Bas Leerink: ‘Verspilling ontstaat vooral bij onszelf’
Transcript of Bas Leerink: ‘Verspilling ontstaat vooral bij onszelf’
Interview
‘Regel niet alles dicht’
“Het zorgstelsel wordt halfslach-
tig uitgevoerd. Het is bedoeld
om via het krachtenspel tussen
klant, verzekeraar en aanbieder
betere uitkomsten te behalen.
Geef die partijen dan de ruimte
en heb vertrouwen in het resul-
taat. Anders krijg je het slecht-
ste van twee werelden.” Neem
het mondzorgdebat. “Bij het
zorgstelsel hoort de relatieve
vrijheid van de aanbieder om
zijn prijs vast te stellen. Een
tandarts die zelf zijn prijs kan
bepalen, voelt zich minder uit-
gedaagd om te veel te doen.
Stelt de NZa die prijs te laag
vast, dan vecht de professional
terug tegen het systeem. Mijn
oproep: regel niet alles dicht.
Investeer in de relatie met tand-
artsen.”
nr. 4 • april 2013 • Skipr 21
S
Zorgverzekeraar • Ziekenhuisbestuurder • Zorgstelsel
Bas Leerink: ‘Verspilling ontstaat vooral bij onszelf’
Bas Leerink, de tweede man bij Menzis, stapt over naar het Medisch Spectrum Twente: “De zorg is er niet om voor jou te zorgen, maar om je te helpen.”Door Willem Wansink. Foto: Amke
Strak pak, wit overhemd. Blauwe das met schuin weglopende subtiele witte strepen. Ook laat in de middag, bij een krimpende zon, oogt zorgverzeke-raar Bas Leerink op en top correct. Rimpelloos, het hoort bij hem, hij gooit niet gauw heilige huisjes omver. Maar zodra het over de langdurige zorg gaat, trekt hij een streep: “Voor de zware gevallen willen we in Nederland altijd een regeling houden.” Leerink: “Iedereen weet dat er fatsoenlijk moet worden gezorgd voor mensen met een handicap of bewoners van een verpleeghuis. Daar is veel draagvlak voor, daar wil de Nederlander aan mee-betalen. Er blijft dus een vangnet voor mensen aan de onderkant van de samenleving, al was het maar uit goed begrepen eigenbelang.” En dan, onweer-legbaar: “Maar we kunnen niet alles meer collectief verzekeren.” Nog even is Leerink naast voorzitter Roger van Boxtel de tweede man van zorgverzekeraar Men-zis. Per 1 april wordt hij bestuursvoorzitter van Medisch Spectrum Twente in Enschede. Bij dit Twentse topklinische ziekenhuis volgt hij Herre Kingma op, die met pensioen gaat. Leerink is een betrokken pragmaticus. Beschei-den, betrouwbaar en onkreukbaar, zoals je van
een verzekeraar mag verwachten. De voormalige McKinsey-consultant schuwt praktische keuzes niet. Maar pas aan het einde van het gesprek stelt hij nuchter vast dat de bestaande financiering van de langdurige zorg niet langer houdbaar is. “Het is onafwendbaar dat er in de langdurige zorg naast de AWBZ en de Wmo andere, particuliere zorgarran-gementen ontstaan.”Wat wil hij daarmee zeggen? “Mensen moeten hun zelfoplossend vermogen aanspreken en meer voor elkaar organiseren.” Dat kan met hulp van de gemeenten, de zorgverzekeraar of andere groepen in de samenleving. “De een heeft meer geld, de ander meer tijd, daar moeten we iets voor vinden. Niet per se in de wijk maar binnen de familie, in een bedrijf of met vrienden.” Dan volgt de uitsmij-ter: “Vanzelfsprekend betalen verzekerden dan ook minder voor het collectieve vangnet.” Die kant gaat het dus op.
Claimende burgerEr is een mentaliteitsomslag nodig, stelt Leerink. Zowel in de care als in de cure dienen de verwach-tingen van de burgers te worden getemperd. “We moeten terug naar het concept dat de zorg er
Zorgverzekeraar • Ziekenhuisbestuurder • Zorgstelsel
Interview
22 Skipr • nr. 4 • april 2013
niet is om voor jou te zorgen. Nee, jij bent zelf ver-antwoordelijk voor je eigen gezondheid en hoe je in het leven staat. Daar moet je het mee doen. De zorg is er om je te helpen. Die kan naast jou staan om dingen die je misschien alleen niet kunt oplossen samen wel op te lossen.” Nog kijkt niet iedereen zo naar de zorg, dus wordt het lastig om de claimende burger te overtuigen die zijn recht op zorg opeist. “Uiteraard is er veel tegendruk. Die komt van de mensen zelf. Maar huisartsen, zeker de succesvolle, werken al lang met hun intuïtie. Zij weten dat de verantwoorde-lijkheid niet bij hen ligt, maar bij de mensen zelf. De huisarts wil helpen, de weg wijzen. In de eerste lijn zit nog steeds veel veranderkracht.” Huisartsen zijn de ‘natuurlijke bondgenoot van de zorgverzekeraar’, oppert hij zodra het woord ‘verspilling’ valt. “De verspilling in de zorg ontstaat vooral bij onszelf, los van allerlei prikkels die op allerlei plekken in het systeem zitten. Het begint bij ons burgers. Waarom gaat iemand met een oorsmeerprobleem naar een KNO-arts en niet eerst naar de huisarts? Waarom komt hij eigen-lijk bij een KNO-arts? Heeft hij een verwijsbriefje gehaald?”
