Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor...

21
ING Economisch Bureau april 2019 Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven

Transcript of Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor...

Page 1: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau april 2019

Consumptie nog altijd lager dan voor de crisisBasisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven

Page 2: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

Inhoud

2

Inhoudsopgave

Conclusie: consument koopt minder dan voor de crisis 3

1. Hoe heeft de consumptie zich sinds 2008 ontwikkeld? 4

Consumptie huishoudens nam in euro’s weinig toe…. 5

… en we kregen minder goederen en diensten voor ons geld 6

Consumptie-ontwikkeling blijft achter bij het buitenland 7

2. Waaruit bestaat de consumptie van huishoudens? 8

Grootste deel consumptie gaat op aan wonen en voeding 9

Relatief meer naar wonen, minder naar financiële diensten 10

Extra uitgaven vooral door hogere prijzen 11

We kunnen minder leuke dingen doen van ons geld 12

3. Hoe ontwikkelt consumptie zich richting de toekomst? 13

Toekomst brengt maar langzaam verbetering 14

4. Op welke consumptie focussen we precies? 15

Focus op consumptie waar consument zelf voor opdraait 16

Overzicht van de verschillende soorten consumptie 17

Wat we een basisbehoefte noemen 18

Colofon 19

Data en bronnen 19

Appendix: Consumentengoederen en -diensten in meer detail 20

Inleiding

Na bijna 5 jaar onafgebroken groei is de Nederlandse economie nu 9% groter dan op de

vorige piek in 2008 en maar liefst 15% groter dan op het dieptepunt van de afgelopen

crisis. Desondanks geven veel Nederlanders aan weinig van dit herstel te merken. Uit de

ING Vraag van Vandaag blijkt dat slechts 27% van de ondervraagde consumenten

aangeeft er economisch beter voor te staan dan voor de crisis.

Aanhoudende economische groei en tegelijkertijd een breed gedragen gevoel niet in die

groei mee te delen. Komt de consument er echt zo bekaaid af? Op zoek naar harde

cijfers kijken we in deze studie hoe in de Nederlandse consumptie zich tijdens de crisis

en de herstelperiode daarna heeft ontwikkeld. We nemen de consumptiepatronen

nader onder de loep en analyseren hoeveel huishoudens consumeren en wat ze

consumeren. We kijken vooral naar de consumptie die huishoudens zelf betalen.

Het gevoel dat mensen niet echt profiteren van de groei lijkt daarmee wel te verklaren,

maar dat wil nog niet zeggen dat de economische groei huishoudens niets heeft

opgeleverd. De groei kan ook worden gebruikt voor maatschappelijke doelen.

Eén op de vier consumenten staat er beter voor dan voor de crisis

'Hoe staat u er nu economisch voor?', % van 34.706 respondenten

Bron: ING Vraag van Vandaag 28 januari 2019, bewerking ING Economisch Bureau

7,0%

20,4%

45,6%

20,6%

6,5%

Veel beter dan voor de crisis

Beter dan voor de crisis

Even goed/slecht als voor de crisis

Slechter dan voor de crisis

Veel slechter dan voor de crisis

27% beter af dan voor de crisis

Page 3: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 20193

Huishouden consumeert minder dan voor de crisis…

Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017

nog altijd zo’n 6% minder goederen en diensten dan in

2008.

..ondanks grotere economie

Dit contrasteert met de economie, die in 2017 bijna 7%

groter was dan in 2008. Echter, het aantal huishoudens

lag 7,5% hoger, dus het bbp per huishouden was lager.

Bovendien gaat een groter deel van het bbp via de

overheid naar zorg en onderwijs en leggen huishoudens

relatief meer geld opzij, zoals via pensioen en aflossing.

Conclusie: consument koopt minder dan voor de crisis

Consumptie nog (lang) niet terug op het oude

niveau

Nationale consumptie van huishoudens in volumes,

gemiddeld per huishouden, index 2008 =100

Bron: CBS Nationale Rekeningen, Huishoudensstatistiek en Huishoudensprognose, berekeningen ING Economisch Bureau

Groter deel kwijt aan wonen, voedsel en zorg,

aandeel energie en water daalde

Aandeel basisbehoeften in nominale nationale

bestedingen van huishoudens

Groter deel besteed aan basisbehoeften

Aandeel basisbehoeften in nominale nationale

bestedingen van huishoudens

Bron: CBS Nationale Rekeningen, berekeningen ING Economisch Bureau Bron: CBS Nationale Rekeningen, berekeningen ING Economisch Bureau

Groter deel consumptie is basisbehoeften

Het lagere volume van de consumptie van huishoudens

geeft ons echter nog geen compleet beeld. Van de

huidige consumptie gaat een groter deel naar de

basisbehoeften dan eerst. Vooral aan wonen geeft een

gemiddeld huishouden meer uit, maar er gaat ook

meer geld naar zorg en voeding. Huishoudens geven nu

dus duidelijk minder uit aan ‘leuke dingen’. Hier staan

het opbouwen van buffers en extra geld voor de zorg en

onderwijs tegenover. Dit strookt met bredere

maatschappelijke doelen, zoals een lager gezond leven

of meer crisisbestendigheid van de economie.

Wachten op volledig herstel

De economie groeit, maar niet veel sneller dan het

aantal huishoudens. Ook de komende jaren gaat een

deel van de groei naar extra zorg en besparingen. Het

aandeel van de basisbehoeften in de consumptie blijft

hoog: de zorguitgaven stijgen door vergrijzing, energie

is duurder door de energiebelasting en

huurverhogingen blijven hoger dan de gemiddelde

inflatie. Zo kan het tot 2025 duren voor een gemiddeld

huishouden weer evenveel goederen en diensten koopt

als in 2008. Nog later zal de ruimte voor ‘leuke dingen’

weer op hetzelfde niveau terugkeren als in 2008.

80

90

100

110

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025

-6%

32%

34%

36%

38%

40%

42%

1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014 2017

+5%

19,5%

23,7%

10,1% 10,8%

3,1%

3,8%3,4%

2,8%

2008 2017

Wonen (incl. onderhoud en inrichting)

Voedsel en alcoholvrije drank

Zorg

Energie en water

Page 4: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

Hoofdstuk 1 | Hoe heeft de consumptie zich sinds 2008 ontwikkeld?

4

Consumptie huishoudens nam in euro’s weinig toe…. 5

… en we kregen daar minder goederen en diensten voor 6

Consumptie-ontwikkeling blijft achter bij het buitenland 7

Page 5: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 20195

Hoe heeft de consumptie zich in euro’s ontwikkelt over de jaren?

