Bietplanterbased Industries Consortium). Bijna de helft van de totale omzet wordt gemaakt door de...

12
Van het Zweedse gerecht mag Coca-Cola zijn slogan “Gezoet met ingrediënten van natuurlij- ke oorsprong” niet meer gebruiken voor zijn Coca-Cola Life gezoet op basis van stevia. Deze slogan werd beschouwd als misleidend voor de consument. Stevia wordt namelijk chemisch vervaardigd. In Venezuela heeft Coca-Cola een groot deel van zijn productie stopgezet door een gebrek aan suiker. Het land kampt regelmatig met voedseltekorten door de val van de olieprijs. De export van olie genereert 95 procent van de inkomsten in deviezen van het land. De Franse suikergroep Saint-Louis-Sucre, filiaal van de groep Südzucker, heeft aangekondigd de forfaitaire koptarra van 7 procent af te schaffen vanaf 2017. Volgens Südzucker dient deze maatregel om de aankoop- voorwaarden van de filialen van de groep Südzucker te harmonise- ren en zou dit een winst opleveren van 1,5 euro per ton suikerbie- ten voor de planters in het postquotum. De totale omzet van de Europese bio-economie bedraagt 2,1 biljoen euro volgens het BIC (Bio- based Industries Consortium). Bijna de helft van de totale omzet wordt gemaakt door de voedsel- en drankenindustrie en 600 mil- jard euro door de biobased-industrie (chemische producten, bio- plastics, biobrandstoffen,..). In 2015 gingen in België 91 landbouwbedrijven failliet, een stijging van 52 procent ten opzichte van 2014 volgens het ministerie van Economie. Een relatief kleine toe- name in vergelijking met het totaal aantal bedrijven. kort geoogst COLOFON Verantwoordelijke uitgever Mathieu Vrancken, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie Valerie Vercammen Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB Tienen Druk Corelio Printing Jaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00 IBAN BE 70 1031 0384 3925 • BTW BE 0445.069.157 Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw CBB • Anspachlaan 111 Bus 10 • 1000 Brussel T. 02 513 68 98 • F. 02 512 19 88 • www.cbb.be • [email protected] 11 De ontvangst van hele bieten, nu al toegepast in Frankrijk en in Nederland, thema op congres CBB. 2 Biet planter De MAANDBLAD CBB • JAARGANG 50 NR 530 • JULI-AUGUSTUS 2016 • P 806265 LEONELLA KWS www.kwsbenelux.com SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 Zeldzame parel: it’s all in the seed. n Top financieel in gezonde en nematode velden n Zeer hoog suikergehalte n Lage grondtarra *KBIVB Nematoden 2013 / 14 / 15 108 %* 22 e congres CBB: aan de vooravond van het postquotum 3 MOEIZAME ZOMER OP KOMST 2 CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw ACTIVITEITENRAPPORT 2015 - 2016 Het activiteiten- rapport van de CBB voor de campagne 2015/16 is net verschenen en kunt u nalezen op de website van de CBB: www.cbb.be

Transcript of Bietplanterbased Industries Consortium). Bijna de helft van de totale omzet wordt gemaakt door de...

Van het Zweedse gerecht mag Coca-Cola zijn slogan “Gezoet met ingrediënten van natuurlij-

ke oorsprong” niet meer gebruiken voor zijn Coca-Cola Life gezoet op basis van stevia. Deze slogan werd beschouwd als misleidend voor de consument. Stevia wordt namelijk chemisch vervaardigd.

In Venezuela heeft Coca-Cola een groot deel van zijn productie stopgezet door een gebrek aan

suiker. Het land kampt regelmatig met voedseltekorten door de val van de olieprijs. De export van olie genereert 95 procent van de inkomsten in deviezen van het land.

De Franse suikergroep Saint-Louis-Sucre, filiaal van de groep Südzucker, heeft aangekondigd de

forfaitaire koptarra van 7 procent af te schaffen vanaf 2017. Volgens Südzucker dient deze maatregel om de aankoop-voorwaarden van de filialen van de groep Südzucker te harmonise-ren en zou dit een winst opleveren van 1,5 euro per ton suikerbie-ten voor de planters in het postquotum.

De totale omzet van de Europese bio-economie bedraagt 2,1 biljoen euro volgens het BIC (Bio-

based Industries Consortium). Bijna de helft van de totale omzet wordt gemaakt door de voedsel- en drankenindustrie en 600 mil-jard euro door de biobased-industrie (chemische producten, bio-plastics, biobrandstoffen,..).

In 2015 gingen in België 91 landbouwbedrijven failliet, een stijging van 52 procent ten opzichte van

2014 volgens het ministerie van Economie. Een relatief kleine toe-name in vergelijking met het totaal aantal bedrijven.

kort geoogst

COLOFONVerantwoordelijke uitgever Mathieu Vrancken, Voorzitter CBBDirecteur van de publicatie Valerie VercammenUitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine MoyartVerantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB TienenDruk Corelio PrintingJaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00IBAN BE 70 1031 0384 3925 • BTW BE 0445.069.157

Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplantersvzw CBB • Anspachlaan 111 Bus 10 • 1000 Brussel T. 02 513 68 98 • F. 02 512 19 88 • www.cbb.be • [email protected]

11

De ontvangst van hele bieten, nu al toegepast in Frankrijk en in Nederland, thema op congres CBB.

2

BietplanterDe planterplanterMAANDBLAD CBB • JAARGANG 50 NR 530 • JULI-AUGUSTUS 2016 • P 806265

LEONELLA KWS

www.kwsbenelux.com

SEEDING THE FUTURE

SINCE 1856

Zeldzame parel: it’s all in the seed.

n Top financieel in gezonde en nematode veldenn Zeer hoog suikergehalten Lage grondtarra

*KBIVB Nematoden 2013 / 14 / 15

108 %*

KWS-BE2015-02_Advertisement_Leonella_171x130_newspaper_RZ.indd 1 18.01.16 11:05

22e congres CBB: aan de vooravond van het postquotum

3

MOEIZAME ZOMER

OP KOMST

2

CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw

ACTIVITEITENRAPPORT 2015 - 2016

Het activiteiten-rapport van de CBB voor de campagne 2015/16 is net verschenen en kunt u nalezen op de website van de CBB: www.cbb.be

EDITO2

COCO HASPENGOUW2

Congres CBB: hoe kunnen we ons wapenen te-gen de afzwakking van onze onderhandelings-positie en de verslechtering van de aankoop-voorwaarden voor bieten?

Begin juni hielden wij ons driejaarlijks congres in Dinant. Op pagina 3 en 4 vindt u hierover een uitgebreid verslag met de

kernboodschappen van het congres dat volledig in het teken stond van het postquotum. Een bedroevende conclusie: de onderhande-lingspositie van de bietplanters wordt door het nieuwe reglemen-taire kader van de GMO (gemeenschappelijke marktordening, R. 1308/2013) fel afgezwakt. In landen waar er al een interprofessio-neel akkoord is afgesloten tussen bietplantersorganisaties en fabri-kanten, stellen we overal een verslechtering van de aankoopvoor-waarden voor bieten vast. Waarom gebeurt dit? En hoe kunnen we ons als bietplanters hiertegen wapenen? Tijdens de onderhandelingen van de GMO in 2013 hadden we met de werkgroep van de CIBE (Europese Bietplanters) nochtans duide-lijk de beleidsmakers gewezen op de tekortkomingen in de tekst en op de mogelijke problemen die deze veranderingen met zich mee zouden kunnen brengen. Het lijkt of we een kristallen bol hadden, want wat blijkt? Alle punten die werden afgezwakt in de tekst en/of in de bijlage X worden nu misbruikt om lasten te verschuiven naar de bietplanters en dit zonder tegenprestatie. Meer nog, door een te enge lectuur en interpretatie van de artikels over suiker in de GMO, gecombineerd met een klacht bij de concurrentiewaakhond van de EU, probeerden sommige Europese suikerfabrikanten de al fel afge-zwakte onderhandelingspositie van de landbouwers nog verder af te kalven. Dankzij de mobilisatie van en binnen CIBE, wordt de komende weken een amendement (wijziging) van de GMO ver-wacht dat ervoor zal zorgen dat de collectieve onderhandelingen

tussen de erkende plantersorganisaties en hun respectievelijke fabrikant kunnen doorgaan in een kader dat juridisch zeker is.

Stand van de onderhandelingenHet is zomer (volgens de kalender althans, want buiten is er nog niet veel van te merken) en binnen een paar weken begint u aan uw teeltplannen voor 2017. Het is onze innige wens dat de twee Coördinatiecomités (planters van ISCAL en planters van de Tiense Suikerraffinaderij) met hun respectievelijke fabrikant, deze zomer tot een akkoord over de aankoopvoorwaarden voor de bieten van 2017 zouden komen. CBB wil immers dat de Belgische planters met kennis van zaken hun teeltbeslissingen voor 2017 kunnen nemen.

ISCALBij ISCAL is een akkoord in zicht: alle akkoorden worden voor 1 jaar verlengd en het principe van de verdeling “44 procent planters, 56 procent fabrikant” die wordt uitgedrukt door de relatie “26,29 euro per ton bieten voor 404 euro per ton suiker” wordt gehanteerd.

TIENSE SUIKERRAFFINADERIJBij de Tiense Suikerraffinaderij verlopen de onderhandelingen zeer moeizaam. Wat er nu op tafel ligt voldoet niet aan de minimale eisen van de planters van COCO Haspengouw. Vele planters weten niet meer wat gedaan en zijn in de war na de communicatie van de laatste weken. Even klaarheid scheppen: de Tiense stuurde u een enquête om te peilen naar uw zaai-intenties voor 2017. Er is echter nog geen inter-professioneel akkoord afgesloten tussen de Tiense en COCO Haspengouw. Fabrikant en COCO moeten volgens het reglement tot een akkoord komen, want dit akkoord zal de basis vormen van de toekomstige contracten. Zonder IPA, geen rechtsgeldig contract.De boodschap die we op het congres hebben proberen te versprei-

den is duidelijk: door het wegvallen van de gegarandeerde minimumbietprijs en de quota, wordt de suiker-bietteelt in de toekomst een teelt zoals alle andere. Ze zal haar stabiliserend effect in het inkomen van het landbouwbedrijf verliezen. Daarom is het uiterst belangrijk dat u als planter uw pro-ductiekosten kent en deze effectief gaat berekenen. Dan pas kunt u beoordelen of de aangeboden voorwaarden al dan niet remunera-tief zijn (kostendekkend + een marge). Hoofdtaak van CBB blijft de verdediging van de rendabiliteit van de bietenteelt. Om zelf op uw eigen bedrijf te kunnen beoordelen of een teelt al dan niet rendabel is, is het zeer belangrijk om uw productiekosten juist in te schatten. Maak uw berekeningen en vergelijk met de voorwaarden die op dit moment op tafel liggen. En neem dan, met kennis van zaken, uw beslissing. Heeft u vragen? Aarzel niet om contact op te nemen: uw syndicaat staat tot uw dienst.Het Coördinatiecomité van de planters van Haspengouw wil alle middelen inzetten om tot een akkoord te komen. Dit moet echter niet gebeuren via twijfelachtige uitspraken in de media die vragen oproepen omtrent het partenariaat tussen fabrikant en planters, doch in alle sereniteit, aan de onderhandelingstafel. Er zijn tools beschikbaar in de GMO en het is de bedoeling om alle beschikbare middelen uit te putten: geen akkoord bereiken is immers geen optie!

Valerie Vercammen,Secretaris-generaal CBB

Moeizame zomer op komst

Het kader van SüdzuckerEen kleine terugblik. Op 13 januari 2014 startte de reflectie over een contractueel kader postquotum tussen het Coördinatiecomité van de Bietenplanters van Haspengouw-TS en TS. Vanaf dan vonden een dertigtal vergaderingen plaats, zowel met de Tiense, intern of met andere actoren van de keten. Het tempo van de onderhandelingen werd opge-dreven vanaf begin 2016, maar in maart, kwam TS met nieuwe, sterk aangepaste voorstellen die een kopie waren van het akkoord bereikt met de Duitse planters van Südzucker. Vanaf dan werd de situatie steeds ingewikkelder...

De bezorgdheid van de plantersNa vernomen te hebben dat TS vergaderingen ging organiseren om de planters te informeren over haar voorstellen, terwijl er geen akkoord is en de onderhandelingen nog aan de gang zijn, heeft het Coördinatiecomité van de planters besloten het voortouw te nemen door zelf aan zijn planters, op een zo objectief mogelijke manier, de situatie te gaan uitleggen. Het doel was om objectieve infor-matie te geven zodat de planters zelf een kritisch standpunt zouden kunnen innemen tijdens de vergaderingen van TS. Het besluit is vrij simpel: met de huidige voorstellen van de Tiense kunnen de bietplanters hun productiekosten niet dekken, laat staan een winstmarge hebben! De vergaderin-gen van de bietplanters waren een succes en had-den een mooie opkomst. Er werden vele pertinente vragen gesteld en nuttige opmerkingen gemaakt. Een vraag die vaak naar voren kwam was: “Wat moeten we doen? Wat is het advies van het syndi-caat?”

Geen akkoord, geen contractHet enige antwoord dat we momenteel kunnen geven is om voorzichtig te zijn en om geen voorba-rige beslissingen te nemen over uw toekomstige productie en de hoeveelheden die u worden voor-gesteld door TS. De Europese regelgeving (R. 1308/2013) bepaalt duidelijk dat zolang er geen interprofessioneel akkoord wordt bereikt tussen TS en de planters, de Tiense geen rechtsgeldig contract kan voorstellen. Het interprofessioneel akkoord dat verplicht moet worden afgesloten tus-sen de fabrikant en de vertegenwoordiger van de planters vormt immers de basis van de contracten. Het Coördinatiecomité van de planters is de enige officiële vertegenwoordiger van de suiker-bietplanters en beschikt als zodanig over een onderhandelingsmandaat waarmee het alle TS-bietplanters vertegenwoordigt.

Bereken uw rendabiliteitOm de juiste keuzes te kunnen maken en met ken-nis van zaken te kunnen beslissen over de te produ-ceren hoeveelheid in uw bedrijven, is het van belang om een volledige vergelijkende berekening te maken op basis van uw persoonlijke situatie. De slechtste keuze zou erin bestaan om u te engage-ren, zonder te weten wat u effectief mag verwach-ten. Bij de uitbetaling van de geleverde bieten van 2017, zou u dan in 2018 plots vaststellen dat uw omzetcijfer per hectare veel minder is dan ver-wacht... De enige correcte vergelijking die kan gemaakt worden, is die van het omzetcijfer per hectare bieten. U moet uw eigen situatie in het huidige kader (met quotum) vergelijken, pulp inbe-grepen, met het nieuwe voorgestelde kader (voor 2017). Gemiddeld, volgens de meest realistische

veronderstellingen die gebaseerd zijn op talrijke analyses, zou de daling bij benadering 350 euro per ha bedragen aan een suikerprijs van 404 euro per ton. Het is uiteraard onmogelijk om te voorspellen wat de suikerprijs in Europa zal zijn tussen oktober 2017 en oktober 2018 (= verkoopcampagne biet-suiker 2017). De grote spelers op de Europese sui-kermarkt plannen echter een productiestijging van meer dan 20 procent. Een dergelijke overproductie zal waarschijnlijk een negatieve impact hebben op de Europese suikerprijs. Hopelijk belanden we niet in hetzelfde scenario als voor de melk ...

Wat gebeurt er als er geen ak-koord bereikt wordt?De onderhandelaars zijn vastbesloten om tot een akkoord te komen, maar niet tegen om het even welke prijs (en om het even welke voorwaarden). Indien we de komende weken geen akkoord berei-ken, zullen we gedwongen worden om te opteren voor de arbitrage. Dit betekent dat een externe arbiter (noch suikerbietplanter, noch fabrikant) de verantwoordelijkheid heeft de zaak te beslechten. Het is een laatste redmiddel en we hopen alsnog dat we het niet zullen moeten inroepen. Maar men mag het ook niet uitsluiten. Men moet trouwens in het achterhoofd houden dat het akkoord alleen zal

gelden voor de campagne 2017-18 en dat, zelfs al wordt het een basis voor de volgende jaren, er opnieuw zal moeten worden onderhandeld.

Het vervolg…Rond 15 juni ontving u van TS het: “Aanvraagformulier hoeveelheid bieten- campag-ne 2017” waarin ze u vraagt om te melden wat u bereidt bent te produceren in 2017 aan de hypo-thetische en voorlopige voorwaarden van TS, die, zoals gezegd, niet gebaseerd zijn op een akkoord met uw vertegenwoordigers.Daarna ontving u ook een schrijven van uw bieten-organisatie die u vraagt om op het “aanvraagfor-mulier” dat u terugstuurt naar TS, naast uw handte-kening te vermelden: “-zonder nadelige erkenning; -onder voorbehoud van een interprofessioneel akkoord; -dit is geen engagement.” In dit schrijven vragen we ook ons het ingesloten document terug te sturen met vermelding van uw demarche en of u wenst in te gaan op het bijkomende contract dat TS voorstelt. Op deze manier toont u dat u de werk-wijze van de onderhandelaars ondersteunt. U heeft wel nog tijd tot 10 augustus...

Benoît Haag, Coco Haspengouw

Waarom het voorstel van de Tiense onaanvaard-baar is? Zie pagina 9.

Wanneer bereiken we een akkoord met de Tiense?Genoeg stof voor een roman, alleen kennen we de ontknoping nog niet. Nochtans gaat het erom de grote lijnen uit te tekenen van een interpro-fessioneel akkoord voor de biet-suikerketen voor de komende jaren bij de Tiense. Wanneer dit artikel geschreven wordt, zitten de interprofessionele onderhandelingen voor 2017 met TS in het slop en bestaat het risico dat een oplossing op zich laat wachten.

Figuur 1 : voorlopige simulatie van het inkomen betaald per ha door TS in 2017 op basis van de hui-dige gegevens.

