BELANGRIJK: welke vakken moet u invullen? · 2020. 10. 19. · (1) Bedoeld zijn de dividenden van...

12
273 A-Div – 2020 - 1 - Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING (RV) DIVIDENDEN VAN BELGISCHE OORSPRONG (1) IDENTIFICATIE VAN DE BELASTINGSCHULDIGE Ondernemingsnr.: ..................................................................................................................................................... Rechtsvorm, ..................................................................................................................................................... (maatschappelijke) benaming: ..................................................................................................................................................... Maatschappelijke zetel (volledig adres): ..................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................................................................... Telefoonnr.: ....................................................... E-mail adres: .............................................................................................................................. BELANGRIJK: welke vakken moet u invullen? De vakken I en II moeten door elke belastingschuldige verplicht worden ingevuld. Bepaalde gegevens die in het vak II moeten worden opgenomen, zijn in de volgende gevallen afkomstig van de subvakken II.A, II.B, II.C: Indien Dan ook volgend subvak invullen: A. de dividenden geheel of gedeeltelijk voortkomen uit de opneming van reserves waarop geen RV verschul- digd is (2): II.A B. de RV (geheel of gedeeltelijk) wordt gedragen door de schuldenaar van de inkomsten ter ontlasting van de verkrijger (3): II.B C. de aangifte inkomsten omvat waarvoor de vermindering van RV krachtens een overeenkomst ter voorko- ming van dubbele belasting (DBV) wordt gevraagd: II.C Bij mededeling van de identiteit van de verkrijger(s) van de inkomsten, ook vak III invullen. VAK I. – ALGEMENE GEGEVENS met betrekking tot de dividenden Soorten dividenden (4): .......................................................................................................................................................... Referentie van de coupon (nr. of datum, …) (5): .................................................................................................................... Aantal aandelen (5): ……………………………. Totaalbedrag van de dividenden (5): ……………………………. Datum van afsluiting van het boekjaar waarop het uitgekeerde dividend betrekking heeft (6): __ __ / __ __ / __ __ __ __ Datum van toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten: __ __ / __ __ / __ __ __ __ De roerende voorheffing wordt gedragen door de schuldenaar van de inkomsten ter ontlasting van de verkrijger (3): VAK II - BEREKENING VAN DE TE BETALEN ROERENDE VOORHEFFING (RV) Regelnum- mer van dit vak a Code van het inkomen (zie TABEL) (7) (8) b Belastbaar bedrag (9) c Aanslagvoet van de RV (zie TABEL) (8) (10) d Bedrag van de RV (11) e Vermindering DBV (zie vak II.C) (12) f .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . . .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . . .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . . .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . . Totalen: ..…………....................., . . ………....................., . . ……….………................, . . Te betalen bedrag (kol. e – kol. f): ………………..............................................................., . . Bestemd voor de administratie Datum van ontvangst van de aangifte: …………………………………………….. Toelichting: zie blz. 4 en volgende

Transcript of BELANGRIJK: welke vakken moet u invullen? · 2020. 10. 19. · (1) Bedoeld zijn de dividenden van...

  • 273 A-Div – 2020 - 1 -

    Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit

    AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING (RV) DIVIDENDEN VAN BELGISCHE OORSPRONG (1)

    IDENTIFICATIE VAN DE BELASTINGSCHULDIGE

    Ondernemingsnr.: .....................................................................................................................................................

    Rechtsvorm, .....................................................................................................................................................

    (maatschappelijke) benaming: .....................................................................................................................................................

    Maatschappelijke zetel (volledig adres): .....................................................................................................................................................

    ...............................................................................................................................................................................................................................

    Telefoonnr.: ....................................................... E-mail adres: ..............................................................................................................................

    BELANGRIJK: welke vakken moet u invullen?

    De vakken I en II moeten door elke belastingschuldige verplicht worden ingevuld. Bepaalde gegevens die in het vak II moeten worden opgenomen, zijn in de volgende gevallen afkomstig van de subvakken II.A, II.B, II.C:

    Indien Dan ook volgend subvak invullen:

    A. de dividenden geheel of gedeeltelijk voortkomen uit de opneming van reserves waarop geen RV verschul-digd is (2):

    II.A

    B. de RV (geheel of gedeeltelijk) wordt gedragen door de schuldenaar van de inkomsten ter ontlasting van deverkrijger (3):

    II.B

    C. de aangifte inkomsten omvat waarvoor de vermindering van RV krachtens een overeenkomst ter voorko-ming van dubbele belasting (DBV) wordt gevraagd:

    II.C

    Bij mededeling van de identiteit van de verkrijger(s) van de inkomsten, ook vak III invullen.

    VAK I. – ALGEMENE GEGEVENS met betrekking tot de dividenden

    Soorten dividenden (4): ..........................................................................................................................................................

    Referentie van de coupon (nr. of datum, …) (5): ....................................................................................................................

    Aantal aandelen (5): …………………………….

    Totaalbedrag van de dividenden (5): …………………………….

    Datum van afsluiting van het boekjaar waarop het uitgekeerde dividend betrekking heeft (6): __ __ / __ __ / __ __ __ __

    Datum van toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten: __ __ / __ __ / __ __ __ __

    De roerende voorheffing wordt gedragen door de schuldenaar van de inkomsten ter ontlasting van de verkrijger (3): □VAK II - BEREKENING VAN DE TE BETALEN ROERENDE VOORHEFFING (RV)

    Regelnum-mer van dit

    vak

    a

    Code van het inkomen (zie TABEL)

    (7) (8)

    b

    Belastbaar bedrag (9)

    c

    Aanslagvoet van de RV

    (zie TABEL) (8) (10)

    d

    Bedrag van de RV (11)

    e

    Vermindering DBV (zie vak II.C)

    (12)

    f

    .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . .

    .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . .

    .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . .

    .............. ................. ..………........................., . . x .............. ………....................., . . - ..…………………............, . .