UitzetBas Leerink kent de wereld van de dokters goed. Sterker, hij heeft ‘een zwak voor dokters.’ Zijn vader, nog steeds in leven, was huisarts. Diens vader was ook huisarts, hij kwam uit Aalten, in de Achterhoek. Overgrootvader zat in de textiel. “Hij ging de boeren langs, bracht ze de uitzet.” Een an-dere overgrootvader werd 104, de oprichter van het Instituut voor de Autohandel (IVA) in Driebergen. “Keurige man. Erg spaarzaam. Auto’s. Kinderen
dingen leren. Hij bewaarde alles. Als wij op bezoek kwamen, liet hij ons dozen vol postzegels of siga-renbandjes zien.”Toen grootvader Leerink op relatief jonge leeftijd overleed, kort nadat zijn vrouw aan kanker was ge-storven, nam Leerinks vader de huisartsenpraktijk in Nijkerk over. Zijn echtgenote, Leerinks moeder, zat vlak voor haar artsexamen. Ze gaf haar studie op, werd doktersvrouw en verantwoordelijk voor een huis vol kinderen, omdat de jongere broers en zusjes van haar man nog thuis woonden. Groot huis, dienstmeisje, dat wel. Spannend? “Op zater-dag zocht ik weleens in de kast van mijn vader het sexuologieboek op. Speciale sport, dan liet ik mijn vriendjes de leuke plaatjes zien.”Zijn moeder runde de praktijk, ze regelde alles, zorgde dat er vernieuwing was. “Ze is erg van de ratio. Dingen weten.” Later studeerde ze met suc-ces Italiaans, kunstgeschiedenis en middeleeuwse geschiedenis. Haar vader was graanhandelaar in Rotterdam, daarna woonde hij in Amerongen. “Die liet zich niet zo gek veel gelegen liggen aan wat anderen vonden. Stond om vier uur ’s ochtends op en ging wandelen.” Grootmoeder was huisvrouw, ook zij overleed op hoge leeftijd. Ze had Frans ge-studeerd, als dochter van een homeopathisch arts. “Een upper middle class gezin. Meer intellectueel, er werd klassieke muziek gedraaid.”Zijn moeder speelde piano - zijn vingers bewegen automatisch mee - en zelf speelde Bas Leerink viool. Zes jaar zat hij op zangles. “Goed voor de ademhaling.” Toen hij een tijd op Curaçao woonde, ging hij bij het Antilliaans Bachkoor. “Liederen, aria’s van Händel, Bach.” Nog steeds zingt hij, maar niet meer in een koor.
Veilige wereldWaarom verlaat Leerink de veilige wereld van Menzis? Weinig zorgverzekeraars stappen over naar de top van een groot ziekenhuis; Hans Feen-stra ging hem voor, hij verruilde De Friesland voor het Martini Ziekenhuis in Groningen. “Ik heb een zwak voor de zorgverlening. Mijn eerste baan als
‘In de eerste lijn zit nog steeds veel veranderkracht’Verlegen bèta
Op 5 juli 1962 wordt Casper
Bastiaan Leerink geboren als
oudste zoon in een hervormd
Nijkerks huisartsengezin. Open-
bare lagere school, daarna
het Johan van Oldenbarnevelt
Gymnasium in Amersfoort. Een
verlegen bèta. Pas als hij gaat
basketballen, komt hij los. Stu-
deert scheikunde in Utrecht,
wordt wedstrijdroeier en sena-
tor bij het Corps. Ontdekt de
antroposofie. “Een visie op men-
sen en hun ontwikkeling. Geen
dwingend Godsbeeld.” Leerink
promoveert in 1994 als klinisch
chemicus. Hij werkt op de Ne-
derlandse Antillen, wordt hoofd
klinisch laboratorium in het An-
dreas Ziekenhuis in Amsterdam
en belandt via McKinsey en
Andersson Elffers Felix bij Men-
zis. In 2008 lid raad van be-
stuur. Per 1 april wordt Leerlink
bestuursvoorzitter van het MST.
