gekend

P<0.001 P<0.001 P<0.001 P=0.225 P=0.226 P=0.053 P=0.132 n.v.t.

Leeftijd moeder

P=0.286 P=0.168 P=0.139 n.v.t.

Naam partner vermeld

P=0.644 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Sociale gegevens

P=0.105 P=0.331 n.v.t. n.v.t.

Woonplaats

P=0.999 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Interactie Gynaecologische opvolging & Proxy

buitenlandse afkomst

n.v.t. n.v.t. n.v.t. P=0.324

Interactie Gynaecologische opvolging & Niet

spontaan ontstane zwangerschap

n.v.t. n.v.t. n.v.t. P=0.706

Interactie Niet spontaan ontstane zwangerschap

& Proxy buitenlandse afkomst

n.v.t. n.v.t. n.v.t. P=0.772

Tabel 4: Verklarende analyses m.b.v. logistische regressie van factoren die mogelijks een invloed hebben het beschikbaar zijn van een

HBsAg screeningsresultaat. De p-waardes van de verschillende logistische regressiemodellen worden getoond met de p-waarde van het

finale model in vet.

Page 22: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

16

Identificatie HBsAg seropositieve moeders

Uit de dossiers van de 2852 vrouwen die in 2010 in SA bevallen zijn, identificeren we, gecombineerd

met de gegevens uit het AML, 9 HBsAg seropositieve vrouwen, waarvan 1 vrouw beviel van een

tweeling. 8 van deze 9 vrouwen werden geïdentificeerd d.m.v. screening en 1 persoon was reeds in

opvolging voor chronische HBV (informatie via babyfiche en huisbezoek). Van deze laatste persoon

vonden we geen screeningsresultaat terug maar we includeerden haar toch omdat er hetzelfde

beleid dient gevolgd te worden bij geboorte (zie tabel 5). Uit het labo AZ Monica en uit het AKL

konden geen HBsAg seropositieve laboresultaten weerhouden worden die overeen kwamen met ons

geboortecohort. Het gaat hier over de laboresultaten van januari 2009 t.e.m. december 2010.

Dossieronderzoek AML (en andere

laboratoria)

Babyfiche Telefonisch contact

De Paep & De

Vrieze, 2014

5 3 1 0

De Roeck & Dockx,

2012 (14)

11 5 0 1

Tabel 5: Beschrijving identificatie HBsAg seropositieve moeders

Bij de voorgaande studie zijn er absoluut en procentueel meer testresultaten beschikbaar voor

HBsAg in vergelijking met de huidige studie (tabel 6). De voorgaande studie kon screeningsresultaten

inkijken van zowel het ziekenhuis als van het AML. Dit leidde bij hen tot meer dan een verdubbeling

van het aantal beschikbare testresultaten voor HBsAg. In onze studie konden wij enkel

screeningsresultaten van het ziekenhuis inkijken en de positieve screeningsresultaten van het AML.

Daarnaast is het aantal geïdentificeerde HBsAg seropositieve moeders in onze populatie beduidend

kleiner dan bij het vorige masterproefduo (tabel 5 en 6). Wij hebben nochtans niet alleen de HBsAg

seropositieve moeders geïdentificeerd uit het dossieronderzoek in het ziekenhuis en uit het AML,

zoals bij het vorige masterproefduo gebeurde, maar wij hebben hiernaast nog twee andere externe

laboratoria gecontacteerd. Deze twee externe laboratoria brachten echter geen extra HBsAg

seropositieve vrouwen aan het licht. (14)

Page 23: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

17

In tabel 6 worden de onderzoekspopulaties van beide studies vergeleken naar grootte, aantal

geïdentificeerde HBsAg seropositieve moeders, kinderen at risk en het percentage HBsAg

seropositieve vrouwen t.o.v. het aantal te verwachten HBsAg seropositieve vrouwen in de

onderzoekspopulatie. Voor dit laatste gaan we uit van een seroprevalentie van HBsAg van 0.66% (6).

In beide populaties is er een tweeling wat verklaart dat er telkens een kind meer is dan het aantal

moeders.

De Paep & De Vrieze, 2014 De Roeck & Dockx, 2012 (14)

Geboortecohort SA, 2010 SV, 2006 en 2007

Grootte onderzoekspopulatie

moeders absoluut

2852 2964

HBsAg testresultaten moeders

absoluut en procentueel

795 + 3= 798 (28%) 1617 (55%)

HBsAg seropositieve moeders

9 17

Kinderen bij HBsAg seropositieve

moeders

10 18

Verhouding gevonden HBsAg

seropositieve moeders t.o.v.

verwachte aantal ( sero-

prevalentie 0,66% (6))

9/19 (47%) 17/20 (85%)

Tabel 6: Vergelijking onderzoekspopulatie beide studies

Page 24: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

18

Deel 2: Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder

Twee van de HBsAg seropositieve vrouwen weigerden volledige deelname. Twee vrouwen hebben

we niet kunnen bereiken. Eén vrouw weigerde een huisbezoek, maar was wel bereid telefonisch de

vragenlijst te verlopen. Vier vrouwen stemden toe tot een huisbezoek, waarvan een van de vrouwen

beviel van een tweeling.

Tabel 7 wordt voor de huidige studie opgesteld aan de hand van informatie die we terugvonden in de

babyfiches in het ziekenhuisdossier en aan de hand van de informatie die we verkregen tijdens de

huisbezoeken bij de HBsAg seropositieve moeders. De gegevens van het vorige masterproefduo

stellen wij op aan de hand van hun eindwerk (14). De tabel vermeldt de verschillende elementen van

de aanbeveling, met uitzondering van de screening. We noteren de respectievelijk absolute en

procentuele aantallen waarbij wij terugvinden dat er een correct beleid werd gevoerd. De personen

van wie we geen data beschikbaar hebben, onze missing data, staan ook genoteerd in de tabel.

Bij de kinderen van de HBsAg seropositieve moeders, vinden we op 7/10 babyfiches in het

ziekenhuisdossier een duidelijke vermelding dat de moeder HBsAg seropositief was en het kind

vaccinatie en immunoglobulines toegediend kreeg. Op 3/10 babyfiches, een tweeling en een eenling,

vinden we geen enkele vermelding dat de moeder HBsAg seropositief was of het kind vaccinatie of

immunoglobulines kreeg. Van beide moeders van deze kinderen hebben we het HBsAg seropositief

resultaat enkel teruggevonden via het AML. Bij ons huisbezoek bij de moeder van de tweeling, wordt

bevestigd dat zij niet op de hoogte was van haar HBsAg seropositieve serologie en dat bij haar twee

kinderen het correcte beleid bij geboorte niet gevolgd werd. De tweede moeder hebben we echter

niet kunnen bereiken. We nemen aan dat ook zij niet op de hoogte is van haar HBsAg seropositieve

status en dat bij haar kind het correcte beleid bij geboorte niet gevolgd werd. We konden dit niet

bevestigen door middel van een huisbezoek. Afhankelijk of deze assumptie klopt, varieert het

percentage van correct gevolgd beleid bij geboorte (vaccinatie en HBIG) zoals vermeld in tabel 7.

Page 25: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

19

Bij het verdere vaccinatieschema van de zuigeling, idem aan het basis vaccinatieschema, zien wij in

de huidige studie dat de kinderen, van wie we de moeders hebben kunnen bereiken, allemaal het

volledige vaccinatieschema toegediend kregen. Alleen de serologische controle van de antistoftiter

vond bij geen enkel kind plaats.

Bij het voorgaande onderzoek zien we dat zij slechts bij 1 persoon kunnen bevestigen dat de

toediening van de geboortedosis van het vaccin en van HBIG heeft plaats gevonden. Zij vonden deze

informatie slechts bij één kind terug in het moederboekje van K&G. Van alle andere kinderen hebben

zij hierover geen informatie kunnen terugvinden, noch in de dossiers, noch tijdens de huisbezoeken,

noch in de moederboekjes van K&G. Dit verklaart de ondergrens voor het percentage van het

correct gevolgd beleid bij de geboorte (vaccinatie en HBIG) in tabel 7.

