beel Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs....

91
Het implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs Onderzoeksrapport Laurens Lentfert Charlotte Dekker Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding Verpleegkunde

Transcript of beel Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs....

Page 1: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Het implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs

Onderzoeksrapport

Laurens LentfertCharlotte Dekker

Christelijke Hogeschool WindesheimOpleiding VerpleegkundeOnderzoek in opdracht van het Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg

Januari 2017

Page 2: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Het implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs

Onderzoeksrapport behorend bij de minor Praktijk Gericht Onderzoek in de Zorg (POZ)

Christelijke Hogeschool Windesheim

Opleiding Verpleegkunde

Laurens Lentfert s1067193

Charlotte Dekker s1077568

Januari 2017

Periode: 7 september 2016 t/m 15 januari 2017

Opdrachtgever: Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg

Lectoraat begeleiders: Ruud Janssen

Ingrid Spaan

LWG-docent: Hilco Prins

2

Page 3: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Aantal woorden: 5892/6000

VoorwoordVoor u ligt het onderzoeksrapport over het implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs aan de Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle. Dit onderzoeksrapport is geschreven vanuit de minor Praktijkgericht Onderzoek in de Zorg (POZ). Vanuit het lectoraat ICT-innovaties in de zorg kwam de vraag of wij, Charlotte Dekker en Laurens Lentfert, onderzoek wilden verrichten naar de inbedding van ontwikkelde hulpmiddelen in het verpleegkundig onderwijs. Deze hulpmiddelen ondersteunen het leren inzetten van beeldcommunicatie. Het onderzoek is uitgevoerd op Hogeschool Windesheim in samenwerking met de opleiding Verpleegkunde en het lectoraat. Dit onderzoek is slechts één stap is in een groter proces dat moet leiden tot inbedding van eHealth in het onderwijs.

Het schrijven van dit onderzoek heeft ons geleerd wat er bij komt kijken voordat men iets kan implementeren in het (verpleegkundig) onderwijs. Het heeft ons inzicht gegeven in verschillende onderwijsorganisaties, de werkwijzen van deze organisaties en wat dit voor invloed heeft op het verpleegkundig onderwijs.

Allereerst willen wij onze begeleider Ruud Janssen en voormalig begeleidster Ingrid Spaan bedanken voor de begeleiding, feedback en samenwerking om dit rapport te verwezenlijken. Daarnaast willen wij Hilco Prins, Marijke Span, Annemarie van Hout en Judith Kaptein bedanken voor hun deskundigheid en hulp. Uiteindelijk willen wij alle docenten en studenten Verpleegkunde van Hogeschool Windesheim, drs. Thijs van Houwelingen van Hogeschool Utrecht en dr. Helen Kamphuis van Hanzehogeschool Groningen bedanken voor deelname aan ons onderzoek.

25 januari 2017, Zwolle

Hoogachtend,

Charlotte Dekker & Laurens Lentfert

3

Page 4: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

SamenvattingInleiding Beeldcommunicatie kan in de GGZ bijdragen aan kostenbesparing onder behoud van kwaliteit van zorg. Het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg verricht vanaf 2014 onderzoek naar de wijze waarop hulpverleners in de GGZ kunnen worden ondersteund in het gebruik van beeldcommunicatie. Ook onderwijs zou gebruik kunnen maken van de opbrengsten van dit project. De vraag was of hulpmiddelen die in het project worden ontwikkeld en die het (leren) inzetten van beeldbellen moeten ondersteunen, ook een plek kunnen krijgen in het verpleegkunde-onderwijs van Windesheim. De onderzoeksvraag daarvoor was: ‘‘Op welke wijze wensen docenten en studenten de in het project ‘Beeldcommunicatie in de GGZ’ ontwikkelde kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen in te zetten in het verpleegkundig onderwijs van Hogeschool Windesheim?’’Methode Het onderzoek bestond uit twee fasen. In fase 1 zijn semigestructureerde interviews afgenomen onder docenten en studenten, waarna de resultaten werden geanalyseerd. Dit werd de input voor fase 2: focusgroepen met in elke groep docenten en studenten gebaseerd op ‘The World Café methode’ waarbij de drie meest waardevolle vragen uit fase 1 zijn gebruikt. Affinity Diagramming werd gebruikt als analysemethode van de data in beide fasen.Resultaten Uit de interviews kwam naar voren dat alle drie de hulpmiddelen bruikbaar zijn voor het onderwijs, vooral bij de vakken Communicatieve Vaardigheden, Technische Vaardigheden, Gedragswetenschappen en Klinisch Redeneren. De hulpmiddelen kunnen worden ingezet vanaf leerjaar 1, waarna steeds meer diepgang kan worden verkregen. Ook kan het toegepast worden in het praktijkleren. Wel is er scholing nodig voor docenten om over de benodigde technische kennis te beschikken. Daarnaast is persoonlijke begeleiding vanuit experts wenselijk. Zowel docent als student moet gestimuleerd worden tot het gebruik van beeldcommunicatie. De voornaamste reden om de hulpmiddelen niet toe te passen in het onderwijs is dat het niet zeker is of de praktijk er klaar voor is om beeldcommunicatie te gebruiken: in de praktijk wordt beeldcommunicatie namelijk nog lang niet overal toegepast. Verdere belemmeringen zijn financiële/organisatorische belemmeringen in het onderwijs zoals kosten, onderhoud, ontwikkeltijd en beschikbaarheid van de faciliteiten.DiscussieInhoudelijk zijn het Self Assessment Tool en het overzicht van meer- en minderwaarden tussen fase 1 en fase 2 veranderd, wat invloed heeft op de resultaten uit fase 1. Ook waren de hulpmiddelen nog in de ontwikkelingsfase, waardoor sommige respondenten moeite hadden om een beeld bij de hulpmiddelen te vormen.ConclusieEr is bewustwording bij docenten en studenten nodig over de noodzaak van beeldcommunicatie onderwijs in het verpleegkundig opleidingsprofiel. De hulpmiddelen zijn allen toepasbaar voor het onderwijs als er casuïstiek voor wordt ontworpen wat aansluit op het onderwijs. De hulpmiddelen kunnen worden geïmplementeerd in de vakken Communicatieve Vaardigheden, Technische Vaardigheden, Gedragswetenschappen, Klinisch redeneren, de GGZ-module en in het praktijkleren.AanbevelingenEr moet vervolgonderzoek of overleg plaatsvinden over welk hulpmiddel in welke lesmodule past en wat de praktische- en technische benodigdheden daarbij zijn. Het lectoraat moet gedurende het aanpassingsproces van de hulpmiddelen docenten en studenten betrekken zodat de hulpmiddelen aansluiten op de wensen en eisen van de opleiding.Docenten moeten begeleid en gedoceerd worden door een eHealth expert voor, tijdens en na het lesgeven.

Inhoud4

Page 5: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Samenvatting..........................................................................................................................................4

Hoofdstuk 1: Inleiding............................................................................................................................7

1.1 Aanleiding: het project Beeldcommunicatie in de GGZ..........................................................7

1.2 Probleemanalyse....................................................................................................................7

1.3 Verpleegkundige en maatschappelijke relevantie..................................................................8

1.4 Probleemstelling.....................................................................................................................9

1.5 Vraagstelling...........................................................................................................................9

1.6 Definiëren begrippen vraagstelling.........................................................................................9

1.6.1 Beeldcommunicatie........................................................................................................9

1.7 Deelvragen.............................................................................................................................9

1.8 Doelstelling.............................................................................................................................9

Hoofdstuk 2: Onderzoek ontwerp........................................................................................................10

2.1 Onderzoeksstrategie.............................................................................................................10

2.3 Dataverzamelingsmethoden.................................................................................................10

2.3.1 Semigestructureerd interview......................................................................................10

2.3.2 World Café....................................................................................................................11

2.4 Kwaliteit en validiteit............................................................................................................12

2.5 Juridische en/of ethische aspecten......................................................................................13

2.6 Analyseprocedure.................................................................................................................13

Hoofdstuk 3: Resultaten.......................................................................................................................14

3.1 Fase 1: Semigestructureerde interviews docenten en studenten........................................14

3.1.1 Respons........................................................................................................................14

3.1.2 Belangrijkste resultaten................................................................................................14

3.2 Fase 2: World Café groepsinterview.....................................................................................15

3.2.1 Respons........................................................................................................................15

3.2.2 Belangrijkste resultaten................................................................................................15

3.3 Semigestructureerde interviews bij Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool...................16

3.3.1 Respons........................................................................................................................16

3.3.2 Belangrijkste resultaten................................................................................................16

Hoofdstuk 4: Discussie.........................................................................................................................19

Hoofdstuk 5: Conclusie.........................................................................................................................20

Hoofdstuk 6: Aanbevelingen................................................................................................................21

Literatuurlijst........................................................................................................................................22

Bijlagen.................................................................................................................................................24

Bijlage 1: BN2020 kernbegrippen.....................................................................................................24

Bijlage 2: Aanpak probleemanalyse en vooronderzoek....................................................................26

5

Page 6: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 3: World Café groepsinterview.............................................................................................27

Bijlage 4: Samenvatting interview hulpmiddelen (vooronderzoek)..................................................30

Bijlage 5: Samenvatting interview eHealth op het Windesheim (vooronderzoek)...........................32

Bijlage 6: Topiclijst en interviewvragen............................................................................................36

Bijlage 7: Resultaten Affinity Diagramming fase 1............................................................................39

Bijlage 8: Resultaten Affinity Diagramming fase 2............................................................................45

Bijlage 9: Resultaten Affinity Diagramming semigestructureerde interviews Hanzehogeschool & Hogeschool Utrecht..........................................................................................................................53

Bijlage 10: PowerPoint die getoond werd tijdens semigestructureerde interviews.........................57

Bijlage 11: Uitleg hulpmiddelen tijdens het World Café...................................................................61

Bijlage 12: Beoordelingsformulier rapportage POZ..........................................................................62

6

Page 7: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Hoofdstuk 1: InleidingIn dit onderzoeksrapport is het onderzoek beschreven naar inzet van kennis en hulpmiddelen voor goed gebruik van beeldcommunicatie in het curriculum van de opleiding Verpleegkunde aan de Hogeschool Windesheim. In het onderzoek is gekozen voor het woord beeldcommunicatie omdat het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg dezelfde terminologie gebruikt.

1.1 Aanleiding: het project Beeldcommunicatie in de GGZChristelijke Hogeschool Windesheim (hierna: Windesheim), heeft in 2014 het initiatief genomen onderzoek te doen naar beeldcommunicatie in de geestelijke gezondheidszorg (hierna: GGZ) (Janssen, Hettinga, Van der Krieke, & Sytema, 2014). De GGZ staat voor een grote opgave: enerzijds moest er worden bezuinigd en anderzijds moest de kwaliteit van zorg gehandhaafd blijven. Gebruik maken van beeldcommunicatie kan daarbij een uitkomst zijn. Echter, de zorgverleners waren hier niet voor opgeleid: ze hebben geleerd om subtiele signalen op te kunnen vangen, en deze zijn via beeldcommunicatie moeilijker te waar te nemen en te interpreteren. Het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg van Windesheim wilde met dit onderzoeksproject de GGZ-zorgverleners ondersteunen bij het toepassen van beeldcommunicatie in de zorg, in samenwerking met Windesheim en 11 andere (onderzoeks-)instellingen. Er is onderzocht waarom GGZ-zorgverleners moeite hebben om beeldcommunicatie te gebruiken. Doelstelling was om producten met behulp van deze inzichten te ontwikkelen. Een aanvullende doelstelling was om de opleidingen Verpleegkunde van Windesheim en Hanzehogeschool te voorzien van onderwijs waarin de hulpmiddelen ingezet kunnen worden. Met dit onderzoek werd bijgedragen aan het laatste doel van het project. Een belangrijk uitgangspunt van het onderzoek berust op de Bachelor of Nursing 2020 (BN2020) van het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (Lambregts, 2015). Bij dit nieuwe opleidingsprofiel ligt de focus op zeven CanMEDS1 competentiegebieden (Stuurgroep Bachelor of Nursing, 2015). Tijdens het onderzoek is er rekening gehouden met de speerpunten van BN2020 zoals zij staan in Bijlage 1.

1.2 ProbleemanalyseVan de Nederlandse GGZ instellingen gebruikt 66% eHealth2 in de directe zorg en als communicatiemiddel met patiënten (zoals consulten, afspraken en intakes) (Nederland, 2013). Om verpleegkundestudenten voor te bereiden op het gebruik van beeldcommunicatie in de praktijk is het nodig hen te scholen over de technische aspecten en het integreren van beeldcommunicatie in de dagelijkse zorgpraktijk (Lamb, 2006). Er is in de literatuur geen onderzoek te vinden dat zich specifiek richt op (het implementeren van) beeldcommunicatie in het onderwijs (Bijlage 2). Wel bestaan er leerboeken. Windesheim maakt op dit moment gebruik van het boek eHealth in de Praktijk van Saskia Timmer (2011) tijdens een korte module waarin kennis wordt gemaakt met de mogelijkheden van ICT in de zorg.Het lectoraat Vraag gestuurde Zorg van Hogeschool Utrecht heeft op basis van een Delphistudie een overzicht opgesteld van verpleegkundige eHealth-taken met de daarbij behorende competenties, gebaseerd op het nieuwe beroepsprofiel Bachelor of Nursing 2020 (Van Houwelingen, 2015). Dit overzicht geldt bij Hogeschool Utrecht als uitgangspunt bij het geven van onderwijs over eHealth. Het is echter onduidelijk of dit overzicht relevant is voor Windesheim.

1 CanMEDS: Canadian Medical Education Directions for Specialists2 eHealth: Het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, met name internettechnologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren (Krijgsman, 2015).

7

Page 8: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Windesheim wil door onder andere dit onderzoek studenten en docenten betrekken bij de implementatie van beeldcommunicatie in het onderwijs. Zo is ook de verwachting dat best practices van andere Hogescholen worden meegenomen in de implementatie van de hulpmiddelen voor beeldcommunicatie op Windesheim.Uit vooronderzoek (een interview met twee eHealth-experts die werkzaam zijn bij Hogeschool Windesheim, zie Bijlage 5) blijkt dat de experts een duidelijke visie hebben over eHealth en beeldcommunicatie, namelijk: ‘’Maak van eHealth (en daarbij beeldcommunicatie) niet een apart vak maar onderken dat het gebruik van technologie zowel voor informatieverwerking als voor zorgverlening sterk in opkomst is. Het gaat heel veel invloed hebben op de manier waarop zorg wordt verleend en dat betekent dus ook dat deze ontwikkelingen in alle CanMEDS rollen een plek moeten krijgen.’’ In Bijlage 5 staat het volledige interview uitgewerkt.Uit interview met het lectoraat blijkt dat er op dit moment drie hulpmiddelen in ontwikkeling zijn: 1) overzicht van meer- en minderwaarde, 2) het Self Assessment Tool en 3) een Visual Novel (Bijlage 4). Volgens het lectoraat zouden deze hulpmiddelen bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden als een introductie met betrekking tot beeldcommunicatie, zodat de drempel verlaagd kan worden en de kennis voor het gebruik van beeldcommunicatie verhoogd. De hulpmiddelen zullen medio april 2017 voltooid zijn, waarna het lectoraat de hulpmiddelen zo spoedig mogelijk geïmplementeerd wil zien in het verpleegkundig onderwijs. Docenten, verpleegkundestudenten, ICT’-ers, leveranciers (hardware of software), klankbordgroepen, ervaringsdeskundigen en de opleidingsmanager zijn allen stakeholders op het gebied van beeldcommunicatie in het onderwijs (Bijlage 4). Dit onderzoek focust zich in verband met de tijd alleen op docenten en verpleegkundestudenten.

1.3 Verpleegkundige en maatschappelijke relevantieVolgens Evers, Blijham en Willems (2009) zijn grote effectstudies naar de toepassing van zorg op afstand (en dus beeldcommunicatie) nog schaars. Grootschalige implementatie van zorg op afstand verkeert ook in het buitenland in een beginstadium. Het merendeel van de publicaties gaat over kleinschalige pilots. De verpleegkundige heeft dus weinig tot geen kennis van wat de effecten zijn van beeldcommunicatie in de zorg. Het is volgens Schuurmans & Lambregts (2012) belangrijk dat de verpleegkundestudent kennis heeft van- en kan werken met de nieuwste communicatietechnologieën. Op basis daarvan kan ze meedenken met de ontwikkelingen. Daardoor zal ze in haar latere beroepspraktijk de kwaliteit van zorg kunnen verbeteren en als beginnend beroepsbeoefenaar op hbo-niveau beslissingen kunnen nemen. Wanneer de verpleegkundige kennis heeft van beeldcommunicatie, dan zal dat voor de maatschappij ook relevant zijn. Door het gebruik van technologie kan de zorgverlening sneller bereikbaar zijn, kan het zorgproces minder belastend zijn voor de cliënt en kan de cliënt mogelijk langer thuis blijven wonen (Westert, et al., 2010). De overheid stimuleert cliënten tegenwoordig zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en stimuleert een korte opnameduur in instellingen. Het aantal cliënten in de thuiszorg neemt toe, deze ontwikkeling stimuleert de toename van het gebruik van technische oplossingen (RIVM, 2010).Volgens Ten Have en Kesseler (2011) zullen zorgverleners mogelijk een positiever beeld krijgen over een veilige en verantwoorde uitvoering van zorg, wanneer scholing zou worden aangeboden om de luistervaardigheid tijdens beeldcontact van zorgverleners te verbeteren. Ook wordt in het onderzoek van Ten Have en Kesseler aangegeven dat het scholen van zorgverleners nodig is om hen te leren handelen als een beeldscherm onvoldoende functioneert. Op deze manier staan technische problemen de communicatie zo min mogelijk in de weg.

8

Page 9: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

1.4 ProbleemstellingHet lectoraat ICT-innovaties in de Zorg ontwikkelt in het project Beeldcommunicatie in de GGZ kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen om zorgverleners in de GGZ te ondersteunen om beeldcommunicatie in te leren zetten in de praktijk. Om verpleegkundestudenten van Windesheim voor te bereiden op het gebruik en het inzetten van beeldcommunicatie is nieuw onderwijs nodig waarin de ontwikkelde kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen omtrent beeldcommunicatie is opgenomen. Op dit moment is het onduidelijk op welke wijze docenten en studenten Verpleegkunde de kennis en hulpmiddelen ingezet zouden willen zien in het onderwijs, en heeft het lectoraat geen zicht over hoe andere hogescholen beeldcommunicatie in het onderwijs implementeren.

1.5 VraagstellingOp welke wijze wensen docenten en studenten de in het project ‘Beeldcommunicatie in de GGZ’ ontwikkelde kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen in te zetten in het verpleegkundig onderwijs van Hogeschool Windesheim?