1.1 Consumptie huishoudens nam in euro’s weinig toe….

Bescheiden toename per huishouden

De toename van de consumptie komt voor het grootste

deel doordat er meer huishoudens zijn, de bevolking

groeit immers. Delen we de nationale consumptie van

huishoudens door het totaal aantal huishoudens (of

inwoners) dan onstaat er een beter beeld hoe de

consumptie per huishouden zich over de jaren heeft

ontwikkeld. Sinds de crisis is de consumptie per

huishouden in euro’s slechts met 3% toegenomen.***

In historisch perspectief is deze consumptiegroei per

huishouden ongebruikelijk laag. Ter vergelijking, de

consumptie per huishouden nam tussen 1999 en 2008

nog met 29% toe.

Consumptie groeit minder hard dan voor de crisis

Sinds de crisis in 2008 groeide* de totale (nationale)

consumptie** in Nederland met 13%. Dit was veel

langzamer dan in de zelfde periode voor de crisis,

waarin de totale Nederlandse consumptie met 49%

toenam in negen jaar.

Meer zorg via de overheid

Een belangrijk deel van die consumptiegroei liep via de

overheid. Tussen 2008 en 2017 steeg de individuele

consumptie door de overheid** met meer dan 20%,

vooral doordat huishoudens via de overheid meer zorg

consumeerden. Deze gestegen zorgconsumptie is het

gevolg van zowel bewuste beleidskeuzes (zoals hogere

eigen bijdragen en nieuwe behandelingen) als de

stijging van het aandeel ouderen in de bevolking. Deze

zorgconsumptie draagt bij aan de kwaliteit van leven en

aan de levensverwachting. Hogere zorguitgaven stroken

ook met voorkeuren: veel Nederlanders vinden

voldoende zorg van goede kwaliteit belangrijk.

Meer collectieve consumptie

Ook de collectieve consumptie** nam in euro’s iets

sterker toe dan de consumptie door huishoudens

(+12%). Dit gaat om uitgaven aan bijvoorbeeld defensie

of justitie, die indirect ook bijdragen aan het welzijn.

Consumptie steeg na de crisis minder dan ervoor

Toename verschillende typen nominale consumpties, in %

Bron: CBS Nationale Rekeningen, Huishoudensstatistiek en

Huishoudensprognose, berekeningen ING Economisch Bureau

***Omdat de omvang van een huishouden is afgenomen van gemiddeld

2,27 personen in 2008 naar 2,19 in 2017, is de consumptie in euro’s per

persoon meer toegenomen, namelijk met 6%. In deze publicatie is voor

het perspectief van huishoudens gekozen, omdat consumptie-

beslissingen vaak op huishoudniveau worden gemaakt en dit beter

aansluit bij de beschikbare statistiek.

** Zie pagina 16-17, voor een schematische toelichting op de diverse

consumptiebegrippen en voorbeelden daarvan.

Toename eigen consumptie vlakt af

Consumptie waarover huishoudens zelf beslissen is

minder toegenomen. De groei van de nationale

consumptie van huishoudens** bedroeg 11%. Dit is een

stuk lager dan de 39% consumptiegroei die Nederlandse

huishoudens in dezelfde periode voor de crisis gewend

waren.

Huishoudens spaarden meer

De toename van de consumptie was lager dan de groei

van het gemiddeld besteedbaar inkomen: dat nam 13%

toe tussen 2008 en 2017. Extra sparen en minder lenen

voor de hypotheek verklaren daarmee deels de trage

consumptiegroei in euro’s.

* Het betreft een vergelijking met 2017, het laatste jaar met

gedetailleerde cijfers. Voor een aantal consumptiereeksen bestaan

voorlopige cijfers voor 2018. Die geven ruwweg hetzelfde beeld als 2017.

enkel de achterstand t.o.v. 2008 is iets kleiner.

49,5%

93,0%

50,4%

38,7%

29,1%

Totale nationale consumptie

Individuele consumptie door de overheid

Collectieve consumptie

Nationale consumptie huishoudens

Nationale consumptie per huishouden

13,0%

20,2%

12,4%

10,6%

2,9%

Voor de crisis(1999-2008)

Sinds de crisis(2008-2017)

Page 6: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 20196

Hoeveel producten en diensten (volumes) kopen huishoudens in vergelijking met het verleden?

1.2 … en we kregen minder goederen en diensten voor ons geld

De laatste 9 jaar kopen we per saldo minder

Nationale consumptie van huishoudens in volumes,

gemiddeld per huishouden, index 2008 =100

Minder kopen na de crisis

Huishoudens zijn in euro’s gemiddeld weliswaar nog 3%

meer zelf gaan uitgeven tussen 2008 en 2017, maar de

prijzen van producten en diensten stegen gemiddeld

met 9%.* Corrigeren we voor deze inflatie dan kocht een

Nederlands huishouden gemiddeld in 2017 dus minder

goederen en diensten dan in 2008. De consumptie (in

volumes) per huishouden lag in 2017 een kleine 6%

lager dan in 2008.

1995-2002: meer consumptiegroei dan inkomensgroei

In de tweede helft van de jaren 90 was er nog sprake

van een zeer sterke consumptiegroei. Tussen 1995 en

2002 groeide de consumptie per huishouden in volumes

gemiddeld met 2,9% per jaar. Vooral aan het begin van

deze periode steeg het nettovermogen van

huishoudens sterk, door sterke huizenprijsstijgingen en

de internethype op aandelenbeurzen. Door te lenen en

door beleggingswinst konden huishoudens zelfs meer

consumeren dan hun beschikbaar inkomen.

2002-2008: minder lenen en minder beleggingswinst…

Tussen 2002 en 2008 nam de consumptie (in volumes)

niet toe. De fiscaal aantrekkelijke regelingen voor

verzilveren van overwaarde en afsluiten van een tweede

hypotheek zijn in 2001 en 2003 beëindigd. Lenen om te

consumeren werd daardoor veel moeilijker. Ook ging de

waarde van beleggingen omlaag, door het knappen van

de internetzeepbel.

dat jaar werd gezien als consumptie via de overheid.

Minderen tijdens de crisis

Vanaf 2008 zijn huishoudens echt minder gaan

consumeren. Door de crisis verloren veel mensen hun

baan, nam de doorsnee koopkracht af en lag het

vertrouwen laag. Het nettovermogen daalde zo’n 13%,

vooral door dalende huizenprijzen. Veel huishoudens

losten extra af op de hypotheek in plaats van te

consumeren.

Sinds 2013: traag herstel

Sinds 2013 zijn huishoudens langzaam weer meer gaan

kopen. De economie en de werkgelegenheid groeiden

jaar na jaar en het nettovermogen was in 2016 weer op

het niveau van 2008. Desondanks lag in 2017 de

consumptie per huishouden in volumes nog niet op het

zelfde niveau als voor de crisis.