    Totalen: ..…………....................., . . ………....................., . . ……….………................, . .

    Te betalen bedrag (kol. e – kol. f): ………………..............................................................., . .

    Bestemd voor de administratie Datum van ontvangst van de aangifte:

    …………………………………………….. Toelichting: zie blz. 4 en volgende

  • 273 A-Div – 2020 - 2 -

    Subvak II.A -– IN TE VULLEN BIJ EEN VRIJGESTELDE OPNEMING VAN BEPAALDE RESERVES (2)

    Regelnummer van vak II

    a

    Bedrag van de toe-gekende dividenden

    (13)

    b

    Opneming van Verschil kol. (b - (c + d + e)) beperkt tot 0

    definitief belaste

    reserves (14)

    c

    op naam van de vennoten

    belaste reserves

    (15)

    d

    belaste reserves naar aanleiding van

    een terugbetaling van kapitaal

    (16)

    e

    OVERBRENGEN naar vak II, kol. c OF

    subvak II.B, kol. b

    f

    ................ ..........................., . . ..................., . . ..................., . . ..................., . . …............................................................., . .

    ................ ..........................., . . ..................., . . ..................., . . ..................., . . …............................................................., . .

    ................ ..........................., . . ..................., . . ..................., . . ..................., . . ……........................................................., . .

    ................ ..........................., . . ..................., . . ..................., . . ..................., . . ……........................................................., . .

    Totalen: ..................., . . ..................., . . ..................., . . Subvak II.B – BEREKENING VAN HET BELASTBAAR BEDRAG IN GEVAL DE RV (GEHEEL OF GEDEELTELIJK) WORDT GEDRAGEN DOOR DE SCHULDENAAR VAN INKOMSTEN (17)

    Regel- nummer van

    vak II

    a

    Nettobedrag van de belastbare divi-denden

    (18)

    b

    Coëfficiënt (19)

    c

    Belastbaar bedrag (kol. b x kol. c)

    OVERBRENGEN naar vak II, kol. c

    d

    ................ …...................................................., . . x 100 / (100 - ...............) …………................................................, . .

    ................ …...................................................., . . x 100 / (100 - ...............) …………................................................, . .

    ................ …...................................................., . . x 100 / (100 - ...............) …………................................................, . . Subvak II.C – BEREKENING VAN DE VERMINDERING INGEVOLGE OVEREENKOMSTEN TER VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING (20)

    Regel-nummer

    van vak II (21)

    a

    Land (22)

    b

    Belastbaar bedrag beoogd door de

    vermindering (23)

    c

    Aantal aan-delen be-oogd door de vermin-

    dering

    d

    Het in de DBV voorziene

    belastingtarief e

    Tarief van de vermindering

    (kol. d van vak II – kol. e van dit vak)

    f

    Bedrag van de vermindering (kol. c x kol. f)

    (24)

    OVERBRENGEN naar vak II, kol. f

    g

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ……...................................., . .

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ……...................................., . .

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ..........................................., . .

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ..........................................., . .

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ..........................................., . .

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ..........................................., . .

    .............. ................ .................................., . . .................... ...................... x ................ ..........................................., . .

  • 273 A-Div – 2020 - 3 -

    VAK III - Verkrijger(s) van de inkomsten (25)

    Regel-nummer

    van vak II

    a

    IDENTIFICATIE VAN DE VERKRIJGER

    a) Naam en voornaam, of benaming b) Straat en nummer/bus c) Landcode, postnummer en gemeente d) Fiscaal identificatienummer (facultatief) (26)

    b

    BRUTOBEDRAG VAN DE DIVIDENDEN (3)

    c

    AANTAL

    AANDELEN

    d

    GESTORTE ROERENDE VOORHEFFING

    e

    …… a) …………………………………………..… b) …………………………………………….. c) …………………………………………….. d) ……………………………………………..

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    ……

    a) …………………………………………….. b) …………………………………………….. c) …………………………………………….. d) ……………………………………………..

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    ……

    a) …..………………………………………… b) ………..…………………………………… c) ……………..……………………………… d) …………………..…………………………

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    ……

    a) ………………………..…………………… b) ……………………………..……………… c) …………………………………..………… d) ………………………………………..……

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    ……

    a) …………………………………………….. b) …………………………………………….. c) …………………………………………….. d) ……………………………………………..

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    ……

    a) …………………………………………….. b) …………………………………………….. c) …………………………………………….. d) …………………………………………......

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    ……

    a) ………………………………………..…… b) …………………………………………….. c) …………………………………………….. d) ……………………………………………..

    ………………., . .

    …………….

    ……...……………..., . .

    ……

    a) …………………………………………….. b) …………………………………………….. c) …………………………………………….. d) ……………………………………………..

    ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    TOTALEN: ………………., . .

    ……………

    ……...……………..., . .

    * *

    *

    Alle attesten met betrekking tot de verminderingen ingevolge internationale overeenkomsten of de verzakingen aan de inning van de RV die in aanmerking worden genomen voor het bepalen van de RV in het kader van deze aangifte, zijn in het bezit van de belastingschuldige van de voorheffing. Aantal van de bij de aangifte gevoegde bijlagen: ................... VOOR ECHT VERKLAARD, __ __ / __ __ / __ __ __ __ (datum) ................................................................... (handtekening) (*) Een aangifte die niet is ondertekend door de persoon die Namens de vennootschap: wettelijk bevoegd is om de vennootschap te verbinden, De afgevaardigde bestuurder of de vertegenwoordiger (*) wordt als onbestaande beschouwd.

  • 273 A-Div – 2020 - 4 -

    BELANGRIJK

    De aangifte (en de bijlagen) in de roerende voorheffing (RV) en de betaling van de voorheffing moeten gebeuren bij de

    bevoegde dienst binnen de 15 kalenderdagen na de toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten. U kunt de aangifte- en betalingsmodaliteiten op de website van de FOD Financiën raadplegen, www.financien.belgium.be,

    rubriek Vennootschapsbelasting / Voorheffingen / Roerende voorheffing / Formulieren.

