Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment...

53
DE VRIES INVESTMENT SERVICES February 7, 2018 Opgesteld door: ing. Jan de Vries RBA Beleggingsfilosofie De Vries Investment Services

Transcript of Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment...

Page 1: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

DE VRIES INVESTMENT SERVICES

February 7, 2018

Opgesteld door: ing. Jan de Vries RBA

Beleggingsfilosofie

De Vries Investment Services

Page 2: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

1

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beleggingsfilosofie

De Vries Investment Services

Inhoud HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN ........................................................................................................................... 2

WETENSCHAPPELIJKE INZICHTEN ....................................................................................................................3

PORTEFEUILLE SELECTIE (PORTFOLIO SELECTION, HARRY MARKOWITZ; JOURNAL OF FINANCE (1952) ............ 4

CAPITAL ASSET PRICES MODEL (CAPM) – EEN THEORIE OVER MARKTEVENWICHT ONDER VOORWAARDEN VAN GENOMEN

RISICO (WILLIAM SHARPE; JOURNAL OF FINANCE (1964) ............................................................................ 4

THE BEHAVIOUR OF STOCK MARKET PRICES (EUGENE FAMA; JOURNAL OF BUSINESS (1965) ........................... 4

PROSPECT THEORY: AN ANALYSIS OF DECISION UNDER RISK ( DANIEL KAHNEMAN AND AMOS TVERSKY; THE ECONOMIC

JOURNAL (1979) ................................................................................................................................. 5

DETERMINANTS OF PORTFOLIO PERFORMANCE (GARY P. BRINSON, L. RANDOLPH HOOD AND GILBERT L. BEEBOWER;

THE FINANCIAL ANALYSTS JOURNAL (1986) ........................................................................................... 5

SIZE AND BOOK-TO-MARKET FACTORS IN EARNINGS AND RETURNS (EUGENE FAMA AND KENNETH FRENCH; JOURNAL OF

FINANCE (1994) ................................................................................................................................. 6

MARKET TIMING ABILITY AND VOLATILITY IMPLIED IN INVESTMENT NEWSLETTER ASSET ALLOCATION RECOMMENDATIONS (

JOHN GRAHAM AND CAMPBELL HARVEY; NATIONAL BUREAU OF ECONOMIC RESEARCH PAPER #4890 (1994) . 7

VALUE VERSUS GROWTH : THE INTERNATIONAL EVIDENCE (EUGENE FAMA AND KENNETH FRENCH; JOURNAL OF FINANCE

(1998) ............................................................................................................................................... 7

FALSE DISCOVERIES IN MUTUAL FUND PERFORMANCE: MEASURING LUCK IN ESTIMATING ALPHAS (LAURNET BARRAS,

OLIVIER SCAILLET AND RUSS WERMERS; JOURNAL OF FINANCE (2010) ........................................................ 7

THE ARITHMETIC OF INVESTMENT EXPENSES(WILLIAM F. SHARPE, FINANCIAL ANALYSTS JOURNAL, 1991) ...... 8

BELEGGINGSFILOSOFIE ................................................................................................................................. 9

RENDEMENTSBRONNEN .............................................................................................................................. 23

BEOORDELEN VAN RISICO, ALLOCATIE EN PORTEFEUILLESAMENSTELLING ........................................................... 35

BEOORDELEN EN SELECTEREN VAN FONDSEN ................................................................................................ 44

BIJLAGE 2: INFORMATIEBLAD EN HERZIENINGEN ............................................................................................. 52

Page 3: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

2

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Hoofdstuk 1. Algemeen De informatie in dit document is het resultaat van het onderzoek dat is uitgevoerd door onze

beleggingscommissie. Onze beleggingscommissie komt regelmatig samen om ervoor te zorgen dat de informatie

actueel en relevant blijft.

Al sinds onze oprichting in 2005 geloven we dat een onafhankelijke status een belangrijk aspect is om u de meest

optimale service te kunnen bieden. Dat betekent dat De Vries Investment Services al sinds haar oprichting:

1. Alleen gelden ontvangt van haar cliënten;

2. Continue op zoek is naar de best mogelijke beleggingsoplossingen voor haar cliënten;

3. Continue probeert alle kosten voor haar cliënten te minimaliseren;

4. Continue probeert haar eigen kosten te minimaliseren;

5. U onafhankelijk en objectief zal adviseren.

De informatie die u vindt in onze beleggingsfilosofie is gebaseerd op een zeer uitgebreide en onafhankelijke

analyses over de werking van de financiële markten.

Page 4: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

3

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

beleggingsfilosofie is volledig gebaseerd op wetenschappelijke literatuur.

Wetenschappelijke literatuur kan de volgende soorten publicaties behelzen:

Primaire publicaties

artikelen in vaktijdschriften (journals)1

boeken, geschreven door een of enkele auteurs

bijdragen uit geredigeerde bundels, d.w.z. bundels met wetenschappelijke opstellen, gepubliceerd onder verantwoordelijkheid van een wetenschappelijke redactie

voordrachten of posters op congressen

rapporten van overheidsinstellingen, regeringen of door overheden ingestelde commissies

sommige publicaties op internet

Secundaire publicaties

artikelen op basis van literatuuronderzoek (meta-analyses, systematische reviews, literatuuroverzichten)

bestanden met verwijzingen naar primaire en/of secundaire publicaties

Uitgevers van wetenschappelijke publicaties

Wetenschappelijke literatuur wordt uitgegeven door wetenschappelijke uitgeverijen (vaak een universiteitsuitgeverij) of

door wetenschappelijke instituten of organisaties (met name de technische rapporten).

Er bestaan ook wetenschappelijke publicaties die door de auteur zelf in eigen beheer zijn uitgegeven, maar die staan in de

regel minder hoog in aanzien, omdat zij niet door vakgenoten vooraf beoordeeld zijn.

Het belang van publicaties varieert tussen de verschillende wetenschappelijke disciplines en verandert met de tijd.

Tegenwoordig worden de publicaties in collegiaal getoetste vaktijdschriften het hoogst gewaardeerd; hun relatieve

waarde kan afgeleid worden uit de citatie-index (C.I.), zij het dat daar ook ernstige kanttekeningen bij gemaakt kunnen

worden: artikelen over bijzonder gespecialiseerde onderwerpen zullen daarin minder vaak voorkomen dan bijvoorbeeld

overzichtsartikelen. Werkverslagen en webpublicaties worden gewaardeerd als laagste op de ladder.

Uiteindelijk is het niet de vorm, maar de inhoud die belangrijk is. Er moet aan verscheidene vereisten voldaan zijn

alvorens een publicatie beschouwd kan worden als deel uitmakend van 'de literatuur':

De inhoud moet door anderen met een gelijkwaardige voorkennis gecontroleerd worden (collegiale toetsing).

Werkrapporten en publicaties op internet behoren daarom vaak niet tot de wetenschappelijke literatuur, tenzij zij

verschijnen als herdruk van een tijdschrift of andere publicatie, of op een website onderworpen aan collegiale

toetsing. Ook werd deze stap vaak verwaarloosd bij boeken en samengestelde boeken. Als de auteur echter een

hoog aanzien geniet op grond van zijn carrière, kan dit als garantie worden gezien.

De publicatie moet gearchiveerd en opgeslagen kunnen worden door bibliotheken, zodat wetenschappers lang

nadien de publicatie kunnen terugvinden om die te bestuderen, te verifiëren en erop te kunnen voortbouwen. De

inhoud moet voortbouwen op eerdere wetenschappelijke onderzoeken, die aangehaald worden als verwijzingen

naar de literatuur (de zogenaamde citaties).

1 Een bekende journal is ‘ The journal of Finance’ .

Page 5: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

4

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Empirische methoden en resultaten moeten in een bepaalde vorm gegoten worden, zodat wetenschappers met

voldoende kennis en ervaring in dat onderzoeksveld in staat zijn de beschreven experimenten te herhalen.

De getrokken conclusies moeten gebaseerd zijn op de aangehaalde wetenschappelijke literatuur en/of nieuw

empirisch of theoretisch onderzoek, niet op retorische vaardigheden of (geloofs)overtuiging.

Door onze beleggingsfilosofie volledig te baseren op wetenschappelijk onderzoek wordt onze beleggingsfilosofie

ook wel ‘ evidence-based’ beleggen genoemd.

Veel van de onderzoeken zijn uiteindelijk beloond met een Nobelprijs voor Economie. Een korte samenvatting

van de belangrijkste onderzoeken vindt u hieronder:

Portefeuil le Selectie (Portfolio Selection, Harry Markowitz; Journal of

Finance (1952)

In dit onderzoek, beloond met de Nobelprijs voor Economie, toonde Markowitz aan dat het bij de samenstelling

van een beleggingsportefeuille niet voldoende is om de focus alleen te hebben liggen op rendement alleen. Risico

speelt een net zo belangrijke rol. Zodra we beschikken over historische data, dan kunnen we ook uitspraken doen

over verwacht rendement, spreiding van uitkomsten en correlaties tussen verschillende beleggingscategorieën

(asset classes).

Op deze manier kunnen we beleggingsportefeuilles samenstellen met een maximaal verwacht rendement,

gegeven verschillende niveaus van risico of, omgekeerd, risico minimaliseren gegeven een bepaald benodigd

rendement. Portefeuilles die aan deze voorwaarden voldoen vormen de zogeheten “efficiënte grens” (efficient

frontier).

Markowitz is nog steeds een groot voorstander van het advies aan beleggers om gebruik te maken van zuiver

academisch onderzoek i.p.v. de adviezen van Wall Street professionals.

Capital Asset Prices Model (CAPM) – een theorie over marktevenwicht onder

voorwaarden van genomen risico (William Sharpe; Journal of Finance

(1964)

Dit onderzoek, ook bekroond met een Nobelprijs voor Economie, werkt Markowitz’s eerder genoemde “Portfolio

Selection” verder uit. In plaats van een optimale portefeuille met individuele aandelen te selecteren, laat Sharpe

zien dat beleggers veel beter gewoon de hele markt kunnen kopen (de markt zijnde alle aandelen die er op de

beurs te koop zijn).

Zijn CAPM stelt dat een deel van het risico, te weten het systematisch risico, van elk individueel beleggingsobject

onvermijdbaar is, maar dat een ander deel, het zogenaamde specifieke (niet-systematische) risico, door

diversificatie kan worden geëlimineerd.

The behaviour of stock market prices (Eugene Fama; Journal of Bus iness

(1965)

Dit baanbrekende onderzoek, waar Eugene Fama uiteindelijk (ook) de Nobelprijs voor ontving, presenteerde de

Efficiënte Markt Hypothese (EMH).

Page 6: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

5

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

In het kort geeft deze theorie aan dat alle beschikbare informatie reeds in de huidige koers van aandelen is

verwerkt en dat prijzen alleen bewegen bij nieuwe informatie. Het geeft gelijk aan dat beleggers niet in staat zijn

om structureel een hoger rendement dan de markt te halen anders dan door meer risico in de portefeuille op te

nemen.

Prospect theory: An analysis of decision under risk ( Daniel Kahneman and

Amos Tversky; The Economic Journal (1979)

Dit onderzoek legde de basis voor de zogeheten Gedragseconomie en Finance. Kahneman werd als eerste niet

econoom beloond met de Nobelprijs voor Economie (Tversky was helaas al overleden).

Het onderzoek toont aan dat mensen geen super rationele maximaliseerders (maximizers) zijn die op grond van

de CAPM en de EMH worden aangenomen. Als mensen worden geconfronteerd met de mogelijkheden van

verschillende mogelijke uitkomsten dan kiezen zij niet noodzakelijkerwijs voor de meest logische (i.c. wiskundige)

uitkomst.

Sterker nog, zij extra maatregelen om verliezen te voorkomen of te beperken wat ten koste gaat van hun

mogelijke winsten. Dis staat bekend als “Loss Aversion” (afkeer van verlies).

Sommige analisten gebruiken dit argument om aan te tonen dat beleggers niet rationeel handelen (en dus de

EMH ondergraaft) en dat dit suboptimale gedrag kansen biedt om de markt te verslaan. Maar dit is ook niet wat

Fama met de EMH aantoonde. Hij geeft simpelweg aan dat beleggers als een groep handelen op basis van alle

informatie die beschikbaar is en dat geen enkele belegger (professioneel of individueel) het op grond van deze

informatie beter zal doen dan de markt zelf.

Andrew Lo (Massachusetts Institute of Technology) heeft de EMH en Gedragseconomie proberen samen te

brengen in zijn Adaptive Market Hypothesis.

Wij willen benadrukken dat de grondleggers van de Gedragseconomie – Kahneman in het bijzonder – een groot

voorstander is van passieve indexbeleggingen voor zowel institutionele als gewone beleggers.

Determinants of Portfolio Performance (Gary P. Brinson, L. Randolph Hood

and Gilbert L. Beebower; The Financial Analysts Journal (1986)

De vraag die de auteurs zichzelf stelden was simpel: Wat zijn de factoren die het rendement bepalen van

bijvoorbeeld pensioenfondsen en andere institutionele beleggers? Onder de onderzochte factoren bevonden zich

markt timing, specifieke aandelenselectie of bijv. sector- of regioselectie en de verhouding aandelen en obligaties

binnen een portefeuille.

In dit onderzoek werd gekeken naar de resultaten van 91 grote pensioenfondsen over een periode van ruim 10

jaar. En wat bleek, het rendement van deze portefeuilles werd voor 94% verklaard door de asset allocatie (de

verhouding aandelen/ obligaties in een portefeuille).

Roger Ibbotson heeft dit onderzoek later verder uitgebreid en kwam tot de conclusie dat de asset allocatie voor

ongeveer 40% de verschillen in rendement tussen de onderzochte fondsen verklaart, maar dat dezelfde asset

allocatie, gecorrigeerd na gemaakte kosten, de verschillen in rendement voor 100% kan verklaren. Zijn conclusie

was dan ook: vermogensbeheerders zijn in staat de markt te verslaan maar als hun gemaakte kosten daar vanaf

worden gehaald, dan blijkt dat geen enkele vermogensbeheerder in staat is de markt te verslaan.

Page 7: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

6

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Size and book-to-market factors in earnings and returns ( Eugene Fama and

Kenneth French; Journal of Finance (1994)

Een serie onderzoeken van Fama (University of Chicago) en French (Dartmouth University) legden de basis voor

het in de wetenschap bekende 3 Factor Model voor aandelenportefeuilles en het 5 Factor Model voor

samengestelde portefeuilles (aandelen en obligaties).

Het Fama/French Drie-Factor Model toont aan dat het verwachte rendement van een breed gespreide

portefeuille wordt bepaald door het vermogen bloot te stellen aan drie vooraf te definiëren risicofactoren:

Markt factor

Small cap factor

Value factor

De marktfactor is het extra rendement dat

een belegger mag verwachten bovenop een

veilige belegging in staatsleningen, door te

beleggen in een goed gespreide

aandelenportefeuille.