Zij hebben van de 17 geïdentificeerde HBsAg seropositieve moeders, 7 moeders kunnen bereiken. 2

van deze 7 moeders waren niet op de hoogte van hun HBsAg seropositief resultaat. Mits onze twee

assumpties27 verklaren we op die manier de bovengrens voor het percentage van het correct gevolgd

beleid bij de geboorte (vaccinatie en HBIG) in tabel 7. (14)

Bij de voorgaande studie kregen, van de 7 HBsAg seropositieve moeders die zij hebben kunnen

bereiken, 8 kinderen (waaronder een tweeling) het volledige vaccinatieschema toegediend. Een van

de kinderen zou het volledige vaccinatieschema via de huisarts toegediend gekregen hebben. Dit

werd nergens geregistreerd teruggevonden, maar mogelijks hebben ze dus wel allemaal het volledige

vaccinatieschema doorlopen. Afhankelijk of dit vermoeden klopt varieert het percentage van het

correct gevolgd beleid wat betreft het verdere vaccinatieschema. (14)

27

Assumptie 1: we gaan er van uit dat indien een vrouw niet weet dat ze HBsAg seropositief is, er geen HBV

vaccin of HBIG werd toegediend bij de geboorte van het kind.

Assumptie 2: we gaan er van uit dat indien een vrouw wel weet dat ze HBsAg seropositief is, er ook een HBV

vaccin of HBIG werd toegediend bij de geboorte van het kind. Dit hebben wij geobserveerd in onze

studiepopulatie en extrapoleren dit nu naar de studiepopulatie van De Roeck en Dockx

Page 26: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

20

Een van de moeders uit de voorgaande studie stond erop dat er een antistoftiterbepaling gebeurde

bij haar kind. Zij vroeg hier zelf om bij haar arts. Bij de andere kinderen gebeurde er, net zoals in onze

populatie, geen controle van de antistoffen. (14)

In de huidige studie was één van de moeders niet op de hoogte van haar positieve serologie voor

HBsAg. Zij beviel van een tweeling bij wie het correcte beleid niet werd gevolgd. Zoals

voorgeschreven door onze protocollen, contacteerden wij de behandelde arts om deze op de hoogte

te brengen. De behandelende arts zou met haar contact opnemen voor de verdere opvolging en het

opstellen van een verder beleid.

Page 27: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

21

De Paep & De Vrieze, 2014 De Roeck & Dockx, 2012 (14)

9 moeders (10 kinderen) 17 moeders (18 kinderen)

Geboortedosis vaccin 78% - 89% 6% -71%

7/9 - 8/9 1/17 - 5/7

0 MD 0 MD – 10 MD28

HBIG bij geboorte 78% - 89% 6%-71%

7/9 - 8/9 1/17 – 5/7

0 MD 0 MD

Vaccinatiedosis week 8 100% 86% – 100%

5/5 6/7 - 7/7

4 MD 10 MD

Vaccinatiedosis week 12 100% 86% – 100%

5/5 6/7 - 7/7

4 MD 10 MD

Vaccinatiedosis week 16 100% 86% – 100%

5/5 6/7 - 7/7

4 MD 10 MD

Vaccinatiedosis maand 15 100% 86% – 100%

5/5 6/7 - 7/7

4 MD 10 MD

Antistoftiter bepaling 0 % 14%

0/5 1/7

4 MD 10 MD

Tabel 7: correct beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder wat betreft de verschillende elementen van de

aanbeveling ( MD= missing data)

28

Zie bovenstaande assumpties die we gebruiken voor missing data in te vullen om een best case

“bovengrens “ te bekomen.

Page 28: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

22

Discussie

Deel 1: Screening naar HBsAg en andere infectieziekten bij de zwangere vrouw

Uit de resultaten van ons onderzoek lijkt dat de richtlijn van de HGR wat betreft de screening naar

HBV bij zwangere vrouwen (9) suboptimaal gevolgd wordt. Ook de screening naar andere

infectieziektes volgens de Belgische richtlijnen (10) lijkt suboptimaal of inconsistent te verlopen.

Deze stelling kunnen we met onze resultaten niet onderbouwen, aangezien we niet beschikken over

alle testresultaten die verspreid over vele laboratoria zijn gebeurd. Bijgevolg concluderen zowel wij

als het vorige masterproefduo dat het gevonden percentage screeningsresultaten een

onderschatting is van de werkelijke screeningsprevalentie in de algemene zwangere populatie. Deze

beperking geldt echter niet enkel voor onze studies maar ook voor de gynaecologen die op basis van

deze incomplete gegevens hun beleid bij de bevalling moeten bepalen. Daarom delen wij het

vermoeden met het vorige masterproefduo dat de onvolledige transmurale gegevensoverdracht een

belangrijke reden is voor het niet volgen van een correct beleid bij de geboorte. (14)

Wij vragen ons af hoe gegevens achtereenvolgens van buiten het ziekenhuis gecommuniceerd

worden aan het ziekenhuis, de materniteit, de dienst pediatrie en de huisartsen voor follow-up. Hoe

wordt een correct beleid opgesteld? Deze vragen koppelden we terug met de gynaecologen van SA.

Er wordt mogelijks gebruik gemaakt van hulpmiddelen zoals het moederboekje van K&G. Wij

vermoeden echter dat de gynaecoloog niet controleert bij een extern labo of er gescreend is voor

HBV en dat men voor het opstellen van een beleid bij een afwezig screeningsresultaat uitgaat van

een negatief resultaat. Deze aanpak is erg arts-afhankelijk.

Hypotheses over beschikbaarheid van screeningsresultaten voor HBsAg

We vonden een aantal factoren die de kans op een geregistreerd testresultaat voor HBsAg significant

verhoogden. De factoren “gynaecologische opvolging” en “niet spontaan ontstane zwangerschap”

komen niet onverwacht, aangezien het logisch lijkt dat wanneer de zwangerschap meer opgevolgd

Page 29: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

23

wordt, zoals ook na een fertiliteitsbehandeling, er meer kans is dat er een testresultaat beschikbaar is

voor HBsAg.

Wat betreft de factor “proxy buitenlandse afkomst” blijkt dat mensen met een andere etnische

achtergrond meer kans hadden om een screeningsresultaat beschikbaar te hebben dan een

autochtone zwangere. Hiervoor zijn meerdere verklaringen mogelijk. Het zou te maken kunnen

hebben met het feit dat bepaalde allochtone bevolkingsgroepen als risicogroep voor bepaalde

infectieziekten gezien kunnen worden en om die reden vaker getest worden. Een tweede

mogelijkheid is dat de allochtone groep vaker voor hun opvolging naar de gynaecoloog i.p.v naar de

huisarts gaan, waardoor de uitgevoerde screeningsresultaten vaker beschikbaar waren in het

ziekenhuis zelf. Nochtans bleek in onze studiegroep dat het net de personen van autochtone afkomst

waren die significant meer gynaecologische opvolging kregen in het ziekenhuis dan de personen van

allochtone afkomst.

In de voorgaande studie werd geen significante factor teruggevonden voor het al dan niet

beschikbaar zijn van een screeningsresultaat. De factoren keken zij dubbel na door dossieronderzoek

en telefonisch contact. Wat betreft de factor “nationaliteit” merkten ze tijdens hun onderzoek op dat

deze vaak door de betrokken hulpverlener niet was nagevraagd, maar subjectief werd toegekend.

Dat bij ons de factor “proxy buitenlandse afkomst” wel significant was, zou juist hierdoor verklaard

kunnen worden. De subjectieve toekenning van deze factor sluit namelijk mogelijks meer aan bij hoe

het er in de klinische praktijk aan toe gaat dan een echte objectivering. (14)

De factor “consult gynaecoloog” was bij het vorige masterproefduo niet significant terwijl onze factor

“prenatale opvolging” dat wel was. Dit wijten wij aan het feit dat onze prenatale opvolging om

methodologische redenen enkel de prenatale opvolging door de gynaecoloog in het ziekenhuis

omvat. Ook de beschikbare screeningsresultaten kwamen allemaal uit het dossier van het ziekenhuis,

waardoor er in de huidige studie een sterker verband tussen de twee kon aangetoond worden. Bij

Page 30: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

24

het vorige masterproefduo omhelzen beide elementen gegevens van binnen en buiten het

ziekenhuis waardoor er meer beïnvloedende effecten zijn. (14)

Aanbevelingen voor beschikbaarheid van screeningsresultaten voor HBsAg

Beide masterproefduo’s zien dat de beschikbaarheid van testresultaten veel groter is wanneer er de

mogelijkheid bestaat om de infectieziekten in het persoonlijk dossier aan te kruisen. Zo vonden we

als we geen of wel rekening hielden met de mogelijkheid te noteren in het persoonlijk dossier voor

respectievelijk van 63.6% en 86.3% voor GBS en van 27.5% en 97.7% voor HIV een testresultaat

terug. Op die manier geraakt de informatie beter tot bij de gynaecoloog die er op het moment van de

bevalling zijn beleid op moet baseren. (14)

We zouden een dossier kunnen suggereren waarin HBsAg en andere infectieziektes uitdrukkelijk

vermeld staan en waarbij het resultaat kan ingegeven worden. Op die manier krijgen gynaecologen

ook de kans/een teaser om de resultaten die ze van externe labo’s ter beschikking hebben in te

geven in het systeem van het ziekenhuis. Anderzijds weten we niet zeker of zo een rapportage ook

onderbouwd is. Volgens een Vlaams onderzoek in 2002 wordt 65% van de zwangere vrouwen

gescreend op HIV (13) terwijl wij voor niet minder dan 97.7% terugvonden dat er getest zou zijn.