    TOELICHTING

    (zie verwijzingen) ______

    (1) Bedoeld zijn de dividenden van Belgische oorsprong, met uitzondering van:

    • de inkomsten zoals bedoeld in de art. 19, § 1, eerste lid, 4° en 19bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), die belastbaar zijn als interesten en waarvoor naar aanleiding van de toekenning of betaalbaarstelling ervan een aangifte 273 in de roerende voorheffing moet worden ingediend;

    • de inkomsten zoals bedoeld in art. 21, eerste lid, 1°, 2° en 11°, WIB 92, die niet belastbaar zijn als inkomsten van roerende goederen en kapitalen.

    (2) Het gaat over de vrijgestelde opnemingen zoals bedoeld in art. 264, eerste lid, 3°, derde en vierde lid, WIB 92. Voor de

    aanrekeningsmodaliteiten, wordt verwezen naar de bepalingen zoals voorzien in de art. 102 tot 104, KB/WIB 92.

    (3) In het geval de RV (geheel of gedeeltelijk) wordt gedragen door de schuldenaar van de inkomsten ter ontlasting van de verkrijger van de inkomsten, wordt het bedrag van die voorheffing aan de inkomsten toegevoegd voor de berekening van de RV (toepassing van het principe zoals voorzien in art. 268, WIB 92). In dit geval, moet ook subvak II.B worden ingevuld.

    (4) Bepaal het soort van toegekend dividend, rekening houdende met de volgende (overeenkomstig art. 18, WIB 92, vastgestelde) indeling, door de code van de overeenstemmende regel in de aangifte te vermelden:

    CODE SOORTEN DIVIDENDEN Wettelijke verwijzingen 1 Gewone dividenden Art. 18, eerste lid, 1°, WIB 92 2 Terugbetalingen van kapitaal Art. 18, eerste lid, 2°, WIB 92 3 Terugbetalingen van uitgiftepremies en andere bedragen Art. 18, eerste lid, 2°bis, WIB 92 4 Gehele of gedeeltelijke verdeling of inkoop van eigen aandelen Art. 18, eerste lid, 2°ter, WIB 92 5 Juridische constructies Art. 18, eerste lid, 3°, WIB 92 6 Herkwalificatie van interesten in dividenden Art. 18, eerste lid, 4°, WIB 92

    (5) De referentie van de coupon moet worden ingevuld bij de toekenning van een gewone dividend (zie verwijzing (4), code 1).

    Het aantal aandelen en het totaalbedrag van de dividenden moeten niet worden ingevuld bij de toekenning van dividenden zoals bedoeld in verwijzing (4), code 5 of 6.

    (6) Vermeld de datum van afsluiting van het boekjaar waarop het uitgekeerde dividend betrekking heeft. Vb.: een vennootschap die haar balans afsluit op 31.12.2017 en waarbij de algemene vergadering op 20.05.2018 de uitkering van een dividend decreteert dat betrekking heeft op het boekjaar 2017 en dat betaalbaar is op 01.06.2018: vermeld 31.12.2017 op de aangifte in de RV die moet worden ingediend ten laatste op 16.06.2018. Indien dezelfde vennootschap op 15.12.2017 een interimdividend toekent, vermeld dan dezelfde balansdatum (31.12.2017) op de aangifte in de RV die moet worden ingediend ten laatste op 30.12.2017.

    (7) Hier moet de code die betrekking heeft op het inkomen dat in de TABEL VAN DE CLASSIFICATIE VAN DE INKOMSTEN (zie

    blz. 7 tot 12) opgenomen is, worden vermeld.

    (8) Voor de gevallen waar geen enkele RV is verschuldigd, moeten de aan de aangever overhandigde bewijsstukken (zie inzonderheid art. 117, KB/WIB 92; getuigschriften en attesten van de verkrijgers en/of attesten van de depothouders van de effecten en/of nog, attesten voorzien in het kader van het pensioensparen) ter beschikking worden gehouden van de administratie en alle andere nuttige bewijsstukken bevatten (bv. effecten op naam).

    (9) Het belastbaar bedrag wordt in euro vastgesteld en afgerond op de cent. Wanneer subvak II.A of II.B werd ingevuld, stemt het bedrag vermeld in de kol. “Belastbaar bedrag“ van vak II, naargelang het geval, overeen met het bedrag vermeld in kol. d) van de overeenstemmende regel van subvak II.A of II.B. De inkomsten waarop, ingevolge een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting, een vermindering van RV aan de bron wordt toegepast, moeten dus in het “Belastbaar bedrag” worden begrepen.

    http://www.financien.belgium.be/

  • 273 A-Div – 2020 - 5 -

    (10) Hier moet de toepasselijke aanslagvoet van de RV worden vermeld rekening houdende met de TABEL VAN DE

    CLASSIFICATIE VAN DE INKOMSTEN (zie blz. 7 tot 12) (11) De RV wordt in euro vastgesteld en afgerond op de cent. (12) De bedragen in deze kolom zijn afkomstig van subvak II.C, dat verplicht moet worden ingevuld indien de verkrijger van de

    inkomsten, ingevolge een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting, een vermindering van de RV vraagt. Die bedragen stemmen overeen met de bedragen die in subvak II.C, kol. f), op de overeenstemmende regel van vak II, worden vermeld. Indien meerdere regels van subvak II.C betrekking hebben op hetzelfde regelnummer van vak II, moeten de bedragen op die regels worden opgeteld en moet de bekomen som in vak II worden vermeld (zie verwijzing (21)).