nr. 4 • april 2013 • Skipr 23
klinisch chemicus in opleiding was in een zieken-huis. Het MST in Enschede trekt mij aan, het staat voor nieuwe uitdagingen. Nieuwbouw, samenwer-king in de regio. En er moet nog altijd een vervelen-de affaire met een neuroloog worden afgehandeld.”Hij realiseert zich dat de bestuursvoorzitter van het MST een hoger risicoprofiel heeft. “In een zieken-huis kunnen dingen gebeuren waar je als bestuur-der lang niet alles van afweet. Dan moet je maar zien hoe je ermee weg komt.” Ruziënde dokters, een brand. “Ik heb me dat goed gerealiseerd. Het heeft me er niet van weerhouden.” De trend is concentratie en verdere specialisatie van zorg. Sommige ziekenhuizen overwegen nau-wer samen te werken, andere fuseren. Blijven er minder ziekenhuizen over? Leerink: “Die concen-tratietendens gaat gewoon door. Dat is niet per se de verdienste van de zorgverzekeraars. Dat komt ook door de minimumnormering.” Chirurgen moe-ten minimaal een vast aantal specifieke ingrepen per jaar verrichten. Pas dan worden ze er echt goed in. “Maar het helpt wel wanneer de verzekeraars handhaven.”
BlauwdrukkenAls zorgverzekeraar maakte Leerink van dichtbij mee hoe sommige ziekenhuizen in zwaar weer terecht kwamen. Neem de Ommelander Zieken-huis Groep in Oost-Groningen of het LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer. Wanneer gaat het eerste ziekenhuis failliet? “Ik ben niet van de blauwdruk-ken. De vraag is meer: kan zo’n ziekenhuis afslan-ken? In Zoetermeer wil de bevolking graag naar de polikliniek en bij de dagbehandeling terecht kunnen. Daar kun je op inspelen.”Zijn wens om er bij een ziekenhuis de stekker uit te halen ‘is beperkt’. Waarom? “Voor verzekeraars, voor een provincie, een gemeente en de banken is het onaantrekkelijk een ziekenhuis failliet te laten gaan. Ik heb dat meegemaakt bij Meavita. Daar wa-ren wij de meest actieve zorgverzekeraar, Thuiszorg Groningen hoorde daarbij. De impact van zo’n fail-lissement is enorm, terwijl de reinigende werking
tegenvalt. Je bent dan wel van je schulden verlost en kunt opnieuw beginnen. Maar daarmee is de zaak nog lang niet afgelopen. En het gaat altijd om grote bedragen. Dus probeer je in dit soort gevallen zo lang mogelijk iets goeds voor elkaar te krijgen.”Het doel is niet ten koste van alles instituties overeind te houden. Leerink: “Never waste a good crisis: je moet zo’n moment benutten. Maak er gebruik van om opnieuw keuzes te maken. Dat hebben we in Oost-Groningen gedaan. Dat hadden we, als ik eerlijk ben, ook tien jaar eerder kunnen inzien. Maar toen waren we met zijn allen nog niet zo ver. Wij wilden dat drie ziekenhuizen fuseerden. Nu weten we dat we niet twee nieuwe ziekenhuizen bouwen, maar slechts een. En dat wordt een stuk kleiner. Een interventiecentrum bijna. Dat is wat je daar nodig hebt, omdat de afstanden zo groot zijn. Een aanzienlijk deel van de chronische zorg en de ouderenzorg moet dan landen in de eerste lijn. Dat proberen we nu met alle partijen voor elkaar te krijgen.”
LuisterenWat heeft hij geleerd van dit soort kwesties? “Af-gaan op je critici. Met de mensen praten. Luisteren. Dat is niet mijn natuurlijke neiging. Maar als ik het doe, gaat het me prima af. Ik heb het in Stadska-naal gedaan, waar 30.000 handtekeningen waren opgehaald en vliegtuigjes in de lucht hingen met de tekst ‘Stop Menzis. Red Refaja’. Bij ons werd iedereen lichtelijk zenuwachtig. Ik ben met de actiegroep gaan praten, heb de SP gevraagd erbij te komen zitten.” Toen bleek dat heel veel Stadskana-lers allang wisten wat er moest gebeuren. “Alleen wilden ze niet dat er iemand langskwam die aan hun ziekenhuis ging tornen.”
Omzet
Met een omzet van 5,2 miljard
euro in 2011, 2,1 miljoen klan-
ten en 1.999 fte’s is Menzis
de vierde zorgverzekeraar van
Nederland. Het zorgconcern is
ontstaan uit een fusie van een
aantal ziekenfondsen die vooral
in het noorden en oosten van
Nederland actief waren. Me-
disch Spectrum Twente in En-
schede is een groot topklinisch
ziekenhuis. Het biedt werk aan
2.910 fte’s (inclusief medisch
specialisten). In 2011 behaalde
het een omzet van 325 miljoen
euro.
‘Ik ben niet van de blauwdrukken’
Zorgverzekeraar • Ziekenhuisbestuurder • Zorgstelsel