De small cap factor verklaart het extra

rendement binnen een gespreide

portefeuille door meer te beleggen in

aandelen van kleinere bedrijven dan grote

bedrijven.

De value (waarde) factor verklaart het extra

rendement binnen een gespreide

portefeuille door meer te beleggen in

aandelen van bedrijven met een hoge

boekwaarde t.o.v. de beurskoers dan in bedrijven met een lage boekwaarde t.o.v. de beurskoers (de zogeheten

price/ book ratio).

Het idee achter deze laatste factor is dat, stel dat de beurskoers gelijk is aan de boekwaarde, er (om

uiteenlopende redenen) geen goodwill wordt betaald voor het bedrijf. Is de beurskoers 2x de boekwaarde, dan

wordt er kennelijk 100% goodwill betaald voor het aandeel.

Op het moment van schrijven heeft bijv. het aandeel Facebook een price to book verhouding van 7,27. Beleggers

vinden het aandeel dus 7,27 keer meer waard dan alle bezittingen van FB bij elkaar.

Voor Volkswagen ligt dat op 0,92. Beleggers vinden VW momenteel dus minder waard dan alle bezittingen van

VW bij elkaar.

Niet zo lang geleden is er een vierde factor gedefinieerd, de zogeheten Profitabllity (winstgevendheids) factor.

Page 8: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

7

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Market t iming abil ity and volatil ity implied in investment newsletter asset

allocation recommendations ( John Graham and Campbell Harvey; National

Bureau of Economic Research Paper #4890 (1994) De auteurs van dit onderzoek onderzochten meer dan 15.000 beleggingsaanbevelingen uit 237 nieuwsbrieven van

1980 tot 1992. Gecorrigeerd voor risico, bleek dat ruim 75% van de nieuwsbrieven negatieve resultaten lieten zien

in vergelijking met de markt, waarvan (quote) “sommigen onvoorstelbaar teleurstellend waren”.

Bijvoorbeeld, het (eens) gerenommeerde Granville Market Letter-Traders lieten een gemiddeld jaarlijks verlies

van 5,4% zien over een periode van maar liefst 13 jaar. Vergeleken met een gemiddeld jaarlijks rendement van

15,9% in de S&P 500 is dat inderdaad “nogal teleurstellend.

Ondanks de vaak aantoonbaar teleurstellende resultaten blijv(k)en beleggers nog erg vatbaar voor dergelijke

nieuwsbrieven.

Value versus Growth : the international evidence (Eugene Fama and

Kenneth French; Journal of Finance (1998)

Wat eerder is behandeld (het Drie Factor Model, later Vier Factor), is later door Fama en French uitgewerkt voor

internationale markten. Ook hier bleken deze factoren werkzaam.

Naast het hoger verwachte rendement werd ook nog eens een negatieve correlatie (qua risico) aangetoond ten

opzichte van de markten in de VS. Een bijkomend diversificatie voordeel met een risico dempend effect.

False discoveries in mutual fund performance: Me asuring luck in estimating

alphas (Laurnet Barras, Olivier Scaillet and Russ Wermers; Journal of

Finance (2010) Wanneer beleggingsfondsen een statistisch significant verschillend rendement (positief of negatief) behalen dan

hun benchmark, dan kan dat grofweg twee oorzaken hebben:

Geluk (op pech)

Wijsheid

Wat de auteurs noemen een “valse ontdekking”, is een behaalde outperformance ten opzichte van de benchmark

door de factor geluk alleen. Door 2.076 actief beheerde beleggingsfondsen te onderzoeken kwamen zij tot de

volgende verdeling:

75,4% van de onderzochte fondsen wisten, na kosten, geen extra rendement te maken voor hun beleggers en

speelden break even (geen plus, geen min);

Nog eens 24% behaalden, na kosten een negatief rendement t.o.v. de benchmark;

0,6% van de fondsen met een positief rendement is statistisch gezien niet relevant om te kunnen zeggen dat

actief beheer loont.

Page 9: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

8

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

The Arithmetic of Investment Expenses(Will iam F. Sharpe, Financial

Analysts Journal, 1991)

Nobelprijswinnaar William Sharpe toont aan dat het verwacht rendement voor kosten voor zowel passieve – als

actieve beleggers gelijk is aan elkaar. Na kosten echter kan het niet anders dan dat het verwacht rendement van

passieve beleggers hoger is dan het verwachte rendement van actieve beleggers. Als dit niet het geval is, dan

moet er sprake zijn van onjuiste berekeningen.

In 2014 publiceert John Bogle in ‘ Financial Analysts Journal’ een artikel genaamd ‘ The Arithmetic of “All-In”

Investment Expenses waarin wordt uitgelegd dat beleggen met behulp van goedkope passieve

beleggingsinstrumenten tot 65% meer vermogen oplevert.

Page 10: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

9

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beleggingsfilosofie Dit hoofdstuk beschrijft onze beleggingsfilosofie. Het legt uit wat wij zullen doen met uw geld en waarom. Wij

geloven dat we een optimale - en succesvolle relatie zullen hebben wanneer u weet wat u van ons kunt

verwachten.

Kernopvattingen

Onze filosofie is gebaseerd op een aantal zeer belangrijke opvattingen over de financiële markten. Deze

opvattingen zijn gebaseerd op decennia aan academisch onderzoek, waarvan we de belangrijkste onderzoeken in

dit document hebben opgenomen. De conclusies leiden ons naar het creëren van zorgvuldig gestructureerde

beleggingsportefeuilles die zijn ontworpen ter vervulling van de beleggingsbehoeften van onze klanten.

Onafhankelijk onderzoek toont aan dat:

Kapitalisme werkt:

Het kapitalisme ligt ten grondslag aan de wereldeconomie en is verreweg het meest succesvolle economische

model dat de mensheid ooit heeft bedacht. De vrije markt is een eenvoudig mechanisme waarin ideeën voor

producten en diensten, en de financiën die nodig zijn om deze van de grond te krijgen, worden samengebracht.

Mensen die investeren in een onderneming nemen een risico met hun kapitaal en hebben er zodoende recht op

om te delen in de financiële opbrengsten - net zoals zij eventuele verliezen dienen te accepteren. Dit eenvoudige

principe wordt gevolgd in alle uithoeken van de wereld, van de stoffige markten in dorpen in de derde wereld tot

de directiekamers van 's werelds grootste ondernemingen. In meer ontwikkelde markten zijn de regels van dit

proces vastgelegd door formele kapitaalmarkten en nemen de meeste beleggers deel via strak gereguleerde

uitwisselingen van aandelen en obligaties.

Rendement en risico zijn met elkaar verbonden:

Wij geloven dat het onmogelijk is om uw beleggingsrendement te verbeteren zonder meer risico te nemen. Met

andere woorden, het nemen van een risico in de vorm van uzelf blootstellen aan mogelijk financieel verlies is

tevens de reden dat u een rendement kan behalen. Er is goed en slecht risico en een hogere blootstelling aan de

juiste risicofactoren leidt tot hogere verwachte rendementen, maar vormt hier geen garantie voor. Risico is de

prijs die beleggers betalen voor de verwachting van een hoger rendement.

Onze rol als uw adviseur is om allereerst te bepalen welke risico's consequent hogere verwachte rendementen

opleveren en welke niet, en u vervolgens de blootstelling aan deze risico's bieden op een gestructureerde,

gedisciplineerde en kosteneffectieve manier.

Markten werken:

Kapitaalmarkten zijn het beste mechanisme dat we hebben voor het bepalen van de waarde van een

beleggingsobject, zoals een aandelen of obligatie. Academisch onderzoek heeft aangetoond dat de koers die

door de markt wordt bepaald de beste schatting is van de werkelijke waarde.

De efficiënte-markthypothese (EMH) is de theorie in de financiële wetenschap dat in de prijs van effecten zoals

aandelen en obligaties alle publieke informatie en toekomstverwachtingen verwerkt zitten. Professor Eugene

Fama ontwikkelde deze theorie eind jaren zestig en publiceerde het in mei 1970 in de Journal of Finance onder de

titel "Efficient Capital Markets: A Review of Theory and Empirical Work".

De belangrijkste uitgangspunten van deze theorie zijn:

Page 11: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

10

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

• De prijs weerspiegelt alle beschikbare informatie en verwachtingen van alle marktpartijen;

• De meest recente koers is de beste schatting van de werkelijke waarde;

• Aanpassingen in de prijs zijn het gevolg van niet te voorspellen gebeurtenissen;

• Koersen gedragen zich willekeurig en zijn dus niet te voorspellen;

• Alhoewel prijzen soms niet de werkelijke waarde weerspiegelen, zijn dergelijke omstandigheden zeer moeilijk

te herkennen.

Het volgen van bovenstaande uitgangspunten heeft verregaande consequenties. Als de meest recente koers van

een aandeel of obligatie de beste schatting is van de intrinsieke waarde, dan is het dus zinloos om te trachten

‘mispricing’ vooraf te identificeren.

Het is dus onmogelijk om structureel betere beleggingsresultaten te behalen dan gemiddeld behalve door geluk.

Alle bekende informatie in de markt is reeds in de prijzen verwerkt, en toekomstige ontwikkelingen zijn

onvoorspelbaar.

Als er nieuws bekend gemaakt wordt zullen alle actoren in de markt hun verwachtingen aanpassen. Sommigen

zullen te optimistisch zijn en anderen te pessimistisch, maar de markt als geheel zal altijd gelijk hebben volgens

de hypothese.

Dit impliceert ook dat beleggers het beste gebaat zijn bij passief geconstrueerde beleggingsportefeuilles. In

plaats van de zoektocht naar ‘winnende’ beleggingsstrategieën of de jacht naar het ‘winnende’ beleggingsfonds is

het veel verstandiger om je vermogen als investeerder bloot te stellen aan de verschillende beleggingcategorieën,

rekening houdend met het verwachte rendement en risico van de betreffende beleggingscategorie en dit aan te

laten sluiten bij de eigen financiële doelstellingen en het eigen persoonlijke risicoprofiel.

De stelling dat markten efficiënt zijn, betekent dus dat, als er als sprake is van een verkeerde prijs, marktwerking

ervoor zorgt dat de prijs snel terugkeert naar de ‘correcte’ waarde. Het enige dat hiervoor nodig is dat een aantal

goed geïnformeerde beleggers over de juiste kennis beschikken. Geen enkele investeerder zal alleen over alle

beschikbare informatie beschikken, laat staan over de kennis beschikken hoe deze informatie correct te

interpreteren. Dat betekent dat de werking van de markten ervoor zorgt dat alle beschikbare informatie wordt

verzameld, gewogen en uiteindelijk wordt ingeprijsd.

Voor beleggers is het moeilijk om de meest recente koers van een aandeel of obligatie te zien als de beste

schatting van de werkelijke waarde van een aandeel of obligatie, zeker als koersen flink fluctueren. Daarom is het

belangrijk om aan te geven dat deze theorie niet beweert dat markten altijd rationeel zijn of altijd de juiste prijs

weergeeft. De theorie leert ons dat, zelfs al zouden koersen onjuist geprijsd zijn, het toch onmogelijk is voor

beleggers om hiervan consequent te profiteren. Over een bepaalde periode zullen er altijd beleggers zijn, louter

gebaseerd op toeval, die betere rendementen dan de markt genereren. Echter het aantal beleggers die dit

presteren is niet groter dan het aantal dat verwacht mag worden dan op basis van toeval.

Er zijn maar heel weinig mensen in staat om consequent juiste schattingen te maken over langere perioden en dat

is de reden dat wij daarom geen voorspellingen doen over markten of koersen in onze portefeuilles. Dit principe is

van kracht door onze gehele beleggingsfilosofie, wat betekent dat we geen individuele aandelen kopen die naar

ons idee de markt zullen overtreffen, of het zwaartepunt van onze beleggingen verschuiven naar landen of regio's

die het naar ons idee goed zullen doen. In plaats hiervan gebruiken we beleggingsfondsen met een zeer brede

spreiding over de gehele markt en wijzen activa toe aan landen in verhouding tot hun relatieve omvang in de

wereldwijde markt.

Page 12: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

11

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Wij aanvaarden derhalve dat de kapitaalmarkten, aangedreven door het welvaart-genererende vermogen van het

kapitalisme, een adequaat rendement biedt. We proberen niet om de markt te overtreffen door middel van

voorspellingen; wij benutten daarentegen het rendement van de markt door middel van discipline en structuur.

Vertrouwen in de kracht en efficiëntie van financiële markten heeft belangrijke implicaties voor onze cliënten. Als

huidige marktprijzen de beste schatting zijn van de ‘fair value’ van een aandeel of obligatie, dan betekent dit dat

het een verspilling is van tijd en geld om het toch te proberen. Als zelfs professionele beleggers met haast

ongelimiteerde budgeten niet in staat blijken te zijn om structureel en consequent de markt te verslaan, wat is

dan de kans dat wij daartoe wel in staat zouden zijn?

Deze zinloze exercitie van talloze actieve beleggers is echter zeer goed nieuws voor onze cliënten. Het betekent

namelijk dat de prijzen van aandelen en obligaties correct zijn en dat de gerealiseerde en verschillende

rendementen van beleggers kunnen worden verklaard door de hoeveelheid risico die de betreffende belegger

heeft genomen.

Page 13: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

12

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Diversificatie is essentieel:

Diversificatie is het principe van spreiding van uw beleggingsrisico. Onze beleggingsportefeuilles houden daarom

de aandelen en obligaties aan van bedrijven en overheden in vele landen wereldwijd. Omdat wij geloven in de

kracht van kapitaalmarkten en niet in individuele voorspellingen of analyses, zijn wij in staat om het kapitaal van

onze klanten te beleggen in vele duizenden individuele beleggingen. Dit zorgt ervoor dat de negatieve en

positieve invloed van elke individuele belegging wordt gereduceerd en resulteert in een lager risico in onze

portefeuilles als geheel.

Deze tabel rangschikt de jaarlijkse prestaties van aandelenbeurzen in GBP voor de ontwikkelde markten, van

hoog naar laag, voor elk van de afgelopen 25 jaar. De bonte lappendeken toont geen voorspelbaar patroon en

helpt duidelijk maken waarom wij geloven dat het zinloos is om te proberen te voorspellen welk land volgend jaar

of het jaar erna het beste zal presteren.

1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Belg.

59.9 Austria

130.2

UK

-8.2

H.K.

54.1

H.K.

63.5

H.K.

121.7

Norway

16.9

Switz.

45.4

Spain

26.6

Switz.

50.3

Belg.

65.9

Sing.

105.4

Switz.

14.5

Austral.

4.3

Austria

5.3

Swed.

48.0

Austria

59.9

Can.

43.2

Spain

31.2

H.K.

38.9

Japan

-1.8

Norway

66.5

Swed.

38.6

USA

1.8

Belg.

33.4

Den.

58.9

Germ.

65.1

H.K.

-9.2

Austral.

37.7

Switz.

44.9

Sing.

71.8

Japan

14.9

USA

38.4

Swed.

24.1

Italy

41.2

Italy

50.8

Swed.