    (13) Onder ‘bedrag van de toegekende dividenden’ wordt verstaan het bedrag van de dividenden vóór aftrek van de RV die in principe verschuldigd is overeenkomstig de Belgische wetgeving (vóór de toepassing van eventuele verminderingen of vrijstellingen bij verdrag aan de bron). De dividenden waarop, ingevolge overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting, een vermindering of een vrijstelling van RV aan de bron wordt toegepast, moeten dus in het hiervoor vermelde bedrag van de toegekende dividenden worden begrepen.

    (14) Bedoeld wordt de som opgenomen van gereserveerde winst, die verhoudingsgewijs wordt geacht overeen te stemmen met de bedragen die van de gereserveerde winst zijn afgetrokken als definitief belaste reserves, aangelegd tijdens de aanslagjaren 1973 en vorige.

    (15) Het betreft de som opgenomen van gereserveerde winst, die verhoudingsgewijs wordt geacht overeen te stemmen met de

    winst die vroeger ten name van de vennoten is belast. (16) Het gaat om het gedeelte van de dividenden dat is opgenomen van de gereserveerde winst, en dat voorheen werd belast als

    dividenden overeenkomstig art. 18, tweede tot zesde lid, WIB 92. (17) Indien de RV (geheel of gedeeltelijk) wordt gedragen door de schuldenaar van inkomsten ter ontlasting van de verkrijger, wordt

    het belastbaar bedrag (kol. c van vak II) verkregen door het nettobedrag van de belastbare dividenden (kol. b) van subvak II.B) te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die bestaat uit een breuk bepaald zoals bedoeld in verwijzing (19).

    (18) Onder 'nettobedrag van de belastbare dividenden' wordt verstaan het bedrag van de dividenden dat, na aftrek van de RV die eventueel ten laste valt van de verkrijger van de inkomsten (vóór de toepassing van eventuele verminderingen of vrijstellingen bij verdrag aan de bron), ter beschikking is gesteld van de verkrijger. Indien het dividend, geheel of gedeeltelijk, voortkomt uit een opneming van de in het subvak II.A bedoelde reserves, stemt het in subvak II.B, kol. b) op te nemen bedrag, overeen met het bedrag vermeld op de overeenstemmende regel van subvak II.A, kol. f).

    (19) De breuk die de coëfficiënt vaststelt heeft als teller 100 en als noemer het verschil tussen 100 en de aanslagvoet van de RV die door de schuldenaar wordt gedragen ter ontlasting van de verkrijger. Vb.: Indien het nettobedrag van de dividend 1.000 euro bedraagt en de RV (tegen een aanslagvoet van 30 %) volledig wordt gedragen door de schuldenaar van de inkomsten, is de breuk gelijk aan:

    100 (100− 30) =

    100 70

    Het belastbaar bedrag bedraagt dus 1.428,57 euro, ofwel [1.000 x (100 / 70)].

    Voor meer informatie wordt verwezen naar de nrs. 261/61 tot 65 van de administratieve commentaar op het WIB 92.

    (20) De vermindering mag slechts op het ogenblik zelf van de betaling van de inkomsten worden verleend onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de uitkerende vennootschap. De aanvragen om vermindering die door de verkrijgers worden onderschreven, moeten ter beschikking van de administratie worden gehouden.

    (21) Eenzelfde regelnummer kan meermaals voorkomen indien:

    • de DBV in meerdere verlaagde tarieven voorziet, waarop door verschillende verkrijgers van de inkomsten aanspraak wordt gemaakt;

    • de verkrijgers in verschillende landen gevestigd zijn.

    (22) Hier de fiscale woonstaat van de verkrijger van de inkomsten vermelden (voluit geschreven of de ISO-alpha 3 landcode, bv.: Frankrijk = FRA) Eenzelfde land kan op meerdere regels voorkomen indien het DBV voorziet in de toepassing van meerdere verlaagde tarieven die door verschillende verkrijgers worden gevraagd.

  • 273 A-Div – 2020 - 6 -

    (23) Hier het gedeelte van het in het vak II vermeld belastbaar bedrag waarvoor de vermindering van RV ingevolge een DBV wordt

    gevraagd, vermelden.

    (24) Indien meerdere regels van subvak II.C betrekking hebben op hetzelfde regelnummer van vak II, moeten de bedragen vermeld op die regels worden opgeteld en moet de bekomen som in vak II vermeld worden.

    (25) Het invullen van vak III (verkrijger van de inkomsten) is niet verplicht.

    (26) Voor de verkrijgers rechtspersonen, gaat het om het ondernemingsnummer (voor in het buitenland gevestigde verkrijgers, gaat het om het identificatienummer van de vennootschap dat vergelijkbaar is met het ondernemingsnummer of het btw-identificatienummer). Voor de verkrijgers natuurlijke personen, gaat het om het identificatienummer in het rijksregister of in het BIS-register, toegekend overeenkomstig art. 4, § 2 , W 15.01.1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid (voor personen die niet over één van de voormelde identificatienummers beschikken, de geboortedatum en -plaats (stad en land) vermelden).

  • 273 A-Div – 2020 - 7 -

    TABEL VAN DE CLASSIFICATIE VAN DE INKOMSTEN

    (Inkomsten toegekend vanaf 01.01.2019)

    Afkortingen: ● WIB 92: Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ● KB/WIB 92: koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92 Code

    inkomen ONDERWERP Wettelijke ref.