SAMENGEVAT LAAT VER 450 € 350 €Leveringsdatum 15 Okt 15 Jan 15 Okt 15 Okt 15 OktAfstand fabriek (km) 48 48 100 48 48Suikerprijs SZ4 (eur/t) 404 404 404 450 350Pulpwaarde (eur/t) 4 4 4 4 4

Rendement (t/ha) (micro-topping) 88 88 88 88 88Suikergehalte (°Z) 17.6 17.6 17.6 17.6 17.6

4.1 Gemiddelde basisprijs all out aan 16°Z (eur/t) 20,78 20,78 20,78 23,16 17,98

5. Gem. prijs met premies, transport,... aan 16°Z (eur/t) 20,57 24,35 20,32 23,08 17,62

6. Gemiddelde prijs met pulp aan 16°Z (eur/t) 24,20 27,99 23,96 26,71 21,26

7.1. Inkomsten per ha met pulp (eur/t) 2.335,18 2.701,44 2.311,36 2.577,22 2.051,057.2. Verschil inkomsten / huidig systeem (eur/ha) -325,31 -329,64 -349,13 -83,27 -609,44

22E CONGRES CBB IN DINANT 3

Na het welkomstwoord van David Jonckheere, voorzitter van de “Fédération RT”, de Waalse planters van TS -organisator van het 22ste

congres CBB-, werd het woord gegeven aan Timothé Masson, secretaris WABCG, de wereldor-ganisatie van suikerbiet- en suikerriettelers, om de perspectieven van de Europese en mondiale mark-ten toe te lichten.

Stijgende suikerprijzen op de wereldmarkt en op de Europese marktOp de wereldmarkt herstelt de suikerprijs zich sinds het begin van het jaar, omdat na vijf campag-nes met overschot, men een wereldwijd tekort aankondigt van 5 tot 7 miljoen ton suiker voor 2016 en 2017. Ter infor-matie: de wereldpro-ductie bedraagt 180 miljoen ton. De suiker-voorraden zijn nog steeds groot, in de orde van 70 miljoen ton, wat 40 procent van de wereldproductie voor-stelt, maar deze voorra-den zijn niet altijd beschikbaar. Volgens Timothé Masson zou de stijging van de wereld-suikerprijzen zich blij-ven doorzettten.Brazilië blijft de leider op de wereldmarkt met 40 procent van de suiker-export in de wereld, maar sinds de crisis van 2008 verliest het land terrein door politieke instabiliteit, de schuldenlast van de suikerindustrie, de sluiting van 10 tot 15 fabrieken per jaar, de areaaldaling voor suikerriet en de stagnatie van de opbreng-sten. De suikerproductie handhaaft zich evenwel, o.m. door de val van de Braziliaanse munt. In real is de prijs van suiker nog nooit zo hoog geweest. Hierdoor wordt het riet eerder gebruikt voor de suiker- in plaats van de ethanolproductie. In India en Pakistan, twee andere belangrij-ke producerende lan-den, is de suikerproduc-tie chaotisch als gevolg van het overheidsbe-leid. De rietprijs wordt vastgelegd zonder link met de suikerprijs, waardoor betalingspro-blemen voor de fabrie-ken ontstaan en plan-ters uit de suikerriet-

teelt stappen.Thailand, daarentegen, is een stijgende speler op de wereldmarkt. Men verwacht er een snelle toe-name van de productie tot een niveau van 13 tot 15 miljoen ton, tegen momenteel 10 miljoen ton, dankzij een proactief beleid van de regering die de rietsuikersector ondersteunt. Thailand is ideaal gelegen voor de bevoorrading van Azië, een regio in de wereld waar de consumptie volop stijgt ter-wijl deze in Europa eerder stagneert. Experten verwachten dat in de komende jaren de suikerpro-ductie gaat stijgen in Cuba en in de landen van Centraal-Amerika (Guatemala,...).Ook de Europese markt herstelt zich, maar op een meer aarzelende wijze. De vooruitzichten worden

bemoeilijkt door het einde van de quota die de markt voor witte sui-ker ongetwijfeld zal destabiliseren. Men verwacht een grotere volatiliteit van de sui-kerprijs. Europa zal als exporteur opnieuw aan belang winnen, maar in welke mate? Vóór de hervorming van 2006, exporteerde Europa (met Rusland en Oekraïne inbegrepen) 5 miljoen ton witte suiker per jaar. Op de Europese markt dalen de suiker-voorraden waardoor de

prijzen stijgen. De prijzen meegedeeld door het Europees Prijzen-observatorium voor de maand maart 2016 bedragen gemiddeld 433 euro per ton, maar het gaat in dit geval om leveringen van suiker waarvan de prijs, voor het grootste deel, een jaar geleden werd onderhandeld. Momenteel is de prijs van suiker op de Europese markt lager dan de prijs van suiker op de wereldmarkt, wat niet meer

gebeurd is sinds 2010.

Postquotum-akkoorden: minder gunstig voor de plan-tersElisabeth Lacoste, secretaris-generaal van de Confederatie van Europese bietentelers (CIBE) beschreef het nieuwe reglementaire kader in Europa voor de biet-suikersector in het postquotum. Dit regle-ment verplicht het slui-ten van interprofessio-nele akkoorden die de

voorwaarden voor de aankoop en levering van suikerbieten evenals de contractvoorwaarden regelen. Deze interprofessionele akkoorden moe-ten worden gesloten vóór de inzaai en vóór het sluiten van leve-ringscontracten.Door het onevenwicht in de onderhandelings-macht van de planters,-in de EU zijn er 140.000 planters voor 6 grote suikerondernemingen-, wordt in de reglemen-tering voorzien dat de telers collectief met hun fabrikant zullen kunnen onderhandelen via een plantersorgani-satie, over de verdeling van de risico’s en van de toegevoegde waarde, en dus van de prijzen. De Europese fabrikan-ten hadden een klacht ingediend bij de mededin-gingsautoriteiten om de planters te verzwakken. Dankzij de mobilisatie van de planters binnen de CIBE, gaat de reglementering aangepast worden. De collectieve onderhandeling wordt zo veiligge-steld en fabrikanten en planters kunnen samen onderhandelen zoals dit tot op heden is gebeurd. De tekst van de gedelegeerde akte werd goedge-keurd door het College van commissarissen van de Commissie. De goedkeuring ervan door de Raad en het Europees Parlement staat gepland voor eind juli.Voor Elisabeth Lacoste is dit nieuwe reglementaire kader, hoewel het enkele positieve elementen van de huidige interprofessionele akkoorden heeft overgenomen, minder gunstig voor de planters: het opent de deur naar minder goede aankoop-voorwaarden. Het vermeldt niet meer dat de trans-portkosten ten laste zijn van de fabrikant en maakt het mogelijk om bepaalde risico’s ten laste van de planters te leggen. Tijdens de onderhandelingen over de tekst, hadden de Europese bietplan-ters gewaarschuwd dat deze tekst zou leiden tot een verzwakking van de onderhande-lingsmacht van de plan-ters. Dit is helaas de trend die we vandaag vaststellen in de mees-te landen.Tot nu toe werden slechts een tiental i n t e r p r o f e s s i o n e l e akkoorden gesloten, constateert Elisabeth Lacoste. De coöperaties waren de eersten in

hun land van herkomst, om de werkingsregels te herdefiniëren en interprofessionele akkoorden te sluiten. Algemeen gesproken, stellen we vast dat

de onderhandelingen moeizaam verlopen en dat de onderhande-lingsmacht van de plan-ters afneemt wat zich weerspiegelt in minder goede relaties tussen planters en fabrikanten. De planters worden vanaf nu meer beschouwd als leveran-ciers van grondstoffen en niet meer als part-ners, besloot Elisabeth Lacoste.

Een remunera-tieve prijs voor suikerbieten is essentieel

Voor Valerie Vercammen, secretaris-generaal CBB, hebben de planters absoluut een remuneratieve prijs nodig voor de suikerbieten. Een remuneratie-ve prijs, is een prijs die de productiekosten dekt en ook een winstmarge oplevert. Volgens de ramin-gen van CBB die gebaseerd zijn op boekhoudkun-dige gegevens van landbouwbedrijven, bijgehou-den door Boerenbond en FWA, bedroeg de pro-ductiekost in 2014 gemiddeld 26,23 euro per ton bieten terwijl het Vlaamse ministerie, departement landbouwbeleid en visserij, heeft berekend dat de gemiddelde productiekost voor de periode 2008-2013 in Vlaanderen 28,61 euro per ton bedraagt. Deze statistieken leiden daarom tot dezelfde con-clusie: een prijs van 26 euro per ton suikerbieten is een absoluut minimum. Bietplanters gaan toch niet gratis en voor niets werken!CBB pleit ook voor een prijs die concurrentieel is ten opzichte van andere teelten. Tussen 2010 en 2014, bezette het familiaal arbeidsinkomen (bruto-opbrengsten per ha - variabele kosten - vaste kos-

ten) van de bietenteelt ten opzichte van ande-re teelten, de derde plaats na aardappelen. Op dat moment, was de suikermarkt evenwel gunstig en werden meerprijzen uitbetaald. In 2014, een jaar waar de bieten werden betaald aan de mini-mumprijs van 26,29 euro (zonder meerprijs), daalde de brutomarge (brutorendement - vari-abele kosten) tot de zevende plaats.

Het 22e congres CBB werd bijgewoond door meer dan 70 vertegenwoordigers van de planters.

22e congres CBB: bietplanters verzetten zich tegen inkomensverslechtering De sector bereidt zich actief voor op de vooravond van de afschaffing van de quota in 2017. Het congres CBB was de gelegenheid bij uitstek om een stand van zaken op te maken van de onderhandelingen tussen de planters en de twee Belgische suikergroepen voor het postquotum. Het zijn moeizame onderhandelingen gezien de onzekere economische toestand en het nieuwe reglementaire kader van Europa dat veel ongunstiger is voor de planters, waardoor hun onderhandelingspositie ten opzichte van de suikerindustrie wordt ondermijnd.Het congres had ook tot doel om de aandacht te vestigen van de bevoegde minis-ters op de moeilijkheden in onze sector. Onze federale minister Willy Borsus, evenals José Renard, vertegenwoordiger van de Waalse minister René Collin, zijn de debat-ten komen bijwonen. Beiden hebben ons hun steun toegekend en willen proberen de standpunten van de planters en de fabrikanten met elkaar te verzoenen.Na de politieke aspecten van de voorbereiding van het postquotum te hebben be-handeld, werd een halve, meer technische dag, gewijd aan de ontvangst van gehe-le bieten. De Fransen en de Nederlanders werken reeds met dit type van receptie. De balans van hun ervaringen evenals de voorbereidende werkzaamheden in ons land werden voorgesteld aan de vertegenwoordigers van de planters.

vervolg op pagina 4

Timothé Masson “Het einde van de quota kan de witsuikermarkt destabiliseren.”

Valerie Vercammen“CBB eist een rendabele bietenteelt.”

Elisabeth Lacoste“De suikerindustrie beschouwt de planters steeds minder als partners, maar veeleer als leveranciers van grondstoffen.”

David JonckheereVoorzitter van de Fédération RT, organisator van het congres

Bladschimmelziekten: geen twee jaren gelijk, geen twee velden gelijk In ons Belgenlandje komen vier verschillende belangrijke bladziekten voor. Deze zijn wit-ziekte, roest, Cercospora en Ramularia. De laatste twee kunnen de hoogste opbrengstver-liezen veroorzaken. Hou er steeds rekening mee dat er voor wat betreft het moment van het verschijnen van bladschimmelziekten grote verschillen kunnen zijn tussen de jaren maar ook tussen percelen onderling. Dit is ook waar voor het soort bladschimmelziekte die voorkomt. Er zijn een hele resem factoren die het verschijnen van de bladschimmelziekten en de ernst en snelheid waarmee ze evolueren in een veld kunnen beïnvloeden. De factoren die meespelen zijn: de weersomstandigheden, de rasgevoeligheid, de lengte van de rotatie, een te hoge stikstofgift en hierdoor een te sterke bladontwikkeling, een eventueel microklimaat op de locatie van het perceel en de eventuele nabijheid van perce-len met veel schimmelsporen van Cercospora. Dit kan zijn door eventuele haarden van Cercospora aantasting in naburige percelen. Een andere mogelijkheid is de aanwezigheid van een aangrenzend perceel waar niet-kerend vorig jaar bieten werden geteeld en nu een andere teelt is ingezaaid (eventueel direct-zaai). Dit is vooral het geval als de winter zeer zacht is geweest en er een ernstige Cercospora aantasting geweest is op het perceel in het voorgaande jaar. De aanwezige schimmelsporen op het grondoppervlak zijn dan nog “kiemkrachtig” en kunnen zich verspreiden naar naburige percelen.

Maak een inschatting van het risico op uw percelen We overlopen even hoe u het risico op een vroege verschijning, van de ene of de andere ziekte, en een eventueel snelle evolutie van de bladschimmelziekten op u percelen kan inschatten. Weersomstandigheden Helaas kenden we reeds een abominabel nat voorjaar. Indien deze toestand verder blijft duren in de zomer dan moet dit een verhoogde waakzaamheid betekenen. Een hoge relatieve vochtig-heid speelt mee in de ontwikkeling van bladziekten. Het is vooral de relatieve vochtigheid in het gewas die een rol speelt. Vandaar dat bieten waar (te) veel blad op staat eventueel gevoeliger zijn aan een vroegere verschijning van bladschimmels. Regen (overvloedige) kan ook de ontwik-keling van een bladziekte afremmen, zo kan de schimmelpluis van witziekte letterlijk van de bla-deren “gewassen” worden. Regen kan echter ook de verspreiding van schimmelsporen bevorde-ren, dit is zeker het geval voor Cercospora. Schimmelsporen van alle ziekten verplaatsen zich ook met de wind, witziekte verplaatst zich zelfs over grote afstanden via luchtstromen. Temperatuur speelt ook een belangrijke rol. Bij hoge temperaturen zal men eerder Cercospora (optimum 25-30°C) verwachten, bij eerder koele zomertemperaturen is de kans groter dat Ramularia (optimum 17°C) zich ontwikkeld. Witziekte houdt dan weer van de afwisseling van warme en droge dagen en koele en vochtige nachten. Roest ontwikkeld gemakkelijker in lange vochtige perioden bij frissere temperaturen (optimum 15-22°C). Om deze redenen kunnen lokale micro-klimaten ook een sterke invloed hebben op het verschijnen van bladschim-melziekten en hun evolutie. In elk geval dienen we het weer in rekening te brengen om het risico in te schatten. De rasgevoeligheid : een minder gevoelig ras biedt meer flexibiliteit en zekerheid bij late rooi! Het ras dat u gekozen hebt speelt een rol wat betreft de aanwezigheid van de éérste symptomen van de bladziekten. Het speelt een belangrijke rol in de mate en de snelheid waarmee een ziekte zich kan ontwikkelen. Een minder gevoelig ras kan later de eerste symptomen vertonen en de ziekte zal zeker minder snel evolueren in het gewas. Dit kan een zeer groot voordeel zijn om het gewas gezond te houden in het najaar. Dit vooral voor het beperken van de scha-de door een late ontwikkeling van Cercospora en Ramularia in september-oktober, in de periode nadat de werking van het fungicide is afgelopen. Bij een minder gevoelig ras, bestaat de kans dat de fungicidebehandeling later in de zomer moet uitgevoerd worden omdat pas dan de schadedrempel bereikt wordt. Rekening houdende met een werkingsduur van ongeveer 4 weken voor de fungiciden kan het dan volstaan één fungicidebe-handeling uit te voeren. In een jaar met een lage ziektedruk en afhankelijk van de soort aanwezige bladschimmelziekte(n) bestaat de kans dat het zelfs niet rendabel is (en dus niet noodzakelijk) om een fungicidebehandeling uit te voeren op een weinig gevoelig ras. Omdat rasverschillen wat betreft bladschimmelgevoeligheid in grafiek niet visueel weergeven wat men kan zien in een veld is hierna een foto toegevoegd van twee rassen met een zeer ver-schillend gevoeligheidsniveau. Dit in een jaar met een hoge ziektedruk. Beide rassen ontvingen een fungicidebehandeling bij het bereiken van de schadedrempel, de foto werd genomen begin november.

In de figuur hieronder kan u voor de rassen die u uitzaaide nakijken wat de gevoeligheid voor de bladschimmelziekten is. Dit om u te helpen bij het inschatten van het risico van vroege verschij-ning van bladschimmelziekten en/of de snelle evolutie ervan op uw percelen.

Foto gemaakt in 2014, een jaar met een hoge bladschimmelziektedruk met sterke ontwikkeling in september. De foto werd genomen op 4 november. Links een gevoelig ras voor bladziekten, rechts een weinig gevoelig ras voor bladziekten. Beiden werden behandeld met 0,7 l/ha Opus Team bij het bereiken van de spuitdrempel in de zomer. Voor het minder gevoelige ras (rechts) nam de ras toleran-tie het werk over van het fungicide na de zomer! Beide rassen hebben een gelijkaardige financiële opbrengst in normale omstandigheden. Er was 10% financieel opbrengstverschil tussen beide rassen op de foto.

FUNGI MEMO 2016 Barbara Manderyck en André Wauters, KBIVB

AnnelauraKwsBTS110

XavieraKwsGondolaKws

CarmaGeorgettaKws

BarentsClairamaxTisserinAmarokBTS520BTS750Canorix

TimotheaKwsElisabetaKws

PaxyLisannaKwsBTS8645N

SympaticaKwsBTS990

HelvetiaKwsLeonellaKws

BambouPuramaxLumiere

EucalyptusBaribal

LoriquetCazooBonsaiCallasAcaciaGauss

GaëllaKws

HendrikaKwsBTS605

IsabellaKwsZorro

IguaneCurtisOkapi

BTS180Tolemax

klassering volgens type & op gevoeligheid voor cercospora

rhizo

cton

ia                                                 ne

matod

en                                                        

rhizo

man

ie

gevoeligheid bladziekten : hoe langer de balk, hoe gevoeliger het ras voor de ziekte

cercospora

witziekte

roest

4

Wortelen, cichorei, spelt, bonen, aardappelen en vlas waren in 2014 dus een meer rendabele keuze.In de postquotum-onderhandelingen, blijft CBB ook aandringen op een billijke en rechtvaardige verdeling van de toegevoegde waarde van de sui-kerverkopen tussen planters en producenten. Uit de boekhoudkundige resultaten van de twee Belgische suikerfabrikanten, TS en Iscal Sugar, tij-dens de afgelopen twee jaar, leidt Valerie Vercammen af dat, niettegenstaande de historisch lage suikerprijzen op de Europese en wereldmarkt, onze twee suikergroepen een comfortabele winst blijven maken zelfs met het betalen van een mini-mumbietprijs van 26,29 euro. Dit is duidelijk het bewijs dat het betalen van een remuneratieve prijs wel degelijk haalbaar is voor de Belgische suikerfa-brikanten. Dus waarom zou de suikerindustrie beginnen met voor bieten een prijs te betalen die lager is dan de minimumprijs na de afschaffing van de quota? Waarom zouden planters moeten instemmen om met verlies te werken?Valerie Vercammen verwees ook nog eens naar het partnerschap dat planters en fabrikanten verbindt via de participatie van de planters in het kapitaal van de TS en Iscal Sugar sinds het begin van de jaren ‘90. In ruil voor hun financiële inspanningen hebben de planters prioriteitsakkoorden gesloten. Dankzij deze akkoor-den, zijn de participe-rende planters ervan verzekerd dat zij hun bieten kunnen blijven leveren zelfs met de afschaffing van de quota. En de fabrikan-ten zijn zeker over hun bevoorrading.Niettegenstaande tal-rijke vergaderingen zijn de voorbereidende onderhandelingen nog steeds niet afgerond. De planters willen en moeten een interpro-fessioneel akkoord bereiken tegen het einde van de zomer. De timing werd nog niet vastgelegd, besloot Valerie Vercammen, maar één ding is zeker, de planters gaan een niet-remunera-tieve prijs niet aanvaarden. CBB verdedigt de ren-dabiliteit van de bietenteelt.