*Prijzen (deflatoren) zijn afgeleid door te kijken naar de verhouding tussen bestedingen in werkelijke prijzen en in constante prijzen. Deze kunnen soms iets afwijken van prijzen zoals in de consumentenprijsindex (CPI), maar steekproefsgewijze vergelijkingen met onderdelen van de CPI wijzen op plausibele uitkomsten.

…vermogen ouderen uit woning kwam toch vrij…

Sterke daling van de consumptie bleef echter uit, omdat

verzilvering van woningvermogen in andere vorm

doorging. Veel ouderen met een woning met een

afgeloste hypotheek overleden of verhuisden naar een

huurwoning en maakten daarmee woningvermogen vrij

die zij of erfgenamen konden gebruiken voor

consumptie.

…en zorgverzekeringswet vertekent consumptie

Daarna volgden weer economisch gunstiger jaren, die

zich niet heel sterk vertaalden in consumptiegroei. De

netto vermogenstoename was namelijk een stuk kleiner

dan voorheen. Ook werd in 2006 de

Zorgverzekeringswet ingevoerd. Dit leidde vanaf dat

moment tot een ‘boekhoudkundige’ verlaging van de

nationale (zorg)consumptie van huishoudens, die vanaf

Bron: CBS Nationale Rekeningen, Huishoudensstatistiek en Huishoudensprognose, berekeningen ING Economisch Bureau

82,2

100,3 100,0

94,3

1995 2002 2008 2017

Page 7: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 20197

Hoe ontwikkelt zich de consumptie van Nederlandse huishoudens in internationaal perspectief?

1.3 Consumptie-ontwikkeling blijft achter bij het buitenland

De consumptie in onze buurlanden is meer gestegen, zowel nominaal als werkelijk per huishouden

Consumptie van huishoudens, gemiddeld per huishouden, index 2008=100

Bron: CBS en Eurostat, via Macrobond, bewerking ING Economisch Bureau

Nederland blijft achter in internationaal perspectief

In internationaal perspectief is de groei van de nationale

consumptie van huishoudens ook ongebruikelijk laag.

Nederlandse huishoudens consumeerden in 2017 in

euro’s gemiddeld zo’n 3% meer dan in 2008. Dit terwijl

Belgische en Duitse huishoudens toen respectievelijk

17% en 19% meer besteedden. Alleen de consumptie

van Franse huishoudens kende (gemeten in euro’s) een

vergelijkbare ontwikkeling als de Nederlandse.

Hoe we ook kijken

Houden we ook rekening met het feit dat in ons land

een groter deel van de zorgconsumptie via de overheid

loopt en corrigeren we tevens voor verschillen in inflatie,

dan wordt de relatieve positie van de Nederlandse

huishoudens er niet veel beter op. Vooral in vergelijking

met de Duitse en Belgische huishoudens blijft Nederland

achter. Ten opzichte van de Fransen blijkt, als we de

werkelijke individuele consumptie vergelijken,

Nederland eveneens op achterstand te staan: de Franse

consumptie blijkt in 2017 net hersteld van de crisis,

terwijl dat in Nederland (-4%) nog niet het geval was.

Drie voorname oorzaken voor zowel zwakkere

consumptiegroei als trage bbp-groei

Voor deze relatief magere consumptie-ontwikkeling in

vergelijking met de buurlanden , en daarmee ook voor

de relatief zwakke bbp-ontwikkeling, zijn drie belangrijke

oorzaken aan te wijzen:

• Nederlands pensioen is kapitaalgedekt ;

• Diepere dip in de woningmarkt;

• Stevigere bezuinigingen dan elders.

Gemiddelde consumptie-ontwikkeling bleef achter bij

bbp-groei

De consumptie per huishouden daalde (-5,7% in

volume) terwijl het BBP ni 2017 6,5% groter was. Dat

heeft een aantal oorzaken:

• Er zijn 7,5% meer huishoudens;

• Huishoudens betalen mee aan consumptie die via

de overheid loopt. Die overheidsconsumptie steeg in

totaal met 7,1%. Zo gingen bestedingen aan

onderwijs en vooral zorg omhoog;

• Huishoudens sparen meer: zij legden meer opzij

voor hun pensioen en leenden minder, bijvoorbeeld

door af te lossen op hun hypotheek.

Nationale consumptie (nominaal) Werkelijke individuele consumptie (in volume)

80

90

100

110

120

2005 2008 2011 2014 2017

Nederland

België

Frankrijk

Duitsland

80

90

100

110

120

2005 2008 2011 2014 2017

Nederland

BelgiëFrankrijk

Duitsland

Page 8: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

Hoofdstuk 2 | Samenstelling van de consumptie van huishoudens

8

Grootste deel consumptie gaat op aan wonen en voeding 9

Relatief meer naar wonen, minder naar financiële diensten 10

Extra uitgaven vooral door hogere prijzen 11

We kunnen minder leuke dingen doen van ons geld 12

Page 9: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

Huishoudens consumeren zelf vooral woondiensten, voeding en financiële diensten

Aandeel van bestedingscategorieën in nominale nationale consumptie van huishoudens in 2017

9

Financiële diensten8,0%

Overige diensten (zoals autoreparatie, kappersdiensten en onderwijs)6,8%

Maaltijd- en drankverstrekking5,8%

Consumptie ingezetenen in het buitenland4,5%

Kleding en textiel4,0%

Motorbrandstoffen3,2%

Vervoermiddelen3,0%

Elektrische apparaten2,4%

Diensten tbv recreatie3,0%

Andere overige goederen2,4%

Overige duurzame goederen2,2%

Vervoers-diensten2,1%

Communica-tiediensten2,1%

Diensten mbt woning2,0%

Logies-verstrekking1,2%

Tabak1,3%

Producten voor persoonlijke verzorging1,8%

Schoenen en lederwaren (1,1%)

Alcohol-houden-de dranken1,0%

Diensten tbv cultuur0,9%

Huur (werkelijke huur + toegerekende woondiensten van eigen woningen) 19,2%

Voedingsmiddelen10,3%

Woninginrichting, artikelen, decoratie en onderhoud4,4%

Zorg3,8%

Energie en water2,8%

Alcoholvrije dranken (0,6%)

Basisbehoeften (41,1%) Niet basisbehoeften (58,9%)

Waar geven we relatief veel aan uit?

2.1 Grootste deel consumptie gaat op aan wonen en voeding

Bron: CBS Nationale Rekeningen, berekeningen ING Economisch Bureau

Basisbehoefte of niet?

Grofweg kunnen we onze consumptie opdelen in twee

stukken: 1. basisbehoeften* en 2. niet-basisbehoeften.