1.6 Definiëren begrippen vraagstelling1 . 6 . 1 B e e l d c o m m u n i c a t i eOnder beeldcommunicatie wordt hetzelfde verstaan als beeldbellen, telezorg en beeldzorg. Beeldcommunicatie richt zich op communicatie via beelden met geluid, oftewel videocontact. Beeldcommunicatie is een vorm van zorg op afstand (Timmer, 2011).

1.7 DeelvragenOm de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, zijn de volgende deelvragen geformuleerd:

1. Wat zien docenten Verpleegkunde als belangrijke aspecten, mogelijkheden en belemmeringen bij de implementatie van de ontwikkelde kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen voor beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs? 2. Wat zien studenten Verpleegkunde als belangrijke aspecten, mogelijkheden en belemmeringen bij de implementatie van de ontwikkelde kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen voor beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs? 3. Op welke manier pakken andere HBO-verpleegkundeopleidingen de implementatie van beeldcommunicatie (en eHealth) aan?

1.8 DoelstellingHet doel van dit onderzoek is het formuleren van een advies over beeldcommunicatie-onderwijs aan de opleiding Verpleegkunde van Windesheim op basis van de door docenten en studenten belangrijk bevonden aspecten en op basis van best practices van andere hogescholen.

Hoofdstuk 2: Onderzoek ontwerp2.2 OnderzoeksstrategieDit onderzoek bestaat uit kwalitatief, inductief en explorerend actieonderzoek. Het onderzoek gebruikt kwalitatieve methoden om ideeën, wensen, opvattingen en bedenkingen van de respondenten in kaart brengen (Verhoeven, 2016). Volgens Van der Zee (2013) is een kwalitatief onderzoek ook bij uitstek geschikt voor onderzoek met een kort tijdsbestek en wat kleinschalig van aard is. Door kwalitatief onderzoek is het onderzoek minder afhankelijk van statistisch te bewerken gegevens en kan meer diepgang worden bewerkstelligd. Tevens is er sprake van inductief onderzoek, aangezien de benodigde theorie nog ontwikkeld moet worden (Verhoeven, 2016). In dit proces

9

Page 10: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

wordt gebruik gemaakt van iteratie3 en methodische triangulatie4: Er zijn semigestructureerde interviews afgenomen (fase 1), en de resultaten die hieruit voortgekomen zijn geanalyseerd. Dit is de input geworden voor ‘The World Café methode’ (2016) (fase 2), waar er verdieping is gezocht op wat de docenten en studenten willen. The World Café methode is tevens een middel om het gesprek over eHealth in het onderwijs op gang te brengen. De kennis wordt opgedaan en de gegevens die zijn verzameld na beide fasen zijn direct omgezet in actiepunten ten dienste van de verandering, waarbij er sprake is van samenwerking tussen onderzoekers, opdrachtgevers en onderzochten. Dit type onderzoek verleent zich bij uitstek voor situaties in het onderwijs en praktijkleren (Boog, 2007). Door gebruik te maken van semigestructureerde interviews is getracht achter persoonlijke meningen te komen van respondenten, waarna deze bevindingen in acht zijn genomen in de opzet en inhoud van het groepsinterview.Tenslotte is er voor deelvraag 3 van semigestructureerde interviews gebruik gemaakt, maar dan onder sleutelfiguren van twee andere hogescholen die zich bezighouden met eHealth in het verpleegkundig onderwijs. De kennis die is opgedaan en de gegevens die zijn verzameld vanuit de deelvragen zijn uiteindelijk omgezet in actiepunten in ons advies.

2.3 DataverzamelingsmethodenPer dataverzamelingsmethode wordt de onderzoekspopulatie(s), de eventuele steekproeftrekking, het meetinstrument en de respons beschreven.

2.3 .1 Semigest ructureerd in terv iew2.3.1.1 OnderzoekspopulatieDocenten en studenten: Voor fase 1 werden vier studenten en vier docenten geïnterviewd. Dit aantal is vastgesteld op basis van de beschikbare tijd, organisatorische mogelijkheden en na overleg met de opdrachtgever. Docenten zijn geselecteerd op basis van vakgebied, voorkeuren vanuit de opdrachtgever en het vereiste dat zij les geven aan verpleegkundestudenten. Hierbij is er sprake van een doelgerichte steekproef (Verhoeven, 2016). Docenten zijn gevraagd of zij interesse hadden om deel te nemen aan het onderzoek. Er zijn verder geen andere selectiecriteria gebruikt.Studenten zijn geselecteerd op basis van studiejaar. Uit ieder leerjaar is één student gekozen met gebruik van de sneeuwbalmethode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennissenkring om personen te benaderen (Verhoeven, 2016). Er zijn verder geen andere selectiecriteria gebruikt. Sleutelfiguren andere hogescholen: Er is van Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool Utrecht één sleutelfiguur geïnterviewd. Voor deze hogescholen is gekozen omdat Hanzehogeschool Groningen meewerkt aan het project Beeldcommunicatie in de GGZ, en omdat docenten bij Hogeschool Utrecht worden getraind om te kunnen doceren over eHealth en er daar faciliteiten worden gecreëerd om deze lessen te geven (Kort & Smole, 2015). Deze personen zijn doelgericht geselecteerd en gevraagd om deelname. Er is sprake van een doelgerichte steekproef omdat deze op basis van bepaalde kenmerken is geselecteerd. De respondenten zijn experts op het gebied van eHealth en beeldcommunicatie in het onderwijs.

3 Iteratie: Onderdeel van inductief (theorievormend) onderzoek. Door het verzamelen en analyseren van gegeven worden er conclusies getrokken. Na het vaststellen dat aanvullende informatie nodig is worden de nieuwe gegevens opnieuw verzamelt en geanalyseerd (Verhoeven, 2016).4 Methodische triangulatie: Vanuit verschillende invalshoeken naar de probleemstelling kijken, waarbij verschillende dataverzamelingsmethoden worden gebruikt.

10

Page 11: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

2.3.1.2 MeetinstrumentDocenten en studenten: Er is gekozen voor het semigestructureerde interview omdat hierbij een vast aantal topics en bijbehorende vragen gesteld worden, waarbij er de mogelijkheid bestaat om af te wijken van de vragen om verdieping te zoeken (Van der Zee, 2013). De topiclijst en de vragen zijn voorgelegd aan de opdrachtgever, besproken, geanalyseerd, aangepast en getest middels een proefinterview met een student (zie Bijlage 6 voor de topiclijst en vragenlijst). In Bijlage 10 staan de hulpmiddelen zoals getoond aan de respondenten. Sleutelfiguren andere hogescholen: Ook hierbij is gekozen voor het semigestructureerde interview. De vragen hiervoor zijn zo ontwikkeld, dat zij inzicht geven in best practices van andere hogescholen en dat de resultaten van het interview vertaald kunnen worden naar wat dit betekent voor de mogelijkheden van Windesheim in het onderwijscurriculum. Boeije (2009) stelt dat het van belang is om de opdrachtgevers bij het onderzoek te betrekken om de bruikbaarheid van vooral praktijkonderzoek zo hoog mogelijk te maken. Om de bruikbaarheid te verhogen zijn de interviewvragen opgesteld en geoperationaliseerd met de opdrachtgever.2.3.1.3 ResponsDocenten en studenten: Om voldoende respons te realiseren is net zolang gezocht totdat vier docenten en vier studenten bereid waren deel te nemen aan het onderzoek. De respons is bevorderd door het creëren van een draagvlak: studenten en docenten waren uitgenodigd om mee te denken over een verbeteringstraject om het onderwijs over beeldcommunicatie te bevorderen. Daarbij werden ideeën niet tegenover elkaar maar naast elkaar gezet (Smit, 2010). Sleutelfiguren andere hogescholen: Er zijn twee sleutelfiguren geïnterviewd, één van de Hanzehogeschool en één van Hogeschool Utrecht. Er zijn incentives beschikbaar gesteld door hen na afloop een samenvatting van de resultaten van het onderzoek aan te bieden.

2.3 .2 Wor ld Café2.3.2.1OnderzoekspopulatieDe steekproeftrekking heeft zich gericht op docenten en studenten Verpleegkunde van Windesheim, waarbij de docenten (deelvraag 1) en verpleegkundestudenten (deelvraag 2) beiden een gezamenlijk domein zijn. Docenten: Acht docenten zijn geselecteerd op basis van vakgebied, onderzoeksresultaten fase 1 en de Docentenlijst kernschrijvers voor het nieuwe Curriculum Verpleegkunde van Windesheim. Hierbij is er sprake van een doelgerichte steekproef. Studenten: Er zijn acht studenten geselecteerd op basis van studiejaar, waarbij er per studiejaar twee studenten zijn geselecteerd. Er is eerst gevraagd of verpleegkundestudenten van de Opleidingscommissie deel wilden nemen, aangezien zij hier bij aangesloten zijn om inbreng te kunnen hebben in veranderingen in het onderwijs. Deze studenten werden doelgericht uitgekozen. Indien er zich vanuit de opleidingscommissie onvoldoende studenten zouden aanmelden, dan werden studenten uitgenodigd middels de sneeuwbalmethode.

2.3.2.2 Meetinstrument

Het groepsinterview (fase 2) onder docenten en studenten is na het semigestructureerde interview afgenomen middels de ‘World Café’ methode (The World Cafe, 2016). De World Café methode (Bijlage 3) is bij uitstek te gebruiken om een thema te verkennen, ideeën of werkwijzen te inventariseren en om gezamenlijk ideeën te bedenken (Smit, 2010). Respondenten werden ingedeeld in groepen: deze waren altijd samengesteld uit docenten en studenten. Deze groepen worden na verloop van tijd door elkaar gehusseld, waarna een nieuw thema of een vervolgvraag centraal staat.

11

Page 12: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Er is gekozen voor deze methode omdat deze het mogelijk stelt om een groepsgesprek te organiseren voor grote groepen. Ook helpt het de groep docenten en studenten kennis te leren maken met beeldcommunicatie en te participeren aan een mogelijke implementatie van onderwijsstof (Smit, 2010). De methode geeft mogelijkheid tot discussie en doorvragen over bepaalde aspecten, waarbij de topiclijst (zie Bijlage 6) de gespreksonderwerpen bevat. Deze topiclijst bestaat uit dezelfde topics als in fase 1 van het onderzoek, met interviewvragen die aangepast zijn op basis van de analyse van de onderzoeksresultaten uit fase 1.

2.3.2.3 ResponsDocenten: De meest relevante docenten met een maximum aantal van 10 waren uitgenodigd voor het World Café. Middels het gebruik van een doelgerichte steekproef, aanvullend met de sneeuwbalmethode zijn de docenten geworven voor deelname. Wanneer niet alle docenten toezeggen is een minimum van 8 participanten nagestreefd op een totale populatie van 70 om de validiteit te behouden en een subjectieve mening van een kleine groep docenten te voorkomen. Studenten: Voor het aantal verpleegkundestudenten was het streven dat er minimaal 2 en maximaal 3 participanten per leerjaar deelnamen, wat neerkomt op een totaal van 8 tot 10 verpleegkundestudenten. Hierdoor is gestreefd naar een goede spreiding over de eerste-, tweede-, derde- en vierdejaars studenten en is dit aantal tevens in balans met het aantal betrokken docenten.Deze aantallen zijn vastgesteld na het analyseren van de mogelijke beschikbaarheid van studenten en de organisatorische problemen die ontstaan bij het uitvoeren van een grotere steekproef. In totaal zullen er 16 tot 20 participanten worden betrokken bij het World Café. De respons werd bevorderd door de docenten en studenten deel te laten nemen in mogelijke veranderingen van het onderwijs curriculum. Hierdoor kregen zij meer inbreng en inzicht in het onderwijs wat zij krijgen of geven. Daarnaast kregen zij een cadeaubon en was er gezorgd voor catering.

2.4 Kwaliteit en validiteitOnderzoeksresultaten kunnen niet zomaar worden vrijgegeven. Er moet een kwaliteitscontrole plaatsvinden. Daarbij wordt gecontroleerd in hoeverre de opzet, de analyse en de resultaten vrij zijn van toevallige en systematische fouten. Daarnaast wordt nagegaan in hoeverre de resultaten bruikbaar zijn voor het doel waarvoor het onderzoek is opgezet. Kwaliteit wordt gecontroleerd door te letten op betrouwbaarheid, bruikbaarheid en validiteit (Verhoeven, 2016).Met de betrouwbaarheid geef je aan in hoeverre de resultaten vrij zijn van toevallige fouten (Manders, 2014). De betrouwbaarheid is in dit onderzoek verhoogd door gebruik te maken van methodische triangulatie: er wordt gebruik gemaakt van verschillende dataverzamelingsmethoden die gericht zijn op hetzelfde fenomeen en onderzoeksvraag (Verhoeven, 2016). Ook is er aan het eind van het onderzoek een rapportage gemaakt, zodat het onderzoek verantwoord is en transparant kan worden gemaakt. Validiteit laat zien of er in het onderzoek onderzocht wordt wat er onderzocht zou moeten worden (Migchelbrink, 2013). Om transparantie te verkrijgen over de onderzoeksresultaten is er een valideringsbijeenkomst georganiseerd met belanghebbenden, respectievelijk de opdrachtgever, docent LWG, de onderzoekers en een onafhankelijke derde partij, zoals een docent van Windesheim die niet geïnterviewd is tijdens het onderzoek. Dit type valideren past bij het explorerend actieonderzoek, aangezien het via deze wijze van valideren mogelijk is om bijvoorbeeld na elke verandering nogmaals een valideringsbijeenkomst te organiseren (Smit, 2010). Bruikbaarheid van resultaten speelt een rol als het onderzoek voor een organisatie heeft plaatsgevonden, in dit geval Windesheim. De bruikbaarheid is vergroot door de onderzoeksvragen en -aanpak in overleg met de opdrachtgever vast te stellen, door belangrijke stakeholders (zoals

12

Page 13: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

studenten en docenten) bij het onderzoek te betrekken en door op basis van het onderzoek een aantal adviezen voor de opleiding Verpleegkunde te formuleren.

2.5 Juridische en/of ethische aspectenBij het verwerken van de interviews zijn geen namen genoemd, tenzij hier toestemming voor verleend is. Bij de interviews werd van de docenten alleen beschreven welke vakken zij geven en van de studentverpleegkundige alleen in welk jaar hij of zij zit. Er werd dus geen privacygevoelige informatie vrijgespeeld naar derden. Om de deelnemer (zowel in het interview als in de enquête) hierover te informeren werd er gebruik gemaakt van Informed Consent: de deelname van de respondent is vrijwillig en de respondent heeft te allen tijde recht op opvraging van informatie (Cahana, 2008). Het begrip Informed Consent is toegepast door de deelnemer vooraf te informeren over de inhoud van het onderzoek en vooraf toestemming te vragen alvorens de informatie te gebruiken. Hierdoor werd er tegelijkertijd rekening gehouden met ethische wensen van de deelnemer: de deelnemer mocht te allen tijde deelname aan het onderzoek afbreken en beslist uiteindelijk zelf of zijn of haar informatie gebruikt mag worden in het onderzoek.

2.6 AnalyseprocedureDe verzamelde data uit de semigestructureerde interviews en de World Café methode werden geanalyseerd middels Affinity Diagramming. Affinity Diagramming is een simpele maar krachtige techniek voor het groeperen en begrijpen van informatie en is bij uitstek te gebruiken bij groepsinterviews en bij semigestructureerde interviews (Gaffney, 1999). Bij Affinity Diagramming wordt er gebruik gemaakt van open coderen. Voor de semigestructureerde interviews: Affinity Diagramming werd toegepast nadat de gesprekken zijn opgenomen, waarna deze handmatig worden uitgeschreven. Voor het World Café: De sessie werd niet opgenomen, maar de respondenten schreven zelf hun bevindingen, meningen en ideeën op een blad op tafel. De gespreksleider schreef mee over wat de respondenten aan zijn tafel vertellen. Daarna werd de verkregen informatie gecodeerd middels Affinity Diagramming. Dit werd gedaan door fragmenten uit de interviews/aantekeningen van het world café die relevant zijn voor de onderzoeksvragen op te schrijven op een post-It. De post-It’s werden iteratief geclusterd totdat samenhangende thema’s ontstonden. Hierna werd er per thema de naam, de omschrijving en de inhoud van de post-It’s samengevat, waarna er een lopende tekst van werd gemaakt (Pzydek, 2003).

Hoofdstuk 3: Resultaten3.1 Fase 1: Semigestructureerde interviews docenten en studenten

3 .1 .1 Respons In totaal zijn er vijf docenten en vier studenten benaderd. Er wilden vier docenten participeren, waaronder drie kernschrijvers. Deze docenten geven de vakken technische vaardigheden, gedragswetenschappen, verpleegkunde en tevens is er een docent coördinator van deeltijd en afstandsleren. Tevens wilden er vier studenten meedoen, waaronder een eerstejaars, een tweedejaars, een derdejaars en een vierdejaars. De interviews zijn volgens schema voor 5 november 2016 afgenomen en voor aanvang van fase 2 geanalyseerd.

13

Page 14: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

3.1 .2 Be langr i jks te resu l ta tenDe resultaten van de semigestructureerde interviews zijn onderverdeeld in thema’s na het analyseren middels Affinity Diagramming. De thema’s zijn tot stand gekomen door de Post-It’s te groeperen die aan elkaar gerelateerd zijn. In Bijlage 7 staat de volledige uitwerking van fase 1.