Het voorstel TS: eenzijdig en on-aanvaardbaarDe visie van TS voor het postquotum werd bondig gepresenteerd door Thomas Hubbuch en Guy Paternoster, beide directeur bij TS. De Tiense wil de rendabiliteit van de fabrieken vergroten en de winst van de groep Südzucker maximaliseren op drie manieren:- via het verhogen van de suikerproductie om de

productiekosten te verminderen. TS wil de maxi-

male verwerkingscapaciteit van de fabrieken benutten (680.000 ton suiker tegen 620.000 ton vorig jaar), maar zonder de transportafstanden van veld naar fabriek te verhogen. Voor de plan-ters betekent dit een toename van het bietenare-aal, een verlenging van de campagnes naar 130 dagen en transportboetes voor planters die het verst van de fabriek gevestigd zijn.

- via het delen van de risico’s uit fluctuaties van de suikerprijzen. TS stelt voor om de winst uit de suikerverkopen te delen met de planters in geval van hoge verkoopprijzen en de risico’s te delen met de planters in geval van lage verkoopprijzen. TS wil een basisprijs vastleggen voor de bieten gelinkt aan een suikerprijs. Een identieke suiker-prijs voor alle planters van de groep Südzucker, ongeacht het land van productie (Duitsland, België, Frankrijk en Polen). Ook zou het prijssup-plement in geval van goede suikerverkopen berekend worden op basis van een gemiddelde verkoopprijs voor de volledige groep Südzucker te schatten na de verkoopcampagne, zonder vooraf een formule vast te leggen;

- via het verminderen van de bevoorradingsaf-standen voor de bieten door het invoeren van transportboetes, onder meer voor het transport van aarde.

De grote lijnen van dit voorstel werden reeds aan-vaard door de Duitse planters van Südzucker. In

Frankrijk, zijn de plan-ters van Saint-Louis-Sucre, dochteronderne-ming van TS, dit voor-stel aan het bespreken. Voor CBB zijn de huidi-ge voorstellen van TS onaanvaardbaar omdat ze niet leiden tot een rendabele bietenteelt.Voor CBB zijn de hui-dige voorstellen van TS onaanvaardbaar omdat ze niet leiden tot een rendabele bie-tenteelt.

Het voorstel van Iscal Sugar: een verlenging

van de huidige voorwaarden voor één jaarGezien de marktonzekerheden na het einde van de quota, stelt Iscal Sugar een serie voorlopige voor-waarden voor die alleen geldig zullen zijn voor 2017, de eerste campagne zonder quota. Robert Van Gaever, directeur van Iscal Sugar, lichtte dit voorstel toe, dat grotendeels de belangrijkste pun-ten van de bestaande akkoorden herneemt, zijnde:- een basisprijs voor suikerbieten van 26,29 euro

per ton;- een basisprijs voor suikerbieten gelinkt aan een

suikerprijs van 404 euro per ton;- het behoud van het verdeelprincipe van de toe-

gevoegde waarde uit de suikerverkopen (meer-

prijzen);- het behoud van het principe van leveringspre-

mies;- het behoud van de receptievoorwaarden.Het contract van 2017 zal hetzelfde tonnage voor-stellen als vandaag voor de planters die in orde zijn met de participatie Sopabe, met een basisprijs van 26,29 euro aan 16°S. Anderzijds zal er geen moge-lijkheid meer zijn van overdracht naar de vol-gende campagne of van compensatie.De onderhandelingen m e t h e t Coördinatiecomité Iscal zijn aan de gang, maar nog niet afgerond. Bepaalde aanpassingen moeten nog worden besproken zoals de voorwaarden voor de toepassing van de dynamiek, de formule voor de berekening van de meerprijzen (ver-deelsleutel, enz.).Wat stelt Iscal voor na dit eerste overgangs-jaar? Robert Van Gaever schetste een paar pistes. Iscal wil zijn bevoorra-dingskosten voor bieten verminderen, wat een vermindering van de bevoorradingsafstand inhoudt, een druk op de “kwaliteit” van de leverin-gen om “meer suiker en minder aarde per vracht-wagen” te leveren. Iscal overweegt ook om de leveringspremies te laten zakken voor de langere campagnes en de koptarrabepaling in de fabriek af te schaffen door over te schakelen naar een recep-tie van gehele bieten.CBB vindt dat een overgangsakkoord van één jaar aan de huidige voorwaarden een voorzich-tig antwoord is op de instabiliteit van de suiker-markt veroorzaakt door het einde van de quota in de EU. Voor CBB vormt, het respect voor een evenwichtige verdeling van de risi-co’s en de opportuni-teiten, een goede basis voor de onder-handelingen.

Minister Borsus ondersteunt de cohesie van de agro-industrië-le sectorZoals voor andere sec-toren (melk, varkens-vlees, rundvlees) betreurt minister Borsus de bijzonder grote impact van de suikermarktvolatiliteit voor het beheer van de bietenbedrijven. Daarom ondersteunt de minister de diverse instru-menten ingevoerd op Europees niveau zoals het behoud van het observatorium van de verkoop-prijzen, de oprichting van een expertengroep die tracht de onderhandelingsmacht tussen producen-ten en hun afnemers te versterken, evenals de invoering van instrumenten om de landbouw-markten te stabiliseren. Op Belgisch niveau heeft Minister Borsus een studie besteld bij het Prijzenobservatorium van het ministerie van Economie om de productiekosten te ramen van de landbouwbedrijven. Deze studie zou moeten toe-laten om de beslissingen op het niveau van de productieketen te objectiveren en om een correcte prijs te bekomen voor de bietenproducenten in het postquotum.Minister Borsus is bereid om een faciliterende rol te

spelen in de onderhandelingen tussen de planters en TS omdat hij voorstander is van een sterke band tussen de landbouwproducenten en de agrovoe-dingsindustrie. “De sterkte van onze agro-industri-ele sector is een troef voor ons land: het is goed voor iedereen, voor de economie en de werkgele-genheid” concludeerde hij.

Minister Collin is bereid om als bemiddelaar op te treden in de onderhan-delingen met TSJosé Renard, adjunct-kabinetschef van minis-ter René Collin, belast met landbouw in het Waalse gewest is zich terdege bewust dat het einde van de quota en van de gegarandeerde minimumprijs, de Europese suikermarkt blootstelt aan de vola-tiele prijsvorming op de wereldmarkt en het

risico voor de producenten, zelfs voor de meest performante, verhoogt.José Renard herinnerde eraan dat tijdens de her-vorming van 2005, België goed stand had gehou-den dankzij de CIBE-actie en de goede verstand-houding tussen planters en fabrikanten. Met de hervorming van 2013 is de implementatie van de nieuwe regels voor de suikersector problematisch. Hij is tevreden met de gedelegeerde akte die deze zomer zal worden goedgekeurd en die meer rechtszekerheid zal bieden aan de planters en hen zal toelaten collectief te onderhandelen met de fabrikanten.De tijd dringt, constateert José Renard, omdat de

i n t e r p r o f e s s i o n e l e akkoorden overeen-komstig het nieuwe regelementaire kader van 2013, schriftelijk moeten worden geslo-ten vóór de inzaai, het-zij vóór maart 2017. In de praktijk zouden de akkoorden moeten worden gesloten vóór de campagne om de landbouwers in de gelegenheid te stellen hun teeltplan op te maken. José Renard blijft geloven in het overlegmodel om te komen tot een even-wichtig interprofessio-neel akkoord. In geval

er geen overeenstemming kan worden bereikt, verklaart minister Collin in overleg met zijn collega van het Vlaamse Gewest, mevrouw Joke Schauvliege, zich bereid de nodige maatregelen te nemen om de belangen van beide partijen te vrij-waren.

Na de uiteenzettingen en na debatten gevoerd door de aanwezige vertegenwoordigers van de planters, vatte Mathieu Vrancken, voorzitter CBB, het belang van de onderhandelingen post-quotum samen en trok hij de volgende conclu-sie: “We blijven bereid tot onderhandelen. We vragen niet het onmogelijke, maar het respect van een bepaald evenwicht in de verdeling van de risico’s en de inkomsten tussen planters en fabrikanten.” n

22E CONGRES CBB IN DINANT4

22e congres CBB: bietplanters verzetten zich tegen inkomensverslechtering vervolg van pagina 3

José Renard“Ik geloof in de kracht van de onderhandelingen om een evenwichtig interprofessioneel akkoord te bereiken.”

Willy BorsusMinister Borsus is bereid om een faciliterende rol te spelen in de onderhandelingen tussen de planters en TS.

Mathieu Vrancken“We vragen niet het onmogelijke, maar het respect van een bepaald evenwicht in de verdeling van de risico’s en de inkomsten tussen planters en fabrikanten.”

De suikerfabrikanten lichtten hun postquotumvoorstellen toe. Van links naar rechts: Guy Paternoster en Thomas Hubbuch voor de Tiense Suikerraffinaderij en Robert Van Gaever voor Iscal Sugar

Inserts :

Legende foto zaal: « H”

Foto op 2 kol onderaan met 3 mannen

 

Bladschimmelziekten: geen twee jaren gelijk, geen twee velden gelijk In ons Belgenlandje komen vier verschillende belangrijke bladziekten voor. Deze zijn wit-ziekte, roest, Cercospora en Ramularia. De laatste twee kunnen de hoogste opbrengstver-liezen veroorzaken. Hou er steeds rekening mee dat er voor wat betreft het moment van het verschijnen van bladschimmelziekten grote verschillen kunnen zijn tussen de jaren maar ook tussen percelen onderling. Dit is ook waar voor het soort bladschimmelziekte die voorkomt. Er zijn een hele resem factoren die het verschijnen van de bladschimmelziekten en de ernst en snelheid waarmee ze evolueren in een veld kunnen beïnvloeden. De factoren die meespelen zijn: de weersomstandigheden, de rasgevoeligheid, de lengte van de rotatie, een te hoge stikstofgift en hierdoor een te sterke bladontwikkeling, een eventueel microklimaat op de locatie van het perceel en de eventuele nabijheid van perce-len met veel schimmelsporen van Cercospora. Dit kan zijn door eventuele haarden van Cercospora aantasting in naburige percelen. Een andere mogelijkheid is de aanwezigheid van een aangrenzend perceel waar niet-kerend vorig jaar bieten werden geteeld en nu een andere teelt is ingezaaid (eventueel direct-zaai). Dit is vooral het geval als de winter zeer zacht is geweest en er een ernstige Cercospora aantasting geweest is op het perceel in het voorgaande jaar. De aanwezige schimmelsporen op het grondoppervlak zijn dan nog “kiemkrachtig” en kunnen zich verspreiden naar naburige percelen.

Maak een inschatting van het risico op uw percelen We overlopen even hoe u het risico op een vroege verschijning, van de ene of de andere ziekte, en een eventueel snelle evolutie van de bladschimmelziekten op u percelen kan inschatten. Weersomstandigheden Helaas kenden we reeds een abominabel nat voorjaar. Indien deze toestand verder blijft duren in de zomer dan moet dit een verhoogde waakzaamheid betekenen. Een hoge relatieve vochtig-heid speelt mee in de ontwikkeling van bladziekten. Het is vooral de relatieve vochtigheid in het gewas die een rol speelt. Vandaar dat bieten waar (te) veel blad op staat eventueel gevoeliger zijn aan een vroegere verschijning van bladschimmels. Regen (overvloedige) kan ook de ontwik-keling van een bladziekte afremmen, zo kan de schimmelpluis van witziekte letterlijk van de bla-deren “gewassen” worden. Regen kan echter ook de verspreiding van schimmelsporen bevorde-ren, dit is zeker het geval voor Cercospora. Schimmelsporen van alle ziekten verplaatsen zich ook met de wind, witziekte verplaatst zich zelfs over grote afstanden via luchtstromen. Temperatuur speelt ook een belangrijke rol. Bij hoge temperaturen zal men eerder Cercospora (optimum 25-30°C) verwachten, bij eerder koele zomertemperaturen is de kans groter dat Ramularia (optimum 17°C) zich ontwikkeld. Witziekte houdt dan weer van de afwisseling van warme en droge dagen en koele en vochtige nachten. Roest ontwikkeld gemakkelijker in lange vochtige perioden bij frissere temperaturen (optimum 15-22°C). Om deze redenen kunnen lokale micro-klimaten ook een sterke invloed hebben op het verschijnen van bladschim-melziekten en hun evolutie. In elk geval dienen we het weer in rekening te brengen om het risico in te schatten. De rasgevoeligheid : een minder gevoelig ras biedt meer flexibiliteit en zekerheid bij late rooi! Het ras dat u gekozen hebt speelt een rol wat betreft de aanwezigheid van de éérste symptomen van de bladziekten. Het speelt een belangrijke rol in de mate en de snelheid waarmee een ziekte zich kan ontwikkelen. Een minder gevoelig ras kan later de eerste symptomen vertonen en de ziekte zal zeker minder snel evolueren in het gewas. Dit kan een zeer groot voordeel zijn om het gewas gezond te houden in het najaar. Dit vooral voor het beperken van de scha-de door een late ontwikkeling van Cercospora en Ramularia in september-oktober, in de periode nadat de werking van het fungicide is afgelopen. Bij een minder gevoelig ras, bestaat de kans dat de fungicidebehandeling later in de zomer moet uitgevoerd worden omdat pas dan de schadedrempel bereikt wordt. Rekening houdende met een werkingsduur van ongeveer 4 weken voor de fungiciden kan het dan volstaan één fungicidebe-handeling uit te voeren. In een jaar met een lage ziektedruk en afhankelijk van de soort aanwezige bladschimmelziekte(n) bestaat de kans dat het zelfs niet rendabel is (en dus niet noodzakelijk) om een fungicidebehandeling uit te voeren op een weinig gevoelig ras. Omdat rasverschillen wat betreft bladschimmelgevoeligheid in grafiek niet visueel weergeven wat men kan zien in een veld is hierna een foto toegevoegd van twee rassen met een zeer ver-schillend gevoeligheidsniveau. Dit in een jaar met een hoge ziektedruk. Beide rassen ontvingen een fungicidebehandeling bij het bereiken van de schadedrempel, de foto werd genomen begin november.

In de figuur hieronder kan u voor de rassen die u uitzaaide nakijken wat de gevoeligheid voor de bladschimmelziekten is. Dit om u te helpen bij het inschatten van het risico van vroege verschij-ning van bladschimmelziekten en/of de snelle evolutie ervan op uw percelen.

Foto gemaakt in 2014, een jaar met een hoge bladschimmelziektedruk met sterke ontwikkeling in september. De foto werd genomen op 4 november. Links een gevoelig ras voor bladziekten, rechts een weinig gevoelig ras voor bladziekten. Beiden werden behandeld met 0,7 l/ha Opus Team bij het bereiken van de spuitdrempel in de zomer. Voor het minder gevoelige ras (rechts) nam de ras toleran-tie het werk over van het fungicide na de zomer! Beide rassen hebben een gelijkaardige financiële opbrengst in normale omstandigheden. Er was 10% financieel opbrengstverschil tussen beide rassen op de foto.

FUNGI MEMO 2016 Barbara Manderyck en André Wauters, KBIVB

AnnelauraKwsBTS110

XavieraKwsGondolaKws

CarmaGeorgettaKws

BarentsClairamaxTisserinAmarokBTS520BTS750Canorix

TimotheaKwsElisabetaKws

PaxyLisannaKwsBTS8645N

SympaticaKwsBTS990

HelvetiaKwsLeonellaKws

BambouPuramaxLumiere

EucalyptusBaribal

LoriquetCazooBonsaiCallasAcaciaGauss

GaëllaKws

HendrikaKwsBTS605

IsabellaKwsZorro

IguaneCurtisOkapi

BTS180Tolemax

klassering volgens type & op gevoeligheid voor cercospora

rhizo

cton

ia                                                 ne

matod

en                                                        

rhizo

man

ie

gevoeligheid bladziekten : hoe langer de balk, hoe gevoeliger het ras voor de ziekte

cercospora

witziekte

roest

KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW

PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING BIET CICHOREI, IN HET KADER VAN DE PRAKTIJKCENTRARubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.

Molenstraat 45, B-3300 Tienen - [email protected] - www.irbab-kbivb.be

De suikerbiet en haar teelttechniek

5

Voor een bietenteler is de bedekking van de bodem gedurende de winter met een groenbedekker niet nieuw. In dit artikel overlopen we een aantal kenmerken die belangrijk zijn om een juiste groenbedekkerkeuze te kunnen maken. Er bestaat niet één ideale groendekker. Een groenbedek-ker moet aangepast zijn aan het perceel (bodem, geschiedenis…), de situatie (waterwingebieden, hellingen…), het beschikbaar materiaal (zaai, vernietiging) en de bedrijfsvoering (type bodembe-werking, rotatie, groenvoederwinning voor dieren…). De verbetering van de bodemvruchtbaarheid moet gebeuren door optimalisatie van een goede wisselwerking van de drie bodemeigenschappen: fysische-, chemische- en biologische eigen-schappen. Deze optimalisatie heeft als doel om een maximale productie te bekomen tegen een lage kostprijs (minder inputs). Groenbedekkers hebben een belangrijke plaats in een goede wer-king van de bodem omwille van verschillende kenmerken. De tabel hieronder geeft enkele voor-delen en aandachtspunten van groenbedekkers.