Basisbehoeften definiëren wij als zaken waar een

modern huishouden niet zonder kan. Over het algemeen

ervaren mensen aan deze producten en diensten weinig

tot geen koopplezier. De vier basisbehoeften zijn wonen,

voedsel, zorg en energie. Van elke euro consumptie gaat

41 cent hier naartoe.

Wonen en voeding belangrijkste basisconsumptie

Binnen de basisbehoeften zijn de grootste kostenposten

voor Nederlandse huishoudens: woondiensten en

voedsel. Aan wonen, inclusief onderhoud en inrichting,

zijn zij 24% van hun bestedingen kwijt. Voeding en niet-

alcoholische drank staan met 11% op plaats twee.

Financiële diensten grootste niet-basisconsumptie

Naast de zogenaamde basisbehoeften consumeren

Nederlandse huishoudens voor een groot deel diensten.

Financiële diensten (8%) zoals verzekeringen zijn hierbij

de omvangrijkste post, eten en drinken buitenshuis (6%)

daarna. Ook vervoer (zo’n 8% inclusief brandstoffen) is

een belangrijke consumptieve besteding.

Klein deel over de grens

Van elke euro die Nederlanders consumeren belandt een

klein deel in het buitenland. Ruim 4% besteden we over

de grens** Dit varieert van vakanties in het buitenland

tot boodschappen of tanken over de grens.

*Zie pagina 18 voor nadere toelichting op het begrip basisbehoefte.

** Hiervan is de exacte samenstelling niet bekend.

Page 10: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 201910

Hoe reageren consumenten op hogere prijzen?

De consumptie gemeten in euro’s kan stijgen door zowel prijs- als volumestijgingen. Als de prijs van

een product of dienst stijgt, zullen huishoudens er normaalgesproken minder van willen kopen en

eerder voor een alternatief kiezen. Dat werkt niet bij elk ‘soort’ goed hetzelfde: noodzakelijke

bestedingen, zoals basisbehoeftes, kunnen moeilijk worden gesubstitueerd door iets anders. Als

prijzen van noodzakelijke producten stijgen, zal dit in de regel sneller leiden tot hogere bestedingen

dan bij een prijsstijging van niet-noodzakelijke uitgaven. Bij een prijsstijging van een noodzakelijk goed

neemt zo ook het aandeel in de totale bestedingen vaak toe.

Bron: CBS Nationale Rekeningen, berekeningen ING Economisch Bureau

Hoe is de samenstelling van de consumptieve bestedingen van huishoudens veranderd sinds 2008?

2.2 Relatief meer naar wonen, minder naar financiële diensten

Basisbehoefte

Niet basisbehoefte

Producten voor persoonlijke verzorging

Schoenen en lederwaren

Woninginrichting, artikelen, decoratie en onderhoud

Andere overige goederen

Diensten mbt woning

Diensten tbv recreatie

Motorbrandstoffen

Overige duurzame goederen

Elektrische apparaten

Energie en water

Vervoermiddelen

Communicatiediensten

Financiele diensten

Huur (werkelijk + toegerekend)

Voedingsmiddelen

Zorg

Maaltijd- en drankverstrekking

Consumptie ingezetenen in het buitenland

Overige diensten

Logiesverstrekking

Vervoersdiensten

Alcoholhoudende dranken

Tabak

Alcoholvrije dranken

Diensten tbv cultuur

Kleding en textiel

4,3%

0,8%

0,8%

0,7%

0,5%

0,2%

0,1%

0,1%

0,1%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

-0,1%

-0,1%

-0,1%

-0,2%

-0,4%

-0,4%

-0,6%

-0,6%

-1,1%

-1,2%

-2,7%

Groter deel van onze consumptieve bestedingen gaat op aan basisbehoeften

Verandering in het aandeel van een goed/dienst in de totale nominale nationale consumptie van huishoudens

(2017 t.o.v. 2008)

Relatief meer naar wonen en voedsel

Waaraan Nederlanders hun geld uitgeven is gedurende de periode

2008-2017 veranderd. Huishoudens besteden nu vooral een groter

deel van hun eigen consumptie aan wonen, voedsel, maaltijd- en

drankverstrekking (lees “horeca”) en gezondheidszorg. Gaf voor de

crisis een huishouden gemiddeld nog 15% uit aan wonen (nog

exclusief onderhoud e.d.). Dit is inmiddels opgelopen tot bijna 19% in

2017.

Relatief minder naar financiële diensten en communicatie

Aan financiële diensten, communicatiediensten en de aanschaf

van vervoersmiddelen besteden we een kleiner aandeel van onze

consumptie. Ook de hap die water en energie uit ons budget nam,

nam af.

Kleine posten wijzigen nauwelijks

Voor producten voor persoonlijke verzorging, schoenen &

lederwaren, dranken en culturele diensten geldt dat het

consumptieaandeel de afgelopen jaren weinig is veranderd.

Belangrijkste reden hiervoor is dat we hier maar een klein deel van

onze consumptie aan besteden.

Door prijzen en/of aantallen?

Nominale consumptieaandelen kunnen veranderen door

veranderingen in prijzen en in de hoeveelheid waarvan we een goed

of dienst kopen. Het effect van de prijzen en aantallen kunnen de

aandelen in dezelfde richting laten bewegen, maar die effecten

kunnen elkaar ook (deels) teniet doen. Op de volgende pagina laten

we zien of de veranderingen samenhangen met veranderingen in

prijzen en/of de hoeveelheid waarvan we spullen en diensten kopen.

Page 11: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 201911

Prijzen (P) Volume per huishouden (Q/H)

Wat zorgt voor een ander consumptiepatroon: andere prijzen of andere hoeveelheden?

2.3 Extra uitgaven vooral door hogere prijzen

Voornaamste uitgavenstijging bij wonen, vooral door

hoge prijsstijgingen

Vooral de bestedingen aan wonen zijn tussen 2008 en 2017 flink (met 42%) gestegen.* Dat is vooral omdat wonen duurder werd. Daarnaast besteden huishoudens vooral extra (38%) aan zorg: deels door hogere eigen bijdragen en vooral door de gestegen behoefte (volumes), onder andere als gevolg van vergrijzing. De sterke stijging (+26%) in de horeca-uitgaven kwam vooral door hogere prijzen: de gemiddelde consument minderde zijn consumptie in kroegen, restaurants en hotels.