Persoonlijke ervaringen met beeldcommunicatie in de praktijkGeen van de respondenten (zowel student als docent) had persoonlijk ervaring met het gebruik van beeldcommunicatie bij een patiënt of cliënt in de beroepspraktijk. Docenten hadden over het algemeen alleen ervaring met beeldcommunicatie door middel van lesgeven. Twee studenten hadden ooit eens les gekregen over het gebruik van beeldcommunicatie, maar geen van de studenten had beeldcommunicatie ingezet in de stages.BehoeftenDe docent moet over voldoende technische kennis en vaardigheden beschikken. Om dit te bewerkstelligen is scholing nodig. Verder is persoonlijke begeleiding voor de docenten vanuit het lectoraat of experts wenselijk. Bruikbaarheid hulpmiddelenDe hulpmiddelen zijn bruikbaar voor het onderwijs en hoeven niet aangepast te worden. Plus- en minpunten hulpmiddelen Hulpmiddel Pluspunten MinpuntenSelf-assessment tool Overzichtelijk

Mogelijkheid om vanuit verschillende invalshoeken te kijkenDirect inzage in wel/niet inzetten

Conservatief, niet innoverendTe veel gebruik van lijstjesKost extra werk

Visual Novel Goede voorbereiding op praktijkMogelijkheid tot individueel oefenenMogelijkheid om skills te onderhoudenMogelijkheid om op casus in te spelen

Ook al wordt er casuïstiek gebruik gebaseerd op de beroepspraktijk, het blijft nep.Geen simulatiepatiënt

Overzicht van meer- en minderwaarde

Interactief bezig zijnGoede terugblik voor of je beeldcommunicatie effectief hebt toegepast

Niet echt toegevoegde waardeNiet duidelijk wat het precies inhoud

Integratie van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijsBeeldcommunicatie moet in het gehele verpleegkundig onderwijs geïntegreerd worden en vooral in het vak communicatieve vaardigheden. Dit kan worden ingezet vanaf leerjaar 1. Daarna kan er na elk jaar steeds meer diepgang worden verkregen, door bijvoorbeeld beeldcommunicatie te integreren in minors of stages. De hulpmiddelen kunnen worden geïmplementeerd bij de vakken Communicatieve vaardigheden (COVA), Technische Vaardigheden (TEVA), Gedragswetenschappen, Ethiek & Recht en Verpleegkunde.Belemmeringen bij onderwijs over beeldcommunicatieEr moet bewustwording van eHealth plaatsvinden bij de opleiding, docent en student.Belangrijke overige aspecten bij onderwijs over beeldcommunicatieDe noodzaak voor onderwijs over beeldcommunicatie is hoog. Zowel docent als student moet gestimuleerd worden om gebruik te maken van beeldcommunicatie. Beeldcommunicatie kan bijdragen bij het aanleren van kritisch kijken en communicatieve vaardigheden, waarbij de student kennis heeft van het ziektebeeld. Er moet wel ruimte voor vrijgemaakt worden in het onderwijscurriculum.Persoonlijke mening op de visie van Windesheim omtrent eHealth

14

Page 15: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Het merendeel van de respondenten konden zich in de visie van Windesheim vinden, welke inhield dat van eHealth geen apart vak moet worden gemaakt en in alle CanMEDS rollen een plek moet krijgen. Enkelen vonden het belangrijk dat studenten eerst een introductie-les krijgen over het gebruik van beeldcommunicatie.

3.2 Fase 2: World Café groepsinterview3.2 .1 Respons Van de 20 docenten die waren benaderd, wilden er twee participeren. Omdat de van tevoren vastgestelde wervingsmethode na uitval onvoldoende respondenten opleverde, is in overleg met de opdrachtgever een pragmatischer benadering gekozen. Hiervoor zijn alle Verpleegkunde-docenten via mail en/of persoonlijk benaderd. Van de 70 personen die meerdere malen werden verzocht mee te doen, hebben er 7 personen geparticipeerd. Aangezien er nog één persoon tekort kwam, heeft er een lid van het lectoraat meegedaan, wat neerkomt op een respons van 8 docenten.Bij de werving van de studenten zijn er 5 personen benaderd, welke allemaal hebben geparticipeerd. Omdat de van tevoren vastgestelde wervingsmethode onvoldoende respondenten opleverde, is in overleg met de opdrachtgever een pragmatischer benadering gekozen. Hiervoor zijn 100 eerste- en tweedejaars Verpleegkunde-studenten via mail en/of persoonlijk benaderd. Dat leverde, na meerdere mails, twee respondenten op voor een totaal van zeven: één eerstejaars-, twee tweedejaars-, twee derdejaars- en twee vierdejaarsstudenten. Uiteindelijk hebben er 15 respondenten geparticipeerd aan het groepsinterview. Bij beide groepen is de sneeuwbalmethode toegepast doordat door de beperkte aanmeldingen doelgericht selecteren niet mogelijk was.

3.2 .2 Be langr i jks te resu l ta tenDe resultaten van het groepsinterview zijn onderverdeeld in thema’s na het analyseren middels Affinity Diagramming. Per thema worden de belangrijkste verzamelde onderzoeksgegevens beschreven. In Bijlage 8 staat de volledige uitwerking van fase 2.

Bruikbaarheid hulpmiddelen in het onderwijsAlle drie de hulpmiddelen kunnen gebruikt worden in het verpleegkundig onderwijs: het is eigentijds en de zorg van nu vraagt erom. Ook zetten de hulpmiddelen alle drie aan tot reflectie. Technologie moet gestimuleerd worden, omdat studenten over het algemeen niet zelf op technische innovaties komen. De Self Assessment Tool is een hulpmiddel die gebruikt kan worden om de student kennis te leren maken omtrent de mogelijkheden van beeldcommunicatie bij een specifieke patiënt en het zet aan tot kritisch denken. De Visual Novel is goed te gebruiken in het onderwijs door de student te laten zien hoe een gesprek door middel van beeldcommunicatie kan verlopen, waarbij er aandacht wordt besteed aan de voor- en nadelen. Het is goed voor het leerproces en voor de praktijk. Het overzicht van meer- en minderwaarde kan gebruikt worden als introductie voor beeldcommunicatie en om een discussie te starten over het gebruik van beeldcommunicatie in de zorg. De voornaamste reden om de hulpmiddelen niet toe te passen in het onderwijs is dat het niet zeker is of de praktijk er klaar voor is om beeldcommunicatie te gebruiken. Deze loopt qua technische ontwikkelingen namelijk achter.

Belemmeringen hulpmiddelen in het onderwijsDe Self Assessment tool kan een spelletje worden als het in een app op de mobiel staat. Ook wordt het kritisch denken niet gestimuleerd. De Visual Novel neemt veel tijd in beslag en de verschillende casussen zijn niet divers genoeg. Bij het overzicht van meer- en minderwaarde wordt benoemd dat één filmpje niet allesomvattend kan zijn. Algemene belemmeringen bij de implementatie van deze

15

Page 16: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

hulpmiddelen zijn gebrek aan motivatie en technische kennis van zowel docent als student, het feit dat er geen handleiding voor bestaat en financiële/organisatorische belemmeringen zoals kosten, onderhoud, ontwikkeltijd en beschikbaarheid van de faciliteiten.

Integratie hulpmiddelen in het onderwijsOver het algemeen passen de hulpmiddelen goed bij communicatieve vaardigheden en klinisch redeneren, en kunnen ze toegepast worden bij het praktijkleren. Ze kunnen vanaf leerjaar 1 worden toegepast in het onderwijs, waarbij de complexiteit na elk jaar kan worden opgebouwd. De Self Assessment Tool zou ook binnen de vakken technische vaardigheden en verpleegkunde nog een plek kunnen krijgen. De Visual Novel past vooral goed bij het blok GGZ dat in het tweede jaar wordt aangeboden. Voor dit hulpmiddel hoeft er geen vaste plek te zijn, als het maar aansluit bij het onderwijs dat gegeven wordt. Het overzicht van meer- en minderwaarde past ook goed in het eerste jaar, als introductie van beeldcommunicatie.

3.3 Semigestructureerde interviews bij Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool3 .3 .1 ResponsBij de werving is gebruik gemaakt van een doelgerichte steekproef. Op basis van expertise op het gebied van eHealth en beeldcommunicatie is gekozen om drs. Thijs van Houwelingen, promovendus bij het lectoraat Vraaggestuurde Zorg van Hogeschool Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht te interviewen. Drs. Thijs van Houwelingen is auteur van het rapport Verpleegkundige eHealth taken en de daarbij behorende competenties (Van Houwelingen, 2015).

Bij Hanzehogeschool is dr. Helen Kamphuis geïnterviewd. Dr. Helen Kamphuis is docent Verpleegkunde en onderzoeker bij Hanzehogeschool. Zij start in januari met een soortgelijk onderzoek als deze op Hanzehogeschool, in opdracht van het lectoraat ICT-innovaties in de zorg.

3.3 .2 Be langr i jks te resu l ta tenDe resultaten van de semigestructureerde interviews zijn onderverdeeld in de verschillende onderwerpen die tijdens het interview aan bod zijn gekomen. Wederom heeft het analyseren plaatsgevonden middels Affinity Diagramming. Per onderwerp zijn de belangrijkste verzamelde onderzoeksgegevens beschreven. In de onderstaande tabellen worden de belangrijkste resultaten vergeleken per onderwerp met elkaar vergeleken. In Bijlage 9 staan de volledige resultaten van de interviews. In Bijlage 10 staan de hulpmiddelen zoals getoond aan de respondenten.

De bevindingen bij Hanzehogeschool en Hogeschool Utrecht worden vergeleken met Windesheim. De resultaten van Windesheim zijn verkregen uit vooronderzoek en fase 1 dankzij het iteratieve proces van het onderzoek. Per onderwerp wordt er een vergelijking gemaakt tussen de Hogescholen.

Huidig onderwijs over beeldcommunicatie

Hogeschool Utrecht Leerjaar 2: Introductie les gedurende 2 uur. Leerjaar 4: Verdieping les gedurende 2 uur met gebruik

van simulatiepatiënt. Toekomst: Mogelijk gebruik van Google Glass / iPads

gedurende verschillende lessenHanzehogeschool Groningen Geen onderwijs over beeldcommunicatie.

Onduidelijk in welke mate er onderwijs wordt gegeven over eHealth in het algemeen.

16

Page 17: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Hogeschool Windesheim Leerjaar 2: introductie les gedurende 2 uur met gebruik van het skills lab.

Visie op beeldcommunicatie (en eHealth)

Hogeschool Utrecht Beeldcommunicatie wordt waarschijnlijk een belangrijk onderdeel van de zorg, maar het moet niet zo zijn dat een groot deel van het onderwijscurriculum wordt ingenomen door beeldcommunicatie.

Hanzehogeschool Groningen Beeldcommunicatie is een hulpmiddel om de student te ondersteunen en te onderwijzen in verschillende manieren van communiceren en klinisch redeneren, waarbij de focus ligt op het doel en niet op het gebruik van beeldcommunicatie zelf.

Hogeschool Windesheim Maak van eHealth (en daarbij beeldcommunicatie) niet een apart vak maar onderken dat het gebruik van technologie zowel voor informatieoverdracht als voor zorgverlening opkomend is. Het gaat heel veel invloed hebben op de manier waarop zorg wordt verleend en daarom moeten deze ontwikkelingen in alle CanMEDS rollen een plek moeten krijgen.

Tabel 1.1

Tabel 1.2

Belemmeringen beeldcommunicatie in het onderwijs

Hogeschool Utrecht Tijdens de beeldcommunicatie-lessen wordt er geen aandacht geschonken aan klinisch redeneren, besluitvorming en het wanneer inzetten van beeldcommunicatie.

Docenten hebben uitleg en training nodig.Hanzehogeschool Groningen Het onderwijs in het algemeen is niet ingericht voor

innovaties. Opleidingscurriculum ligt vast voor elk jaar: te weinig tijd

om er mee te experimenteren.Hogeschool Windesheim Bewustwording noodzakelijk bij docent en student.

Overig: Stand van zaken en best practices

Hogeschool Utrecht Het onderzoek Verpleegkundige eHealth taken en de daarbij behorende competenties is nog niet geïmplementeerd in het verpleegkundig onderwijs.

Best practice volgens respondent: Gebruik simulatiepatiëntHanzehogeschool Groningen De hulpmiddelen zijn bruikbaar in het onderwijs maar

behoeven nog wel veel ontwikkeling. Best practice volgens respondent: Geen voorbeelden

benoemd.

Tabel 1.3

Tabel 1.4

17

Page 18: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Hoofdstuk 4: DiscussieData-analyseHet gebruik van Affinity Diagramming als methode voor data-analyse was bruikbaar voor fase 1, fase 2 en de interviews bij Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool Groningen. Dankzij Affinity Diagramming werd er snel duidelijk welke informatie waardevol was voor het onderzoek (Gaffney, 1999). Per onderzoekonderdeel is een nieuwe sessie van Affinity Diagramming gestart, om zo onderzoeksresultaten niet door elkaar te halen.

Fase 1: Semigestructureerde interviews docenten en studentenEr is voldoende draagvlak bij studenten en docenten om les te ontvangen of geven over beeldcommunicatie. De hulpmiddelen kunnen geïntegreerd worden in de vakken Communicatieve Vaardigheden en Technische Vaardigheden waarbij de complexiteit ieder leerjaar stijgt. Er is niet doorgevraagd op welke wijze deze complexiteit moet stijgen. Wel moet er eerst bewustwording van beeldcommunicatie (en eHealth) plaatsvinden bij de opleiding, docent en student. Een kanttekening bij de resultaten voor fase 1 is dat de Self Assessment Tool en het overzicht van meer- en minderwaarden inhoudelijk zijn veranderd. Dit kan de validiteit van de resultaten van fase 1 beïnvloeden aangezien deze resultaten betrekking hebben op eerdere, niet meer actueel zijnde uitgangspunten en ontwerpen (Verschuren, 2009).

Fase 2: World Café groepsinterviewFase 2 is ontwikkelt uit de onderzoeksresultaten van fase 1. Een kanttekening van het World Café is dat deelnemers enkele keren navroegen wat de hulpmiddelen nu precies inhouden. Dit kwam doordat de hulpmiddelen nog in de ontwikkelingsfase zaten. Hierdoor zijn de hulpmiddelen mogelijk verschillend geïnterpreteerd, wat de bevindingen zou kunnen hebben gekleurd (Verhoeven, 2016).

Fase 3: Semigestructureerde interviews Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool GroningenEr waren grote verschillen te zien tussen de Hogeschool Utrecht, de Hanzehogeschool en Windesheim. Uit het interview met de Hanzehogeschool kwamen geen best practices naar voren. Uit het interview met Hogeschool Utrecht is één best practice naar voren gekomen: Tijdens onderwijs over beeldcommunicatie zou een simulatiepatiënt kunnen worden gebruikt ter bevordering van het realisme van de oefening. Hiervoor is educatie en stimulatie nodig bij docenten die beeldcommunicatielessen geven.

18

Page 19: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Hoofdstuk 5: ConclusieHet doel van het onderzoek was om een advies te formuleren over beeldcommunicatie-onderwijs aan de opleiding Verpleegkunde van Hogeschool Windesheim, waarbij de volgende vraagstelling is gebruikt:

‘’Op welke wijze wensen docenten en studenten de in het project ‘Beeldcommunicatie in de GGZ’ ontwikkelde kennis, hulpmiddelen en oefenmaterialen in te zetten in het verpleegkundig onderwijs van Hogeschool Windesheim?’’

Er is gebleken dat de noodzaak voor beeldcommunicatie-onderwijs hoog is, maar dat deze ontwikkeling mogelijk tegen kan worden gehouden door gebrek aan motivatie en technische kennis van zowel docent als student.

De wensen van docenten en studenten verschilden niet veel van elkaar. Beeldcommunicatie moet in het gehele verpleegkundig onderwijs geïntegreerd worden en vooral in het vak Communicatieve Vaardigheden. Dit kan worden ingezet vanaf leerjaar 1. De hulpmiddelen worden geïmplementeerd bij de vakken Communicatieve Vaardigheden, Technische Vaardigheden, Gedragswetenschappen en klinisch redeneren. Ze passen vooral goed bij de GGZ-module in leerjaar 2. Ook kunnen ze worden ingezet in het praktijkleren. Zij behoeven echter wel aanpassingen, zoals het ontwerpen van casuïstiek geschikt voor het verpleegkundig onderwijs.

Doordat de deelvragen al beantwoord zijn in hoofdstuk 4 kan het volgende advies worden geformuleerd:Om verpleegkundestudenten voor te bereiden op de steeds technischer en tijdsgebondener wordende beroepspraktijk is het noodzakelijk dat de opleiding Verpleegkunde van Hogeschool Windesheim haar studenten onderwijs aanbiedt over beeldcommunicatie. Eerst moet er bewustwording van de noodzaak van beeldcommunicatie plaatsvinden bij docent en student. Dit kan door een introductie-les te geven waarin het overzicht van meer- en minderwaarde wordt getoond. Echter moeten er wel meerdere filmpjes worden gemaakt, aangezien één filmpje niet allesomvattend kan zijn. Verder is de Visual Novel goed om kennis te maken met beeldcommunicatie, maar daarna moet er ook gebruik worden gemaakt van simulatiepatiënten. Daarnaast moeten de docenten geschoold worden om over voldoende technische kennis en vaardigheden te beschikken. Ook is persoonlijke begeleiding voor de docenten vanuit het lectoraat of experts wenselijk wanneer er een les over beeldcommunicatie wordt gegeven.

19

Page 20: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Hoofdstuk 6: AanbevelingenOm het gegeven advies te kunnen verwezenlijken zijn enkele aanbevelingen geformuleerd.

1. Er moet vervolgonderzoek plaatsvinden over welk hulpmiddel in welke lesmodule past en wat de praktische en technische benodigdheden daarbij zijn. Dit kunnen docenten nader verkennen. Daarom is het advies om 1 à 2 focusgroepen te organiseren. Hierbij kunnen de topiclijst en de uitkomsten van de voorgaande interviews meegenomen worden. Wel dient de topiclijst aangepast te worden, waarbij vragen moeten worden toegevoegd over welk hulpmiddel precies in welke lesmodule past, om er zo dieper in te kunnen gaan.

2. Het lectoraat moet gedurende het aanpassingsproces van de hulpmiddelen voor het verpleegkundig onderwijs docenten en studenten betrekken zodat de hulpmiddelen aansluiten op de wensen en eisen van de opleiding.

3. Er moet educatie aan docenten door een eHealth expert plaatsvinden. Na deze educatie moeten deze docenten begeleid worden in het gebruik van (eHealth) technologie.

4. Er moet onderzocht worden op welke manier een stijgende complexiteit van beeldcommunicatie onderwijs ontworpen kan worden en of het gebruik van een simulatiepatiënt daar een meerwaarde in heeft.

20

Page 21: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

LiteratuurlijstBoeije. (2009). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.

Boog, B. (2007). Handelingsonderzoek of Action Research. KWALON 34, jaargang 12, nr. 1.

Cahana, A. (2008). Voluntary informed consent in research and clinical care: An update. Pain Pract.

Cox, K. D. (2008). Evidence-Based Practice voor verpleegkundigen. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.

E.W.C. van Gemert-Pijnen, N. N. (December 2011). A holistic framework to improve the uptake and impact of eHealth technologies. Enschede https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3278097/#: Faculty of Behavioural Sciences University of Twente.

Evers, H., Blijham, N., & Willems, C. (2009, December). Zorg op afstand, literatuurstudie naar internationale ontwikkelingen en kennis over effecten. Opgehaald van Website van Vilans: http://vilans6.vilans.nl/docs/producten/Literatuurstudie%20Zorg%20op%20Afstand/Zorg%20op%20afstand%20literatuurverkenning%20DEF%20-%20web.pdf

Gaffney, G. (1999). University of Nevada. Opgehaald van https://faculty.unlv.edu/thatcher/is485/readings/affinitydiagramming.pdf

Janssen, R., Hettinga, M., Van der Krieke, L., & Sytema, S. (2014, Mei 12). Beeldcommunicatie in de GGZ. Zwolle.