Verplichtingen opgelegd door wetgeving In het MAP en in de erosiewetgeving zijn er verplichtingen opgenomen inzake groenbedekkers. Maar het is voornamelijk het GLB dat de belangrijkste verplichtingen oplegt inzake groenbedek-kerkeuze. Tenminste als je kiest om de mogelijkheid groenbedekker te kiezen om je areaal EAG in te vullen. In dat geval moet je onderstaande punten zeker onthouden:

• Het mengsel moet volledig samengesteld zijn als volgt: minstens 2 gewassen, te kiezen uit de lijst van de Vlaamse Overheid en die moeten aanwezig zijn voor minstens 50% vd minimale zaaidichtheid per ha

• U moet gecertificeerd zaaizaad gebruiken of, als er geen gecertificeerd zaaizaad bestaat, han-delszaaizaad.

• Wanneer u gras onder het hoofdgewas inzaait, dan zal dit enkel als groenbedekker voor eco-logisch aandachtsgebied meetellen wanneer het gras niet vernield wordt bij de oogstwerk-zaamheden, of m.a.w. er moet een voldoende dichte grasmat aanwezig blijven tijdens de aanhoudingsperiode.

• Het is toegelaten om de groenbedekker te oogsten, maaien of begrazen, dit enkel na afloop van de aanhoudingsperiode.

• U mag geen gewasbeschermingsmiddelen toepassen. Er geldt enkel een uitzondering voor grassen: een behandeling is toegestaan vóór het inwerken van de groenbedekker voor zover dit gebeurt na de minimale aanhoudingsperiode.

• Om als ecologisch aandachtsgebied te kunnen meetellen mag het perceel met de groenbe-dekker geen gras als hoofdteelt hebben.

• Naar gelang de landbouwstreek gelden verschillende uiterste inzaaidata en minimale aan-houdingsperiodes: ◊ Polders en Duinen: inzaaien vóór 1/9 en minstens aanhouden tot 15/10. ◊ Leemstreek: inzaaien vóór 1/10 en minstens aanhouden tot 1/12.

◊ Zandleemstreek en andere: inzaaien vóór 1/10 en minstens aanhouden tot 1/02. • U moet het betrokken perceel minstens van 21/4 tot en met 31/12 in eigen gebruik hebben. • Indien verschillende wetgevingen andere maatregelen opleggen, zorg dan dat je de meest

strenge maatregel uitvoert. Meer informatie over deze wetgevingen vind je op: • https://www.vlm.be/nl/themas/Mestbank/Paginas/default.aspx (MAP 5) • http://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/perceelsgebonden/vergroeningspremie/ecologisch-

aandachtsgebied (Vergroening) • http://lv.vlaanderen.be/nl/bedrijfsvoering/verzamelaanvraag-randvoorwaarden/

randvoorwaarden (erosiewetgeving) De wetgeving in Vlaanderen en Wallonië is niet identiek. Meer informatie over het Waals Gewest: • http://www.nitrawal.be/agriculteurs/legislations/pgda (PGDA) • http://www.nitrawal.be/agriculteurs/couvert/cipan-sie (EAG)

Landbouwkundige aspecten: ⇒ Welke teelten in de rotatie? Rotaties met waardplanten voor aaltjes In België zijn de meest voorkomende aaltjes met een negatieve invloed op de biet: bietencyste-aaltje (Heterodera schachtii) en stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci). De groenbedekkerkeuze heeft een belangrijke invloed op de vermeerdering (en dus ook op eventuele schade) van deze aaltjes. Alle koolsoorten, spinazie en koolzaad zijn voorbeelden van waardplanten van het bietencyste-aaltje. In aanwezigheid van bijvoorbeeld koolzaad zullen bietencysteaaltjes aangetrokken wor-den en zullen ze zich vermeerderen. Dit gebeurt niet enkel wanneer koolzaad als hoofdteelt ge-teeld wordt. Ook koolzaadopslag in de groenbedekker of wanneer koolzaad gekozen wordt als groenbedekker zijn aantrekkelijk voor de aaltjes. Het is belangrijk om koolzaadopslag te vernieti-gen uiterlijk 3 weken na de opkomst (en dit blijven herhalen). Zo stopt de cyclus van de nematode voordat er cysten gevormd worden (stadium om te overleven in de bodem). Vermijd koolzaadop-slag door verlies tijdens de oogst te beperken en leg eerst een vals zaaibed aan voor de uitzaai van de groenbedekker.

Om de vermeerdering van het bietencyste-aaltje te vermijden, kies dan in geval van een kruisbloemige groenbedekker zeker een resistente variëteit. Je vind een lijst van alle resistente variëteiten gele mos-terd en bladrammenas op onze website (http://www.irbab-kbivb.be/bieten/bodem/groenbedekkers/). Let bij je keuze ook op het bloeitijdstip van de gele mos-terd. Van zodra een gele mosterd in bloei komt, vermindert de wortelontwikkeling van de plant. Op dat moment wordt de plant ook minder aantrekkelijk voor het bietencysteaaltje en zal de reducerende werking verminderen. Daarnaast veran-dert de stengelsamenstelling ook op dat

moment. De stengels ‘lignificeren’ of ‘verhouten’. De stengels worden houterig en zijn moeilijker te vernietigen. Ook de dynamiek van stikstofvrijstelling verandert op dat moment. Bij aanwezigheid van het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci), moet gele mosterd absoluut verme-den worden. Er bestaat geen gele mosterd variëteit die resistent is voor het stengelaaltje. Rotaties met waardplanten voor rhizoctonia bruinwortelrot (rotatie met maïs, aardappel, biet, raaigras) Indien u percelen heeft met rhizoctonia bruinwortelrot kan u, naast het gebruik van dubbelresis-tente (rhizomanie/rhizoctonia) bietenvariëteiten, de druk van de ziekte verminderen door een correcte groenbedekker. Kruisbloemige groenbedekkers rijk aan glucinolaten (gele mosterd, blad-rammenas) kunnen een sanitaire werking hebben (effect van biofumingatie door vernietiging en dadelijk inwerken). Groenbedekkers met klaver, rogge, of haver zijn goed voor de ontwikkeling van een antagonistische flora tegen rhizoctonia bruinwortelrot. Ze hebben ook een gunstige in-vloed op de bodemstructuur en dus ook op de afvoer van water. Gebruik in geen geval raaigras omdat dit een waardplant is van de schimmel. Zorg voor de zaai van de groenbedekker voor een goede menging van eventuele plantenresten om een snelle afbraak te verzekeren. Wetende dat rhizoctonia bruinwortelrot overleeft en zich vermeerdert in vochtige bodems met een minder goede structuur en een lage pH, moet je bodembewerking (onderploegen van groenbedekkers of voorteelt) een slechte bodemstructuur vermijden. Enkele andere aandachtspunten:

◊ Gevoeligheid van bepaalde groenbedekkersoorten voor residu's van bepaalde herbiciden (vooral voor sulfonylureumverbindingen, vaak gebruikt in granen).

◊ De capaciteit van de soort om stikstof op te nemen na bijvoorbeeld een teelt als erwten of bonen.

⇒ Welke planten kiezen: enkelvoudig of mengelingen ? Kant en klare mengsels van groenbedekkers, geschikt om te gebruiken in ecologisch aandachts-gebied of niet, zijn beschikbaar op de markt. Los van een eventuele verplichting, heeft een meng-sel het voordeel dat je planten van verschillende families kan kiezen, met elk een ander type wor-telontwikkeling. Je kan dus kiezen voor een diep wortelende soort in combinatie met een opper-vlakkig wortelende soort om alle zones van de bodem goed te verkennen. Let wel goed op de verschillende eigenschappen. Deze kunnen erg verschillen maar zijn belangrijk om een goed evenwicht te bekomen (sommige soorten kunnen dominanter zijn dan andere)

Groenbedekkers: welke kiezen? Ronald Euben en Françoise Vancutsem, KBIVB

Voordelen Aandachtspunten

• Strijd tegen erosie, verslemping en uitspoeling • Verbetering van de bodemstructuur • Vermindering onkruiddruk door bedekt houden van

de bodem • Vermindering van uitspoeling van stikstof

(vanggewas) • Impact op plagen (vermindering van nematoden)

en ziekten • Effect op de opbrengst • Verhogen van koolstofgehalte • Verbetering van biologische activiteit in de bodem • Mogelijkheid om te gebruiken als groenvoeder • Diversificatie van de rotatie • Biodiversiteit • Aanmaken van stikstof (vlinderbloemigen)

• Kost van het zaad + inzaaien • Waardplant voor bepaalde bodem-

ziekten en -plagen • Toename van bepaalde plagen

(slakken, muizen, emelten…) • Impact op de waterreserve indien

late vernietiging • Wetgevingen naleven

Foto 1: Mengsel Japanse haver en paardenboon

Foto 2: Zijwortels sterk aangetast door bie-tencysteaaltje (witte puntjes)

Invloed van rotatie en teelt technische keuzes Wat betreft de aantasting door Cercospora, ramularia en roest is er zeker een invloed van de rota-tielengte op het voorkomen van deze ziektes. Voor witziekte is dit in mindere mate het geval. Een rotatie van 1 op 3 jaar is het absolute minimum om de risico’s binnen de perken te houden, een langere rotatie is steeds beter. Zowel voor Cercospora, als voor Ramularia is er een hoger risico op ernstige aantasting en een snelle uitbreiding indien er zich op buurtpercelen haarden van deze ziekten bevinden. Zoals beschreven in de inleiding brengt een buurtperceel waar in het voorgaande jaar bieten niet-kerend werden geteeld en waar er een sterke aantasting van Cercospora was ook meer risico met zich mee voor uw perceel dit jaar. Dit omdat de schimmelsporen van Cercospora minstens drie jaar nodig hebben om af te sterven. Indien ze dus in dit naburig perceel aan de oppervlakte blij-ven, dan kunnen ze een besmettingsbron vormen voor uw perceel.

Maak gebruik van de waarschuwingsdienst van het KBIVB Volg onze berichten en consulteer onze website. Op de website is vanaf begin juli een kaart te zien waar alle waarnemingsvelden op weergegeven zijn (60-tal velden verspreid over de bieten-streek). Zo kan u zien of in u buurt reeds symptomen zijn waargenomen. Maar eveneens kan u via de berichten, u toegestuurd via mail, lezen wat de evolutie in de waarnemingsvelden is . Deze diensten dienen om u te alerteren. Ze vervangen zeker niet de waarnemingen die u zelf dient uit te voeren op uw eigen percelen. Want zoals aangegeven geen twee velden zijn gelijk.

Ga waarnemen op uw eigen percelen, herken de verschillende ziektes Het is belangrijk dat u de verschillende bladziekten kan herkennen. Op onze website kan u een presentatie vinden met daarin meer informatie rond het herkennen van de bladziekten, ook het herkennen van niet-schadelijke bladziekten of bladziekten waar een fungicidebehandeling geen nut heeft is belangrijk. U kan de presentatie vinden op: http://www.irbab-kbivb.be/bieten/plantenbescherming/bladziekten. Hieronder is een kort overzichtje weergegeven.

Witziekte (foto links) Vroeg stadium: kleine stervormige, witte, vlekken zicht-baar door het blad onder een bepaalde lichtinvalshoek te plaatsen. Kan bij vroeg verschijnen een opbrengst ver-mindering van 5 à 10% geven. Weinig invloed op het suikergehalte en de extraheerbaarheid. Roest Vroeg stadium: rood-oranje-bruine oneffenheden, die roodoranje poeder met sporen kan bevatten, vaak omge-ven door gele ring. Bij zware aantasting is een verlies van 5 à 10% mogelijk. Weinig effect op het suikergehalte en de extraheerbaarheid.

...Cercospora Vroeg stadium: kleine ronde grijsachtige vlekken met een don-

kere bruin-rode rand. In het midden (met de loep) zwarte punt-

jes zichtbaar (sporendragers) met daarop soms witte sporen. Bij

vroeg verschijnen, mogelijke suikeropbrengst vermindering van

5 à 10%, bij zeer zware aantasting tot 20%. Belangrijke invloed

op het suikergehalte en de extraheerbaarheid.

Ramularia Vroeg stadium: kleine lichtbruine vaak onregelmatige vlekken, met een onregelmatige licht tot donkerbruine rand en met in het midden (loep) witte puntjes die de sporendragers zijn. Mogelijke opbrengstvermindering zeer gelijkaardig aan Cercospora indien de ziekte zich ontwikkeld.

Niet-schadelijke en/of niet te be-handelen ziek-tes

Behandel bij het bereiken van de schadedrempel Een vaak gehoord misverstand is dat er bij het gebruik van de schadedrempels dient gewacht te worden om te behandelen tot de ziekte duidelijk aanwezig is in het gewas. Dit is zeker niet het geval. Bijvoorbeeld op het moment dat men 5 op 100 bladeren in het perceel heeft die één vlekje Cercospora of Ramularia vertonen moet men behandelen. Op dat moment ziet het gewas er nog helemaal niet ziek uit als men geen zeer gedetailleerde waarnemingen doet. Waarom is het belangrijk om wel te wachten tot deze eerste symptomen zichtbaar zijn? Indien men voor het verschijnen van de symptomen behandeld dan werkt men de resistentievorming van schimmels ten aanzien van onze fungiciden in de hand. Het is ook zo dat een “te vroeg” uitgevoerde behandeling nutteloos kan zijn. Dit omdat het dan mogelijk is dat de ziektes pas in het gewas komen op het moment dat het eerder toegepaste fungicide uitgewerkt is. Een twee-de behandeling is dan noodzakelijk en deze had vermeden kunnen worden. Indien men te laat gaat observeren of wacht tot er meer symptomen zijn dan zal er een economisch verlies optreden. Hou er rekening mee dat zeker voor Cercospora en in mindere mate voor Ramularia onze fungicidebehandelingen weinig curatieve werking hebben. Men gaat bij behandeling vooral de verdere ontwikkeling stoppen. Voor witziekte en roest is er wel een curatieve werking van de fungiciden.

Voor de gedetailleerde waarneming in het veld kan men best 100 bladeren nemen verspreid over het veld. Je neemt best bladeren van de middelste kroon van de bieten. Eénmaal de schade-drempel bereikt moet het fungicide toegepast worden. Hou er rekening mee dat je dan +/- 4 weken later opnieuw moet gaan waarnemen om te zien of de ziekten zich opnieuw ont-wikkelen. Indien de schadedrempel opnieuw overschreden is op de (nu nieuwere) bladeren van de middelste kroon dan kan een tweede behandeling noodzakelijk zijn. Hou er rekening mee dat de schadedrempel verhoogt na 20 augustus omdat de rendabiliteit van een fungicidebehandeling daalt naar mate we het einde van de zomer naderen.

Hoe moet men behandelen: keuze van product, dosis Kies een goed product Voor een geslaagde fungicidebehandeling moet men een product kiezen dat werkt tegen de bladschimmelziekten aanwezig in het perceel. In België komen naarmate de tijd na het bereiken van de schadedrempel verstrijkt vaak meerdere bladschimmelziekten voor op éénzelfde perceel. Vaak is dat al het geval bij het bereiken van de schadedrempel. Daarom adviseren wij om een fungicide te kiezen dat een werking heeft tegen de vier bladschimmelziekten. In de tabel onder-aan kan u zien welke fungiciden dat zijn en wat hun sterke punten zijn. Op de website kan u meer gedetailleerde informatie vinden over het gebruik van de verschillende fungiciden via http://www.irbab-kbivb.be/bieten/plantenbescherming/gewasbeschermingsmiddelen. Pas het toe aan de volle dosis en alterneer producten indien een herhalingsbehandeling noodzakelijk is Het is belangrijk om de fungiciden toe te passen aan de erkende dosis. Indien de schadedrempel een tweede keer overschreden wordt dan moet men kiezen voor een product met een andere werkingswijze dan het eerst toegepaste product. Zowel het respecteren van de dosis als het alter-neren van producten in geval van meerdere toepassingen zijn zéér belangrijk om de resistentie-vorming van schimmels ten aanzien van onze fungiciden tegen te gaan. Hou rekening met de wachttijd: respecteer de veiligheidstermijn Hou bij de keuze van fungicide ook rekening met de veiligheidstermijn. Deze is voor elk product verschillend. Deze veiligheidstermijn moet gerespecteerd worden en de keuze van product kan dus ook afhangen van de voorziene rooidatum. Voer de behandeling uit in goede omstandigheden De toepassing moet in goede omstandigheden gebeuren. Behandel daarom niet op warme mo-menten van de dag of op verwelkte bieten, gebruik minstens 150 l/ha water om de behandeling uit te voeren. Ook behandelen op nat bietenblad is afgeraden. Een behandeling na 10 september is nooit rendabel Een nieuw fungicide erkend in de bietenteelt: Agora Dit nieuwe fungicide (Bayer) bevat 160 g/l cyproconazool en 375 g/l trifloxystrobine. Het is er-kend tegen de vier bladziekten in de bietenteelt. De erkende dosis is 0,35 l/ha. Het product mag 1 maal per 12 maanden worden toegepast. De veiligheidstermijn voor het product is 21 dagen en dus vrij kort, iets wat interessant kan zijn. Het bevat een combinatie van fungiciden uit de familie van de triazolen en de strobilurines. Hierdoor worden twee werkingswijzen gecom-bineerd. De strobilurines kunnen een zekere “groenverkleuring” veroorzaken. Dit is ook het geval voor een product als Retengo Plus dat epoxyconazool en pyraclostrobine bevat. In de grote meer-derheid van de gevallen zal deze groenverkleuring echter niet leiden tot een meeropbrengst zoals soms geclaimd wordt. Indien men voor een fungicide kiest dan moet men het kiezen om zijn goe-de werking niet om eventuele neveneffecten. Het nieuwe fungicide Agora werd gedurende twee jaar getest in proeven van het KBIVB. Het behaalde zeer goede resultaten wat betreft de ziektebe-strijding en dit voor alle bladziekten die bij ons voorkomen. U kan in de onderstaande tabel zien hoe het zich qua werkzaamheid verhoudt tot de andere erkende fungiciden.

Schadedrempel Vóór 20 augustus Na 20 augustus

Cercospora, Ramu-laria

5 op 100 bladeren met één vlekje 20 op 100 bladeren met één vlekje

Witziekte, roest 15 op 100 bladeren met één vlekje 30 op 100 bladeren met één vlekje

Figuur 2. Cartografische illustratie van de evolutie van de bladziekten in de waarnemingsvelden. Legende van de iconen : zie www.irbab-kbivb.be > via “snel naar”: Cartografie waarnemingsvelden - naar: juli-augustus: gezondheidsproblemen gesignaleerd in het gewas.