    30 %

    10 De toepasselijke basisaanslagvoet behalve in de gevallen bedoeld in codes 21 en volgende 269, § 1, 1°, WIB 92

    20 %

    21

    Dividenden van aandelen zoals bedoeld in art. 269, § 2, WIB 92, die zijn verleend of toege-kend uit de winstverdeling voor het 2e boekjaar na dat van de inbreng zoals bedoeld in die bepaling. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd die de samenstelling van het gestort kapitaal weergeeft zodat bij elke toe-kenning van dividenden, de juiste aanslagvoet van de RV kan worden toegepast. Die bijlage vermeldt de verschillende soorten van gestort kapitaal die opgesplitst zijn naar-gelang de inbreng van dat kapitaal (met vermelding van de datum en het bedrag van elke kapitaalverhoging of kapitaalvermindering die uitgevoerd is vanaf 01.01.2013 en de al dan niet toepassing van art. 269, § 2, WIB 92 en/of art. 537, WIB 92): 1) 'gewoon' kapitaal (niet bedoeld in art. 269, § 2 of 537, WIB 92) 2) kapitaal zoals bedoeld in art. 269, § 2, WIB 92 3) kapitaal zoals bedoeld in art. 537, WIB 92 Voorbeeld: 1) gewoon kapitaal: 10.000 euro 2) '269, § 2' kapitaal: 2.500 euro

    • 15.10.2013: verhoging van 2.500 euro 3) '537' kapitaal: 7.500 euro

    • 15.12.2013: verhoging van 7.500 euro. Voor wat betreft art. 269, § 2, WIB 92, geeft het niet naleven van één van de voorwaarden voor de toepassing van de verlaagde aanslagvoet van de RV ipso facto aanleiding tot een overdracht van een gedeelte van het bedoelde kapitaal naar de categorie 'gewoon kapitaal'

    269, § 2, WIB 92

    22

    Dividenden, andere dan deze bedoeld in art. 209, WIB 92, in de mate dat hun toekenning of betaalbaarstelling voortkomt uit een aantasting van de liquidatiereserve bedoeld in art. 184quater of 541, WIB 92, waarbij de aantasting betrekking heeft op het gedeelte van die reserves dat werd aangelegd voor een belastbaar tijdperk dat ten vroegste verbonden is met het aanslagjaar 2018 en dat minder dan 5 jaar, te rekenen vanaf de laatste dag van het betreffende belastbare tijdperk, behouden is gebleven op de wijze bedoeld in art. 184qua-ter, derde lid of 541, WIB 92.

    269, § 1, 8°, WIB 92

    23

    Dividenden die worden uitgekeerd door een private PRIVAK bedoeld in art. 298 van de wet van 19.04.2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, indien en in de mate dat deze inkomsten voortkomen uit dividenden zoals be-doeld in code 21

    269, § 1, 9°, WIB 92

    17 %

    26

    Dividenden, andere dan deze bedoeld in art. 209, WIB 92, in de mate dat hun toekenning of betaalbaarstelling voortkomt uit een aantasting van de liquidatiereserve bedoeld in art. 184quater of 541, WIB 92, waarbij de aantasting betrekking heeft op het gedeelte van die reserves dat werd aangelegd voor een belastbaar tijdperk dat verbonden is met het aan-slagjaar 2017 of een vroeger aanslagjaar en dat minder dan 5 jaar, te rekenen vanaf de laatste dag van het betreffende belastbare tijdperk, behouden is gebleven op de wijze be-doeld in art.184quater, derde lid of 541, WIB 92

    269, § 1, 8°, WIB 92

    29

    Terugbetalingen van kapitaal die afkomstig zijn van een inbreng zoals bedoeld in art. 537, eerste lid, WIB 92, en die worden uitgevoerd in de eerste 4 jaren volgend op de inbreng in-dien de uitkerende vennootschap niet wordt aangemerkt als een kleine vennootschap voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaalinbreng is gedaan. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd zoals vermeld in code 21

    537, zesde lid, WIB 92

    15 %

    31

    Dividenden van aandelen zoals bedoeld in art. 269, § 2, WIB 92, die zijn verleend of toege-kend uit de winstverdeling voor het 3e boekjaar en volgende na dat van de inbreng in kapi-taal zoals bedoeld in die bepaling. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd zoals vermeld in code 21

    269, § 2, WIB 92

  • 273 A-Div – 2020 - 8 -

    Code inkomen ONDERWERP Wettelijke ref.

    32

    Dividenden die worden uitgekeerd door een beleggingsvennootschap met vast kapitaal be-doeld in de art. 195, eerste lid, en 288, § 1, van de voormelde wet van 19.04.2014, die als uitsluitend doel heeft de collectieve belegging in de in art. 183, eerste lid, 3°, van deze wet bedoelde categorie 'vastgoed', door een in deel III, boek I, titel III, van deze wet bedoelde beleggingsvennootschap van gelijke aard of door een gereglementeerde vastgoedvennoot-schap, of deze beleggingsvennootschap of deze gereglementeerde vastgoedvennootschap haar effecten openbaar aanbiedt in België of niet, voor zover door de betrokken lidstaat een uitwisseling van inlichtingen wordt georganiseerd overeenkomstig art. 338, WIB 92, of een gelijkaardige reglementering, in zoverre tenminste 60 % van het vastgoed in de zin van art. 2, 20°, van het koninklijk besluit van 07.12.2010 met betrekking tot vastgoedbevaks of, voor wat betreft de gereglementeerde vastgoedvennootschap, van art. 2, 5°, van de wet van 12.05.2014 betreffende gereglementeerde vastgoedvennootschappen, rechtstreeks of onrechtstreeks door deze beleggingsvennootschap of door deze gereglementeerde vast-goedvennootschap belegd is in onroerende goederen die in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn gelegen en uitsluitend of hoofdzakelijk voor aan woonzorg of ge-zondheidszorg aangepaste wooneenheden aangewend worden of bestemd zijn. Wanneer het vastgoed niet uitsluitend voor woonzorg of gezondheidszorg aangewend wordt of bestemd is, of slechts gedurende een deel van het belastbare tijdperk, wordt enkel de verhouding van de tijd en de oppervlakte die werkelijk bestemd wordt aan woonzorg of gezondheidszorg in aanmerking genomen voor de vaststelling van het in het eerste lid be-doelde percentage

    269, § 1, 3°, WIB 92

    33 Dividenden die worden uitgekeerd door een private PRIVAK bedoeld in art. 298 van de voormelde wet van 19.04.2014, indien en in de mate dat deze inkomsten voortkomen uit di-videnden zoals bedoeld in code 31