85.1

Can.

13.9

Austria

-3.2

Austral.

-10.8

Germ.

47.3

Belg.

33.8

Japan

40.1

Sing.

28.9

Germ.

33.0

Switz.

-3.6

Austral.

57.1

Den.

35.4

UK

-2.2

Den.

25.5

Swed.

54.4

Norway

64.3

Austria

-11.5

USA

34.0

USA

31.5

Switz.

49.2

Swed.

11.9

Swed.

34.6

H.K.

20.3

Den.

40.2

Spain

48.2

Japan

66.4

Den.

11.8

Belg.

-8.6

Norway

-16.2

Spain

42.5

Norway

29.0

Austria

39.1

Norway

27.5

Norway

29.3

USA

-13.4

Sing.

54.9

H.K.

27.7

Switz

-6.4

Sing.

25.2

Norway

48.3

Den.

62.5

Norway

-16.2

Sing.

28.8

Sing.

31.4

Norway

45.3

Neth.

5.7

Spain

31.0

Norway

16.3

USA

39.0

France

40.0

H.K.

64.3

Norway

7.2

Spain

-9.0

Italy

-16.2

Austria

41.2

Swed.

27.1

Den.

38.9

Swed.

26.0

Can.

27.4

Spain

-17.6

Swed.

46.1

Sing.

26.5

Norway

-9.7

Germ.

25.1

France

43.5

Sing.

60.6

Den.

-17.5

France

21.4

France

27.1

Swed.

40.2

Italy

5.5

Neth.

28.9

Can.

16.2

Spain

30.7

USA

28.7

Can.

58.3

Italy

6.7

Norway

-9.9

Japan

-18.9

Can.

39.0

Italy

23.5

Norway

38.7

Den.

21.9

Sing.

26.2

France

-21.3

H.K.

42.6

Can.

24.8

Belg

-10.3

H.K.

22.6

Austral.

42.0

France

53.7

USA

-19.4

Neth.

21.4

Neth.

26.4

Germ.

38.8

Belg.

2.4

Belg.

27.0

Neth.

15.3

Germ.

29.8

Germ.

28.0

Norway

35.6

Neth.

3.7

USA

-10.1

Switz.

-18.9

Austral.

34.4

Den.

22.0

Switz.

29.8

Belg.

20.1

Austral.

26.2

Can.

-24.5

Belg.

40.2

Japan

19.6

Austral.

-10.6

Austria

20.4

Japan

41.0

Neth.

53.3

Neth.

-19.4

Den.

20.1

Belg.

21.8

Neth.

38.4

Sing.

0.9

H.K.

23.7

UK

15.2

Neth.

29.0

Switz.

22.2

France

33.1

France

3.5

UK

-11.8

Sing.

-19.6

Den.

34.2

Austral.

21.5

Austral.

29.5

Austria

20.0

Den.

23.5

Germ.

-24.9

Can.

39.0

USA

18.9

Neth.

-11.8

Austral.

16.7

Sing.

38.8

Swed.

48.8

Switz.

-22.0

UK

19.5

UK

19.1

Austral.

38.3

Austral.

-0.3

UK

22.4

USA

11.4

UK

27.8

Neth.

21.9

USA

25.6

Austral.

-2.6

Den.

-12.6

Can.

-21.5

Norway

33.2

Spain

20.2

Sing.

27.6

Germ.

19.5

Spain

21.9

Sing.

-27.0

Spain

27.7

Austral.

18.6

Spain

-11.9

Swed.

16.6

H.K.

33.4

USA

46.8

Germ.

-24.6

Switz.

19.3

Germ.

10.9

Den.

35.9

Germ.

-1.0

Den.

19.9

Den.

10.1

Belg.

18.3

UK

16.5

Germ.

23.6

UK

-4.3

H.K.

-16.5

Belg.

-23.1

France

26.1

H.K.

16.5

Neth.

27.0

France

18.2

Neth.

18.6

Den.

-27.3

UK

27.6

Switz.

15.8

Can.

-12.4

France

16.0

Germ.

25.6

Switz.

42.5

Belg.

-25.9

Spain

19.2

Austria

10.4

Spain

32.8

Den.

-1.8

Can.

19.4

France

9.6

Swed.

17.6

Swed.

12.7

Austral.

21.1

Austria

-4.8

Can.

-18.3

UK

-23.4

H.K.

24.2

Sing.

14.0

Swed.

23.1

Italy

16.4

France

11.4

Neth.

-28.2

Austria

27.5

Norway

14.9

Japan

-14.0

Neth.

15.3

Can.

21.9

Can.

40.3

Sing.

-26.5

Swed.

17.9

Austral.

10.2

Italy

31.5

Switz.

-2.1

Germ.

17.5

Austral.

5.3

Can.

17.5

Den.

7.8

UK

15.8

USA

-5.8

Switz.

-19.3

Spain

-23.4

Italy

23.9

Can.

13.9

Germ.

22.7

Neth.

15.4

UK

6.6

UK

-28.4

Neth.

26.6

Austria

13.8

Swed.

-15.7

Switz.

15.1

USA

19.3

UK

37.6

Can.

-27.6

Belg.

17.2

Can.

8.6

Austria

31.1

USA

-4.3

France

15.1

Germ.

2.7

France

16.6

Austral.

4.9

Den.

15.4

H.K.

-7.8

Neth.

-20.1

Den.

-24.1

Sing.

23.7

UK

11.5

France

22.6

Austral.

15.0

Italy

4.3

Swed.

-30.5

Den.

21.6

UK

12.7

Den.

-15.7

Norway

13.4

Neth.

18.9

Italy

34.8

France

-28.3

Can.

14.5

Swed.

5.8

Japan

28.4

UK

-6.9

Austral.

12.2

Italy

1.8

Norway

10.7

Japan

3.9

Neth.

10.1

Germ.

-8.7

France

-20.3

H.K.

-25.7

Japan

22.2

France

10.5

Belg.

21.7

UK

14.8

USA

3.7

Italy

-30.6

France

17.4%

Germ.

12.3

H.K.

-15.7

USA

10.3

Spain

18.2

Belg.

32.4

Spain

-28.3

Japan

12.2

Japan

-2.9

UK

27.3

Can.

-8.3

Sing.

7.4

Belg.

1.3

Austria

5.8

Austria

-0.8

Spain

8.0

Spain

-9.0

Germ.

-20.3

Neth.

-28.4

Belg.

21.7

Germ.

8.3

H.K.

21.0

H.K.

14.5

Switz.

3.6

Austral.

-31.6

Italy

12.7

Neth.

5.4

France

-16.5

UK

10.2

Italy

16.0

Spain

23.9

Austral.

-31.4

Germ.

11.5

Spain

-3.4

Belg.

26.4

Spain

-10.0

Norway

7.0

Austria

-5.5

Austral.

-6.7

H.K.

-4.0

Italy

2.7

Belg.

-10.1

Sing.

-21.4

France

-28.8

Switz.

20.6

Japan

8.0

UK

19.8

Switz.

11.9

Austria

0.5

H.K.

-32.4

USA

12.4

Belg.

3.2

Sing.

-17.6

Italy

7.5

Switz.

10.5

Austral.

23.4

Italy

-32.8

Italy

1.2

Italy

-3.9

France

23.7

France

-10.3

Italy

2.0

Switz.

-7.5

H.K.

-20.1

Can.

-7.2

Switz.

-4.2

Swed.

-14.9

Italy

-24.7

USA

-30.5

UK

18.8

Switz.

7.2

USA

17.3

Can.

3.5

Swed.

-1.0

Norway

-50.4

Switz.

11.5

France

-0.7

Germ.

-17.8

Can.

4.3

UK

10.3 H.K.

22.3

Swed.

-34.3

Austria

-9.6

Norway

-4.0

Can.

20.3

Austria

-11.3

Japan

1.6

Sing.

-15.8

Japan

-20.5

Sing.

-13.8

Austria

-6.4

Sing.

-21.8

Swed.

-25.3

Swed.

-37.2

USA

15.5

Neth.

4.7

Spain

16.5

USA

0.8

Belg.

-4.3

Belg.

-53.5

Germ.

11.4

Italy

-12.0

Italy

-22.9

Japan

3.4

Austria

4.7

Japan

14.8

Japan

-46.8

Norway

-12.9

Den.

-11.3

USA

11.7

H.K.

-32.7

Austria

-3.9

Japan

-23.6

Sing.

-27.1

Norway

-30.8

Belg.

-11.7

Japan

-22.3

Japan

-27.6

Germ.

-39.6

Neth.

15.2

USA

2.7

Italy

13.7

Japan

-6.6

Japan

-5.8

Austria

-56.2

Japan

-5.4

Spain

-19.1

Austria

-36.2

Spain

-1.5

Hoogste Rendement

Laagste Rendement

Tabel 1: Jaarlijks rendement in % in ontwikkelde landen.

Page 14: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

13

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Lage Kosten zijn van belang:

Beheerskosten, belastingen, onkosten en transactiekosten die samenhangen met het beheer van een fonds of

portefeuille hebben een rechtstreekse impact op het rendement; kostenbeheersing is derhalve even belangrijk als

het beheren van beleggingen. Goede beleggingsresultaten kunnen teniet worden gedaan door hoge kosten of het

niet nastreven van fiscale doelmatigheid. Onder overigens gelijke omstandigheden volgen wij de meest

kostenefficiënte route naar marktrendementen.

Passieve beleggingen hebben doorgaans lagere kosten dan de gemiddelde actief beheerde beleggingen, door het

minimaliseren van transactiekosten en het elimineren van de kosten van aandelenonderzoek.

In deze grafiek wordt getoond dat beheers- en andere kosten de netto beleggingsopbrengsten en toekomstige

vermogensgroei aanzienlijk kunnen reduceren. Hoe hoger de kosten, hoe groter deze reductie zal zijn. Dit

voorbeeld is gebaseerd op de echte kosten van een actief beleggingsbeleid en de kosten van ons

beleggingsbeleid. In dit voorbeeld heeft een belegger in 2044 ruim 38% minder vermogen opgebouwd.

Page 15: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

14

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Informatie vs. storende geluiden

Markten zijn hectische, energieke, voortdurend veranderende entiteiten die van mensen die er actief bij

betrokken zijn verwachten dat zij constant verbonden en ingeschakeld zijn. Maar dit betekent niet dat u dat als

belegger ook hoeft te zijn. Dit is een fout die veel beleggers maken - te denken dat je - om een succesvolle

belegger te zijn - voortdurend de vinger aan de pols moet houden.

De beleggingsindustrie en de financiële pers bestendigen deze mythe met dagelijks gekakel waarin

voorbijkomende tips, voorspellingen, waarschuwingen, speculatie en advies worden aangeboden. Dit materiaal

wordt geproduceerd door concurrerende media en door bedrijven die fondsen proberen te verkopen en die

overleven door de aandacht op zichzelf te vestigen. Maar vrijwel niets van deze informatie is nuttig voor

beleggers; het zijn in feite storende geluiden die mensen kunnen overhalen tot onverstandige acties. Het is vooral

entertainment, geen informatie. Het gevaar van al deze zinloze informatie is dat het geen enkele relatie heeft met

de beleggingsdoelstellingen van de belegger. De prestaties van financiële markten en de ‘headlines’ van het

nieuws verandert veel frequenter dan de beleggingsdoelstellingen van een belegger.

De Vries Investment Services zorgt ervoor dat al deze zinloze informatie er niet toe leidt dat er wordt afgeweken

van het persoonlijke beleggingsplan.

Onze beleggingsfilosofie is gebaseerd op wetenschappelijke informatie, niet op geklets of entertainment. Zij is

geworteld in het werk van nuchtere wetenschappers die geen belang hebben bij de verkoop van

beleggingsproducten of het vullen van columns.

Dit diagram laat zien dat er vier categorieën van beleggingsstijlen zijn. Sommige beleggers proberen markten in hun voordeel te timen en/of selecteren effecten die volgens hen onjuist geprijsd zijn. Beleggers die niet geloven dat het mogelijk is om voorspellingen te doen over aandelen of marktprestaties - die de toekomst niet kunnen voorspellen - zijn te vinden in kwadrant vier.

Page 16: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

15

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Wij bevinden ons in kwadrant vier.

Markttiming

Ja Nee

Aa

nd

ele

nse

lect

ie Ja

1.

Kwadrant van de Storende

Geluiden

De meeste individuele

beleggers en financiële

journalisten

2.

Kwadrant van de

Volkswijsheid

Beleggings adviseurs,

effectenmakelaars & de

meeste actief beheerde

fondsen

Nee

3.

Kwadrant van Tactische

Asset Allocatie

Pure markttimers & tactische

beleggingsfondsen

4.

Informatie Kwadrant

Academici

Veel institutionele beleggers

Actief vs. passief

Beleggingsstijlen worden vaak gecategoriseerd als actief of passief. Een actieve belegger is iemand die

beslissingen neemt over het aanhouden van de ene belegging boven de andere. Zij vallen in de kwadranten een,

twee en drie hierboven. Passieve beleggers zijn bereid om het marktrendement te accepteren en betalen meestal

lagere kosten dan actieve beleggers.

Onze beleggingsfilosofie is passief in de zin dat we niet oordelen over de relatieve voordelen van de ene belegging

ten opzichte van de andere, maar we zijn niet bereid om het marktrendement (minus de kosten) te accepteren

voor onze klanten. Ons beleggingsproces is erop gericht om de markt te overtreffen door middel van

gestructureerde blootstelling aan dimensies met een hoger verwacht rendement en maakt gebruik van methoden

van fondssamenstelling en -implementatie die de prestaties ten opzichte van de gemiddelde belegger verbeteren.

Page 17: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

16

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Wij geloven dat:

de gemiddelde actieve belegger2 het slechter zal doen dan de markt, omdat hij de hoogste kosten betaalt;

de gemiddelde indexbelegger iets beter zal presteren, omdat zijn kosten lager zijn dan die van de actieve belegger; en

dat onze beleggingsaanpak beiden zal overtreffen als gevolg van een redelijk kostenniveau, blootstelling aan dimensies met een hoger verwacht rendement en intelligente fondsimplementatie.

2 Onder een actieve belegger verstaan we ook beleggers die beleggen met behulp van een actief beheerd beleggingsfonds.

Page 18: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

17

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Belangrijke lessen uit de financiële

industrie

Omdat actief beheer de leidende

beleggingsmethodiek is het belangrijk om aan

te tonen dat deze beleggingsmethodiek faalt.

Als voorbeeld nemen we de Amerikaanse

fondsenindustrie. De rechtergrafiek laat zien

dat er in 2012 duizenden beleggingsfondsen

actief zijn, elk met haar eigen filosofie.