Kip, H. (2013). Invloed van beeldbellen op de geestelijke gezondheidszorg. Enschede http://essay.utwente.nl/64185/1/Kip%2C_H._-_s0219819_%28verslag%29.pdf: University of Twente.

Kort, H. S., & Smole, M. (2015). Speerpunt Zorg en Technologie Eindrapportage. Hogeschool Utrecht. Utrecht: Directie Faculteit Gezondheidszorg.

Krijgsman, J. (2015). Tussenrapport eHealth-monitor 2015. Den Haag & Utrecht: Nictiz en het NIVEL.

Lamb, G. S. (2006). Nursing Education in telehealth. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16539749: Telemed Telecare.

Lambregts, J. A. (2015, januari). Bachelor Nursing 2020: Een toekomstbestendig opleidingsprofiel 4.0. https://www.actiz.nl/stream/bachelor-nursing-2020-4-0.pdf: Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde.

Manders, M. (2014, Juli 14). Hoe beoordeel je de kwaliteit van een scriptie-onderzoek? Opgehaald van Website van SCRIBBR: https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/beoordelen-kwaliteit-onderzoek/

Migchelbrink, F. (2013). Handboek prkatijkgericht onderzoek. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Nederland, G. (2013). Factsheet E-Mental Health. Opgehaald van GGZ Nederland: http://www.ggznederland.nl/uploads/assets/Factsheet%20e-mental%20health%20in%20the%20Netherlands%20def.pdf

Pzydek, T. (2003). Quality Engineering Handbook, Second Edition. New York: Marcel Dekker.

21

Page 22: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

RIVM. (2010). Zorg-op-afstand. Opgehaald van RIVM: http://www.rivm.nl

Schuurmans, M., & Lambregts, J. (2012, Maart 8). Beroepsprofiel verpleegkundige. Opgehaald van V&VN 2020 Deel 3: http://www.venvn.nl/Portals/1/Nieuws/Ouder%20dan%202010/3_profiel%20verpleegkundige_def.pdf

Smit, M. S. (2010). Praktijkonderzoek: motor voor verandering in organisaties. Springer Uitgeverij BV: Houten.

Stuurgroep Bachelor of Nursing. (2015). Bachelor of Nursing 2020. Opgehaald van https://www.actiz.nl/stream/bachelor-nursing-2020-4-0.pdf

Ten Have, L. A., & Kesseler, N. (2011, 01 13). Ervaringen van verpleegkundigen en verzorgenden met Zorg-op-afstand in de thuiszorg.

The World Cafe: Key concepts; Design Principles. (2016, september). Opgehaald van The World Cafe: http://www.theworldcafe.com/key-concepts-resources/design-principles/

Timmer, S. (2011). eHealth in de praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Van der Zee, F. (2013). Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Groningen: BMOOO.

Van Houwelingen, T. (2015). Verpleegkundige eHealth-taken en daarvoor benodigde competenties. Utrecht http://hu.surfsharekit.nl:8080/get/smpid:55855/DS1/: Lectoraat Vraaggestuurde zorg, kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening.

Verhoeven, N. (2016). Hoe kun je de kwaliteit van je onderzoek beoordelen? Opgehaald van Dé website bij Nel Verhoeven's wat is onderzoek?: http://www.watisonderzoek5edruk.nl/onderzoekstool/fase_2_dataverzameling/10_kwaliteit_van_onderzoek/

Verhoeven, N. (2016). Wat is onderzoek? Praktijkboek voor methoden en technieken. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.

Westert, G. P., Berg, M. J., Zwakhals, S. L., Heijink, R., Jong, J. D., & Verkleij, H. (2010). Zorg balans, prestaties van de Nederlandse Zorg. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

22

Page 23: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

BijlagenBijlage 1: BN2020 kernbegrippen

Bachelor of Nursing 2020 kernbegrippem

De toekomst- en voor een flink deel al het heden – vraagt veel van de verpleegkundige op bachelor niveau. Maatschappelijke

veranderingen, technologische ontwikkelingen en eHealth stellen andere eisen aan de gezondheidszorg. Ieder jaar starten ongeveer drieduizend studenten aan de opleiding verpleegkunde. Demografische en politiek-maatschappelijke ontwikkelingen, en

ook ontwikkelingen in de zorg, wetenschap en technologie, maken dat de omgeving waarin zij komen te werken drastisch verandert. Het nieuwe, landelijke opleidingsprofiel komt aan die dynamiek tegemoet (Stuurgroep Bachelor of Nursing, 2015).

In het beroepsprofiel verpleegkundige is gebruik gemaakt van zeven rollen en competentiegebieden, de CanMEDS (Canadian Medical Education Directions for Specialists). In tabel 1 het nieuwe CanMEDS beroepsprofiel, in tabel 2 het oude beroepsprofiel.

Tabel 1

Tabel 2

CanMEDS-rollen die specifiek terug te vinden zijn in het onderzoek zijn de rollen Communicator opdat de zorgverlener (en verpleegkundestudent in opleiding) naar gezamenlijke besluitvorming streeft, Samenwerkingspartner opdat de zorgverlener zelfmanagement wil bevorderen, Reflectieve

23

Page 24: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

EBP-professional opdat de zorgverlener op een wetenschappelijke basis handelt, Gezondheidsbevorderaar opdat de zorgverlener preventie toepast die zich richt op het bevorderen van zelfmanagement, Organisator opdat de zorgverlener continuïteit van zorg realiseert, Professional en Kwaliteitsbevorderaar opdat de zorgverlener een onderzoekende houding heeft en een bijdrage kan leveren aan kwaliteitssystemen, zodat de zorgverlener vanuit de rol Zorgverlener kwalitatieve zorg kan leveren aan de patiënt via beeldcommunicatie.

24

Page 25: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 2: Aanpak probleemanalyse en vooronderzoekSamenvatting aanpak probleemanalyse en vooronderzoekBij de probleemanalyse in de inleiding wordt er antwoord gegeven op enkele vragen. Dit heeft als doel het gericht onderzoek verrichten gebaseerd op de huidige praktijksituatie, stakeholders en andere belangrijke aspecten zodat kwaliteits- en validiteitsbehoud van het onderzoek wordt bewerkstelligd.

1. Welk onderzoek omtrent de implementatie van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs is al verricht?In- en exclusiecriteria:

Onderzoek maximaal 10 jaar oud. Onderzoeksresultaten- of aanbevelingen kunnen mogelijk toegepast worden in verder

onderzoek. Onderzoeksresultaten- of aanbevelingen kunnen omgezet worden van praktijk- naar

onderwijssetting. Onderzoek is verricht in de Geestelijke Gezondheidszorg (zowel binnen- als buitenland).

Zoektermen:Engelse zoektermen: Tele Health, Videoconferencing, video monitoring, eHealth, iHealth, education, nurse, student, nursing, implementation.Nederlandse zoektermen: beeldbellen, beeldcommunicatie, telezorg, telebellen, onderwijs, verpleegkunde, verpleegkundige, studentverpleegkunde, implementatie, validiteit, betrouwbaarheid, triangulatieMogelijk relevante onderzoeken:

(Lamb, 2006) (E.W.C. van Gemert-Pijnen, December 2011) (Kip, 2013)

2. Wat is de huidige praktijksituatie met betrekking tot de implementatie van beeldcommunicatie en eHealth in het verpleegkundig onderwijs van de Christelijke Hogeschool Windesheim? (interview Hilco Prins & Annemarie van Hout)Voor een samenvatting voor het interview wordt u verwezen naar Bijlage 5.

3. Welke hulpmiddelen zijn al ontwikkeld vanuit het lectoraat ICT:Zorginnovaties?Voor een samenvatting van het interview wordt u verwezen naar Bijlage 4.

4. Op welke manier pakken andere Hogescholen onderwijs over beeldcommunicatie aan?Voor beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van het volgende document:Van Houwelingen, T. (2015). Verpleegkundige eHealth-taken en daarvoor benodigde competenties.

Utrecht http://hu.surfsharekit.nl:8080/get/smpid:55855/DS1/: Lectoraat Vraaggestuurde zorg, kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening.

25

Page 26: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 3: World Café groepsinterviewWorld Café MethodeHet World Café is een methode die te gebruiken is om een gesprek te organiseren binnen (grote) groepen. In een café-opstelling met meerdere tafels praten groepen aan elke tafel over onderwijs over beeldcommunicatie. Elke tafel heeft één gespreksleider, die niet deelnemen aan het interview zelf. Er liggen papieren tafelkleden en stiften zodat de groep op kan schrijven wat er bedacht en gezegd wordt. Na een tijdje wisselen de aanwezigen van tafel en vindt er kruisbestuiving plaats. De gespreksleider blijft zitten. Op deze manier wordt er getracht om in korte tijd het thema zo uitgebreid mogelijk te bespreken en tegelijkertijd ideeën te verzamelen. Door tijdgebrek wordt echter telkens een nieuwe vraag per ronde gesteld. Een korte samenvatting van de wijze waarop het World Café is uitgevoerd:

1. Uitleg aan deelnemers met betrekking tot het thema en waarover gediscussieerd wordt. 2. Deelnemers kiezen een tafel3. Gespreksleider start het interview4. Na 25 minuten wordt er gewisseld van tafel en wordt er een nieuwe vraag gesteld5. Er wordt in totaal 3 keer gewisseld van tafel6. Afsluitend wordt er plenair belangrijke of onbeantwoorde zaken besproken

Voorbeeldfilm: https://www.youtube.com/watch?v=YG_6iBcyP7w

Benodigdheden: Per tafel ligt een stapel met post-it’s, stiften (rood voor de docent, groen voor de student) en

3 vellen papier (per vraag 1 vel papier). Iedere gespreksleider krijgt het schema met daarop de namen van deelnemers per vraag

voor zijn of haar tafel. Werkwijze:

De introductie:

13.30-13.40: Iedereen naar de begintafel en tijd voor wat drinken / te eten. Daaropvolgend een gezamenlijke introductie Annemarie, Ruud, Charlotte & Laurens.

13.40-13.45: Uitleg World Café methode. 13.45-14.00: Uitleg hulpmiddelen door Ruud & Annemarie met ruimte voor dringende

vragen.

De vragen:

Per vraag worden de deelnemers via het schema door elkaar gewisseld. Per vraag: 2 minuten inleiding vraag door gespreksleider, 3 minuten opschrijven wat de

deelnemer zelf vind, 10 minuten gezamenlijke discussie, 10 minuten discussie om tot een gezamenlijk standpunt te komen.

Deelnemers schrijven op post-it’s zijn of haar bevindingen. Rode kleur voor docenten, groene kleur voor studenten.

De gespreksleider schrijft het gezamenlijke standpunt omtrent de vraag op het vel aan het einde van de discussie.

Dit proces wordt voor alle drie de vragen herhaald.

Afsluiting

26

Page 27: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Deelnemers mogen vertrekken wanneer zij dat willen. 15.15-15.30: De mogelijkheid voor de deelnemers om plenair eventuele ideeën, meningen of

opvattingen nog te laten horen en te bespreken.

Werkwijze stap voor stap

1. 13.30-13.45: Introductie Binnenkomst. Iedereen naar de starttafel brengen. Wanneer iedereen binnen is: Introductie onderzoek (PowerPoint) Uitleg World Café methode (PowerPoint)

2. 13.45-14.00: Presentatie hulpmiddelen (PowerPoint)3. 14.00-14.25: Vraag 14. 14.25-14.50: Vraag 25. 14.50-15.15: Vraag 36. 15.15-15.30: Nabespreking7. 15.25-15.30: Afsluiting

Deelnemers: 8 docenten, 8 studenten, 4 gespreksleiders. Namen zijn gefingeerd.Deelnemers: Gespreksleiders:

1. Docent D1 1. Laurens Lentfert2. Docent D2 2. Charlotte Dekker3. Docent D3 3. Ruud Janssen4. Docent D4 4. Annemarie van Hout5. Docent D56. Docent D67. Docent D78. Docent D89. 4e jaars student S110. 4e jaars student S211. 3e jaars student S312. 3e jaars student S413. 2e jaars student S514. 2e jaars student S615. 1e jaars student S716. 1e jaars student S8

Vragen:1. Vindt u dat de zojuist beschreven hulpmiddelen een plekje in het onderwijs zouden moeten

krijgen? Waarom wel / niet?a. Self-assessment toolb. Visual Novelc. Overzicht van meer- en minderwaarde

2. Wat zijn mogelijke belemmeringen bij het invoeren van deze hulpmiddelen?3. Waar denkt u dat de hulpmiddelen het beste geïntegreerd kunnen worden in het

verpleegkundig onderwijs?

27

Page 28: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Vraagverdeling:

Vraag 1 Gespreksleider Docenten StudentenTafel 1 Laurens Lentfert D1

D3S1S8

Tafel 2 Charlotte Dekker D2D4

S3S5

Tafel 3 Ruud Janssen D5D6

S6S4

Tafel 4 Annemarie van Hout D8D7

S7S2

Vraag 2 Gespreksleider Docenten StudentenTafel 1 Laurens Lentfert D8

D4S3S8

Tafel 2 Charlotte Dekker D5D3

S7S5

Tafel 3 Ruud Janssen D2D7

S1S4

Tafel 4 Annemarie van Hout D1D6

S6S2

Vraag 3 Gespreksleider Docenten StudentenTafel 1 Laurens Lentfert D2

D6S7S8

Tafel 2 Charlotte Dekker D1D7

S6S5

Tafel 3 Ruud Janssen D8D3

S3S4

Tafel 4 Annemarie van Hout D5D4

S1S2

28

Page 29: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 4: Samenvatting interview hulpmiddelen (vooronderzoek)Samenvatting semigestructureerd interview over de ontwikkelde hulpmiddelen

Datum van afname: 03-10-2016

Geïnterviewde: Ruud Janssen Associate lector ICT-innovaties in de Zorg Marijke Span Kwartiermaker ProMemo. Onderzoeker ICT-innovaties in de Zorg

Website lectoraat: https://beeldcommunicatieindeggz.wordpress.com/

Doel van het interview: Uitvinden welke hulpmiddelen al ontwikkelt zijn door het lectoraat ICT-innovaties in de zorg en op welke manier het lectoraat graag ziet dat de hulpmiddelen gebruikt gaan worden in het verpleegkundig onderwijs.

1. Welke hulpmiddelen zijn er ontwikkeld? Zijn er al hulpmiddelen klaar? Drie hulpmiddelen zijn uit de eerste twee fasen van het onderzoek van het lectoraat naar voren gekomen:

1. Screeningsinstrument: Het doel van het screeningsinstrument is om de zorgverlener die beeldcommunicatie wil gaan inzetten tot reflectie aan te zetten Het is hierbij de bedoeling dat de zorgverlener van tevoren gaat nadenken waarom hij of zij beeldcommunicatie wil gaan inzetten. Schetsen zijn op dit moment gemaakt en worden ontwikkelt.

2. Een overzicht van meer- en minderwaarde: Een verslag van het lectoraat waarin situaties worden benoemd waarin beeldcommunicatie meer- of minderwaarde heeft. Op deze wijze wordt een poging gedaan de zorgverlener te inspireren: Wat zijn nou mooie toegevoegde waarden van beeldcommunicatie en zou je dat kunnen relateren aan de zorg die je biedt aan je eigen cliënt/patiënt? Dit wordt aan de zorgverlener vorm gegeven middels het gebruik van een interactieve animatie. Ontwerp van dit verslag uitbesteed aan studenten van Hanze Hogeschool. In november de mogelijkheid voor opvraging stand van zaken.

3. Visual Novel: Een visual novel is een Japanse verhaalvorm waarbij door middel van het gebruik van een interactieve game een verhaal wordt afgespeeld. Tijdens dit verhaal moet de zorgverleners zelf keuzes maken die het verloop van de rest van het verhaal bepalen. Het doel bij dit instrument is om realistische praktijkverhalen concreet te maken voor de zorgverlener. Het instrument brengt verdieping aan omdat het een context aanbiedt. Dit hulpmiddel is het speerpunt van het onderzoek van het lectoraat. Product nog in ontwikkeling, verwachte oplevering nog niet bekend.

Deze drie hulpmiddelen worden na voltooiing op een website geplaatst als een totaalpakket voor de zorgverlener om kennis te leren maken met het gebruik van beeldcommunicatie.

2. Hoe ziet u deze hulpmiddelen geïmplementeerd in het onderwijs?De hulpmiddelen meer bedoel als een introductie dan het echte doen. Het bereidt de zorgverlener (en mogelijk de student) voor op het zelf gebruiken van beeldcommunicatie. ‘’Het moet voorkomen worden dat beeldcommunicatie tijdens één onderwijsmodule naar voren komt en in verdere onderwijsmodules niet meer, aangezien de trend is dat beeldcommunicatie in de toekomst in alle aspecten van het werk voor zal komen.’’ (Ruud Janssen). ‘’De hulpmiddelen moeten in het eerste jaar al worden ingezet, wat zich later moet gaan uitbreiden in de volgende jaren, passend bij de thema’s die dan gelden. Beeldcommunicatie kan bijvoorbeeld worden ingezet bij het vak Communicatieve Vaardigheden (COVA), waarbij de verschillende gesprekstechnieken via beeldcommunicatie kunnen worden toegepast (Marijke Span).’’

29

Page 30: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Op dit moment bestaat er een skillslab op Windesheim met de faciliteiten om onderwijs over beeldcommunicatie mogelijk te maken. De vraag waar de hulpmiddelen een plekje kunnen krijgen in het (verpleegkundig) onderwijs is echter de vraag. Uit de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) kwam ook de vraag of onze ontwikkelingen kunnen worden toegepast in onderwijs voor die opleiding. ‘’Ons lijkt het het beste dat beeldcommunicatie en eHealth in het algemeen niet alleen in één module gestopt wordt, maar geïntegreerd word in andere onderwijsmodules (Ruud Janssen & Marijke Span).’’

3. Hoe snel denkt u dat de hulpmiddelen worden ingezet in het onderwijs? Dit jaar/volgend jaar? En in welk jaar, leerjaar 1/2/3/4? Zo snel mogelijk, zodat eHealth (en beeldcommunicatie) gezien kan worden als een belangrijk onderdeel van de opleiding, en niet iets wat er in een module bij wordt gedaan. Vanaf leerjaar 1 beginnen met een introductie over eHealth, wat voort wordt gezet in de volgende leerjaren.