Deze vorm van rapportage geeft dus mogelijks aanleiding tot overrapportage waarbij niet alle

rapportages onderbouwd zijn met een geobjectiveerd laboresultaat.

Een tweede optie is een systeem waarbij alle labogegevens van een bepaalde persoon elektronisch

gecentraliseerd worden. Zo kan bijvoorbeeld bij de bevalling ook meteen nagekeken worden of de

moeder HBsAg seropositief is. Zo een systeem moet er echter komen op een groter niveau dan een

enkel ziekenhuis. Een dergelijk systeem, Vitalink® is sinds 30 oktober 2013 officieel in werking, maar

de implementatie is nog beperkt. Momenteel is het via Vitalink® mogelijk medicatie- en

vaccinatiegegevens (gesynchroniseerd met Vaccinet®) uit te wisselen tussen hulpverleners. Artsen

kunnen via Vitalink® ook Sumehrs (Summarized Electronic Health Record) delen, een elektronisch

document met de minimale medische gegevens die een arts nodig heeft om de gezondheidstoestand

Page 31: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

25

van een patiënt snel in te schatten. Wij zijn voorstander van het toevoegen van een aparte module

voor het delen van laboresultaten en resultaten van andere technische onderzoeken. Op die manier

worden de transmurale struikelblokken weggewerkt. Vanzelfsprekend speelt de goedkeuring van de

patiënt en de bescherming van zijn gegevens een belangrijke rol. Dit soort oplossing heeft een breder

effect dan enkel naar HBV screening toe. (25)

De gynaecologen spelen bij de implementatie in de praktijk van dergelijke voorstellen een belangrijke

rol. Zij moeten daarom betrokken worden bij het uitbouwen van een hulpmiddel dat praktisch,

efficiënt, gemakkelijk te hanteren en bruikbaar is voor iedereen. Zo groeit er bij hun een draagvlak

dat nodig is om het instrument in de dagelijkse praktijk te implementeren.

Screening naar andere infectieziekten

Ook de aanbevolen screening naar andere infectieziektes29 verloopt suboptimaal of inconsistent (10).

Enkel voor GBS en HIV lijkt de richtlijn relatief goed opgevolgd, alhoewel er hier sprake kan zijn van

een overrapportering.

Naast het feit dat een groot aantal testresultaten voor de verschillende infectieziekten niet

beschikbaar zijn, zien we dat voor syfilis vaak niet de door richtlijnen voorgeschreven testen worden

gebruikt (treponomale vs. niet-treponomale testen) (22) (20). Een screening op HBsAg wordt dan

weer vaak gecombineerd met het testen van anti-HBs of anti-HBc. Deze hebben zeker een plaats in

een diagnostische bloedname voor HBV maar niet in het kader van screening en worden dan ook

door geen enkele aanbeveling aangeraden. Tenslotte wordt er gescreend voor infectieziektes

waarvoor er geen richtlijn is. Zo worden HCV en CMV significant meer gescreend dan Syfilis en

Rubella (zie tabel 3). Het aantal screeningsresultaten beschikbaar voor rubella is mogelijks een

onderschatting, omdat bij bewezen immuniteit dit niet moet herhaald worden (22). Ook bij

chronische infecties wordt een screening niet altijd herhaald.

29

Rubella, Toxoplasmose, HIV, Syfilis en GBS

Page 32: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

26

Kwaliteitsanalyse gegevens deel 1

Omwille van eerder aangehaalde redenen zijn onze huidige cijfers waarschijnlijk een onderschatting

van het werkelijke screeningspercentage. Wij vermoeden echter dat dit geen belangrijk effect heeft

op de verhoudingen tussen de proporties van de verschillende infectieziekten waardoor onze

statistische analyses hierover wel hun waarde behouden. Wij gaan hiervan uit omdat het,

uitgezonderd van GBS, allemaal om serologische bepalingen gaat, meestal op dezelfde moment in de

zwangerschap en op dezelfde plaats getest (huisartspraktijk, gynaecoloog privé of gynaecoloog

ziekenhuis). Ook voor de andere data die we uit de geboortedossiers halen zijn we voor de

volledigheid afhankelijk van de volledigheid van dit dossier, aangezien het de enige bron is die we

raadpleegden.

De factor “proxy buitenlandse afkomst” werd subjectief toegekend aan de hand van de achternaam

en voornaam die van niet-Belgische oorsprong leek. Dit in tegenstelling tot de factor “nationaliteit”

bij het voorgaande masterproefduo die dit objectiveerden d.m.v. telefonische navraging.

Met onze gegevens te vergelijken met het voorgaand onderzoek willen we de draagwijdte van onze

resultaten vergroten en onze conclusies meer veralgemenen naar de algemene populatie. De twee

ziekenhuizen behoren echter tot hetzelfde ziekenhuisnetwerk (m.n. GZA) en zijn om die reden

mogelijks niet volledig onafhankelijk van elkaar wat betreft beleidsvoering, informatieoverdracht en

HBsAg seroprevalentie.

Page 33: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

27

Deel 2: Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder

Populatie HBsAg seropositieve moeders en kwaliteitsanalyse gegevens deel 2

Het aantal HBsAg seropositieve moeders is in ons onderzoek beduidend kleiner dan bij het vorige

masterproefduo, ondanks een even grote onderzoekspopulatie bevallen vrouwen en het feit dat wij

meer externe laboratoria hebben aangesproken (zie tabel 6). Een hypothese hiervoor is dat de HBsAg

seroprevalentie tussen beide ziekenhuizen verschillend is. Dit kan afhankelijk zijn van de populatie

binnen het ziekenhuis wat op zijn beurt afhankelijk kan zijn van de locatie van het ziekenhuis.

Omwille van de kleine onderzoekspopulatie, moet men met omzichtigheid omgaan met de

procentuele cijfers die hiervan afgeleid werden en met de aanbevelingen die men formuleert op

basis van deze gegevens. Desondanks kunnen we door deze gegevens samen te voegen met deze uit

de voorgaande studie (14) toch enkele gefundeerde hypothesen en aanbevelingen formuleren.

Naast het navragen van de verschillende aspecten van de aanbeveling omvatte onze vragenlijst ook

een aantal demografische gegevens en gegevens over het verloop van de zwangerschap, de bevalling

en de postpartale periode. Een opmerkelijke bevinding was dat alle gecontacteerde moeders

voorzien waren een klassieke vaginale bevalling te ondergaan en dat zij uiteindelijk allemaal om

medische redenen een urgente keizersnede ondergingen.

Beleid bij de pasgeborene van een HBsAg seropositieve moeder

Volgens een beschikbare bron van 2002 ondergaat slechts 76% van de zwangere vrouwen een

screening op HBsAg (13). Hieruit veronderstellen we dat 24% van de HBsAg seropositieve moeders

niet ontdekt worden. Toch denken we dat dit een onderschatting is als we ervan uitgaan dat

risicofactoren voor HBsAg seropositiviteit ook een risicofactor kunnen zijn voor het minder

deelnemen aan screening of opvolging.

Uit voorgaand onderzoek in het SV blijkt dat bij 6% tot 71% van de HBsAg seropositieve moeders een

correct beleid bij de geboorte wordt toegepast. In ons onderzoek in SA situeert het correcte beleid

bij geboorte zich tussen 78% en 89% (tabel 7). Wij vermoeden dat de ondergrens van de

Page 34: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

28

percentagerange van het voorgaand onderzoek omwille van een methodologische beperking30 een

ernstige onderschatting is en dat de ondergrens van onze percentagerange een betere benadering

van de werkelijkheid is. Bovendien konden wij procentueel meer van de geïdentificeerde HBsAg

seropositieve moeders bereiken. (14)

De informatie die de gynaecoloog gebruikt en nodig heeft om een correct beleid bij de pasgeboren

op te stellen is dezelfde informatie waarvan wij tijdens deze studie afhankelijk zijn om de HBsAg

seropositieve moeders te identificeren. Een screeningsresultaat in het labo van het ziekenhuis zelf

maakt het ons hierbij allebei gemakkelijker terwijl een screeningsresultaat in een extern labo het ons

allebei moeilijker maakt. Daardoor doet de groep niet geïdentificeerde HBsAg seropositieve moeders

het mogelijks minder goed dan de groep wel geïdentificeerde en geïncludeerde HBsAg seropositieve

moeders. Hierdoor zijn de percentages zoals in bovenstaande paragraaf mogelijks een overschatting

van de werkelijkheid.