Extra uitgaven aan consumptie vooral opgegaan aan prijsstijgingen

Veranderingen (2017 t.o.v. 2008)

Bron: CBS Nationale Rekeningen, Huishoudensstatistiek en Huishoudensprognose, berekeningen ING Economisch Bureau

Gemiddelde:10,6%

24,9%

9,7%

21,5%

14,9%

26,6%

16,9%

16,9%

20,0%

0,6%

-29,1%

-18,5%

14,8%

-11,0%

5,7%

16,7%

-4,0%

1,0%

-9,7%

-4,9%

-4,9%

-16,1%

16,8%

-5,4%

-33,8%

-27,5%

42,1%

37,6%

25,5%

24,9%

22,9%

19,6%

19,6%

4,1%

-9,3%

-10,9%

-17,0%

-18,2%

-30,6%

Huur (werkelijk + toegerekend)

Zorg

Maaltijd- en drankverstrekking

Consumptie ingezetenen in het buitenland

Logiesverstrekking

Voedingsmiddelen

Kleding en textie l

Diensten tbv recreatie

Energie en water

Elektrische apparaten

Financiele diensten

Vervoermiddelen

Communicatiediensten

Gemiddelde: -5,7%Gemiddelde: 9,1%

Uitgaven (P*Q)

Voornaamste uitgavendaling bij communicatie diensten en vervoersmiddelenNiet aan alles gaven Nederlanders meer uit. De uitgaven aan communicatiediensten daalden het meest (-31%). Zo verstuurden we bijvoorbeeld minder brieven. De prijzen van communicatie daalden ook flink: voor een euro aan een internetabonnement krijgen we een hogere snelheid en meer data. Ondanks flinke prijsdalingen kochten consumenten minder financiële diensten (-17%). Vervoersmiddelenstegen iets harder in prijs dan andere producten, terwijl de afname kelderde met een derde.

Minder energie, meer elektronica Uitgaven aan energie en water daalden (-9%). Er werd gemiddeld minder gebruikt in een periode waarin de prijzen per saldo nauwelijks veranderden. Gemiddeld kochten huishoudens ook minder voedsel, maar vanwege bovengemiddelde prijsstijgingen en bevolkingsgroei werd er wel 20% meer aan uitgegeven. Van elektronica zijn consumenten wel meer gaan kopen. Toch gaven ze er dankzij flinke prijsdalingen minder aan uit.

*Zie de appendix voor cijfers op hoger detailniveau.

Page 12: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 201912

Hoeveel ruimte voor leuke dingen is er overgebleven?

2.4 We kunnen minder leuke dingen doen van ons geld

Een groter deel van onze consumptie gaat op aan

basisbehoeften

Aandeel basisbehoeften in nominale nationale

bestedingen van huishoudens

Ontwikkeling basisbehoeften bepaalt ruimte voor

leuke dingen

Een euro kunnen we maar een keer uitgeven. Geeft een

huishouden meer uit aan basisbehoeften dan zal er

minder geld over blijven voor de ‘leuke dingen’ in het

leven.

Onder de grote stijgers zitten veelal basisbehoeften

Onder de groters stijgers van de consumptieaandelen

bevinden zich vooral veel basisbehoeften: het aandeel

dat consumenten kwijt zijn aan voedsel,

gezondheidszorg en vooral wonen nam sterk toe, zo

zagen we in paragraaf 2.2

Alleen energie en water vormt de uitzondering: dit is

een basisbehoefte waarvan we (t/m 2017) juist een

kleiner aandeel consumeren: kleiner wonen,

energiezuiniger bouwen en stedelijk wonen werpen hier

hun vruchten af.

Meer naar basisbehoeften

Sinds de crisis is dus een groter deel van de eigen

consumptie van Nederlanders naar de basisbehoeften

gegaan. Gezamenlijk maken de basisbehoeftes 5%

meer uit van onze jaarlijkse consumptie (in euro’s): ruim

41% in 2017 tegen 36% in 2008. Voor ‘al het andere’

blijft dus duidelijk minder over.

Aandeel basisbehoeften hoger vooral door woning

Basisbehoeften (aandeel nominale

nationale consumptie van huishoudens) 2008 2017

Wonen (incl. onderhoud en inrichting) 19,5% 23,7%

Voedsel en alcoholvrije drank 10,1% 10,8%

Zorg 3,1% 3,8%

Energie en water 3,4% 2,8%

Totaal basisbehoeften 36,0% 41,1%

Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

32%

34%

36%

38%

40%

42%

1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014 2017

+5%+

Bron: CBS Nationale Rekeningen, berekeningen ING Economisch Bureau

Page 13: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

Hoofdstuk 3 | Hoe ontwikkelt consumptie zich richting de toekomst?

13

Toekomst brengt maar langzaam verbetering 14

Page 14: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

80

90

100

110

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025

6%

Pas in 2025 koopt een huishouden weer net zo veel

producten en diensten als in 2008

Nationale consumptie van huishoudens in volumes,

gemiddeld per huishouden, index 2008 =100

14

Hoe ontwikkelen de consumptie en de ruimte voor leuke dingen zich nu en in de toekomst?

3.1 Toekomst brengt maar langzaam verbetering

Vooruitgang gaat langzaam

Hoewel het tempo afneemt, houdt de economische

groei in Nederland naar verwachting nog wel even aan.

Hierdoor gaat het inkomen er verder op vooruit en zal

ook de consumptie toenemen. Rap gaat het echter niet:

uitbundige consumptiegroei op basis van hypotheken,

zoals in de jaren negentig, is nu niet meer zo

gemakkelijk. Dit, vorig en komend jaar groeit de

consumptie van huishouden in volumes met 2% per

jaar. Vanaf 2021 veronderstellen we de consumptie-

groei gelijk aan de geschatte potentiële groei van 1,2%.

Tegelijkertijd komen er echter ook meer huishoudens bij.

Pas in 2025 verwachten we daarom dat de consumptie

per huishouden weer vergelijkbaar is met 2008.

Prijzen van basisbehoeften stijgen bovengemiddeld

De prijzen voor de ‘basisbehoeften’ wonen, voedsel en

energie stijgen naar verwachting vanaf 2018 relatief

sterk, waardoor het aandeel van deze producten in de

totale uitgaven hoog blijft. Bij basisbehoeften ligt het

immers niet voor de hand dat de hiervoor genoemde

hogere prijzen tot grote volumedalingen zullen leiden

(zie box blz. 10). De gemiddelde woonkosten voor

huizenbezitters stijgen de komende jaren door verder

stijgende huizenprijzen, een lagere hypotheekrente-

aftrek en uiteindelijk hogere rentes. Ook voor huurders

zal, bij de huidige ruimte die beleid nog biedt, de

gemiddelde huur dit jaar naar verwachting iets harder

stijgen dan het algemeen prijspeil. Daarnaast is voedsel

alleen al door de verhoging van het lage btw-tarief dit

jaar zo’n 2,8% duurder. Tot slot is energie door hogere

belastingen een stuk duurder. Zo schat het CPB dat

alleen al het klimaat- en energiebeleid tot en met 2021

in doorsnee leidt tot hogere lasten van 0,7% van het

besteedbaar inkomen ten opzichte van 2018.*

Zorgbehoefte laat minder ruimte voor leuke dingen

Ook het aandeel dat we uitgeven aan zorg stijgt of blijft

op z’n minst hoog. Prijsstijgingen zullen naar

verwachting door beleid in enige mate in de hand

worden gehouden, maar als gevolg van vergrijzing en

de ontwikkeling van nieuwe behandelingen zal de

Aandeel basisbehoeften blijft voorlopig hoog

Basisbehoeften (aandeel nominale

nationale consumptie van huishoudens)