Bron IRS

 

Veiligheids-termijn

Spyrale 21 d

Opus Team 28 d

Armure 21 d

Retengo Plus 28 d

Agora 21 d

Deze beoordeling van werkzaamheid gebeurde op basis van meerdere proefjaren (Agora 2 proefjaren)

Witziekte Roest Ramularia Cercospora

6

Voor een bietenteler is de bedekking van de bodem gedurende de winter met een groenbedekker niet nieuw. In dit artikel overlopen we een aantal kenmerken die belangrijk zijn om een juiste groenbedekkerkeuze te kunnen maken. Er bestaat niet één ideale groendekker. Een groenbedek-ker moet aangepast zijn aan het perceel (bodem, geschiedenis…), de situatie (waterwingebieden, hellingen…), het beschikbaar materiaal (zaai, vernietiging) en de bedrijfsvoering (type bodembe-werking, rotatie, groenvoederwinning voor dieren…). De verbetering van de bodemvruchtbaarheid moet gebeuren door optimalisatie van een goede wisselwerking van de drie bodemeigenschappen: fysische-, chemische- en biologische eigen-schappen. Deze optimalisatie heeft als doel om een maximale productie te bekomen tegen een lage kostprijs (minder inputs). Groenbedekkers hebben een belangrijke plaats in een goede wer-king van de bodem omwille van verschillende kenmerken. De tabel hieronder geeft enkele voor-delen en aandachtspunten van groenbedekkers.

Verplichtingen opgelegd door wetgeving In het MAP en in de erosiewetgeving zijn er verplichtingen opgenomen inzake groenbedekkers. Maar het is voornamelijk het GLB dat de belangrijkste verplichtingen oplegt inzake groenbedek-kerkeuze. Tenminste als je kiest om de mogelijkheid groenbedekker te kiezen om je areaal EAG in te vullen. In dat geval moet je onderstaande punten zeker onthouden:

• Het mengsel moet volledig samengesteld zijn als volgt: minstens 2 gewassen, te kiezen uit de lijst van de Vlaamse Overheid en die moeten aanwezig zijn voor minstens 50% vd minimale zaaidichtheid per ha

• U moet gecertificeerd zaaizaad gebruiken of, als er geen gecertificeerd zaaizaad bestaat, han-delszaaizaad.

• Wanneer u gras onder het hoofdgewas inzaait, dan zal dit enkel als groenbedekker voor eco-logisch aandachtsgebied meetellen wanneer het gras niet vernield wordt bij de oogstwerk-zaamheden, of m.a.w. er moet een voldoende dichte grasmat aanwezig blijven tijdens de aanhoudingsperiode.

• Het is toegelaten om de groenbedekker te oogsten, maaien of begrazen, dit enkel na afloop van de aanhoudingsperiode.

• U mag geen gewasbeschermingsmiddelen toepassen. Er geldt enkel een uitzondering voor grassen: een behandeling is toegestaan vóór het inwerken van de groenbedekker voor zover dit gebeurt na de minimale aanhoudingsperiode.

• Om als ecologisch aandachtsgebied te kunnen meetellen mag het perceel met de groenbe-dekker geen gras als hoofdteelt hebben.

• Naar gelang de landbouwstreek gelden verschillende uiterste inzaaidata en minimale aan-houdingsperiodes: ◊ Polders en Duinen: inzaaien vóór 1/9 en minstens aanhouden tot 15/10. ◊ Leemstreek: inzaaien vóór 1/10 en minstens aanhouden tot 1/12.

◊ Zandleemstreek en andere: inzaaien vóór 1/10 en minstens aanhouden tot 1/02. • U moet het betrokken perceel minstens van 21/4 tot en met 31/12 in eigen gebruik hebben. • Indien verschillende wetgevingen andere maatregelen opleggen, zorg dan dat je de meest

strenge maatregel uitvoert. Meer informatie over deze wetgevingen vind je op: • https://www.vlm.be/nl/themas/Mestbank/Paginas/default.aspx (MAP 5) • http://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/perceelsgebonden/vergroeningspremie/ecologisch-

aandachtsgebied (Vergroening) • http://lv.vlaanderen.be/nl/bedrijfsvoering/verzamelaanvraag-randvoorwaarden/

randvoorwaarden (erosiewetgeving) De wetgeving in Vlaanderen en Wallonië is niet identiek. Meer informatie over het Waals Gewest: • http://www.nitrawal.be/agriculteurs/legislations/pgda (PGDA) • http://www.nitrawal.be/agriculteurs/couvert/cipan-sie (EAG)

Landbouwkundige aspecten: ⇒ Welke teelten in de rotatie? Rotaties met waardplanten voor aaltjes In België zijn de meest voorkomende aaltjes met een negatieve invloed op de biet: bietencyste-aaltje (Heterodera schachtii) en stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci). De groenbedekkerkeuze heeft een belangrijke invloed op de vermeerdering (en dus ook op eventuele schade) van deze aaltjes. Alle koolsoorten, spinazie en koolzaad zijn voorbeelden van waardplanten van het bietencyste-aaltje. In aanwezigheid van bijvoorbeeld koolzaad zullen bietencysteaaltjes aangetrokken wor-den en zullen ze zich vermeerderen. Dit gebeurt niet enkel wanneer koolzaad als hoofdteelt ge-teeld wordt. Ook koolzaadopslag in de groenbedekker of wanneer koolzaad gekozen wordt als groenbedekker zijn aantrekkelijk voor de aaltjes. Het is belangrijk om koolzaadopslag te vernieti-gen uiterlijk 3 weken na de opkomst (en dit blijven herhalen). Zo stopt de cyclus van de nematode voordat er cysten gevormd worden (stadium om te overleven in de bodem). Vermijd koolzaadop-slag door verlies tijdens de oogst te beperken en leg eerst een vals zaaibed aan voor de uitzaai van de groenbedekker.

Om de vermeerdering van het bietencyste-aaltje te vermijden, kies dan in geval van een kruisbloemige groenbedekker zeker een resistente variëteit. Je vind een lijst van alle resistente variëteiten gele mos-terd en bladrammenas op onze website (http://www.irbab-kbivb.be/bieten/bodem/groenbedekkers/). Let bij je keuze ook op het bloeitijdstip van de gele mos-terd. Van zodra een gele mosterd in bloei komt, vermindert de wortelontwikkeling van de plant. Op dat moment wordt de plant ook minder aantrekkelijk voor het bietencysteaaltje en zal de reducerende werking verminderen. Daarnaast veran-dert de stengelsamenstelling ook op dat

moment. De stengels ‘lignificeren’ of ‘verhouten’. De stengels worden houterig en zijn moeilijker te vernietigen. Ook de dynamiek van stikstofvrijstelling verandert op dat moment. Bij aanwezigheid van het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci), moet gele mosterd absoluut verme-den worden. Er bestaat geen gele mosterd variëteit die resistent is voor het stengelaaltje. Rotaties met waardplanten voor rhizoctonia bruinwortelrot (rotatie met maïs, aardappel, biet, raaigras) Indien u percelen heeft met rhizoctonia bruinwortelrot kan u, naast het gebruik van dubbelresis-tente (rhizomanie/rhizoctonia) bietenvariëteiten, de druk van de ziekte verminderen door een correcte groenbedekker. Kruisbloemige groenbedekkers rijk aan glucinolaten (gele mosterd, blad-rammenas) kunnen een sanitaire werking hebben (effect van biofumingatie door vernietiging en dadelijk inwerken). Groenbedekkers met klaver, rogge, of haver zijn goed voor de ontwikkeling van een antagonistische flora tegen rhizoctonia bruinwortelrot. Ze hebben ook een gunstige in-vloed op de bodemstructuur en dus ook op de afvoer van water. Gebruik in geen geval raaigras omdat dit een waardplant is van de schimmel. Zorg voor de zaai van de groenbedekker voor een goede menging van eventuele plantenresten om een snelle afbraak te verzekeren. Wetende dat rhizoctonia bruinwortelrot overleeft en zich vermeerdert in vochtige bodems met een minder goede structuur en een lage pH, moet je bodembewerking (onderploegen van groenbedekkers of voorteelt) een slechte bodemstructuur vermijden. Enkele andere aandachtspunten:

◊ Gevoeligheid van bepaalde groenbedekkersoorten voor residu's van bepaalde herbiciden (vooral voor sulfonylureumverbindingen, vaak gebruikt in granen).

◊ De capaciteit van de soort om stikstof op te nemen na bijvoorbeeld een teelt als erwten of bonen.

⇒ Welke planten kiezen: enkelvoudig of mengelingen ? Kant en klare mengsels van groenbedekkers, geschikt om te gebruiken in ecologisch aandachts-gebied of niet, zijn beschikbaar op de markt. Los van een eventuele verplichting, heeft een meng-sel het voordeel dat je planten van verschillende families kan kiezen, met elk een ander type wor-telontwikkeling. Je kan dus kiezen voor een diep wortelende soort in combinatie met een opper-vlakkig wortelende soort om alle zones van de bodem goed te verkennen. Let wel goed op de verschillende eigenschappen. Deze kunnen erg verschillen maar zijn belangrijk om een goed evenwicht te bekomen (sommige soorten kunnen dominanter zijn dan andere)

Groenbedekkers: welke kiezen? Ronald Euben en Françoise Vancutsem, KBIVB

Voordelen Aandachtspunten

• Strijd tegen erosie, verslemping en uitspoeling • Verbetering van de bodemstructuur • Vermindering onkruiddruk door bedekt houden van

de bodem • Vermindering van uitspoeling van stikstof

(vanggewas) • Impact op plagen (vermindering van nematoden)

en ziekten • Effect op de opbrengst • Verhogen van koolstofgehalte • Verbetering van biologische activiteit in de bodem • Mogelijkheid om te gebruiken als groenvoeder • Diversificatie van de rotatie • Biodiversiteit • Aanmaken van stikstof (vlinderbloemigen)

• Kost van het zaad + inzaaien • Waardplant voor bepaalde bodem-

ziekten en -plagen • Toename van bepaalde plagen

(slakken, muizen, emelten…) • Impact op de waterreserve indien

late vernietiging • Wetgevingen naleven

Foto 1: Mengsel Japanse haver en paardenboon

Foto 2: Zijwortels sterk aangetast door bie-tencysteaaltje (witte puntjes)

Invloed van rotatie en teelt technische keuzes Wat betreft de aantasting door Cercospora, ramularia en roest is er zeker een invloed van de rota-tielengte op het voorkomen van deze ziektes. Voor witziekte is dit in mindere mate het geval. Een rotatie van 1 op 3 jaar is het absolute minimum om de risico’s binnen de perken te houden, een langere rotatie is steeds beter. Zowel voor Cercospora, als voor Ramularia is er een hoger risico op ernstige aantasting en een snelle uitbreiding indien er zich op buurtpercelen haarden van deze ziekten bevinden. Zoals beschreven in de inleiding brengt een buurtperceel waar in het voorgaande jaar bieten niet-kerend werden geteeld en waar er een sterke aantasting van Cercospora was ook meer risico met zich mee voor uw perceel dit jaar. Dit omdat de schimmelsporen van Cercospora minstens drie jaar nodig hebben om af te sterven. Indien ze dus in dit naburig perceel aan de oppervlakte blij-ven, dan kunnen ze een besmettingsbron vormen voor uw perceel.

Maak gebruik van de waarschuwingsdienst van het KBIVB Volg onze berichten en consulteer onze website. Op de website is vanaf begin juli een kaart te zien waar alle waarnemingsvelden op weergegeven zijn (60-tal velden verspreid over de bieten-streek). Zo kan u zien of in u buurt reeds symptomen zijn waargenomen. Maar eveneens kan u via de berichten, u toegestuurd via mail, lezen wat de evolutie in de waarnemingsvelden is . Deze diensten dienen om u te alerteren. Ze vervangen zeker niet de waarnemingen die u zelf dient uit te voeren op uw eigen percelen. Want zoals aangegeven geen twee velden zijn gelijk.

Ga waarnemen op uw eigen percelen, herken de verschillende ziektes Het is belangrijk dat u de verschillende bladziekten kan herkennen. Op onze website kan u een presentatie vinden met daarin meer informatie rond het herkennen van de bladziekten, ook het herkennen van niet-schadelijke bladziekten of bladziekten waar een fungicidebehandeling geen nut heeft is belangrijk. U kan de presentatie vinden op: http://www.irbab-kbivb.be/bieten/plantenbescherming/bladziekten. Hieronder is een kort overzichtje weergegeven.

Witziekte (foto links) Vroeg stadium: kleine stervormige, witte, vlekken zicht-baar door het blad onder een bepaalde lichtinvalshoek te plaatsen. Kan bij vroeg verschijnen een opbrengst ver-mindering van 5 à 10% geven. Weinig invloed op het suikergehalte en de extraheerbaarheid. Roest Vroeg stadium: rood-oranje-bruine oneffenheden, die roodoranje poeder met sporen kan bevatten, vaak omge-ven door gele ring. Bij zware aantasting is een verlies van 5 à 10% mogelijk. Weinig effect op het suikergehalte en de extraheerbaarheid.

...Cercospora Vroeg stadium: kleine ronde grijsachtige vlekken met een don-

kere bruin-rode rand. In het midden (met de loep) zwarte punt-

jes zichtbaar (sporendragers) met daarop soms witte sporen. Bij

vroeg verschijnen, mogelijke suikeropbrengst vermindering van

5 à 10%, bij zeer zware aantasting tot 20%. Belangrijke invloed

op het suikergehalte en de extraheerbaarheid.

Ramularia Vroeg stadium: kleine lichtbruine vaak onregelmatige vlekken, met een onregelmatige licht tot donkerbruine rand en met in het midden (loep) witte puntjes die de sporendragers zijn. Mogelijke opbrengstvermindering zeer gelijkaardig aan Cercospora indien de ziekte zich ontwikkeld.

Niet-schadelijke en/of niet te be-handelen ziek-tes

Behandel bij het bereiken van de schadedrempel Een vaak gehoord misverstand is dat er bij het gebruik van de schadedrempels dient gewacht te worden om te behandelen tot de ziekte duidelijk aanwezig is in het gewas. Dit is zeker niet het geval. Bijvoorbeeld op het moment dat men 5 op 100 bladeren in het perceel heeft die één vlekje Cercospora of Ramularia vertonen moet men behandelen. Op dat moment ziet het gewas er nog helemaal niet ziek uit als men geen zeer gedetailleerde waarnemingen doet. Waarom is het belangrijk om wel te wachten tot deze eerste symptomen zichtbaar zijn? Indien men voor het verschijnen van de symptomen behandeld dan werkt men de resistentievorming van schimmels ten aanzien van onze fungiciden in de hand. Het is ook zo dat een “te vroeg” uitgevoerde behandeling nutteloos kan zijn. Dit omdat het dan mogelijk is dat de ziektes pas in het gewas komen op het moment dat het eerder toegepaste fungicide uitgewerkt is. Een twee-de behandeling is dan noodzakelijk en deze had vermeden kunnen worden. Indien men te laat gaat observeren of wacht tot er meer symptomen zijn dan zal er een economisch verlies optreden. Hou er rekening mee dat zeker voor Cercospora en in mindere mate voor Ramularia onze fungicidebehandelingen weinig curatieve werking hebben. Men gaat bij behandeling vooral de verdere ontwikkeling stoppen. Voor witziekte en roest is er wel een curatieve werking van de fungiciden.

Voor de gedetailleerde waarneming in het veld kan men best 100 bladeren nemen verspreid over het veld. Je neemt best bladeren van de middelste kroon van de bieten. Eénmaal de schade-drempel bereikt moet het fungicide toegepast worden. Hou er rekening mee dat je dan +/- 4 weken later opnieuw moet gaan waarnemen om te zien of de ziekten zich opnieuw ont-wikkelen. Indien de schadedrempel opnieuw overschreden is op de (nu nieuwere) bladeren van de middelste kroon dan kan een tweede behandeling noodzakelijk zijn. Hou er rekening mee dat de schadedrempel verhoogt na 20 augustus omdat de rendabiliteit van een fungicidebehandeling daalt naar mate we het einde van de zomer naderen.

Hoe moet men behandelen: keuze van product, dosis Kies een goed product Voor een geslaagde fungicidebehandeling moet men een product kiezen dat werkt tegen de bladschimmelziekten aanwezig in het perceel. In België komen naarmate de tijd na het bereiken van de schadedrempel verstrijkt vaak meerdere bladschimmelziekten voor op éénzelfde perceel. Vaak is dat al het geval bij het bereiken van de schadedrempel. Daarom adviseren wij om een fungicide te kiezen dat een werking heeft tegen de vier bladschimmelziekten. In de tabel onder-aan kan u zien welke fungiciden dat zijn en wat hun sterke punten zijn. Op de website kan u meer gedetailleerde informatie vinden over het gebruik van de verschillende fungiciden via http://www.irbab-kbivb.be/bieten/plantenbescherming/gewasbeschermingsmiddelen. Pas het toe aan de volle dosis en alterneer producten indien een herhalingsbehandeling noodzakelijk is Het is belangrijk om de fungiciden toe te passen aan de erkende dosis. Indien de schadedrempel een tweede keer overschreden wordt dan moet men kiezen voor een product met een andere werkingswijze dan het eerst toegepaste product. Zowel het respecteren van de dosis als het alter-neren van producten in geval van meerdere toepassingen zijn zéér belangrijk om de resistentie-vorming van schimmels ten aanzien van onze fungiciden tegen te gaan. Hou rekening met de wachttijd: respecteer de veiligheidstermijn Hou bij de keuze van fungicide ook rekening met de veiligheidstermijn. Deze is voor elk product verschillend. Deze veiligheidstermijn moet gerespecteerd worden en de keuze van product kan dus ook afhangen van de voorziene rooidatum. Voer de behandeling uit in goede omstandigheden De toepassing moet in goede omstandigheden gebeuren. Behandel daarom niet op warme mo-menten van de dag of op verwelkte bieten, gebruik minstens 150 l/ha water om de behandeling uit te voeren. Ook behandelen op nat bietenblad is afgeraden. Een behandeling na 10 september is nooit rendabel Een nieuw fungicide erkend in de bietenteelt: Agora Dit nieuwe fungicide (Bayer) bevat 160 g/l cyproconazool en 375 g/l trifloxystrobine. Het is er-kend tegen de vier bladziekten in de bietenteelt. De erkende dosis is 0,35 l/ha. Het product mag 1 maal per 12 maanden worden toegepast. De veiligheidstermijn voor het product is 21 dagen en dus vrij kort, iets wat interessant kan zijn. Het bevat een combinatie van fungiciden uit de familie van de triazolen en de strobilurines. Hierdoor worden twee werkingswijzen gecom-bineerd. De strobilurines kunnen een zekere “groenverkleuring” veroorzaken. Dit is ook het geval voor een product als Retengo Plus dat epoxyconazool en pyraclostrobine bevat. In de grote meer-derheid van de gevallen zal deze groenverkleuring echter niet leiden tot een meeropbrengst zoals soms geclaimd wordt. Indien men voor een fungicide kiest dan moet men het kiezen om zijn goe-de werking niet om eventuele neveneffecten. Het nieuwe fungicide Agora werd gedurende twee jaar getest in proeven van het KBIVB. Het behaalde zeer goede resultaten wat betreft de ziektebe-strijding en dit voor alle bladziekten die bij ons voorkomen. U kan in de onderstaande tabel zien hoe het zich qua werkzaamheid verhoudt tot de andere erkende fungiciden.