Beleggers kunnen redelijk eenvoudig de

historische prestaties van deze

beleggingsfondsen met elkaar vergelijken. Het

is echter nagenoeg onmogelijk om het

winnende beleggingsfonds van de toekomst te

selecteren. De belangrijkste oorzaak is de

enorme concurrentie tussen al deze beleggingsfondsen. Al de hoogopgeleide en ervaren fondsbeheerder

proberen dagelijks, naast al die andere miljoenen participanten, verkeerd geprijsde effecten te vinden. Deze

intense concurrentie zorgt ervoor dat de

prijzen richting een reële waarde worden

gedreven.

De afgelopen decennium is het vermogen

van alle beleggingsfondsen sterk

gestegen tot een bedrag van meer dan $

11.051 miljard. De rechtergrafiek laat de

sterke stijging duidelijk zien. Er is dus

sprake van een grote – en snel groeiende

markt. De grote omvang benadrukt het

belang van de beleggersindustrie om de

belegger (de cliënt) te overtuigen van haar

toegevoegde waarde.

Het bestuderen van de prestaties van de

Amerikaanse beleggingsfondsen biedt

ons inzicht in het gevecht dat wordt uitgevoerd om consequent waarde toe te voegen.

Uit de prestaties blijkt echter dat maar weinig beleggingsfondsen in staat zijn geweest om consequent hogere

rendementen te realiseren dan de benchmark en dat het nagenoeg onmogelijk is om vooraf te bepalen welk

beleggingsfondsen in staat zijn om de benchmark te verslaan.

Uit onze analyse blijkt dat, ondanks het stijgende aantal beleggingsfondsen en het groeiende vermogen onder

beheer, veel beleggingsfondsen verdwijnen. Dit is het gevolg van matige prestaties. In de grafiek laten we dit

zien. De grote grijze vlakken geven het aantal beleggingsfondsen weer dan aan het begin van een periode actief

waren. Deze beleggingsfondsen vormen dus het startuniversum. Een belegger die vijf jaar geleden wilde gaan

beleggen kon kiezen uit meer dan 3.000 verschillende aandelenfondsen.

Page 19: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

18

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Hoeveel van die fondsen bestonden nog

vijf jaar later? De gestreepte periode

toont het percentage aandelenfondsen

die na de vijf-jaars periode nog actief

waren. Wat zien we? We zien

bijvoorbeeld dat over een periode van

slechts één jaar 6% van alle

beleggingsfondsen niet meer bestaat.

Naarmate de periode langer wordt, blijkt

dat het percentage aandelenfondsen dat

niet overleefd groter wordt. Bij een

periode van vijf jaar blijkt dat 30% van

alle aandelenfondsen niet meer bestaat

en bij een periode van tien jaar blijkt dat

49% van alle aandelenfondsen de

poorten hebben gesloten.

Maar beleggers eisen meer van hun beleggingsfondsen, behalve dat het nog bestaat. Ze willen dat het fonds

beter presteert dan de benchmark!

De blauw gearceerde gebieden tonen de percentages van die aandelenfondsen die gedurende de verschillende

periodes beter hebben gepresteerd dan hun benchmark.

Kijken we naar de ontwikkeling hiervan, dan constateren we dat het percentage van ‘winnende’

beleggingsfondsen kleiner wordt naarmate de beleggingsperiode langer wordt. Uiteindelijk blijkt dat bij een

periode van tien jaar 17% van alle beleggingsfondsen de benchmark hebben verslaan. Dat betekent dus dat 83%

van alle beleggingsfondsen die aan het begin van de periode bestonden achter zijn gebleven bij de benchmark.

Natuurlijk hebben we ook een analyse

gemaakt van obligatiefondsen. De

rechtergrafiek toont de

overlevingskansen en kansen op

outperformance.

Ten opzichte van aandelenfondsen

hebben obligatiefondsen een iets

hogere overlevingskans. Als we kijken

naar de kans op outperformance dan

zien we dat op langere termijn het

aantal winnende fondsen nog lager is

dan bij de aandelenfondsen. Gemeten

over een tien-jaars periode blijkt dat

85% van alle obligatiefondsen die aan

het begin van de periode bestonden

achter zijn gebleven bij de benchmark en dat 43% van de obligatiefondsen niet meer bestaat.

Daarnaast hebben we onderzocht of er bij beleggingsfondsen sprake is van een consistente outperformance. Met

andere woorden; “blijven winnaars winnaars?”

Page 20: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

19

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Onderzoek toont aan dat de historische prestaties van een beleggingsfondsen de belangrijkste factor voor

beleggers is bij het selectieproces3. Het argument is dat deze beleggingsfondsen ook in de toekomst een grotere

kans hebben op het verslaan van de benchmark.

Ons onderzoek toont aan dat

er in de praktijk juist sprake is

van het tegendeel. De

rechtergrafiek illustreert dit.

Voor verschillende periodes

is het trackrecord van

aandelenfondsen

bestudeerd. Vervolgens is

onderzocht of de winnende

beleggingsfondsen in staat

zijn geweest om gedurende

een periode van drie jaar

wederom de benchmark te

verslaan. Dan blijkt dat,

ondanks hun track-record, de

kans op ‘underperformance’

ca. vier keer zo groot is als de kans op wederom een ‘outperformance’. Het maakt hierbij niet uit of het

aandelenfondsen gedurende een korte of langere periode de ‘outperformance’ heeft gerealiseerd.

Historische prestaties van

obligatiefondsen blijken ook geen

goede indicator te zijn voor

toekomstige ‘outperformance’, zo

blijkt uit onderzoek. Van het beperkt

aantal obligatiefondsen dat in staat

is geweest de benchmark te

verslaan, blijkt dat ongeveer de helft

van deze fondsen ook in de drie-

jaars periode hier opvolgend de

benchmark heeft verslaan.

We concluderen dan ook dat, zowel

bij aandelenfondsen alsmede

obligatiefondsen, de historische

prestaties geen indicator zijn voor toekomstig succes, integendeel zelfs. De kans dat een ‘winnend’

beleggingsfonds tot de toekomstige ‘verliezers’ behoort is aanzienlijk groter.

3 Zo blijkt uit het AFM-rapport Kwaliteit Beleggingsdienstverlening [2014] dat het merendeel van de beleggingsondernemingen zich alleen richt op het rendement bij het selecteren van beleggingsfondsen.

Page 21: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

20

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Als de enorme competitie op de

financiële markten koersen drijft naar

hun reële waarde, dan rijst de vraag

waarom zoveel beleggingsfondsen toch

een ‘underperformance’ laten zien? Een

zeer belangrijke factor zijn de kosten

binnen de beleggingsfondsen.

De hoogte van de kosten vormen voor

het beleggingsfonds een extra

hindernis. Hoe hoger de kosten, des te

beter moet het beleggingsfonds

presteren om alleen al de kosten terug

te verdienen.

Alle beleggingsfondsen berekenen

kosten. Er zit echter een groot verschil

in de hoogte van deze kosten. Daarnaast zijn niet alle kosten zichtbaar. De vraag die wij ons stelden is of er een

relatie is tussen de hoogte van de zichtbare kosten en de prestaties.

Onderzoek toont aan dat er sprake is van

een negatieve correlatie tussen de

hoogte van de zichtbare kosten en de

kans op ‘outperformance’. In de

rechtergrafiek zijn voor verschillende

periodes beleggingsfondsen in

kwartielen gesorteerd op basis van hun

gemiddelde kostenniveau. Als we de

periode van één jaar analyseren, dan

blijkt het gemiddelde kostenniveau

1,10% te bedragen. De 25% goedkoopste

fondsen hebben een gemiddelde

kostenniveau van 0,48%, de 25% duurste

fondsen hebben een gemiddeld

kostenniveau van 1,66%. Dat is dus drie

keer duurder dan de goedkoopste

fondsen!

Zijn beleggers die een duur aandelenfonds hebben gekozen dan beter af? De data laat duidelijk zien dat dit niet

het geval is. Hoe langer de periode des te groter wordt de hindernis die dure fondsen moeten overwinnen. Kijkend

naar een periode van tien jaar, dan blijkt de kans dat een aandelenfonds met lage kosten de benchmark verslaat

21% tegen 10% bij de duurste fondsen.

Bij obligatiefondsen constateren we hetzelfde beeld. Naarmate de lengte van de periode langer wordt, blijkt dat

de kostenratio een voorspellende ratio is met betrekking tot de kans op ‘underperformance’.

Page 22: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

21

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

De impact van niet-zichtbare kosten

Binnen beleggingsfondsen zijn er

echter meer activiteiten die de totale

kosten doen verhogen. De

belangrijkste kostenpost zijn de

transactiekosten. Deze kosten zijn

lastig meetbaar maar kunnen net zo

hoog zijn als de expense ratio van een

beleggingsfonds. De graadmeter om

deze kostenpost inzichtelijk te maken

in de omloopsnelheid.

Beleggingsfondsen die actief zijn,

plegen in de praktijk meer transacties

te doen.

In de grafiek zijn de aandelenfondsen

gesorteerd op omloopsnelheid,

wederom op basis van één, vijf en tienjaars periodes. Uit de data blijkt dat de omloopsnelheid een negatieve

invloed heeft op de prestaties. Aandelenfondsen met een hoge omloopsnelheid realiseren een significant lagere

kans op ‘outperformance’ dan aandelenfondsen met een lage omloopsnelheid.

Conclusies

We concluderen dan ook dat het selecteren van aandelenfondsen en obligatiefondsen op basis van historische

prestaties een teleurstellende performance voor onze cliënten op zou leveren. Het roept ook de vraag op waarom

de beleggingsindustrie blijft volhouden dat de gehanteerde beleggingsmethodieken in het belang van de

belegger zouden zijn.

Men blijft zoeken naar ‘ondergewaardeerde’ effecten en blijven historische prestaties als de belangrijkste

indicator gebruiken bij het selecteren van beleggingsfondsen. Dit streven vertaalt zich in hoge kosten en, zoals we

hebben aangetoond, uiteindelijk in een lager rendement.

Ondanks al de beloftes op outperformance blijkt het merendeel van de beleggingsfondsen niet in staat om deze

beloftes waar te maken. Het toont aan dat financiële markten wijst echter op een belangrijk bewijs dat onze

beleggingsfilosofie ondersteunt, namelijk

dat kapitaalmarkten zeer goed in staat

zijn om de reële prijs van een effect te

bepalen.

Feitelijk resteren er dan twee beleggings

filosofieën, namelijk indexbeleggen of

asset-class beleggen.

Page 23: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

22

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Wij onderkennen dat er drie beleggingsmethodieken bestaan. Hieronder hebben we de belangrijkste kenmerken

opgenomen:

Actief Management Passief Indexbeleggen Wetenschappelijk indexbeleggen

Rendementsdoelstelling Het verslaan van een specifieke benchmark

Het nastreven van het benchmark rendement

Het nastreven van het rendement van een asset klasse

Gerealiseerd rendement Gemiddeld 2,75% lager dan het benchmark rendement

Gemiddeld 0,60% lager dan het benchmark rendement

Gemiddeld 0,40% lager dan het rendement van een asset klasse

Gemiddeld aantal posities per beleggingsfonds

Tussen de 100 en 150 Tussen de 100 en 1.000 Tussen de 4.000 en 12.000

Omloopsnelheid Zeer hoge omloopsnelheid (>100%).

Zeer lage omloopsnelheid (gemiddeld 10%)

Zeer lage omloopsnelheid (gemiddeld 10%)

Spreiding transacties Gespreid door de tijd Transactieconcentratie bij aanpassing indexsamenstelling

Gespreid door de tijd

Basis beleggingsmethodiek

Gebaseerd op voorspellende beleggingsmethodieken

Gebaseerd op marktkapitalisatie gewogen index

Gebaseerd op academisch en statistisch bewezen beleggingsgrondslagen

Stijldrift Grote stijldrift. Geringe stijldrift Consistente blootstelling aan de gewenste asset klasse.

Riskfactor management4

Weinig. Het meeste onderzoek heeft betrekking op het selecteren van individuele beleggingstitels

Weinig. Nagenoeg al het onderzoek richt zich op de totale markt

Veel. Is gebaseerd op het veelgeprezen factormodel van de professoren Fama en French

Gedragsmanagement Nee. Beleggers worden aangemoedigd om continue te zoeken naar de beste beleggingsmogelijkheden.

Nee. Beleggers worden aangemoedigd om continue te zoeken naar de beste indices.

Ja. Beleggers worden aangemoedigd om een van te voren bepaald beleggingsplan vast te houden.

Fondsmanager drift Ja. Beleggers zijn continue op zoek naar het ‘winnende’ beleggingsfonds en zullen dus vaak van manager wisselen

Nee. De strategie wordt niet bepaald door de fondsmanager.

Nee. De strategie wordt niet bepaald door de fondsbeheerder.

Kosten Aandelen: 2,75%

Obligaties: 1,25%

Aandelen: 0,60%

Obligaties: 0,50%

Aandelen: 0,50%

Obligaties: 0,40%

4 In hoeverre zijn de meest moderne wetenschappelijke inzichten ingebed in de beleggingsmethodiek.

Page 24: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

23

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Rendementsbronnen In dit hoofdstuk zullen we de algemene beleggingsklassen identificeren die naar onze overtuiging positieve

rendementen leveren voor beleggingen op lange termijn. We zullen kijken naar de risicokenmerken van deze

beleggingsklassen en naar hun verwachte rendementskenmerken. Wij zijn van mening dat een belegger alleen die

risico's moet nemen die een positief verwacht beleggingsrendement zullen opleveren.

Asset Classes

De verscheidenheid aan beleggingsinstrumenten waaruit een belegger kan kiezen is enorm. De meest

gebruikelijke zijn aandelen, obligaties en cash. Dit zijn de meest liquide en transparante asset classes die

beleggers in veel gevallen een daadwerkelijke stroom van inkomsten bieden, nu of in de toekomst. Deze

eigenschap geeft dergelijke beleggingen een tastbare en echte waarde.

Wij beschouwen een belegging zonder vooruitzicht op betaling van een inkomen, zoals goud en andere

grondstoffen, als speculatief; diens waarde is geheel afhankelijk van het vinden van een tegenpartij voor een

transactie. Een speculant kan wellicht al het goud in de wereld bezitten, maar zolang hij er geen koper voor kan

vinden is het van geen waarde.

Er zou mogelijk plaats kunnen zijn voor speculatie in de marge van een beleggingsportefeuille, maar wij geloven

niet dat speculatieve instrumenten een belangrijke rol dienen te spelen. Wij concentreren ons daarom op cash,

obligaties en aandelen.

Deze grafiek laat de waardeontwikkeling zien van € 1,- sinds januari 1994 van verschillende asset classes.

Page 25: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

24

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Deze tabel toont de rendementen en standaarddeviaties (die 'volatiliteit' representeren) van verschillende asset

classes over een aantal verschillende perioden.