2008-

2017

2018 en

jaren erna

Wonen (incl. onderhoud en inrichting) ↑ ↗

Voedsel en alcoholvrije drank ↑ ↑

Zorg ↑ ↗

Energie en water ↓ ↑Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau

*Dit is exclusief eventuele gedragseffecten. Het effect betreft zowel

hogere lasten door energiemaatregelen als door mobiliteitmaatregelen.

hoeveelheid zorg die die Nederlandse huishoudens

afnemen eerder toe dan afnemen. Ook dat zorgt er voor

dat er relatief weinig ruimte is voor leuke dingen.

Ruimte voor leuke dingen blijft beperkt

In de regel stijgt de ruimte voor leuke dingen onder

invloed van de opgaande conjunctuur, omdat toename

in inkomen en vermogen relatief meer verlichting van

de moeilijk vermijdbare basisbehoeften geeft. Per saldo

geven we de komende tijd waarschijnlijk toch een nog

flink aandeel uit aan basisbehoeften, omdat veel

basisbehoeftes sterk in prijs stijgen en de

zorgbehoefte verder toeneemt.

Bron: CBS Nationale Rekeningen, Huishoudensstatistiek en

Huishoudensprognose, berekeningen ING Economisch Bureau

Page 15: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

Hoofdstuk 4 | Op welke consumptie focussen we precies?

15

Focus op consumptie waar consument zelf voor opdraait 16

De verschillende soorten consumptie 17

Wat we een basisbehoefte noemen 18

Page 16: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

Op welke soort consumptie ligt de focus?

4.1 Focus op consumptie waar consument zelf voor opdraait

Huishouden* betaalt Overheid** betaalt***

Consumptie door

ingezetenen in

buitenland

Consumptie door

ingezetenen in

Nederland

Individuele

consumptie betaald

door de overheid

Collectieve

consumptie door

de overheid betaald

Uitgaven

gedaan in

Nederland

Goederen Brandstof getankt

over de grens

Boek besteld bij

Nederlandse

webshop

Eten & drinken

Elektronica

Gas

Water

Vergoede

medicijnen

“Gratis”

schoolboeken

Kantoorartikelen

ambtenarij

Brandstof voor

brandweerauto’s

Diensten Hotelovernachting

Museumbezoek

Busreis

Kapper

Eigen bijdrage aan

zorg

Auto van de zaak

Woning(huur)

Zorg

Onderwijs

Kinderopvang

Sanering van

vervuilde grond

Personeel van de

politie, defensie en

de rechtspraak

Uitgaven

gedaan in

buitenland

Goederen Consumptie in eigen

land van goederen

door buitenlanders

Souvenir

Boodschap in

buitenlandse

supermarkt

Vergoede

medicijnen bij

behandeling in het

buitenland

Munitie uit het

buitenland

Diensten Consumptie in eigen

land van diensten

door buitenlanders

Vakantie

Snelwegvignet

Vergoede

behandeling in

buitenlands

ziekenhuis

Taxidiensten voor

ambassadeur

16

* Huishoudens: inclusief personen in verpleeginrichtingen,

bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten

** Overheid: inclusief instellingen zonder winstoogmerk

*** Strikt genomen zijn dit veelal voorbeelden van

intermediair gebruik van de overheid. De overheid

produceert daarmee diensten en goederen die volgens

de nationale rekeningenconventies vervolgens door de

overheid zelf worden geconsumeerd als

overheidsconsumptie.

A

B

C

Focus op de nationale consumptie

De focus in dit onderzoek ligt op de nationale consumptie van huishoudens

gevestigd in Nederland: de zogenaamde nationale consumptie van huishoudens.

Voor een scherpe afbakening hiervan zijn in eerste instantie 3 vragen relevant.

1. Wat kopen we?

Tot de nationale consumptie rekenen we consumptieve uitgaven aan goederen

en diensten en consumptie in natura (zoals brood, een knipbeurt bij de kapper en

een auto van de zaak). De aanschaf van een nieuwe woning of een verbouwing

van een woning worden gezien als investering en die tellen dus niet mee in de

consumptie.

Grensgevallen die ook tot de consumptie worden gerekend zijn producten die

voor eigen gebruik zijn geproduceerd (bijvoorbeeld groente uit eigen tuin) en het

bewonen van een eigen huis. Deze laatste worden als woondiensten

gewaardeerd en meegerekend.

2. Wie consumeert?

Consumptie vindt plaats door huishoudens. Dat is het totaal van de sectoren

huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens.

Zo wordt ook de consumptie van bewoners van verpleeginrichtingen,

bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten meegenomen.

3. Waar wordt de aankoop gedaan?

Nationale consumptie zijn alle aankopen door ingezeten binnen en buiten onze

landsgrenzen. Dat is dus inclusief alle aankopen in het buitenland, maar exclusief

de aankopen in ons land van niet-ingezetenen.

Naast de nationale consumptie (onze focus) zijn ook twee bredere definities van

consumptie relevant: de werkelijke individuele consumptie en de totale

consumptie. Deze twee begrippen (zie volgende pagina) nemen de consumptie

waarvoor de overheid betaalt mee.

A = Nationale consumptie van huishoudens (= focus studie)

B = Werkelijke individuele consumptie van huishoudens

C = Totale (nationale) consumptie

Page 17: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

Welke soorten consumptie zijn er verder?