Schadedrempel Vóór 20 augustus Na 20 augustus

Cercospora, Ramu-laria

5 op 100 bladeren met één vlekje 20 op 100 bladeren met één vlekje

Witziekte, roest 15 op 100 bladeren met één vlekje 30 op 100 bladeren met één vlekje

Figuur 2. Cartografische illustratie van de evolutie van de bladziekten in de waarnemingsvelden. Legende van de iconen : zie www.irbab-kbivb.be > via “snel naar”: Cartografie waarnemingsvelden - naar: juli-augustus: gezondheidsproblemen gesignaleerd in het gewas.

Bron IRS

 

Veiligheids-termijn

Spyrale 21 d

Opus Team 28 d

Armure 21 d

Retengo Plus 28 d

Agora 21 d

Deze beoordeling van werkzaamheid gebeurde op basis van meerdere proefjaren (Agora 2 proefjaren)

Witziekte Roest Ramularia Cercospora

7

* De verschillende grootte van de zaden van verschillende soorten kunnen voor problemen zor-gen bij zaai (ontmenging in de zaadbak)

⇒ Kost van de groenbedekker : De prijs van de zaden kunnen variëren van bijvoorbeeld 15€/ha voor gele mosterd tot meer dan 130€/ha voor bijvoorbeeld een mengsel haver/paardenboon. In het algemeen zijn mengsels die vlinderbloemige soorten bevatten duurder. De valorisatie van een groenbedekker als groenvoeder moet in rekening gebracht worden net zoals een eventuele stikstofaanbreng. Mengsels met een vlinderbloemige hebben lagere C/N verhoudingen. Dit wil zeggen dat ze minder koolstof bevatten ten opzichte van de hoeveelheid stikstof die ze bevatten. Ze zijn minder houterig en gaan sneller afbreken wanneer ze vernietigd worden zonder een risico op een tijdelijk stikstoftekort voor de suikerbiet. Want wat gebeurt er met een groenbedekker met een hoge C/N verhouding in de bodem? Omdat er zoveel koolstof aanwezig is, gaan de micro-organismen stikstof van de bodem gebruiken om de koolstof af te kunnen breken. Deze stikstof is niet meer ter beschikking van de suikerbiet en er kan tijdelijk een stikstoftekort ontstaan. De module « stikstofbemesting » op de website van het KBIVB houdt rekening met een potentiële levering van stikstof door de groenbedekker aan de suikerbiet . De hoeveelheid hangt af van het type groenbedekker, de ontwikkeling en de eventuele afvoer als groenvoeder.

⇒ Vereisten van de groenbedekkers ten aanzien van de zaai : Deze vereisten moeten gekoppeld worden aan de te gebruiken zaaitechniek. • Weinig veeleisend : Gele mosterd, bladrammenas… • Matig veeleisend (zaden moeten bedekt zijn) : Zonnebloem, wikke, erwt, rogge, raaigras,

haver… • Zeer veeleisend (goed contact met bodem nodig ): klaver *, sorghum, boekweit, facelia… * Klaver is erg gevoelig voor sulfonylureumverbindingen .

⇒ Zaaidatum : Facelia en vlinderbloemigen zijn weinig aangepast aan een late zaai (tweede helft augustus). Daarentegen wordt gele mosterd best niet te vroeg (juli) gezaaid om het risico op bloei en zaad-zetting te vermijden

⇒ Zaaitechniek en kost van zaai : De werkzaamheid van een groenbedekker hangt af van zijn ontwikkeling (productie van biomas-

sa) maar ook van de homogeniteit van de ontwikkeling in het perceel. Probeer de toepassing van organische meststoffen zo homogeen mogelijk uit te voeren om een golvende groenbedekker te vermijden (zie foto). Het moment dat de groenbedekkers gezaaid worden is een zeer belangrijk moment indien de bieten nadien niet-kerend gezaaid worden. Want op dat moment zijn de om-standigheden (droge bodem op 27cm werkdiepte) het beste om een kwalitatieve diepe bodem-bewerking uit te voeren. Voer deze handeling met voldoende aandacht uit want het vormt de basis van je teelt nadien. De bodem moet na de zaai van de groenbedekker niet te vast aange-drukt worden. Een aangedrukte bodem is goed voor de ontwikkeling van de groenbedekker maar deze drogen in het voorjaar minder snel op. Je kan dit bekomen door geen te zware rol te gebrui-

ken op de machine die de groenbedekker zaait.

Er zijn verschillen-

de manieren om de groenbedekker te zaaien. Van een installatie op de oogstmachine van het graan (zeer goedkoop, maar wisselvallige resultaten) tot machine op de cultivator (voor gewassen met lage tot matige vereisten voor zaaikwaliteit) of zaai met de graanzaaimachine (duur maar beste zaaikwaliteit).

⇒ Manieren van vernietiging:

⇒ Periode van vernietiging : Wetgevingen leggen een datum op tot wanneer de groenbedekker moet aangehouden worden. Indien u een late vernietiging zal uitvoeren, kies dan voor aanwezigheid van een vlinderbloemige om de C/N verhouding te verbeteren . Een vroege vernietiging : • Verlaagt het risico op een tijdelijk stikstoftekort voor de suikerbiet. De groenbedekker krijgt

de kans niet om te ‘verhouten’ (lignificeren) en zo de mineralisatie af te remmen. • Verlaagt risico op zaadzetting van gele mosterd en bladrammenas • Laat toe om een geschikt moment te kiezen om te winterploegen • Verlaagt het risico dat de bodem zou uitdrogen in het voorjaar • De bodem zal sneller opwarmen zodat je ook sneller zal kunnen starten met de zaai van de

suikerbieten Een late vernietiging : • Een langere duur van wortelontwikkeling zal de wortels toelaten om het profiel beter de

doorwortelen • Verlaagt het risico dat de vlinderbloemigen zullen mineraliseren voordat de suikerbieten

worden ingezaaid • Kan zaaibedbereiding bij moeilijke weersomstandigheden

⇒ Proeven KBIVB: Het KBIVB heeft verschillende proeven aanliggen met betrek-king tot het thema groenbe-dekkers. De proeven hebben verschillende doelstellingen: bemestende waarde van groenbedekkers, invloed op nematoden, methodes van vernietiging… Deze proeven werden aangelegd in samen-werking met verschillende partners.

Familie Kenmerken

Kruisbloemigen gele mosterd, rammenas, koolzaad, …

Makkelijke en snelle kieming, efficiënte opname van stikstof, gele mosterd en koolzaad zijn dominant in een mengsel

Grasachtigen haver, rogge, raaigras…

Koolstofopbouw in bodem => opgelet voor een tijdelijk stikstof-tekort tijdens de mineralisatie, valoriseerbaar als groenvoeder (in mengeling met een vlinderbloemige)

Vlinderbloemigen wikke, klaver, paardenboon, erwt …

Binding van stikstof uit de lucht, trage beginontwikkeling, verla-gen van C/N verhouding (vergemakkelijkt de ontbinding van de groenbedekker zonder het risico op een tijdelijk stikstoftekort bij een late vernietiging)

Mengeling van soorten*

Betere ‘verkenning’ van de bodem door de wortels, betere stand van de groenbedekker in geval van opkomstproblemen bij een van de soorten (wees aandachtig voor een correcte verhouding van iedere soort)

Chemische ver-nietiging:

Deze manier van vernietiging heeft een laag risico op structuurschade (weinig passages). Maar strengere wetgevingen verhinderden steeds vaker de toepassing

Mechanisch : Hakselen, rollen, ploegen, cultive-ren…

Enkel uitvoeren op een voldoende droge of licht bevroren bodem (structuurschade). Cultivator: weinig ontwikkelde groenbedekker, schijveneg is performanter en bruikbaar in sterk ontwikkelde groenbedekker Hakselaar: eenvoudig, traag, energieverbruik. Let op sporen en goede ver-deling van de residu's Rollen: werkzaamheid stijgt bij bevrore gewas. Alternatief bij afwezigheid van vorst = messenwals Ploegen: let op dat de residu’s niet allemaal beneden in de voor gedraaid worden. Probeer deze te verdelen over de volledige bouwvoor

Vorst : Als de groenbedekker meerdere soorten bevat, zijn ze best allemaal vorstge-voelig. Echter was de intensiteit van de vorst tijdens de winter de afgelopen jaren niet voldoende om de groenbedekkers te laten afsterven

Foto 3: Te vermijden! Onregelmatige groenbedekker door heterogene spreiding van organi-sche bemesting en/of slechte bodembewerking en/of zaaikwaliteit.

Foto 4: Zaaimachine gemonteerd op een décompactor

Foto 5: vernietiging gele mosterd met messenwals

8

* De verschillende grootte van de zaden van verschillende soorten kunnen voor problemen zor-gen bij zaai (ontmenging in de zaadbak)

⇒ Kost van de groenbedekker : De prijs van de zaden kunnen variëren van bijvoorbeeld 15€/ha voor gele mosterd tot meer dan 130€/ha voor bijvoorbeeld een mengsel haver/paardenboon. In het algemeen zijn mengsels die vlinderbloemige soorten bevatten duurder. De valorisatie van een groenbedekker als groenvoeder moet in rekening gebracht worden net zoals een eventuele stikstofaanbreng. Mengsels met een vlinderbloemige hebben lagere C/N verhoudingen. Dit wil zeggen dat ze minder koolstof bevatten ten opzichte van de hoeveelheid stikstof die ze bevatten. Ze zijn minder houterig en gaan sneller afbreken wanneer ze vernietigd worden zonder een risico op een tijdelijk stikstoftekort voor de suikerbiet. Want wat gebeurt er met een groenbedekker met een hoge C/N verhouding in de bodem? Omdat er zoveel koolstof aanwezig is, gaan de micro-organismen stikstof van de bodem gebruiken om de koolstof af te kunnen breken. Deze stikstof is niet meer ter beschikking van de suikerbiet en er kan tijdelijk een stikstoftekort ontstaan. De module « stikstofbemesting » op de website van het KBIVB houdt rekening met een potentiële levering van stikstof door de groenbedekker aan de suikerbiet . De hoeveelheid hangt af van het type groenbedekker, de ontwikkeling en de eventuele afvoer als groenvoeder.

⇒ Vereisten van de groenbedekkers ten aanzien van de zaai : Deze vereisten moeten gekoppeld worden aan de te gebruiken zaaitechniek. • Weinig veeleisend : Gele mosterd, bladrammenas… • Matig veeleisend (zaden moeten bedekt zijn) : Zonnebloem, wikke, erwt, rogge, raaigras,

haver… • Zeer veeleisend (goed contact met bodem nodig ): klaver *, sorghum, boekweit, facelia… * Klaver is erg gevoelig voor sulfonylureumverbindingen .

⇒ Zaaidatum : Facelia en vlinderbloemigen zijn weinig aangepast aan een late zaai (tweede helft augustus). Daarentegen wordt gele mosterd best niet te vroeg (juli) gezaaid om het risico op bloei en zaad-zetting te vermijden

⇒ Zaaitechniek en kost van zaai : De werkzaamheid van een groenbedekker hangt af van zijn ontwikkeling (productie van biomas-

sa) maar ook van de homogeniteit van de ontwikkeling in het perceel. Probeer de toepassing van organische meststoffen zo homogeen mogelijk uit te voeren om een golvende groenbedekker te vermijden (zie foto). Het moment dat de groenbedekkers gezaaid worden is een zeer belangrijk moment indien de bieten nadien niet-kerend gezaaid worden. Want op dat moment zijn de om-standigheden (droge bodem op 27cm werkdiepte) het beste om een kwalitatieve diepe bodem-bewerking uit te voeren. Voer deze handeling met voldoende aandacht uit want het vormt de basis van je teelt nadien. De bodem moet na de zaai van de groenbedekker niet te vast aange-drukt worden. Een aangedrukte bodem is goed voor de ontwikkeling van de groenbedekker maar deze drogen in het voorjaar minder snel op. Je kan dit bekomen door geen te zware rol te gebrui-

ken op de machine die de groenbedekker zaait.

Er zijn verschillen-

de manieren om de groenbedekker te zaaien. Van een installatie op de oogstmachine van het graan (zeer goedkoop, maar wisselvallige resultaten) tot machine op de cultivator (voor gewassen met lage tot matige vereisten voor zaaikwaliteit) of zaai met de graanzaaimachine (duur maar beste zaaikwaliteit).

⇒ Manieren van vernietiging:

⇒ Periode van vernietiging : Wetgevingen leggen een datum op tot wanneer de groenbedekker moet aangehouden worden. Indien u een late vernietiging zal uitvoeren, kies dan voor aanwezigheid van een vlinderbloemige om de C/N verhouding te verbeteren . Een vroege vernietiging : • Verlaagt het risico op een tijdelijk stikstoftekort voor de suikerbiet. De groenbedekker krijgt

de kans niet om te ‘verhouten’ (lignificeren) en zo de mineralisatie af te remmen. • Verlaagt risico op zaadzetting van gele mosterd en bladrammenas • Laat toe om een geschikt moment te kiezen om te winterploegen • Verlaagt het risico dat de bodem zou uitdrogen in het voorjaar • De bodem zal sneller opwarmen zodat je ook sneller zal kunnen starten met de zaai van de

suikerbieten Een late vernietiging : • Een langere duur van wortelontwikkeling zal de wortels toelaten om het profiel beter de

doorwortelen • Verlaagt het risico dat de vlinderbloemigen zullen mineraliseren voordat de suikerbieten

worden ingezaaid • Kan zaaibedbereiding bij moeilijke weersomstandigheden

⇒ Proeven KBIVB: Het KBIVB heeft verschillende proeven aanliggen met betrek-king tot het thema groenbe-dekkers. De proeven hebben verschillende doelstellingen: bemestende waarde van groenbedekkers, invloed op nematoden, methodes van vernietiging… Deze proeven werden aangelegd in samen-werking met verschillende partners.

Familie Kenmerken

Kruisbloemigen gele mosterd, rammenas, koolzaad, …

Makkelijke en snelle kieming, efficiënte opname van stikstof, gele mosterd en koolzaad zijn dominant in een mengsel

Grasachtigen haver, rogge, raaigras…

Koolstofopbouw in bodem => opgelet voor een tijdelijk stikstof-tekort tijdens de mineralisatie, valoriseerbaar als groenvoeder (in mengeling met een vlinderbloemige)

Vlinderbloemigen wikke, klaver, paardenboon, erwt …

Binding van stikstof uit de lucht, trage beginontwikkeling, verla-gen van C/N verhouding (vergemakkelijkt de ontbinding van de groenbedekker zonder het risico op een tijdelijk stikstoftekort bij een late vernietiging)

Mengeling van soorten*

Betere ‘verkenning’ van de bodem door de wortels, betere stand van de groenbedekker in geval van opkomstproblemen bij een van de soorten (wees aandachtig voor een correcte verhouding van iedere soort)

Chemische ver-nietiging:

Deze manier van vernietiging heeft een laag risico op structuurschade (weinig passages). Maar strengere wetgevingen verhinderden steeds vaker de toepassing

Mechanisch : Hakselen, rollen, ploegen, cultive-ren…

Enkel uitvoeren op een voldoende droge of licht bevroren bodem (structuurschade). Cultivator: weinig ontwikkelde groenbedekker, schijveneg is performanter en bruikbaar in sterk ontwikkelde groenbedekker Hakselaar: eenvoudig, traag, energieverbruik. Let op sporen en goede ver-deling van de residu's Rollen: werkzaamheid stijgt bij bevrore gewas. Alternatief bij afwezigheid van vorst = messenwals Ploegen: let op dat de residu’s niet allemaal beneden in de voor gedraaid worden. Probeer deze te verdelen over de volledige bouwvoor

Vorst : Als de groenbedekker meerdere soorten bevat, zijn ze best allemaal vorstge-voelig. Echter was de intensiteit van de vorst tijdens de winter de afgelopen jaren niet voldoende om de groenbedekkers te laten afsterven

Foto 3: Te vermijden! Onregelmatige groenbedekker door heterogene spreiding van organi-sche bemesting en/of slechte bodembewerking en/of zaaikwaliteit.

Foto 4: Zaaimachine gemonteerd op een décompactor

Foto 5: vernietiging gele mosterd met messenwals

Retengo® Plus

Relax !

• Gezond gewas,        zonder stress • Meer suiker

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

www.agro.basf.be

COCO HASPENGOUW 9Waarom het voorstel van de Tiense onaanvaardbaar is ?Het huidige voorstel van de Tiense garandeert geen rendabe-le bietenteelt. De onderhandelaars hebben tot vandaag nog geen details prijsgegeven over het voorstel omdat dit het on-derhandelingsproces zou kunnen belemmeren. Vermits de Tiense Suikerraffi naderij echter haar éénzijdige condities die niet gebaseerd zijn op een interprofessioneel akkoord reeds in de pers toelichtte, sommen we u hieronder de belangrijkste knelpunten op:

1. Een te lage basisprijs De basisprijs ligt te laag en het voorstel leidt systematisch tot verliezen voor bietplanters wanneer de suikerprijs beneden de 450 euro zou liggen. De verliezen kunnen oplopen tot 400 euro per hectare aan een suikerprijs van 400 euro en zelfs tot 800 euro per hectare bij een suikerprijs van 350 euro per ton. Bij een suikerprijs van 450 euro zijn de verliezen kleiner: vandaag wordt immers slechts een meerprijs uitbetaald aan de planters wanneer de suikerprijs 463 euro bedraagt (404 euro referentieprijs + marge fabrikant van 59 euro) op basis van een interprofessioneel afgesproken formule. Het feit dat alle grote Europese suikerfabrikanten aankondigen dat ze minimaal 20 pro-cent meer suiker zullen produceren, doet ons vermoeden dat dit zwaar zal drukken op de Europese suikerprijs, ondanks het (tijdelijke?) herstel dat nu wordt voorspeld.