1 jaar 3 jaar 5 jaar 10 jaar Gemiddeld Standaard deviatie

Asset Class In % In % In % In % jaarrendement op jaarbasis (in %)

Consumentenprijs index 1,43 1,86 1,64 1,75 1,65 2,33

Citigroup World Government Bond Index 1-3 Years -0,16 1,03 1,65 2,63 3,87 1,73

Citigroup World Government Bond Index 1-5 Years -0,39 1,81 2,44 3,24 4,36 2,28

Dimensional Global Targeted Value Index 26,21 9,42 19,32 9,52 10,11 16,88

Dimensional Global Small Index 23,75 8,62 18,70 8,51 7,88 17,27

Dimensional Global Value Index 24,50 9,92 17,25 7,01 8,87 16,87

MSCI World Index (net div.) 21,54 10,42 15,26 6,05 6,07 15,51

Asset Class 1 jaar 3 jaren 5 jaren 10 jaren 15 jaren

Consumentenprijs Gemiddeld 1,59% 1,57% 1,54% 1,55% 1,54%

index Beste 3,36% jan-95 2,37% aug-05 2,10% aug-03 1,78% dec-03 1,66% jan-94 jan-

94

Slechtste -0,47% aug-08 0,77% sep-97 1,13% dec-97 1,33% jan-96 1,43% jan-96 jan-

94

Citigroup World Gemiddeld 3,99% 3,95% 3,96% 3,88% 3,95% Government Bond Index Beste 13,62% jan-95 7,09% jul-94 6,13% jun-94 5,17% apr-94 4,66% mrt-94

jan-94

1-3 jaar Slechtste -0,32% jun-10 0,96% sep-10 1,65% jan-09 2,63% jan-04 3,16% jan-99 jan-

94

Citigroup World Gemiddeld 4,60% 4,55% 4,50% 4,39% 4,50% Government Bond Index Beste 15,74% jan-95 8,11% jul-94 7,06% jun-94 5,81% okt-94 5,20% okt-94

jan-94

1-5 jaar Slechtste -0,53% jul-05 1,55% sep-10 2,44% jan-09 3,24% jan-04 3,61% jan-99 jan-

94

Dimensional Gemiddeld 12,20% 10,78% 9,89% 10,66% 9,66%

Global Targeted Beste 79,07% apr-09 38,57% apr-03 20,90% okt-02 16,49% apr-96 11,87% mei-95 jan-

94

Value Index Slechtste -41,48% mrt-08 -19,66% apr-06 -3,79% mrt-04 5,33% apr-99 5,77% mrt-94 jan-

94

Dimensional Gemiddeld 9,85% 8,31% 7,23% 7,61% 7,02%

Global Small Index Beste 67,81% apr-09 34,90% apr-03 20,98% apr-95 12,55% apr-96 9,13% okt-98 jan-

94

Slechtste -42,67% nov-07 -19,90% apr-06 -4,46% apr-04 2,04% mrt-00 3,21% mrt-94 jan-

94

Dimensional Gemiddeld 11,07% 9,27% 7,75% 7,59% 7,39%

Global Value Index Beste 73,13% apr-09 33,46% apr-95 25,84% nov-95 14,70% nov-95 10,02% apr-95 jan-

94

Slechtste -46,13% mrt-08 -22,14% mrt-06 -7,09% mrt-04 0,44% apr-99 4,58% mrt-94 jan-

94

MSCI World Index Gemiddeld 8,16% 6,57% 4,56% 3,08% 4,08%

Page 26: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

25

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

(net div.) Beste 66,01% aug-96 33,23% apr-95 29,22% apr-95 8,87% jul-95 6,43% apr-95 jan-

94

Slechtste -39,40% apr-02 -21,88% apr-00 -8,96% mei-00 -4,24% apr-99 2,17% mrt-94 jan-

94

Portefeuilles dienen te worden opgebouwd rond structuur, discipline en diversificatie:

Wij maken geen gebruik van voorspellingen, schattingen of meningen bij het samenstellen van portefeuilles; in

plaats daarvan nemen we befaamde financiële theorieën uit de wetenschappelijke wereld als uitgangspunt voor

onze portefeuillesamenstelling. Wij geloven dat markten werken, maar zijn niet bereid om genoegen te nemen

met het gemiddelde marktrendement.

De afgelopen vijf decennia heeft de wetenschap een enorme vlucht genomen in het doorgronden van de werking

van de financiële markten en welke specifieke factoren uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor het rendement van

een belegger. Academisch onderzoek is vrij duidelijk welke beleggingsaanpak de hoogste kans op succes biedt

evenals welke methodieken onnodig risico opleveren en zeer waarschijnlijk zullen falen.

Het volgen van de gehele markt, of delen daarvan, via index-volgende fondsen is een waardevolle en

kosteneffectieve manier om blootstelling aan markten te verwerven. Maar wetenschappelijk onderzoek

identificeert specifieke delen van de markt waarin beleggers in de loop van de tijd op betrouwbare wijze zijn

beloond. Deze dimensies van hoger verwacht rendement worden verderop in dit document nader toegelicht; wij

bouwen portefeuilles rond deze dimensies. Ons doel voor de portefeuilles van onze klanten is om de gemiddelde

belegger te overtreffen, zonder te hoeven vertrouwen op voorspellingen of te specifiek te focussen op bepaalde,

geconcentreerde beleggingen.

Na het identificeren van deze dimensies van hoger verwacht rendement, zorgen wij nauwgezet dat wij de

blootstelling van onze klanten aan deze dimensie zo hoog mogelijk houden. Elk fonds waarin onze klanten

hebben belegd wordt beheerd met als specifieke doel het handhaven van de hoogst mogelijke blootstelling aan

dimensies van hoger verwacht rendement. Deze discipline kan beleggingsrendementen helpen verbeteren.

Zodra we klanten hebben geholpen te beslissen over hun eigen beleggingsstrategie, houden we ons hier strikt

aan en staan niet toe dat het wordt (af)geleid door marktbewegingen.

Daarnaast helpen wij onze klanten gedisciplineerd te blijven. Het door dik en dun vasthouden aan de beleggingen

is meestal de beste strategie voor beleggers, aangezien het timen van toetreding en uittreding net zo

onbetrouwbaar is als elke andere voorspelling over marktbewegingen. Wij helpen beleggers in de markt te

blijven, zolang het zinvol is om dit te doen.

Page 27: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

26

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Dimensies van hoger verwacht rendement

Aandelen

Om het best mogelijke

aandelenmarktrendement te

krijgen, richten we de

blootstelling van klanten op

dimensies van hoger

verwacht rendement zoals

verschillende wetenschappers

dit hebben geïdentificeerd,

met name door Professor en

Nobelprijswinnaar Gene

Fama en Kenneth French.

In 1992 publiceerden Eugene

F. Fama en Kenneth R. French het three-factor model voor de verklaring van de rendements-risico

karakteristieken voor aandelen en het two-factor model voor obligaties.

Fama en French concludeerden dat blootstelling aan de risicofactoren ‘markt’, ‘grootte van de onderneming’ en

‘waardering’ uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de rendementen op de beurs. Het zijn dus deze drie

risicobronnen die beleggers over de tijd heen daadwerkelijk belonen met extra rendement.

Page 28: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

27

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Blootstell ing aan de markt (equity -premium)

De eerste risicofactor die Fama en French benoemden is de factor markt. Simpel gezegd; wordt er belegd in

aandelen of wordt het kapitaal aangehouden op een spaarrekening. Het verschil tussen het rendement van

aandelen en het rendement van een spaarrekening wordt de ‘equity premium’ genoemd. Blootstelling aan de

equity-premium levert beleggers door de tijd heen rendement op.

Naarmate de beleggershorizon langer wordt,

wordt de kans op een positieve equity-premium

steeds groter. Een belegger die een

beleggingshorizon heeft van één jaar, heeft een

kans van 63% dat beleggen in aandelen een

positieve equity premium oplevert. Er is dus een

kans van 27% op een negatieve equity

premium. Een belegger met een

beleggingshorizon van tien jaar heeft 88% kans

op een positieve equity premium.

Dat betekent dus dat de kans op een positief aandelenrendement groter wordt naarmate de beleggingshorizon

langer wordt.

Page 29: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

28

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Blootstell ing aan size (small -cap premium)

De tweede risicofactor die Fama en French benoemden is het percentage van het totale belang in aandelen dat

wordt belegd in aandelen van kleine ondernemingen. Hoe meer er in aandelen van kleinere ondernemingen wordt

belegd, des te hoger het verwachte rendement is in vergelijking met aandelen van grote ondernemingen. Het

extra rendement boven de equity premium wordt de ‘small cap’-premium genoemd.

Aandelen van kleine ondernemingen hebben een lage marktkapitalisatie. De marktkapitalisatie van een

onderneming wordt bepaald door het aantal aandelen te vermenigvuldigen met de koers van het aandeel.

Aandelen van kleinere ondernemingen worden in het algemeen gezien als risicovoller omdat deze

ondernemingen in het algemeen een minder sterke financiële basis hebben en de toekomstige winstontwikkeling

met meer onzekerheid is omgeven in vergelijking met aandelen van grote ondernemingen. Bij slechtere

economische periodes zullen er relatief meer kleinere ondernemingen failliet gaan dan grote ondernemingen.

Omdat beleggen in aandelen van kleinere ondernemingen risicovoller is, eisen investeerders een hoger

rendement op hun investering.

Het is belangrijk om te melden dat de gerealiseerde rendementen van aandelen van kleinere ondernemingen

significant betere rendementen hebben gerealiseerd ten opzichte van aandelen van grote ondernemingen. Over

de laatste 80 jaar, presteren aandelen van kleinere ondernemingen gemiddeld 3,13% per jaar beter. Ook hier is

het belangrijk om te melden dat het onzeker is wanneer aandelen van kleinere ondernemingen beter presteren

dan aandelen van grote aandelen. Dit is namelijk onvoorspelbaar en dus in lijn met de theorie dat toekomstige

koersbewegingen onvoorspelbaar zijn.

Page 30: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

29

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

De Value-premium

De derde risicofactor die Fama en French benoemden is het percentage van het totale belang in aandelen dat

wordt belegd in aandelen van ondernemingen met een lage waardering (‘value’-aandelen). De waardering wordt

bepaald aan de hand van de verhouding tussen de boekwaarde versus de marktwaarde van de onderneming

(BtM-waarde). De boekwaarde van een onderneming is de waarde van de activa minus de schulden en

verplichtingen. Dat betekent dat als de marktwaarde lager is dan de boekwaarde, dan is de BtM-waarde groter

dan één. Hoe meer een belegger exposure heeft tot aandelen met een hoge BtM-waarde, des te hoger is het

verwachte rendement in vergelijking met aandelen met een lage BtM-waarde.

Ondernemingen met een hoge BtM-waarde kenmerken zich door relatief lage winstniveaus of andere factoren

die aangegeven dat het niet de financieel beste ondernemingen zijn. Beleggers houden in het algemeen niet van

deze ondernemingen, vanwege het feit dat beleggen in deze ondernemingen riskanter is dan beleggen in

ondernemingen met gezonde balansen en sterke winsten. Deze laatste groep heeft een lage BtM-waarde en

worden vaak ‘groei’-aandelen genoemd.

Omdat het risicoprofiel van ‘waarde’-aandelen hoger is ten opzichte van groei-aandelen moeten zij beleggers een

hoger rendement aanbieden, simpel vanwege het feit dat dit soort ondernemingen nimmer beleggers zullen

aantrekken.

Voor veel beleggers is dit gegevens lastig om te begrijpen. Zou het niet veel logischer zijn om juist te beleggen in

aandelen van zeer goede ondernemingen? Waarom zou ik geld investeren in aandelen van ondernemingen van

een slechtere kwaliteit? De zoektocht van beleggers is niet naar het aandeel van de beste onderneming maar naar

het aandeel met de beste rendementskansen.

‘Value’-beleggen is binnen de beleggersindustrie een bekende strategie. Er bestaan dan ook talloze ‘value’-

fondsen. Value-beleggen gaat dan ook ver terug. Bekende ‘value’-beleggers zijn Benjamin Graham en zijn leerling

Warren Buffet. Meerdere academische onderzoeken tonen aan dat ‘value’-beleggen extra rendement oplevert in

alle landen die zijn onderzocht.

Is de value-premium ‘persistant’?

De wetenschappelijke bijdrage van Ken French is op het gebied van ‘value’-beleggen toonaangevend. De meest

beroemde data-serie om dit verschijnsel inzichtelijk te maken is de Fama/French VMG5 serie. Deze data-serie gaat

terug tot de 1926 met betrekking tot Amerikaanse aandelen. De impact van de ‘value’-premium is vergelijkbaar

met die van de ‘equity’-premium. De gemiddelde jaarlijkse ‘value’-premium is 4,1%. Kijken we naar de hoogte van

de value-premium ten opzichte van de totale markt, dan blijkt dat de gemiddelde value-premium 2,48% per jaar

bedraagt.

5 Value Minus Growth

Page 31: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

30

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Hierboven hebben we ‘rolling’ value-premium berekend sinds juni 1928. Duidelijk waarneembaar is dat de

premium niet altijd positief is. Gemiddeld eens in de drie jaar zal de premium negatief zijn.

-40,00%

-20,00%

0,00%

20,00%

40,00%

60,00%

80,00%

100,00%

120,00%19

28

1930

1932

1934

1936

1938

194

0

194

2

194

4

194

6

194

8

1950

1952

1954

1956

1958

196

0

196

2

196

4

196

6

196

8

1970

1972

1974

1976

1978

198

0

198

2

198

4

198

6

198

8

199

0

199

2

199

4

199

6

199

8

2000

2002

2004

2006

2008

2010

2012

De value premium in detail

2014, De Vries Investment Services. Bron : Dimensional Return 2.0 Periode: juni 1928 t/m januari 2014

Page 32: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

31

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Combinatie van small en size

Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van de dimensies ‘value’ en ‘small’ de hoogste premium oplevert. In de

grafiek ziet u het verschil tussen een value-small index en een marktindex6. Sinds juni 1927 bedraagt het

gemiddelde rendement van de Dimensional US Targeted Value index 13,42% per jaar tegen 9,89% van de

Dimensional US Market Index. Dat betekent dat de gemiddelde jaarpremium 3,53% bedraagt.

Duidelijk waarneembaar is dat de premium niet elk jaar positief is. De standaarddeviatie van de premium

bedraagt 16,33%.

6 Rolling 12-maands gemiddelde (Dimensional US Targeted Value Index minus Dimensional US Market Index)

Page 33: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

32

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Factormodel verklaart nagenoeg het volledige rendement

Afhankelijk van welke studie je erbij pakt, blijken deze drie factoren 90% tot 96% van het uiteindelijke

marktrendement te verklaren. Wereldwijd blijkt dit fenomeen te bestaan. Dit betekent dat het rendement van

een belegger ten opzichte van de markt nagenoeg volledig wordt bepaald door het percentage aandelen (markt-

factor) in de beleggingsportefeuille en meer specifiek de belangen in aandelen van kleinere ondernemingen (het

‘small’-effect) en de belangen in aandelen met een hoge book-to-market waarde (‘value’-effect).