4. Denkt u dat bij het inzetten van de te ontwikkelde hulpmiddelen de faciliteiten toereikend zijn? (Ruimte, ipads, software)Er is op dit moment een (ict) skillslab en een zorgcentrale. Ook is er de beschikking over 8 iPads met beeldcommunicatie-software geïnstalleerd. Als eHealth een belangrijkere rol gaat spelen in het onderwijs kan dit te krap zijn. Er is een inventarisatie nodig voor wat er meer nodig is, om filevorming te voorkomen. Ook het onderhoud van de iPad vergt tijd en geld.

5. Wie hebben er allemaal te maken met eHealth/beeldcommunicatie (wie zijn de stakeholders)?

1. Docent(en) die zich veel bezig houden met eHealth. De uitdaging is dat alle docenten zich bezig gaan houden met eHealth.

2. (Verpleegkunde)studenten3. ICT-er4. Leverancier hardware, software5. Patiënt (klankbordgroepen)6. Ervaringsdeskundigen7. Opleidingsdirecteur

30

Page 31: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 5: Samenvatting interview eHealth op het Windesheim (vooronderzoek)Samenvatting semigestructureerd interview over hoe de ontwikkelde hulpmiddelen kunnen worden ingezet in het onderwijs.

Datum van afname: 06-10-2016

Geïnterviewde: Hilco Prins Associate lector ICT-innovaties in de Zorg Annemarie van Hout Associate lector ICT-innovaties in de Zorg

Doel van het interview: Uitvinden wat de visie is van de experts over op welke manier beeldcommunicatie een plek moet krijgen in het onderwijs en waar het onderzoek op gericht moet worden.

Vindt u dat beeldcommunicatie in alle studiejaren terug moet komen?Ja, dat vinden wij. Dat is onderdeel van de visie. Om onze missie te bereiken, vinden wij dat eHealth in alle studiejaren aan bod zou moeten komen. Het liefst ook in verschillende modules en verschillende vakken, zodat je op verschillende momenten in de studie in contact komt met eHealth. Beeldcommunicatie is een onderdeel van eHealth, dus voor beeldcommunicatie op zich vind ik niet dat het in alle studiejaren terug moet komen. Het moet wel ergens een plek krijgen, en misschien wel op meerdere plaatsen. Onze missie: Dat je vanuit alle rollen van de canMEDs, om kan gaan met eHealth (op bachelorniveau wanneer je bent afgestudeerd). Je hebt meerdere vormen van beeldcommunicatie, dus dat kan het beste op verschillende plekken in het onderwijs naar voren komen. Het past goed bij het vak communicatieve vaardigheden: hoe verleen ik zorg op afstand? Waar moet ik extra aandacht aan schenken als ik via deze manier communiceer? (Hilco)

Om in te gaan op bepaalde achtergronden en uitgangspunten moet er van eHealth ook een apart vak komen waarin over eenmalige vastlegging, meervoudig gebruik van patiëntgegevens, privacy, informatieverwerking, classificatiestelsels en de techniek erachter wordt geleerd (Hilco). Want wanneer je iets geïntegreerd aanbiedt, dan dreigt dat weleens niet behandeld te worden. Daarom is het een goed idee om een aparte eHealth module te hebben. Het beeldbellen kan in die eHealth module naar voren komen maar het kan ook in bepaalde modules/vakken naar voren komen, bijvoorbeeld bij het vak communicatieve vaardigheden of bij de module Geestelijke gezondheidszorg. (Annemarie)

Wat betekent beeldcommunicatie voor mijn psychiatrische zorgverlening? Is dat een weloverwogen interventie? Eén module eHealth waarin alles wordt aangeboden is niet doenlijk. Er is behoorlijk wat kennis nodig om te kunnen reflecteren en om daar niveau 6 vpk straks daar daadwerkelijk een trekkende rol in te kunnen laten spelen. In het nieuwe curriculum moet ook de kennis opgeschroefd kunnen worden, maar het doen en het erover nadenken om het in je vak te kunnen integreren, dat moet zoveel mogelijk over alle vakken verdeeld moeten worden. Per vak betekent het namelijk iets anders. Communiceren via een webcam is iets waar je over moet praten, maar ook als ik iemand niet meer zie omdat ik alles online doe, wat betekent dat dan voor mijn verpleegkundige kennis en voor de relatie tussen vpk en cliënt? (Annemarie). Ook moet het in de toetsing voorkomen, waarbij we aan moeten sluiten bij de CANmeds rollen (Hilco).

Kunt u de powerpoint die u gemaakt hebt over eHealth nader beschrijven?

In die canmedsrollen-beschrijving in het beroepsprofiel wordt nauwelijks aandacht besteed aan eHealth, en zeker niet op de manier hoe wij ernaar kijken. Op alle plekken in het verpleegkundig vak kom je technologie tegen, zowel om zorg te leveren als om info uit te wisselen. Wrijf eHealth uit over

31

Page 32: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

alle vier de jaren zodat de studenten weten dat ze technologie telkens gaan tegenkomen in hun toekomstig beroep. (Annemarie)Wanneer we kijken naar welke trends er in de zorg worden voorzien, wordt eHealth heel prominent als belangrijk punt genoemd, maar wanneer je kijkt naar waar het expliciet wordt genoemd dan gebeurt dat heel weinig. Wij vinden dat je vanuit iedere rol te maken krijgt met eHealth (Hilco). De powerpoint is de visie en missie van de opleiding.

Net hadden we het over Bachelor Nursing 2020, dat u vindt dat eHealth te weinig wordt genoemd, moeten wij hier dan op aanhaken of op jullie powerpoint?

Het heeft mijn voorkeur dat jullie de powerpoint/factsheets gebruiken. Dat biedt meer perspectief en mogelijkheden om dingen met eHealth te doen in het onderwijs. Dit is de missie van het onderwijs (Hilco).

Kunnen wij erop berusten dat u hierbij rekening hebben gehouden met Bachelor Nursing 2020 of moeten wij dit zelf gaan vergelijken?

We gaan uit van het nieuwe curriculum. Wij zeggen echter wel dat eHealth in alle 7 rollen naar voren moet komen, dus dat is wel een verschil. Wat mij betreft bekijken jullie het vanuit de nieuwe visie. Dat biedt ook meer mogelijkheden. Wellicht kun je iets in het onderwijs doen waarbij je niet zozeer iets praktisch doet met beeldbellen, maar veel meer dat je op basis van kennis die het project heeft opgeleverd, dat je daar bijv. een artikel/rapport inbrengt ergens in het curriculum, zodat je ook theoretisch aan het werk bent. Niet alleen het hulpmiddel maar ook de kennis integreren. Bij wijze van spreken: een les over onderzoeksmethodologie en iets uit eHealth als voorbeeld gebruiken, dus een integratie. Je doet iets met eHealth maar je geeft eigenlijk het vak praktijkgericht onderzoek (Hilco).

Wilt u dat de kennis, de vaardigheden en de attitude die bij beeldcommunicatie komen kijken, in elke eHealth-taak/canmedrol naar voren komt of mag dat verschillend zijn?

De kennis/attitude/vaardigheid mag verschillend in elke canmedrol naar voren komen (Hilco). Dat komt ook omdat we de kennis, de vaardigheid en de attitude niet helemaal scherp hebben, dus het gaat er vooral om dat dat wat we weten wordt ingebracht in het onderwijs (Annemarie). Het is wel mooi dat het ergens bij een practicum wel allemaal samenkomt, dat er dan op alle drie de dingen wordt gelet (Hilco). Maar een keiharde norm kunnen we daar niet voor geven. (Annemarie).

Is het de bedoeling dat de eHealth taken die zijn opgezet door de HU worden ingezet in ons onderwijs?

We zijn er kritisch op, er ontbreken volgens ons zaken. Ik vraag me ook af of elke canmed-rol terugkomt in hun lijst. Hij is ook niet zozeer ontwikkeld vanuit de HBO-verpleegkundige (Hilco).

Welke eHealth taak vindt u dat we moeten betrekken in ons onderzoek?

“Je bent een goede eHealth verpleegkundige als..” dat kunnen we niet zeggen, eHealth is een heel ongrijpbaar begrip. Eén van de kritiekpunten en wat tegelijkertijd ook een waardering is op die lijst, is dat ze toch een poging doen om wel de kennis/de attitude/de vaardigheid te pakken te krijgen. Wij hebben geparticipeerd in het onderzoek, en lang niet alles wat wij ze probeerden mee te geven werd niet meegenomen.Wat wel leuk zou zijn is als er aan anderen wordt bevraagd van “Wat mist er nou in het rijtje?”. Verder hoeft de lijst niet te worden gebruikt.

32

Page 33: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Wanneer je de lijst wel gebruikt moet je wel in je inleiding verwijzen dat hij niet compleet is en dat hij niet op het HBO gericht is. (Annemarie)

Dus bij de te in te brengen hulpmiddelen waar wij een onderzoek naar doen, hoeven we geen check te doen van waar het dan in die taken past?

Liever vanuit onze eigen visie. Maar als je specifiek onderwijs gaat ontwikkelen, zouden jullie het wel kunnen gebruiken als ondersteuning, er zitten namelijk wel goede taakbeschrijvingen in. (Hilco)

Hoeveel uren (studiepunten) vindt u dat beeldcommunicatie moet gaan opleveren?

Als je zou zeggen, ik ga een COVA les met motivational interviewing doen, dan moet het ten minste één keer of vaker in een bepaalde periode via het beeldscherm worden gedaan. Dan boek je al enorme winsten als het gaat over het opdoen van ervaring, het leren reflecteren erop. Terwijl het aantal uren dat je er echt mee bezig bent dan relatief klein is. Het moet dus anders benaderd worden: hoe vaak er een ervaring mee moet zijn ipv kijken naar het aantal uren. (Annemarie).

Ik denk dat het heel interessant is om te vragen wat voor ideeën de docenten/studenten hebben als het om dit onderwerp gaat, wat ze als mogelijkheden zien. Ook vragen naar hoe ze het in de praktijk zien. Een ideaalbeeld en wat ze werkelijk kunnen doen. (Hilco)

Kunnen we dat wat er al is (demo over hulpmiddelen) aan de docenten laten zien?

Ja natuurlijk, dat is juist goed. Als mensen echt dingen zien dan krijgen ze meer ideeën. Dan kunnen ze er beter over nadenken. (Hilco).

Welke docenten vindt u dat we moeten betrekken?

Kijk naar hoe de opleiding is georganiseerd. Welke vakken/leerlijnen zijn er. Gebruik vertegenwoordigers van verschillende leerlijnen/periodes/jaren bij de groep mensen die gaan worden geïnterviewd. Je gaat niet op zoek naar homogeniteit maar je gaat op zoek naar allerlei ideeën. Misschien kun je ze ook wel vragen als je dan een demo hebt, of ze die hulpmiddelen dan wel zouden gebruiken in plaats van echt beeldcommunicatie. (Annemarie)Het moet breed worden gevraagd, niet alleen docenten die per se met beeldcommunicatie te maken hebben. (Hilco).

“De belangrijkste boodschap van de experts is eigenlijk, maak van eHealth (en daarbij beeldcommunicatie) niet een apart vak maar onderken dat het gebruik van technologie zowel voor informatie overdracht als voor zorgverlening opkomend is. Het gaat heel veel invloed hebben op de manier waarop zorg wordt verleend en dat betekent dus ook dat in alle canmeds rollen deze ontwikkelingen een plek moeten krijgen,” aldus Annemarie.

Onderbouwing

We zijn begonnen met vragen over feiten om achter de huidige praktijksituatie te komen. Hierdoor weten we waar we veranderingen teweeg kunnen brengen om het inzetten van beeldcommunicatie een plek in het onderwijs te laten krijgen. Wanneer we weten welke partijen betrokken zijn, kan er aandacht worden besteed aan hun input. Dit geeft inzicht in hun behoeften.

Verder komen er vragen over meningen aan bod. Mevrouw H., meneer P., mevrouw S. en meneer J. zijn namelijk experts op het gebied van eHealth (en daarmee ook beeldcommunicatie) in het verpleegkundig onderwijs. Daarom is het belangrijk om ook hun input mee te nemen, zodat we erachter komen waar behoefte naar is.

33

Page 34: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Het doel om achter de huidige praktijksituatie te komen is dat we er op deze manier achter komen waar er verbeteringen kunnen plaatsvinden en dit uiteindelijk mee kunnen nemen in ons advies.

34

Page 35: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 6: Topiclijst en interviewvragen Semigestructureerde interviews met vier docenten en vier studenten (fase 1):Onderwerp: Onderwijs aan studentverpleegkundigen over beeldcommunicatie met

behulp van de ontwikkelde hulpmiddelen van het lectoraat: ICT innovaties in de zorg.

Gebruikt voor: Fase 1 deelvraag 1 en deelvraag 2 (zowel student als docent).Tijdsduur interview: 60 minuten.Werkwijze: Er worden semigestructureerde interviews afgenomen met docenten en

studenten. De meningen worden individueel in acht genomen.Topiclijst:

1. Visie2. Ervaringen3. Hulpmiddelen lectoraat4. Effectieve werkmethode5. Complicaties en bruikbaarheid6. Aangepast7. Plaats in onderwijs8. Benodigde competenties docenten9. Visie Windesheim10. Aanvullingen

Vragenlijst:1. Wat is uw visie omtrent eHealth/beeldcommunicatie in het onderwijs?2. Wat zijn uw ervaringen met betrekking tot onderwijs over eHealth (en beeldcommunicatie)?3. Dit zijn de ontwikkelde hupmiddelen van het lectoraat. Deze hulpmiddelen zijn ontwikkeld

voor de GGZ setting, waarbij zorgverleners leren te werken met beeldcommunicatie en wanneer zij deze in kunnen zetten. **Laat de hulpmiddelen zien**Wat is uw eerste gedachte bij deze hulpmiddelen?

4. Aan welke onvoorziene complicaties/belemmeringen denkt u bij de hulpmiddelen? 5. Denkt u dat de voorgelegde hulpmiddelen bruikbaar zijn bij het onderwijs over

beeldcommunicatie, en waarom?6. Welke wijze zou het meest effectief zijn om de hulpmiddelen in het onderwijs te

implementeren? 7. Waar en hoe in het nieuwe curriculum ziet u de beste concrete toepassing voor de

implementatie van beeldcommunicatie?8. Hebben docenten de benodigde competenties om les te geven over beeldcommunicatie?

Welke docenten denkt u dat deze lessen kunnen geven? 9. De visie van Windesheim omtrent onderwijs over eHealth luidt als volgt: ’Maak van eHealth

(en daarbij beeldcommunicatie) niet een apart vak maar onderken dat het gebruik van technologie zowel voor informatieoverdracht als voor zorgverlening opkomend is. Het gaat heel veel invloed hebben op de manier waarop zorg wordt verleend en dat betekent dus ook dat deze ontwikkelingen in alle CanMEDS rollen een plek moeten krijgen.Wat vindt u van dit standpunt?

10. Zijn er nog aspecten die niet genoemd zijn die meegenomen moeten worden?

35

Page 36: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Interviewvragen World Café methode (8 studenten, 8 docenten):Onderwerp: Onderwijs aan studentverpleegkundigen over beeldcommunicatie met

behulp van de ontwikkelde hulpmiddelen van het lectoraat: ICT innovaties in de zorg.

Gebruikt voor: Fase 2 deelvraag 1 en 2 (De studenten en docenten worden tegelijkertijd geïnterviewd).

Tijdsduur interview: 2,5 uur (1/2 uur uitleg, 2 uur uitvoering World Café).Werkwijze: Per ronde wordt een nieuwe vraag gesteld. Aan elke tafel zitten vier participant en één gespreksleider. Tijdens fase 2 wordt meer toegespitst naar een goede implementatie van de ontwikkelde hulpmiddelen en minder naar persoonlijke meningen/ervaringen in het gebruik van eHealth/beeldcommunicatie. Per ronde heeft de participant ruimte om eigen bevindingen op het blad op de tafel op te schrijven. Echter, de deelnemers moeten bij elke tafel een gezamenlijk standpunt bij de vraag die op dat moment gesteld wordt. Afsluitend worden alle standpunten die opgeschreven zijn getoond aan de hele groep participanten. Op deze standpunten wordt nogmaals gediscussieerd om zo tot gecentraliseerde standpunten per vraag te komen.Topiclijst:

1. Eigen visie omtrent eHealth/beeldcommunicatie2. Eigen ervaringen met eHealth/beeldcommunicatie (onderwijs)3. Voorleggen ontwikkelde kennis en hulpmiddelen lectoraat4. Toegevoegde waarde van de hulpmiddelen en mogelijke belemmeringen en/of

mogelijkheden5. Plaats toepassing beeldcommunicatie in het onderwijs6. Benodigde competenties docenten7. Visie eHealth Hogeschool Windesheim8. Aanvullingen die niet genoemd maar wel belangrijk zijn

Vragenlijst:Dezelfde vragen als bij de individuele interviews, maar hierbij wordt er dieper op ingegaan op basis van de antwoorden in fase 1.

Semigestructureerde interviews met Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool UtrechtOnderwerp: De aanpak van verpleegkundig onderwijs over beeldcommunicatie (en eHealth) op andere hogescholen.

Gebruikt voor: Deelvraag 3 Tijdsduur interview: 60 minutenWerkwijze: Er wordt een semigestructureerd interview afgenomen bij één

sleutelfiguur van beide hogescholen, om uit te vinden wat best practices zijn van andere hogescholen die mogelijk kunnen worden toegepast in het verpleegkundig onderwijs van Windesheim.

Topiclijst: 1. Onderwijs over beeldcommunicatie2. Implementatie van dit onderwijs3. Op welke manier deze implementatie in gang is gezet4. Per Hogeschool een ander topic:

4.1. Hogeschool Utrecht: Het effect van het onderzoek van het lectoraat Vraaggestuurde Zorg over de verpleegkundige eHealth taken op het verpleegkundig onderwijs.

36

Page 37: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

4.1 Hanzehogeschool Groningen: Het effect van participeren aan het onderzoek van het lectoraat ICT: Innovaties in de zorg en wat dit op dit moment voor het verpleegkundig onderwijs heeft opgeleverd.

5. Best practicesVragenlijst:

1. Op welke manier geeft u op dit moment onderwijs over beeldcommunicatie?2. Op welke manier heeft u dit onderwijs geïmplementeerd?3. Hoe bent u tot deze implementatie tot stand gekomen?4. Per hogeschool een andere vraag:

4.1 Hogeschool Utrecht: Maakt u gebruik van het onderzoek van het lectoraat Vraaggestuurde zorg over de verpleegkundige eHealth taken in het verpleegkundig onderwijs, heeft u deze taak geïmplementeerd? Zo ja, op welke manier zijn ze geïmplementeerd?4.2 Groningen: U participeert aan hetzelfde onderzoek als Hogeschool Windesheim vanuit het lectoraat ICT innovaties in de zorg. Op welke manier gaat u de hulpmiddelen implementeren?