2. Nabetaling einde campagne: te vaag en niet conform met de regels van de GMOPlanters vrezen dat zonder vooraf afgesproken formule, de nabetaling nooit de lagere basisprijs zal compenseren. De verdeling van de toegevoegde waarde is reeds in de prijs-tabel geïntegreerd: in het huidige voorstel van de Tiense verhoogt de bietprijs wanneer de suikerprijs stijgt. De nabetaling zal nooit voldoende zijn om het verlies per hectare te compenseren t.o.v. de huidige situatie. Bovendien moet volgens de GMO vooraf worden afgesproken hoe de toegevoegde waarden -maar ook de risico’s- onder de partijen zal worden verdeeld. Een onderhandeling na de campagne over dit punt is dus niet conform de GMO. De onrealistische pulpvergoeding van 4 euro (zie punt 4) kan, indien de pulp-prijs daalt, zelfs een negatieve impact hebben in de berekening van de nabetaling.

3. Boete grondtarra en transport grondtarra Het is onaanvaardbaar om de planters volledig te laten opdraaien voor het transport van de grond en hen te laten opdraaien vanaf de eerste kilo geleverde aarde. Ondanks inspanningen kan de planter immers nooit bieten leveren zonder aarde!

4. Principe pulp geïntegreerd in basisprijs Dit heeft tot gevolg dat Belgische bietplanters worden afgestraft op de basisprijs omdat ze (tot nu toe) een betere vergoeding hebben ontvangen voor hun pulp omdat de markt-voorwaarden in België gunstiger waren. Het is onaanvaardbaar dat de meest rendabele fabriek uit de groep Südzucker een lagere bietprijs zou uitbetalen dan sommige, verlies-latende filialen uit de groep. De pulpvergoeding wordt op 4 euro vastgesteld. Voor deze campagne besloot het Coördinatiecomité de pulpvergoeding bij de Tiense te verlagen tot 3,65 euro per ton bieten. Met een verwachte productieuitbreiding van 20 procent lijkt een pulpvergoeding van 4 euro alles behalve realistisch. De hogere pulpvergoeding trekt de Tiense af van de basisprijs. Dit verklaart waarom de basisprijs in België, bijvoorbeeld, lager ligt dan de basisprijs bij Saint-Louis-Sucre.

5. Penaliteit 1,50 euro per ton, indien het contract niet wordt vol geleverdDit zal planters aanzetten tot overproductie om geen boete te hebben van 1,50 euro. De boven de contract geleverde hoeveelheid zal aan een lagere bietprijs worden gevalori-seerd. Dit heeft bijgevolg weer een negatieve impact op het inkomen van de boer per hectare. Deze stok achter de deur zorgt ervoor dat planters worden “gedwongen” om meer te zaaien, ook al zijn de prijscondities niet goed. De planter zal dus nooit kunnen reageren op marktsignalen. Dit zal leiden tot een structurele overproductie en we komen mogelijks terecht in het doemscenario van de melksector!

6. Voorgestelde betalingsdataDe voorgestelde data kunnen leiden tot liquiditeitsproblemen bij de boeren.

7. Receptievoorwaarden: éénzijdig opgelegd zonder inter-professioneel akkoord en zonder onderhandelde receptie-voorwaardenDe Tiense stelt een copy-paste voor van het Franse systeem van bietenreceptie. Planters zijn vragende partij om over te stappen naar de ontvangst van de hele biet. Receptievoorwaarden voor de biet moeten echter steeds interprofessioneel worden onderhandeld. De receptie-richtlijnen voorzien alle gevallen van penaliteiten, hoe moet worden verbeterd bij overtreding van afgesproken normen, hoe het hele ontvangstpro-ces in elkaar zit,... De Tiense stelt éénzijdig een nieuw systeem voor zonder voorafgaand overleg. Er bestaan dus nog geen afgesproken richtlijnen voor de ontvangst van de hele biet. In geval van fouten in de receptie zal de boer hiervan het slachtoffer worden. Dit kan weer leiden tot een vermindering van zijn inkomen, des te meer omdat het Belgische receptiesysteem voordeliger was dan het Franse. n

ISCAL10

Tijdens het overleg tussen Coco Iscal en Iscal van 13 juni werd het Interprofessioneel Akkoord – campagne 2016 op punt gesteld. Op enkele wijzigingen na herneemt het akkoord zo goed als al de afspraken die van toepassing waren ge-durende de voorbije campagnes.

Iscal voorziet de campagne te starten op 20 september (eerste leveringsweek = 19/09 tot 25/09, tweede leveringsweek = 26/09 tot 02/10). De openingsuren van de fabriek voor het fabrieksver-

voer zijn voortaan 03.00 uur tot 24.00 uur (in plaats van 04.00 uur tot 23.00 uur).De kwaliteit van de geleverde bieten staat dit jaar voorop. Om die reden wijzigt het Interprofessioneel Akkoord (I.A.) de spelregels m.b.t. het gebruik van TopTex. Na een lichte bijsturing tijdens de vorige campagne (die onnodig en onnuttig afdekken moest voorko-men), wordt deze campagne een stap verder gezet door pas een afdekvergoeding van 1,1 euro/ton te vergoeden als de afdekking gebeurde na een aanbeveling van de fabrikant – aanbeveling die in overleg met de plantersafgevaardigden zal genomen worden. Vrijwillig afdekken kan nog steeds aangewezen zijn, als dit kan lei-den tot een lagere grondtarra, maar elke planter zal het nut (een lagere grondtarra(boete)) ervan voor zichzelf moeten uitmaken.Ook de verzorgde aanleg van de bietenhoop op een goed bereik-bare plaats krijgt dit jaar de nodige aandacht. De landbouwkundi-gen zullen voortaan, met fotomateriaal in de hand, de plantersverte-genwoordigers kunnen aanspreken ter evaluatie van art. 3.1. van het I.A. waarbij planters alle rechten qua planning van hun leveringen kunnen verliezen als niet voldaan is aan de goede praktijken inzake aanleg van de bietenhoop.De vaststelling van de pulpwaarde 2016 bleek (opnieuw) een moei-lijke opgave. Uiteindelijk werd deze vastgesteld op 4,25 euro/ton netto biet, wat leidt tot een perspulpprijs van € 24,47/ton à 22,5 % DS. Als de vraag het aanbod overtreft kan de waarde opgetrokken worden naar € 4,5/ton of € 25,63/ton perspulp. Dit is een daling van ± 20% t.o.v. de vorige campagne. Door de invoering van de km-

heffing stijgt de prijs van het transport met € 0,2 tot € 4,80/ton. De prijs van de droge pulp blijft ongewijzigd op 170 euro.

SchuimaardeDe afspraak m.b.t. de “medeverantwoordelijkheid afzet schuimaar-de” die van toepassing was tijdens de vorige campagnes blijft ook in 2016 van kracht. Als niet al de schuimaarde kan afgezet worden, zullen de Vlaamse planters die geen schuimaarde afnemen, de trans-portkost op zich nemen voor de schuimaarde die wel wordt afgezet in Vlaanderen. Deze tussenkomst kan oplopen tot 0,1 Euro/ton biet. De prijs voor schuimaarde is ongewijzigd gebleven op € 3,50/ton – vertrek fabriek. De richtwaarde voor schuimaarde bedraagt 10,5 % kg fosfaat/ton schuimaarde. 45 kg fosfaat/ha is goed voor ± 4,3 ton schuimaarde, 55 kg fosfaat = ± 5,2 ton schuimaarde, 75 kg fosfaat = ± 7,2 ton schuimaarde. Ook niet-planters kunnen schuimaarde afnemen. Vraag uw collega’s naar eventuele afzetmogelijkheden op hun bedrijf zodat u zelf, via hun afname, deze tussenkomst kan ontwijken. Niet-planters kunnen ook rechtstreeks met de fabrikant contact nemen.

Interprofessioneel Akkoord PostquotumHet is intussen voldoende bekend dat Iscal zo goed als volledig de receptie- en financiële voorwaarden van 2016 éénmalig wil aanhou-den voor het eerste postquotumjaar 2017. Elke planter zal de gelegenheid krijgen de hoeveelheid te contracte-ren die overeenkomt met zijn “vroeger quotum” en waarvoor parti-cipatiebijdragen Sopabe betaald werden. Het contract wordt afge-sloten, niet aan 16 % suikergehalte maar wel aan 17,5 % suikerge-halte. De prijs blijft deze van 2016, nl. 26,29 euro à 16 % of 29,84 euro à 17,5 %. Weet dat er geen productieheffing meer zal worden afge-houden van 1 euro/ton à 17,5 %! Door deze aangepaste contracten kan Iscal de witsuikerproductie licht verhogen.Begin juli heeft het volgende overleg plaats tussen Coco Iscal en Iscal. Er wordt nog gesleuteld aan de juiste formulering van wat moet verstaan worden onder “tekortproductie” of “overschotpro-ductie” en welk gevolg eraan zal moeten gegeven worden. Het is duidelijk dat een contract enerzijds moeten worden nageleefd (de

fabriek heeft uw bieten nodig), maar dat er anderzijds niet te veel wordt geleverd (overproductie kan leiden tot lagere prijzen, heeft (te) lange campagnes tot gevolg, …). Ook de eventuele verdeling van een minprijs (als de gemiddelde verkoopprijs van suiker zou dalen onder 400 euro/ton) is nog voor-werp van gesprek. Deze discussie is zeker niet uniek voor Iscal. Alom in Europa werden of worden hevige debatten gevoerd over welk deel van de prijs wie moet toekomen. Tot op heden was dit, gezien de garantie van een Europese mini-mumprijs van € 26,29/ton, nooit een gespreksonderwerp. Maar door het wegvallen van de minimumprijs wil Iscal het risico van een lagere suikerprijs mee laten dragen door de planters. Anderzijds wensen de planters, ingeval van een meerprijs, het “historisch” gere-serveerde gedeelte ten voordele van de fabrikant te verkleinen zodat sneller kan gedeeld worden in de verdeling van een meerprijs. Iscal zal de planters nog een brief schrijven waarin hen de voorwaar-den zullen worden toegelicht m.b.t. het eerste Postquotumjaar – uitzaai 2017. Maar zoals reeds voldoende aangegeven: zo goed als alles blijft bij het oude … Eens de campagne 2016 van start is gegaan zal ook het overleg star-ten voor de “nieuwe voorwaarden 2018”. We hopen dat dit overleg met dezelfde positieve inzet van beide partijen en in dezelfde goede verstandhouding zal kunnen verlopen. n

Eric Van Dijck, Secretaris Coco Iscal

ISCAL: campagne 2016 kan van start gaan

Iscal voorziet de campagne te starten op 20 september.

1. WIE ZOEKEN WIJ?Een medewerker met verantwoordelijksgevoel en vlot in de omgang (m/v), met labo-ervaring en/of bachelor in de land-bouw of in de wetenschappen, voor het opvolgen van de bietenreceptie in de fabriek van Tienen. Kennis van het Frans is een pluspunt. 2. IN DE PRAKTIJKWe bieden een voltijdse functie voor bepaalde duur in een drieploegensysteem (voormiddag/namiddag/nacht), moge-lijk verlengbaar voor de volgende campagnes.Het uurrooster wordt in overleg met de andere controleurs opgesteld. U werkt ook af en toe op zon- en feestdagen.Periode: van half september tot eind december – begin januari.

3. FUNCTIEControle van de verschillende fasen van de bietenreceptie.Controle en opvolging van het meetproces voor de suikerge-haltebepaling van de bieten, via het uitvoeren van parallelle analyses. Bepaling van het drogestofgehalte van de pulp.Samenwerken met de andere controleurs en met het fabriekspersoneel.Meer info over ons vindt u op www.suikerbiet.be en www.cbb.be . Bent u geïnteresseerd in deze functie, mail dan uw curricu-lum vitae evenals uw motivatiebrief naar Benoît Haag, secre-taris van het Coördinatiecomité van Haspengouw : [email protected] .De uiterste datum om uw kandidatuur in te sturen is 20 augustus 2016.

VACATUREHet coördinatiecomité van de bietplanters van Haspengouw zoekt een controleur (m/v) voor de bietenreceptie in de suikerfabriek van Tienen Wie zijn wij?

Het Coördinatiecomité ISCAL vertegenwoordigt de suikerbiet-planters die hun suikerbieten leveren aan ISCAL. De belang-rijkste activiteit is de organisatie van de controle op de cor-recte ontvangst van de bieten in de suikerfabriek in Fontenoy, alsook de verdediging van de belangen van de suikerbietplan-ters t.o.v. de suikerindustrie. Fontenoy ligt dicht bij Doornik, op 45 km van Kortrijk, 30 km van Ronse en 50 km van Geraardsbergen. Meer info over onze werking is te vinden op www.suikerbiet.be en www.cbb.be .

Wij zoeken controleursU maakt deel uit van een ploeg controleurs met als taak de opvolging van de correcte ontvangst en analyse van de suiker-bieten die geleverd worden in de fabriek in Fontenoy. U doet zowel labo- als bureelwerk en dit in een variabel uurrooster (3 shiften tussen 3 en middernacht) dat in overleg met uw colle-ga’s wordt opgesteld.

Gezocht profielU hebt bij voorkeur een bachelor landbouw of gelijkwaardig (m/v). U kent (of komt uit) het landbouwmilieu en schrikt niet terug voor een combinatie van administratief en praktisch werk.U kunt vlot overweg met Word en Excel.U werkt graag in ploegverband.U kunt zich goed behelpen in de Franse taal (gesproken ken-nis).

AanbodWij bieden u een contract aan voor de suikerbietcampagne 2016-2017 (start ± 20 september tot ± begin januari) tegen een aantrekkelijk loon. Er is een tussenkomst in de verplaatsings-kosten en we voorzien een gepaste theoretische en praktische opleiding.

Geïnteresseerd of meer info?Stuur vóór 20 augustus per e-mail uw CV en motivatiebrief of uw vraag naar Eric Van Dijck, secretaris Coördinatiecomité Iscal - [email protected] .

VACATUREHet coördinatiecomité van de bietplanters van Iscal zoekt controleurs (m/v) voor de bietenre-ceptie in de suikerfabriek van Fontenoy

ABWABW, de vereniging van de Waalse planters, versterkt zijn teamSinds 9 mei is Judith Braconnier, 26 lentes, aan de slag bij het team ABW, waar Cathy Charmant en Benoît Haag al deel van uitmaken. Gediplomeerd landbouwkundige (ULB - Brussel), heeft Judith gedurende bijna twee jaar het zuidoosten van Wallonië doorkruist als technisch-commercieel mederwerker van een Frans bedrijf dat IT-oplossingen aanbiedt aan de landbouwers. Dankzij deze ervaring is de landbouw-wereld haar niet vreemd.Judith is een sportieve globetrotter, die de klimsport een warm hart toedraagt. Eerst zal Judith zich inwerken in alle dossiers die op de plank liggen. Er is trouwens aan werk geen gebrek in deze periode waarin het postquotum wordt voorbereid. Vervolgens zal zij, als adjunct-secretaris-generaal, de ABW-taken uitvoeren in nauwe samenwerking met haar collega’s.We heten Judith van harte welkom in ons team!

Benoît Haag, ABW

Planters TS

PULP 2016Pulpvergoeding: € 3,65/ton netto biet

Pulpprijs à 23,5 % DS (inclusief perskosten): € 22,43/ton

Transportkost: kleine vracht (<20 ton): € 7,58/ton – grote vracht (> 20 ton): € 4,08/ton – dit zijn de transportprijzen 2015 (nog aan te passen aan index transportkosten 2016).

Zie ook www.suikerbiet.be: omrekentabel kostprijs natte pulp en perspulp bij verschillende DS-gehaltes – omrekentabel hoeveelheid pulp binnen recht

22E CONGRES CBB IN DINANT 11

Ontvangst hele bieten

Nederland: “Héle biet, géén groen”Nederland ging als eerste over tot de ontvangst van hele bieten. Vanaf 2012, werd de meting van de koptarra afgeschaft en werd de biet geheel geleverd dit wil zeggen zonder bladeren en licht ontkopt op het veld.Frans Tijink, directeur van IRS, het bieteninstituut in Nederland, bepaalde de ontvangstsvoorwaar-den voor hele bieten. Een forfaitaire koptarra van 3% wordt toegepast en de kwaliteit van de biet (suikergehalte, extraheerbaarheid) wordt geme-ten op de hele biet terwijl de kwaliteit van de bietenleveringen gecontroleerd wordt op basis van de aanwezigheid van bladstelen van meer dan 2 cm. Geleidelijke boetes voor een teveel aan bladstelen zijn voorzien voor leveringen tussen 15 en 30% bieten van dit type.Indien er meer dan 30 bieten met bladstelen van meer dan 2 cm zijn, worden de bieten geweigerd. Sinds 2013, boog het IRS zich over een nieuw kwaliteitscriterium voor de bieten: het gehalte invertsuiker. De biet bevat er natuurlijkerwijs in zeer kleine hoeveelheden maar in bepaalde omstandigheden (hitte, verrotting,...), neemt de suiker (sacharose) in de biet af, wat leidt tot een verhoging van het gehalte invertsuiker. Niet alleen is invertsuiker gecorreleerd aan suikerver-liezen maar het hindert ook door zijn verzurende werking op het bietensap de suikerextractie in de fabriek. Sinds 2013, zijn de ontvangstcentra uitge-rust met een toestel om invertsuiker te meten. Dit criterium wordt (nog) niet in rekening gebracht in de betaling van de bieten maar de planters krij-gen wel de cijfers inzake hoeveelheid inverstsui-ker in hun leveringen. Voor het geheel van de campagne 2013/14, had meer dan drie vierde van de geleverde bieten een zeer laag invertsuikerge-halte, bijna 22% een iets hoger gehalte en slechts 0,5% een zeer hoog invertsuikergehalte.Uit door het IRS gedane proeven, blijkt dat het invertsuikergehalte verhoogt door:- vorstschade;- de aanwezigheid van resten van bladeren en

bladstelen ten gevolge van ziekten (rhizocto-nia,...) of van te agressief rooien dat de bieten beschadigt;

- hoge temperaturen in de bietenhopen bij de bewaring.

Gelijklopend, organiseert het IRS sensibiliserings-campagnes inzake rooikwalitet voor de construc-teurs van bietenmateriaal, de loonwerkers en de planters die hun bieten zelf oogsten. De slogan van deze campagnes luidt: “Hélé biet, géén groen” om zoveel mogelijk bietenkop te laten waarbij bladeren en bladstelen verwijderd wor-den dankzij nieuwe ontblader- of ontkoppings-systemen maar ook dankzij een betere afstelling van de rooimachines.