    269, § 1, 9°, WIB 92

    10 %

    48

    Terugbetalingen van kapitaal die afkomstig zijn van een inbreng zoals bedoeld in art. 537, eerste lid, WIB 92, en die worden uitgevoerd tijdens het 3e jaar volgend op de inbreng, in-dien de uitkerende vennootschap wordt aangemerkt als een kleine vennootschap voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaalinbreng is ge-daan. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd zoals vermeld in code 21

    537, zevende lid, WIB 92

    49

    Terugbetalingen van kapitaal die afkomstig zijn van een inbreng zoals bedoeld in art. 537, eerste lid, WIB 92, en die worden uitgevoerd tijdens het 5e en 6e jaar volgend op de in-breng, indien de uitkerende vennootschap niet wordt aangemerkt als een kleine vennoot-schap voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaal-inbreng is gedaan. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd zoals vermeld in code 21

    537, zesde lid, WIB 92

    5 %

    51

    Dividenden, andere dan deze bedoeld in art. 209, WIB 92, in de mate dat hun toekenning of betaalbaarstelling voortkomt uit een aantasting van de liquidatiereserve bedoeld in art. 184quater of 541, WIB 92, waarbij de aantasting betrekking heeft op het gedeelte van die reserves dat gedurende ten minste 5 jaar, te rekenen vanaf de laatste dag van het be-treffende belastbare tijdperk, behouden is gebleven op de wijze bedoeld in art. 184quater, derde lid of 541, WIB 92

    269, § 1, 8°, WIB 92

    58

    Terugbetalingen van kapitaal die afkomstig zijn van een inbreng zoals bedoeld in art. 537, eerste lid, WIB 92, en die worden uitgevoerd tijdens het 4e jaar volgend op de inbreng, in-dien de uitkerende vennootschap wordt aangemerkt als een kleine vennootschap voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaalinbreng is ge-daan. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd zoals vermeld in code 21

    537, zevende lid, WIB 92

    59

    Terugbetalingen van kapitaal die afkomstig zijn van een inbreng zoals bedoeld in art. 537, eerste lid, WIB 92, en die worden uitgevoerd tijdens het 7e en 8e jaar volgend op de in-breng, indien de uitkerende vennootschap niet wordt aangemerkt als een kleine vennoot-schap voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaal-inbreng is gedaan. In geval van toepassing van die verlaagde aanslagvoet moet een bijlage bij de aangifte wor-den toegevoegd zoals vermeld in code 21

    537, zesde lid, WIB 92

    0 % Vrijstellingen en verzakingen

    60 Dividenden die zijn verleend of toegekend aan de Staat, de Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten, gemeenten en OCMW ’s 264, eerste lid, 1°,

    WIB 92

    61 Dividenden die zijn verleend of toegekend aan de internationale organismen die van Belgi-sche belasting vrijgesteld zijn

  • 273 A-Div – 2020 - 9 -

    Code inkomen ONDERWERP Wettelijke ref.

    62

    Dividend dat, in geval van fusie, splitsing, met fusie door overneming gelijkgestelde verrich-ting of met splitsing gelijkgestelde verrichting als vermeld in artikel 211, § 1, WIB 92, in artikel 210, § 1, 1° en 1°bis, WIB 92 wordt bedoeld, wanneer de inbreng niet volledig wordt vergoed met nieuwe aandelen als bedoeld in artikel 211, § 2, derde lid, WIB 92, om-dat de overnemende of verkrijgende vennootschappen in bezit zijn van aandelen van de overgenomen of gesplitste vennootschap

    264, eerste lid, 2°, eerste streepje, WIB 92

    63

    Dividend dat, in geval van fusie, splitsing, met fusie door overneming gelijkgestelde verrich-ting of met splitsing gelijkgestelde verrichting als vermeld in artikel 211, § 1, WIB 92 in arti-kel 186, WIB 92, wordt vermeld, wanneer de overnemende of verkrijgende vennootschap-pen onder algemene titel, eigen aandelen verkrijgen

    264, eerste lid, 2°, tweede streepje, WIB 92

    64

    Dividenden die in art. 186, WIB 92, worden vermeld, wanneer een vennootschap eigen aan-delen verkrijgt die zijn toegelaten tot een Belgische of buitenlandse gereglementeerde markt zoals bedoeld in art. 2, 5° of 6°, van de wet van 02.08.2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, of tot een door de Koning, op advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten daarmee erkende gelijkgestelde andere gereglementeerde markt, voor zover de verhandeling plaatsvindt op de centrale beursmarkt van Euronext of op een analoge markt

    264, eerste lid, 2°bis, WIB 92

    65

    Dividend dat wordt verleend of toegekend bij gedeeltelijke verdeling van het maatschappe-lijk vermogen of bij verkrijging van eigen aandelen door een overeenkomstig art 8:4 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) erkende coöperatieve vennoot-schap

    264, eerste lid, 2°ter, WIB 92

    66

    Dividend dat, op de verrichtingen en de toegekende of betaalbaar gestelde inkomsten vanaf 01.07.2016, wordt geacht toegekend te zijn ingevolge de erkenning door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten als vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vast-goed (BEVAK) of in niet genoteerde aandelen (PRIVAK), of als gereglementeerde vast-goedvennootschap (GVV), zoals bedoeld in art. 210, § 1, 5°, WIB 92, of ingevolge de in-schrijving bij de FOD FINANCIEN als gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds zoals be-doeld in art. 210, § 1, 6°, WIB 92