4.2 Overzicht van de verschillende soorten consumptie

Huishouden* betaalt Overheid** betaalt***

Consumptie door

ingezetenen in

buitenland

Consumptie door

ingezetenen in

Nederland

Individuele

consumptie betaald

door de overheid

Collectieve

consumptie door

de overheid betaald

Uitgaven

gedaan in

Nederland

Goederen Brandstof getankt

over de grens

Boek besteld bij

Nederlandse

webshop

Eten & drinken

Elektronica

Gas

Water

Vergoede

medicijnen

“Gratis”

schoolboeken

Kantoorartikelen

ambtenarij

Brandstof voor

brandweerauto’s

Diensten Hotelovernachting

Museumbezoek

Busreis

Kapper

Eigen bijdrage aan

zorg

Auto van de zaak

Woning(huur)

Zorg

Onderwijs,

Kinderopvang

Sanering van

vervuilde grond

Personeel van de

politie, defensie en

de rechtspraak

Uitgaven

gedaan in

buitenland

Goederen Consumptie in eigen

land van goederen

door buitenlanders

Souvenir

Boodschap in

buitenlandse

supermarkt

Vergoede

medicijnen bij

behandeling in het

buitenland

Munitie uit het

buitenland

Diensten Consumptie in eigen

land van diensten

door buitenlanders

Vakantie

Snelwegvignet

Vergoede

behandeling in

buitenlands

ziekenhuis

Taxidiensten voor

ambassadeur

17

* Huishoudens: inclusief personen in verpleeginrichtingen,

bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten

** Overheid: inclusief instellingen zonder winstoogmerk

*** Strikt genomen zijn dit veelal voorbeelden van

intermediair gebruik van de overheid. De overheid

produceert daarmee diensten en goederen die volgens

de nationale rekeningenconventies vervolgens door de

overheid zelf worden geconsumeerd als

overheidsconsumptie.

A

B

C

De werkelijke individuele consumptie

Niet alleen aankopen door huishoudens zelf zijn consumptie, huishoudens

kunnen ook op individueel niveau profijt hebben van producten en diensten die de

overheid (of een instelling zonder winstoogmerk) betaalt en vervolgens in natura

aan de huishoudens leveren. Tellen we deze zogenaamde individuele consumptie

door de overheid op bij de (zelf betaalde) consumptie van huishoudens, dan

krijgen we de werkelijke individuele consumptie van huishoudens.

De totale consumptie

Tellen we alle consumptie die betaald worden door de overheid mee, inclusief

zaken als politie en defensie, dan komen we bij de totale (nationale) consumptie.

Deze totale consumptie is de werkelijke individuele consumptie inclusief de

zogenaamde collectieve consumptie: de goederen en diensten die de overheid

verleent aan de samenleving. Hier profiteren huishoudens ook van, maar op

groepsniveau in plaats van als individu.

De rol van instituties bepaalt wie betaalt

Hoe de instituties in een land precies zijn ingericht bepaalt wie er betaalt voor de

consumptie – de overheid of de huishoudens. Wie betaalt is een belangrijk

onderscheid. Op basis daarvan wordt namelijk bepaald welk deel van de

werkelijke individuele consumptie wordt meegeteld bij de nationale consumptie

van huishoudens. Zo zorgde de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006

voor een ‘boekhoudkundige’ overheveling van een deel van de zorgconsumptie

van huishoudens naar de individuele consumptie door de overheid, terwijl de

totale werkelijke individuele consumptie niet veranderde.

Internationaal vergelijken beter met bredere definitie

In Nederland valt een relatief groot deel van de zorgconsumptie binnen de

individuele consumptie door de overheid, in andere landen daarentegen valt een

veel groter deel van de zorgconsumptie binnen de nationale consumptie van

huishoudens. Door dit verschil is het beter om internationale vergelijkingen te

maken met behulp van de breder gedefinieerde werkelijke individuele

consumptie van huishoudens dan met de smaller gedefinieerde nationale

consumptie van huishoudens.

A = Nationale consumptie van huishoudens (= focus studie)

B = Werkelijke individuele consumptie van huishoudens

C = Totale (nationale) consumptie

Page 18: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

Wat noemen we een basisbehoefte?

4.3 Wat we een basisbehoefte noemen

18

Basisbehoefte of niet?

Aangemerkt als basisbehoefte in deze studie zijn energie,

voedsel, wonen en gezondheidszorg. We baseren ons

daarbij grotendeels op Stanca & Veenhoven (2015). Zij

bieden een overzicht van een flink aantal studies

over het effect van consumptiecategorieën op de

tevredenheid met het eigen leven. Zo komt uit

deze literatuur naar voren dat bestedingen

aan kleding en recreatie wel belangrijk zijn

voor het ‘subjective well-being’ van

consumenten, maar dat dat niet geldt

voor de consumptie van woondiensten

en voedsel. Daarnaast blijkt uit de ING

Vraag van Vandaag (september 2018)

dat de overgrote meerderheid (84%)

van de consumenten hun eten in de

supermarkt vooral koopt met als

voornaamste reden dat het ‘nodig is’

in plaats van vooral voor genot.

Conservatief bij ‘basisbehoefte’ ingedeeld

Gegeven het feit dat nationale rekeningen

de primaire gegevensbron vormen en deze

bron ons slechts informatie verschaft over

goederen en diensten op een hoog

aggregatieniveau, is er in deze studie voor

gekozen om conservatief te zijn in het

aanmerken van consumptiecategorieën als

basisbehoefte. Zo voorkomen we dat binnen een

brede productcategorie teveel product- en

dienstencategorieën onterecht als basisbehoefte

worden aangemerkt. In lijn met bovenstaande is ervoor

gekozen om daar waar het producttype niet bekend is,

zoals bij ‘consumptie in het buitenland’, de bestedingen

niet als basisbehoefte te classificeren.

wonenvoeding& drinken

energie & water

+

BasisbehoefteAan basisbehoefte beleef je nauwelijks koopplezier

RestAan rest beleef je wel koopplezier

zorg

Page 19: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 201919

DataCBS (2017): Budgetonderzoek 2015 via Statline

CBS (2018): Consumentenprijsindex (CPI) 2015 = 100 via Statline

CBS (2019): Huishoudensstatistiek en Bevolkingsstatistiek via Statline

CBS (2019): Huishoudensprognose via Statline

CBS (2019): Logiesaccommodaties via Statline

CBS (2019): Nationale Rekeningen - Consumptie; goederen- en

dienstencategorieën via Statline

CPB (2019): Doorrekening ontwerp-Klimaatakkoord

DNB (2013): De Nederlandse spaarparadox

EenVandaag (2018): Meerderheid merkt niets van economische groei; politiek

aan zet

Europese Unie (2013) : Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees

Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van

nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie

Eurostat (2018): Household Budget Survey 1988-2015

Eurostat (2018): Annual National Accounts

Gielens & Klok (2013): Consumentenvertrouwen is een kwestie van verdienen

Okulicz-Kozaryn (2015): Luxury car owners are not happier than frugal car

owners

Rijksoverheid (2017): Hoofdlijnen regeerakkoord 2017

Stanca & Veenhoven (2015): Consumption and happiness - an introduction

Van Tilburg & Weyzig (2014): Een schuldbewust land: Naar een stabiel en

duurzaam Nederland

BronnenDatabronnen

Nationale rekeningen als primaire bron

Primaire bron voor de consumptie van huishoudens zijn de nationale rekeningen. Dit is de enige

bron voor een consistente tijdreeks.