5. Welke best practices voert u uit in het verpleegkundig onderwijs met betrekking tot beeldcommunicatie?

37

Page 38: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 7: Resultaten Affinity Diagramming fase 1Per gevormd cluster tijdens de affinity diagramming sessie wordt (a) de naam, (b) de omschrijving en (c) de inhoud van de Post-Its beschreven. Van elke cluster is een korte samenvatting of concluderende antwoord geschreven. Van deze samenvattingen zijn bij elk cluster de belangrijkste bevindingen verwerkt in het verslag bij hoofdstuk 4. Resultaten.

(a) Naam cluster: Behoeften.(b) Omschrijving: Er worden door de respondenten bepaalde aspecten genoemd die nodig zijn

om les te kunnen geven over beeldcommunicatie. (c) Inhoud post-its:

- Docent heeft training nodig.- Docent heeft scholing nodig.- Docenten hebben scholing nodig.- Docenten hebben technische scholing nodig.- Docenten moeten technische kennis hebben.- Docenten hebben voldoende technische ervaring nodig.- Docenten hebben bijscholing over beeldcommunicatie nodig.- Docenten en studenten moeten voldoende ICT-vaardigheden hebben.- Docenten hebben onvoldoende competenties, moeten in technische aspecten geschoold worden.- Ondersteuning vanuit lectoraat.- Lectoraat moet niet op eilandje zitten.- Individuele begeleiding voor docenten.- eHealth module moet door Hilco Prins worden gegeven.- Er moet gebruik worden gemaakt van ervaringsdeskundigen.- Samenwerking met lectoraat die deel van les kan overnemen.- Persoonlijke begeleiding voor docenten door experts is noodzakelijk.

Samenvatting: De docent moet over voldoende technische kennis en vaardigheden beschikken waarvoor scholing nodig is. Verder is persoonlijke begeleiding voor de docenten vanuit het lectoraat wenselijk.

__________________________________________________________________________________

(a) Naam cluster: Bruikbaarheid hulpmiddelen.(b) Omschrijving: Er worden door de respondenten bepaalde aspecten genoemd over de

bruikbaarheid van de hulpmiddelen.(c) Inhoud post-its:

- Hulpmiddelen zijn bruikbaar.- Hulpmiddelen zijn bruikbaar. - Hulpmiddelen zijn goed voor het onderwijs.- Hulpmiddelen hoeven niet aangepast te worden.- Hulpmiddelen hoeven niet aangepast te worden. - Hulpmiddelen hoeven niet aangepast te worden.- Hulpmiddelen zijn bruikbaar, ook bij de differentiatie psychologie.

Samenvatting: De hulpmiddelen zijn bruikbaar voor het onderwijs.

38

Page 39: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

(a) Naam cluster: Pluspunten hulpmiddelen.(b) Omschrijving: Er worden door de respondenten bepaalde positieve aspecten genoemd per

hulpmiddel.(c) Inhoud post-its:

Screeningsinstrument. - Goed. - Goed. - Goed. - Overzichtelijk. - Overzichtelijk. - Goede toevoeging. - Je kunt vanuit verschillende invalshoeken kijken. - Je kunt direct zien of je het wel of niet kunt inzetten. - Sluit aan bij huidige beeldbelcollege van het tweede jaar.Visual Novel. - Leuk. - Handig. - Goede oefentool. - Visueel aantrekkelijk. - Goede voorbereiding op praktijk. - Mogelijkheid tot individueel oefenen. - Mogelijkheid om skills te onderhouden. - Mogelijkheid om op casus in te spelen. Overzicht. - Handig. - Interactief bezig zijn spreekt aan. - Zelf nadenken wordt gestimuleerd. - Goede terugblik voor of je beeldcommunicatie effectief hebt toegepast

Samenvatting: Het screeningsinstrument is overzichtelijk en een goede toevoeging. De visual novel is visueel aantrekkelijk en een goede voorbereiding op de praktijk. Het overzicht van meer- en minderwaarde is goed omdat het nadenken van de student wordt gestimuleerd.

(a) Naam cluster: Minpunten hulpmiddelen.(b) Omschrijving: Er worden door de respondenten bepaalde negatieve aspecten genoemd per

hulpmiddel.(c) Inhoud post-its:

Screeningsinstrument. - Conservatief. - Te veel gebruik van lijstjes. - Moet meer gaan leven, is saai. - Kost extra werk.Visual Novel. - Nep. Simulatiepatiënten is beter.Overzicht. - Niet echt toegevoegde waarde. - Minst goede hulpmiddel van de drie. - Niet duidelijk.

Samenvatting: Het screeningsinstrument is conservatief, en er wordt teveel gebruik gemaakt van lijstjes. Als er bij de visual novel gebruik wordt gemaakt van echte gezichten dan is dat beter.Het overzicht van meer- en minderwaarde is niet duidelijk.

39

Page 40: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

(a) Naam cluster: Integratie beeldcommunicatie.(b) Omschrijving: Er worden door de respondenten bepaalde ideeën genoemd om

beeldcommunicatie in de lessen te kunnen integreren.(c) Inhoud post-its:

- Vak: Verpleegkunde.- Vak: Ethiek en Recht.- Vak: Ethiek en Recht.- Vak: Gedragswetenschappen.- Vak: Gedragswetenschappen.- Vak: Technische vaardigheden.- Vak: Technische vaardigheden.- Vak: Communicatieve vaardigheden.- Vak: Communicatieve vaardigheden.- Vak: Communicatieve vaardigheden.- Vak: Communicatieve vaardigheden.- Vak: Communicatieve vaardigheden.- Vanaf leerjaar 1 integreren.- Meer diepgang na elk jaar.- Ook in minoren integreren.- Ook in stages integreren.- Integreren in al het onderwijs.- Integreren in al het onderwijs, je kunt er niet omheen.- Studenten ermee laten werken vanaf het begin.- In alle lessen geïntegreerd.- Inzetten vanaf leerjaar 1, dan opbouwen.- Uitleg in werkcolleges.- Maak gebruik van werkcolleges.- Maak gebruik van interactieve Elearning.- Laat studenten te hulpmiddelen uitproberen en ervaren waar ze tegenaan lopen.- Apart vak van eHealth maken als intro, daarna toepassen bij andere vakken.- Beeldcommunicatie-module in leerjaar 4, bij differentiatie psychologie.- Beeldcommunicatie moet in de proceslijn.

Samenvatting: Beeldcommunicatie moet in al het onderwijs geïntegreerd worden en vooral in het vak communicatieve vaardigheden. Het kan --worden ingezet vanaf leerjaar 1. Daarna kan er na elk jaar steeds meer diepgang worden verkregen.

(a) Naam cluster: Belemmeringen onderwijs beeldcommunicatie(b) Omschrijving: Er worden belemmeringen benoemd die mogelijk kunnen voor komen tijdens

het lesgeven over beeldcommunicatie.(c) Inhoud post-its:

Gaat tot dilemma’s leiden Inzet niet te lichtzinnig. Worden het middelen die de financiering gaan bepalen? Ethische vraagstuk Bewustwording van eHealth bij student en docent

40

Page 41: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Patiënten/klankbordgroepen nodig om echt mee te oefenen Tijd Kosten Liever echte gezichten dan nep gezichten Technische mankementen Klaarstaan van alternatieven Privacy Cliënt moet er mee instemmen Subjectiviteit bij de hulpmiddelen Gebrek aan ruimte onderwijscurriculum

Samenvatting: Het ethisch en privacy- aspect kan een belangrijke belemmering vormen om beeldcommunicatie te gebruiken. Het moet geen plaatsvervanger worden van persoonlijk contact. Er moet bewustwording van eHealth plaatsvinden bij de opleiding, docent en student.

(a) Naam cluster: Belangrijke overige aspecten(b) Omschrijving: Er worden aspecten benoemd die door de respondent als belangrijk geacht

worden tijdens de implementatie van de hulpmiddelen of over onderwijs over beeldcommunicatie in het algemeen.

(c) Inhoud post-its: Kleine toets omtrent beeldcommunicatie Integratie in PLP3/4 Betere communicatieve vaardigheden Kennis ziektebeeld Betrek SPH- studenten Hoge giechelfactor Onderwijs moet veel interactiever Mening cliënten Samenwerking met praktijk Studenten moeten weten wat actueel is Studenten bewust maken van toekomst van beeldcommunicatie in de zorg Goed om kennis met beeldcommunicatie te maken Urgentie les beeldcommunicatie hoog Stimuleren gebruik beeldcommunicatie Scholing is noodzakelijk ICT basiskennis moet in functioneringsgesprek docent terugkomen Belangrijk onderzoek Kritisch kijken: wat zie je wel en wat zie je niet door het beeld?

Samenvatting: De noodzaak voor onderwijs over beeldcommunicatie is hoog. Zowel docent als student moet gestimuleerd worden om gebruik te maken van beeldcommunicatie. Beeldcommunicatie kan bijdragen aan het aanleren van kritisch kijken en communicatieve vaardigheden. Wel moet de student kennis hebben over het ziektebeeld.

(a) Naam cluster: Visie Windesheim.(b) Omschrijving: De respondenten reageren of zij het eens zijn met die visie van Windesheim

met betrekking tot eHealth/beeldcommunicatie.

41

Page 42: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

(c) Inhoud post-its: Oneens: eHealth apart vak. Geen EC’s (studiepunten) verbinden. Oneens: basismodule. eHealth is één van de speerpunten van het Windesheim. Mee eens: geldt voor alle vakken. Mee eens: hulpmiddelen komen terug in visie als tool.

Samenvatting: Het merendeel van de respondenten konden zich in de visie van het Windesheim vinden. Echter, enkele vonden dat het belangrijk is om eerst een introductie les/module te geven over beeldcommunicatie, iets wat niet benoemd werd in de visie.

(a) Naam cluster: Ervaringen respondenten(b) Omschrijving: De respondenten geven aan wat zijn of haar ervaringen zijn met

beeldcommunicatie in het onderwijs(c) Inhoud post-its: Reflectie: geen ervaringen 1 Meet The Expert hoorcollege Ervaring: Zeer beperkt. Eenmalig gebruik skills lab Ervaring: 1 werkcollege over beeldcommunicatie Medicatie app Technische Vaardigheden Alleen als observator Eenmalig studenten begeleid bij gebruik beeldcommunicatie

Samenvatting: Geen van de respondenten (zowel student als docent) had persoonlijke ervaring met het gebruik van beeldcommunicatie bij een patiënt of cliënt in de beroepspraktijk. Docenten over het algemeen alleen ervaring omtrent beeldcommunicatie door lesgeven. Twee studenten hadden ooit eens les gekregen over het gebruik van beeldcommunicatie, maar geen van de studenten had beeldcommunicatie ingezet in stages.

Samenvatting voor in het rapport:

Stimulering van onderwijs over beeldcommunicatie wordt beschouwd als een belangrijk aspect door de respondenten, zoals één respondent beschreef: ‘’Je ontkomt er niet aan.’’ Beeldcommunicatie moet geïntegreerd worden in het volledige onderwijs, waarbij het niet moet worden gezien als een apart onderdeel. Volgens de respondenten past het integreren van beeldcommunicatie ook in de visie van Windesheim over eHealth. Wanneer onderwijs over beeldcommunicatie gegeven wordt zijn de volgende aspecten belangrijk om in acht te nemen: voldoende technische (ICT) vaardigheden van docent en student, ondersteuning voor de docent door het lectoraat, het aanleren van een kritische houding aan toekomstig verpleegkundigen en het inhoudelijk aansluiten van de lessen bij de praktijk. Belemmeringen over onderwijs over beeldcommunicatie zijn tijd, geld en ruimte: ruimte in zowel het onderwijscurriculum als in praktijkruimtes.

De respondenten vonden de hulpmiddelen een toevoeging wanneer er onderwijs zou worden gegeven over beeldcommunicatie. Daarbij sprak de Visual Novel het meest aan door de mogelijkheid tot individueel oefenen en het kunnen inspelen op een casus. Ook vonden de respondenten het hulpmiddel visueel aantrekkelijk. Bij het screeningsinstrument werd benoemd dat de mogelijkheid tot verdieping positief was alsmede de overzichtelijkheid van het hulpmiddel. Het overzicht van meer en minderwaarde sprak het minst aan, dit kwam vooral doordat er nog weinig bekend is over dit hulpmiddel waardoor de respondenten geen beeld konden krijgen van dit hulpmiddel. Wel werd er over dit hulpmiddel gezegd dat er gestimuleerd wordt tot zelf nadenken, wat zij als positief

42

Page 43: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

ervaarden. De hulpmiddelen hoeven niet worden aangepast voor het onderwijs. Vakken waar de hulpmiddelen in geïmplementeerd zouden kunnen worden zijn communicatieve vaardigheden, technische vaardigheden, gedragswetenschappen en ethiek & recht.

De validiteit en betrouwbaarheid van de hulpmiddelen moeten gemonitord worden aangezien zij nog in ontwikkeling zijn. De hulpmiddelen zijn nu gespitst op de beroepspraktijk, waardoor het aan te raden is de hulpmiddelen eerst uit te laten testen door studenten voordat zij worden geïmplementeerd in het onderwijs.

43

Page 44: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 8: Resultaten Affinity Diagramming fase 2Per gevormd cluster tijdens de affinity diagramming sessie wordt (a) de naam, (b) de omschrijving en (c) de inhoud van de Post-Its beschreven. Van elke cluster is een korte samenvatting of concluderende antwoord geschreven. Van deze samenvattingen zijn bij elk cluster de belangrijkste bevindingen verwerkt in het verslag bij hoofdstuk 4. Resultaten.

(a) Naam cluster: Bruikbaarheid hulpmiddelen(b) Omschrijving: Er wordt antwoord gegeven op de volgende vraag: Vindt u dat de zojuist

beschreven hulpmiddelen een plekje in het onderwijs zouden moeten krijgen? Waarom wel / niet?

(c) Inhoud post-its:a. Self Assessment Tool:- Positief: Je 2-4 kan het verpleegkundig proces of project onderwijs: Implementeren ja of

nee.- Positief: Makkelijk als praktisch instrument + met cliënt- Positief: Reflectie op eigen gedrag en houding als professional- Positief: Met gebruik van de casus gezamenlijk met 4 studenten tot een oplossing komen- Positief: Goed idee. Geeft nieuwe dimensie. Is laagdrempelig en je bent samen met de

cliënt- Positief: Ik vind dat je hier veel aan kunt hebben in de praktijk. Het zet je aan het denken

over de beste manier van communicatie- Positief: Het bevordert de samenwerking tussen cliënt en zorgverlener- Positief: Je maakt de keuze: Beeldbellen inzetten, ja of nee?- Positief: Kan worden ingezet bij specialisatie- Positief: Het middel is bruikbaar voor het onderwijs- Negatief: Is dit hulpmiddel een voordeel ten opzichte van de oude manier?- Negatief: Voor reflectie of evaluatie van de zorg zie ik niet de meerwaarde om dit via een

app te doen- Negatief: Er is onvoldoende informatie bekend om er een beeld bij te scheppen

Gezamenlijk standpunt Self Assessment Tool:- Positief: Koppeling met de praktijk- Positief: Student kan kennis maken met afhankelijkheid docent / zorgverlener door

middel van beeldcommunicatie- Positief: Het stimuleert het kritisch denken en leren- Negatief: Waarom een app die om aanwezigheid vraagt, terwijl het onderwerp ‘op

afstand’ is?- Negatief: Wat is het voordeel van een app ten opzichte van papier?

Samenvatting Self Assessment Tool:De Self Assessment Tool is een hulpmiddel die gebruikt kan worden om de student kennis te leren maken omtrent de mogelijkheden van beeldcommunicatie bij een specifieke patiënt en het zet aan tot kritisch denken. De vraag is echter of hier voor een app nodig is en niet gewoon op papier kan worden gebruikt.

b. Visual Novel:- Positief: Visual Novel kan aan leerjaar 3-4 gekoppeld worden tijdens bijvoorbeeld een

stage in de GGZ (of in de GGZ module)- Positief: Biedt handvaten voor reflectie op eigen handelen- Positief: Ja. Mooi om de student bij de hand te nemen

44

Page 45: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

- Positief: Je kan een mooi beeld krijgen hoe het in de praktijk kan gaan. Je kunt hiermee ook met elkaar oefenen in plaats van filmpjes tijdens het vak communicatieve vaardigheden

- Positief: Goed om naar de voor- en nadelen te kijken door middel van een animatie- Positief: Goed om zelf te ervaren in hoe verre die al gebruikt wordt in de praktijk- Positief: Feedback tijdens of na de Visual Novel - Negatief: Voor mij is de meerwaarde onduidelijk. Reflecteren is het doel, toch?- Negatief: Het moet ook ‘random cases’ bevatten, zonder dat je zelf kunt kiezen

Gezamenlijk standpunt Visual Novel:- Positief: Goed voorbeeld van de praktijk- Positief: Goed voor leerproces en blended learning- Positief: De Visual Novel is een simulatie dat gebruikt kan worden door zowel

verpleegkundigen als verpleegkundestudenten- Negatief: De casus moet herkenbaar zijn voor het werkveld

Samenvatting Visual Novel:De Visual Novel is goed te gebruiken in het onderwijs door de student te laten zien hoe een gesprek door middel van beeldcommunicatie kan verlopen, waarbij er aandacht wordt besteed aan de voor- en nadelen. Het is goed voor het leerproces en voor de praktijk. Echter, het is belangrijk dat de casuïstiek aansluit bij de setting en dat de student geen invloed heeft op welke casus hij of zij krijgt.

c. Overzicht van meer- en minderwaarde:- Positief: Ik vind het een goede inleiding op de lessen. Het neemt wel tijd in beslag- Positief: Filmpje is altijd goed, prettig voor studenten, docent en eventueel zorgvrager- Positief: Geeft het kort en bondig weer, maar is meer een introductie op

beeldcommunicatie- Positief: Kan goed als introductie in de les worden gebruikt, als ondersteunend materiaal

voordat je de ‘diepte’ in gaat- Positief: Te gebruiken in het startpunt van het proces- Negatief: Onduidelijke titel- Negatief: Het is bruikbaar, maar de vraag is of het een toegevoegde waarde heeft

Gezamenlijk standpunt overzicht van meer- en minderwaarde:- Positief: Mooi introductiefilmpje- Positief: Goed in te zetten om een discussie te starten

Samenvatting overzicht van meer- en minderwaarde:Het overzicht van meer- en minderwaarde kan gebruikt worden als introductie voor beeldcommunicatie en om een discussie te starten over het gebruik van beeldcommunicatie in de zorg. Wel is de titel nogal onduidelijk.

d. Algemene bruikbaarheid hulpmiddelen- Positief: Het overzicht van meer- en minderwaarde en de Visual Novel kunnen

gecombineerd worden- Positief: Alle drie de hulpmiddelen zijn bruikbaar voor het onderwijs- Positief: De hulpmiddelen zijn een goede en mooie ontwikkeling- Positief: Reflectie op eigen handelen past in onderwijs bij alle drie de hulpmiddelen- Positief: Alle drie zijn ze bruikbaar mits ze zijn ingebakken in het onderwijs- Positief: Ze leiden op voor de toekomst- Positief: Kan het zelfmanagement van de patiënt verhogen- Positief: Studenten moeten beseffen wat het betekent- Positief: Toekomstgebruikers zullen erom vragen

45

Page 46: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

- Positief: De hulpmiddelen kunnen worden toegepast van eenvoudig naar complex - Positief: Het is eigentijds- Positief: Studenten komen over het algemeen niet zelf op technische innovaties- Positief: Ze moeten alle drie geïntegreerd worden omdat ze een verband met elkaar

hebben- Positief: Mooi middel om autonomie te bevorderen- Positief: De zorg van nu vraagt hierom- Positief: Het is onderwijsmateriaal voor zowel voltijd als deeltijd- Positief: Technologie moet gestimuleerd worden, er is nog veel angst voor- Positief: Tijdens stage is link theorie/praktijk een zinvolle koppeling- Positief: Het is een communicatievaardigheid die gevraagd wordt- Positief: Bij bepaalde gesprekken op school zou beeldcommunicatie een grotere plek in

kunnen nemen om reistijd te besparen- Negatief: De producten zijn niet echt ‘hulpmiddelen’- Negatief: De praktijk loopt nog te ver achter op technisch gebied- Negatief: Beeldcommunicatie moet geen nieuw vak worden- Negatief: Ingewikkeld- Negatief: Plaats is lastig te begrijpen, dat zullen studenten ook vinden- Negatief: Hoe zorg je voor intercollegiale toetsing?- Negatief: Welke regels worden eraan verbonden met betrekking tot contact etc?- Negatief: Persoonlijk contact is weg - Negatief: Concentratie wordt slechter door het zelf zien en horen- Algemene opmerking: Werkveldoriëntatie: Hoe is de praktijk en sluiten de hulpmiddelen

daarop aan?- Algemene opmerking: Waarom wordt er eigenlijk geen beeldschermonderwijs gegeven?