    264, eerste lid, 2°quater, WIB 92

    67

    Dividend dat wordt verleend of toegekend aan een rijksinwoner door een vennootschap waarvan de aandelen zijn opgenomen in de notering aan een effectenbeurs van een Lid-staat van de Europese Unie onder de voorwaarden van de Richtlijn 2001/34/EG van 28.05.2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd, of van een derde Staat waarvan de wetgeving minstens gelijkwaar-dige toelatingsvoorwaarden voorziet, onder de vorm van in de notering aan een voormelde effectenbeurs opgenomen aandelen van een nieuw opgerichte vennootschap of een be-staande vennootschap die de uitkerende vennootschap heeft verkregen in ruil voor de in-breng van een bedrijfsafdeling of een tak van werkzaamheid, voor zover de inbreng en de verkrijging van de aandelen het onderwerp uitmaken van een en dezelfde herstructurerings-verrichting die plaatsvindt in een Staat waarmee België een akkoord of overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten, op voorwaarde dat dit akkoord of deze overeenkomst, of een ander bilateraal of multilateraal gesloten juridisch instrument waaraan deze Staat met België deelneemt, de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belas-tingaangelegenheden mogelijk maakt, en in die Staat als belastingneutraal of vrijgesteld van belasting wordt beschouwd

    264, eerste lid, 4°, WIB 92

  • 273 A-Div – 2020 - 10 -

    Code inkomen ONDERWERP Wettelijke ref.

    80

    Dividenden zoals bedoeld in art. 202, § 1, 1° en 2°, WIB 92, waarvan de schuldenaar en de verkrijger vennootschappen zijn die: i. een rechtsvorm hebben die in de bijlage I, deel A, van de richtlijn van de Raad van

    30.11.2011 (2011/96/EU) betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, gewijzigd door de richtlijn van de Raad van 08.07.2014 (2014/86/EU) wordt genoemd of een rechtsvorm hebben die vergelijkbaar is met de rechtsvormen die zijn genoemd in die bijlage en die wordt beheerst door het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of door het recht van een Staat waarmee België een overeen-komst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten;

    ii. onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of aan een gelijksoortige belasting als de vennootschapsbelasting zonder te genieten van een belastingstelsel dat afwijkt van het gemeen recht.

    Worden bedoeld de verkrijgende vennootschappen die: i. gevestigd zijn in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte dan België

    of in een Staat waarmee België een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belas-ting heeft gesloten, op voorwaarde dat deze overeenkomst of enig ander verdrag in de uitwisseling van inlichtingen voorziet die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepa-lingen van de nationale wetten van de overeenkomstsluitende Staten;

    ii. op de datum van toekenning of betaalbaarstelling van de in het eerste lid bedoelde divi-denden in het kapitaal van de schuldenaar een deelneming bezitten van minder dan 10 % waarvan de aanschaffingswaarde ten minste 2.500.000 euro bedraagt;

    iii. deze deelneming gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar in volle eigendom bezitten.

    Het eerste lid is slechts van toepassing in de mate dat de RV, die verschuldigd zou zijn in het geval de vrijstelling van art. 264/1, WIB 92 niet zou bestaan, niet zou kunnen worden verrekend noch worden terugbetaald in hoofde van de verkrijgende vennootschap zoals be-doeld in het tweede lid. De vrijstelling wordt slechts toegestaan indien de schuldenaar van de dividenden in het be-zit is van een attest zoals bedoeld in art. 264/1, § 2, WIB 92.

    264/1, WIB 92

    100

    Dividenden die worden verleend of toegekend door een vennootschap, vereniging, in-richting of instelling die haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer in België heeft of door een rechtspersoon naar Belgisch publiek recht, aan een spaarder niet-inwoner die onderworpen is aan de belasting van niet-inwoners/rechtspersonen (art. 227, 3°, WIB 92) waarvan het voorwerp uitsluitend bestaat uit het beheer en het beleggen van fondsen ingezameld met het doel wettelijke of aanvullende pensioenen uit te betalen, die zich uitsluitend zonder winstoogmerk toeleggen op verrichtingen die bestaan in het beleg-gen van fondsen ingezameld in het kader van hun statutaire opdracht en die in het land waarvan hij inwoner is, vrijgesteld is van inkomstenbelastingen. Die bepaling is evenwel niet van toepassing wanneer de spaarder niet-inwoner er toe gehouden is, hetzij krachtens een contractuele verplichting de opbrengst van Belgische aandelen die hij in eigen naam be-heert door te storten aan de uiteindelijke verkrijger, hetzij een inkomen bedoeld in art. 90, eerste lid, 11°, WIB 92, met betrekking tot Belgische aandelen die hij krachtens een ontle-ning bezit door te storten behalve wanneer de uiteindelijke verkrijger eveneens een spaar-der niet-inwoner is zoals hiervoor bedoeld, of, wat uitsluitend het tweede geval betreft, een moedervennootschap (zoals bedoeld in code 101 of 102) van de dividenduitkerende ven-nootschap is

    106, § 2 en 4, KB/WIB 92

  • 273 A-Div – 2020 - 11 -

    Code inkomen ONDERWERP Wettelijke ref.

    101

    Dividenden die worden verleend of toegekend door een Belgische dochteronderneming aan een moedermaatschappij die gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België of in een Staat waarmee België een overeenkomst ter voorkoming van dubbele be-lasting heeft gesloten, op voorwaarde dat die overeenkomst of enig ander verdrag in de uit-wisseling van inlichtingen voorziet die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van de nationale wetten van de overeenkomstsluitende Staten, indien het aandelenbezit van de moedermaatschappij uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald 10 % van het kapitaal van de dochteronderneming vertegenwoordigt en die minimumdeelneming ge-durende een ononderbroken periode van ten minste één jaar wordt of werd behouden. Voor de toepassing van die maatregel: • verstaat men onder dochteronderneming of moedermaatschappij, een vennootschap:

    i. die één van de rechtsvormen heeft die in de bijlage van de richtlijn van 23.07.1990 (90/435/EEG) betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, gewijzigd door de richtlijn van de Raad van 22.12.2003 (2003/123/EG) worden genoemd of een gelijksoortige rechtsvorm als deze in een Staat waarmee België een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten, met dien verstande dat, voor wat de vennootschappen naar Belgisch recht betreft, de ver-wijzing naar "besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid", naar "co-operatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid", en naar "gewone commanditaire vennootschap" moet worden begrepen als een verwijzing naar respectievelijk de "besloten vennootschap", de "coöperatieve vennootschap" en de "commanditaire vennootschap";

    ii. die, volgens de fiscale wetgeving van de Staat waar ze is gevestigd en de over-eenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting die deze Staat heeft gesloten met derde Staten, wordt beschouwd in deze Staat haar fiscale woonplaats te heb-ben;

    iii. die er is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of aan een gelijksoortige belasting als de vennootschapsbelasting zonder een belastingstelsel te genieten dat afwijkt van het gemeen recht.