Als we alle bovenstaande cijfers combineren en extrapoleren naar de volledige populatie HBsAg

seropositieve moeders in Vlaanderen zou er slechts bij 60% - 68% een correct beleid bij geboorte

ingesteld worden na identificatie volgens ons onderzoek of 5% - 54% volgens vorig onderzoek (14).

Dit laag resultaat verklaren wij door een suboptimale uptake naar screening toe en een

tekortschietende transmurale gegevensoverdracht in geval van een seropositief resultaat. Dit laatste

blijkt ook uit het feit dat van al de moeders bij wie het correcte beleid niet of mogelijks niet gevolgd

werd, de HBsAg bepaling in een extern labo gebeurde. Dergelijke cijfers doen bij ons de vraag rijzen

of we niet beter een beleid hanteren zoals voorgeschreven door de WHO met het toedienen van een

geboortedosis aan alle kinderen (1) (11).

30

Het voorgaand onderzoek kon slechts bij 6% van de HBsAg seropositieve moeders geregistreerd terugvinden

dat een vaccinatie of HBIG bij geboorte werd toegediend. Veel meer moeders waren op de hoogte van hun

HBsAg seropositieve status en waarschijnlijk werd bij minstens een aantal van deze vrouwen ook het correct

beleid bij geboorte toegepast. Het voorgaand onderzoek kon dit echter niet onderbouwen, aangezien ze

hiervan geen registratie terugvonden.

Page 35: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

29

Indien het correcte beleid bij de pasgeborene gehanteerd wordt, gebeurt dit evenwel steeds volgens

de aanbeveling van de HGR (9), met name zowel de toediening van de geboortedosis van het vaccin

als van HBIG. De moeders zijn in onze populatie steeds op de hoogte van de toediening van het

vaccin, maar nooit van de toediening van HBIG. Nochtans vinden we geregistreerd in het

patiëntendossier terug dat beide hebben plaats gevonden. Dit doet de vraag rijzen of de HBsAg

seropositieve moeders niet beter geïnformeerd moeten worden over het gevolgde beleid bij de

geboorte. Hiernaast moeten HBsAg seropositieve moeders ook geïnformeerd worden over HBV in

het algemeen en de noodzaak van de screening en de verdere aanbeveling van de HGR tijdens de

zwangerschap. Bij onze huisbezoeken viel immers op hoe weinig hierover geweten is bij deze

moeders.

Het vorige masterproefduo toonde hetzelfde aan voor de populatie HBsAg seronegatieve moeders.

Zij merkten op dat er in de algemene populatie zeer weinig geweten is over HBV en een screening op

HBsAg (14). Meer kennis over HBV en de screening bij zwangerschap, kan tot een meer proactieve

houding van de toekomstige moeders leiden.

Bij het verdere beleid van de zuigeling, idem aan het basis vaccinatieschema, zien wij dat de

kinderen, van wie wij de HBsAg seropositieve moeders hebben kunnen bereiken, allemaal het

volledige vaccinatieschema toegediend kregen. Dit vaccinatieschema wordt voorzien door K&G en

blijft een sterk punt binnen de aanbeveling.

De controle van de antistoftiter gebeurt daarentegen bijna nooit, in beide studies respectievelijk bij

geen of één van de kinderen (tabel 7). Terwijl na de geboorte een goede follow-up voorzien wordt

door K&G, verliest men de kinderen daarna uit follow-up. Wederom is het hier belangrijk om de

moeder goed te informeren over de noodzaak van de antistoftiterbepaling. Op die manier kunnen zij

er mee op toe zien dat deze opvolging gebeurt. Bij het enige kind bij wie de antistoftiterbepaling

gebeurde, was dit op initiatief van de moeder zelf (14). Een andere mogelijkheid is om de

titerbepaling in aansluiting van het vaccinatieschema bij K&G zelf te laten gebeuren.

Page 36: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

30

Dankwoord

Wij willen graag volgende personen bedanken, zonder wie wij deze masterproef niet hadden kunnen

uitvoeren of tot een goed einde brengen.

- Onze promotoren Prof. Dr. Pierre Van Damme en Prof. Dr. Heidi Theeten

- Dr. Van Wiemeersch en de artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen van de dienst

Gynaecologie en Verloskunde van het GZA Sint-Augustinus

- Apr. M. Stalpaert van het AML, dr. Verstraeten van het AZ Monica en dr. Robyns van het AKL

- De moeders die meewerkten aan ons onderzoek

Page 37: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

31

Referenties

1. WHO. Hepatitis B Fact sheet. [Online].; 2013 [cited 2014 april 12. Available from:

http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs204/en/.

2. Goldstein S, et al. A mathematical model to estimate global hepatitis B disease burden and

vaccination impact. International journal of epidemiology. 2005;: p. 34: 1329-1339.

3. Lee C, et al. Hepatitis B immunisation for newborn infants of hepatitis B surface antigen-positive

mothers. Cochrane Database of Systematic Reviews. 2006;: p. 2:CD004790.

4. Marion S, et al. Long-term follow-up of hepatitis B vaccine in infants of carrier mothers. American

Journal of Epidemiology. 1994;: p. 140:734–746.

5. Chang M, et al. Universal hepatitis B vaccination in Taiwan and the incidence of hepatocellular

carcinoma in children. Taiwan Childhood Hepatoma Study Group. New England Journal of

Medicine. 1997;: p. 336:1855–1859.

6. Quoilin S, Hutse V, Vandenberghe H, Claeys F, Verhaegen E, De Cock L, et al. A population-based

prevalence study of hepatitis A, B and C virus using oral fluid in Flanders, Belgium. Eur J

Epidemiol. 2007 Maart;(22(3):195-202).

7. Beutels M, Van Damme P, Aelvoet W, Desmyter J, Dondeyne F, Goilav C, et al. Prevalence of

hepatitis A, B and C in the Flemish population. Eur J Epidemiol.. 1997 April;(13(3):275-80.).

8. Van Damme P, Eylenbosch W, Clara R. Hepatitis B and the newborns-situation in Belgium.

Epidemiology and social community publication, University of Antwerp. 1990;(20).

9. H.G.R. Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid. [Online].; 2004 [cited 2010 December 10.

Available from: http://www.zorg-en-

gezondheid.be/uploadedFiles/NLsite_v2/Ziektes/Vaccinaties/Vaccins_A-

Z/Hepatitis_B/Advies_HGR%20vaccinatie%20zuigeling%20moeder%20Hep%20B.pdf.

10. De Paep D, De Vrieze J. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: literatuurstudie. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, Faculteit geneeskunde;

2011.

11. WHO. Weekly epidemiological record, hepatitis B vaccines. Genève:; 2009.

12. Tormans G, Van Damme P, Carrin G, Clara R, W. E. Cost-effectiveness analysis of prenatal

screening and vaccination against hepatitis B virus--the case of Belgium. Soc Sci Med. 1993 ;: p.

37(2):173-81.

13. Bijkomende informatie beschikbaar op www.nic-ima.be (operationeel vanaf januari 2005):

Reproductieve gezondheid. Intermutualistisch Data-Agentschap. Prenatale raadplegingen en

onderzoeken bij vrouwen die bevallen zijn in het 3de trimester 2002..

14. De Roeck Y, Dockx S. Perinatale hepatitis B transmissie: evaluatie van de screening en het

vaccinatiebeleid in Antwerpen: eindwerk. Wilrijk:; 2012.

Page 38: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

32

15. De Roeck Y, Dockx S. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: literatuurstudie. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, faculteit geneeskunde;

2009.

16. De Roeck Y, Dockx S. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: vorderingsverslag. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, Faculteit geneeskunde;

2010.

17. De Roeck Y, Dockx S. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: paper. Wilrijk: Universiteit Antwerpen, Faculteit geneeskunde; 2011.

18. Gielis E. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie van een

aanbeveling. KUL, UG, UA, VUB, Manama-opleiding jeugdgezondheidszorg; 2010.