Gezamenlijk standpunt- Positief: Alle drie zijn ze bruikbaar voor het onderwijs- Positief: Mooie ontwikkeling- Positief: Ze kunnen mooi gekoppeld worden aan cova en klinisch redeneren - Negatief: Het woord hulpmiddel is misleidend- Negatief: De praktijk loopt achter

Samenvatting algemene opmerkingen hulpmiddelen:Alle drie de hulpmiddelen kunnen gebruikt worden in het verpleegkundig onderwijs: het is eigentijds en de zorg van nu vraagt erom. Technologie moet gestimuleerd worden. De hulpmiddelen zetten alle drie aan tot reflectie. Het is echter de vraag of de praktijk er klaar voor is om beeldcommunicatie te gebruiken, aangezien deze achterloopt.

Samenvatting:Alle drie de hulpmiddelen kunnen gebruikt worden in het verpleegkundig onderwijs: het is eigentijds en de zorg van nu vraagt erom. Ook zetten de hulpmiddelen alle drie aan tot reflectie. Technologie moet gestimuleerd worden, omdat studenten over het algemeen niet zelf op technische innovaties komen. De Self Assessment Tool is een hulpmiddel die gebruikt kan worden om de student kennis te leren maken omtrent de mogelijkheden van beeldcommunicatie bij een specifieke patiënt en het zet aan tot kritisch denken. De Visual Novel is goed te gebruiken in het onderwijs door de student te laten zien hoe een gesprek door middel van beeldcommunicatie kan verlopen, waarbij er aandacht wordt besteed aan de voor- en nadelen. Het is goed voor het leerproces en voor de praktijk. Het overzicht van meer- en minderwaarde kan gebruikt worden als introductie voor beeldcommunicatie en om een discussie te starten over het gebruik van beeldcommunicatie in de zorg. De voornaamste reden om de hulpmiddelen niet toe te passen in het onderwijs is dat het niet zeker

46

Page 47: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

is of de praktijk er klaar voor is om beeldcommunicatie te gebruiken. Deze loopt qua technische ontwikkelingen namelijk achter.

(a) Naam cluster: Belemmeringen bij het invoeren van de hulpmiddelen(b) Omschrijving: Er wordt gevraagd naar mogelijke belemmeringen bij het invoeren van de

hulpmiddelen in het verpleegkundig onderwijs.(c) Inhoud post-its:

a. Self Assessment Tool- In welke sector wordt dit gebruikt?- Welke voordelen biedt het?- Onderhoud?- Zijn er meerdere apps nodig? - Aansluiting van de apparatuur- Cultuur onder docenten- Het creëren van afhankelijkheidssituaties- Geef minder mogelijkheid tot zelf nadenken- Is de techniek een lui makend hulpmiddel?- Beschikbaarheid voor studenten. Hoe voorkomen je dat het een spelletje wordt- Hoe wordt het met leermiddelen gedaan?

Gezamenlijk standpunt Self Assessment Tool:- Zijn de vragen niet te specifiek? Of niet specifiek genoeg?- Wordt het geen spelletje?- Kosten- Luimakend- Cultuur, motivatie en kennistekort docent

b. Visual novel- In hoeverre komt het overeen met de realiteit?- Regels met betrekking tot contact hoeveelheid- 1 script terwijl er meerdere wegen naar Rome leiden. Meerdere opties nodig- Neemt veel tijd in beslag van docent en student. - Er moeten vershcillende casuïstieken aanwezig zijn. - Arbeidsintensief- Ontwikkeling kost veel tijd en geld- Je kunt lastiger inspelen op onverwachte situaties- Geen reële situatie- Wat zijn geschikte vakken?- Welke competenties zijn nodig?- Is het interactief genoeg?

Gezamenlijk standpunt Visual Novel: - Niet interactief- Luimakend- Arbeidsintensief

c. Overzicht van meer- en minderwaarde

47

Page 48: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

- Hoe wordt het gebruikt als interventie?- Geen hulpmiddel maar informatie- Beperkt als 1 filmpje. Moet een reeks vormen- 1 filmpje is te weinig, meer filmpjes zijn nodig- Heel kort. Zou geïntegreerd kunnen worden in het Visual Novel- Gebruik maken van casuïstieken uit de praktijk- Kosten- Verschillende filmpjes nodig voor verschillende situaties

Gezamenlijk standpunt overzicht van meer- en minderwaarde:- Product, geen tool- Kosten- Veel filmpjes nodig

d. Belemmeringen algemeen- Onderhoud/beheer, het moet up to date blijven- Lesinhoud verandert- Docenten moeten worden geënthousiasmeerd/meegekregen- Gebrek aan ontwikkeltijd- Er is een handleiding nodig voor toepassing in het onderwijs- Docenten moeten op de hoogte gebracht worden- Er zijn laptops nodig- Er is een goede verbinding nodig- Het wordt op dit moment niet in de praktijk toegepast- Er is een ervaringsdeskundige uit de praktijk nodig- Studenten moeten gemotiveerd blijven- Draagvlak curriculum- Beeldbellen als learning les is te ver gezocht- Context moet heel duidelijk geschetst worden- Er moeten voldoende faciliteiten zijn- Het moet verankerd worden in het onderwijscurriculum- Bepaalde kennis is noodzakelijk- De docent moet deskundig zijn- Er moeten goede praktijkvoorbeelden zijn- Hiervoor komen de studenten niet naar de opleiding- Zitten kosten aan verbonden- Ieder individu moet technisch genoeg zijn- Relatie met patiënt in ‘persoon’- Kosten- Scholing/kennis van zowel docent als student- Ontwikkeltijd in het onderwijs- Docenten hebben niet altijd verstand van bijkomende techniek- De mogelijkheden om te oefenen zijn moeilijk te verdelen over het aantal studenten- De houding van docenten tegenover beeldcommunicatie moet veranderen- Wat nou als de praktijkervaring mist bij deze doelgroep?- Zelfstandig oefenen is een aandachtspunt

Gezamenlijk standpunt belemmeringen algemeen:- Hoe voer je de regels per doelgroep uit bij overmatig gebruik?- Voor implementatie eerst docenten en studenten vragen om feedback

48

Page 49: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

- Kennis van de techniek- Gebrek aan onderwijs (ontwikkeltijd)- Kosten- Handleiding nodig voor toepassing in onderwijs- Docenten moeten worden voorbereid

Samenvatting: Belemmeringen voor de implementatie van de Self Assessment tool zijn het voorkomen dat het ‘’geen spelletje wordt’’ en het gebrek aan het toepassen van kritisch denken bij gebruik. Voor de Visual Novel worden de arbeidsintensiviteit en het gebrek aan diversiteit in verschillende scripts benoemd als belemmeringen. Bij het overzicht van meer- en minderwaarde wordt benoemd dat één filmpje niet allesomvattend kan zijn. Algemene belemmeringen bij de implementatie van deze hulpmiddelen zijn gebrek aan motivatie en technische kennis van zowel docent als student, de beschikbaarheid van een handleiding en financiële/organisatorische belemmeringen zoals kosten, onderhoud, ontwikkeltijd en beschikbaarheid van de faciliteiten.

(a) Naam cluster: Integratie hulpmiddelen in onderwijs(b) Omschrijving: Er wordt antwoord gegeven op de volgende vraag: Waar denkt u dat de

hulpmiddelen het beste geïntegreerd kunnen worden in het verpleegkundig onderwijs?(c) Inhoud post-its:

a. Self Assessment Tool:- In het verpleegkundig proces- “Project” onderwijs- Klinisch redeneren- Reflectie- Cova- Cova tweede jaar, aan de hand van een casus, nabespreking- Cova- Cova- Teva- Onderdeel van praktijkleren- Reflectie- Verpleegkunde- Verpleegkunde- Eerste twee jaar- Stage- Eerste jaar

Gezamenlijk standpunt Self Assessment Tool- Tweede helft eerste jaar bij COVA- Terug laten komen in praktijkleren- Speciaal voor eerstejaars- Klinisch redeneren- Cova- Reflectieve professional

b. Visual Novel

49

Page 50: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

- Klinisch redeneren- Cova- Cova- Cova- Basis naar gevorderd opbouwen- Leerproces, onafhankelijk van een vak: blended learning- Eerste jaar, eerste periode: kennismaking en bewustwording- Verpleegkunde- Reflectie- Eerste twee jaar bij blok GGZ- Gedurende de hele opleiding, complexiteit opbouwen- Eerste jaar. Gehele curriculum meenemen- Oefenen als voorbereiding op GGZ

Gezamenlijk standpunt Visual Novel- Eerste jaar eerste helft- Voorafgaand aan SAT- Tweede jaar in blok GGZ- Er is geen vaste plek voor, aansluiten bij inhoud onderwijs

c. Overzicht meer- en minderwaarde - Reeks, jaar 1-4- Verpleegkundige professional- Verpleegkundige kennis- Cova- Cova- In alle lessen- In college 1- In specifieke module over eHealth- Verpleegkunde- Ethiek en Recht- Eerste jaar

Gezamenlijk standpunt overzicht meer- en minderwaarde- Eerste jaar als introductie- Voorafgaand aan Visual Novel- Trigger: professionele leerlijn

d. Plaatsen algemeen- Reflectielessen- Reflectie- Cova- Cova- Cova- Cova- Cova- Cova- Cova- Cova- GGZ module

50

Page 51: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

- Teva- Teva- Teva- Teva: instructies leren geven van handelingen in 2e jaar- Verpleegkunde- Doorlopende eHealth leerlijn- Verpleegkundig proces- Klinisch redeneren- Klinisch redeneren- Klinisch redeneren- Klinisch redeneren- Werkveld oriëntatie- Stage- Stage- Stage- de hulpmiddelen koppelen aan een stage- PLP-lijn- Binnen- en buitenschools- Hulpmiddelen koppelen als verpleegkundige interventie- Per zorggebied eigen hulpmiddelen: GGZ/Thuiszorg/Ziekenhuis- Als je het over interventies hebt: denk altijd aan eHealth- Jaar 1 tot 3- In alle leerjaren- Ook als toets-onderdeel in 2e jaar- Door alle leerjaren heen- Eerste jaar kennis maken, volgende jaren oefenen- Gebruiken wanneer je ervaring hebt met de doelgroep

Gezamenlijk standpunt algemeen- Het moet geen nieuw vak worden- Cova- Stage- Klinisch redeneren- Steeds complexer na elk jaar- Beeldcommunicatie vanaf leerjaar 1- Beeldcommunicatie zowel binnen- als buitenschools behandelen

Samenvatting: Over het algemeen passen de hulpmiddelen goed bij cova en klinisch redeneren, en kunnen ze toegepast worden bij het praktijkleren. Ze kunnen vanaf leerjaar 1 worden toegepast in het onderwijs, waarbij de complexiteit na elk jaar kan worden opgebouwd. De Self Assessment Tool zou ook binnen de vakken teva en verpleegkunde nog een plek kunnen krijgen. De Visual Novel past vooral goed bij het blok GGZ dat in het tweede jaar wordt aangeboden. Voor dit hulpmiddel hoeft er geen vaste plek te zijn, als het maar aansluit bij het onderwijs dat gegeven wordt. Het overzicht van meer- en minderwaarde past ook goed in het eerste jaar, als introductie van beeldcommunicatie.

51

Page 52: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 9: Resultaten Affinity Diagramming semigestructureerde interviews Hanzehogeschool & Hogeschool Utrecht

Per gevormd cluster tijdens de affinity diagramming sessie wordt (a) de naam, (b) de omschrijving en (c) de inhoud van de Post-Its beschreven. Van elke cluster is een korte samenvatting of concluderende antwoord geschreven. Van deze samenvattingen zijn bij elk cluster de belangrijkste bevindingen verwerkt in het verslag bij hoofdstuk 4. Resultaten.

Geïnterviewden per hogeschool:

Hogeschool Utrecht: drs. Thijs van Houwelingen, onderzoeker en promovendus bij het lectoraat Vraaggestuurde Zorg en Universitair Medisch Centrum Utrecht. Auteur van het rapport Verpleegkundige eHealth taken en de daarbij behorende competenties (van Houwelingen, 2015).

Hanzehogeschool Groningen: dr. Helen Kamphuis, docent Verpleegkunde en onderzoeker bij Hanzehogeschool. Gaat in januari voor het lectoraat ICT-innovaties in de zorg een soortgelijk onderzoek als deze verrichten bij Hanzehogeschool.

Analyse interview met Hogeschool Utrecht

(d) Naam: Huidig onderwijs over beeldcommunicatie(e) Omschrijving: Er worden bepaalde aspecten genoemd die in het huidig onderwijs worden

gegeven met betrekking tot beeldcommunicatie.(f) Inhoud post-its:

- Tweedejaars krijgen een introductieles van twee uur.- Beeldcommunicatie is vanaf 2013 geïmplementeerd.- Vierdejaars krijgen verdiepingsonderwijs, leren klinisch redeneren met simulant via

beeld.- Hogeschool Utrecht heeft op dit moment 30 iPads met Facetime.

Samenvatting: Op dit moment wordt er in het tweede- en vierde leerjaar aandacht besteed aan beeldcommunicatie. In leerjaar 2 een kennismaking, in leerjaar 4 een verdieping middels een simulatiepatiënt. Dit is vanaf 2013 gestart. Het gebruik van beeldcommunicatie in de opleiding wordt mogelijk uitgebreid. Er zijn bijvoorbeeld op dit moment 30 iPads aanwezig met FaceTime.

(a) Naam: Visie Hogeschool Utrecht/ drs. Thijs van Houwelingen(b) Omschrijving: Er worden bepaalde aspecten genoemd die drs. Thijs van Houwelingen

belangrijk vindt wanneer het gaat over beeldcommunicatie.(c) Inhoud post-its:

- Beeldcommunicatie is een klein onderdeel van de zorg en van eHealth.- Logische volgende stap: Google Glass- Als je gewend bent om beeldcommunicatie in je studie te gebruiken is het waarschijnlijk

makkelijker om dat ook in de zorg te doen.

52

Page 53: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Samenvatting: Beeldcommunicatie wordt waarschijnlijk een belangrijk onderdeel van de zorg, maar het moet niet zo zijn dat een groot deel van het onderwijscurriculum wordt ingenomen door beeldcommunicatie.

(a) Naam cluster: Tekortkomingen(b) Omschrijving: De geïnterviewde benoemd tekortkomingen over onderwijs over

beeldcommunicatie of overige belemmeringen.(c) Inhoudt post-its:

Studenten laten nadenken over welke eHealth interventie passend is -> belangrijk maar dit wordt nog niet gedaan.

Onthouden studenten het wel dat zij twee keer les hebben gehad over beeldcommunicatie (4uur)?

Er wordt geen lesgegeven over wanneer beeldcommunicatie geschikt is, maar dat is eigenlijk wel nodig

Docenten hebben uitleg en training nodig Docenten moeten gestimuleerd worden om beeldcommunicatie te gebruiken

Samenvatting: Het onderwijs op dit moment over beeldcommunicatie mist het klinisch redeneren en besluitvorming. Docenten moeten gemotiveerd worden om les te geven over beeldcommunicatie wanneer dat in zijn of haar vakgebied relevant is. Hiervoor hebben zij waarschijnlijk uitleg en training nodig.

(a) Naam: Belangrijke aspecten over beeldcommunicatie(b) Omschrijving: Er worden bepaalde aspecten genoemd die volgens Hogeschool Utrecht / drs.

Thijs van Houwelingen belangrik zijn bij de implementatie van beeldcommunicatie en waar op dit moment nog niets mee wordt gedaan.

(c) Inhoudt post-its: Studenten alternatieven aanbieden Integratie in het reguliere verpleegkundig onderwijs Creëren van draagvlak

Samenvatting: Wanneer er onderwijs over beeldcommunicatie gegeven wordt is het ook belangrijk om alternatieven klaar te hebben staan. Er moet niet alleen vertrouwd worden op beeldcommunicatie. Om beeldcommunicatie normaal te maken moet het geïntegreerd worden in het reguliere verpleegkundig onderwijs. Hiervoor is draagvlak nodig bij docenten en de opleiding.

(a) Naam cluster: Onderzoek Verpleegkundige eHealth taken(b) Omschrijving: Drs. Thijs van Houwelingen geeft inzicht op welke manier zijn onderzoek

invloed heeft gehad op het onderwijs over eHealth.(c) Inhoud post-its:

53

Page 54: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

De verpleegkundige eHealth taken zijn nog niet geïmplementeerd.