Frankrijk: ontvangst hele bieten in bijna alle fabriekenSinds vorig jaar, ontvangen 23 van de 25 Franse suikerfabrieken hele bieten en is er geen meting meer van de koptarra in de recepties. Op basis van vergelijkende resultaten tussen 2008 en 2013 en van overleg met de interprofessionele sector, werd een forfaitaire koptarra van 7 procent toege-past, wat het economische evenwicht tussen planters en fabrikanten handhaaft. Voor Roland Cuni, adjunct-secretaris-generaal van CGB, de ver-eniging van de Franse bietplanters, is de balans van deze twee eerste campagnes bijzonder posi-tief. De nieuwe forfaitaire evaluatiemethode van de koptarra is eenvoudig en uitvoerbaar. Ze heeft ervoor gezorgd dat er geen discussies meer zijn over de manuele ontkopping in de fabriek en leidde ook tot besparingen in de receptiecentra. Hoe gaat het in zijn werk? In de receptie in de fabriek werd de manuele ontkopping afgeschaft maar gebeurt de kwaliteitscontrole van de gele-verde bieten door in het genomen staal het aantal bieten met een teveel aan bladstelen te tellen. Dit aantal moet minder zijn dan 18 om de levering als aanvaardbaar te beschouwen. Erboven, tussen 18 en 25 bieten met bladstelen, wordt een boete van 0,50 euro per ton bieten à 16° toegepast op de volledige silo. Boven 25 met bladeren, bedraagt de boete 2,5 euro per ton. De maximumlimiet van 18 is van toepassing op het gemiddelde van het aantal bieten met teveel bladstelen op het niveau van de ganse silo. Voor de twee eerste campagnes met dit type receptie, was het gemiddelde per-centage van beboete silo’s minder dan 0,5 pro-cent. De maximumlimiet van 18 bieten met groen lijkt gemakkelijk haalbaar wanneer de rooimachi-nes adequaat afgesteld en bestuurd worden en met goed geslepen scalpeurs werken. Bovendien wordt door het reinigen een deel van de bladste-len, die nog vastzitten aan de bieten, verwijderd.Bij het sorteren worden de niet-verkoopbare (zieke, rotte) bietdelen verwijderd en gewogen. Ze komen niet in aanmerking voor de analyse van het suikergehalte die op niet-ontkopte bieten wordt uitgevoerd. Het suikergehalte van de niet-ontkopte bieten is gemiddeld lager (-0,25°S) dan dat van de ontkopte bieten. Een overdreven aan-wezigheid van groen doet het suikergehalte dalen.Tijdens het sorteren worden foto’s genomen van elk staal om de controle veilig te stellen in geval van discussie omtrent het staal.

Testen door het KBIVBJean-Pierre Vandergeten, directeur van het KBIVB, gaf een synthese van de door het KBIVB gereali-seerde testen, alleen of in samenwerking met andere onderzoeksinstituten (IRS in Nederland,

ITB in Frankrijk) om nieuwe ontkoppings/micro-ontkoppingssystemen te vergelijken. Bepaalde fabrikanten van bietenmateriaal (Ropa, Holmer,...) hebben nieuwe rooimachines voor micro-ontkop-ping ontwikkeld terwijl andere (Vervaet) syste-men hebben ontwikkeld die aanpasbaar zijn op bestaande machines.De verschillende rooisystemen werden getest om de homogeniteit van micro-ontkopping op het veld, de suikerverliezen en de bewaring van de bieten in functie van verschillende parameters zoals rooisnelheid, bietenrassen,... te meten. Ziehier enkele conclusies uit de testen die nog moeten worden voortgezet:- het ontkoppingsniveau heeft minder impact op

de bewaring dan de rooikwaliteit;- betreffende het verlies aan suikergewicht tij-

dens de korte of lange bewaring: de kale bieten en in sommige gevallen de micro-ontkopte bieten vertonen het beste gedrag ten opzichte van de ontkopte bieten;

- boven 250 à 300 graaddagen stijgen de dage-lijkse verliezen aan suikergewicht sneller naar-mate de rooi agressief en/of onregelmatig was;

- de rooikwaliteit hangt af van de regelmaat van het gewas, op zijn beurt afhankelijk van de teeltsturing (grondvoorbereiding, zaai, rassen-keuze,...).

Testen door CBBSinds een bepaald aantal jaren al, buigt CBB zich over de mogelijkheid om de meting van de kop in de fabriek af te schaffen en bestudeert andere alternatieven. Pascale Tychon, inspectrice bij CBB, gaf een overzicht van de stand van de werkzaam-heden die tot nu toe in België werden uitgevoerd, de aan de gang zijnde projecten evenals de stand

van de technische onderhandelingen met de sui-kerfabrikanten.De eerste testen dateren uit de jaren 2003 tot 2006 en in overleg met Subel. Deze testen verge-leken het verschil in suikergehalte tussen de niet-ontkopte bieten (in de fabriek) en de ontkopte bieten. De resultaten van deze testen hebben aangetoond:-dat er geen enkel verband was tussen het niveau van de koptarra en het suikerverlies tussen ont-kopte en niet-ontkopte bieten.-dat het suikergehalte van ontkopte bieten gemiddeld 0,22°S hoger was ten opzichte van niet-ontkopte bieten.-dat de kop minder sacharose bevatte en onge-veer viermaal meer invertsuiker bevat dan de wortel. In 2015, werden indicatieve testen in extreme omstandigheden (lange bewaartijd,...) uitgevoerd door CBB op het gehalte invertsuiker van de bie-ten in functie van hun ontkopping, de bewaartijd en de variëteit. Deze testen moeten worden voortgezet en uitgebreid om de invloed van de maturiteit van de bieten (rooidatum), degradatie van de bieten (gewicht rotte delen, koppercenta-ge,...) en de variëteit op het gehalte invertsuiker te meten.De twee Belgische suikerfabrikanten willen overschakelen op een ontvangst «hele bieten”: TS in 2017 en Iscal in 2018. Pascale Tychon ver-klaarde dat CBB openstaat voor deze nieuwe vorm van ontvangst en bereid is te zoeken naar technische oplossingen in samenwerking met de fabrikanten. CBB betreurt evenwel dat TS aan de planters voorstelt om hele bieten te leveren, zonder voorafgaand overleg, zonder interprofessioneel akkoord en zonder samen de gevolgen ervan te hebben besproken. n

In Frankrijk wordt een foto van elk staal genomen na het sorteren en tellen van de bieten met een teveel aan bladstelen (boven op de foto). De zieke bietdelen worden verwijderd en gewogen (klein bakje op de foto).

In Frankrijk en Nederland worden de bieten geleverd na een ontbladering en/of een micro-ontkopping met een diameter van 2 tot 4 cm. In België werden testen uitgevoerd door het KBIVB en CBB.

De werkzaamheden over de ontvangst van de hele biet werden voorgesteld achtereenvolgens door (van links naar rechts) Jean-Pierre Vandergeten (KBIVB), Roland Cuni (CGB, Frankrijk), Frans Tijink (IRS, Nederland) en Pascale Tychon (CBB).

NIEUWS UIT DE FIRMA’S12

Granen: de nieuwe rassen van Jorion - Philip-Seeds

Het jaarlijkse demoveldbezoek granen op 2 juni vond voor de eerste keer plaats in Hacque-gnies op de nieuwe locatie Ferme de Liessart in plaats van op de vroegere ontmoetingsplaats in Kerkhove.

NieuwVanaf juni 2016, na drie jaar samenwerking met Jorion, wordt de site in Kerkhove alleen nog als logistiek depot bewaard mét permanentie. Nieuw is ook dat alle producties in Hacquegnies gecentraliseerd wor-den: de twee nieuwe hangaars met een gezamenlijke oppervlakte van 4.000 m? brengen de totale bebouwde oppervlakte op ruim 1 ha.Nieuw is ook het gemeenschappelijk organigram voor Jorion - Philip-Seeds. Philippe Matton en Jean-Paul Jorion volgen de zaken op vanuit de raad van bestuur. Het dagelijkse bestuur is in handen van het nieuwe directiecomité dat is samengesteld uit vier personen. Daarnaast blijft de commerciële equipe bestaan uit vier mensen, versterkt door een product- en een marketingmanager.

Voorbije graanseizoenJoris Vanmeirhaeghe, commercieel en algemeen directeur, bevestigt dat de uitzaaiperiode in Vlaanderen in het najaar 2015 zeer goed was zodat terug 70.000 ha wintertarwe (gelijk aan 2014) en bijna 17.000 ha wintergerst (stijging met 2.700 ha t.o.v. 2014) werd bereikt.Uiteindelijk blijft de oppervlakte granen 2015/16 constant t.o.v. het seizoen ervoor.De winter was zeer zacht, maar bleef lang aanslepen, zodat de eerste werkzaamheden pas konden starten rond half maart. Door de vroege

zaai en natte winter waren de stikstofreserves laag en de behoeftes relatief hoog. Gele roest was vroeg aanwezig terwijl er tot nu toe weinig septoria is opgeklommen naar boven. Bij hogere temperatu-ren in juni kan ook bruine roest exploderen.Bij tarwe werd de T1 uitgevoerd eerste week mei wat normaal is. Op gevoelige rassen voor gele roest moest drie weken later worden teruggekomen met T2.Bij gerst werd de eerste versteviging en fungicide uitgevoerd tijdens de eerste week van april met tweeënhalf weken later de tweede ver-steviging en fungicide.

WintertarweToprassen voor 2016 zijn Bergamo, Gedser, Lithium en Mentor.Omwille van zijn uitstekende kouderesistentie is Bergamo een ras voor de vroege zaai, dat goed resistent is tegen septoria, roest en fusarium. Het heeft ook een hoge stro-opbrengst.Gedser is een zeer productieve en kwalitatieve wintertarwe, zeer regelmatig en heeft een goede ziektetolerantie.Lithium is een productieve vroege voedertarwe, is goed legervast en heeft een goede algemene ziekteresistentie.Mentor is een productieve en kwalitatieve baktarwe (BPS), tolerant voor gele en bruine roest en heeft een hoge stro-opbrengst.Een vaste waarde blijft o.a. Avatar, een ras met een zeer hoog opbrengstpotentieel dat zeer goed uitstoelt en met een zeer goede ziektetolerantie, vooral dan voor aarfusarium, bruine en gele roest. Grapeli is een vroegrijpe tarwe met een hoog hectolitergewicht en resistent tegen voetziekten. Nog een vaste waarde is Rustic, een zeer vroege en kwalitatieve baktarwe met een zeer goede voetresistentie en ook zeer resistent naar roest en aarfusarium.

Nieuwigheden die dit jaar worden gelanceerd zijn Bodecor, Fructidor, Popeye en RGT Mondio.

WintergerstWintergerst komt meer en meer in de belangstelling (relatief goede prijs,...). In 2016 worden Domino en Monique gelanceerd.Domino is een vroege wintergerst die genetisch tolerant is tegen het dwergvergelingsvirus overgebracht door bladluizen. Hij heeft een hoog hectolitergewicht, is legervast en ziekteresistent.Monique is een voedergerst met hoog eiwitgehalte en hectoliterge-wicht, zeer productief, goed legervast, zeer goed wintervast en met goede ziektetoleranties.Vaste waarden zijn nog Gigga, Proval, Sanrival, Tamina, Daxor en Casino.

Onder de toppers in wintertarwe, zijn Bergamo, Gedser, Lithium en Mentor stuk voor stuk rassen met een goede algemene ziektetolerantie, bevestigt Joris Vanmeirhaeghe.

Limagrain Belgium stelt zijn gamma 2016-2017 voor

Op 6 juni nodigde Limagrain Belgium de landbouwpers en voorlichters uit op een rond-gang in zijn proef- en demovelden in Tiegem. Hierna beperken wij ons tot de voornaamste Clo-vis Matton rassen in wintertarwe, wintergerst en suikerbieten.

WintertarweZoals gewoonlijk selecteerde Limagrain zijn wintertarwerassen naar de noden van de Belgische markt, waarbij de criteria hoge opbrengst, stevigheid, bladziekteresistentie en kwaliteit hoog in het vaandel staan.Vorig jaar was Cellule het meest uitgezaaide ras in ons land. Het is een vroeg ras met een hoog hectolitergewicht en een goede ziekteresis-tentie, voornamelijk voor gele roest en septoria en heeft een uitste-kende bakwaliteit. Het tweede grootste ras in België is Anapolis, dat topopbrengsten garandeert, met een zeer goede resistentie tegen gele roest en aarfusarium, zeer geschikt is in rotatie met maïs en goede resultaten vertoont op alle gronden.Vermelden we nog Tobak, een ras dat vooral regelmaat vertoont over meerdere jaren, geschikt is op alle gronden, zeer wintervast, veel stro geeft en vroeg gezaaid kan worden.Dit jaar lanceert Limagrain ook nieuwe rassen die in de nabije toe-komst de fakkel kunnen overnemen. RGT Sacramento is een ras met zeer hoge opbrengst, vroeg van het veld, goede geleroestresistentie en zeer goed legervast.Benchmark verschaft topopbrengst in België, Nederland, Duitsland en Denemarken, is geschikt voor tarwe na tarwe, goed stevig en geeft veel stro.Collector heeft een hoge opbrengst, zeer goede geleroestresistentie, het is een kort gewas en legervast.RGT Texaco is een tarwe om vroeg te zaaien, met snelle afrijping en goede legervastheid.

WintergerstEen probleem waarmee deze teelt geconfronteerd wordt zijn de bladluizen die door het overbrengen van dwergvergelingsvirus aan-zienlijke schade veroorzaken met soms ernstige opbrengstderving tot gevolg. Naast een zaadbehandeling met Argento of een volle-veldsbespuiting tegen bladluizen biedt het ras Rafaela de oplossing voor dit probleem: het is resistent tegen het dwergvergelingsvirus zodat geen andere maatregelen tegen de bladluizen in het najaar moeten worden getroffen. Rafaela heeft bovendien een hoge opbrengst dankzij een grote korrel en een goede aarvruchtbaarheid. Het ras is vroegrijp en zeer vroeg van het veld.

SuikerbietenDit jaar steeg het suikerbietenareaal met 2.700 ha in ons land tot ca 56.400 ha. Na zes jaar samenwerking met Betaseed, heeft Limagrain met de Betaseed-rassen 20 procent marktaandeel veroverd op de Belgische markt. In de Verenigde Staten bedraagt dit marktaandeel zelfs 85 procent. Deze sterke positie in België wordt verklaard door drie elementen: Betaseed heeft een bietenras voor elke situatie, de BTS-rassen zijn financiële toppers in elk segment en hebben boven-dien de beste bladziekteresistentie.Het rhizomanieras BTS 110 en het nematodenras BTS 990 blijven de absolute toppers en te promoten voor de uitzaai 2017:Rhizomanie rijk BTS 110: is de nummer één qua financieel inkomen met 106 procent (KBIVB 2013-2014-2015). Dit ras is gekenmerkt door het allerhoogste suikergehalte van alle rhizomanierassen. En dat is ook de reden waarom het zoveel gezaaid wordt. Maar ook de wortel-opbrengst is zeer goed. BTS 110 heeft een zeer goed resultaat, zowel in jaren met matige als in jaren met een zeer hoge ziektedruk. Door de lage tarra wordt dit ras ook veel in de polder verbouwd.Nematoden BTS 990: is de nummer één voor financieel inkomen in 2015 en absolute topper over de voorbije drie jaar met 106 procent. Het ras combineert hoge wortelopbrengst met hoog suikergehalte en heeft de beste algemene bladziekteresistentie, in het bijzonder tegen witziekte, cercospora en roest. De sterkte van dit ras is het feit dat het de prestaties van de meeste rhizomanierassen overtreft.Waar rhizoctonia aan de orde is wordt het ras BTS 605 aangeraden: het heeft ook hier het hoogste financiële inkomen, hoogste suikerge-halte van alle rhizoctoniarassen en uitmuntende ziekteresistentie tegen alle bladziekten.

Het rhizomanieras BTS 110 en het nematodenras BTS 990, worden wellicht de grootste rassen in ons land, aldus Wannes Dermaut, Sales Manager Sugarbeets bij Limagrain Belgium.

Bvba Pype: stro buiten bewaren onder Tis-subelBvba Pype gevestigd in Dadizele was wel bekend bij de biet-planters voor de ver-deling van suikerbiet- en cichoreizaden. Sinds 2010 specialiseerde het bedrijf zich in de handel van landbouw-textiel onder de naam Pype Agro & Geo Textiles.Pype Agro & Geo Textiles commercialiseert vanaf nu het Tissubel-afdekzeil. Dit product werd speciaal ontworpen om stro of hooi te bewaren waarbij de balen buiten worden gestapeld maar het stro toch droog blijft en zijn hoge kwaliteit behoudt. Het niet geweven door naalden geponst Tissubel polypropyleendoek met een densiteit van 130 g/m? laat het stro ademen, terwijl het voorkomt dat water in de hoop loopt.Het afdekzeil in beschikbaar in twee afmetingen: 12,15 m x 20 m of 10 m x 15 m. Het zeil is stevig en herbruikbaar. Het is gemakkelijk vast te leggen door middel van de Fixation Kit een klittenband type Velcro van 25m, waarmee gewichten rechtstreeks aan het afdekzeil kunnen worden bevestigd.Meer info op www.TISSUBEL.com

Nordzucker: 14 procent omzetdaling in 2015/16In financieel jaar 2015/16 tot eind februari daalde de omzet met 14 procent tot 1.6 miljard euro. De nettowinst zakte van 20 miljoen naar 15 miljoen euro. Toch is het magere positieve resultaat beter dan begin dit jaar werd gedacht.Duitslands tweede grootste suikerproducent Nordzucker gaat uit-breiden in Afrika. Met de liberalisatie van de suikermarkt in de EU blijft het bedrijf zich focussen op groei van de Europese markten, maar de groeiende bevolking in Afrika en de sterke vraag naar suiker maken de regio een aantrekkelijk gebied voor uitbreiding.De suikergigant die al actief is in Denemarken, Polen, Zweden, Finland, Litouwen en Slowakije heeft de ambitie om internationaal te groeien.Ingevolge de ineenstorting van de prijzen op de wereldmarkt door overproductie de laatste vijf jaar, en met name de daling van de prij-zen op de wereldmarkt van bijna 20 procent (tussen april 2015 en maart 2016) hebben de meeste suikerfabrikanten verliezen geleden. Onder hen het Franse Tereos, wereldwijd nummer drie in de sector, dat vorig jaar een nettoverlies leed van 34 miljoen euro. De Duitse Südzucker-groep, de toonaangevende Europese producent boekte een verlies bij haar suikerbranche.www.betteravierswallons.be

De afdekzeilen Tissubel werd speciaal ontworpen om buiten stro of hooi te bewaren.