Omdat risico en rendement met elkaar verbonden zijn, wordt er voor dit hogere verwachte rendement een prijs

betaald en als gevolg daarvan is beleggen in deze bedrijven risicovoller dan beleggen in de gehele markt. Er zijn

perioden waarin deze groepen van aandelen slechter presteren dan de markt, maar wanneer het wordt bezien in

de loop van de tijd wijst wetenschappelijk onderzoek uit dat deze risicopremies het waard zijn geweest.

De tabel hieronder laat zien in welke mate deze risicopremies beleggers beloond hebben in vergelijking met een

belegging in de gehele markt in landen van over de hele wereld. Wij heroriënteren daarom de portefeuilles van

onze klanten naar Small en/of Value-ondernemingen, in de mate die aansluit bij de behoefte van de belegger en

diens doelstellingen op lange termijn.

Deze grafiek toont aan dat small cap aandelen en value-aandelen in het Verenigd Koninkrijk, Europa, de VS en

opkomende markten een hoger rendement hebben opgeleverd.

Page 34: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

33

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Obligaties

Evenzo toont wetenschappelijk onderzoek aan dat vastrentende beleggingen ofwel beleggingen in obligaties

twee risicopremies laten zien: tijdsduur (de tijdsduur totdat de obligatie vervalt), en de kredietwaardigheid van de

organisatie die de obligatie uitgeeft. In principe zijn langer lopende obligaties en obligaties uitgegeven door

ondernemingen met een lagere kredietwaardigheid riskanter, maar bieden deze een hoger rendement. Hoe wij

obligaties in onze portefeuilles gebruiken wordt uitgelegd in het hoofdstuk over het samenstellen van

portefeuilles.

Factor : Tijd

Obligaties met een langere looptijd zijn gevoeliger voor onverwachte veranderingen in de rente. Deze

renteveranderingen kunnen een gevolg zijn van veranderingen in reële rentevoeten en/of onverwachte

veranderingen in de inflatie. Obligaties met een langere looptijd hebben ten gevolge van dit hogere risico een

hoger verwacht rendement.

Factor : Kredietwaardigheid

Obligaties die zijn uitgegeven door minder kredietwaardige instanties kenmerken zich door een hoger

defaultrisico. Des te lager de kredietwaardigheid, des te hoger het verwachte rendement.

Binnen de beleggingscategorie spelen nog de volgende belangrijke zaken.

De yieldcurve van obligaties zijn niet identiek en bewegen niet gelijk. Om zoveel mogelijk

beleggingsmogelijkheden te hebben is het belangrijk dat er wereldwijd naar beleggingsmogelijkheden wordt

gekeken. Bij het handelen in obligaties is het zeer belangrijk dat dit flexibel en zeer prijsbewust wordt gedaan.

Page 35: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

34

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Vastgoed

Hoewel vastgoed zeer zeker kan worden aangemerkt als een 'natuurlijke' asset class, hebben we besloten om het

niet in onze modelportefeuilles op te nemen, om de volgende redenen:

Het is een lastige asset class voor passieve beleggingen.

Hoewel Real Estate Investment Trust (REIT) / Vastgoedfondsen beschikbaar zijn als collectieve beleggingen - meestal als Exchange Traded Funds (ETF's) - kan hun structuur ongeschikt zijn voor beleggers die reguliere premies nastreven.

In tegenstelling tot aandelen- en obligatiemarktindexen, welke dagelijks worden bijgewerkt op basis van de koersbewegingen in de markt, worden vastgoedindexen zoals de Investment Property Databank (IPD) index slechts op kwartaalbasis bijgewerkt. Er kan derhalve niet worden gezegd dat de prijs van een dergelijk vastgoedobject is afgeleid van een efficiënt marktproces dat onderworpen is aan dagelijkse marktprijzen.

Fondsen die rechtstreeks beleggen in vastgoed zijn niet altijd liquide en kunnen het vermogen van een belegger om fondsen te gelde te maken beperken wanneer de waarden van activa nadelig worden beïnvloed door marktomstandigheden.

Hoewel niet rechtstreeks verbonden met de dynamiek van portefeuillesamenstelling, hebben veel beleggers al een aanzienlijke blootstelling aan vastgoed in hun totale netto vermogen.

Hedgefondsen, Fondsen met Absoluut Rendement en Gestructureerde Producten

Wij beschouwen de door hedgefondsen en andere esoterische en ondoorzichtige strategieën gegenereerde

rendementen als synthetische rendementen. Dat wil zeggen, vervaardigd uit de natuurlijke componenten van

kapitaalmarkten, maar gemodificeerd met mogelijke leningen of derivaten om een ander soort rendement te

genereren. Dit zijn strategieën, geen asset classes, en zij staan haaks op onze beleggingsfilosofie. Bovendien zijn

ze complex, duur en minder liquide dan de beleggingen die we bij voorkeur gebruiken in onze portefeuilles.

Page 36: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

35

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beoordelen van risico, allocatie en portefeuil lesamenstelling In dit hoofdstuk beschrijven we ons proces van portefeuillesamenstelling. Dit proces stelt ons in staat om een

aantal van de door ons geïdentificeerde asset classes te nemen en ze te combineren in een aantal portefeuilles.

Beheersen van beleggingsrisico

Zoals hierboven is uiteengezet, zijn rendement en risico met elkaar verbonden, in die zin dat het niet mogelijk is

om een hoger beleggingsrendement te bereiken zonder meer beleggingsrisico te nemen. Veel mensen beleggen

met een risiconiveau dat wordt bepaald door hun "risicobereidheid" - m.a.w. hoeveel beleggingsrisico zij kunnen

tolereren.

Maar te weinig beleggingsrisico nemen is op zichzelf riskant - het gevaar is dan dat uw vermogen niet genoeg

groeit om uw beleggingsdoelen te kunnen realiseren. Er is dus een ‘trade-off’ nodig om een evenwicht te vinden

tussen enerzijds het nemen van genoeg risico om je doelen te bereiken en anderzijds het vermijden van

roekeloosheid. Wij stellen beleggingsportefeuilles samen met verschillende risiconiveaus en verwacht rendement

en drukken deze variabelen uit in termen die eenvoudig zijn te begrijpen.

Het bepalen van de optimale allocatie is afhankelijk van de beleggingshorizon, risico tolerantie en de

beleggingsdoelstellingen.

Het is algemeen bekend dat de asset allocatie de allerbelangrijkste factor is dat het rendement op (middel)lange

termijn bepaald en het bijbehorende risico.

De Vries Investment Services gelooft dat een helder en realistisch beleggingsplan begint met het vastleggen van

de persoonlijke beleggingsdoelstellingen.

Wij ontwikkelen uw persoonlijke beleggingsplan aan de hand van de volgende factoren:

i. Tijdhorizon en liquiditeitsbehoeften

Hoe snel zult u mogelijk geld uit uw beleggingen nodig hebben? Hoe langer een belegger een risicovol

beleggingsobject aanhoudt, hoe lager de kans op het verkrijgen van ondermaatse cumulatieve rendementen.

Onderzoek7 toont aan dat de tijdsperiode dus de belangrijkste factor is voor het bepalen van de optimale

allocatie. Wij maken samen met u een kasstroomoverzicht om de tijdhorizon en liquiditeitsbehoeften inzichtelijk

te maken. Voor het bepalen van de optimale allocatie baseren wij ons op deze academische studies.

Rechts ziet u een voorbeeld van een dergelijke kasstroomoverzicht.

ii. Houding tegenover risico

In welke mate bent u afkerig van of aangetrokken tot risico, wanneer risico wordt gedefinieerd als "de

mogelijkheid verlies te lijden"? Aan de hand van een risico tolerantie test wordt bepaald of u meer of minder

risicotolerant bent ten opzichte van de gemiddelde belegger.

Wij gebruiken hiervoor de wetenschappelijke testen van FinaMetrica.

7 Optimal portfolios for the long run – Blanchett, Finke & Pfau [2013]

Page 37: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

36

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

iii. Nettowaarde

In het algemeen geldt dat, hoe meer vermogen een belegger in reserve heeft, hoe hoger hun vermogen om risico

te tolereren.

iv. Inkomen en spaarquote

Hoeveel kunt u sparen? Net zoals meer vermogen leidt tot een grotere risicobereidheid, doet het regelmatig meer

opzij zetten van geld dat ook.

v. Beleggingskennis

Hoe gedegen is uw kennis over de belegging die u doet en hoe het zich zal gedragen in de tijd? Een belangrijk

aspect van ons werk is kennisoverdracht omtrent de werking van de financiële markten.

Portefeuillesamenstelling

Na te hebben vastgesteld welke risicofactoren kunnen worden gecombineerd voor de vorming van een geschikte

portefeuille - en een middel voor het meten van diens risiconiveau - kunnen we nu stapsgewijs het proces van

samenstelling van een portefeuille doorlopen.

Onderstaand stappenplan hanteren wij voor het samenstellen van portefeuilles.

Page 38: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

37

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Stap 1. Bepaal de basisverhouding tussen aandelen en obligaties

Aan de portefeuilles worden geleidelijk toenemende hoeveelheden aandelen toegewezen van portefeuillemodel 0

tot portefeuille 100. Hoe groter de aandelencomponent in een portefeuille, hoe groter het risico waaraan de

portefeuille zal worden blootgesteld. De Vries Investment Services gebruikt 11 standaardmodellen, oplopend van

model 0 tot model 10. Model 0 heeft een gemiddelde weging van 0% in aandelen, model 10 daarentegen 100%.

Stap 2. Bepaal de dimensie voor wereldwijde aandelen

De aandelencomponent van de portefeuilles wordt proportioneel verdeeld over de ontwikkelde landen op basis

van de marktkapitalisatie van elk land. Dit zorgt voor een goed gespreide portefeuille en voorkomt een

oververtegenwoordiging of verzwaring in een bepaald land.

Tevens is er een toewijzing aan opkomende markten binnen de aandelencomponent van de portefeuilles.

Aandelen uit opkomende markten hebben hogere risiconiveaus dan aandelen uit ontwikkelde markten en het

verwachte rendement van dergelijke aandelen is daardoor hoger.

Stap 3. Bepaald de weging naar de aandelendimensie size en/of value

De aandelencomponent van de portefeuilles wordt proportioneel verdeeld over de aandelendimensies size en/of

value. Aandelen die voldoen aan beide dimensies8 kenmerken zich door een hoger risiconiveau dan aandelen die

niet voldoen aan beide dimensies en het verwachte rendement is daarom hoger.

Factoren waarmee beleggers rekening moet worden gehouden:

1. Risico/Rendement: Toenemende toewijzing aan small en/of value-aandelen kunnen risico, verwacht

rendement en tracking-error doen toenemen, maar mogelijk niet de volatiliteit. De volatiliteit van de

MSCI Wereld index bedraagt 15.37% over de periode van januari 1994 tot en met december 2013,

terwijl de volatiliteit van de Dimensional Targeted Value index 15,97% bedraagt. Het gemiddeld

jaarrendement ligt echter 4,04% per jaar hoger;

2. Gevoeligheid voor tracking-error: Verhoogde gevoeligheid voor langere perioden van ondermaatse

rendementen ten opzichte van de markt.

Testen van portefeuilles

Voor het toetsen van onze modellen maken wij gebruik van een krachtige analysetool die ons toegang

geeft tot de langst mogelijke rendement gegevens.

Het is van belang dat u, bij de beslissing over welke portefeuille het meest geschikt is voor uw

planning, begrijpt welk risico u neemt en wat de kans is op vermogensverlies.

8 We noemen dit targeted value

Page 39: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

38

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

De grafiek op de volgende bladzijde laat zien wat er gebeurd zou zijn met de belegging van € 1 in verschillende risico

specifieke portefeuilles over de periode januari 1999 tot en met december 2014.

Page 40: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

39

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Deze tabel toont de rendementen en standaarddeviaties (die 'volatiliteit' representeren) van verschillende risico specifieke portefeuilles over een aantal verschillende perioden.

Model nr. 1 jaar 3 jaren 5 jaren 10 jaren 15 jaren

Model 0 Gemiddeld rendement 4,70% 4,82% 4,59% 4,57% 4,46%

Beste rendement 13,58% jun-02 8,81% jun-00 7,13% jul-00 5,37% sep-00 4,46% jan-99

Slechtste rendement -2,47% feb-99 0,42% nov-05 1,69% apr-04 3,73% apr-99 4,46% jan-99

Model 1 Gemiddeld rendement 5,11% 5,08% 4,90% 4,87% 4,99%

Beste rendement 17,74% apr-09 8,99% apr-09 7,08% jul-00 5,36% sep-00 4,99% jan-99

Slechtste rendement -6,76% nov-07 -0,80% mrt-06 1,37% apr-04 3,76% apr-99 4,99% jan-99

Model 2 Gemiddeld rendement 5,54% 5,32% 5,18% 5,15% 5,50%

Beste rendement 23,01% apr-09 10,94% mrt-09 8,15% dec-08 5,94% apr-03 5,50% jan-99

Slechtste rendement -11,19% nov-07 -2,72% mrt-06 1,03% apr-04 3,76% apr-99 5,50% jan-99

Model 3 Gemiddeld rendement 6,00% 5,55% 5,44% 5,40% 5,98%

Beste rendement 28,47% apr-09 12,90% mrt-09 9,30% dec-08 6,75% apr-03 5,98% jan-99

Slechtste rendement -15,45% nov-07 -4,63% mrt-06 0,66% apr-04 3,72% apr-99 5,98% jan-99

Model 4 Gemiddeld rendement 6,47% 5,76% 5,67% 5,61% 6,44%

Beste rendement 34,10% apr-09 15,00% apr-03 10,48% jan-09 7,54% apr-03 6,44% jan-99

Slechtste rendement -19,56% nov-07 -6,53% mrt-06 0,23% mrt-04 3,66% apr-99 6,44% jan-99

Model 5 Gemiddeld rendement 6,97% 5,96% 5,87% 5,80% 6,87%

Beste rendement 39,92% apr-09 17,94% apr-03 11,85% okt-02 8,31% apr-03 6,87% jan-99

Slechtste rendement -23,72% mrt-08 -8,42% mrt-06 -0,24% mrt-04 3,56% apr-99 6,87% jan-99

Model 6 Gemiddeld rendement 7,49% 6,13% 6,04% 5,96% 7,28%

Beste rendement 45,93% apr-09 20,92% apr-03 13,47% okt-02 9,06% apr-03 7,28% jan-99

Slechtste rendement -27,76% mrt-08 -10,30% mrt-06 -0,73% mrt-04 3,43% apr-99 7,28% jan-99

Model 7 Gemiddeld rendement 8,03% 6,29% 6,19% 6,09% 7,66%

Beste rendement 52,14% apr-09 23,96% apr-03 15,09% okt-02 9,78% apr-03 7,66% jan-99

Slechtste rendement -31,64% mrt-08 -12,18% mrt-06 -1,25% mrt-04 3,27% apr-99 7,66% jan-99

Model 8 Gemiddeld rendement 8,60% 6,44% 6,31% 6,19% 8,01%

Beste rendement 58,54% apr-09 27,06% apr-03 16,72% okt-02 10,49% apr-03 8,01% jan-99

Slechtste rendement -35,35% mrt-08 -14,04% mrt-06 -1,78% mrt-04 3,07% apr-99 8,01% jan-99

Model 9 Gemiddeld rendement 9,19% 6,57% 6,40% 6,26% 8,33%

Beste rendement 65,15% apr-09 30,21% apr-03 18,35% okt-02 11,18% apr-03 8,33% jan-99

Slechtste rendement -38,90% mrt-08 -15,90% mrt-06 -2,34% mrt-04 2,85% apr-99 8,33% jan-99

Model 10 Gemiddeld rendement 9,80% 6,68% 6,46% 6,30% 8,62%

Beste rendement 71,96% apr-09 33,41% apr-03 19,98% okt-02 11,84% apr-03 8,62% jan-99

Slechtste rendement -42,30% mrt-08 -17,74% mrt-06 -2,92% mrt-04 2,59% apr-99 8,62% jan-99

Beleggingsdiscipline

Het grootste probleem voor de belegger - misschien zelfs zijn ergste vijand - wordt gevormd door zichzelf.