19. Ruymbeke M. ZNA. [Online].; 2010 [cited 2011 5 1. Available from: http://www.zna.be/nl-

BE/ZorgVerstrekkers/~/media/Files/Medische%20Diensten/E-

Learning/Presentaties/HA%20JP%20060210%20Perinatale%20screening.ashx.

20. Seuntjens L, Neirinckx J, Van Mackelenbergh A, Van Royten P, Vervaeck N, Jacquemyn Y, et al.

Zwangerschapsbegeleiding. Huisarts Nu. 2006 juni; 35(5).

21. VVOG. Vlaamse vereniging voor obstetrie en gynaecologie. [Online].; 2000 [cited 2011 5 1.

Available from: http://www.vvog.be/artikel?id=29184010,c=104,sectie=browse.

22. Lodewyckx K, Peeters G, Spitz B, Blot S, Temmerman M, Zhang W, et al. Nationale richtlijn

prenatale zorg. Een basis voor een klinisch pad voor de opvolging van zwangerschappen. KCE

reports 6A (D/2004/10.273/13). 2004;: p. 10-12.

23. De Paep D, De Vrieze J. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: vorderingsverslag. Wilrijk:; 2012.

24. De Paep D, De Vrieze J. Beleid bij zuigelingen van moeders die draagster zijn van HBsAg: evaluatie

van een aanbeveling: paper. Wilrijk:; 2013.

25. VlaamseOverheid. Vitalink. [Online].; 2013 [cited 2014 april. Available from:

http://www.vitalink.be/vitaindex.aspx?id=30620&d=zorgverlener.

Page 39: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

33

Bijlagen

1. Adviescommissie medische ethiek van de Universiteit Antwerpen (goedkeuring 06/04/2009)

2. Ethische commissie van GZA (goedkeuring 08/11/2011)

3. Ethische commissie van GZA (goedkeuring 08/02/2013)

4. Brief en informed consent voor HBsAg positieve moeders (Nederlandstalige versies)

5. Protocol voor telefonisch contact met HBsAg positieve moeders (Nederlandstalige versie)

6. Vragenlijst en protocol huisbezoek bij HBsAg positieve moeders (Nederlandstalige versie)

Page 40: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,
Page 41: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,
Page 42: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,
Page 43: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,
Page 44: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,
Page 45: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Faculteit Geneeskunde Vaccin & Infectieziekten Instituut VAXINFECTIO

VAXINFECTIO, UNIVERSITEITSPLEIN 1, 2610 ANTWERPEN

Referentiecentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie voor Preventie en Controle van infectieziekten

Centrum voor de evaluatie van vaccinaties CEV Universiteit Antwerpen Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1

B-2610 Antwerpen +32-(0)472-400.939 +32-(0)3-2652640

DATUM

BIJLAGE

Betreft: Onderzoek over het testbeleid naar hepatitis B tijdens de zwangerschap.

Geachte, Met deze brief willen wij U graag uitnodigen voor het onderzoek over het testbeleid naar hepatitis B tijdens de zwangerschap. Allereerst vermelden wij dat dit onderzoek past in het kader van het eindwerk van Jelena De Vrieze en Diedert De Paep, beiden student geneeskunde aan de Universiteit Antwerpen. Prof. Dr. Pierre Van Damme, diensthoofd van het Vaccin en infectieziekten instituut Vaxinfectio, is de promotor van dit eindwerk. Prof. Dr. Heidi Theeten is de begeleider van dit eindwerk. Het hepatitis B virus veroorzaakt een ontsteking van de lever (hepatitis), in de volksmond ook wel geelzucht genoemd. Slechts één op de drie mensen met hepatitis B ondervindt hiervan klachten. In één geval op negen wordt het virus niet uit het lichaam verwijderd, en wordt iemand ‘drager’. Bij ‘dragers’ blijft het virus in het lichaam aanwezig waardoor zij anderen kunnen besmetten. Een klein deel van de ‘dragers’ houdt er een blijvende ontsteking van de lever aan over, die ernstige klachten kan veroorzaken. In België schat men dat 0,7% van de volwassenen drager is. Hepatitis B is zeer besmettelijk. Het virus bevindt zich in lichaamsvloeistoffen zoals sperma, vaginaal vocht of bloed. Als een zwangere vrouw hepatitis B in het bloed heeft, is de kans groot dat ze het virus tijdens of vlak na de geboorte aan haar kind doorgeeft. Om die reden adviseert de Hoge Gezondheidsraad dat alle zwangere vrouwen getest worden op hepatitis B dragerschap. Bij geboorte kan dan vlug gehandeld worden om het risico op overdracht van moeder op kind zo klein mogelijk te maken.

De artsen van de dienst gynaecologie en verloskunde van het Sint - Augustinus ziekenhuis in Antwerpen nemen deel aan de uitvoering van dit onderzoek. Met dit onderzoek willen we nagaan hoe in Vlaanderen dragerschap van hepatitis B tijdens de zwangerschap wordt opgespoord en of dit overeenstemt met de huidige geformuleerde adviezen. Om hierop een antwoord te vinden hebben we gegevens nodig over Uw zwangerschap. Wij zouden U zeer dankbaar zijn indien U aan dit onderzoek wenst deel te nemen.

Page 46: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Wij zullen U telefonisch contacteren om een afspraak te maken om U te bezoeken. Wij zullen U enkele vragen stellen in verband met Uw zwangerschap, bevalling en uw kind geboren in 2010. Dit zal niet langer duren dan 15-30 minuten. Indien U niet wenst deel te nemen aan dit onderzoek, gelieve ons dit mee te delen per post of mail, of wanneer wij u telefonisch contacteren. Indien U graag nog wat meer uitleg ontvangt, aarzel dan niet om ons nu alvast te contacteren of meer uitleg te vragen tijdens het telefonisch contact.

Wij danken U alvast voor Uw medewerking. Met vriendelijke groeten,

Diedert De Paep en Jelena De Vrieze

Professor dr. Heidi Theeten

p/a VAXINFECTIO

Vaccin & Infectieziekten Instituut

Universiteit Antwerpen

Campus Drie Eiken

Universiteitsplein 1

B-2610 Antwerpen

e-mail: [email protected]

[email protected]

Dr. J. Van Wiemeersch (Diensthoofd Gynaecologie en Verloskunde, Sint-Augustinus Ziekenhuis, Antwerpen) Diedert De Paep (Student, Faculteit Geneeskunde, Universiteit Antwerpen)

Prof. Dr. Pierre Van Damme (Hoofd Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties, Universiteit Antwerpen, Wilrijk) Jelena De Vrieze (Studente, Faculteit Geneeskunde, Universiteit Antwerpen)

Page 47: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Evaluatie van een aanbeveling rond het testen van hepatitis B bij de zwangere vrouw en de verdere opvolging na de geboorte

-Pagina 1 van 5-

Informatie- en toestemmingsformulier Evaluatie van een aanbeveling rond het testen van hepatitis B bij de zwangere vrouw en de verdere

opvolging na de geboorte Beste deelnemer,

U wordt gevraagd om deel te nemen aan een wetenschappelijke studie. Voordat U beslist om deel te

nemen aan deze studie, willen wij U graag informeren over het waarom van deze studie, alsook uitleggen

wat deze studie juist inhoudt. Dit document geeft een beknopte toelichting i.v.m. dit onderzoek.

Neem rustig de tijd om dit document aandachtig te lezen en aarzel niet om vragen te stellen aan de

onderzoeker(s) indien er U iets niet duidelijk is of wanneer U meer informatie wenst omtrent een bepaald

aspect van het onderzoek.

1. Inleiding

Hepatitis B is een ontsteking van de lever (hepatitis), die wordt veroorzaakt door het hepatitis B virus. Het is een wereldwijd gezondheidsprobleem en een ernstige vorm van virale hepatitis, die kan leiden tot chronische leverontsteking met verhoogd risico op levercirrose en leverkanker. De meeste mensen die geïnfecteerd zijn met hepatitis B ondervinden hiervan geen klachten. Als er wel ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dit meestal één tot zes maanden na de besmetting. Als iemand ziek wordt van hepatitis B, wordt dit ook wel acute hepatitis B genoemd. Een hepatitis B-patiënt is pas genezen als de klachten verdwenen zijn en als er beschermende antistoffen in het bloed aanwezig zijn. 5 tot 10% van de volwassenen die geïnfecteerd zijn met hepatitis B wordt drager. Bij hen blijft het virus aanwezig in het lichaam en worden er geen antistoffen gevormd. Dragers zijn meestal klachtenvrij, maar kunnen anderen wel besmetten. Bij sommige dragers ontwikkelt zich een langdurige leverontsteking (chronische hepatitis), met of zonder klachten. Uiteindelijk kan dit leiden tot ernstige schade aan de lever. Baby’s die rond de geboorte door hun moeder geïnfecteerd werden, hebben een grotere kans drager te worden van het virus. Om die reden wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen in industrielanden alle zwangere vrouwen te testen op dragerschap voor hepatitis B. Bij een positieve test kan dan een aangepaste interventie starten vanaf de geboorte van het kind om het risico op overdracht van moeder op kind zo laag mogelijk te houden.