Samenvatting: Het onderzoek is nog niet geïmplementeerd in het verpleegkundig onderwijs. Er is al wel een voorstel hier voor geschreven, maar in welke mate het onderzoek terug te vinden zal zijn in het verpleegkundig onderwijs van Hogeschool Utrecht is op dit moment onbekend.

Analyse interview met Hanzehogeschool Groningen

(a) Naam cluster: Huidig onderwijs over beeldcommunicatie(b) Omschrijving: De geïnterviewde geeft een beschrijving over op welke manier er op dit

moment les wordt gegeven over beeldcommunicatie.(c) Inhoud post-its:

Geen onderwijs over beeldcommunicatie Onduidelijk wat er gedaan wordt op het gebied van eHealth Geen best practice voorbeelden

Samenvatting: Op dit moment wordt er op Hanzehogeschool Groningen geen les gegeven over beeldcommunicatie. Het is onduidelijk of Hanzehogeschool les geeft over eHealth in het algemeen. Doordat Hanzehogeschool geen onderwijs over beeldcommunicatie geeft konden er geen best practice voorbeelden benoemd worden.

(a) Naam cluster: Visie beeldcommunicatie(b) Omschrijving: De visie omtrent beeldcommunicatie wordt beschreven(c) Inhoud post-its:

Beeldcommunicatie is een hulpmiddel om studenten inzicht in hoe te communiceren te geven

Voordeel beeldcommunicatie: het klinisch redeneren wordt ontwikkeld. Focus ligt op het doel en niet op beeldcommunicatie zelf

Samenvatting: Beeldcommunicatie is een hulpmiddel om de student te ondersteunen en te onderwijzen in verschillende manieren van communiceren en klinisch redeneren, waarbij de focus ligt op het doel en niet op het gebruik van beeldcommunicatie zelf.

__________________________________________________________________________________

(a) Naam cluster: Tekortkomingen onderwijs(b) Omschrijving: De geïnterviewde geeft een beschrijving wat tekortkomingen zijn wanneer

men beeldcommunicatie in het algemeen wil implementeren in het verpleegkundig onderwijs.

(c) Inhoud post-its: Het onderwijs in het algemeen is niet ingericht voor innovaties De opleiding ligt min of meer vast gedurende het jaar, er kan weinig aan gesleuteld

worden. Er zijn betere inschattingsvaardigheden nodig bij de docent. Er is te weinig tijd om er mee te experimenteren.

54

Page 55: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Samenvatting: Het onderwijs in het algemeen is niet ingericht voor innovaties. Dit geldt niet alleen voor Hanzehogeschool, maar ook voor het Windesheim. Doordat het opleidingscurriculum voor elk jaar vast ligt is het moeilijk te experimenteren met nieuwe innovaties. Bij de docent zijn betere inschattingsvaardigheden nodig met betrekking tot het kunnen lesgeven over beeldcommunicatie.

(a) Naam cluster: Belangrijke aspecten over beeldcommunicatie(b) Omschrijving: Er worden voorbeelden genoemd over aspecten die zeer belangrijk worden

geacht bij onderwijs over beeldcommunicatie. (c) Inhoud post-its:

Beste vakken voor onderwijs beeldcommunicatie: Verpleegkunde Beste vakken voor onderwijs beeldcommunicatie: Communicatie Beeldcommunicatie moet geïntegreerd worden in het onderwijs Vanaf leerjaar 1, waarna de complexiteit toeneemt per leerjaar Wanneer er onderwijs over beeldcommunicatie gegeven wordt is het belangrijk om

ook simulatiepatiënten te gebruiken

Samenvatting: Beeldcommunicatie moet geïntegreerd en verdeeld worden over het gehele verpleegkundig onderwijscurriculum. Daarbij past dit onderwijs het beste bij de vakken communicatie en Verpleegkunde, wegens het klinische redeneren. In dit onderwijs moet na ieder leerjaar de complexiteit toenemen.

(d) Naam cluster: Visie beeldcommunicatie(e) Omschrijving: De visie omtrent beeldcommunicatie wordt beschreven(f) Inhoud post-its:

Beeldcommunicatie is een hulpmiddel om studenten inzicht in hoe te communiceren te geven

Voordeel beeldcommunicatie: het klinisch redeneren wordt ontwikkeld. Focus ligt op het doel en niet op beeldcommunicatie zelf

Samenvatting: Beeldcommunicatie is een hulpmiddel om de student te ondersteunen en te onderwijzen in verschillende manieren van communiceren en klinisch redeneren, waarbij de focus ligt op het doel en niet op het gebruik van beeldcommunicatie zelf.

(a) Naam cluster: Hulpmiddelen lectoraat(b) Omschrijving: De geïnterviewde geeft een korte mening over de ontwikkelde hulpmiddelen(c) Inhoudt post-its:

Hulpmiddelen zijn bruikbaar voor het onderwijs De hulpmiddelen hadden er moderner uit mogen zien Kan ondersteunend werken

Samenvatting: De hulpmiddelen zijn bruikbaar in het onderwijs maar behoeven nog wel veel ontwikkeling.

55

Page 56: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 10: PowerPoint die getoond werd tijdens semigestructureerde interviews

Bij de semigestructureerde interviews met docenten en studenten hebben we een PowerPoint laten zien waarop we de drie verschillende hulpmiddelen hebben getoond en het volgende hebben verteld:

“Deze hulpmiddelen zijn op dit moment in ontwikkeling. Ze zijn april 2017 klaar. Het zijn er drie, die voorgekomen zijn uit overleg met lectoraat en verschillende instanties, en uit vooronderzoek wat is gedaan. De eerste is een screeningsinstrument. Het komt er eigenlijk op neer dat de zorgverlener vragen krijgt over beeldcommunicatie. De zorgverlener klikt een antwoord aan en daarbij wordt een uitleg gegeven wat de positieve en negatieve zijden zijn van dat antwoord.De tweede is een Visual Novel. Dat is eigenlijk een interactief programma waarbij de zorgverlener een casus voor zich krijgt. In die casus zie je soms het gelaat veranderen van de zorgvrager. De derde is een overzicht van meer- en minder waarde. Ik ga er nu even dieper op in.”

56

Page 57: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

“De eerste is een screeningsinstrument, dat ziet er zo uit. In totaal worden er 9 vragen gesteld. De zorgverlener kan kijken, als je wat aanklikt, krijg je een venster. De bedoeling is dat de zorgverlener logischerwijs leert om te gaan met beeldcommunicatie, wanneer het wel of niet in te zetten.”

57

Page 58: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

“De tweede is de Visual Novel. Zo ziet het programma er op dit moment uit. Het is interactief. Je kunt een casus kiezen. Dat werd vroeger in een ander programma gegeven, die open ik nu even.”

“Dit is wat ouder, maar het ziet er zo uit. Je kiest een casus, bijvoorbeeld meneer Mulder. Hij heeft bijvoorbeeld diabetes. En je gaat met hem beeldbellen over hoe het nu met hem gaat. Dit is nog een heel basaal programma. Maar de bedoeling is om te ervaren hoe zo’n gesprek eigenlijk gaat: wat zeg

58

Page 59: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

je tegen elkaar, hoe open je het? Soms zie je het gelaat dus veranderen. In het nieuwe programma wordt dat aangepast, veel meer interactiviteit.”

Overzicht meer- en minderwaarden:

‘’Je hebt een overzicht via een interactief programma voor je. In dit interactieve programma stel je zelf en zie je voor- en nadelen van het gebruik van beeldcommunicatie op een interactieve manier. Het doel hier van is om te beseffen wanneer je wel en wanneer je niet beeldcommunicatie moet gebruiken, of wanneer je een ander communicatiemiddel in moet zetten.’’

De derde is het overzicht van meer- en minderwaarde. Die is nog volledig in ontwikkeling. Er is weinig over te zeggen. Lees dit, als je het niet begrijpt moet je dat aangeven en als je vragen hebt moet je ze stellen. Je maakt zeg maar een afweging voor zowel de zorgvrager als de zorgverlener. Dat wordt ook door een interactief programma bewerkstelligt.

59

Page 60: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 11: Uitleg hulpmiddelen tijdens het World Café

3 hulpmiddelen:

1. Self Assessment Tool:Het doel van het Self Assessment Tool is dat de zorgverlener via een App met een cliënt zijn of haar casuïstiek bespreekt en vervolgens gezamenlijk met de cliënt beslist welke wijze van communiceren (buiten directe communicatie) het meest geschikt is. De zorgverlener kan ‘swipen’ door verschillende menu’s en ziet na elke swipe voor- en nadelen en andere opties.

2. Visual NovelDe Visual Novel is onveranderd gebleven tussen fase 1 en 2.

3. Overzicht van meer- en minderwaardenHet overzicht van meer- en minderwaarden wordt nu getoond middels een filmpje van maximaal 3 minuten. Dit filmpje is nog in ontwikkeling maar zal er soortgelijk uit zien als dit filmpje. Met dit filmpje krijgen zorgverleners een eerste introductie over wat beeldcommunicatie nu is en wat het kan betekenen voor haarzelf en voor de cliënten/patiënten.

60

Page 61: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Bijlage 12: Beoordelingsformulier rapportage POZ

Beoordelingsformulier rapportage (minor POZ)

Naam student : Charlotte Dekker

Studentnummer : S1077568

Opleidingsvariant : HBO Verpleegkunde

Studieloopbaanbegeleider : Annette Birkhoff

Beoordelingsniveau : Bachelor

Titel onderzoeksrapportage : Het implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs

Voorwaarden*: Voldaan Niet voldaanDocumentnaam is: Studentnummer VoornaamAchternaamstudent Ozverslag versienummer en datum

v

Nederlandse samenvatting; maximaal 1 A4 vVan inleiding tot en tot met aanbevelingen maximaal 6000 woorden (zonder eventuele bijlage)

v

Het onderzoeksverslag is in correct Nederlands geschreven, d.w.z. doet recht aan de regels van interpunctie en spelling (max 3 spellingsfouten per pagina).

v

*: Bij 1 of meer ‘niet voldaan’ wordt de onderzoeksrapportage niet beoordeeld met een cijfer. De student ontvangt dan alleen schriftelijke feedback van de beoordelaar.

EINDCIJFER: 8,3

Motivering: (verplicht invullen)

- De probleemanalyse mag wat scherper zijn. Ik begrijp wat jullie willen, maar had verwacht dat jullie duidelijker hadden aangegeven wat precies het probleem is

- Methode is goed omschreven, ik heb wel mijn twijfels over begrippen betrouwbaarheid en validiteit. Lopen her en der door elkaar

- Resultaten over het algemeen goed weergegeven, soms neigend naar interpretatie- Discussie wat beperkt maar de rest prima- Over het algemeen, uitgebreid en complex onderzoek, dat mooi uitgevoerd is. Complmenten!

Beoordelaar:

Naam docent Datum Handtekening

1e beoordelaar 16/02/2017

61

Page 62: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Yoram Levy

2e beoordelaar

Hilco Prins

16/02/2017

Beoordeling onderzoeksrapportage

1. Bepaal per onderdeel het aantal toe te kennen punten dat het beste past bij het bereikte eindniveau van de student. Licht dit toe op het formulier bij de motivering.

2. Bepaal eindbeoordeling als volgt (cesuur):i. Som toegekende punten / 10 geeft eindscore met 1 decimaal (afgerond naar

boven)ii. Indien eindcijfer > 5,5 dan is de toets Onderzoeksrapportage behaald.

Maximaal aantal toe te kennen punten per onderdeel:

Onderdeel Max. aantal puntenSamenvatting 5Inleiding 10Methoden 20Resultaten 25Discussie en conclusie

25

Aanbevelingen 10Vormeisen 5Totaal Max. 100

62

Page 63: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Criteria t.b.v. de beoordeling van de onderzoeksrapportage

Punten

Samenvatting (max. 5 punten) 5

De samenvatting bevat een probleemanalyse. Adequate samenvatting van rapport. Geeft inzicht in ResultatenDe samenvatting bevat de probleem –en doelstelling en eventuele

hypothese(n).

De samenvatting beschrijft bondig de methode (aanpak) van het onderzoek.

De samenvatting geeft een opsomming van de belangrijkste resultaten van het onderzoek.

De samenvatting bevat een conclusie, waarin antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag en eventuele hypothese(n).

De samenvatting bevat een korte discussie, waarin onderzoeksmethode en onderzoeksresultaten worden geëvalueerd.

De samenvatting bevat kernachtig beschreven aanbevelingen, waaronder suggesties voor vervolgonderzoek.

Inleiding (max. 10 punten) 7

In de inleiding is de aanleiding en de context van het praktijkonderzoek beschreven.

Alle ingrediënten zitten erin, relevantie van sommige beweringen niet helemaal duidelijk (bijv. over evidence voor beeldcommunicatie).

In de inleiding is de probleemanalyse voor het onderzoek beschreven op basis van vooronderzoek (in de praktijk en literatuuronderzoek).

Vanuit de probleemanalyse worden de verpleegkundige en maatschappelijke relevantie van het onderzoek gemotiveerd.

Vanuit de probleemanalyse is een kernachtig geformuleerde probleemstelling beschreven.

Er is een kernachtige doelstelling geformuleerd waarin de functie van het onderzoek voor zowel de student als de organisatie en opdrachtgever tot uiting komt.

Uit de probleemstelling volgt de hoofdvraag van het onderzoek.

Relevante begrippen uit de hoofdvraag zijn toegelicht en gedefinieerd (begripsafbakening).

Aan de hand van de toelichting op de hoofdvraag zijn deelvragen geformuleerd.

63

Page 64: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Punten

Onderzoeksontwerp (maximaal 20 punten) 18

De onderzoeksstrategie (kwantitatief/kwalitatief of mixed methods design) is onderbouwd vanuit zowel theoretisch als praktisch oogpunt (tijd, geld, beschikbaarheid).

Goede, volledige en systematisch uitwerking. Samenhang tussen en proces van inzet methoden duidelijk uitgewerkt.

Werkwoordstijden niet altijd correct.

Er wordt een toelichting gegeven op de onderzoekspopulatie, een eventuele steekproef, de wijze van steekproeftrekking en de wijze van werving. De gemaakte keuzes zijn onderbouwd.

De dataverzamelingsmethode(n) is/zijn passend bij de gekozen onderzoeksstrategie, de probleemstelling, doelstelling, vraagstelling en eventuele deelvragen.

De ontwikkeling van een instrument ten behoeve van de dataverzameling is beschreven en de stappen die daarin zijn gemaakt zijn inzichtelijk en beargumenteerd (inclusief operationalisatie: omzetten van relevante termen naar meetbare begrippen)

EN/OF

de selectie van een bestaand instrument is beschreven en de stappen die daarin zijn gemaakt zijn inzichtelijk en beargumenteerd.

Het meetinstrument is als bijlage opgenomen.

Er wordt toegelicht wat de betekenis is van respons in het onderzoek en daarbij wordt een relatie gelegd met het type onderzoeksstrategie waarvoor is gekozen.

Er wordt aangegeven op welke wijze men de respons heeft willen bevorderen.

Er wordt uitgelegd hoe de student in iedere fase van het onderzoek de kwaliteit van het onderzoek heeft willen bevorderen in termen van betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid.

Vanuit het oogpunt van de gekozen onderzoeksstrategie (kwantitatief/kwalitatief/ mixed methods) is hierbij gebruik gemaakt van de juiste terminologie en zijn de gemaakte keuzes nauwkeurig onderbouwd.

Er wordt onderbouwd op welke wijze er rekening werd gehouden met juridische en/of ethische aspecten van het onderzoek.

De analyseprocedure van verzamelde gegevens in het onderzoek wordt onderbouwd en correct beschreven.

De wijze van data-analyse is passend bij de gekozen dataverzamelingsmethode(n).

64

Page 65: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Punten

Resultaten (maximaal 25 punten) 22

Er wordt een objectief en zo onafhankelijk mogelijk beeld geschetst van de belangrijkste verzamelde onderzoeksgegevens.

Objectieve weergave. Uitgebreide beschrijving van respons. Respons onder studenten bij World Café wat onduidelijk. Sommige resultaten in overzichtelijke tabellen.

Er wordt een beschrijving gegeven van de respons van het onderzoek.

De belangrijkste resultaten worden bij kwantitatief onderzoek feitelijk weergegeven, zonder interpretatie en conclusie.

Bij de beschrijving van de resultaten van kwalitatief onderzoek wordt de interpretatie die hier deels al plaatsvindt zichtbaar gemaakt.

Punten

Discussie en conclusie (maximaal 25 punten) 18

De discussie geeft een onderbouwde interpretatie van resultaten en bevat een evaluatie van gebruikte methoden en van resultaten.

Discussie vooral reflectie op verkregen data, wel gericht op betekenis voor interpretatie. Nauwelijks koppeling met literatuur.

Conclusie zou op basis van resultaten nog wat concreter kunnen.

In de conclusie wordt de vraagstelling herhaald en wordt hierop antwoord gegeven.

In de conclusie worden resultaten geïnterpreteerd en wordt hieraan een conclusie verbonden, zonder cijfers te vermelden of nieuwe feiten aan te halen.

In de discussie zijn uitspraken onderbouwd met relevante literatuur.

65

Page 66: beel   Web viewHet implementeren van beeldcommunicatie in het verpleegkundig onderwijs. Onderzoeksrapport. Laurens Lentfert. Charlotte Dekker.

Aanbevelingen (maximaal 10 punten) Punten

9

De aanbevelingen zijn helder, eenduidig (voor één uitleg vatbaar) en resultaatgericht beschreven en zijn gericht op het onderzoeksonderwerp.

Passend bij opbrengsten onderzoek. Goede aanbeveling richting lectoraatEr worden concrete suggesties voor verbeteringen en vervolgonderzoek gedaan

die haalbaar en op korte termijn te realiseren zijn.

Punten

Vormeisen (maximaal 5 punten) 4

Er zit samenhang tussen de onderdelen van het onderzoeksverslag.

Eventueel gebruikte tabellen en figuren zijn gebruikt ter verduidelijking van de resultaten en zijn bondig toegelicht (indien van toepassing).

Er is een consistente literatuurlijst met referenties naar zoveel mogelijk wetenschappelijke artikelen.

Literatuurlijst en bronvermelding voldoen in vorm en structuur aan de eisen zoals gesteld in het document Schriftelijke Werkstukken Vormcriteria.

Er is sprake van actief taalgebruik, een correcte formulering en stijlgebruik. Werkwoordstijden niet altijd correct

Er is sprake van een verzorgd uiterlijk en het geheel is uitgewerkt volgens de algemene eisen die gelden t.a.v. de lay-out (volgens Schriftelijke Werkstukken Vormcriteria).

Totaal aantal punten (maximaal 100 punten): 83

66