Page 41: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

40

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Benjamin Graham ―Security Analysis, 1934

Beleggen wordt vaak vergeleken met een ritje in een emotionele achtbaan. Als u kijkt naar het typerende gedrag van de

overgrote meerderheid van beleggers, begrijpt u waarom. In de praktijk zijn er vele gedragskenmerken die ertoe leiden

dat beleggers verkeerde beleggingsbeslissingen maken. De belangrijkste bedragskenmerken zijn:

Timing

De ‘random walk’-theorie stelt dat koersen willekeurig bewegen en niet te voorspellen zijn. Zelfs als een belegger die

gebruikt maakt van ‘timing’ alle dalingen op tijd voorspelt maar de helft van de positieve periodes mist, zal een slechter

rendement realiseren dan het marktrendement.

Wanneer de koersen dalen, kan het verleidelijk zijn nieuwe beleggingen uit te stellen of bestaande beleggingen te

verkopen, met het plan weer terug te keren op de beurs wanneer de koersen nog lager zijn. In theorie lijkt ‘markt-

timing’ een goed plan, maar in de praktijk pakt het zelden gunstig uit.

Net zoals de koersen vaak binnen korte tijd sterk kunnen dalen, treedt ook het herstel vaak zeer plotseling op. De

meeste winst is vaak te behalen vlak voor of na een marktdaling. Een belegger die koersdalingen tracht te vermijden,

loopt ook het risico de beste winstkansen mis te lopen.

De Vries Investment Services heeft vele studies bestudeerd over de gevolgen van ‘timing’ op het rendement. Alle

onderzoeken tonen aan dat zelfs het missen van de enkele goede dagen al een aanzienlijk negatief effect heeft op het

totale rendement.

Wie de beste 10 dagen miste (wat neerkomt op minder dan één dag per jaar) zou op alle belangrijke beurzen een

aanzienlijk deel van het rendement zijn misgelopen. Wie in dezelfde periode van 15 jaar de beste 40 dagen gemist zou

hebben (minder dan drie dagen per jaar) zou zelfs geld verloren hebben. In plaats van het beleggingsrisico te verlagen,

blijkt markt-timing dus een strategie te zijn, die het risico juist vergroot.

Het missen van de beste vijfentwintig beursdagen over een periode van zesentwintig jaar (1986-2012), zou het

samengestelde rendement op jaarbasis van de FTSE All - Share Index bijvoorbeeld omlaag brengen van 9,72% naar

4,70%.

Het voorspellen van de dagen of

weken waarop een goed of slecht

rendement wordt behaald is

giswerk en kan duur uitpakken voor

beleggers.

De oplossing is om te beleggen

zonder emotie. Dit kan worden

bereikt door een portefeuille van

internationaal gespreide fondsen te

gebruiken, getemperd door een

obligatiecomponent om de

volatiliteit te verlagen. Hierdoor kan

een belegger aan zijn beleggingen

vasthouden op een risiconiveau

waar hij zich goed bij voelt en de aandrang om te veranderen minimaliseren.

Page 42: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

41

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beleggingsfonds selectie

In Nederland wordt veelvuldig gebruik gemaakt van actieve beleggingsfondsen. Net zo als bij aandelen die de afgelopen

periode sterk in waarde zijn gestegen, trekken goed presterende beleggingsfondsen zeer veel beleggers aan. De

fondsbeheerder wordt soms vaak beroemd en trekt veel media-aandacht. Deze beleggingsfondsen verdienen soms

zeer veel geld en men is er dan ook bij gebaat om een commercieel slaatje uit al die media aandacht te slaan. Beleggers

stappen massaal in deze ‘stars’ om na een paar jaar vaak sterk ontgoocheld het fonds vanwege slechte prestaties weer

te verkopen. Uit een onderzoek van Dalbar blijkt dat de gemiddelde belegger een beleggingsfonds gemiddeld 4,2 jaar

aanhoudt. Men koopt het fonds vaak op het hoogtepunt en verkoopt het op het dieptepunt.

Er is een hele industrie ontstaan op de winnende beleggingsfondsen te eren. Ook in het nuchtere Nederland. De

prestaties van beleggingsfondsen worden uitgebreid behandeld in dagbladen en weekbladen. Zelfs consultants van

pensioenfondsen gebruiken de historische rendementen als criterium bij het selectieproces. Maar, zoals

wetenschappelijk onderzoek aantoont, lukt het deze ‘stars’ niet om in de periode volgend op een goede periode de

topprestatie te herhalen. Slechts 15% van de beleggingsfondsen weet het jaar daarna zich weer in de top te nestelen.

Ook hier weer geldt dat actief beheerde beleggingen over het algemeen meer risico’s dragen en lagere rendementen

genereren dan goed gespreide indexportefeuilles.

Wellicht de meest uitgebreide onderzoeken omtrent de prestaties van actief beheerde beleggingsfondsen wordt

uitgevoerd door Standards & Poors Indices versus Active Scoreboard en de S&P Persistence Scoreboard. Voor diegenen

die nog steeds van mening zijn dat zij in staat zijn tot het selecteren van het winnende beleggingsfonds, de resultaten

zijn niet erg bemoedigend. Over een periode van vijf jaar is 65,6% van de beleggingsfondsen niet in staat tot het

verslaan van de relevante index. In vijf jaar tijd wordt 24,4 % van de beleggingsfondsen geliquideerd of samengevoegd

met een ander fonds. Het persistence scoreboard laat zien dat er totaal geen consistentie te vinden is. Van de fondsen

die in jaar 1 tot de 25-best presterende fondsen behoorden, behoorden geen van deze fondsen over de andere vier jaar

tot de 25% best fondsen. Als we kijken of een fonds het eerste jaar bij de beste 50% zat, bleek dat slechts 4,16% van de

fondsen over de resterende vier jaren tot de beste helft zouden behoren. Op basis van kansberekening zouden dit

tenminste 6,28% van alle fondsen moet zijn.

Een recent onderzoek van professor Jack W. Trifts van Bryant University (VS) toont aan dat de goede prestaties van

fondsmanagers niet gebaseerd zijn op kunde maar dat er sprake is van geluk. Uit zijn onderzoek blijkt dat hoe langer

een beleggingsfonds bestaat hoe groter de kans is op 'mean reversion'. Dat betekent dat als een beleggingsfonds goed

heeft gepresteerd, de kans groot is dat het in de toekomst slechter gaat presteren. Volgens Trifts is er bij superieure

fondsprestaties gewoon sprake van puur geluk.

De oplossing is dan ook gebruik te maken van zo min mogelijk beleggingsfondsen, bij voorkeur van één fondsenhuis en

deze fondsen zo lang mogelijk aan te houden. We verwijzen naar het hoofdstuk fondsenselectie hoe wij de selectie

hebben gemaakt.

Deze tabel toont de beursrendementen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Het vergelijkt deze cijfers

met het gemiddelde rendement van aandelenfondsen, en de geraamde rendementen van beleggers in

aandelenfondsen. Het verschil tussen het markrendement en het rendement van de belegger wordt veroorzaakt door

de belegger die op het verkeerde moment de verkeerde belegging kiest. Dit blijkt uit de volgende tabel9.

9 Bron: John C. Bogle, “The mutual fund industry 60 years later: For better of worse?” Financial Analysts Journal 61, nr. 1 (2005) 15-24. UK studie in UK. Bron: Lucas Schneider, an examination of the difference between UK Fund returns and UK Fund investors returns, July 2007.

Page 43: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

42

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Gemiddeld jaarrendement

Groei van € 1,-

De opbrengst van de aandelenmarkt US (1983 – 2003) 13,00% € 11,50

Gemiddelde opbrengst van een actief beheerd beleggingsfonds 10,30% € 7,10

Geschat rendement van een fondsbelegger 7,90% € 4,57

Gemiddeld jaarrendement Groei van € 1,-

De opbrengst van de aandelenmarkt UK (1992 – 2003) 8,99% € 2,81

Gemiddelde opbrengst van een actief beheerd beleggingsfonds 6,93% € 2,23

Geschat rendement van een fondsbelegger 4,91% € 1,78

Consistentie overtreft volatiliteit

De meeste beleggers interpreteren de nadruk die door professionele beleggingsadviseurs wordt gelegd op het

handhaven van discipline als: houd vast aan de strategie, ook in slechte tijden. De recente geschiedenis laat echter zien

dat het niet zozeer ongunstige marktomstandigheden, maar juist uitzonderlijk goede beleggingsresultaten waren, zoals

die van de internetzeepbel in de late jaren '90, die de grootste uitdaging vormde voor het volgen van het plan.

Er wordt vaak gezegd dat de twee tegenstrijdige emoties waaraan beleggers zijn onderworpen, angst en hebzucht zijn.

Maar we moeten hier het fundamentele menselijke instinct van "erbij horen" en "acceptatie" aan toevoegen. Met

andere woorden, als uw collega's of vrienden een fortuin lijken te verdienen met de nieuwste, opwindende aandelen,

heb je niet alleen het gevoel dat je uit de boot valt (hebzucht), maar ook dat je er niet bij hoort (acceptatie).

Beleggers die zich op deze manier uitgedaagd voelen moeten troost kunnen putten uit de wiskunde die ten grondslag

ligt aan het concept dat consistentie volatiliteit overtreft en dat een internationaal gespreide portefeuille van "saaie"

indexfondsen op langere termijn de "opwindende" aandelen zal overtreffen.

Herbalanceren van portefeuilles

Herbalanceren van een portefeuille is een belangrijke factor in het realiseren van rendement op lange termijn. Als u

accepteert dat uw risicocapaciteit moet worden gereflecteerd in een passende portefeuille, dan is herbalanceren het

middel waarmee u een consistente risicopositie behoudt. Na een langdurige bullmarkt (stijgende markt) kan de

relatieve aandelen- en obligatiecomponent in uw portfolio bijvoorbeeld verschoven zijn van 60/40 naar 70/30 - waardoor

u blootgesteld bent aan meer risico dan u bereid bent te nemen.

Hoewel herbalanceren een eenvoudig concept is, hebben veel beleggers er moeite mee om de voordelen ervan in te

zien, vooral omdat het, om terug te keren naar de oorspronkelijke weging, gaat om de verkoop van activa die het de

laatste tijd goed hebben gedaan en het kopen van activa die het onlangs slecht hebben gedaan. Op de lange termijn

hebben de rendementen van elke asset class echter de neiging om terug te keren naar een gemiddelde - ofwel,

perioden met bovengemiddelde rendementen worden gevolgd door perioden met minder dan gemiddelde

Page 44: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

43

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

rendementen. Dit kan beleggers helpen om dingen te doen die tegen hun intuïtie ingaan, zoals het verkopen van een

succesvol beleggingsobject in plaats van eraan vasthouden.

Herbalanceren verhoogt het portefeuillerendement zonder dat hier een prijs voor wordt betaald in de vorm van extra

risico, hoewel er enige transactiekosten van toepassing zijn. Als stelregel wordt een portefeuille elk kwartaal getoetst

en pas herverdeeld wanneer dat nodig is - meestal op jaarbasis om terug te keren naar diens oorspronkelijke toewijzing.

Verder dient uw risicocapaciteit jaarlijks te worden gemeten, of bij een belangrijke gebeurtenis in uw leven: het verlies

van een baan, een huwelijk of echtscheiding, de geboorte van kinderen of een overlijdensgeval; dit om te bepalen of er

enige structurele verandering in activatoewijzing nodig is.

Page 45: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

44

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beoordelen en selecteren van fondsen Nu we een aantal asset classes hebben gecombineerd om portefeuilles samen te stellen, richt dit hoofdstuk zich

op het selecteren van de meest geschikte fondsen om deze portefeuilles te implementeren. Deze tabel laat zien

hoe verschillende modelportefeuilles langs het risico-/rendement spectrum kunnen worden geïmplementeerd

met behulp van beleggingsfondsen.

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat deze implementatiefase van het beleggingsproces niet botst met enige

kernopvatting van onze beleggingsfilosofie, zoals "diversificatie is essentieel". Dit om te voorkomen dat de

uitvoering van onze beleggingsfilosofie, gepaard gaat met additionele risico’s die wij niet heeft beoogd en/of

voorzien

Zo behoren bijvoorbeeld wereldwijde aandelen tot een asset class die we hebben aangemerkt als een bron van

verwacht risico en rendement die we in onze portefeuilles willen opnemen. Er zijn fondsen die zich richten op het

repliceren van de internationale markten.

Fondsenselectie

Bij het selecteren van de juiste fondsen hebben we de volgende selectiecriteria gehanteerd:

1. Past de fondsstrategie bij onze beleggingsfilosofie. Dat betekent dat binnen de fondsstrategie geen of zo min

mogelijk ruimte mag zijn voor stijldrift;

2. Hoe gespreid is het fonds. Hoe meer titels het fonds aanhoudt, hoe beter het past bij onze beleggingsfilosofie;

3. Kosten. Hoe lager de kosten, des te beter het past bij onze beleggingsfilosofie;

4. Omloopsnelheid. Wat is het beleid van het fonds omtrent transacties?

5. Komt het beleggingsuniversum dat wij hebben bepaald overeen met het beleggingsuniversum in de onderliggende beleggingsfondsen waarin wij beleggen? Komen bijvoorbeeld de wel en niet toegestane producten in het beleggingsmandaat en in de onderliggende beleggingsfondsen met elkaar overeen?

Voor het selecteren van het fondsenhuis hebben we een analyse gemaakt van de verschillende soorten

beleggingsfondsen.

1. Actief beheerde beleggingsfondsen. We hebben in het hoofdstuk ‘Beleggingsfilosofie’ beargumenteerd dat actief

beheer een verliesgevende beleggingsmethodiek is. We sluiten dan ook alle beleggingsfondsen uit waarin op een

actieve wijze posities worden ingenomen die zijn gebaseerd op toekomstvoorspellingen;

2. Indextrackers en/of indexfondsen die commerciële indices volgen10;

3. Asset-Class fondsen die wetenschappelijke indices volgen11.

10 Deze beleggingsmethodiek wordt ook wel indexbeleggen genoemd. 11 Deze beleggingsmethodiek wordt ook wel wetenschappelijk indexbeleggen, Smart-beta, asset-class beleggen of factorbeleggen genoemd.