    • wordt er voor de vaststelling van de minimumdeelneming in het kapitaal van de dochter-onderneming ten name van de overdrager, van de pandgever of van de leninggever geen rekening gehouden met de aandelen die, op het ogenblik waarop de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld zijn, het voorwerp zijn van een zakelijke-zekerheids-overeenkomst of van een lening met betrekking tot die aandelen

    106, § 5, KB/WIB 92

    102

    Dividenden die zijn verleend of toegekend door een binnenlandse vennootschap aan een andere binnenlandse vennootschap indien het aandelenbezit van de moedermaatschappij uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald 10 % van het kapitaal van de dochteron-derneming vertegenwoordigt en die minimumdeelneming gedurende een ononderbroken periode van ten minste één jaar wordt of werd behouden. Voor de toepassing van die maat-regel wordt voor de vaststelling van de minimumdeelneming in het kapitaal van de dochter-onderneming ten name van de overdrager, van de pandgever of van de leninggever geen rekening gehouden met de aandelen die, op het ogenblik waarop de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld zijn, het voorwerp zijn van een zakelijke-zekerheidsovereenkomst of van een lening met betrekking tot die aandelen

    106, § 6, KB/WIB 92

    103

    Dividenden die zijn verleend of toegekend door een Belgische dochteronderneming aan een moedermaatschappij die haar fiscale woonplaats in Zwitserland heeft indien: i. de moedermaatschappij gedurende ten minste twee jaar een directe deelneming van

    minimaal 25 % heeft in het kapitaal van de dochteronderneming, en ii. de fiscale woonstaat van geen van beide vennootschappen een derde staat is krach-

    tens een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting met die derde staat, en iii. beide vennootschappen vennootschapsbelasting betalen zonder te zijn vrijgesteld, en

    beide vennootschappen kapitaalvennootschappen zijn. Voor wat betreft Zwitserland, omvat het begrip 'kapitaalvennootschappen': (1) la société anonyme, (2) la société à responsabilité limitée, (3) la société en commandite par actions

    art. 15 van de overeen-komst van 26.10.2004

    tussen de Europese Ge-meenschap en de Zwit-serse Bondsstaat waar-

    bij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de

    Raad van 03.06.2003

    104

    Dividenden die zijn verleend of toegekend door een beleggingsvennootschap zoals bedoeld in de art. 15 en 271/10 van de wet van 03.08.2012 betreffende de instellingen voor collec-tieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellin-gen voor belegging in schuldvorderingen, een beleggingsvennootschap zoals bedoeld in de art. 190, 195, 285, 288 en 298 van de voormelde wet van 19.04.2014 of een gereglemen-teerde vastgoedvennootschap (GVV), en waarvan de verkrijger wordt geïdentificeerd als een spaarder niet-inwoner. Die verzaking is niet van toepassing op het gedeelte van het uitgekeerde inkomen dat af-komstig is van inkomsten uit Belgisch vastgoed en dividenden die de beleggingsvennoot-schap of de GVV zelf heeft verkregen van een binnenlandse vennootschap. Dit lid is echter niet van toepassing indien die binnenlandse vennootschap deel uitmaakt van de catego-rieën van vennootschappen zoals bedoeld in het vorige lid en indien de dividenden die zij uitkeert aan de beleggingsvennootschap of aan de gereglementeerde vastgoedvennoot-schap niet afkomstig zijn van dividenden die deze vennootschap heeft ontvangen van een binnenlandse vennootschap, of van inkomsten uit Belgisch vastgoed

    106, § 7, KB/WIB 92

  • 273 A-Div – 2020 - 12 -

    Code inkomen ONDERWERP Wettelijke ref.

    105

    Dividenden die zijn verleend of toegekend door een Belgische beleggingsvennootschap met vast kapitaal zoals bedoeld in art. 2, 8°, van het koninklijk besluit van 10.07.2016 met be-trekking tot de alternatieve instellingen voor collectieve belegging in niet-genoteerde ven-nootschappen en in groeibedrijven (PRIVAK) of door een private privak zoals bedoeld in art. 298, eerste lid, van de voormelde wet van 19.04.2014, maar enkel in de hierna aange-geven mate: • ongeacht wie de verkrijger van de inkomsten is, is de RV niet verschuldigd op het ge-

    deelte van het uitgekeerde inkomen dat afkomstig is van meerwaarden op aandelen verwezenlijkt door de beleggingsvennootschap of op dividenden die onderworpen wa-ren aan een RV die door de beleggingsvennootschap niet kan worden verrekend;

    • wanneer de verkrijger een buitenlandse vennootschap is, is de RV evenmin verschul-digd op het gedeelte van het uitgekeerde inkomen dat afkomstig is van dividenden uit aandelen die door buitenlandse vennootschappen zijn uitgegeven

    106, § 9, KB/WIB 92

    110 Dividenden die zijn verleend of toegekend in het kader van het pensioensparen, aan daar-toe erkende pensioenspaarfondsen of aan houders van een individuele spaarrekening, ter zake van de in die rekening begrepen activa

    115, KB/WIB 92