2. Doel van de studie

In deze studie worden de 2 luiken van de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie bestudeerd.

In het eerste luik bekijken we of de vrouw in haar zwangerschap getest werd voor hepatitis B en welke

factoren het al dan niet uitvoeren van de test beïnvloeden. Uit de resultaten van ons onderzoek willen we

leren bij welke zwangere vrouwen de aanbeveling van de WHO wel of niet gevolgd wordt en waarom. We

kunnen dan gerichte acties voorstellen om meer zwangere vrouwen te kunnen screenen op hepatitis B.

Wanneer de moeder een positief testresultaat had voor hepatitis B, gaan we in het tweede luik nakijken

hoe de verdere opvolging bij het kind gebeurde. Ook hier willen we leren bij welke kinderen de

aanbeveling van de WHO wel of niet gevolgd wordt en waarom. Zo kunnen we ook voor deze kinderen

gerichte acties voorstellen zodat alle kinderen geboren bij hepatitis B positieve moeders de nodige

vaccinaties en opvolging krijgen.

Page 48: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Evaluatie van een aanbeveling rond het testen van hepatitis B bij de zwangere vrouw en de verdere opvolging na de geboorte

-Pagina 2 van 5-

3. Verloop van de studie

Wij zullen u binnenkort telefonisch opbellen om te vragen om mee te werken aan onze studie. U kan

kiezen hier al dan niet aan deel te nemen. Indien U instemt met deelname aan het onderzoek, zullen wij

samen met U een vragenlijst invullen. Wij zullen enkele algemene vragen stellen in verband met uw

zwangerschap, of u weet of u getest bent voor hepatitis B of niet en of u het resultaat zelf kent. We

stellen ook enkele vragen over de geboorte, de algemene gezondheid en de vaccinatiegegevens van uw

kind geboren in 2010. We zullen ook enkele vragen stellen in verband met uw algemene gezondheid, uw

gezins- en werksituatie, omdat we uit onderzoek weten dat deze kenmerken verband kunnen hebben

met deelname aan screening en vaccinaties.

Wij zullen bovendien Uw toestemming vragen om informatie op te vragen bij Uw toenmalig behandelde

arts indien dit nodig zou blijken.

We willen hierbij benadrukken dat U op geen enkele vraag verplicht bent te antwoorden en dat U Uw

deelname aan de bevraging op elk moment kunt stopzetten.

4. Wat zijn uw rechten als deelnemer?

Uw deelname aan deze studie is volledig vrijwillig. U mag om eender welke reden weigeren deel te

nemen. Als U ervoor kiest om deel te nemen, kunt U Uw deelname op elk gewenst tijdstip en om elke

willekeurige reden beëindigen, zonder verdere gevolgen.

5. Mogelijke risico’s en nevenwerkingen

Er zijn geen risico’s of nevenwerkingen verbonden aan dit onderzoek.

6. Vertrouwelijkheid en toegang tot gegevens

Alle gegevens zullen strikt vertrouwelijk behandeld worden. De studiegegevens zullen zowel op papier,

als elektronisch bewaard worden en dit voor 7 jaar. Dit gebeurt geheel vertrouwelijk – in het kader van de

toegepaste wetgeving – en is dus niet toegankelijk voor het publiek. Uw identiteit zal ook anoniem

blijven, ook in geval van publicatie van de studie of voorstelling op wetenschappelijke congressen.

Bij ondertekening van het toestemmingsformulier gaat U akkoord met het gebruik van Uw gegevens

zoals hier werd beschreven en geeft U tevens Uw toestemming voor vrijwillige deelname aan dit

onderzoek. Dit akkoord is ook een bevestiging dat U in een voor U verstaanbare taal werd geïnformeerd

over de aard en het doel van deze studie.

We verwijzen hierbij naar de Wet inzake experimenten op de menselijke persoon die op 7 MEI 2004 van

kracht ging.

7. Vergoeding

Deze studie is van niet commerciële aard en wordt niet gefinancierd. In het kader van deze studie wordt

er geen vergoeding voorzien.

Page 49: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Evaluatie van een aanbeveling rond het testen van hepatitis B bij de zwangere vrouw en de verdere opvolging na de geboorte

-Pagina 3 van 5-

8. Contactpersoon

Indien er voor U nog onduidelijkheden zijn, aarzel dan niet contact op te nemen met de onderzoekers:

Diedert De Paep en Jelena De Vrieze

Professor dr. Heidi Theeten

p/a VAXINFECTIO

Vaccin & Infectieziekten Instituut

Universiteit Antwerpen

Campus Drie Eiken

Universiteitsplein 1

B-2610 Antwerpen

e-mail: [email protected]

[email protected]

Page 50: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Evaluatie van een aanbeveling rond het testen van hepatitis B bij de zwangere vrouw en de verdere opvolging na de geboorte

-Pagina 4 van 5-

Toestemmingsformulier tot deelname van moeder

Er werd mij aangeboden deel te nemen aan een epidemiologisch onderzoek naar de evaluatie van de

aanbevelingen rond het beleid bij zuigelingen van moeders die draagsters zijn van hepatitis B. De

doelstellingen en het verloop van de studie werden mij duidelijk gemaakt.

Het protocol van de studie werd goedgekeurd door de Ethische Commissie van Universiteit Antwerpen

en van de GZA ziekenhuizen.

Ik bevestig dat ik alle informatie omtrent de voor- en nadelen van deze studie heb verkregen via het

informatieformulier in bijlage. Ik heb dit document gelezen en vind dat ik voldoende tijd heb gekregen

om mijn beslissing te overwegen. Ik heb de gelegenheid gekregen vragen te stellen en al mijn vragen

werden voldoende beantwoord.

Ik zal een kopie van dit formulier ontvangen na ondertekening en het origineel zal opgenomen worden in

het archief van dit onderzoekscentrum, voor de duur van 7 jaar.

Ik ben er mij van bewust dat ik mijn deelname op elke moment kan onderbreken op mijn aanvraag

zonder verdere verantwoording.

Ik ben er mij van bewust dat de gegevens verzameld tijdens de studie strikt vertrouwelijk zijn en geef de

toestemming aan de onderzoekers om deze anonieme gegevens te gebruiken voor analyse en

rapportering. Ik begrijp dat ik het recht heb om mijn gegevens in te kijken en veranderingen te vragen

indien nodig.

Ik ben akkoord om een vragenlijst in te vullen en mijn gegevens te verwerken in de studie. Ik geef

bovendien toestemming aan de onderzoekers om mijn behandelende arts te contacteren in verband met

deze informatie, moest dit nodig blijken. .

Ik,

...................................................................................................................................................................

Geef hierbij de toestemming voor mijn deelname aan deze studie.

Naam van de onderzoeker Handtekening:

Datum:

Naam van de deelnemer Handtekening:

Datum:

Page 51: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Evaluatie van een aanbeveling rond het testen van hepatitis B bij de zwangere vrouw en de verdere opvolging na de geboorte

-Pagina 5 van 5-

Toestemmingsformulier voor de ouder(s) tot deelname van kind

Er werd mij aangeboden mijn kind te laten deelnemen aan een epidemiologisch onderzoek naar de

evaluatie van de aanbevelingen rond het beleid bij zuigelingen van moeders die draagsters zijn van

hepatitis B. De doelstellingen en het verloop van de studie werden mij duidelijk gemaakt.

Het protocol van de studie werd goedgekeurd door de Ethische Commissie van Universiteit Antwerpen

en van de GZA ziekenhuizen.

Ik bevestig dat ik alle informatie omtrent de voor- en nadelen van deze studie heb verkregen via het

informatieformulier in bijlage. Ik heb dit document gelezen en vind dat ik voldoende tijd heb gekregen

om mijn beslissing te overwegen. Ik heb de gelegenheid gekregen vragen te stellen en al mijn vragen

werden voldoende beantwoord.

Ik zal een kopie van dit formulier ontvangen na ondertekening en het origineel zal opgenomen worden in

het archief van dit onderzoekscentrum, voor de duur van 7 jaar.