Page 46: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

45

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Belangrijke voor- en nadelen van de verschillende beleggingsfondsen

Actief beheerde beleggingsfondsen

Indexfondsen en ETF’s Asset-Class beleggingsfondsen

Aanbieders ING, Fidelity, ABN AMRO, e.d.

Vanguard, iShares, State Street, e.d.

Dimensional

Kostenstructuur Hoog Laag Laag

Omloopsnelheid Hoog Laag, met pieken bij herweging onderliggende index

Laag, gespreid door de tijd

Stijldrift Ja Beperkt Niet aanwezig

Prijsbewust handelen

Nee Nee Ja

Kosten Hoog Laag Laag

De Vries Investment Services heeft op basis van bovenvermelde informatie besloten dat de beleggingsfondsen

van Dimensional de beste aansluiting geeft bij de wetenschappelijke beleggingsfilosofie die De Vries Investment

Services gebruikt voor haar cliënten.

Page 47: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

46

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beleggen met Dimensional

In deze paragraaf hebben we meer informatie opgenomen omtrent het fondsenhuis Dimensional.

Dimensional is opgericht in 1981. Eind 2014 bedroeg het beheerde vermogen $ 381 miljard. Dimensional werkt

nauwgezet samen met 's-werelds meest toonaangevende academische onderzoekers en Nobelprijswinnaars.

Dimensional bedient zowel institutionele - als ook particuliere beleggers, waarbij opgemerkt moet worden dat

particuliere beleggers uitsluitend via Dimensional zelf goedgekeurde advieskantoren in Dimensional kunnen

beleggen. Sinds 2012 heeft Dimensional de oversteek gemaakt naar Europa, waardoor het ook voor Nederlandse

beleggers mogelijk is geworden om in deze fondsen te gaan beleggen.

Bij onze selectiecriteria spelen de volgende aspecten een zeer belangrijke rol:

1. Dimensional stelt alles in het werk om alle beleggingskosten te minimaliseren;

2. De spreiding die Dimensional bereikt in haar portefeuilles is ongeëvenaard. Sommige fondsen hebben 100 maal

(!!) zoveel aandelen als bijvoorbeeld een Robeco of Obam;

3. Dimensional is niet beursgenoteerd maar is eigendom van de medewerkers. Dat betekent dat er geen

aandeelhouders zijn die winstmaximalisatie nastreven;

4. Dimensional werkt nauwgezet samen met 's-werelds beste academische wetenschappers. De meest moderne

inzichten worden in de praktijk geïmplementeerd.

Deze kenmerken maakt dat Dimensional de nummer 1 is op het gebied van de beleggingsmethodiek passief

asset-class beleggen. Wij noemen dit ook wel wetenschappelijk indexbeleggen. Beleggen met Dimensional

impliceert een streven om het verwachte rendement ten opzichte van zowel actieve beheerders als

indexbeheerders te verhogen.

Er zijn een aantal benchmarks die tot doel hebben de verschillende asset classes te vertegenwoordigen. Deze

benchmarks vertonen vaak grote onderlinge verschillen. Indexbeheerders kiezen voor een van deze benchmarks

en hebben niet de flexibiliteit om hiervan af te wijken. In de vaktermen wordt deze afwijking "tracking error"

(tracking-fout) genoemd. Beleggen met Dimensional biedt de flexibiliteit voor het hebben van tracking-error ten

opzichte van elke gekozen benchmark voor elk fonds.

Optimale diversificatie

Echte diversificatie in een portefeuille betekent beleggen in een groot aantal verschillende aandelen en obligaties

die de onderliggende asset classes vertegenwoordigen waaraan de belegger zich wil blootstellen.

Page 48: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

47

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Sommige beleggers proberen diversificatie te realiseren door in de portefeuille tientallen verschillende fondsen

en/of fondsbeheerders op te nemen. Het probleem voor veel beleggers die voor deze aanpak kiezen is dat er vaak

veel overlapping is tussen de verschillende fondsen, wat een bedrieglijke indruk van diversificatie kan geven.

Actieve fondsen beleggen doorgaans in een relatief laag aantal aandelen of obligaties, waardoor er sprake is van

een concentratie van risico. Als een van de beleggingen van het fonds een groot deel van het totale fonds

uitmaakt en deze belegging slecht presteert, zal dit een significante invloed hebben op het rendement van het

fonds. Een indexfonds zal proberen om evenveel aandelen of obligaties aan te houden als de index die het

bijhoudt. Dit zal doorgaans resulteren in meer spreiding dan het typische actieve fonds.

Dimensional streeft ernaar om binnen elk fonds zo veel mogelijk te diversifiëren. Als gevolg hiervan biedt een

typerende Dimensional-beleggingsportefeuille meer dan 11.000 individuele aandelen en obligaties. Dit noemen

wij optimale diversificatie.

Page 49: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

48

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Beleggingsfonds-uitsluitingsregels

Onderzoek wijst uit dat bepaalde beleggingen zich anders gedragen dan de rest van de asset class waaraan een

portefeuille wil worden blootgesteld. Ondernemingen die recent 'naar de beurs' zijn gegaan zijn hier een goed

voorbeeld van. Als deze ondernemingen zijn opgenomen in de opgegeven index, hebben indexbeleggers geen

andere keus dan aandelen in deze ondernemingen te kopen.

Beleggingen met Dimensional vermijden op wetenschappelijke wijze de aankoop van dergelijke aandelen door

beleggingsfonds-uitsluitingsregels ten uitvoer te brengen. Dit proces heeft tot doel de strategieën nauwkeurig

gericht te houden op de gewenste bronnen van rendement.

Drie dimensies van trading

Bij de handel in aandelen (of enig ander handelsobject) zijn er drie belangrijke factoren: tijd, hoeveelheid en prijs.

Het is niet mogelijk om alle drie de factoren te beheersen - er is altijd sprake van een compromis.

Het beheersen van hoeveelheid en tijd betekent dat je 'urgentie' hebt. Het lijkt logisch dat iemand die nu (tijd) een

specifiek item wil hebben (hoeveelheid), urgentie heeft. Iemand die urgentie heeft, zal niet de beste prijs kunnen

krijgen (denk bijvoorbeeld aan een willekeurige showroom).

Actieve fondsbeheerders hebben urgentie omdat ze een bepaald aandeel willen hebben (hoeveelheid) en ze

willen het meteen (tijd) omdat ze geloven dat dit aandeel het waard is om snel te worden gekocht of verkocht.

Index-volgende fondsbeheerders hebben urgentie omdat zij een bepaalde index (hoeveelheid) volgen en er

herverdeling plaatsvindt op specifieke tijdstippen (tijd).

Dimensional hoeft geen specifiek aandeel (hoeveelheid) na te jagen of op een specifieke tijd te verhandelen. We

kunnen ons dus concentreren op het verkrijgen van de beste prijs.

Geduld in de markt betekent dat Dimensional beter

gepositioneerd is om een betere prijs te verkrijgen; andere

fondsbeheerders opereren niet op dezelfde manier omdat

zij urgentie hebben. Dit beïnvloedt de prijs.

Door deze aanpak is Dimensional in staat om de

transactiekosten tot een minimum te beperken.

Omdat Dimensional zich richt op de risicodimensies en dus

niet op de namen van de individuele aandelen, heeft

Dimensional een enorm groot voordeel ten opzichte van

actief beheerde beleggers en index-volgende

fondsbeheerders.

Actief beheerde beleggers en indexfondsen beleggen in een individueel aandeel. Het actief beheerde

beleggingsfonds is door haar actieve beheer overtuigd dat aandeel A beter gaan presteren dan aandeel B. Zij zal

aandeel A dan ook in de portefeuille opnemen, ondanks de prijs. Hetzelfde principe is van toepassing bij

indexfondsen en indextrackers. Deze passieve fondsen moeten de namen uit de index die zij volgen opnemen in

de portefeuille, ongeacht de prijs. Omdat Dimensional zich niet richt op individuele aandelen maar op de

karakteristieken van die aandelen, is Dimensional in staat om zonder tijdsdruk tegen de prijs die Dimensional

wenst te betalen te opereren in de markt. Dit principe maakt Dimensional de nummer-één ter wereld op het

Page 50: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

49

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

gebied van orderexecutie. Onderzoek laat zien dat op nagenoeg elke markt, Dimensional extra waarde levert,

waar nagenoeg alle andere partijen waarde verliezen.

Zoals we hebben kunnen zien, zijn vooral aandelen risicovolle activa waarvan de rendementen kunnen fluctueren

over kortere perioden.

Beleggingen met Dimensional bieden gerichte blootstelling aan deze risicovolle asset classes waar deze zich met

elke specifieke strategie en/of specifiek fonds op richten. Hierdoor kunnen de schommelingen iets groter zijn dan

bij index-gebaseerde beleggingsfondsen die misschien niet zo specifiek gericht zijn. Op de langere termijn zal

deze gerichtheid en gedisciplineerde blootstelling Dimensional-beleggers belonen voor de genomen risico's.

Dit wordt zichtbaar door te kijken naar de prestaties op lange termijn van de beleggingsstrategieën van

Dimensional ten opzichte van de prestaties van de indexen. In het Verenigd Koninkrijk en Europa zijn de

strategieën niet allemaal beschikbaar geweest voor een lange periode, maar we zien dat dezelfde strategieën in

de VS wel langer beschikbaar geweest zijn. Door deze langere periode zien we dat beleggingen met Dimensional

in het algemeen veel beter gepresteerd hebben dan de indexen.

Page 51: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

50

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Praktische overwegingen

Door gebruik te maken van de wetenschappelijke beleggingsmethodiek asset-class beleggen en de fondsen van

Dimensional te gebruiken, verwachten we dat de kans aanzienlijk wordt vergroot op een succesvolle

beleggingservaring.

Bewaken van fondsprestaties vs. benchmarkprestaties

Wij vinden het belangrijk om de fondsen in uw portefeuille nauwkeurig in de gaten te houden om ervoor te zorgen

dat deze de risico- en rendementskenmerken hebben van de asset class(es) waarop zij zich richten. Als onderdeel

van dit proces beoordelen wij elk kwartaal de factsheets van de fondsen.

De factsheets tonen ons de prestaties van het fonds ten opzichte van de benchmarkprestaties zoals hieronder

weergegeven:

Het is aannemelijk dat het fonds soms beter zal presteren dan de benchmark, terwijl op andere momenten de

benchmark beter presteert. Dit is wat we zouden verwachten omdat de fondsen niet proberen om de prestaties

van de benchmark exact te repliceren.

In plaats daarvan probeert het fonds de asset class te vangen die de benchmark interpreteert. We bewaken de

relatieve prestaties van het fonds en de benchmark om ervoor te zorgen dat deze niet teveel uiteenlopen. Als we

een significant verschil zien tussen de twee, zullen we dit verder onderzoeken met de desbetreffende

Page 52: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

51

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

fondsbeheerder om ervoor te zorgen dat er een logische en zinnige verklaring is voor dit verschil met de

benchmark.

Herbalanceren van portefeuilles

U zult zich herinneren dat wij met u gesproken hebben over uw risicoprofiel en het niveau van risico dat u mogelijk

nodig heeft om uw beleggingsdoelen te bereiken. Dit proces hielp bepalen welke portefeuille het meest geschikt

zou zijn voor uw specifieke behoeften en doelstellingen. Het hielp ook om ervoor te zorgen dat u niet in een

portefeuille terecht zou komen waarin u zou worden blootgesteld aan een onnodige of ongewenste mate van

risico.

De verschillende asset classes in uw portefeuille behoren niet allemaal tegelijk goed of slecht te presteren. De

variatie in timing van hun type prestatie is goed voor de portefeuille als geheel, omdat het betekent dat u

gediversifieerd bent.

Aandelen, bijvoorbeeld, kunnen gedurende een bepaalde periode beter presteren dan obligaties. Dit zou de

relatieve aandelencomponent in de totale portefeuille doen stijgen ten opzichte van de beginsituatie.

Tegelijkertijd zou dit, in dit voorbeeld, de relatieve obligatiecomponent in de portefeuille doen afnemen.

Dit is volkomen natuurlijk aangezien de kapitaalmarkten op en neer bewegen in verhouding tot elkaar. Het gevaar

is echter dat de portefeuille zo ver weg kan 'afdrijven' van de oorspronkelijke verhoudingen van asset classes dat

hij wordt blootgesteld aan meer risico dan waar we hem aanvankelijk voor hebben ontworpen.

Om dit tegen te gaan is het noodzakelijk dat we een deel van de asset class(es) die het relatief goed deden

verkopen en tevens een aantal van de asset class(es) die niet zo goed hebben gepresteerd, kopen. We noemen dit

proces 'herbalanceren'. We hebben een aantal beschikbare herbalanceringsprocessen bestudeerd en hebben een

raamwerk dat we hebben gebruikt om het beste proces voor uw portefeuille te bepalen.

We hebben besloten om een herbalanceringsbeleid met een tolerantiebereik in te stellen. Dit houdt in dat, elke

keer wanneer de asset class verhoudingen zijn afgedreven voorbij een door ons als wenselijk aangemerkt punt, we

contact met u opnemen om u te adviseren de benodigde asset classes te verkopen en te kopen, zodat de asset

classes in uw portefeuille weer hun oorspronkelijke verhoudingen aannemen.

Voordat wij uw geld beleggen in een fonds, volgen we een proces om voor het juiste evenwicht te zorgen en te

verzekeren dat uw geld veilig is. Dit is een ingewikkeld, maar gedegen proces waarbij 'bewaarders',

'transferagenten' en 'trustees' betrokken zijn. De onderstaande figuur laat zien dat uw geld niet daadwerkelijk alle

partijen bereikt die betrokken zijn bij het beleggen van het geld, wat de veiligheid ten goede komt.

Fiscale aspecten

Een deel van de fondsen in uw portefeuille hebben hun domicilie offshore in Ierland. Wij hebben een proces dat

hier rekening mee houdt en ons helpt om ervoor te zorgen dat de inkomsten en vermogensgroei uit uw

beleggingen correct worden behandeld voor u als inwoner van Nederland.

Page 53: Beleggingsfilosofie... · 2018-04-24 · 3 e 8 Wetenschappelijke inzichten Bij De Vries Investment Services kiezen wij voor een wetenschappelijke benadering m.b.t. beleggen. Onze

52

Be

leg

gin

gsfi

loso

fie

|

2/7

/2

01

8

Bijlage 2: Informatieblad en herzieningen

Doelgroep: Alle medewerkers van De Vries Investment Services

Goedgekeurd door: Bestuur De Vries Investment Services

Versie: 1.0

Geldig: Vanaf 1 januari 2018

Eerstvolgende herziening: December 2018