Het budgetonderzoek

Het meest recente CBS Budgetonderzoek van 2015 bevat weliswaar gegevens op een lager

aggregatieniveau dan in de nationale rekeningen te vinden zijn, maar vanwege

methodewijzingen zijn de data uit het Budgetonderzoek slecht vergelijkbaar met eerdere

Budgetonderzoeken. Daarnaast bevat het Budgetonderzoek bestedingsaandelen in de nominale

consumptie, maar geen bestedingen in constante prijzen. Van de bestedingen wordt bovendien

niet aangegeven of ze in het binnen- of buitenland gedaan zijn.

Voordelen combineren

Om de voordelen van beide bronnen te combineren is naar eigen inzicht een ‘mapping’

gemaakt van de productcategorieën. Zo zijn productcategorieën op het lage aggregatieniveau

van het Budgetonderzoek toegewezen aan de bredere groepen van de nationale rekeningen. Dit

maakt het bijvoorbeeld mogelijk om het aandeel van basisbehoeften in de stijging van de

consumptie in euro’s van verschillende groepen huishouden te schatten. Deze aandelen

verkrijgen we door de veranderingen over tijd (2008-2015) uit de nationale rekeningen te

vermenigvuldigen met de gewichten (in te wegen) uit het CBS Budgetonderzoek 2015.

Correctie binnen- en buitenland

In de statistieken ontbreekt informatie over welk deel van de binnenlandse consumptie naar

goederen- en dienstensoort door Nederlandse huishoudens wordt geconsumeerd. Voor energie

en water, huisvesting, diensten voor wonen en woninguitgaven (inrichting, artikelen, decoratie

en onderhoud), zorg en financiële diensten veronderstellen we een aandeel van 100%. Voor

logiesverstrekking stellen wij het aandeel uitgaven van Nederlandse huishoudens gelijk aan het

aandeel Nederlanders in het aantal logiesovernachtingen in Nederland. Voor jaren waarvoor de

cijfers ontbreken houden we de aandelen constant. De overige onderdelen van de consumptie

corrigeren wij vervolgens proportioneel voor de consumptie van niet-ingezetenen in Nederland

die na aftrek van het buitenlandse deel van logiesvertrekking resteert.

Page 20: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 201920

Uitgaven (P*Q) Inflatie (P) Volume per huishouden (Q/H)

Gemiddelde: -5,7%

Appendix: Consumentengoederen en -diensten in meer detail

Bron: CBS Nationale Rekeningen, Huishoudensstatistiek en Huishoudensprognose, berekeningen ING Economisch Bureau

Gemiddelde:10,6% Gemiddelde: 9,1%

42,1%

37,6%

25,5%

24,9%

22,9%

19,6%

19,6%

17,8%

16,7%

15,4%

14,2%

14,0%

13,8%

10,5%

8,8%

7,0%

6,6%

4,1%

3,6%

-2,1%

-7,6%

-9,3%

-10,9%

-17,0%

-18,2%

-30,6%

Huur (werkelijk + toegerekend)

Zorg

Maaltijd- en drankverstrekking

Consumptie ingezetenen in het buitenland

Logiesverstrekking

Voedingsmiddelen

Kleding en textie l

Alcoholhoudende dranken

Alcoholvrije dranken

Vervoersdiensten

Tabak

Overige diensten

Diensten tbv cultuur

Producten voor persoonlijke verzorging

Woninginrichting, artikelen, decoratie en onderhoud

Schoenen en lederwaren

Andere overige goederen

Diensten tbv recreatie

Diensten mbt woning

Motorbrandstoffen

Overige duurzame goederen

Energie en water

Elektrische apparaten

Financiele diensten

Vervoermiddelen

Communicatiediensten

5,7%

16,7%

-4,0%

1,0%

-9,7%

-4,9%

-4,9%

-5,9%

-12,0%

-6,3%

-12,7%

-9,7%

-12,5%

-2,8%

-5,3%

-2,5%

-14,8%

-19,3%

-13,3%

-8,5%

-15,9%

-16,1%

16,8%

-5,4%

-33,8%

-27,5%

24,9%

9,7%

21,5%

14,9%

26,6%

16,9%

16,9%

16,4%

23,3%

14,6%

21,6%

17,5%

20,9%

5,7%

6,8%

2,1%

16,4%

20,0%

11,2%

-0,5%

2,2%

0,6%

-29,1%

-18,5%

14,8%

-11,0%

Veranderingen (2017 t.o.v. 2008)

Page 21: Basisbehoeften beslaan groter deel van uitgaven - ing.nl · Huishouden consumeert minder dan voor de crisis… Gemiddeld kocht een Nederlandse huishouden in 2017 nog altijd zo’n

ING Economisch Bureau Consumptie nog altijd lager dan voor de crisis – april 2019

Meer weten?

Kijk op ing.nl/kennis en volg ons op Twitter

Disclaimer

Deze publicatie is opgesteld door de ‘Economic and Financial Analysis Division’ van ING Bank

N.V. (‘‘ING’’) en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. Deze publicatie is geen

beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig

financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als

advies in welke vorm dan ook. ING betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen

en heeft alle mogelijke zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de

informatie waarop zij haar visie in deze publicatie heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is.

ING geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. ING

noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor

enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze

publicatie alsmede voor druk-en zetfouten in deze publicatie. De informatie in deze publicatie

geeft de persoonlijke mening weer van de Analist(en) en geen enkel deel van de beloning van

de Analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke

aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben

bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders

aan de uitoefening van hun vak. De informatie in deze publicatie kan gewijzigd worden zonder

enige vorm van aankondiging. ING noch één of meer van haar directeuren of werknemers

aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit

het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk-en zetfouten in deze

publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van

toepassing op deze publicatie. Niets in deze publicatie mag worden gereproduceerd, verspreid

of gepubliceerd door wie dan ook voor welke reden dan ook zonder de voorafgaande

uitdrukkelijke toestemming van de ING. Alle rechten zijn voorbehouden. ING Bank N.V. is

statutair gevestigd te Amsterdam, houdt kantoor aan Bijlmerplein 888, 1102 MG te Amsterdam,

Nederland en is onder nummer 33031431 ingeschreven in het handelsregister van de kamer

van koophandel. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De

Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Voor nadere informatie omtrent ING

policy zie https://research.ing.com/. De tekst is afgesloten op 9 april 2019.

21

Auteur

Marcel Klok

Senior econoom ING Economisch Bureau

06 11 49 16 16

[email protected]

Met dank aan

Mirjam Bani ING Economisch Bureau

Marieke Blom ING Economisch Bureau

Lex Hoekstra ING Economisch Bureau

Met medewerking van

Tim Hendriks ING Economisch Bureau

Dimitry Fleming ING Economisch Bureau

Marten van Garderen ING Economisch Bureau