Ik ben er mij van bewust dat ik mijn deelname op elke moment kan onderbreken op mijn aanvraag zinder

verder verantwoording.

Ik ben er mij van bewust dat de gegevens verzameld tijdens de studie strikt vertrouwelijk zijn en geef de

toestemming aan de onderzoekers om deze anonieme gegevens te gebruiken voor analyse en

rapportering. Ik begrijp dat ik het recht heb om de gegevens van mijn kind in te kijken en veranderingen

te vragen indien nodig.

Ik ben akkoord om een vragenlijst in te vullen en mijn gegevens te verwerken in de studie. Ik geef

bovendien toestemming aan de onderzoekers om mijn behandelende arts te contacteren in verband met

deze informatie, moest dit nodig blijken.

Ik,

...................................................................................................................................................................

Geef hierbij de toestemming voor deelname van mijn kind aan deze studie

Naam van de onderzoeker Handtekening:

Datum:

Naam van de deelnemer Handtekening:

Datum:

Page 52: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders

-Pagina 1 van 2-

Protocol telefonische afspraak NEDERLANDSE VERSIE

‘Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van HBsAg:

evaluatie van een aanbeveling’

Bijlage 5

GEGEVENS MOEDER EN KIND:

1. Naam interviewer: ________________________________________________________

2. Datum interview:

______/______/________ (dag) (maand) (jaar)

3. Telefoonnummer:

Vast: /

Gsm: /

4. Adres: _______________________

_______________________

5. Datum en uur afspraak: ________________________

________________________

Naam moeder:

Voornaam moeder:

Adres:

Naam kind:

Voornaam kind:

Geboortedatum:

Page 53: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders

-Pagina 2 van 2-

SCRIPT:

Goedemorgen/middag/avond, U spreekt met ___________ van het Centrum voor Evaluatie van

Vaccinatie van de Universiteit Antwerpen. U hebt wellicht ondertussen van ons een brief

ontvangen met daarin informatie over een wetenschappelijke onderzoek. Dit onderzoek handelt

over de hepatitis B testen tijdens uw zwangerschap en de opvolging ervan. We ondervragen

hierbij vrouwen die in 2010 bevallen zijn in het Sint-Augustinusziekenhuis in Wilrijk. Dit gebeurt

met het akkoord van het ziekenhuis en van uw gynaecoloog.

Wij hadden graag uw medewerking gevraagd voor het invullen van een vragenlijst. Deze

vragenlijst bestaat uit enkele algemene vragen, enkele vragen over de zwangerschap, enkele

vragen over de geboorte van uw kind en de vaccinaties die uw kind kreeg in het eerste jaar. De

vragenlijst is niet zo gemakkelijk en we hadden graag het boekje van kind en gezin in gekeken.

Daarom hadden wij graag met u een afspraak bij uw thuis gemaakt om de vragenlijst te

overlopen. Bent u hiertoe bereid?

Indien de persoon toestemt, vraag dan: Past het voor u dat wij volgende week ergens

langskomen? Zo ja, wanneer?

Exacte datum: _______________________

Uur: _______________________

Wat is uw adres? (controleren met gegevens uit dossier)

_______________________

Indien de persoon weigert, vraag dan: Bent u bereid dezelfde vragenlijst die wij bij een

huisbezoek zouden overlopen, telefonisch te overlopen?

Zo ja,

Past dit nu of kan ik terugbellen op een tijdstip dat u beter past?

Zo nee,

Wij danken u voor uw tijd. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze studie, dan kunt u

altijd contact opnemen met ons onderzoeksteam. Wij zullen u zo goed mogelijk helpen. De

contactgegevens staan vermeld op de u toegezonden brief.

Om bij alle anderen af te sluiten: Wij danken u voor uw tijd en medewerking aan deze studie. Wij

zullen uw gegevens zeer zorgvuldig bewaren en zorg dragen voor uw privacy. Mocht u vragen of

opmerkingen hebben omtrent de vragen die wij hebben gesteld dan kunt u altijd contact

opnemen met ons onderzoeksteam. Wij zullen u zo goed mogelijk helpen. De contact gegevens

staan vermeld op de u toegezonden brief.

Op onze afspraak hadden wij graag ook het boekje van kind en gezin ingekeken van uw kind

geboren in 2010. Het zou fijn zijn als u dat al had klaarliggen wanneer wij langskomen.

Bedankt en tot _______________________ (afspraak herhalen) aan huis/ telefoon

Page 54: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 1 van 10-

Protocol huisbezoek

‘Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van HBsAg:

evaluatie van een aanbeveling’

Bijlage 6

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS OUDERS:

1. Naam interviewer: ________________________________________________________

2. Datum interview:

______/______/________

(dag) (maand) (jaar)

3. Telefoonnummer:

Vast: /

Gsm: /

4. Adres: _______________________

_______________________

5. Huidige huisarts en adres: : _______________________

_______________________

Naam moeder:

Voornaam moeder:

Adres:

Naam vader:

Voornaam vader:

Geboortedatum:

Page 55: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 2 van 10-

SCRIPT:

Alvast bedankt voor uw tijd en medewerking aan deze studie. Wij zullen uw gegevens zeer zorgvuldig

bewaren en zorg dragen voor uw privacy.

Om te beginnen zullen we u kort enkele algemene vragen stellen zodat wij ons een beeld kunnen

vormen van wie u bent en wat u doet.

6. Hoe ziet de huidige gezinssituatie er uit?

1. 2-oudergezin 2. 1-oudergezin

7. Wat is de samenstelling van uw gezin?: Bestaat uw gezin uit

1. moeder: geboortedatum: _____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

2. vader: geboortedatum: _____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

3. aantal kinderen in het gezin, bij de geboorte van het betrokken kind, inclusief het

ondervraagde kind: _____

(indien wisselend aantal kinderen, het grootste aantal)

4. het hoeveelste kind was het betrokken kind in het gezin, op het moment van zijn/haar

geboorte:

1e 2

e 3

e 4

e 5

e 6

e Andere, nl._____

8. Wat is het geboorteland van de ouders en de grootouders?

Vader: België Niet België : ___________________________

Vader van vader: België Niet België : ___________________________

Moeder van vader: België Niet België : ___________________________

Moeder: België Niet België : ___________________________

Vader van moeder: België Niet België : ___________________________

Moeder van moeder: België Niet België : ___________________________

9. Wat is het hoogst behaalde diploma van de moeder?

1. Geen 2. Basisonderwijs 3. Beroepsonderwijs 4. Lager secundair onderwijs (ASO, TSO, KSO) 5. Hoger secundair onderwijs (ASO, TSO, KSO)

(inclusief 7e specialisatiejaar)

6. Hoger niet-universitair onderwijs 7. Universitair onderwijs 8. Andere, nl. __________________________________________ 9. Ik weet het niet.

Page 56: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 3 van 10-

10. Wat is de huidige werksituatie van de moeder?

1. Voltijds werk 2. Deeltijds werk 3. Zelfstandige 4. Betaald werk, tijdelijk onderbroken

(ouderschapsverlof, tijdskrediet, zorgverlof, …)

5. Thuis met uitkering (invalide, werkzoekende, …)

6. Thuis zonder uitkering 7. Studie 8. Geen werk 9. Andere (vb gepensioneerd)

Specifieer: ________________________________________

10. Ik weet het niet.

11. Hoe vaak hebt u in de laatste 12 maanden voor eigen ziekte of problemen contact gehad met:

a. de huisarts 1. Geen enkele keer 2. 1 – 5 keer 3. 6 – 10 keer 4. meer dan 10 keer

b. een specialist 1. Geen enkele keer 2. 1 – 5 keer 3. 6 – 10 keer 4. meer dan 10 keer

c. Andere (kinesist, homeopaat, …): 1. Geen enkele keer 2. 1 – 5 keer 3. 6 – 10 keer 4. meer dan 10 keer Zo ja, specifieer:___________________________________

Page 57: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 4 van 10-

SCRIPT:

Ons onderzoek evalueert het testbeleid bij de zwangere vrouw. Daarom hadden wij graag volgende

informatie van u gehad:

12. Tijdens deze zwangerschap werd u opgevolgd door:

1. huisarts 2. gynaecoloog 3. steunpunt Kind en Gezin 4. andere 5. Geen 6. Ik weet het niet

13. Werd u tijdens uw zwangerschap getest op infectieziekten?

1. neen 2. ja,

a. vóór de zwangerschap b. tijdens het eerste trimester c. tijdens het tweede trimester d. tijdens het derde trimester

3. Ik weet het niet

SCRIPT:

Bij de volgende vraag is er plaats gelaten om het antwoord van de deelneemster te noteren. Als de

deelneemster antwoordt dat de ‘screening OK was’, moet je goed nagaan wat de deelneemster

hiermee bedoelt.

14. Kent u de uitslag van de test naar hepatitis B (geelzucht)?

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

1. Neen 2. Ja

a. ‘Ik had geen hepatitis B’ (negatief) b. ‘Ik had wel hepatitis B’(positief)

3. Ik weet het niet

Page 58: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 5 van 10-

SCRIPT:

Controleer, indien mogelijk, het antwoord op vraag 14 met de gegevens die je reeds hebt uit het

kraamdossier.

Indien de moeder weet dat screening op hepatitis B positief was, leid dan het tweede deel van de

vragenlijst als volgt in: U had een positieve screening op hepatitis B. Om ook het beleid bij de geboorte

en het vaccinatiebeleid bij uw kind te evalueren, hadden wij graag uw medewerking bij het tweede deel

van onze vragenlijst. Deze vragenlijst bevat vragen over de zwangerschap en de geboorte van uw kind,

evenals de vaccinaties die uw kind in het eerste levensjaar toegediend kreeg. Deze vragenlijst is

uitgebreider en we zouden daarvoor ook graag het vaccinatieboekje van uw kind inkijken. Kan u dit er

even bijhalen?

Ga vervolgens naar vraag 16.

Page 59: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 6 van 10-

Indien de moeder niet weet wat het resultaat was van de screening of indien er

tegenstrijdigheden zijn tussen het antwoord van de deelneemster en de gegevens waarover u

beschikt, vervolledig de vragenlijst dan NIET en SLUIT AF.

Dit was de laatste vraag van onze vragenlijst.

Hebt U nog opmerkingen bij of vragen over deze vragenlijst of over uw deelname aan deze studie?

15. Opmerkingen:

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

………

Indien mevrouw zelf vraagt naar het resultaat van de screening, raden we haar aan contact op te

nemen met haar gynaecoloog of de huisarts. Zelf brengen we de gynaecoloog en de huisarts, van

wie we de contactgegevens in het begin nagevraagd hebben, van het positieve resultaat op de

hoogte.

Wij danken u voor uw tijd en medewerking aan deze studie. Wij zullen uw gegevens zeer zorgvuldig

bewaren en zorg dragen voor uw privacy. Mocht u vragen of opmerkingen hebben omtrent de vragen die

wij hebben gesteld dan kunt u altijd contact opnemen met ons onderzoeksteam. De contact gegevens

staan vermeld op de u toegezonden brief. Wij zullen u zo goed mogelijk helpen.

Page 60: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 7 van 10-

16. Zwangerschap:

a. Hoe verliep uw zwangerschap? : (Het gaat enkel over de zwangerschap van het betrokken kind.) 1. Normaal 2. Infecties

Specifieer:________________________________________________

3. Verwikkelingen Suikerziekte

Voortijdige weeën

Hoge bloeddruk

Bloedingen

Andere, nl. __________________________________________

4. Gebruikte u tijdens de zwangerschap: Medicatie op eigen initiatief

Medicatie op voorschrift

Drugs

Alcohol

Roken

Andere, nl. __________________________________________

b. Duur van deze zwangerschap: 1. < 37 weken 2. 38 – 41 weken 3. > 42 weken 4. Ik weet het niet

Maar uitgerekende bevallingsdatum was __________________________

c. De bevalling : 1. begon spontaan: Ja Neen Ik weet het niet 2. werd ingeleid: Ja Neen Ik weet het niet 3. was onder epidurale verdoving: Ja Neen Ik weet het niet

4. kende verwikkelingen (zuignap/ tang, …) Ja Neen Ik weet het niet

Zo ja, specifieer: ____________________________________

5. was een keizersnede: hiervoor had u zelf gekozen: (= electieve keizersnede)

Ja Neen Ik weet het niet

dit was de beslissing van de dokter: (= spoedkeizersnede)

Ja Neen Ik weet het niet

d. Na de geboorte verbleef u ______________dagen op de kraamafdeling.

Page 61: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 8 van 10-

SCRIPT:

In het laatste deel hadden wij u graag meer informatie gevraagd over _____________ (naam kind).

Indien de moeder het kindboekje (Kind en Gezin) heeft, kan zij dit er best even bijhalen.

17. Kind: a. Geslacht: meisje jongen b. Geboortegewicht: _________________(gram) c. Tijdens het eerste levensjaar werd uw kind opgevolgd door:

1. Huisarts 2. Pediater 3. Kind en Gezin 4. Andere

Specifieer:________________________________________________

d. Werd uw kind bij de geboorte gevaccineerd tegen hepatitis B?

Ja Neen Ik weet het niet

Zo ja: Datum van 1° vaccinatie: ____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

Uur van 1° vaccinatie: _____ : ______

(uur) (min)

Naam van het vaccin?:______________________________________

Plaats van toediening:

rechter dijbeenspier

linker dijbeenspier

rechter bovenarmspier

linker bovenarmspier

andere, nl. ______________________________________

e. Kreeg uw kind bij de geboorte antistoffen/specifieke immuunglobulinen tegen hepatitis B toegediend?:

Ja Neen Ik weet het niet

Zo ja: Datum van toediening: ____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

Uur van toediening: _____ : ______

(uur) (min)

Dosis: _______ml of ______IE

Plaats van toediening:

rechter dijbeenspier

linker dijbeenspier

rechter bovenarmspier

linker bovenarmspier

andere, nl. ______________________________________

Page 62: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 9 van 10-

f. Vaccinatiegegevens: a. Hebt u uw kind laten vaccineren?

nee

ja, door: huisarts

kinderarts

kind en gezin

andere, nl. _______________________________

b. Wie beschikt volgens u over de meest volledige vaccinatiegegevens van uw kind? huisarts

kinderarts

kind en gezin

andere, nl. _______________________________

Contactgegevens van arts buiten Kind&Gezin waar de vaccinatiegegevens

opgevraagd kunnen worden:

Dr.____________________________________________________________

Adres:_________________________________________________________

_________________________________________________________

Telefoonnummer:________________________________________________

c. Toediening hepatitis B vaccin als zuigeling: (onderdeel van het zesvoudig, hexavalent, vaccin: Infanrix Hexa)

1. 2e Hepatitis B vaccinatie :

a. Datum: : ____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

b. Door: huisarts kinderarts

kind en gezin

andere, nl. ________________________

2. 3e Hepatitis B vaccinatie:

a. Datum: : ____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

b. Door: huisarts kinderarts

kind en gezin

andere, nl. ________________________

3. 4e Hepatitis B vaccinatie:

a. Datum: : ____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

b. Door: huisarts kinderarts

kind en gezin

andere, nl. ________________________

Page 63: Beleid bij zuigelingen van moeders die drager zijn van ... · HBsAg screening was not performed or not documented in the hospital records for a substantial part of the studied population,

Vragenlijst ouders -Pagina 10 van 10-

4. 5e Hepatitis B vaccinatie:

a. Datum: : ____ /_____ /_____ (dag) (maand) (jaar)

b. Door: huisarts kinderarts

kind en gezin

andere, nl. ________________________

d. Werd er 1 maand na laatste dosis van hepatitis B vaccin een bloedstaal afgenomen bij uw kind om de doeltreffendheid van de vaccinatie te testen?:

neen

ja : 1. Datum: : ____ /_____ /_____

(dag) (maand) (jaar)

2. Door: huisarts

kinderarts

kind en gezin

andere, nl. ________________________

3. Resultaat: >10mIE/ml

< 10mIE/ml en geen nieuwe vaccinaties

< 10mIE/ml en wél nieuwe vaccinaties (aantal:

_______)

laatste dosis vaccin is nog niet gegeven.

SCRIPT

Dit was de laatste vraag van onze vragenlijst.

Hebt U nog opmerkingen bij of vragen over deze vragenlijst of over uw deelname aan deze studie?

18. Opmerkingen:

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………

………

Wij danken u voor uw tijd en medewerking aan deze studie. Wij zullen uw gegevens zeer zorgvuldig

bewaren en zorg dragen voor uw privacy. Mocht u vragen of opmerkingen hebben omtrent de vragen die

wij hebben gesteld dan kunt u altijd contact opnemen met ons onderzoeksteam. De contact gegevens

staan vermeld op de u toegezonden brief. Wij zullen u zo goed mogelijk helpen.